verf & economie
Verfindustrie krabbelt uit de krater
Hoe ziet de
nieuwe realiteit eruit? Hoe ziet de wereld er voor de verf- en drukinktindustrie uit na een lange en diepe crisis? Goed, maar niet uitbundig, lijkt de conclusie. De tijden van voor de crisis komen niet terug, het is zaak te leren leven met de nieuwe realiteit. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
De nieuwe realiteit. Sectorspecialist bouw, vastgoed en ingenieursbureaus Leontien de Waal van Rabobank Nederland gebruikt de term een paar keer. “Het dieptepunt van de economische crisis is gepasseerd”, benadrukt ze. “2014 was een overgangsjaar en vanaf 2015 lijkt de weg omhoog definitief ingeslagen.” Maar het is een voorzichtig herstel, waarschuwt ze. “We moeten accepteren dat we in een nieuwe realiteit leven. De groeipercentages van voor de crisis zullen niet meer zo gemakkelijk gehaald worden.” De verf- en drukinktindustrie maakte een lange en diepe crisis door, met afzetdalingen tot 30 procent en verlies van zestien procent van de werkgelegenheid. De bouw stagneerde, de huizenmarkt stortte in en woningbouwcorporaties raakten in de knel, met alle gevolgen van dien voor de verfbranche. In het voorjaar van 2015 lijkt het verantwoord met optimisme naar de toekomst te kijken, al zijn mitsen en maren op zijn plaats. “De verfindustrie heeft zware jaren gehad”, zegt bijvoorbeeld René Vogels van onderzoekinstelling Panteia, “en het lijkt beter te gaan, maar voor een deel hebben die mooie cijfers te maken met het diepe dal waarin de sector was terechtgekomen.” En ook Vogels benadrukt dat nergens in de bouwketen het niveau van voor de crisis zal worden bereikt. “Dat geldt voor de bouw, de huizenmarkt, maar de komende jaren ook voor alles wat daarmee samenhangt, zoals de keukenbranche, de woninginrichting, de schilderbranche en dus ook de verfindustrie.” Volgens het kwartaalbericht Woningmarkt van de Rabobank van medio februari groeide de Nederlandse economie in 2014 met 0,8 procent ten opzichte van 2013. De analisten verwachten in 2015 een versnelling van de groei door een aantrekkende
12
verf & economie
EIB: werkgelegenheid bouw groeit De werkgelegenheid in de bouw zal dit jaar voor het eerst weer groeien na zes jaren van krimp. Dat voorspelt het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB). De totale werkgelegenheid zal in 2015 toenemen met zo’n vijfduizend voltijdbanen, daarna vindt een versnelling plaats. De komende zes jaar komen er bijna 60.000 banen bij. Tijdens de crisis zijn er ongeveer 85.000 verdwenen. In totaal nam de bouwproductie, dankzij de groei van de utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw, toe met één procent. Voor dit jaar wordt een plus van drie procent voorzien en zal de nieuwbouwproductie van woningen toenemen met ruim elf procent, aldus het EIB. “De groei moet wel worden bezien in het licht van de uitzonderlijk lage niveaus die inmiddels zijn bereikt.” Werden er voor de crisis nog 80.000 woningen per jaar opgeleverd, in 2014 waren dit er nog maar zo’n 45.000. In het segment onderhoud en renovatie in de woningbouw gaat het nog minder goed. Hier bedraagt de groei dit jaar anderhalf procent, mede doordat het verlaagde btw-tarief van zes procent halverwege dit jaar afloopt. Pas na 2016 zal deze ‘’negatieve impuls’’ wegebben. In de utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw (gww) is de groei de komende jaren respectievelijk twee en anderhalf procent. Het herstel in de utiliteitsbouw wordt gedrukt door de hoge leegstand van kantoren en winkelpanden, terwijl de gww last heeft van dalende investeringen in infrastructuur en onderhoud.
binnenlandse vraag. De bank verwacht dat dit jaar tussen 150.000 tot 170.000 woningen van eigenaar wisselen. In 2014waren er 153.000 huizentransacties. Positief noemt de bank zaken als de verbeterde economische situatie, de dalende hypotheekrente, de stijgende nieuwbouwverkopen en de goede betaalbaarheid. Rabobank verwacht dat die positieve factoren sterker zijn dan remmende factoren, zoals de restschuldproblematiek, de versobering van stimuleringsmaatregelen en kredietbeperkingen.
Herstel breder gedragen Begin maart liet het Centraal Planbureau (CPB) weten dat het bureau de groeiverwachting voor de Nederlandse economie voor dit jaar heeft verhoogd van 1,5 naar 1,7 procent. Vooral de stijging van de dollarkoers en de daling van de olieprijs heeft het bureau optimistischer gemaakt.
verf&inkt 34 - 2015
Voor volgend jaar mikt het CPB op een vooruitgang van 1,8 procent. De groeiversnelling is hoofdzakelijk te danken aan de aantrekkende binnenlandse bestedingen. De groei van de wereldhandel blijft ook steun bieden. Econoom Tim Legierse is onderzoeker en analist bij Rabobank Nederland. Sinds vorig jaar is hij hoofd van het team Nationaal Onderzoek. Op de website van de bank laat hij zijn licht schijnen over de cijfers voor 2015. “De economische groeiverwachtingen voor Nederland zijn in onze Visie op 2015 de hoogste van de afgelopen vier jaar”, schrijft hij. “Nadat het Nederlandse BBP-volume in 2014 sneller dan verwacht een voorzichtig herstel heeft laten zien, voorzien we voor 2015 een verdubbeling van de economische groei. De werkloosheid daalt, het besteedbare inkomen van huishoudens neemt voor het tweede jaar op rij toe en het herstel op de woningmarkt zet
door. Daardoor wordt de economische groei in 2015 iets minder afhankelijk van de uitvoer. Hoewel ook dan de vraag vanuit het buitenland de belangrijkste groeimotor van de Nederlandse economie blijft, voorzien wij naast een toename van de bedrijfsinvesteringen eindelijk ook weer eens een stijging van de particuliere consumptie en de woninginvesteringen. Daardoor zal het economische herstel in 2015 ook in de op het binnenland gerichte sectoren zoals de bouw, de detailhandel en de horeca en daardoor ook op de arbeidsmarkt duidelijker te voelen zijn. De breder gedragen economische groei zal bovendien merkbaar zijn in vrijwel alle delen van het land.”
DHZ springt er uit Het herstel zal dit jaar doorzetten, maar 2014 was in veel sectoren van de verfindustrie nog uiterst mager. “Eigenlijk sprong alleen de doe-het-zelf-markt (DHZ)
4
13
verf & economie
NVM: herstel woningmarkt beter dan verwacht Het herstel van de woningmarkt was in het vierde kwartaal van 2014 beter dan verwacht. In totaal zijn er door NVM-makelaars 34.622 woningen verkocht. Dat is ruim 30 procent meer dan in dezelfde periode van een jaar eerder en bijna een verdubbeling van het aantal verkochte woningen op het dieptepunt van de crisis, zo blijkt uit voorlopige cijfers van de NVM. In de totale markt werden er in het laatste kwartaal naar schatting 46.500 huizen verkocht. Voor alle woningtypen geldt een stijging in verkoopaantallen, maar bij de appartementen is de toename het sterkst: er zijn 38,1 procent meer appartementen verkocht dan vorig jaar. In heel 2014 zijn er door NVM-makelaars 116.623 woningen (totale markt: 156.500) verkocht. De prijs van de gemiddeld verkochte woning in Nederland ligt nu op 215.000 euro. Dat is 3,5 procent hoger dan vorig jaar en inmiddels vijf procent hoger dan op het dieptepunt. NVM-voorzitter Ger Hukker verwacht een toename van het aantal transacties tussen vijf en tien procent en een prijsstijging van zo’n 2,5 tot drie procent. De NVM noemt het opvallend dat de verkooptijd van verkochte woningen, dus het aantal dagen dat het duurt om een woning te verkopen, in het laatste kwartaal van 2014 niet verder daalde. In vergelijking met een jaar eerder was de verkooptijd van verkochte woningen met meer dan een maand gedaald tot 124 dagen. In vergelijking met het derde kwartaal van 2014 nam de verkooptijd echter licht toe.
er in positieve zin uit”, zeggen Vogels en zijn collega Johan Baukema van Panteia. De DHZ-omzet steeg in volume met bijna elf procent ten opzichte van 2013. “Je kunt onderhoud even uitstellen, maar er komt een moment dat je moet schilderen”, verklaart Vogels het groeicijfer. “Maar kennelijk schakelen we minder vaak de professionele schilder in; we nemen zelf de
14
NVB: Nieuwbouw in het slop
Leontien de Waal (Rabobank): “De mediane huizenprijs is in 2014 in sommige regio’s gestegen. Maar niet overal. Er zijn grote regionale verschillen, dé Nederlandse woningmarkt bestaat niet”
kwast ter hand, ondanks de verschuiving van onderhoudswerk naar het lage btw-tarief.” Mede daardoor gingen er afgelopen jaar, ondanks de aantrekkende economie, nog altijd zo’n 65 schildersbedrijven failliet (bron: Creditsafe). “Maar DHZ was in 2014 de enige stevige groeier”, vult senior projectmanager Johan Baukema van Panteia aan. “Bouwverven, staalconservering, autoreparatielakken (-12,6 procent omzet), poedercoatings (-18,2 procent omzet) en meubellakken eindigden allemaal in de min.” (zie kader) De enige andere groeisector was die van de scheepsbouwreparatie. Vogels: “De autoreparatiebranche is een verhaal apart. Auto’s gaan langer mee, er worden minder auto’s verkocht en er wordt minder schade veroorzaakt. Ter vergelijking: in 1987 telde Nederland 240.000 ongevallen met doden en gewonden, in 2013 waren dat er nog maar 102.000. Het aantal ongevallen met uitsluitend materiële schade daalde in dezelfde periode van 196.000 naar 92.000. De afzet naar schadeherstelbedrijven nam vorig jaar opnieuw af, deze keer met ruim twaalf procent.” Vogels verwacht niet dat die trend zal worden om-
De bouw van nieuwe huizen komt maar niet van de grond. Dat komt omdat banken de geldkraan voor projectontwikkelaars hebben dichtgedraaid. Dat zegt de branchevereniging voor bouwers en ontwikkelaars NVB op basis van een onderzoek onder haar leden. “Banken maken projectontwikkelaars kapot”, stellen de NVB-leden. De ontwikkelaars haken aan bij een nog lopend onderzoek van financiële waakhond AFM naar de afdelingen ’bijzonder beheer’ van banken. De NVB schat dat meer dan de helft van alle projectontwikkelaars inmiddels op ’de pijnbank’ van de afdeling bijzonder beheer ligt. Dat betekent dat de geldkraan om nieuwe projecten te financieren dichtgaat. “Of de exploitatie van de ontwikkelaar nu gezond is of niet, eerst moeten lopende kredieten tot op de laatste euro worden afgelost”, zegt NVB-directeur Nico Rietdijk. Grootbanken als ING, Rabobank en ABN Amro proberen sinds de kredietcrisis hun risico’s bij financieringen te beperken.
gebogen. “Het is niet voor niets dat de autoherstelbranche steen en been klaagt. Er is nog veel overcapaciteit, die zal moeten worden afgebouwd.” In zijn totaliteit, over alle afzetmarkten gezien, daalde het volume van de verfindustrie in 2014 nog met 0,5 procent ten opzichte van een jaar eerder. Opvallend is dat de binnenlandse afzet licht steeg (1 procent), terwijl de export fors daalde (-8,3 procent).
Grote regionale verschillen Terug naar de (koop)huizenmarkt. Half januari stuurde de belangenvereniging van makelaars, de NVM, een juichend bericht de ether in. “Het herstel van de woningmarkt was in het vierde kwartaal van 2014 nog beter dan verwacht”, schreef de organisatie. “In totaal zijn er door NVM-makelaars 34.622 woningen verkocht. Dat is ruim 30 procent meer dan
verf & economie
in dezelfde periode vorig jaar en bijna een verdubbeling van het aantal verkochte woningen op het dieptepunt van de crisis. In de totale markt werden er naar schatting 46.500 huizen verkocht.” De prijs van de gemiddeld verkochte woning in Nederland ligt nu op 215.000 euro, aldus de NVM. Dat is 3,5 procent hoger dan vorig jaar en inmiddels vijf procent hoger dan op het dieptepunt. Volgens NVMvoorzitter Ger Hukker liggen de “crisiskwartalen van lage verkoopaantallen en dalende woningprijzen definitief achter ons”. De verwachtingen voor 2015 noemt de NVM “positief ondanks allerlei beperkende financieringsmaatregelen sinds 1 januari.” “De lage rente maakt de hypotheekmarkt momenteel erg aantrekkelijk”, reageert Vogels (Panteia). “Maar het is de vraag óf je hypotheek krijgt. De normen zijn aangescherpt.” “Klopt,” zegt De Waal (Rabobank), “er worden kritischer afwegingen gemaakt. Maar banken doen grotendeels wat de wetgever ons oplegt. Het is niet altijd terecht dat met een beschuldigende vinger naar de banken wordt gewezen.”
Restschuld De makelaarsvereniging verwacht een toename van het aantal transacties tussen vijf en tien procent en een prijsstijging van zo’n 2,5 tot drie procent. “Maar politieke onrust en instabiliteit in de wereld kunnen de woningmarkt verstoren.”
Heijmans in het rood door bouwcrisis
René Vogels (Panteia): “De autoreparatiebranche is een verhaal apart. Auto’s gaan langer mee, er worden minder auto’s verkocht en er wordt minder schade veroorzaakt”
“De mediane huizenprijs in 2014 in sommige regio’s gestegen”, nuanceert De Waal (Rabobank). “Maar niet overal. Er zijn grote regionale verschillen, dé Nederlandse woningmarkt bestaat niet. Wel lijkt de bodem bereikt. Wat nu van belang is, is dat er beleidsrust komt. Een verdere stijging van de prijzen zal in belangrijke mate worden bepaald door wat er gebeurt op het gebied van de financiering. De Nibudnormen zijn
ING: koophuis niet meer voor iedereen rendabel De tijd dat een koophuis automatisch in een periode van tien jaar geld oplevert voor de eigenaar, is voorbij. Dat is de belangrijkste conclusie uit een begin maart gepubliceerd rapport van ING over de Nederlandse huizenmarkt. Het komende decennium zal de gemiddelde huizenprijs met twee procent per jaar stijgen, is de verwachting van de bank. De afgelopen 45 jaar stegen de huizenprijzen jaarlijks met gemiddeld 5,3 procent. “Als je nu een huis koopt, moet je je realiseren dat het over tien jaar ongeveer evenveel waard is als dat je er nu voor betaalt”, zegt hoofdeconoom Marieke Blom van ING. De aanschafkosten, verbouwingen en inflatie zullen over een periode van tien jaar ongeveer evenveel bedragen als de waardestijging van een huis. Als oorzaken van de teruggelopen prijsstijging noemt Blom de afnemende groei van het aantal huishoudens en de afnemende groei van het gemiddelde inkomen van huishoudens. “Een huis kopen is niet meer voor iedereen en overal een goede investering”, concludeert Blom.
Bouwbedrijf Heijmans heeft vorig jaar 47 miljoen euro verlies gemaakt, ondanks het voorzichtige herstel in de woningmarkt. Net als BAM eerder in februari bekendmaakte, moet Heijmans afschrijvingen doen op de waarde van zijn bouwgrond. De waardevermindering van de grond kwam uit op veertien miljoen euro. Daarnaast was het bedrijf 29 miljoen euro kwijt aan een reorganisatie waarbij 350 banen verdwijnen, en had het bedrijf last van een tegenvaller van 11 miljoen euro bij een project in Tilburg.
aangescherpt (hoe hoog mag de hypothecaire lening bedragen ten opzichte van het inkomen) en het is van belang te weten wat een volgend kabinet gaat doen aan de hypotheekrente-aftrek. Desondanks meen ik dat de positieve signalen de negatieve overstemmen. Met de koophuizenmarkt gaat het de goede kant op.” De restschuld die veel huizenverkopers boven het hoofd hangt, ziet De Waal niet als een grote belemmering. “Een kwart van de hypotheken staat ‘onder water’, maar het is van belang hoe groot de fictieve restschuld is. De omvang van de schuld verschilt ook erg per leeftijdsgroep. Van alle huiseigenaren in de leeftijdscategorie tussen 25 en 30 jaar heeft 80 procent een restschuld, maar in de groep tussen 50 en 55 is dat nog maar 30 procent. Het is onze indruk dat alle betrokkenen ook hier de nieuwe realiteit onder ogen zien en hun verlies nemen. Een extra schuld blijft natuurlijk vervelend, maar mensen sparen om ervan af te komen. Bovendien is de tijd in hun voordeel: met het stijgen van de prijzen zal de restschuld verminderen en in sommige gevallen verdwijnen.”
Tijdperk van de consument Tussen 2008 en 2014 was sprake van een afname van de verkoop van nieuwbouwwoningen van 40 tot 50 procent; in 2013 werd het dieptepunt gepasseerd
4
verf&inkt 34 - 2015
15
verf & economie
Huizenprijzen op niveau medio 2003 Koopwoningen waren in januari 2,1 procent duurder dan in januari 2014. De gemiddelde prijs van een verkocht huis ligt hiermee al tien maanden op rij hoger dan een jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en het Kadaster. Door de stijging lagen de huizenprijzen in januari ongeveer op hetzelfde niveau als halverwege 2003. Ten opzichte van het dieptepunt in juni 2013 zijn de prijzen met 3,6 procent gestegen. Ten opzichte van de prijzenpiek in de zomer van 2008, vlak voor het volledig uitbreken van de kredietcrisis, liggen de huizenprijzen echter nog altijd 18,6 procent lager.
met ongeveer 15.000 verkochte nieuwbouwwoningen. In 2014 is het aantal verkochte woningen gestegen tot 26.000. Dat aantal zal langzaamaan stijgen, verwacht De Waal, maar ook hier moeten we rekening houden met de nieuwe realiteit. Het tijdperk van de consument is aangebroken: de portemonnee is niet meer zo gevuld en de financiering is aangepakt, dus producten worden niet meer klakkeloos afgenomen. De bouw staat voor de uitdaging om woningen betaalbaar te maken en te houden. Duurzaamheid trekt kopers niet over de streep, wel als je duidelijk kunt maken dat door specifieke investeringen het comfort wordt verhoogd en het onderhoud op langere termijn prijsvriendelijker is. Ik voorzie verder de grootschalige nieuwbouw niet massaal terugkeren. De kopers worden veeleisender, de seriegrootten kleiner.” In de huursector ziet zij soortgelijke ontwikkelingen. “De eerste taak van woningcorporaties is sociale huisvesting en het in stand houden van hun woningportefeuille. Daarbij past kostentechnisch slim onderhoud. Corporaties zullen daarnaar blijven streven.” Rabobank voorziet voor de bouwsector in 2015 een totale productiestijging van 3,5 procent, de stijging
16
voor nieuwbouw en renovatie zou kunnen uitkomen tussen de zes en zeven procent. “Daarbij moeten we wel in het achterhoofd houden dat de bouw uit een diepe krater komt”, nuanceert De Waal. “Bij een lage productie in absolute zin heb je sneller een spectaculaire toename in procenten. Er zijn echter kansen genoeg als bedrijven in de sector op een efficiënte manier en ketenoverstijgend weten samen te werken in het realiseren van totaaloplossingen.
Kantorenmarkt: structurele leegstand De situatie op de kantorenmarkt baart zorgen. Van het totale kantorenbestand staat zestien tot zeventien procent leeg, zo rekent De Waal voor. “En dan tel ik de verborgen leegstand nog niet mee. Dat is de kantoorruimte die leegstaat als gevolg van het zogenoemde nieuwe werken. Van de totale leegstand is zo’n 60 procent structureel, dat laat dus weinig ruimte voor nieuwbouw. Transformeren van kantoorruimte naar appartementen is een veelgehoorde oplossing, maar we moeten realistisch zijn: niet elk pand leent zich daarvoor en niet elke locatie is daarvoor geschikt.” Anderzijds kan de leegstand van kantoren ook weer iets afnemen als er veel leeg staat en als er op specifieke plekken huurprijsdaling is opgetreden, zegt ze. “Door de overcapaciteit is er immers veel ruimte beschikbaar voor een relatief lage prijs en dat zou bedrijven kunnen verleiden om al dan niet tijdelijk meer kantooroppervlakte per medewerker in gebruik te nemen.” Slopen van kantoorpanden is een voor de hand liggende oplossing, maar De Waal ziet de belemmeringen. “Als er twee of drie verdiepingen van een groot pand zijn verhuurd, heeft de eigenaar in elk geval inkomsten. Dan is er geen incentive voor sloop, hetgeen de eigenaar uiteindelijk geld kost.” De bedrijfskundige zou graag zien dat colleges van B&W een uiterst beroep doen op bedrijven in hun gemeente om de leegstand niet te vergroten. “Sommige ondernemers dromen ervan een geheel nieuw pand naar hun wensen te laten bouwen. Gemeentebesturen moeten ondernemers uitdagen voor de realisatie van hun nieuwe huisvesting zo veel mogelijk
naar bestaande en leegstaande panden te kijken.” Maar de wettelijke mogelijkheden zijn beperkt, erkent ze. “Er is geen wet die leegstand verbiedt.” De utiliteitssector is meer dan kantoorpanden. Fabrieken, opslagloodsen en winkelruimten bieden echter geen respijt. Zo aarzelen bedrijven met investeren in nieuwbouw of uitbreiding en leiden de toenemende online aankopen tot problemen in de retailsector. Illustratief voor de problemen in de bouw is de situatie bij architectenbureaus. Sinds het begin van de crisis is de omzet in de architectenbranche met 60 procent gezakt en is de werkvoorraad teruggelopen van zeventien naar 3,5 maand, met de aantekening
Faillissementen schildersbedrijven In 2014 gingen in totaal 65 schilders-/glaszettersbedrijven ter ziele, 35 procent minder dan een jaar eerder. Vorig jaar zijn 957 ondernemingen in de bouwsector failliet verklaard. Dat is 28 procent minder dan in 2013, het jaar waarin het recordaantal van 1.336 bedrijven het loodje legde. In 2012 waren er 1.240 faillissementen in de branche.
verf & economie
dat die werkvoorraad nu ligt te wachten op 50 procent minder medewerkers dan in 2008. “De situatie bij architectenbureaus is dramatisch”, vindt Vogels. “Bij de beroepsorganisatie BNA waren in 2008 1.550 bureaus aangesloten, nu nog 1.250 en al die bureaus werken met veel minder mensen: 60 procent van de werkgelegenheid is in deze branche verdwenen. Ik voorzie niet dat dat aantal zal toenemen. En als er minder wordt getekend, wordt er minder gebouwd”, aldus Vogels.
Geldkraan dichtgedraaid Ook de Panteia-onderzoeker ziet een nieuwe realiteit. “De consumentenbestedingen zijn decennialang aangeduwd door de overwaarde in koophuizen, die jaarlijks met vijf tot tien procent steeg. Dat is voorbij.” Vogels vraagt zich overigens af hoe schadelijk de lagere groeicijfers zijn. “Bij een jaarlijkse groei van het bruto nationaal product van drie procent verdubbel je de economie in een periode van 25 jaar. Dat moeten we niet willen.” Hij ziet daarom met tevredenheid dat consumenten terughoudend worden en eerder hun hypotheek aflossen dan geld te besteden aan een nieuwe keuken of een nieuwe auto. Vogels valt zijn Rabobank-collega bij als het gaat om de prijsontwikkeling van koophuizen. “De prijzen trekken in sommige regio’s bij, maar andere regio’s ontvolken. Het beeld wordt heel wisselend, ook al
verf&inkt 34 - 2015
door demografische ontwikkelingen. Door bezuinigingen op de zorg blijven meer ouderen zelfstandig wonen en is er dus behoefte aan woningen voor eenpersoonshuishoudens. Op termijn betekent dat een toenemende vraag naar kleinere huizen en andere woonvormen, mogelijk gecombineerd met zorg.” De trek naar de stad zal doorgaan, verwacht Vogels, omdat daar de voorzieningen zijn. Negatieve effecten gaan ook uit van de sloop van overbodige kantoorruimte en de terughoudendheid van woningcorporaties en bedrijven om de beurs te trekken voor dure projecten. “Krediet zal niet meer zo gemakkelijk worden verstrekt als voor de crisis. Aan alle kanten is de geldkraan dichtgedraaid en dat zal gevolgen hebben voor de bouw en het onderhoud aan vastgoed.” Van grotere volumes op de binnenlandse markt zal de verfbranche het in 2015 en volgende jaren niet moeten hebben. “Innovatie is het kernwoord”, zeggen Vogels en Baukema. “De eindconsument vraagt om lakken die langer meegaan en extra functies vervullen. Daarnaast ligt er een opdracht om doe-hetzelvers ervan te overtuigen dat ze professionele verf moeten gebruiken omdat daarmee betere resultaten kunnen worden behaald.” De Waal ziet mogelijkheden voor kostenvoordelen door betere samenwerking tussen fabrikanten. “Per kostencomponent zou je moeten onderzoeken of
Omzet verfindustrie 2014 t.o.v. 2013 per sector in % Bouw 3,9 Doe-het-zelf 17,4 Industrie -6,9 Scheepsbouwreparatie 7,9 Staalconservering -0,5 Autoreparatie -12,6 Totaal binnenland 4,1 Totaal export -4,5 Totaal generaal 2,5
Volume verfindustrie 2014 t.o.v. 2013 per sector in % Bouw -1,6 Doe-het-zelf 10,9 Industrie -6,8 Scheepsbouwreparatie 1,5 Staalconservering -1,6 Autoreparatie -5,3 Totaal binnenland 1,0 Totaal export -8,3 Totaal generaal -0,5
het goedkoper of slimmer kan. Waarom laat iedere fabrikant een eigen vrachtwagen naar zijn afnemers rijden en wordt er niet gekozen om dat samen met de concurrent te doen? En moet je wel alles bij de tussenpersoon of groothandel afleveren? Kun je niet voor een deel via pick-up-points de materialen op een snellere manier dichter bij de schilder brengen? Dat soort vragen.” Ze ziet voorts een opdracht voor de schildersbranche. “Als ik om me heen kijk, dan valt me op dat bij elke woning een ander busje staat van een schildersbedrijf. Er is maar zelden een schilder die zijn aanwezigheid gebruikt om een aantrekkelijk aanbod te doen aan andere huiseigenaren in dezelfde straat. Zo’n bedrijf zou bijvoorbeeld een onderhoudscontract voor een langere periode met de eigenaren kunnen afsluiten en daar ook zijn contracten met verfleveranciers op kunnen afstemmen. Dat heeft voordelen voor alle partijen, temeer daar consumenten meer zekerheid willen hebben over de kosten op de lange termijn.” •
17