Jaargang 4 Nummer 1 MAART 2011
6
Van Media Park naar Media Valley
8
Dubbele groene stap
9
Schone routekaart nadert eindstreep
12
Winkelaanbod kan groeien maar niet overal
Nieuwe Gouden Eeuw lonkt staat. Het gaat nog beter indien we tien dingen niet en tien andere dingen juist wel gaan doen. Uitdaging is die in beeld te brengen.” Dat is ook precies het doel van de Board, vult wethouder Carolien Gehrels aan. “Het is onze ambitie om medio 2020 weer tot de top vijf van sterke regio’s in Europa te behoren. Dit kan alleen indien het bedrijfsleven heel goed presteert en de regio zeer aantrekkelijk is.” K3
De Metropoolregio Amsterdam maakt zich op voor een nieuwe Gouden Eeuw. Dit optimistische geluid viel onlangs te beluisteren tijdens de eerste grote bijeenkomst van de Economic Development Board Metropoolregio Amsterdam.
of ‘broekriem aanhalen’ niet vielen. Wel sprak men veelvuldig over ‘innovatiekracht benutten’, ‘talenten opleiden en ‘samen optrekken’. Board-voorzitter Eberhard van der Laan onderschrijft dit optimisme. “We zitten eerder bij een nieuwe Gouden Eeuw dan bij het ravijn.”
Hoewel nog lang niet alles rozengeur en maneschijn is, waren de 150 deelnemers positief over de mogelijkheden om gezamenlijk – bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden – de economische kracht te versterken. De stemming tijdens de startbijeenkomst was ronduit optimistisch. Illustratief voor het nieuwe elan is dat de woorden ‘crisis’
Concurrerende metropolen
Dat de Metropoolregio Amsterdam een sterk merk is staat volgens Van der Laan als een paal boven water. “Ik ben nu zeven maanden burgemeester en weet inmiddels dat het geen snars uitmaakt of je in Amsterdam woont of in de regio: we zijn allemaal smoorverliefd op deze stad. Ook heb ik gezien dat de Amsterdamse regio er economisch ontzettend goed voor Metropool Journaal 1-2011 • 1
Volgens Gehrels komt de Board precies op het juiste moment. “Voorwaarde voor succes is wel dat we ons niet ontwikkelen tot een praatclub maar tot een werkclub.” Van der Laan wijst er in dit verband op dat concurrerende metropolen veelal op dezelfde economische vissen azen. “Voor ons is van belang dat het in die concurrentiestrijd vooral gaat om de vraag waar de medewerkers van een nieuw kantoor willen wonen en niet te vergeten hun partners en kinderen. Dat is in Londen, Parijs of… Amsterdam. We doen dus al mee in de ‘premier league’.” De eerste concrete stap die de Board nu gaat maken is het opstellen van een kennis- en innovatieagenda is. Hierin staan de kansrijke issues opgesomd en wat ervoor nodig is om hier werk van te maken. Centraal staan drie K’s: kennis (toponderzoek, onderzoeksinfra), kunde (talent, toponderwijs) en kassa (innovatie, ondernemerschap, vraagstimulering). Vervolg op pag. 2
Vervolg pag. 1
Geslaagde aftrap Economic Board Het belang van de Board staat volgens burgemeester Annemarie Jorritsma, burgemeester van Almere en dagvoorzitter, buiten kijf. “Dankzij dit initiatief krijgt het bedrijfsleven de gelegenheid om een veel prominentere plek rol te spelen. Dat is hard nodig, want te vaak denken wij als overheden de wijsheid in pacht te hebben. Dat is gewoon niet zo. We moeten het hebben van het bedrijfsleven. Dit betekent dat onze ondernemers moeten aangeven wat nodig is om te groeien en te bloeien. Overheden en kennisinstellingen zijn niet meer dan de facilitators. Juist daarom is
het zo belangrijk dat wij nu binnen de Board onze gezamenlijke expertise bundelen. We moeten bruggen naar elkaar bouwen, maar wel op zo’n manier dat een ieder ook z’n eigen belang er in herkent.” Zeven clusters
Om de internationale concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam te versterken heeft de Economic Development Board de volgende zeven economische clusters benoemd als belangrijk en kansrijk: ICT, Creatieve Industrie, Rode Life Sciences, Zakelijke/Financiële Dienstverlening, Logistiek & Handel, Flowers & Food en Toerisme & Congressen. Iedere cluster heeft een trekker die tijdens de startbijeenkomst een schets gaf van de uitdagingen en ambities. Deze krijgen uitwerking in de kennis- en innovatieagenda die momenteel in de maak is. Wanneer alle partners vervolgens de schouders zetten onder het uitvoeren van de agenda is er in de ogen van Gehrels met alle kwaliteit in de regio een wereld te winnen. “Voorwaarde is dat we het echt met z›n allen gaan doen en bovendien slimmer dan onze concurrenten”, benadrukt Gehrels. “Daarom is juist de Board zo belangrijk, want nagenoeg alle belangrijke partijen doen hier aan mee. Dat men er vertrouwen in heeft blijkt ook uit het feit dat er een paar maanden na de start al sprake is van een zwaan-kleef-aan-effect. Zo kan het balletje steeds groter worden en kunnen we ons echt gaan inzetten om die nieuwe Gouden Eeuw werkelijkheid te laten worden. Verrekt goede start
Board-voorzitter Van der Laan is zeer te spreken over het verloop van de eerste bijeenkomst. “We hebben een verrekt goede start gemaakt als het gaat om het verbeteren van het imago en het benoemen van de zaken waar we wat aan kunnen verdienen. Ook zijn we het erover eens dat denken vanuit de klant voorop moet staan. Imagoverbetering is belangrijk om onze regio nog beter op de internationale kaart te zetten. Verder liggen er veel kansen via ‘cross overs’: het benutten van dwarsverbanden tussen de verschillende clusters.”
Foto’s: Edwin van Eis
Verspreid door dit nummer zijn korte reacties opgenomen van de zeven clustertrekkers. Meer informatie: www.iamsterdam.com/nl/economicdevelopment-board Metropool Journaal 1-2011 • 2
Geb r ek aa n ta l e n t “We moeten focussen op projecten waarmee we kunnen excelleren. De ICT-sector groeit razendsnel en omvat inmiddels 10% van de beroepsbevolking van de metropoolregio. Knelpunt is een groot tekort aan talent. Er zijn momenteel 15.000 vacatures en steeds meer hiervan worden door buitenlandse werknemers ingevuld. Om in dit tekort te voorzien is er werk aan de winkel.” Harry van Dorenmalen, Algemeen Directeur IBM Nederland & clustertrekker ICT
l o gi s t i eke h u b “De kracht van het verbinden, met als sleutelwoorden Veilig, Duurzaam en Betrouwbaar. Daar gaat het om in onze cluster. Nederland moet zich ontwikkelen tot de nr. 1 logistieke hub in Europa, met als sterke pijler de Metropoolregio Amsterdam. Vergroten van het imago is daarbij belangrijk. Om nieuw talent aan te trekken moet de logistiek sexy worden, ook bij het MBO.” Jos Nijhuis, President- Directeur Schiphol Group & clustertrekker Handel & Logistiek
V e r koo p de me t r o p oo l ! Toerisme brengt direct geld in het laatje, levert werkgelegenheid op en zorgt voor draagvlak onder voorzieningen. Het naar ons toehalen van congressen draagt bovendien bij aan onze positionering. Om verder kansen te benutten is er maar één ‘goal’: Verkoop de Metropoolregio Amsterdam!” Henk Markerink, Algemeen Directeur Amsterdam Arena & clustertrekker en Toerisme & Congressen
Aanloop naar MIRT-overleg Tweemaal per jaar maken regio en rijk afspraken over investeringen en andere zaken waarbij hulp van het rijk van belang is. Dit gebeurt in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Leidraad voor het overleg is de Gebiedsagenda Noordwest Nederland.
Momenteel is de metropoolregio druk met de voorbereiding van het overleg dat in mei plaatsvindt. Van de kant van het rijk is aangegeven dat er in het MIRT tot 2020 nog beperkt vrije ruimte is; de meeste budgetten zijn belegd. Centraal in het aanstaande overleg staat daarom het traject 20202028, waarbij het vooral gaat om de vulling van het Infrastructuurfonds. Metropoolinzet
In het licht van de vertraging van met name de woningbouw is het de vraag wat de inzet is vanuit de metropoolregio om te agenderen bij het rijk. Eind april vindt hierover in metropoolverband besluitvorming plaats. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de relatie tussen infrastructuur en de opgaven op het gebied van de andere metropool impulsen, met name de ontwikkelingen op
het gebied van woningbouw en kantoren en bedrijven. Bij het selecteren van projecten spelen de effecten van de economische crisis en het moment van uitvoering een rol. Het MIRT-overleg gaat overigens niet alleen over geld. De inzet vanuit de metropoolregio is ook gericht op andere zaken waarbij hulp van het rijk van belang is. Daarbij gaat het onder meer over het verbeteren van hinderlijke wet- en regelgeving, het permanent maken van de Crisis- en Herstelwet en het ontwikkelen van nieuwe financieringsvormen. In dit licht is het goed als de regio laat zien wat zelf wordt gedaan om de ambities en opgaven uit de Gebiedsagenda Noordwest Nederland te realiseren. Uitwerking regeerakkoord
Van belang voor het MIRT in het najaar is dat er - in het verlengde van het regeerakkoord - van rijkszijde belangrijke uitwerkingen in de pen zitten. Allereerst is dat de actualisatie en integratie van de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. Gewerkt wordt aan een kernachtig toekomstbeeld ‘Infrastructuur en Ruimte 2040’; volgens plan verschijnt dit nog voor de zomer. Hieraan gekoppeld zitten voorstellen voor decentralisatie van onder-
delen van het ruimtelijke beleid. Ongeveer gelijktijdig komt minister Schultz van I&M met een lijst van potentiële projecten en te starten verkenningen en planstudies voor de periode na 2020. Daarnaast loopt de Nationale Markt en Capaciteitsanalyse, die een landelijk beeld geeft van de stand van zaken met betrekking tot de netwerken spoor, rijkswegen en het regionale OV; op de knelpunten die hierin naar voren komen, wordt in de andere trajecten voortgebouwd. Tot slot wil het rijk na de zomer tot een ‘tweede generatie’ Gebiedsagenda’s komen. Hierbij zal voor de metropoolregio het accent liggen op het actualiseren van projecten. Informatie: Menko Noordegraaf, 020-5273747,
[email protected]
Onlangs opende minister Schultz van Haegen, voorzitter van het MIRT-overleg, de spitsstroken op de A9 tussen Velsen en Badhoevedorp. In totaal is de afgelopen jaren ca. 120 km aan spitsstroken langs belangrijke autosnelwegen in de metropoolregio aangelegd.
Foto: Ministerie van I&M
Metropool Journaal 1-2011 • 3
Akkoord over Pilot Waterland
Lezers oordelen positief De communicatiemiddelen van de Metropoolregio Amsterdam worden goed gelezen en gewaardeerd. Dit is de conclusie van het recent gehouden lezersonderzoek.
Foto: Wim Salis
Rijk, provincie en Waterlandse gemeenten gaan gezamenlijk werk maken van de ontwikkeling van recreatie- en natuurgebieden. Het geld hiervoor komt deels op tafel door het beperkt toestaan van woningbouw. In het in februari ondertekende bestuurs akkoord ‘Pilot Waterland’ hebben het Rijk, de Provincie en de vijf gemeenten binnen de Rijksbufferzone Amsterdam-Purmerend afspraken gemaakt over de ontwikkelingsmogelijkheden. Doel is om de komende jaren in dit gebied grootschalige groene en recreatieve gebieden te ontwikkelen. Het akkoord maakt het ook mogelijk om op beperkte schaal woningen te bouwen. Dit gebeurt onder de noemer ‘Waterlands wonen’. Voorwaarde is dat de woningbouw per woning € 10.000 bijdraagt aan een gebiedsfonds ten behoeve van de realisatie van de groene en recreatieve opgaven. Ook moet de bebouwing de ruimtelijke kwaliteit versterken.
Op korte termijn volgt een integrale visie waarin de woningbouwlocaties worden benoemd, evenals de opgaven op het gebied van groen en recreatie. In totaal mogen er in het landelijke gebied 100 woningen bijkomen. Verder biedt het akkoord ruimte voor de bouw van 740 woningen in Edam-Volendam en 35 op Marken. Informatie: Maaike Alles, 023-514 4195,
[email protected]
Verbetering bereikbaarheid
Eind vorig jaar is tevens overeenstemming bereikt over het verbeteren van de bereikbaarheid. Dit is gebeurd in het kader van het project ‘Bereikbaarheid Waterland’. De bestuurders hebben ervoor gekozen bestaande wegen en busbanen te optimaliseren. Dit maakt een structurele verbetering van de doorstroming mogelijk en zorgt voor betrouwbaardere reistijden. Een fiks aantal van de maatregelen worden in 2011 en 2012 uitgevoerd.
Metropool Journaal 1-2011 • 4
Het Metropool Journaal, de digitale nieuwsbrief en de website van de Metropoolregio Amsterdam worden over het algemeen goed gewaardeerd. Dat blijkt uit het onderzoek naar de communicatie middelen dat de dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam (O+S) in opdracht van de Metropool Amsterdam heeft gedaan. Er is een duidelijke voorkeur voor digitale informatie, maar de papieren versie van het Metropool Journaal kan nog steeds op belangstelling rekenen. De middelenmix als geheel – dus de combinatie van papier, digitaal en website - blijkt prima te werken. Er is geen aanleiding voor ingrijpende wijzigingen. Wel mag er meer onderscheid komen in de formule van de verschillende middelen. Uit het onderzoek komt ook een aantal suggesties voor verbeteringen naar voren. De vormgeving van het blad kan beter, de toon mag wat kritischer en er is behoefte aan informatie over verbanden tussen impulsen, kritische reflectie, informatie over knelpunten en risico’s, samenwerking met het rijk en vergelijking met andere regio’s. Netwerkbijeenkomsten worden gewaardeerd. Ook blijkt er behoefte aan gemakkelijk te vinden contactgegevens van mensen in het metropoolnetwerk. Met de suggesties gaat het communicatieteam van de metropoolregio aan de slag. Deelnemers aan het onderzoek worden hartelijk bedankt voor de genomen moeite. Informatie: Guus Knibbeler, 020-552 7790,
[email protected]
Meer eenheid in Merengebied Het Hollandse Merengebied ontwikkelen tot één samenhangend watergebied levert een flinke versterking op van de waterrecreatie. Voorwaarde is dat betrokkenen de handen ineenslaan.
Het Hollandse Merengebied omvat de Loosdrechtse Plassen, de Westeinder plassen, het Braassemermeer, de Nieuwkoopsche Plassen, de Vinkeveense Plassen en de Kager Plassen. Al die plassen worden met elkaar verbonden door vaarten en rivieren zoals de Vecht, Amstel en Drecht. De rust en de schoonheid van het landschap trekt jaarlijks veel waterrecreanten. Haalbaarheidsstudie
Uit een onlangs verschenen haalbaarheidsonderzoek blijkt dat er tal van mogelijkheden zijn om de recreatieve en toeristische functies te versterken. Met name het creëren van aantrekkelijke vaarroutes voor kano’s, motorboten en zeilboten biedt perspectief. Denk aan het regelen van een veilige oversteek over het Amsterdam Rijnkanaal, een betere afstemming van de brug- en sluisbediening en het realiseren van meer beweegbare of hogere bruggen. Waar mogelijk heeft het de voorkeur de verbeteringen te realiseren in combinatie met maatregelen op het gebied van infrastructuur, natuur en woningbouw. Tot slot
maakt de studie duidelijk dat het verstandig is om gezamenlijke marketing en promotie van de Hollandse Meren op te zetten.
uitwerking vindt begin mei plaats tijdens een symposium. Vervolgens vindt met de betrokken ondernemers en partners verdere uitwerking plaats.
Vervolgstap
Het Programmabureau Groene Hart gaat nu op verzoek van de provincie Noord-Holland een gezamenlijk uitvoeringsprogramma opstellen. De in de studie ontwikkelde ‘projectenveloppen’ voor de verschillende deelgebieden bieden hiertoe de handvatten. Presentatie van een eerste
Informatie: Jacqueline Bouwmans, 023-5144059,
[email protected] De haalbaarheidsstudie is te downloaden via www.metropoolregioamsterdam.nl, knop ‘Landschap’
R-net komt eraan! Snel, goed, betrouwbaar én herkenbaar openbaar vervoer dat goed op elkaar aansluit. Dat zijn de sleutelelementen van R-net. Al dit jaar gaan de eerste snelle buslijnen rijden in de Metropool regio Amsterdam volgens de nieuwe productformule. Al het snelle openbaar vervoer wordt de komende jaren uitgerold onder de naam ‘R-net’. Dit betekent dat HOV-bus, sneltram, metro en trein een uniforme uitstraling krijgen. De omvorming van bestaand materieel tot een snel en eenduidig
netwerk moet reizigers verleiden vaker het openbaar vervoer te nemen. Vanaf 2011 wordt het R-net in de metropoolregio Amsterdam al zichtbaar op straat. Langs 11 lijndiensten zal de productformule van verschijnen voor de busvoertuigen, haltes en informatiesystemen. Het gaat om de verbindingen Zuidtangent, Zaancorridor, en Almere-Amsterdam. Deze lijnen voldoen al aan de belangrijkste eisen van het netwerk. Om richting reizigers ruchtbaarheid te geven aan de metamorfose wordt inmiddels gewerkt aan een plan voor de marketing en communicatie. Metropool Journaal 1-2011 • 5
Daarnaast is een Uitvoeringsprogramma 2020 voor R-net in de Metropoolregio Amsterdam in voorbereiding. Hierin worden de reeds gemaakte afspraken over investeringen gebundeld. Tot slot wordt de komende periode in kaart gebracht wat er moet gebeuren om daadwerkelijk bepaalde kansrijke knooppunten te ontwikkelen. Wordt vervolgd! Informatie: Kees Kapteijn, 023-5621630,
[email protected]
Van Media Park naar Media Valley De creatieve sector zit in de lift, zeker in de metropoolregio. Belangrijk in dit licht is dat het Hilversumse Media Park de ruimte krijgt om fors uit te breiden. Hierdoor staan nu alle lichten op groen om de metropoolregio te laten uitgroeien tot ‘mediaport’ van Europa. Wethouders Lon Jooren-van der Boor en Jan Rensen over een mijlpaal in de geschiedenis van het Media Park, dat in 2011 op de kop af vijftig jaar oud is.
BBC aapt concept na
Het omroepcomplex heeft nu al de grootste concentratie aan mediagerelateerde bedrijvigheid van Europa. Rensen (EZ/Media): “Alles zit hier bij elkaar en dat maakt ’t zo bijzonder. Omroepen, producenten, productiebedrijven, conceptontwikkelaars, webdesigners, noem haar op, en dat inspireert elkaar voortdurend. Dit is echt een unieke combinatie die nu de ruimte krijgt om zich verder te ontplooien.” Overigens gaat het niet alleen om het vergroten van het bedrijfsoppervlak. “Veel belangrijker is dat we een totaal nieuw concept uitrollen”, vertelt Jooren. “Het wordt voor de 6.000 mensen die hier werken en de vele bezoekers een sfeervol verblijfsgebied met allerlei faciliteiten. Naast de direct aan de omroepen gerelateerde bedrijvigheid komt er ruimte beschikbaar voor ondersteunende bedrijven, detailhandel en horeca. Eerdaags opent een kindercrèche haar deuren en verder komt er een supermarkt, een hotel
Foto: Margot Brakel
Het Media Park is en blijft het hart van de multimediale bedrijvigheid in ons land. “Gemeente, TCN en de belangrijkste omroepbedrijven NOS en NPO zijn het hier roerend over eens”, zegt wethouder Jooren (RO). «Samen met hen hebben wij gewerkt aan het uitbreidingsplan. Vervolgens heeft een grote meerderheid van onze gemeenteraad hier ja tegen gezegd.” De uitbreiding omvat in totaal zo’n 170.000 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak.“Die ruimte creëren we vooral door het slopen van oude gebouwen en een efficiëntere inrichting van het terrein. Verder gaan we de lucht in. Niet heel hoog, maar er komt een aantal gebouwen bij, iconen van 30 meter hoog. Die worden ook van afstand behoorlijk bepalend, zonder de omgeving kapot te maken. Samen met Beeld & Geluid vormen die straks ons visitekaartje.”
en nog veel meer. Dit betekent dat zaken doen op het Media Park steeds interessanter wordt omdat alles bij elkaar zit. Dat geeft een geheel nieuwe dynamiek en dat maakt deze uitbreiding zo sterk.” Geen loze woorden want de uitgekiende benadering is niet onopgemerkt gebleven: na een bezoek raakte de BBC razend enthousiast. Rensen: “Men was zo onder de indruk van onze unieke combinatie dat de eigenaar van het Media Park inmiddels de opdracht heeft gekregen om in Londen eenzelfde mix op te zetten. Jooren: “Het feit dat men ons gaat na-apen is wel het beste bewijs dat wij koploper zijn.” Krachten bundelen
Vraag die wel in de metropoolregio leeft is of het Hilversumse uitbreidingsplan geen wanhoopsdaad is om niet verder terrein te verliezen. Immers, ook in Almere en Amsterdam zijn de laatste jaren de nodige mediafaciliteiten gekomen. Niets is minder
opnamefaciliteiten is geclusterd. Hetzelfde geldt voor de aan de mediasector gelieerde bedrijven. Alles komt hier samen.” Belangrijk in dit licht is volgens Rensen dat er allerlei verbindingen plaatsvinden tussen de creatieve en mediale sector, bijvoorbeeld tussen jonge tv-makers en gamebouwers. “De crossmediasector is een van de snelst groeiende bedrijfstakken, daar zit echt muziek in. Door nog meer de krachten te bundelen kunnen we uitgroeien tot een in Europese context spraakmakende Media Valley.” Groeipotentie
Tijdens het gesprek met beide wethouders blijkt gaandeweg dat er op mediagebied in Hilversum veel meer gebeurt dan bij menigeen bekend is. Zo worden op het Media Park veel vertalingen, na-synchronisaties enzovoorts gemaakt van films en televisieseries voor de Europese markt. “Dankzij de goede luchtvaartverbindingen, de profes-
“De metropoolregio kan zich ontwikkelen tot wereldwijde doorvoerhaven voor digitale content” waar, benadrukt Rensen: “Silicon Valley in Californië heeft een nog grotere schaal dan onze metropool. De manier waarop we het in onze regio aanpakken werkt juist versterkend op elkaar. Ieder heeft zijn eigen niche. Vergeet ook niet dat de hele metropool profiteert van het feit dat op het Media Park het merendeel van de Metropool Journaal 1-2011 • 6
sionaliteit van de sector en de Nederlandse veeltaligheid weten Hollywood en Bollywood ons beiden hiervoor te vinden”, aldus Rensen. “Al die bewerkingen krijgen momenteel een digitaal vervolg, waaraan een gigantische industrie vastzit. De metropoolregio kan in dit marktsegment echt een hoofdrol gaan spelen. Het gaat er
in feite om de content van het ene bedrijf via een overslaghaven door te voeren naar allerlei andere uitleveringspunten. Bijvoorbeeld het uitzetten van een nieuwe bioscoopfilm naar 400 verdeelpunten in Europa, inclusief vertaling, ondertiteling, reclame en andere bewerkingen. Hierover zijn we met de Disney’s, Warner Brother’s etc. volop in gesprek. Wat Rotterdam is voor goederen en Schiphol voor personen kan de metropoolregio worden voor de digitale content: de Dutch Media Hub. Maar let wel, dat willen Londen en Barcelona ook, dus het is zaak als metropoolregio heel alert te opereren willen we deze kans binnenhalen.” Des te meer steekt het beide wethouders dat de mediasector als onderdeel van de creatieve industrie bij het Rijk is ondergebracht bij het ministerie van OCW. Jooren: “Hierdoor dreigen we kansen te missen.
Media is tegenwoordig veel en veel breder dan louter de C van cultuur. De sector is zo’n economisch fenomeen geworden dat deze gewoon onder EL&I thuishoort. Dat biedt allerlei voordelen, met name omdat de sector dan beter is aangehaakt op Brussel en op het buitenlands beleid.” Bereikbaarheidsplan
Apart aandachtspunt vormt de bereikbaarheid, waarover de afgelopen jaren veel is geklaagd, niet in de laatste plaats via de ether. Hier wordt aangewerkt, meldt Jooren: “Met ons Integrale Bereikbaarheids Plan maken we goede voortgang met het oplossen van de belangrijkste knelpunten voor het autoverkeer. Ook zijn we sinds kort weer bereikbaar met intercitytreinen.” Om de herkenbaarheid van de uitstapplaats te vergroten krijgt het station Hilversum Noord een nieuwe naam: Hilversum Media Park. «Bij Hilversum Noord hebben de
Crisis en woningmarkt
mensen de neiging niet uit te stappen», laat Jooren droogjes weten. “Verder komt er vanaf het station een brug over de drukke Mies Bouwmanboulevard letterlijk het Media Park in. En vergeet niet dat Hilversum echt een mediastad is. De bedrijven zitten overal in onze gemeente, en toch dicht bij elkaar. Wij zijn in feite een dorp met stadsfaciliteiten. Alles kan hier op de fiets.”
www.mediastad.nl
Naast de mediaprofessionals komen er iedere dag vele bezoekers voor audities, tv-opnames en Beeld en Geluid naar mediastad Hilversum. Voor beiden bundelt de website ‹www.mediastad.nl› informatie over werken en studeren in de media in Hilversum.
De Metropoolregio Amsterdam heeft met het rijk afgesproken om tot 2020 100.000 woningen te bouwen. De crisis zorgde echter voor een valse start.
Illustratie: cartoon ‘bouwmarkt’ Tom Janssen
Als reactie op de economische crisis hebben ontwikkelaars en corporaties minder woningen in productie genomen. Hierdoor klinken er de laatste tijd herhaaldelijk geluiden op om de 100.000-ambitie ter discussie te stellen. Dat is een onjuiste conclusie. Door de economische crisis is het bouwvolume weliswaar ingezakt, maar de opgave voor de lange termijn verandert niet: de Amsterdamse metropool is en blijft de groeiregio van ons land. Kortom, de ambitie blijft staan, maar zal later worden gerealiseerd. Als de bouw straks weer aantrekt is de opgelopen achterstand immers zo groot dat die niet meer voor 2020 valt in te halen. Vanwege de huidige malaise op de woningmarkt zetten alle metropoolgemeenten nu de tering naar de nering. Op 20 april vindt in metropoolverband bestuurlijk overleg plaats om de verstedelijkingsopgaven efficiënt en effectief op elkaar af te stemmen. Anton Smets, ambtelijke kerngroep Verstedelijking, 0320-265510,
[email protected] Metropool Journaal 1-2011 • 7
Dubbele groene stap
Foto: Dasha Elfring
Provincie en gemeenten gaan intensief samenwerken om het groene karakter aan weerszijden van Haarlem te versterken. Voor zowel de Binnenduinrand als de rijksbufferzone Amsterdam-Haarlem is hiertoe een intentieverklaring ondertekend.
De Binnenduinrand ligt tussen de zee en de ringvaart (Haarlemmermeer) en loopt van de grens met Zuid-Holland tot het Noordzeekanaal. De rijksbufferzone is het gebied tussen Velsen, Haarlem, Hoofddorp, Schiphol, Amsterdam en Noordzeekanaal. De stedelijke druk op beide gebieden is groot. Tegelijkertijd zijn beide groene longen belangrijk om de metropoolregio aantrekkelijk te houden. Niet alleen voor bewoners, maar ook als vestigingsfactor voor bedrijven. Ontwikkelstrategieën
De onlangs ondertekende intentieverklaring maakt duidelijk dat de betrokken overheden serieus werk gaan maken van het versterken van de groene potentie van beide gebieden. Handtekeningen zijn gezet door de bestuurders van de provincie Noord-Holland en de gemeenten Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Velsen, Zandvoort, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Amsterdam en Haarlemmermeer. Onder aanvoering van de Haarlemse wethouder Rob van Doorn en gedeputeerde Rob Meerhof gaan de betrokken overheden nu als eerste stap samen met maatschappelijke organisaties en ondernemers ontwikkel strategieën opstellen.
Van Doorn benadrukte dat beide gebieden een impuls nodig hebben om hun groene toekomst veilig te stellen. De wethouder noemde de intentieverklaring in dit licht een belangrijk vehikel om waar te maken waar in feite al jaren over wordt gepraat. “Regelmatig hebben we aangegeven meer kleur te willen geven aan het wat bleker karakter van binnenduinrand en bufferzone. Met het zetten van onze handtekeningen geven wij aan vanaf nu één lijn te trekken. Samen gaan we nu voor de lange termijn plannen opstellen om de gebieden meer gezicht te geven en het ecologische gehalte te versterken.” Meerhof liet weten dat hiertoe nog dit jaar een visie wordt opgesteld, met als raamwerk de groenblauwe structuur. “Hierin geven we aan welke ontwikkelingen wel en welke niet wenselijk zijn. Het wordt namelijk steeds moeilijker om de toenemende ruimtevraag te weerstaan en verrommeling te voorkomen. Uitgangspunt is dat we de gebieden vrijwaren van verdere verstedelijking. Zodra de visies klaar zijn, zetten we de schouders onder het opstellen van een uitvoeringsprogramma met concrete projecten.”
Haarlem biedt in dit opzicht volgens Meerhof veel kansen. “Neem de ontwikkelingen rond Sugar City in Halfweg. Wat daar gebeurt is geen bedreiging, maar kan juist bijdragen aan wat wij voor ogen hebben. Denk aan de mogelijkheden van fietsverhuur, horeca en het beter bereikbaar maken van het gebied per spoor dankzij het nieuwe station.” Nu financiële middelen vanuit het rijk onzeker zijn, is het volgens hem sowieso verstandig om ontwikkeling in het landschap in economisch perspectief te plaatsen. “Dat past ook in de opvatting dat onze metropolitane landschappen een vestigingsfactor zijn. Laten we dat zichtbaar maken. Dat helpt wellicht ook bij het aantrekken van private partijen om hierin te investeren. Met alleen publiek geld voor ontwikkeling en beheer komen we er niet. Heldere ontwikkelingsplannen kunnen bijdragen aan het verwerven van fondsen.” Planning
Een projectorganisatie gaat aan de slag met het uitvoeren van de gezamenlijke afspraken. Bedoeling is om aan de hand van uitvoeringsprogramma’s en gebiedsakkoorden daadwerkelijk werk te maken van de nu uitgesproken intenties.
Niet op slot
De gedeputeerde benadrukte dat een en ander niet betekent dat de gebieden op slot gaan. Integendeel. “Waar mogelijk gaan we de recreatieve mogelijkheden versterken. Dit betekent ook dat ondernemers met goede ideeën de ruimte krijgen, mits zij dit op verantwoorde wijze willen doen.” Met name de bufferzone AmsterdamMetropool Journaal 1-2011 • 8
Informatie: Rutger van Oppenraaij,
[email protected] (Binnenduinrand) en Sara Schreuders,
[email protected] (Rijksbufferzone)
Schone routekaart nadert eindstreep De metropoolregio wil in 2040 onafhankelijk
B r o edp l aat s v oo r t o p ta l e n t “Het is de ambitie om in 2020 bij de top 7 van Europese financiële centra te behoren en in specifieke niches tot de top 10 positie in de wereld. Voor Amsterdam zie ik een rol weggelegd als broedplaats voor toptalent. Wel moeten we oppassen voor versnippering. Dit betekent dat de focus strakker moet.” Herman Dijkhuizen, voorzitter Raad van Bestuur KPMG & clustertrekker Financieel Zakelijke Dienstverlening
F o o d Va l l e y “Terecht staat Food & Flowers ook bij het kabinet in de belangstelling. Onze exportwaarde is enorm en de sector is volop in beweging. Aan de andere kant is er in de metropoolregio nog geen sprake van een Flower of Food Valley. Maar wat niet is kan komen.”
zijn van fossiele brandstoffen. De contouren van de route om dit voor elkaar te krijgen staan inmiddels op papier. Momenteel legt de werkgroep Duurzaamheid van de metropoolregio de laatste hand aan de ‘Routekaart verduurzaming energie huishouding’. Een vooruitblik.
Uit een recente workshop blijkt dat er veel positieve energie rond het thema is. Dat is ook hard nodig, want de ambitie om in 2040 onafhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen is niet gering. Als economische topregio van Nederland kent de regio een hoog energieverbruik. Uit een recent gemaakte inventarisatie blijkt dat huishoudens (26%) en zakelijke dienstverleners (29%) samen goed zijn voor ruim de helft van het energiegebruik. Op de derde plaatst staat vervoer (18%), direct gevolgd door de industrie (16%). De resterende 10% zijn voor rekening van land- en tuinbouw en niet-zakelijke dienstverlening. Tegenover al dat verbruik staat vooralsnog een beperkte productie van bijna 3% hernieuwbare energie. Ter illustratie: het landelijk gemiddelde bedraagt 3,9%. Kortom, het bewandelen van de routekaart betekent een forse opgave. Winstpakkers
Timo Huges, Algemeen Directeur van FloraHolland & clustertrekker Food & Flowers
A f l o p e n pat e n t e n “Ik ben blij dat de metropool Life Sciences als één van de speerpunten heeft gekozen. Met 9000 werknemers heeft de regio een fantastisch fundament om haar internationale positie op dit gebied te verstevigen. Alleen al het feit dat de komende drie jaar voor € 200 miljard aan patenten op medicijnen afloopt biedt enorme kansen.”
Kansen liggen naar verwachting met name in energiebesparing, het substantieel meer opwekken van duurzame energie en het verduurzamen van de mobiliteit. Van belang is ook het aanleggen van smart grids oftewel slimme elektriciteitsnetwerken. Deze netwerken bevatten allerlei innovatieve componenten en zijn geschikt
Wat voor deze speerpunten pleit is dat de metropoolregio voorlopers in huis heeft en met samenwerking op regionaal niveau winst te behalen is. Daarnaast ligt er een duidelijk economisch belang, met name voor bedrijven in de bouwsector. Investeren in schone energie loopt bovendien parallel met de ambitie om de metropool te ontwikkelen tot een innovatieve en op de toekomst voorbereide regio. Maar het economische belang ligt ook op een ander vlak, namelijk het gegeven dat de voorraden olie en gas opdrogen. Mede hierdoor gaan de brandstofprijzen naar verwachting aanzienlijk stijgen: alleen al de afgelopen tien jaar is al sprake van bijna een verdubbeling. Zelf energie opwekken betekent tot slot ook een vermindering van de afhankelijkheid van andere landen, waarvan een aantal zeer onstabiel is. Samenwerkingsprojecten
In de Routekaart worden alle kansen en mogelijkheden nog voor de zomer nader uitgewerkt. Belangrijk onderdeel van het document is een overzicht van concrete maatregelen op verschillende niveaus: dit vormt de basis om concrete voorstellen voor metropoolbrede projecten te formuleren. Als de kaart klaar is worden alle metropoolpartners uitgenodigd om tijdens een bijeenkomst de ideeën voor samenwerkingsprojecten verder te ontwikkelen. Informatie: Wilma van de Poll, 0320-265714,
[email protected]
Foto’s: Wim Salis
Bas van der Baan, Vice President Commerce Europe van Agendia & clustertrekker Life Sciences
voor tweewegverkeer van elektriciteit: zij koppelen opwekking en gebruik aan elkaar.
Metropool Journaal 1-2011 • 9
Structuurvisie Amsterdam heeft metropolitane inslag In de vroege ochtend van 17 februari 2011 heeft de gemeenteraad van Amsterdam de ‘Structuurvisie Amsterdam 2040,’ vastgesteld. De Metropoolregio Amsterdam is van grote betekenis voor het document. De stad is groter geworden dan haar grenzen. Ruimtelijke keuzes voor Amsterdam moeten altijd in samenhang met de omgeving worden gemaakt. Doelbewust is de uitsnede van de kaart van de structuurvisie opgeschaald naar een gebied dat een groot deel van de regio bestrijkt. Dit is een breuk met de kaartbeelden uit voorafgaande structuurplannen, waarin de gemeentegrens van Amsterdam het uitgangspunt was. Opbouw
‘Amsterdam ontwikkelt zich verder als kernstad van een internationaal concurrerende, duurzame, Europese metropool’. Zo luidt de centrale ambitie van de structuurvisie. De oorsprong ervan ligt in het ‘Ontwikkelingsbeeld 2040 voor de Metropoolregio Amsterdam’ van de gezamenlijke regiogemeenten. Het Ontwikkelingsbeeld bleek een solide
startblok voor de structuurvisie te zijn – van meet af aan gaf het snelheid en richting aan het maakproces. De regiogemeenten zijn voortdurend bij het proces betrokken. Dit leverde een schat aan informatie en inzichten op. Plus draagvlak voor het document.
het waterfront markeert de ontwikkeling van de stad in de richting van het IJ. Internationalisering van de zuidflank betreft tenslotte alle ontwikkelingen langs de infrastructuurbundel tussen Schiphol en Zuidoost, met de Zuidas als middelpunt.
De structuurvisie is opgebouwd rond zeven grote ruimtelijke opgaven, in steekwoorden: verdichten, transformeren, systeemsprong openbaar vervoer, opwaarderen openbare ruimte, recreatief gebruik groen en water, overgaan op duurzame energie en voorsorteren op de Olympische Spelen van 2028.
Voorbeelden
De opgaven worden op hun beurt voortgestuwd door vier grote ‘bewegingen’. Dit zijn robuuste ontwikkelingstrends die ‘door de oogharen’ kunnen worden waargenomen in grote delen van de stad en daarbuiten: Uitrol centrumgebied is het fenomeen dat het hoogstedelijke centrumgebied van Amsterdam steeds intensiever gebruikt wordt en dat het zich meer en meer uitbreidt. Verweving metropolitane landschap en stad weerspiegelt de steeds grotere wederzijdse afhankelijkheid van Amsterdam en haar ommeland. Herontdekking van
Zowel de grote opgaven als de grote bewegingen hebben alle een sterk metropolitane inslag. Een voorbeeld: Een regio die wil functioneren als metropool kan niet zonder snel, frequent en comfortabel openbaar vervoer op regionale schaal. In de structuurvisie hebben de belangrijkste opgaven op OV-gebied betrekking op de ‘systeemsprong’ die hier voor nodig is. Veel van de geprojecteerde lijnen liggen dan ook voor een groot buiten de gemeentegrenzen, zoals de regiotrein van Schiphol naar Almere, of de metro naar Amstelveen. En ander voorbeeld: Voor de verdichtingsen transformatieopgave wordt niet alleen gekeken naar de IJ-oevers, maar ook naar de oevers van de Zaan, in nauwe samenwerking met de gemeente Zaanstad. Troeven uitspelen
Het motto van de structuurvisie is ‘Economisch sterk en Duurzaam’. Amsterdam moet zich stevig positioneren in de veranderende economische wereldorde. Het behoud van welzijn en welvaart van de Amsterdammers staat voorop. De uitgangspunten lijken gunstig. De economie wordt steeds kennisintensiever en Amsterdam werkt als een magneet op de kenniswerkers waar deze economie het van moet hebben. Het heeft haar vrijzinnige imago, haar historische binnenstad, een rijkdom aan voorzieningen, een diverse en relatief jonge bevolking. Bovendien is de stad ingebed in een regio die een grote diversiteit biedt aan woonmilieus en groenblauwe landschappen.
Foto: Liesbeth Adema
Maar om deze troeven ook echt uit te spelen moet Amsterdam hard blijven werken aan de kwaliteit van het leefmilieu in de stad. Daarbij draait het vooral om duurzaamheid, in al zijn facetten. Voor een duurzame stad moeten we anticiperen op klimaatverandering. De lucht, de bodem en het water moeten schoner. De stad wordt groener, stiller en energiezuiniger gemaakt. Amsterdam gaat over op duurzame energiebronnen en de grond wordt intensiever gebruikt. Metropool Journaal 1-2011 • 10
Vervolg pag. 10
Economische ontwikkeling en duurzaamheid worden al lang niet meer als elkaars tegenpolen gezien, integendeel: ze komen steeds meer in elkaars verlengde te liggen. Schone lucht, karakteristieke panden en een mooie, groene openbare ruimte zijn allemaal aspecten waarmee de stad mensen en bedrijven aan zich kan binden. Investeren in duurzaamheid is daarmee investeren in de economie. Bevolkingsgroei
De metropoolregio, met nu 2,2 en in 2040 2,5 miljoen inwoners, heeft de schaal en diversiteit die nodig zijn om op internationaal niveau te kunnen blijven concurreren. Amsterdam wil zich toeleggen op haar specifieke taak als de centrale stad, de kernstad van de metropool: Amsterdam creëert het grootstedelijke milieu waar veel mensen en bedrijven zich willen vestigen.
Sinds anderhalf jaar kent de metropoolregio een Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen. Gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam maken meer en meer gebruik van de aangeboden diensten. Reden om er een echt projectbureau van te maken.
PlaBeKa, de Kamer van Koophandel Amsterdam, het Gewest Gooi en Vechtstreek en de Stadsregio Amsterdam. Ook verdient PHB aan opdrachten vanuit de metropoolgemeenten. Informatie: Joost Rutte, 020-2066688,
[email protected]
Pilotbureau Herstructurering Bedrijven terreinen (PHB) is een samenwerkings verband tussen de provincies Noord- Holland en Flevoland, het Rijk en de Stadsregio Amsterdam. Doel van de pilot, die officieel eind maart afloopt, is ervaring op doen met het bundelen van kennis en het versnellen van het opknappen van verouderde terreinen. Gaandeweg is een stevig team ontstaan dat gemeenten ondersteunt die zelf geen menskracht of kennis in huis hebben om werk te maken van herstructurering. Aangezien in toenemende mate een beroep op dit team wordt gedaan, is in PRES-verband besloten de huidige organisatievorm dit jaar te continueren. Bedoeling is om de herstruc tureringsactiviteiten op schaal van de Metropoolregio Amsterdam vanaf 1 april 2011 voort te zetten in een Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen. PHB wordt gefinancierd met gelden van het rijk, de provincie Noord-Holland,
Foto: PHB
Ook manifesteert zich in Amsterdam nadrukkelijk de internationale trend van bevolkingsgroei in stedelijke regio’s en –krimp op het platteland. Terwijl de woningmarkt op slot zit, blijft de vraag naar woningen in Amsterdam onverminderd zeer groot. De ambitie is om tot 2040 70.000 woningen aan de voorraad toe te voegen, 20.000 meer dan reeds in regioverband was afgesproken. Amsterdam rekent op 100.000 tot 150.000 inwoners erbij tot 2040.
Structureel werken aan herstructurering
Werk in uitvoering
De structuurvisie is geen blauwdruk maar moet verleiden en overtuigen. Ze moet een steun in de rug zijn voor concrete plannen en projecten. Maar ze moet ook voldoende ontwikkelingsvrijheid geven. Amsterdam is nooit af, de metropoolregio is nooit af. De Structuurvisie Amsterdam 2040 is vastgesteld, het eigenlijke werk begint nu pas.
Sterk economisch herstel De Metropoolregio Amsterdam heeft de
Informatie: Koos van Zanen, 020-5527872,
[email protected]
kredietcrisis relatief goed doorstaan: de krimp was kleiner dan in de rest van Nederland en het herstel sterker. Voor 2011 wordt zelfs al 3,4% groei verwacht.
Congres Over Morgen
Over de uitvoering van de structuurvisie organiseert Amsterdam op donderdag 21 april in Felix Meritis het congres Over Morgen. Informatie: www.amsterdam.nl/overmorgen.
In 2009 kromp het bruto regionaal product (brp) van de metropoolregio met 3,4%. Dit blijkt het onderzoeksrapport ‘Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2011’ van TNO enVU. In de Verkenningen 2011 zijn voor de eerste keer ook Gooi- en Metropool Journaal 1-2011 • 11
Vechtstreek en Lelystad opgenomen zodat de metropoolregio nu compleet in beeld is. Gelukkig groeide vorig jaar de economie alweer, naar verwachting met 2,9%. Die groei zet zich in 2011 versterkt door. De grootste toename in werkgelegenheid wordt in de Haarlemmermeer verwacht en hangt sterk samen met het herstel van de luchtvaart en groothandel. Informatie: www.amsterdaminbusiness.com
Winkelaanbod kan groeien maar niet overal
toenemen. Na 2020 is de uitbreidingsruimte gering. De bevolkingsgroei vlakt af, de vergrijzing slaat toe en internetverkoop zal een steeds groter deel van de markt beslaan. Na 2030 is er nagenoeg geen ruimte meer voor uitbreiding. Regionale verschillen
Foto: Wim Salis
Opmerkelijk is dat er binnen het metropoolgebied de mogelijkheden flink uiteenlopen. Met name in Amsterdam is de uitbreidingspotentie fors; circa 40 tot 50% van het totaal. In Zaanstreek, Waterland, IJmond en Lelystad is dit veel minder het geval; in plaats van uitbreiden van het winkeloppervlak zal hier eerder sprake zijn van opwaardering in combinatie met sanering, het ‘nieuw voor oud’-principe. De Metropoolregio Amsterdam heeft een groot draagvlak voor winkelvoorzieningen. Onderzoek toont aan dat er de komende jaren sprake is van flinke uitbreidingsruimte, maar wel met grote regionale verschillen. Aandachtspunt is dat er momenteel een te veel bestaat aan uitbreidingsplannen.
Bureau Stedelijke Planning bv heeft de beschikbare marktruimte voor detailhandel in de Metropoolregio Amsterdam in kaart gebracht. Dit is gebeurd voor zowel de regio als geheel als voor de deelregio’s en de grootste gemeenten. Uitgangspositie
Uit het onderzoek blijkt dat de komende decennia een aantal maatschappelijke ontwikkelingen de vraag naar winkelvastgoed beïnvloedt. Dit geldt met name de sterk groeiende rol van internet als aankoopkanaal. De verwachting is dat in 2020 ruim 2% van de inkopen via het internet plaatsvindt en in 2040 zelfs 5%. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de vraag naar winkelvastgoed. Een andere belangrijke trend is schaalvergroting in combinatie met schaalvergroving: de regio krijgt te maken met minder, maar wel gemiddeld grotere winkels en minder, maar grotere winkelgebieden. Niettemin is de uitgangspositie van de Metropoolregio Amsterdam voor de ontwikkeling van detailhandel beter dan in de rest van het land. De economische groeiverwachting is in de regio beduidend hoger dan elders, evenals de groei van het inwonertal. Bovendien is de leegstand lager dan gemiddeld, namelijk 4,0% tegenover 5,6%. Opmerkelijk is dat ook de winkeldichtheid zo’n 11% lager is dan landelijk, zowel qua
aantal als qua omvang van de winkels. Wel is de laatst jaren sprake van een beperkte inhaalslag: het totale detailhandelsaanbod in de metropoolregio is sinds 2003 met 17% toegenomen, tegenover 14% landelijk. Die groei was veel groter dan de groei van het bevolkingsdraagvlak in dezelfde periode (ruim 4%). Ontwikkelingsruimte
De onderzoekers hebben berekend dat tot 2020 in de Metropoolregio Amsterdam voor ca. 500.000 tot 650.000 m² winkelvloeroppervlak (wvo) uitbreidingsruimte is. Dit komt neer op een toename van de winkelvoorraad van circa 17%, gecorrigeerd voor de effecten van internet. Daarbij is nog geen rekening gehouden met een bepaald ambitieniveau. Evenmin is het effect meegenomen van het internationale toerisme dat naar verwachting blijft
Virtuele
Aandachtspunt is dat er op het niveau van de metropoolregio als geheel momenteel sprake is van een teveel van 80.000 tot 140.000 m² wvo aan harde detailhandelsplannen. Dit geldt voor het merendeel van de deelregio’s. Alleen in Amstelland/Amstelveen, de Gooi- en Vechtstreek, Haarlem en de Amsterdamse stadsdelen Centrum en Zuidoost is er meer marktruimte dan harde planvoorraad. De onderzoekers adviseren in gebieden met beperkte marktruimte zeer behoedzaam om te gaan met nieuwe winkellocaties. Hetzelfde geldt voor initiatieven die een functiesprong beogen. Solitaire ontwikkelingen dienen tot slot te worden ontmoedigd; deze hebben negatieve gevolgen voor de (auto)mobiliteit, terwijl synergie-effecten voor aanvullende winkelfuncties ontbreken.
Colofon Het Metropool Journaal wordt gemaakt in opdracht van de bestuurders van de Metropoolregio Amsterdam
s u cce s fabr i ek
Redactieraad:
“Amsterdam heeft de potentie om zich te ontwikkelen tot creatieve hoofdstad van Europa. Maar dit betekent wel dat we moeten doorpakken. Bijvoorbeeld door het opzetten van een virtuele succes fabriek voor ‘nieuwe helden’, waarbij ondernemers en organisaties met groeipotentie door ‘accelerators’ worden gescout, geselecteerd en grootgebracht.”
Eindredactie en productie:
Bas Verhart, CEO MediaRepublic & clustertrekker Creatieve Industrie Metropool Journaal 1-2011 • 12
Guus Knibbeler, Eliza Dijkema, Jan de Graaf, Joop van der Linden en Marjolein van Vossen De Graaf Communicatie Cartoon:
Tom Janssen Opmaak:
Irma Bannenberg, www.Co3.org Druk:
KDR Marcom Oplage:
2.500 exemplaren Redactieadres:
Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam Marjolein van Vossen Postbus 2758 1000 CT Amsterdam 020 – 552 58 55
[email protected] Website: www.metropoolregioamsterdam.nl