Nieuwe europese lijst beroepsziekten Het vertrouwen tussen bedrijfsartsen en huisartsen wordt langzaam groter. Dat stelt het onderzoek
‘Arbocuratieve samenwerking, een lopend vuurtje?’ Juist op tijd, want bedrijfsartsen hebben sinds 1 januari rechtstreekse verwijsbevoegdheid.
Om hierbij te helpen, ontwikkelde de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) een richtlijn en opende de beroepsvereniging een helpdesk waar bedrijfsartsen terechtkunnen met vragen.
Het onderzoek ‘Arbocuratieve samenwerking, een lopend vuurtje’, evalueert veertien regionale samenwerkingsprojecten tussen bedrijfsartsen en huisartsen. De projecten waren een initiatief van de beroepsverenigingen van bedrijfsartsen (NVAB) en huisartsen (LHV). In de projecten volgden bedrijfsartsen en huisartsen gezamenlijk nascholingscursussen en werkten zij samen bij het ontwikkelen van samenwerkingsprotocollen en communicatieformulieren.
Het onderzoek concludeert dat in de projecten het onderlinge vertrouwen tussen bedrijfs- en huisartsen is toegenomen. Ook is de onduidelijkheid bij de huisarts over de positie van de bedrijfsarts met ruim een kwart verminderd.
De feitelijke samenwerking tussen beide groepen nam (nog) niet toe en is nog onvoldoende, stelt het evaluatieonderzoek van TNO Arbeid, het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Klachten Bewegingsapparaat (AKB) en het Coronel Instituut. Zo informeert de bedrijfsarts nog te vaak niet als hij een patient verwijst.
Per 1 januari hebben bedrijfsartsen een rechtstreekse verwijsfunctie naar een medisch specialist of een andere zorgaanbieder.
Het gaat om verwijzingen binnen het reguliere medische circuit.
Verwijzingen voor behandelingen in het arbocuratieve circuit vallen niet onder de verwijsfunctie.
Om bedrijfsartsen te helpen bij een mogelijke verwijzing, heeft de NVAB een richtsnoer en zes hulpmiddelen ontworpen. Deze zijn als pdf-file te downloaden op de website van de NVAB. Ook heeft de beroepsvereniging een helpdesk ingericht voor ervaringen met en vragen over de verwijsfunctie (nvab.planet.nl).
Werkgeversorganisatie VNO-NCW en Vakcentrale FNV zitten elkaar in de haren over de vereenvoudiging van de Arbowet. Volgens de vakbond ‘is voor de werkgevers elke regel een te veel en dreigt door de VNO-NCW-voorstellen aantasting van het beschermingsniveau van werknemers’. VNONCW beticht de vakbond op haar beurt van ‘demagogie en verdraaiing van feiten’.
Aanleiding tot het conflict is de nota ‘Derugelering en vereenvoudiging van arboregelgeving’ die VNO-NCW eind vorig jaar naar staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken stuurde. Volgens de werkgevers schiet de Arbowet met te veel en tegenstrijdige regels zijn doel voorbij. Bovendien, zo stellen zij, kent Nederland onnodig strengere regels dan de rest van Europa en wordt daardoor de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven geschaad. VNO-NCW bepleit in de nota een aanmerkelijke versimpeling door het afschaffen van regels.
De Vakcentrale FNV reageert fel in een brief aan de arbo-woordvoerders in de Tweede Kamer. Ze waarschuwt voor een aantasting van het beschermingsniveau van werknemers.
FNV-beleidsmedewerker Erik Pentenga: ‘De hele teneur van de VNO-NCW-nota is dat elke regel op arbowetgeving er een te veel is. Alles boven het Europese minimum aan arboregels moet van tafel. Maar Nederland hanteert voor een groot deel al het Europees minimum.’
Volgens de vakcentrale wijzen de werkgevers in de nota ook op tegenstrijdige regels. Pentenga: ‘En dan komen voorbeelden die al tien jaar ten onrechte rondzingen, zoals de gladde vloeren die binnen de horeca om hygienische redenen moeten maar vanuit de Arbowet niet zouden mogen. Dat probleem is allang in de Kamer opgelost door de Arbowet op dit punt ondergeschikt te maken.’ De Vakcentrale zegt best bereid te zijn oplossingen te zoeken voor eventuele tegenstrijdige regels. ‘Maar VNO-NCW lost het gewoon op door de regels af te schaffen. Dat is al te gemakkelijk’, aldus Pentenga.
Bob Koning, secretaris Arbeidsomstandigheden van VNO-NCW, beticht de vakcentrale van ‘demagogie’.
De werkgevers zijn erg geschrokken van de FNV-reactie, zegt hij. Koning: ‘Het is demagogisch reageren met verdraaiing van feiten. Formeel gelden de Europese richtlijnen als minimumnormen, dat klopt. Maar het is misleidend om het zo te stellen, want Nederland doet daar in veel gevallen nog een schepje regels bovenop.
Wij vinden dat het Europese minimum hooguit als maximum moet gelden.’
Anders dan de Vakcentrale wil VNO-NCW dit jaar niet alleen een evaluatie van de gewijzigde Arbowet 1998, maar van de gehele Arbowet. Bob Koning: ‘We willen een
redelijk beschermingsniveau handhaven op Europees niveau.
Hier en daar betekent dat misschien minder beschermende maatregelen.’
De timmerindustrie en aannemingsbedrijven mogen per 1 maart 2004 voor het aanbrengen van een eerste deklaag (coaten) geen verf meer gebruiken met een hoog gehalte vluchtige oplosmiddelen. De bedrijven moeten producten op waterbasis of met minder oplosmiddelen (150 gram vluchtige organische stoffen per liter) gaan gebruiken.
In de timmerindustrie gaat het om zo’n 650 bedrijven, terwijl er ongeveer 500 aannemingsbedrijven geveltimmerwerk maken. In de sector werken bijna 14.000 mensen.
De schadelijke oplosmiddelen komen vooral vrij bij het aanbrengen van een deklaag op nieuw geveltimmerwerk, zoals ramen en kozijnen. Ook aannemingsbedrijven die af en toe dit werk doen, mogen de foute verf niet meer gebruiken.
Van alle werknemers werkt 15 procent in hinderlijke gassen en dampen, 10 procent in stof en 10 procent met huidirriterende middelen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de jaren 2000/2002.
Vooral werknemers van autobedrijven (carrosseriewerkzaamheden en reparatie) staan veel tussen hinderlijke gassen en dampen van oplosmiddelen en uitlaatgassen.
Ook schilders, glaszetters en vuilnismannen scoren hoog in deze categorie.
Stof komt veel voor in de bouw.
Zo werkt driekwart van de stukadoors in een stoffige omgeving.
Ook bij het mengen van bouwbeton en bij metselen en voegen werken mensen vaak in een stoffige omgeving.
In de kappersbranche en de gezondheidszorg wordt veel gewerkt met huidirriterende middelen.
Werknemers die veel met dieren of biologisch afval (etensresten en groente- en fruitafval) werken, staan bloot aan bacterien, schimmels en virussen.
MKB Nederland heeft enthousiast gereageerd op de voorstellen van minister De Geus van Sociale Zaken voor een soepeler Arbeidstijdenwet.
Vakbond CNV betitelt de plannen daarentegen als ‘een sanering’.
Volgens de kleine werkgevers verenigd in MKB Nederland zijn meer ruimte en flexibiliteit in de werktijden goed voor de arbeidsproductiviteit.
‘Door de voorstellen is meer maatwerk mogelijk in de wensen van werkgever en werknemer’, aldus MKB Nederland.
Vakbond CNV spreekt van een ‘sanering’. ‘Hier wordt de ondergrens gezocht, zoals die door Europa is vastgesteld. Het is niet de bedoeling van de Europese regels, dat landen die al verder zijn hun regelgeving aanpassen aan deze ondergrens’, reageert voorzitter D. Terpstra op de voorstellen.
De Geus wil in een vereenvoudigde Arbeidstijdenwet alleen nog grote lijnen vastleggen. Hij bepleit een maximumarbeidstijd van twaalf uur per dag en zestig uur per week. Een nachtdienst mag straks maximaal tien uur bedragen.
Aanvullende regels over de rusttijd na een of meer nachtdiensten, het maximumaantal nachtdiensten in een bepaalde periode en het maximumaantal achtereenvolgende nachtdiensten komen te vervallen, evenals regels over overwerk.
De wet moet volgens de minister ‘niet meer beperkingen opleggen en regels bevatten dan voor de bescherming van de veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemer noodzakelijk is’. De voorstellen maken deel uit van het Actieplan ‘Vereenvoudiging regelgeving SZW’.
Kleine bedrijven zonder werknemers in de WAO hebben recht op een lagere WAO-premie dan bedrijven met arbeidsongeschikt personeel. Dat besliste de rechtbank in Breda in een zaak tussen uitkeringsinstantie UWV en het Tilburgse industriele bedrijf Brokx Schalken. Het UWV gaat tegen de uitspraak in hoger beroep.
Het lukt de vleessector niet om de website www.vleeswerktgezond.nl met informatie over het Arboconvenant Vlees de lucht in te krijgen. Daarom is er nu een tijdelijke, beperktere website www.arboconvenantvlees.
nl van start gegaan. Op deze site staan, naast actuele en achtergrondinformatie, ook
de producten en hulp(instrumenten) die in het kader van het convenant ontwikkeld zijn.
Om de werkhouding van tandartsen te verbeteren subsidieert het ministerie van Sociale Zaken het ontwerp van een nieuwe tandartsstoel. Andere gehonoreerde subsidieverzoeken zijn:
borstondersteuning voor chirurgen die lang in gebogen houding moeten opereren, een ergonomische boekenkast voor bibliotheekmedewerkers, een lichtgewicht sierpleister voor stukadoors en een geautomatiseerde ontbeenmachine voor varkensachterhammen.
De CoRRect Air Control van Acta Milieu- en veiligheidstechniek uit Zeewolde meet de verontreiniging in de bestuurderscabine van grond- en verzetmaterieel dat wordt ingezet bij de sanering van vervuilde bodems en (grond)-
water. De detector geeft aan wanneer het koolstoffilter, dat de buitenlucht zuivert voordat het in de cabine komt, verzadigd is met koolwaterstoffen en meet de overdruk in de cabine.
Jaarlijks zijn in Nederland 150.000 werknemers betrokken bij een bedrijfsongeval.
Vooral (jonge) mannen in lagere technische beroepen lopen risico, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De meeste ongelukken (6,7 procent) gebeuren in de lagere technische metaalkunde. Het gaat om beroepen als constructiebankwerker of plaatwerker. Maar ook slagers en fijnbankwerkers zijn vaker betrokken bij een bedrijfsongeval.
Het gaat veelal om lichtere verwondingen, zoals open wonden of snijwonden. Van de betrokken werknemers gaat 36 procent meteen weer aan de slag. Van de overige slachtoffers blijft een kwart langer dan een maand thuis, een vijfde tussen twee en vier weken, en bijna de helft is binnen twee weken alweer aan de slag.
De Brancheorganisatie Arbodiensten (BOA) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) leveren binnenkort in een Nationale Verzuimstatistiek gedetailleerde informatie over het verzuim in Nederland.
Volgens de samenwerkende instellingen blijkt uit een pilot dat het mogelijk is betrouwbare verzuimtabellen te maken met persoonskenmerken als geslacht, leeftijd, etniciteit, geografische kenmerken, inkomenskenmerken en bedrijfskenmerken.
De Nationale Verzuimstatistiek biedt bedrijven en instellingen volgens de BOA straks voor het eerst de mogelijkheid zich goed te vergelijken met andere organisaties.
De overheid krijgt inzicht in de landelijke ontwikkelingen van het verzuim. Ook bij de uitvoering van arboconvenanten is volgens de BOA behoefte aan meer gedetailleerde informatie over verzuim.
De Nationale Verzuimstatistiek komt tot stand door de verzuimbestanden van arbodiensten te koppelen aan bestanden van onder meer uitvoeringsorganisatie UWV en de Gemeentelijke Basisadministratie en andere werknemersbronnen van het CBS, zoals de Enquete Werkgelegenheid en Lonen (EWL).
Zes grote arbodiensten leveren inmiddels verzuiminformatie aan over 80 procent van de werknemers.
Met andere arbodiensten is nog overleg gaande over deelname aan de Nationale Verzuimstatistiek.
De nieuwe statistiek is straks te raadplegen via Statline, de elektronische databank van CBS op internet.
De BOA werkt ook aan een ‘verzuimmeter’.
Door het invullen van gegevens uit de Verzuimstatistiek kunnen bedrijven zelf via internet berekenen hoe hun verzuimpercentage zich verhoudt tot vergelijkbare bedrijven en zonodig hun arbodienst om tekst en uitleg vragen.
Private verzekeraars gaan vrijwel zeker vanaf 2006 de uitkeringsregeling en reintegratie van gedeeltelijk arbeidsgeschikten uitvoeren.
Minister De Geus van Sociale Zaken heeft verzekeraars gevraagd onder welke voorwaarden zij dit willen en kunnen doen.
De Geus heeft de verzekeraars een rol toebedeeld in het voorlopig kader van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA). Dit is een van de onderdelen van het beoogde nieuwe WAO-stelsel dat het kabinet per 1 januari 2006 wil invoeren.
De regeling geldt voor werknemers die voor minstens 35 procent, maar niet volledig en
duurzaam arbeidsongeschikt zijn.
Het kabinet wil dat private verzekeraars voor een periode van vijf jaar de uitkeringen verzorgen van werknemers die na twee jaar ziekte gedeeltelijk arbeidsgeschikt worden verklaard. Daarnaast worden zij verantwoordelijk voor de reintegratie van deze werknemers.
Werkgevers moeten hierover, met instemming van de ondernemingsraad, een contract met verzekeraars afsluiten.
Bij het ‘Meldpunt tegenstrijdige regels’ zijn vorig jaar achthonderd knelpunten aangemeld. Werkgeversorganisatie VNO-NCW bepleit een kabinetsbrede aanpak van tegenstrijdige regels.
Ondernemers konden vanaf mei vorig jaar hun ervaringen met strijdige regels of onlogische regels kwijt op ‘www.strijdigeregels.nl.
Een kwart (26 procent) van de meldingen kwam vanuit de horeca.
Ook de sectoren bouw, detailhandel, voedsel, metaal, chemie en recreatie meldden veel onlogica.
De meldingen gingen over tegenstrijdige regels en eisen op het gebied van arbeidsomstandigheden, brandveiligheid, voedselveiligheid, milieu- en natuurbeheer, bouw en ruimtelijke ordening.
Staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken) heeft vijf sectorgerichte werkgroepen ingesteld.
Die gaan kijken naar mogelijke oplossingen voor de knelpunten en wat daarvoor nodig is.
De Universitair Medische Centra en Academische Ziekenhuizen hebben een arboplusconvenant afgesloten over vermindering van de lichamelijke en psychische belasting.
Het ziekteverzuim in de sector moet hierdoor met 3 procent dalen.
Het arboplusconvenant is een vervolg op het onlangs afgelopen convenant voor de Academische Ziekenhuizen. In de nieuwe afspraken ligt de nadruk op het verminderen van het ziekteverzuim en de WAO-instroom.
Als onderdeel van het arboplusconvenant komen er meer coaches die medewerkers kunnen trainen en adviseren over vermindering van lichamelijke en psychische belasting.
Ook krijgen tienduizenden medewerkers een cursus om beter om te gaan met arbeidsrisico’s als RSI of geweld op de werkvloer.
Met het nieuwe plusconvenant voor de 50.000 medewerkers is ruim vijf miljoen euro gemoeid.
Binnen het eerdere convenant werden al 180 coaches opgeleid die 3500 verpleegkundigen trainden in het verminderen van de lichamelijke belasting. Over psychische belasting werden trainingen ontwikkeld. Om RSI te bestrijden werd pauzesoftware geinstalleerd en volgden 1200 medewerkers een RSI-training.
Ook kregen medewerkers voorlichting over gevaarlijke stoffen zoals cytostatica.
Werknemers van sociale werkplaatsen hebben drie keer zoveel kans op een ongeval als andere werknemers. De Arbeidsinspectie gaat daarom komend jaar extra controleren op de veiligheid van machines in sociale werkplaatsen.
Ook de kwaliteit van toezicht en instructie wordt onder de loep genomen.
Dit staat in het Jaarplan 2004 van de Arbeidsinspectie.
De inspectie gaat daarnaast de arbeidsomstandigheden in de industrie intensief controleren.
Binnen de industrie, de belangrijkste ‘leverancier’ van arbeidsongeschikten, zijn controles gepland van de werkomstandigheden op tankschepen. Lassen, branden en snijden vormen een extra risico op deze schepen.
Ook de hulpverlening bij ongevallen krijgt in 2004 speciale aandacht. De dienst bekijkt of ambulancepersoneel, politie en brandweerlieden voldoende beschermd zijn tegen risico’s als aangereden worden door verkeer of in aanraking komen met gevaarlijke stoffen. Ook de impact van traumatische ervaringen wordt bekeken.
Bij water- en energiebedrijven wordt vanwege de vele fusies en overnames op werkdruk geinspecteerd.
Verder heeft de Arbeidsinspectie dit jaar vooral oog voor het gevaar van knellen, pletten en snijden door onveilige machines in de industrie. In de bouw is er speciale aandacht voor de lichamelijke belasting van metselaars.
Ook in andere sectoren veel aandacht voor zwaar tillen. Zo kunnen ook de bagageafhandeling op vliegvelden en de afvalverwerking een bezoek verwachten van de AI.
Werkgevers zijn nog altijd huiverig om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Een website (www.eerstehulpbijwerk.nl), helpdesk (0800-1151) en informatietelefoon moeten de beeldvorming over en de arbeidsmarktpositie van arbeidsgehandicapten verbeteren.
Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de diensten in gebruik gesteld.
De website is een initiatief van de Commissie Het Werkend Perspectief, die als doel heeft te stimuleren dat arbeidsgehandicapten en chronisch zieken (weer) aan het werk gaan of blijven.
In een onderzoek van de commissie (‘Onbekend maakt onbemind’) denken ondervraagden dat arbeidsgehandicapten vaker ziek en minder productief zijn dan gezonde werknemers. Toch vinden leidinggevenden dat ze meer zouden moeten doen voor deze groep.
Door de negatieve beeldvorming vinden arbeidsgehandicapten minder makkelijk een baan. Leidinggevenden blijken slecht op de hoogte van de verschillende subsidieregelingen die het aantrekkelijk maken om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen.
Op 1 december 2003 trad de Wet gelijke behandeling gehandicapten en chronisch zieken in werking.
Het kabinet hoopt dat ook hierdoor de positie van arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt verbetert.
Garages en schadeherstelbedrijven hebben in een arboconvenant afspraken gemaakt over het verminderen van zwaar lichamelijk werk, lawaai, werkdruk en het gebruik van oplosmiddelen in de branche.
Het aantal werknemers dat regelmatig meer dan 25 kilo tilt, moet in 2,5 jaar omlaag van 15 naar 8 procent. Het aantal werknemers dat lichamelijk zwaar werk doet, moet dalen van 23 tot 12 procent.
Ook de blootstelling aan lawaai wordt aangepakt. Autoschadeherstellers mogen in 2009 maximaal 80 decibel op de oren krijgen (nu:88-91 decibel); ‘voorbewerkers’ mogen in 2006 maximaal aan 80 decibel worden blootgesteld (nu 84-85 decibel). Het lawaai kan bijvoorbeeld omlaag door het aanbrengen van geluidsabsorberende voorzieningen.
De branche maakte ook algemene afspraken over arbeidsomstandigheden.
Zo stellen alle bedrijven arboconsulenten of arbocoordinatoren aan die voor collega’s als vraagbaak kunnen optreden.
De maatregelen in het arboconvenant voor de mobiliteitsbranche waarin 115.000 werknemers in 14.000 bedrijven werken, kosten ruim 1,6 miljoen euro.
Keuringsartsen krijgen straks meer ruimte om te bepalen wanneer zij iemand oproepen voor een herbeoordeling. Minister De Geus van Sociale Zaken wil met dit doel de wet aanpassen.
Momenteel geldt een wettelijke herbeoordeling binnen een jaar na toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering en vervolgens een keer per vijf jaar. Door deze wettelijke verplichting af te schaffen, kunnen arbeidsongeschikte werknemers meer gericht opnieuw worden beoordeeld. Op die manier kunnen mensen die het meest kans maken op de arbeidsmarkt, voorrang krijgen bij herbeoordelingen, hoopt De Geus. Een beslissing over de wijze van herbeoordelen wordt genomen na het voorliggende SERadvies over het arbeidsongeschiktheidscriterium.
Keuringsartsen verwachten dat na invoering van de nieuwe WAO-criteria in 2006 de WAOinstroom fors zal dalen tot 3.600 personen.
Alleen zo’n 13.000 volledig arbeidsongeschikten krijgen dan nog een WAO-uitkering, verwacht het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
Werknemers zijn vaak teleurgesteld over hun nieuwe baan.
Zij hebben veelal hoge verwachtingen over promotiekansen, salaris en werksfeer die in de praktijk niet uitkomen. Volgens arbeids- en organisatiepsycholoog Neil Anderson
kunnen nieuwkomers teleurstellingen voorkomen als zij meer realistische verwachtingen koesteren over termen als ‘openheid’, ‘ontplooiingskansen’, en ‘ontwikkeling’ in vacatures.
De NVAB, de beroepsvereniging voor bedrijfsartsen, heeft een richtlijn opgesteld voor de bedrijfsarts waarin staat hoe te handelen bij werknemers met astma of COPD (longemfyseem of chronische bronchitis). De richtlijn ondersteunt de artsen om diagnostiek, reintegratie en individuele preventie bij werknemers met astma of COPD te verbeteren.
Veel dierenartsen overtreden de Kernenergiewet. Bij een controle door de Arbeidsinspectie bleek vorig jaar dat 112 van de 175 dierenartspraktijken illegaal beschikten over rontgenapparatuur of geen goede vergunning hadden. De apparaten worden slecht onderhouden en er wordt onvoldoende gewaarschuwd voor mogelijke blootstelling aan ioniserende straling. De AI constateerde in totaal 406 overtredingen.
NEN, het Nederlands Normalisatie-Instituut, heeft in NENbundel 10 – Tekeningen in de bouw een selectie gemaakt van 41 nieuwe Europese en internationale normen voor tekeningen in de bouw. De bundel moet het gebruik van de normen vergemakkelijken en is handig voor iedereen die te maken heeft met tekenwerk in de bouw.