Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page I
Assur
I
Juli 2005
VIJFDE RICHTLIJN : NIEUWE EUROPESE REGELS OVER AUTOVERZEKERINGEN
Inleiding : een aanpassing van de vier vorige richtlijnen
II
Eerste richtlijn (72/166/EEG): - Nieuwe definities (met geconsolideerde tekst)
III
Tweede richtlijn (84/5/EEG): - Actualisering van de minimumgaranties (met geconsolideerde tekst) - Richtlijn 88/357/EEG: bijkantoren van verzekeraars kunnen vertegenwoordigers worden
Derde richtlijn (90/232/EEG): Een eerste aanzet naar zwakke weggebruikers? (met geconsolideerde tekst)
Vierde richtlijn (2000/26/EG): De wedergeboorte van Trans-PV (met geconsolideerde tekst)
TO THE POINT
VII
XI
XIV
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page II
nleiding II
Vijfde richtlijn: nieuwe Europese regels over autoverzekeringen Verkeersslachtoffers en bestuurders die vaak in het buitenland verblijven, gaan er op vooruit met nieuwe Europese regels over autoverzekeringen. Een betere opvang bij vluchtmisdrijf, het aanleggen van een bestand over verkeersongevallen om de schaderegeling te bespoedigen: deze maatregelen helpen de slachtoffers. Andere bepalingen helpen de verzekerden om zich vlotter in Europa te verplaatsen en beter in te spelen op de concurrentie onder verzekeraars. Dit extra-nummer van Assurinfo is gewijd aan het effect van de 5de Europese richtlijn, ook te lezen op de website (www.assuralia.be). De nieuwe richtlijn (verschenen in het Publicatieblad van 11 juni 2005) houdt voor de consument, de verzekeraars, juristen en advocaten een aantal nieuwigheden in. Een en ander moet tegen 2007 ook in Belgisch recht opgenomen zijn.
Nieuw is ook de vergoeding van materiële schade bij ongevallen met niet-geïdentificeerde voertuigen – bij voorbeeld vluchtmisdrijf - waarbij de slachtoffers “belangrijke” letsels oplopen. Tot op heden wordt bij ongevallen met onbekende aansprakelijke alleen de lichamelijke schade vergoed (via het Motorwaarborgfonds). Het recht van de klant om aan zijn verzekeraar een schadeattest te vragen met betrekking tot de laatste vijf jaar van een contract moet nog in de polissen worden opgenomen. Vandaag wordt in België dat schadeattest (de opvolger van het bonus-malusattest) pas aan de klant bezorgd als hij na opzegging van het contract op zoek gaat naar een nieuwe verzekeraar.
Snellere schaderegeling Voor de vijfde keer timmert Europa aan eigentijdse en betere regels omtrent de autoverzekering. 25 lidstaten, dat vergt enige harmonisering. Zo is het sluiten van een aansprakelijkheidsverzekering overal in de EU verplicht, kan je voor één en dezelfde premie zonder zorgen in de andere lidstaten rijden, en zijn er schikkingen getroffen ten gunste van de slachtoffers, meer bepaald voor wie in het buitenland wordt aangereden. De toenemende mobiliteit leidt immers tot meer ongevallen met vreemde voertuigen. In alle EU-landen moet de dekking van de lichamelijke schade minstens 1 miljoen euro per slachtoffer of 5 miljoen per schadegeval bedragen. De lidstaten kunnen kiezen tussen deze twee opties. Ook voor de materiële schade geldt een minimumdekking: 1 miljoen euro, ongeacht het aantal slachtoffers. Dat blijft een basispeil, maar het waarborgt een redelijke opvang als je op doorreis bent in een van de nieuwe lidstaten.
Juli 2005
Voortaan kunnen de slachtoffers na een ongeval in het buitenland ook een rechtszaak inspannen in het land waar zij wonen: een doorbraak op gerechtelijk vlak. Zo ook zal elke lidstaat ook binnen twee jaar een centraal bestand moeten hebben waar de slachtoffers, hun verzekeraars of hun advocaten terecht kunnen voor het opvragen - onder elektronische vorm – van de basisgegevens over het ongeval, zoals de PV’s. Dat komt een snellere vergoeding van de geleden schade ten goede, wat op zijn beurt afstraalt op het imago van de verzekeringen. Zo komt een oude wens van de Belgische verzekeraars dank zij Europa in vervulling.
Waar je ook rijdt De Europese wetgever stelt tenslotte duidelijk dat een autoverzekering geldig blijft ook wanneer het verzekerde voertuig voor de duur van een tijdelijk verblijf binnen de looptijd van de polis in een andere lidstaat rondrijdt.
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page III
o the Point III
Een aanpassing van de vier vorige richtlijnen
De titel van de 5e Richtlijn geeft het al aan, de Richtlijn 2005/14/EG van 11 mei 2005, verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie op 11 juni 2005, wijzigt de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en 90/232/EEG van de Raad alsook de Richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad.
Deze 5e Richtlijn toont nogmaals aan welk belang Europa hecht aan het lot van de slachtoffers en van de verzekerden betrokken in verkeersongevallen met internationaal karakter. Vandaar de noodzaak om de reeds bestaande Richtlijnen te actualiseren en te verbeteren.
Eerste richtlijn (72/166/EEG): nieuwe definities Grondgebied waar het voertuig gewoonlijk gestald is In 1972 bepaalde de Eerste Richtlijn (72/166/EEG) het grondgebied waar het voertuig gewoonlijk gestald is door te verwijzen naar de lidstaat waar het voertuig is geregistreerd. De Tweede Richtlijn heeft die verwijzing vervangen door de kentekenplaat die het voertuig draagt. De vijfde richtlijn verwijst nu naar de lidstaat waarvan het voertuig de kentekenplaat draagt, ongeacht of het een definitieve dan wel een tijdelijke plaat betreft. Zo is het gemakkelijker om aan een verzekeringsdekking te geraken voor voertuigen met een tijdelijke kentekenplaat. Het Belgisch recht voldoet al aan deze voorwaarde sinds het KB van 13 februari 1991 houdende de inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. In artikel 1 van het KB van 20 mei 1997 tot wijziging van het KB van 13 februari 1991, wordt artikel 1, b van dit laatste KB afgeschaft. Hier stond vermeld dat voertuigen voorzien van een tijdelijk kentekenplaat gewoonlijk in het buitenland gestald zijn. De Richtlijn uit 1972 bepaalt ook het grondgebied van de lidstaat waar het voertuig gewoonlijk gestald is in geval er geen kentekenplaat of een valse plaat aan het voertuig bevestigd is. Van die regel wordt nu ook afgeweken door te verwijzen naar het grondgebied waar het ongeval zich heeft voorgedaan. In het Belgisch recht is deze situatie gedekt
door de bepalingen van artikel 19bis-11, §1, 8° van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Controle op de verzekering van het voertuig De controle op de verzekering van de voertuigen die in de Richtlijn van 1972 enkel toegelaten werd door middel van steekproeven wordt vervangen door een niet-systematische controle, op voorwaarde dat deze niet discriminerend is en deel uitmaakt van een controle op andere aspecten dan de verzekering.
Vrijstelling tot verzekering De lidstaten kunnen afwijken van de algemene verplichting tot het afsluiten van een verzekering ten aanzien van publiekrechtelijke of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen. In dat geval dienen zij de nodige maatregelen te nemen met het oog op de verzekering van de schade die de voertuigen toebehorend aan de bedoelde personen veroorzaken op het grondgebied van een andere lidstaat. De nieuwe Richtlijn breidt deze toepassing uit naar de ongevallen veroorzaakt op het eigen grondgebied van de lidstaat. Tevens moet de Commissie in het bezit zijn van
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page IV
o the Point IV
een lijst met de van een verplichte verzekering vrijgestelde personen met vermelding van het organisme dat instaat voor de schadeloosstelling. In België wordt hiervan gebruik gemaakt overeenkomstig artikel 10 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. De vrijstelling tot de verplichte verzekering kan ook worden toegestaan aan bepaalde types van voertuigen of aan bepaalde voertuigen met een speciale kentekenplaat. In dat geval werd, bij binnenkomst van het voertuig in een lidstaat, een controle uitgevoerd op het bezit van een groene kaart of van een grensverzekering. Met de afschaffing van de grenscontroles is de bescherming van verkeersslachtoffers niet meer gewaarborgd. De 5e richtlijn past de tekst zo aan dat de lidstaten in deze gevallen de slachtoffers moeten behandelen op dezelfde wijze als deze die betrokken zijn bij ongevallen veroorzaakt door nietverzekerde voertuigen. Dit leidt dus tot een bijkomende vergoedingsopdracht voor het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds die zal moeten worden voorzien in artikel 19bis-11, §1.
Niet-Europees grondgebied Tot slot, mag, volgens artikel 299 van het Verdrag, voor de bepaling van de reikwijdte van de toepassing van de Richtlijnen niet meer verwezen worden naar het nietEuropese grondgebied van de lidstaten. In Belgisch recht stelt dit geen probleem vermits het KB van 13 februari 1991 houdende de inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen hiervan geen melding maakt.
Juli 2005
Geconsolideerde tekst van de Eerste Richtlijn (De wijzigingen en toevoegingen van de vijfde richtlijn zijn in vetjes gedrukt, de schrappingen doorstreept. De voetnoten staan op p. XX) Artikel 1 In de zin van deze richtlijn moet worden verstaan onder: 1.voertuigen : alle rij - of voertuigen die bestemd zijn om zich anders dan langs spoorstaven over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kunnen worden gedreven, alsmede al dan niet aan de rij - of voertuigen gekoppelde aanhangwagens en opleggers ; 2.benadeelden : zij die recht hebben op vergoeding van door voertuigen veroorzaakte schade ; 3.nationaal bureau van verzekeraars : de overeenkomstig aanbeveling nr. 5 van 25 januari 1949 van de subcommissie voor het wegvervoer van het Comité voor Binnenlands Vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties opgerichte beroepsorganisatie, waarbij verzekeringsondernemingen zijn aangesloten die in een Staat zijn toegelaten tot de uitoefening van de verzekeringsbranche "wettelijke aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen" ; 4.grondgebied waar het voertuig gewoonlijk is gestald: - het grondgebied van de Staat waarvan het voertuig een kentekenplaat draagt[1], ongeacht of het een permanente of een tijdelijke kentekenplaat betreft[2], of - indien voor een bepaald soort voertuigen geen registratie bestaat, maar dit voertuig een verzekeringsplaat of een met een kentekenplaat overeenkomend kenteken draagt , het grondgebied van de Staat waar deze plaat of dit kenteken zijn afgegeven , of - indien voor bepaalde typen voertuigen geen registratie, verzekeringsplaat of onderscheidingsteken bestaat , het grondgebied van de Staat waar de houder zijn woonplaats heeft ;
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page V
o the Point V
- in gevallen waarin voertuigen die geen kentekenplaat dragen of een kentekenplaat dragen die niet overeenkomt of niet langer overeenkomt met het voertuig, bij een ongeval betrokken zijn geweest, het grondgebied van de staat waar het ongeval heeft plaatsgevonden, met het oog op de afwikkeling van de vordering overeenkomstig artikel 2, lid 2, eerste streepje, van de onderhavige richtlijn of artikel 1, lid 4, van de Tweede Richtlijn 84/5/EEG van de Raad van 30 december 1983 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven.[3] 5.groene kaart: het internationaal motorrijtuigenverzekeringsbewijs, afgegeven namens een nationaal bureau overeenkomstig aanbeveling nr. 5 van 25 januari 1949 van de subcommissie voor het wegvervoer van het Comité voor Binnenlands Vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties. Artikel 2 1.De lidstaten zien ervan af controle uit te oefenen op de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid bij voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gestald en bij voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een derde land zijn gestald wanneer deze hun grondgebied binnenkomen vanuit het grondgebied van een andere lidstaat. Zij kunnen evenwel niet-systematische controles op de verzekering uitvoeren mits deze niet-discriminerend zijn en als onderdeel van een controle worden uitgevoerd die niet uitsluitend op de controle van de verzekering is gericht.[4] 2.Het bepaalde in deze richtlijn, uitgezonderd de artikelen 3 en 4, wordt ten aanzien van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een der lidstaten zijn gestald, van kracht : - nadat tussen de zes nationale bureaus van verzekeraars een overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij elk
nationaal bureau de afwikkeling van ongevallen waarborgt die zich op zijn grondgebied hebben voorgedaan en zijn veroorzaakt door deelneming aan het verkeer van al dan niet verzekerde voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gestald, overeenkomstig de eigen nationale wetgeving betreffende de verplichte verzekering ; - met ingang van de datum die de Commissie vaststelt nadat zij in nauwe samenwerking met de lidstaten zal hebben vastgesteld dat bovengenoemde overeenkomst tot stand is gekomen ; - voor de duur van deze overeenkomst . Artikel 3 1.Iedere lidstaat treft, onverminderd de toepassing van artikel 4, de nodige maatregelen opdat de wettelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de deelneming aan het verkeer van voertuigen die gewoonlijk op zijn grondgebied zijn gestald, door een verzekering is gedekt. De dekking van de schade alsmede de voorwaarden van deze verzekering worden in deze maatregelen vastgesteld. 2.Iedere lidstaat treft de nodige maatregelen opdat door de verzekeringsovereenkomst eveneens worden gedekt : - de schade die is veroorzaakt op het grondgebied van de andere lidstaten, overeenkomstig de in deze Staten geldende wettelijke regelingen, - de schade waarvan onderdanen van de lidstaten het slachtoffer kunnen zijn op het traject dat een rechtstreekse verbinding vormt tussen twee gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is, wanneer er geen nationaal bureau van verzekeraars bestaat voor dat traject. In dat geval wordt de schade gedekt overeenkomstig de nationale wetgeving inzake de verplichte verzekering die geldt in de lidstaat op het grondgebied waarvan het voertuig gewoonlijk is gestald.
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page VI
o the Point VI
Artikel 4 Iedere lidstaat kan afwijken van de bepalingen van artikel 3: a)ten aanzien van publiekrechtelijke of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen, van wie door deze Staat een lijst wordt opgemaakt, die aan de andere lidstaten en aan de Commissie wordt toegezonden. De lidstaat die aldus van artikel 3 afwijkt, neemt de nodige maatregelen ter verzekering van de schadeloosstelling van de schade veroorzaakt op zijn eigen grondgebied en op het grondgebied van de andere lidstaten door aan deze personen toebehorende voertuigen.[5] Deze Staat wijst met name de instantie of het lichaam aan in het land waar het ongeval heeft plaatsgevonden, die, of dat, overeenkomstig de wettelijke voorschriften van deze Staat, is belast met de schadeloosstelling van de benadeelden, in het geval dat de in artikel 2, lid 2, eerste streepje, bedoelde procedure niet van toepassing is. Hij zendt de Commissie de lijst van personen die zijn vrijgesteld van een verplichte verzekering, alsook van de autoriteiten of organen die verantwoordelijk zijn voor de schadeloosstelling. De Commissie publiceert de lijst.[6] b)ten aanzien van bepaalde typen voertuigen of bepaalde voertuigen met een speciale kentekenplaat, waarvan door deze Staat een lijst wordt opgemaakt, die aan de andere lidstaten en aan de Commissie wordt toegezonden. In dat geval dragen de lidstaten er zorg voor dat voertuigen als bedoeld in de eerste alinea van dit punt op dezelfde wijze worden behandeld als voertuigen die niet voldoen aan de verzekeringsverplichting als bedoeld in artikel 3, lid 1. Het vergoedingsorgaan van de lidstaat waar het ongeval heeft plaatsgevonden, heeft dan een vordering op het orgaan als bedoeld in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 84/5/EEG in de lidstaat waar het voertuig gewoonlijk is gestald. Vijf jaar na de inwerkingtreding van Richtlijn 2005/ 14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en 90/232/EEG van
Juli 2005
de Raad en Richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven brengen de lidstaten aan de Commissie verslag uit over de uitvoering en de praktische toepassing van het onderhavige punt. Nadat de Commissie deze verslagen heeft bestudeerd dient zij, indien nodig, voorstellen in ter vervanging of tot schrapping van deze afwijking.[7] Artikel 5 Elke lidstaat draagt er zorg voor dat het nationale bureau van verzekeraars, onverminderd de in artikel 2, lid 2, eerste streepje, bedoelde verplichting, bij een ongeluk dat op zijn grondgebied wordt veroorzaakt door een voertuig dat gewoonlijk op het grondgebied van een andere lidstaat is gestald, inlichtingen inwint omtrent : - het grondgebied waarop dit voertuig gewoonlijk is gestald, alsmede het kentekennummer ervan, indien aanwezig, - voor zover enigszins mogelijk, de gegevens betreffende de verzekering van dit voertuig, waarover de houder van het voertuig beschikt, zoals deze normaliter voorkomen op de groene kaart, voor zover om deze gegevens wordt gevraagd door de lidstaat op het grondgebied waarvan het voertuig gewoonlijk is gestald . De lidstaat draagt er tevens zorg voor dat het bureau deze inlichtingen doorgeeft aan het nationale bureau van verzekeraars van de Staat op het grondgebied waarvan dit voertuig gewoonlijk is gestald. Artikel 6 Elke lidstaat draagt er zorg voor dat elk voertuig dat gewoonlijk op het grondgebied van een derde land of op het niet-Europese grondgebied van een lidstaat[8] is gestald, bij het binnenkomen op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is, slechts tot het verkeer op zijn grondgebied kan worden toegelaten, indien de schade die door de deelneming aan het verkeer door dit voertuig kan worden veroorzaakt voor het gehele grondgebied waar het
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page VII
o the Point VII
Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is, gedekt is overeenkomstig de vereisten die door elke nationale wetgever zijn vastgesteld met betrekking tot de verplichte verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van voertuigen aanleiding kan geven. Artikel 7 1.Elk voertuig dat gewoonlijk is gestald op het grondgebied van een derde land of op het niet-Europese grondgebied van een lidstaat[9], moet, alvorens het binnenkomt op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is, zijn voorzien van een geldige groene kaart, of van een document van grensverzekering, waaruit het bestaan blijkt van een verzekering overeenkomstig artikel 6.
2.Voertuigen die gewoonlijk zijn gestald in een derde land worden evenwel beschouwd als gewoonlijk in de Gemeenschap gestalde voertuigen, wanneer de nationale bureaus van alle lidstaten, elk voor zich, zich garant stellen - en wel elk bureau overeenkomstig de eigen nationale wetgeving betreffende de verplichte verzekering - voor de afwikkeling van de ongevallen die op hun grondgebied hebben plaatsgehad en bij de deelneming aan het verkeer door deze voertuigen zijn veroorzaakt. 3.Nadat de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten het bestaan van de in het voorgaande lid bedoelde verbintenissen heeft vastgesteld, bepaalt zij met ingang van welke datum en voor welke typen voertuigen de lidstaten het overleggen van de in lid 1 bedoelde documenten niet meer zullen eisen.
Tweede richtlijn (84/5/EEG) : actualisering van de minimumgaranties Minimumbedragen van de dekking Om de slachtoffers optimaal te beschermen is het noodzakelijk om de minimumbedragen voorzien in de Tweede Richtlijn op te trekken. Voor wat de lichamelijke schade betreft wordt het bedrag van 350.000 euro gebracht op 1 miljoen euro per slachtoffer en het bedrag van 500.000 euro per gebeurtenis naar 5 miljoen euro. De lidstaten kunnen hierbij kiezen tussen beide mogelijkheden. Voor de materiële schade wordt het minimumbedrag opgetrokken van 100.000 euro naar 1 miljoen euro. Vermits deze wijzigingen voor bepaalde lidstaten belangrijke gevolgen kunnen hebben wordt afgeweken van de normale periode van omzetting naar nationaal recht.
Voor de invoering van deze nieuwe minimumbedragen is een overgangsperiode voorzien van 5 jaar te rekenen vanaf de datum waarop de omzetting van de richtlijn is gerealiseerd maar onder voorwaarde dat dertig maanden na de omzetting reeds de helft van de gestelde minimumbedragen van toepassing wordt. Tevens worden de nieuwe bedragen om de 5 jaar herzien in functie van de evolutie van het door Eurostat gepubliceerde Europese indexcijfer van de consumptieprijzen. De Commissie zal telkens zorg dragen voor de publicatie van de nieuwe bedragen. Deze nieuwe minimumbedragen beïnvloeden de Belgische wetgeving niet vermits de wet van 21 november 1989 een onbeperkte dekking oplegt.
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page VIII
o the Point VIII
Dekking materiële schade bij niet-geïdentificeerd voertuig
b)voor materiële schade, 1.000.000 euro per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers.
Nog steeds in het kader van de bescherming van de slachtoffers worden de vergoedingsmodaliteiten wanneer zij betrokken geraken bij een ongeval veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd voertuig gewijzigd. Lidstaten kunnen voortaan de materiële schade niet meer uitsluiten indien er aanzienlijke lichamelijke schade vergoed wordt. In dat geval kan een vrijstelling van maximum 500 euro toegepast worden op die materiële schade. De bepaling van het begrip “aanzienlijk” wordt overgelaten aan de lidstaten. De tekst doet een voorzet door te verwijzen naar letselschade die behandeld moet worden in een ziekenhuis. De wijziging zal gevolgen hebben op de libellering van artikel 19bis-13, §3 van de wet van 21 november 1989 waarin de uitsluiting van de materiële schade dient te worden aangepast.
Zo nodig, kunnen de lidstaten een overgangsperiode van maximaal vijf jaar vaststellen te rekenen vanaf het tijdstip van omzetting van Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/ EEG en 90/232/EEG van de Raad en Richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven om hun minimumdekkingsbedragen aan te passen aan de in dit lid voorgeschreven bedragen.
Afschaffing vrijstelling bij niet-verzekerd voertuig De in 1984 voorziene vrijstelling van maximum 500 euro in geval de schade veroorzaakt werd door een niet-verzekerd voertuig wordt thans geschrapt. In België gebeurde dit al bij de omzetting van de Vierde Richtlijn door de wet van 22 augustus 2002.
Geconsolideerde tekst van de Tweede Richtlijn Artikel 1 1.De verzekering bedoeld in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG dekt zowel materiele schade als lichamelijk letsel. 2.Onverminderd door de lidstaten voorgeschreven hogere dekkingen, eist iedere lidstaat dat deze verzekering verplicht is voor ten minste de volgende bedragen: a)voor lichamelijk letsel, een minimumbedrag van 1.000.000 euro per slachtoffer of van 5.000.000 euro per ongeval, ongeacht het aantal slachtoffers;
Juli 2005
De lidstaten die een dergelijke overgangsperiode vaststellen, stellen de Commissie daarvan in kennis met opgave van de duur van de overgangsperiode. Binnen 30 maanden na de datum van omzetting van Richtlijn 2005/14/EG dienen de lidstaten de dekkingen te verhogen tot ten minste de helft van de in dit lid voorgeschreven bedragen. 3.Na de inwerkingtreding van Richtlijn 2005/14/EG of na afloop van een eventuele overgangsperiode als bedoeld in lid 2, worden de in dat lid genoemde bedragen elke vijf jaar herzien in het licht van het Europese indexcijfer van de consumentenprijzen (EICP) zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen. De bedragen worden automatisch aangepast. Zij worden verhoogd met de procentuele wijziging van de EICP gedurende de betrokken periode, dat wil zeggen de vijf jaar onmiddellijk voorafgaande aan de herziening, en worden afgerond op een veelvoud van 10.000 euro. De Commissie deelt het Europees Parlement en de Raad de herziene bedragen mee en draagt zorg voor de
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page IX
o the Point IX
bekendmaking van de bedragen in het Publicatieblad van de Europese Unie. 4.Elke lidstaat stelt een orgaan in of erkent een orgaan dat tot taak heeft materiële schade en lichamelijk letsel die zijn veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd voertuig of een voertuig waarvoor niet aan de in lid 1 bedoelde verzekeringsplicht is voldaan, ten minste binnen de grenzen van de verplichte verzekering te vergoeden. De eerste alinea doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om aan de vergoeding door dit orgaan al dan niet een subsidiair karakter te geven, noch aan het recht van de lidstaten om het verhaal te regelen tussen dit orgaan en degene of degenen die aansprakelijk is of zijn voor het ongeval en andere verzekeraars of sociale zekerheidsorganen die gehouden zijn het slachtoffer terzake van hetzelfde ongeval te vergoeden. De lidstaten mogen het orgaan evenwel niet toestaan aan de uitkering van de schadevergoeding de voorwaarde te verbinden dat het slachtoffer op enigerlei wijze aantoont dat de aansprakelijke persoon niet kan of niet wil betalen.[10] 5. Het slachtoffer kan zich in ieder geval rechtstreeks tot dit orgaan wenden; het orgaan is verplicht aan de hand van de inlichtingen die het op zijn verzoek van het slachtoffer heeft gekregen, een met redenen omkleed antwoord met betrekking tot de betaling van een vergoeding te geven. De lidstaten kunnen evenwel van vergoeding door dit orgaan uitsluiten degenen die geheel vrijwillig plaats hebben genomen in het voertuig dat de schade heeft veroorzaakt, wanneer het orgaan kan bewijzen dat zij wisten dat het voertuig niet verzekerd was. 6. De lidstaten kunnen in geval van materiële schade die door een niet-geïdentificeerd voertuig is veroorzaakt, de vergoeding door dit orgaan beperken of uitsluiten.
Wanneer het orgaan echter een vergoeding heeft betaald voor aanzienlijk lichamelijk letsel aan een slachtoffer van hetzelfde ongeval waarbij materiële schade is veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd voertuig, kunnen de lidstaten de vergoeding voor materiële schade niet uitsluiten vanwege het feit dat het voertuig niet is geïdentificeerd. De lidstaten kunnen niettemin voorzien in een franchise van ten hoogste 500 euro die aan het slachtoffer van dergelijke materiële schade kan worden opgelegd. De voorwaarden waaronder lichamelijk letsel als aanzienlijk wordt beschouwd, worden vastgesteld overeenkomstig de wetgeving of de bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaat waar het ongeval plaatsvindt. In dit verband kunnen de lidstaten rekening houden met, onder andere, de vraag of het letsel in het ziekenhuis moest worden behandeld. 7.Iedere lidstaat past op de vergoeding door het orgaan zijn wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen toe, onverminderd elke andere regeling die voor het slachtoffer voordeliger is.[11] Artikel 2 1.Iedere lidstaat neemt de nodige maatregelen, opdat alle wettelijke bepalingen of contractuele clausules in een verzekeringspolis, afgegeven overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG, op grond waarvan van de verzekering is uitgesloten het gebruik of het besturen van voertuigen: - door personen die daartoe niet uitdrukkelijk of stilzwijgend gemachtigd zijn, of - door personen die geen rijbewijs hebben om het betrokken voertuig te besturen, of - door personen die de wettelijke technische vereisten inzake de toestand en veiligheid van het betrokken voertuig niet in acht hebben genomen, voor de toepassing van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG geacht worden niet te gelden inzake aanspraken van derden die slachtoffer zijn van een ongeval.
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page X
o the Point X
De in het eerste streepje bedoelde bepaling of clausule kan echter worden tegengeworpen aan personen die geheel vrijwillig hebben plaatsgenomen in het voertuig dat de schade heeft veroorzaakt, wanneer de verzekeraar kan bewijzen dat zij wisten dat het voertuig gestolen was. De lidstaten hebben de mogelijkheid om voor ongevallen op hun grondgebied het bepaalde in de eerste alinea niet toe te passen indien en voor zover het slachtoffer schadevergoeding kan krijgen van een orgaan van de sociale zekerheid. 2.In het geval van voertuigen die door diefstal of geweldpleging zijn verkregen, kunnen de lidstaten bepalen dat het in artikel 1, lid 4, bedoelde orgaan in plaats van de verzekeraar zal optreden onder de in lid 1 van het onderhavige artikel gestelde voorwaarden; wanneer het voertuig gewoonlijk in een andere lidstaat is
gestald, heeft genoemd orgaan geen mogelijkheid van verhaal tegen enig orgaan in die lidstaat. De lidstaten die voor voertuigen die door diefstal of geweldpleging zijn verkregen, voorzien in tussenkomst van het in artikel 1, lid 4, bedoelde orgaan, kunnen voor materiële schade een franchise vaststellen van ten hoogste 250 Ecu, die tegenover het slachtoffer geldend kan worden gemaakt. Artikel 3 De familieleden van de verzekeringsnemer, van de bestuurder of van enig ander persoon die bij een ongeval wettelijk aansprakelijk wordt gesteld en daarvoor door de in artikel 1, lid 1, bedoelde verzekering is gedekt, kunnen voor wat betreft hun lichamelijk letsel niet op grond van deze verwantschap worden uitgesloten van het recht op een uitkering.
Richtlijn 88/357/EEG : bijkantoren van verzekeraars kunnen vertegenwoordigers worden
Dit is geen richtlijn “Auto”, maar een richtlijn “vrije dienstverlening”. Door het schrappen van artikel 12 bis, lid 4, vierde alinea van de Tweede Richtlijn van de Raad van 22 juni 1988 inzake vrije dienstverlening, wordt aan bijkantoren van verzekeringsondernemingen toegestaan vertegenwoordiger
Juli 2005
te worden voor activiteiten op het gebied van motorrijtuigenverzekering. Deze mogelijkheid zal moeten worden voorzien in artikel 68, §1 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle van de verzekeringsondernemingen.
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XI
o the Point XI
Derde richtlijn (90/232/EEG) : een eerste aanzet naar zwakke weggebruikers ? Inzittenden ook gedekt met kennis over dronken toestand van de bestuurder In bepaalde lidstaten kunnen de inzittenden van een voertuig uitgesloten worden van de verzekeringsdekking omdat ze kennis hadden van het feit dat de bestuurder op het ogenblik van het ongeval onder invloed was van alcohol of van enige andere bedwelmende stof. Men ziet in deze maatregel geen element om het rijden onder invloed tegen te gaan zodat dergelijke uitsluiting voortaan niet meer mag toegepast worden. In België bestaat een dergelijke uitsluiting niet, te meer dat een inzittende als zwakke weggebruiker volgens artikel 29 bis steeds vergoed wordt behalve wanneer hij het ongeval en de gevolgen ervan zelf heeft gewild, wat in deze hypothese niet het geval is.
Vergoeding van de lichamelijke schade van fietsers, voetgangers en niet gemotoriseerde weggebruikers Er wordt een nieuw artikel ingevoegd met betrekking tot de vergoeding van de lichamelijke schade van voetgangers, fietsers en andere niet-gemotoriseerde weggebruikers. De schadeloosstelling dient echter te gebeuren volgens het nationaal burgerlijk recht zonder afbreuk te doen aan de wettelijke aansprakelijkheidsregels. Het Belgisch recht voorzag reeds een dergelijke bepaling in artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989.
Dekking blijft behouden wanneer voertuig tijdelijk in het buitenland is Om verzekeringsproblemen te vermijden wanneer het verzekerde voertuig voor een bepaalde periode in een ander lidstaat vertoeft, wordt de opzeg van een lopende overeenkomst om die reden verboden. De nieuwe tekst zegt dat de verzekeringsdekking gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst geldig blijft zelfs indien het verzekerde voertuig voor een bepaalde periode in een ander lidstaat rondrijdt. Hier stelt zich de vraag of een dergelijke situatie een risicowijziging inhoudt die volgens
artikel 10 van de Modelovereenkomst moet worden medegedeeld aan de verzekeraar. Voor alle zekerheid zou het betreffend artikel moeten worden gewijzigd zodat deze situatie geen aanleiding kan geven tot enige wijziging in de overeenkomst.
Bij import van het voertuig wordt lidstaat van bestemming lidstaat van het risico Eveneens om verzekeringsproblemen te vermijden wanneer het verzekerde voertuig van de ene lidstaat ingevoerd wordt naar een andere, wordt gedurende 30 dagen na levering bij de koper, zelfs indien de registratie in de lidstaat van bestemming nog niet is uitgevoerd, de lidstaat van bestemming beschouwd als de lidstaat waar het risico gelegen is. In geval van schade tijdens de bedoelde periode van 30 dagen terwijl het voertuig niet verzekerd is dient het vergoedingsorganisme van de lidstaat van bestemming van het voertuig tussen te komen. Dit wijzigt fundamenteel de huidige werkwijze van het Belgisch Bureau. In de veronderstelling dat een voertuig met een Frans kentekenplaat ingevoerd wordt naar België maar niet verzekerd is op het ogenblik van een ongeval dat zich voordoet binnen de bewuste 30 dagen, dan komt momenteel het Belgisch Bureau tussen met mogelijkheid tot recuperatie van de vergoeding bij het Frans Bureau op basis van de gewoonlijke stalplaats van het voertuig bepaald door de kentekenplaat. De nieuwe bepalingen leiden tot een vergoeding ten laste van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds in België.
Aflevering schadeattest Volgens artikel 1quater van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst, ingevoegd door artikel 3 van het KB van 16 januari 2002, moet de verzekeraar binnen de vijftien dagen die volgen op het einde van de overeenkomst een schadeattest af te leveren. Dit voldoet gedeeltelijk aan de nieuwe vereiste in de Richtlijn waarbij de verzekeringnemer op ieder moment
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XII
o the Point XII
een verklaring kan vragen over het schadeverloop gedurende tenminste de vijf voorbije verzekeringsjaren in bedoelde overeenkomst. De verplichting om dit attest af te leveren binnen de 15 dagen na iedere aanvraag door de verzekeringnemer zal echter nog in de modelovereenkomst moeten worden opgenomen.
Vrijstellingen niet tegenstelbaar aan slachtoffers Ons nationaal recht is eveneens reeds conform met het verbod in de Richtlijn om vrijstellingen in te roepen tegenover slachtoffers van een ongeval. Het vergoedingsorganisme kan bij materiële schade veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd voertuig enkel de eventueel toegepaste vrijstelling tegen het slachtoffer inroepen.
Rechtstreekse vordering voor alle ongevallen In de Richtlijn 2000/25/EG krijgen de slachtoffers van ongevallen die zich voordoen in een andere lidstaat dan hun verblijfplaats het recht een rechtstreekse vordering in te stellen tegen de verzekeraar van de aansprakelijke partij. De nieuwe Richtlijn veralgemeent dit principe naar alle ongevallen dus ook deze die zich voordoen in eigen land. Artikel 86 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst stelt ons land in orde op dat vlak.
Vierde Richtlijn voor alle ongevallen Binnen de veralgemening naar alle ongevallen vallen voortaan ook de procedures met betrekking tot het met redenen omkleed voorstel, alsook inzake het verschaffen van de inlichtingen door het informatieorganisme zoals voorzien in de Vierde Richtlijn. In België werd bij de omzetting van de Vierde Richtlijn reeds rekening gehouden met een toepassing van deze procedures voor alle ongevallen.
Geconsolideerde tekst van de Derde Richtlijn Artikel 1 Onverminderd artikel 2, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 84/5/EEG, dekt de in artikel 3, lid 1, van Richtlijn
Juli 2005
72/166/EEG bedoelde verzekering de aansprakelijkheid voor lichamelijk letsel van de inzittenden van een voertuig, met uitzondering van de bestuurder, ten gevolge van de deelneming van dat voertuig aan het verkeer. De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat alle wettelijke bepalingen of contractuele clausules in een verzekeringspolis op grond waarvan een inzittende wordt uitgesloten van een dergelijke dekking omdat hij wist of had moeten weten dat de bestuurder ten tijde van het ongeval onder invloed van alcohol of van enige andere bedwelmende stof verkeerde, geacht worden niet te gelden inzake vorderingen van deze inzittende.[12] In deze richtlijn wordt onder “voertuig" verstaan een voertuig in de zin van artikel 1 van Richtlijn 72/166/EEG. Artikel 1 bis De in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering dekt lichamelijk letsel en materiële schade, geleden door voetgangers, fietsers en andere nietgemotoriseerde weggebruikers die, als gevolg van een ongeval waarbij een motorvoertuig is betrokken, recht hebben op een vergoeding uit hoofde van het nationale burgerlijk recht. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de wettelijke aansprakelijkheid, noch aan het bedrag van de schade.[13] Artikel 2 De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat alle polissen in het kader van de verplichte wettelijke aansprakelijkheidsverzekering met betrekking tot de deelneming van voertuigen aan het verkeer: - tegen betaling van één enkele premie en gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst dekking verschaffen voor het gehele grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van de perioden waarin het voertuig zich, gedurende de looptijd van de overeenkomst, in een andere lidstaat bevindt, en[14] - tegen betaling van diezelfde premie, in elke lidstaat de bij diens wet voorgeschreven dekking verschaffen, dan wel de dekking die wettelijk is voorgeschreven in de lidstaat waar het voertuig gewoonlijk is gestald, indien laatstgenoemde dekking hoger is.
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XIII
o the Point XIII
Artikel 3 (Bepaalt de toevoeging van een tekst die in deze consolidatie reeds werd uitgevoerd in artikel 1, punt 4 tweede alinea van de Richtlijn 84/5/EEG). Artikel 4 Voor gevallen waarin tussen het in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 84/5/EEG bedoelde orgaan en een wettelijke aansprakelijkheidsverzekeraar onenigheid bestaat over de vraag wie van deze partijen het slachtoffer moet vergoeden, treffen de lidstaten passende maatregelen om te bepalen welke partij de schade van het slachtoffer in eerste instantie terstond moet vergoeden. Indien uiteindelijk wordt besloten dat de andere partij de vergoeding of een gedeelte daarvan had moeten betalen, betaalt deze een overeenkomstig bedrag terug aan de partij die reeds heeft betaald. Artikel 4 bis 1.In afwijking van artikel 2, punt d), tweede streepje, van Richtlijn 88/357/EEG wordt, wanneer een voertuig vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat wordt verzonden, de lidstaat van bestemming, vanaf de aanvaarding van de levering door de koper, gedurende een periode van dertig dagen beschouwd als de lidstaat waar het risico is gelegen, zelfs indien het voertuig in de lidstaat van bestemming niet officieel is geregistreerd. 2.Wanneer het voertuig gedurende de in lid 1 van dit artikel genoemde periode bij een ongeval betrokken raakt zonder dat het verzekerd is, is het in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 84/5/EEG bedoelde orgaan in de lidstaat van bestemming gehouden tot de in artikel 1 van genoemde richtlijn bepaalde schadevergoeding. Artikel 4 ter De lidstaten dragen er zorg voor dat de verzekeringnemer te allen tijde het recht heeft een verklaring te vragen betreffende de schadevorderingen die derden gedurende ten minste de laatste vijf jaar van de looptijd van de overeenkomst ten aanzien van het of de door de verzekeringsovereenkomst gedekte voertuig of voertuigen hebben ingediend, of een verklaring betreffende het
ontbreken van dergelijke vorderingen. De verzekeringsonderneming dan wel een instantie die door een lidstaat is aangewezen om verplichte verzekeringen aan te bieden of dergelijke verklaringen te verstrekken, verstrekt de verzekeringnemer deze verklaring binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de indiening van het verzoek. Artikel 4 quater Verzekeringsondernemingen mogen met betrekking tot de in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering tegenover de benadeelde van een ongeval geen franchise inroepen. Artikel 4 quinquies De lidstaten dragen er zorg voor dat personen die materiële schade of lichamelijk letsel hebben geleden welke is veroorzaakt door een voertuig dat door een in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering is gedekt, tegen de verzekeringsonderneming van de wettelijk aansprakelijke partij een rechtstreekse vordering kunnen instellen. Artikel 4 sexies De lidstaten stellen de in artikel 4, lid 6, van Richtlijn 2000/26/EG omschreven procedure vast voor de afdoening van vorderingen als gevolg van een ongeval, veroorzaakt door een voertuig dat door de in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering is gedekt. Ten aanzien van ongevallen die aan de hand van het in artikel 2, lid 2, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde systeem van nationale bureaus van verzekeraars kunnen worden afgewikkeld, stellen de lidstaten eveneens de in artikel 4, lid 6, van Richtlijn 2000/26/EG omschreven procedure vast. Voor de toepassing van die procedure worden onder verzekeringsondernemingen verstaan, de nationale bureaus van verzekeraars in de zin van artikel 1, punt 3, van Richtlijn 72/166/EEG.[15]
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XIV
o the Point XIV
Artikel 5 De lidstaten dragen er zorg voor dat de overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2000/26/EG opgerichte of erkende informatiecentra, onverminderd hun verplichtingen ingevolge genoemde richtlijn, de in dat artikel bedoelde
informatie verstrekken aan alle personen die zijn betrokken bij een verkeersongeval veroorzaakt door een voertuig dat door een in artikel 3, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG bedoelde verzekering is gedekt.[16]
Vierde richtlijn (2000/26/EG) : de wedergeboorte van Trans-PV
Rechtsvordering in lidstaat van het slachtoffer
Raadpleging processen-verbaal
In de overwegingen van de Vierde Richtlijn wordt een tekst toegevoegd om te verduidelijken dat de Verordening 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken de mogelijkheid biedt aan de benadeelde om een rechtsvordering in te stellen tegen de BA verzekeraar in de lidstaat van zijn verblijfplaats. Vermits het hier gaat om een Verordening is er geen omzetting naar nationaal recht nodig voor de toepassing ervan.
Tot slot roept de Richtlijn een nieuw systeem in het leven om de basisgegevens die nodig zijn voor de afwikkeling van rechtsvorderingen tijdig ter beschikking te stellen aan de slachtoffers, hun verzekeraars of hun wettelijke vertegenwoordigers. Een dergelijk systeem, Trans-PV genoemd, bestaat al sinds 1985 in Frankrijk maar mocht ondanks de reeds geleverde inspanningen in België het licht nog niet zien. Deze Richtlijn zal er althans voor zorgen dat tegen uiterlijk 11 juni 2007 een centrale databank komt die toegankelijk moet zijn voor de betrokken partijen. Maar misschien zal België vlugger over dit systeem kunnen beschikken omdat alle voorbereidende werkzaamheden voor het oprichten van bedoelde databank in de schoot van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds rond zijn.
Registers zonder groene kaartnummers of grensverzekeringspolis De Vierde Richtlijn legt de informatiecentra op een register te houden met daarin o.a. de vermelding van de nummers van de groene kaart of van de grensverzekeringspolis aangaande voertuigen die overeenkomstig de Eerste Richtlijn kunnen vrijgesteld worden van de verzekeringsplicht. Vermits de huidige Richtlijn aan de lidstaten oplegt om de ongevallen veroorzaakt door die voertuigen voortaan te behandelen als deze veroorzaakt door niet-verzekerde voertuigen, heeft deze opname in het register geen nut meer.
Juli 2005
Geconsolideerde tekst van de Vierde Richtlijn Artikel 1 Toepassingsgebied 1.Deze richtlijn heeft tot doel bijzondere bepalingen vast te stellen die van toepassing zijn op benadeelden die aanspraak kunnen maken op vergoeding van materiële schade of lichamelijk letsel ten gevolge van ongevallen
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XV
o the Point XV
die zich hebben voorgedaan in een andere lidstaat dan de lidstaat van hun woonplaats en veroorzaakt zijn door de deelneming aan het verkeer door voertuigen die gewoonlijk zijn gestald en verzekerd in een lidstaat. Zonder afbreuk te doen aan de wetgeving van derde landen inzake de wettelijke aansprakelijkheid en aan het internationaal privaatrecht, zijn de bepalingen van deze richtlijn ook van toepassing op in een lidstaat woonachtige benadeelden die aanspraak kunnen maken op vergoeding van materiële schade of lichamelijk letsel ten gevolge van ongevallen die zich hebben voorgedaan in een derde land waarvan het nationale bureau van verzekeraars, zoals gedefinieerd in artikel l, lid 3, van Richtlijn 72/166/EEG, is aangesloten bij het groene kaartsysteem, wanneer dergelijke ongevallen zijn veroorzaakt door de deelneming aan het verkeer door voertuigen die gewoonlijk zijn gestald en verzekerd in een lidstaat. 2.De artikelen 4 en 6 zijn slechts van toepassing op ongevallen die veroorzaakt zijn door het gebruik van een voertuig dat a)verzekerd is via een vestiging in een andere lidstaat dan die van de woonplaats van de benadeelde en b)gewoonlijk is gestald in een andere lidstaat dan die van de woonplaats van de benadeelde. 3.Artikel 7 is eveneens van toepassing op ongevallen veroorzaakt door voertuigen uit derde landen die vallen onder de artikelen 6 en 7 van Richtlijn 72/166/EEG. Artikel 2 Definitie In deze richtlijn wordt verstaan onder a)“verzekeringsonderneming": een onderneming waaraan een officiële vergunning is verleend overeenkomstig artikel 6 of artikel 23, lid 2, van Richtlijn 73/239/EEG; b)“vestiging": het hoofdkantoor, een agentschap of bijkantoor van een verzekeringsonderneming, zoals
gedefinieerd in artikel 2, onder c), van Richtlijn 88/357/EEG; c)“voertuig": een voertuig zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 72/166/EEG; d)“benadeelde": een benadeelde zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 72/166/EEG; e)“de lidstaat waar het voertuig gewoonlijk is gestald": het grondgebied waar het voertuig gewoonlijk is gestald zoals omschreven in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 72/166/EEG. Artikel 3 Rechtstreekse vordering Iedere lidstaat draagt er zorg voor dat de in artikel 1 bedoelde benadeelde wiens materiële schade of lichamelijk letsel voortvloeit uit een ongeval in de zin van die bepaling, een rechtstreekse vordering kan instellen tegen de verzekeringsonderneming van de wettelijk aansprakelijke partij. Artikel 4 Schaderegelaar 1.Iedere lidstaat neemt de nodige maatregelen opdat elke verzekeringsonderneming die de risico’s dekt die zijn ingedeeld bij branche 10 van punt A van de bijlage bij Richtlijn 73/239/EEG, uitgezonderd de aansprakelijkheid van de vervoerder, in iedere andere lidstaat dan die waar zij haar officiële vergunning heeft ontvangen, een schaderegelaar aanwijst. Deze schaderegelaar wordt belast met de behandeling en afwikkeling van vorderingen ten gevolge van de in artikel 1 bedoelde ongevallen. De schaderegelaar heeft zijn woonplaats of vestiging in de lidstaat waar hij is aangesteld. 2.De keuze van de schaderegelaar wordt overgelaten aan het oordeel van de verzekeringsonderneming. Deze keuzevrijheid kan niet door de lidstaten worden beperkt.
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XVI
o the Point XVI
3.De schaderegelaar kan voor rekening van een of meer verzekeringsondernemingen optreden. 4.De schaderegelaar verzamelt, met betrekking tot dergelijke verzoeken, alle inlichtingen die nodig zijn om de verzoeken te kunnen afhandelen en neemt alle passende maatregelen om over een afwikkeling te onderhandelen. De eis dat een schaderegelaar wordt aangewezen doet niet af aan het recht van de benadeelde, of diens verzekeringsonderneming, om rechtstreeks degene die het ongeval heeft veroorzaakt, of diens verzekeringsonderneming, aan te spreken. 5.De schaderegelaar beschikt over voldoende bevoegdheden om de verzekeringsonderneming in de in artikel 1 genoemde gevallen ten aanzien van de benadeelden te vertegenwoordigen en om hun verzoeken volledig af te handelen. Hij moet in staat zijn de zaak in de officiële taal of talen van de lidstaat van de woonplaats van de benadeelde te behandelen. 6.De lidstaten stellen verplicht dat — op straffe van passende, afdoende en systematische financiële of daaraan gelijkwaardige administratieve sancties en binnen drie maanden na de datum waarop de benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding hetzij rechtstreeks bij de verzekeringsonderneming van degene die dat ongeval heeft veroorzaakt, hetzij bij haar schaderegelaar heeft ingediend —, a)de verzekeringsonderneming van degene die het ongeval heeft veroorzaakt of haar schaderegelaar een met redenen omkleed voorstel tot schadevergoeding voorlegt, wanneer de aansprakelijkheid niet wordt betwist en de schade is gekwantificeerd, of b)de verzekeringsonderneming tot wie het verzoek tot schadevergoeding is gericht of haar schaderegelaar, een met redenen omkleed antwoord geeft op alle punten van het verzoek tot schadevergoeding wanneer de aansprakelijkheid wordt betwist of de schade niet volledig is gekwantificeerd.
Juli 2005
De lidstaten nemen bepalingen aan om ervoor te zorgen dat, indien geen voorstel is voorgelegd binnen de termijn van drie maanden over de door de verzekeringsonderneming voorgestelde of door de rechter toegewezen vergoeding interest verschuldigd is. 7.De Commissie brengt voor 20 januari 2006 aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van lid 4, eerste alinea, alsook over de uitwerking van genoemde bepaling en van de gelijkwaardige nationale strafbepalingen; indien nodig dient zij voorstellen in. 8.De aanwijzing van een schaderegelaar wordt op zich niet beschouwd als de opening van een bijkantoor in de zin van artikel 1, onder b), van Richtlijn 92/49/EEG, en de schaderegelaar wordt niet beschouwd als een vestiging in de zin van artikel 2, onder c), van Richtlijn 88/357/EEG, noch - als een vestiging in de zin van het Verdrag van Brussel van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – wat Denemarken betreft, noch - als een vestiging in de zin van Verordening (EG) nr. 44/2001 - wat de overige lidstaten betreft.[17] Artikel 5 Informatiecentrum l. Iedere lidstaat draagt zorg voor de oprichting of erkenning van een informatiecentrum dat de benadeelde in staat moet stellen schadevergoeding te eisen en dat daartoe a) ofwel een register bijhoudt dat de volgende informatie bevat: 1.de inschrijvingsnummers van motorrijtuigen die gewoonlijk op het grondgebied van de betreffende lidstaat zijn gestald;
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XVII
o the Point XVII
2. i) de nummers van de verzekeringspolissen waardoor het gebruik van deze voertuigen wordt gedekt voor de branche 10, punt A, van de bijlage bij Richtlijn 73/239/EEG ingedeelde risico's, uitgezonderd de aansprakelijkheid van de vervoerder en, indien de polis is verstreken, de datum waarop de dekking is geëindigd.
c) de informatiegerechtigden bijstand verleent om de onder a), punten 1, 2, 3, 4 en 5, van dit lid vermelde informatie te achterhalen. De onder a), punten 1, 2 en 3, genoemde informatie moet gedurende zeven jaar na het verstrijken van de inschrijving van het voertuig of van de verzekeringsovereenkomst worden bewaard.
ii) (…)[18]
3. de verzekeringsondernemingen die voertuigen dekken voor de bij branche 10 in punt A van de bijlage bij Richtlijn 73/239/EEG ingedeelde risico's, uitgezonderd de aansprakelijkheid van de vervoerder, en de schaderegelaars die deze verzekeringsondernemingen ingevolge artikel 4 hebben aangewezen en van wie zij de naam overeenkomstig lid 2 van dit artikel aan het centrum hebben medegedeeld; 4. de lijst van de voertuigen waarvoor in elke lidstaat overeenkomstig artikel 4, onder a) en b), van Richtlijn 72/166/EEG wordt afgeweken van de verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid;
2.Verzekeringsondernemingen als bedoeld in lid 1, onder a), punt 3, stellen de informatiecentra van alle lidstaten in kennis van de naam en het adres van de in iedere lidstaat overeenkomstig artikel 4 aangewezen schaderegelaar. 3.De lidstaten zorgen ervoor dat de benadeelde het recht heeft binnen zeven jaar na het ongeval bij het informatiecentrum van de lidstaat van zijn woonplaats of van de lidstaat waar het voertuig gewoonlijk is gestald dan wel van de lidstaat waar het ongeval zich heeft voorgedaan, onverwijld de volgende informatie te verkrijgen: a) de naam en het adres van de verzekeringsonderneming, b)het nummer van de verzekeringspolis en
5. met betrekking tot voertuigen als bedoeld in punt 4: i) de naam van de autoriteit of de instantie die overeenkomstig de tweede alinea van artikel 4, onder a), van Richtlijn 72/166/EEG, is belast met de schadevergoeding aan de benadeelden, indien de procedure van artikel 2, lid 2, eerste streepje, van Richtlijn 72/166/EEG niet van toepassing is en indien voor het voertuig de afwijking geldt van artikel 4, onder a), van Richtlijn 72/166/EEG; ii) de naam van de instantie waaronder het voertuig ressorteert in de lidstaat waar het gewoonlijk gestald is, indien voor het voertuig de afwijking geldt van artikel 4, onder b), van Richtlijn 72/166/EEG;
c) de naam en het adres van de schaderegelaar van de verzekeringsonderneming in de staat van de woonplaats van de benadeelde. De informatiecentra werken onderling samen. 4.Indien de benadeelde er rechtmatig belang bij heeft, deelt het informatiecentrum hem naam en adres van de eigenaar, de gebruikelijke bestuurder of de ingeschreven houder van het voertuig mee. Het informatiecentrum informeert daartoe in het bijzonder bij: a) de verzekeringsonderneming of b) het bureau motorrijtuigenregistratie.
b)ofwel de verzameling en de verspreiding van deze gegevens coördineert en
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XVIII
o the Point XVIII
Indien voor het voertuig de afwijking geldt van artikel 4, onder a), van Richtlijn 72/166/EEG, deelt het informatiecentrum de benadeelde de naam mee van de autoriteit of de instantie die overeenkomstig de tweede alinea van artikel 4, onder a), van die richtlijn is belast met de schadevergoeding aan de benadeelden, indien de procedure van artikel 2, lid 2, eerste streepje, van die richtlijn niet van toepassing is. Indien voor het voertuig de afwijking geldt van artikel 4, onder b), van Richtlijn 72/166/EEG, deelt het informatiecentrum de benadeelde de naam mee van de instantie van het land waar het voertuig gewoonlijk is gestald. 5.Bij de verwerking van persoonsgegevens die op grond van de vorige leden zijn verkregen, moeten de krachtens Richtlijn 95/46/EG genomen nationale maatregelen in acht worden genomen. Artikel 6 Schadevergoedingsorgaan 1.Iedere lidstaat gaat over tot oprichting of erkenning van een Schadevergoedingsorgaan dat belast is met de vergoeding aan benadeelden in de in artikel 1 genoemde gevallen. De benadeelde kan een verzoek tot schadevergoeding indienen bij het Schadevergoedingsorgaan in de lidstaat van zijn woonplaats: a)indien binnen drie maanden na de datum waarop hij zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend bij de verzekeringsonderneming van het voertuig waarmee, door deelneming aan het verkeer, het ongeval is veroorzaakt of bij haar schaderegelaar, die verzekeringsonderneming of haar schaderegelaar hem geen met redenen omkleed antwoord op de diverse punten in het verzoek heeft verstrekt; dan wel
Juli 2005
b)indien de verzekeringsonderneming heeft nagelaten om overeenkomstig artikel 4, lid 1, in de lidstaat van de woonplaats van de benadeelde een schaderegelaar aan te wijzen. In dit geval kan de benadeelde geen verzoek tot schadevergoeding bij het Schadevergoedingsorgaan indienen, indien hij zijn verzoek rechtstreeks heeft ingediend bij de verzekeringsonderneming van het voertuig waarmee door deelneming aan het verkeer, het ongeval is veroorzaakt en hij binnen drie maanden na de indiening van het verzoek een met redenen omkleed antwoord heeft ontvangen. De benadeelde kan echter geen verzoek tot schadevergoeding indienen bij het Schadevergoedingsorgaan, wanneer hij rechtstreeks tegen de verzekeringsonderneming een vordering heeft ingesteld. Het Schadevergoedingsorgaan treedt op binnen twee maanden nadat de benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend, maar staakt zijn optreden zodra de verzekeringsonderneming of haar schaderegelaar een met redenen omkleed antwoord op het verzoek heeft gegeven. Het Schadevergoedingsorgaan stelt de navolgende partijen onmiddellijk in kennis van het verzoek tot schadevergoeding, met de mededeling dat het binnen twee maanden na de indiening ervan zal optreden: a)de verzekeringsonderneming van het voertuig waarmee, door deelneming aan het verkeer, het ongeval is veroorzaakt of de schaderegelaar, b)het Schadevergoedingsorgaan in de lidstaat van de vestiging van de verzekeringsonderneming die de polis heeft afgesloten, c)indien deze bekend is, de persoon die het ongeval heeft veroorzaakt.
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XIX
o the Point XIX
Deze bepaling doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om aan de tussenkomst van dit orgaan een al dan niet subsidiair karakter te geven, noch aan het recht van de lidstaten om te voorzien in de afhandeling van de verzoeken tussen dit orgaan en de personen die het ongeval hebben veroorzaakt en andere verzekeringsondernemingen of sociale zekerheidsorganen die gehouden zijn het slachtoffer ter zake van dit ongeval te vergoeden. De lidstaten mogen het orgaan echter niet toestaan de uitkering van de vergoeding afhankelijk te stellen van andere dan de in deze richtlijn vastgestelde voorwaarden, met name van de voorwaarde dat de benadeelde op enigerlei wijze aantoont dat degene die aansprakelijk is niet kan of niet wil betalen. 2.Het Schadevergoedingsorgaan dat de benadeelde in de lidstaat van zijn woonplaats heeft vergoed, kan de uitbetaalde vergoeding verhalen op het Schadevergoedingsorgaan in de lidstaat van de vestiging van de verzekeringsonderneming die de polis heeft afgesloten. Het laatstgenoemde orgaan wordt vervolgens in de rechten van degene die het ongeval heeft veroorzaakt of diens verzekeringsonderneming gesubrogeerd, ter grootte van de vergoeding die het Schadevergoedingsorgaan in de lidstaat van de woonplaats van de benadeelde heeft uitgekeerd. Elke lidstaat is verplicht deze subrogatie zoals door een andere lidstaat geregeld, te erkennen.
De Commissie brengt voor 20 juli 2005 aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de uitvoering van artikel 5 en over de doeltreffendheid van deze bepaling en dient indien nodig voorstellen in. Artikel 6 bis Centrale instantie De lidstaten nemen alle passende maatregelen om te bevorderen dat de slachtoffers, hun verzekeraars of hun wettelijke vertegenwoordigers tijdig kunnen beschikken over de basisgegevens die nodig zijn voor de afwikkeling van rechtsvorderingen. Deze basisgegevens worden, waar van toepassing, in elektronische vorm opgeslagen in een centrale databank in elke lidstaat en zijn op hun uitdrukkelijk verzoek toegankelijk voor de bij de zaak betrokken partijen.[19] Artikel 7 Indien het voertuig niet kan worden geïdentificeerd of de verzekeringsonderneming binnen twee maanden na het ongeval niet kan worden geïdentificeerd, kan de benadeelde een verzoek tot schadevergoeding indienen bij het schadevergoedingsorgaan in zijn lidstaat van woonplaats. De vergoeding wordt uitgekeerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Richtlijn 84/5/EEG. Het schadevergoedingsorgaan kan zich onder de voorwaarden van artikel 6, lid 2, verhalen:
3.Het in dit artikel bepaalde treedt in werking a)nadat er een overeenkomst is gesloten tussen de door de lidstaten opgerichte of erkende schadevergoedingsorganen betreffende hun taken en verplichtingen en de wijze van terugbetaling, b)met ingang van de datum die door de Commissie wordt vastgesteld nadat zij zich er in nauwe samenwerking met de lidstaten van heeft vergewist dat een dergelijke overeenkomst is gesloten.
a)indien de verzekeringsonderneming niet kan worden geïdentificeerd: op het in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 84/5/EEG bedoelde garantiefonds in de lidstaat waar het voertuig gewoonlijk gestald is; b)indien het betrokken voertuig niet kan worden geïdentificeerd: op het garantiefonds in de lidstaat waar het ongeval zich heeft voorgedaan; c)indien het gaat om een voertuig uit een derde land: op het garantiefonds van de lidstaat waar het ongeval zich heeft voorgedaan.
Juli 2005
Mep NL #TothePoint
12/07/05
16:24
Page XX
o the Point
Design:
XX
[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19]
Gewijzigd volgens artikel 4 van Richtlijn 84/5/EEG Gewijzigd volgens artikel 1, 1. a) van Richtlijn 2005/14/EG Gewijzigd volgens artikel 1, 1. b) van Richtlijn 2005/14/EG Gewijzigd volgens artikel 1, 2.van Richtlijn 2005/14/EG Gewijzigd volgens artikel 1, 3. a) i) van Richtlijn 2005/14/EG Gewijzigd volgens artikel 1, 3. a) ii) van Richtlijn 2005/14/EG Gewijzigd volgens artikel 1, 3. b) van Richtlijn 2005/14/EG Geschrapt volgens artikel 1, 4. van Richtlijn 2005/14/EG Geschrapt volgens artikel 1, 4. van Richtlijn 2005/14/EG De laatste zin is toegevoegd volgens artikel 3 van Richtlijn 90/232/EEG Gewijzigd volgens artikel 2 van Richtlijn 2005/14/EG Toegevoegd volgens artikel 4, 1. van Richtlijn 2005/14/EG Toegevoegd volgens artikel 4, 2. van Richtlijn 2005/14/EG Toegevoegd volgens artikel 4, 3. van Richtlijn 2005/14/EG Toegevoegd volgens artikel 4, 4. van Richtlijn 2005/14/EG Gewijzigd volgens artikel 4, 5. van Richtlijn 2005/14/EG Toegevoegd volgens artikel 5, 2. van Richtlijn 2005/14/EG Afgeschaft volgens artikel 5, 3. van Richtlijn 2005/14/EG Toegevoegd volgens artikel 5, 4. van Richtlijn 2005/14/EG
ASSURINFO is bestemd voor leden van Assuralia. De inhoud ervan is in principe vertrouwelijk. Het documentaire gedeelte van ASSURINFO bevat informatie uit diverse bronnen, waaronder een persoverzicht. Assuralia geeft deze informatie louter als documentatie, wat daarom niet betekent dat ze ook achter de inhoud staat.