White Paper
De richtlijn voor bouwproducten (CPD) Een Europese richtlijn voor veilig bouwen in de toekomst
- November 2004 -
PRESS CONTACTEN Corinne Charles Gilles Martinez Presse & Technologies Tel: + 33 1 56 56 64 64
[email protected]
Céline Révillon
[email protected] Tel: + 33 1 56 69 84 12 Pascale Strubel
[email protected] Tel: + 33 1 56 69 85 28 Voor meer informatie: www.nexans.com
Inleiding CPD: deze drie letters zullen het dagelijks leven van iedere Europeaan veranderen. Met de goedkeuring van de richtlijn voor bouwproducten (CPD) in december 1988 heeft de Europese Commissie (EC) een revolutie op gang gebracht. De CPD betekent een doorbraak op het vlak van veiligheidsnormen omdat de richtlijn de LidStaten van de Europese Unie de best mogelijke bescherming voorschrijft inzake gezondheid en veiligheid. Bovendien leidt deze richtlijn een economische revolutie in. Zij zal immers een markt veranderen die in Europa goed is voor 1045 miljard euro. De harmonisatie van normen voor bouwmaterialen betekent meteen ook het einde van de nationale belemmeringen die teruggaan tot het begin van de Europese industrialisering. Volgens het nu klassieke scenario zullen producten wijd verspreid worden, maar zal tegelijk ook de concurrentie groter worden. Dit white paper verschaft inzicht in de gevolgen van de CPD voor de bouwmarkt, en in het bijzonder voor de kabelsector. Hoewel kabels slechts een klein deel van de totale kost van een bouwproject uitmaken (minder dan 0,5 %), spelen ze een cruciale rol op het vlak van veiligheid. Een storing in de kabels kan fatale gevolgen hebben. Dat was het geval bij de brand die uitbrak in de luchthaven van Düsseldorf in april 1996. Toen lieten 17 mensen het leven en vielen er 62 gewonden. Oorzaak van deze tragedie was een kabel die vuur had gevat tijdens laswerkzaamheden. Er ontstonden giftige dampen die zich opstapelden in de valse plafonds en een vlammenzee veroorzaakten. Om stroom- en communicatiekabels aan een bepaalde regeling te laten beantwoorden heeft de EC beslist om kabels te keuren aan de hand van hun brandwerendheid en brandgedrag*. De normen voor brandwerendheid liggen al vast, de normen voor brandgedrag zullen weldra een aantal beslissende stadia doorlopen. De EC zal het aantal brandpreventieniveaus bepalen dat Europese burgers de komende jaren tegen brandgevaar zal moeten gaan beschermen. De richtlijn kan wereldwijd gevolgen hebben. Verschillende landen, waaronder China, volgen de evolutie van wetten en normen voor productveiligheid op de voet om op middellange termijn de meest doeltreffende normen over te nemen. De CPD stelt fabrikanten, en met name Nexans dat in 2003 in de Europese bouwsector een omzet boekte van 600 miljoen euro, voor een aantal grote uitdagingen. De Groep pakt uit met een groot aantal troeven, zoals expertise en een aanzienlijke technologische voorsprong die binnenkort zullen resulteren in een nieuw Europees handelsmerk: Alsecure®.
* brandwerendheid: het vermogen van een product om zijn prestaties te behouden brandgedrag: mate waarin een product bijdraagt tot de ontwikkeling van brand WP
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 2 van 25
Inhoud 1. De bouw/veiligheidsmarkt in Europa 1.1 Sterke groei in de periode van 2004-2006 1.2 Nationale handelsbarrières 1.3 Veiligheid: een groeiende bekommernis en een grote uitdaging voor de industrie
2. Presentatie van de CPD 2.1 Een praktische richtlijn 2.2 Zes hoofdvereisten 2.3 Geleidelijke harmonisatie per product 2.4 Het certificatiesysteem 2.5 De rol van de Lid-Staten: toezicht op de producten en bouwstructuren en de reglementering van hun gebruik 2.6 Enkele voorbeelden van gevolgen voor producten die reeds werden behandeld 2.6.1 Badkamerinstallaties 2.6.2 Ramen 2.7 Grotere concurrentie en inéénvloeïng van plaatselijke markten 2.8 Opportuniteiten
3. Veiligheid: een kernaspect van de richtlijn 3.1 Brand, een geduchte vijand 3.2 Brandwerendheid en brandgedrag: eindelijk een gemeenschappelijke visie voor alle LidStaten van de EU 3.3 De Euroklassentabel voor het brandgedrag van kabels is binnenkort beschikbaar 3.4 Een evolutie die de producenten meteen ter harte hebben genomen
4. De gevolgen van de CPD 4.1 De gevolgen van CPD op de markt 4.2 Cijfers die de gevolgen van de CPD voor de bouwmarkt illustreren 4.3 Groeiperspectieven voor de kabelindustrie
5. Nexans standpunt ten aanzien van de CPD 5.1 Een wereldleider die de markt steeds een stap voor is 5.2 Een wijdverspreid en consistent aanbod van een brandveilige kabel die aan de CPD kan worden aangepast 5.3 R&D werkt aan de voorbereiding van CPD-conforme producten 5.4 Een nieuw label op komst: Alsecure®
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 3 van 25
1. De bouw/veiligheidsmarkt in Europa 1.1 Sterke groei in de periode 2004-2006 Om de draagwijdte van de CPD te kennen, moet men de omvang van de betrokken sector voor ogen houden: 26 miljoen banen hangen rechtstreeks of onrechtstreeks af van de bouwmarkt1. Het is zonder meer de grootste markt in Europa. Door het vrije verkeer van goederen op te leggen via gemeenschappelijke normen, zal de CPD de situatie in de sector ingrijpend wijzigen. Twee factoren wijzen erop dat de verandering op zeer korte termijn zal plaatsvinden. Eerst en vooral is er het economisch belang van de sector, goed voor 1045 miljard euro2, en dan zijn er nog de groeiperspectieven van de sector. Euroconstruct maakte dit goede nieuws bekend op zijn vijfde conferentie in juni3. De organisatie rekent op een groei van 1,9 % in 2004, na drie jaar van quasistagnatie (+ 0,1% in 2003). In een aantal landen zou de sector zelfs een economische boom beleven. Dit is het geval in België en de Tsjechische Republiek, met een groei van meer dan 15 %, en vooral Polen en Hongarije waar de bouwmarkt tussen 2004 en 2006 meer dan 20 % zou groeien. In de grote West-Europese bouwmarkten (Duitsland, Frankrijk, Italië en Nederland) registreert men daarentegen een meer bescheiden groei (+ 5 %). Alleen in Ierland, Portugal en Noorwegen zou de bouwnijverheid erop achteruitgaan.
1
In 2003 waren 26 miljoen banen rechtstreeks en onrechtstreeks afhankelijk van deze sector (bron: Europese Bouwfederatie – FIEC).
2
Het in 1975 opgerichte Euroconstruct is een netwerk van instellingen en consulenten die gespecialiseerd2 zijn in de bouw. De organisatie telt vandaag vertegenwoordigers uit 19 landen: de 15 Lid-Staten van vóór de uitbreiding van mei 2004, en de grootste nieuwkomers, met name Polen, Hongarije, de Tsjechische Republiek en Slowakije.
3
Stockholm, 10-11 June 2004: 57th Euroconstruct conference
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 4 van 25
Renovatie van woningbouw, de drijvende kracht achter de groei De Europese woningbouwmarkt (196 miljoen dossiers) is goed voor 489 miljard euro, zo'n 46 % van de volledige bouwmarkt. In de renovatiemarkt tekent zich een sterke groei af sinds 2000. De omzet van 2003 oversteeg die van nieuwbouwprojecten en zou tegen 2006 254 miljard euro moeten opbrengen. Daarmee voert deze markt de groei in de hele sector aan.
Stagnatie van de niet-residentiële bouwmarkt De niet-residentiële bouwmarkt (330 miljard euro, 32 % van de markt) omvat gebouwen die door onderwijs- en gezondheidsinstellingen of voor industriële, commerciële en kantooractiviteiten worden gebruikt. Euroconstruct voorziet geen verbetering voor 2005.
Investeringen in infrastructuurwerkzaamheden blijven op peil Twee derde van de infrastructuurmarkt, goed voor een omzet van 230 miljard euro (22 % van de markt), is in handen van de vijf grootste Lid-Staten van de Europese Unie (Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk). Deze sector, die nauw samenhangt met de evolutie van het bruto nationaal product (BNP), wordt over het algemeen gekenmerkt door een stabiele groei, met uitzondering van de Centraal-Europese landen die in mei 2004 tot de EU zijn toegetreden. Hun aandeel blijft echter relatief klein.
1.2 Nationale handelsbarrières Hoewel de bouwmarkt van vitaal belang is voor de meeste economieën, blijft ze sterk gefragmenteerd en blijken de nationale grenzen vaak moeilijk te overschrijden. Binnen de nationale grenzen gelden vaak aparte bouwmethodes, beroepspraktijken en normen die de eigen markt als het ware afschermen. In Duitsland kunnen kabels bijvoorbeeld worden gelegd tijdens het betonstorten, een techniek die in Frankrijk ongebruikelijk is. In Zuid-Europa (Italië en Spanje) gebruikt men aparte methodes, zoals flexibele geleiders, en maakt men veelvuldig gebruik van halogeenvrije kabels, zodat de markt grotendeels voorbehouden blijft voor plaatselijke producenten. Er gelden dus talloze bouwvoorschriften en veiligheidsnormen. Ieder Europees land heeft ook z'n eigen normalisatie-instellingen en hanteert zijn eigen normen: NF in Frankrijk, DIN in Duitsland, BS in het Verenigd Koninkrijk, CEI in Italië, en daarbovenop komen nog eens de internationale normen: ISO, IEC, enz. . De normen voor een gelijkaardig product verschillen dus van land tot land. Zo vervaardigt men in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk industriële kabels van hetzelfde type op drie verschillende manieren. In theorie zijn kabels die in deze drie landen worden vervaardigd onderling verwisselbaar, maar in de praktijk blijkt dit een heel stuk moeilijker. Producenten kunnen zoveel kabeltypes maken als er nationale voorschriften zijn, maar de economische logica zet hen ertoe aan om zich vooral te richten op de lokale markt, vooral wanneer die voldoende groot is.
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 5 van 25
1.3 Veiligheid: een groeiende bekommernis en een grote uitdaging voor de industrie In Frankrijk breekt er iedere twee minuten brand uit, met jaarlijks meer dan 500 dodelijke slachtoffers4. De meeste slachtoffers vallen als gevolg van de inademing van schadelijke dampen. Bovendien neemt het risico op sterven toe als gevolg van de extreem hoge temperaturen bij brand. In een brandend vertrek kan de temperatuur al snel oplopen tot 600 °C. Voor een succesvolle evacuatie mag de temperatuur evenwel niet boven de 80 °C liggen. Brand in grote gebouwen wordt in de meeste landen weliswaar als een ernstige bedreiging beschouwd, maar niet overal worden dezelfde voorzorgsmaatregelen getroffen. De maatregelen voor brandpreventie in de Verenigde Staten verschillen bijvoorbeeld van de Europese.
Voor de VS is de reductie van hittestraling een prioriteit Deze verschillen zijn in de eerste plaats te wijten aan een verschillende filosofie van brandgevaar. In de VS besteedt men vooral aandacht aan de hitte. In de Amerikaanse perceptie staat het begrip 'flash-over' centraal. Amerikaanse deskundigen menen dat na een plotse verbranding van verbrandingsgassen in een gesloten brandende kamer – vaak als gevolg van een plotse instroom van zuurstof van buiten – de hoeveelheid koolstofmonoxide direct afhankelijk is van de hitte. Volgens hen kunnen er meer mensen worden geëvacueerd vóór de flash-over van de verbrandingsgassen plaatsvindt op voorwaarde dat de hitte onder controle wordt gehouden.
De Europeanen willen rookontwikkeling en dampen reduceren Europese deskundigen houden er een andere mening op na. Ze stelden vast dat veel mensen de dood vinden omdat ze het brandende gebouw niet tijdig kunnen verlaten. Waarom? Volgens hen hangt dit nauw samen met de rookdichtheid en de toxiciteit van de dampen waardoor mensen in het gebouw de uitgang niet vinden. De Europese Unie wil via de richtlijn voor bouwproducten (CPD) ervoor zorgen dat er bij brand vooral rekening wordt gehouden met de hoeveelheid rookgassen en dampen.
Een uitdaging voor de industrie wereldwijd De veiligheid van mensen en de bescherming van eigendommen betekent een grote uitdaging voor de industrie. Een groot aantal landen wil zijn wetgeving op dit vlak verbeteren. Dit geldt vooral voor China. Ondanks een enorme nationale brandweerkorps van 20.000 brandweerwagens eisen branden er regelmatig een hoge tol. In februari van vorig jaar kwamen 53 mensen om in een brand in een vijf verdiepingen hoog winkelcentrum in Jilin, een stad in Noordwest-China. Om haar wetgeving te verbeteren volgt China, net als een aantal andere landen, de evolutie van de Europese CPD op de voet. Als de Chinese overheid zich op termijn op de Europese wetgeving inspireert, zullen ze voorrang geven aan bedrijven wier producten voldoen aan deze normen. Deze bedrijven zullen sneller en doeltreffender kunnen inspelen op de Chinese vereisten. Hoogtechnische discussies kunnen dus ook andere spelers betrekken en interessante perspectieven bieden voor de industrie.
4
Directoraat Burgerbescherming, Ministerie van Binnenlandse Zaken.
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 6 van 25
2. Presentatie van de CPD 2.1 Een pragmatische richtlijn De Europese Commissie heeft de CPD aangenomen op 21 december 1988 onder de naam 89/106/CEE5. Volgens de commissarissen moest dit de Europese Unie dichter brengen bij haar primaire doelstelling: de creatie van een eenheidsmarkt6. Als men een banaal artikel als een elektrisch scheerapparaat voor de geest houdt dat vaak in een aantal Lid-Staten niet kan worden gebruikt, beseft men al snel hoe complex deze opdracht is. Met de CPD wil de EC 'één enkele grote bouwmarkt' creëren. De EC situeert de evolutie van zijn richtlijn rond twee sleutelelementen. Het eerste element is de 'Single European Act' van 1986, waarin kwesties als gezondheid en veiligheid voor de Europese burgers centraal staan7. Het tweede centraal element is de zogenaamde 'nieuwe benaderingsmethode' die in 1985 is ontwikkeld. Van dan af aan is de EC er daadwerkelijk mee opgehouden nauwkeurig omschreven strenge technische maatregelen op te leggen aan producenten. Volgens de nieuwe methode moeten producenten: - belangrijke veiligheidsvoorschriften naleven die zijn aanbevolen in de richtlijnen, - en ervoor zorgen dat hun producten voldoen aan de geharmoniseerde Europese normen8 (EN) die voortkomen uit die richtlijnen. De voornaamste reden dat de EC koos voor de bouwmarkt is dat het een van de grootste economische sectoren is die alle Lid-Staten gemeenschappelijk hebben. Door de handelsbarrières in deze sector op te ruimen, vrijwaart men het vrije verkeer van goederen. De tweede reden heeft betrekking op het enorm aantal regels waaronder de markt heeft te lijden. Zo gebruiken de Lid-Staten alleen al op het vlak van brandgedrag van producten 30 verschillende testmethodes voor kabels die op hun beurt zijn gebaseerd op 20 specifieke ISOgekeurde methodes9. Dat leidt tot een gebrek aan conformiteit tussen naburige Lid-Staten.
5
Gewijzigd door richtlijn 93/68/CEE die een nauwkeurige omschrijving bevat van de conformiteitscertificatiesystemen 6 De Single European Act van 1986 voorzag de realisatie van de interne markt tegen 1 januari 1993. 7 De Single European Act werd geratificeerd in 1986 en voegde twee artikels in verband met veiligheid en gezondheid toe aan het Verdrag van Rome van 1957. De artikels 100A en 118A werden respectievelijk de artikels 95 en 138 van het Verdrag van Amsterdam. Ze kennen de Europese Commissie de bevoegdheid toe om na te gaan of de gezondheid en veiligheid van de burgers in de Lid-Staten voldoende zijn gerespecteerd. 8 Identieke standaarden voor de hele Europese Unie (EU) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG). 9 Document van het Permanente Comité voor de Bouw dat verbonden is aan de Commissie, cf http://europa.eu.int/comm/enterprise/construction/internal/essreq/fire/sbiround/firebkg.htm omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 7 van 25
Brandproef op kabel uitgevoerd bij NRC in Lyon conform de EN 50200-norm (NRC: Nexans Research Center)
2.2 Zes hoofdvereisten De commissarissen besloten om de Europese wetgeving grondig te herzien voor het ontwerp van de CPD. En wat ontdekten ze? Alle wetten zijn georiënteerd rond zes essentiële elementen. Zij vormen meteen de zes hoofdvereisten van de richtlijn. Alle bouwprojecten (gebouwen en bouwwerken) zullen aan deze vereisten moeten voldoen.
Het gaat om de volgende vereisten: 1. mechanische weerstand en stabiliteit 2. brandveiligheid 3. hygiëne, gezondheid en milieu 4. gebruiksveiligheid 5. geluidsbescherming 6. energiebesparing en warmte-isolatie Deze vereisten worden natuurlijk eerst en vooral toegepast op bouwstructuren (gebouwen en bouwwerken) om hen een 'redelijke economische levensduur' te garanderen, en in tweede instantie op producten. De commissarissen menen dat 'elk product dat werd geproduceerd om op duurzame wijze te worden verwerkt in een gebouw of bouwwerk' onder deze categorie valt (artikel 1 van de CDP). Volgens de richtlijn wordt een 'bouwproduct' gedefinieerd aan de hand van vier criteria: - het moet worden vervaardigd in een fabriek (in tegenstelling tot bouwstructuren die op de werf worden geassembleerd); - het moet op de markt worden verkocht; - het moet permanent deel uitmaken van een bouwwerk; - het wordt rechtstreeks of onrechtstreeks gereglementeerd door de bouwreglementen van ten minste een Lid-Staat.
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 8 van 25
Een norm voor conformiteit Hoe kan men zich ervan vergewissen dat een product voldoet aan de zes hoofdvereisten? Er is maar een oplossing: een norm voorschrijven. De EC heeft dit mandaat (in EU-jargon) toevertrouwd aan drie normalisatie-instellingen: CEN (Europees Comité voor Normalisatie), CENELEC (Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie) en EOTA (Europese Organisatie voor Technische Goedkeuring).
2.3 Geleidelijke harmonisatie per product Om een norm uit te werken maken de normalisatie-instellingen gebruik van verklarende documenten (een voor elk van de zes hoofdvereisten). Deze documenten werden opgesteld door technische comités en op 31 januari unaniem goedgekeurd door het Permanent Comité voor de Bouw (Publicatieblad C 62 van 28 februari 1994) . Het normalisatieprogramma zou meer dan 1000 normen (voor producten, berekeningen en testen) moeten voortbrengen. Tegen september 2004 waren er reeds meer dan 120 normen gepubliceerd en omgezet in de nationale wetgeving van de verschillende Lid-Staten10. De uitwerking van een norm kan verscheidene jaren in beslag nemen. De reden hiervoor is dat er twee grote moeilijkheden dienen te worden overbrugd. Eerst en vooral moeten deskundigen het eens worden over een aantal bijzonder moeilijke technische aspecten. Brandgedrag is een van die aspecten. Een werkgroep die belast is met onderzoek op dit terrein is jaren bezig geweest met het opstellen van een test om het brandgedrag van geïsoleerde producten te meten. De 'SBI'-norm (Single Burning Item) EN 13823-2002 zag dan ook pas op 13 februari het levenslicht. De technische vereisten zijn dermate streng dat een aantal producten niet kunnen worden getest bij het verlaten van de fabriek, maar alleen in een 'normale' gebruiksomgeving. Na - en soms reeds tijdens - deze fase staat men voor een meer politieke uitdaging wanneer het erop aan komt de norm te bekrachtigen, en er consensus moet worden bereikt tussen de verschillende Lid-Staten.
10
CEN biedt up-to-date informatie over zijn activiteiten op: http://www.cenorm.be/cenorm/businessdomains/businessdomains/construction/cpdojsnapshot20041007. pdf Iedere Lid-Staat zet die normen vervolgens om in z’n nationale wetgeving. Voor Frankrijk kunt u terecht op de website van het Ministerie van Openbare instellingen en Openbare werken (http://www.construction.equipement.gouv.fr/). omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 9 van 25
De uiteindelijke technische specificaties voor producten kunnen twee vormen aannemen: - 1) Geharmoniseerde Europese normen of delen ervan11 die door CEN en/of CENELEC werden opgesteld; -
2) Europese technische keuring ingesteld door EOTA. De richtlijn biedt hier een oplossing ingeval er geen sprake is van een geharmoniseerde norm, een erkende nationale norm of een mandaat om te beslissen over een Europese norm, en wanneer er geen mogelijkheid bestaat om een norm op te stellen.
Zodra die normen en keuringen zijn opgesteld, voorzien ze een lijst van testmethodes en normen die producenten toelaten de nodige conformiteitcertificatie te verkrijgen om hun producten op de markt te kunnen aanbieden. Deze normen zijn een maat voor de prestaties van producten en verschillen van andere normalisatiesystemen die enkel voorschrijven welke middelen vereist zijn om een bepaald resultaat te behalen. De EC gebruikt deze beslissingen om producten te classificeren volgens hun prestaties. De kwestie rond de brandweerstand van elektrische kabels werd geregeld door de beslissing 2000/367/CEE van 3 mei 2000 . Elektrische kabels worden voortaan ondergebracht in een van vijf categorieën al naargelang ze vuurbestendig zijn gedurende 15, 30, 60, 90 of 120 minuten. De eerste Europese testnorm EN 50200 voor kabels met een diameter van minder dan 20 mm is een feit. Op dit moment legt men de laatste hand aan een elektrische kabel (Euroklassen) en een testnorm (EN 50399) voor het brandgedrag van stroomkabels.
Lid-Staten zullen per decreet, besluit of via een mededeling deze productclassificatie omzetten in hun nationale wetgeving.
2.4 De certificatiesystemen Zodra de prestatieklassen zijn opgesteld en de normen zijn bekendgemaakt, zal de producent of importeur het CE-logo mogen hanteren (dat eveneens normgebonden is) voor producten die conform aan de richtlijn werden verklaard. Maar hoe kan men nadien nagaan of een product aan de vereisten 'blijft' voldoen? Er zijn twee mogelijkheden. Volgens de eerste mogelijkheid moet de producent of importeur hiervoor alleen maar een productiecontrolesysteem opzetten. In het tweede geval moet hij de goedkeuring krijgen van een certificatie-instelling12.
11
Het 'geharmoniseerde' deel van de norm heeft betrekking op producteigenschappen die een centrale rol spelen bij het voldoen aan de hoofdvereiste. Het 'vrijwillige' aspect van de norm of de 'vrijwillige' normen hebben betrekking op alle andere eigenschappen. 12 Artikel 13.3 van richtlijn 89/106/CEE, de CPD richtlijn. omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 10 van 25
De EC beslist voor elke productcategorie welk systeem moet worden toegepast om de conformiteit te bekrachtigen (bijlage III van de richtlijn). Deze bepaling duikt ook op in nationale wetteksten die de richtlijn in nationale wetgeving van de Lid-Staten omzetten. Een product kan op die manier conform aan de norm worden verklaard door een erkende certificatie-instelling of door de producent zelf, al naargelang het geval. In het eerste geval is het de organisatie die de testen uitvoert conform het geharmoniseerde deel van de aangenomen norm of de Europese technische keuring, en de conformiteit bevestigt. In het tweede geval voert de producent de testen en controles zelf uit. De producent mag deze taken ook uitbesteden aan gespecialiseerde organisaties.
Zes manieren om een certificatie te bekomen De vier elementaire gevallen zijn afhankelijk van: 1) de conformiteitverklaring (dit kan gebeuren door een erkende certificatie-instelling of rechtstreeks door de producent, vandaar het onderscheid tussen de twee mogelijkheden); 2) de soort inspectie (die kan worden uitgevoerd op de producten of op de productielijn; ook hier bestaat er een onderscheid tussen twee mogelijkheden). Twee andere mogelijkheden gaan diagonaal over dit onderscheid aangezien ze worden bepaald door de vraag of de inspecties op productstalen worden uitgevoerd door een erkende certificatieinstelling of door de producent zelf. Dit brengt het totaal aantal mogelijkheden op zes.
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 11 van 25
2.5 De rol van de Lid-Staten: toezicht op de producten en bouwstructuren en het reglementeren van hun gebruik Een CE-markering laat toe dat een product overal kan worden verhandeld, zonder evenwel te ontsnappen aan controle. De Lid-Staten kijken nauwlettend toe op iedere inbreuk en trachten vooral te voorkomen dat er barrières worden opgetrokken tegen het gebruik van de producten, in het bijzonder door regels die worden opgelegd aan overheidsinstellingen. Iedere Lid-Staat behoudt ook zijn regulerende rol aangezien ze moeten nagaan of de bouwstructuren waarop de richtlijn betrekking heeft, daadwerkelijk voldoen aan de zes hoofdvereisten. De overheid garandeert op die manier onder meer de betrouwbaarheid van stabiliteitsberekeningen, enz.
Opgelet! Iedere Lid-Staat beslist over het welk type product geschikt is voor een bepaalde toepassing. Welk type kabels moet worden gebruikt in ziekenhuizen, overheidsgebouwen en hoogbouw? Deze vragen ressorteren onder de bevoegdheid van de Lid-Staat, zoals vereist door het bekende 'subsidiariteitsbeginsel' dat van toepassing is op iedere vraag waarover de terzake bevoegde instelling moet beslissen.
2.6 Enkele voorbeelden van gevolgen voor producten die reeds werden behandeld 2.6.1 Badkamerinstallaties Deze markt heeft vooral betrekking op de renovatie van installaties (70 %) en is jaarlijks goed voor de verkoop van 20 miljoen units en een omzet van 3 miljard euro. Na een golf van mergers en overnames wordt de wereldmarkt op dit moment beheerst door drie grote bedrijven: Sanitec (Finland), Ideal Standard (VS) en Roca (Spanje). Vóór de harmonisatie moesten producenten specifieke producten voorzien voor 12 verschillende testcertificatiesystemen. Dankzij de harmonisatie konden de kosten van de sector worden verlaagd en kon de distributie van de producten worden geoptimaliseerd. Het budget voor testen en certificatie zou van 8 miljoen tot 2 miljoen euro worden teruggebracht. De 10 miljoen euro die werden besteed aan marketing, opslag en verpakking zouden ook aanzienlijk verlaagd moeten worden. Het naar beneden halen van de nationale handelsbarrières betekent meer concurrentie en een snellere herstructurering van de sector. De jaarlijkse kostenverlaging wordt geraamd op 200 miljoen euro13. 13
Europese Commissie / DG Ondernemingen / Gevolgen van de regulering en harmonisatie voor de handel in bouwmaterialen in de interne markt - Case Studies Report omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 12 van 25
2.6.2 Ramen In deze markt, waar duizenden kleine ondernemingen actief zijn, zullen de grootste bedrijven dankzij de normalisatie het afzetgebied voor hun producten kunnen vergroten. De potentiële kostenverlaging zou oplopen tot 1 miljard euro. Op lange termijn zal de ontwikkeling van elektronisch gegevensuitwisseling en e-commerce de groei van de best presterende bedrijven verder aanwakkeren. De kosten van testen en certificering in deze sector zouden ieder jaar met ongeveer 10 miljoen euro afnemen. Verschillende kleine ondernemingen zullen echter voor het eerst worden geconfronteerd met dergelijke procedures. Tegelijkertijd zal er tussen de 100 en 500 miljoen euro vrijkomen voor de ontwikkeling van nieuwe producten. De sector is nog erg versnipperd, maar zou in de komende jaren worden geconsolideerd.
2.7 Grotere concurrentie en interactie tussen plaatselijke markten De toepassing van de CPD zal resulteren in een grotere concurrentie als gevolg van de opening van markten die zich tot nog toe exclusief op de eigen markt richtten. John Goodall, woordvoerder voor de Europese Federatie van de Bouwindustrie (FIEC), meent echter dat de gevolgen zullen variëren al naargelang de producten. Volgens hem zal dit vooral gevolgen hebben voor de lichtste producten met de grootste meerwaarde omdat hun transportkosten laag blijven. Andere producten, zoals cement of grind, zullen zich voornamelijk blijven richten op de binnenlandse markt, maar in termen van waarde vertegenwoordigen ze slechts een derde van het totaal.
2.8 Opportuniteiten Voor de spelers op de markt schept deze nieuwe situatie ongekende groeimogelijkheden. De eerste mogelijkheid hangt samen met de kwaliteit. Door de eliminatie van de nationale grenzen zorgt de CPD ervoor dat de markt op basis van kwaliteit wordt onderverdeeld, en niet meer volgens nationale normen. De eindgebruiker zal alle producten kunnen vergelijken op basis van één enkele prestatieregeling. Dit biedt de mogelijkheid om nieuwe beter presterende producten aan te bieden die volledig beantwoorden aan de criteria uit de richtlijn. Net als andere producenten in de bouwmarkt heeft Nexans lang gewerkt aan de voorbereiding.
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 13 van 25
3. Veiligheid: een kernaspect van de richtlijn 3.1 Brand, een geduchte vijand In Frankrijk, een van de landen met de strengste brandreglementering, breekt elke twee minuten brand uit, en eisen branden jaarlijks ongeveer 500 dodelijke slachtoffers en heel wat materiële schade. Overal ter wereld halen branden regelmatig het nieuws. In augustus jongstleden kwamen nog 460 mensen om in een brand die een winkelcentrum in Paraguay in as legde. Daarmee werd nog maar eens gewezen op het gevaar van brand in afgesloten ruimtes en het verhoogde risico op dood door verstikking. In dit opzicht zijn ondergrondse spoorwegen en tunnels buitengewoon kwetsbare plaatsen. De brand in het Londense metrostation Kings Cross in 1987 eiste 31 levens. In 1995 eiste een brand in de metro in Bakoe (Azerbeidzjan) 300 mensenlevens. Vijf jaar later brak er in Kaprun (Oostenrijk) in een tunnel van de kabelbaan brand uit, waarbij 155 doden vielen. Kabels spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van een brandhaard aangezien zij doorheen het hele gebouw of bouwwerk lopen. Ze kunnen dus de belangrijkste factor worden bij de verdere verspreiding van een brand. Kabels kunnen ook een dicht en ondoordringbaar gordijn van giftige dampen veroorzaken. De brand in de luchthaven van Düsseldorf op 12 april 1996 (17 doden) en de brand in de Mont Blanc-tunnel op 24 maart 1999 (39 doden) zijn de meest frappante voorbeelden van deze dreiging. Over het algemeen zijn dampen en gassen verantwoordelijk voor 50 tot 70 % van de dodelijke slachtoffers bij brand. Conventionele stroomkabels spelen een bijzondere rol in dit proces. Hun mantels bevatten stoffen die ondoorzichtige en giftige dampen verspreiden wanneer ze vuur vatten. Deze gassen veroorzaken: - verstikking (als gevolg van CO2) - een verlaging van het zuurstofgehalte in het bloed met mogelijk fatale gevolgen - verlaagde reactie van de spieren
Nexans' vuurbestendige PYROLYON® CR1-kabel voor de Franse markt
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 14 van 25
Gassen die vrijkomen bij brand bemoeilijken het werk van reddingswerkers. Bij de meeste branden worden brandweerlui geconfronteerd met dezelfde obstakels: - zeer snelle verspreiding van rook en gassen; ongeveer 15 meter/seconde, - moeilijkheden bij de lokalisering van de brandhaard, - reddingswerkers kunnen moeilijk doorwerken, - panikerende slachtoffers die dreigen te verstikken kunnen niet reageren. De chemische reactie van een brand is zo goed als onvoorspelbaar "Wetenschappelijk gezien is een brand een zeer complex probleem”, bevestigt Yves Parasie, Technisch Directeur van de R&D-afdeling van het departement Energie bij Nexans. "Het behoort tot een van de meest complexe chemische verschijnselen: men kan geen enkele reactie uitsluiten! Verschillende parameters kunnen het resultaat beïnvloeden, zoals de omgevingstemperatuur, de hoeveelheid en de aard van het brandbaar materiaal, de indeling en de aard van het gebouw. Zelfs met zeer gesofisticeerde simulaties blijft het resultaat onzeker. Er dienen steeds testen te worden uitgevoerd." Ondanks de inherente complexiteit van het proces, gaan specialisten ervan uit dat er rekening moet worden gehouden met twee aspecten, met name brandweerstand en brandgedrag. Brandweerstand Als een product blijft functioneren in geval van brand, spreekt men van een 'brandwerend' product. Het brandwerend vermogen van een product wordt gemeten in minuten. Brandgedrag Door te branden, gloeiende bestanddeeltjes of rook te verspreiden kan de kabel in meerdere of mindere mate bijdragen tot de verdere ontwikkeling van brand. De CPD zorgt ervoor dat alle bouwmaterialen worden ingedeeld op basis van deze twee aspecten. Dit proces heeft echter om twee redenen nog geen vruchten afgeworpen. Eerst en vooral moet de laatste hand gelegd worden aan de geharmoniseerde normen en moet ieder product worden getest. Vervolgens moeten de technische vertegenwoordigers van de Lid-Staten akkoord gaan met de classificatie van ieder product.
3.2 Brandweerstand en brandgedrag: eindelijk een gemeenschappelijke visie in alle EU-landen Brandweerstand wordt gemeten in minuten Hoelang moet een product blijven functioneren tijdens een brand? Dit is het belangrijkste criterium dat werd vastgelegd door een beslissing van de EC van 3 mei 2000 (2000/367/CE). In de bijlagen bij deze beslissing worden bepaalde producten geclassificeerd, zoals wanden, vloeren, daken, scheidingswanden en deuren. In deze initiële classificatie werden stroomkabels opgenomen en onderverdeeld in vijf categorieën, al naargelang ze gedurende ten minste 15, 30, 60, 90 of 120 minuten weerstand bieden tegen vuur. In dezelfde beslissing werden ook de criteria vastgelegd voor brandwerende deuren en afsluitingen die in negen klassen werden ondergebracht. Naar analogie met kabels bevat de eerste klasse deuren die gedurende ten minste 15 minuten brandwerend zijn, terwijl de meest brandwerende deuren vier uur lang aan het vuur moeten kunnen weerstaan. omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 15 van 25
Brandgedrag is gebaseerd op een groot aantal criteria De evaluatie van het brandgedrag van een product stelt ons voor een aantal grotere problemen. In haar beslissing van 8 februari 2000 (2000/147/CE) wilde de EC een antwoord formuleren op drie essentiële vragen: - in welke mate verspreidt een product vuur? - welke hoeveelheid warmte geeft het af wanneer het brandt? - produceert het brandende product rook en gassen?
3.3 De Euroklassenkabel voor brandgedrag van materialen is binnenkort beschikbaar De EC heeft een tabel opgesteld met zes klassen (A tot F) op basis van verplichte en bijkomende criteria14 (Euroklassen). De verplichte criteria zijn hoofdzakelijk gebaseerd op hitteverspreiding en vlamhoogte. De bijkomende criteria hebben betrekking op rookontwikkeling en brandende partikels. Klasse D is de standaardreferentie met producten die branden zoals constructiehout. Producten in klasse F zijn niet onderworpen aan een prestatie-evaluatie (bv. kabels uit polyethyleen). Producten uit klasse A zijn niet brandbaar. De tabel met kabels zal binnen afzienbare tijd worden goedgekeurd. In principe behoren kabels met een niet-brandbare minerale isolatielaag tot klasse A, terwijl de meeste die vandaag worden gebruikt tot klasse E behoren. De basiselementen van de toekomstige tabel worden hieronder samengevat:
Klasse A Klasse B1, B2 Klasse C Klasse D Klasse E Klasse F
geen brandbaar materiaal beperkte vlamhoogte en hitteverspreiding middelmatige vlamhoogte en hitteverspreiding hitteverspreiding die vergelijkbaar is met die van brandend constructiehout middelmatige vlamhoogte geen brandweerstand vereist
14
Verplichte criteria: verspreiding van de vlammen, grote energiewaarde, hitteontwikkeling Bijkomende criteria: rookontwikkeling, zuurtegraad van de dampen en gloeiende bestanddeeltjes in bepaalde klassen. omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 16 van 25
De hele kabelindustrie staat positief tegenover de classificatie van haar producten. Sycabel, de beroepsorganisatie van de Franse kabelproducten heeft dit onlangs op de volgende manier bevestigd: "Door het gebruik van kabels met een verbeterd warmtegedrag en een lage rookemissie voor te schrijven in situaties die een risico inhouden of gekenmerkt worden door een gebrekkige evacuatie, kunnen reguleringen de veiligheid aanzienlijk verbeteren."
3.4 Een evolutie die de producenten meteen ter harte hebben genomen De grootste spelers op de markt hebben echter niet op de CPD gewacht om kabels met een verbeterd brandgedrag aan te bieden. Deze kabels kunnen in twee categorieën worden ondergebracht: 1. kabels die brand weerstaan voor een vooraf vastgestelde tijdspanne, 2. kabels die beter aan de vlammen weerstaan. Deze kabels zullen naar alle waarschijnlijkheid onder de best presterende categorieën van de Euroklassentabel vallen (A tot C). Brandwerende kabels De isolatiemantel van deze kabels is meestal vervaardigd uit siliconen. Wanneer ze worden blootgesteld aan de vlammen, komen er geen partikels vrij, maar krijgen ze een glasachtige structuur. Op die manier kunnen ze gedurende een vooraf te bepalen tijd blijven functioneren. Kabels met een verbeterd brandgedrag Producten met deze eigenschap combineren twee voordelen: ze vertragen de verspreiding van het vuur en vermijden of beperken de ontwikkeling van rook en gassen. Om de verspreiding van vuur te vertragen, worden elementen zoals magnesium aan de beschermende mantel toegevoegd. Als de mantel vuur vat tijdens een brand, geeft ze watermoleculen af die de temperatuur verlaagt en zo het vuur afremt.
LYONOTOX® 'vlamvertragende' kabel voor de Franse markt
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 17 van 25
Talloze ontwikkelingen hebben aanleiding gegeven tot het gebruik van halogeenvrije materialen die minder rook en vooral geen zure dampen afscheiden. De laatste twintig jaar hebben deze kabels hun weg gevonden naar sectoren met een verhoogd risico op brand, zoals de sector van het openbaar vervoer. De branden in het station van Kings Cross in Londen en op de luchthaven van Düsseldorf staan nog in het collectieve geheugen gegrift. Onder andere de RATP, SNCF, Eurotunnel en Aéroports de Paris maken gebruik van dit type kabel. Andere sectoren zoals de computerindustrie hebben eveneens geïnvesteerd om het verlies van data te beperken en hun netwerken zo snel mogelijk weer operationeel te krijgen. Na een brand in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland hebben halogeenvrije datakabels in deze sector reeds een marktaandeel van meer dan 50 % bereikt. Deze kabels bieden dan ook een kwaliteitsoplossing, en kabelproducenten geven de raad om hen algemeen te gaan gebruiken in kritische plaatsen, zoals onder meer in hoogbouw, overheidsgebouwen en wegtunnels.
Voorbeelden van gebruik van Nexans' kabels in een bouwproject LAN Kabels
Kabels voor audiovisuele bewaking
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Brandveilige kabels
Liftkabels
Pagina 18 van 25
4. De gevolgen van de CPD 4.1 De gevolgen van de CPD op de markt De CPD zorgt ervoor dat brandveiligheid duidelijk wordt gemaakt aan het grote publiek door de producten te classificeren volgens prestatieniveau. Hoelang biedt een bepaald product weestand tegen vuur? Behoort het product tot klasse A, B of F? Over heel Europa zullen dergelijke eenvoudige vragen toelaten om veiligheidssystemen direct te vergelijken. Door meer duidelijkheid te scheppen in deze situatie, zal de CPD het publiek laten zien dat kabels een degelijk passief beveiligingssysteem vormen. Kabels vervullen deze rol eigenlijk sinds lang, aangezien de nationale wetgeving op dit terrein een stuk strenger is geworden. Deze tendens zal zich doorzetten omdat kabels een verwaarloosbaar onderdeel vormen in de totale kostprijs van een bouwproject: namelijk minder dan 0,5 %. De marge voor kostenbesparing is dan ook zeer klein in vergelijking met het risico op brand en de dramatische, zoniet tragische, gevolgen. Het is dan ook erg waarschijnlijk dat producenten, distributeurs en installateurs van kabels hun prijzen op een redelijk niveau zullen handhaven om het gebruik van brandveilige kabels te stimuleren. De CPD biedt een algemeen kader voor keuzes, maar rekent niet af met het verleden en biedt evenmin garanties voor de toekomst. De Europese Lid-Staten zullen strengere veiligheidsstandaarden kunnen invoeren indien ze dat wensen.
4.2 Cijfers die de gevolgen van de CPD voor de bouwmarkt illustreren De CPD zal gevolgen hebben voor alle openbare bouwwerken (overheidsgebouwen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, enz.) en hoogbouw. Slechts 10 % van de rest van de markt zal hier gevolgen van dragen. De richtlijn zal gevolgen hebben voor drie segmenten van de kabelmarkt: - 40% van het segment van laagspanningskabels - 60% van het segment van datakabels en optische vezelkabels - 100% van het segment van brandwerende kabels
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 19 van 25
De potentiële markt is goed voor 1,4 miljard euro, waarvan 80 % wordt ingenomen door laagspanningsnetwerken en 20 % door datakabels.
Belangrijk cijfermateriaal 1,4 miljard euro = marktwaarde van kabels waarop de CPD mogelijk van toepassing is
4.3 Groeiperspectieven voor de kabelmarkt De vernieuwde groei van de bouwsector zal ook de kabelindustrie ten goede komen. Als gevolg van de constante technologische evolutie zijn kabels alom tegenwoordig in gebouwen. Op een kantooroppervlakte van 100 m2 treft men gemiddeld bijna 200 kg kabels aan!15 Toch bedraagt hun aandeel in de totale bouwkosten gemiddeld slechts 0,5 %. De waarde van de totale Europese kabelmarkt bedraagt 16 miljard euro, waarvan 6 miljard in de bouwsector. Kabels en veiligheid Kabels spelen een alsmaar belangrijkere rol in de transmissie van informatie en elektriciteit. Hun goede werking is van vitaal belang in verschillende situaties: branddetectiesystemen, noodverlichting, nooduitgangverlichting en afvoersystemen voor rook en gassen. In al deze domeinen moeten kabels hun rol blijven vervullen in moeilijke omstandigheden. In bepaalde domeinen kan de minste storing of het kleinste gebrek resulteren in ernstige en mogelijk zelfs fatale gevolgen, vooral in vervoerssystemen (ondergronds spoorverkeer, treinen, luchtvaart). De ontwikkeling van kabels met een verbeterd brandgedrag Om tegemoet te komen aan deze uitdagingen, heeft de kabelindustrie producten met een verbeterd brandgedrag ontwikkeld. Deze kabels leveren in Europa16 een jaarlijkse omzet op van 500 miljoen euro.
15 16
Sycabel, beroepsorganisatie van Franse kabelindustrie 2001 statistieken. Bron: Nexans
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 20 van 25
Kabels met een verbeterd brandgedrag kunnen worden ondergebracht in twee categorieën: - de zogenaamde 'brandwerende' kabels die blijven functioneren in geval van brand, en- kabels met een beter 'brandgedrag', met een minimale ontwikkeling van vlammen, hitte of rook, zodat het vuur zich minder snel kan verspreiden en het aantal dodelijke slachtoffers beperkt blijft. Deze kabels kunnen functies vervullen, zoals: - vervoer van stroom naar voedingssystemen die moeten blijven werken in geval van brand (afvoersysteem voor rook, nooduitgangverlichting, liften), - overdragen van cruciale gegevens (rookdetectie, videobewaking, brandalarm, controle van evacuatiesystemen).
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 21 van 25
5. Nexans' standpunt ten aanzien van de CPD 5.1 Een wereldleider die de markt steeds een stap voor is Nexans haalt reeds 25 % van z'n 4 miljard omzet (verkoopsomzet in 2003) uit de residentiële en industriële bouwmarkt die op termijn het voorwerp van de CPD zullen uitmaken. Vandaar dat het strategisch aspect zo'n belangrijke rol speelt.
Belangrijk cijfermateriaal 25% van Nexans' omzet is afkomstig uit de residentiële en industriële bouwmarkt
Nexans houdt steeds rekening met veranderingen in de markt en kon zo snel inspelen op de toenemende vraag naar veiligere en beter presterende producten. Dankzij deze strategie werd Nexans een van de eerste producenten en leveranciers van brandwerende kabels ter wereld. Men treft de producten van Nexans niet alleen aan in de bouwindustrie, maar bijvoorbeeld ook in scheepsbouw, boorplatformen en satellieten om er slechts een paar te noemen. Deze sectoren zijn getuige van de topprestaties van Nexans' producten. Nexans' halogeenvrije brandvertragende (HFFR) kabels en producten met lage rook- en gasemissie hebben vaste voet aan de grond gekregen in Spanje en Zweden, twee landen die een voortrekkersrol spelen op het vlak van brandveiligheid. Net als de andere Scandinavische landen heeft Zweden steeds grote belangstelling gehad voor ecologisch verantwoorde producten. Nexans heeft ook een vestiging in het Verenigd Koninkrijk, een land waar brandveiligheid bovenaan op de agenda staat. Nexans wil over de gehele lijn producten veiliger maken. Het bedrijf wil als eerste producten voorstellen die volledig conform de CPD zijn zodra alle klassen en normen afgewerkt en goedgekeurd zijn. Meer dan 60 technische deskundigen van Nexans zetelen in de Europese normalisatie-instellingen.
5.2 Een wijdverspreid en consistent aanbod van brandveilige kabels dat aan de CPD kan worden aangepast Nexans beschikt hier over een grote troef: een uitgebreid gamma van kabels die speciaal zijn ontworpen om het risico op brand tot een minimum te herleiden. Dit gamma bestaat uit drie segmenten: - brandwerende kabels - kabels met een beter brandgedrag - kabels die de emissie van rook en gassen tot een minimum herleiden, in het bijzonder corrosieve zure gassen. omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 22 van 25
De handelsmerken van dit productgamma wisten in verscheidene sectoren, waaronder de bouwsector, een betrouwbare reputatie op te bouwen. Flamex®, Pyrolyon®, Pyrosigna®, Pyrobelca®, Pyro DK®, Ikosafe®, Lyonotox®, Rheyhalon®, FILOTEX® zijn veelvoorkomende namen op werven, boorplatformen en in de luchtvaartindustrieën wereldwijd. Nexans is een referentie geworden op het vlak van brandveiligheid en hoogtechnologische kabels. Zijn producten worden gebruikt in zeer gevoelige installaties, zoals kerncentrales.
Na de levering van 1500 km halogeenvrije brandvertragende (HFFR) kabels met lage rook- en gasemissie aan de kerncentrale van Cernavoda in Roemenië werd Nexans in 2003 de grootste leverancier van de nucleaire sector. Deze kabels zijn zodanig ontworpen dat ze blijven functioneren onder extreme omstandigheden in wat men in nucleair jargon een ’reference accident’ noemt. Ze zijn zelfs bestand tegen 'oververhitting van de reactor met een thermodynamische schok en zeer hoge stralingsniveaus gedurende 30 jaar', de geschatte levensduur van een reactor.
Tunnels zijn een andere kritieke sector waarin Nexans zijn knowhow heeft aangewend. Om te vermijden dat een ramp zoals de brand in de Mont Blanc-tunnel in 1999 zich opnieuw voordoet, heeft de Franse overheid een beroep gedaan op Nexans om de tunnel opnieuw uit te rusten. De 500 km kabels bestaan uit stroom(met koperen geleider) en datatransmissiekabels (uit optische vezels). Deze brandwerende kabels scheiden zeer kleine hoeveelheden van rook en schadelijke gassen af en vergemakkelijken dankzij hun brandwerende eigenschappen de evacuatie van automobilisten die bij een ongeval vast komen te zitten in de tunnel.
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 23 van 25
Nexans heeft ook een reputatie opgebouwd op zee. Het grootste passagiersschip ter wereld, de Queen Mary II, heeft 3000 kilometer Nexans HFFR- en/of brandwerende kabels aan boord. Dit passagiersschip is even hoog als een flatgebouw van 25 verdiepingen en kan tot 3090 passagiers vervoeren.
Het uitbreken van een brand in het midden van de oceaan kan dramatische gevolgen hebben. Kabels kunnen dan ook een cruciale rol spelen bij een ongeval, zoals Patrice Court, Manager van de afdeling Brandveilige kabels bij Nexans aanvoert. "In geval van brand zorgen onze kabels ervoor dat het vuur niet overslaat naar andere plaatsen op het schip. Ze zijn speciaal ontworpen om zo weinig mogelijk rook en gassen af te scheiden." Op die manier is voldaan aan de vereiste voorwaarden voor een optimale evacuatie. Ook in andere industriële sectoren gelden veiligheidsvoorschriften en vertrouwt men op de kabels van Nexans. Dat geldt bijvoorbeeld voor de exploitanten van boorplatformen, zoals Hyundai Heavy Industries (Korea), dat in 2002 17 km brandwerende en modderbestendige telecomkabels (FRC-2) bestelde.
5.3 R&D werkt aan de voorbereiding van CPD-conforme producten In de periode van 2004 tot 2006 zullen de teams van de Nexans Research Centers (NRC's) in Lyon en Nuremberg een aantal testen voor kabels uitvoeren die gelijklopen met de voltooiing van de normen op Europees niveau. Zodra de definitieve classificatie van de Euroklassen bekend is, zal het NRC's een reeks testen uitvoeren op bestaande producten en producten die momenteel worden ontwikkeld. De ontwikkeling van nieuwe producten zal worden voortgezet zodra de nieuwe normen voor ieder product vaststaan. Deze fase zou begin 2005 van start moeten gaan. omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 24 van 25
De teams van het NRC's oriënteren hun onderzoek in twee richtingen. Een deel van het onderzoek richt zich op een beter brandgedrag van kabels. Deze kabels zouden, mits kleine aanpassingen, bovenaan moeten prijken op de Euroklassentabel die de EC binnenkort moet goedkeuren. Het tweede deel van het onderzoek is gericht op betere prestaties van brandwerende kabels en een combinatie met producten met een verbeterd brandgedrag. Nexans zal weldra producten kunnen aanbieden die volledig conform de CPD zijn. Desondanks zullen ze niet op dezelfde manier worden gebruikt in alle Lid-Staten van de Europese Unie. Ieder land zal immers het laatste woord hebben wanneer het erop aankomt uit te maken welk product uit welke klasse in welke bouwtoepassing wordt gebruikt. Tijdens deze fase zullen de nationale regelgevende instanties inzake brandreglementering beslissen dat bijvoorbeeld ziekenhuizen en alarmsystemen moeten worden uitgerust met kabels van klasse C. Zoals voorzien zal in de CPD iedere Lid-Staat conform de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel de beslissing nemen die zij het meest gepast acht binnen haar grondgebied.
5.4 Een nieuw label op komst: Alsecure® Al naargelang de beslissing van de nationale regulerende instanties kan hetzelfde type kabel voor verschillende doeleinden worden aangewend. Het zal dan ook moeilijk, zoniet onmogelijk, zijn om een specifiek handelsmerk of product te ontwikkelen dat in heel Europa tegemoetkomt aan dezelfde behoeften. Op basis van dit subtiele aspect van de richtlijn besliste Nexans om Alsecure® te ontwikkelen. Het is niet zomaar een handelsmerk, maar een label dat wordt toegepast op alle toekomstige CPD-conforme producten. Het wordt reeds gebruikt in Spanje en Italië en dekt alle producten met een verbeterde brandweerstand (Pyrolyon®, Pyrosigna®, Pyrobelca®, Pyro DK®, Lyonotox®, enz.). Dit label is rechtstreeks geïnspireerd op de richtlijn. Nexans wil via dit label de richtlijn in heel Europa, en ver daarbuiten, ingang doen vinden. Zo houdt China de evolutie van de richtlijn nauwlettend in de gaten. Nexans heeft bovendien reeds een productie-eenheid in Shanghai. Als de Chinese overheid beslist om een wetgeving zoals de CPD aan te nemen zal Alsecure® een nog ruimere toepassing kunnen vinden.
omtrent 'CPD' -Nexans November 2004
Pagina 25 van 25