bulletin WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Minnelijke taxatie
pagina 3
Uitgelicht: WEA Zeeland - Sport en bedrijfsleven
pagina 4
Beleggen: Privé of BV?
pagina 6
Nieuwe aanzegplicht voor werkgevers bij einde tijdelijk arbeidscontract
Nieuwe aanzegplicht
nodig, maar daar komt verandering in. De nieuwe aanzegplicht is opgenomen in het wetsvoorstel Wet werk en zekerheid dat momenteel bij de Eerste Kamer in behandeling is. Stemt de Eerste Kamer in, dan moet u rekening houden met het volgende: vanaf 1 juli moet u een werknemer met een automatisch eindigend tijdelijk contract van zes maanden of langer, uiterlijk één maand voor het einde schriftelijk informeren of u het arbeidscontract eindigt of voortzet en zo ja, onder welke voorwaarden.
Momenteel eindigen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd altijd van ‘rechtswege’. Aanzegging is dus niet
Deze aanzegplicht geldt ook voor opvolgende contracten van zes maan-
Werkt u veel met tijdelijke arbeidscontracten, dan moet u rekening houden met de nieuwe aanzegplicht die naar alle waarschijnlijkheid gaat gelden vanaf 1 juli 2014. Door deze nieuwe verplichting moet u voortaan de werknemer op tijd schriftelijk op de hoogte stellen of u zijn tijdelijke contract al dan niet gaat verlengen en onder welke voorwaarden. Doet u dat niet, dan is de sanctie één maandsalaris.
den of langer. Het is ook toegestaan om al bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd het einde van de arbeidsovereenkomst aan te zeggen.
Let op! De aanzegplicht gaat waarschijnlijk in op 1 juli aanstaande, maar geldt nog niet voor de tijdelijke arbeidsovereenkomsten die binnen één maand na 1 juli 2014 eindigen. Voor de reeds afgesloten tijdelijke arbeidsovereenkomsten die aflopen op of na 1 augustus 2014 krijgt u dus al wel te maken met de aanzegplicht. Lees verder op volgende pagina >
bulletin
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Herinvesteringsreserve? Houd de regels in acht Met de herinvesteringsreserve kunt u de opbrengst van de verkoop van een bedrijfsmiddel gebruiken voor de herinvestering in een ander bedrijfsmiddel. U kunt zo de belastingheffing over de behaalde boekwinst bij de verkoop van het bedrijfsmiddel uitstellen. Dat kan echter alleen als u de regels goed in acht neemt.
Herinvesteringsvoornemen U kunt alleen een herinvesteringsreserve vormen als u op de balansdatum het voornemen heeft om te herinvesteren in een bedrijfsmiddel. Kort gezegd reserveert u de boekwinst bij verkoop van een bedrijfsmiddel om dit vervolgens af te boeken op de investering in een of meer andere bedrijfsmiddelen. Deze boekwinst bestaat uit de verkoopopbrengst – verminderd met eventuele
kosten – minus de boekwaarde van het verkochte bedrijfsmiddel. Zolang u het voornemen tot herinvesteren heeft, mag u de reserve aanhouden. Er is echter wel één belangrijke restrictie: de herinvesteringstermijn bedraagt maximaal drie jaar, na het jaar waarin u het bedrijfsmiddel heeft verkocht. Bent u niet meer van plan om te herinvesteren of zijn de drie jaar ver-
streken, dan moet u de herinvesteringsreserve (of het restant daarvan) alsnog toevoegen aan de winst. Tip: Onder strikte voorwaarden kan de driejaarstermijn worden verlengd. Dat kan alleen als voor de herinvestering een langer tijdvak vereist is (gezien de aard van de door u aan te schaffen bedrijfsmiddelen) of wanneer de herinvestering door bijzondere omstandigheden is vertraagd.
Vervolg van pagina 1
Afboeken van de reserve Uitzonderingen op de aanzegplicht In de volgende gevallen geldt de aanzegplicht niet:
t De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan voor minder dan zes maanden. De aanzegplicht geldt ook niet bij opvolgende contracten met een dergelijke korte duur. t Het betreft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarin geen vaste einddatum is opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan een tijdelijke arbeidsovereenkomst om een zieke werknemer te vervangen of een overeenkomst voor de duur van een bepaald project. t In de arbeidsovereenkomst is een uitzendbeding opgenomen.
Vergoeding bij niet naleven aanzegplicht Houdt u zich niet aan de schriftelijke aanzegplicht, dan bent u een vergoe-
ding verschuldigd aan de werknemer van één maandsalaris. Bent u te laat met aanzeggen, dan bent u een vergoeding naar rato verschuldigd. Deze vergoeding kent overigens een vervaltermijn. De werknemer zal binnen drie maanden na de dag waarop de aanzegverplichting is ontstaan een beroep moeten doen op het niet nakomen van deze verplichting door de werkgever. U betaalt geen vergoeding in geval van faillissement, surseance van betaling of bij toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
Let op! Ondanks een te late of geen aanzegging eindigt de arbeidsovereenkomst wel gewoon van rechtswege. Wordt echter na de einddatum van de arbeidsovereenkomst doorgewerkt, dan wordt de overeenkomst geacht te zijn voortgezet voor dezelfde tijd en onder dezelfde voorwaarden, maar ten hoogste voor een jaar.
Koopt u een nieuw bedrijfsmiddel, dan moet u de reserve afboeken op de aanschafprijs van deze nieuwe investering. Door deze afboeking kunt u dan minder afschrijven op het nieuwe bedrijfsmiddel. Daarbij geldt een boekwaardeeis. Dat wil zeggen dat bij afboeking de boekwaarde van het nieuwe bedrijfsmiddel niet lager mag worden dan de boekwaarde van het verkochte (vervreemde) bedrijfsmiddel op het moment van verkoop (vervreemding). Is op het verkochte bedrijfsmiddel in het verleden willekeurig afgeschreven, dan moet u uitgaan van de boekwaarde zonder rekening te houden met deze willekeurige afschrijving. Tip: U moet een herinvesteringsreserve afboeken bij aanschaf van een nieuw bedrijfsmiddel. Dit geldt echter niet voor een herinvesteringsreserve die is gevormd bij de verkoop van een bedrijfsmiddel waarop in meer dan tien Lees verder op volgende pagina >
2
bulletin
Minnelijke taxatie van uw bedrijfspand De waardering van een bedrijfspand is bepaald niet eenvoudig. Om discussies over een te hoge of een te lage waardering met de Belastingdienst te voorkomen, is het mogelijk om een minnelijke taxatie aan te vragen.
Zekerheid gewenst Er zijn verschillende situaties denkbaar waarbij zekerheid over de waarde van een bedrijfspand wenselijk kan zijn. U wilt bijvoorbeeld een door u in privé gehouden pand inbrengen in de bv of juist andersom. Wellicht wilt u het tot het vermogen van de bv behorende bedrijfspand wel overdragen aan uw Vervolg van pagina 2 jaar wordt afgeschreven of waarop niet wordt afgeschreven. Deze hoeft pas te worden afgeboekt als u een bedrijfsmiddel aanschaft met eenzelfde economische functie als het verkochte bedrijfsmiddel. Houd echter wel de driejaarstermijn goed in de gaten!
Vervangend bedrijfsmiddel U bent ook niet verplicht om te investeren in eenzelfde bedrijfsmiddel. Heeft u bijvoorbeeld met de verkoop van machines boekwinst behaald en hiervoor een herinvesteringsreserve gevormd, dan kunt u de herinvesteringsreserve ook (deels) afboeken op de aanschafprijs van bijvoorbeeld nieuw kantoorinventaris. Op deze regel bestaat een uitzondering. Afboeking op bedrijfsmiddelen waarop niet wordt afgeschreven (grond) of bedrijfsmiddelen met een afschrijvingstermijn langer dan tien jaar (zoals gebouwen), kan alleen als sprake is van eenzelfde economische functie. Gereserveerde boekwinst bij verkoop van een machine kunt u dus niet afboeken op de aanschaf van een bedrijfspand.
zoon of dochter. In deze tijd is het ook niet ondenkbaar dat het pand sterk in waarde is gedaald, waardoor misschien een afwaardering naar een lagere bedrijfswaarde gewenst is. In een te lage of een te hoge waardering van een bedrijfspand schuilt een gevaar. De Belastingdienst kan zich dan op het standpunt stellen dat sprake is van onzakelijk handelen. Dat kan leiden tot diverse correcties en naheffingen, eventueel met boetes. Om discussies met de Belastingdienst te voorkomen over de waardering van het bedrijfspand, kan een minnelijke taxatie uitkomst bieden.
Minnelijke taxatie Bij een minnelijke taxatie zullen een taxateur van de Belastingdienst en een door uzelf aangewezen taxateur gezamenlijk de waarde van het pand bepalen. In de volgende gevallen kunt u een gezamenlijke (minnelijke) taxatie aanvragen:
t Er vindt een overdracht of overgang van een pand plaats of heeft plaatsgevonden tussen u en een gelieerde partij (bijvoorbeeld uw bv). t U verschilt van inzicht met de Belastingdienst over de waarde van een pand of er kan een verschil van inzicht ontstaan. t De gezamenlijke taxatie wordt namens alle belanghebbenden gedaan.
Let op! Bent u van plan het pand te verkopen aan derden of geldt bij het bepalen van de belasting een vaste waarde (bijvoor-
beeld de WOZ-waarde) voor het pand, dan kunt u hiervoor geen minnelijke taxatie aanvragen.
Open kaart Het is van groot belang dat bij een minnelijke taxatie beide partijen volledig open kaart spelen. De in overleg tussen u en de Belastingdienst uiteindelijk vastgestelde waarde van het bedrijfspand wordt namelijk vastgelegd in een voor beide partijen bindende vaststellingsovereenkomst. U krijgt zekerheid en kunt hieraan vertrouwen ontlenen, maar u bent ook gebonden aan de vaststellingsovereenkomst. Het is dan ook van groot belang dat vooraf het doel van een minnelijke taxatie – voor zowel u als de Belastingdienst – helder is. Zorg er ook voor dat u alle relevante omstandigheden uitwisselt met de Belastingdienst, anders loopt u het risico dat u aan de minnelijke taxatie toch geen vertrouwen kunt ontlenen. Denk bijvoorbeeld aan een eventuele verpachte staat, achterstallig onderhoud, bestemmingswijzigingen en recente investeringen.
Let op! De uitkomst van een minnelijke taxatie biedt zekerheid, maar u bent er ook aan gebonden. Zijn niet alle doelen en omstandigheden goed in kaart gebracht, dan kunt u geen vertrouwen ontlenen aan de vastgestelde waarde van het bedrijfspand. Bij een achteraf te hoge of te lage waardering moet u alsnog rekening houden met fiscale consequenties.
3
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Sport en bedrijfsleven: Twee werelden komen samen
Een hardloper en een accountant hebben eigenlijk niets met elkaar te maken. Tenzij die accountant ook sponsor is van één van Zeelands topsporters. Sinds 2009 wordt atleet Tim Pleijte ondersteund door accountantskantoor WEA Zeeland. De combinatie toont hoe sport en bedrijfsleven elkaar kunnen verbinden.
Johan Mathijssen, belastingadviseur bij WEA Zeeland te Middelburg, sponsorde uit maatschappelijke betrokkenheid en zakelijk oogpunt al diverse sportteams en sporters in de regio. Hobbymatig wielrent en fitnesst hij en toen hij in 2009 bij sportfysiotherapeut Anton Engels op de behandeltafel lag, stelde deze hem een vraag: “Heb je interesse om Tim Pleijte te sponsoren?” Tim: “Toen ging het allemaal heel snel. Na een prettig en open gesprek waren we er uit en kwamen we een driejarig sponsorcontract overeen. Ik verslijt acht á negen paar schoenen en reis veel voor de diverse lopen in Nederland en soms daar buiten. Dankzij een sponsor als WEA blijft het allemaal betaalbaar.” “En
wij krijgen er een voorbeeldige atleet voor terug.” vult Johan aan. “Hij houdt ons goed op de hoogte van aankomende wedstrijden, zijn resultaten en als hij in de krant of op televisie komt, stuurt hij me direct een linkje of foto.”
Johan Matthijssen: “Wij ondersteunen sporters in hun talentontwikkeling”
Sport in bedrijf Sportsponsoring sluit aan op Johans visie: sport is goed voor de mens en de jeugd beweegt te weinig. Sport is beweging en met die dynamiek associeert WEA zich graag. Ruim 80% van WEA’s sponsorbudget gaat daarom naar sporters en sportteams. “Wij kunnen sporters niet coachen, maar wel ondersteunen in hun talentontwikkeling. Daarom investeren we ook in Stichting Zeeland Sport en Leisure. Zij hebben als geen ander de kennis en
Tim Pleijte startte pas op 19 jarige leeftijd met hardlopen. Toen hij een jaar later met vrienden meeging naar een training van Atletiekvereniging Dynamica ging het snel. Waar leeftijdsgenoten in de weekends kozen voor uitgaan, zorgde Tim dat hij topfit was voor de vele wedstrijden door het hele land. Getraind door top-atlete Anjolie EngelsWisse haalde Tim alles eruit en bereikte hij de Zeeuwse top en de Nederlandse subtop op korte afstanden als de 10 kilometer. “Als je vaak in het nieuws komt, ben je aantrekkelijk voor een sponsor”, beredeneerde Anjolies echtgenoot en hij ging voor Tim op zoek.
4
bulletin
ciplines kunnen voordeel hebben van elkaars kennis. Hockey kan bijvoorbeeld weer leren van de looptechnieken van een atleet als Tim.”
het netwerk om met name de jeugd te stimuleren tot sporten en daarbij verbinden zij sport en bedrijfsleven. Wij kiezen zelf welk deel van ons budget we op welke activiteit inzetten. Een goed voorbeeld is tennistoernooi Challenger Zeeland. Dit biedt ons een prachtige gelegenheid om klanten uit te nodigen en eens informeel te spreken. De sfeer bij zo een evenement spreekt iedere zakenpartner aan.”
Tim Pleijte: “Het bedrijfsleven toont betrokkenheid en creeërt naamsbekendheid, de sporter krijgt ondersteuning en hoeft alleen met zijn sport bezig te zijn!”
Vergroting synergie Tim geeft een andere invulling aan talentontwikkeling. Voor het derde jaar op rij is hij sportambassadeur van zijn woongemeente Veere. “Met clinics en demonstraties op basisscholen voor kinderen én hun ouders laat ik zien hoe
leuk sporten is. Kinderen vinden het geweldig om eens samen met hun vader of moeder te sporten en omdat ze me kennen vanuit de media spreekt het nog meer aan. Sporttalenten met vragen weten mij inmiddels ook te vinden.” “En daar valt nog veel winst te halen” vult Johan aan. “Diverse sportdi-
Johan ziet ook onbenutte mogelijkheden voor meer synergie tussen bedrijfsleven en de sportwereld. “Veel bedrijven denken in geldelijke ondersteuning, maar waarom geen materialen of diensten bieden? Sponsoring in natura is voor ondernemers soms makkelijker dan in geld en je kunt de waarde laten variëren. Het ontlast de sporter die zich zodoende beter op zijn sport kan richten.” Tim is het daar roerend mee eens en heeft daar ervaring mee. Medesponsor Koole Sport zorgt voor kleding en schoenen en daarnaast schept Tims werkgever – het Zeeuws Radio Therapeutisch Instituut in Vlissingen – ook mogelijkheden. “Ik werk voornamelijk ’s middags zodat ik ’s ochtends en ’s avonds kan trainen. Van mijn woonplaats Zoutelande loop ik naar Vlissingen, neem daar een douche voor ik aan de slag ga en ’s avonds na mijn werk train ik weer op de baan of ga ik lopend naar huis.”
Sportieve sponsoring “Mijn focus heb ik verlegd van korte afstanden naar halve en hele marathons en trails” zegt Tim, en ook daar loopt hij regelmatig in de prijzen én publiciteit. Johan: “Klanten en zakenpartners spreken me er ook op aan als ze het WEA-logo op Tims shirt weer hebben gezien in de krant of op televisie. Dat is de commerciële spin-off van het sponsoren.” Beide heren zijn zeer tevreden over de samenwerking en wanneer het contract afloopt, gaan ze zeker weer rond de tafel om te kijken of verdere sponsoring past. “Als Tims succes leidt tot sponsoraanbiedingen van grotere partijen waar WEA niet meer bij past, dan staan we daar sportief tegenover. “ aldus Johan. “Groeien en hogerop komen is tenslotte het resultaat van de talentontwikkeling die wij ondersteunen.”
5
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Beleggen in privé of in de bv? Wanneer uw bv winstgevend is en er voldoende overtollige liquide middelen aanwezig zijn, zou u met dit extra geld kunnen gaan beleggen. Naast vragen of u dit al dan niet wenst en waar u dan zoal in zou moeten beleggen, staat nog een belangrijke vraag centraal. Beleggen in privé of in de bv? Beide opties kennen andere fiscale gevolgen.
Beleggen in privé
Lenen van de bv
Wilt u de overtollige liquide middelen in de bv gebruiken om te gaan beleggen in privé, dan zult u deze eerst aan uzelf moeten uitkeren. Dat gaat middels een dividenduitkering. Over deze dividenduitkering betaalt u het aanmerkelijk belang-tarief in box 2. Normaal gesproken is dit tarief 25%, maar in 2014 geldt een lager tarief van 22% voor zover het inkomen uit aanmerkelijk belang niet hoger is dan € 250.000 (bij fiscaal partnerschap: € 500.000). Over het meerdere is wel het normale 25%-tarief van toepassing. Met de resterende 78% (2014) dan wel 75%, oftewel het netto dividend, kunt u vervolgens in privé gaan beleggen.
Dan is er nog een derde optie en dat is lenen van de bv om met dit geld vervolgens in privé te gaan beleggen. Het aanmerkelijk belang-tarief speelt dan niet. Zorg er wel voor dat u leent tegen zakelijke condities! De rente op de lening die u moet betalen aan de bv is bij u niet aftrekbaar en bij de bv wel belast in de vennootschapsbelasting. De schuld die u heeft op uw bv valt – net als de waarde van de beleggingen – voor u in box 3. Of dit een aantrekkelijke optie is, hangt wederom voor een deel af van het rendement. Alleen als het rendement op de beleggingen hoger is dan de rente die u moet betalen aan de bv, kan deze keuze voordelig zijn.
Let op! Keer nooit zomaar dividend aan uzelf uit. Er is namelijk een aantal zaken waar u rekening mee moet houden, zoals een uitkeringstoets die vooraf moet plaatsvinden. De waarde van uw beleggingen moet u aangeven in box 3. Jaarlijks bent u dus ook nog 1,2% vermogensrendementsheffing verschuldigd, voor zover uw vermogen uitkomt boven het in deze box geldende heffingsvrij vermogen. Belegt u in zogeheten groene beleggingen, dan geldt in box 3 een extra vrijstelling en heeft u recht op een extra heffingskorting.
Beleggen in de bv Belegt u in de bv, dan heeft u in eerste instantie niets te maken met het aan-
6
merkelijk belang-tarief. Het geld blijft immers in de bv. U houdt dus meer over om te beleggen. Daar staat tegenover dat de bv wel jaarlijks vennootschapsbelasting verschuldigd is over de behaalde rendementen met de beleggingen. Bovendien is ook nog sprake van een latente aanmerkelijk belangclaim van 25%. Beleggingsverliezen zijn in de bv in principe aftrekbaar.
Jubileum
Omslagpunt Zo op het eerste gezicht lijkt beleggen in de bv voordeliger. Toch is dat niet altijd het geval. Hoe hoger het rendement, hoe aantrekkelijker beleggen in privé wordt. In box 3 geldt namelijk een fictief rendement, terwijl in de bv het daadwerkelijke rendement belast wordt. Bij lage of negatieve rendementen is beleggen in de bv gunstiger, omdat verliezen op beleggingen in de vennootschapsbelasting normaal gesproken fiscaal aftrekbaar zijn.
Deze keer kunnen we melding maken van één jubileum. Op dinsdag 1 juli 2014 was mevrouw J. Kok-van de Gruiter 12½ jaar werkzaam bij WEA Zuid-West. Wij feliciteren onze collega hiermee van harte en wensen haar nog vele goede WEA-jaren toe!
bulletin
Invulling EFA binnen vergroening EFA staat voor ‘Ecologisch aandachtsgebied’. Heeft u bouwland en bent u niet vrijgesteld voor de vergroeningseisen? Dan moet u vanaf 2015 EFA aanleggen om uw volledige vergroeningspremie te kunnen ontvangen. Onlangs zijn enkele belangrijke wijzigingen aangekondigd rondom de invulling van de EFA.
Wat is EFA? Onder EFA vallen bijvoorbeeld akkerranden, landschapselementen, vanggewassen en enkele eiwitgewassen. Het aanleggen van EFA is o.a. bedoeld om de biodiversiteit te verbeteren.
Invulling en wegingsfactoren Voor de invulling van de EFA-verplichting kunt u kiezen uit 3 mogelijkheden: tHet akkerbouw-randenpakket. tInvulling vanuit de algemene lijst. tCertificering Bij de invulling van de EFA wordt gewerkt met wegingsfactoren. De wegingsfactor houdt in dat de EFAoppervlakte waarmee geteld mag worden hoger of lager is dan de werkelijke oppervlakte. Heeft u bijvoorbeeld op een perceelsoppervlakte van 2 ha EFA aangelegd met een wegingsfactor van 1,5, dan mag u 3,0 ha als EFA tellen. Is de wegingsfactor 0,3, dan mag u 0,6 ha als EFA tellen.
De beheerde akkerrand kunt u eventueel aanvullen met: tAangrenzende sloot (wegingsfactor 2, maximaal 6 meter breed). tEiwitgewassen (wegingsfactor 0,7, luzerne, rode klaver en rolklaver, esparcette, lupinen en veldbonen). tVanggewassen (wegingsfactor 0,3, mag op ieder perceel en na ieder gewas, vanggewas na eiwitgewas telt niet als EFA). tLandschapelemenenten met een overeenkomst Agrarisch Natuurbeheer (ABN) (wegingsfactor 1,5, op of aansluitend aan bouwland).
Algemene lijst Heeft u geen beheerde akkerranden dan kunt u de EFA invullen met: tOnbeheerde akkerranden (wegingsfactor 1,0, 1-20 meter breed). tEiwithoudende gewassen (zelfde als bij akkerbouw-randenpakket). tVangewassen na vlas of hennep (wegingsfactor 0,3). tWilgenhakhout (wegingsfactor 0,3).
Akkerbouw-randenpakket. De basis van dit pakket is een akkerrand waarvoor u een beheersovereenkomst afsluit voor 5-7 jaar. Dit kan een ABNovereenkomst zijn, maar mogelijk dat er ook andere overeenkomsten beschikbaar komen. De akkerranden moeten minimaal 3 en maximaal 20 meter breed zijn. Er geldt een wegingsfactor van 1,5. U moet minimaal 30% van uw EFA-areaal inrichten met akkerranden.
Er worden geen eisen gesteld aan het gewas wat u op de akkerrand teelt. U mag de akkerrand ook berijden en bewerken, maar u mag het gewas niet oogsten.
Certificering Er komt een mogelijkheid om de vergroening in te vullen middels een duurzaamheidscertificaat. Op dit moment is er nog geen certificeringssysteem die hieraan voldoet. Wel wordt gewerkt aan het certificaat ‘Veldleeuwerik’. Het is
nog onduidelijk of dit al voor 2015 gaat slagen. Mogelijk dat u pas vanaf 2016 hiervoor kunt kiezen.
Praktische invulling Gezien de mogelijkheden en de wegingsfactoren lijkt het akkerbouwrandenpakket in eerste instantie het meest aantrekkelijk. Dit is wel afhankelijk van de eisen die aan de beheerovereenkomst worden gesteld. Hieronder staat een mogelijke invulling verder uitgewerkt.
Voorbeeld Stel u heeft een akkerbouwbedrijf met 100 ha landbouwgrond en u kiest voor het akkerbouw-randenpakket. U moet 5 ha EFA aanleggen (5%). Hiervan moet minimaal 30% worden ingevuld met beheerde akkerranden, dat is 5 ha x 30% = 1,5 ha EFA. Voor deze akkerranden geldt een wegingsfactor van 1,5. Dus er moet daadwerkelijk 1 ha akkerrand worden aangelegd. Naast de akkerranden moet nog 5-1,5 = 3,5 ha EFA worden aangelegd. Dit kan met vanggewassen. De wegingsfactor is 0,3. U moet dus 11,7 ha aan vanggewassen telen. Dit kan op alle percelen worden geteeld. Teelt u een van de genoemde eiwitgewassen, dan telt het vanggewas dat hierna wordt geteeld niet als EFA, maar het eiwitgewas zelf wel.
7
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Colofon Bij de samenstelling is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
WEA Bulletin is een periodieke uitgave van WEA Accountants & Adviseurs. WEA is lid van het SRA en deze uitgave is in samenwerking met het SRA tot stand gekomen. De verschijningsfrequentie is vier keer per jaar en wordt gezonden aan cliënten en relaties.
Website: www.wea.nl
1. Ook opdrachtgever verantwoordelijk voor juiste VAR-aanvraag Per 1 januari 2015 wordt een opdrachtgever medeverantwoordelijk voor de juistheid van de VAR-aanvraag (Verklaring Arbeidsrelatie) van de zzp’er. Nu loopt u als opdrachtgever nagenoeg geen risico als u werkt met een zzp’er die in het bezit is van een onterechte VAR-Wuo (winst uit onderneming). Daar komt verandering in. Per 1 januari aanstaande staat namelijk de invoering van de VAR-webmodule gepland. De huidige aanvraagprocedure vervalt dan. De aanvrager ziet direct – na het invullen van een aantal vragen – hoe de Belastingdienst de ingevoerde gegevens over de arbeidsrelatie met een opdrachtgever beoordeelt. Blijken er onjuistheden in de antwoorden te zitten waardoor sprake is van een onjuiste VAR-aanvraag, dan kan de Belastingdienst u als opdrachtgever aanspreken op de gebleken onjuistheden. Dat kan mogelijk leiden tot naheffingen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen, al dan niet in combinatie met een boete. U bent echter alleen medeverantwoordelijk voor bepaalde antwoorden die zijn gegeven en die niet (meer) sporen met de feitelijke werksituatie van de door u ingehuurde zzp’er. Het is niet de bedoeling dat u als bonafide opdrachtgever extra belemmeringen ondervindt van de VAR-webmodule. Hoe een en ander er straks gaat uitzien, wordt binnenkort duidelijk. 2. Investeringsaftrek met terugwerkende kracht Investeert u in bedrijfsmiddelen, dan heeft u mogelijk recht op investeringsaftrek. Naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (wanneer u voor meer dan € 2.300 aan bedrijfsmiddelen investeert) komt u wellicht ook in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek (EIA) of de milieu-investeringsaftrek (MIA) wanneer u investeert in bepaalde energiebesparende of milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Wilt u in aanmerking komen voor de investeringsaftrek en voldoet u aan alle voorwaarden, dan moet u hierom verzoeken in de aangifte inkomstenbelasting (bij winst uit onderneming) of in de aangifte vennootschapsbelasting.
Redactie: WEA Groep, Shyla Jopse Postbus 30, 4460 AA GOES Tel. 0113 74 50 70 e-mail
[email protected] Eindredactie: Henk Kramer Communicatie, Goes Maatschap WEA Noord-Holland MIDDENMEER: Tel. 0227 51 33 33 e-mail
[email protected] UITGEEST: Tel. 0251 36 19 60 e-mail
[email protected] WEA Randstad B.V. HOOFDDORP: Tel. 023 561 10 41 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Midden-Holland GOUDA: Tel. 0182 51 11 33 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Naaldwijk Tel. 0174 63 02 41 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Deltaland BRIELLE DRUTEN GROOT - AMMERS KESTEREN MIDDELHARNIS OUD – BEIJERLAND Tel. 088 133 73 00 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Zuid-West GOES: Tel. 0113 25 63 00 ZIERIKZEE: Tel. 0111 45 37 00 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Zeeland MIDDELBURG: Tel. 0118 65 63 65 OOSTBURG: Tel. 0117 45 29 59 HULST: Tel. 0114 38 29 30 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Roosendaal Tel. 0165 56 82 22 e-mail
[email protected]
8
bulletin