ZetKlep: het pittige debat van Zet
3
x
NetWerk in beeld
4
9
9
Nieuw: ZetPen
Eén Giessen-Rijswijk
Gastvrij vervoer
11
F O INT OT NR E O R V GE ECH NE AN BR TM T E UI A N KT TIG
Zicht op maatschappelijke ontwikkeling April 2012
Boek ‘thuis in het buurthuis’
Geen gewoon rapport
Zet heeft in beeld gebracht hoe het er voor staat met de multifunctionele accommodaties (mfa’s) en welke rol zij vervullen in het gemeentelijk beleid. Margreeth Broens van Zet en collega Kamieke van de Riet zijn trots op het eindresultaat: een mooi boek met de titel ‘Thuis in het buurthuis’. Het is thematisch ingedeeld met ruimte voor praktijkvoorbeelden. Voorzitter Kees Jongmans van ’t Heft, de koepel van gemeenschapshuizen, vindt het een inspiratiebron en heeft al enkele exemplaren uitgedeeld. Het boek is de afronding van een intensief traject in opdracht van de provincie Noord-Brabant. Margreeth Broens legt het uit: ‘We zijn begonnen met het versturen van een uitgebreide vragenlijst aan alle Brabantse gemeentes. Uiteindelijk met een respons van 70%, dat is een goed resultaat. De vragen gingen onder meer over maatschappelijk vastgoed, beheer en maatschappelijke visie.
Volgens het regeerakkoord krijgen mensen met problematisch gedrag en een IQ tussen 70 en 85 niet langer professionele begeleiding. Schuldhulpverlening, verslavingszorg en justitie krijgen het druk.
Onze ervaren onderzoekers zijn sterk in het peilen van meningen, het inventariseren van behoeften, in het evalueren van beleidstrajecten en het in kaart brengen van voorzieningen. Wilt u weten wat wij weten? Bel of mail dan naar Mini Velthuis T 013-544 14 40,
[email protected]
De uitkomsten zijn vervolgens tijdens visiesessies besproken. Daarvoor zijn gemeenten, maatschappelijke organisaties, ’t Heft en de provincie in aparte sessies uitgenodigd. Ook dat leverde weer input op. Tenslotte was er een debat. En dit alles kun je dus terugvinden in ons boek.’ Vervolg op pagina 3
GaZet april 2012 |
Gezocht voor de BrabantZetOpenPrijs
Meer klanten naar uw attractiepark, sportcentrum, museum of horecagelegenheid. Dat kan. Een toegankelijke gelegenheid is voor een breed publiek aantrekkelijk. Kun je met een rolstoel naar binnen, dan kan dat met de kinderwagen ook. Maar wat kost het en wat levert het op? Onze adviseurs loodsen u door het woud van mogelijkheden en het rekenmodel OmZetXL berekent uw rendement.
Nu vanaf € 1.250,Vraag het Jan Geurts, (013) 544 14 40. Of mail naar:
[email protected]
Initiatief met lef Zet jouw organisatie zich in voor een toegankelijk Brabant en betreed je daarbij niet de geijkte paden? Meld je dan nu aan voor de BrabantZetOpenPrijs* 2012 en win 4.500 euro. Iemand anders nomineren kan natuurlijk ook! Het winnende initiatief/idee: • is een voorbeeld voor anderen; • bevordert een toegankelijk Brabant; • versterkt het ‘meedoen’ van iedereen. Meer weten? Mail of bel Suzanne Kemmeren. * Deze prijs wordt mogelijk gemaakt door de Provincie Noord Brabant
Rob van Asten 11-01-1961 | 30-12-2011 In de laatste week van het vorige jaar bereikte ons het droevige bericht van het overlijden van onze zeer gewaardeerde collega Rob van Asten. Rob werkte vanaf 1990 bij het POG en vervolgens bij Zet. Hij ontwikkelde zich tot een expert als het ging om mensen met beperkingen en ondernemerschap, arbeidsverhoudingen en onderwijs. Daarnaast coördineerde hij de onderzoeksactiviteiten van ZetRespons. Dat deed hij steeds gedreven en vol enthousiasme. Met zijn ziekte ging Rob om zoals hij dat met alles deed: energiek, vol goede moed en steeds op zoek naar nieuwe mogelijkheden. In periodes van herstel stortte hij zich met overgave op zijn werk, in periodes van terugval wist hij zich gesteund door zijn collega’s.
Een jaar geleden vierde Rob zijn 50-ste verjaardag op grootse wijze met familie, vrienden en bekenden. Hij keek met vertrouwen naar de nabije toekomst. In de zomer van afgelopen jaar liep hij nog met succes de Nijmeegse vierdaagse uit. Het herstel bleek toch van korte duur en verdere behandelingen gaven steeds minder resultaat.
Oefenruimte gezocht Makelpunt gevonden Een Makelpunt brengt vraag en aanbod van huisvesting voor maatschappelijke activiteiten bij elkaar. Met een Makelpunt heeft u uw maatschappelijk vastgoed in kaart. Kunt u weloverwogen besluiten om wel of geen nieuwe mfa
Zet verliest met Rob een harde werker, maar bovenal een gedreven, hartelijke en zeer betrokken collega.
te bouwen, vergroot u de bruikbaarheid van bestaande panden en zorgt u voor een goede mix van activiteiten in een pand. Meer weten over het Makelpunt? Zet 013- 54 41 440,
[email protected]
Colofon GaZet is een uitgave van Zet Tekst Frank Kemper, Joost Andrik, Wouter Schelvis Vormgeving Harrie Remie
Zet, Postbus 271, 5000 AG Tilburg, Telefoon 013 54 41 440,
[email protected], www.zet-brabant.nl
| GaZet april 2012
Vervolg pagina 1 Ontmoeten Eén van de thema’s die het boek behandelt zijn de functies van een mfa. Ontmoeten is daarbij de overkoepelende functie. Een ontmoeting kan toevallig of gepland zijn. Naast het voorzitterschap van ’t Heft is Jongmans wethouder in Roosendaal met mfa’s in zijn portefeuille. Hij worstelt met de positie en rollen van de mfa’s. ‘Veel buurthuizen denken het relatief gemakkelijk te hebben, maar bereiken steeds dezelfde mensen. Voor de leefbaarheid vind ik spontane ontmoetingen veel belangrijker. Ik ben geïnteresseerd in de mensen die wel willen komen maar dat niet doen. Je moet open activiteiten organiseren en niet afwachten tot iemand komt. En samenwerken met nieuwe partners en formele netwerken. Er is voor een buurthuis meer te doen dan je zorgen te maken over een lekkend dak!’ Broens vult aan: ‘Juist de ruimtelijke voorwaarden zijn van groot belang, in combinatie met klantgerichtheid. Zorg dat mensen zich door de inrichting welkom voelen.’ Professionele vrijwilligers In mfa’s loopt het niet altijd goed tussen vrijwilligers en professionals. Broens: ‘Uit onderzoek en onze ervaring met de praktijk blijkt dat professionals het niet beter doen dan vrijwilligers. Laat vrijwilligers verantwoordelijk zijn voor een buurthuis met een op afroep beschikbare professional. Die moet die rol dan natuurlijk wel accepteren.’ Jongmans beaamt dat professionals soms een negatief beeld hebben van vrijwilligers. ‘Het ontbreekt hen nogal eens aan respect. Professionals hebben geen kant-en-klare oplossingen, zij hebben de buurt en de mensen nodig. Door de noodzakelijke bezuinigingen moeten mensen meer zelf doen. Op zich hoeft dat niet altijd slecht te zijn. We krijgen andere vormen van participatie. Misschien hebben we in het verleden wel te veel gepamperd.’ Beiden zijn het er over eens. Activiteiten zijn van en voor de wijk. ‘Dit moet je niet per definitie door professionals laten doen, want anders word je
Foto Johan Wouters
Kees Jongmans en Margreeth Broens geen betrokken burger maar een kritisch consument voor wie de dienstverlening nooit goed genoeg is. Bewoners kunnen ook heel veel meer dan pakweg 40 jaar geleden. Het opleidingsniveau is sindsdien sterk gestegen,’ aldus Broens. En nu verder Het boek geeft een stand van zaken weer, maar hoe nu verder? Jongmans beschouwt het boek als middel om de ogen te openen. ‘De vele praktijkvoorbeelden vormen een inspiratiebron voor
mij, zowel als voorzitter als wethouder. Beleid vertalen in praktisch handelen is vaak lastig. ’t Heft heeft een visiedocument opgesteld. Waar we voor de toekomst op in moeten zetten is maatschappelijk ondernemerschap. Ook kijken we naar die scheidslijn tussen vrijwilligers en professionals. En verder moeten gemeenten en gemeenschapshuizen aan tafel gaan, zij moeten het sámen doen.’ Broens wijst op het recente verleden: ‘Er zijn veel grote mfa’s neergezet. Ze zijn door hun grote verzorgingsgebied zo anoniem dat op spontaan
ontmoeten niet kan worden ingezet. Of ze uitnodigen tot actief burgerschap betwijfel ik. De provincie heeft de afgelopen jaren door de iDOP’s veel in mfa’s geïnvesteerd. Maar is daardoor de leefbaarheid toegenomen? Dat je ruimte als schaars beschouwt, dus moet delen, biedt volgens mij meer mogelijkheden. Je moet activiteiten slim bundelen, dan ben je multifunctioneel bezig. De provincie en de gemeenten zouden meer mogen kijken naar de inhoud. En daarbij biedt Zet haar diensten aan.’
Zet en BrabantBalie organiseren dit jaar een aantal pittige debatten met de titels:
Armoede Obesitas Het persoons gebonden budget
Mark Rutte
‘Armoede bestaat niet’
Mark Rutte
‘Armoede bestaat niet’ *pittig debat
Wie zorgt er voor mijn kind? Iedereen doet mee Kijk voor de data en locaties van de andere debatten op zet-brabant.nl. Het debat over armoede heeft op 3 april al plaatsgevonden
*pittig debat
*pittig debat
GaZet april 2012 |
Sociale veiligheid
Door de ophef leek mijn park onveilig Ik fietste van de week naar huis en zoals altijd rijd ik dan het laatste stuk door het Wilhelminapark. Ik heb het altijd een leuk en levendig park gevonden. Er gebeurt van alles. Er wordt gepicknickt en gespeeld en de scouting is er vaak te vinden. Het park is een plek voor diverse evenementen. Zo is er jaarlijks een concert en wordt er Koninginnedag gevierd. Een paar jaar terug had het park een slechte naam. Er zou gedeald worden, er zouden prostituees rondlopen en het zou een ontmoetingsplek voor homo’s zijn. Ik had het park nooit vervelend of onveilig gevonden, en ik kwam er toch regelmatig. Ik zag het juist als een levendig, mooi stukje natuur midden in de stad. Maar door deze ophef leek het wel of het park juist onveilig werd, een plek waarvoor je moest oppassen en je kinderen voor moest waarschuwen, een plek die je moest vermijden.
Ik ging me toch wat ongemakkelijker voelen door alle verhalen die er opeens waren. In overleg met de buurtcommissie is het een en ander aangepakt: een aantal bomen en struiken zijn weggehaald, zodat het park overzichtelijker werd. Er kwam een samenscholingsverbod en er zijn leuke activiteiten georganiseerd: een spiegeltent met optredens en terrasje, musical Sunrise, rommelmarkt door en voor kinderen met Koninginnedag etc. Ik ga ook vrijwel altijd naar deze evenementen toe en picknick in de zomer graag met vrienden in het park. Het park is nu nog leuker en ik fiets er elke dag met nog meer plezier doorheen. Ingrid Dam, adviseur Zet
Brabants Woonzorg Overleg (BWO)
NetWerk in beeld
De corporatiesector staat onder druk. Niet alleen onder invloed van het gedrag van enkele in het oog springende corporatiedirecteuren, maar zeker ook door de plannen van het kabinet om de sector te verkleinen. Corporaties moeten zich richten op de doelgroep tot een inkomen van € 34.000,-. Ze moeten zich beperken tot activiteiten die behoren tot Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB).
Is er toekomst voor volkshuisvesting en wijkaanpak? De overheid roomt steeds meer vermogen af van corporaties, zodat verkoop noodzakelijk is (Vogelaarheffing, vennootschapsbelasting, bijdrage aan de huurtoeslag, verplicht inflatievolgend huurbeleid). Recentelijk was er het voornemen om kooprecht te geven voor huurders voor 75% van het bezit. Verkleining van de sector heeft niet alleen invloed op het aantal sociale woningen. Het heeft ongetwijfeld ook gevolgen voor de andere activiteiten, met name in wijken. Tegenstrijdige bewegingen De verkleining van de sector lijkt tegenstrijdig te zijn aan andere bewegingen in de maatschappij, maar ook tegenstrijdig aan vernieuwde regelgeving. Het kabinet heeft in haar coalitieprogramma - en dat zal bij de zogenaamde tussenformatie alleen maar duidelijker worden - aangegeven dat het gaat bezuinigen op de (kosten van de) overheid. De overheid wil zich meer faciliterend en regisserend opstellen in plaats van uitvoerend. Een mooi voorbeeld is de Wmo. De Kanteling van de Wmo geeft aan dat burgers en instellingen zelf verantwoordelijkheid moeten nemen en meer kostenbewust moeten worden.
| GaZet april 2012
In de herziene Woningwet wordt uitdrukkelijk aangegeven dat corporaties actief moeten zijn op drie gebieden: wonen; maatschappelijk vastgoed; leefbaarheid in wijken en buurten. De wet geeft aan dat gemeenten of andere maatschappelijke instellingen het voortouw nemen om te zorgen voor een basisvoorzieningenstructuur op het gebied van sociale en economische ontwikkelingen in de wijk en op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. Van corporaties wordt gevraagd dit te ondersteunen en/of uit te voeren om het woongenot te vergroten. Dit vraagt van de corporaties slim investeren in het maatschappelijke domein. De vraag is echter of de corporaties dit kunnen blijven doen wanneer de sector verkleint en slechts minimaal bezit heeft in diezelfde wijken. Slimme coalities Wat de definitieve beweging ook mag worden, veel corporaties zitten niet bij de pakken neer. Zij nemen voortdurend initiatieven (en niet alleen in krachtwijken) om te komen tot een betere leefbaarheid. Slimme coalities tussen instellingen op het gebied van wonen, welzijn en zorg, die met elkaar en met bewoners, ondanks de bezuinigingen, zorgen voor verbetering in wijken. Zo maakt Woningbelang in Valkenswaard samen met bewo-
ners, gemeente en welzijnsinstellingen vierjarenplannen in wijken, waarbij de fysieke, sociale en economische omgeving wordt verbeterd. Elke partij neemt daarbij verantwoordelijkheid voor een aantal maatregelen of activiteiten. Inmiddels zijn zorgpartijen aangehaakt om mee te doen. Zo ontwikkelt Woningbelang samen met zorginstelling Valkenhof een nieuw complex waar huurders zelfstandig kunnen wonen en ook 24 uur zorg kunnen krijgen. Daarnaast zorgen we er voor dat bewoners wijkbewoners kunnen ontmoeten in de eigen ‘brasserie’. Al deze partijen zijn bereid de handen in één te slaan om vooral kwetsbaren in onze maatschappij een huis te bieden en de zorg, die nodig is om ‘gewoon’ te kunnen functioneren. Het zou zonde zijn als deze investeringen in wijken, door bezuinigingen te niet worden gedaan.
Anton Maréchal, manager Wijken Woningbelang, Valkenswaard
ZetOpen medewerker Arjan van Peer aan het werk in het PSV stadion
De Twee Snoeken en ZetOpen
Meedenken als meerwaarde Architectenbureau De Twee Snoeken in ’s-Hertogenbosch werkte in enkele projecten samen met ZetOpen. Projectleider Marcel Hanegraaf is te spreken over de toegevoegde waarde van de adviseurs. ‘Zij denken mee in oplossingen. Hun informatie is helder en hun suggesties zijn welkom.’ De Twee Snoeken verkreeg de opdracht voor een nieuw te bouwen accommodatie Nestelre in Nistelrode, gemeente Bernheze. In het gebouw komen onder meer een bibliotheek, grote zaal met toneel en een grand café en foyer. Daarnaast vroeg de gemeente ZetOpen om een advies over de integrale bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van die nieuwe accommodatie. Hierbij wordt gekeken naar zowel bezoekers mét als zonder beperking. Dat betekent, dat er niet alleen aandacht is voor de mate van ‘rolstoeltoegankelijkheid’ maar voor een zo breed mogelijke gebruikskwaliteit. Het advies met voorkomende knelpunten staat in een rapportage die is doorgesproken met de gemeente en met De Twee Snoeken. Momenteel is men bezig met het bouwrijp maken van het terrein. Alternatieven Marcel Hanegraaf is blij met het advies en zeker omdat het al bij de start bekend was. ‘In het begintraject van de totstandkoming van Nestelre, konden wij al gebruik maken van het integrale advies van ZetOpen. Dat was prettig natuurlijk, want zo konden wij nog sturen. Dat scheelt onnodige kosten en vertragingen. Qua inhoud ben ik ook te spreken over het advies. Het snijdt hout. Dingen die er in staan leiden tot verbetering. Ik herinner mij bijvoorbeeld de indeling van het toiletblok nog. ZetOpen gaf daar een goed alternatief aan, dat prima binnen de maatvoering paste en leidde tot een efficiënter gebruik. Ook bleek dat de positie van enkele deuren handiger kon.’ Hij vervolgt: ‘Veel dingen zijn vanzelfsprekend,
maar je vergeet wel eens wat. Architecten zijn soms vanachter hun tekentafel erg gefocust op iets. De adviseurs van ZetOpen denken mee en reiken mogelijkheden aan. Dat meedenken en samenwerken vind ikzelf het belangrijkste. Zij leveren suggesties, een soort wensenlijstje waaruit je kunt kiezen. Wij zijn goed in het algemene, zij kennen bepaalde details uit de praktijk. Samen komen we tot een functionele én prima toegankelijke accommodatie. Zo verhogen we het gemak in het dagelijks gebruik. Wij kiezen voor de functionaliteit van een gebouw, maar wij willen natuurlijk ook een mooi gebouw neerzetten, dat is de esthetische kant van het verhaal. Ons ambitieniveau ligt hoog, maar geld bepaalt uiteindelijk wel het resultaat in de driehoek mooi-functioneelbetaalbaar. ZetOpen heeft heldere rapportages. Dat wensenlijstje helpt bij het maken van verantwoorde keuzen en oplossingen.’ Contacten De bouwwereld kent langlopende trajecten. Marcel Hanegraaf: ‘Je weet soms niet eens meer hoe iets is ontstaan of afgesproken. Dat vraagt om een eigen werkwijze gaandeweg het bouwproces. Het leven bestaat uit leren door ervaringen. Door schade en schande leer je. Er is altijd sprake van voortschrijdend inzicht. Hoe vaak gebeurt het niet dat het programma van eisen bijgesteld wordt? Je moet steeds weer de juiste mensen weten te vinden, dan komt het wel goed. Wanneer in de toekomst bij nieuwe projecten toegankelijkheid aan de orde is, zal ik zeker ZetOpen onder de aandacht van de opdrachtgever brengen.’
Toegankelijkheid is mijn virus
In 1998 begin ik aan een studie bouwkunde op het moment dat bij mijn vader de ziekte van Parkinson wordt geconstateerd. Al na enkele maanden blijkt dat er aanpassingen in huis nodig zijn. Mijn vader heeft steeds meer moeite met traplopen, naar de wc gaan en douchen. Gelukkig is er genoeg ruimte in de tuin om een toegankelijke slaapkamer en badkamer aan het huis te bouwen. Ik ga aan de slag met het ontwerpen en verwacht terug te kunne vallen op de expertise van de docenten. Dat valt vies tegen. Er blijkt zéér weinig kennis over en aandacht voor toegankelijk bouwen te zijn, bijt ik me vast in dit thema en vind een stageplaats bij BTB-Bouwadvies, een adviesbureau voor toegankelijkheid. Mijn afstudeerscriptie is het handboek ‘Wonen met autisme’, waarbij de huisvestingswensen en eisen van een heel specifieke doelgroep in kaart wordt gebracht. Na mijn studie ga ik aan de slag bij ZetOpen. Mijn vader heeft veel van zijn zelfstandigheid ingeleverd, maar kan met de zorg van mijn moeder nog steeds thuis wonen. En dat heeft mij aangestoken met een hardnekkig virus. Nu, zo’n tien jaar later, houd ik me nog steeds bezig met een zo functioneel en prettig mogelijke leefomgeving voor zowel mensen mét als
zonder beperking. De rolmaat is daarbij mijn onmisbare gereedschap. Jan Geurts, adviseur ZetOpen
GaZet april 2012 |
Over wat een participatiemaatschappij zou moeten zijn bestaat over het algemeen wel consensus. Meedoen, eigen verantwoordelijkheid, meer ketensamenwerking, minder loketten, minder kosten, en nog wat van die termen. Groot knelpunt is een gebrek aan gemeenschappelijke visie hoe dit te bereiken. Lastig is de veelheid aan overlegtafels, partijen en belangen. Ik merk meer en meer dat de vrijwilligerscentrale in dit speelveld van ‘zoekende bestuurders’ een neutrale en interessante partij is. De afgelopen twee weken (!) stelden verschillende welzijns- en zorgorganisaties, bedrijven en gemeenten aan medewerkers van Contour (voor vrijwilligerswerk en informele zorg) de volgende vragen voor hulp of ondersteuning bij:
• pool van vrijwilligers voor de begeleiding van • • • • •
ex-verslaafden maatjesproject voor mensen met psychische problemen maatjesproject voor tienermoeders inzet van vrijwilligers bij de begeleiding van gescheiden ouders pool van ouderenadviseurs over het werven en begeleiden van vrijwilligers begeleiding van oud-ID’ers naar betaald werk, via vrijwilligerswerk
• begeleiding van mensen in de bijstand richting betaald werk via vrijwilligerswerk
• pool van vrijwilligers om mensen met een taalachterstand te begeleiden naar betaald werk
Bovenstaande vragen geven aan dat de Kanteling reeds in volle gang is. Publieke organisaties denken, mede onder druk van bezuinigingen, na hoe zij met behulp van vrijwilligers hun diensten nog meer kunnen versterken. Een beweging die ik toejuich. Een beweging ook, waarbij een vrijwilligerscentrale een sleutelpositie in handen heeft. Nieuwe werkwijze Vanuit de expertise in het werven en begeleiden van vrijwilligers zou een vrijwilligerscentrale moeten opereren als een Kantelcentrale, die organisaties helpt bij het kantelen naar een nieuwe werkwijze. Een werkwijze waarbij betaalde krachten eerst onderzoeken wat hulpvragers zelf kunnen en
illustratie harrie remie
wat anderen (vrijwilligers) kunnen, voordat zij zelf zorg of ondersteuning bieden. Realisatie van deze nieuwe werkwijze is voor publieke organisaties een complex vraagstuk, zowel qua mentaliteitsals organisatieverandering. De Kantelcentrale kan hierbij adviseren en ondersteunen. Naast het opzetten van een professioneel vrijwilligersbeleid kunnen adviseurs van de Kantelcentrale ook ondersteunen bij visie-ontwikkeling en aanpak op kwaliteitsrisico’s, veranderingen in de personele bezetting, cultuurverandering en juridische en financiële consequenties. Dit is nodig omdat anders de (extra) inzet van vrijwilligers binnen de organisatie eerder leidt tot verzwakking dan versterking van de dienstverlening.
Nauwe samenwerking De grote vraag is natuurlijk, gaat dit de vrijwilligerscentrale lukken? Is er genoeg organisatiekracht bij de vrijwilligerscentrale om deze rol te kunnen spelen? Gezien de grootte en omvang van menig vrijwilligerscentrale is hierbij het aangaan van nauwe samenwerkingsverbanden onvermijdelijk. Contour heeft met welzijnsinstelling De Twern de intentie uitgesproken om uiterlijk 31 december 2012 één organisatie te zijn. Dit komt enerzijds voort uit het idee dat het vergroten van welzijn in wijken en vrijwilligerswerk hand in hand gaan. Anderzijds ontstaat zo ook een organisatie die daadwerkelijk de kracht en capaciteit heeft om een ware Kantelcentrale (voor anderen) te kunnen zijn. Kantelcentrale of niet, van doorslaggevend belang is het potentieel aan vrijwilligers. Wat mij betreft is dit nog kijken in een glazen bol. Tot nu toe lijkt het goed te gaan. Een stedelijke oproep aan 64-plussers leverde Contour eind vorig jaar in twee maanden tijd 300 nieuwe vrijwilligers op. Een stijging van zo’n 30%, en daarmee een succes te noemen. De vraag is echter tot hoever het potentieel reikt. Is het simpel een kwestie van de vraag expliciet maken, of is er meer nodig om de participatiemaatschappij vorm te geven? Een Kantelcentrale is wat mij betreft in ieder geval een motor! Adriaan Vonk, directeur a.i. Contour, Tilburg
Vrijwilligerscoördinatoren in de zorg
‘De eerste vrijwilliger woont hier nu zelf’ Zet organiseerde op 14 november 2011 voor ruim 50 vrijwilligerscoördinatoren in de zorg een inspiratiemiddag in het Natuurmuseum Brabant in Tilburg. Marie-Nel Brouwers was één van hen. ‘We hebben vrijwilligers genoeg. Boxtel is een groot dorp en iedereen kent iedereen. De vrijwilligers kennen de bewoners vaak al voordat ze bij ons komen werken. Ze zijn heel trouw. Nu valt het allemaal nog wel mee, maar wat de toekomst zal brengen weet ik niet.’ Woonzorgcentrum Simeonshof is een centrum voor een kleine 50 ouderen in Boxtel en maakt onderdeel uit van de Zorggroep Elde. Marie-Nel Brouwers heeft daar een dubbelfunctie: ze is activiteitenbegeleidster en is daarnaast verantwoordelijk voor het vrijwilligersbeleid. Op doordeweekse dagen is zij of een collega aanwezig, daarbij geholpen door vrijwilligers. Iedere morgen staat tijdens de inloop de koffie klaar. Ze somt enkele andere activiteiten op: ‘Bewegen, spel, eten klaarmaken, hersengymnastiek en taalspelletjes.’ Gemêleerd gezelschap In totaal zijn er zo’n 65 diverse vrijwilligers actief met ieder een eigen taak. Bijvoorbeeld in het internetcafé, in de kapel, als lid van de commissie van ontvangst of als vertrouwenspersoon. Na een kennismakingsgesprek volgt de inwerkperiode. Klikt het met de bewoners, klikt het met het personeel? Bij tevredenheid over en weer volgt na zes weken een contract. De werving is geen probleem, mondeling vragen of een briefje ophangen is meestal voldoende. Soms schakelt Brouwers het vrijwilligerssteunpunt in. Vrijwilligerswerk op maat Brouwers kent alle vrijwilligers. Ze bespeurt een verandering in het vrijwilligerswerk. ‘De oude garde valt af en in vergelijking met vroeger heeft men specifiekere taken. Vroeger deed iedereen eigenlijk alles. Er gebeurde veel meer in groepsverband. Maar niet alle bewoners willen nog breien of kienen. Tegenwoordig is het veel meer één op één. De tendens van de huidige tijd is zorg op maat. Je
| GaZet april 2012
ziet de toenemende individualisering ook bij ons terug. Mensen zijn tegenwoordig mondiger en beter geïnformeerd. Je hebt vanwege dat individuele
niveau meer vrijwilligers nodig. Verder zie je dat de professionals steeds minder tijd hebben. Specialistisch werk wordt hier niet overgenomen door vrijwilligers, maar de druk neemt wel toe. Ook wij ontsnappen niet aan de bezuinigingen.’ Zet in op talent Tijdens de inspiratiemiddag in Tilburg maakte ze kennis met ‘Zet in op talent’. Zet heeft een methodiek en database ontwikkeld vanuit de competenties en talenten van de vrijwilliger zélf en niet vanuit de klus. ‘Dat leek me wel wat, dat talentgericht vrijwilligerswerk. Ik vind het alleen voor onze locatie te duur. Ik heb de informatie aan de leiding
doorgegeven. Als ik eens tijd over heb ga ik zelf alle competenties en vaardigheden van onze vrijwilligers inventariseren en in kaart brengen.’ Onmisbaar Brouwers vindt het van het grootste belang dat er activiteiten voor de bewoners zijn. ‘Cognitieve dingen op peil houden, noem ik het. Er moet iets te beleven zijn. Het is hier geen rusthuis. Ze zitten tenslotte niet voor niets hier. Mensen zijn tevredener als ze zinvol bezig zijn. Als zezich vervelen gaan ze bellen en moet er een verzorgende naar toe. Op die manier is de inzet van vrijwilligers zowel sociaal als financieel onmisbaar.’
Dit is een uitgave van Zet, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling. www.zet-brabant.nl/socialezorg
Zelfredzaamheid - Zelf doen - Meedoen - Zelfregie Dianne van den Berg is projectcoördinator Sociale Zorg bij Zet. Die zorg is gericht op thuiswonende mensen met een beperking en het doel is dat deze mensen zo zelfredzaam mogelijk zijn. Dianne licht toe: ‘Het gaat om die zelfredzaamheid, oftewel zelf doen, meedoen, zelfregie. En dat zonodig met hulp uit eigen kring. Ook vrijwilligers of professionals kunnen daar, indien noodzakelijk, bij helpen’.
Dianne: ‘Het gaat om een effectieve en goede samenwerking zodat kwetsbare burgers hun eigen mogelijkheden kunnen benutten. Wij focussen op de mogelijkheden en niet op de beperkingen. Dát verstaan we bij Zet onder Sociale Zorg.’ Verbinden door kennis ‘Zet is goed op de hoogte van die kwetsbare burgers en kent de relevante cijfers over hen. Wij hebben verstand van de transitie AWBZ – Wmo. Zo hebben we in 2011 voor 22 Brabantse gemeentes een programma over de functie begeleiding van de AWBZ naar de Wmo verzorgd. Daarin was speciale aandacht voor de basisfuncties mantelzorg en vrijwillige inzet. Maar ook over de transities Wet werken naar vermogen en Jeugdzorg hebben we expertise in huis. Wat betreft de onderwerpen slimme zorg, vrijwillige inzet, mantelzorg en ervaringsdeskundigheid ben je bij Zet aan het juiste adres. Zet is een onafhankelijke partij, die zicht heeft op maatschappelijke ontwikkelingen en de relevante partijen. Wij kennen de Brabantse sociale netwerken en hebben daar onze contacten.’
Zorg in de buurt Als projectcoördinator is Dianne ook bezig met nieuwe concepten. ‘Wij vinden dat je wijkgericht moet kijken en werken. Verenigingen en voorzieningen als gemeenschapshuizen zouden veel meer kunnen doen voor mensen met een beperking of voor mensen die eenzaam zijn. Een mooi voorbeeld vormen volgens mij de zorgboerderijen en zorgcoöperaties. Daar ligt de toekomst. Zij vormen een ideale combinatie van zorg op maat in de buurt, werkgelegenheid en ondernemerschap.’ Zet promoot en stimuleert dat zelf doen. Dianne: ‘De meeste mensen kunnen zich prima redden. Sommigen echter kunnen ondersteuning gebruiken, die zijn kwetsbaar. Daar moeten we actief op af. We moeten daar langs gaan. Daarom staat op onze nieuwe brochure over kwetsbare burgers een bel op de voorpagina!’
Foto Johan Wouters
GaZet Special april 2012 | 1
Maatwerk als keurmerk
Wat kan Zet betekenen in de transitie functie begeleiding van de AWBZ naar de Wmo? Meer dan je denkt! Het aanbod van Zet is zowel beleidsmatig als ondersteunend en uitvoerend. In alle gevallen geldt maatwerk in overleg met de klant - gemeente, welzijnsorganisatie, zorginstelling. Zet biedt begeleiding bij het totale proces van inventarisatie, beleidsontwikkeling en implementatie. Ons aanbod is altijd praktijkgericht. Wij hebben enkele mogelijkheden op een rij gezet in relatie tot de fasen zoals omschreven in het Stappenplan Transitiebureau (ministerie van VWS en VNG) Bepaal uw wensen en neem contact op met Dianne van den Berg van Zet (
[email protected])
Inventarisatie en analyse
Visie en keuze
• Doelgroepen en aanbieders in kaart brengen • Inzicht geven in belangen en verhoudingen
• Opstellen van gemeentelijke visie en ontwikkelen
1
Verwerking aanpak en keuze
beleid Samenhang tussen de transities in beeld brengen Handreikingen over kwetsbare burgers, vroegsignalering, ervaringsdeskundigheid, vrijwillige inzet en mantelzorg Methodieken van ‘slimme zorg’ aanreiken
• • •
2
Implementatie
• Toetsen van verordeningen in het kader van de
• Ondersteunen ketensamenwerking • Adviseren over proces van informatie, indicatie en
• Adviseren over proces van offerte en inschrijving
• Methodieken zoals ‘Mantelzorg in kaart’, ‘Zet in op
Wmo
3
De Brabantse Aanpak Ouderenmishandeling ging van start in 2009 en richt zich inmiddels ook op de intramurale setting. De provincie stelde middelen ter beschikking om te stimuleren dat instellingen ouderenmishandeling aanpakken. Zet trainde daarvoor 67 medewerkers van zorgcentrum Den Herdgang. Dat is een onderdeel van De Wever, de Tilburgse organisatie voor ouderenzorg. Carla Klerks: ‘Het is vrij uniek dat een organisatie als De Wever de training aandurfde. De meeste instellingen zijn toch bang voor hun reputatie. We hebben de medewerkers eerst bewust gemaakt van het verschijnsel: wat is ouderenmishandeling, wat is het niet? Vervolgens leerden de deelnemers de signalen te herkennen en hoe die ter sprake te brengen. Wij vinden het heel belangrijk dat verzorgenden ook elkaar durven aan te spreken. Het moet een zaak van het team zijn. En dan is de vraag wat je doen kunt. Grijp je zelf in of meld je het?’ Elke instelling een aandachtfunctionaris Het ministerie van VWS wil dat de 35 centrumgemeenten voor vrouwenopvang het probleem oppakken. In de praktijk betekent dat: inbedden in de werkwijze van de Steunpunten Huiselijk
toewijzing
4
Talent’, ‘Blijvend Thuis’ en ‘Zorg voor Elkaar’
• Adviseren over toegankelijkheid van voorzieningen voor mensen met een beperking
• Trainingen zoals ‘Signaleren achter de voordeur’, ‘Meldcode huiselijk geweld’ en ‘welkome gasten’
Geweld. Noord-Brabant kent vijf Steunpunten: Midden, West, Zuidoost, de Peel en NoordoostBrabant. Die moeten zich ontwikkelen tot een meldpunt ouderenmishandeling. Zet werkt samen met de Steunpunten aan een samenhangend netwerk. Alle zorginstellingen worden straks verplicht te werken volgens de Wet Meldcode. De ambitie is dat elke instelling voor ouderen een aandachtsfunctionaris krijgt, die weet hoe te handelen. Zet zorgt voor trainingen op maat en organiseert netwerkbijeenkomsten, waarop aandachtfunctionarissen kennis kunnen verwerven en delen. Meldcode De Inspectie voor de Gezondheidszorg hecht veel belang aan de preventie, signalering en aanpak van ouderenmishandeling. Daarom onderzoekt men dit jaar hoe ver de instellingen zijn met de invoering van een meldcode. De Wet Meldcode ligt al een tijd te wachten op bespreking in de Tweede Kamer. Maar de instellingen zijn al geïnformeerd en er zijn al tientallen meldingen. Vanaf 2013 ziet de Inspectie toe op handhaving van de Meldcode.
Zorg dat u er klaar voor bent. Informeer naar de adviesmogelijkheden en de trainingen op maat. Meer informatie: Carla Klerks,
[email protected]
De Meldcode ouderenmishandeling in vijf stappen Stap 1 breng de signalen in kaart Stap 2 overleg met collega’s en zonodig met het Steunpunt Huiselijk Geweld Stap 3 bespreek de signalen met de cliënt Stap 4 maak de afweging: is het inderdaad ontspoorde zorg of ouderenmishandeling Stap 5 beslis of je hulp organiseert of een melding doet
2 | GaZet Special april 2012
Marjet van Houten, MOVISIE
‘Gelijkwaardige coöperatie’ De drie transities - Wet werken naar vermogen, AWBZ en Jeugdzorg - zijn een feit. Maar in hoeverre krijgen de burgers daarmee meer mogelijkheden om hun eigen leven te sturen? Marjet van Houten van MOVISIE roept alle gemeenten op om tot ‘cocreatie’ te komen. Aan de gemeenten is het immers de taak om die nieuwe maatschappelijke steun vorm te geven. MOVISIE en Zet trekken in de transities gezamenlijk op. Wat wil dat zeggen, die cocreatie? ‘De decentralisaties zijn een feit. Ik roep de gemeenten op om de maatschappelijke steun te vernieuwen. Dit is hét moment om werk, zorg en welzijn met elkaar te verbinden. Ontwikkel met elkaar een visie, met de nadruk op ontwikkelen. Denk er over na, samen met de burgers, schets een scenario en draag de bouwstenen daarvan uit. Gemeenten moeten keuzes maken op basis van afspraken die met de burgers zijn gemaakt. Het is een mega-operatie. De bezuinigingen gaan gepaard met een enorme uitbreiding van taken. Ik ben bang dat lang niet alle gemeenten dat al zien aankomen, het is nog weinig tastbaar. We leven in een indicatie-maatschappij, ik zie dat als het beheersbaar houden van de kosten. De ene indicatie lokt de andere indicatie uit. Zo’n maatschappij haalt echter wel de zelfredzaamheid van mensen onderuit.’ Hoe bereik je kwetsbare mensen die niet in beeld zijn? ‘Veel van die mensen zijn wel bekend, alleen vaak vanuit één perspectief. Dankzij die decentralisaties krijgen de gemeentes kwetsbare groepen wel veel
Slimme Zorg
breder en dus beter in beeld. We moeten terug naar informele vormen, noem het buurtkracht of het gewone contact. Het verstrekken van een uitkering biedt voor gemeenten een goede ingang om in contact te treden. We moeten creatief zijn en met onconventionele oplossingen komen. Een blauwdruk bestaat niet. Er wordt geëxperimenteerd met regelarme zorg en indicatievrije hulp. Ik heb niet de illusie dat een gemeente iedereen kan bereiken. Maar het gaat ook over normen en waarden. Die zijn niet voor iedereen eensluidend. Hoe ver moet je gaan om mensen iets aan te dragen? Mensen verschillen enorm.’ MOVISIE en Zet hebben het over sociale zorg. Dat woord is zorgelijk en vertrekt niet vanuit de mensen zelf. Heb je andere suggesties? ‘De naamgeving, die blijft lastig. Kwetsbare burgers klinkt wat sneu. Het gaat om eigen kracht en vaardigheden. Zelfredzaamheid vind ik wel aardig, maar daar zit redden in. Ik ben wel gecharmeerd van zelfregie. Maar eigenlijk is doen mijn woord. In beweging brengen, ontmoeten. Dáár moeten we op organiseren. Het koken zélf, niet de maaltijd. Bezig zijn met zijn. Een zinvolle deelname, dat is belangrijk en niet alleen uit oogpunt van de economie. MOVISIE heeft een participatiewiel ont-
Op 1 maart is met een bijzonder Spin-off Event een punt gezet achter het programma Slimme Zorg van de provincie Noord-Brabant. Met het programma, dat in 2008 van start ging, is geïnvesteerd in initiatieven en ontwikkelingen om mensen langer zelfstandig thuis te kunnen laten wonen met behulp van slimme ICT-diensten. Zet en de Brabantse Raad voor de Informele Zorg (BRIZ) presenteerden tijdens de sessie ‘Empowerment gebruikers’ hun film-drieluik over het gebruik van Slimme Zorg.
Nieuw in zorg en techniek Slim zelfstandig
Slim zelfstandig Mensen willen al van jongs af aan zoveel mogelijk zelf doen. En dat willen ze als het even kan ook zo lang mogelijk blijven doen. Zet en de BRIZ willen deze zelfredzaamheid graag stimuleren. Techniek is niet meer weg te denken uit ons leven. Ook in zorg en welzijn wordt innovatie steeds belangrijker. Het helpt ons langer zelfstandig te zijn en eigen beslissingen te nemen. En het bespaart tijd van degenen die zorg verlenen.
Nieuwe ontwikkelingen in zorg en techniek
In Congrescentrum 1931 in Den Bosch waren een kleine 450 betrokken partners en belangstellenden aanwezig om de successen van Slimme Zorg te vieren en vervolginitiatieven voor het voetlicht te brengen. ‘Zelfstandig wonen met gemak blijft in Brabant belangrijk,’ zo meldde gedeputeerde Brigite van Haaften. ‘Slimme zorg gaat naar de volgende fase! Het verheugt me dat we vandaag kunnen zien dat er al vele vervolginitiatieven zijn gestart. Daarbij kunnen de betrokken partijen blijven rekenen op de provincie als meedenker.’
Zet en BRIZ maken zich samen sterk om de drempel voor het gebruik van deze nieuwe technieken te verlagen. Zij maken het thema bespreekbeer door het organiseren van speciale bijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten is de film Slim Zelfstandig te zien waarin vanuit verschillende gebruikersperspectieven (zorgontvanger, zorgverlener, beleidsmakers) ingezoomd wordt. Nieuwe ont-
wikkeld en daar vind je dat in terug: zelfstandig functioneren en sociale contacten.’ Wat kunnen MOVISIE en Zet voor elkaar betekenen?
‘Zet is één van onze partners in Brabant. We kennen elkaar inmiddels goed. Ik vind het belangrijk om samen op te blijven trekken en elkaar te voeden. Samen kunnen we bijvoorbeeld nieuwe vormen en methodieken afstemmen en uitproberen. Onze beide organisaties kunnen gemeenten prima helpen bij het uitwerken van een visie en ondersteunen bij het proces van decentralisatie. Wij als landelijk kennisinstituut maatschappelijke ontwikkeling zitten op een wat abstracter niveau. Wij hebben toegang tot landelijke kennis, zowel de theorie als methodieken. Wij krijgen voeding vanuit de werkvloer, vanuit de CMO’s zoals Zet. Jullie hebben een lokaal netwerk. Ga in gesprek met relevante partners. Wees bewust van wat er gaat komen. Geef vorm aan die nieuwe sociale praktijk. Het is een modewoord, maar toch: ben pro-actief! Je kunt beter zélf kiezen. Onze gezamenlijke opdracht is en blijft: een krachtige samenleving.’
wikkelingen bij het inzetten van techniek komen op een aantrekkelijke manier aan bod en laten duidelijk zien hoe zij een positief effect hebben op regie over eigen leven. Deze film is gemaakt in opdracht van de BRIZ en Zet. De première was op het Slimme Zorg Spin-off Event. Vanzelfsprekend Marieke Hageman was één van de deelnemers aan de sessie ‘Empowerment gebruikers’. Ze is beleidsmedewerker bij de KBO-Brabant, belangenorganisatie van senioren. Verder is zij voor de VBOB (Verenigde Bonden Overleg Brabant) verantwoordelijk voor deskundigheidsbevordering lokale belangenbehartiging voor ouderen. Ze vond de film verhelderend. ‘Ik heb mij voor deze sessie opgegeven, omdat ik meer informatie op wilde doen. Ik wilde weten of het interessant is voor onze achterban. Ook het uitbreiden van mijn netwerk speelde mee. Het is belangrijk de krachten te bundelen zodat niet iedereen het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. De film geeft goed weer welke mogelijkheden de techniek biedt en wat er allemaal al kan. Met name het voorbeeld van die gehandicapte jongen, die veel zelfstandiger kon leven door dingen slim te organiseren, sprak mij aan. Communiceren via het beeldscherm biedt zeker een uitkomst.’ De KBO heeft ruim 300 afdelingen en houdt zich naast recreatie bezig met collectieve en individuele belangenbehartiging. Hageman: ‘Zorg is bij ons altijd al een thema geweest, slimme zorg vormt daar een prima aanvulling op. Ik heb inmiddels een afspraak met BRIZ en Zet gemaakt om eens te kijken wat we samen kunnen doen. Ikzelf zit te denken aan voorlichtingsbijeenkomsten voor de afdelingen en seniorenraden, waarbij we de film vertonen. Het heeft mij overigens nog op een heel ander idee gebracht. Zou het niet leuk zijn om een soort landelijke soap-serie te maken over ouderen en slimme zorg? Zo raken die er veel beter mee vertrouwd en gaat iedereen het beschouwen als iets vanzelfsprekends!’ Voor meer informatie over slimme zorg: Lieky van Beek,
[email protected]
GaZet Special april 2012 | 3
Nieuwe brochure Zet heeft een nieuwe uitgave ‘Wanneer zijn burgers kwetsbaar?’ De komende transities AWBZ - Wmo, Wet werken naar vermogen en de Jeugdzorg brengen ingrijpende veranderingen met zich mee. Hoe kunnen gemeenten, Wmoraden en lokale partijen op sociaal terrein daar goed op in spelen? Aan hen de uitdaging om voor
ondersteuning op maat te zorgen. Kennis over én het kennen van kwetsbare burgers is dan van groot belang. Wie zijn die kwetsbare burgers? De brochure gaat dieper in op de risicogroepen en de risicofactoren en doet dat aan de hand van feiten en cijfers. Zo blijkt elf procent van de bevolking behoefte te hebben aan ondersteuning (SCP).
Persoonlijk Ervaringen Dossier
Het Persoonlijk Ervaringen Dossier (PED) is een methode, die cliënten / patiënten en mantelzorgers helpt beter met hun situatie om te gaan in contacten met zorg- en hulpverleners. Voor professionals biedt het een zinvolle aanvulling op het dossier van hun cliënt. Mensen zijn het wel eens beu om telkens weer bij iedereen overal hetzelfde verhaal te moeten vertellen. Is het dan niet handig dat je je ervaringen bij elkaar kunt zetten of van je af kunt schrijven? Het PED biedt deze mogelijkheden. Je kunt een arts of hulpverlener toestemming geven jouw verhaal te lezen. Die toestemming kun je altijd weer intrekken. Het PED is een beveiligde website die alleen toegankelijk is met een eigen wachtwoord. Professionals kunnen cliënten er op wijzen hun verhaal te noteren in een Persoonlijk Ervaringen Dossier! Goed voorbereid Sinds 2000 lijdt Michael (47) aan een niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Daardoor ‘schieten zijn gedachten vaak van links naar rechts.’ Hij kwam in het medische circuit terecht en onderging speciale onderzoeken in het Radboud Ziekenhuis in Nijme-
3x Zet aan zet
4 | GaZet Special april 2012
gen. Om een gesprek met de specialist zelfstandig te kunnen voeren, bereidde hij zich goed voor. Hij stelde daarom een Persoonlijk Ervaringen Dossier op. Daarin stonden zijn personalia, medisch verleden, zijn klachtenpatroon en de vragen die hij wilde stellen. Daardoor bleef hij beter bij de les en stelde hij de vragen die hij wilde stellen. Dit gaf hem een gevoel van zelfstandigheid. Voorheen moest hij iemand meenemen om het gesprek te structureren. Dat hoefde nu niet meer. De reactie van de specialist was positief: hij kreeg een compliment dat hij zich zo goed had voorbereid! www.mijnziektemijnverhaal.nl
Wanneer zijn burgers kwetsbaar? Zet heeft voor u een speciale aanbieding. Wij organiseren voor u een aansprekende, informatieve bijeenkomst die de deelnemers laat kennismaken met kwetsbare burgers. Wat vinden zij belangrijk? Waar lopen ze tegenaan?
Gratis
Voor de eerste twee or ganisat ies die reag eren
Na de bijeenkomst hebben de deelnemers: Kennis over groepen en aantallen kwetsbaren Kennis over risicofactoren omtrent kwetsbaarheid Ervaringen en advies van kwetsbare burgers Voor wie interessant? Wethouders, gemeenteraadsleden, leden Wmo-raad, ambtenaren van Wmo, Sociale Zaken, Ruimtelijke Ordening, Sport. Geïnteresseerd? Yvonne Thomassen\ (
[email protected]) of Dianne van den Berg (
[email protected]). Telefoon: 013 544 14 40
Veldhoven
Steenbergen
Alphen-Chaam
De gemeente Veldhoven organiseerde een conferentie onder de naam ‘Verkennen van de informele kracht’. Hiervoor was het gehele maatschappelijke middenveld uitgenodigd. Zo’n 100 mensen waren aanwezig, waaronder de wethouder Wmo. Eén van de workshops ging over de kracht van mantelzorgers en over de ondersteuning die zij nodig hebben. De gemeente en Zet stelden het programma van deze workshop samen en voerden het uit, de basisfuncties mantelzorg stonden hierin centraal. De deelnemers reageerden op stellingen en gaven prioriteiten aan. Ook vroeg de gemeente Zet om advies over pilots in het kader van de transitie AWBZ-Wmo.
Zet verzorgde voor de gemeente Steenbergen een programma over woon-zorgvoorzieningen. Tijdens het eerste gedeelte stonden informatie, verdieping en uitwisseling centraal met als onderwerpen: transitie AWBZ; oriëntatie op woon-zorgvoorzieningen in Steenbergen; ICT, wonen en informele zorg. Daarna besprak men een casus over een multifunctionele accommodatie. Op deze manier praatte Zet de gemeente bij over de actuele ontwikkelingen op het gebied van wonen en zorg. Daarnaast kan de afdeling maatschappelijke ontwikkeling en huisvesting haar positie nu beter bepalen ten opzichte van maatschappelijke organisaties als woningcorporaties en zorginstellingen.
De gemeente Alphen-Chaam had behoefte aan meer informatie over de transitie van de functie begeleiding in de AWBZ, mantelzorg en vrijwillige inzet. Zet en de gemeente stelden samen een programmaopzet vast. De start bestond uit een theoretisch achtergrondverhaal en in de tweede bijeenkomst zijn vier casussen behandeld. In de laatste sessie stonden de basisfuncties mantelzorg en vrijwilligerswerk op de agenda, evenals een eerste stappenplan om te komen tot een goede transitie AWBZ, Jeugdzorg en Wwnv. Ambtenaren van het cluster welzijn, zowel van beleid als uitvoering, namen deel.
‘Door een artikel in de GaZet heb ik contact opgenomen met Zet,’ vertelt Judith Strijbos, beleidsmedewerker zorg en welzijn. ‘Vervolgens hebben we samen inhoud en uitvoering aan de workshop gegeven. Wat mij opviel was de ingebrachte inhoud in combinatie met de gespreksleiding: de deelnemers werden persoonlijk uitgedaagd om op de stellingen te reageren. Zo ontstond een levendige discussie. De prioritering van de basisfuncties bleek een goede vorm om als gemeente te weten te komen wat mantelzorgers van ons verwachten. In het adviesgesprek over de transitie-pilots kwam de expertise van Zet goed van pas. Wij waren op zoek naar vernieuwing in samenwerking en aanbod. Door hun meedenken konden we onze aanpak van de Kanteling delen. Zet kent Brabant goed en die kennis kunnen wij natuurlijk prima gebruiken. Sindsdien weten wij elkaar te vinden.’
Eén van de deelnemers aan het programma was René Reijngoudt, hoofd maatschappelijke ontwikkeling van de gemeente Steenbergen. ‘Onze wethouder had wat vragen over wonen en maatschappelijke ontwikkeling. Wij hadden een duidelijke wens en zijn op zoek gegaan naar een onafhankelijk bureau om onze afdeling bij te praten over de laatste ontwikkelingen. Zet heeft daarop in overleg met ons een inhoudelijk programma samengesteld en uitgevoerd. Het was maatwerk en niet zomaar een training met standaardinformatie. De adviseurs van Zet zijn goed op de hoogte van de thema’s. Je zit toch op een bepaalde manier in de materie en dankzij dit programma kunnen we er samen als afdeling iets mee. We hebben elkaar gevonden en kunnen verder werken aan wat voelt als een gemeenschappelijk belang. De wethouder beaamde dat we een andere kijk op de decentralisatie hebben gekregen.’
Johanne van Hooijdonk is senior beleidsmedewerker en heeft samen met Zet het programma inhoud gegeven. ‘Wat mij opviel was dat de inbreng van Zet maatwerk was voor ónze gemeente. Het sloot prima aan bij onze behoeften. Het programma zat grondig in elkaar, zowel globaal als inzoomen. Het begon met theorie: waar hebben we het over, hoe zit het met die nieuwe taken, wat houdt de Kanteling in? Vervolgens is gekeken waar we op dit moment in AlphenChaam staan. Wat zijn knelpunten en wat moeten we nog doen? En dat alles met als uiteindelijk doel: over welke mensen hebben we het concreet en wat kan onze gemeente hen bieden? Wat ik erg zinvol vond was dat medewerkers van beleid en uitvoering samen aan de slag zijn gegaan. Bij beleid leefde de transitie al wel, bij de uitvoering was dat toch een stuk minder. Nu is onze kennis gelijk.’
Gedeputeerde Brigite van Haaften blij met steun voor Sportplan Brabant
Kracht maken we met elkaar Op 15 december, een dikke week voor Kerstmis, is formeel een start gemaakt met het provinciale Sportplan Brabant 2016. Een week eerder sprak een meerderheid van Provinciale Staten zich in positieve zin uit over dit ambitieuze project met een totaalbegroting van 40 miljoen euro. Op de dag dat de subsidieregeling van kracht wordt schuift de redactie aan bij de vrouw die vol vuur de sport in onze provincie een oppepper gaat geven. Brigite van Haaften staat pal achter haar sportplan, maar wil om te beginnen eerst met ons kwartetten. ‘Het is van belang dat de mensen in Brabant begrijpen dat dit niet alleen een impuls is voor de georganiseerde topsport. Ook, of misschien wel juist, de gewone Brabander gaan de positieve effecten van dit plan merken. Laten we eerst even de vier sporen van dit plan op een rijtje zetten. Met dit kwartet aan plannen in de hand wordt dan duidelijk dat we over de hele breedte van de sport samenwerkingsverbanden tot stand gaan brengen. Niet verwonderlijk, want in het bijeen brengen van mensen zijn wij als provincie erg goed.’ De zelf ook sportieve gedeputeerde geeft daarnaast aan dat de provincie met dit plan veel meer wil zijn dan een verdeelstation voor subsidiegeld. ‘Absoluut, we beseffen dat veel sportbonden en verenigingen in de rij zullen gaan staan om gebruik te maken van deze financiële impuls. We hebben in onze subsidieregeling strakke criteria opgesteld waaraan voldaan moet worden. Ons doel is niet om als een provinciale flappentapper te fungeren, maar om Brabant in beweging te krijgen!’ Studio Sport Na deze belangrijke introductie somt ze met
speels gemak de vier sporen van het plan op. ‘Op de eerste plaats is er ons accommodatiebeleid. Hierin wordt een groot, zo niet het grootste deel van het budget gestoken. We willen met goede sportvoorzieningen scoren als Brabant. Er worden bestaande accommodaties opgeplust en er zullen nieuwe sportvoorzieningen gebouwd worden. Niet alleen te gebruiken voor de topsport, maar ook voor de breedtesport. Door een goed netwerk van regionale topaccommodaties versterken we ook direct het leef- en vestigingsklimaat in onze provincie. Als tweede spoor zetten we sterk in op evenementen. We willen Brabant nog beter op de kaart zetten, bijvoorbeeld bij Studio Sport. Onze eigen toppers zoals bijvoorbeeld Marianne Vos geven aan dat ze het geweldig vinden als de fans hun idool ook gewoon in de eigen provincie kunnen toejuichen. Met grote evenementen zoals de wereldbeker veldrijden kan dit. Dit is tevens zeer ‘besmettelijk’ voor niet-sporters om zelf ook in beweging te komen!’ Foto wim Roefs
Jong en oud Het derde spoor is dat van de talentontwikkeling. Hier zit een mooie verknoping met het onderwijs in opgesloten. ‘Klopt, het is in de eerste plaats bedoeld voor sportverenigingen om beter oog te krijgen voor talenten, maar we willen ook een provinciedekkend netwerk van opleidingsinstituten. Schoolsport kunnen wij niet dwingend opleggen, maar we kunnen het onderwijs wel triggeren om
bewegen een belangrijk onderdeel van de opleiding te laten worden. Combinatiefunctionarissen kunnen daar een belangrijke rol in vervullen, maar ook met de sportopleidingen van Fontys worden voor 2012 afspraken gemaakt om hun studenten stage te laten lopen binnen het basisonderwijs. Het betreft hier sportopleidingen in combinatie met ‘gewone’ opleidingen zoals de LOOT-scholen (Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport) en
Gratis
check op uw toegankelijkheid
Kan iedereen bij u naar binnen en meedoen? Met onze check weet u hoe het staat met uw toegankelijkheid. Gratis en zonder verplichtingen. Waar kom je dat nog tegen vandaag de dag? Naam Vereniging Adres Telefoonnummer
E-mail
Stuur de coupon naar Zet, Antwoordnummer 60510, 5000 WB Tilburg, mail naar Francis Meulendijks (
[email protected]) of ga naar zetopen.nl
de Regionale Trainings Centra (TRC). We gaan dit vier jaar lang doen, zodat we een goed beeld krijgen van het terugdringen van het aantal kinderen met overgewicht. Uit onderzoek is al gebleken dat sport en bewegen het leervermogen van kinderen positief beïnvloedt, ook dat willen we graag proefondervindelijk bewijzen in Brabant.’ Toegankelijkheidstoets Het vierde en laatste spoor van het omvangrijke sportplan zet in op breedtesport en gehandicaptensport. ‘Het was vanaf het begin al duidelijk dat we stevig gaan inzetten op gehandicaptensport. Bij ieder nieuw bouwplan is afgesproken dat er een toegankelijkheidstoets plaatsvindt. Of dat altijd door Zet gedaan zal worden kan ik niet toezeggen, maar gelet op de expertise van Zet lijkt me dit wel een slimme zet. De Staten hebben overigens ook aandacht gevraagd voor een ander aspect: anti-discriminatie. Dat speelt niet zo zeer in de fysieke toegankelijkheid, maar meer op het andere terrein van toegankelijkheid, de sociale. Zij willen dat er onder meer aandacht komt voor het nog steeds spelende probleem van homodiscriminatie binnen de sport. Met ons sportplan bereiken we de ruim 5000 sportverenigingen in Brabant. Onze belangrijkste doelstelling op dat gebied is om via netwerkbijeenkomsten de vele vrijwilligers bijeen te brengen. Niet alleen binnen een bepaalde tak van sport, maar juist ook via ontmoetingen van mensen uit verschillende sportsectoren. Dit gaat dan ook breder dan alleen de vertegenwoordigers van onze zeven benoemde kernsporten. Het bieden van ontmoetingsmogelijkheden (met een kop koffie) voor de zo essentiële vrijwilligers is opnieuw een uiting van hoe wij dit plan zover mogelijk willen vertakken door Brabant. Kracht maken we met elkaar!’ Na de opmerking dat binnen de Brabantse kernsporten ook het voetbal kan meeprofiteren door het initiëren van het vrouwenvoetbal is er in een klein uurtje heel veel duidelijkheid gegeven door de gedeputeerde.
GaZet april 2012 | 7
In
taal kapi
info no rm vati ele e ke nn is
economie
iaal ige Soic huid titeit iden
St t
re acht erk kk kra ch
e re St
iden
inst sam itutio
Streekkracht
St
t form enw nele ee erki le ke ng nn is
heid igen e edse isch Gebi histor titeit
re cht erka kk krac h
e re
St
Streekkracht
economie korte termijn
Duurzaamheid
Streekkracht
Markt lange termijn
Wat maakt uw streek uniek? Hoe gebruikt u dat eigen karakter bij streekontwikkeling? En met wie kunt u dat avontuur aangaan? Zet analyseert het voor u met het instrument Streekkracht. Een model dat langs drie dimensies (economie, kennis en sociale potentie) de weg wijst naar de succesfactoren voor een duurzame ontwikkeling. Meer weten? Vraag het Kamieke van de Riet (
[email protected])
Markt lange termijn
ken
ele
Inn
inf orm
Streekkracht
ee Str
t
nti
Str t eerach k kk kra ch
ide
ins sam tituti
for enwe onele me ele rking ken nis
nheid ige dse ische Gebiehistor teit
t
al
Streekkracht
tei
nti
dig
ide
hui
ita al kap e
cia
nis
Soi
ova tie
economie
Str ee cht k ra kk krach ee t Str
Smaakversterker van uw streek
economie korte termijn
Duurzaamheid
Foto sander hoosemans
De toekomst van de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen
Vooral veel vragen Iemand met een verstandelijke beperking woonde vroeger in een instelling in het bos. Tegenwoordig worden zorg en wonen gescheiden en verhuist welzijn naar de Wmo. Wat betekent dat voor Brabantse zorgaanbieders? We spraken met beleidsmakers van Amarant, Cello, Dichterbij, Koraalgroep, Lunetzorg en Prisma. Bij elkaar bedienen ze ca. 16.000 cliënten. Zelfstandig wonende cliënten vormen bij verschillende organisaties al de meerderheid. Die groep valt in 2013 onder de Wmo. Met ingrijpende gevolgen: ‘ambulante begeleiding’ maakt soms 20% van de totale omzet uit van de zorgaanbieder. De zorgaanbieders ondersteunen cliënten bij wonen, werk en vrije tijd. Het perspectief bij dagbesteding ligt op de ontwikkeling van de cliënt, van dagopvang tot bedrijfsmatige arbeid; van kunstateliers of lunchcafés tot betaald werk. Zorgaanbieders bemiddelen ook bij vrijetijdsbesteding: bijvoorbeeld in de dagcentra, of bij reguliere vrijetijdsmogelijkheden, met de inzet van coaches en vrijwilligers. De zorg voor specifieke groepen vraagt veel aandacht. Bijvoorbeeld bij cliënten met sterk gestoord gedrag, waar wordt samengewerkt met psychiatrie en verslavingszorg. Eenmaal uitbehandeld krijgt een deel intramurale huisvesting, een ander deel functioneert met begeleiding redelijk zelfstandig en valt straks onder de Wmo. De visie Het Wmo-gedachtegoed is de zorgaanbieders niet vreemd. ‘Regie over eigen leven’ is het motto, met het streven om zoveel mogelijk aan te sluiten bij reguliere voorzieningen.
8 | GaZet april 2012
Zo startte Dichterbij in Peel & Maas met het Netwerk Welzijn Versterkt. Projectleider Jan Joore: ‘Kwetsbare inwoners kunnen meedoen in het dorp. Maar wat willen ze en welke ondersteuning hebben ze nodig? Dat achterhalen we met een dialoogmethode. We vragen verwanten, buren en vrijwilligers om hen te ondersteunen. Professionals richten zich op de meer complexe problematiek. Samen ontwikkelen ze zo een maatschappelijk steunsysteem.’ Vrijwilligers geven cliënten individuele aandacht en assisteren bij activiteiten. De werving is meestal geen probleem. Zorgaanbieders geven coaching en betalen vrijwilligersvergoedingen. Marc van Ooijen (Dichterbij): ‘Maar dat kunnen we niet blijven bekostigen. We hebben de vrijwilligers ondergebracht in een zelfstandige stichting, die bij de gemeente aanklopt.’ Zelfbeschikking is een groot goed, maar niet iedereen kan de gevolgen van zijn daden overzien. Ivo Vugts (Amarant): ‘We maken maanden mee dat zich vier of vijf zwangere meisjes melden. Dat vraagt om inzet van vrouwenopvang, thuiszorg en
cursussen om ze te leren voor hun kindje te zorgen. Dat valt straks ook onder de Wmo.’ Zorgen dat De zorgaanbieders werken steeds meer samen met andere partijen. Ze leveren ambulante expertise aan kinderdagverblijven, onderwijs en huisartsenzorg. En ze leren professionals hoe je verstandelijke beperkingen herkent en daarmee omgaat. Peter Nouwens (Prisma): ‘Ik zit ‘Thesaurus’ voor, een netwerk van welzijn- en zorgorganisaties in de wijk. We werken aan wijkpunten en aan het sociale klimaat, met faciliteiten voor buurtbewoners. In Kaatsheuvel doen we dat al sinds 2005, met aantoonbaar resultaat.’ De zorg maakt een ommezwaai van verzorging van cliënten naar zorgen dat de cliënt een antwoord vindt op zijn vraag. Dat vraagt om andere competenties van begeleiders. Het vraagt ook om plattere organisatievormen, met beslissingsbevoegdheid laag in de organisatie, dicht bij de klant. Maar de voorwaarden moeten wel aanwezig zijn. Ivo Vugts: ‘Wij sluiten niemand uit, maar we bewaken de voordeur. Amarant heeft zelf twee indicatiestellers in dienst, die de cliënt helpen om de zorgvraag hard te maken.’ Actuele ontwikkelingen De komende jaren krijgt de sector te maken met transities van de AWBZ-begeleiding en de Jeugdzorg, met de Wet werken naar vermogen en de IQ-maatregel. Er zal worden bezuinigd en de gemeente krijgt de centrale rol. In de beeldvorming krijgen mensen met lichte beperkingen onnodig dure zorg. Iedereen kent voorbeelden van misbruik van PGB’s. Dat lijkt be-
zuinigingen te rechtvaardigen. De zorgaanbieders waarschuwen echter voor toenemend isolement en onhoudbare situaties. Het regeerakkoord haalt ook een streep door de ondersteuning van mensen met een IQ tussen 70 en 85. Vugts: ‘Bij een IQ van 70 of hoger was er altijd al de ‘beredeneerde afwijking’. Je moest uitleggen dat die paar uur begeleiding nodig zijn omdat iemand anders de fout in gaat, zijn medicijnen niet neemt of zijn rekeningen niet betaalt. Als dat niet meer kan, escaleren de problemen.’ Straks verhuist de AWBZ-begeleiding naar de Wmo. Weten de gemeenten wat er op ze af komt? Verdonck (Lunet): ‘Ze hebben geen idee. Ik ken een gemeente die een schoolgebouw wil bestemmen voor de dagbesteding van 50 cliënten. Ze beseffen niet hoe de begeleidingsbehoefte van jonge autisten, meervoudige gehandicapten of mensen met een borderline-stoornis uiteenloopt.’ De indruk is dat gemeenten vooral afwachten. Marc van Oijen: ‘Dichterbij moet de huur verlengen van een activiteitencentrum. Dat zijn langjarige verplichtingen, maar de gemeente geeft geen enkele zekerheid. En wij kunnen niet het risico blijven nemen.’ En wat gebeurt er met de dagbesteding, met het vervoer naar de dagcentra, met de eigen bijdragen? Veel vragen dus terwijl de tijd dringt. Frank Kemper
Dit is een ingekorte versie van het artikel in het WMO Magazine nummer 2, april 2012
ZetPen: Aldo Markus, reizigersvereniging ROVER
Mensen maken het verschil In de treinen waarmee Connexxion over de Valleilijn (dat is de spoorlijn Amersfoort - Ede-Wageningen) rijdt hangen stickers om aan te geven waar de plaats is voor fietsen en rolstoelen. De ontwerper heeft waarschijnlijk bedoeld, dat een fietser zijn vervoermiddel op deze plek kan plaatsen en dat de gebruiker van een rolstoel hier kan blijven zitten. Het verschil tussen een fiets en een rolstoel is, dat een fietser afstapt, maar dat menig rolstoeler niet kan opstaan en dus in het gestalde blijft zitten. Wie wil aangeven waar de plek voor de rolstoelgebruiker is, zou een pictogram moeten gebruiken van een rolstoel met iemand erin. Andere vervoer-
Dat de techniek af en toe hapert is vervelend. De lift kan kapot zijn, en dan reis je met de metro door naar het volgende station. Hoe je daar vandaan op de plek van bestemming komt, moet je maar uitzoeken. ‘De reparatie staat gepland voor over drie weken.’ Nou ja, dat weet je dan. Dat is ook zo met het rijdend personeel. Maar al te vaak krijgen mensen met een beperking te maken met chauffeurs of bestuurders, voor wie behulpzaam zijn niet vanzelfsprekend is. Ik herinner me bedrijven, bijvoorbeeld NS, doen dat ook. Die ge- een Amsterdamse tramconducteur die ijskoud bruiken het internationaal gebruikelijke symbool. toegaf, de sleutel voor de rolstoelbrug (die in de Ik zal eens bij Connexxion informeren, waarom ze tram standaard aanwezig is, maar wel vastzit met dat niet doen. Grote kans, dat er helemaal niet bij een slotje) thuis te zijn vergeten. Of de rolstoeler is nagedacht. Je vervoert met je bus geen rolstoel, maar even op de volgende tram wilde wachten. Te maar je hebt iemand in een rolstoel in je bus. gek voor woorden.
De pen voor het volgende nummer is opgepakt door Wouter Verhey van VDL Bus & Coach
‘Eén Giessen-Rijswijk, allen voor één!’ Ze hebben geen last van bloedgroepen in Giessen-Rijswijk. ‘Dat Giessen vooraan staat is omdat het beter klinkt.’ Aan het woord zijn Wim Duizer en Kees van Tilborg, bij toerbeurt voorzitter en vicevoorzitter van hun belangenorganisatie ‘Eén Giessen-Rijswijk’. Bevlogen mannen, die met de voeten in de klei van hun gebied keihard werken aan de verbetering van de leefbaarheid. ‘Ik ben van Rijswijk, Kees is van Giessen, samen hebben we 3500 inwoners en zijn we net zo groot als Almkerk.’ De beide zeer vitale zestigers kennen elkaar vanuit de Hervormde Kerk. ‘Er waren twee koren die steeds kleiner werden. Uiteindelijk is er een fusie gekomen en
nu bloeit het weer. Dat geldt ook voor de Oranjeverenigingen, de schoolbesturen en wellicht in de nabije toekomst de voetbalclubs.’ Busrit De aanleiding voor de nauwe samenwerking waren de plannen voor de dorpen een nieuw ‘hart’ te bouwen. Statenleden en ambtenaren van
de provincie brachten in 2006 een bezoek onder aanvoering van de ondernemersvereniging De Alm. Men zocht naar een bestuur met meer dan alleen ondernemers. Van Tilborg en Duizer stapten hier direct in. ‘Het speelde in de tijd dat leefbaarheid van kleine kernen erg hot was. We zijn vrijwel direct lid geworden van de Vereniging Kleine Kernen. Hoewel de meeste iDOP’s vanuit een gemeente worden ingestoken, vroeg onze gemeente onze stichting om er eentje uit te voeren. Ze hadden twee bureaus uitgezocht voor deze klus, wij adviseerden om met Zet in zee te gaan.’ Fietstocht Het iDOP Giessen-Rijswijk werd niet alleen voor de
Foto: Johan Wouters
stichting een succes. Zet-adviseurs Hans Louvet en Kamieke van de Riet weten het zich nog goed te herinneren. Van de Riet: ‘Om een goed beeld te krijgen van de twee kernen zijn we samen op de fiets rondgegaan. Dat was prachtig, al ben ik met mijn zwangere lichaam van de fiets gevallen. Het was de start van een voor ons zeer fijne samenwerking.’ Dit beamen de mannen. ‘We hadden een enorme opkomst op onze avonden, daarvoor hadden we ook speciale ambassadeurs ingezet. Mede daardoor zat er soms wel 80 man binnen. Minder gemakkelijk was het om de raadsleden over hun angst heen te helpen. Zij waren bang dat wij op hun stoel gingen zitten en vroegen zich af of wij wel in staat waren om de gemeenschap te vertegenwoordigen. Dat is allemaal gelukkig goed gekomen. De man waar we vanuit de gemeente de meeste support van krijgen is wethouder Renze Bergsma.’ Den Inschiet Belangrijk doel voor de stichting ‘Eén GiessenRijswijk’ is de realisatie van de nieuwe sportvelden aan de Karborgen. Hier zal vlak bij het riviertje de Alm (grensrivier!) rond 2015 de Brede School verrijzen. ‘We hebben twee voetbalclubs, VV Giessen en Rijswijkse Boys. Door gebrek aan doorstroming van de jeugd hebben ze het allebei moeilijk. Wij denken dat een goede samenwerking, wellicht zelfs samengaan, kan leiden tot een sterke voetbalclub, waar ook ruimte is voor vrouwenvoetbal. Het verplaatsen naar de nieuwe locatie kan een impuls betekenen. Maar, het hele proces hangt of staat met de mensen die er zich voor inzetten. Wij zijn slechts adviseur van dit proces, maar kunnen toch met ons enthousiasme zaken de goede kant op helpen duwen. Het leukste van de nieuwe locatie is ook nog dat het ligt in een gebied wat al vanaf de middeleeuwen de naam Den Inschiet heeft. Waar kun je als voetbalclub nu beter terechtkomen!’
‘Wim Duizer (links) en Kees van Tilborg op de grens van hun Giessen-Rijswijk voor het terrein waar de voetbalvelden en de Brede School gaan komen’
Cursus
Beleid voor vrijwilligers Voor het Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur (BKKC) ontwikkelde Zet in het kader van het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk een cursus over ‘het maken van een vrijwilligersbeleid’. Mieke Mes van Zet: ‘Met negen professionals uit vijf organisaties die werken met vrijwilligers zijn we intensief bezig geweest om tot een eigen, intern vrijwilligersbeleid te komen. Na drie
bijeenkomsten had iedere organisatie de contouren voor zo’n beleid klaar. De laatste stappen bestonden uit aanscherpen, intern bespreken en laten accorderen. Uit de evaluaties bleek dat de deelnemers het prettig vonden om afwisselend met theorie en de eigen praktijk aan de slag te gaan.’
Sommige dingen zijn onbetaalbaar
Voor verdere informatie: Mieke Mes,
[email protected]
GaZet april 2012 | 9
Hans van Leeuwen, trendwatcher en ‘verbindelaar’
Van ballenbak via blije doos naar toegankelijk toerisme Vanuit de Betuwe beschouwt de actieve trendwatcher van Pleisureworld Hans van Leeuwen de recreatieve sector en geeft hij waardevolle impulsen. Hij heeft daarin Zet als partner ontdekt. Pleisureworld is een communicatieplatform voor ondernemers in de markt van leisure, recreatie, sport en toerisme. ‘Mijn belangrijkste drive is om ondernemers buiten hun kaders te leren kijken. Dat is door schade en schande zo tot stand gekomen. Ik ben vanaf 1976 zelf ondernemer in de recreatieve sector. Ik leverde speeltuinen en ballenbakken. Na een burn-out ben ik vanaf 2000 veel meer sectoroverschrijdend gaan denken en werken. Ik noem me zelf nu met een nieuw woord ‘verbindelaar’ en werk met enthousiasme aan vernieuwende concepten.’ Blije Doos Enthousiast wordt hij als hij spreekt over wat in zijn ogen de beste tool is. ‘Briljant, iedere aan-
staande ouder weet waar je het over hebt, de Blije Doos. Je weet precies wie je doelgroep is, je geeft hen niet alleen de spullen die ze nu nodig hebben, maar je bindt je ook voor langere tijd aan deze mensen. Het is een duidelijk concept, veel beter dan de vergaarbaktermen zoals Welness en Leisure.’ Helder is hij ook over de tijd dat zaken monofunctioneel werden weggezet. ‘Neem een sporthal, dat was vroeger een hal om te sporten. Later werd dit multifunctioneel met horeca, vergaderruimten en een fysiotherapeut. Nu wordt gesproken over deze accommodatie als destinatie. Je kunt er sporten, vergaderen, winkelen of funshoppen en je ondergaat een gastbeleving.
De verbindende eis hiervoor is de mobiliteit. Niet voor niets heeft de Efteling ingezet op verblijfsaccommodatie: ze gingen mensen missen door de rottige verkeersproblemen.’ Het Dorp Als jong (sport-)mannetje fietste hij in zijn woonplaats Arnhem al door de straten van het beroemdste dorp van Nederland, Het Dorp. ‘Dat was mijn eerste contact met gehandicapten. Ik ben vanuit militaire dienst vrijgemaakt om te helpen met de Paralympics in Arnhem in 1980. Er was toen nog helemaal geen sprake van integraal denken, er waren zelfs acht sportbonden voor gehandicapte sporters. Vijf jaar geleden kwam ik via via weer op het spoor van toegankelijkheid. Mij sprak het direct aan, maar de ondernemers lieten het afweten. In de afgelopen twee jaar is daar gelukkig verandering in gekomen. Nederland vergrijst, de druk op de zorg is enorm, maar het blijkt dat men absoluut de vakanties en uitstapjes niet wil opgeven. Heel belangrijk is dan dat je op websites goede, betrouwbare informatie kunt vinden. Over een aantal jaren moet een derde van de Nederlandse bevolking een beroep doen op voorzieningen.’ Slim(m) Van Leeuwen is ook eigenaar van SLIMMadvies. ‘Steeds meer ondernemers komen er achter dat ze over vijf jaar droog komen te staan als ze blijven investeren in gezinsaanbiedingen. Er zijn dadelijk geen kids meer voor het speeltuintje, maar wel een enorme toeloop van senioren. Wij helpen ze om integraal te leren denken. Hou nou eens op met het bouwen van aparte rolstoeltoiletten. Doe net als Van der Valk met zijn nieuwbouw, zet direct mooie toiletgroepen weg voor iedere bezoeker. Ondernemers die hier niet in meegaan missen op termijn 80% van deze klanten. Families, vaak drie generaties samen, zoeken nu al vaak op internet naar voorzieningen. Vinden zij niets van hun waarde, dan komen ze niet. In Amerika weten ze dit al langer en is het ondenkbaar dat voorzienin-
Meer rendement uit uw vrijwilligers Vrijwilligers zijn sterker gemotiveerd en blijven langer, de continuïteit is beter gewaarborgd en locaties van woonzorgcentra profiteren van elkaars mogelijkheden. Meer informatie: Anita van Leeuwen,
[email protected] of Mieke Mes,
[email protected] Inzicht in de tevredenheid van vrijwilligers over werkinhoud, begeleiding, motivatie, ontwikkelingsmogelijkheden, werkomgeving en verwachte toekomstige inzet. Snel een beeld van gewenste veranderingenen en acties. Vergelijking van organisatieonderdelen (regio’s, afdelingen, Uw eigen webpagina, met uw logo en specifieke informatie. Meer informatie: Anita van Leeuwen,
[email protected] of Mieke Mes,
[email protected]
10 | GaZet april 2012
gen niet goed vermeld worden op de sites van de ondernemer.’ Trendgids met Zet Pleisureworld bracht begin 2012 de Trendgids Toegankelijkheid uit. Van Leeuwen roemt de samenwerking met Zet: ‘De ideale partner voor mij. Ook zij staan voor een integrale aanpak en hebben daarnaast veel verstand van toegankelijkheid in de breedste zin van het woord. Ze zijn ook erg creatief. Ik wil samen met Zet verder werken bijvoorbeeld met de training ‘Welkome Gasten’ We kijken ook of we tot een gezamenlijk keurmerk kunnen komen.’
Jan Geurts, projectcoördinator toegankelijkheid bij Zet, is blij met het verschijnen van de Trendgids Toegankelijkheid. ‘Ondernemers krijgen met dit boek een prima startdocument in handen. Het is veel breder dan een opsomming van handicaps. Juist de economische winst van toegankelijk (ver)bouwen komt prima tot zijn recht. Voor ondernemers is dit hét document om in te spelen op de klanten van de toekomst.’ Geurts is ook blij dat het rekenmodel OmZetXL goed in deze uitgave is weergegeven. ‘Een ondernemer wil niet alleen die mooie beloften over economisch gewin. Met dat instrument kun je dat berekenen. Ja, het is in meerdere opzichten echt een handy boekje.’ Aanbieding Lezers van de GaZet kunnen de Trendgids Toegankelijkheid aanschaffen met korting. Het boek vol nuttige tips en een zelf-scan voor ondernemers kost dan slechts € 25,00 (exclusief verzendkosten) in plaats van € 37,50.
Gastvrij Vervoer
Gastvrij Vervoer, de training voor buschauffeurs op toegankelijkheid, kende in 2010 een bescheiden start in het oostelijk deel van Noord-Brabant. Niet veel later spreidde de training zich als een olievlek uit over de rest van de provincie en ver daarbuiten (zie illustratie). Na twee jaar is duidelijk dat hier allang geen sprake meer is van een ‘Brabantse scholingsdag’. ZetWijs gaf 408 trainingen voor in totaal 4896 chauffeurs, daarvan waren er slechts 35 in Brabant. ZetWijs is gepast trots op deze landelijke rol die zij vervult om chauffeurs beter om te leren gaan met reizigers met een handicap. In cijfers uitgedrukt is die tevredenheid nog beter te begrijpen.
Aantallen 4896 408 406 8 50.000 5000
Getrainde chauffeurs Trainingen Ingezette bussen Gemiddeld cijfer tevredenheid Tips voor de chauffeur Pennen en schrijfblokken
248 Zakken mini-Marsrepen en Bounties 30 Docenten 22 Vrijwilligers 4 Geleidehonden 2 ROC’s 1 ZetWijs
illustratie miek asselman
Column
Zet dat geld maar uit uw hoofd!
Het zijn pittige tijden voor u. Het kabinet heeft in al haar wijsheid besloten u wederom op te zadelen met nieuwe bezuinigingen. Het moet allemaal nóg efficiënter, met nóg minder geld en u zult nóg meer uw best moeten doen. Onmogelijk? Gefrustreerd? Ondernemer Richard Engelfriet daagt u uit gewoon een stap verder te gaan: leer zonder Deel uw ervaringen via geld te werken! Als u immers geen geld meer @rengelfriet op Twitter of mail me nodig heeft, kunt u iedere bezuiniging aan. via
[email protected] Absurd? Onrealistisch? Laat u overtuigen door de verhalen van drie gewone stervelingen die zonder geld waanzinnige resultaten hebben bereikt. Geen geld? Dan schakel je 50000 vrijwilligers in! Rainer Nölvak is een ondernemer uit Estland. Hij ergerde zich kapot aan al het zwerfvuil in zijn land, en begon met het opruimen ervan. Door middel van zijn enthousiasme en door slim gebruik van sociale media (die – u raadt het al – geen cent kosten om te gebruiken) sloten steeds meer mensen zich aan bij een simpel idee: maak in één dag Estland schoon. En dat lukte. Meer dan 50000 vrijwilligers hebben zich in één dag ingezet om het land te ontdoen van zwerfafval. Het idee heeft inmiddels navolging gekregen in vele andere landen (www.letsdoitworld.org)
tegen de bezuinigingen van ons kabinet, kunt u ze veel beter inzetten om maatschappelijke problemen op te lossen. Waarom zou er geen Rainer Nölvak in u schuilen? Geen geld? Begin gewoon met een paperclip! Kyle MacDonald is Canadees. Hij bood in juli 2005 op zijn website een rode paperclip te ruil aan. Hij wilde er iets groters en waardevollers voor terug. En dat lukte. Hij kreeg een potlood. Dat potlood bood hij vervolgens weer op dezelfde manier aan. En zo ging hij steeds verder. Na een jaar en 14 ruil-acties eindigde hij met een vrijstaand huis met drie slaapkamers. (www.oneredpaperclip.blogspot.com) Kom op, beste social worker! U heeft toch ook wel een paperclip liggen in die la van u? Ruil ‘m om en bereik uw doelen voor uw doelgroep. De mogelijkheden zijn eindeloos. Het succes van de site marktplaats.nl laat zien hoeveel spullen er overbodig liggen te wachten op een betere bestemming. En terwijl die Kyle MacDonald alles puur voor eigen gewin deed, kunt u schermen met een maatschappelijk doel. Wedden dat u wel tien vrijstaande huizen kunt regelen? Geen geld? Houden zo!
En waarom zou dat in de sociale sector ook niet kunnen? Het schoonmaken van wijken, opknappen van huizen, werklozen aan een baan helpen,...waarom hebben we daar altijd geld voor nodig? In plaats van het mobiliseren van collega’s om te gaan protesteren
Carolien Hoogland was onderzoekster aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ze ergerde zich kapot aan haar eigen afhankelijkheid van geld, en besloot om een vol jaar te stoppen met geld verdienen...en met het
uitgeven ervan! En dat lukte. Door middel van ruilhandel en deals met gesloten beurzen deed ze leuk en zinvol werk, en kon ook gewoon haar kind onderhouden. (www. eenjaarzondergeld.nl) Zo, en nu bent u aan de beurt. Waarom maakt u zichzelf toch zo afhankelijk van geld? Waarom begint ieder jaar bij uw organisatie nog altijd met het opstellen van een begroting? Waarom wordt u niet gewoon de eerste organisatie die helemaal geen geld meer nodig heeft? In het bedrijfsleven kennen ze deze strategie ook al jaren, daar noemen ze het barteren. Het is niets meer dan ouderwetse ruilhandel in een nieuw jasje. En dat kunt u toch ook? Bied een ZZP’er gratis werkruimte aan en vraag in ruil of hij een lastig bemiddelbare werkloze gaat plaatsen via zijn netwerk van klanten. Laat oudere werklozen sollicitatiebrieven van jongeren controleren op taalfouten, en laat die jongeren vervolgens de ouderen helpen om sociale media in te zetten in de zoektocht naar werk. Zet dat geld maar uit uw hoofd Wie zich verdiept in onderzoek naar geluk weet dat het geheim is om u enkel te richten op zaken die u zelf kunt beïnvloeden. De mensen uit de bovenstaande voorbeelden hebben dat alle drie goed begrepen. Durft u het ook? Laat het me weten en deel uw voorbeelden via
[email protected]!
GaZet april 2012 | 11
Van Wel Speelgoedmuseum, Asten Streekmuseum De Tolbrug, Bakel Eicha Museum, Archeologie van de Brabantse Kempen, Bergeijk Protestantse Kerk Bergeijk, Bergeijk VVV, Bergeijk Atelier Sint Sebastiaan, Bergen op Zoom Cinem’ Actueel p/a Bioscoop City, Bergen op Zoom Ontmoetingskerk, Bergen op Zoom Centrum voor de Kunsten, Bergen Op Zoom Schouwburg De Maagd, Bergen op Zoom Bibliotheek Berkel-Enschot, Berkel-Enschot Oertijdmuseum De Groene Poort, Boxtel Wasch- en Strijkmuseum en Brabant Goedgemutst, Boxtel Theater de Stilte, Breda VVV, Breda Pathé, Breda Breda’s Museum, Breda Lokaal 01, Breda Graphic Design Museum Beyerd, Breda Para, Breda Theater Dinersalon De Avenue, Breda Waalse Kerk, Breda Grote Kerk / Onze Lieve Vrouwekerk, Breda De Grott, Breda Podium Bloos, Breda stichting KOP, Breda Poppentheater Muzipo, Breda Copacabana, salon voor de kunsten, Breda Galerie Segeren, Breda Theaterwerkplaats Tiuri, Locatie Breda Café Zeezicht, Breda Bezoekerscentrum Wolfslaar, Breda Poppodium Mezz, Breda Bierreclame Museum, Breda NAC Museum, Breda Princenhaags museum, Breda Chassé Theater, Breda Museum Jan Corver, Budel Stichting Museum Ceuclum, Cuijck Arboretum d’n Hooidonk, Dungen Museum De Acht Zaligheden, Eersel TUE terrein / Vertigo / Studium Generale, Eindhoven De Effenaar, Eindhoven De Collse Watermolen, Eindhoven Historisch Openlucht Museum Eindhoven, Eindhoven Gaby’s Galerie, Eindhoven Werkruimte Carte Blanche, Eindhoven Bioscoop CineService p/a Bioscoop City, Etten-Leur Heemkundig streekmuseum Jan uten Houte, Etten-Leur Nederlands Drukkerijmuseum, Etten-Leur Vincent van Gogh Informatiecentrum, Etten-Leur Museum Van Lien, Fijnaart Kerkmuseum De Peperbus, Geffen Korenmolen Zeldenrust, Geffen Cultureel Centrum Jan van Besouw, Goirle Bibliotheek Goirle, Goirle Muziekcentrum Frits Philips, Eindhoven DAF Museum, Eindhoven De Fabriek, Eindhoven Museum Kempenland, Eindhoven
Zet bedankt 193 culturele voorzieningen die de toegankelijkheid van hun voorziening in kaart hebben laten brengen door bouwkundigen van Zet. De informatie over de toegankelijkheid is terug te vinden op www.toegankelijkbrabant.nl en www.uitinbrabant.nl. Aan de hand van deze info kan iemand met een beperking zelf bepalen of het gebouw voor hem of haar te bezoeken is. Speelpark de Splinter, Eindhoven Bibliotheek het Markiezaat, Locatie Halsteren Natuurtheater De Kersouwe, Heeswijk Stichting De Kilsdonkse Molen, Heeswijk-Dinther Meierijsche Museumboerderij, Heeswijk-Dinther Molen Sint Victor, Heeze Gemeentemuseum Helmond, Helmond De Nederlandsche Cacaofabriek, Helmond Bibliotheek Helmond Peel - Filiaal Mierlo-Hout, Helmond Filmhuis Helmond, Helmond ArtORO, Helmond Theater ‘t Speelhuis, Helmond Theater aan de Parade, ‘s-Hertogenbosch Koningstheater, ‘s-Hertogenbosch Jheronimus Bosch Art Center, ‘s-Hertogenbosch Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), ‘s-Hertogenbosch Willem II Ateliers, ‘s-Hertogenbosch Grafisch Atelier ‘s-Hertogenbosch, ‘s-Hertogenbosch Stedelijk Museum ‘s-Hertogenbosch, ‘s-Hertogenbosch BBS Wijktheater Haren, Donk en Reit, ‘s-Hertogenbosch Muziekcentrum De Toonzaal, ‘s-Hertogenbosch Werk aan de Winkel - de Workshop, ‘s-Hertogenbosch Theater Artemis, ‘s-Hertogenbosch Museum Slager, ‘s-Hertogenbosch Oeteldonks Gemintemuzejum, ‘s-Hertogenbosch Artots Melkfabriek, ‘s-Hertogenbosch Sint Jansmuseum De Bouwloods, ‘s-Hertogenbosch Kunstlocatie Würth, ‘s-Hertogenbosch Het Zwanenbroedershuis, ‘s-Hertogenbosch Kring van Vrienden van ‘s-Hertogenbosch, ‘s-Hertogenbosch Museum Dansant, Hilvarenbeek Museumbrouwerij de Roos, Hilvarenbeek Likeur & Frismuseum, Hilvarenbeek Bibliotheek Hilvarenbeek, Hilvarenbeek Bibliotheek het Markiezaat, Locatie Hoogerheide
Wilhelmietenmuseum, Huijbergen Bibliotheek Kaatsheuvel, Kaatsheuvel Nationaal Vlasserij-Suikermuseum, Klundert De Holle Roffel, Ambachts- en gereedsschappenmuseum, Kruisland Bierattributenmuseum, Lage Mierde Dorpsmuseum de Kleuskes, Liempde Molen De Volksvriend, Liessel Bibliotheek Loon op Zand, Loon op Zand Dierenrijk, Mierlo Bibliotheek Moergestel, Moergestel Museum Nieuw-Vossemeer, Nieuw-Vossemeer Opwettense Watermolen, Nuenen Het Klooster, Nuenen Bibliotheek Dommeldal, Nuenen Museum De Vier Quartieren, Oirschot Spoordonkse Watermolen, Oirschot Museum De Drie Deuren, Oisterwijk Bibliotheek Oisterwijk, Oisterwijk Theater De Schelleboom, Oosterhout Stadstuin De Schelp, Oosterhout Atelier Antonius, Oosterhout Cultural Hangout Outflow, Oosterhout Brabants museum Oud Oosterhout, Oosterhout Galerie en schrijfatelier Atelyriek, Oosterhout Milieu Educatie en Kinderboerderij, Oosterhout Theater de Bussel, Oosterhout Stratmore Crypte, Oosterhout Groene Engel, Oss Molen De Zeldenrust, Oss Museum Jan Cunen, Oss Utopolis Oss, Oss Bibliotheek het Markiezaat, Locatie Ossendrecht Oorlogsmuseum Ossendrecht, Ossendrecht Filmtheater Fanfare, Oudenbosch Natuurhistorische en Volkenskundig museum, Oudenbosch
Filmtheater Fidei et Arti, Oudenbosch Beheerstichting De Valkenburcht, Ravenstein Museum voor vlakglas- en emaillekunst, Ravenstein Gemeentearchief Roosendaal Bioscoop City Theater, Roosendaal Theaterwerkplaats Tiuri, locatie Roosendaal Boekhandel Het Verboden Rijk, Roosendaal Sint Josephkerk, Roosendaal Centrum voor de kunsten muziek, Roosendaal Het Fatimahuis, Roosendaal Centrum voor de Kunsten Beeldend, Roosendaal Museum van Brabantse mutsen, Sint-Oedenrode Smederij Museum, Sint-Oedenrode Cultureel Centrum Mariëndael, Sint-Oedenrode Museum Hoeve Strobol, Sint-Oedenrode Bibliotheek Midden-Brabant vestiging Sprang-Capelle,Sprang-Capelle Bibliotheek het Markiezaat, Locatie Steenbergen Peerke Paviljoen, Tilburg Kunstbalie, Tilburg Regionaal Archief, Tilburg Petrus en Paulus Kerk, Tilburg Theater De NWE Vorst, Tilburg Pathé, Tilburg Natuurmuseum Brabant, Tilburg Scryption, museum voor schriftelijke communicatie, Tilburg Theaters Tilburg Audax Textielmuseum Tilburg, Tilburg Muzima, Tilburg De Synagoge, Tilburg Atelier Tilburgse Kunstkring, Tilburg Bibliotheek Heijhoef, Tilburg Bibliotheek ‘t Sant, Tilburg Bibliotheek Tilburg Centrum, Tilburg Bibliotheek Wagnerplein, Tilburg 013 Popcentrum, Tilburg Theater Markant, Uden Bioscoop Take Ten, Uden Bibliotheek Uden, Uden Molen van Jetten, Uden Market Place, Uden Arto Imago Kunstuitleen, Uden Bibliotheek Udenhout, Uden Nederlands Steendrukmuseum, Valkenswaard De Hofnar, Valkenswaard Natuurtuin ‘t Bundertje, Veghel Bibliotheek, Uit & Thuispunt, Veghel Lambertuskerk, Veghel Theater De Blauwe Kei, Veghel Museum ‘t Oude Slot, Veldhoven Theater de Speeldoos, Vught Ontmoetingscentrum De Stenen Hut, Vught Hervormde Gemeente Waalwijk-Centrum, Waalwijk Theater en Cultureel Centrum De Leest, Waalwijk Nederlands leder en schoenenmuseum, Waalwijk Bibliotheek Midden-Brabant vestiging Waalwijk, Waalwijk Kunstencentrum Waalwijk, Waalwijk Bibliotheek Midden-Brabant vestiging Waspik, Waspik Visserij Museum Woudrichem, Woudrichem Beeldentuin de Plantage, Wouwse Plantage Theater De Schuur, Zevenbergen
Een aantal voorzieningen bestaan helaas niet meer. Toch willen wij hen bedanken voor hun deelname.
12 | GaZet april 2012