Partners: MBO Diensten, MBO Raad, Colo en Skills Netherlands, i.o.v. het ministerie van OCW.
Deze nieuwsbrief is een uitgave in het kader van Stimuleringsproject LOB in het mbo.
In deze nieuwsbrief: • Verslag LOB-bijeenkomst 8 december 2011 Netwerken en sociaal kapitaal • Broodje loopbaanbegeleiding • ‘Vraag waarom een leerling iets aanspreekt!’ • Mbo op je vertrouwde vmbo • Studenten aan het woord: Djoy Hermsen, Danique Hubers en Carlijn Gerrits • Deskundigheidsbevordering Goede gesprekken voeren met leerlingen • Betere loopbaankeuzes dankzij het bedrijfsbezoek • Mbo-vakwedstrijden ‘Echt doen waarvoor je leert’ • Ervaring uit het buitenland • LOB-Cafe uitnodiging
Verslag LOB-bijeenkomst 8 december 2011
Netwerken en sociaal kapitaal
Hoe ziet jouw netwerk eruit? En dat van studenten of docenten? En hoe kun je je netwerk inzetten in de dagelijkse praktijk van het onderwijs? Kortom: een lesje netwerken voor de LOB-werkgroepen. We zijn te gast bij het Koning Willem I College (KWI) in ’s-Hertogenbosch. Locatie: School voor de Toekomst. Een voorbeeld van netwerken in de praktijk, zo opent Fieny Peerboom de bijeenkomst. De gebruikelijke locatie in Woerden bleek bezet en na rondvraag in haar netwerk, bood het KWI een fraaie foyer en bijbehorende aula aan. Na wat huishoudelijke mededelingen verzorgt Marc van der Meer (directeur ecbo) een inleiding op het thema Netwerken en sociaal kapitaal. Op het grote scherm een artikel uit Trouw van de
dag ervoor: ‘Ook mbo’ers gebaat bij betrokken ouders’. Ouders maken natuurlijk onderdeel uit van het netwerk van mbo’ers en kunnen bijvoorbeeld een schakel zijn in het vinden van stage of werk. Slagboom of hefboom? Volgens Van der Meer is er heel veel literatuur over netwerken en sociaal kapitaal, maar is dit nauwelijks toegespitst op het mbo. Ecbo onderzocht dit wel, en de bijbehorende publicatie vormde ‘huiswerk’ voor de bijeenkomst van vandaag. ‘Aan de hand van een methode waarin toegang tot bepaalde beroepen en bepaalde hulpbronnen wordt gemeten, namen we een kijkje in de netwerken van jongeren en de betekenis daarvan voor opleiding, stage en beroep.’ Vervolg op pagina 2
Netwerken en sociaal kapitaal (vervolg van pag. 1) Van der Meer voert de aanwezigen vervolgens mee langs verschillende onderzoeken en resultaten daarvan. Algemene conclusies: sociaal kapitaal groeit met de jaren, maar heeft slechts een beperkte invloed op de studieprestaties. Het fungeert als hefboom – dus om nuttig gebruik te maken van je netwerk – maar deze functie kan worden verbeterd. Bijvoorbeeld door op school expliciet aandacht te besteden aan netwerken Meerwaarde creëren Op de leeslijst voor deze bijeenkomst staat ook een artikel van Miriam Notten, directeur van La Red deskundige bij de werkgroep Netwerken van LOB. Notten verzorgt een interactieve workshop waarbij de deelnemers flink aan het werk worden gezet. Allereerst vraagt ze iedereen zijn of haar netwerk te tekenen. Uit de voorbeelden blijkt dat dat vele kanten op kan: in groepen of individuen, in categorieën van werk, sport, familie en nog veel meer. Daarna volgen nog veel meer vragen en opdrachten. Hoeveel mensen ken je? Hoeveel mensen met de voorletter D ken je? Kun je bij iemand terecht bij conflicten op het werk, of voor een referentie? Heb je in je netwerk een arts, of een muzikant? De deelnemers scoren hoog in vergelijking met de rest van Nederland, maar dat komt natuurlijk ook door de samenstelling van de groep: goed opgeleid, relatief hogere leeftijd. Tussendoor vertelt Notten allerlei weetjes over het gebruik van een netwerk, het sturen van ontmoetingen en het creëren van meerwaarde. Allemaal gelardeerd met anekdotes en persoonlijke inzichten. Een leuk en leerzaam uurtje!
Leren netwerken Na de lunch volgen nog twee plenaire lezingen. Kartrkker Jaap Streefkerk vertelt in rap tempo over de vorderingen van zijn werkgroep Netwerken. Hoofddoel: studenten en docenten leren netwerken en dit onder andere inzetten voor het vinden van stageplekken en werk. Pieter Baay geeft vervolgens tekst en uitleg over zijn promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht, over netwerken van mbo’ers. Hij richt zich daarbij vooral op de invloed van imands persoonlijkheid, dus of iemand onder meer introvert of extravert is. Conclusie: sociaal kapitaal doet er daadwerkelijk toe en als we studenten aan de ondergrens (dus met geringe netwerkmogelijkheden) helpen, kunnen we al een flinke winst boeken. Een training daartoe is in de maak en een pilot start in december. Samen presenteren Notten en Streefkerk de inhoud van de toolbox die de werkgroep Netwerken ontwikkelt. Allerlei producten komen voorbij, van cd-roms en draaiboeken tot lessuggesties. Opvallend: een kaartje ‘Eerst hulp bij netwerken’. Dat kunnen de deelnemers ongetwijfeld goed gebruiken tijdens workshops en discussies die volgen!
Broodje loopbaanbegeleiding Alle scholen moeten hun jongeren naar een vervolgopleiding of beroep begeleiden. Sterker nog: ze moeten ze tijdens hun hele schoolloopbaan begeleiden. ROC Leeuwenborgh en een aantal vmbo-decanen hebben de handen ineen geslagen en het project Loopbaanbegeleiding voortvarend opgepakt. Daarmee is Leeuwenborgh het enige roc in Nederland dat dit project samen met het vmbo uitvoert. De resultaten werden op 15 november gepresenteerd.
Onder het genot van een ‘loopbaanbroodje’ waren directeuren en vmbo-decanen uitgenodigd bij Leeuwenborgh Opleidingen. Doel van de bijeenkomst: vmbo en mbo verbinden op het gebied van loopbaanbegeleiding. De instroommonitor en groot onderzoek onder eerstejaars tonen het duidelijk aan: ouders zijn van cruciaal belang bij het bepalen van de opleidingskeuze van hun kind. Maar het zijn juist de ouders die vaak een beetje ‘buiten spel’ worden gezet zodra de vmbo’ers naar het mbo overstappen. Natuurlijk spelen ook de decanen en mentoren een grote rol bij het bepalen van een vervolgopleiding, maar in veel mindere mate dan de ouders. Het is dus belangrijk dat de ouders steeds betrokken worden bij dit keuzeproces. Of het nu gaat om open dagen, het sectorwerkstuk of meeloopdagen. Toekomstige mbo’ers en hun ouders willen sfeer proeven, erbij zijn. Kortom: de jongere kan het niet alleen. Eén lijn trekken Gastspreker en ervaringsdeskundige Sef Vergoosen toetste de resultaten aan zijn rijke ervaring binnen de voetballerij. Volgens deze trainer en talentbegeleider is er niet veel verschil tussen de voetbalwereld en de wereld van het onderwijs. ‘Je moet de achtergronden kennen van de jongere, de thuissituatie. En…vooral duidelijk zijn naar ouders en kind. De school moet de begeleiding die thuis plaatsvindt, doortrekken. Doe je dat niet, dan zaai je verwarring en
weet de jongere niet meer welke kant hij uit moet. Laten we eerlijk zijn: alleen als je één lijn trekt, haal je het beste uit jongeren. Dan kiezen ze voor een opleiding die ze echt leuk vinden. En dat geeft weer een grotere kans op slagen in het vervolgonderwijs.’ Werk aan de winkel Er is nog flink wat werk aan de winkel voor de werkgroep. Dat bleek wel uit de discussie die op de presentaties volgde. Jongere/studenten hebben begeleiding nodig, voortijdige schooluitval moet worden tegengegaan en foute keuzes moeten tot een minimum worden beperkt. Het is belangrijk hierin niet de Havisten te vergeten. Die dreigen nogal eens tussen de wal en het schip te vallen. Ook niveau 2-studenten zitten in een moeilijke positie. Een zomervakantie van zeven weken doet hun motivatie geen goed. Er ligt een grote opdracht in de begeleiding van jongere in het speciaal onderwijs. Leeuwenborgh pakt dit op, samen met de VSO-scholen. Maar de belangrijkste lessen van de middag: betrek de ouders erbij, ga de dialoog aan, wees duidelijk, eerlijk en concreet en heb aandacht voor het individu.
’Vraag waarom een leerling iets aanspreekt!’ Het Albeda College organiseerde op 29 november jl. de conferentie Loopbaan & Burgerschap. Daar kwamen meer dan tachtig docenten op af. De meeste van hen zijn nauw betrokken bij loopbaan en burgerschap.
CvB-lid Renata Voss opende de conferentie en benadrukte het belang van loopbaan en burgerschap. ‘In de eerste plaats omdat we te maken hebben met studenten die midden in de Rotterdamse maatschappij staan. Een stad waar het leven niet altijd even gemakkelijk is. In de tweede plaats omdat we een betrokken en sociaal bewogen school zijn en respect hebben voor elkaar. Dit moet doorklinken in de lessen. Ten derde draagt loopbaan en burgerschap bij aan de ontwikkeling van de identiteit van onze studenten, hun persoonlijke identiteit en hun arbeidsidentiteit. Keuzes maken Marinka Kuijpers, lector Pedagogiek van de beroepsvorming aan de Haagse Hogeschool, betoogde dat studenten moeten leren om keuzes te maken. ‘Het gaat erom dat ze leren praten en reflecteren over ervaringen en kennis. Maar reflectiegesprekken en -verslagen zijn vaak een doel op zich geworden.’ Uit onderzoek blijkt dat in begeleidingsgesprekken het merendeel van de tijd wordt besteed aan het invullen van formulieren en het praten over de opleiding. Er wordt ook meer over of tegen de leerling gepraat, dan met. De nadruk ligt vooral op de dingen die niet goed gaan of die niet kunnen. ‘Het is belangrijk om je toch altijd eerst af te vragen wat er wel goed gaat en wat iemand kan. Stel een leerling geeft aan dat hij of zij advocaat wil worden. Vraag er dan naar wat hem of haar daarin aanspreekt.’
Nieuw kader burgerschapsontwikkeling ‘Onderwijsspecialist Henk Blenkers gaf in zijn lezing stevige input voor de ontwikkeling van een nieuw kader voor burgerschapsontwikkeling en -vorming. Zijn aftrap was stellig: ‘Zonder duidelijkheid over het fundament, de inhoud, het doel en de status van diplomering van burgerschap is een leraar burgerschap een geweldige artiest. Of hij is suïcidaal.’ Hij vervolgde zijn lezing met een gefundeerde uiteenzetting over de burgerschapsstijlen in Nederland, de zeven Europese basiscompetenties en de thema’s die het debat over burgerschap in onze samenleving domineren. Met als sluitstuk een voorzet voor een beoordelingsmatrix. Aanpak delen Na de lezingen volgde een ronde workshops. In één van deze workshops vertelden docenten hoe zij hun lessen Burgerschap inrichten, welke methode ze gebruiken, hoeveel uur zij per week aan burgerschap besteden en hoe ze het afsluiten. Het werd duidelijk hoe belangrijk docenten het vinden om hun aanpak met elkaar te delen. In haar slotwoord benadrukte Gonda Pisters, stafdirecteur Onderwijs & Kwaliteit, dan ook het belang van deze kennisdeling en kondigde aan dat deze conferentie volgend jaar opnieuw zal plaatsvinden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Margriet Oosterveen:
[email protected] of Goverdien Philips:
[email protected] van het Albeda College:
VM2-traject + Lob
Mbo op je vertrouwde vmbo Het Kandinsky College voor vmbo aan de Hatertseweg in Nijmegen herbergt een bijzonderheid. Leerlingen vmbo van de sectoren Economie en Zorg & Welzijn kunnen hier op hun oude vertrouwde school een opleiding mbo-niveau2 volgen. Eén locatie, één docententeam, één pedagogisch-didactische aanpak. Dat is de kern van het VM2-traject om een doorlopende leerlijn vmbo-mbo te ontwikkelen. Twan van den Hazelkamp (adjunct directeur Kandinsky College) en Joke Catsburg (docent Zorg & Welzijn, ROC Nijmegen, zijn enthousiast. LOB staat op het Kandinsky gedurende de hele opleiding op het rooster (zie bijvoorbeeld het filmpje op leraar24.nl), maar het VM2-traject is wel iets bijzonders. Geen knip Van den Hazelkamp: ‘Na het vmbo-examen kunnen studenten op het Kandinsky een mbo-opleiding volgen. Hierbij heeft de student de keuze uit 8 beroepsopleidingen binnen de sectoren Economie en Zorg & Welzijn. VM2-studenten volgen in leerjaar 3 van het vmbo sectoroverstijgende keuzemodules. In leerjaar 4 volgen crebospecifieke modules en na het eindexamen vmbo algemeen vormende vakken. In een vijfde leerjaar volgen de studenten eerst zes maanden lang algemene beroepsvaardigheden, voordat ze een definitieve beroepskeuze maken. Het laatsye deel van het vijfde en het zesde leerjaar zijn crebo-gericht. Zo creëren we een doorlopende leer- en begeleidingsroute, zonder knip.’ Uitval voorkomen Het Kandinsky hoort bij het eerste cohort scholen, die in augustus 2008 begonnen zijn met het VM2-traject. De voornaamste reden om mee te doen, is volgens Van den Hazelkamp,
om de hoge uitval van studenten op mbo-niveau2 aan te pakken. ‘Naast studenten die na het vmbo niet starten op het mbo, heb je ook studenten die door een verkeerde keuze na een paar maanden afhaken of switchen van opleiding. Dat leidt uiteraard tot studievertraging of mensen die ongekwalificeerd op de arbeidsmarkt terechtkomen. En dat willen we zoveel mogelijk voorkomen.’ Bewust van de toekomst Catsburg is één van de mbo-docenten die lessen verzorgt op het Kandinsky. ‘Iedere woensdagochtend geven we vijf modules, die om de drie weken wisselen. Zo kunnen studenten proeven van allerlei beroepen. Ze komen er achter of een beroep bij ze past; welke vaardigheden en beroepshouding ze nodig hebben. In het vierde leerjaar bezoeken ze ROC Nijmegen en brengen we ze in contact met studenten daar. We merken dat ze dan heel aandachtig luisteren en zich veel bewuster worden van hun keuze en hun toekomst.’ Resultaat Het VM2-traject boekt ook al direct resultaat: van de 36 deelnemers is er maar één geswitcht van opleiding. Ook de uitval is gedaald, of eigenlijk nihil. ‘Er zijn een paar deelnemers gestopt met het traject, maar die zijn wel doorgegaan op een andere ROC-opleiding’, aldus beide docenten. ‘Organisatorisch hebben we nog wel een en ander af te stemmen, zoals de financiering of aansluiting van het onderwijs inhoud tussen VM2 en het reguliere mbo. Maar we zijn op de goede weg en de samenwerking smaakt naar meer.’ Het filmpje over loopbaanoriëntatie op het Kandinsky College is te vinden op: www.leraar24.nl/video/2987 Meer informatie over VM2: www.vm2.nl VM2 is een project dat is gestart door de ministeries van OCW en LNV. Simpel gezegd wordt de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo samengevoegd met een opleiding mbo-niveau2. In augustus 2008 zijn de eerste twintig scholen gestart, een jaar later volgde de tweede lichting. LOB is volgens de deelnemende scholen zelf een belangrijke factor voor het succes van het experiment. Het VM2-project heeft daarom een impuls gekregen vanuit de LOB-middelen.
Studenten aan het woord
Djoy Hermsen en Danique Hubers, Kandinsky College ‘We zijn allebei vijfdejaars in het VM2-traject, afgelopen september zijn we begonnen. Het fijne van dit project is dat de omgeving heel vertrouwd is. Het ROC is heel groot, er zijn overal beveiligers. Op het Kandinsky kennen we alle docenten bij naam. En omdat het kleiner is, kunnen we ons beter concentreren.’ Djoy en Danique hebben in het vierde jaar twee uur per week modules gevolgd, voor Kapper, Kok, Gastheer/Gastvrouw, Helpende Zorg & Welzijn, etc. Djoy: ‘Ik wilde eerst kapster worden, maar door die module ben ik er achter gekomen dat dat ik toch niet zo leuk vind. Nu heb ik voor Helpende gekozen.’Danique: ‘Ik doe ook Helpende, maar ik wist al wat ik wilde worden. Ik wil later mensen met syndroom van Down helpen.’ Beide meiden zijn enthousiast over het programma dat ze volgen: ‘Je hebt langer de tijd om een beslissing over je beroep te nemen. Dan weet je beter wat je wel en niet wilt.’
Carlijn Gerrits, Helicon MBO Nijmegen ‘Ik ben een creatief type. Op het vmbo was ik een van de weinigen die zowel tekenen als handvaardigheid leuk vond. En als ik beroepstestjes deed of gesprekken had met de decaan, kwam er ook altijd een creatief beroep uit. Ik wist alleen nooit wat ik dan precies wilde gaan doen. Op een beroepenmarkt kwam ik de opleiding In- & Outdoor Design van Helicon MBO Nijmegen tegen. Een vrij nieuwe opleiding ook, dus dat leek me wel wat. Ik ben vervolgens naar een meeloopdag geweest, waar ik een workshop heb gevolgd. En toen wist ik het zeker: deze opleiding wilde ik gaan doen. Inmiddels zit ik in mijn vierde jaar en ben ik bijna klaar. De afgelopen jaren ben ik erachter gekomen dat ik verder wil in de grafische vormgeving. Ik ga het komende half jaar dan ook stage lopen bij een grafisch vormgever en daar heb ik heel veel zin in. Na het mbo wil ik me verder ontwikkelen in deze richting, maar ik weet nog niet precies welke opleiding ik dan zou willen volgen. Daarom ben ik me nu opnieuw aan het oriënteren. Ik bezoek open dagen, praat met medestudenten en docenten, zoek op internet en vraag brochures aan. Veel werk, maar ik wil gewoon een goede keuze maken.’
Deskundigheidsbevordering
Goede gesprekken voeren met studenten De gesprekken die docenten met mbo-studenten voeren, kunnen deskundiger en daarmee ook loopbaangerichter. Dat is het uitgangspunt van het LOB-project Deskundigheidsbevordering. Helicon MBO Nijmegen doet mee aan het project en merkt het verschil. Schoolcoach Marieke Bouwmeester: ‘Er zit meer schwung in de gesprekken met studenten.’
In het LOB-project Deskundigheidsbevordering staat training in het voeren van goede loopbaangesprekken centraal. De deelnemende scholen hebben allemaal schoolcoaches benoemd. Dit zijn mensen die al ervaring hebben in het voeren van loopbaangesprekken. Tijdens een training in juni hebben de schoolcoaches geleerd om hun gesprekken meer loopbaangericht te maken en zijn ze voorbereid op het begeleiden en trainen van collega’s op hun eigen school. Schoolcoach Marieke Bouwmeester van Helicon MBO Nijmegen beschrijft de training die ze in juni kreeg als zeer waardevol. ‘Van tevoren had ik niet gedacht dat het zo een eyeopener zou zijn. Ik dacht eigenlijk dat ik al goede gesprekken voerde met mijn studenten, maar het blijkt gewoon nog beter en gestructureerder te kunnen.’ Voordeel De afgelopen maanden stonden voor Bouwmeester en haar collega-schoolcoach in het teken van het organiseren van trainingen op hun eigen school. ‘Dat is het mooie van dit project’, vertelt Bouwmeester enthousiast. ‘Het is de bedoeling dat ik als schoolcoach mijn collega’s
train in het voeren van goede gesprekken met studenten. Overigens zullen we niet alleen docenten trainen, maar bijvoorbeeld ook de medewerkers van de administratie en het studiecentrum. Want ook zij hebben gesprekken met studenten. Iedereen kan er dus zijn voordeel mee doen.’ Schwung Bouwmeester en haar collega trainen op Helicon MBO Nijmegen in totaal vijf groepen in het voeren van gesprekken met studenten. De eerste groep heeft de training inmiddels afgerond. Bouwmeester: ‘Het was spannend, maar tegelijkertijd ook heel leuk. Veel collega’s waren van tevoren wat sceptisch. Maar uiteindelijk gaf iedereen aan écht iets aan de training te hebben. Je merkt het ook op school: er zit meer schwung in de gesprekken met studenten. Er gebeurt echt iets. Het leeft. Uitrollen Dat het leeft, blijkt ook uit het feit dat Bouwmeester zowel van haar vmbo-collega’s – Helicon heeft ook een vmbo-vestiging in Nijmegen – als van collega’s bij bedrijfsopleidingen de vraag heeft gekregen of ze de training ook aan hen kan geven. ‘Dat gaan we zeker aanbieden. Ook heeft een docent van het vmbo meegedaan aan onze eerste training en gaan we het project uitrollen op het vmbo. Daarnaast zien we mogelijkheden om de LOB-training op andere Helicon-vestigingen aan te bieden. Allemaal mooie dingen. En daar doen we het uiteindelijk voor.’
Beroepsoriënterend Bedrijfsbezoek
Betere loopbaankeuzes dankzij het bedrijfsbezoek Gerichte beroepsoriëntatie helpt (v)mbo-studenten om beter gefundeerde loopbaankeuzes te maken. Het bedrijfsbezoek speelt hierbij een belangrijke rol. Het LOB-project Beroepsoriënterend Bedrijfsbezoek (BBB) heeft dan ook als doel het rendement van bedrijfsbezoeken en snuffelstages te verhogen. Het bedrijfsbezoek – dat (v)mbo-studenten afleggen in het kader van hun loopbaanoriëntatie – kan beter. Een van de LOB-projecten gaat dan ook over het professionaliseren van het bedrijfsbezoek. Het project wordt uitgevoerd door Colo, de vereniging van de samenwerkende kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Chris Venema, die namens Kenteq deelneemt aan het project, vertelt dat het bedrijfsbezoek door studenten soms wordt beschouwd als een leuk uitje, waarbij een bedrijf of een instelling zichzelf kan promoten. ‘Wat echter vaak ontbreekt, is de concretisering. Studenten willen ook gewoon weten wat ze met hun opleiding binnen zo’n bedrijf kunnen doen. En dat wordt tijdens zo’n bedrijfsbezoek lang niet altijd uitgelegd.’ Ook de school moet beter z’n best doen, stelt Venema. ‘De voorbereiding vooraf kan beter. En na afloop is er vaak geen follow-up. Er wordt bijvoorbeeld niet over doorgepraat op school.’ Lespakket Dat kan dus beter. Het projectteam BBB heeft daarom voor scholen een lespakket ontwikkeld. Venema: ‘Scholen kunnen hun studenten hiermee voorbereiden op het bedrijfsbezoek. Een van de lessen stimuleert de leerlingen bijvoorbeeld om over zichzelf na te denken: wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik? Een andere les besteedt aandacht aan het schrijven van een sollicitatiebrief. Scholen kunnen daarnaast met hun studenten in gesprek gaan over hoe ze zich binnen een bedrijf moeten gedragen.’ Venema vertelt dat het lespakket ook ingaat op reflectie na af-
loop van het bedrijfsbezoek. ‘Studenten kunnen bijvoorbeeld een verslag schrijven over het bezoek. Scholen kunnen hun studenten daarnaast stimuleren om een bedankbriefje te schrijven aan het bewuste bedrijf. Eigenlijk zijn het allemaal heel eenvoudige manieren om het bedrijfsbezoek de aandacht te geven die het verdient.’
Mensenwerk Ook aan de bedrijven is gedacht, vertelt Venema. Zij krijgen het instructiepakket ‘Leerlingen in mijn bedrijf’, dat onder meer tien gouden regels over het bedrijfsbezoek bevat. Het pakket helpt bedrijven ook bij het beter aankleden van het bedrijfsbezoek, bijvoorbeeld door het organiseren van leuke workshops. Hoewel het project prima verloopt, wil Venema wel benadrukken dat het succes uiteindelijk staat of valt met goede communicatie. ‘Afstemming tussen de twee werelden – de school en het bedrijfsleven – is enorm belangrijk. Hoeveel lespakketten je ook ontwikkelt, het blijft uiteindelijk mensenwerk. We moeten dus blijvend aandacht besteden aan de relatie tussen bedrijven en scholen. Dat is cruciaal, als je het mij vraagt.’
Mbo-vakwedstrijden
’Echt doen waarvoor je leert’
Vakwedstrijden en hun relatie met LOB zijn in de afgelopen nieuwsbrieven ruimschoots belicht, vooral vanuit de projectkant. Maar hoe gaat het in het veld? Wilma Lautenbach (Arcus College) vindt het project geweldig: ‘Studenten krijgen een veel beter beroepsbeeld.’
Lautenbach vervult op het Arcus College in Heerlen vele rollen: docent interieurstyling, mentor, stagebegeleider en ambassadeur van de werkgroep LOB in onderwijscurriculum. Ten slotte is ze ook nog lid van de werkgroep vakwedstrijden. In die laatste rol werkt ze mee aan de ontwikkeling van vakwedstrijden en bijbehorende beoordeling voor de opleiding Interieuradviseur Perspectief van de student ‘Samen met Cor Laming (LOOV Onderwijsontwikkeling) denken we na over de invulling van integrale leeropdrachten voor het vak Interieuradviseur. De opdrachten van de vakwedstrijden worden geschreven vanuit het perspectief van de student, sluiten aan bij de kwalificatiedossiers en zijn geënt op de beroepspraktijk.’ Realistische opdracht Het bedenken van de integrale leeropdrachten viel Lautenbach alleszins mee. ‘Ik heb jarenlang gewerkt als beroepstyliste. Vanuit die ervaring en vanuit een stappenplan dat ze bij Skillz hanteren, was het vrij gemakkelijk om een realistische opdracht te schrijven. Bovendien kan ik putten uit mijn eigen netwerk. Een huis dat een bevriende architect laat bouwen, kan ik gebruiken als echt object voor de opdracht. Mijn studenten kunnen daar een kijkje nemen en gevoel krijgen voor hoe een ontwerp er in de praktijk uit kan zien.’ Goed beroepsbeeld Die praktijkervaring vindt Lautenbach belangrijk. ‘Alleen dan leer je echt goed wat een vak inhoudt, alleen dan krijg je een goed beroepsbeeld. En dat is nodig om goede beroepsbeoefenaars op de markt te zetten. Het mooie van de vakwedstrijden is daarnaast dat je heel eenvoudig relaties kunt leggen met andere vakken. Bijvoorbeeld met Zorg & Welzijn, door de studenten een huis te laten ontwerpen dat geschikt voor alcohol- en drugsverslaafden die moeten afkicken.’
Mooi totaalpakketje De werkgroep van Lautenbach heeft nu één vakwedstrijd klaar, twee andere trajecten zijn in de maak. ‘Het is nog even puzzelen met de beoordelingsformulieren. Maar ik merk dat studenten het leuk en leerzaam vinden. De relatie met LOB komt vooral in het flankerend onderwijs aan bod, maar ik denk dat we nu langzamerhand een mooi totaalpakketje bij elkaar hebben, waarmee studenten echt doen waarvoor ze leren. En dat draagt bij aan een beter beroepsbeeld en dus ook minder switchgedrag. Studenten zijn door LOB en de vakwedstrijden veel bewuster met hun keuzes bezig. Daar doen we het tenslotte allemaal voor!’
Vakwedstrijden als LOB-instrument
Ervaring uit het buitenland
Samen met het onderwijs en het bedrijfsleven ontwikkelt Skills Netherlands kant en klare vakwedstrijden, inclusief beoordeling. De werkgroep Mbo-vakwedstrijden kreeg op 2 december bezoek van twee buitenlandse deskundigen. Tapio Kattainen (Finland, Helsinki Business College) en Philippe Baucherel (Frankrijk, docent en expert bij WorldSkills) deelden hun ervaring met vakwedstrijden en LOB.
Baucherel trapt af en vertelt dat Frankrijk een landelijk model heeft ontwikkeld, waarbij de branches gestart zijn met het organiseren van vakwedstrijden. Het beroepsonderwijs is nauw betrokken geraakt. Doelstelling van de Franse vakwedstrijden is om het beroepsonderwijs een podium te geven voor het grote publiek. Jaarlijks vinden er regionale en landelijke wedstrijden plaats. Tijdens de wedstrijden is er een jury van docenten en vakmensen. Promotie van beroepsonderwijs Finland heeft volgens Kattainen hetzelfde doel: promotie voor het beroepsonderwijs. Maar hier heeft juist de overheid het initiatief genomen. De resultaten mogen er zijn: sinds 2004 is de instroom in het beroepsonderwijs gestegen met 15 procent. Bijna alle scholen in het land doen mee aan de verschillende jaarlijkse regionale en landelijke wedstrijden. Het bedrijfsleven biedt actieve ondersteuning door het aanbieden van trainingen aan studenten en docenten. Innovaties uit het bedrijfsleven vinden zo sneller hun weg naar het onderwijs. Zo wordt bij de wedstrijd ICT altijd gebruik gemaakt van de nieuwste technieken. Beroepenmarkten tijdens de regionale en landelijke wedstrijden ondersteunen de LOB-gedachte: bezoekers kunnen zich informeren over verschillende beroepen en kunnen zelfs diverse werkzaamheden uitproberen.
Reflectie op resultaten In Nederland sluiten de vakwedstrijden naadloos aan op de kwalificatiedossiers. Docenten kunnen de verschillende opdrachten gebruiken om een les of toetsmoment in te vullen. Door de modulaire opbouw is de vakwedstrijd zowel in delen als in zijn geheel in te zetten. De vakwedstrijden zijn ook een ideaal instrument voor LOB. De resultaten tijdens een wedstrijd of de voorbereiding daarop bieden zowel docent als student mogelijkheden om de dialoog aan te gaan. En zo te reflecteren op de vaardigheden en leerdoelen van een opdracht. Denk bijvoorbeeld aan punten waaraan de student nog kan werken en bekijk samen of de student op de goede weg is. Op deze manier vormt een vakwedstrijd ook een goede voorbereiding op het examen of een proeve van bekwaamheid. Ga naar www.vakwedstrijden.nl voor meer informatie en voor een overzicht in welke beroepen een vakwedstrijd beschikbaar is.
Vakwedstrijd schoonheidsspecialist Op dinsdag 13 december organiseerde ROC van Eindhoven een vakwedstrijd schoonheidsspecialist. Onder de noemer ‘Gaaf gezicht, prachtige handen en voeten’ namen negen studenten het tegen elkaar op in een spannende wedstrijd. De kandidaten werden, op basis van vooraf opgestelde criteria, beoordeeld door een deskundige jury van een vakdocent en een specialist uit het bedrijfsleven. Na afloop van de wedstrijden vonden direct enkele LOB-gesprekken met de deelnemers plaats. Een kort filmpje over deze dag is hier te vinden: www.youtube.com/watch?v=IF-RbgQdF7c
Onze externe partners stellen zich voor! Uitnodiging
netwerkborrel
Beste collega’s en geïnteresseerden, Graag nodigen we je uit voor de netwerkborrel die de projecten Stimulering LOB van de VO-raad en MBO Diensten gezamenlijk organiseren op 23 januari 2012. Het doel van deze middag is om LOB-betrokkenen kennis te laten maken met elkaar. Het vraagstuk ‘aansluiting’ van de sectoren vo en mbo is een van de gespreksonderwerpen. Onder begeleiding van Margriet Philipsen (Interstudie – NDO) gaan we met elkaar het gesprek aan. Een ludieke manier om op informele wijze met elkaar van gedachten te wisselen! We starten de middag met een korte lezing van de heer Prof.Dr. Bernard Nijstad, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij geeft aan de hand van diverse onderzoeken inzicht in keuzeprocessen.
Kom 23 januari naar Utrecht. Ontmoet je collega’s en inspireer elkaar op een informele manier, onder het genot van een hapje en drankje! In verband met de organisatie is het noodzakelijk dat je je vooraf aanmeld. Dit kan via http://herontwerpmbo.apmi.nl/lob_cafe.html
Wat: LOB Café
Wanneer: 23 januari 2012, van 14.30 – 17.30 uur
Wie: Decanen, mentoren, docenten, schoolleiders vo en mbo
Waar: Winkel van Sinkel Oudegracht 158 3511 AZ Utrecht
Programma: 14.30 – 15.00 uur 15.00 – 15.15 uur 15.15 – 16.00 uur 16.00 – 17.00 uur 17.00 – 17.30 uur
Inloop Welkom, Karen Oostvogel en Fieny Peerboom Jam, koffie en studiekeuze, Prof. Dr. Bernard Nijstad, Universiteit van Groningen Uitwisselen en inspireren, Margriet Philipsen Afsluiting met een borrel
Aanmelden: http://herontwerpmbo.apmi.nl/lob_cafe.html
Graag vernemen we uiterlijk 13 januari 2012 of je kunt komen. Met vriendelijke groeten en we ontmoeten jullie graag op 23 januari!! Karen Oostvogel, Project stimulering LOB, VO-raad. Fieny Peerboom, Project stimulering LOB, MBO Diensten
COLOFON Deze nieuwsbrief is een uitgave in het kader van Stimuleringsproject LOB in het mbo. Partners: MBO Diensten – www.mbodiensten.nl, MBO Raad – www.mboraad.nl, Colo – www.colo.nl en Skills Netherlands – www.skills-netherlands.nl, in opdracht van het ministerie van OCW.
Tekstproductie: Ravestein & Zwart Fotografie: Rob Nelisse, Hedel, Thijs Hupkens Redactie: Fieny Peerboom, MBO Diensten Vormgeving: MBO Raad Datum: december 2011
Alle samenwerkende partners binnen het -project wensen u een goede vakantie en een gloedvol 2012!