nederlandse tekst
works of mercy
1
f. franciscus works of mercy nederlandse tekst
Voorwoord door frank hoenjet Hoofd conservator Gemeentemuseum Helmond
In 1989 stond ik v o o r h e t e e r s t o o g i n o o g m e t h e t werk van F. Fran c i s c u s . H e t w a s t i j d e n s d e i n t r o d u c t i e van enkele kuns t e n a a r s b i j G a l e r i e F l a t l a n d i n U t r e c h t . Omdat ik het ge l u k h a d e r i e t s o v e r t e m o g e n s c h r i j v e n voor het Utrecht s U n i v e r s i t e i t s b l a d , w e e t i k w a a r o m die eerste kenni s m a k i n g z o b i j z o n d e r w a s . I k z a g e e n voorstel l i ng van de ‘D r ie G r a tië n’ , d i e n o g a l l e l i j k w a r e n en die moeite de d e n o m h u n r a n k e l i c h a m e n t e v o e g e n in een bevallige p o s e . Z o h a d i k e e n k l a s s i e k t h e m a nog nooi t verb ee l d g e z i e n .
Is het toeval dat net in deze dagen in een aantal E u r o p e s e s t e d e n , w a a r o n d e r A m s t e r d a m , h e t z o g e heten ‘Handvest van Compassie’ (Charter of Compassion) is gepresenteerd? De Britse publiciste (en ex-non) Karen Armstrong gaf de aanzet tot dit interreligieus manifest, dat onderschreven wordt door belangrijke v e r t e g e n w o o r d i g e r s v a n d e d r i e w e r e l d g o d s d i e n s t en: c h r i s t e n d o m , j o d e n d o m e n i s l a m. Vo l g e n s A r m s t r o ng d e l e n d e z e r e l i g i e s d e g u l d e n r e g e l “ Wa t g i j n i e t w i lt w at u geschiedt, doe dat ook een ander niet”. I n A r m s t r o n g s o p t i e k b e t e k e n t r e l i g i e : i n a c t i e k o m en, het egoïsme ontstijgen en mededogen betonen met a n d e r e n . K u n s t k a n d i e d a d e n v a n b a r m h a r t i g h e i d tot u i t d r u k k i n g b r e n g e n , o m d a t z e n e t a l s r e l i g i e g e v o ed w o r d t d o o r v e r b e e l d i n g e n i n t u ï t i e . C o m p a s s i e m o et vo l g e n s A r m s t r o n g g e o e f e n d w o r d e n .
Typerend voor F r a n c i s c u s w a s t o e n a l d e v r i j h ei d i n de keuze van ee n s t i j l , h e t p l e z i e r o m p e r d e f i n i t i e mooie vrouwen l e l i j k t e m a k e n e n h e t g e m a k w a a r m e e hij het menselijk t e k o r t v e r b e e l d t . F r a n c i s c u s kopieert weliswa a r d e g e b a r e n e n h o u d i n g e n v a n grote Italiaanse o f N o o r d E u r o p e s e m e e s t e r s u it d e Renai ssance, m a a r h i j pl a a t st z i j n h e r sc h a pe n p e r s o nages in een hed e n d a a g s e m a a t s c h a p p e l i j k e s e t t i n g .
E n F r a n c i s c u s b r e n g t d i e o e f e n i n g m e e s t e r l i j k i n b eeld. N e t n u h e b z u c h t o n s i n e e n w e r e l d w i j d e e c o n o m i s che crisis heeft gestort, wijst de kunstenaar ons de weg n a a r b a r m h a r t i g h e i d e n m e d e d o g e n . D e Z e v e n We rken z i j n e e n w a a r m a g n u m o p u s va n d e z e o e r- H o l l a n d s e s c h i l d e r d i e e e n vo l s t r e k t e i g e n b e e l d t a a l h e e f t geschapen.
Wanneer i k di t sc h r i j f , be r e i d i k z i j n twe e de so l o t e n toonstel l i ng i n h e t G e m e e n t e m u se u m He l m o n d vo o r. Ik zou zoveel me e r o v e r z i j n w e r k k u n n e n v e r t e ll e n , maar de ruimte i s h i e r b e p e r k t . F r a n c i s c u s b r en g t i n de ond erhavi ge e x po si ti e de ‘ Z e v e n We r k e n v a n Barm hartigheid ’, z o a l s b e s c h r e v e n i n h e t E v a n g e l i e v a n Matteüs, voor he t v o e tl i c h t . Ie de r we r k v a n ba r m h a rti ghei d kri j gt bi j F r a n c i sc u s e e n g r o o t sc h i l de r sd o e k toebedeeld: ‘de h o n g e r i g e n v o e d e n ’ , ‘ d e d o r s t i g e n laven’, ‘de vreem d e l i n g e n h e r b e r g e n ’ , ‘ d e n a a k t e n kleden’, ‘de ziek e n v e r z o r g e n ’ , ‘ d e g e v a n g e n e n bezoek en’ en ‘de do de n be g r a v e n ’.
Anderen veroordelen of minachten creëert uiteraard g e e n l e e f b a r e w e r e l d . F r a n c i s c u s ’ s c h i l d e r t o n d e r t ussen w e r k e n v a n b a r m h a r t i g h e i d e n a n d e r e d o e k e n w a a r in w o r d t o p g e r o e p e n t o t w a a r d e r i n g va n d e a n d e r. I n s o m m i g e s c h i l d e r i j e n v e r b e e l d t h i j h e t o n b e g r i p v o or minderheidsgroeperingen. Maar hij schildert ook v o o r s t e l l i n g e n v a n m e n s e n d i e h e n t e h u l p s c h i e t e n. D a a r m e e b i e d t Fr a n c i s c u s o n s z i c h t o p e e n w e r e l d gemeenschap die mededogen voorop stelt. Ooit schreef ik dat Franciscus grote religieuze en k u n s t h i s t o r i s c h e t h e m a ’s o p m e e s t e r l i j k e w i j z e o p kamertemperatuur bracht. De laatste jaren schildert Fr a n c i s c u s b e l a n g r i j k e m e n s e l i j k e w a a r d e s z o s u b t iel, z o v o l m e d e d o g e n , d a t w i j m e t h e m d e w i j d e w e r e l d in k u n n e n t r e k k e n o m d e g o e d e d a d e n i n d e p r a k t i j k te brengen.
2
f. franciscus works of mercy nederlandse tekst
De Reviaan F. Franciscus
Reve maakt in zijn ‘Tien Vrolijke Verhalen’ van de Kerstman een vermomde lustmoordenaar en in het verhaal ‘Brief aan mijn Bank’ laat hij God als een ezel terugkeren op aarde om ver volgens met hem naar bed te gaan.
Het verbaast me niet dat F. Franciscus geïnspireerd is door Italiaanse Maniëristen als Pontormo, Bronzino en Beccafumi. Het is evenmin vreemd dat Caravaggio en de Nederlandse caravaggist Ter Brugghen tot zijn inspiratiebronnen behoren. Dat hij refereert aan de modewereld en dat een aantal mooie mannen het inspiratietableau op zijn site siert, vind ik evenzeer logisch. Wat me echter wél verbaast is, dat er geen literatoren op zijn lijstje staan en, nog preciezer, dat iemand als Gerard Reve ontbreekt. Iedere keer als ik een werk van Franciscus zie, komen associaties met die auteur bij mij naar boven.
Verschillen zijn er ook. Gerard Reve werd in zijn romans en in zijn publieke optredens steeds nadrukkelijker de homoseksuele schrijver. Franciscus strooit zijn geaardheid veel subtieler door zijn werk. Bovendien hanteert hij ook daarbij een licht spottende toon. De hang naar kerstkaartenschoonheid, goedkoop vermaak, uitgesproken lichaamstaal en andere campachtige eigenschappen van de cliché homoseksueel weet hij te verwerken in en te verbergen onder een vorm van maniërisme die gebruikelijk was in de kunst van de zestiende eeuw. Reve is in al zijn boeken nadrukkelijk zelf aanwezig. Franciscus maakt zichzelf ondergeschikt aan het thema dat hij wil uitdragen of het verhaal dat hij wil vertellen. In die zin is hij eerder trouw aan het ideeën- en gedachtegoed van zijn vroege voorgangers, die zich wegcijferden voor hun Schepper of hun opdrachtgevers, dan aan veel eigentijdse collega’s – kunstenaars én schrijvers - die vrijelijk hun persoonlijke problematiek etaleren.
F. Franciscus is een verteller. Vaak beperkt hij zich tot scènes uit een verhaal en word ik uitgenodigd er mijn eigen geheel van te maken, aangespoord door zijn suggestieve beeldtaal of zijn halfverborgen vooruitwijzingen. Soms zet hij zijn verhaal letterlijk in de tijd uit door seriematig te schilderen of te tekenen. Zijn ‘Seven Works of Mercy’ (2007- 2009) zijn daar een goed voorbeeld van. Dan zijn de afzonderlijke werken hoofdstukken uit een thematisch samenhangend boek. Zijn tekeningen en schilderijen lijken realistisch, maar daarin toont hij zich een reviaanse duivelskunstenaar. Dat realisme is een geraffineerde vorm van schijnrealisme. Hij speelt met de kijker, zoals Gerard Reve voortdurend zijn lezer op het verkeerde been zette. Anachronismen en eigentijdsheden wisselen elkaar af. De eettafel uit ‘Feed the Hungr y’ herinnert aan die van Pontormo, maar Christus en zijn bebaarde discipelen hebben plaatsgemaakt voor drie modieuze mannen met baard. De zich voor alles en iedereen ontfermende Mariafiguur, zoals veel voorgangers die verbeeldden, wordt in ‘Shelter the Homeless’ van Franciscus een soort Jomanda die haar gastvrije mantel zowel openstelt voor een hoogblonde vrouw die met een getinte man danst als voor twee dansende mannen in rokkostuum. Zoals Reve in zijn stijl platte woorden afwisselde met verouderde plechtstatigheid of stadhuistaal, zo mengelmoest Franciscus beeldtalen.
F. Franciscus is een eigentijdse kunstenaar met een hang naar het verleden zoals Gerard Reve een eigentijdse schrijver was die er niet voor terugschrok conser vatief te klinken.
Kunstenaar en schrijver hanteren een dunne scheidslijn tussen ernst en ironie. Beiden nemen hun thema’s op zich serieus en putten uit serieuze, vaak religieuze bronnen, maar in de uitwerking er van kunnen ze het niet laten humor te laten doorschemeren of de kijker/ lezer ronduit op de hak te nemen. F. Franciscus laat bijvoorbeeld de dorstigen laven door een onschuldige jongedame met een ernstige blik. Uit haar mand steken echter twee champagneflessen. Zijn ‘gevangene’ in ‘Visit the Prisoners’ is een konijn, met een roze strik, dat uit de hoge hoed van een zwarte goochelaar komt.
. rob perree (kunsthistoricus)
3
f. franciscus works of mercy nederlandse tekst
Schilderen is schrappen
Voor iemand die zich afficheert als rabiaat voorstander van hernieuwde aandacht voor ‘Concrete Kunst’ ligt het niet voor de hand dat hij mee schildert aan een serie ‘bijbelse taferelen’ van F.Franciscus. Toch is het niet heel raar. Tot mijn ‘bekering’ tot de abstractie, eind jaren negentig, heb ik me namelijk vol overgave aan de figuratieve en realistische schilderkunst gewijd. Het werk van F. Franciscus bewonderde ik al in die dagen door de combinatie van een zorgvuldige ambachtelijke, bedachtzame werkwijze en een schijnbaar ongebreidelde fantasie. Een ironisch schilderij als After Nature zou ik graag zelf gemaakt hebben.
Op een ander doek moest een berglandschap gewist. Slechts een kleine centrale figuur mocht blijven staan. Dat ik er weinig moeite mee had de gedane arbeid te vernietigen kwam ook doordat Franciscus altijd gelijk had; het werk werd er beter door. Het tekent het perfectionisme van Franciscus dat hij over ieder detail een uitgesproken verwachting heeft. Bloemen, blaadjes, grassprieten, van alles maakt hij eerst een schets of heeft hij voorbeeld en alles staat evenzeer ter discussie. Niet alleen schrijven, maar ook schilderen is schrappen, al zou je dat niet zeggen bij de eerste aanblik van Franciscus’ voluptueuze schilderijen.
We kwamen elkaar jaren later tegen als lid van een tentoonstellingcommissie en Franciscus vertelde me dat hij bezig was aan een grote opdracht. Hij ging zeven monumentale schilderijen maken voor een bedrijf dat zich op internationale schaal bezighield met fondsenwer ving en sponsoring. De ‘Zeven Werken van Barmhartigheid’ had Franciscus bedacht als een toepasselijke reeks voor een moderne mecenas. De werken zouden verspreid worden over evenzoveel kantoren van het bedrijf.
Aan onze samenwerking kwam een abrupt einde toen de opdrachtgever in financiële nood belandde. Dit geeft eens te meer aan hoe onzeker de private financiering van kunst is. De opkomst van het nieuwe mecenaat, van vermogende banken en op de beurs verzilverde aandelen, is even snel vertrokken als dat het is gekomen. F. Franciscus heeft de serie gelukkig als autonoom werk voltooid. Het is niet alleen een hoogtepunt in zijn oeuvre, de serie geeft op onvermoede wijze getuigenis van de actuele situatie in de kunst. Het is een troostrijke gedachte dat deze publicatie alsnog verschijnt, want ook de kunst zelf kan niet zonder barmhartigheid.
Hij maakte zich zorgen dat hij het niet op tijd zou kunnen voltooien vanwege zijn tijdrovende manier van werken en beklaagde zich dat het met krijgen van assistentie niet wilde lukken. Wel had hij enkele malen geprobeerd samen te werken, maar de één had een te sterk eigen handschrift, de ander een te sterke eigen wil. Hij wist hoe ik ooit schilderde en dacht dat hierin wellicht een oplossing school. Op zijn verzoek wilde ik het wel eens proberen. Het was een heimelijk genoegen om na jaren, met een speciaal voor mij aangeschaft palet op de arm, weer de geur van olieverf op te snuiven. De samenwerking bleek een succes en een jaar lang stond ik geregeld een ochtend op Franciscus’ sfeer volle atelier. Er ontstond een soort taakverdeling. Ik schilderde vooral de eerste lagen, grisailles, grote vlakken en achtergronden. Meters maken noemde Franciscus dat. Ik schilderde iets gladder dan hij zelf zou doen. De laatste lagen en details bracht Franciscus aan waardoor het werk altijd de hand van de meester kreeg. Eigenlijk kwam deze werkwijze verrassend dicht bij mijn ideeën over concrete kunst. Ook nu vermeed ik een zichtbaar ego en handschrift. Ik voerde ‘slechts’ een idee uit en het hielp dat ik geen last onder vond van mijn ego. Zeker twee schilderijen moesten vrijwel geheel opnieuw geschilderd. Ik herinner me vele dagen werk aan een trompe l’oeil van een gouden lijst, totdat Franciscus tot de conclusie kwam dat de lijst moest verdwijnen.
jan maarten voskuil (beeldend kunstenaar)
4
f. franciscus works of mercy nederlandse tekst
Excelleren of met troep gooien?
f. franciscus
en
erwin olaf
in gesprek
Ze ontmoetten elkaar in 1978 in een COC bar in Utrecht. Vanaf dat moment ontstond tussen Frans Franciscus en fotograaf Erwin Olaf een bijzondere relatie. Een die is gebaseerd op het recept van de geslaagde, lange vriendschap: hard met elkaar lachen, gemeenschappelijke interesses delen en, het allerbelangrijkste, dezelfde mate van gevoeligheid kennen. Ze houden elkaar graag een heldere spiegel voor. Over techniek, verslapping, ijdelheid, roem, eerlijkheid, lef, inhoud van het werk, de golfbewegingen in de kunst, wat is nu en wat niet. Als Frans midden jaren tachtig van de academie afkomt, heeft hij het tij mee als schilderen het hotste is wat je kan doen. Hij zwaait de scepter in Berlijn en prikt het vrije werk van Erwin met punaises in de muur. Erwin is als autodidact dan nog onder de invloed van Mapplethorpe en consorten, maar raakt geleidelijk in de ban van de knallende fantasie wereld die zijn vriend in het Duitse met verfstroken op het doek zet. Zo’n tien jaar later komt de geënsceneerde fotografie op waarin Erwin met zijn eigen stijl gaat schitteren. Nu is Frans jaloers op dit geile medium. Geil gaat lastig samen met schilderkunst. Beiden leren elkaar de grillen van de art scene voor lief te nemen. Beiden staan achter het idee dat kunst betekenis moet hebben. En dat een kunstenaar het beste uit zichzelf moet halen en hierin moet excelleren. Of is dit ingegeven door hun wederzijdse ‘James Last op klompen’ achtergrond? De vragen blijven komen, ongeacht waar ze in hun carrière staan, zoals ook blijkt uit dit willekeurig gesprek, hieronder, tussen Frans, de obser vator en Erwin, de teaser.
erwin olaf
‘Ik heb nog een pornootje gemaakt. Twee dikke kerels die een man verkrachten en drie vrouwen die...’
19.58 uur, 10 november 2010 – Amsterdam: bij Frans thuis.
f. franciscus
‘Bedoel je echt dikke mannen?’
‘Ja, een stevig dik en een blubber dik. Die stevig dikke man had best een leuke lul en een permanente erectie. Porno gaat erom dat je erectie ziet.’
‘Sure...Zeg, waar heb je je eten nou mee opgeschept? Toch niet met die kleine lepel?’ 5
f. franciscus works of mercy nederlandse tekst
erwin olaf
‘Ja, nou en? Wat is die pittigheid?’
f. franciscus
‘Ik heb acht minuten aan de pepermolen gedraaid. W ist je dat de Paus 250 kunstenaars heeft uitgenodigd om met hem over moderne kunst in de Sixtijnse kapel gedachten uit te wisselen? Die rare man trekt natuurlijk mijn Jezus in travestie nooit.’
‘Als je in het Prado ziet wat die katholieken hebben geschilderd, is dat toch heel open hoor.’
‘In ieder geval tonen ze meer kritiek en zelfspot dan die her vormde gelovigen; die vinden het lekker om keihard tegen hun reet geschopt te worden. Over mijn werk hoor ik vaak dat ik religieuze kunst maak, maar daar ben ik het niet mee eens. Mijn werk gaat over christelijke cultuur, dat is anders. Ik ben een product van de christelijk cultuur.’
‘Nee, je bent gefascineerd door de christelijke cultuur.’
‘Niet waar, Erwin, ik ben een product van christelijke cultuur! Wat heb ik nou van doen met de islam of het Tibetaans boeddisme?’
‘Jij doet alsof je gevangen zit in die christelijke cultuur; dat voel ik niet bij jou. Je bent gevormd door de Nederlandse cultuur, goed, misschien zelfs meer ingebed in de protestantse dan de katholieke cultuur, maar je gelooft niet en je bent ook niet gelovig opgevoed.’
‘Nee, ik ben inderdaad absoluut niet gelovig. Mijn enige grote liefde is de schilderkunst, de Renaissance, vanaf Giotto tot vandaag.’
‘Inderdaad. Je kijkt als buitenstaander naar de christelijke thematiek in de schilderkunst. Je bent op een Caravaggio-achtige manier bezig. Daarom moest ik in het Prado ook veel aan je denken. Ook Velásquez en El Greco maakten een kritische benadering van de werkelijkheid.’
‘Die dramatiek heb ik nodig. Als ik Georges de la Tour zie, let ik niet op de voorstelling. Ik zie alleen maar licht en vorm, niet wat er achter het schilderij schuil gaat. Ik laat mijn fantasie de vrije loop.’
‘Je doet jezelf hier vreselijk tekort. Je bent niet alleen met vorm bezig’.
‘Nou, als ik zie hoe Jan van Eyck schilderde, met één snorhaar van een kat...’
‘Die poes van jou stinkt trouwens uit zijn bek’.
‘Hij heeft een versnelde schildklierfunctie. Nee, voor mij telt eerst de schilderkunst, dan pas het drama van het bijbelse verhaal dat ik naar het nu vertaal.’
‘Nee, dat is niet waar. Je bent altijd een dromer geweest. Je hebt ooit een schilderij gemaakt waarop jij televisie kijkt en Robert De Niro jou aan het fist-fucken is. Maar je gaf hem een draai; je wist niet of het gebeurde of niet; het had een surrealistisch element, iets...
‘Dali-achtig. Ja, als je je fantasie niet gebruikt, kom je helemaal nergens.’
6
f. franciscus works of mercy nederlandse tekst
erwin olaf
‘Je bent een God in je eigen wereld. Je hebt het canvas...’
f. franciscus
‘Ik moet mezelf wel een god in mijn eigen wereld vinden, anders kan je beter van de wereld afspringen.’
‘Inderdaad.Jij bepaalt wat op het canvas komt. Je laat je oren niet hangen. Het is dan ook niet waar mensen op zitten te wachten.’
‘Weet je nog dat je tegen me zei: “Frans, je schildert een vrouw met een plooirok! dat wil toch niemand zien?” Dat vind ik een prachtige uitspraak. W ist je dat het mijn meest gereproduceerde schilderij is? Kinderboeken, ansichtkaarten, you name it. Ik heb trouwens laatst die zwarte man van je gepikt uit je serie Dusk.’
‘Maar dat portret heb ik van jou; dat is wat jij schildert. Ook de serie Chessmen is volkomen beïnvloed door jou.’
‘Dat vind ik lief. Ik weet zeker dat die invloed er is, maar...ik herinner me dat je mij je Squares opstuurde begin jaren tachtig. Die vond ik niet origineel genoeg. Ik prikte ze met punaises in de muur. Jij moest het natuurlijk helemaal in je eentje uitvinden, terwijl wij op de academie leerden alles los te laten. Maar toen je met die Blacks serie kwam, dacht ik: “wauw...wat is ie goed.’
‘Religieuze afbeeldingen heb ik eigenlijk nooit gefotografeerd. Dat is moeilijk te vertalen in fotografie.’
‘Ik heb de religie in de schilderkunst in het begin ook wel vanuit weerzin benaderd. Eén reden daar voor is omdat ik homoseksueel ben. Pas heel geleidelijk kon ik meer open staan voor deze kunst. Zelfs in jouw werk kun je, als je goed kijkt, de christelijke thematiek eruit halen, maar dat geloof je waarschijnlijk niet.’
‘Jawel, jawel...’
‘Je bent namelijk helemaal niet bezig om te shockeren.’
‘Mijn serie Grief gaat over alleen zijn; over thuis op de bank zitten en naar huis willen.’
‘Nou, ik herken dat meteen. Rienus (de echtgenoot van Frans, red.) zegt dan gewoon ‘rot dan op naar je atelier!’
‘Maar ik zou nooit een blote vrouw van Rubens of een b - of c - versie er van kunnen fotograferen. Dan heb ik na drie dagen nog steeds kut met peren. Kitsch. Terwijl jij een mooie Rubens zo kan draaien dat er een maatschappelijke visie in zit. En dat ziet er wel interessant uit.’
‘In dat opzicht heeft fotografie meer met realiteit te maken dan de schilderkunst.
‘Klopt. Jij wist al heel gauw waar de valkuil van realisme zit, namelijk in de anatomie. Als een schilderij anatomisch klopt, is het niets.’
‘Omdat je altijd met schilderkunst een soort abstractie krijgt, kan dat heel goed uitpakken met Maria en kind; seksueel wordt bij mij weer koddig.’
‘Als je Rineke Dijkstra’s natte badpakje zou schilderen, huilebalkerij! Religie is moeilijk te fotograferen, erotiek moeilijk te schilderen.’
‘Toch zou het moeten kunnen’.
7
f. franciscus works of mercy nederlandse tekst
erwin olaf
f. franciscus
‘Nou, wat let je! Wat zou er nou gebeuren als je met al je verkregen kennis blind op je fantasie zou afgaan; gooien met die troep.’
‘Dit zou niemand tegen me dur ven zeggen, weet je dat?’
‘Het is toch belangrijk! Dat late meesterwerken van de Velasquez en Rembrandt zijn slordig geschilderd en met hun ogen dicht!. Dat is wat je bij blijft als je in het Prado bent geweest.’
‘We doen veel te veel moeite. Jij ook. Op Frieze Art is alles als het ware in elkaar geknipt en getimmerd.’
‘Jij en ik weten exact wat als ‘high art’ wordt gezien. De vraag is of we dat willen maken, niet of we het kunnen. Dat willen we toch niet meer?’
‘Als ik dat ga doen merk ik dat de kwaliteit achteruit gaat. Dan maar minder geld. Ik blijf voor kwaliteit kiezen. Het schilderen voel ik als een roeping, ook al moet ik er voor ploeteren.’
‘Het bindende element in ons werk is dat we allebei aan verhalende, of figuratieve schilderkunst en fotografie doen. We spijkeren geen drol op een plank...’
‘of leggen drie draadjes in een hoek. We willen graag laten zien wat we kunnen.’ ‘Calvinisme.’
‘We zijn en blijven beiden middenstandsjongens.’
‘We zijn geen van beide opgevoed in een filosofisch milieu waarin over grenzeloze dingen gesproken wordt, maar met James Last op klompen.
‘Dat blijft bij je.’
‘Het is niet zo lastig om het van je af te gooien; je moet er gewoon gebruik van maken. De meeste mensen zijn met James Last opgegroeid.’
‘Het is: kijk is wat ik kan.’
‘Ja, het is een gevecht.’.’
‘Het is een tol.’
8
Colophon Uitgever Schrijvers
Grafische vor mgeving & beeldbewerking Scusescans
Flatlandgaller y Utrecht, Amsterdam, Paris Frank Hoenjet Rob Perrée Fiona van Schendel Jan Maarten Voskuil Rienus Gündel Krause Editions Artproductions
Drukwerk
Drukkerij Slinger, Alkmaar
Bindwerk
Abbringh, Groningen
Engelse vertaling Distributie ©
Jane Hall, Femme Vertaal Idea Books, Amsterdam 2010 Flatlandgaller y Utrecht, Amsterdam, Paris & F. Franciscus ISBN 978-94-90503-03-1
Meer info over F. Franciscus op
www.flatlandgaller y.com www.fransfranciscus.com
Voor u ligt een state of the art publicatie waarin mijn ‘Zeven Werken van Barmhartigheid’ tot in het einde der dagen tezamen bezichtigd kunnen worden. De Flatlandgallery, het Fonds BKVB, het Materiaalfonds voor beeldende kunst en vormgeving, Dhr. en Mevr. van de Vooren en het Gemeentemuseum Helmond zijn de barmhartige sponsoren van dit kostbare drukwerk. Rob Perrée, befaamd kunstcriticus, Jan Maarten Voskuil, kortstondig assistent maar bovenal de snelst stijgende ster in de wereld van de schone kunsten op dit moment en Frank Hoenjet, conservator van één van de mooiste collecties moderne kunst in Nederland, zijn de barmhartige schrijvers die van dit boek een diamant maakten. Fiona van Schendel, columniste extraordinaire is de barmhartige editor van het gesprek dat speciaal voor dit boek heeft plaatsgevonden tussen Erwin Olaf en mijzelf. Rienus Gündel, grafische duivelskunstenaar, is de barmhartige vormgever van deze uitgave. Barmhartige medewerking verleende Museum Catharijneconvent Utrecht door het teruglenen van een van mijn werken uit hun collectie om ook van dit werk een supersonische scusescan te kunnen laten maken. Barmhartigheid pur sang kwam zomaar uit het niets van Erwin Olaf en van Hester Carvalho. Barmhartigheid avant la lettre was er van Henk Smit. Dit boek draag ik op aan mijn ouders, barmhartiger vindt men ze niet op dees’ aard. Merci beaucoup!
f. franciscus
9