BERNARD DESCHEEMAEKER WORKS OF ART
nieuwsbrief newsletter
edito: dealers & wetenschap / art dealers & art scholars Het is nog niet zolang geleden dat de wetenschap-
There has been little contact between the art trade
pelijke wereld en de kunsthandel maar een matig
and the scholarly world until fairly recently. The last
contact met elkaar onderhielden. Gelukkig zijn kunsthistorici en kunsthandelaren, zeker het laatste decennium, zich meer en meer voor elkaars werk gaan interesseren en groeit
each others' work, which in turn fosters a sense of mutual respect and trust. As one of the few art historians who is
Als één van de weinige kunsthistorici
also a dealer I can only applaud this
onder de handelaren kan ik dat enkel
development and would like to do more
toejuichen en wil ik graag verder een
to help 'bridge the gap' between the
brug slaan tussen museum en weten-
museum and the scholar on the one hand
melaar anderzijds. De resultaten van goed wetenschappelijk onderzoek zijn ook voor de kunsthandelaar van groot belang. Catalogi en kunsthistorische studies allerhande vergroten zijn kennis en helpen hem bij het beschrijven van zijn eigen collectie. Bezoeken aan tentoonstellingen en musea verscherpen wederom zijn kritische blik. Naarmate het respect en het vertrouwen groeit welke hij bij wetenschappers en conservatoren geniet, neemt tenslotte ook zijn aanzien bij de klant toe. Maar ook de kunsthandelaar kan voor de musea en wetenschappers heel wat betekenen. Vooreerst krijgen conservatoren de kans, door een goed en geregeld contact met de handel, zich van enkele mooie aanwinsten te verzekeren. Op hun tentoonstellingen figureren dan weer geregeld kunstvoorwerpen uit de handel of objekten waarvan alleen kunsthandelaren de particuliere eigenaar kennen. Maar ook de wetenschapper pur sang wordt, dankzij het door de handelaar tevoorschijn halen van onbekende of sinds lang verdwenen objekten, onvrijwillig aangezet tot verder kunsthistorisch onderzoek. Het is dan ook met groot genoegen dat ik in deze brochure enkele zeer bijzondere aanwinsten presenteer die ook voor de wetenschappelijke wereld van groot belang zijn : een verloren gewaand paneel met zeven origineel samenhorende Limogesplaketten van verbluffende kwaliteit (ca.1568), een vooralsnog onbekend corpus met lang geëmailleerd kleed, (ca.1190-1210), een Anna-te-Drieën uit de directe omgeving van Dries Holthuys (ca.1510) en vooral een schitterend ensemble van Mechels beeldsnijwerk (ca.15001510). Maar dat ik bij de voorbereiding aan deze Nieuwsbrief te rade mocht gaan bij verscheidene wetenschappers wil ik niet vergeten. Daarbij ben ik veel dank verschuldigd aan Mevrouw Barbe (Parijs), Mevrouw Derveaux-Van Ussel (Brussel), de Heer Karrenbrock (Münster), de Heer Rief (Aachen) en vooral niet te vergeten Mevrouw Notin (Limoges).
Rest during the Flight to Egypt (detail) Pierre Reymond Limoges, c.1568 painted polychrome enamel on copper gilt diam. 5,2 cm
art historians are taking a greater interest in
het wederzijds respect en vertrouwen.
schap enerzijds en handelaar en verza-
Rust op de Vlucht naar Egypte (detail) Pierre Reymond Limoges, ca.1568 veelkleurig geschilderd email, op koper, verguld diam. 5,2 cm
decade, especially, has shown that art dealers and
Bernard Descheemaeker
and the dealer and the collector on the other. The findings of scholarly research are, however, of no less importance to an art dealer. The various catalogues and art historical studies deepen his knowledge and help him with the description of his own collection. Visits to exhibitions and museums are a means of keeping his critical eye sharp. The more respect and trust shown by scholars and curators to a dealer, the more that dealer's standing with clients will be enhanced. But that is not all. An art dealer can also be of great importance to scholars and museums. In the first place, as curators are in regular contact with the trade, they are assured of being offered attractive acquisitions. The exhibitions they organise regularly feature works of art available from the trade or objects on loan from a private collector known only to the trade. Not only that, an art dealer's discovery of an object that was unknown or has been missing for a long period of time can act as powerful spur to further art historical research on the part of a scholar pur sang. I am therefore proud to publish in this Newsletter several exceptional acquisitions that are also highly important to the scholarly world : a panel believed lost, comprising an original series of seven Limoges plaques of remarkable quality (c.1568) ; a hitherto unknown crowned and clothed crucified Christ (champlevé enamel, c.1190-1210) ; a Saint-Anne Selbdritt from the inner circle of Dries Holthuys (c.1510) ; and especially a magnificent ensemble of Malines wood carving (c.1500-1510). In acknowledgement of the assistance given by several scholars in the preparation of this Newsletter, I would like to thank Mrs. Barbe (Paris) ; Mrs Derveaux-Van Ussel (Brussels) ; Mr Karrenbrock (Munster) ; Mr Rief (Aachen) and last but not least, Mrs Notin (Limoges). Bernard Descheemaeker
Groot Paneel : Geboorte / Aanbidding van de Herders en Zes Kleine Medaillons Pierre Reymond Limoges, ca.1568 veelkleurig geschilderd email, op koper, verguld (in de 18de of 19de eeuw opnieuw gemonteerd in een houten lijst met loofwerk : 38,6 X 34,1 cm) 21 X 16,5 cm (Aanbidding) en diam. 5,2 cm (medaillons) Herk. : Verz. Gravin Dzialynska, Kasteel Goluchow, Polen, 1903 Lit. : Molinier, Collections du Château de Goluchow ..., Parijs, 1903, nr.248, pl.XX ; Verdier, Taft, 1995, p.350 ; Barbe, in tent. kat. : La rencontre des héros, 2002, p.245
Large Panel : Nativity / Adoration of the Shepherds and Six Small Medallions Pierre Reymond Limoges, c.1568 painted polychrome enamel on copper gilt (in the 18th or 19th century remounted in a wooden frame with foliage : 38,6 X 34,1 cm) 21 X 16,5 cm (Adoration) and diam. 5,2 cm (medallions) Prov. : Countess Dzialynska-coll., Castle Goluchow, Poland, 1903 Lit. : Molinier, Collections du Château de Goluchow ..., Paris, 1903, nr.248, pl.XX ; Verdier, Taft , 1995, p.350 ; Barbe, in exh. cat. : La rencontre des héros, 2002, p.245
over het lam en de pelikaan In één van zijn geschriften vergelijkt Augustinus, de beroemde Kerkvader, Christus met een tros druiven welke onder een wijnpers wordt gelegd. De wijnpers
Elders -zoals op het altaar van de gebroeders van Eyck- vloeit er uit de borst van het Lam, als ware het Christus’ zij, bloed in een ciborie. Kelk en altaar worden zo in één eucharistisch beeld verenigd.
verbeeldt het kruis, terwijl de wijn het vergieten van Christus’ bloed symboliseert. Maar de christelijke kunst kent wel vaker beeldspraak met een uitgesproken eucharistisch karakter. Het beroemdste zinnebeeld van De Eucharistie betreft ongetwijfeld Het Lam Gods. Het lam als Christus-symbool is gebaseerd op het verhaal van Johannes de Doper (Joh. 1:29). In Betanië, aan de oevers van de Jordaan, duidt Johannes Jezus aan met de woorden Zie het Lam Gods (Ecce Agnus Dei). Omdat in het oude Nabije Oosten het lam als offerdier bij uitstek geldt verwijst deze profetie reeds impliciet naar Christus’ offer, zijnde zijn kruisdood. Dit verklaart waarom het Lam in de christelijke kunst zo vaak met een kruis of met een kruisvormige nimbus wordt afgebeeld.
Corpus met Lang Geëmailleerd kleed toegeschr. aan het atelier van het corpus in Boston (MFA, 49.472) Limoges, ca.1190-1210 veelkleurig email champlevé op koper, verguld 18,7 X 11,7 cm Lit.. : Swarzenski-Netzer, Catalogue ... the Museum of Fine Arts, Boston ..., Boston, 1986, nr.23 The Image of Christ Clothed and Crowned attr. to the workshop of the Boston Christ (MFA, 49.472) Limoges, c.1190-1210 polychrome champlevé enamel on copper gilt 18,7 X 11,7 cm Lit.. : Swarzenski- Netzer, Catalogue ... the Museum of Fine Arts, Boston ..., Boston, 1986, nr.23
Een ander typisch symbool van de kruisdood van Christus is De Pelikaan. Zoals Christus zijn bloed aan het kruis vergoten heeft tot verlossing van de mensheid, zo voedt de pelikaan zijn jongen met zijn eigen bloed. Het oudste bestiarium -een middeleeuws tractaat over dieren en hun eigenschappen- vertelt dat het vrouwtje de jongen door haar overmatige moederliefde in haar nest smoort. Het mannetje wekt ze echter weer tot leven door zich te pikken in de borst, als ware het Christus’ zij, en hen te voeden met zijn bloed. Dit beeld wordt in de renaissance soms ook geïnterpreteerd als een symbool van Liefde (Caritas), maar blijft toch vooral een zinnebeeld van de Messias die met zijn bloed de mensheid verlost. Dat deze eucharistische gedachte ook bij de hier geïllustreerde pelikaan van toepassing is, blijkt uit de specifieke behandeling van het nest dat de vorm heeft van een doornenkroon. Een duidelijke verwijzing naar de Gekruisigde.
about the lamb and the pelican In one of his writings the eminent Church Father, Saint Augustine, likened Christ to a cluster of grapes that had been put under a wine press. The wine press represents the cross, while the wine symbolises the shedding of Christ's blood. Christian art, of course, frequently uses imagery which is distinctly Eucharistic in character. The best-known symbol of The Eucharist is without doubt that of The Holy Lamb. The basis for the Lamb as a symbol of Christ is found in a teaching of John the Baptist. (John 1:29). In Bethany, on the banks of the river Jordan, John refers to Jesus using the words Behold the Lamb of God (Ecce Agnus Dei). In ancient near eastern religious rites the lamb is regarded as being the animal most suited to a sacrificial offering. This means that those words can be understood as foreshadowing the sacrifice made by Christ, namely his death on the cross. It also explains why in Christian art the Lamb is often depicted together with a cross or with a cruciform halo. Elsewhere in Christian art -for instance, on the Ghent altarpiece by the Van Eyck brothers- blood issues into
a ciborium from the breast of the Lamb, as if from the wound in Christ's side. Chalice and altar thus merge together and are united in the same Eucharistic image. Another symbol that signifies the death of Christ on the Cross is The Pelican. In the same way that the shedding of Christ's blood on the cross led to the redemption of mankind, so the pelican feeds its young on its own blood. The oldest bestiary -a medieval tractate on animals and their characteristics- tells of the female pelican smothering her young in the nest with an excess of love. The male is only able to return them to life by piercing its own breast, and feeding them with its own blood, as if from the wound in Christ's side. This image was sometimes interpreted in the Renaissance as being a symbol of Charity (Caritas), but it is first and foremost a symbol of the Messiah who redeemed mankind by the shedding of his own blood. The fact that this Eucharistic thought is equally applicable to the pelican illustrated here, can be inferred by the special treatment of the nest: it is in the form of a crown of thorns. What reference to the sacrifice of Christ who died on the Cross could be clearer than that?
Pelikaan Die in Zijn Borst Pikt Zuid-Duitsland, ca.1700 hout, met originele polychromie en vergulding 38 X 36,5 X 24,2 cm Pelican Piercing Its Own Breast Southern Germany, c.1700 wood, with original polychromy and gilding 38 X 36,5 X 24,2 cm
Vier groepen met hun Oorspronkelijk Metseleriewerk : De Presentatie van Maria in de Tempel, Het Huwelijk van Maria, De Verkondiging en De Besnijdenis Mechelen, ca.1500-1510 eiken, met originele polychromie en vergulding 145 X 22 X 9 cm Herk. : Part. verz., Zuid-Frankrijk, 2003 Four Altar-Reliefs with Its Original Architectural Decoration : The Presentation of the Virgin in the Temple, The Wedding of The Virgin, The Annunciation and The Circumcision Malines, c.1500-1510 oak, with original polychromy and gilding 145 X 22 X 9 cm Prov. : Priv. coll., Southern France, 2003
het beeldewerck met alle den toebehoirte van eenre outaertafele De Mechelse beeldhouwkunst uit het begin van de 16de eeuw is vooral bekend omwille van haar zgn. Popjes en Besloten Hofjes. Volledige retabels en belangrijke sculpturale ensembles zijn evenwel uiterst zeldzaam. In de herfst van vorig jaar kon ik, uit een Zuidfranse verzameling, vier Mechelse groepjes verwerven samen met hun oorspronkelijk architecturaal decorum. Het geheel vormt ongetwijfeld één van de meest interessante ensembles van Zuidnederlandse beeldhouwkunst welke het laatste decennium op de kunstmarkt zijn aangeboden. In de eerste plaats bestaat dit veelkleurige ensemble uit vier retabelgroepen welke resp. De Presentatie van Maria in de Tempel, Het Huwelijk van Maria en Jozef, De Verkondiging en De Besnijdenis voorstellen. Veel unieker is echter dat bij dit geheel ook nog twee originele sokkels en vier oorspronkelijke baldakijnen bewaard zijn gebleven. Deze laatste zijn opgebouwd uit zgn. metselriewerk van getorste zuiltjes, pinakeltjes, bogen en tegenbogen, omhoogkronkelende ranken, doorkijkjes en ajour gesneden bladwerk. De toestand van dit schitterende ensemble is ronduit buitengewoon. Zowel de polychromie als de rijkelijke vergulding zijn volkomen origineel en ook het zeer delikate metselriewerk is zo goed als onaangeroerd. Vanzelfsprekend is de huidige opbouw niet oorspronkelijk. De reliëfs met De Presentatie en De Annunciatie (en hun resp. baldakijnen) zijn recent boven de twee andere groepen gemonteerd. In de vroegere retabelbak waren de vier reliëfs ongetwijfeld naast elkaar opgesteld. Het lijdt niet de minste twijfel dat dit geheel oorspronkelijk tot eenzelfde ensemble heeft behoord. Niet alleen de identieke grootte van de vier groepen en de zes architecturale elementen, de eenheid in kleur en vergulding, maar ook de zeer vergelijkbare conservatie-toestand van het geheel en de compositorische gelijkvormigheid wijzen inderdaad alle op eenzelfde herkomst.
De sterke iconografische samenhang van het geheel duidt er bovendien op dat dit ensemble ooit deel heeft uitgemaakt van een monumentaal Maria-Retabel. Alle stilistische bijzonderheden van de vier reliëfs wijzen op een Mechelse herkomst van omstreeks 1500-1510. Het eerder kleine formaat van de groepen, de aanwezigheid van niet meer dan vijf of hooguit zes personages per compositie, het volkomen ontbreken van architecturale of landschappelijke details en de typische gezichtjes, alsook de wat massieve figuren en de geblokte composities bewijzen dit. Maar ook het metselriewerk zelf blijkt een sterk Mechels karakter te hebben. Vooral de combinatie van een boog met een tegenboog erbovenop -zoals op de twee baldakijnen helemaal bovenaan- blijkt een typische Mechelse architecturale bijzonderheid te zijn. Vooralsnog konden wij geen merktekens vinden die deze Mechelse herkomst met zekerheid zouden bevestigen. In tegenstelling tot eigentijdse Brusselse of Antwerpse retabels zijn er maar weinig altaren bekend waarvan volkomen vaststaat dat ze in een Mechels atelier zijn vervaardigd. De meest beroemde zijn een altaar in het Suermondt-Ludwig-Museum in Aken, een retabel met voorstellingen uit De Kindsheid van Christus in het Zweedse Ödeby, een Kruisigingsaltaar in de Deutschen Ordenskirche in Wenen en natuurlijk het schitterende altaartje met de Mechelse popjes in het Museum Mayer van den Bergh te Antwerpen. Het hier gepresenteerde ensemble geldt dan ook als een belangrijke verrijking van het tot nu toe bekende oeuvre van de Mechelse beeldsnijkunst van omstreeks 1500.
* Gh. Derveaux-Van Ussel, Les retables brabançons de Suède. Le retable malinois de l’église d’Ödeby, (artes belgicae), Brussel, 1973. Gh. Derveaux-Van Ussel, Een Mechels Aanbiddingsretabel in het Suermondtmuseum te Aken, in : Aachener Kunstblätter, 44, 1973, pp.233-244. M. Serck-Dewaide, Materialen, technieken en polychromie, in : M. Buyle en Chr. Vanthillo, Vlaamse en Brabantse retabels in Belgische monumenten, Brussel, 2000, pp.94-95.
Het Huwelijk van Maria en De Verkondiging Mechelen, ca.1500-1510 eiken, met originele polychromie en vergulding The Wedding of The Virgin and The Annunciation Malines, c.1500-1510 oak, with original polychromy and gilding
Early 16th century Malines sculpture is known principally for its so-called poupées and horti conclusi. However, complete altarpieces and important sculptural ensembles are extremely rare. Last autumn I was able to purchase from a French collection a group of four Malines carvings with its original architectural decoration. This ensemble is without doubt one of the most interesting examples of South Netherlandish sculpture that has come onto the art market during the last decade. To start off with, this richly decorated ensemble in polychrome is primarily comprised of a group of four reliefs that represent The
Presentation of the Virgin in the Temple ; The Wedding of the Virgin ; The Annunciation ; and The Circumcision, respectively. What makes the ensemble particularly unique is the fact that not only does it contain two of the original pedestals but that the four original canopies have also survived. The construction of the latter is comprised of a so-called masonry with twisted columns, miniature pinnacles, arches and inverted arches, upward curling tendrils, openwork, and pierced foliage. The magnificent ensemble is in mint condition. The polychromy and the rich gilding are both original and both intact; even the very intricate masonry is in nearly perfect condition. It must be said that the current manner of presentation is not the original one. The reliefs representing The Presentation and The Annunciation (and the respective canopies) have recently been mounted above the other two groups. The four reliefs must have formerly been positioned next to each other. There is no doubt that all four reliefs originally formed part of one and the same ensemble. The measurements of the four groups and of the six architectural elements are identical, and the same polychromy and gilding were used throughout; not only that, besides having a close compositional affinity, the whole is in a very similar state of conservation, all of which indicates the same provenance. In addition, the fact that the four groups share the same strong iconography is evidence of the fact that the ensemble was once part of a monumental altarpiece representing The Life of the Virgin. All the stylistic features of the four reliefs point to a Malines origin, dating to approximately 1500-1510 : the rather small dimensions of the groups ; the presence of not more than five or at most six figures in each composition ; the absence of any architectural or landscape details as well as the typical faces ; the somewhat sturdy figures ; and also the compactness of compositions. Not only that but the masonry itself confirms a strong Malines character. In particular, the combination of an arch surmounted by an inverted arch - as occurs on the two uppermost canopies- is a typical feature of Malines architectural decoration. Up to now we have not yet been able to discover any identifying marks that would be a definite confirmation of a Malines origin. Unlike contemporary altarpieces from Brussels or Antwerp, there are few extant altars whose production can with certainty be said to have come from a Malines workshop. The most famous of these are : an altar in the Suermondt-Ludwig-Museum in Aachen ; an altarpiece representing The Childhood of Christ in Ödeby, Sweden ; an Altar of the Crucifixion in the Deutschen Ordenskirche, Vienna and last but not least the magnificent altar with the poupées de Malines in the Mayer van den Bergh Museum in Antwerp. The ensemble presented here represents an important addition to the extant oeuvre of Malines sculpture dating to circa 1500.
* Gh. Derveaux-Van Ussel, Les retables brabançons de Suède. Le retable malinois de l’église d’Ödeby, (artes belgicae), Brussels, 1973. Gh. Derveaux-Van Ussel, Een Mechels Aanbiddingsretabel in het
De Presentatie van Maria in de Tempel, met oorspronkelijk metseleriewerk Mechelen, ca.1500-1510 eiken, met originele polychromie en vergulding
Suermondtmuseum te Aken, in : Aachener Kunstblätter, 44, 1973, pp.233-244. M. Serck-Dewaide, Materialen, technieken en polychromie, in : M. Buyle and Chr. Vanthillo, Vlaamse en Brabantse retabels in Belgische monumenten, Brussels, 2000, pp.94-95.
The Presentation of the Virgin in the Temple with its original architectural decoration Malines, c.1500-1510 oak, with original polychromy and gilding
Groepje : De Bezwijming van Maria Atelier van het Passieretabel in Brussel (KMKG, Sc.130) Brussel, ca.1460-1470 eiken, met originele polychromie en vergulding 42,2 X 31,5 X 11,6 cm Herk. : Part.verz., Zwitserland, ca.1955-2003 Lit. : Huysmans, Beeldhouwkunst ... Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, 1999, nr.36 Altar Relief : The Swooning of the Virgin Workshop of the Passionaltar in Brussels (MRAH, Sc130) Brussels, c.1460-1470 oak, with original polychromy and gilding 42,2 X 31,5 X 11,6 cm Prov. : Priv.coll., Switzerland, c.1955-2003 Lit. : Huysmans, La sculpture ... Musées Royaux d’Art et d’Histoire, Brussels, 1999, nr.36
voor geletterden
for men of learning
Anna Die Haar Dochter Maria Onderwijst is een thema
Saint-Anne Teaching Her Daughter Mary to Read is a
dat vanaf het begin van de 15de eeuw bekend raakt en
theme that first appeared at the beginning of the 15th
snel zeer populair zal worden.
century and was to gain popularity very quickly
Maar uit welk schoolboek leest men in de late
indeed.
middeleeuwen voor? Zijn het uitsluitend vorsten en
But, which school books were used in the late Middle
hogere clerici die onderwijs hebben genoten? En blijft
Ages? Were the king and high ecclesiastics in those
dit onderwijs beperkt tot godsdienstonderricht en
days the only people to be educated? And were the
Latijn ? Laten we hier maar eens een boekje over
only subjects on the curriculum religious instruction
opendoen.
and Latin? Let us delve into our books and find some answers.
Tot omstreeks 1300 blijft onderwijs bijna uitsluitend een privilege van kinderen uit de adelstand en zij die zich geroepen voelen tot het priesterschap. Met de opkomst in de 14de eeuw van een zeer bemiddelde burgerij groeit ook bij handelaren en kooplui de behoefte van een schoolse opvoeding. Vaardigheden zoals lezen en schrijven worden absolute verreisten, net zoals rekenen en noties van boekhoudkunde. Vanaf dan is het gebruikelijk dat vaders uit de begoede klasse hun zonen -onderwijs voor meisjes raakt pas vanaf de 17de eeuw echt in voege- inschrijven voor een gymnasium. Dit gevorderd onderwijs vindt men vooralsnog uitsluitend in belangrijke, grootstedelijke centra en het wordt in principe door de clerus georganiseerd. In deze abdij- en bisschopsscholen bestudeert men vooral het Latijn. De klassieke auteurs komen in de periode voor de renaissance en het humanisme amper aan bod. Veeleer beperkt men zich tot de Heilige Schrift en christelijke boeken in het Latijn, welke men kopieert en deels uit het hoofd leert. Daarnaast bestudeert men deze teksten ook grammaticaal en maakt men vertalingen naar de moedertaal. Grieks en Hebreeuws komen pas op universitair niveau aan bod en worden vrijwel uitsluitend aan theologiestudenten gedoceerd. De eerste universiteiten, zoals Bologna, Parijs en Leuven trekken studenten en professoren vanuit gans Europa aan. Men studeert er theologie en filosofie, maar ook voor geneeskunde en rechten worden gauw aparte faculteiten opgericht.
Reliëf : Anna die de Jeugdige Maria Onderwijst Nottingham, 2de helft 15de eeuw albast, met sporen van oorspronkelijke polychromie 53 X 20,5 cm Herk. : Kunstzalen A. Vecht, Amsterdam, ca 1970 Relief : Saint-Anne Teaching the Young Virgin to Read Nottingham, 2nd half 15th century alabaster, with traces of the original polychromy 53 X 20,5 cm Prov. : Kunstzalen A. Vecht, Amsterdam, c. 1970
Sommige universiteiten beschikken reeds over een eigen, zij het meestal vrij beperkte, bibliotheek. De belangrijkste referentiewerken, nog alle met de hand geschreven en soms met kleurrijke versieringen verlucht, zijn er met kettingen aan de studiebanken vastgemaakt om er ter plaatse door de docenten en studenten te worden geconsulteerd. Met de introductie van het papier en de uitvinding van de boekdrukkunst (1456) kent de organisatie van het onderwijs plots een snelle ontwikkeling. Boeken kunnen makkelijk en in grote oplage gepubliceerd worden. De beschikbaarheid van kennis wordt veel ruimer. Nieuwe, en ook kritische, ideëen gaan zich snel verbreiden. Een nieuwe tijd is aldus geboren : de
Up to 1300 or thereabouts education was a privilege accorded almost only to children of noblemen and to those who wanted to enter the priesthood. The rise of the very prosperous middle classes in the 14th century was accompanied by the need among merchants and traders for learning and academic education. It became imperative to acquire not only the ability to read and write but also the ability to work with numbers and to keep accounts, as well. From that time on it became common practice for affluent fathers to enrol their sons in grammar school education for girls did not become commonplace until the 17th century. At the time grammar school education was only available in important towns and was in principle run by the clergy, by bishops and abbots. Pre-university education consisted mainly of the study of Latin; in the period prior to the Renaissance, classical authors were hardly studied at all. Areas of learning were confined to the Holy Bible and Christian teachings written in Latin, which were copied and partly learned by rote. The same texts were studied for grammar and translated into the vernacular. Ancient Greek and Hebrew were not placed on the curriculum until university and even then were usually only available for students of theology. The very first universities, such as Bologna, Paris and Louvain attracted professors and students from all over Europe. The main courses were theology and philosophy, but it was not long before separate faculties for medicine and law were established. Several universities already had at their disposal their own, albeit rather limited, libraries. The most important reference books were manuscripts, some of which were richly illuminated. They would be chained to benches for use by lecturers and students alike. The system of education was greatly affected by the use of paper and the invention of the printing press (1456), and progressed rapidly. Publishing books in large numbers became relatively easy. Knowledge became more widely obtainable. Ideas that were both new and critical started to catch on fast. It was
renaissance zal geen grenzen kennen en het humanisme zal ruim verspreid raken.
the birth of a new era, the Renaissance, an era that was to know no boundaries and which was to promote the spread of humanism.
* J. Plummer, Learning, in : tent. kat. : 1975, New York, The Secular Spirit : life and Art at the End of the Middle Ages, 1975, pp.154-173.
* J. Plummer, Learning, in : exh. cat. : 1975, New York, The Secular Spirit : life and Art at the End of the Middle Ages, 1975, pp.154-173.
Anna-te-Drieën Naaste Omgeving van Dries Holthuys (ca.1455-ca.1525) Kleef-Kalkar, ca. 1510 eiken 67,5 X 31 X 23 cm Herk. : Verz. Richard Moest, Aken-Keulen, ca.1875- 1906 ; Städtisches Suermondt-Museum Aachen (inv. nr. SK 300), Aken, 1907- 13.06.1939 (verkocht door het museum voor 1.000,- Reichsmark) ; Verz. Franz Monheim, Aken, 1939 Lit. : Schweitzer, Die Skulpturensammlung im Städtischen Suermondt-Museum zu Aachen, Aken, 1910, pp.86-87 ; Karrenbrock, in : tent. kat. : 1999-2000, Rottweil-Aachen, Antlitz des Mittelalters..., Trossingen, 1999, p.82 en p.84, fig.16. Saint-Anne Selbdritt Inner Circle of Dries Holthuys (c.1455-c.1525) Kleef-Kalkar, c.1510 oak 67,5 X 31 X 23 cm Prov. : Coll. Richard Moest, Aachen-Cologne, c.1875- 1906; Städtisches Suermondt-Museum Aachen (inv. nr. SK 300), Aachen, 1907- 13.06.1939 (sold by the museum for 1.000,Reichsmark) ; Coll. Franz Monheim, Aachen, 1939 Lit. : Schweitzer, Die Skulpturensammlung im Städtischen Suermondt-Museum zu Aachen, Aachen, 1910, pp.86-87 ; Karrenbrock, in : exh. cat. : 1999-2000, Rottweil-Aachen, Antlitz des Mittelalters..., Trossingen, 1999, p.82 and p.84, fig.16.
labore et constantia We treffen ze wel vaker aan in musea of bij
We often come across them in museums and at art
handelaren : kleine rechthoekige houten koffertjes
galleries, those small rectangular wooden boxes
overtrokken met verguld leder en ontstaan
covered in gilded leather, which were mainly
omstreeks 1600. Ze hebben steeds een gewelfd deksel
produced around 1600. They all have a domed lid and
en wel vaker een verborgen laadje. Gemeenzaam
often contain a secret drawer. They all go by the
worden ze Plantijn-kistjes genoemd.
name of Plantijn-caskets.
Wie is die Plantijn en wat heeft hij met deze koffertjes
Who was Plantijn and what connection was there, if
van doen ?
any, between him and the caskets?
Zoals de tinnen Jan Steen-kannen in wezen niets te maken hebben met de 17de eeuwse schilder uit Leiden -behalve dat ze wel vaker op zijn genretaferelen te herkennen zijn- zo heeft ook Christoffel Plantijn (ca.1520-1589) maar weinig uitstaans met deze fijnzinnige koffertjes, bestemd voor kleine kostbaarheden, sieraden en kleinodiën. Alhoewel. Plantijn had een opleiding genoten tot boekbinder en lederbewerker. De kistjes blijken steeds aan de buitenzijde met leder overtrokken en met goudstempeling versierd. Men neemt bovendien aan dat ze alle in Antwerpen zijn vervaardigd en laat dat nu de stad zijn waar Plantijn zich omstreeks 1548 vestigde. Tot zover evenwel de overeenkomsten. In 1555 start Christoffel Plantijn zijn eigen drukkerij, De Gulden Passer. Nog geen decennium later is deze modern gerunde en technologisch hoogwaardige onderneming uitgegroeid tot de belangrijkste drukkerij in de Nederlanden en één van de grootste ter wereld. Hij bezit 16 drukpersen, stelt 80 personeelsleden te werk -waaronder 3 proeflezers- en publiceert bijna 2500 titels die hij ook nog in zijn eigen boekhandel te koop aanbiedt. Daarmee wordt hij de eerste industriële drukker-uitgever uit de geschiedenis. De finianciële ruggegraat van dit wereldcentrum van het boek vormt het zeer lucratieve produktie- en verkoopsmonopolie voor liturgische en godsdienstige werken voor Spanje en de Spaanse koloniën welke Plantijn in 1571 van Filips II ontvangt. Omwille van de inhoudelijke kwaliteit en de veelzijdigheid van zijn publikaties geldt Christoffel Plantijn ook als wegbereider van het humanisme en als scharnierfiguur in de Europese cultuurgeschiedenis.
Just as there is no real connection between a pewter Jan Steenflagon and the 17th century painter from Leyden -except that he often depicts an example in his genre scenes- there is little to link Christoffel Plantijn (c.1520-1589) with these intricate caskets, made to keep small precious objects, jewellery and the like. Or are appearances, in this case, not deceptive? Plantijn was apprenticed to both a bookbinder and a leather worker. It is interesting to note that all the caskets are covered in leather and have a stamped gold decoration. The assumption is that they were all produced in Antwerp, and Antwerp just happens to be the city where Plantijn settled in 1548 or thereabouts. Enough about the similarities for now. In 1555 Christoffel Plantijn began his own printing business called De Gulden Passer. It took him less than a decade, using the all the modern techniques and equipment of the day, to turn the business into not only the most important printing works in the Netherlands but also one of the biggest in the world. It comprised 16 printing presses, employed 80 people -including 3 proof readers- and published almost 2500 titles, all of which were also on sale at Plantijn's own bookshop. That made him the first industrial book printer-publisher in history. That world centre of the book had a sound financial basis which was formed by an extremely lucrative monopoly on the production and sale of liturgical and religious works for Spain and its colonies granted to Plantijn by Philip II in 1571. It is evident from the quality of the content and the diversity of his publications that Christoffel Plantijn was a pioneer of humanism besides being a pivotal figure in the cultural history of Europe.
* F. de Nave en M. De Schepper, Ex Officina Plantiniana. Studia in memoriam Christophori Plantini (c.1520-1589) (De Gulden Passer, LXVI-LXVII, 1988-1989),
* F. de Nave and M. De Schepper, Ex Officina Plantiniana. Studia in
Antwerpen, 1989.
memoriam Christophori Plantini (c.1520-1589) (De Gulden Passer, LXVI-LXVII, 1988-1989), Antwerp, 1989.
Zgn. Plantijn-Kistje Antwerpen, begin 17de eeuw verguld leder met koperbeslag op houten kern 24,4 X 16,3 X 17,5 cm So-called Plantijn-Casket Antwerp, early 17th century gilt leather with copper mounts on wooden frame 24,4 X 16,3 X 17,5 cm
du pain, du vin et... Parijs, nieuwjaarsdag 1405. De Franse koningin
Paris, New Year's Day 1405. The French Queen, Isabeau
Isabeau de Bavière schenkt aan haar echtgenote Karel
de Bavière, made a present to her husband, Charles VI,
VI het zgn. Goldene Rössl, misschien wel het mooiste
of the so-called Goldene Rössl, possibly the most
stuk edelsmeedwerk uit de westerse
beautiful object ever produced by a goldsmith in the
kunstgeschiedenis.
history of western art.
Omstreeks diezelfde tijd begint Claus Sluter, in het
Almost simultaneously, in neighbouring Dijon, Claus
naburige Dijon, aan het grafmonument van Filips de
Sluter started work on the tomb of Philip the Bold,
Stoute, hertog van Bourgondië.
Duke of Burgundy.
Met twee grote tentoonstellingen -de ene gewijd aan de laatgotiek in Engeland en de andere over de Vlaamse miniatuurkunst- was Londen afgelopen winter dé grote trekpleister voor liefhebbers van 15de en 16de eeuwse kunst. Deze zomer leiden evenwel alle wegen naar Frankrijk.
Last winter two important exhibitions, one dedicated to Gothic Art for England, the other to Flemish Manuscript Painting made London the place to be for lovers of 15th and 16th century art. This summer, however, all roads will be leading to France.
Een eerste afspraak maken we in het Louvre waar een tentoonstelling plaats heeft rond het mecenaat van de Franse koning Karel VI. De Parijse hofkunst van omstreeks 1400 is niet alleen beroemd omwille van haar schitterende handschriften en schilderijen op paneel, maar vooral ook door de edelsmeedkunst, welke in het begin van de 15de eeuw een ongekende artistieke en technische kwaliteit bereikt. De meest geraffineerde voorbeelden hiervan zijn de zgn. joyaux, kleine maar uiterst zeldzame en zeer verfijnde kostbaarheden in goud en email. Tijdens de zomermaanden wordt in Dijon, de residentiestad van de Bourgondische hertogen, dan weer een tentoonstelling gewijd aan het hof van Filips de Stoute -broer van Karel VI- en diens zoon Jan zonder Vrees. Hier staan de kunstwerken centraal, welke voor het Karthuiserklooster (de zgn. Chartreuse) van Champmol -vlakbij Dijon- vervaardigd werden. Het betreffen zowel tapijten, schilderijen en verluchte handschriften, als beelden, ivoortjes, edelsmeedwerk en email. De kwaliteit belooft verbluffend te zijn, daar het Bourgondische hof bekend staat als het rijkste en het meest verfijnde uit de herfsttij der middeleeuwen.
The first place to visit is the Louvre, which will be staging an exhibition on the patronage of the French King, Charles VI. Art at the French Court in the years surrounding 1400 is not only acclaimed for its magnificent manuscripts and panel paintings, but in particular for its gold, silversmiths' works and jewellery, which reached hitherto unknown heights of creativity and technique at the beginning of the 15th century. The most exquisite examples of this are the so-called joyaux, small but extremely rare and intricate little treasures in gold and enamel. During the summer, Dijon, the city of residence of the Dukes of Burgundy, will house an exhibition dedicated to the court of Philip the Bold, a brother of Charles VI, and his son, John the Fearless. It centres on the works of art, which were commissioned on behalf of the Carthusian Monastery (the so-called Chartreuse) of Champmol in the vicinity of Dijon. The exhibition includes tapestries, paintings and illuminated manuscripts as well as sculptures, ivories, enamels and silversmiths' works. The objects on display promise to be of breathtaking quality in view of the fact that the Burgundian court is known to have been the richest and most refined court in the years surrounding 1400. * The exhibition Paris 1400. Les arts sous
* Van 26 maart tot 12 juli 2004 heeft de
Charles VI is at the Louvre from 26 March to
tentoonstelling Paris 1400. Les arts sous
12 July 2004.
Charles VI in het Louvre plaats.
For more information log on to
Verdere inlichtingen via www.louvre.fr.
www.louvre.fr.
* De expositie L’Art à la cour de
* The exhibition L’Art à la cour de Bourgogne.
Bourgogne. Le mécénat de Philippe le
Le mécénat de Philippe le Hardi et de Jean
Hardi et de Jean sans Peur (1363-1419)
sans Peur (1363-1419) is on from 28 May to 15
loopt van 28 mei tot 15 september 2004
September 2004 at the Musée des Beaux-
in het Musée des Beaux-Arts (Palais des
Arts (Palais des Ducs) in Dijon.
Ducs) in Dijon.
The same exhibition can be seen at the
Diezelfde tentoonstelling verhuist van 24
Cleveland Museum of Art (USA) from 24
oktober tot 9 januari 2005 naar The
October to 9 January 2005.
Cleveland Museum of Art (VS).
For more information log on to www.ville-
Verdere inlichtingen via www.ville-
dijon.fr. and www.clevelandart.org.
dijon.fr. en www.clevelandart.org. * For your information: two exhibitions are to * Wijzen we er bovendien op dat ook aan
be staged this summer, featuring Charles VI's
de twee andere broers van Karel VI deze
two other brothers. The exhibition in Bourges
zomer tentoonstellingen gewijd worden.
centres on Jean de Berry and the one in Blois
In Bourges staat Jean de Berry centraal
on Louis d’Orléans. Further, the Musée Condé
en in Blois komt Louis d’Orléans aan bod.
at Chantilly is exhibiting Les très riches heures
Het Musée Condé te Chantilly exposeert
du Duc de Berry, possibly the most famous
bovendien Les très riches heures du Duc
medieval manuscript extant.
de Berry, wellicht het beroemdste middeleeuwse handschrift überhaupt.
Klein Gotisch Kandelaartje brons met donkere bodempatina Zuidelijke of Noordelijke Nederlanden, begin 15de eeuw h.15,4 cm Lit. : Ter Kuile, Koper en brons... Rijksmuseum te Amsterdam, Den Haag, 1987, nrs.132-134 Small Gothic Candlestick bronze with a dark Southern or Northern Netherlands, early 15th century h.15,4 cm Lit. : Ter Kuile, Koper en brons... Rijksmuseum te Amsterdam, The Hague, 1987, nrs.132-134
BERNARD DESCHEEMAEKER WORKS OF ART
Alle prijzen op aanvraag . All prices on request Openingsuren: enkel op afspraak . Hours of opening: by appointment only Op Uw verzoek stuur ik U graag bijkomende exemplaren toe van deze of de voorgaande Nieuwsbrieven. I will be pleased to send you additional copies of the present or previous Newsletters upon request.
Helenalei 7 2018 Antwerpen Belgium tel. +32 (0)3 225 15 56 fax. +32 (0)3 281 05 57 mob. +32 (0)476 32 55 77 e-mail:
[email protected] www.worksofart.be (in voorbereiding/in preparation)
Teksten Texts Bernard Descheemaeker, Antwerpen Engelse Vertaling English Translation Marilyn S. Zwaaf-Glazer, Amsterdam Plaket : Christus voor Pontius Pilatus monogrammist MR (MR gemonogr.) Limoges, ca.1530-1535 veelkleurig geschilderd email, op koper, verguld 25,2 X 15,5 cm (zonder lijst) Plaque : Christ before Pontius Pilate monogrammist MR (MR monogr.) Limoges, c.1530-1535 painted polychrome enamel on copper gilt 25 X 15,5 cm (without frame)
coverfoto Drie Zegevierende Soldaten (Allegorie op de FransDuitse Oorlog van 1870 ?) tekst : alons enfants de patrie / le jour de gloire Frankrijk, ca.1870-1880 terracotta 19,7 X 15,6 X 10,3 cm cover photograph Three Triumphant Soldiers (Allegory of the FrenchGerman War of 1870 ?) text : alons enfants de patrie / le jour de gloire France, c.1870-1880 terracotta 19,7 X 15,6 X 10,3 cm
Lay-out & Druk Lay-out & Printing Bema-Graphics, Schilde Foto’s Photographs Stephan Leemans, Arco, Berchem ® Bernard Descheemaeker, Antwerpen Februari/February 2004