Nederlands Bakkerij Centrum Examencentrum. Instructie & informatie voor Beoordelaars

Nederlands Bakkerij Centrum Examencentrum Instructie & informatie voor Beoordelaars

Inhoudsopgave 1

INLEIDING.................................................................................................................. 3

2

DE BEOORDELINGSCOMMISSIE .................................................................................. 4 2.1 2.2 2.3

3

ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN ................................................................................. 5 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8

4

(EXAMEN)RUST ............................................................................................................ PASSENDE MAATREGELEN ................................................................................................ TOEGANG TOT DE EXAMENRUIMTE ....................................................................................... ROKEN ..................................................................................................................... FOTO’S ..................................................................................................................... EIGENDOMSRECHT EN GEBRUIK VAN DE GEMAAKTE EXAMENPRODUCTEN ............................................ REGELING GEBRUIK VAN DE GEMAAKTE EXAMENPRODUCTEN .......................................................... WAT WORDT VAN DE BEOORDELAAR VERWACHT .......................................................................

5 5 5 5 5 5 6 6

DE EXAMENDAG .......................................................................................................... 7 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9

5

TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN .................................................................................. 4 DE SAMENSTELLING VAN DE BEOORDELINGSCOMMISSIE .............................................................. 4 ONDERSTEUNING .......................................................................................................... 4

EXAMENDAGDOSSIER ..................................................................................................... 7 VAKKLEDING KANDIDAAT ................................................................................................. 7 REGELS BIJ TE LAAT AANWEZIG ZIJN .................................................................................... 7 IN DE EXAMENRUIMTE ..................................................................................................... 8 ALGEMENE AANWIJZINGEN DOOR DE VOORZITTER AAN DE KANDIDATEN............................................. 8 START VAN DE PRAKTIJKEXAMENTOETS ................................................................................. 9 BEËINDIGEN VAN DE PRAKTIJKEXAMENTOETS VOOR DE KANDIDATEN ................................................ 9 VERLENGING PRAKTIJKEXAMENTOETSTIJD ............................................................................. 10 GEDRAGSREGELS BIJ CALAMITEITEN ................................................................................... 10

BEOORDELEN ............................................................................................................ 12 5.1 5.2 5.3

WAT MOET WORDEN BEOORDEELD ..................................................................................... 12 HET REFLECTIE(PANEL) GESPREK ....................................................................................... 12 INVULLEN BEOORDELINGSFORMULIEREN ............................................................................... 13

BIJLAGEN ....................................................................................................................... 14 BIJLAGE 1: OVERZICHT TAKEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE TIJDENS DE PRAKTIJKEXAMENTOETS ....................... 15 BIJLAGE 2: REFERENTIEKADER BEOORDELING ................................................................................ 16

Kenmerk: EX/exameninformatie voor beoordelaars/november 2011

Pagina 2 van 21

1

Inleiding

De bakkerijbranche vindt het belangrijk dat er kwalitatief goede examens worden georganiseerd. De bakkerijbranche helpt de onderwijsinstellingen bij ‘het examineren’. Dat doet de bakkerijbranche door het Nederlands Bakkerij Centrum (NBC) beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de examentoetsen. Voor het in opdracht van (individuele) onderwijsinstellingen afnemen van praktijkexamens (BOL en BBL) binnen de bakkerijbranche heeft het NBC een Examencentrum ingericht. Het NBC Examencentrum biedt alle faciliteiten voor het examineren. Bij het NBC Examencentrum worden praktijkexamens georganiseerd. Het NBC Examencentrum beschikt over moderne praktijkexamenruimtes die ingericht zijn voor het maken van zowel broodals banketproducten. De Stichting Landelijke Examenbank Brood en Banket (SLEBB), onderdeel van Examenwerk, ontwikkelt de exameninstrumenten. In de SLEBB participeren zowel het onderwijs als het bedrijfsleven. Er wordt bij de praktijkexamens alleen gebruik gemaakt van de door de SLEBB gevalideerde en ontwikkelde exameninstrumenten. Hierbij kan de garantie worden gegeven dat gevalideerde exameninstrumenten voor de vaktechniek: • voldoen aan de standaarden van de Onderwijsinspectie; • 100% dekking en aansluiting geven op de kwalificatieprofielen; • aangepast worden volgens de geldende normen. Middels een uitvoeringscontract verbinden de onderwijsinstellingen zich om de uitvoering van de praktijktoetsing op de examenlocatie in Wageningen te laten plaatsvinden. Hierna te noemen “Examencentrum”. Binnen het Examencentrum worden de werkzaamheden en functies vervult conform het “Kwaliteitshandboek Examinering NBC”. Zo weten de onderwijsinstellingen en de branche zich verzekerd van kwalitatief goede en deugdelijke examens volgens de landelijke norm. Het Examencentrum van het NBC is een, door het KCE gecertificeerde instelling. Vanaf 2003 is het KCE vervangen door de Onderwijsinspectie. Het Examencentrum valt als examenlocatie binnen het toezichtkader van de onderwijsinspectie. Om een objectieve en uniforme beoordeling te bewerkstelligen is het belangrijk dat elke beoordelaar beschikt over dezelfde informatie. Dit document is een instructie voor beoordelaars zoals die is opgesteld door de Stichting Landelijke ExamenBank Bakkerijsector (SLEBB) en het Examencentrum. Suggesties ter verbetering van de organisatie en de uitvoering van de praktijkexamens worden zeer op prijs gesteld. U kunt uw suggesties (liefst schriftelijk) versturen aan: NBC Examencentrum Postbus 360 6700 AJ WAGENINGEN


Pagina 3 van 21

2

De beoordelingscommissie

2.1

Taken en verantwoordelijkheden

De beoordelingscommissie verricht haar taken volgens de richtlijnen die zijn vastgelegd in deze 'Instructie en informatie voor beoordelaars'. De    

beoordelingscommissie heeft als taak: zorgdragen voor een kwalitatieve en objectieve beoordeling; zorgdragen dat alle kandidaten 'gelijk worden behandeld'; de beoordeling te waarderen in termen van: Basis, Gevorderd, Competent of Niet Basis, Niet Gevorderd, Niet Competent de beoordeling te motiveren Inzicht door de onderwijsinstelling gebeurt buiten de context van het examen, onvoldoende motivatie geeft problemen in het bespreken en monitoren van de ontwikkelcurve van de kandidaten. Werkprocessen welke niet voldoen dienen duidelijk gemotiveerd te worden.

2.2

De samenstelling van de beoordelingscommissie

A.

Voorzitter / beoordelaar: Deze functie wordt vervuld door een werkgever of werknemer, werkzaam in de bakkerijbranche.

B.

Onderwijsvertegenwoordiger / beoordelaar: Deze functie wordt vervuld door een docent, werkzaam in het beroepsonderwijs voor de bakkerij.

Voor beiden gelden de volgende criteria:  vakbekwaam  werkzaam in de branche of het onderwijs,  gecertificeerd beoordelaar  gecertificeerd Praktijkopleider

2.3

Ondersteuning

De Examencommissie kan gedurende de praktijkexamentoets ruggespraak houden met de examenbegeleiding van het NBC Examencentrum. De examenbegeleiding kan andere personen, die direct betrokken zijn raadplegen. In de examenruimte staat aangegeven hoe de examenbegeleiding te bereiken is. Bij     

de organisatie van de examens zijn de volgende mensen betrokken: Hoofd Examencentrum Examencoördinator Examenbegeleider Technisch verzorger (Schoonmaakbegeleider - vanaf 14.30 uur aanwezig)


Pagina 4 van 21

3 3.1

Algemene aandachtspunten (Examen)rust

Het afleggen van een examentoets is voor veel kandidaten een spannende gebeurtenis. Het is belangrijk dat de kandidaten tijdens de examentoets zo weinig mogelijk bij de uitvoering van de opdrachten 'gehinderd' worden. In de examenruimte moet 'rust' heersen. U ziet daar als examencommissie op toe.

3.2

Passende maatregelen

In deze instructie zijn een aantal regels opgenomen waarnaar gehandeld moet worden wanneer er zich ongewone situaties voordoen. Van de examencommissie wordt verwacht dat, indien nodig, de juiste maatregel wordt genomen die de continuïteit en de kwaliteit van het examen waarborgt. De uiteindelijk genomen beslissing wordt door de voorzitter opgenomen n het examenprotocol.

3.3

Toegang tot de examenruimte

Een auditor (bv. onderwijsinspectie), die belast is met de controle op het functioneren van enig kwaliteitssysteem. Wordt toegang verleend tot het examen, nadat hij zich heeft gemeld bij de voorzitter. Een auditor op verzoek inzage in alle relevante gegevens betreffende het examen en de kandidaten. Toegang wordt eveneens verleend aan:  bij de organisatie en uitvoering betrokken medewerkers van het examencentrum;  de Examencommissie;  de directeur van het NBC. Overige partijen kunnen alleen na overleg en met toestemming van de voorzitter van de examencommissie toegang worden verleend tot de examenlocatie. Hierbij is het uitgangspunt dat het examen niet onderbroken wordt door storende factoren.

3.4

Roken

Binnen het NBC mag niet worden gerookt.

3.5

Foto’s

Het is niet toegestaan om foto’s te maken van het lokaal en/of de personen en/of de producten. Zonder hiervoor eerst toestemming te hebben verkregen van de examenbegeleiding.

3.6

Eigendomsrecht en gebruik van de gemaakte examenproducten

Alle examenproducten zijn het onvervreemdbaar eigendom van het NBC.


Pagina 5 van 21

3.7

Regeling gebruik van de gemaakte examenproducten

De voorzitter geeft na afloop van het examen de examenproducten vrij. De schoonmaakbegeleider voert de examenproducten af naar de afgesproken ruimte, alleen van daaruit kunnen de NBCmedewerkers en de op die examendag betrokken personen (kandidaten, beoordelaars) producten meenemen voor onmiddellijk eigen gebruik.

3.8 

   

 

   

Wat wordt van de beoordelaar verwacht Dat u zich goed informeert over ‘het examineren’. Neem deze ‘Instructie en informatie voor beoordelaars’ goed door. Heeft u vragen of vindt u iets niet duidelijk, aarzel dan niet om de examenbegeleiding te raadplegen. Zorg ervoor dat u op het in de oproepbrief aangegeven tijdstip aanwezig bent bij het NBC. Indien u constateert dat u te laat zult arriveren informeert u direct het Examencentrum NBC. Er is tijd gereserveerd voor kennismaking met de andere beoordelaars en het doornemen van de examendag. Draag tijdens het examen de verstrekte witte jas en het hoofddeksel. Zie erop toe dat de kandidaten zich aan de voor hen geldende regels houden. Deze regels zijn opgenomen in de ‘Exameninformatie voor kandidaten’. Deze regels komen overeen met de regels in deze instructie. Verlaat tijdens de praktijkexamentoets zo weinig mogelijk de examenruimte. De kandidaten moeten door het uitvoeren van hun opdracht(en) zelf tonen wat ze geleerd hebben. Daarbij moeten ze zelfstandig werken en mogen niet beïnvloed of afgeleid worden. In sommige gevallen mogen kandidaten vragen stellen. Het betreft dan de fasen basis en gevorderd. Beoordeel zelfstandig en trek eigen conclusies. Vertrouw op uw eigen oordeel. Stoor de kandidaten zo min mogelijk in hun werkzaamheden. Praten over kandidaten binnen gehoorafstand maakt ze onzeker en kan hun prestatie beïnvloeden. Verlaat niet vóórtijdig de examentoets. Als alles is beoordeeld, de resultaten zijn verwerkt, het examen met de kandidaat in het bijzijn van zijn producten is nabesproken (reflectiegesprek) en als het examendagdossier is ingeleverd is de examentoets formeel afgelopen (voortijdig vertrekken kan ongeldigheid van de toets of Proeve tot gevolg hebben.


Pagina 6 van 21

4 4.1

De examendag Examendagdossier

De voorzitter moet ervoor zorgen dat de bij de toets of Proeve behorende formulieren in de examenruimte aanwezig zijn, deze formulieren zitten in het examendagdossier. De examenbegeleiding stelt het examendagdossier beschikbaar.

4.2

Vakkleding kandidaat

De toepassing van de regels voor vakkleding moet door de voorzitter worden gecontroleerd. Tijdens de praktijkexamentoets moet de kandidaat schone vakkleding dragen. Onder vakkleding wordt verstaan:  een bakkersbroek;  een bakkersbuis of wit T-shirt, bij voorkeur zonder opdruk;  een sloof;  deugdelijk schoeisel. Een hoofddeksel wordt bij de intake aan de kandidaat uitgereikt. Vakkleding is aan verandering onderhevig, zo onderscheiden we in de bakkersvakkleding een diversiteit in patronen (kleine ruit, grote ruit, streepjes, geen), kleurstelling en hoofdbedekking. Uitgangspunt is dat de vakkleding voldoet aan de eisen die aan bakkersvakkleding gesteld mogen worden; beschermend, herkenbaar en schoon. Bij afwijkende situaties; vuile vakkleding, geen juiste vakkleding, ondeugdelijk schoeisel, wordt de kandidaat uitgesloten van deelname aan het examen. De genomen beslissing wordt door de voorzitter vermeldt op het verslagformulier van de kandidaat en in het examenprotocol.

4.3

Regels bij te laat aanwezig zijn

Wanneer de kandidaat na het officiële begin van het examen aanwezig is, kan hij maximaal 30 minuten na het begin van de toets of Proeve nog worden toegelaten en heeft dan recht op de volledige examentoetstijd. De genomen beslissing wordt door de voorzitter genotuleerd op het verslagformulier van de kandidaat. Als een kandidaat niet aanwezig is notuleert de voorzitter dit op het verslagformulier van de kandidaat.


Pagina 7 van 21

4.4

In de examenruimte

De voorzitter en/of de beoordelaar geeft een instructie over;  de examenruimte, waarbij; o instructie voor machines en apparatuur o logistiek o aanwijzingen t.a.v. grondstoffen

4.5

Algemene aanwijzingen door de voorzitter aan de kandidaten

De voorzitter stelt de Examencommissie voor aan de kandidaten, en bespreekt de volgende punten: Kandidaten moeten aanwijzingen opvolgen van de:  Examencommissie;  examenbegeleiding;  schoonmaakbegeleider. Advies:  Neem de uitwerking van je examen goed door.  Werk hygiënisch en veilig. Desinfecteer en reinig je werkbank voordat je examenproducten gaat maken. Na afloop van het praktijkexamen maak je de gebruikte machines, materialen, werkplek en gereedschappen schoon.  Hygiënisch werken, reinigen en desinfecteren zijn onderdelen van het examen waarop je wordt beoordeeld.  Let er goed op dat je de aantallen en gewichten, die je hebt ingepland, ook maakt.  Weeg nauwkeurig en controleer of je de juiste grondstoffen hebt gepakt.  Als je een fout hebt gemaakt en je wilt je fout herstellen altijd éérst overleggen met de examencommissie.  Als je een fout wilt en mag herstellen dan moet dit binnen dezelfde examentijd.  Je mag alleen de grondstoffen gebruiken die je hebt besteld bij de voorbereiding.  Werk zoveel mogelijk met behulp van de aanwezige apparatuur.  Alle gemaakte producten die je ergens anders plaatst dan op of onder je eigen werkbank, voorzien van een nummerouwel.  Toestemming vragen aan de Examencommissie om de examenruimte tijdelijk te mogen verlaten, als je bijvoorbeeld naar het toilet wilt of koffie of frisdrank wilt halen.  Werk volgens je planning en hou daarbij de eindtijd goed in de gaten. Begin en eindtijd van het examen staan op het bord in de examenruimte genoteerd.  Plaats je gemaakte producten op een daarvoor aangewezen plaats.  Voorzie de producten van een nummerouwel.  Plak na afloop van je examen, je kandidaat stikker op je uitwerking en leg deze bij de producten op de daarvoor aangewezen plaats.  Als je denkt dat je klaar bent meld je dit aan de voorzitter, hij zal je dan naar de schoonmaakbegeleider verwijzen. Van de schoonmaakbegeleider krijg je een schoonmaaktaak. Hij zal ook je werkplek controleren.  De Examencommissie geeft aan wanneer het tijd is om na te bespreken.


Pagina 8 van 21

4.6

Start van de praktijkexamentoets

De Examencommissie dient 20 minuten voor aanvang van het examen aanwezig zijn in het examenlokaal. De Examencommissie controleert de uitwerkingen van de kandidaten en maakt een inventarisatie van geconstateerde tekortkomingen welke getoetst kunnen worden tijdens het examen en of reflectie(panel)gesprek. Wanneer de voorzitter (of gedelegeerde) de introductie heeft gedaan en de kandidaten geen vragen hebben. Worden de uitwerkingen uitgedeeld. Voor de instructie, lokaal verkenning, werking machines, enz..heeft de Examencommissie minimaal 15 minuten. Als alle kandidaten in het bezit zijn van de eigen uitwerking. Geeft de voorzitter aan dat het examen is begonnen en schrijft de begintijd en de eindtijd op het bord. De examentijd is:  voor banketbakken en brooden banketbakken: 5 uur (4 uur voor de uitwerking en 1 uur schoonmaak inclusief reflectie(panel) gesprek)  Voor broodbakken: 6 uur (5 uur voor de uitwerking en 1 uur schoonmaak inclusief reflectie(panel) gesprek) De kandidaat heeft bij de start van de toets of Proeve alleen nog de door de voorzitter verstrekte uitwerking op de werkbank. De beoordelingscommissie beoordeelt volgens de in deze instructie opgenomen richtlijnen, zie hoofdstuk 5 ‘Beoordelen”.

4.7

Beëindigen van de praktijkexamentoets voor de kandidaten

De voorzitter maakt de kandidaten bekend wanneer het examen nog 1 uur duurt. De toets of Proeve is beëindigd als de voorzitter gezegd heeft dat de tijd om is. De kandidaten moeten dan onmiddellijk stoppen. Nooit mag toegestaan worden de opdracht nog 'even' af te maken. Onder begeleiding van de schoonmaakbegeleider, maar onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie, maakt de kandidaat zijn eigen werkplek en materialen schoon. Daarnaast krijgt de kandidaat een nog door de schoonmaakbegeleider op te dragen schoonmaaktaak. De kandidaat is pas klaar met schoonmaken als zijn schoonmaakwerkzaamheden gecontroleerd en voldoende van kwaliteit zijn bevonden door de schoonmaakbegeleider. Schoonmaakwerkzaamheden kunnen tijdelijk worden onderbroken door de Examencommissie voor het voeren van reflectiegesprekken. Als de schoonmaaktaak klaar is, en het reflectiegesprek is gevoerd zal de schoonmaakbegeleider de kandidaat naar de voorzitter sturen. De voorzitter geeft de kandidaat toestemming om de examenruimte te verlaten.


Pagina 9 van 21

4.8

Verlenging praktijkexamentoetstijd

Indien de Examencommissie van mening is, dat op grond van onvoorziene omstandigheden het onhaalbaar of onverantwoord is de desbetreffende examentijd aan te houden, dan kan de Examencommissie hiervan afwijken. De Examencommissie bespreekt dit met de examenbegeleiding en maakt hiervan verslag op het examenprotocol wat de aanleiding en de beslissing is geweest.

4.9

Gedragsregels bij calamiteiten

Algemeen is de regel dat de beoordelaars in overleg met de examenbegeleiding bepalen wat het beste is in de gegeven probleemsituatie. Uitgangspunt is dat de kandidaat geen nadelige gevolgen mag ondervinden van de genomen beslissing. De volgende punten worden hierbij in acht genomen: De voorzitter van de Examencommissie maakt van alle calamiteiten verslag in het examenprotocol hoe de handelswijze is geweest en welke beslissingen zijn genomen. Richtlijnen hoe te handelen bij calamiteiten, t.a.v. 1. Elektriciteit  Bij uitvallen van de elektriciteit tijdens de praktijkexamentoets maximaal 45 minuten wachten, als het mogelijk is om de producten af te werken.  Is na 45 minuten wachten de elektriciteitsvoorziening nog niet op gang gekomen, dan stoppen en de praktijkexamentoets op een later tijdstip over laten doen. Deze kandidaten krijgen bij voorrang de gelegenheid de praktijkexamentoets opnieuw af te leggen.  Als er nog ongeveer 30 minuten examentijd te gaan is, dan worden er beoordelingen gegeven. In dit geval de negatieve effecten van de oorzaak buiten beoordeling laten. 2. Gas  Wanneer de gasdruk wegvalt op het leidingnet wordt overgegaan op elektrisch verhitten. 3. Water  Bij geen waterdruk voor of aan het begin van een praktijkexamentoets wordt het examen maximaal 45 minuten uitgesteld. Wanneer de waterdruk niet is te herstellen, dan vindt het examen geen doorgang. De kandidaten wordt een gelegenheid voorgelegd voor een passende herkansing.  Wanneer de waterdruk in de loop van een examen wegvalt dan beslist de voorzitter van de examencommissie als volgt: - Als er een product gereed is wordt het examen na 45 minuten gestopt. - Als er 2 producten gereed zijn of dat de afwerking van deze producten doorgang kan vinden wordt het examen voortgezet. De beoordeling kan normaal plaatsvinden en is gebaseerd op 2 producten.


Pagina 10 van 21

4. Glas  Glasbreuk voor het examen (Glas)scherven verzamelen en uit de examenruimte verwijderen. Alle mogelijk verontreinigde oppervlakten vegen, stofzuigen, nat reinigen. 

Glasbreuk tijdens het examen - Glasbreuk vormt een reëel risico waarbij verontreiniging van een examenproduct of halffabricaat te verwachten is: Alle examenactiviteiten in de directe nabijheid stilleggen. De voorzitter bepaalt welke producten en of halffabricaten verontreinigd (twijfelachtig product) zijn en hoever de (glas)scherven zich verspreid hebben. Alle verdachte producten of halffabricaten worden geblokkeerd en uit de ruimte afgevoerd naar de afvalcontainer. Alle verontreinigde oppervlakten worden geveegd, gezogen en nat gereinigd alvorens de examenactiviteiten worden hervat. De voorzitter bepaalt in overleg met de examenbegeleiding hoe hiermee om te gaan, waarbij het uitgangspunt is dat de examenkandidaat in zijn beoordeling geen nadeel hiervan mag ondervinden. - Glasbreuk vormt geen reëel risico, er is geen verontreiniging van examenproducten en / of halffabricaten: Handelen als bij “glasbreuk voor het examen”. Voorzitter meldt dit voorval bij de examenbegeleiding.



Glasbreuk na het examen - Glasbreuk vormt een reëel risico waarbij verontreiniging van een examenproduct te verwachten is: Examenproduct afvoeren naar de afvalcontainer, dit product dient onder geen beding in de voedselketen terecht te komen. Handelen als bij “Glasbreuk voor het examen”. Schoonmaker meldt dit voorval bij de examenbegeleiding. - Glasbreuk vormt geen reëel risico er is geen verontreiniging van examenproducten en / of halffabricaten: Handelen als bij “Glasbreuk voor het examen”. Schoonmaker meldt dit voorval bij de examenbegeleiding.


Pagina 11 van 21

5 Bij      

Beoordelen de uitvoering van de examenopdrachten moet de kandidaat: het examen zelfstandig afleggen, onder toezicht van de Examencommissie; de in zijn/haar voorbereide uitwerking aangegeven producten maken; de in zijn/haar voorbereide uitwerking opgegeven aantallen en of gewichten maken. gebruik maken van de door zijn/haar bestelde grondstoffen; gebruik maken van de aanwezige materialen en machines van de examenlocatie; de werkvolgorde aan houden zoals vermeld in zijn/haar planning.

Bij de uitvoering van de examenopdrachten mag de kandidaat:  een mislukt (tussen)product, met toestemming van de voorzitter, binnen de gestelde examentijd overnieuw maken.

5.1

Wat moet worden beoordeeld

Kandidaten worden beoordeeld op werkprocessen. De Examencommissie maakt hierbij gebruik van het door de SLEBB ontwikkelde beoordelingsformulier. In het beoordelingsformulier zijn per werkproces beoordelingscriteria (zie bijlagen) opgenomen. De Examencommissie observeert en noteert hetgeen wordt waargenomen aan vaardigheden, kennis en houding per werkproces in relatie met de omschreven beoordelingscriteria.



Gearceerde en schuin gedrukte beoordelingscriteria op het beoordelingsformulier worden bij een volgende fase beoordeeld en mogen niet meegenomen worden in de beoordeling. Het, binnen de gestelde examentijd herstellen van fouten, mag geen negatieve invloed hebben op de beoordeling. Noteer opmerkingen en/of motivatie in de daarvoor bestemde vakken. Deze toevoegingen kunt u gebruiken als geheugensteun bij het bepalen van uw eindoordeel van het werkproces Noteer ALTIJD bij het werkproces waarom een kandidaat negatief scoort.

  

Tijdens het examen mag de examencommissie;  aan de kandidaat vragen wat hij aan het doen is;  antwoord geven op vragen ; waar men grondstoffen, materialen en middelen kan vinden  aanwijzingen geven hoe de kandidaat te werk kan gaan;

5.2

Het reflectiegesprek

Het reflectiegesprek duurt maximaal 10 minuten per kandidaat. Kandidaten mogen gedurende het examen aantekeningen maken die ze kunnen gebruiken tijdens het reflectiegesprek. 1. 2. 3. 4. 5.

Naam van toe te lichten product. Welke onderdelen gingen goed? Waarom heb je bepaalde zaken zo aangepakt? Wat zou je de volgende keer anders doen? Ben je tevreden?


Pagina 12 van 21

Beoordelaars kunnen vragen stellen over het verloop van de toets of Proeve.

Tijdens het reflectiegesprek krijgt de kandidaat inzicht in zijn prestatie. De commissie moet duidelijk aangeven wat negatief scoort. De kandidaat krijgt het eindoordeel van de onderwijsinstelling, NIET van de Examencommissie.

5.3

Invullen beoordelingsformulieren

De Examencommissie moet:  Tot een eenduidige beoordeling komen.  Mocht de examencommissie niet tot overeenstemming komen, dan beslist de Examencommissie van de betreffende onderwijsinstelling over de definitieve beoordeling.  Het eindoordeel “niet basis/niet gevorderd/niet competent” of “basis/gevorderd/competent” moet vermeld worden op het verslagformulier.  Als een werkproces negatief wordt beoordeeld moet dit zowel bij het werkproces, als op het verslag worden gemotiveerd.  Het verslag moet per kandidaat worden ingevuld, waarna de Examencommissie het verslag ondertekent. Na beëindiging van de toets of Proeve worden alle examendocumenten: - de beoordelingsformulieren - de verslagformulieren - het examenprotocol - de examendocumenten van de kandidaat (inclusief kandidaat stikker) In het examendagdossier compleet gemaakt. Het examendagdossier wordt oor de voorzitter ingeleverd bij de examenbegeleiding.


Pagina 13 van 21

Bijlagen


Pagina 14 van 21

Bijlage 1: Overzicht taken van de Examencommissie tijdens de toets of Proeve. 1.

U kunt uw aanwezigheid melden bij de examenbegeleiding. De examenbegeleiding draagt zorgt dat de examencommissie in het bezit komt van het examendagdossier.

2.

U ontvangt informatie over de examenruimtes.

3.

De Examencommissie of examenbegeleiding zorgt dat de kandidaten uit de pauzeruimte in het juiste examenruimte aanwezig zijn, tevens controleert deze de vakkleding

4.

De Examencommissie heet de kandidaten welkom en stelt zich voor.

5.

De Examencommissie geeft een instructie over de apparatuur / machines e.d. in de examenruimte.

6.

De Examencommissie bespreekt de aanwijzingen: aanwijzingen hiervoor staan op de pagina ‘Instructie en informatie voor beoordelaars’.

7.

De Examencommissie overhandigt het uitgewerkte deel 1 van de toets of Proeve aan de kandidaten en let op de kandidatencode.

8.

De Examencommissie stelt de aanvangs- en eindtijd vast en vermeld dit op het bord en maakt deze tijden aan de kandidaten bekend.

9.

De voorzitter meldt wanneer er nog één uur te gaan is.

10.

Tijdens de toets of Proeve beoordeelt de Examencommissie onafhankelijk van elkaar.

11.

Als de toets of Proeve is beëindigd en als de kandidaten de producten hebben ingeleverd, worden de examenkandidaten verwezen naar de schoonmaakbegeleider voor hun schoonmaaktaak.

12.

De examencommissie voert het reflectiegesprek met de kandidaat. De examenproducten liggen ten grondslag aan dit gesprek. Als het reflectiegesprek heeft plaatsgevonden, en de schoonmaaktaak is volbracht krijgt de kandidaat van de voorzitter toestemming om de examenruimte te verlaten.

13.

De beoordelingsformulieren, de examenuitwerkingen, het verslag en het examenprotocol worden door de voorzitter ingevuld en ondertekend in het examendossier gearchiveerd.

14.

Na completering van het examendagdossier de voorzitter dit in bij de examenbegeleiding.

15.

Vervolgens is de taak als Examencommissie op deze examendag beëindigd.


Pagina 15 van 21

Bijlage 2: Referentiekader beoordeling Voor de beoordelaar is het vaak lastig om te beslissen wanneer een bepaalde score toegekend moet worden. Het referentiekader kan daarbij behulpzaam zijn. Een of meerdere van onderstaande criteria zijn van toepassing bij de beoordelingspunten. Door deze als ‘meetlat’ naast de beoordelingslijsten te leggen is het objectiever te bepalen waarom de betreffende score is vastgelegd. Leg op het hulpformulier per score een aantekening vast met de motivering waarom deze score is toegekend. Deze motivering wordt gebruikt bij het gesprek met de deelnemer. Deze motivering moet bij in het examendagdossier ingeleverd worden.

Rol en verantwoordelijkheden

Banketbakker en Broodbakker heeft een uitvoerende rol. Hij is er verantwoordelijk voor dat eenvoudige Brood- en banket- (tussen)producten tijdig opgeleverd worden volgens continue kwaliteit. Hij werkt binnen de verschillende (geautomatiseerde) processtappen zelfstandig en krijgt zijn werkzaamheden aangereikt van zijn leidinggevende. Hij is er verantwoordelijk voor tijdens de bereiding van eenvoudige Brooden banket- (tussen)producten evidente afwijkingen en afwijkingen of tekorten in grondstoffen te signaleren en communiceren aan zijn leidinggevende. Eenvoudige afwijkingen moet hij zelf kunnen oplossen. Allround Banket-, Broodbakker Heeft daarnaast een controlerende rol en voert alle taken zelfstandig uit. Hij is verantwoordelijk voor de verschillende (tussen) producten die door hem of door collega’s zijn gemaakt te controleren op kwaliteit en zo nodig bij de stellen. Hij draagt geen hiërarchische verantwoordelijkheden voor andere. Wel werkt hij nieuwe collega’s in en kan hij leerlingen begeleiden. Hij is verantwoordelijk voor het bestellen van de dagelijkse benodigde (tussen) producten.

Complexiteit

Banketbakker en Broodbakker Het bereiden van (eenvoudige) brooden banketproducten en (tussen)producten voor de voorraad is deels een routinematige taak, evenals het schoonmaken van werkruimtes en machines. Elk product wordt volgens dezelfde (geautomatiseerde) processtappen bereid, zij het met andere receptuur, verschillende grondstoffen, hoeveelheden, bereidingstijden en een andere afwerking. Hij moet rekening houden met de hoeveelheid en variëteit van de eenvoudige brooden banket(tussen)producten en hij moet kunnen signaleren wanneer er evidente afwijkingen in de verschillende (eenvoudige) brooden banket(tussen)producten voorkomen. Hiervoor moet hij beschikken over algemene productkennis en basisvaardigheden binnen de bakkerijbranche. Allround Banket-, Broodbakker Moet daarnaast kunnen analyseren waar afwijkingen vandaan komen en waar mogelijk de knelpunten kunnen oplossen. Hiervoor moet hij beschikken over specialistische kennis en vaardigheden. Bij inkoop van producten moet met veel factoren rekening worden


Pagina 16 van 21

gehouden. Hierbij wordt gedacht aan spoedeisendheid van een bestelvraag en de afspraken in het bedrijf over inkoop, efficiency en kostenbeheersing. Dit betekend dat deze werkzaamheden niet met louter routinematige en standaardprocedures kunnen worden uitgevoerd en in overleg met de leidinggevende moeten worden opgelost.

Kwalificatiedossiers De kwalificatiedossiers zijn ontwikkeld door team Arbeidsmarkt en Beroepsontwikkeling van Kenniscentrum Kenwerk, in samenwerking met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. De leden van de paritaire commissie (pc) Bakkerij van Kenniscentrum Kenwerk zijn bij het ontwikkelproces van het kwalificatiedossier betrokken. Daarnaast zijn ook door de PC aangewezen werkgroepleden uit het onderwijs en bedrijfsleven betrokken. Zowel de pc Bakkerij als de werkgroepleden hebben (tussen)producten beoordeeld en becommentarieerd. De pc Bakkerij van Kenwerk bestaat uit de volgende leden: Afvaardiging van NBOV/NVB FNV Bondgenoten CNV Bedrijvenbond Onderwijsveld via de BTG HTVF Vmbo

Rol adviserend adviserend adviserend adviserend toehoorder

Kerntaken, werkprocessen en competenties

In het beroepsgericht onderwijs beschrijft het kwalificatiedossier op gestandaardiseerde wijze de beroepsvereisten voor een beginnend beroepsbeoefenaar. Kerntaken, werkprocessen en competenties vormen samen de beroepsbeschrijving in een kwalificatiedossier. De kerntaken bestaan uit werkprocessen. Bij elk werkproces is aangegeven welke competenties voor de uitvoering hiervan nodig zijn. Wat zijn kerntaken? Kerntaken zijn taken die elke beroepskracht zelfstandig moet kunnen uitvoeren en die in dat beroep steeds weer terugkomen. Om het diploma te halen moet de leerling deze kerntaken een aantal keren in verschillende (praktijk-)situaties uitvoeren en laten beoordelen door de werkbegeleider of praktijkopleider. Kerntaken van een beroep bestaan meestal uit een of meer werkprocessen (zie hieronder). Wat zijn werkprocessen? Werkprocessen zijn afgebakende beroepsactiviteiten binnen een kerntaak. Werkprocessen kennen een begin en eind, hebben een resultaat en worden als kenmerkend herkend in de beroepspraktijk. De werkprocessen worden in handelingen beschreven zodat duidelijk is wat de beroepsbeoefening inhoudt.


Pagina 17 van 21

Wat zijn competenties? Competenties zijn het samenhangend geheel van kennis, inzicht, houding en vaardigheden die een leerling nodig heeft om een beroep in de beroepspraktijk en in de maatschappij uit te kunnen oefenen. Competenties moet je beheersen om werkprocessen succesvol uit te voeren. Werkprocessen en prestatie indicatoren Deel 1 Plant en bereidt zijn werkzaamheden voor (WP 1.2/2.2 en 1.3/2.3)  De juiste productkeuze is gemaakt.  Kan eigen werkzaamheden voorbereiden.  De producten zijn in een werkbare volgorde ingedeeld.  Kan recepturen lezen.  Benodigde materialen, gereedschappen en apparatuur is uitgewerkt.  Kan planning overleggen.  Kan prioriteiten bepalen. Deel 2 Bereidt degen, beslagen, patisserie(tussen)producten, vullingen en garneringen (WP 1.4/2.4)  Beslagen, tussen(producten), vullingen en garneringen bereiden.  Werkt volgens planning en werkmethode.  Kan kneden en mengen beoordelen op kleur en smaak en draaitijd vaststellen.  Gaat creatief om met verwerken van vullingen, garneringen en benodigde materialen.  Eindproduct, tussenproduct of garnering voldoet aan hoge kwaliteit. Verwerkt degen,brood(tussen)producten en vullingen (WP 1.5)  Degen, tussen(producten), vullingen verwerken en decoreren.  Kan op basis van recepturen rijs- en bakproces instellen.  Gaat effectief en efficiënt met bewerken van vullingen en benodigde materialen om.  Eindproduct, tussenproduct of garnering voldoet aan hoge kwaliteit. Decoreert, modelleert en snijdt de patisserie(tussen)producten (WP 2.5)  Beslagen, tussen(producten), vullingen en garneringen snijden, decoreren en modelleren.  Werkt bedreven en accuraat zodat aantrekkelijke producten gecreëerd worden.  Werkt snel, efficiënt en precies.  Kan benodigde materialen en middelen inzetten. Decoreert, modelleert en snijdt de brood(tussen)producten (WP 1.6)  Werkt bedreven en accuraat zodat aantrekkelijke producten gecreëerd worden.  Werkt snel, efficiënt en precies.  Kan benodigde materialen en middelen inzetten. Bewaakt en borgt de kwaliteit van de brooden patisserie(tussen)producten (WP 1.7/2.7)  Signaleert afwijkingen.  Voert overleg met collega of leidinggevende over afwijkingen.  Bewaakt en borgt de kwaliteit zodat deze voldoen aan de gestelde kwaliteitsnorm. Verpakt en presenteert (tussen)producten en slaat deze op (WP 1.8/2.8)  Kiest materialen en middelen voor verpakken.  Presenteert de producten. Kenmerk: EX/exameninformatie voor beoordelaars/november 2011

Pagina 18 van 21

Maakt de werkruimtes, gereedschappen en machines in de bakkerij schoon (WP 1.9/2.9)  Kiest materialen en middelen voor het schoonmaken van machines en gereedschappen.  Gaat bewust om met materialen en middelen.  Maakt gebruik van een schoonmaakplan.  Houdt zich aan voorgeschreven richtlijnen met betrekking tot veiligheid. Niveaus

Er zijn meerdere niveaus in examineren; Basistoets, Gevorderde toets en Competent Proeve van Bekwaamheid. Bij elk niveau wordt naar het hele proces (kerntaak) gekeken, maar naar verschillende mate van zelfstandigheid en niveau van bekwaamheid. 1. Basis (ontwikkelingsgericht) De student kan activiteiten binnen een werkproces? zonder hulp uitvoeren op het uitstroomniveau 2. Gevorderd (ontwikkelingsgericht) De student kan een werkproces zonder hulp uitvoeren op het uitstroomniveau 3. Competent (kwalificerend) De student kan van een kerntaak alle werkprocessen zonder hulp uitvoeren en op elkaar afstemmen op het uitstroomniveau In de beoordelingsformulieren staat per niveau aangegeven wat wel en niet meeweegt in de beoordeling. Op alle werkprocessen moet gelet worden. Maar niet alles telt mee. Door op het geheel te letten kan er feedback worden gegeven aan de student en daarmee de ontwikkeling worden gestimuleerd. Om de werkprocessen goed te kunnen beoordelen wordt er gebruik gemaakt van prestatie-indicatoren (beoordelingscriteria). Deze geven aan welk wat de beoordelingsnormen zijn voor een werkproces. In het onderstaande schema staat weergegeven de volgorde en uitleg van de elementen van CGO.


Pagina 19 van 21

Bij het examineren wordt geobserveerd naar het gedrag dat de student vertoond. Er wordt gekeken of de student de geleerde kennis en vaardigheden met de juiste houding inzet om zijn opdracht met succes te voltooien. Om de opdracht goed uit te voeren, heeft de student de kennis en vaardigheden nodig. Zo toont een student in een praktijktoets dat hij kennis heeft van: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Grondstoffen Materialen, gereedschappen en machines Decoratiemethode en snijtechnieken Creativiteit Hygiëneregels Kwaliteitsnormen

Hieronder zie u een voorbeeld van een onderdeel voor het invullen van een beoordelingsformulier als onderdeel uit de Praktijktoets Basis: Plant en bereidt zijn werkzaamheden voor (WP 1.2/2.2 en 1.3/2.3) O       

V

De juiste productkeuze is gemaakt. Kan eigen werkzaamheden voorbereiden De producten zijn in een werkbare volgorde ingedeeld. Kan recepturen lezen Benodigde materialen, gereedschappen en apparatuur is uitgewerkt Kan planning overleggen Kan prioriteiten bepalen

Opmerkingen:

Opmerkingen: Op de geel gearceerde, en schuin gedrukte tekst wordt nog niet beoordeeld, maar dat komt bij de gevorderde fase of competent fase wel aan de orde.


Pagina 20 van 21

Hieronder zie u een voorbeeld van een onderdeel voor het invullen van een verslag en beslissingstabel als onderdeel uit de Praktijktoets Competent: Verslag banket

Verslag brood

Beslissingstabel


Pagina 21 van 21

Nederlands Bakkerij Centrum Examencentrum. Instructie & informatie voor Beoordelaars

Recommend Documents