NDC NIEUWS NDC Nieuwsbrief, nr. 2, 2007
OMVORMING VAN HET NDC KRIJGT GESTALTE Op 14 juni 2007 tijdens de NADO Bijeenkomst kon de voorzitter van het NDC, de heer C.J. Barten een concreet beeld van de toekomst schetsen. De omvorming heeft alles te maken met een kabinetsbesluit en geldt niet alleen voor de duikindustrie. De asbestindustrie en de kraanmachinisten gingen ons voor. Het werkveld wordt verbreed: te weten: Werken onder Overdruk waaronder ook de caissonwerkers en werknemers in hyperbare centra vallen. Daarnaast is het de intentie van onze overheid dat ook de beroepsduikers in dienst van onze semioverheid, te weten de brandweer- en defensieduikers onder de nieuwe regels “Werken onder overdruk” gaan vallen. Dit alles leidt tot eenduidigheid in normen, communicatie op breder vlak en transparantie vanwege splitsing opleiding en certificatie. Drie factoren die leiden tot een grotere duikveiligheid. – Zie elders in deze Nieuwsbrief – NADO BIJEENKOMST EEN SUCCES Op 14 juni 2007 vond de NADO bijeenkomst plaats. Doel van deze bijeenkomst was te komen tot een breder draagvlak Nederlandse duikindustrie. Ruim 100 belangstellenden woonden deze bijeenkomst bij. De reacties na afloop waren positief en constructief. – Zie elders in deze Nieuwsbrief –
De telefoonnummers blijven ongewijzigd: Afspraken 0223 - 653076 Faxnummer 0223 - 653148 NDC WEBSITE Het NDC is zich van bewust dat de website geen schoonheidsprijs verdient. Echter de plannen tot omvorming die reeds in 2005 zijn opgestart hebben ertoe geleid geen verdere investeringen in deze site te doen. Een website is uiteraard een goed medium om de industrie op de hoogte te stellen van nieuwe ontwikkelingen. Omdat het NDC middels de Nieuwsbrief de industrie, zowel werknemers als werkgevers als opdrachtgevers rechtstreeks benaderd is besloten tot voornoemde. De leden van de NADO ontvangen rechtstreeks vanuit het NADOsecretariaat direct belangrijke informatie. – Zie elders in deze Nieuwsbrief –
Als diezelfde industrie destijds niet zelf had onderkend dat er een toenemende behoefte was aan een wetgeving en opleiding ten behoeve van de duikveiligheid dan was uiteindelijk de overheid met dit initiatief gekomen. Dan was de inhoud van onze wetgeving opgelegd in plaats van dat de industrie voor een groot deel nu zelf de inhoud heeft bepaald. Vergeet niet dat in diezelfde periode de overheid de Arbeids-
INHOUDSOPGAVE Van de redactie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Nieuwsbrief op internet . . . . . . . . . . . .3 Verlof/Bereikbaarheid . . . . . . . . . . . . .3 Duikmedische keuringen . . . . . . . . . . .3 Marine en Landmacht smelten
TIP!
duikopleidingen samen! . . . . . . . . . . . .3
Vergeet niet regelmatig te kijken op • www.08008002-rijkswaterstaat.nl • www.arbeidstijdenwet.nl • www.arbonieuwestijl.nl • www.arbeidsinspectie.nl • www.dmac-diving.org • www.euronorm.net • www.evd.nl • www.hse.gov.uk • www.imca-int.com • www.mkb.nl • www.overheid.nl • www.sodm.nl • www.staatscourant.nl
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 NDC-bestuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Omvorming NDC . . . . . . . . . . . . . . . .9 Arbeidstijdenwet . . . . . . . . . . . . . . . .15 Platforms . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 NADO-PAGINA . . . . . . . . . . . . . . . .17 Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 Kamer van Koophandel opleidingen voor startende ondernemers . . . . . . . .25 Opleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
VERHUISBERICHT DUIKMEDISCH CENTRUM DEN HELDER Het Duikmedisch Centrum gaat medio augustus 2007 verhuizen naar een nieuwe locatie. Het bezoekadres wordt Rijkszee- en Marinehaven (Gebouw “korte Steigers”) 1781 ZZ DEN HELDER
VAN DE REDACTIE
P.R. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Er gaat momenteel geen maand voorbij zonder dat er nieuwe ontwikkelingen zijn. De omvorming van het NDC is zo’n nieuwe ontwikkeling. Eigenlijk is het beoogde resultaat, het resultaat waar we altijd naar gestreefd hebben. Tenslotte heeft de duikindustrie zelf ruim 25 jaar geleden een eerste aanzet hiertoe gegeven.
Publicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
1
Verloren/gestolen certificaten . . . . . .25 Cursusprogramma 2007 . . . . . . . . . . .26 Duik Medisch Centrum zoekt bleomycine patiënten . . . . . . . . . . . . .26
In memoriam Ad Sepp
Op 11 augustus jongstleden is op zijn vakantieadres zeer plotseling overleden op 51 jarige leeftijd, de kapitein-luitenant ter zee Ad Sepp, commandant Duik en Demonteer Groep van de Koninklijke Marine. Zijn duikcarrière bij de Marine is hij gestart in 1982 met de aantekening duikofficier en hij heeft in zijn lange loopbaan vele functies in de duikwereld doorlopen. Hij is tevens commandant geweest van diverse mijnenjagers en mijnenvegers en het torpedowerkschip Hr Ms Mercuur. De laatste drie jaar heeft hij met grote toewijding en gedrevenheid zijn talenten als commandant ingezet voor de ontwikkelingen van het duikbedrijf van de Koninklijke Marine in de breedste zin des woords. Hij had zitting in diverse internationale en NATO fora betreffende duiken en explosievenopruiming en deed dit met veel verve en enthousiasme. Ad was sinds april 2004 lid van het NDC bestuur als vertegenwoordiger namens de Marine en heeft in korte tijd vele persoonlijke bijdragen geleverd aan de uitvoering van het huidige beleid en de beleidsvisie voor de toekomst. Hij werd door iedereen zeer gewaardeerd om zijn positieve, enthousiaste en objectieve houding. Hij was een manager die zich met hart en ziel én kennis van zaken heeft ingezet voor het duikbedrijf, waarbij de menselijke aspekten nooit uit het oog verloren gingen. De duikwereld heeft een markante en plezierige persoon verloren. Onze gedachten gaan uit naar zijn vrouw, familie, collega’s en vrienden bij het verwerken van dit grote verlies.
2
omstandighedenwetgeving vorm ging geven. Nu heeft diezelfde overheid in kader van degulering besloten een deel van haar werkzaamheden over te dragen aan de marktpartijen. Wij zien hierin voordelen nu de belanghebbende partijen zelf invulling aan wetgeving gaan geven. Er kan beter en sneller geanticipeerd worden op nieuwe ontwikkelingen en er wordt een grotere draagvlak gerealiseerd.
Incidenteel zullen uitzendkrachten aangetrokken worden om waar nodig het personeel te ondersteunen.
DUIKMEDISCHE KEURINGEN
Dit houdt in dat niet altijd de telefoon beantwoord kan worden. Derhalve luidt het verzoek uw vragen zoveel mogelijk per e-mail aan het NDC te doen toekomen en/of uw naam en telefoonnummer in te spreken op het antwoordapparaat.
Verhuisbericht Het Duikmedisch Centrum verhuist medio augustus 2007 naar een nieuwe locatie.
De NADO heeft op 14 juni haar bijeenkomst gehouden in Burgers’ Zoo. Ruim 100 geïnteresseerden uit de industrie namen hieraan deel. Uit de reacties kan opgemaakt worden dat de bijeenkomst een succes was.
Wij vragen uw begrip voor deze situatie.
Daarnaast gingen de reguliere opleidingen gewoon door. Het eerste opleidingsdeel van dit jaar zit er weer op. En op vrijdag 13 juli behaalden 13 deelnemers hun diploma Duikarbeid.
NIEUWSBRIEF OP INTERNET
Het Platform Opleidingen vergaderde onder voorzitterschap van Kap C. Versteeg twee keer, het Medisch Platform vergaderde onder het voorzitterschap van de heer W. Maas, arts, één keer, het Bestuur kwam twee keer bijeen en het Dagelijks Bestuur vergaderde drie keer.
De huidige Nieuwsbrief zal in de komende tijd dunner worden, met korte berichten die verwijzen naar achtergrond informatie, relevante websites etc.
Er kwamen veel inschalingsverzoeken binnen van buitenlandse duikers. Hierdoor mag een aanzienlijke toename van duikwerkzaamheden op het Nederlandse plat geconcludeerd worden. Ook valt op dat het heel veel certificaten Duikarbeid Categorie C betreft. De werkzaamheden met de droge duikklok nemen de overhand op de werkzaamheden met de luchtvoorziening vanaf de oppervlakte. De belofte om de Nieuwsbrief in te krimpen zal wellicht nog niet gehaald kunnen worden. Daarvoor is weer teveel gebeurd en of te informeren! PERSONEELSSITUATIE BIJ HET NDC Door het vertrek van Ylze Riet, die momenteel geniet van het moederschap, telt het NDC momenteel nog twee vaste medewerkers. De voormalige parttimers, Rebecca de Bruin en Carin Bot werken momenteel meer uren om haar vertrek op te vangen. De ontwikkelingen, de omvorming NDC, heeft ons doen besluiten nog even te wachten met het aantrekken van nieuw personeel.
DUIKMEDISCH CENTRUM VAN DE KONINKLIJKE MARINE - DMC -
Het bezoekadres wordt Rijkszee- en Marinehaven (Gebouw “korte Steigers”) 1781 ZZ DEN HELDER De telefoonnummers blijven ongewijzigd:
De volledige Nieuwsbrief wordt tevens integraal in pdf.format geplaatst op onze site www.ndc.nl
Telefoon Voor duikongevallen kunt u het DMC bereiken op: • tijdens kantooruren via telefoonnummer 0223 653076 • bij geen gehoor, en bij spoedeisende gevallen ook buiten kantooruren via het bekende alarmnummer 0223 658220 Wachttijden Er zijn momenteel voor de duikmedische keuringen wachttijden, te weten: • Inkeuring 12 weken; • Herkeuring 8 weken; Het advies luidt “Regel op tijd uw keuring”. Let op! Door vakantie en verhuizing kan de wachttijd oplopen tot 4 maanden.
VERLOF/BEREIKBAARHEID NATIONAAL DUIKCENTRUM Bereikbaarheid Bij het NDC werken twee vaste werknemers, Carin Bot en Rebecca de Bruin. Mw Bot is ook veel buitenshuis en Mw de Bruin werkt parttime. Daarnaast is er incidenteel ondersteuning van uitzendkrachten. De beste tijd om te bellen is op werkdagen van 10.00 tot 12.00 en van 13.00 tot 15.00 uur Spreekt u in op het antwoordapparaat, dan bellen wij terug (wel ook het telefoonnummer inspreken!) en ook de e-mail wordt regelmatig beantwoord.
Telefonisch spreekuur DMC Het DMC houdt telefonisch spreekuur van maandag tot en met donderdag van 13.00 tot 14.00 uur. Telefoon 0223 653076 Expertisecentrum Arbo Unie Voor de inkeuring voor een NDC Opleiding kunt u zich voortaan ook laten keuren bij het Expertiscentrum Arbeid onder Overdruk van de Arbo Unie te Vlissingen, telefoon 0113-886710 Achterwacht Dr. S.J. Hoitinga, telefoonnummer 0513 466217 onder vermelding van deelname NDC Opleiding.
MARINE EN LANDMACHT SMELTEN DUIKOPLEIDINGEN SAMEN! Zoals de vorige keer aangegeven zijn de Marine en Landmacht op duikgebied een
3
4
Living Apart Together-relatie aangegaan. De opleidingen van beide krijgsmachtdelen huizen sinds kort onder één dak, de Defensie Duikschool in Den Helder. Dat wil zeggen administratief, want om uit elkaars vaarwater te blijven, behouden de scholen hun huidige stek. De samenwerking zal er niet onder lijden, valt zowel aan landmacht als aan marinezijde te beluisteren. Al blijft het bundelen van twee culturen natuurlijk een lastige klus. Geheel onverwachts stak toch het gerucht op dat de locatie Fort Crève Coeur, de duikschool van de Landmacht, volgend jaar gaat sluiten. Als u de media hebt gevolgd weet u dat binnen Defensie verder bezuinigd moet gaan worden. Hierdoor wordt soms hardop nagedacht over de consequenties. Een daarvan is de sluiting van de school in Hedel. Het gerucht bleek deels gestoeld op waarheid. Op dit moment is niets zeker. Buiten kijf staat, dat zowel het NDC (de belanghebbende partijen) als Defensie de intentie hebben om burgers te blijven opleiden. We houden u op de hoogte.!
VEILIGHEID STAATSTOEZICHT OP DE MIJNEN “VEILIGHEID - EN GEZONDHEIDS INFORMATIEBULLETIN Nr. : 02/07” Datum : 20 maart Onderwerp : Voltooiing inspectieproject “vg-document speciale projecten: boorgaten en putten - de beheersbaarheid van risico’s bij werkzaamheden in een boorgat of put”. Inleiding De beheersing van grote risico’s voor werknemers in de olie- en gasindustrie is van groot belang. Dit wordt ondermeer gerealiseerd door het opstellen en implementeren van het veiligheids- en gezondheidsdocument (vg-document). De arbowetgeving vereist twee soorten vg-documenten. Ten eerste, vg-documenten voor mijnbouwwerken die de beheersing van risico’s in iedere levensfase beschrijven. Ten tweede, vg-documenten voor bijzondere werkzaamheden, mits hiermee geen rekening is gehouden in het eerste soort vg-document.
Als bijzondere werkzaamheden worden bedoeld: a. het boren van een boorgat; b. het uitvoeren van werkzaamheden in of aan een bestaand boorgat/put of; c. het gelijktijdig uitvoeren van werkzaamheden op of in de nabijheid van een mijnbouwwerk (Hierbij moet onder meer worden gedacht aan het gelijktijdig uitvoeren van een combinatie van de volgende werkzaamheden: produceren, boren, werkzaamheden in een bestaand boorgat/put,(grote)constructiewerkzaamheden en duiken.) Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft, op basis van haar ‘Handhavingplan 2003 tot 2007’, in dit inspectieproject gekeken naar de beheersbaarheid van risico’s bij werkzaamheden in een boorgat of put aan de hand van dit vg-document voor bijzondere werkzaamheden. Het inspectieproject is in de periode van juni 2005 tot en met september 2006 uitgevoerd. Doel en omvang van het inspectieproject Het doel van het inspectieproject was het vaststellen in hoeverre de mijnondernemingen het vg-document voor bijzondere werkzaamheden correct opstellen en naleven. Hiertoe zijn er bij zeven mijnondernemingen negen inspecties uitgevoerd (offshore en onshore), waarbij gekeken is naar alle drie de categorieën van bijzondere werkzaamheden. Aandachtspunten Er is gecontroleerd of de volgende hoofdonderdelen voldoende zijn geadresseerd in het vg-document voor bijzondere werkzaamheden: 1. de uitvoering van samenwerking van verschillende werkgevers; 2. de beoordeling en evaluatie van de gevaren en de daarmee samenhangende risico’s; 3. opgave van de risicoverminderende maatregelen noodzakelijk om deze risico’s te beheersen; 4. de uitvoering van coördinatie; 5. de uitvoering van het toezicht op de verschillende werkgevers; 6. afstemmen van het systeem van bestaande calamiteitenbeheersing tegen de bijzondere werkzaamheden. Bevindingen In het algemeen kan worden gesteld dat mijnondernemingen in de voorbereiding op bijzondere werkzaamheden wel een proces
5
doorlopen om de beheersbaarheid van deze werkzaamheden te verzekeren. Echter, in de praktijk blijkt dat de wettelijke verplichting ‘het opstellen van het vg-document voor bijzondere werkzaamheden’ niet altijd voldoende wordt gerealiseerd doordat in de voorbereiding van bijzondere werkzaamheden niet alle hoofdonderdelen in het vgdocumentatieproces worden meegenomen. Met name krijgen de volgende hoofdonderdelen in het vg-document voor bijzondere werkzaamheden onvoldoende aandacht: • de uitvoering van samenwerking van verschillende werkgevers; • het afstemmen van het systeem van bestaande calamiteitenbeheersing met de bijzondere werkzaamheden. Gelet op deze bevindingen blijkt dat de inhoud van dit type vg-document bij enkele mijnondernemingen te kort schiet waardoor de betrokkenen in het veld te maken krijgen met een onvolledig beheersdocument. Dit kan weer resulteren in onvoorziene risico’s op de werkplek. Tijdens het inspectieproject is ten gevolge van een arbeidsongeval gedurende bijzondere werkzaamheden een Proces Verbaal opgesteld tegen een mijnonderneming waarbij het ontbreken van het vg-document voor bijzondere werkzaamheden is meegenomen. Daarnaast is ook een ongevalsboeterapport opgesteld tegen de werkgever die door de mijnonderneming was ingehuurd om de werkzaamheden uit te voeren. Voorts zijn er gedurende het hele project drie beboetbare feiten (Abevindingen) geconstateerd die binnen de gestelde termijn zijn opgeheven. Er zijn zes beboetbare feiten geconstateerd waarvoor bij niet opheffen of bij herhaling SodM alsnog een handhavingtraject zal starten (B-bevindingen). Verder zijn er zeven bevindingen opgebracht die nadere aandacht behoeven (C-bevindingen); het betreft hier vooral bevindingen in het kader van het continue verbeteringsprincipe dat ook door de onderzochte mijnondernemingen wordt gehanteerd. Vg-template Om de mijnbouwindustrie beter voor te lichten over het vg-document voor bijzondere werkzaamheden is door SodM een praktische en toegankelijke vg-template ontwikkeld. Dit vg-template kan als leidraad voor het opstellen van het begeleidende wijze aan op welke wijze het proces van opstellen gestalte dient te krijgen en welke personen daarbij betrokken zouden moeten zijn. Dit vg-template voor bijzon-
dere werkzaamheden is te downloaden op www.sodm.nl voor eigen gebruik. INDUSTRIEBREED INITIATIEF VOOR DE VERDERE VERBETERING VAN DE VEILIGHEID. Het is een gegeven dat de Nederlandse industrie goed scoort op het gebied van veiligheid bij de opsporing en winning van aardolie en aardgas. Die veiligheid is echter een dynamische grootheid, waaraan, zo is gebleken, voortdurend nieuwe impulsen moeten worden gegeven. In dat verband dient zich constant de vraag aan op welke wijze de aandacht voor veiligheid als centraal element in het maatschappelijk en sociaal verantwoord ondernemen, verder vergroot kan worden, met als doel om het aantal bedrijfsongevallen nog verder terug te brengen. Begin 2006 heeft de Nogepa de commissie “Veiligheidsgedrag” opgericht. Hierbij zijn IADC, IRO, NOGEPA, SSVV en Staatstoezicht op de Mijnen vertegenwoordigd. Deze werkgroep heeft zich een aantal doelen gesteld om veilig gedrag te bevorderen. Teneinde een aanpak te kunnen voorstellen die ook door de totale sector gedragen zou kunnen worden, heeft zij zich in eerste instantie willen richten op het verkrijgen van inzicht in de manier waarop tegen veiligheid nu wordt aangekeken. Om te inventariseren wat reeds bereikt is op dit gebied en ‘wat er zoal leeft” , werden eind 2006 en begin 2007 vraaggesprekken gehouden met verschillende vertegenwoordigers van de totale onderzoeksgroep. De focus lag hier op (bedrijven of bedrijfsonderdelen met) offshore activiteiten op het Nederlandse deel van het Continententaal Plat). In het rapport “Industriebreed initiatief voor de verdere verbetering van de veiligheid” zijn de bevindingen uit die vraaggesprekken vastgelegd. Zij bedoelen een bijdrage te leveren aan de discussie over veilig gedrag en de manier waarop veiligheid beleefd wordt, teneinde verbeterprocessen te kunnen definiëren en die, uiteindelijk, te implementeren. Aan de activiteiten in de olie- en gaswinning zijn risico’s verbonden. Alle geïnterviewden zeggen dat, maar voelen zich daarom niet ongerust over wat fout zou kunnen gaan. In vier van de vijf geïnterviewde bedrijven beweert de meerderheid van de uitvoerenden dat ze zich niet onge-
rust voelen en dat de kans dat hen effectief iets overkomt zeer klein is. De minderheid die beweert zich wel eens ongerust te voelen, schat die kan even klein in. De vaststelling dat er niet echt veel ongerustheid leeft met betrekking tot wat fout kan gaan, noopt zelf tot enige ongerustheid. Juist wanneer en doordat mensen zich over iets zorgen maken, ongerust voelen of iets als een tekort of bedreiging ervaring, neemt de kans toe dat ze zelf inspanningen doen, zelf activiteiten ontwikkelen om de ervaren onvrede weg te nemen. Het stimuleert intrinsiek aangestuurde betrokkenheid en initiatief als een essentiële driver in het vrijwaren van eigen veiligheid en gezondheid. Deze driver komt dus op een laag pitje te staan in situaties waar mensen zich voldaan, tevreden voelen. Het is volstrekt voorspelbaar dat in een omgeving die sterk aanstuurt op veiligheid haast alle mogelijke voorzieningen en tools ter beschikking stelt en/of goed resultaten kan voorleggen, de actieve aandacht en interesse ervoor uitdooft en verschuift naar andere domeinen waarover men niet of minder tevreden is. Daarom is het aangewezen om doelbewust een “basis-ongerustheidsgevoel” (Murphy-gevoel) in stand te houden, aangezien dit de zelfbetrokkenheid en zelfwaakzaamheid onderhoudt. Middelen zijn: • Betrokkenen regelmatig “confronteren”, theoretisch maar liefst ook realistisch, met de potentiële gevolgen van een onveilige handeling of situatie; • Betrokkenen “raken” met wat echt is fout gegaan of niet niet fout is gegaan of net goed is gegaan; • Betrokkenen op de werkvloer niet enkel wijzen op onveilige handelingen of situaties, op de geldende veiligheidsregels, maar ze zelf ook de risico’s laten noemen (communicatiestijl); • Uitvoerenden regelmatig betrekken bij risico-observaties & analyses. Zelfbehoud en zorg voor familie is voor haast alle uitvoerenden de eerste stimulans om veilig te werken. Daarna komt ook de zorg voor anderen op de werkvloer. Supervisors en managers bevestigen dit. Een samenvatting van het rapport in het Engels is digitaal beschikbaar. Graag een email aan het NDC,
[email protected] onder vermelding van Nogepa-rapport. Bron: Nogepa
6
IMCA SAFETY FLASHES Regelmatig treft u in de Nieuwsbrief vertalingen aan van diverse IMCA safety flashes. Voor degene die niet lid zijn van de IMCA is het tegenwoordig ook mogelijk de Safety Flashes van de IMCA van de IMCA-site te downloaden. www.imca-int.com In 2007 zijn 7 Safety Flashes verschenen met de volgende onderwerpen: • Subsea Chain Lever Hoist Failure • Pipe Under Tension on a Reel • Galley Equipment Broke Free of Fastenings During Severe Weather • Kirby Morgan Safety Bulletin - Helmet Shell Repair Caution • Divex HSE Alert - Valve Seat Retainer • Interim Measures after the Bourbon Dolphin Incident (www.sjofartsdir.no) • Forklift Truck Incident De safety flashes zijn rechtstreeks te downloaden bij www.imca-int.com Op deze site staan tevens diverse links naar organisaties die ook veiligheidsnotities uitgeven. Deze recent verschenen zijn (is) interessant voor onze lezers: IMCA D 016 Rev. 3 Underwater Air Lift Bags. This guidance addresses the initial and periodic examination, testing, certification and maintenance of underwater type bags (cylindrical totally enclosed, closed and open parachute bags) used to lift submerged objects. This guidance also addresses the operational use of open parachute type lift bags and the safety precautions that should be taken during their use. This guidance does not apply to water-filled bags used as water weights for testing of other equipment.
7
8
NDC-BESTUUR Het NDC-Bestuur vergaderde in de afgelopen periode drie maal. Eén van de belangrijkste onderwerpen is de omvorming van het NDC. Daarnaast gaat het NDC in de toekomst invulling geven aan de Arbocatalogus Werken onder Overdruk. OMVORMING NDC Voor de presentatie van de voorzitter van het NDC, de heer C.J. Barten, tijdens de NADO Bijeenkomst op 14 juni 2007 is getracht een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van de toekomst. Omdat sommige zaken ook vroegen om meer uitleg treft u hieronder een iets uitgebreidere versie aan. HISTORIE Doel en plaats in de samenleving van het NDC van vandaag laat zich het beste verklaren door een stukje geschiedenis. De eerste aanzet echter voor wat nu het NDC
is, werd gegeven door de voorganger van de brancheorganisatie de Nederlandse Associatie van Duikondernemingen (NADO), de vereniging voor Nederlandse Bergingsbedrijven. De ontwikkeling van het commerciële duiken in de 70er jaren, die gepaard ging met een verontrustende stijging van het aantal fatale duikongevallen, en de te verwachten groei in de 80er jaren, deed de noodzaak voelen van strenge keuringen en medische begeleiding van Nederlandse duikers. De Minister van Defensie gaf op 6 maart 1981 de instellingsbeschikking van een werkgroep Stichting Nationaal Duikcentrum af. Uitgangspunt was daarbij dat een Stichting werd geformeerd, waarin alle belanghebbenden uit de duikindustrie zouden worden samengebracht, zodat krachten werden gebundeld. De stichting zou daarbij
9
gebruik moeten gaan maken van de (duik)faciliteiten van de Koninklijke marine. In de instellingsbeschikking van destijds staat onder meer omschreven: • Overwegende dat het gewenst is de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven, daar waar de inzet van duikers noodzakelijk is te handhaven; • Overwegende dat het gewenst is te komen tot een Stichting, waarin alle instanties, die betrokken zijn bij het duiken en de arbeid onder water participeren. De werkgroep Stichting Nationaal Duikcentrum had haar eerste vergadering op 23 oktober 1981. Daarbij waren aanwezig: vertegenwoordigers van Defensie, het bedrijfsleven en de overheid en dan met name Staatstoezicht op de Mijnen. De werkgroep concludeerde in juni 1983 dat de oprichting van een stichting Nationaal Duikcentrum wenselijk was. De nadruk lag hierbij nog steeds op de medi-
sche begeleiding. Inmiddels werden bij de Rijkswaterstaat de Oosterscheldewerken uitgevoerd, waarbij op grote schaal duikwerkzaamheden werden verricht onder moeilijke omstandigheden. Er bleek op het gebied van duiken weinig geregeld. Onder andere was er geen standaard voor de kwaliteit van het duikwerk; duikbedrijven en duikers onvoldoende voorbereid waren op de risicovolle werkomstandigheden. Note: Op 25 februari 1976 vond overigens de eerste bijeenkomst plaats van de Commissie Voorbereiding Duikwetgeving. De Commissie had als taak het concipiëren van een wetgeving die de basis zou moeten vormen voor duikvoorschriften. Het door de commissie opgestelde Ontwerp Duikbesluit werd op 1 december 1981 aangeboden aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Intussen benadrukten de ervaringen met de Oosterscheldewerken opnieuw de behoefte aan een Nationaal Duikcentrum. Medio ‘86 werd de Programmacommissie opgeheven en de stichting officieel opgericht. Omdat er verschillende belangen werden geïnventariseerd werd besloten tot een tweedeling. • NDC belangenbehartiging beroepsduiken NL • NADO belangenbehartiging duikindustrie Beiden rechtspersonen hebben Veiligheid en Kwaliteit hoog in vaandel staan. HUIDIGE SITUATIE Op dit moment is het NDC krachtens beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 16 december 1994 bevoegd tot het afgeven van certificaten duikerarts, duikarbeid, duikploegleider en duikmedische begeleiding als bedoeld in artikel 20 Arbeidsomstandighedenwet en artikelen 6.14B en 6.16 Arbeidsomstandighedenbesluit. Voor wat betreft de certificering is het NDC een zgn. Zelfstandig Bestuursorgaan (zbo) en derhalve gebonden aan de regels van de Algemene wet bestuursrecht. Binnen het huidig NDC zijn alle belanghebbende partijen duikindustrie vertegenwoordigd, te weten: Ministerie van Defensie (KM & KL), Staatstoezicht op de Mijnen van het ministerie van Economi-
sche Zaken, de werkgevers (NADO en IRO) en de werknemers (CNV en FNV), de sportduikorganisatie NOB en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als waarnemer. Middels het NDC geven de belanghebbende partijen gevraagd en ongevraagd advies aan de overheid en het bedrijfsleven. Advies aan de overheid moet leiden tot wetgeving waarmee de industrie uit de voeten kan. En zoals menig advies, is een advies meestal een compromis. Zowel overheid, als werkgevers, als werknemers en opleiders moeten er een goed gevoel over hebben en met elkaar door één deur kunnen. De huidige ontwikkeling is als volgt: Sinds 1986 is NDC bevoegd tot het verzorgen van opleidingen (SodM); Sinds 1994 is NDC een certificerende instelling (CI) en bevoegd tot uitgifte van certificaten voor duikarbeid, duikploegleider, duikmedische begeleider en duikerarts inclusief het verzorgen van opleidingen conform de Arbowet. In Nederland zijn er twee erkende certificerende instellingen die bevoegd zijn tot afgifte van voornoemde certificaten en tevens ook zelf opleiden. Iedere CI beheert tevens haar eigen registers. te weten: • NDC (namens de KL) is een certificerende instelling en een erkend opleidingsinstituut en beheert haar eigen registers • KM is een certificerende instelling en een erkend opleidingsinstituut en beheert haar eigen registers Wat niet iedereen weet is dat aan het CIschap eisen zijn verbonden. Zoals eerder genoemd de status van Zelfstandig bestuursorgaan. Daarnaast moet een CI jaarlijks rapporteren aan de overheid, het IWI (Inspectie Werk en Inkomen) en de CI’s moeten met elkaar afstemmen. Daarnaast zijn er diverse verplichtingen: zoals een bezwaarprocedure, WA-verzekering, beheer van registers, etc. Het huidig NDC kent, en dat realiseren we ons nu pas, een vrij eenvoudig organogram. We hebben een Raad van Advies die het NDC adviseert in haar beleid. Het Algemeen Bestuur waarin alle belanghebbende partijen zijn vertegenwoordigd neemt dit advies wel of niet ter harte. Als opleidingsinstituut NDC heeft het NDC een overeenkomst met Defensie voor uitvoering van de
10
(duik)opleidingen door de Landmacht. De uitgegeven certificaten worden in een register bijgehouden. Vanwege de wet op persoonsregistratie mag het NDC niet zo veel met dit register. We bedienen hiermee de controlerende instanties wanneer er vragen over de uitgereikte certificaten zijn en als werkgevers twijfels hebben over certificaten kunnen zij dat ook bij het NDC navragen. Tenslotte als iemand met een ongeldig of niet-erkend certificaat de markt bedient lopen zijn collega’s op het gebied van de duikveiligheid risico’s. Daarnaast voorziet het Algemeen Bestuur (lees marktpartijen) in het achterbanberaad en zegent datzelfde Bestuur de NDCadviezen over overheid en bedrijfsleven af. Aan de meeste adviezen gaat een achterbanberaad vooraf. Het Platform Opleidingen en Medisch Platform bepalen de leerdoelen van de opleidingen. Hieraan valt weinig te tornen omdat de normen wettelijk zijn vastgelegd. De Platforms verzorgen tevens de kwaliteitsbewaking door evaluaties. Het examenreglement staat waaraan de toekomstige certificaathouder moet voldoen. De examencommissie houdt toezicht hierop. De inschalingscommissie kijkt of de houder met een buitenlands brevet gelijkwaardig is aan de eisen gesteld in onze wetgeving Er wordt altijd gestreefd naar tripartiete bezetting van de commissies, te weten: overheid, werkgevers en werknemers. Daarnaast worden, indien nodig, deskundigen gevraagd zitting te nemen in de commissies. Alle betrokkenen in onze commissies geven tevens profiel aan het kenniscentrum NDC. REDEN TOT OMVORMING! KWAM DIT BELEID VAN SOCIALE ZAKEN ONVERWACHTS? Neen, de installatie van het Voorlopig College van Deskundigen is een voorloper van hetgeen ons op gebied van wetgeving stond en staat te wachten. De overheid treedt terug en wil meer overdragen aan de marktpartijen, werkgevers en werknemers. Dit in het kader van de deregulering. De directie Arbeidsomstandigheden van het Ministerie van Sociale Zaken gaat in de toekomst op een andere wijze gebruik gaan maken van het stelsel van accreditatie en certificatie. Bij de uitwerking van het certi-
ficatiebeleid zullen de Centrale Colleges van Deskundigen van de stichtingen die de wettelijke certificeringregelingen op het terrein van Arbeidsomstandigheden- en Warenwet beheren een centrale rol vervullen. Dat vereist een zorgvuldige en juridisch heldere inrichting van hun organisatie en transparantie in hun verhouding met andere betrokken organisaties. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is conform het kabinetsbeleid vanaf 1991 in het kader van wettelijk verplichte certificatie “grootgebruiker” van het private systeem van accreditatie en certificatie. Het systeem speelt een belangrijke rol bij aanwijzing van en toezicht door het ministerie van SZW op instellingen die wettelijk verplichte certificaten verstrekken. Het gaat momenteel om ongeveer 20 certificatietrajecten, waaronder wettelijke kraankeuringen, deskundigheidsbewijzen voor kraanen heimachinisten, toezichthouders asbestsloop, Arbo-diensten, etc. Dergelijke trajecten zijn ook bij andere ministeries in gang gezet. Naar aanleiding van de ontstane praktijk heeft het ministerie van EZ, als coördinerend ministerie, aanleiding gevonden tot het doen van een onderzoek naar een uniforme wetgeving- en beleidspraktijk ten aanzien van de toepassing van certificatie in het overheidsbeleid. Dit heeft geleid tot een nota van het kabinet “het Kabinetsstandpunt A&C” over het gebruik van certificatie en accreditatie in het kader van overheidsbeleid. Na een onderzoek door Bureau Berenschot is door het ministerie van SZW een eigen beleidslijn vastgesteld. In aansluiting op het Kabinetsstandpunt A&C wordt momenteel aan de uitwerking daarvan gewerkt. Om dit te bereiken is een handboek met zogeheten modelinfrastuctuurdocumenten opgesteld. Het handboek is in eerste instantie opgesteld in het kader van een pilot die de beheerstichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport (TCVT) heeft gedaan samen met medewerkers van het ministerie. De concept infrastructuurdocumenten in het handboek hebben inmiddels hun dienst bewezen en worden bij diverse beheerstichtingen al toegepast. Zo zijn zij nagenoeg één-op-één toegepast bij de oprichting en inrichting van de overkoepelende stichting certificatie asbest (SCA). Het gaat bij de documenten in het handboek naast statuten met name om verschillende reglementen en
overeenkomsten en om een model voor convenanten tussen het ministerie en de afzonderlijke beheerstichtingen. Ten opzichte van de rapportage uit de TCVTpilot is het modelconvenant vervangen door de door het ministerie inmiddels vastgestelde versie en zijn verder nog enkele kleine wijzigingen aangebracht. Het beleid van onze overheid heeft tot doel de verantwoordelijkheden voor enerzijds de normering en anderzijds het toezicht te verduidelijken. Daarnaast treedt de overheid terug en wil meer overdragen aan de marktpartijen, de werkgevers en werknemers. Note: Gelijkertijd ontstond zowel bij het NDC als bij de Marine de behoefte om het certificeren en het geven van opleidingen te scheiden. Waarom is SZW tot deze wijziging gekomen? Als gevolg van signalen uit het veld heeft in 2002 een onderzoek plaats gehad naar het functioneren van het systeem, zie hierboven. Uit dit onderzoek zijn enkele knelpunten van het systeem naar voren gekomen: Onder andere het ontbreken van een eenduidige verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, als gevolg van samenhangende en / of overlappende bevoegdheden van SZW, Raad van Accreditatie en Colleges van Deskundigen; Onduidelijke normstelling op accreditatie- en certificatieniveau, als gevolg van normontwikkeling en norminterpretatie door de verschillende partijen; De knelpunten leiden tot de conclusie dat de verschillende actoren an sich en ten opzichte van elkaar niet optimaal functioneren, indien het systeem aan de markt wordt overgelaten. Als gevolg van de negatieve invloed die dit heeft op het certificeringsysteem, neemt ook de kwaliteitsborging van certificatie af. Het niet optimaal functioneren van de verschillende actoren en de beperkte beschikking over passende sturingsmiddelen binnen deze context, betekent voor het ministerie van SZW dat zij haar eindverantwoordelijkheid voor het “systeem” onvoldoende kan dragen. Ook rijksbreed is - in het kader van interdepartementale commissie voor normalisatie en certificatie (ICN) - een onderzoek afgerond naar het functioneren van het systeem. Nader onderzoek heeft daarna geleid tot bovengenoemd Kabinetsstandpunt. Een op dit standpunt aansluitende beleidsnota
11
voorziet in oplossingen voor de geconstateerde knelpunten uit voornoemd onderzoek. Tevens vormde deze nota het kader voor het vernieuwde SZW-beleid aangaande certificatie. De aangedragen oplossingen hebben tot doel om de verantwoordelijkheden voor enerzijds de normering en anderzijds het toezicht te verduidelijken: • Normering: SZW stelt bindende normering voor een werkterrein vast, welke door beheerstichtingen met een Centraal College van Deskundigen (CCvD) zijn opgesteld. Hierdoor ontstaat ook meer duidelijkheid in de verantwoordelijkheden voor het toezicht van IWI op de CKI’s en van de CKI’s op de certificaathouders. • Toezicht op de CKI’s: Er worden afspraken gemaakt door SZW met de RvA aangaande de wijze waarop en frequentie waarmee de Raad controles uitvoert. • Toezicht op certificaathouders: de CKI ziet toe op de naleving van de voorschriften door de certificaathouders • De AI kan handhavend optreden richting de certificaathouders Toekomst Binnen de huidige CI’s (NDC & KM) zijn certificatie en normstellingen binnen één lichaam georganiseerd, hetgeen niet meer past binnen de eisen die de minister van SZW heeft gesteld aan het nieuwe stelsel. Daarom dient een nieuwe Beheerstichting opgericht te worden, waarbij de wettelijke taken van het opstellen en beheren van schema’s los komen van het feitelijk certificeren van personen en/of systemen. SZW heeft het NDC verzocht de huidige stichting NDC zoveel mogelijk overeenkomstig en toegesneden op de “eigen setting” in te richten. De model documenten zijn nadrukkelijk als “richtinggevend” bedoeld en niet als “keurslijf ”. Bij de inrichting is het NDC zoveel mogelijk begeleid door Bureau Berenschot. Wat direct opviel in de startnotitie van Bureau Berenschot is dat er gesproken wordt over Werken onder overdruk. Het werkveld wordt dus breder. In de startnotitie worden concreet genoemd, de defensieduikers, de brandweerduikers maar ook de sportduikkeuringsartsen. De opdracht van SZW aan het NDC luidt in een notendop als volgt Beheerstichting en Centraal College van
de opdracht
12
de concept uitwerking
Deskundigen De Beheersstichting (BHST) met daaronder het Centraal College van Deskundigen, CCvD, (= brede afspiegeling van de belanghebbende partijen), die weer bestaat uit werkkamers (persoonscertificatie (= PO en MP) en duikmaterieel (=VCvD)). Het CCvD stelt de normen en legt dit vast in de certificatieschema’s. BHST heeft convenant met SZW. BHST beheert de registers en is verantwoordelijk voor de certificatieschema’s. BHST beoordeelt of CKI’s naar behoren functioneren. Bij disfunctioneren wordt SZW op de hoogte gesteld. IWI zal dan beoordelen en adviseren. Binnen de CCvD zijn vertegenwoordigers van de CKI’s en SZW als toehoorder aanwezig. Rechtspersoon 1 Beheerstichting (BHST) met Centraal Colleges van Deskundigen (CCvD) De kern van de activiteiten voor de BHST wordt gevormd door het opstellen van werkveldspecifieke certificatiedocumenten voor persoonscertificatie en systeemcertificatie. Voor persoonscertificatie geldt dat een viertal documenten opgesteld dient te worden, voor systeemcertificatie geldt dat één normdocument opgesteld dient te worden. Voor systeemcertificatie kan daarbij gebruik worden gemaakt van de BRL voor het onderhoudssysteem duik- en caissonmaterieel (versie d.d. 31 maart 2006). De BHST dient garant te staan voor voldoende draagvlak, continuïteit, en actuele materiedeskundigheid aangaande het certificatieschema. De BHST heeft het beheer over het certificatieschema. Het schema van aanwijzing en toezicht wordt beheerd door het ministerie van SZW. De BHST heeft in dit verband een signalerende taak. Het beheer omvat de volgende taken: • bewaken dat activiteiten van de beheerstichting blijven voldoen aan de statutaire uitgangspunten; • voortdurend toetsen van de schema’s aan relevante actuele ontwikkelingen; • het beschikbaar stellen van de certificatieschema’s; • d.m.v. de overeenkomst BHST-CKI regelen partijen zelf: ○ de binding van de CKI aan de uitspraken van en het maatschappelijke draagvlak in het CCvD, ten einde een uniforme toepassing van het certificatieschema door de CKI’s in de praktijk
te verkrijgen; een centrale en openbare registratie van geldige persoons- en/of systeemcertificaten; ○ de communicatie tussen BHST en CKI. Teneinde een goede onderlinge afstemming te bevorderen verplichten BHST en de CKI’s zich tot periodiek overleg. Dit overleg onderscheidt zich in bestuurlijk overleg en operationeel overleg; ○ de vertegenwoordiging van de CKI’s als adviseur in het CCvD/Projectgroep; ○ rapportage van relevante gegevens over verleende, geschorste of ingetrokken certificaten; ○ modelcertificaten; ○ de financiering van de BHST door middel van toeslagen (bijvoorbeeld op de verleende certificaten en/of auditdagen) of door middel van een omslagstelsel; ○ d.m.v. de modelovereenkomst CKIcertificaathouder zekerstellen, dat de relatie CKI- certificaathouder op uniforme wijze wordt ingevuld; • zorgdragen voor behoorlijke (financiële) administratie en registratie van certificatieschema’s, met onderscheid in wettelijk verplichte en vrijwillige certificatie; • zorgdragen voor garanties voor een eenduidige examinering bij persoonscertificatie (o.m. centrale itembank); • inrichten en verzorgen van een informatiepunt ten behoeve van: ○ alle ins en outs inzake het certificatieschema en het schema voor aanwijzing en toezicht; ○ informatie over de betreffende certificatieregelingen binnen relevante branches; ○ de registratie van persoons en/of systeemcertificaten in een openbaar register; • doorgeven van ernstige tekortkomingen aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die in het kader van het reguliere werk door de BHST zijn gesignaleerd bij de werkzaamheden van de CKI’s. ○
De uitwerking van de doelvoorschriften ligt bij een Centraal College van Deskundigen (CCvD. In het CCvD hebben de belanghebbende partijen zitting. Gezien de verbreding van het werkveld zal uitbreiding met vertegenwoordigers brandweer en caisson nodig zijn. Binnen dit college is plaats voor bijvoorbeeld drie werkkamers, één
13
voor persoonscertificatie duiktechnisch, één voor persoonscertificatie duikmedisch en één voor systeemcertificatie Een certificatieschema dient in ieder geval de volgende elementen te bevatten: • een eenduidig vastgesteld onderwerp van certificatie; • een eisenstellend document, met daarin de objectieve en meetbare criteria voor dat onderwerp; • de methode/techniek waarmee getoetst wordt of aan de eisen is voldaan; • de geldigheidsduur/verlenging van certificaten; • de in te dienen gegevens bij de aanvraag van een certificaat; • het kader voor invulling van het periodieke toezicht van de CKI op de certificaathouder, • de sanctiecriteria en de sanctiemaatregelen gericht op de certificaathouder. Een certificatieschema dient geschikt te zijn voor toepassing door de CKI voor afgifte van een wettelijk verplicht certificaat. De kosten van de BHST en de CCvD zullen worden opgebracht door de opslag/ omslag op de kosten van de CKI’s. Dit is door SZW vastgelegd. Rechtspersoon 2 CKI Een certificatieschema dient geschikt te zijn voor toepassing door de Certificering en Keuringsinstelling, kortweg CKI genoemd, voor advies tot afgifte van een wettelijk verplicht certificaat. Een CKI wordt aangewezen door Sociale Zaken. De CKI, waaraan het huidig NDC invulling aan moet geven, wordt de zbo en mag geen personele binding hebben met de beheerstichting. De CKI Persoonscertificatie zal zich binnen de werking van het nieuwe stelsel bezig gaan houden met haar voornaamste taak: het certificeren van personen Rechtspersoon 3 Deze rechtspersoon, een stichting, lijkt nog het meest op het NDC zoals men het NDC nu kent, het kennis- en opleidingsinsituut. Deze rechtspersoon zal overeenkomsten met diverse opleidingsinstituten sluiten voor uitvoering van de maklaar/loketfunctie. In deze stichting zal de activiteit de werving en selectie voor de markt verzorgd blijven worden. Ook de overige activiteiten zoals achterbanberaad, kenniscentrum,
Aanwijzing en toezicht Toezicht speelt zich af in de relaties tussen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de CKI en de certificaathouder. Het kabinet stelt dat de overheid verantwoordelijk is voor het toezicht op een wettelijk verplichte certificatieregeling (kabinetsstandpunt). Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in deze visie verantwoordelijk en heeft de regie over het toezicht op de wettelijk verplichte certificeringsregelingen uit de Arbowet en Warenwet. De Inspectie voor Werk en Inkomen (IWI) houdt toezicht op de certificerende instellingen. De Arbeidsinspectie (AI) en de Certificerende Instellingen (CKI’s) houden toezicht op de certificaathouder, respectievelijk op het product of het systeem dat is gecertificeerd. De minister (het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) wijst een CKI aan, waarmee de bevoegdheid wordt verleend om namens de overheid certificaten te verstrekken. Een aanwijzing vindt plaats nadat een oordeel is uitgebracht door IWI op basis van het schema van aanwijzing en toezicht. In het aanwijzingsonderzoek van een kandidaat-CKI, alsmede in het kader van periodiek toezicht op een aangewezen instelling (CKI), kan het ministerie zich bij laten staan door de Raad voor Accreditatie (RvA) op basis van de maatwerkovereenkomst. Bij het periodieke toezicht kunnen, indien noodzakelijk, bij aangetroffen situaties sanctie
de Arbocata-logus kunnen wellicht vanuit deze rechtspersoon opereren. Dat de overheid de voorkeur heeft uitgesproken de Arbocatalogus centraal door het NDC te laten verzorgen is op zich niet zo vreemd, tenslotte zijn alle belanghebbende partijen reeds binnen het NDC vertegenwoordigd. Rechtspersoon 4 Rechtspersoon 4 wordt het Facilitair Bureau - BackOffice - die zorgdraagt voor de secretariële - en managementondersteuning. Een klein bestuur zal de werkgeversrol op zich nemen. Deze Stichting heeft de ambtelijk secretaris in dienst die alle verga-
maatregelen worden genomen. Bij ernstige taakverwaarlozing kan dit leiden tot schorsing of intrekking van de aanwijzing. De aangewezen certificerende instelling, CKI (= zbo) verstrekt op basis van vastgestelde normering (certificatieschema’s) certificaten aan producten, personen en systemen. Een CKI heeft volgens het kabinet de taak te beoordelen of voldaan wordt aan de normen (certificatieschema voor personen, producten en systemen). Indien de situatie daartoe aanleiding geeft zal de CKI corrigerende maatregelen nemen, met uiteindelijk de mogelijkheid van schorsing of intrekking van het certificaat. Enkele taken/acties van Sociale Zaken in deze • Het tot stand brengen van een convenant met de BHST voor het beheren van het werkveldspecifieke certificeringsschema’s. • Het opstellen van handhavingsbeleid ten opzichte van CKI’s en doen van voorstellen aan de minister met betrekking tot te nemen maatregelen met betrekking tot o.a het schorsen, wijzigen of intrekken van de aanwijzing. Inspectie werk en inkomen (IWI) • Het houden van toezicht op de werking van het nieuwe stelsel van Certificatie. • Het opstellen van toezichtsbeleid voor CKI’s op grond van het modeldocument voor aanwijzing en toezicht (MDA&T)
deringen bijwoont/notuleert en zo het overzicht houdt. De ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht en/of invloed op de materie. ZELFREGULERING Concreet zien we dus dat onze overheid een stuk van haar taak overhevelt aan u, de belanghebbende partijen, die zich bezig houdt met Werken onder Overdruk. Onder werken onder overdruk valt: de duikindustrie, defensie, tunnelbouw, brandweer, maar ook de hyperbare centra. Zodra op termijn de eindtermen goed geborgd zijn door de beheerstichting in de certificatieschema’s is het niet uitgesloten dat de eindtermen uit de arboregeling geschrapt gaan worden.
14
• Het (doen) uitvoeren van periodiek toezicht op CKI’s. • Het o.a. doen treffen van voorzieningen door CKI’s bij afwijking van de gestelde eisen. Arbeidsinspectie • Het uitwisselen van relevante informatie in het kader van de aanwijzing over bedrijven of CKI’s met IWI. Raad van Accreditatie • Het ten behoeve van de minister uitvoeren van een beoordeling van een instelling die aangewezen wil worden als CKI voor het afgeven van een wettelijk verplicht certificaat. De beoordeling vindt plaats op grond van het WDA&T. • Het uitvoeren van periodieke controles bij CKI’s op grond van het WDA&T, conform de met SZW-IWI afgesproken maatwerkovereenkomst en planning. • Het verlenen van advies aan de minister ten aanzien van werkveldspecifieke documenten. Centraal College van Deskundigen / Beheerstichting • Het opstellen van concept WDA&T als advies aan de minister. • Het opstellen van werkveldspecifieke concept-certificeringsschema als advies aan de minister • Het beoordelen van en adviseren over interpretaties van WDA&T bij verschil van inzicht tussen de CKI’s. • Beheer van de convenanten.
WEL BESCHOUWD Wat uit het verleden valt op te maken is dat vanaf het begin een goede relatie c.q. samenwerking is geweest tussen het NDC met de overheid (Defensie, Sociale Zaken en Staatstoezicht op de Mijnen). De intentie is vanaf het begin geweest dat alle belanghebbende partijen vertegenwoordigd zijn binnen het NDC. Tot heden heeft echter de nadruk steeds gelegen op de duikwerkzaamheden. Deed het NDC het nu zo slecht? Neen, het lijkt wel of het huidig NDC als blauwdruk is gebruikt. We krijgen een stuk overheidstaak in de schoot geworpen.
De voordelen van de nieuwe situatie zijn: • Gelijke normen ofwel eenduidigheid • Eén centrale en openbare registratie van geldige persoons- en/of systeemcertificaten • Eén punt voor uitgifte van certificaten (uniformiteit leidt tot duidelijkheid en bevordert dus de veiligheid) • Breder werkveld (bevordert de duikveiligheid & communicatie) • Sneller anticiperen op (technische) ontwikkelingen en behoeften van de industrie • Onafhankelijkheid en betrouwbaar: geen personele unies moeten hiervoor zorgdragen. • Transparantie BELANGHEBBENDE PARTIJ - O.A. DE NEDERLANDSE DUIKINDUSTRIE Terugkomend op de noodzaak van een goede vertegenwoordiging van de belanghebbende partijen binnen de BHST. Huiswerk voor de belanghebbende partijen is ervoor zorg te dragen de juiste vertegenwoordigers uit haar achterban af te vaardigen naar de BHST. Een collectief als de NADO zal naar verwachting namens de duikindustrie vertegenwoordigers afvaardigen. Getracht moet worden alle disciplines uit de duikindustrie hierin mee te nemen. En middels de NADO kan het achterbanberaad gerealiseerd worden. De handhaving van de huidige NADO, maar ook uitbreiding is onontbeerlijk. Een brancheorganisatie vormt de spreekbuis en toont richting onze overheid dat we serieus met ons vak bezig zijn. Dit is een staaltje van professionalisme. Samen staan we sterk! Branchegenoten kennen de knelpunten op de werkvloer beter als geen ander. Direct anticiperen op ontwikkelingen. Tenslotte mag men zelf de normen stellen. De overheid behoeft het tenslotte allemaal maar goed te keuren. Note: dit betrof een uitgebreide presentatie van de heer Barten tijdens de NADO Bijeenkomst van 14 juni. Derhalve is de aandacht met name gericht op de duikindustrie. Uiteraard geldt dit ook voor de andere belanghebbende partijen uit het werkveld “Werken onder Overdruk”(zoals Defensie, Brandweer, Caisson/tunnelbouw en Hyperbare Geneeskundige Centra).
ARBEIDSTIJDENWET
ling van het Platform Opleidingen zal wijzigen.
HET IS ZOVER: DE VEREENVOUDIGDE ARBEIDSTIJDENWET IS EEN FEIT! Vanaf 1 april 2007 is de nieuwe vereenvoudigde Arbeidstijdenwet (v-ATW) van kracht worden. Voor werkgevers en werknemers betekent dat een flexibelere wet, minder regels en minder administratieve lasten. De vorige ATW was complex en daardoor lastig na te leven. Dat, en het verbeteren van de internationale concurrentiepositie van Nederland was aanleiding de vorige ATW aan te passen. Vereenvoudigd, maar ook eenvoudig? Hoewel het aantal regels minder is geworden, is de v-ATW niet altijd eenvoudig te interpreteren. Exclusief voor planners, hrmanagers en personeelsfunctionarissen zijn er gratis eendaagse workshops georganiseerd. Hierbij ligt de nadruk op de consequenties van de wetswijziging. Bent u geïnteresseerd, neem dan contact op met Déhora Consultancy Group via telefoonnummer 020-404 404 2. De samenvatting en de gehele wetgeving van de ATW-normen per 1 april 2007, alsmede de ATW uit 1996 en de diverse Arbeidstijdenbesluiten (ATB) kunt u vinden onder ‘De Wetgeving’ in de menubalk. Verzekerd van goede arbeidstijden Doordachte arbeids- en rusttijden zijn van groot belang voor werknemers en werkgevers. Zeker in een flexibele werkomgeving waar sprake is van avond- en weekenddiensten. Het is eenvoudig te controleren of uw roosters gezond en rechtmatig zijn met een door Déhora ontwikkeld programma. Test vrijblijvend de mogelijkheden van de Working Time Evaluator for Excel.
VOOR U GELEZEN WERKGEVERS BETALEN BIJ UWV VANAF 2008 GELIJKE WAO-PREMIE Vanaf 1 januari 2008 betalen alle werkgevers die verzekerd zijn bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een gelijke premie voor de lopende WAO-uitkeringen. Momenteel hangt de hoogte van deze premie voor een werkgever nog af van het aantal van zijn werknemers dat in de WAO is gekomen, de zogeheten Pembaregeling. Het wetsvoorstel van minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de afschaffing van de Pemba regelt, is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. Verder regelt het wetsvoorstel dat er geen premiedifferentiatie komt voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen), de opvolger van de WAO. Het vorige kabinet besloot de Pemba voor de WAO af te schaffen en zo’n regeling niet te treffen voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de WIA. Dit is gemeld in een brief aan de Tweede Kamer (20 oktober 2006). Dat besluit is overgenomen in het coalitieakkoord van het huidige kabinet. Met dit wetsvoorstel werkt het kabinet dit deel van het coalitieakkoord nu uit HELP, IK KAN NIET MEER WERKEN In het juninummer van Eigen Baas van FNVZ Zelfstandigen staat een interessant artikel Help, ik kan niet meer werken.....
PLATFORMS Het Medisch Platform (MP) heeft vergaderd twee keer vergaderd. Het MP heeft met name de lopende zaken besproken en de evaluatie (her)registratie duikerartsen geëvalueerd. Het PO vergadert frequenter. Mede omdat vooruitlopend op de toekomst de taakstel-
Omdat de opdrachten al uw aandacht opeisen is het niet ondenkbaar dat u niet al te veel stilstaat bij doemscenario’s. Wie dan leeft, die dan zorgt. Echter als zelfstandige bent u betrekkelijk kwetsbaar. Hoewel u het niet vaak beseft, loeren er toch wel een aantal gevaren. En dat hoeven helemaal geen ernstige te zijn, neem maar een forse griep van een week of twee. Vervelend, want uw hele bedrijf ligt stil. Aan andere ziektes en/of oorzaken en hun gevolgen wordt in dit artikel stilgestaan. Geadviseerd vervolg op pagina 25
15
NOORDHOEK VOOR AL UW WERK OP EN ONDER WATER
INSHORE EN OFFSHORE
NOORDHOEK Industrieweg 23-29, Postbus 200, 4300 AE Zierikzee Tel. 0111 45 60 00 Fax 0111 45 60 01 E-mail:
[email protected] www.noordhoek.net
Producent & voorraadhouder van
& E-mailadres
[email protected]
HBS GROUP Oranjestraat 61-63 Telefoon (0184) 415247
BV
PRODUCTIE-
EN HANDELSBUREAU SLIEDRECHT BV Oranjestraat 61-63 3361 HP Sliedrecht Telefoon (0184) 415247 Fax (0184) 411940 E-mailadres
[email protected]
3361 HP Sliedrecht Fax (0184) 411940
16
opgesteld gaan worden op het gebied van persoonscertificatie.
NADO BIJEENKOMST 14 JUNI 2007 Op 14 juni j.l. vond in het Safari Meeting Centre van Burgers Zoo de NADO Bijeenkomst plaats. Hoewel voor de NADO de nadruk lag op verbreding van het draagvlak, ofwel het werven van nieuwe leden, werd tevens gekeken hoe groot de animo is voor een jaarlijks evenement “Werken over Overdruk” vergelijkbaar aan de Betondag. De nadruk zal dan komen te liggen op informatie, communicatie en netwerken. Ook het Nationaal Duikcentrum (NDC) heeft behoefte aan een breder draagvlak binnen de NADO, gezien de ontwikkelingen waarin het NDC zich momenteel bevindt. De omvormingsfase vindt plaats onder regie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Concreet gaat de terugtrekkende overheid meer verantwoordelijkheid en taken aan de marktpartijen overdragen. Naar verwachting vier rechtspersonen opgericht moeten worden om te conformeren aan het overheidsmodel zoals door SZW en Bureau Berenschot geschetst. Dit betekent meer stabiliteit maar ook meer verantwoordelijk voor de betrokken industrie. Er zijn reeds normen gesteld waarin het onderhoudssysteem van uw duikermaterieel moet voldoen, maar er zullen ook normen
De heer C.J. Barten, voorzitter NDC, kondigde de omvorming van het NDC aan, zie hierboven een uitgebreid verslag van zijn presentatie. Mw. Drs I. Larmoyeur van MKB Nederland vertelde het één en ander vertellen over de Arbocatalogus. De Arbocatalogus komt in de plaats van de beleidsregels Arbowet en dient door de marktpartijen, de werkgevers en werknemers, opgesteld te worden. De Arbeidsinspectie zal conform de inhoud van deze Arbocatalogus handhaven. Mw. Drs J.G.M van Vlerken van de Arbeidsinspectie gaf aansluitend aan deze presentatie het (toekomstige) handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie nader toelichten. De heer M.C.B. Mentink heeft namens het Voorlopig College van Deskundigen het principe van de Beoorde-lingsrichtlijn Onderhoudssysteem Duik- en Caissonmaterieel gepresenteerd. Binnen zeer korte tijd zal dit wetgeving zijn. De heer R. van der Meer, oprichter van de Nederlandse Vereniging van Beroepsduikers (NVB), werd in de gelegenheid gesteld de industrie nader kennis te laten maken met deze Vereniging en haar doelstellingen. De bijeenkomst was omkleed met een
17
kleinschalige expositie, waaraan Hytech, Apox vof, Pommec, BCopleidingen, Dutch Diving Supplies, Intramar Intermediair, Henst & Lunsen Assurantie Adviseurs BV hun medewerking hebben verleend. BEOORDELINGSRICHTLIJN ONDERHOUDSSYSTEEM DUIK- EN CAISSONMATERIEEL (BRL D&C) De heer M. Mentink van Smit Salvage verzorgde een presentatie namens het College van Deskundigen Duikermaterieel. Mentink legde uit dat het gaat om een zgn. systeemcertificering waarbij de bedrijven de keuringen regelen, en de certificeerder controleert of die keuringen op tijd op de juiste wijze door het juiste niveau van competentie zijn uitgevoerd, aangevuld met steekproeven. Het niveau van competentie wordt ingevuld door het College van Deskundigen op basis van het risico van het betreffende onderdeel. Certificering kan gebeuren op vier niveaus: de gebruiker, de technicus van het bedrijf, de leverancier/fabrikant of een onafhankelijk onderzoeksinstituut/classificatiebureau. Belangrijkste speerpunten voor de NADO waren in deze: passen onze regels binnen het kader van de IMCAeisen. Voor een bedrijf is het wenselijk te kiezen tussen NL-wetgeving en IMCA met daarbij dat de IMCA de NLwetgeving volledig afdekt. IMCA is een particuliere organisatie. Een wet hangen
aan een private instelling is echter geen wijsheid. De IMCA kan tenslotte haar eisen bij wijze van spreken dagelijks wijzigen. Met wetgeving is dat moeilijker. Een belangrijk voordeel is juist de keuze. Hierdoor worden de kleinere bedrijven niet in hun bestaan bedreigd, aldus Mentink. De heer Mentink gaf uitleg aan de hand van een voorbeeld detailblad. De heer Mentink heeft bij de discussies gezeten die resulteerden in de BRL. Hij benadrukte dat een detailblad een compromis is waar alle belanghebbende mee uit de voeten moeten kunnen. Daarnaast wilde het CvD ook niet het wiel uitvinden en wordt waar nodig verwezen naar de specificaties van de fabrikant. HANDHAVINGSBELEID ARBEIDSINSPECTIE Door Mw. Drs J.G.M van Vlerken Duikarbeid leidt tot veel ongevallen Duikarbeid is gevaarlijk. Het werk leidt tot relatief veel ongevallen. Het is een van de redenen waarom duikarbeid bij de Arbeidsinspectie moet worden gemeld. Waarom is dat nodig en hoe gaat zo’n melding in zijn werk? Arbowet De Arbeidsinspectie vindt dat duikarbeid gevaarlijk is. Dat komt door de omgeving waarin het wordt uitgevoerd (onder water, slecht zicht, koude, afhankelijkheid van zuurstofvoorziening) en de overdruk die daarbij ontstaat. Duikwerkzaamheden vinden plaats in
verschillende sectoren: natte bouw, dierentuinen, douane, brandweer, defensie, onderhoud en reparatie van waterwegen, kades en sluizen. De Arbowet is op al deze sectoren van toepassing. Vanwege de risico’s is extra toezicht door de Arbeidsinspectie (AI) op de naleving van de Arbowet in de duikbranche noodzakelijk. Om dit mogelijk te maken is er een meldingsplicht ingevoerd: elke duikwerkzaamheid moet vooraf worden gemeld bij de AI, of achteraf in calamiteitsituaties (uitrukken brandweer). De meldingen komen tot op heden maar beperkt binnen, waardoor toezicht houden problematisch is. Dat toezicht houden nodig is, blijkt uit steekproefbevindingen en uit de ongevallenregistraties van de Arbeidsinspectie. Naast de meldingen zijn er de reguliere inspecties. Onlangs zijn inspecties uitgevoerd naar duikarbeid bij de brandweer. De resultaten zijn in het najaar bekend. Ongevallen Van alle onderzochte meldingen (14 in het afgelopen jaar) voldeed geen enkele duiksituatie aan de wet. De overtredingen hadden te maken met het niet in orde zijn van het materieel waarmee gedoken werd, met het ontbreken van kwalificaties of met te weinig duikers. De ongevallenregistratie van de Arbeidsinspectie toont aan dat zich sinds 2000 14 ongevallen hebben voorgedaan, waarvan tenminste 5 met dodelijke afloop. Dat is bijna 1 dode per jaar, op zo’n kleine branche als de duikar-
18
beid! Daar komt nog bij, dat de registraties van de Arbeidsinspectie slechts een topje van de ijsberg laten zien. Veiligheidsbewust De oorzaken zijn gevarieerd en mogelijk niet altijd te voorkomen, hoe veiligheidsbewust men ook is. Duikers zijn zich zeer bewust van de risico’s van hun vak, maar worden ook regelmatig nonchalant. Er hangt echter ook wel een zweem van machogedrag omheen, wat de veiligheid niet ten goede komt. Wat te denken van een duiker-in-opleiding die als gevolg van ziekte een belangrijke praktijkles mist, en gewoon de daaropvolgende oefenduik gaat meedoen zonder de voorafgaande essentiële ervaring te hebben opgedaan? Uiteindelijk is het slachtoffer bewusteloos naar boven gehesen via de seinlijn en is het gelukt met reanimatie het slachtoffer weer bij bewustzijn te brengen. Sommige doodsoorzaken zijn eenvoudigweg te voorkomen, zoals ongevallen als gevolg van gebrekkig materieel. Het beeld als zouden ongevallen zich vooral bij de brandweer voordoen, wordt niet gestaafd door de gegevens van de Arbeidsinspectie. Beter melden De Arbeidsinspectie doet een beroep op de branche om beter te gaan melden. Wanneer en waar moet u melden? Voor meldingen van duikarbeid gelden de volgende criteria: a. op een diepte groter dan 9 meter; b. bij een stroomsnelheid groter dan 0,5
meter per seconde; c. met voorgenomen decompressie; d. met een ademgas anders dan lucht; e. over een periode langer dan een week, f. voor de ondergrondse winningsindustrie of de winningsindustrie die delfstoffen wint met behulp van boringen. De melding moet ten minste vijf werkdagen vóór de aanvang ervan schriftelijk worden gedaan. Vermeld de plaats waar de arbeid zal worden verricht, het tijdstip waarop deze zal aanvangen, het vermoedelijke aantal betrokken werknemers en het aantal werknemers dat daadwerkelijk duikarbeid zal verrichten. Dit kan sinds januari 2007 op de site van de Arbeidsinspectie: www.arbeidsinspectie.nl/formulieren/ duikmeldingen Inspecties in 2008 Naast het versterken van het meldingenbeleid zal de Arbeidsinspectie voor 2008 actief gaan controleren of duikarbeid veilig gebeurt. Hieraan vooraf vindt in het jaar van 2007 een branchebrede verkenning plaats van de mate van naleving en van bijzondere risicovolle situaties. Dit betreft zowel de particuliere duikbedrijven als de duikarbeid die in overheidsdienst (brandweer, douane, defensie.) plaatsvindt. De Arbeidsinspectie zal over deze en andere onderwerpen met de branche in overleg treden om te bespreken hoe de naleving - en daarmee ook de veiligheid in de branche - kan worden verbeterd
Buitenland Het is de Arbeidsinspectie bekend dat er regelmatig in Nederland duikwerkzaamheden uitgevoerd worden door buitenlandse, vaak Belgische bedrijven. Deze bedrijven nemen nog wel eens een loopje met het verplichte aantal duikers (2 in plaats van 3). Dat dit een doorn in het oog vormt van Nederlandse bedrijven moge duidelijk zijn. Zowel de concurrentie als de veiligheid staat hier op het spel. De Arbeidsinspectie staat geen concurrentievervalsing toe op arbeidsomstandigheden. Bij haar activiteiten zullen vooral ook de Belgische duikbedrijven gewezen worden op de verplichtingen in Nederland. De Arbowet geldt namelijk net zo goed voor buitenlandse bedrijven die in Nederland werkzaam zijn. NEDERLANDSE VERENIGING VAN BEROEPSDUIKER - NVB De Vereniging is m.i.v. 1 januari 2007 opgericht. Robert van der Meer, oprichter en bestuurslid van de NVB, deelde mede dat momenteel de nadruk lag op het werven van leden, te weten: de zzpers werkzaam in de duikindustrie • Duikers zowel inshore/offshore • Duikploegleiders/supervisors • Rov-piloten/technicians • Data recorders/coördinators Tijdens een eerste Algemene Ledenvergadering van de NVB zullen bestuursleden gekozen worden en de doelstellingen bepaald worden. Als mogelijke doelstellingen worden genoemd:
19
• Betrokkenheid en zo mogelijk inspraak van veranderingen in de wetgeving en richtlijnen in de duikbranche. • Betrokkenheid en zo mogelijk inspraak over de ontwikkelingen van certificering en opleiding. • Toewerken naar tarieven betaald in gelijkwaardige branches, en in het offshore toewerken naar tarieven die gelijkwaardig zijn zoals momenteel betaald worden in de verschillende delen van de Noordzee. • Het verbeteren van de samenwerking/dialoog met buitenlandse collega’s en duikbedrijven. • Het tot stand brengen van een goede overeenkomst van opdracht tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. • Het zoeken naar voordelig collectieve verzekeringen zoals bedrijfsaansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid, woonlasten verzekeringen etc. die een betere dekking/aanvulling geven in onze beroepssector. POWERPOINTPRESENTATIES Op verzoek kunnen wij u de powerpointpresentaties per e-mail toekomen. Graag zien wij uw verzoek per e-mail aan
[email protected] onder vermelding van “ppt NADO bijeenkomst’ tegemoet. NIEUWE VOORZITTER Tijdens de bijeenkomst 14 juni 2007 werd door de interim-voorzitter Chris Raijmakers, Ir Jeroen Baars als de nieuwe voorzitter van de NADO voorgesteld.
Tijdens de verkiezing in mei was hij op voordracht van de leden gekozen tot bestuurslid. Het Bestuur heeft uit haar midden een voorzitter gekozen. NADO-JAARVERSLAG 2006 ALGEMEEN Het verslagjaar 2006 stond voornamelijk in het teken van het optuigen van de nieuwe koers van de Vereniging NADO. De Commissie Herstructurering onder voorzitterschap van de heer Ir J.M. Baars vergaderde drie keer. Het NADO Bestuur vergaderde ter ondersteuning aan de plannen van de Cie Herstructurering en ten behoeve van de lopende gang van zaken vijf keer. Aan de leden werden de eerste plannen op 30 mei 2006 gepresenteerd en tijdens de Algemene Ledenvergadering in december werd het totaalplan van de Cie Herstructurering, waarin de reacties van de leden waren verwerkt, gepresenteerd. Tijdens de Algemene Ledenvergadering in december 2006 stond de interimvoorzitter, de heer C. Raijmakers, tijdens zijn presentatie stil bij het verleden en namens het NADO Bestuur sprak hij de steun uit voor de toekomstplannen. Ook benadrukte hij dat door een terugtrekkende overheid meer zelfregulering door de branchegenoten wordt verwacht. De wetswijziging van 1 januari 2007 betekent dat de beleidsregels gaan vervallen en dat de branchegenoten daar zelf invulling aan moeten geven door
het opstellen en onderhouden van een Arbocatalogus. Zelfregulering is een goede ontwikkeling daar beter en sneller op ontwikkelingen gereageerd kan worden. Vanuit de overheid wordt gestreefd naar een breder werkveld te weten “Werken onder overdruk”. Dan houdt de omschrijving branchegenoten meer in dan alleen de duikindustrie, te weten: caisson (tunnelbouw), hyperbare geneeskunde, brandweerduikers, defensieduikers, overheid, de duikbedrijven, de zzp-ers en de duikerwerknemer. Een breed draagvlak vanuit de duikindustrie is derhalve onontbeerlijk. Hij benadrukte daarbij dat opmerkingen als “ik heb toch wel voordeel ook al ben ik niet lid van de NADO” niet meer van deze tijd zijn. “Als we er zo allemaal over denken is het gauw gedaan met ons en uiteindelijk ook met de duikveiligheid in Nederland. Een doelstelling die we juist zo hoog in ons vaandel hebben staan”, aldus de heer Raijmakers. Ter voorbereiding voor de toekomst hebben de heer Baars en Mw Bot de MKB Bijeenkomst “Wat is de toekomst voor kleinere brancheorganisaties” bijgewoond De meeste aanwezige brancheorganisaties lieten doorschemeren tegenwoordig geconfronteerd te worden met ledenverlies. De MKB Adviseurs meenden dat de slechte economie niet echt een argument mocht zijn. Zij stelden dat leden steeds kritischer worden. Tijdens deze bijeenkomst sprak men de zorg uit over freeriders (niet-leden die wel profiteren van de inspanningen van de brancheorganisatie). Daarnaast
20
opperde men het installeren van een gilde om het imago van het vak te verbeteren en vakbekwaamheid door opleiding te waarborgen. Daarnaast fungeert een brancheorganisatie als sociëteit en bewerkstelligt netwerken en overleg tussen de conculega’s. (Note: de NADO en het NDC voldoen ons inziens al aan deze behoefte) Een bekend geluid was dat leden kijken naar hun eigen situatie en verwachten dat de brancheorganisatie voor ze in de bres springt. Terwijl de brancheorganisatie zich juist richt op langlopende zaken. Veel branches worden geconfronteerd met leden die klagen over de hoogte van de contributie. Kwaliteit kost geld. Niets kost niets! Een brancheorganisatie heeft het gehoor van de overheid en heeft een professionele uitstraling richting overheid en opdrachtgevers. Samen staan we sterk! AANZET TOT HERSTRUCTURERING Ontwikkelingen loodste de NADO richting een herstructurering. Onder andere werd geconstateerd dat de hele wereld was veranderd behalve de NADO, die werkte nog als 20 jaar geleden. Een Commissie Herstructurering werd geïnstalleerd. De Commissie Herstructurering onder voorzitterschap van de heer Ir J.M. Baars vergaderde in het verslagjaar drie keer. Benadrukt werd dat het oude beleid wel succesvol was. Een inventarisatie aan het einde van 2005 wees zelfs uit dat de
NADO het helemaal niet slecht gedaan had. Te weten: • het meedenken aan het Duikbesluit, dat later werd opgenomen in de Arbowet; • de oplossing van de zzp-problematiek, dat jarenlang als een zwaard van Damocles boven ons hoofd hing • eigen sectorindeling zodat de lasten voor ieder bedrijf gelijk werden • wijziging van de arbeidstijdenwet zodat duikwerk mogelijk bleef • de Beoordelingsrichtlijn onderhoudssysteem Duik- en Caissonmaterieel, dat ons een voorsprong geeft en uiteindelijk de malafide bedrijven eruit gaat zeven • een actie richting onze overheid die erin resulteerde dat zowel de Arbowet, Arbobesluit en Arbeidstijdenwet/besluit waar, voor wat betreft het uitvoeren van duikwerk en de daarmee samenhangende veiligheidsaspecten, in feite geen onderscheid wordt gemaakt tussen zelfstandige duikers en duikers. Omdat de deelname in de laatste jaren aan de reguliere Algemene Ledenvergaderingen afnam, werd gevreesd dat de leden geen toekomst meer zagen in een collectief en geen behoefte meer hadden aan overleg. Soms overheerste het individuele belang hetgeen leidde tot oeverloze discussies. Vergadermoeheid leek ingetreden. Ook de komst van een nieuwe generatie duikers en marktontwikkelingen voedde de noodzaak tot een kritische kijk. Een enquête onder de leden gaf aan dat
er behoefte was aan verandering. De meningen waren op dat moment nog verdeeld om de zelfstandigen wel of niet te organiseren. Toen eenmaal deze gedachte was uitgesproken en de eerste weerstanden binnen de NADO waren besproken zijn de neuzen langzaam dezelfde kant op gegaan. Omdat ook vanuit de onderaannemers, de zelfstandigen zonder personeel (zzpers), geluiden van misnoegen werden waargenomen is binnen de NADO gesteld dat ook deze groep zich zou moeten organiseren. De vraag was nog onder de vleugels van de NADO, tenslotte genereren zij inkomsten uit duikwerkzaamheden, en/of als zelfstandig rechtspersoon waarbij een nauw contact met de NADO wordt opgebouwd De beheerder van beroepsduiker.nl, de heer R. van der Meer, is gevraagd hiervoor zorg te dragen en de behoefte onder de zelfstandige duikers te peilen. Een oriënterend gesprek tussen de NADO en de heer Van der Meer leidde tot een inventarisatie en uiteindelijk in de Nederlandse Vereniging van Beroepsduikers in oprichting, die zich ging buigen over haar toekomstige doelstellingen. De heer Baars is tijdens zijn bestudering van de herstructureringsplannen erop gestuit dat velen om ons heen een verkeerde beeldvorming van de NADO hebben. Men denkt dat het een select aantal duikbedrijven zijn, die met elkaar vergaderen en netwerken. Men ziet het niet als een belangenorganisatie voor
21
bedrijven, die inkomsten genereren uit duikactiviteiten. Namens de Commissie Herstructurering stelde de heer Baars het volgende: De doelstelling van de NADO is de belangenbehartiging van de Nederlandse duikindustrie. Dit leverde twee vraagstukken op te weten: definieer de Nederlandse duikindustrie en definieer belangenbehartiging. Als primair doel werd gesteld “behartigen van de belangen van de Nederlandse duikindustrie”. • Daarbij moet men denken aan het creëren en onderhouden van een goed imago van de duikindustrie op het gebied van veiligheid, kwaliteit en betrouwbaarheid; • het onderhouden van een gezonde duikpopulatie. Het is wederom belangrijk gebleken om tijdig te beschikken over voldoende opgeleide mensen. Derhalve moet het collectief kunnen meesturen in kwantiteit en kwaliteit van de opleidingen; • betrokken zijn bij belangrijke beslismomenten zoals arbowetgeving, belastingen, P&O-aangelegenheden, verzekeringen etc Nadat de doelstellingen voor de toekomst concreter werden en de noodzaak tot een breder draagvlak werd onderkend, werd het startsein gegeven om een bijeenkomst voor de gehele duikindustrie te organiseren. Deze bijeenkomst zou dan in 2007 moeten plaatsvinden.
Vooruitlopend werden beoogde toekomstige leden persoonlijk op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen en werd hun bereidheid tot toetreding gepolst. Eind 2006 werd geconstateerd dat bereidheid voldoende was om met de plannen verder gaan. BESTUUR In verband met het aflopen van de tweejarige bestuurstermijn traden in 2006 drie bestuursleden periodiek af de heren: • C.A.C. Domstorff, vertegenwoordiger voor de offshore duikindustrie. • H.A. Kamsteeg, vertegenwoordiger voor de bergingsindustrie, momenteel secretaris; • J.J. Smit, vertegenwoordiger voor de inshore duikindustrie, momenteel penningmeester. Zij stelden zich herkiesbaar. Naast de herkiesbaar gestelde bestuursleden werden door de leden geen voordrachten gedaan, zodat de verkiezing van het Bestuur in 2006 schriftelijk kon plaatsvinden. PERSONEEL DUIKINDUSTRIE In het verslagjaar werd wederom gesteld dat de vergrijzing en de aanwas van nieuwe duikers, en met name de desinteresse voor het beroep duiken, punten van zorg waren. De NADO heeft in 2006 wederom e 5000,- ter beschikking gesteld aan het NDC voor de werving van duikerpersoneel ONEIGENLIJKE CONCURRENTIE In voorgaande jaarverslagen deelden wij u nog mede dat de NADO actief reageerde richting opdrachtgever, opdrachtnemer en overheid op signalen uit de markt over oneigenlijke concurrentie. De laatste jaren is de nadruk echter steeds meer komen te liggen op informatievoorziening.
TOEGESTREDEN LEDEN OTN Voormalig DCN-directeur Chris
Raijmakers gaat samen met de Niek Reitsma van Strukton de directie vormen in een dochteronderneming van Strukton, te weten OTN. OTN is een aannemer van onderwaterwerken, ontstaan door bundeling van kennis in civiele techniek en onderwaterbouw, die uniek is in de bouwwereld. OTN richt zich op middelgrote en grote projecten.
Falck Nutec Nutec Rotterdam BV, Nutec Den Oever and RISC Fire & Safety Training BV have fully merged into one organisation and are going forward together under the new name of Falck Nutec BV from 2 October 2006. Falck Nutec BV includes two brands: Falck Nutec organises safety training for the off-shore and shipping industry, Falck Risc offers training in combating calamities for fire brigades and the (petro)chemical industry. Tens of thousands of students from all parts of the world train annually with Falck Nutec and Falck Risc. They make use of the unique training facilities on the Maasvlakte, which are perfectly suited for realistic practices. Falck Nutec BV is part of the Falck Training division, a sub-division of Falck A/S in Denmark. The Falck Training division has 16 training and course centres in eight countries at the moment. Falck A/S, with 10,000 employees, is an international service provider in the field of auxiliary services, such as ambulance and fire services. Falck Nutec BV is led by Mr. Jens Hjorth, Senior VP Division Training at Falck A/S. By bundling the expertise within Falck Nutec BV, we are able to broaden and deepen our provision of services even more at the Maasvlakte, Utrecht and Den Oever locations. Our clients are therefore assured of a wider selection of courses and training, from general training to specialist safety training. Finally, the amalgamation of RISC and Nutec in Falck Nutec BV strengthens the innovating power of our organisation and forms the start of pioneering product and service developments.
22
Noordhoek Offshore BV te Zierikzee Noordhoek was founded in 1933 as a shipping company. Since the very beginning of the giant Delta project in the Netherlands in 1959 Noordhoek changed work activities and started as an underwater contractor. This resulted in participating in many projects with underwater activities With the start of the offshore oil and gas industry on the Dutch Continental Shelf, Noordhoek has been participating in the majority of the projects and from 1968, she has been a major subsea contractor in the Netherlands. The range of services stretches from air/ mixed gas and saturation diving, inspection ROV’s, workclass ROV’s, ROTV’s, remote interventions, subsea installations, repair and construction, abandonment services, cable laying, trenching services, cable, pipeline and route surveys, support diving - and construction vessels, cable lay vessels, hyperbaric tunnel diving and constructions works. As a contractor, Noordhoek performs work regularly for a number of the major oil companies including Gaz de France, Shell, NAM, Burlington, BP, Wintershall, ConocoPhillips, PetroCanada, Total, Perenco etc. and as a subcontractor supported a number of major contractors including Technip and Acergy. Noordhoek is an active member of the IMCA and is certified according to Lloyds Register for the ISO 9001:2000 and VCA / SCC**. Together with our sister company Seatec Underwater Systems B.V., Noordhoek is able to perform major subsea related projects on an EPIC base. This combination of factors has resulted in annual renewal of previously awarded inspection contracts and a steady increase in the number of major construction, repair and maintenance contracts
BESTELLEN IMCA-PUBLICATIES
NADO-leden per 01/08/07
Duikbedrijven aangesloten bij de Vereniging NADO kunnen tegen een speciaal tarief IMCA-publicaties en logboeken (rov, inspection, diver, supervisor) bestellen via het NDC.
Baars-CIPRO Harm Bonsink Duik- en Reparatiebedrijf Diver Underwater Contractors B.V. DUC Diving B.V. Duik Combinatie Nederland (DCN) B.V. Duik & Bergingsbedrijf Europa GB Diving B.V. Heuvelman Ibis B.V. Holland Diving International B.V. Falck Nutec Noordhoek Offshore BV OTN Specialistische onderwaterwerken Smit Salvage B.V. W. Smit B.V. Duik- en Bergingsbedrijf Subcom B.V. UMC International Plc Duik- en Bergingsbedrijf Visschers B.V. Wals Diving Svitzer Salvage BV
Voorbeeld Kosten logboek: e 30,94 inclusief BTW en verzendkosten. Bestelwijze: schriftelijke opdracht. Het NDC heeft een beperkte voorraad, waardoor bij drukte de uitvoering van een opdracht twee tot drie weken kan duren.
www.baars-cipro.nl Telefoon: 038 - 3866864 www.diverbv.com www.ducdiving.com www.dcndiving.com www.duikbedrijfeuropa.nl www.gbdiving.nl www.heuvelman-ibis.nl www.hollanddivingint.com www.falcknutec.nl www.noordhoek.net 0495-657777 www.smit.com www.wsmit.com www.subcom.nl www.umc.co.uk www.visschersdiving.nl www.walsdiving.nl www.svitzer.com
Beroepsduikers nu wél goed verzekerd ! INTRAMAR adviseert sinds 1994 bedrijven die actief zijn in de maritieme- en energie industrie. Voor beroepsduikers zijn in samenwerking met verzekeraars en beroepsorganisaties maatwerk producten ontwikkeld: Aansprakelijkheidsverzekering Arbeidsongeschiktheidsverzekering * Ongevallenverzekering * Ziektekostenverzekering * HOLLAND DIVING INTERNATIONAL Adm. de Ruyterstraat 24 3115 HB Schiedam Haven nr. 550 Tel. +31 (0)10 435 22 22 Fax. +31 (0)10 434 64 21 E-mail:
[email protected] www.hollanddivingint.com
* Door het combineren van verzekeringen zijn aantrekkelijke kortingen mogelijk.
Branden / Lassen Onderwater Video / Foto inspecties Slijpen / Boren / Zagen Gecertificeerd door alle grote classificatie bureau’s ISO 9001 VCA en NADO
Het Nieuwe Diep 34 A8 1781 AD Den Helder
23
Telefoon 0223 61 22 22 Fax 0223 61 55 22
E-mail
[email protected] Internet www.intramar.nl
Hydrex is een internationaal bedrijf met een wereldwijde reputatie als marktleider op gebied van onderwater scheepsherstelling en -onderhoud. We beschikken over een uitgebreide groep van technici en duikers die problemen en defecten aan schepen en offshore installaties waar ook ter wereld gaan oplossen. Om onze groei te versterken zijn wij op zoek naar
DUIKERS met een HSE Part III of Part I certificaat om in vast dienstverband voor Hydrex te werken. Wij hebben geen titels voor u, alleen hard werk, lange werkuren, veeleisende klanten en dit alles in moeilijke situaties. Wie deel wil uitmaken van ons team moet daarom kunnen produceren en resultaten behalen. De beloning wordt dan ook in functie hiervan gesteld. CV en sollicitatiebrief t.a.v. Ann Rombaut -
[email protected] - www.hydrex.be Hydrex n.v., Haven 29, 2030 Antwerpen, België
24
vervolg van pagina 15
wordt de gevolgen in beeld te krijgen op de korte en de lange termijn. Tot de korte termijn hoort de zorg om de lopende opdrachten. Kunnen die makkelijk uitgesteld worden? Of teruggegeven? En in hoeverre zadelt u de opdrachtgever dan op met een serieus probleem. Als u btw-plichtig bent, verlangt de belastingdienst waarschijnlijk met vaste regelmaat ook een aangifte van uw kant. Daarnaast zullen er rekeningen binnenkomen van leveranciers. Anderzijds bestaat de kans dat u zelf ook de afgeronde opdrachten moet factureren. De gevolgen op langere termijn kunnen zeer ernstig zijn en ja zelfs uitdraaien op een faillissement. De kans bestaat dat u na verloop van tijd in financiële nood komt. Na een uitgebreide kijk in de problemen komt uiteraard het artikel met oplossingen en wat u kunt regelen om de schade zoveel mogelijk te beperken. Te weten: Zorg voor een geordende, logische, overzichtelijke en daardoor makkelijk te doorgronden bedrijfsvoering en administratie. Maak afspraken met collega’s over de overname van opdrachten. Regel opvang van het telefoonverkeer, laat iemand de binnenkomende e-mail en post afhandelen, licht een familielid in over uw bankrekeningen en licht zo snel mogelijk uw opdrachtgevers in. Zelfstandigen die door calamiteiten in financiële problemen komen, kunnen in principe een beroep doen op de gemeentelijke sociale diensten. Echter, de dienst verstrekt de uitkering in de vorm van een lening. Derhalve luidt het advies om een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. Bron: FNV Zelfstandige bondgenoten. STAATSCOURANT Graag attenderen wij u op de site van de Staatscourant www.sdu.nl en dan met name Aanbestedingen.
• Starten door bedrijfsovername • Starten met een uitkering
OPLEIDINGEN In de afgelopen periode hebben een aantal opleidingen plaatsgevonden. Te weten: één MAD-A Herhaling en een volledige opleiding Duikarbeid Categorie A&B. Wederom was er sprake van uitval in de volledige opleiding. Ontstekingen en geïrriteerde trommelvliezen hebben het de hoofdinstructeur Bert Analbers weer niet makkelijk gemaakt tijdens zijn laatste opleiding. Eén van de deelnemers had een klein verkeersongeluk, die in eerste instantie bleek mee te vallen. Echter een ontsteking resulteerde in een duikverbod. Drie andere deelnemers tobde ook met hun gezondheid, maar konden toch nog de gemiste duiken inhalen. De uitval bood echter ook ruimte aan twee cursisten uit een vorige opleiding, die toen pech hadden en die hun gemiste leerdoelen konden inhalen. De oplettende lezer heeft zojuist gelezen dat dit de laatste duikopleiding van Bert Analbers betrof. Zoals bekend worden militairen om de vier jaar elders geplaatst. Omdat Bert eerst als instructeur en daarna als hoofdinstructeur bij de opleiding betrokken is geweest, heeft hij 7 jaar op de duikschool te Hedel gediend. Bert gaat zijn carrière voortzetten bij het Duikerpeloton te Wezep. Bert bedankt voor je inzet en je collegialiteit. Succes met je carrière bij Defensie. INTERESSE IN EEN OPLEIDING
KAMER VAN KOOPHANDEL OPLEIDINGEN VOOR STARTENDE ONDERNEMERS Voor meer informatie kijk op www.kvk.nl/seminars. Startersbijeenkomsten voor: • Start een eigen bedrijf; • Starten als freelancer (zzp) • Starten als parttime ondernemer
Nadere informatie vindt u in onze uitgebreide brochures inclusief het aanmeldingsformulier. www.ndc.nl Voor plaatsing op de verzendlijst kunt u bellen naar Telefoon 015 2512028
aan de beschikbare cursusplaatsen. Op dit moment wordt er niet op grote schaal geadverteerd omdat de opleiding tot en met het einde van dit jaar volzit Wel is naar de toekomst gekeken en hebben we een artikel aan METRO aangeboden. In de hoop dat scholieren en schoolverlaters dit lezen. Helaas is nog niet bekend wanneer het artikel wordt geplaatst. Daarnaast zijn er contacten gezocht met Career & Co een nieuw tijdschrift over carrière en banen. Diverse banen worden nader belicht.
PUBLICATIES NDC Graag verwijzen wij u voor onze publicatielijst naar onze site www.ndc.nl
VERLOREN/GESTOLEN CERTIFICATEN Bent u uw certifica(a)ten kwijt, meldt dit dan schriftelijk aan het NDC. Noem daarbij de oorzaak van het kwijtraken. Bij opgave van gestolen certificaten dient bij voorkeur een kopie van het proces verbaal bijgevoegd te zijn. U kunt tevens, indien gewenst, een verzoek doen voor nieuwe certificaten. Vergeet het juiste aantal pasfoto’s niet. Het NDC zal het oude registratienummer ongeldig verklaren en een nieuw registratienummer uitreiken. Per certificaat wordt e 67,83 aan administratiekosten en e 15,00 voor het nieuwe certificaat in rekening brengen. Genoemde bedragen zijn inclusief BTW en dienen vooraf na ontvangst van de rekening te zijn voldaan. Voornoemde geldt alleen voor certificaten uitgereikt door het NDC.
P.R. Ons wervingsbeleid is uiteraard aangepast
25
CURSUSPROGRAMMA 2007 Opleiding Duikarbeid Cat. A&B 07 / 03
24 september - 7 december
Medische Aspecten van het Duiken A 07 / 02
12 november - 23 november
Herhalingsopleiding MAD-A 07 / D04
3 en 4 september
Herhalingsopleiding MAD-A 07 / D05
5 en 6 november
IMCA Module voor NDC Duikploegleiders
15 november 2007
Duikploegleideropleiding 07 / 02
3 september - 7 september
Opleiding Duikerarts A te De Bilt **)
31 oktober, 7, 14, 21 en 28 november
Herhalingsopleiding Duikerarts A te Vlissingen
12 oktober
Voor meer informatie over cursusplaatsen en/of data www.ndc.nl De opleidingen worden verzorgd door de Defensie Duikschool in Hedel, tenzij anders vermeld. *) = door dr. S.J. Hoitinga van Med Prevent Bedrijfshulpverlening BV, cursuslocatie elders in Nederland (Akersloot of De Bilt) **) = door artsen van het Duikmedisch Centrum van de Koninklijke Marine te Den Helder, cursuslocatie midden Nederland
DUIK MEDISCH CENTRUM ZOEKT BLEOMYCINE PATIËNTEN. Bleomycine is een geneesmiddel dat gebruikt wordt voor het behandelen van diverse soorten kanker zoals teelbalkanker bij mannen en ziekte van Hodgkin. Het medicijn heeft als ernstige bijwerking dat het longschade kan geven, met zodanige longfunktie afwijkingen dat het duiken ontraden wordt. Een bijkomend nadeel zou zijn dat door het duiken met lucht of nitrox de verhoogde zuurstofspanning, nog extra schade aan de longen zou kunnen geven. Daarom wordt in algemeen het advies gegeven aan patiënten die behandeld zijn met dit medicijn het sportduiken te stoppen als men al dook voor de ziekte of er helemaal niet aan te beginnen. Recente inzichten in de literatuur laten zien dat een veel genuanceerder advies gegeven kan worden en in individuele gevallen er een advies gegeven kan worden waardoor men wel weer mag gaan sportduiken. Omdat hierover onvoldoende informatie voorhanden is, is het DMC bezig met expatiënten te verzamelen. Een werkgroep met internist, longarts, duikmedisch arts en duikerarts heeft een protocol gemaakt op basis waarvan de
patiënten worden gekeurd op het Duik Medisch Centrum in Den Helder en op de afdeling Longziekten van het Militair Hospitaal te Utrecht. Beide keuringen kosten een dagdeel en moeten beiden worden doorlopen. Er zijn geen kosten aan de onderzoeken verbonden en we hebben de mogelijkheid tot een beperkte reiskosten vergoeding. Doel van het onderzoek is om voldoende patiëntengegevens te verzamelen en te komen tot een (internationale) richtlijn welke in de toekomst gehanteerd kan worden bij patiënten die met bleomycine behandeld zijn en opnieuw willen gaan duiken. De individuele deelnemers krijgen uiteraard een advies over hun duikmedische geschiktheid. Het Ministerie van Defensie en het Nationaal Duik Centrum hechten hier groot belang aan omdat het ook professionele duikers kan betreffen en hebben daarom besloten om de onderzoeken kosteloos te laten uitvoeren respectivelijk een subsidie voor te verlenen. Indien men geïnteresseerd is, kan men kontakt opnemen met mevr van de Veen, secretaresse van dr Rob van Hulst, Hoofd Duik Medisch Centrum, tel 0223-653214.
26
COLOFON Bureau NDC Buitenhofdreef 280 2625 RE DELFT Telefoon: 015 - 251 2020 Telefax: 015 - 251 2021 Advertentie tarief voor NADO leden: 1/4 pagina A 170,00 1/2 pagina A 260,00 1 pagina A 350,00 Advertentie tarief niet NADO leden: 1/4 pagina A 185,00 1/2 pagina A 280,00 1 pagina A 375,00 Redactionele bijdragen kunt u zenden aan Bureau NDC. Grafische verzorging: LnO drukkerij/uitgeverij Zierikzee