26
Het volgen van uitbehandelde patiënten levert waardevolle inzichten op
(Na)zorg bewust meten Tekst: Simone Fens, Ellis van Duist, Marjon Woudstra
Qualizorg en MTCZorg zijn twee jaar geleden een initiatief gestart om recidive in de zorg te meten onder uitbehandelde fysiotherapiepatiënten. Hiermee wilden zij in kaart brengen hoe het patiënten na drie maanden en twaalf maanden vergaat. Simone Fens, fysiotherapeut/manueel therapeut MSc. bij MTCZorg, heeft de resultaten geanalyseerd en op basis van de resultaten die uit het eerste metingsmoment naar voren zijn gekomen (na drie maanden, over een periode van 18 maanden), een tussentijdse conclusie geformuleerd. Sinds 2005 wordt de Consumer Quality
van de CQi-vragenlijst kan MTCZorg zijn
Index (CQi) ingezet door fysiotherapie-
zorg evalueren op basis van de ervaring
praktijken. Middels de CQi wordt de
van de patiënt. Dit kan op therapeutni-
kwaliteit van zorg vanuit het patiën-
veau, maar ook op praktijkniveau.
tenperspectief op een betrouwbare en wetenschappelijk verantwoorde manier
Aangezien deze inventarisatie alleen
gemeten. Wanneer de patiënt is uitbe-
wordt gedaan op het moment dat
handeld wordt deze uitgenodigd om zijn/
de patiënt net de behandeling heeft
haar ervaring te delen door middel van
afgerond, weet de fysiotherapeut van
het invullen van de CQi-vragenlijst.
MTCZorg niet wat er op de lange termijn met de patiënt gebeurt. Zo kan de
Zo wordt bij MTCZorg, een eerstelijns
uitbehandelde patiënt na drie maanden
centrum voor revalidatie, re-integratie en
het gevoel hebben terug bij af te zijn of
preventie, ook al jaren gebruik gemaakt
kan deze andere zorgverleners bezocht
van de diensten van Qualizorg, een data-
hebben om uiteindelijk wel de klachten
verzamelingsbureau die in de zorg de
onder controle te krijgen. Om het lange
CQi-vragenlijst uitzet. Met de uitkomsten
termijn resultaat van de fysiotherapeuti-
27
er preventief anders gehandeld worden tijdens de behandeling. Ook kan men de cliënt daarover nadrukkelijk adviseren hoe dit in de toekomst te voorkomen is.
De nazorgvragenlijst versus CQi-vragenlijst Na afname van de CQi-vragenlijst worden de patiënten benaderd of zij mee willen doen met de nazorgmeting. In deze nazorgmeting worden er vragen gesteld die nogmaals hun fysieke en psychische status inventariseren. Hiernaast worden er ook andere factoren geïnventariseerd: worden adviezen die door de fysiotherapeut zijn geopperd opgevolgd? Voldoet de patiënt aan een gezonde norm van bewegen? Hoe is de mentale gezondheid van de patiënt? Deze factoren kunnen weer in relatie gebracht worden met de huidige status omtrent de klachten van de patiënt. Dankzij de CQi-vragenlijst beschikt de fysiotherapiepraktijk over verschillende
Tabel 1: Parameters CQi en nazorg.
kenmerken van de patiënt en de behansche behandeling beter te inventariseren
treden. Wanneer dit bij bepaalde diagno-
deling. Zo worden de patiëntkenmerken
wordt er een extra nazorgmeting gedaan.
secodes vaker voorkomt bij MTCZorg, kan
(leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, DTF/
De doelstellingen van deze nazorgmeting zijn divers. Qualizorg wil voor de patiënten een toegevoegde waarde bieden. Door deze nazorg-vragenlijst uit te zetten, hopen zij de waardering en betrokkenheid te vergroten onder de patiënten, wat weer leidt tot een positieve relatie tussen patiënt en fysiotherapeut. MTCZorg heeft vooral belang bij de uitkomsten van deze nameting om op de lange termijn de resultaten van de behandeling beter te kunnen inventariseren. Middels de nazorgmeting is het mogelijk om per diagnosecode een inventarisatie te maken. Zo kan er per diagnosecode(groep) gekeken worden in hoeverre de klachten zijn verminderd en
Figuur 1: Onderlinge relatie vragen CQi en Nazorg (oranje relaties die in huidige artikel
of er bijvoorbeeld recidieven zijn opge-
worden beschreven).
28
verwijzing, diagnosecode), interventieken-
de parameters die het behandelresultaat
status (CQi(T1)) en de mate van veran-
merken (aantal behandelingen en behan-
meten. In Figuur 1 zijn alle relaties te
dering van de klachten tussen de twee
delvorm) en parameters die wat zeggen
zien die zijn geanalyseerd tussen de
meetmomenten (CQi(T1) en Nazorg
over het behandelresultaat en de tevre-
subgroepen van de vragen. Deze worden
(T2))?
denheid van de patiënt geïnventariseerd.
weergegeven met een pijl. De stip geeft
Uitkomsten
Het is zinvol om de lange termijn resultaten van de fysiotherapiepatiënt te inventariseren
Mate verandering in klachten in relatie tot DTF of verwijzing Er is gekeken of er een significant verschil is voor de mate van de veran-
In de vragenlijst van de nazorgmeting
aan dat er ook gekeken is naar relaties
dering in klachten tussen de patiënten
worden de parameters voor het behan-
van parameters binnen één subgroep.
die verwezen zijn of middels DTF onder
delresultaat herhaald. Hierna wordt die-
behandeling zijn gekomen bij de fysioIn dit artikel worden als voorbeeld slechts
therapeut. Zoals te zien is in Figuur
en bezoek van andere zorgverleners.
drie analyses besproken:
2 is er op beide meetmomenten een
In bijgaande tabel zijn alle parameters
1. Is er sprake van een significant verschil
significant verschil gevonden tussen
opgesomd die vallen onder populatie-
in de mate van verandering van klachten
verwijzing en DTF. De patiënten die
kenmerken, interventiekenmerken, de
tussen de twee meetmomenten (CQi(T1)
door verwijzing naar de fysiotherapeut
parameters van het behandelresultaat en
en Nazorg(T2)) in relatie tot directe
zijn gegaan geven aan dat de klachten
die van de promotiezorg welke in de CQi-
toegankelijkheid fysiotherapie (DTF) of
minder veranderd zijn ten opzichte van
vragenlijst worden gemeten en welke in
verwijzing door huisarts/specialist?
de patiënten die direct naar de fysiothe-
2. Welke diagnosecodegroepen scoren
rapeut zijn gegaan en onder behande-
beter op zelfredzaamheid tijdens de
ling zijn gekomen bij MTCZorg. Naar
nazorgmeting (T2)?
aanleiding hiervan is het praktijkbeleid
per ingegaan op recidief van klachten
de nazorg-vragenlijst.
Aanpak In de periode van september 2011 tot
3. Is er een relatie tussen de mening van
maart 2013 is de CQi-vragenlijst 526
de patiënt over zijn/haar psychische
en de behandelstrategie van MTCZorg aangepast.
keer ingevuld door patiënten. Hiervan reageerde 48% (253) positief op de vraag of ze benaderd wilden worden voor een extra nazorgmeting. Op basis van diagnosecodes is er een onderverdeling gemaakt op aard/locatie van klachten. Bij het maken van de subgroepen was een vereiste dat de subgroep minimaal 25 patiënten bevatte, zodat er een goede afspiegeling van de populatie was.
Cijfer tussen de 1 - 10, waarbij
Om het lange termijn resultaat te evalu-
1 staat voor “De
eren is er met name gekeken naar para-
klachten zijn geheel
meters die het behandelresultaat meten.
verdwenen”
Er is gekeken of er een relatie was tussen verschillende populatiekenmerken of interventiekenmerken met de score van
Figuur 2: Mate van verandering klachten in relatie tot verwijzing of DTF.
29
Zelfredzaamheid en locatie/aard van klachten
dat patiënten met klachten in bekken/
gaf in het CQi meetmoment (T1) dat
lies, ellebooggewricht en onderbeenre-
de psychische gezondheid ‘uitstekend’
Met deze analyse wordt er gemeten of
gio juist hoog scoren op zelfredzaam-
was, bleek de mate van verandering
er bepaalde diagnosecodegroepen zijn
heid. Naar aanleiding van onderstaande
van klachten significant te verschillen
die op basis van diagnosecodes duidelijk
gegevens heeft MTCZorg besloten bij
ten opzichte van de mensen die aan-
minder hoog scoren op zelfredzaamheid,
de laag scorende diagnosecodegroepen
gaven dat hun psychische gezondheid
omdat de patiënten zelf minder goed
de behandelstrategie aan te passen en
‘goed’, ‘redelijk’ of ‘slecht’ was. Tijdens
kunnen omgaan met de ervaren klachten.
extra aandacht te geven aan het aspect
de nazorgmeting (T2) bleek dit signifi-
Middels deze gegevens kan MTCZorg
zelfredzaamheid tijdens de behandeling.
cante verschil niet meer aanwezig. Er was echter wel een duidelijke trend
Inventarisatie van psychische status wordt
zichtbaar, mogelijk is dit het gevolg
tijdens de intake nog meer benadrukt
van deze resultaten heeft MTCZorg
van de kleinere steekproef. Op basis besloten om haar praktijkbeleid licht te wijzigen; inventarisatie van psychische
Relatie tussen psychische status en mate verandering klachten
status wordt tijdens de intake nog meer
beperkt scoren op zelfredzaamheid. In Figuur 3 is te zien dat met name post-
Er is gekeken of de mening van de
diagnoses waar uit wetenschappelijk
operatieve knieklachten, conservatief
patiënt over zijn/haar psychische sta-
onderzoek is gebleken dat de psychi-
beleid na lage rug hernia en klachten
tus een relatie heeft met de mate
sche status van de patiënt het herstel
op meerdere plekken beperkt scoren op
van verandering van de klachten, zie
van een lichamelijke klacht negatief
zelfredzaamheid. Daarnaast is te zien
Figuur 4. Wanneer de patiënt aan-
kan beïnvloeden.
inventariseren welke patiëntengroepen
benadrukt. Dit geldt met name voor
Figuur 3: Diagnosecode groepen in relatie tot het beter omgaan met klachten door gegeven adviezen van de fysiotherapeut.
31
Voorlopige conclusies
Verwezen patiënten hebben minder klachtenafname dan
Op basis van de resultaten van de nazorg-
patiënten die door DTF onder behandeling komen
deerd worden dat het zinvol is om de
meting van Qualizorg kan er geconclulange termijn resultaten van de fysiotherapiepatiënt te inventariseren. Middels de nazorgmeting is er te zien wat er op lange termijn gebeurt met de fysiotherapiepatiënt. MTCZorg is hierdoor in staat om haar behandeling indien nodig aan te passen, zodat de lange termijn resultaten verbeteren. Zo is gebleken dat verwezen patiënten minder klachtenafname hebben dan patiënten die middels DTF onder behandeling zijn gekomen. Hiernaast komt naar voren dat de mening van de patiënt omtrent zijn/haar psychische gezondheid gerelateerd is aan de mate van verandering van klachten. Naar aanleiding van de resultaten zijn MTCZorg en Qualizorg de vragenlijst aan het optimaliseren en onderzoeken zij of dit verder uitgezet kan worden. j
Figuur 4: Mening psychische gezondheid (T1) en mate verandering klachten ten opzichte van periode voor de behandeling (T1 / T2).
Meer info?
33