---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
85
Natuurvereniging de Bollenstreek ----------------------------------------------------------------
86
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek
Inhoudsopgave Nogmaals: Dringend verzoek!
88
Van de redactie
89
Excursie Volgermeerpolder
90
Vier dagen naar vogeleiland Texel
91
Vogel- en plantenexcursie naar het Kennemerstrand bij IJmuiden
99
Vaarexcursie over de Nieuwkoopse Plassen
100
Bizons in de duinen van Zuid-Kennemerland
101
Libellenexcursie zaterdag 4 juli 2015
104
Planten zoeken in de Schulte Küperjanshof op zondag 19 juli 2015
107
Vlinderexcursie op De Bult in Nieuwe Wetering
111
Welke vleermuizen kunnen we in onze omgeving aantreffen?
114
Waarnemingen 11 mei t/m 10 augustus 2015
119
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
87
Natuurvereniging de Bollenstreek ----------------------------------------------------------------
Nogmaals: Dringend verzoek! Als u lid of donateur bent en een e-mailadres bezit, stuurt u dan a.u.b. zo spoedig mogelijk een mail aan:
[email protected] waarin u aangeeft wat uw: Naam Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer is en hoe u voortaan de Duinrel wilt ontvangen. Er zijn twee mogelijkheden: 1. Gedrukt Heeft een kleurenomslag, het binnenwerk is in zwart-wit en is op A5formaat: zoals deze gedrukte Duinrel dus. Deze is handig om op tafel te hebben, aantekeningen op te maken of om mee naar het toilet te nemen 2.
Digitaal De omslag en het binnenwerk zijn in kleur en het formaat is in A4. Deze is milieuvriendelijker en bespaart de vereniging kosten.
Dit verzoek heeft meerdere doelen: Met het e-mailbestand dat wij hiermee opbouwen, kunnen wij u kort voorafgaand aan excursies informeren. U wordt op tijd herinnerd aan de excursie en krijgt extra informatie als dat nodig is. Het levert de vereniging mogelijk een kostenbesparing op wanneer u kiest voor de digitale versie van de Duinrel. Tot nu toe hebben 20 van de 140 leden en donateurs hun gegevens en voorkeur voor een gedrukte of digitale Duinrel doorgegeven aan de secretaris. We hebben er dus nog 120 tegoed ! Aan de leden en donateurs die dit nog niet gedaan hebben, vragen wij daarom nogmaals om dit zo snel mogelijk door te geven! Alvast hartelijk bedankt!
88
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek
Van de redactie Door: Cees Timmermans, Pel van Hattum en Thomas van Haaster e
De 3 Duinrel van dit jaar ligt voor u. Buiten waait en regent het hard, dus wat leesvoer komt nu goed van pas. Als redactie zijn we ook dit keer weer goed bediend met leesvoer: er zijn lekker veel verslagen ingeleverd van de activiteiten. De excursies speelden zich af in een ruime kring om onze eigen regio heen: Nieuwkoop, Nieuwe Wetering, Kennemerstrand en de Volgermeerpolder. Het ‘meest extreme’ uitstapje was het weekend naar Texel. Héél dicht bij huis was het Schulte Küperjanshof. Daarnaast hebben 2 van de 3 redactieleden zelf ook goed te lezen wetenswaardigheden op papier gezet. Dan even wat serieuzere zaken: U heeft het kunnen zien op de voorgaande pagina: wij vragen u opnieuw om een mail te sturen aan onze secretaris. 20 van de 140 lezers hebben gereageerd en wij hopen met deze herhaalde oproep op aanzienlijk meer reacties. We hebben er vertrouwen in dat u die 2 minuten wel heeft! Sarah heeft altijd heel wat werk aan het verwerken en uitfilteren van de waarnemingen van de afgelopen periode. Het is eigenlijk bijna verbazend hoeveel spectaculaire daar weer tussen zitten. De Duin- en Bollenstreek is weliswaar redelijk open in vergelijking met andere delen van de Randstad en er is een redelijk aantal natuurgebiedjes maar het is ook geen regio de streek met bovengemiddeld veel natuur. Bijeneter, Blauwe Kiekendief, Bosruiter, Dwergmeeuw, Geoorde Fuut, Grauwe Klauwier, Grauwe Vliegenvanger, Kwak, Lachstern, Purperreiger, Wespendief en Zwartkopmeeuw plus nog wat klein geluk als een Huiszwaluwenkolonie, een Stormmeeuwennest en broedende Engelse Kwik. Als je ziet dat dit dan de oogst is van de afgelopen periode dan ben je toch verbaasd. (en blij!) Lees het activiteitenprogramma met aandacht: er is vast wel iets voor u bij. Altijd leerzaam en gezellig. Wij hopen u tegen te komen bij de activiteiten. Veel leesplezier! (En nu even snel de secretaris mailen a.u.b. voor zover u dat nog niet heeft gedaan!)
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
89
Natuurvereniging de Bollenstreek ----------------------------------------------------------------
Excursie Volgermeerpolder Door: Otto Thomas Op zaterdag 16 mei heeft de excursie naar de Volgermeerpolder plaatsgevonden. Een groep van rond 15 personen vertrok met wat grijzig en miezerig weer richting Amsterdam. In Broek In Waterland werden we opgewacht door Ed Buys en Ron. Ed Buys is senior planoloog van de gemeente Amsterdam en medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Volgermeerpolder. Ed heeft een beknopte uiteenzetting gegeven over het ontstaan van het gebied, dat is een niet erg fraai verhaal zoals we allemaal wel weten. Nadat het veen was afgegraven zijn daar jarenlang kolossale hoeveelheden afval van Amsterdam gestort. Daarbij heel erg veel industrieel en chemisch afval. Zodoende is het gebied een van de zwaarst vervuilde plekken van Europa en met zijn 100 hectare ook een van de grootste. Het hele gebied is nu gesaneerd en afgedekt met een dikke kunststof folie van bij elkaar 100 hectare. Daar bovenop is een heel netwerk van dijkjes aangelegd met als einddoel de ontwikkeling van hoogveen en de transformatie naar natuurgebied. Na de sanering is in 2011 het gebied opgeleverd en is het in een gestaag tempo overgenomen door de natuur. Wanneer je er nu rondloopt, kun je je amper voorstellen wat er onder je voeten ligt. Een fraai weids landschap met een lappendeken van waterpartijen, rietlanden en dijkjes. Ed heeft hier en daar toegelicht wat het doel is van de verschillen in het terrein en welk plan hieraan ten grondslag ligt. Onze plantkundige excursieleider Ron, heeft ons gezelschap in een korte tijd getoond hoe het plantenleven zich hier ontwikkelt en ons proberen duidelijk te maken wat de samenhang is in de opbouw van de flora. Waarom de ene plant hier groeit en de andere daar. De faseringen in de begroeiing vanaf een dijkje omlaag, in ringen en lagen met bijbehorende plantspecifieke eigenschappen. Veel eigenschappen hangen samen met een optimale waterkwaliteit! En dat bovenop een voormalige vuilstort. Met een aanstekelijk enthousiasme heeft Ron ons gewezen op de aanwezige soorten en hun eigenschappen. Daarnaast heeft Ron bij veel planten een leuk verhaal over de herkomst van hun namen. Uit de geneeskunst, religie en bijgeloof van vroeger en plantkenmerken die een leek niet zou opmerken. We zijn gewezen op Holpijp, het Harig wilgenroosje, Barbarakruid, Kaasjeskruid, op verschillende zeggesoorten en de Echte koekoeksbloem. Ook Trilgras en St. Janskruid, Knoopkruid en Kamgras, Waterbies en Weegbree kwamen in beeld. Het verschil tussen riet en gras werd ons duidelijk getoond, kortom teveel om op te noemen. Door soms wat te plukken voor nader onderzoek, konden we kijken,
90
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek ruiken en voelen. Hij heeft ons ook laten proeven, bijvoorbeeld van de wortels van de Lisdodde. Dat viel goed in de smaak. De plantenliefhebbers kwamen er wat beter af dan de vogelliefhebbers. Het miezerde en het bleef de hele morgen fris. Dat komt de waarnemingen niet ten goede. Daarbij komt ook kijken dat veel zangvogels op 16 mei op het nest of al volop aan het voeren zijn. De Kleine Karekieten lieten zich wel horen evenals een Rietzanger, Rietgors en ver weg een Zwartkop. Een stel Tureluurs wond zich nogal op over onderzoekers met visnetjes die langs een slootkantje bezig waren. Hun nest lag waarschijnlijk in die buurt. De één kijkt omhoog en de ander omlaag. Verder zagen we Grutto’s, Bergeenden, Tafel-, Slob-, Krak-, en Wilde Eenden en wat Kieviten met kuikens. De meest opvallende soorten waren een Grote Zilverreiger en een paartje Bruine Kiekendieven. Dezen lieten hun prooi vallen die zij in de lucht trachtten over te geven. De prooi moest weer van de grond opgepikt worden en zodoende konden we nog even een paar tellen langer van het tafereel genieten. Vanwege het weer werd gekozen voor de korte route, maar desondanks was het een leuke, leerzame excursie, die de moeite zeker waard was. Het gebied verdient het om wat vaker bezocht te worden. Jan Bischoff-Tulleken, bedankt voor de organisatie.
Vier dagen naar vogeleiland Texel Door: Thomas van Haaster Van vrijdag 29 mei tot en met maandag 1 juni 2015 zijn Paul, Leo, Ellen, Jos, Rob, Marijke, Arie, Hanneke, Alex en Thomas op het Waddeneiland Texel geweest. Alex (mijn broer) en ik waren nog nooit op Texel geweest, dus we hadden geen idee wat ons allemaal te wachten stond. Dag 1: vrijdag 29 mei met veel wind, eerst droog, later felle buien en regen ‘s Ochtends om 9.00 uur verzamelde het tiental bij Paul thuis. Eerst werd er nog even een bakje gedronken, alvorens het gezelschap in 3 auto’s richting Den Helder vertrok. Op de heenweg stopten we eerst bij De Putten in Noord-Holland. Hier zagen we onder andere Tureluur, Goudplevier, Steenloper en Bergeend. Na deze stop gingen we even wat drinken bij Strandpaviljoen Struin, alvorens we naar Het Zwanenwater bij Callantsoog gingen. Hier wandelden we rond twee meren, waar we hele velden met Rietorchis tegenkwamen. Ook werd de Bokkenorchis aangetroffen. In een van de vogelkijkhutten bij het ‘Eerste Water’ kwamen we een nest tegen met jonge vogeltjes. Van welke vogelsoort deze jongen waren, weten we
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
91
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------niet. We hebben ze maar snel met rust gelaten zodat de ouders weer snel terugkeerden. Vanuit deze vogelkijkhut zagen we veel Grauwe Ganzen en er scheerden allemaal Boerenzwaluwen langs. In het water, naast het houten vlonderpad naar de kijkhut toe, stond nog Waterdrieblad in bloei.
De jonge vogeltjes in de vogelkijkhut bij het Zwanenwater (Thomas van Haaster)
Nadat we rondom de twee wateren van het Zwanenwater gelopen waren en bijna weer bij de uitgang aan waren gekomen, kreeg Thomas via zijn mobiel een berichtje binnen van zijn moeder waarin zij zei dat er een brand was op de veerboot naar Texel! Eerst dacht de groep nog dat het een flauwe grap was, maar voor de zekerheid keken verschillende mensen toch maar even op hun smartphone. En ja hoor, er was inderdaad wat aan de hand op de veerboot naar Texel en de vertraging liep op tot drie uur! “Zullen we teruggaan naar huis en morgen opnieuw proberen om naar Texel te reizen of zullen we het gewoon gokken en nu naar Texel gaan?” was de vraag. Uiteindelijk werd besloten om het toch maar te gaan proberen, want een van de twee veerboten bleek nog wel te varen. Maar eerst gingen we even wat drinken bij Steakhouse Duinoord voor we in Den Helder aansloten bij de lange rij wachtende auto’s voor de veerboot naar Texel. Na een zeer lange wachttijd waarbij we alle grassprieten langs de kant van de weg meerdere malen geteld hadden, vertrokken we eindelijk naar Texel. De veerboot had tijd goed te
92
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek maken, dus we waren al binnen 10 minuten aan de overkant! Eenmaal op Texel aangekomen, werd er eerst boodschappen gedaan bij de plaatselijke AH (op een lege maag, dus werd er lekker veel voedsel ingekocht) voor we op weggingen naar onze verblijfplaats voor dit weekend: boerderij ‘De Oorsprong’ in De Cocksdorp. Na een rondleiding door de boer en na het verdelen van de vijf slaapkamers, konden we eindelijk wat avondeten gaan eten; het was toen al 22.00 uur ’s avonds. Gelukkig hadden Marijke en Hanneke voor de eerste dag soep klaargemaakt, dus we konden meteen aanvallen. Na het heerlijke soepje gingen we naar bed om bij te komen van deze leuke maar toch ook wel hectische dag. Dag 2: zaterdag 30 mei met zonnig weer maar ook nog veel wind ’s Ochtends in aller vroegte gingen Arie, Jos, Rob en Paul op pad om vogels te kijken, maar vooral ook om mooie foto’s te maken. Nadat het drietal terug kwam van het dauwtrappen, volgde het gemeenschappelijk ontbijt.
Het tienkoppig gezelschap op de dijk bij de Schorren (Jos van Schie)
De organisatie (Arie en Hanneke) had als eerste stop het natuurgebiedje Utopia in het vizier, wat op nog geen 800 meter van ons verblijf lag. Deze voormalige akker was omgetoverd tot een binnendijks vogelwalhalla, met allerlei ondiepe plassen en eilandjes. Hier zagen we onder andere Kluten met jongen, aan de overzijde van
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
93
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------waar we stonden te kijken een Spotvogel en verderop (toen we langs de dijk gingen wandelen) een kolonie Grote Sterns en een Lepelaar. Via de dijk liepen we verder en kwamen we uit bij het buitendijkse natuurgebied De Schorren met uitzicht op de Waddenzee. Dit terrein van kwelders was is niet toegankelijk en alleen vanaf de buitenzijde van de dijk te overzien. Aangezien het aan deze kant van de dijk nogal waaide, zagen we niet zoveel vogels. Wel waren er enkele Kleine Plevieren en Goudplevieren op zoek naar voedsel in de modder. Ook zagen we twee Rotganzen. Voor Leo en Ellen was er gelukkig meer te zien, namelijk veel bijzondere zoutminnende plantensoorten. Zo kwamen we onder andere Zeekool tegen. Deze plant is eetbaar en werd vroeger dan ook gewoon gegeten; tegenwoordig is het weer op de markt gekomen als een ‘exclusieve vergeten groente’. Na het bezoek aan Utopia en De Schoren, gingen we op zoek naar de Morinelplevier die hier in de buurt gespot was. Volgens waarneming.nl zou dit in de buurt van de Hollandseweg geweest moeten zijn, maar helaas kwamen we deze zeldzame vogel niet tegen. Toen gingen we maar even terug naar de boerderij voor een welverdiende lunch, want voor de middag stonden De Muy en de Mokbaai op het programma.
Bij De Muy staat nog een oude boerderij (Thomas van Haaster)
Toen we lekker gegeten hadden, reden we in de middag dus naar De Muy (een gevarieerd natuurterrein met open duinen, grassige delen, heidevelden en drassige stukken). Op de weg er naartoe kwamen we een mannetje Blauwe Kiekendief
94
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek tegen en zagen we ook baltsende Bruine Kiekendieven. Eenmaal bij het natuurgebied aangekomen, liepen we eerst via een oude boerderij (waar in de nok van het dak een Torenvalk broedde) langs oude weidegronden. Hier vonden we onder meer het Groentje (een dagvlindersoort, familie van de Blauwtjes), enkele Bergeenden, een stuk of vijf Koekoeken en roepende Grutto’s. Met een bocht liepen we vervolgens richting het strand waar we midden in een groep Kneutjes terecht kwamen. Voor we het strand bereikten, keerde we 90 graden om, om vervolgens dwars door het duingebied te lopen terug naar de auto’s. Tijdens deze avontuurlijke wandeling naast de paden zagen we nog een paar Wulpen langs vliegen en een Torenvalk op zoek naar prooi. Hierna reden we door naar de Mokbaai waar we vanaf een uitkijkpunt zicht hadden op de daar gevestigde aalscholverkolonie. Tijdens het gadeslaan van deze vogels, vloog er plots een Bruine Kiekendief heel laag over. Hij liet zich heel mooi bekijken. Toen we hier een klein uurtje vogels gespot hadden, gingen we naar het vakantieadres terug van waaruit we Chinees bestelden. De Chinees heeft altijd grote porties blijkt, want we hadden voor 8 man besteld (terwijl we met zijn tienen waren), maar we kregen zoveel dat we er uiteindelijk de rest van het verblijf op Texel mee hebben gedaan. Dag 3: zondag 31 mei bijna alleen maar regen, regen en nog eens regen Ondanks dat we zondag zouden uitslapen, gingen Jos, Rob en Paul toch nog vroeg hun nest uit op zoek naar vogels en om mooie plaatjes te schieten. Gelukkig was het nog redelijk droog weer toen ze vertrokken, want de weersvoorspelling sprak over regen en mogelijk zelfs hagel voor deze dag. Onderweg had het drietal echter wel een hagelbuitje, maar dat mocht de pret niet drukken. Na deze toch wel natte ochtend, volgde het gemeenschappelijke ontbijt. Er werd afgesproken om iets later te vertrekken vanwege het slechte weer. Dus toen het even droog werd, gingen we meteen op pad. Eerst reden we voor een tweede poging naar de plek waar de Morinelplevier zou moeten zitten. En ja hoor, nu hadden we het geluk dat een van ons het onopvallende vogeltje wist te spotten bij de Hoofdweg. Op een dorre akker liep het dier op zo’n honderd meter afstand te foerageren. Nadat de telescopen geplaatst waren, bleek dat er niet één maar vijf exemplaren aanwezig waren. Nadat we hier een klein halfuur gekeken hadden, moesten we toch echt gaan naar onze afspraak met gids Pam Lindeboom. Zij zou ons deze zondagmiddag meenemen op excursie naar De Slufter; het enige gebied in Nederland waar de zee van oudsher ongehinderd kan binnenstromen. Toen we daar precies op tijd aankwamen, begon het weer alweer natter te worden. Gelukkig hadden de meesten van ons regenkleding mee (behalve Alex en ik), dus niet iedereen werd meteen helemaal drijfnat. Pam Lindeboom, de vrijwilligster die de excursie leidde,
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
95
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------legde ons uit hoe De Slufter is ontstaan. In de Middeleeuwen probeerde men het Waddeneiland Texel vast te leggen, zodat de zee geen vrij spel meer had. Dit werd gedaan door o.a. dijken in de duinen aan te leggen. Alleen bij de plek van waar nu De Slufter is, lukte het niet om de zee buiten te houden. Vandaar dat de zee hier nog steeds vrij in en uit kan stromen. Hierdoor komen er veel zeldzame planten voor. Na deze korte introductie, liepen we met Pam mee de vlakte op. De planten die we onder andere tegenkwamen waren Lamsoor, Zeekraal, Zeealsem (sterke geur)en Engels gras. Bij een open plek met een losgewoelde bodem haalde Pam haar zakmes te voorschijn, waarmee ze een stuk grond eruit haalde. In dit natte zand zaten allemaal Gele mieren! Het bijzondere aan deze dieren is dat ze bij vloed toch nog onder de grond kunnen overleven. Iets verderop zat een grote groep vogels te foerageren, waaronder ook enkele Eidereenden.
Ondanks het slechte weer bij De Slufter, luisterde ieder met veel aandacht naar de gids (Leo Boelé)
Via het droog gelegen deel van De Slufter (bij vloed loopt dit gedeelte onder water) liepen we door de duinen heen. In het duingebied kwamen we de opvallend blauw gestreepte rupsen tegen van de Heideringelrups en de Ringelrups (beide nachtvlinders). Pam legde uit dat het verschil tussen deze twee rupsen moeilijk te zien is, maar aan het feit dat de zeldzamere Heideringelrups een gele streep heeft, terwijl de Ringelrups een oranje streep heeft, kon je de soorten enigszins uit elkaar houden. Aangezien het nog steeds regende, en sommigen al aardig nat waren geworden, werd besloten om deze interessante en leuke excursie toch wat in te korten. Op de terugweg zagen we nog enkele Roodmussen langs vliegen. Na de
96
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek gids bedankt te hebben, gingen we terug naar de boerderij om te lunchen. Eenmaal daar aangekomen, kwam echter eerst de boer langs om te kijken wat we van de accommodatie vonden. Hij legde verder het een en ander uit over zijn koeienen schapenboerderij en hoe het met het huidige boerenleven gaat. Na het gesprekje konden we dan toch eindelijk even wat eten (het was al 15.00 uur geworden). Aangezien het nog steeds goot van de regen, besloten Leo, Ellen, Alex en ik naar Ecomare te gaan. De anderen gingen, ondanks het slechte weer, toch nog verder zoeken naar vogels bij de Noordkant van De Slufter en langs de zuidoostkant van Texel. Ondertussen gingen wij (Leo, Ellen, Alex en ik) dus naar Ecomare, het museum over het leven in en rondom de Wadden. Omdat we er al erg laat heen gingen (we waren er pas even 16.00 uur) en het museum om 17.00 uur ging sluiten, was het een beetje een bliksembezoek. Maar het was zeker de moeite waard. Er stonden allerlei aquaria met vissen en kreeftachtigen die ook in de Waddenzee aangetroffen worden. Verder waren er grote waterbassins met Bruinvissen. In het buitengedeelte waren er nog Jan-van-genten en zowel Gijze als Gewone Zeehonden. Nadat we er een klein uurtje hadden rondgelopen, kochten we bij de souvenirwinkel twee natuurboeken voor Arie en Hanneke voor de organisatie van dit weekend. Toen we weer terug kwamen in het huisje en de fanatieke vogelaars er ook weer waren (overigens zonder veel gezien te hebben), overhandigden we tijdens het avondeten de boeken aan Arie en Hanneke.
Boerderij ‘De Oorsprong’ was de locatie waar we overnachtten (Thomas van Haaster)
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
97
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------Dag 4: maandag 1 juni eindelijk kalmer weer en droog Vandaag was alweer de laatste dag aangebroken. Ook nu gingen Jos, Rob en Paul weer vroeg uit de veren om vogels te spotten. Alleen nu gingen Arie en Hanneke ook vroeg op, omdat zij alweer een afspraak hadden en dus bijtijds weer weg moesten. Na afscheid genomen te hebben en nadat de drie vroege vogelaars weer terug waren (ze hadden een Blauwborst gezien), ontbeten we nog even alvorens we onze spullen in gingen pakken. Omdat we de eerste dag met honger boodschappen gedaan hadden bij de AH, hadden we erg veel voedsel over. Een deel lieten we achter voor de boer, een deel brachten Marijke en Rob naar de koeien en de rest (vooral chips en koek) mochten Alex en ik meenemen. Jummie! Maar goed dat we mee mochten rijden, want we hadden nu meer spullen mee dan we de heenweg mee hadden genomen.
De Kluut liet zich goed fotograferen (Thomas van Haaster)
Nadat we de sleutels afgaven bij de eigenaar, vertrokken we huiswaarts. Maar eerst reden we nog langs een paar vogelgebiedjes, zoals De Schorren, en Dijkmanshuizen. Hier waren de fanatieke vogelaars zondag in de regen al geweest, maar nu was het droog en hoopten we op meer waarnemingen. De vogelsoorten die we tegen kwamen waren onder andere: Rosse Grutto, Oeverzwaluw, Regenwulp en Drieteenstrandloper. Rond het middaguur gingen ook Leo, Ellen, Alex en
98
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek ik weg, zodat we een beetje bijtijds thuis zouden zijn. Marijke, Jos, Rob en Paul bleven nog even. Zij zijn later nog langs Oudeschild gereden en hebben eenmaal op het vaste land in Bergen nog gegeten. Op de terugweg hadden we gelukkig geen last meer met vertraging van de veerboot en was het weer ook goed en aangenaam. Wat een verschil met de heenweg! Nooit geweten dat Texel zo mooi is, het is zeker een aanrader en ik hoop zelf er ooit ook weer heen te gaan! En nu weet ik ook waarom Texel ook wel het Vogeleiland genoemd wordt, want wat een hoop verschillende soorten vogels hebben ze hier! Bedankt allemaal voor de gezelligheid en de mooie waarnemingen!
Vogel- en plantenexcursie naar het Kennemerstrand bij IJmuiden Door: Wim de Klerk Wolters Op zaterdag 20 juni om acht uur kregen we van John van Velzen de mededeling dat de excursie wel doorging, maar dat de gids had afgezegd en dat hij niet wilde zeggen waar we bijzondere planten konden verwachten. John had er echter het volste vertrouwen in dat het met de kennis van de deelnemers toch een geslaagde excursie zou worden en dat is het inderdaad ook geworden. Het Kennemerstrand is een relatief nieuw natuurgebied van 50 hectaren langs de kust van IJmuiden. Een van de weinige plaatsen waar nog kustaangroei is met jonge duinvorming. De primaire duinvallei staat inmiddels aangeschreven als een van de soortenrijkste van de vastelandsduinen. Dat belooft dus wat. Nadat we de auto’s geparkeerd hadden, liepen we langs bermen waarin al heel veel planten stonden, onder andere Muskuskaasjeskruid, Teunisbloem, Wondklaver, Wilde reseda, Ossentong en Hondstong en ook Blauw knoopkruid. Naast een bunker stonden naast het Kruipend stalkruid een aantal bremrapen, planten zonder bladgroen die als parasiet op de wortels van een andere plant groeien. Door een van de verrekijkers was ondertussen een Goudvink gespot, opgemerkt door zijn roep. Hij liet zich ook door de anderen goed bekijken. De eerste aanblik van de duinvallei was imponerend: geel door de tienduizenden Ratelaars. Paul heeft ons later nog even laten horen waarom een Ratelaar ‘Ratelaar’ heet. John had een uitgebreide lijst met te vinden planten voorgelezen, dus op zoek maar naar al die orchideeën, waarvan we slechts sommigen bij naam kenden. Zo af en toe werd er een interessant vogeltje gespot zoals de Blauwborst en de Rietgors, waarbij de laatste zich veel beter liet bekijken dan de eerste. Er stonden inderdaad veel or-
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
99
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------chissen, zoals de aan zijn open, ronde cirkels op de bladeren te herkennen Rietorchis en de daarop lijkende Brede orchis. Of was dat nu die ongevlekte Rietorchis? De Vleeskleurige orchis, met zijn tot naast de bloem komende bladeren, was ook talrijk aanwezig en makkelijk te herkennen. Maar van de Bokkenorchis helaas geen spoor. Gelukkig hoorden we van iemand, die ook aan het speuren was, dat hij hem ook niet kon vinden. Ondertussen hielp hij ons aan de naam van een tussen het riet staande witte plant die wij niet kenden, de Poelruiter. Tijdens onze wandeling viel op dat je op sommige plaatsen planten in enorme hoeveelheden tegenkwam en vervolgens weer een stuk helemaal niet, zoals Stijve Ogentroost, Waternavel, Munt en Moeraskartelblad. Als Ellen weer eens een onbekend klein bruin vogeltje zag, bleek het volgens de kenners bij herhaling een gewone Heggenmus te zijn. Verder waren er nog heel wat interessante plantjes te zien, zoals Herfstbitterling, de Groenknolorchis, Waterpunge, Blauw glidkruid, de Gewone vleugeltjesbloem en een enkele al in bloei staande Parnassia. Het blad van Klein hoefblad was talrijk aanwezig en op een enkele plek het blad van de Moeraswespenorchis en de Parnassia. Misschien een tip om hier over een paar weken eens te gaan kijken, want het gebied is zeer de moeite waard. Al met al was het een leuke en leerzame ochtend, waarbij het weer gelukkig meewerkte. Ik sluit af met de woorden van John: “Er is hier zoveel te zien, dat we hier volgend jaar nog eens terug moeten komen, maar dan met een gids”.
Vaarexcursie over de Nieuwkoopse Plassen Door: John van Velzen Vorig jaar stond deze excursie direct na een bezoek aan de Groene Jonker ook op het programma. De Groene Jonker was toen al moeilijk zichtbaar tussen alle regendruppels door. De excursie óp het water hebben we toen maar laten zitten. Dit keer hadden we op 6 juni meer geluk. Een zonnetje en 20°C bleken de ideale basis voor een heerlijk ontspannen tochtje over het water. In totaal hadden zich 14 liefhebbers aangemeld. We vertrokken om 9.00 uur met 2 fluisterboten vanuit Noorden. Op ons vaartochtje genoten wij van de vele Wulpen die ons met hun rollende klanken door de kreken en slenken voerden. Het gaat gemiddeld niet goed met het wulpenbestand in Nederland maar aan Nieuwkoop en omgeving ligt dat niet. Datzelfde geldt voor de Koekoek die we daar gegarandeerd elke excursie horen en zien. Je blijft wel altijd eerst een seconde twijfelen of het geen Sperwer is. Maar dan zie je toch al snel aan de bouw dat het een Koekoek betreft. Ook
100
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek scoorden we in een nabijgelegen weiland een prachtige Purperreiger. Die kon onze belangstelling weinig waarderen en vloog naar een plek ruim 100 meter verderop. Op een van de kleine plassen hadden zich Zwarte Sterns verzameld; die waren erg druk met elkaar. Om die reden konden wij ze met de boot tot zeer dichtbij naderen. De professionele fotografen onder ons konden daar mooie plaatjes van schieten. Na nog even op het trilveen gedanst te hebben, waren wij na 3 uur varen weer op de plaats van vertrek. Een heerlijke bak koffie na afloop en met een waardevolle ervaring weer naar huis.
De Zwarte Stern was wel het hoogtepunt van de excursie (Thomas van Haaster)
Bizons in de duinen van Zuid-Kennemerland Door: Cees Timmermans Een paar jaar geleden stond ik in Amerika tegenover een groepje bizons. Ik was onder de indruk van zo’n kolossaal brok spierkracht. Jammer dat het niet meer mogelijk was een kudde over de prairie te zien denderen, omdat zowel prairieland als bizons er bijna niet meer zijn.
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
101
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------Begin dit jaar stond ik weer oog in oog met bizons, maar dan vlak buiten ons eigen KNNV-gebied, in het Kraansvlak in de duinen van Zuid-Kennemerland. De daar aanwezige Europese wisenten zijn wat kleiner dan hun Amerikaans familieleden, maar toch weinig minder imposant met hun gewicht van 600 kilo, en een stier zelfs 900 kilo. Sinds 2007 begraast een groep Wisenten het Kraansvlak, en houdt daarmee het landschap open en voorkomt vergrassing en overwoekering van het duin door Duindoorns, Vogelkers en opslag van bomen. Bij het natuurbeheer kiezen we er op dit moment in Nederland voor om de tijd min of meer stil te zetten op het moment dat er grijze duinen zijn. Dit landschapstype bestaat ergens anders vrijwel niet en is daardoor voor Europa belangrijk om te bewaren. Als je de natuur zijn gang laat gaan, dan groeit het duingebied dicht zoals alle natuur en eindigt het in bos. Om de ontwikkeling tot bos tegen te gaan is ingrijpen van de mens nodig. Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland kiest ervoor om dit ingrijpen ook te laten uitvoeren door Wisenten. Van oorsprong kwamen die, met het Oerrund in de Europese laagvlaktes voor. Ze zijn teruggedrongen naar enkele onvruchtbare uithoeken van Europa, sinds de mens het land voor landbouw ging gebruiken en inrichten. Bovendien was de jacht op Wisenten interessant vanwege vacht, vlees en hoorns. In 1927 was de Europese wisent in het wild uitgestorven. Gelukkig waren er nog enkele tientallen exemplaren in dierentuinen. Later zijn vanuit dit bestand dieren weer teruggeplaatst in de natuur in Oost Polen. Naar schatting leven er nu ongeveer 3500 Wisenten in het wild en in bijna wildsituaties. In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland zijn vanaf 2007 zes wisenten uit Polen uitgezet. Er zijn jongen geboren en sommigen zijn ook weer overleden door verschillende oorzaken. Op dit moment telt de kudde 24 dieren, waarvan 19 vrouwtjes en jonge stiertjes, en 5 kalveren die dit jaar geboren zijn. Men schat dat 15 dieren ongeveer het optimale aantal is voor het Kraansvlak. Binnenkort gaan er twee jonge stieren naar Spanje om daar in twee natuurgebieden nieuw bloed in een nu nog kleine kudde te brengen. Ze eten vooral gras en kruiden, maar in de winter ook boombast en struiken als Kardinaalsmuts en Duindoorn. Jammer genoeg vinden ze van de Amerikaanse vogelkers alleen de jonge scheuten wel aardig. Ook zijn ze goed in het achteloos omduwen van boompjes en struiken, waardoor ze het terrein open houden. Door met hun hoeven over de grond te krabben en door in het zand te rollen houden ze het terrein open en zorgen ze voor stuifkuilen. Hier profiteren vele insecten als mestkevers en graafwespen van en ook zandhagedissen. Voorjaar 2015 zou er een aantal Wisenten worden doorgespeeld naar een plek bij Kootwijk op de Veluwe. Op het laatste moment ging dit niet door, maar waar-
102
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek schijnlijk gebeurt dit volgende jaar wel. Ook wordt er elders driftig gezocht naar jonge stiertjes om voor nieuw bloed in de kudde van het Kraansvlak te zorgen.
Wisent in het Kraansvlak (Cees Timmermans)
Van september tot maart is er in het Kraansvlak een wandelroute open, het “Wisentenpad”, waarlangs je door het gebied van de Wisenten kunt lopen. De kudde van koeien en kalveren beweegt zich als groep door het gebied, geleid door de oudste koe. De stier die voor de voortplanting heeft gezorgd is enige tijd geleden overleden. Hij is nu opgezet te zien in het bezoekerscentrum. Hij bewoog zich meestal wat afgezonderd door het terrein. Van mensen blijken ze zich niet veel aan te trekken, waardoor je veilig door het gebied kunt wandelen, als je zelf maar op afstand (50 meter) van ze blijft. Het eerste jaar hielden vrijwilligers steeds een oogje in het zeil, maar de confrontatie van Wisenten en mensen leverde geen problemen op. Vanaf maart tot september is het Wisentenpad gesloten vanwege het broedseizoen. Het hele jaar door kan je de Wisenten ook zien vanuit het uitzichtpunt in de zuidoost hoek van hun gebied. Dit uitkijkpunt is te bereiken via het Middenduin. Op een website kun je zien waar de wisentengroep zich de laatste uren heeft opgehouden. (Even googleen: ‘Waar zijn ze? Wisenten’).
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
103
Natuurvereniging de Bollenstreek ----------------------------------------------------------------
Libellenexcursie zaterdag 4 juli 2015 Door: Thomas van Haaster Op een warme zaterdagochtend (4 juli 2015) kwamen 14 mensen bijeen voor de libellenexcursie van Co & Agaat Mesman. Veel bekende gezichten, maar er waren ook enkele nieuwelingen bij. De excursie ging om 10.00 uur van start bij Ingang Panneland (Amsterdamse Waterleidingduinen). Dit was een uurtje eerder dan vooraf gepland, maar dit kwam vanwege het feit dat de weersverwachting voor die dag nogal tropisch was. Met zulke hoge temperaturen (meer dan 30 graden Celsius) vliegen zelfs de libellen niet graag meer rond.
Co Mesman legde duidelijk het verschil uit tussen echte libellen en juffers (Jos van Schie)
Samen liepen we naar de bekende duinrel waar ook in voorgaande jaren deze excursie gehouden werd. Nadat we de gebruikelijke damherten gepasseerd waren, hield Co een kort verhaal over libellen. Hij vertelde dat het verschil tussen echte libellen en waterjuffers vooral te zien is aan de stand van de vleugels. Waterjuffers klappen deze in rust dicht, terwijl die van echte libellen open blijven. Daarnaast vertelde Co dat het verschil ook te zien is aan de ogen. Bij waterjuffers zitten de ogen niet aan elkaar, terwijl de ogen bij echte libellen elkaar wel raken.
104
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek Ook werd er het een en ander verteld over de voortplanting van libellen, waarbij mij vooral bijbleef dat de geslachtsopeningen van libellen op een heel andere plek zitten dan wat wij gewend zijn. De geslachtsopening van het mannetje bevindt zich namelijk onder het borststuk. Doordat het uiteinde van het achterlijf wordt gebruikt om het vrouwtje vast te houden, is de eigenlijke geslachtopening onbereikbaar voor het vrouwtje. Het sperma wordt van te voren door het mannetje van het geslachtorgaan overgebracht naar een secundair copulatieorgaan, dat aan de onderzijde van het achterlijf ligt. Hierdoor ontstaan bij de paring het zogenaamde paringswiel.
De Grote roodoogjuffer (Jos van Schie)
Verder kwamen ook de damherten aan bod, en dan voornamelijk de negatieve invloed die zij hebben op de vegetatie en daarmee ook op de stand van onder andere vlinders en libellen. Bij vlinders heeft de toegenomen damhertpopulatie gezorgd voor een gebrek aan waard- en voedselplanten. Deze hebben libellen niet, dus je zou zeggen dat zij er geen of in ieder geval minder last van zouden moeten hebben. Echter, de prooidieren van libellen zijn wel afhankelijk van bloeiende planten (die dus in grote aantallen opgegeten worden door de damherten) en daardoor hebben damherten dus indirect ook invloed op de stand van de libellen. Het verschil tussen wel en geen damherten was goed te zien bij het hek dat de damherten binnen moet houden. Aan de buitenkant van het hek stond het gras
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
105
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------tot een meter hoog, bloeiden er vele planten en vlogen beduidend meer vlinders en libellen dan aan de binnenkant van het hekwerk (waar wij dus stonden). Nabij de duinrel was het gras gemillimeterd, bloeiden nauwelijks planten (alleen Jacobskruiskruid en Watermunt) en waren de oeverplanten zoals Riet bijna tot de grond toe opgegeten. Na deze opfriscursus, ging de groep op zoek naar libellen. Al snel werd de eerste libel gespot, namelijk het Lantaarntje (een waterjuffer). Het mannetje is duidelijk te onderscheiden van andere soorten vanwege zijn opvallend blauwe kont, terwijl de rest van zijn staart zwart van kleur is. Daarnaast waren er ook Azuurjufffers, Watersnuffels en mogelijk ook Variabele waterjuffers van de partij. Deze drie soorten zijn heel moeilijk uit elkaar te houden, dus het schepnetje van Co kwam goed van pas. Door de dieren tijdelijk te vangen, kon aan de hand van het libellenboek van Agaat gekeken worden om welke soorten het precies ging. Leuk was ook de vondst van de Grote roodoogjuffer. Deze was gelukkig op afstand al goed te determineren vanwege zijn opvallende grote rode ogen (logische naam eigenlijk). Naast deze juffers vlogen er ook Viervlekken rond (een echte libel). Verder werden de Grote keizerlibel en ook een Gewone oeverlibel waargenomen.
De Viervlek (Thomas van Haaster)
106
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek Naast libellen werd er ook gekeken naar andere dieren. Zo werd er enkele keren een Groot dikkopje (een dagvlinder) gesignaleerd. Ook vlogen er Atalanta’s en een enkel Groot koolwitje over. Naast dagvlinders was ook de reptielengroep vertegenwoordig in de zin van een juveniele Zandhagedis. Doordat de temperatuur al flink aan het stijgen was, werd na een uur besloten om de excursie voor gezien te houden en naar huis te gaan. Ondanks het warme weer en het feit dat we niet heel veel soorten gezien hadden, was de libellenexcursie erg geslaagd te noemen. Niet in de laatste plaats door het enthousiasme dat Agaat en Co lieten zien tijdens het determineren van de soorten. Bedankt voor deze leuke ochtend! Na afloop zijn Jan Plomp en ik (Thomas van Haaster) nog gaan kijken of we Boomkikkers konden vinden bij het Eiland Van Rolvers. Helaas waren de Boomkikkers niet thuis (waarschijnlijk gevlucht voor de hitte), maar we zagen nog wel een paar Vroege glazenmakers (echte libellen) boven het water rondvliegen. Met toch wel een voldaan gevoel, gingen ook wij uiteindelijk weer met de fiets op huis aan.
Planten zoeken in de Schulte Küperjanshof op zondag 19 juli 2015 Door: Adrie van Dam De weergoden zijn ons goed gezind. Na een regenachtige ochtend is de zon gaan schijnen en dit komt goed uit als we een bezoek brengen aan de heemtuin in Hillegom. De tuin ligt onopvallend in de Hillegomse woonwijk Elsbroek. De rondleiding is georganiseerd en wordt geleid door Paul Venderbosch die als vrijwilliger in de heemtuin actief is. Er zijn 18 belangstellenden gekomen. Paul deelt een plantenlijst uit waarop de ruim 90 planten en bomen vermeld staan die te bezichtigen zijn en waarvan er momenteel een kleine dertig in bloei staan. Een natuurlijke tuin Peter Verbruggen, vrijwilliger en imker, vertelt eerst iets over de heemtuin. Oorspronkelijk behoorde de tuin aan de Hillegomse, welgestelde familie SchulteKüperjans. De tuin is halverwege de jaren tachtig verkocht aan de gemeente Hillegom onder de voorwaarde dat de tuin behouden zou blijven. Het beleid van de gemeente Hillegom is de natuur zijn gang te laten gaan en zo min mogelijk in te grijpen. De gemeente maait de tuin een paar keer per jaar en onderhoudt de paden. De verhoogde schelpenpaden zorgen voor droge voeten in deze drassige tuin ook na een regenbui, zoals die van deze ochtend.
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
107
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------Snelle groei en grote planten De snelgroeiende Japanse duizendknoop heeft in een paar maanden tijd een behoorlijke hoogte bereikt. De enorme planten hebben holle stengels die aan bamboe doen denken en hebben een tunnel gevormd over het schelpenpad. We lopen door de ‘Japanse’ tunnel en we gaan letterlijk onder in het groen. We komen uit bij een vlonder aan de Ringvaart die uitzicht biedt op de Haarlemmermeer. Een plant met enorme parasolbladen, dat op reuzenrabarber lijkt, blijkt Mammoetblad te zijn. De stengel en de nerven onder het blad hebben stekels. Even verderop staat Groot hoefblad waarvan het blad er ook mag zijn. De bloemen van de mannelijk en de vrouwelijke planten van Groot hoefblad zijn verschillend. Het Klein hoefblad heeft eerst een bloem en daarna ontwikkelt het blad zich. De Grote- en de Gewone berenklauw groeien beide in de heemtuin. Met de Grote berenklauw is het bij aanraken van de plant oppassen voor brandblaren. Bij de Gewone berenklauw zie je aan de rand van het bloemenscherm dat de bloemetjes groter zijn. Bij de vijver groeit de Grote lisdodde, ook wel lampenpoetser genoemd. De bruine sigaar is de bloem en heeft zowel een mannelijk als een vrouwelijk deel. Op zonnige en open plekken staan Wederik, Sint-Janskruid, Groot heksenkruid met piepkleine bloemen, en ook Kattestaart en Valeriaan. Koninginnekruid dat ook wel Leverkruid genoemd wordt is zeer aantrekkelijk voor vlinders. Op een schaduwrijke en vochtige plek bloeien het harig Wilgenroosje en Watermunt. Op sommige bloemen zien we Soldaatjes, een roodbruin kevertje dat voor de plant niet schadelijk is, want het jaagt op insecten. Op de grond woekert de Winde, een snelgroeiend plantje dat ook wel pispotje wordt genoemd. Een Kaardenbol laat nog een restje paarse bloemetje zien. En er wordt nog een onbekend, paars plantje ontdekt dat nog niet op de plantenlijst vermeld staat. Het wordt even vergeleken met Kattestaart, maar is toch anders. De (toe-)stand van de bomen De drassige veengrond is niet ideaal voor alle soorten bomen. Een Berk is gevoelig voor een wisselende waterstand. Een restant van een Berk heeft het uiterlijk van een totempaal gekregen. Bovenaan hebben spechten gaten in de paal aangebracht en twee Berkenzwammen sieren de buitenkant. Een Zwarte els kan vochtige grond goed verdragen maar heeft last van Elzenhaantjes, kleine vraatzuchtige torretjes. Een Paardenkastanje lijdt aan een bacterieziekte waardoor de bast van de stam loslaat en de boom ten dode is opgeschreven. Maar er zijn ook bomen die het prima doen. De lindeboom trekt met zijn geurige bloemen vooral in de ochtend de bijen aan. Ook een enorme ligusterstruik laat zich ruiken. Een aantal Moerascipressen vormt een laantje met een lichtgroen
108
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek bladerdek dat uit ragfijne naalden bestaat. Bijzonder aan deze bomen zijn de pneumatoforen: ademwortels die als stompjes boven de grond uitsteken. De knobbels dienen om zuurstof op te nemen. Een oude wilg biedt onderdak aan een bijenzwerm. De zwerm die hier spontaan is neergestreken heeft het vooralsnog prima naar haar zin maar zal de komende winter hoogstwaarschijnlijk ten onder gaan. Mogelijkheden om de zwerm uit de boom te halen lijken kansloos. In een oude boomgaard staan nog enkele vruchtbomen. We zien een appelboom en een pruimenboom, maar een perenboom lijkt verdwenen te zijn. Paul legt nog het verschil uit tussen een Beuk en Haagbeuk. De Haagbeuk heeft niets met een haag te maken maar heeft een kartelblad in tegenstelling tot de Beuk die dit niet heeft. De steeklust van de bijen De bijenkasten die een beschutte plek in de tuin hebben laten we met rust i.v.m. de steeklust van de bijen. Bijen kunnen soms erg enthousiast worden bij, met name, dames die zo heerlijk ruiken. In het kleine informatiehuisje staat een bijenkast met een nog jong volk, dat we goed kunnen bekijken. We krijgen uitleg van Peter Verbruggen die ook als imker in de heemtuin actief is. Er zijn drie soorten bijen: de koningin, darren en de werkbijen. De belangrijkste is de koningin, die voor het nageslacht zorgt en eitjes legt. Ze heeft een enorme productiviteit. De darren zijn de mannelijke bijen die de koningin bevruchten. Darren kunnen niet voor zichzelf zorgen en worden, zolang zij van nut zijn voor de voortplanting, gevoed door de werkbijen. Als hun rol na de zomer uitgespeeld is, worden ze niet meer gevoed en zullen ze de hongerdood sterven. En het volk, de vrouwelijke werkbijen, die werken zich letterlijk dood. Een bij haalt nectar en stuifmeel bij één soort bloem. Dit is de bloem die de bij geleerd heeft van andere bijen. Door middel van een dansje wordt de informatie van bij tot bij overgedragen. Nadat de plant of boomsoort uitgebloeid is wordt jongere bijen geleerd een andere soort bloem te bezoeken. Peter vertelt met veel enthousiasme nog over het op temperatuur houden van het nest in winter en zomer door veel met de vleugeltjes te bewegen. Ook belicht hij de verschillende eigenschappen van bijenvolken zoals: zwermneiging, de steeklust en de honing productie. We hebben grote bewondering voor de bezige bijtjes. Een schilderachtige vijver Een idyllisch plekje midden in de heemtuin is de vijver. Helaas zwemmen er in de vijver geen vissen. Dit zou een mooie en aantrekkelijke plek kunnen zijn voor de IJsvogel. Wie weet worden er hiervoor in de toekomst mogelijkheden gecreëerd.
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
109
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------Midden in de vijver is een eiland waar regelmatig Roodwangschildpadden gezien worden, maar vandaag komen we ze niet tegen.
De vijver, met in het midden een eilandje (Adrie van Dam)
Een ander diertje dat hier huist en zich ook niet laat zien is de Veenmol. De Veenmol, een zeldzaam insect, dat van zachte en vochtige grond houdt, voelt zich thuis in de veengrond. Dit verklaart ook de naam Veenmol. Het is met name actief bij het moestuingedeelte, waar het gangen graaft. We beëindigen onze rondleiding bij een vlonder die mooi uitzicht biedt op de vijver en we kunnen nog even terugblikken op de tuin. De tuin heeft een natuurlijke uitstraling en is gevarieerd van opzet. De veengrond biedt een grote verscheidenheid aan planten, struiken en bomen. Bomen zorgen voor schaduwrijke plekken en er zijn open plekken, waar de zon schijnt en bloemen tot hun recht komen. De tuin is een eldorado voor vogels en de bekende tuin-/parkvogels komen hier voor. Leuke doorkijkjes en vlonders met zitjes maken dat het er aangenaam vertoeven is. De tuin is zeker een bezoek waard en naast wat informatieve bordjes in de tuin zijn er vaak vrijwilligers aanwezig om meer over de tuin en de bijen te vertellen.
110
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek Dank aan Paul en Peter voor de rondleiding door deze mooie heemtuin. Er is behoefte aan nog een keer heemtuin en de belofte is snel gemaakt om volgend jaar deze rondleiding te herhalen, maar dan in het voorjaar als er andere bloemen te zien zijn. Iedere jaargetijde heeft zo zijn charme en schoonheid.
Vlinderexcursie op De Bult in Nieuwe Wetering Door: Hanneke Duivenvoorden Onder een stralende zon begonnen wij op zaterdag 8 augustus met een groepje van negen enthousiaste mensen aan de vlinderexcursie die werd geleid door Co en Agaat Mesman. In het voorjaar van 2015 heeft de Vlinderstichting de Vlinderidylle en andere weitjes op De Bult ingezaaid. Momenteel groeien er veel soorten Kamille, verschillende distelsoorten, Rode klaver, Korenbloemen, Grote berenklauw, Vogelwikke en vele grassen. We kwamen al snel op het weitje tussen de vele bloeiende planten een aantal keren het Klein koolwitje op het Klein hoefblad tegen. Co spotte al heel snel de Argusvlinder. Dit is bijzonder, want de Argusvlinder is de laatste jaren in aantal sterk achteruit gegaan. Wat een eer dat de Argusvlinder deze plek heeft uitgekozen om te foerageren en te wonen. Tijdens deze excursie hebben wij er wel tien zien vliegen. Verder lopend door de bloemenweide spotten wij op een talud verschillende blauwtjes. De waardplanten van het Icarusblauwtje zijn de Rolklaver en andere vlinderbloemigen, terwijl de rupsen van het Bruin blauwtje zich tegoed doen aan de Ooievaarsbek en Reigersbek. Ze kunnen door elkaar voorkomen en dan is herkenning soms wel een probleem. Co is heel goed in het vangen van een vlinder in een vitragevangnet. Heel voorzichtig doet hij deze over in een Petri-schaaltje, waarna wij de vlinder uitgebreid kunnen bekijken. Met het boek erbij laat Co ons de witte vleugelrand zien. Ook laat hij zien hoe de stippen op de vleugels bij het Icarusblauwtje recht achter elkaar zitten en dat er bij een Bruin blauwtje een duidelijke knik zit die “de hockeystick” wordt genoemd. Daarbij wijst hij ons ook op de zwarte stip van het Icarusblauwtje oftewel “de wortelvlek”. Deze ontbreekt bij het Bruin blauwtje. Op de site www.natuurbericht.nl staat uitgebreide informatie met foto’s hierover door de Vlinderstichting. De blauwtjes zijn de eerste dagen van augustus flink losgekomen. Dat betekent veel vlinderplezier. Verder wandelend zien wij het Bont zandoogje, het Gamma-uiltje en het Bruin blauwtje. Het Bont zandoogje legt zijn eitjes (ook) op gras en vliegt vaak langs bosranden.
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
111
Natuurvereniging de Bollenstreek ----------------------------------------------------------------
Het Icarusblauwtje (Thomas van Haaster)
Bij de pas aangeplante, bloeiende Buddleja’s vliegen de libellensoort Blauwe glazenmaker, diverse witjes (voornamelijk Kleine koolwitjes), twee Distelvlinders en ook de Kleine vos. Deze laatste vlinder komt dit jaar niet heel veel voor. Na al deze mooie ervaringen gaan wij even pauzeren op de houten banken die er staan en we gaan even genieten van een bekertje koffie met een plakje van zelfgebakken cake. Het is aangenaam verpozen op deze stille plek waar je de vlinders letterlijk ziet vliegen. Jos maakt nog een mooie groepsfoto met iedereen er op. Op onze verdere wandeling komen we nog twee Kleine en een Grote roodoogjuffer tegen. Door de verrekijker zie je de bolle rode oogjes heel goed. We lopen verder door een bebost stukje waar de vuurplaats voor jongeren is aangelegd. Daar omheen staan kleine bomen, heesters en wilde planten. Op de Grote berenklauw ontwaren wij de Stadsreus, een soort grote zweefvlieg. Deze lijkt eigenlijk op een hommel maar dan zonder wollig achterlijf. Het is een heel bijzonder insect om te zien. Hij heeft een geel achterlijf, is geelbruin gestreept en heeft bruine ogen. Omdat hij zich tegoed deed aan de nectar, konden wij hem heel goed bekijken. De Stadsreus kwam eigenlijk niet voor bij ons, behalve in de zomer als dwaalgast, maar is nu overal waar te nemen. Wat weet Co hier toch veel over te vertellen. Zo maken Co en Agaat ons nog attent op een Ananas-
112
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek gal op een eikenboom. Een Galmug of Galwesp maakt een gaatje in de boom. De boom maakt een soort ‘huisje’ (lees: vruchtje) en dat heeft weer de vorm van een klein, groen ananasje. Dat zouden wij zelf niet opgemerkt hebben.
Het gezelschap had goed weer voor de vlinderexcursie (Jos van Schie)
Op de weitjes waar de vlinders worden geteld (het monitoren gebeurd in opdracht van De Vlinderstichting) vliegen vandaag ook veel vlinders, zoals het Klein koolwitje (3x), de Argusvlinder (10x), het Icarusblauwtje (4x) en het Bruin blauwtje. Er vliegt ook nog een Heidelibel, Kleine vos, Dagpauwoog, Distelvlinder, Bont zandoogje (4x) en het Gammauiltje (deze laatste is een nachtvlinder). Onze wandeling nadert het einde en verderop langs de sloot vliegt de Grote keizerlibel: wat een helikopter is dat zeg! Het verschil tussen een libel en een juffer is dat de echte libel, nadat hij uit de larve geslopen is en zijn vleugels opgepompt zijn, deze niet op de rug kan samenvouwen. Ze blijven in zweefstand dwars op het lijf staan. De juffer kan dit wel. Co vertelt dat de Houtpantserjuffer de enige juffer is die haar eitjes afzet op schors van bomen of houtachtige gewassen in de buurt van water. We zien nog meer libellen, zoals een heidelibel; daar zijn weer meerdere soorten van. Trots staat daar ook nog de Akkermelkdistel met mooie, fel gele bloemen te bloeien.
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
113
Natuurvereniging de Bollenstreek ----------------------------------------------------------------
De Stadsreus (Jos van Schie)
Het was een erg leerzame ochtend met elkaar, waarin we weer veel geleerd hebben over de vlinders en insecten die in dit gebiedje vliegen en planten die hier groeien. Wij bedanken Co en Agaat die ons hebben laten zien en ervaren dat er nu al heel veel moois te zien is bij de prille ontwikkeling van de Natuurbelevingstuin in Nieuwe Wetering. Bedankt ook Jos en Thomas, die al het moois op foto’s hebben vastgelegd.
Welke vleermuizen kunnen we in onze omgeving aantreffen? Door: Cees Timmermans Nadat ik de vorige keer wat gegevens over de vleermuizen in het algemeen heb weergegeven, zal ik nu de in onze regio meest voor komende vleermuizen de revue laten passeren. De duinstreek is voor vleermuizen een interessante biotoop. De aanwezige waterpartijen geven veel insecten de mogelijkheid om hun nakomelingen hun larvenstadium in het water te laten doormaken. Bij en na het uitsluipen vormen ze dan een gedekte tafel voor veel vleermuizen. De landgoederen aan de binnenduinrand
114
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek zijn oud genoeg om een bestand van oude bomen met holen en gaten te leveren voor een aantal boombewonende vleermuizen. IJskelders op de landgoederen en vooral de bunkers van de Atlantic-Wall in de duinen geven rustplekken in de zomer, paarplekken in de herfst en voor een aantal soorten ook overwinteringsplekken. Vleermuisrijke plekken in onze regio zijn bijvoorbeeld Nieuw Leeuwenhorst met oude bomen en vleermuiskasten, Overbosch in Voorhout, Het huis te Warmond, Het Huis te Vogelenzang, en de Amsterdamse Waterleidingduinen met veel waterrijke foerageermogelijkheden. Wat noordelijker liggen nog Woestduin, Leyduin en Vinkenduin en Elswout. Keus genoeg voor de vleermuizen en voor ons om ze te spotten. De soort die we het meeste tegen kunnen komen is de Gewone dwergvleermuis. Het is een relatief kleine vleermuis; 5 cm lang en een spanwijdte van de vleugels van 24 cm. Omdat deze soort zijn verblijfplaats bij voorkeur kiest in spouwmuren is de kans groot dat de vleermuis die u in de tuin ziet rondfladderen deze Gewone dwergvleermuis is. Naast spouwmuren kiest hij zijn rustplaats ook graag onder het dak van een kerk en dan in het onverwarmde deel boven het stenen gewelf. Zo kunnen mensen die in de Bavokerk in Haarlem een orgelconcert bijwonen soms een of meer vliegende luisteraars boven zich zien. Dat de Gewone dwergvleermuis een echte cultuurvolger is, waarbij hij graag gebruik maakt van menselijke bebouwing maakt hem ook kwetsbaar. Hij verliest slaapruimte doordat mensen de spouwruimte van de muren gaan opvullen met isolatiemateriaal en ook ruimtes onder het dak steeds beter afsluiten. Reden om deze vleermuis te weren is er eigenlijk niet. Ze vernielen niets; een snelle uitbreiding is ook niet te verwachten want de vrouwtjes krijgen maar een of twee jongen per seizoen. Daarmee is de overlast eigenlijk beperkt tot wat hagelslagachtige keuteltjes. Je kunt ze het best zien bij de slaapplek beste als ze ‘s morgens rond een uur voor zonsopkomst terugkomen en dan voor het gaan slapen nog enige tijd bij de ingangsopening rondzwermen. Ook ‘s avonds kun je ze in onze tuinen en rond de huizen rond zien vliegen. Ze hebben geen rechte vlucht zoals vogels maar een bochtig vliegpatroon waarin ze plotseling achter een insect aangaan. Ze vangen de insecten vaak in hun vlieghuid waarbij die dan soms heen en weer gekaatst wordt om in het achterste deel bij de staart te eindigen. In de vlucht worden ze hier dan met de bek weer uitgeplukt. Logisch dat je hierbij niet mooi rechtdoor kunt vliegen. Ze vliegen langs bomen en struiken op een hoogte van 5 tot 10 meter. In Nederland komt ook de Ruige dwergvleermuis voor, maar wel in veel kleinere aantallen. Ze is moeilijk van de Gewone dwergvleermuis te onderscheiden.
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
115
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------Naast kleine verschillen in de bouw heeft ze een langere ruige vacht. Het is vooral een boombewoner die zich achter loszittende schors verstopt. Ook boeidelen van huizen zijn hiervoor in trek.
Hangende Grootoorvleermuizen (J. van der Vegte)
Twee grote vleermuizen die we hier tegenkomen zijn de Rosse vleermuis en de Laatvlieger beide met een spanwijdte van 32 tot 40 cm. Deze twee vleermuizen vliegen op grotere hoogte (10 tot 30 m) vaak langs de boomtoppen. Ze jagen daarbij ook op grote insecten zoals kevers. Ze vliegen met een tragere vleugelslag. Omdat de Rosse vleermuis al vroeg in de schemering vliegt kun je hem gemakkelijk verwarren met een vogel. Ze vliegen soms ook nog samen met zwaluwen. De Rosse Vleermuis is een echte boombewoner, die vaak oude spechtennesten gebruikt. De buitens aan de binnenduinrand bieden ze veelal onderdak. Ze worden daar op dit moment ’s winters vaak weggepest door Halsbandparkieten. Deze vogels nestelen al aan het eind van de winter en gebruiken daarvoor ook oude spechtennesten. Overwinterende vleermuizen worden dan als oud vuil naar buiten gewerkt. De Laatvlieger verblijft in gebouwen. Het is meer de vleermuis van open en half open terrein. We treffen ze daardoor meer in de agrarische gebieden aan, hier
116
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek bijvoorbeeld langs de ringvaart van de Haarlemmermeer. Ze zijn soms ook te vinden bij straatlantaarns. Twee soorten zoeken hun prooi voornamelijk boven het water, dat zijn de Watervleermuis en de Meervleermuis. De Watervleermuis jaagt boven stilstaand water op mugjes die op het wateroppervlak liggen of uiltjes die net uitsluipen. Met hun echolocatie vangen ze de rimpelingen van het wateroppervlak op. Ze gebruiken de vlieghuid van hun staart als schepnet of pakken de prooi met hun lange poten. Omdat de Watervleermuizen een licht gekleurde buik hebben vallen ze in de lichtbundel van een lamp goed op. Boven de vijvers van verschillende buitens is dit mooi te zien. ‘s Winters komen ze veel in bunkers en ijskelders voor. De Meervleermuis is wat groter en zoekt vooral de wat grotere wateren op in onze regio. Maar liefst 10 % van alle Meervleermuizen leeft in onze provincies Noord en Zuid Holland, Flevoland en Friesland. Hiermee hebben we verantwoordelijkheid tot zorg. PWN heeft in het Nationaal Park een aantal bunkers geschikt gemaakt als winterverblijf. Ze hebben gevarieerde hangmogelijkheden in de bunkers gecreëerd. Alleen de mannetjes maken hier in de winter gebruik van. In de paartijd in de herfst sloven zij zich zo uit dat wegtrekken naar Limburg of de Ardennen er voor hen niet meer in zit. Ze blijven dan graag in onze bunkers overwinteren. De vrouwtjes trekken met de in hun lichaam opgeslagen zaadcellen wel naar de zuidelijke grotten. Pas in het voorjaar vindt de echte bevruchting in hun lichaam plaats en worden hier de jongen geboren. Laten we trots en zuinig zijn op deze echte streekeigen vleer. Dan is er nog een soort die opvalt door zijn opvallend grote oren. Ze hebben een opvallend zacht sonargeluid of gebruiken geen echolocatie. Dus als je een vleermuis niet hoort op de batdetector maar hem wel ziet dan is er een grote kans dat het de Grootoorvleermuis is. Ze zoeken vooral de dicht begroeide plekken op en plukken daar de insecten soms direct van de boombladeren. Ze slapen en overwinteren in zolders van gebouwen en in nestkasten. Dit najaar kreeg ik een melding dat er een op de afgesloten galerij van een flat hing. Na een paar dagen had hij of zij gelukkig weer de uitgang gevonden. Op Elswout wordt soms ook de in ons land zeldzame Franjestaart aangetroffen. Hij ontleent zijn naam aan de haren op de onderrand van de staartvlieghuid. Ze komen regelmatig voor in en bij koeienstallen.
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
117
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------Wil je iets van deze dieren zien en horen, dan kun je eens meegaan met een vleermuizenexcursie die door het Nationaal Park Zuid-Kennemerland op Elswout gegeven worden.
Close-up van een dode Grootoorvleermuis (J. van der Vegte)
118
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek
Waarnemingen 11 mei t/m 10 augustus 2015 Door: Sarah Humphrey De zomer gaat langzamerhand over in het najaar. Als ik dit schrijf zijn de meeste vogels klaar met broeden en de zomergasten maken zich op voor de lange reis naar zuidelijke oorden. In hun plaats komen straks de wintergasten. Hier in de streek liggen al wat bollenvelden onder water: een groot veld tussen de Prinsenweg en Jacoba van Beierenweg in Voorhout; een klein veldje op de hoek van Prinsenweg en Carolus Clusiuslaan ook in Voorhout en ook nog één schuin tegenover Het Soldaatje; in Polder Het Langeveld in Noordwijkerhout (langs de Duinweg); en tenslotte een bollenland langs de Heerenweg in Lisse. Al met al leverden ze tot nu toe geen bijzonderheden op. Een kleine 1700 waarnemingen zijn er deze keer binnengekomen, met daarbij leuke soorten als Bijeneter, Blauwe Kiekendief, Bosruiter, Dwergmeeuw, Geoorde Fuut, Grauwe Klauwier, Grauwe Vliegenvanger, Kwak, Lachstern, Purperreiger, Wespendief en Zwartkopmeeuw: het blijft zeker leuk vogelen in de Duin- en Bollenstreek! Op 8 juni is een baltsend paartje Geoorde Fuut te zien op het Oosterduinse Meer in Noordwijkerhout (WNL). Tot nu toe zijn dit jaar elke maand waarnemingen van Grote Zilverreigers gedaan in de regio, in juli en augustus is dat ook weer zo (VWA). In de afgelopen jaren zagen wij deze soort in de zomer niet; nu blijkt het bijna een gewoonte te zijn geworden. In februari is er door SOVON een record aantal Grote Zilverreigers geteld: bijna 6400 overwinterende exemplaren! Zeker een paar daarvan hebben bij ons de zomer doorgebracht. Een Kleine Zilverreiger is op 18 juni aanwezig in de Lageveensepolder te Lisse (WNL). Een Purperreiger is op 2 augustus ter plaatse bij de Oude Vuilnisbelt in Sassenheim (HVS). Op 6 augustus valt er een te zien in de Elsgeesterpolder te Voorhout (WNL). Kort na middernacht op 6 augustus is er een Kwak drie keer te horen, roepend in Noordwijkerhout (MWI). Het is direct herkenbaar als de roep van een Kwak: een korte, holle, schrapende reigerachtige roep en duidelijk anders dan van de Blauwe Reiger en Purperreiger. De vier jonge Ooievaars op het nest in Warmond zitten zijn op 6 juni geringd. Vier jongen op een nest is uitzonderlijk (WNL). Nog een Ooievaar brengt op 27 juni een bezoek aan de nestpaal in Park Rusthoff te Sassenheim (SHU). Misschien even kijken of het wat is voor volgend jaar?
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
119
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------Twee Zwarte Ooievaars vliegen op 3 augustus in zuidwestelijke richting over de Elsgeesterpolder in Voorhout (WNL).
Zwarte Ooievaar (Jan Plomp)
Tien Lepelaars zijn op 12 juni ter plaatse in de Laageveense Polder te Lisse (WNL). Een maand later zijn er 13 rustende ex. in de Elsbroekerpolder in Hillegom. Op 15 juli zijn er hier 21 vogels; ze zijn hier meerdere dagen aanwezig in wisselende aantallen (LVT, TVH). In Polder het Langeveld in Noordwijkerhout foerageren er op 30 juli 12 ex., de meeste onvolwassen (RVR). Nog eens 6 vogels foerageren op 1 augustus in de Vosse- en Weerlanderpolder te Hillegom (LVT). Op 7 augustus verblijft een vogel op een onder water gezet bollenveld in de Voorhoutse Mottigerpolder (WNL). Niet minder dan 47 Knobbelzwanen zijn op 1 augustus ter plaatse op het Norremeer (JDR). 6 Brandganzen zijn op 6 juni ter plaatse bij de Oude Vuilnisbelt in Sassenheim (JDR). Op 8 augustus zijn er 3 Wintertalingen ter plaatse in de omgeving van de Oosterduinse Sloten in Noordwijkerhout (HVE). Een adult ♂Zomertaling in zomerkleed is op 10 juni ter plaatste in de Lisser Poelpolder (WNL). Een ♀Slobeend met pul is op
120
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek 6 juni te zien in de Hemmeerpolder te Warmond (WNL). Op 10 juni is het paartje Krooneend nog steeds aanwezig in het Westelijk Bollengebied te Hillegom (TVH). Ze krijgen wel het gezelschap van een tweede ♂. Een Wespendief vliegt op 24 mei in zuidelijke richting over de Zwetterpolder (HVE, PSP). Op 29 juni vliegt er een in westelijke richting over De Geestgronden in Hillegom (WNL). Nog een vliegt er op 3 juli in westelijke richting over de St. Bavo in Noordwijkerhout (MWI). Alweer komen de meeste waarnemingen van Bruine Kiekendieven uit de gebieden Norremeer, de Oude Vuilnisbelt en de Kooipolder in Sassenheim en de Strengen en Tengnagel in Warmond. Bij de Oude Vuilnisbelt in Sassenheim zijn er op 25 juli 5 ex. aanwezig: een ♂en 4 juvenielen (HVS). Een teken van een succesvol broedgeval? Een adulte Blauwe Kiekendief vliegt op 4 juli over de Kraaierslaan in Noordwijkerhout (WNL). Er is er ook een op 6 juli aan het jagen in de Beekpolder te Voorhout (WNL). Een juveniele Havik vliegt op 24 juni over de Hoogeveense Polder in Noordwijkerhout (RVR). Een maand later vliegt er een over de Kagerbuurt in Sassenheim (JDR). Op 1 augustus jaagt een adulte vogel in de omgeving van het bungalowpark Sollasi (RJA). Bij Oud Leeuwenhorst in Noordwijkerhout jaagt een Sperwer op Boerenzwaluwen (HVE, 8 juni). In Voorhout langs de Jacoba van Beierenlaan weet nog een ex. een Spreeuw in de lucht te slaan (SHU, 20 juli). Triest is de dode Buizerd welke op 18 mei gevonden is in het Noordelijk Bollengebied te Hillegom; vermoedelijk door een trein geraakt (JVD). Een geringd ex. is op 4 juni ter plaatse in de Hoogeveense Polder te Noordwijkerhout (WNL). Helaas is de ring op de linkerpoot onleesbaar. In de Zilkerpolder in Noordwijkerhout brengt een paartje Torenvalken drie jongen groot. Het nest met drie jongen zit in de opening van een koelsysteem. Wegens inschakeling van dit systeem zijn op 30 juni de jongen overgeplaatst naar een kist op een halve meter van de luchtkoker. Bijna drie weken later zijn de jonge vogels op het punt van uitvliegen, de verplaatsing is kennelijk goed afgelopen (JVD). Op 12 mei vliegt er een Boomvalk over het centrum van Sassenheim (HVS). Sassenheim blijkt een geliefde plek voor deze soort want er komen waarnemingen uit verschillende plekken in het dorp. Zouden ze dit jaar hier weer gaan broeden? Een Slechtvalk jaagt op 22 juni in de omgeving van de Oosterduinse Sloten te Noordwijkerhout (WNL). Eentje is er te zien op 13 juli rustend in het centrum van Sassenheim (WNL). Dit keer zijn er weer veel waarnemingen van Patrijzen binnengekomen, ditmaal ook van andere plekken dan alleen de Elsgeesterpolder te Voorhout. De vogels zijn o.a. in de Groote Looster te Lisse waar te nemen (VWA). Nabij het nieuw aan
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
121
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------te leggen parkeerterrein van de Keukenhof zijn op 29 juni 2 volwassen ex. met 5 jongen aanwezig (TVH). In het Westelijk Bollengebied te Hillegom blijkt er een succesvol broedsel te zijn met minstens 8 jonge vogels van één ouderpaar (2 juli, LVT). Een fietsster moet oppassen voor een overstekende juveniele Patrijs langs de Engelselaan in Voorhout (5 augustus, SHU). De vogel blijkt even niet te weten welke kant hij/zij op moet gaan. Een Kwartel roept op 6 juni in de Hoogeveense Polder te Noordwijkerhout (PSP). Een maand later, op 11 juli, roept er een in het Westelijk Bollengebied te Hillegom (WNL). Nog een derde vogel van deze soort is op 21 juli te horen in de Hoogeveense Polder te Noordwijkerhout (WNL).
Bosruiter (Ap Steenvoorden)
Op 5 augustus foerageert een Groenpootruiter op een onderwater gelopen bollenveld in de Mottigerpolder te Voorhout (SHU). Drie Witgatten zijn op 1 augustus ter plaatse in Polder het Langeveld (HVE). Leuk zijn de twee Bosruiters die vanaf begin augustus een paar dagen te zien zijn op het natte bollenland tegenover Het Soldaatje in Voorhout (VWA). Ze blijven daar ongeveer een week. Op 5 augustus vliegt er een ex. ’s avonds laat over de Kagerbuurt in Sassenheim (JDR).
122
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek Een groot aantal Oeverlopers (55 ex!) is op 1 augustus ter plaatse in Polder het Langeveld (HVE). Kennelijk is het goed toeven op dit natte landje. Een paartje Kleine Plevier met een vliegvlug jong is op 29 juni ter plaatse bij de nieuwe waterberging in de Lageveense Polder te Lisse (JVD). Op 12 juli zijn er 2 ex. aan het foerageren in de Voorhoutse Mottigerpolder (SHU). Dit is dezelfde plek als voorgaande jaren. Of het tot broeden is gekomen, is niet bekend. Een Bonte Strandloper is op 30 juli ter plaatse in Polder het Langeveld te Noordwijkerhout (HVE). Drie Kemphanen zijn op 12 juli ter plaatse op een onder water gezet bollenveld in de Mottigerpolder (SHU). Begin augustus zijn er ook 3 ex. aanwezig op het natte bollenland in Polder het Langeveld (HVE). Op 8 augustus vliegen er 10 Watersnippen over de Elsgeesterpolder te Voorhout (WNL). De laatste Grutto’s (65 ex.) van de zomer zijn op 17 juni ter plaatse bij de Eendenkooi in Sassenheim (JDR). 18 Regenwulpen vliegen op 2 augustus over Noordwijkerhout in zuidwestelijke richting (WNL).Op 15 juni zijn er 4 Rosse Grutto’s ter plaatse in de Elsgeesterpolder te Voorhout (WNL). In de maanden juli en augustus is het een goede zaak om uit te kijken naar jonge Zwartkopmeeuwen. Ze zijn nu al wat minder afhankelijk van hun ouders en kunnen overal opduiken. Op de website van Birdclub Katwijk (www.birdclubkatwijk.nl) zijn er wat nuttige tips over het herkennen van juveniele ‘Zwartkoppen’. Een onvolwassen ex. is op 21 juni ter plaatse in de Elsgeesterpolder te Voorhout (WNL). Hier is op 28 juni een adulte vogel in zomerkleed met kleurring aanwezig (WNL). Een eerste kalender jaar ex. is op 27 juli ter plaatse in het Westelijk Bollengebied te Hillegom (PSP). Op 1 augustus is er een adult ex. in winterkleed aanwezig in de Elsgeesterpolder (WNL). Een tweede kalenderjaar Dwergmeeuw is op 25 juli ter plaatse in de Mottigerpolder in Voorhout (MWI). Op 27 juli telt een waarnemer 480 Kokmeeuwen in de Mottigerpolder (PSP). Tijdens een telling in de Hoogeveense Polder in Noordwijkerhout vindt, op een niet toegankelijk privéterrein, een waarnemer een nest van een Stormmeeuw. Er liggen twee eieren in (PVH). Een Lachstern vliegt op 31 juli in noordwestelijke richting over de Mottigerpolder in Voorhout (MWI). Op 1 augustus vliegt er een laag over het Oosterduinse Meer in Noordwijkerhout (RJA). Op 27 juli is een Grote Stern goed te horen bij het Oosterduinse Meer in Noordwijkerhout (MWI). Een kolonie van 15-20 paar Visdieven broedt op een braakliggend stuk land in de omgeving van de Groote Looster in Lisse (LVT). Ze zijn er al het hele broedseizoen aanwezig.
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
123
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------De enige waarneming van een Zomertortel is op 27 mei gedaan bij het Oosterduinse Meer in Noordwijkerhout (RJA). De laatste Koekoek van het seizoen is op 13 juli ter plaatse op de Oude Vuilnisbelt in Sassenheim (JDR). Na het leggen van hun eieren vertrekken de adulte vogels weer richting het zuiden. Een Bosuil is op 28 mei te horen roepend bij Nieuw Leeuwenhorst in Noordwijkerhout (HVE). Op 8 juli zijn twee juveniele Ransuilen ter plaatse in het centrum van Voorhout (MDG). Nog twee roepende jongen zijn op 2 augustus te horen bij de Keukenhof in Lisse (WNL). De waarnemingen van de Voorhoutse Velduilen staan niet meer onder embargo. Op 13 mei is voor het laatst een ex. in de Elsgeesterpolder te Voorhout gezien (WNL). Bij de waarnemingen zijn prachtige foto’s te zien van deze mooie uilen. In het centrum van Hillegom broeden Gierzwaluwen. Vier vogels vliegen hun nesten in (11 juni, WNL). Een bijzonder leuke waarneming is op 13 mei die van een Bijeneter (WNL).
Bijeneter (Paul Venderbosch)
124
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek De vogel is vliegend te horen over het Westelijk Bollengebied te Hillegom. Op 4 juni vliegt er nog een ex. hoog over de St. Bavo in Noordwijkerhout (MWI). Twee dagen later vliegt er een over de Noordzijderpolder in Noordwijkerhout (MWI). Op 23 juni vliegen er 3 vogels over Nieuw Leeuwenhorst in Noordwijkerhout. Ze vliegen mooi laag tussen de Gierzwaluwen en zijn continu aan het roepen (WNL). Een opvliegende IJsvogel is op 20 juni te zien in het centrum van Hillegom (WNL). In juli is er in de buurt van de Van Matenesselaan in Lisse vrijwel dagelijks een ex. te zien, heen en weer scherend over het slootje langs het leegstaande weiland achter een huis (WNL). Op 10 augustus een ex. is ter plaatse bij de Sportpark Roodemolen in Sassenheim (JDR). De Oeverzwaluwkolonie op het terrein van Duindam in Noordwijkerhout telt uiteindelijk ongeveer 20 nestholen. De vogels hebben hier dit jaar weer met succes gebroed. Een artikel hierover verscheen in het Leidsch Dagblad. Een Huiszwaluwkolonie bevindt zich aan de dakranden van een oude bollenschuur ter hoogte van Leidsestraat 156 in Hillegom. De kolonie telt 23 nestkommen, vorig jaar waren dat er 9. (LVT). In het Centrum van Hillegom is er mogelijk een nieuwe nestplaats ontstaan in de nok van een woonhuis. Hier zijn meerdere weken nestbouwende Huiszwaluwen te zien (TVH). Op 21 mei is een ♂ Engelse Kwikstaart ter plaatse in de Hoogeveense polder (PVH) en op 6 juni is er een ter plaatse in de Zilkerpolder te Noordwijkerhout (PSP). Op 3 augustus is er een Grote Gele Kwikstaart ter plaatse in Polder Het Langeveld te Noordwijkerhout (HVE). Een vroege juveniele Witte Kwikstaart is op 17 mei aanwezig bij de Oude Vuilnisbelt in Sassenheim (JDR). Op 22 mei en 22 juni wordt een Rouwkwikstaart aanwezig gemeld in de omgeving van de Oosterduinse Sloten te Noordwijkerhout (WNL). De laatste zingende Nachtegaal is op 4 juni gemeld in Lisse (WNL). Er is opnieuw een broedpaar Blauwborst aanwezig in de Hoogeveense Polder te Noordwijkerhout. Het is dezelfde locatie als vorig jaar (zie Duinrel nr. 3, 2014) (WNL). Een ♂Zwarte Roodstaart is op 13 mei zingend te horen in het Westelijk Bollengebied te Hillegom (PVH). Er is nog een is er op 6 juni te horen in de Zilkerpolder te Noordwijkerhout (PSP). Op 26 juli is er een ♂ ex. ter plaatse in de Hoogeveense Polder (WNL). De eerste ♂ Tapuit van het najaar is op 10 augustus te zien in de Elsgeesterpolder te Voorhout (MDG).
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
125
Natuurvereniging de Bollenstreek ---------------------------------------------------------------Een Grote Lijster is op 22 mei te zien in de Keukenhofbos (WNL). Een Bosrietzanger is op 16 juni ter plaatse bij de Klinkenbergerplas in Oegstgeest (JDR). Daarna is deze soort in onze regio niet meer waargenomen. Spotvogels zijn schaars in de Duin- en Bollenstreek dit jaar. Tussen 17 mei en 6 augustus zijn er maar zes waarnemingen ingevoerd op waarneming.nl. Twee Tuinfluiters zijn op 2 juli te horen zingend bij het Oosterduinse Meer in Noordwijkerhout (HVE). Op 1 augustus zingt nog een Tjiftjaf in Park Rusthoff te Sassenheim (SHU). Een Fitis zingt op 6 juli nog steeds voluit in een struweel op de hoek Engelselaan/Randweg in Voorhout (SHU). Daarna is hij niet meer gehoord. Een paartje Grauwe Vliegenvanger heeft een nest gebouwd in een slingerplant tegen de gevel van een huis in Halfweg te Lisse (JVD). Een Glanskop is op 2 augustus te horen roepend in de Keukenhofbos (WNL). Op 4 juni komt er een melding binnen van een Grauwe Klauwier in de Elsgeesterpolder te Voorhout (WNL). De laatste waarneming van deze soort in onze regio dateert van twee jaar geleden: op 28 mei 2013. Een Sijs vliegt op 10 juli over het centrum van Sassenheim (JDR). Drie Kruisbekken vliegen op 12 juni in zuidwestelijke richting over de Zwetterpolder (PSP). Op 14 juni zijn er bij Huis te Warmond 2 adulte Appelvinken met een uitgevlogen jong ter plaatse (WNL). Met dank aan de waarnemers: HVE HVS JDR JVD LVT MDG MWI
Hein Verkade Hans van Stijn Job de Ridder Jelle van Dijk Louis van Trigt Mariska de Graaff Maarten Wielstra
PSP PVH RJA RVR TVH VWA WNL
Peter Spierenburg Pel van Hattum Rob Jansson Rene van Rossum Thomas van Haaster Vele waarnemers waarneming.nl
Waarnemingen voor de periode 11 augustus t/m 10 november 2015 kunnen worden doorgegeven via www.waarneming.nl, bereikbaar via onze website, of per email:
[email protected].
126
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
---------------------------------------------------------------- Natuurvereniging de Bollenstreek
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015
127
Natuurvereniging de Bollenstreek ----------------------------------------------------------------
128
ste
De Duinrel 21
jaargang, nr. 3, september 2015