Aan de leden van het Veiligheidsbestuur IJsselland
datum kenmerk doorkiesnummer onderwerp
4 juni 2009 V09.000008 HA J.W. Pieneman (038) 428 1404 Uitnodiging bijeenkomst 24 juni 2009
Geachte leden, Namens de voorzitter mag ik u uitnodigen voor de bijeenkomst van het veiligheidsbestuur IJsselland op: -
Datum : woensdag 24 juni 2009 Tijd : 09.00 – 09.45 uur Plaats : Veiligheidsregio IJsselland in Zwolle
De agenda en de bijbehorende documenten treft u aan als bijlagen. In aansluiting op deze vergadering vindt een bijeenkomst plaats van het Regionaal College op uitnodiging van de Politie IJsselland.
Hoogachtend,
I. van der Sloot Secretaris Veiligheidsregio IJsselland
Postadres
Secretariaat Veiligheidsregio
Postbus 1453 8001 BL Zwolle T (038) 428 14 04 F (038) 428 14 00
Bezoekadres
I www.veiligheidsregio-ijsselland.nl
Zeven Alleetjes 1
E
[email protected]
8011 CV Zwolle
Veiligheid: voor elkaar
agenda betreft
Veiligheidsbestuur IJsselland
datum
24 juni 2009
tijd plaats
09.00 – 09.45 uur Veiligheidsregio IJsselland, Zeven Alleetjes 1 in Zwolle (vergaderruimte C127)
1. Opening
09.00 uur
2. Verslag 25 maart 2009 en verslag extra vergadering van 14 mei 2009 Bijlage ter vaststelling 3. Mededelingen Bijlage 4. Landelijke ontwikkelingen Mondeling 5. Bestuurlijke rapportage rampenbestrijding 2008 Bijlage ter vaststelling
09.10 uur
6. Jaarverslag en jaarrekening 2008 Bijlage ter vaststelling 7. Voorjaarsnota 2009 Bijlage ter vaststelling 8. Programmabegroting 2010 Bijlage wordt nagezonden 9. Delegatie- en mandaatbesluit Bijlage ter vaststelling 10. Beleidsregels aanbestedingen Bijlage ter vaststelling 11. Samenwerking Grafschaft Bentheim Bijlage ter kennisneming
bijlagen
div.
[m:\veiligheidsregio\ab veiligheidsbestuur\24 juni 2009\20090624 agenda vb.doc]
09.30 uur
vervolgblad
2 12. Rondvraag
09.40 uur
13. Sluiting
09.45 uur
notulen . van .datum .aanwezig
Veiligheidsbestuur IJsselland 25 maart 2009
namens de gemeenten: de heren L.V. Elfers (Dalfsen), A.P. Heidema (Deventer), G.J. Kok (Ommen), W. Meulman (Hardenberg), H.J. Meijer (Zwolle; voorzitter), J. Oosterhof (Kampen), A.G.J. Strien (Olst-Wijhe) en P.A. Zoon (Raalte); voorts de heren P.J. Aalbersberg (korpschef), J. Boeijenga (regiopolitie), de dames L.J. Sievers (regionaal brandweercommandant) en I. van der Sloot (secretaris), de heren J. Smit (coördinerend functionaris gemeenten) en P. Berden (officier van Justitie)
.afwezig
de heren J.D. Alssema (Staphorst), H.H. Apotheker (Steenwijkerland), H. Ensing (GHOR), A.C. Hofland (Zwartewaterland) en J.F. de Jong (waterschappen)
1. Opening De voorzitter, de heer Meijer, opent de vergadering om 9.00 uur. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld en er wordt geïnventariseerd wie er afwezig zijn. De voorzitter vraagt hoe het gaat met het BTW-probleem, want dat bleek een belemmering te zijn bij de overgang van de lokale commandanten naar de veiligheidsregio. Mevrouw Sievers antwoordt dat op het ogenblik de laatste hand gelegd wordt aan de detacheringsovereenkomsten. De bedoeling is dat een en ander per 1 mei geëffectueerd wordt. Desgevraagd legt ze uit dat de contracten met de brandweercommandanten al rond waren en er ook helderheid is over de verzekeringen. 2. Verslag Veiligheidsbestuur 11 februari 2009 Redactioneel De voorzitter stelt vast dat er geen opmerkingen zijn; het verslag is hiermee goedgekeurd. Naar aanleiding van De voorzitter concludeert dat er geen opmerkingen zijn. 3. Mededelingen Schriftelijke mededelingen: 3.1. Missie en Visie Vanuit het Dagelijks Bestuur (14-01-2009) en het Algemeen Bestuur (09-02-2009) kwamen amendementen op het voorstel tot instemming met de missie en visie. De amendementen zijn verwerkt in de volgende tekst: Mission Statement: Veiligheid: voor elkaar. Visie: Voor veiligheid zorgen we samen. Iedereen draagt z’n steentje bij. Als Veiligheidsregio - kennen we de veiligheidsrisico’s - regelen we de aanpak van risico’s, rampen en crises
[m:\veiligheidsregio\notulen\090325 conceptnotulen veiligheidsbestuur ijsselland.doc]
vervolgblad
2
- organiseren we samenwerking - zetten we deskundige medewerkers in met hart voor hun werk - werken we aan informatie en communicatie - stimuleren we inwoners om hun steentje bij te dragen. We willen dat IJsselland een veilige regio blijft. 3.2. Aanzet integriteitsbeleid De VNG, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen, de Raad van Hoofdcommissarissen, het Korpsbeheerdersberaad en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelden in 2006 gezamenlijk een modelaanpak integriteitsbeleid vast. Deze modelaanpak houdt in dat alle overheidsorganisaties een integriteitsbeleid voeren dat aan bepaalde basisnormen voldoet. Zo moeten ze een gedragscode hebben en periodiek onderzoek doen naar kwetsbare handelingen, functies en processen. Doel is de overheden weerbaarder te maken tegen schendingen van de integriteit. De Veiligheidsregio heeft als overheidswerkgever de plicht een aantal onderwerpen op dit gebied te regelen. In steekwoorden gaat het om de onderwerpen, genoemd in het overzicht hierna. Bij elk onderwerp is aangegeven wat wel/niet geregeld is. Het dagelijks bestuur vindt het belangrijk om een goed integriteitsbeleid te voeren en besloot de volgende aanzet te geven: a. het integriteitsbeleid te concentreren op de nieuwe onderwerpen 1 tot en met 6 in het overzicht; b. dit voornemen te bespreken met de ondernemingsraad en in het bijzonder advies te vragen over de concepttekst voor de ambtseed/-belofte, over (behandeling van) de conceptgedragscode, over de verwerking in het personeelsbeleid en over de aanwijzing van functies i.v.m. financiële belangenverstrengeling; c. gebruik te maken van het aanbod van de politie om mee te denken bij de ontwikkeling van het integriteitsbeleid en te analyseren welke risico’s de veiligheidsregio loopt; d. de bestuurlijke verantwoording voor het integriteitsbeleid op te nemen in het jaarverslag. 3.3. Vervanging rijksmaterieel brandweer De regionale brandweer beschikt over voertuigen, die door de rijksoverheid beschikbaar zijn gesteld. Het ministerie van BZK is bezig met nieuw beleid op dit terrein en met vervanging van dat rijksmaterieel. De Veiligheidsregio IJsselland ontving eind 2007 € 112.000 van BZK als voorschot op een incidentele bijdrage om een haakarmvoertuig aan te schaffen. De aanvraag van de Veiligheidsregio voor een aanvullend bedrag van € 45.675 leverde een mondelinge toezegging op; de bevestiging ervan is in behandeling. Voor de aankoop maakte de Veiligheidsregio gebruik van de landelijke Europese aanbesteding, uitgevoerd door de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding. Opdracht is verstrekt tot levering van een haakarmvoertuig, weg/terreinuitvoering, merk Volvo. Bespreking De voorzitter stelt vast dat er over deze mededelingen geen opmerkingen zijn. Mondelinge mededelingen: Praktijktoets Radar Mevrouw Sievers deelt mee dat er voor de praktijktoets Radar een aanrijding is gesimuleerd op de A28 waarbij een bus bejaarden uit Dalfsen betrokken was. De toets is mondeling kort geëvalueerd met de inspectie openbare orde en veiligheid en daarbij bleek dat de meldkamer goed gefunctioneerd heeft, de opkomst en de inzet goed waren. Over een week of acht zal een conceptrapport verschijnen waar de veiligheidsregio dan weer op kan reageren. De praktijktoets zal ook in de kolommen geëvalueerd worden. De bedoeling is om uiteindelijk een verbeterslag te maken. De voorzitter concludeert dat tijdens de bestuurdersdag van 14 mei hier aandacht aan besteed zal worden.
vervolgblad
3
4. Voorjaarsnota 2009 en richting Beleidsplan 2010 – 2014 Te besluiten om: 1. Het veiligheidsbestuur voor te stellen in te stemmen met de volgende hoofdlijnen van beleid en deze als uitgangspunt te nemen voor het meerjarenbeleidsplan: a. aanpassing van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding aan de eisen van de wet b. het voldoen aan de operationele prestaties en kwaliteitseisen c. investeren in informatiemanagement d. stimulering van de samenwerking met als doel verhogen van de kwaliteit van dienstverlening en efficiency. 2. De voorstellen om deze prioriteiten te bereiken verder uit te werken in bestuursopdrachten. 3. Het veiligheidsbestuur voor te stellen in te stemmen met de voorjaarsnota 2009 met daarin verwerkt de voorstellen voor nieuw beleid 2010, binnen het beschikbare budget. 4. Het veiligheidsbestuur voor te stellen voor 2009 de volgende voorstellen te honoreren. a. medewerker GHOR b. administratief medewerker veiligheidsbureau c. projectleider informatiemanagement (incidenteel). 5. Deze kosten te dekken uit de nog beschikbare middelen 2009 en de vacatureruimte 2009. Bespreking De voorzitter concludeert dat er geen opmerkingen zijn. Besluit De voorzitter stelt vast dat het voorstel akkoord is.
5. Rondvraag VNOG De voorzitter wijst op het overleg met het VNOG op 16 april aanstaande. Vanuit de veiligheidsregio zal hieraan een driemansdelegatie deelnemen. Naast de heren Alssema en Meijer blijkt ook de heer Strien bereid te zijn om hierin te participeren. Samij De voorzitter refereert aan correspondentie van de burgemeester van Lelystad over een bijeenkomst van Samij: Samenwerkingsregeling Ongevallenbestrijding IJsselmeergebied. Kampen is een van de Samij-gemeenten. De heer Oosterhof reageert dat er met de diverse Zuiderzeegemeenten contact is over de veiligheid op het water. De bedoeling is om dit overleg te structureren via de Samij. De voorzitter reageert dat dit soort samenwerking steeds belangrijker wordt en verwijst naar een bijeenkomst van Rijkswaterstaat hierover. Het lijkt hem verstandig hierin te participeren.
Duiken De heer Heidema rapporteert dat er in zijn gemeente een stevig debat gevoerd wordt met de arbeidsinspectie over het duiken. Het gaat daarbij vooral om de duikmethode met een vaste luchtslang. De certificering van de duikploeg is doorgeschoven en een team van onafhankelijke deskundigen (ook vanuit BZK) houdt zich hiermee bezig. De heer Oosterhof reageert dat er onlangs een duikincident is geweest in Kampen, waarbij duikers betrokken waren uit Zwartewaterland. Hij dringt erop aan deze zaak regionaal op te pakken. De voorzitter wijst op het dodelijke ongeval in Zeeland een jaar geleden, waardoor de arbeidsinspectie strenger is gaan optreden.
vervolgblad
4
Mevrouw Sievers deelt mee dat de brandweercommandanten van de duikende korpsen afspraken gemaakt hebben om gezamenlijk op te gaan trekken, maar eerst wordt afgewacht wat er in Deventer gebeurt. De samenwerkingsafspraken die nu in de maak zijn, kunnen op 14 mei besproken worden. Milieuteam De heer Oosterhof vraagt, hoewel dit niet het juiste gremium is, naar de ontwikkelingen rond het milieuteam. De voorzitter antwoordt dat er momenteel gesprekken gaande zijn om het milieuteam op te nemen in het expertisecentrum van de gemeente Zwolle. In het laatste AB van de Regio IJssel-Vecht is afgesproken dat de toenmalige bestuurders oproepbaar zijn voor overleg. 6. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 9.30 uur.
notulen . van .datum .aanwezig
.afwezig
Extra vergadering Algemeen Bestuur 14 mei 2009 namens de gemeenten: de heren J.D. Alssema (Staphorst), H.H. Apotheker (Steenwijkerland), A.P. Heidema (Deventer), A.C. Hofland (Zwartewaterland), W. Meulman (Hardenberg), H.J. Meijer (Zwolle; voorzitter), J. Oosterhof (Kampen), A.G.J. Strien (Olst-Wijhe) en P.A. Zoon (Raalte); voorts de dames L.J. Sievers (commandant regionale brandweer) en I. van der Sloot (secretaris), de heren C.A.M. van Eijl (defensie), H. Ensing (GHOR), S.P. Dekker (regiopolitie) J. Smit (coördinerend functionaris gemeenten) de heren L.V. Elfers (Dalfsen), G.J. Kok (Ommen), P.J. Aalbersberg (korpschef), en
W.B.M. Tomesen (hoofdofficier van Justitie) en J.F. de Jong (waterschappen)
1. Opening De heer Meijer opent de extra vergadering van het Algemeen Bestuur met als enig onderwerp de congruentie Deventer. 2. Congruentie Deventer Het algemeen bestuur wordt voorgesteld te besluiten om: 1. de VNOG schriftelijk te antwoorden dat de intentie van de Veiligheidsregio IJsselland is er bestuurlijk uit te komen en niet in te stemmen met een bestuurlijke bemiddelaar. 2. het gereserveerde bedrag van € 800.000,-- inclusief de ontvangen rente over 2009 over te maken aan de VNOG. 3. Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio het mandaat te geven uit deze bestuurlijke impasse te komen, waarbij het uitgangspunt is geen verdere financiële bijdrage, de samenwerking met de VNOG en eventueel een bijdrage in de samenwerking.
Bespreking De heer Meijer doet verslag van de bijeenkomst met een delegatie van het dagelijks bestuur van de VNOG op 16 april 2009. Het dagelijks bestuur van de VNOG blijft uitgaan van budgettaire neutraliteit, maar er is begrip dat Zwolle ook wel wat uit te leggen heeft doordat de Meldkamer Oost Nederland in Apeldoorn gevestigd zal worden. Beide dagelijkse besturen willen het verleden sluiten en efficiencywinst halen uit de samenwerking tussen IJsselland en de VNOG. Het verzoek van het dagelijks bestuur is dan ook om het bedrag van € 800.000,--, inclusief de rente over de periode 1 januari 2009 tot het moment van storting over te maken aan de VNOG. De heer Meijer zegt dat het dagelijks bestuur heeft besloten de conceptbrief aan de VNOG als volgt tekstueel aan te passen: eerste voorkeur wordt geschrapt. Ik wordt gewijzigd in Wij.
[m:\veiligheidsregio\ab veiligheidsbestuur\24 juni 2009\notulen ab 090514.doc]
vervolgblad
2
De heer Zoon: valt er niet te spreken over kwijting? Is er in te schatten of na de bespreking van 28 mei 2009 er dan een streep door VNOG wordt gezet onder het proces en Deventer formeel kan uittreden uit de VNOG. De heer Zoon wil de delegatie van de veiligheidsregio IJsselland meegeven de afspraak te maken met de delegatie van de VNOG dat hiermee het dossier gesloten is. De heer Alssema: Deventer zou in 4 jaar uittreden. Eigenlijk was het de bedoeling dat de € 800.000,-- stapsgewijs zou worden uitbetaald. Het dagelijks bestuur heeft met het voorstel tot het uitbetalen van dit bedrag gewacht totdat het formele besluit door de VNOG is genomen tot uittreding van Deventer. De heer Alssema is van mening dat de beide Veiligheidsregio’s elkaar nodig hebben in de toekomst, niet alleen operationeel maar ook bestuurlijk. Het dagelijks bestuur verwacht dat de VNOG het overmaken van het bedrag een belangrijke stap vindt. De delegatie van de VNOG heeft aangegeven in het overleg dat door het algemeen bestuur van de VNOG de Veiligheidsregio IJsselland wordt tegengeworpen dat het voormelde bedrag niet is overgemaakt. Daarom is het van belang dat het bedrag nu het gezamenlijk overleg van 28 mei 2009 wordt overgemaakt. Uit de informele contacten blijkt dat ook de VNOG hier uit wil komen. Besluit De voorzitter stelt vast dat het voorstel akkoord is.
agendapunt betreft
Veiligheidsbestuur
datum
24 juni 2009
agendapunt onderwerp proceseigenaar
3 Mededelingen H. Ensing (2), L.J. Sievers (1 en 3)
mededelingen 1. Mondeling - gesprek met BZK over voortgang en knelpunten - inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s - intensivering van het realistisch oefenen 2. Invoering Wet Ambulancezorg Op 2 december 2008 heeft de Eerste Kamer de Wet ambulancezorg (WAZ) aangenomen. Deze vervangt de huidige Wet ambulancevervoer met ingang van 1 januari 2011. Voor die tijd moet er een traject van vergunningverlening zijn doorlopen. Per veiligheidsregio krijgt slechts één rechtspersoon een vergunning om ambulancezorg te verlenen en een meldkamer ambulancezorg in stand te houden. De minister van VWS stelt iedere vier jaar per ministeriële regeling eisen vast, waaraan de aanbieders van ambulancezorg moeten voldoen. Deze eisen kunnen per regio verschillen. In verband hiermee vraagt de minister aan de GHOR-besturen en de regionale zorgverzekeraars advies over de aan de vergunninghouder te stellen eisen. Bovendien vraagt de minister de GHOR-besturen om voor de eigen regio eisen vast te stellen ten aanzien van het optreden van de meldkamer ambulancezorg. Hierbij gaan het specifiek om optreden in het kader van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Hoewel de eisen per Veiligheidsregio kunnen verschillen heeft de minister aan het Veiligheidsberaad gevraagd om een landelijk uniform kader uit te werken. Het Veiligheidsberaad heeft ingestemd met dit verzoek. Een werkgroep van GHOR Nederland werkt hiertoe een voorstel uit. 3. Stand van zaken en planning audits brandweer 2009-2010 In september start de inmiddels vierde auditronde. Een auditplanning is bij deze memo gevoegd. Op de eerste ochtend van de audit vindt een interview plaats met de burgemeester, gemeente-secretaris en de commandant. Tijdens het laatste dagdeel van de audit zullen de eerste resultaten van de audit worden teruggekoppeld naar de burgemeester, gemeentesecretaris en de commandant.
[m:\veiligheidsregio\ab veiligheidsbestuur\24 juni 2009\20090624.3 mededelingen.doc]
vervolgblad
2
Activiteiten In de komende auditronde vormt de vernieuwde versie van het NVBR normenboek (versie 2006) de basis, waarbij we verbeteringen naar aanleiding van de evaluatie van de voorgaande auditronde meenemen. Dit is een uitwerking van het regionaal verbeterplan dat is opgesteld naar aanleiding van de vorige auditronde en vastgesteld door de veiligheidsdirectie. Een aantal activiteiten is in voorbereiding, zoals aanscherping van de quickscan en de audithandleiding. Ook de gevolgen van de Wet en het Besluit Veiligheidsregio’s voor de audits worden in beeld gebracht. In het regionaal verbeterplan is namelijk afgesproken aan het auditrapport een extra paragraaf voor intern gebruik toe te voegen, waarin het auditteam weergeeft in hoeverre naar verwachting wordt voldaan aan de Wet en het Besluit. Auditoren Er worden nu auditoren geworven. Er zijn op dit moment 13 auditoren beschikbaar. Er is de afgelopen tijd enig verloop geweest binnen de auditorenpool, meestal omdat mensen intussen een andere baan hebben gevonden. De bedoeling is ca. 12 tot 14 nieuwe auditoren op te leiden. Dat is nodig om de tijdsbelasting per auditor te beperken. Er hebben zich inmiddels 9 nieuwe kandidaten aangemeld voor het auditorschap. De werving richt zich met name op die gemeenten die achterblijven in hun bijdrage aan de auditorenpool. Het principe voor de instandhouding van deze pool is namelijk: iedere gemeente levert naar rato auditoren en op basis van ‘gesloten beurzen’. Daarnaast wordt interregionale samenwerking gezocht met de VNOG voor de uitwisseling van auditoren. Dit in combinatie met het opleiden van alle leden van het Regionaal Managementteam Brandweer als auditor, met uitzondering van de voorzitter van het RMT. In het Regionaal Managementteam is hiertoe besloten, onder voorbehoud van tijdsbelasting. Er is een werkgroep kwaliteit in het leven geroepen om de audits goed voor te kunnen bereiden en te begeleiden. Auditplanning Brandweer Veiligheidsregio IJsselland 2009-2010 Week 36 40 46 50 6 10 14 20 24 38 42 46
Datum 2 en 3 september 2009 30 september en 1 oktober 2009 11 en 12 november 2009 9 en 10 december 2009 10 en 11 februari 2010 10 en 11 maart 2010 7 en 8 april 2010 19 en 20 mei 2010 16 en 17 juni 2010 22 en 23 september 2010 20 en 21 oktober 2010 18 en 19 november 2010
Gemeente Zwolle Raalte Kampen Dalfsen Olst-Wijhe Hardenberg Brandweer Veiligheidsregio Ommen Deventer Staphorst Steenwijkerland Zwartewaterland
agendapunt betreft
Veiligheidsbestuur
datum
24 juni 2009
agendapunt onderwerp portefeuillehouder Proceseigenaar
5 Bestuurlijke rapportage rampenbestrijding 2008 H.J. Meijer L.J. Sievers
Te besluiten om 1. de bijgevoegde Bestuurlijke Rapportage Rampenbestrijding IJsselland 2008 vast te stellen en toe te sturen aan de Commissaris van de Koning in Overijssel. 2. als bestuur van de regionale brandweer, samen met de colleges van de gemeenten als besturen van de gemeentelijke brandweren, maatregelen treffen om uiterlijk 1 oktober 2010 het minimum hulpverleningsniveau te bereiken als het gaat om brandbestrijdingscapaciteit, aantallen te redden en/of te ontsmetten personen. 3. de colleges van de gemeenten als kolom uitnodigt om samen maatregelen treffen teneinde uiterlijk 1 oktober 2010 het minimum hulpverleningsniveau te bereiken als het gaat om de aantallen voor te lichten, op te vangen, te registreren of hulp/nazorg te bieden personen. 4. maatregelen treft om te bereiken, dat de hoofdstructuur van de rampenbestrijding uiterlijk 1 oktober 2010 toereikend is voor het geheel van de vastgestelde operationele prestaties. 5. in het vierde kwartaal van 2010 een test te houden om het voorbereidingsniveau of onderdelen daarvan te toetsen. Deze test kan desgewenst worden gecombineerd met de oefening van de hoofdstructuur, die het Veiligheidsbestuur volgens de Wet vr jaarlijks moet organiseren. Argumenten In het plan van aanpak Handreiking regionaal risicoprofiel (oktober 2008) wordt gesteld dat de handreiking risicoprofiel de Leidraad Maatramp en de Leidraad Operationele prestaties moet vervangen. Er zal een herbezinning plaatsvinden op nut en noodzaak van de cijfermatige exercities ten aanzien van de maatrampniveaus, maar bijvoorbeeld ook de verbreding van de inventarisatiemethodiek van de traditionele rampenbestrijding naar de bredere kijk op crises. Ook zal de nieuwe handreiking een verband realiseren tussen de regionale risicoprofielen en de strategie nationale veiligheid van het ministerie van BZK.
vervolgblad
2
1. De besturen van de gemeenten (als kolom), van de brandweerorganisaties (gemeentelijk en regionaal), van de GHOR en van de regiopolitie bepaalden in 2004 gezamenlijk het hulpverleningsniveau voor 2008. Gebaseerd op een risicoanalyse en op beschikbare capaciteiten, bij de eigen diensten en in de vorm van bijstand. 2. Zij legden dat hulpverleningsniveau vast in 65 doelafspraken. Dit om de betrokken organisaties in staat te stellen zelf of in samenwerking de maatregelen, kosten en wegen te kiezen om het afgesproken hulpverleningsniveau te bereiken. Binnen 4 jaren, uiterlijk in 2008. Elk jaar rapporteerden zij de resultaten en voortgang in de verplichte bestuurlijke rapportage rampenbestrijding. 3. De bijgevoegde rapportage 2008 laat de eindresultaten zien, die de besturen en hun organisaties tot en met 2008 bereikten met de realisering van het Beheersplan Rampenbestrijding 2005-2008. 4. Er zijn 41 doelafspraken bereikt en 6 gedeeltelijk bereikt. Hoofdpunten daaruit − de opbouw van de hoofdstructuur van de rampen- en crisisbeheersing. Belangrijke verbeteringen kwamen tot stand bij de gecolokeerde meldkamer, de structuur van opschaling en het functioneren daarvan, de afstemming van bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregellingen, de bestuurlijke en multidisciplinaire aansturing door de verschillende teams; − de voorbereiding op rampen- en crises. Impulsen kregen ondermeer de multidisciplinaire samenwerking tussen partijen zowel binnen als buiten de regio, de samenwerking tussen de gemeenten als kolom, de planmatige aanpak en uitvoering van opleiden, oefenen en bijscholen, de multidisciplinaire informatievoorziening; − de afgesproken operationele prestaties van de politie en de ghor, bepaalde operationele presties van brandweer en gemeenten. 5. Bij de 18 niet bereikte doelafspraken gaat het in hoofdzaak om − de operationele prestaties van de gemeenten als kolom en van de brandweerorganisaties gezamenlijk. Qua voorbereiding op die operationele prestaties zetten ze met name stappen op het gebied van planvorming, opbouw van bepaalde structuren, bereikbaarheid en beschikbaarheid, brandbestrijdingscapaciteit. Uit de voorbereidingen blijkt niet/onvoldoende dat er stappen werden gezet om ook het minimum hulpverleningsniveau te borgen als het gaat om aantallen voor te lichten, te redden, te verzorgen, te ontsmetten of op te vangen personen. − het toereikend zijn van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding voor het geheel van de vastgestelde operationele prestaties. Die hoofdstructuur moet in staat zijn om het geheel van de voorbereide bestrijdingsorganisatie te managen en te laten functioneren zoals bedoeld. Ook over meerdere dagen. − de afspraak over een jaarlijkse test om het voorbereidingsniveau of onderdelen daarvan te toetsen. Deze afspraak is op verzoek van bestuurders opgenomen om op 2 manieren tot een beeld te komen omtrent het wel/niet bereikt zijn van de doelafspraken. 6. Om een vacuüm te vermijden regelt een overgangsbepaling in de Wet veiligheidsregio’s dat het beheersplan nog van kracht blijven totdat het verplichte beleidsplan veiligheidsregio is vastgesteld, uiterlijk 1 oktober 2010. De verlengde werking van het beheersplan biedt de verantwoordelijke besturen de mogelijkheid om extra stappen te zetten naar met name de in 2008 niet bereikte operationele prestaties. Het veiligheidsbestuur kan daartoe de voorgestelde besluiten nemen.
vervolgblad
3
7. Het Regionaal College wordt uitgenodigd om op 24 juni 2009 de besluitvorming van het Veiligheidsbestuur te bekrachtigen. Deze stap vloeit voort uit een afspraak met dat College.
BESTUURLIJKE RAPPORTAGE RAMPENBESTRIJDING 2008 VEILIGHEIDSREGIO IJSSELLAND Concept 29-04-2009
ZORGNIVEAU 2008 ZORGNIVEAU 2008
IN ZICHT IN ZICHT
Dalfsen Deventer Hardenberg Hattem Kampen Olst-Wijhe Ommen Raalte Staphorst Steenwijkerland Zwartewaterland Zwolle
INHOUD INHOUD .......................................................................................................................... 2 1. WAAROM EN HOE................................................................................................. 3 2. ZORGNIVEAU 2008 IN ZICHT ................................................................................. 5 3. BIJLAGEN............................................................................................................. 8 3.1 Eindresultaten 2008................................................................................................. 8 3.1.1 Resultaten Algemeen ...................................................................................... 8 3.1.2 Resultaten Multidisciplinair .............................................................................. 9 3.1.3 Resultaten Brandweer ................................................................................... 12 3.1.4 Resultaten Politie.......................................................................................... 14 3.1.5 Resultaten GHOR ......................................................................................... 16 3.1.6 Resultaten Gemeenten .................................................................................. 18
2
1. WAAROM EN HOE Bestuurlijke rapportage 2008 Dit is de vijde (en vooralsnog laatste verplichte) bestuurlijke rapportage rampenbestrijding van de gemeenten, politie, brandweer en ghor in de Veiligheidsregio IJsselland. De besturen laten de eindresultaten zien, die zij en hun organisaties tot en met 2008 bereikten met de realisering van het Beheersplan Rampenbestrijding 2005-2008. Centraal in de bestuurlijke rapportage staat de multidisciplinaire voorbereiding van de rampenbestrijding in IJsselland. Artikel 10d van de Wet rampen en zware ongevallen bepaalt verder dat de rapportage − de stand van zaken weergeeft over de uitvoering van de beleidsmaatregelen, opgenomen in het beheersplan rampenbestrijding; − uitgebracht wordt na overleg met het regionale college van de Politie en het bestuur van de ghorregio; − toegezonden wordt aan de commissaris van de Koning en ter kennisneming aan gedeputeerde staten. De rapportage moet worden uitgebracht voor 1 juli 2009. De voorbereiding verliep als volgt: Overleg/Organisatie Veiligheidsdirectie (voorbereiding) Inbreng Kolommen Veiligheidsdirectie (concept-rapportage) Dagelijks Bestuur VR Veiligheidsbestuur Toezending aan GS en CdK
Datum/Termijn 09-02-2009 9 februari – 15 april 2009 11-05-2009 14-05-2009 24-06-2009 Voor 01-07-2009
Beheersplan Rampenbestrijding 2005-2008 De betrokken besturen in IJsselland (van de gemeenten, de ghor, de brandweer en de politie) stemden in mei en juni 2004 in met het Beheersplan Rampenbestrijding Regio IJssel-Vecht 2005 – 2008. Dit plan bevat bestuurlijk vastgestelde (doel)afspraken over de multidisciplinaire voorbereiding van de rampenbestrijding. De afspraken moeten, uiterlijk in 2008, leiden tot een transparant voorbereidingsniveau en tot het samen optreden als één organisatie in situaties van (zware) ongevallen en rampen. Kernpunten beheersplan − geënt op een inventarisatie en analyse van risico’s voor de regio. − bevat bestuurlijk vastgestelde doelafspraken voor 2008, die meetbaar zijn. − noemt zo concreet mogelijk het te bereiken hulpverleningsniveau per kolom. Uitgangspunt vormen de beschikbare capaciteiten, bij de eigen diensten en in de vorm van bijstand. − elke kolom bepaalt zelf de optimale mix van maatregelen, kosten en wegen om het afgesproken hulpverleningsniveau te bereiken en legt dat vast in een eigen plan. − jaarlijkse rapportage over de voortgang en een jaarlijkse test om prestaties te toetsen. Gedeputeerde Staten van Overijssel deelden op 7 december 2004 mee, dat het beheersplan rampenbestrijding voldoet aan de eisen, gesteld in de Wet Rampen en Zware Ongevallen en het Besluit kwaliteitscriteria planvorming rampenbestrijding. Leeswijzer − hoofdstuk 2: een samenvattend beeld van de eindresultaten, een afronding en de overgang naar de Wet veiligheidsregio’s; − hoofdstuk 3: bijlagen bestaande uit overzichten (algemeen, multidisciplinair en monodisciplinair per kolom) met de vastgestelde (doel)afspraken voor 2008 en met daarnaast de bereikte eindresultaten 2008.
3
De kleuren in de overzichten hebben de volgende betekenis: Uit ontvangen informatie blijkt en/of de verantwoordelijke organisatie meldt dat de doelafspraak is bereikt de doelafspraak gedeeltelijk is bereikt de doelafspraak niet is bereikt
4
2. ZORGNIVEAU 2008 IN ZICHT Terugblik
De bestuurlijke rapportage over 2007 gaf aan, dat de volgende afspraken uit het beheersplan bijzondere aandacht nodig hebben in 2008 om het vastgelegde zorgniveau te bereiken: − het bereiken van de beoogde kwaliteitsniveaus (operationele prestaties) door de brandweerkolom, alsmede de vaststelling van het organisatieplan voor de brandweer. − de bestuurlijke borging van de operationele prestaties en andere beheersplanafspraken in het beleidsplan en in het kwaliteitssysteem van de politie. − de realisering van de operationele prestaties door de gezamenlijke gemeenten (als kolom). − de jaarlijkse test om (onderdelen van) het voorbereidingsniveau te toetsen (vanaf 2004).
Samenvattend beeld 2008 Algemeen 2008 was een belangrijk jaar voor een aantal bestuurlijke onderwerpen, dat mede richtinggevend of flankerend is voor realisering van de afspraken in het Beheersplan Rampenbestrijding Afgerond zijn: de bestuurlijke vormgeving en oprichting van de Veiligheidsregio IJsselland per 1 januari 2009, de congruentie van de gemeenten Hattem en Heerde, de besluitvorming om de commandanten van de gemeentelijke brandweren in regionale dienst te nemen en de afspraken over de samenwerking met Defensie. Een flinke stap op weg naar een gezamenlijke meldkamer Oost-Nederland vormde de vaststelling van het project initiatiedocument. De congruentie van de gemeente Deventer kon opnieuw niet worden afgerond. In december 2008 vond het AB van de VNOG aanvullend overleg tussen beide regio’s nodig. Multidisciplinair De deelnemende besturen maakten 17 doelafspraken over het multidisciplinaire samenwerkings- en hulpverleningsniveau. Gemelde eindresultaten 2008: 1. bereikt: 12 doelafspraken. Die betreffen: realisering hoofdstructuur volgens de rampenplannen, samenwerking met aangrenzende regio’s, bereikbaarheidsregelingen, opleiden en oefenen, stroomlijnen informatievoorziening, voorbereiding jaarlijkse rapportage; 2. gedeeltelijk bereikt: 3 doelafspraken. Ondermeer over: onderlinge afstemming deelprocessen, verwerking van doelafspraken in kwaliteitssystemen per kolom, uitwisseling van auditinformatie over doelafspraken 3. niet bereikt: 2 doelafspraken. Namelijk over: bevestiging dat de de hoofdstructuur van de rampenbestrijding toereikend is voor het geheel van de vastgestelde operationele prestaties, alsmede de jaarlijkse test om het voorbereidingsniveau of onderdelen daarvan te toetsen. Monodisciplinair Brandweer De besturen van de gemeentelijke en regionale brandweren stemden in met 12 doelafspraken voor de brandweer. Gemelde eindresultaten 2008: 1. bereikt: 4 doelafspraken. Die betreffen: afspraken over het waarschuwen van de bevolking, waarschuwing per sirene, het tijdig activeren van voldoende meetploegen. 2. gedeeltelijk bereikt: 2 doelafspraken over: het bestrijden van brand, het redden en technische hulpverlening. 3. niet bereikt: 6 doelafspraken. Namelijk over: de planmatige uitwerking van het beheersplan in een eigen plan, het waarschuwen van de bevolking op andere manieren dan met de sirene, de operationele prestaties vastgesteld voor de volgende deelprocessen van de brandweer: red-
5
den en technische hulpverlening, bestrijden van gevaarlijke stoffen, besmettingscontrole en ontsmetten. Politie Het regionaal college stemde in met 10 doelafspraken voor de politie. Gemelde eindresultaten 2008: 1. bereikt: 9 doelafspraken. Die betreffen de operationele prestaties, vastgesteld voor de deelprocessen waarvoor de politie verantwoordelijk is. 2. gedeeltelijk bereikt: niet van toepassing 3. niet bereikt: 1 doelafspraak over de planmatige uitwerking van het beheersplan in een eigen plan. Ghor Het bestuur van de Ghor stemde in met 5 doelafspraken voor de Ghor. Gemelde eindresultaten 2008: 1. bereikt: 5 doelafspraken. Die betreffen de planmatige uitwerking van het beheersplan in een eigen plan, de operationele prestaties, vastgesteld voor de deelprocessen waarvoor de Ghor verantwoordelijk is. 2. gedeeltelijk bereikt: niet van toepassing 3. niet bereikt: niet van toepassing Gemeenten De besturen van de deelnemende gemeenten stemden in met 21 doelafspraken voor de gemeenten als kolom. Gemelde eindresultaten 2008: 1. bereikt: 11 doelafspraken. Die betreffen: de planmatige uitwerking van het beheersplan in een eigen plan, het voorkomen en beperken van risico’s, de aanpassing van de rampenplannen, de voorbereiding van de gemeentelijke structuur op rampenbestrijding, samenwerking van gemeenten, de operationele prestaties vastgesteld voor de volgende deelprocessen van de kolom gemeenten: inzameling besmette waren, milieu, verslaglegging en evaluatie. 2. gedeeltelijk bereikt: 1 doelafspraak over de multidisciplinaire advisering over bepaalde plannen. 3. niet bereikt: 9 doelafspraken. Namelijk over de operationele prestaties vastgesteld voor de volgende deelprocessen van de kolom gemeenten: voorlichting, opvang en verzorging, registreren van getroffenen, uitvaartverzorging, voorziening in primaire levensbehoeften, schadeafhandeling, nazorg. Afronding De besturen van de gemeenten (als kolom), van de brandweerorganisaties (gemeentelijk en regionaal), van de ghor en van de regiopolitie bepaalden in 2004 gezamenlijk het hulpverleningsniveau voor 2008. Gebaseerd op een risicoanalyse en op beschikbare capaciteiten, bij de eigen diensten en in de vorm van bijstand. Zij legden dat hulpverleningsniveau vast in 65 doelafspraken. Dit om de betrokken organisaties in staat te stellen zelf of in samenwerking de maatregelen, kosten en wegen te kiezen om het afgesproken hulpverleningsniveau te bereiken. Binnen 4 jaren, uiterlijk in 2008. Hoofdpunten binnen de 41 bereikte en 6 gedeeltelijk bereikte doelafspraken vormen − de opbouw van de hoofdstructuur van de rampen- en crisisbeheersing. Belangrijke verbeteringen kwamen tot stand bij de gecolokeerde meldkamer, de structuur van opschaling en het functioneren daarvan, de afstemming van bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregellingen, de bestuurlijke en multidisciplinaire aansturing door de verschillende teams; − de voorbereiding op rampen- en crises. Impulsen kregen ondermeer de multidisciplinaire samenwerking tussen partijen zowel binnen als buiten de regio, de samenwerking tussen de gemeenten als kolom, de planmatige aanpak en uitvoering van opleiden, oefenen en bijscholen, de multidisciplinaire informatievoorziening; − de afgesproken operationele prestaties van de politie en de ghor, bepaalde operationele prestaties van brandweer en gemeenten. Bij de 18 niet bereikte doelafspraken gaat het in hoofdzaak om de operationele prestaties van de gemeenten als kolom en van de brandweerorganisaties gezamenlijk. Qua voorbereiding op die operatio-
6
nele prestaties zetten ze met name stappen op het gebied van planvorming, opbouw van bepaalde structuren, bereikbaarheid en beschikbaarheid. Uit de voorbereidingen blijkt niet/onvoldoende dat er stappen werden gezet om ook het minimum hulpverleningsniveau te borgen als het gaat om aantallen voor te lichten, te redden, te verzorgen, te ontsmetten of op te vangen personen. In het verlengde daarvan ligt, dat niet zeker is dat de hoofdstructuur van de rampenbestrijding toereikend is voor het geheel van de vastgestelde operationele prestaties. Die hoofdstructuur moet in staat zijn om het geheel van de voorbereide bestrijdingsorganisatie te managen en te laten functioneren zoals bedoeld. Ook over meerdere dagen. Niet bereikt is ook de afspraak over een jaarlijkse test om het voorbereidingsniveau of onderdelen daarvan te toetsen. Deze afspraak is op verzoek van bestuurders opgenomen om op 2 manieren tot een beeld te komen omtrent het wel/niet bereikt zijn van de doelafspraken. Overgang naar de Wet veiligheidsregio’s Volgens de concept-wet komt het beleidsplan veiligheidsregio in de plaats van het regionaal beheersplan rampenbestrijding. Om een vacuüm te vermijden regelt een overgangsbepaling dat het beheersplan nog van kracht blijven totdat het beleidsplan is vastgesteld. Daarvoor geldt een termijn van negen maanden na inwerkingtreding van de wet. De Veiligheidsregio IJsselland gaat er vooralsnog van uit, dat de wet in werking treedt op 1 januari 2010 en dat het beleidsplan voor 1 oktober 2010 moet worden vastgesteld. De wet zal geen algemene plicht voor de veiligheidsregio’s meer bevatten om jaarlijks te rapporteren over de uitvoering van het beleidsplan. De veiligheidsregio’s moeten wel rapporteren over de uitvoering van de landelijke doelstellingen, die de minister van BZK kan vaststellen. De verlengde werking van het beheersplan biedt de verantwoordelijke besturen de mogelijkheid om extra stappen te zetten naar met name de in 2008 niet bereikte operationele prestaties. Concrete voorstellen daartoe zijn, dat het Veiligheidsbestuur IJsselland 1. als bestuur van de regionale brandweer, samen met de colleges als besturen van de gemeentelijke brandweren, maatregelen treffen om uiterlijk 1 oktober 2010 het minimum hulpverleningsniveau te bereiken als het gaat om brandbestrijdingscapaciteit, aantallen te redden en/of te ontsmetten personen. 2. de colleges van de gemeenten als kolom uitnodigt om samen maatregelen treffen teneinde uiterlijk 1 oktober 2010 het minimum hulpverleningsniveau te bereiken als het gaat om de aantallen voor te lichten, op te vangen, te registreren of hulp/nazorg te bieden personen. 3. maatregelen treft om te bereiken, dat de hoofdstructuur van de rampenbestrijding uiterlijk 1 oktober 2010 toereikend is voor het geheel van de vastgestelde operationele prestaties. 4. in het vierde kwartaal van 2010 een test houdt om het voorbereidingsniveau of onderdelen daarvan te toetsen. Deze test kan desgewenst worden gecombineerd met de oefening van de hoofdstructuur, die het Veiligheidsbestuur volgens de Wet vr jaarlijks moet organiseren.
7
3. BIJLAGEN 3.1 Eindresultaten 2008 3.1.1 Resultaten Algemeen Centraal staan bestuurlijke onderwerpen, die mede richtinggevend of flankerend zijn voor realisering van de afspraken in het Beheersplan Rampenbestrijding. Bestuurlijke onderwerpen
Resultaat in 2008 Implementatie Congruentie
Congruentie Deventer en Heerde
De gemeente Heerde ging op 1 januari 2009 ook bestuurlijk over naar de VNOG. Operationele congruentie bestond al vanaf 3 juli 2006. Deventer participeert bestuurlijk, financieel en operationeel in de Veiligheidsregio IJsselland. De juridische uittreding van de gemeente uit de VNOG vereiste veel correspondentie en overleg. Het AB van de VNOG achtte aanvullend overleg nodig en besloot in december 2008 om de uittreding niet af te ronden per 1 januari 2009.
Congruentie Hattem
De minister van BZK besloot in december 2007, dat Hattem over moest gaan naar de VNOG. In april 2008 gaf de gemeente het startsein voor de voorbereiding, samen met de betrokken regio’s. In oktober 2008 waren de plannen klaar. Op 1 januari 2009 werd de overgang gerealiseerd.
Bestuurlijke afronding van de veiligheidsregio
De gemeenten in de Regio IJsselland stemden in met de voorstellen tot − oprichting van de Veiligheidsregio IJsselland op 1 januari 2009, − ontvlechting van de regionale brandweer en ghor uit de Regio IJssel-Vecht met gelijktijdige overdracht aan de Veiligheidsregio. Veiligheidsregio
Regionalisering beheer brandweer
De gemeenten in de Regio IJsselland stemden in met het voorstel om de commandanten van de gemeentelijke brandweren in regionale dienst te nemen. Voor de effectuering is een zorgvuldig traject uitgezet, dat begin 2009 zijn beslag krijgt.
Gezamenlijke Meldkamer Oost-Nederland
De betrokken Politieregio’s, Veiligheidsregio’s en Regionale Ambulancevoorzieningen gingen akkoord met het Project Initiatiedocument Meldkamer Oost Nederland. Het doel is te komen tot een gezamenlijke meldkamer in Apeldoorn per 1 juli 2010.
Samenwerking met Defensie
De Veiligheidsregio sloot een samenwerkingsconvenant met het Regionaal Militair Commando Noord. Defensie heeft een veiligheidsoffcicier beschikbaar gesteld als liaison bij de Veiligheidsregio.
8
3.1.2 Resultaten Multidisciplinair Doelafspraak voor 2008 1
Eindresultaat in 2008
Samenwerking als één organisatie realisering van de structuur van organisatie, De hoofdstructuur van de rampenbestrijding is gerealiseerd en bestaat uit leiding en coördinatie van de rampenbestrijdingsorganisatie, omschreven in de ge- − een gecolokeerde meldkamer van politie, brandweer en meentelijke rampenplannen; ambulancevoorziening − een beleidsteam per gemeente − een commando plaats incident − een regionaal operationeel team − een regionaal beleidsteam − een regeling voor coördinerend burgemeester − een opschalingsstructuur (grip) vanaf de routine-situatie (grip 0) tot en met volledige bestuurlijke opschaling met meerdere gemeenten (grip 4). − een plan voor multidisciplinair opleiden, oefenen en bijscholen
2
opbouw en uitwerking van die structuur toe- Bij de opbouw en uitwerking van de hoofdstructuur van de reikend voor het geheel van de vastgelegde rampenbestrijding is geen rekening gehouden het geheel van operationele prestaties; de vastgelegde operationele prestaties.
3
(regelingen voor) bereikbaarheid en beschikbaarheid van functionarissen in (beleids- en coördinatiestructuren van) de rampenbestrijdingsorganisatie, die essentieel zijn in de eerste uren.
Brandweer: regionale regeling operationele leiding. De regeling bevat afspraken over de structuur bij het kleinschalig brandweeroptreden en de geleide opschaling naar het grootschalig brandweeroptreden, alsmede de benodigde functies op leidinggevend officiersniveau. Gemeenten: alarmeringsregeling waarin de bereikbaarheid is geregeld voor bestuurders en medewerkers met een functie in de rampenbestrijdingsorganisatie. Er is nog geen garantie van beschikbaarheid. Voor de alarmering van leden van rampenstaf en actiecentra maken zij gebruik van de communicator in de alarmcentrale van de brandweer. Ghor: de regelingen rond opkomsttijden zijn ingesteld c.q. aangescherpt op basis van het beheersplan. Politie: opkomsttijden voor de functionarissen op alle inzetniveau's. De OVD-P draagt eraan bij om de opkomsttijden beter te realiseren.
4
afspraken tot stroomlijning van de informatievoorziening ten behoeve van leiding en coördinatie van de rampenbestrijdingsorganisatie, bijvoorbeeld door middel van een sectie informatiemanagement bij het operationeel team
Binnen de Veiligheidsdirectie is informatievoorziening ondergebracht bij 1 proceseigenaar. De multidisciplinaire projecten voor de preparatiefase en de repressiefase leverden in 2008 als resultaten op: − een overzicht van informatieproducten (568) op basis van de 32 deelprocessen uit het model-rampenplan − een aanpak voor borging en beheer van de informatie analyse − een aanpak om deze informatieproducten toegankelijk te maken en te beheren voor de crisisbeheersingsorganisatie − het beheer van de informatieprodukten wordt belegd bij de Veiligheidsregio − een pilot voor een voorziening waarbij op alle niveaus gelijktijdig kan worden beschikt over (letterlijk) hetzelfde beeld van de crisissituatie.
5
vermelding in de deelprocesplannen van raakvlakken met deelprocessen van andere kolommen
Gemeenten: De uniforme modeldeelplannen bevatten standaard een onderdeel ´Afstemming en afspraken met andere processen en organisaties´. Ghor: De procesplannen 12, 13 en 24 bevatten de relevante verwijzingen naar de procesplannen van de overige diensten. Brandweer: Op onderdelen zijn specifieke werkprocessen
9
Doelafspraak voor 2008
Eindresultaat in 2008 beschreven en geoefend (bijv. samenwerking met ambulancedienst bij ongevallen op de weg). Politie: …………………………………..
6
medewerking aan een gezamenlijke structuur of bureau met een eigen positie ter voorbereiding en beheer van multidisciplinaire afspraken
Tot 1 juli 2006 bestond het programmabureau rampenbestrijding. Vanaf 1 juli 2006 bestaat de Veiligheidsregio i.o. met een veiligheidsdirectie. Daarin werken samen: de commandant regionale brandweer, de korpschef regiopolitie, de regionaal geneeskundig functionaris en de coördinerend gemeentesecretaris. Met ingang van 1 januari 2009 komt een multidisciplinair veiligheidsbureau tot stand.
7
periodiek overleg als 1 organisatie met de betrokken waterschappen in het gebied
Een (coördinerend) dijkgraaf neemt deel aan het veiligheidsbestuur. De afgevaardigde namens de waterschappen wordt uitgenodigd voor de Veiligheidsdirectie.
8
periodieke afstemming en samenwerking tussen de betrokken regio’s in Noord-OostNederland ter realisering van de zorgniveaus, afspraken en prestaties volgens de beheersplannen
Brandweer, politie en Ghor hebben samenwerkingsafspraken over gezamenlijke onderwerpen met kolomorganisaties in andere regio’s. In ieder geval over − ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen (met VNOG) − vorming meldkamer oost nederland (partners in NOG) − afstemming Ghor − wederzijdse bijstandverlening (Grafschaft Bentheim, Technische Hilfswerk, landelijke bijstandregelingen) Brandweer: het regionaal dekkingsplan houdt rekening met brandweerkorpsen in omliggende regio’s (operationele grenzen).
1
2
3
1
Opleiden en oefenen opleiden en oefenen op het gebied van de Het opleiden en oefenen gebeurt volgens vastgestelde beleidsrampenbestrijding volgens de methodiek en en jaarplannen overeenkomstig de BZK-systematiek. systematiek van de uitgave ‘Op weg naar Het beleidsplan 2004-2006 is opgevolgd door het beleidsplan 2008-2011. Dit mede op basis van nieuwe uitgangspunten effectief oefenen’ van het ministerie van BZK met betrekking tot opleiden, trainen en oefenen, die passen binnen de doelstellingen van de veiligheidsregio. uitwerking van de volgende ambities en doelstellingen in de plannen voor opleiden en oefenen: a. bijdragen aan de doelstelling dat betrokken organisaties in situaties van zware ongevallen en rampen samen optreden als één organisatie. b. opleidings- en oefendoelen die zijn gericht op realisering van de operationele prestaties zoals vastgelegd in het beheersplan. c. ten minste de sleutelfunctionarissen (alle leidingniveaus van alle processen) en/of bepaalde andere functionarissen worden berekend op hun operationele taken. uitvoeren van het beleid en de activiteiten met betrekking tot opleiden en oefenen overeenkomstig de vastgestelde plannen
De aangegeven ambities en doelstellingen waren onderdeel van het beleidsplannen 2004-2006 en zijn dat ook voor het Beleidsplan Multidisciplinair Opleiden, Oefenen en Bijscholen 2008-2011.
De uitvoering van het beleid gebeurt door middel van jaarlijkse oefenjaarplannen
Kwaliteitszorg monitoring van de voortgang met de realise- Brandweer en Gemeenten: De gemeentelijke en regionale brandweren hanteren het normenboek fysieke veiligheid voor ring van de beleidsmatige en operationele afspraken en prestaties volgens het behun organisaties. Het boek is gebaseerd op het INK-systeem
10
Doelafspraak voor 2008
Eindresultaat in 2008
heersplan
en vormt de basis voor de tweejaarlijkse audits bij de gemeenten en de regionale brandweer. Ghor: De Ghor beschikt over een monodisciplinair kwaliteitssysteem, waarbij de Ghor-ketenpartners bij elkaar audits uitvoeren. De HKZ-certificering van het Ghor-bureau is verlengd. Politie: Het kwaltieitssysteem van de Politie is opgezet volgens het INK-model met vierjaarlijkse audits bij de regiopolitie
2
medewerking verlenen aan afstemming en stroomlijning van auditinformatie over de rampenbestrijding tussen interne en externe kwaliteitszorginstrumenten
Brandweer, Gemeenten, Ghor: Aan de Brandweer-audit is als extra vraag toegevoegd hoe de afstemming Ghor-processen en de gemeentelijke processen wordt uitgewerkt in draaiboeken. Tijdens de Brandweer-audit wordt in de gesprekken met de gemeentesecretaris en de beleidsmedewerker openbare veiligheid ingegaan op deze Ghor-vraag. Politie: …………………………………………………..
3
verwerking van de overeengekomen doelafspraken en operationele prestaties, opgenomen in het beheersplan, in kwaliteitszorginstrumenten specifiek voor elke kolom. Uiterlijk per 1 januari 2006.
Brandweer en Gemeenten: De afspraken uit het Beheersplan Rampenbestrijding over zowel de brandweer- als de gemeentelijke deelprocessen zijn geborgd in het Normenboek fysieke veiligheid van de brandweer. Ghor: Het kwaliteitssysteem GHOR en het kwaliteitsmanagementsysteem voor het GHOR-bureau bevatten de GHORafspraken van het beheersplan. Politie: Er is binnen de politie geen mono-monitoringssysteem t.a.v de operationele prestaties volgens het beheersplan.
4
medewerking aan de jaarlijkse test om (onderdelen van) het voorbereidingsniveau te toetsen. Deze test zal plaatsvinden met ingang van 2004
De afgesproken test vond niet plaats in de beheersplanperiode 2005 tot en met 2008. Begin 2008 heeft de IOOV een Algemene Doorlichting Rampenbestrijding uitgevoerd. In oktober is de oefening Poseidon gehouden waarin de gehele structuur (GRIP4) is getest op basis van een hoogwaterscenario
5
afspraken maken met het bestuur van de Regio tot inhoudelijke en procedurele afstemming en stroomlijning van auditinformatie over de rampenbestrijding
De veiligheidsdirectie zette de richting uit voor het project multidisciplinaire kwaliteitszorg veiligheidsregio. Op basis van een denktankbijeenkomst in september 2007 over de kwaliteitsmonitor werd het de deelnemende partijen duidelijk, dat de doelstellingen niet haalbaar waren. Dit leidde tot het besluit om het project voortijdig te beëindigen.
6
deelnemen aan overleg met het bestuur van de Regio over de voortgang met de vastgelegde beleidsvoornemens en operationele prestaties
Begin 2005 maakten de partijen afspraken over de opzet, de inhoud, de procedure en gezamenlijke bespreking van de op te stellen bestuurlijke rapportages. De gezamenlijke bespreking van de rapportages over 2004 en 2005 gebeurde in het Portefeuillehoudersoverleg Veiligheid. Vanaf 1 juli 2006 gebeurt dit in het Veiligheidsbestuur i.o.
11
3.1.3 Resultaten Brandweer Doelafspraak voor 2008
Eindresultaat in 2008
Uitwerking beheersplan Uitwerking van het beheersplan in een eigen pl- Het organisatieplan voor de brandweer is opgesteld, maar niet an concentreren op hoofdpunten en hoofdactivi- vastgesteld (Audit BRIJV 2006). teiten, die niet eerder en/of elders zijn vastgeIn 2008 is het proces gestart om te komen tot een verbeterplan legd. voor de brandweer, dit in het kader van de vorming van de VeiDe wet verplicht om een organisatieplan brand- ligheidsregio. In 2009 zal dat plan worden vastgesteld
weer vast te stellen voor 1 juli 2005. Deelprocessen Redden en technische hulpverlening (onderdeel van deelproces 2) De brandweer geeft vorm en inhoud aan dit deelproces. 1 Redden bij emissie gevaarlijke stof De implementatie van het OGS-peloton volgens de landelijke Aantal te redden mensen: 600 Aantal te redden mensen per compag- leidraad liep vertraging op en volgt in 2009. Het beoogde kwalinie per uur: 100 teitsniveau kon in 2008 nog niet worden gehaald De brandweer geeft vorm en inhoud aan dit deelproces door 2 Redden bij andere ramptypen Aantal te redden mensen: 235 het in stand houden van de brandweercompagnie volgens de Aantal te redden mensen per compag- landelijke leidraad. Tevens kan een beroep worden gedaan op brandweercompagnieën vanuit omliggende regio’s. nie per uur: 25
Bestrijding van brand/emissie gevaarlijke stoffen (onderdeel van deelproces 2) 1 Bestrijden van brand De brandweer geeft vorm en inhoud aan dit deelproces door Te bestrijden vuurfront: 1.800 meter het in stand houden van de brandweercompagnie volgens de landelijke leidraad. Tevens kan een beroep worden gedaan op brandweercompagnieën vanuit omliggende regio’s. 2
Bestrijden emissie gevaarlijke stof Ongevalsbestrijding gevaarlijke stof: 2 OGS-pelotons Inzet 1 OGS-pelotons (basiszorg): binnen 60 minuten na alarmering Inzet extra OGS-peloton: binnen 90 minuten na alarmering
Waarschuwing van de bevolking (deelproces 4) 1 vaststelling onder welke omstandigheden welke (operationele) dienst of instantie is gemandateerd tot het uitvoeren van het proces waarschuwen van de bevolking op basis van een door het bestuur vastgesteld protocol. 2 vaststelling van een sluitend stelsel van afspraken voor snelle berichtgeving naar de gewaarschuwde bevolking. 3
4
Waarschuwing per sirene: Aantal te waarschuwen huishoudens: 21.000 Bepalen effect-/sirenegebied: binnen 10 minuten na melding Activeren van de sirenes: binnen 1 minuut na opdracht Activeren calamiteitenzender: binnen 5 minuten na opdracht Waarschuwing op andere manieren Omvang te waarschuwen gebied 20 hectare Start waarschuwing: binnen 15 minuten na besluit
De brandweer geeft vorm en inhoud aan dit deelproces. De implementatie van het OGS-peloton volgens de landelijke leidraad liep vertraging op en volgt in 2009. Het beoogde kwaliteitsniveau kon in 2008 nog niet worden gehaald
Het aansturen van de sirenes is procedureel vastgelegd.
De calamiteitenzender is te activeren via de regionale alarmcentrale. De voorlichting naar de bevolking verloopt vervolgens via het gemeentelijke proces Voorlichting. De doelstelling van het aantal te waarschuwen huishoudens, het activeren van de sirenes en de calamiteitenzender worden gehaald. In 2008 is een convenant opgesteld om de functie van Meetplanleider te borgen door samenwerking tussen de regio’s Noord- en Oost-Gelderland, Twente en IJsselland. Doel is om advisering en besluitvorming over het waarschuwen per sirene te verbeteren/ te versnellen. Implementatie vindt in 2009 plaats. Nieuwe technieken maken het mogelijk gericht te communiceren via SMS-berichten. Invoering vond nog niet plaats.
12
Doelafspraak voor 2008
Eindresultaat in 2008
Besmettingscontrole en ontsmetten (deelproces 9 en 10) 1 Besmettingscontrole en ontsmetting menDe brandweer geeft vorm en inhoud aan dit deelproces. sen De implementatie van het OGS-peloton volgens de landelijke aantal ontsmettingsstraten:1 leidraad liep vertraging op en volgt in 2009. Het beoogde kwalicontrolecapaciteit (personen per uur): teitsniveau kon in 2008 nog niet worden gehaald. 120 Voor grotere incidenten zijn afspraken gemaakt over ontsmetontsmettingscapaciteit (personen per tingscapaciteit vanuit de NBC-steunpuntregio’s die in 2005 door uur): 50 BZK zijn ingericht. ontsmettingsstraat operationeel: 60 minuten na alarmering Het ontsmetten van voertuigen lift mee op de ontwikkelingen 2 Besmettingscontrole en ontsmetting voerzoals geschetst bij het ontsmetten van mensen. tuigen De brandweer geeft vorm en inhoud aan dit deelproces. De imaantal ontsmettingsstraten: 1 controlecapaciteit (voertuigen per uur): plementatie van het OGS-peloton volgens de landelijke leidraad liep vertraging op en volgt in 2009. Het beoogde kwali30 ontsmettingscapaciteit (voertuigen per teitsniveau kon in 2008 nog niet worden gehaald uur): 10 ontsmettingsstraat operationeel: 60 minuten na alarmering Waarnemen en meten (deelproces 18) 2 oppervlakte te bemeten gebied (km ): 75 2 meetploegen operationeel (in minuten): 30 overige meetploegen operationeel (in minuten): 60
Vier meetploegen zijn te activeren binnen de gestelde termijnen.
13
3.1.4 Resultaten Politie Doelafspraak voor 2008
Eindresultaat in 2008
Uitwerking beheersplan Uitwerking van het beheersplan in een eigen Landelijk is ervoor gekozen om het organisatieplan politie in te plan concentreren op hoofdpunten en hoofdacti- bedden in het bestaande regionale beleidsplan, dat het regioviteiten, die niet eerder en/of elders zijn vastge- naal college vaststelt op basis van artikel 31 van de Politiewet legd. 1993. De Regiopolitie wacht vanaf 2006 op landelijke tekstvoorstellen tot aanpassing van het regionale beleidsplan. De planmatige uitwerking van het beheersplan in een eigen plan kwam niet tot stand Deelprocessen Ontruimen en evacueren (deelproces 5) 1 Ontruimen Na een (verkeers)ongeval (aantal personen): 200 Na een calamiteit (aantal personen): 3.750 Tijdens een incident (aantal personen): 450 Voor een incident (aantal personen): 3.750 2 Evacueren Na een calamiteit (aantal personen): 3.750 Tijdens een calamiteit (aantal personen): 1.250 Voor een calamiteit (aantal personen): 3.750 3 Tijdnormen Actiecentrum operationeel (in minuten na opdracht): 60 Starttijdstip (in minuten na opdracht): 90 Transportmiddelen ter plaatse (in minuten na opdracht): 30 Afzetten en afschermen (deelproces 6) Aantal af te zetten punten: 76 Medewerkers operationeel (in minuten na alarmering): 15-60 Beschikbaarheid borden en afzettingsmaterieel (in minuten): 60
Verkeer regelen (deelproces 7) Aantal te regelen verkeerspunten: 76 Medewerkers operationeel (in minuten na alarmering): 15-60 Beschikbaarheid borden en afzettingsmaterieel (in minuten): 6
Handhaven rechtsorde (deelproces 8) Aantal te begeleiden personen: 10.000 Aantal te controleren ordeverstoorders: 200 Aantal aan te houden aanstichters: 100 Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden operationeel (in minuten): 60 Mobiele Eenheid operationeel (in minuten): 90
Ontruimen geschiedt vanuit de lopende dienst, eventueel met aanvulling door bijstand uit andere regio’s. De genoemde aantallen zijn binnen de eerste uren te halen. De bijstandsregelingen zijn daarop geënt.
Evacueren geschiedt door de Mobiele Eenheid, eventueel met aanvulling vanuit Mobiele Eenheid uit een andere regio. Deze genoemde aantallen zijn binnen de eerste uren te halen.
Deze tijden zijn genoemd in de rampenplannen van de gemeenten. De Politie heeft zich hieraan geconformeerd en de tijden worden in de praktijk ruimschoots gehaald.
Afzetten geschiedt vanuit de lopende dienst, eventueel met aanvulling door bijstand uit andere regio’s. De genoemde aantallen zijn binnen de eerste uren te halen. De bijstandsregelingen zijn daarop geënt. Bebording is afhankelijk van tijd en plaats omdat de bebording door de gemeenten geleverd wordt.
Verkeer regelen geschiedt vanuit de lopende dienst, eventueel met aanvulling door bijstand uit andere regio’s. De genoemde aantallen zijn binnen de eerste uren te halen. De bijstandsregelingen zijn daarop geënt. Bebording is afhankelijk van tijd en plaats omdat de bebording door de gemeenten geleverd wordt.
Handhaven rechtsorde is een politieproces. Bij een demonstratie is het afhankelijk naar de aard en grootte van de demonstratie. Hier wordt ook bezien hoeveel personeel ingezet dient te worden. De beschikbaarheid van SGBO en Mobiele Eenheid is volgens de hiernaast beschreven tijden. Bebording is afhankelijk van tijd en plaats omdat de bebording
14
-
Vervolgingsorganisatie operationeel (in minuten): 60 Beschikbaarheid borden en afzettingsmaterieel (in minuten): 60
Identificeren van overledenen (deelproces 16) Aantal te identificeren overledenen: 40 RIT-leiding operationeel (in minuten na verzoek): 150 RIT-team operationeel (in uren na start): 5 Locatie per regio die voldoet aan RIT-eisen: 1 Begidsen (deelproces 19) Aantal te begeleiden hulpverleningsvoertuigen: 205 Beschikbaarheid uitgangsstellingen per gemeente: 1 Beschikbaarheid motorrijders (in minuten na alarm): 90 Strafrechtelijk onderzoek (deelproces 23) Aantal voor te geleiden/te verhoren personen: 100 Opvolgingsorganisatie operationeel (in minuten): 60
door de gemeenten geleverd wordt
Identificatie van overledenen wordt in eerste instantie door de Technische Recherche van de regiopolitie verricht. Bij grotere aantallen zal het RIT om bijstand verzocht worden. Zij hebben een opkomsttijd zoals hiernaast omschreven is. Een locatie die voorbereid is en voldoet aan de RIT-eisen is op dit moment nog niet aanwezig
Begidsing geschiedt door motorrijders, eventueel met aanvulling door bijstand uit andere regio’s. De genoemde aantallen zijn binnen de eerste uren te halen. De bijstandsregelingen zijn daarop geënt. Uitgangsstellingen zijn in het OBP aangegeven.
Bij grotere aantallen personen wordt de ARAF procedure in werking gesteld.
15
3.1.5 Resultaten GHOR Doelafspraak voor 2008
Eindresultaat in 2008
Uitwerking beheersplan Uitwerking van het beheersplan in een iegen Het Dagelijks Bestuur stelde het ‘Organisatieplan GHOR Regio plan concentreren op hoofdpunten en hoofdacti- IJssel-Vecht 2005-2007’ vast op 23 juni 2005. viteiten, die niet eerder en/of elders zijn vastge- Het Organisatieplan GHOR is samengevoegd met het Beleidslegd. plan GHOR 2008 - 2011. Dit beleidsplan bevat de te behalen operationele prestaties vanuit het Regionaal Beheersplan De wet verplicht om de organisatieplannen Rampenbestrijding. vast te stellen voor 1 juli 2005. Deelprocessen Preventieve volksgezondheid (deelproces12) Aantal te vaccineren en/of van medicijnen te voorziene personen: 35.000 Aantal collectief te onderzoeken personen: 85.000
Het Dagelijks Bestuur stemde in 2005 in met het Rampbestrijdingsplan influenzapandemie. In 2006 hebben het Regionaal Operationeel Team en het Actiecentrum GGD/GHOR geoefend met het Rampbestrijdingsplan Influenzapandemie. De GHOR kan de genoemde aantallen verwerken. Hierbij geldt de voorwaarde dat er gebruik kan worden gemaakt van de maximale bovenregionale bijstand.
Geneeskundige hulpverleningsketen (deelproces 13) Medische verzorging en transport binnen 2 Op landelijk niveau werken betrokken partijen aan een sysuren van: 70 T1- en T2-slachtoffers teem waarmee meldkamers ambulancezorg automatisch de Medische verzorging en transport binnen 5 benodigde ambulancebijstand uit andere regio’s aanvragen. uren van: 250 T1- en T2-slachtoffers Invoering staat gepland voor 2008. Dit systeem wordt gekoppeld aan een systeem voor gewondenspreiding. De GHOR kan de genoemde aantallen verwerken. Hierbij geldt de voorwaarde dat er gebruik kan worden gemaakt van de maximale bovenregionale bijstand. Psychosociale hulpverlening (deelproces 24) Aantal hulp te bieden personen: 1.000 Eerste opvangteams aanwezig binnen: 90 minuten
De GHOR kan het genoemde aantal verwerken. Hierbij geldt de voorwaarde dat er gebruik kan worden gemaakt van de maximale bovenregionale bijstand. Het eerste opvangteam kan aan de gestelde opkomsttijd voldoen.
Operationele afspraken en prestaties Bereikbaarheid en beschikbaarheid van functio- De regelingen rond opkomsttijden zijn als volgt ingesteld c.q. narissen en onderdelen van de rampbestrijaangescherpt: dingsorganisatie, die essentieel zijn in de eerste − Regionaal Geneeskundig Functionaris: aanwezig in het uren, uitgaande van de tijdnormen in artikel 8 Beleidsteam binnen maximaal 90 minuten; − Hoofd Sectie GHOR: aanwezig in het Regionaal Operationeel Team binnen maximaal 60 minuten; − Officier van Dienst Geneeskundig: aanwezig in het Commando Plaats Incident binnen maximaal 30 minuten (voor afgelegen gebieden wordt een uitloop tot 45 minuten geaccepteerd); − Commandant van Dienst Geneeskundig: aanwezig in het Commando Plaats Incident binnen maximaal 60 minuten. Deze functie is met ingang van 1 maart 2007 opgeheven. De taken van de Commandant van Dienst Geneeskundig zijn overgegaan op de Officier van Dienst Geneeskundig. Overigens betreft het hier maximale opkomsttijden. In de praktijk zijn functionarissen vaak ruim binnen de gestelde tijd beschikbaar. Naast de bovengenoemde functionarissen levert de GHOR indien nodig een Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen. Deze functionaris is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar voor advies. Zo nodig is hij binnen 90 minuten ter plaatse.
16
Deelname en inzet van menskracht en middelen Zie bij het voorgaande punt ‘bereikbaarheid en beschikbaart.b.v. structuur voor leiding en coördinatie van de heid’ rampenbestrijding, zoals opgenomen in de rampenplannen
17
3.1.6 Resultaten Gemeenten Doelafspraak voor 2008 1.
2.
1
Eindresultaat in 2008
Uitwerking beheersplan vaststelling van een implementatieplan op Het Dagelijks Bestuur stelde het ‘Implementatieplan kolom geom te komen tot het opgenomen zorgniveau meenten Regio IJssel-Vecht 2005’ vast op 23 juni 2005. voor de gemeenten De gemeenten maakten afspraken in de intergemeentelijke uitwerking van het beheersplan in een eigen samenwerkingsovereenkomst voorbereiding en uitvoering geimplementatieplan concentreren op hoofdmeentelijke rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsprocespunten en hoofdactiviteiten, die niet eerder sen Regio IJssel-Vecht. en/of elders zijn vastgelegd. De veiligheidskring van gemeentesecretarissen stelde in 2007 een contourennotitie op. Het Veiligheidsbestuur en de gemeenten stemden in met voorstellen over de voorbereiding van de gemeentelijke deelprocessen.
Voorkomen en beperken Inventarisatie in aanwezige risico’s Met inzet van onder andere het regionale milieu adviesteam inventariseerden de gemeenten risicogegevens ten behoeve Periodieke actualisering van de voorgeschreven risico-inventarisatie volvan het risico-register en de risicokaart. Ter voorbereiding van het Beleidsplan Veiligheidsregio gaf de gens een gezamenlijk, in overleg met de hulpverleningsdiensten, vastgestel- Veiligheidsdirectie opdracht tot actualisering van de risicoinventarisatie. Deze vond plaats in 2008. de methode en ambitieniveau. Bekendmaking, actief en passief, van De gemeenten en de provincie Overijssel maakten een plan de risico-inventarisatie aan inwoners en voor risicocommunicatie. Dit lag in 2008 ter besluitvorming bij andere belanghebbenden. de gemeenten.
2
Voorkoming en beheersing van grote risico’s keuze en prioritering van grote risico’s, gewenste activiteiten ter voorkoming en beheersing van die grote risico’s; tijdige en multidisciplinaire advisering van de hulpverleningsdiensten over plannen met betrekking tot de grote risico’s.
In 2005 kwam een multidisciplinaire handreiking advisering publieksevenementen tot stand. Het Veiligheidsbestuur stemde op 20 december 2007 in met het rapport van het Project Handreiking Multidisciplinaire Advisering Risicobeheersing (MAR). Hoofdpunten zijn: 1. realisering van de multidisciplinaire/integrale advisering met een multidisciplinair loket. 2. indiening door de gemeenten van adviesverzoeken bij de Veiligheidsregio in ieder geval in de volgende situaties: a. op basis van wettelijke verplichting; b. zie hierna; c. optioneel (op verzoek van individuele gemeenten).
3
Advisering in plantrajecten Afspraken met de hulpverleningsdiensten over een tijdige multidisciplinaire inbreng en advisering bij het ontwikkelen van plannen. Een integrale veiligheidsanalyse voor initiatieven die een wezenlijk effect op de interne of externe veiligheid.
Punt 2b: het voorstel tot multidisciplinaire advisering bij complexe plannen, risico-evenementen en evenementen met verhoogde aandacht is niet overgenomen. Een integrale veiligheidsanalyse vindt plaats bij daarvoor specifiek door de gemeente aangewezen projecten.
1.
2.
Voorbereiding rampenbestrijding De colleges van alle gemeenten pasten in 2005 hun rampende gemeentelijke rampenplannen geven een beschrijving van de organisatiekaders plannen op basis van een regionaal model. Het model-rampenplan bevat de landelijke GRIP-opschalingsen voorbereidingen van de rampenbestrijding. procedure; dit mede op basis van overleg met de VeiligheidsDe eerstvolgende actualisering van het ge- regio Noord- en Oost Gelderland. meentelijk rampenplan vindt plaats uiterlijk De gemeenten pasten het rampenplan in 2007 opnieuw aan op in 2008. basis van voorstellen tot verbetering van de structuur van de gemeentelijke hulpverlening ten tijde van rampen of crises. de uitvoering van de gemeentelijke risicoDe actualisering van de risicoinventarisatie in 2008 vond multidisciplinair plaats bij alle gemeenten. inventarisatie, de periodieke actualisering daarvan en de resultaten, die worden opge- De risico-inventarisatie omvat de 18 ramptypen van de Leinomen in het rampenplan, worden intergedraad Maatramp alsmede risicolocaties uit het oogpunt van crimeentelijk afgestemd. De risico-inventarisa- sisbeheersing
18
Doelafspraak voor 2008
3.
4.
tie omvat alle 18 ramptypen van de Leidraad Maatramp. de gemeentelijke organisaties worden voorbereid om in situaties van zware ongevallen en rampen bij de uitvoering van de deelprocessen samen op te treden als één organisatie. De gemeenten beschikken over geoefende en getrainde eigen medewerkers per deelproces om elkaar bijstand te verlenen, alsmede in een actiecentrum per deelproces.
de gemeenten voorzien gezamenlijk in een pool van gemeentesecretarissen, van beleidsmedewerkers openbare veiligheid
Eindresultaat in 2008
In de Veiligheidsregio IJsselland is een Coördinerend Functionaris Gemeenten benoemd, die voorzitter is van de Veiligheidskring Gemeentesecretarissen en het overleg van de AOV-ers. Daarnaast maakt hij deel uit van de Veiligheidsdirectie en is hij adviserend lid van het Veiligheidsbestuur. De gemeenten besloten om regionaal expertteams voor de diverse (deels geclusterde) deelprocessen in het leven te roepen. In de “warme” situatie kunnen de leden van de expertteams worden “ingevlogen” om de gemeente bij te staan bij de uitvoering van de activiteiten. Hiervoor worden zij opgeleid en geoefend. De gemeenten dragen gezamenlijk zorg voor de bezetting van de sectie gemeenten in het regionaal team (ROT) met een hoofd van de sectie en een ondersteuner. Het hoofd van de sectie gemeenten is een (loco-)gemeentesecretaris (op dit moment zitten vijf mensen in de pool). De ondersteuner is een AOV-er (ook een pool met vijf mensen).
Deelprocessen Voorlichting (deelproces 3) Aantal te informeren huishoudens: 30.000 Aantal af te handelen publiekstelefoongesprekken: 40.000 Aantal af te handelen verwantentelefoongesprekken: 5.000 Aantal op te vangen persverslaggevers: 330 Pers- en publieksvoorlichter operationeel (in minuten): 60 Basisbezetting actiecentrum operationeel (in minuten): 60 Informatienummer opengesteld (in minuten): 60 Actiecentrum volledig operationeel (in minuten): 120 Inzameling van besmette waren (deelproces 11) Actiecentrum operationeel (in minuten na opdracht): 120
Opvang en verzorging (deelproces 14) Aantal op te vangen slachtoffers (enkele uren): 3.000 Aantal op te vangen slachtoffers (met overnachtingen): 1.500 Opening opvangcentra (in minuten): 60 Opvangcentra operationeel (in minuten): 90 Actiecentrum operationeel (in minuten): 60
Registreren van getroffenen (deelproces 15) Aantal te registreren slachtoffers: 6.000 CRIB operationeel (in minuten): 60 Registratie opvangcentra operationeel (in minuten): 60 Verwanteninfo operationeel (in minuten): 180
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten voldoende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelplan ‘voorlichting’. Het bereiken van het vastgestelde operationele zorgniveau (aantallen huishoudens, telefoongesprekken, verslaggevers) maakte tot dusverre geen deel uit van de gezamenlijke voorbereidingen. Onduidelijk is of de gemeenten de aangegeven opkomsttijden kunnen realiseren.
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten voldoende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelplan ‘inzameling besmette waren’. De aangegeven operationele prestatie kan worden gerealiseerd.
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten voldoende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelplan ‘opvang en verzorging’. Het bereiken van het vastgestelde operationele zorgniveau (aantallen op te vangen slachtoffers) maakte tot dusverre geen deel uit van de gezamenlijke voorbereidingen. Onduidelijk is of de gemeenten de aangegeven opkomsttijden kunnen realiseren..
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten voldoende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelplan ‘registratie van getroffenen. In 2006 zijn afspraken gemaakt met het Rode Kruis voor het leveren van capaciteit en het gebruik maken van het registratieprogramma IRIS. Het bereiken van het vastgestelde operationele zorgniveau
19
Doelafspraak voor 2008
Eindresultaat in 2008 (aantal te registreren slachtoffers) maakte tot dusverre geen deel uit van de gezamenlijke voorbereidingen. Onduidelijk is of de gemeenten de aangegeven opkomsttijden kunnen realiseren.
Uitvaartverzorging (deelproces 17) Uitvaart aantal doden: 40 Opvangpunt nabestaanden operationeel (in minuten): 120 Coördinatiepunt operationeel (in minuten): 240
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten voldoende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelplan ‘uitvaartverzorging’. Het bereiken van het vastgestelde operationele zorgniveau (aantal te verzorgen overledenen) maakte tot dusverre geen deel uit van de gezamenlijke voorbereidingen. Onduidelijk is of de gemeenten de aangegeven opkomsttijden kunnen realiseren.
Voorzien in primaire levensbehoeften (deelproces 22) 1 Noodhulp zonder opvangcentrum Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten volAantal te helpen slachtoffers: 250 doende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelActiecentrum operationeel (in uren): 5 plan ‘voorzien in primaire levensbehoeften’. Beleid geformuleerd (in uren): 7 Het bereiken van het vastgestelde operationele zorgniveau Informatiepunt operationeel (in minu(aantallen te helpen slachtoffers) maakte tot dusverre geen ten): 9 deel uit van de gezamenlijke voorbereidingen. Beleid gecommuniceerd (in uren): 9 Onduidelijk is of de gemeenten de aangegeven opkomsttijden kunnen realiseren. 2 Noodhulp na een opvangcentrum Aantal te helpen slachtoffers: 375 Actiecentrum operationeel (in uren): 10 Beleid geformuleerd (in uren): 12 Informatiepunt operationeel (in uren): 14 Beleid gecommuniceerd (in uren):14 Schadeafhandeling (deelproces 25) Aantal gedupeerden: 2.500 Actiecentrum CRAS operationeel (in minuten): 120 Start coördinatie schadeopname (in minuten): 240 Start coördinatie provisorisch herstel (in minuten): 240
Milieu (deelproces 29) Actiecentrum operationeel (in minuten na opdracht): 120
Nazorg (deelproces 30) Bestuurlijke keuze omtrent alsmede de voorbereiding dan wel instelling van een informatie- en adviescentrum (positie, doelstelling en doelgroepen, hulpvraag, functies en taken, wijze van uitvoering, bekostiging). Aantal hulpvragers: 3000 Actiecentrum operationeel (in uren): 10 IAC operationeel (in dagen): nader te bepalen IAC gereed voor langdurige nazorg (in weken): nader te bepalen Verslaglegging en evaluatie (deelproces 31) Ondersteuningsgroep operationeel (in minuten na opdracht): 60
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten voldoende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelplan ‘schadeafhandeling’. Het bereiken van het vastgestelde operationele zorgniveau (aantal te helpen gedupeerden) maakte tot dusverre geen deel uit van de gezamenlijke voorbereidingen. Onduidelijk is of de gemeenten de aangegeven opkomsttijden kunnen realiseren.
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten voldoende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelplan ‘inzameling besmette waren’. De aangegeven operationele prestatie kan worden gerealiseerd.
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten wisselend scoren wat betreft de vorm en de inhoud van het deelplan ‘nazorg’. Het bereiken van het vastgestelde operationele zorgniveau (aantal hulpvragers) maakte tot dusverre geen deel uit van de gezamenlijke voorbereidingen. Onduidelijk is of de gemeenten de aangegeven opkomsttijden kunnen realiseren.
Uit de gehouden audits (2006) blijkt, dat de gemeenten tenminste voldoende scoren wat betreft de vorm en de inhoud van
20
Doelafspraak voor 2008
Eindresultaat in 2008 het deelplan ‘verslaglegging en evaluatie’. De aangegeven operationele prestatie kan worden gerealiseerd.
21
agendapunt betreft
Veiligheidsbestuur
datum
24 juni 2009
agendapunt onderwerp Proceseigenaar
Portefeuillehouder
6 Jaarverslag en jaarrekening 2008 L.J. Sievers
H.H. Apotheker
Te besluiten om 1. in te stemmen met het onderdeel Veiligheid het bijgevoegde jaarverslag Regio IJssel-Vecht 2008 (bijlage); 2. kennis te nemen van de onderwerpen uit de concept-jaarrekening 2008 van de Regio IJssel-Vecht, die de Veiligheidsregio IJsselland raken (zie toelichting). Argumenten Het dagelijks bestuur legt aan het algemeen bestuur over elk begrotingsjaar verantwoording af over het door hem gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening, het jaarverslag en een accountantsverklaring. 2008 was voor de Veiligheidsregio IJsselland een belangrijk jaar. Het stond vooral in het teken van de ontvlechting van de regionale organisaties van brandweer en ghor uit de Regio IJsselVecht. Dit in combinatie met de voorbereiding van de Veiligheidsregio IJsselland als nieuw samenwerkingsverband van gemeenten per 1 januari 2009. Inhoudelijk was de Veiligheidsregio i.o. in 2008 verantwoordelijk voor beleid en beheer van de regionale organisaties van brandweer en GHOR. Dit was vastgelegd in een convenant met de Regio IJssel-Vecht. Die verantwoordelijkheid betrof onder meer de inhoudelijke ambities en financiële kaders, vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de Regio IJssel-Vecht stelde op 28 juni 2007 in de programma’s van de begroting 2008. Evenals de aanvulling daarop als gevolg van nieuw beleid, opgenomen in de vastgestelde perspectiefnota 2008-2011.
[m:\veiligheidsregio\ab veiligheidsbestuur\24 juni 2009\20090624.6 jaarverslag 2008.doc]
vervolgblad
2
Jaarverslag 2008 Wat betreft het jaarverslag spraken beide regio’s af, dat de Veiligheidsregio tijdig informatie levert over de voortgang en/of de resultaten van de uitvoering van het programma Veiligheid en van het onderdeel GHOR van het deelprogramma Gezondheid, Veiligheid en Milieu. De Veiligheidsregio vulde deze afspraak in met het onderdeel Veiligheid van het jaarverslag Regio IJssel-Vecht 2008 (bijlage). Het is opgebouwd in de vorm van overzichten per deelprogramma. Elk overzicht bevat kernachtig de ambities in de vastgestelde programma’s en daarnaast de rapportage over de realisering in 2008. Jaarrekening 2008 De jaarrekening 2008 is gebaseerd op de beleidscyclus en begroting van de voormalige Regio IJssel-Vecht. In het overdrachtsdocument tussen beide regio’s is vastgesteld dat het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio IJsselland de jaarrekening ter kennisneming ontvangt. De formele vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening over 2008 gebeurt in juni 2009 door het Algemeen Bestuur van de GGD IJsselland als sluitstuk van de begrotingscyclus 2008 van de Regio IJssel-Vecht. De concept-jaarrekening betreft een omvangrijk document, dat gedeeltelijk betrekkking heeft op veiligheid. Daarom wordt hier volstaan met het noemen van de onderwerpen, die de Veiligheidsregio IJsselland raken. De hele concept-jaarrekening kunt u opvragen bij de secretaris van de Veiligheidsregio. De jaarrekening sluit de oude periode af met een voordelig resultaat van € 50.000,--. In deze notitie wordt een overzicht gegeven van de resultaten van het programma Veiligheid ten op zichte van de vastgestelde bestuursrapportage van november 2008. Indeling De jaarrekening 2008 is opgesteld op basis van de organisatie inrichting van de voormalige Regio IJssel-Vecht. De programma indeling was als volgt: programma
producten
Service en samenwerking
Bestuursondersteuning Recreatie en toerisme Volwasseneneducatie Halt Producten regionale brandweer Milieu JGZ Diverse producten AGZ GHOR
Veiligheid Gezondheid
vervolgblad
3
Voor de verantwoording in de jaarrekening betekent dit dat er weliswaar sprake is van een indeling op basis van programma’s maar ook dat een aantal financiële aspecten centraal wordt verantwoord Dit betreft: - salarissen - resultaat op de financiering - resultaat op de kostenplaatsen (hierin is ook het resultaat op bedrijfsvoering verwerkt) - resultaat op deelnemingen (dit betreft met name de deelneming in de NV ROVA). De resultaten op deze aspecten beïnvloeden het saldo van de jaarrekening maar worden niet op basis van de programma indeling toegelicht. Het begrip veiligheid in de jaarrekening 2008 van de voormalige regio IJssel-Vecht heeft dus een andere betekenis c.q. inhoud dan in de programmabegroting 2009 van de Veiligheidsregio IJsselland. In de nieuwe organisatie Veiligheidsregio IJsselland bevat de omvat de begroting de volgende programma’s: - Veiligheid - Brandweer - GHOR - Meldkamer - Gemeenten - Bestuur Dit betekent dat de informatie uit de jaarrekening 2008 niet op de exploitatie van de Veiligheidsregio kan worden geprojecteerd. Afwijkingen ten opzichte van de bestuursrapportage 2008 In deze notitie wordt op hoofdlijnen een aantal afwijkingen ten opzichte van de begroting 2008 (na wijziging) genoemd die een substantiële beïnvloeding van het rekeningsresultaat tot gevolg hebben gehad en die betrekking hebben op de regionale brandweer en de GHOR. De basis voor de informatie vormen de opmerkingen in de bestuursrapportage 2008, die in de vergadering van het algemeen bestuur van 12 november 2008 is besproken. In de bestuursrapportage 2008 werd nog een positief resultaat over 2008 geraamd van € 170.000,=. In dit resultaat was een negatief resultaat van het programma Veiligheid van € 27.000,= verwerkt bestaande uit: -
kosten voormalig regionaal commandant negatief € 140.000,= kosten inhuur personeel meldkamer negatief € 78.000,= uitstel realisering nieuw beleid 2008 voordeel € 220.000,= diversen nadelig € 25.000,=
Deze ramingen zijn door middel van de 2e begrotingswijziging 2008 aan de begroting van de voormalige regio IJssel-Vecht toegevoegd. Op basis van de jaarrekening 2008 kan verder het volgende worden gemeld:
vervolgblad
4
-
de kosten van de voormalig regionaal commandant zijn € 13.000,= lager dan geraamd. de kosten inhuur personeel meldkamer zijn € 29.000,= lager dan geraamd. de kosten van realisering nieuw beleid 2008 zijn € 51.000,= lager dan geraamd.
Na de bestuursrapportage is het dagelijks bestuur in de vergadering van 18 november 2008 geïnformeerd over nagekomen frictiekosten tot een bedrag van € 155.550,= met betrekking tot de ontvlechting van de veiligheidsregio. Met deze overschrijding was in de begroting 2008 geen rekening gehouden. De overschrijding van de frictiekosten is uiteindelijk uitgekomen op € 123.000,=. De onderwerpen die in de bestuursrapportage specifiek zijn genoemd kunnen op basis van de jaarrekening worden aangevuld ( dit betreffen afwijkingen ten opzichte van de begroting 2008 na wijziging); Voordelig: - inkomsten uit dienstverlening risicobeheersing € 27.000,= - inkomsten uit het project verbetering management overstromingen € 49.000,= - lagere kosten opleidingen en oefeningen € 45.000,= - nabetaling loon- en prijsindexering rijksbijdrage BDVR € 87.000,= - lagere exploitatiekosten gemeenschappelijke meldkamer € 54.000,= - kosten operationele inzet GHOR € 51.500 Nadelig: - opleidingskosten regionale brandweer € 18.000,= - overwerk\inhuur derden regionale brandweer € 34.000,= - opleiding , training en oefening GHOR € 39.000,= Bovenstaande afwijkingen geven een indruk van de uitkomst 2008 van ‘veiligheid’ gerelateerde activiteiten in de jaarrekening 2008 van de voormalige Regio IJssel-Vecht. Opgemerkt wordt dat dit geen integraal beeld geeft van het resultaat. Wel kan worden geconcludeerd dat deze aspecten per saldo hebben bijgedragen aan het uiteindelijke positieve resultaat van de jaarrekening 2008 in z’n geheel. Het negatieve saldo van ‘veiligheid’ in de bestuursrapportage 2008 is omgebogen in een positieve bijdrage aan het totaalresultaat.
Inhoudsopgave Rekening 2008 Balans
3
Toelichting op de balans
4
Recapitulatie programmarekening
12
Toelichting op de programmarekening
13
Programma Service & Samenwerking
16
Programma Veiligheid
17
Programma Gezondheid
19
Algemene lasten en dekkingsmiddelen
21
Bijlagen 1.
Overzicht personele sterkte
26
2.
Kostenverdeelstaat
27
3.
Toelichting op de kostenverdeelstaat
29
4.
Kapitaallasten
30
5.
Geactiveerde kapitaaluitgaven
31
6.
Reserves en voorzieningen
33
7.
Toelichting reserves en voorzieningen
35
8.
Langlopende geldleningen
38
9.
Overzicht gemeentelijke bijdragen
39
10. Single Information Single Audit
40
11. Overzicht overlopende activa en passiva
41
12. Projectresultaten en incidentele baten en lasten
44
13. Accountantsverklaring
47
1
2
BALANS PER 31 DECEMBER Ultimo 2008
Omschrijving der activa
Ultimo 2007
Ultimo 2007
Vaste passiva
Vaste activa Materiële vaste activa - Investeringen met een economisch nut Financiële vaste activa - Kapitaalverstrekking aan: - deelnemingen - Overige langlopende leningen u/g
9.172.927,27 9.172.927,27
9.521.698,90 9.521.698,90
1.120.724,33 68.067,03 1.052.657,30
Totaal vaste activa
1.120.724,33 68.067,03 1.052.657,30
10.293.651,60
10.642.423,23
Eigen vermogen - Algemene reserve - Bestemmingsreserves - Overige bestemmingsreserves - Resultaat nà bestemming Voorzieningen - Onderhoudsegalisatievoorzieningen - Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting - Wachtgeldverplichtingen Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële insellingen
3.076.187,74
3.261.851,63
453.780,18
453.780,18
2.570.682,88 51.724,68
2.411.649,70 396.421,75 75.000,00
0,00
0,00 0,00
75.000,00
0,00 7.251.317,29
7.251.317,29
Totaal vaste passiva
7.386.132,87 7.386.132,87
10.402.505,03
10.647.984,50
Vlottende passiva
Vlottende activa Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - vorderingen op openbare lichamen - Overige vorderingen Liquide middelen - Kassaldi - Bank- en girosaldi
1.453.063,09 1.037.490,32 415.572,77
1.973.582,15 1.399.590,22 573.991,93
3.840.386,28 1.884,77 3.838.501,51
Overlopende activa - Vooruitbetaalde bedragen - Nog te ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel - Overige nog te ontvangen bedragen
Totaal generaal
Ingediend bij het Dagelijks Bestuur van de GGD IJsselland d.d. 4 juni 2009
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - Overige schulden
1.968.131,37 1.968.131,37
2.424.036,90 2.424.036,90
4.063.554,16 2.777,29 4.060.776,87
489.613,25
Totaal vlottende activa
437.198,69
91.883,24 365.499,13
36.663,76 334.507,75
32.230,88
66.027,18 5.783.062,62
6.474.335,00
16.076.714,22
17.116.758,23
Overlopende passiva - Vooruitontvangen bedragen - Vooruitontvangen bedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel - Nog te betalen bedragen
3.706.077,82
Totaal vlottende passiva
Totaal generaal
Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de GGD IJsselland d.d. 25 juni 2009 , controller
J.H. Jansen
Ultimo 2008
Omschrijving der passiva
, voorzitter H.J. Dannenberg , secretaris. H. Ensing
4.044.736,83
36.308,29 2.877.826,97
38.613,29 3.391.973,31
791.942,56
614.150,23 5.674.209,19
6.468.773,73
16.076.714,22
17.116.758,23
3
Toelichting op de balans Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding. De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Balans 1.1
Materiële vaste activa met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervangingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte levensduur. De afschrijving van de huisvestingskosten geschiedt volgens de annuïtaire methode. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.
1.2
Financiële vaste activa Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. De overige langlopende leningen o/g zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte lening.
1.3
Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Op basis van verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
1.4
Liquide middelen Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
1.5
Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting.
1.6
Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
1.7
Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
4
Vaste activa Materiële vaste activa De investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Boekwaarde ultimo Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
2008 1.815.120,86 5.739.427,85
2007 1.815.120,86 5.859.009,35
361.902,60 563.321,10 693.154,86
327.207,12 667.617,30 852.744,27
9.172.927,27
9.521.698,90
Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met economisch nut weer: Boekwaarde 01-01-2008 1.815.121
Investeringen
Gebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
5.859.009
3.427
Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties
327.207 667.617
99.466 4.867
852.745 9.521.699
190.027 297.787
Gronden en terreinen
Overige materiële vaste activa Totaal
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Bijdragen van derden
Afwaarderingen
Boekwaarde 31-12-2008 1.815.121
123.009
5.739.427
55.561 109.163
361.902 563.321
0
0 9.210
9.210
349.616 637.349
-
-
693.156 9.172.927
Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen. De investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld. Per investering staat het ter beschikking gestelde krediet aangegeven, het in 2008 daadwerkelijk bestede bedrag en het totaalbedrag, dat tot en met 2008 ten laste van het krediet is gebracht. Beschikbaar gesteld krediet Automatisering Elektronisch kinddossier Digitalisering post en archief Apparatuur GGD Dakbedekking Aanpassing dak Renovatie lift Brandveiligheid gebouw Vervanging auto's brandweer Materiëelplan Brandweer GEO-plan Diverse materialen brandweer Totaal
519.195 114.277 33.022 15.750 20.500 15.500 35.000 600.000 13.500 228.000 68.620 10.000 1.673.364
Werkelijk besteed in Cumulatief besteed t/m 2008 2008 16.166 58.220 14.043
3.427 99.466 106.465
297.787
16.166 58.220 0 14.043 0 0 0 8.247 99.466 0 106.465 0 302.607
De overschrijding inzake de vervanging van de auto’s voor de brandweer is gebeurd in het kader van de congruentie. De kapitaallasten van deze investering worden gedekt door de financiële ruimte die ontstaat door de toetreding van de gemeente Deventer. De investering past binnen het kader van de RROL. Zie hiervoor ook de perspectiefnota van 2007, die in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 21 december 2006 is behandeld.
5
De overschrijding van het krediet voor het GEO-plan wordt als volgt verklaard. De eerste opzet bestond uit twee aan elkaar gekoppelde servers van de Regio en daarnaast waren er plannen om gebruik te maken van de gekoppelde servers van de gemeente Zwolle. Dit laatste bleek om verschillende technische redenen niet mogelijk te zijn. Gelet op de vereiste hoge beschikbaarheid van het systeem zijn vervolgens twee extra servers aangeschaft. De kapitaallasten, die voortvloeien uit de hogere investering zijn in de begroting van 2010 van de Veiligheidsregio verwerkt. Middels een begrotingswijziging zal worden voorgesteld om dit ook in de begroting 2009 te verwerken. Deze investeringen passen binnen het (meerjaren)beleid van de Regio en haar rechtsopvolgers en er is derhalve geen sprake van begrotingsonrechtmatigheid. Zie voor verdere toelichting bijlage 5. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2008 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Kapitaalverstrekkingen aan: deelnemingen gemeenschappelijke regelingen 0verige verbonden partijen Leningen aan: deelnemingen overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal
Boekwaarde 01-01-2008
Investeringen
Desinvesteringen
Aflossingen/ afschrijvingen
Afwaarderingen
Boekwaarde 31-12-2008
68.067 0 0
68.067 0 0
1.048.232 0 4.425 0 0 1.120.724
1.048.232 0 4.425 0 0 1.120.724
0
-
0
-
Zie voor verdere toelichting bijlage 5. Uitzettingen korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: Soort vordering Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
Saldo 31-12-2008
Gecorrigeerd saldo
Gecorrigeerd saldo
oninbaarheid
31-12-2008 1.037.490
31-12-2007 1.399.590 0
1.037.490 0
Overige vorderingen
0 415.573
Overige uitzettingen
0
Totaal
Voorziening
1.453.063
0 573.992
415.573
0 -
1.453.063
1.973.582
Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
Kassaldi Banksaldi Girosaldi
6
2008
2007
1.885 3.834.236 4.265 3.840.386
2.777 4.037.573 23.204 4.063.554
Overlopende activa: De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen voorschotbedragen op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Overige nog te ontvangen bedragen
2008
2007
91.883 365.499 32.231
36.664 334.508 66.027
489.613
437.199
Zie voor verdere toelichting bijlage 11.
Passiva Eigen Vermogen Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten:
Algemene reserve Bestemmingsreserves: overige bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat Totaal
2008
2007
453.780
453.780
2.570.683 3.024.463 51.725 3.076.188
2.411.650 2.865.430 396.422 3.261.852
Het verloop van het Eigen Vermogen is als volgt: Saldo per 31 december 2007 Bij: storting in reserves Af: onttrekking aan reserves Af: onttrekking aan reserves t.g.v. balansposten Saldo per 31 december 2008
2.865.430 492.595 333.562 0 _________ 3.024.463
Het verloop in 2008 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven.
7
Reserves
Algemene reserve NV ROVA Algemene Preventieve Gezondheidszorg
Saldo Toevoeging via Onttrekking uit 31-12-2007 reserverings hoofde van reserverings bestemming bestemming
453.780
453.780 1.048.232
161.360
326.230
141.360 35.740 30.615
74.173
400.403
65.190
65.190
53.592
Recreatie & Toerisme Ontvlechtingskosten
Totaal
20.000
35.740 30.615
HALT-bureau Milieu
Nog uit te voeren werken
Saldo 31-12-2008
1.048.232
Logopedie Infectieziekten en calamiteiten Onderhoud gebouwen Onderhoud recreatieve voorzieningen
Vermindering ter dekking van afschrijvingen
690.691 2.865.430
79.969
53.592 79.969
2.891 313.562
2.891 -
313.562
22.000 492.595
712.691 333.562
-
3.024.463
Zie voor verdere toelichting bijlage 6 en 7. Resultaat ná bestemming Onder “resultaat ná bestemming” is het resultaat ná mutaties in de reserves opgenomen. Hiervan wordt het volgende overzicht gegeven: Resultaat vóór bestemming Af: mutaties in de reserves (zie de toelichting op de rekening van baten en lasten)
-/- 185.664 237.389 ________ 51.725
Resultaat ná bestemming
Aan het voordelig resultaat van € 51.725 dient door het Algemeen Bestuur nog een bestemming te worden gegeven. Het voordelig resultaat over 2007 ad € 396.422 is als volgt aangewend: (ter vergelijking is het resultaat van 2006, welke bestemd is in 2007, ook vermeld) - Toegevoegd aan reserves - Gerestitueerd aan de deelnemende gemeenten
8
2007
2006
396.422 -
169.991
396.422
169.991
Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen in 2008 wordt in onderstaand overzicht weergegeven. Saldo 31-12-2 007
Correctie uit hoofde van stelsel-
Saldo Toevoegin g 01-01-2008
Aanwending
Saldo 31-12-2008
wijziging Door derden beklemde middelen met een specifieke
1.576.875
1.57 6.875
-
aanw endingsrichting * Wachtgeldverplichtingen Totaal
75 .000 1.576.875
1.57 6.875
-
75.000
75 .000
-
75.000
*) Door een stelselwijziging in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten worden de vooruit ontvangen bedragen niet meer verantwoord in een voorziening, maar dienen deze bedragen op de balans verantwoord te worden onder de overlopende passiva. Hierdoor zijn de vergelijkende cijfers per ultimo 2007 eveneens gewijzigd ten opzichte van de door het Algemeen Bestuur vastgestelde jaarrekening 2007. Specificatie vrijval: - naar van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen maar nog niet bestede voorschotbedragen - naar overige vooruit ontvangen bedragen
1.540.567 36.308
Alle aanwendingen van de voorzieningen worden rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Voor lopende wachtgeldverplichtingen dient een voorziening gevormd te worden. De betalingen worden rechtstreeks ten laste gebracht van de voorziening. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van de verwachte looptijd en de hoogte van de wachtgelduitkering. Zie voor verdere toelichting bijlage 6 en 7.
Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Onderhandse leningen: binnenlandse banken en overige financiële instellingen
2008
2007
7.251.317
7.386.133
7.251.317
7.386.133
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2008. Saldo 01-01-2008
Vermeerderingen
Aflossingen
Saldo 31-12-2008
Onderhandse leningen
7.386.133
-
134.816
7.251.317
Totaal
7.386.133
-
134.816
7.251.317
De totale rentelast voor het jaar 2008 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 306.920. In 2009 zal € 140.491 afgelost worden. Zie voor verdere toelichting bijlage 8.
9
Vlottende passiva Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:
Schulden < 1 jaar Overlopende passiva
2008
2007
1.968.131 3.706.078 5.674.209
2.424.037 2.467.862 4.891.899
Kortlopende schulden De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Overige schulden
2008
2007
0 0 1.968.131 1.968.131
0 0 2.424.037 2.424.037
2008
2007
36.308 2.877.827 791.943 3.706.078
2.305 3.428.282 614.150 4.044.737
De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt:
Vooruit ontvangen bedragen Vooruit ontvangen bedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Nog te betalen bedragen
Door een stelselwijziging in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten worden de vooruit ontvangen bedragen niet meer verantwoord in een voorziening, maar dienen deze bedragen op de balans verantwoord te worden onder de overlopende passiva. Hierdoor zijn de vergelijkende cijfers per ultimo 2007 eveneens gewijzigd ten opzichte van de door het Algemeen Bestuur vastgestelde jaarrekening 2007. Zie voor verdere toelichting bijlage 11. Financiële positie van de Regio IJssel-Vecht Gemeenten die aan de gemeenschappelijke regeling Regio IJssel-Vecht deelnemen, zijn wettelijk verplicht zodanig financieel bij te dragen aan de regeling dat de begroting daarvan altijd sluitend is. De Algemene reserve heeft het karakter van een weerstandsreserve. Indien bij het vaststellen van de jaarrekening de stand van de Algemene reserve lager is dan € 185.000 zal deze door de deelnemende gemeenten worden aangevuld tot dat bedrag. Indien bij het vaststellen van de jaarrekening de stand van de Algemene reserve hoger is dan € 455.000 zal het meerdere teruggestort worden aan de deelnemende gemeenten. Niet in de balans opgenomen toekomstige verplichtingen Vakantiegelden
10
ca.
360.000
Programmarekening
11
Recapitulatie programmarekening omschrijving
begroting vóór wijziging
begroting ná wijziging
rekening 2008
Programma Service & Samenwerking Programma Veiligheid Programma Gezondheid
1.855.063,00 4.724.580,00 8.181.468,00
6.266.099,00 6.576.025,00 9.543.416,00
4.325.905,06 5.714.739,07 9.560.482,99
14.761.111,00
22.385.540,00
19.601.127,12
1.641.624,00 4.724.580,00 8.181.468,00
5.624.679,00 6.851.900,00 9.549.838,00
3.564.751,25 6.125.610,57 9.777.919,55
14.547.672,00
22.026.417,00
19.468.281,37
213.439,00213.439,00
359.123,00217.515,00
132.845,7552.818,14-
0,00
141.608,00-
185.663,89-
-
313.562,00 20.000,00 -
313.561,75 0,00 20.000,00 0,00
0,00
333.562,00
333.561,75
-
22.000,00 -
22.000,00 74.173,18
0,00
22.000,00
96.173,18
0,00
169.954,00
51.724,68
Lasten
Totaal lasten
Baten Programma Service & Samenwerking Programma Veiligheid Programma Gezondheid Totaal baten Saldo programma's Saldo algemene lasten en dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming Ontrekkingen aan reserves Programma Service & Samenwerking Programma Veiligheid Programma Gezondheid Kostenplaatsen Totaal onttekkingen aan reserves Af: stortingen in reserves Programma Service & Samenwerking Programma Veiligheid Programma Gezondheid Kostenplaatsen Totaal stortingen in reserves Resultaat na bestemming
12
Toelichting op de programmarekening Bij de analyse van het resultaat is het onderscheid tussen resultaatbepaling en resultaat bestemming van groot belang. Ingevolge het BBV dient daarom een toelichting te worden gegeven op het resultaat vóór mutaties in de reserves, de mutaties in de reserves en het resultaat ná mutaties in de reserves. In de rekening van baten en lasten dienen de bedragen vóór mutaties in de reserves te worden opgenomen. In het volgende overzicht wordt inzicht gegeven in de relatie tussen het in de balans opgenomen resultaat vóór mutaties in de reserves en het in de rekening van baten en lasten opgenomen resultaat ná de mutaties in de reserves. Resultaat vóór bestemming (vóór mutaties in de reserves):
-/- 185.664
Resultaatbestemming (mutaties in de reserves): Reserve: Frictiekosten ontvlechting Algemene Preventieve Gezondheidszorg Onderhoud gebouwen Nog uit te voeren werken 1)
Programma S&S
Veiligheid
Gezondheid
Kostenplaatsen
-313.562 -20.000 74.173 22.000 -313.562
22.000
-20.000
74.173
Totaal
-313.562 -20.000 74.173 22.000 -237.389
Per saldo toegevoegd aan de reserves ten laste van de exploitatie Resultaat ná bestemming (ná mutaties in de reserves)
-237.389 51.725
1)
De reserve Nog uit te voeren werken heeft betrekking op in de begroting opgenomen middelen, waarvoor ultimo 2008 wel verplichtingen waren aangegaan, maar waarvoor nog geen prestaties waren geleverd. De belangrijkste verschillen tussen de rekening 2008 en de begroting 2008 vóór mutaties in de reserves hebben zich voorgedaan op de volgende onderdelen: Service & Samenwerking -/- 120.000 Veiligheid 135.000 Gezondheid 211.000 Hulpkostenplaats Overige personeelslasten -/- 180.000 Hulpkostenplaats Administratie en algemeen beheer -/- 59.000 Hulpkostenplaats Ondersteuning -/- 55.000 Kostenplaats Onderzoek & Ontwikkeling -/- 86.000 Kostenplaats Gemeenschappelijke Meldkamer Zwolle 107.000 Het verschil op het programma Service & Samenwerking ontstaat op het deelprogramma Bestuursondersteuning. De hogere frictiekosten ten gevolge van de ontvlechting veroorzaken de overschrijding. Het verschil op het programma Veiligheid ontstaat op alle deelprogramma’s, te weten: Ondersteuning gemeenten -/- 18.000 Grootschalig brandweeroptreden 105.000 Rampenbestrijding en crisismanagement 48.000 Het verschil op het deelprogramma Ondersteuning gemeenten ontstaat nagenoeg geheel op het product Milieu. Wegens verminderde gemeentelijke opdrachten is er een tekort ontstaan van € 23.000. Het verschil op het deelprogramma Grootschalig brandweeroptreden ontstaat op de volgende producten: Proactie en preventie door een hogere bijdrage aan het projectbureau BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) zijn de uitgaven € 2.000 hoger dan begroot. 13
Preparatie Repressie
de uitgaven voor monodisciplinaire oefeningen en -opleidingen zijn € 58.000 lager dan begroot. De overige uitgaven zijn € 11.000 lager dan begroot. Verder blijven de overige inkomsten € 18.000 achter bij de begroting. het verschil op dit product bedraagt € 56.000. De kapitaallasten zijn € 51.000 lager wegens uitgestelde investeringen van het materieelplan. Verder is er een boekwinst behaald van € 4.000 op de inruil van drie motorvoertuigen. Ook de overige inkomsten zijn € 19.000 hoger dan begroot. Tot slot zijn de uitgaven per saldo € 18.000 lager dan begroot. Dit bedrag is opgebouwd uit meerdere kleine bedragen.
Het verschil op het deelprogramma Rampenbestrijding en crisisbeheersing ontstaat op de volgende producten: Preparatie de uitgaven voor multidisciplinaire oefeningen zijn € 14.000 hoger dan begroot. Verder is de rijksbijdrage € 87.000 hoger wegens een nabetaling. Repressie de kapitaallasten zijn € 14.000 hoger dan begroot. Het verschil op het programma Gezondheid ontstaat op de volgende deelprogramma’s: Jeugdgezondheidszorg 22.000 Infectieziektenbestrijding 106.000 Gezondheid, Veiligheid en Milieu 74.000 Gezondheidsbevordering 7.000 Vangnet meest kwetsbaren 2.000 Het verschil op het deelprogramma Jeugdgezondheidszorg wordt veroorzaakt door lagere exploitatie-uitgaven ad € 30.000. De bijdrage van de Provinciale Entadministratie is € 5.000 hoger, terwijl de overige inkomsten € 13.000 lager zijn dan begroot. Het deelprogramma Infectieziektenbestrijding bestaat uit de producten Collectieve preventie infectieziekten, Reizigersvaccinaties en Technische hygiënische zorg. De collectieve preventie infectieziekten laat conform de begroting een positief resultaat zien van € 27.000. De inkomsten van het product technische hygiënische zorg voor de inspecties van de kinderopvang zijn te laag in de begroting opgenomen. Hierdoor ontstaat een batig saldo van € 57.000. De reizigersvaccinaties hebben een batig saldo van € 49.000. Hoewel de uitgaven € 8.000 lager zijn dan begroot, zijn de inkomsten € 41.000 hoger. Het deelprogramma Gezondheid, Veiligheid en Milieu bestaat uit de producten Medische milieukunde, Forensische geneeskunde en het GHOR-bureau. De Medische milieukunde heeft een positief verschil van € 27.000. Dit wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door hogere inkomsten wegens detachering personeel aan RegioTwente. De Forensische geneeskunde wijkt € 17.000 van de begroting af. Door een verrekening met de politie ad € 120.000 blijven de inkomsten uit de verrichtingen € 52.000 achter bij de begroting. De abonnementsvergoedingen zijn € 2.000 hoger dan begroot. De loonkosten voor de inzet van de artsen zijn € 55.000 lager dan de begroting. Ook de uitgaven voor opleiding, training en scholing zijn € 13.000 lager. Het GHOR-bureau wijkt € 30.000 positief af van de begroting. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door hogere uitgaven voor materieel, opleiding, training en oefening ad € 47.000 en anderzijds door lagere uitgaven voor operationele inzet, regie en netwerk ad € 64.000. Verder zijn er geen kapitaallasten geweest in 2008, terwijl de begroting uitgaat van € 7.000. Ook de overige inkomsten zijn € 6.000 hoger dan begroot. Het deelprogramma Gezondheidsbevordering vertoont een verschil van € 7.000. Op het Marietje Kesselsproject wordt een batig saldo gehaald van € 6.000. Het deelprogramma Vangnet Meest Kwetsbaren bestaat uit de producten Openbare Geestelijke Gezondheidzorg (OGGZ) en team VIA. Het team VIA heeft een positief verschil van € 2.000 wegens lagere kapitaallasten. Het verschil op de hulpkostenplaats Overige personeelslasten bedraagt € 180.000 negatief. Door een wachtgeldverplichting is in 2008 een niet begroot bedrag ad € 75.000 gestort in de voorziening wachtgeldverplichtingen. De kosten voor werving en selectie zijn € 23.000 hoger dan begroot wegens diverse vacatures. De kosten van het cafetariamodel zijn € 25.000 hoger wegens meer verkoop van verlofuren door de medewerkers. Ook de kosten van het vervoersmanagement zijn € 17.000 hoger. Verder zijn de advieskosten, de kosten voor de bedrijfsgeneeskundige verzorging, de kosten van het salaris- en personeelsinformatiesysteem en de kosten voor het arbeidsomstandighedenbeleid tesamen € 44.000 hoger dan begroot. De uitgaven voor het voormalig personeel zijn € 12.000 lager. Bovendien zijn de inkomsten van derden € 8.000 lager dan begroot. De hulpkostenplaats Administratie en algemeen beheer heeft een negatief verschil van € 59.000. 14
Wegens ondersteuning bij de rechtmatigheidscontrole en het afgeven van accountantsverklaringen t.b.v. diverse projecten zijn de kosten van de accountant € 37.000 hoger dan geraamd. In verband met een nagekomen rekening over voorgaande jaren zijn de kosten voor verzekeringen € 12.000 hoger. De telefoonkosten zijn € 4.000 hoger. Door genoemde hogere kosten zijn ook de uitgaven voor de btw € 10.000 hoger dan begroot. De uitgaven voor kantoorinventaris, kopieerkosten, drukwerk en algemene documentatie zijn in totaal € 25.000 lager uitgevallen. Verder zijn de overige opbrengsten € 19.000 lager dan begroot, wegens mindere doorberekening aan projecten. De hulpkostenplaats Ondersteuning heeft een nadelig verschil van € 55.000. De uitgaven wegens inhuur derden/diensten door derden zijn € 60.000 hoger dan begroot. Dit wordt o.a. veroorzaakt door externe ondersteuning ter vervanging bij zwangerschappen. Ook voor de salarisadministratie is externe ondersteuning noodzakelijk geweest. De uitgaven voor boeken en abonnementen zijn € 4.000 hoger, terwijl de uitgaven voor representatie € 8.000 lager zijn. Door eerdergenoemde hogere uitgaven zijn de btw-lasten € 11.000 hoger. De inkomsten voor uitkering bij ziekte zijn € 14.000 hoger. De kostenplaats Onderzoek & Ontwikkeling heeft een negatief verschil van € 86.000. Een belangrijk deel van het verschil wordt veroorzaakt door het project Centrum voor Jeugd en Gezin. Hoewel er wel uitgaven zijn gedaan voor dit project, zijn er geen inkomsten. Hierdoor is er een ongedekt tekort van € 38.000. Voor ondersteuning van het team is een beroep gedaan op externe ondersteuning. De kosten hiervan zijn € 14.000 hoger dan begroot. Ook de opleidingskosten zijn € 11.000 hoger. Verder zijn er overschrijdingen te zien op de posten representatie, contributies, reiskosten, kosten stagiaires en de btw. In totaal € 26.000. De inkomsten uit ziektewetuitkeringen zijn € 4.000 hoger dan begroot. De hulpkostenplaats Gemeenschappelijke Meldkamer Zwolle wijkt € 107.000 positief van de begroting af. Het bedrag ontstaat op een groot aantal begrotingsposten maar de belangrijkste afwijkingen zijn: Overwerk en bovenformatie de uitgaven blijven € 29.000 achter bij de begroting. Opleidingen voor opleidingen is € 9.000 minder uitgegeven. Exploitatiekosten GMZ de door de politie IJsselland doorberekende kosten zijn € 54.000 lager dan begroot wegens lagere kapitaallasten door uitgestelde investeringen. Databeheer in 2008 zijn geen uitgaven gedaan, omdat er nog geen keuze is gemaakt voor een systeem t.b.v. managementinformatie. De begroting gaat uit van een bedrag ad € 10.000 Rijksbijdrage huurlijnen door een groeiend aantal aansluitingen zijn de inkomsten € 10.000 hoger BTW door de diverse budgetoverschrijdingen zijn de BTW-kosten € 5.000 hoger dan begroot. De in de programmarekening voorkomende overschrijdingen passen binnen het door het Algemeen Bestuur vastgestelde beleid, waardoor geen sprake is van begrotingsonrechtmatigheid. Voor een nadere toelichting op de verschillen tussen de rekening 2008 en de begroting 2008 wordt verwezen naar de toelichting bij de programma’s.
15
Programma Service & Samenwerking
3.4 6.1 6.2
3.4 4.1 4.2 4.2
omschrijving
begroting vóór wijziging
begroting ná wijziging
rekening 2008
overige goederen en diensten kapitaallasten kostenplaatsen
80.250,00 11.694,00 1.763.119,00
4.486.286,00 11.694,00 1.768.119,00
2.547.847,00 9.939,06 1.768.119,00
Totaal lasten
1.855.063,00
6.266.099,00
4.325.905,06
overige goederen en diensten overdrachten van het Rijk gemeentelijke bijdrage overige inkomensoverdrachten
207.612,00 222.112,00 1.211.900,00
213.640,00 215.612,00 1.083.391,00 4.112.036,00
217.728,84 203.640,00 1.083.391,00 2.059.991,41
Totaal baten
1.641.624,00
5.624.679,00
3.564.751,25
Resultaat voor bestemming onttrekkingen aan reserves af: storting in reserves
-213.439,00 0,00 0,00
-641.420,00 313.562,00 0,00
-761.153,81 313.561,75 0,00
Resultaat na bestemming
-213.439,00
-327.858,00
-447.592,06
Het programma Service & Samenwerking bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Bestuursondersteuning Recreatie en Toerisme Halt-bureau Volwasseneneducatie Toelichting Het jaar 2008 stond voor een belangrijk deel in het teken van de ontvlechting van de regionale brandweer en het GHOR-bureau. De kosten die gemaakt zijn t.b.v. de ontvlechting zijn verantwoord op het deelprogramma Bestuursondersteuning. Het verschil in het resultaat tussen de begroting en rekening op het deelprogramma Bestuursondersteuning bedraagt € 124.000. Het verschil wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door hogere uitgaven voor frictiekosten ten gevolge van de ontvlechting van de regionale brandweer en het GHOR-bureau. Deze uitgaven bedragen in totaal € 348.000 (excl. btw). De begroting gaat uit van € 240.000. Een belangrijk deel van het batig saldo 2007 t.w. € 313.500 wordt gebruikt ter dekking van deze uitgaven. Het resultaat van het deelprogramma Recreatie en Toerisme is € 5.000 positief wegens hogere overige inkomsten. Het negatieve resultaat van het deelprogramma Halt-bureau is nagenoeg gelijk aan het begrotingsresultaat, namelijk € 8.000 tegen € 7.000 volgens de begroting. De uitgaven zijn € 11.000 lager dan begroot, doch de Rijksbijdrage is € 12.000 lager. Het negatieve resultaat op het deelprogramma Volwasseneneducatie is in 2008 conform de begroting € 5.000.. Verder zijn geraamde inkomsten en uitgaven van verschillende projecten in de jaarrekening via een voorziening en reserve gelopen, waardoor verschillen ontstaan ten opzichte van de begroting (zie de verschillen bij de uitgaven Overige goederen en diensten en bij de inkomsten Overige inkomensoverdrachten).
16
Programma Veiligheid
omschrijving
3.0 3.1 3.4 6.0 6.1 6.2
3.4 4.1 4.2 4.2
begroting vóór wijziging
begroting ná wijziging
rekening 2008
dienstverlening door derden energie overige goederen en diensten storting in voorziening kapitaallasten kostenplaatsen
6.000,00 11.000,00 312.300,00
6.000,00 11.000,00 2.151.275,00
6.828,34 11.691,95 1.349.390,36
98.526,00 4.296.754,00
156.496,00 4.251.254,00
112.374,42 4.234.454,00
Totaal lasten
4.724.580,00
6.576.025,00
5.714.739,07
overige goederen en diensten overdrachten van het Rijk gemeentelijke bijdrage overige inkomensoverdrachten
740.234,00 1.120.000,00 2.864.346,00
1.231.655,00 1.533.497,00 2.954.639,00 1.132.109,00
1.230.775,12 1.621.165,00 2.954.639,50 319.030,95
Totaal baten
4.724.580,00
6.851.900,00
6.125.610,57
Resultaat voor bestemming onttrekkingen aan reserves af: stortingen in reserves
0,00 0,00 0,00
275.875,00 0,00 22.000,00
410.871,50 0,00 22.000,00
Resultaat na bestemming
0,00
253.875,00
388.871,50
Toelichting Het programma Veiligheid bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Ondersteuning gemeenten Grootschalig brandweeroptreden Rampenbestrijding en crisismanagement Het deelprogramma Ondersteuning gemeenten bestaat uit onderstaande producten: Proactie en preventie Preparatie Repressie Nazorg Platformfunctie Ondersteuning gemeenten Het exploitatiesaldo van het product Proactie en preventie is nagenoeg gelijk aan het begrotingsresultaat t.w. € 244.800 tegen € 247.800. Ook het verschil bij het product Preparatie is nagenoeg nihil. De begroting gaat uit van een negatief resultaat van € 401.300, terwijl de jaarrekening een negatief resultaat van € 398.500 laat zien. De uitkomst van het product Repressie vertoont geen afwijking ten opzichte van de begroting. Het saldo van het product Nazorg is nagenoeg gelijk aan de begroting. Ook de uitkomsten van het product Platformfunctie vertonen geen afwijkingen ten opzichte van de begroting. De saldi zijn nihil. Het product Ondersteuning gemeenten/milieu geeft een negatief saldo van € 22.700. In de begroting wordt uitgegaan van een sluitende exploitatie. De inkomsten uit opdrachten zijn € 105.400 lager hoger dan begroot. Dit is exclusief de bijdrage van Rijkswaterstaat inzake de afwikkeling van het geluidsproject A28 ad € 66.500, zodat per saldo de inkomsten € 38.900 lager zijn. De uitgaven zijn per saldo € 16.200 lager, zodat het exploitatieresultaat € 22.700 negatief is.
17
Het deelprogramma Grootschalig brandweeroptreden bestaat uit de volgende producten: Proactie en Preventie Preparatie Repressie Het negatieve exploitatieresultaat van het product Proactie en Preventie is € 2.500 hoger dan begroot. Dit komt door een hogere bijdrage aan het projectbureau BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen). De uitgaven voor het product Preparatie blijven € 69.900 achter bij de begroting. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven voor monodisciplinaire oefeningen en –opleidingen ad € 58.800. De overige kosten zijn € 11.100 lager dan begroot. Verder blijven de inkomsten € 18.500 achter bij de begroting. Het product Repressie heeft een negatief resultaat van € 670.200, terwijl in de begroting een negatief resultaat is geraamd van € 726.500. Het verschil bedraagt derhalve € 56.300. Een belangrijke afwijking wordt veroorzaakt door lagere kapitaallasten ad € 50.900 wegens uitgestelde investeringen van het materieelplan. De overige uitgaven zijn € 13.400 hoger dan begroot. Dit bedrag is opgebouwd uit meerdere kleine bedragen. Tot slot zijn de inkomsten € 18.700 hoger dan begroot. Dit bedrag bestaat uit een boekwinst van € 4.300 i.v.m. de inruil van drie motorvoertuigen en € 13.600 wegens nagekomen AGS-inkomsten 2007 van de brandweer Flevoland. Het deelprogramma Rampenbestrijding en crisismanagement bestaat uit de volgende producten: Proactie en preventie Preparatie Repressie Nazorg Het saldo van het product Proactie en preventie is conform de begroting € 4.400. Het exploitatiesaldo van het product Preparatie is € 63.000 hoger dan begroot. Dit komt hoofdzakelijk door enerzijds hogere uitgaven voor multidisciplinaire oefeningen ad € 14.000 en anderzijds door een hogere Rijksbijdrage ad € 87.000. De uitgaven voor het product Repressie zijn € 14.900 hoger dan begroot. Met name de kapitaallasten zijn hoger, nl. € 13.600. De overige exploitatiekosten zijn nagenoeg gelijk aan de begroting. Het product Nazorg laat geen afwijkingen zien ten opzichte van de begroting. De inkomsten en uitgaven van een aantal projecten zijn in de begroting opgenomen, terwijl deze in de jaarrekening op de voorziening en reserves zijn geboekt, waardoor verschillen ontstaan ten opzichte van de begroting (zie de verschillen bij de uitgaven Overige goederen en diensten en bij de inkomsten Overige inkomensoverdrachten).
18
Programma Gezondheid
1.0 3.0 3.1 3.4 4.2 6.1 6.2
3.4 4.1 4.2 4.2
omschrijving
begroting vóór wijziging
begroting ná wijziging
rekening 2008
salarissen en sociale lasten personeel van derden energie overige goederen en diensten overige inkomensoverdrachten kapitaallasten kostenplaatsen
192.000,00 10.000,00 5.000,00 1.041.350,00 30.000,00 80.954,00 6.822.164,00
121.000,00 114.500,00 5.000,00 2.225.971,00 34.000,00 83.454,00 6.959.491,00
90.690,64 104.742,68 4.793,36 2.308.390,19 33.985,00 58.390,12 6.959.491,00
Totaal lasten
8.181.468,00
9.543.416,00
9.560.482,99
overige goederen en diensten bijdragen van het rijk gemeentelijke bijdragen overige inkomensoverdrachten
1.166.292,00 893.000,00 6.092.176,00 30.000,00
1.263.764,00 1.141.032,00 6.185.019,00 960.023,00
1.304.557,59 1.118.514,00 6.242.472,00 1.112.375,96
Totaal baten
8.181.468,00
9.549.838,00
9.777.919,55
Resultaat voor bestemming onttrekkingen aan reserves af: stortingen in reserves
0,00 0,00 0,00
6.422,00 20.000,00 0,00
217.436,56 20.000,00 0,00
Resultaat na bestemming
0,00
26.422,00
237.436,56
Het programma Gezondheid bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Jeugdgezondheidszorg Infectieziektenbestrijding Gezondheid, Veiligheid en Milieu Gezondheidsbevordering Vangnet meest kwetsbaren Toelichting Het deelprogramma Jeugdgezondheidszorg laat in de begroting een batig saldo zien van € 15.800, terwijl dit in de rekening 2008 € 38.000 is. Het verschil wordt o.a. veroorzaakt door lagere kosten van huur lokaliteiten ad € 7.300. Ook de kapitaallasten zijn € 12.300 lager wegens vertraging van de invoering van het elektronisch kinddossier. De overige exploitatielasten zijn € 10.500 lager dan begroot. De bijdrage van de Provinciale Entadministratie is € 4.700 hoger. De overige inkomsten blijven € 13.000 achter bij de begroting. Het deelprogramma Infectieziektenbestrijding bestaat uit de producten Collectieve preventie infectieziekten, Reizigersvaccinaties en Technische hygiënische zorg. De collectieve preventie infectieziekten laat conform de begroting een positief resultaat zien van € 27.000. De exploitatielasten zijn € 9.000 hoger dan begroot. Zo zijn o.a. de uitgaven voor dienstverlening derden € 7.400 lager dan begroot, maar de uitgaven voor voorlichtingsmaterialen € 10.400 hoger. Voor Sense zijn extra uitgaven gedaan t.b.v. de voorlichting. Ook de uitgaven voor de curatieve SOA zijn € 18.000 hoger. De inkomsten zijn per saldo € 8.700 hoger. Dit wordt mede veroorzaakt door niet-begrote inkomsten ad € 15.200 voor het aidsspreekuur. De overige inkomsten zijn € 6.500 lager. De reizigersvaccinaties hebben een batig saldo van € 48.600. Hoewel de uitgaven € 8.200 lager zijn dan begroot, zijn de inkomsten € 40.400 hoger dan begroot. De Technische hygiënische zorg heeft ten opzichte van de begroting een positief resultaat van € 57.500. Dit wordt veroorzaakt door te laag begrote inkomsten voor de inspecties van de kinderopvang c.q. kinderdagverblijven.
19
Het deelprogramma Gezondheid, Veiligheid en Milieu heeft een positief resultaat van € 69.700. De begroting vertoont een negatief resultaat van € 3.800, een verschil van € 73.500. Het product Medische Milieukunde heeft een positief verschil van € 25.900. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere inkomsten wegens detachering van personeel aan de Regio Twente. Het GHOR-bureau heeft een exploitatieoverschot van € 25.400. In de begroting wordt uitgegaan van een tekort van € 4.800, zodat hier het verschil € 30.200 bedraagt. Dit verschil wordt enerzijds veroorzaakt door hogere uitgaven voor materieel, opleiding, training en oefening ad € 46.900 en anderzijds door lagere uitgaven voor operationele inzet, regie en netwerk ad € 63.800 (inclusief btw). Verder zijn er geen kapitaallasten, terwijl de begroting uitgaat van € 7.200. Bovendien zijn de overige € 6.400 hoger dan begroot. De forensische geneeskunde laat een positief resultaat zien van € 17.300. Door een verrekening met de politie ad € 120.000 blijven de inkomsten uit de verrichtingen € 52.300 achter bij de begroting. De abonnementsvergoedingen van de politie zijn € 2.400 hoger dan begroot. De loonkosten voor de inzet van de artsen valt € 55.100 lager uit. Dit wordt mede beïnvloedt door een belastingteruggave van € 35.900 over de jaren 2003/2005. Ook de uitgaven voor opleiding, training en bijscholing zijn € 12.600 lager dan begroot. Het deelprogramma Gezondheidsbevordering heeft een negatief resultaat van € 31.300. De begroting laat een negatief resultaat zien van € 38.200, zodat het verschil € 6.900 bedraagt. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een positief resultaat bij de projecten ad € 5.800 (Marietje Kesselproject). Het deelprogramma Vangnet Meest Kwetsbaren bestaat uit de producten Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en team VIA (Vangnet, Informatie en Advies). Het saldo van het product OGGZ bedraagt conform de begroting € 20.000 negatief. Het team VIA laat een positief saldo zien van € 2.400. Het verschil wordt veroorzaakt door lagere kapitaallasten. Het project Bemoeizorg wordt door het team VIA in de gemeenten Kampen en Zwolle gedaan. Team VIA bestaat uit ca. 25 hulpverleners die samenwerken vanuit de verschillende instellingen, t.w. GGD Regio IJssel Vecht, RIAGG Zwolle, Stichting CAD, Zwolse Poort, Bureau Jeugdzorg, Ribw, Stichting De Kern, MEE IJssel Oevers en de gemeente Zwolle
20
Algemene lasten en dekkingsmiddelen
omschrijving
begroting vóór wijziging
begroting ná wijziging
rekening 2008
Dividend: Verantwoord zijn de volgende dividenden: NV ROVA
126.141,00
546.141,00
544.362,00
Totaal dividend
126.141,00
546.141,00
544.362,00
Saldo financieringsfunctie: Baten Lasten
83.859,00
83.859,00
83.858,58
Totaal financieringsfunctie
83.859,00
83.859,00
83.858,58
Overige algemene dekkingsmiddelen: Baten Lasten Totaal overige algemene dekkingsmiddelen
115.701,00 112.262,00 3.439,00
115.701,00 528.186,00 412.485,00-
152.185,41 833.224,13 681.038,72-
Resultaat voor bestemming onttrekkingen aan reserves af: stortingen in reserves
213.439,00
217.515,00
-52.818,14 0,00 74.173,18
Resultaat na bestemming
213.439,00
217.515,00
-126.991,32
Om administratieve redenen zijn de ontvangen en betaalde rentes rechtstreeks op de verschillende programma’s geboekt. Aan rente van kortlopende geldleningen is € 197.350 ontvangen en aan rente voor vreemd vermogen is € 306.600 betaald. Toelichting Dividend Van de NV ROVA is in 2008 € 544.300 aan dividend ontvangen. In 2007 was dit nog € 436.600. Saldo financieringsmiddelen Aan de NV ROVA is een geldlening verstrekt van € 1.048.232,30. Hierover wordt een rente ontvangen van 8%, zijnde € 83.800. Overige algemene dekkingsmiddelen De Regio IJssel-Vecht rekent rentelasten aan de diverse programma’s toe, zodat die programma’s een integraal beeld geven van de kosten die met de uitvoering gemoeid zijn. Daarbij wordt ook rente gecalculeerd over het werkzame eigen vermogen. Aangezien de gecalculeerde rente over het eigen vermogen niet daadwerkelijk betaald hoeft te worden, vloeit deze terug in de baten van de Regio IJssel-Vecht. De rente over de vrije componenten van het eigen vermogen wordt daarbij als algemeen dekkingsmiddel verantwoord. In de begroting is het percentage over de reserves en voorzieningen waaraan geen rente wordt toegevoegd geraamd op 3,00%. Het werkelijke percentage waarmee gerekend is in de rekening 2008 bedraagt 3,76%. Verder zijn de berekeningsgrondslagen hoger dan in de begroting is voorzien. In 2007 werd een percentage van 4,03% gehanteerd. Voor de algemene reserve verstrekte geldlening NV ROVA wordt conform de begroting 8% berekend. Verder is onder de Overige algemene dekkingsmiddelen onder de lasten ook het negatieve saldo van de kostenplaatsen opgenomen ad € 745.000. Deze wordt als volgt toegelicht:
21
Saldo van de kostenplaatsen begroting vóór wijziging
begroting ná wijziging
rekening 2008
Salarissen Overige personeelslasten Huisvesting Administratie en algemeen beheer Automatisering Ondersteuning Facilitair Milieu-adviesteam en Recreatie & Toerisme Jeugdgezondheidszorg Algemene gezondheidszorg Onderzoek & Ontwikkeling Brandweer GHOR-bureau Bestuur HALT-bureau Gemeenschappelijke Meldkamer Zwolle Kapitaallasten
-150.000 120.000 -24.000 10.000 21.000 -69.000 -22.000 3.000 -76.000 -28.000 -23.000 -157.000 6.000 -75.000 6.000 -145.000 187.000
-196.000 -60.000 -46.000 -49.000 64.000 -125.000 15.000 -12.000 -67.000 -69.000 -109.000 -148.000 23.000 -98.000 6.000 -38.000 164.000
Resultaat voor bestemming onttrekkingen aan reserves af: stortingen in reserves
-416.000
-745.000
Resultaat na bestemming
74.000 0
-416.000
-819.000
De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting en de rekening 2008 zullen hieronder worden toegelicht. ad Salarissen Het saldo bedraagt € 196.000 negatief. Ten opzichte van de begroting bedraagt het verschil € 46.000. Het verschil wordt o.a. veroorzaakt door een hogere eindejaarsuitkering. ad Overige personeelslasten Het verschil met de begroting bedraagt € 180.000 negatief. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de volgende posten: vm. personeel € 12.000 Bedrijfsg. verzorging -/- € 12.000 Personeelsinfosyst. Advieskosten
-/- € 9.000 -/- € 13.000
Storting voorziening
-/- € 75.000
Cafetariamodel -/- € 34.000 Werving & selectie -/- € 23.000 Vervoersmanagement -/- € 8.000
22
Betreft o.a. een verrekening met het UWV ad € 18.000. In 2008 is voorlichting gegeven in het kader van beeldschermwerkzaamheden. Ook zijn een aantal werkplekonderzoeken gedaan door de Arbo-Unie. I.v.m. de ontvlechting is extra ondersteuning noodzakelijk geweest. Door fiscale controles is meer dan gemiddeld gebruik gemaakt van fiscaal advies, met name waar het ging om ondersteuning bij bezwaarprocedures. In 2008 is een storting gedaan in een voorziening voor lopende wachtgeldverplichtingen ad € 75.000. T.g.v. de ontvlechting zijn ‘verlofstuwmeren’ meer dan gemiddeld uitbetaald. Voor verschillende vacature’s moest vaker en “breder” geadverteerd worden. In 2008 is meer uitgegeven aan het beschikbaar stellen van fietsen en vergoedingen openbaar vervoer t.b.v. de medewerkers.
ad Huisvesting De afwijking van de begroting bedraagt € 22.000. In 2008 is minder vaak een beroep gedaan op diensten van derden. Hierdoor is € 6.000 minder uitgegeven. In 2008 is € 42.200 meer uitgegeven t.b.v. onderhoudswerkzaamheden buiten het onderhoudsplan. Het betreft herstelwerkzaamheden aan de centrale verwarming en het plaatsen van een airco-systeem in een aantal werkruimtes. Aan belastingen en verzekering is € 13.000 meer uitgegeven. Dit wordt mede veroorzaakt, omdat er tweemaal taxaties hebben plaatsgevonden. De extra kosten hiervan bedragen € 5.000. Verder is de WOZ-aanslag hoger uitgevallen. Door stijging van de energieprijzen zijn de energiekosten € 15.000 hoger. Wegens overschrijding van de diverse kosten zijn de uitgaven voor de btw € 13.000 hoger dan begroot. De uitgaven voor het onderhoud van het gebouw, inclusief de kosten van de onderhoudscontracten zijn € 74.000 lager. Dit bedrag is gestort in de reserve ‘Onderhoud gebouwen’. Een aantal verwachte onderhoudswerkzaamheden is uitgesteld. Door meer leegstand dan begroot zijn de huurinkomsten € 14.000 lager. De inkomsten uit projectgelden zijn € 5.000 lager dan geraamd. ad Administratie en Algemeen beheer Het verschil ten opzichte van de begroting bedraagt € 59.000 en is opgebouwd uit een groot aantal kleinere bedragen. De belangrijkste verschillen zijn: Accountantskosten -/- € 37.000 Wegens het afgeven van diverse verklaringen voor verschillende subsidiedeclaraties en ondersteuning bij de rechtmatigheidscontrole. Kantoorinventaris € 12.000 Voor de aanschaf van kantoorinventaris is minder uitgegeven dan geraamd. Verzekeringen -/- € 12.000 De overschrijding betreft nagekomen kosten van de WA-verzekering voorgaande jaren. Alg. documentatie en abonn. € 7.000 In 2008 zijn een aantal abonnementen beëindigd. Door de hogere uitgaven zijn de btw-lasten € 9.200 hoger. Verder wordt het verschil mede veroorzaakt door dekking van overheadkosten van een aantal projecten. Deze ‘overhead-inkomsten’ zijn verantwoord op dit onderdeel en zijn € 19.000 minder dan begroot. ad Automatisering Het verschil met de begroting bedraagt € 43.000. In 2008 is gestart met het project Digitalisering Post/Archief en de binnenkomende facturen. Door vertraging van het project is ca. € 50.000 vrijgevallen in 2008. Ad Ondersteuning Het verschil met de begroting bedraagt € 56.000 en wordt vooral veroorzaakt door extra ondersteuning door derden i.v.m. ziekte en zwangerschap. Ook was extra ondersteuning nodig i.v.m. de ontvlechting. De uitkeringen ingevolge de ziektewet zijn € 14.600 hoger dan begroot. ad Facilitaire teams Het positieve verschil met de begroting bedraagt € 37.000. Aan inhuur c.q. diensten door derden is € 20.200 minder uitgegeven. Er is slechts beperkt gebruik gemaakt van derden in afwachting van de ontwikkeling rond de ontvlechting en herhuisvesting. Ook is er € 5.900 minder uitgegeven aan opleidingskosten. Door de lagere uitgaven zijn de btw-lasten € 4.300 minder. Verder is er € 7.500 ontvangen wegens detachering van personeel. Dit bedrag was niet in de begroting voorzien. ad Algemene gezondheidszorg Het verschil met de begroting bedraagt € 41.000 negatief. I.v.m. vervanging medewerksters wegens zwangerschap en ziekte zijn de kosten voor het inhuren van derden € 20.700 hoger. Ook de opleidingskosten overschrijden het budget en wel met € 8.000. Verder is aan reis- en verblijfkosten € 7.000 meer uitgegeven. Door de hogere uitgaven zijn de btw-lasten € 6.000 hoger. Wegens detachering van personeel zijn de inkomsten hiervoor € 6.000 hoger dan begroot. ad Onderzoek & Ontwikkeling Het negatieve verschil met de begroting bedraagt € 86.000. Een belangrijk deel van het verschil wordt veroorzaakt door het project Jeugd en Gezin. Voor dit project is geen dekking gevonden en de uitgaven bedragen € 38.000. Voor ondersteuning van het team is een beroep gedaan op externe ondersteuning en de kosten hiervan zijn € 14.000 hoger dan geraamd. Ook de opleidingskosten zijn € 11.000 hoger. Verder zijn er overschrijdingen te zien op de posten representatie, contributies, reiskosten, kosten stagiaires en de btw. In totaal € 27.000. De inkomsten ingevolge de ziektewet zijn € 4.000 hoger dan begroot. 23
ad Brandweer Het positieve verschil met de begroting bedraagt € 9.000. De belangrijkste verschillen ontstaan op de posten: - vm. personeel € 13.200 De kosten van een flo-uitkering zijn lager dan begroot. - overwerk -/- € 11.000 In het kader van opleiden en oefenen worden veel overuren gemaakt. Gelet op de bezetting worden deze uren niet allemaal gecompenseerd door verlof. - inhuur derden -/- € 22.900 Door een aantal vacature’s is meer dan normaal externe ondersteuning nodig geweest. - opleidingen -/- € 18.000 Door instroom van nieuwe medewerkers, die opgeleid dienen te worden. - overige kosten -/- € 10.000 Bijdrage aan de strategische reis van het NVBR over de jaren 2007 en 2008. - BTW -/- € 5.000 de overschrijding is een gevolg van hogere uitgaven van een aantal posten. - overige inkomsten € 16.500 nagekomen inkomsten wegens piketvergoedingen Officier van Dienst en € 27.500 inkomsten voor dienstverlening risicobeheer. € 37.000 inzet project Verbetering Management Overstromingen Ad GHOR-Bureau Het positieve verschil ad € 17.000 wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de inzet voor het project Verbetering Management Overstromingen ad € 13.000 ad Bestuur Het verschil met de begroting ad € 23.000 wordt o.a. veroorzaakt door hogere uitgaven voor representatie. De opleidingskosten zijn € 8.400 lager dan de begroting. De reiskosten zijn € 5.700 hoger dan begroot. Door de hogere uitgaven wordt ook de post BTW met € 19.300 overschreden. ad HALT-bureau Het verschil van € 7.000 wordt veroorzaakt door extra inkomsten wegens inzet eigen medewerkers voor het Marietje Kesselsproject en lagere kosten voor dienstverlening van derden. ad Gemeenschappelijke Meldkamer Zwolle Het verschil tussen de begroting en de jaarrekening bedraagt € 107.000 positief. De belangrijkste afwijkingen zijn de volgende: - opleidingen € 11.000 i.h.k.v. het fusietraject Meldkamer Oost Nederland worden de centralisten aanvullend opgeleid, doch de kosten blijven achter bij de begroting. - overwerk en bovenformatie € 29.000 de uitgaven blijven achter bij de verwachting. - exploitatiekosten GMZ € 54.000 de door de politie IJsselland doorberekende kosten zijn lager dan begroot wegens lagere kapitaallasten door uitgestelde investeringen. - databeheer € 10.000 In 2008 zijn geen uitgaven gedaan, omdat er nog geen keuze is gemaakt voor een systeem t.b.v. managementinformatie. - rijksbijdrage huurlijnen € 10.000 door een groeiend aantal aansluitingen zijn de inkomsten hoger. ad Kapitaallasten Zoals reeds is vermeld bij de algemene lasten en dekkingsmiddelen is in de rekening 2008 voor het berekenen van de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen een percentage gehanteerd van 3,76%, terwijl in de begroting wordt uitgegaan van 3,00% (voor de Algemene reserve verstrekte geldlening NV ROVA wordt conform de begroting 8% gehanteerd). Ook de berekeningsgrondslagen zijn hoger dan in de begroting is voorzien. Hierdoor ontstaat een verschil van € 36.400. De rente-inkomsten van uitgezette gelden zijn slechts € 1.000 hoger dan geraamd. De rente voor langlopende leningen is € 3.800 lager dan begroot wegens een correctie over voorgaand jaar. De kosten voor kortlopende geldleningen zijn € 6.000 lager dan begroot. Verder zijn de afschrijvingslasten € 6.000 hoger dan begroot. Bovendien zijn de doorberekende kapitaallasten € 8.000 hoger dan begroot. Alles bij elkaar opgeteld geeft dit een negatief saldo van € 23.000 ten opzichte van de begroting. In 2008 hebben op de kostenplaatsen de volgende stortingen in de reserves plaatsgevonden: huisvesting € 74.000 groot onderhoud gebouw _______ Totaal € 74.000 In 2008 hebben geen onttrekkingen aan de reserves plaatsgevonden
24
Bijlagen
Bijlage 1: Overzicht personeelssterkte Rekening 2007
Rekening 2008
Organisatie-eenheid Gemiddelde bezetting *)
Bestuur Bedrijfsvoering & Facilitair Milieu adviesteam en Recreatie & Toerisme Onderzoek & Ontwikkeling Algemene gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg HALT-bureau GHOR-bureau Regionale Brandweer Gemeenschappelijke meldkamer TOTAAL REGIO IJSSEL-VECHT
Aantal personen
Gemiddelde bezetting *)
Aantal personen
5,05 34,88 18,21 13,48 25,52 38,28 4,81 7,64 14,13 15,95
6,00 51,00 21,00 19,00 40,00 69,00 8,00 9,00 20,00 18,00
3,89 34,51 18,04 14,71 28,18 39,84 4,48 7,59 16,55 17,29
6,00 46,00 21,00 21,00 43,00 70,00 7,00 11,00 21,00 19,00
4,50 36,35 18,46 7,09 26,10 36,05 4,77 7,81 15,84 14,55
177,95
261,00
185,08
265,00
171,52
*) Berekening gemiddelde bezetting: (aanstellingsomvang x tijdsduur van de aanstelling): 36 Het verschil tussen de werkelijke bezetting en de begrote formatie van 13,56 FTE wordt mede veroorzaakt door de aanstellingen van een aantal projectmedewerkers bij Onderzoek & Ontwikkeling, die uit subsidies en projectgelden worden gefinancierd. Het gaat hierbij om 7,44 FTE’s. Daarnaast worden de kosten van 5,58 FTE gedekt uit de congruentiegelden.
26
Formatieeenheden begroting 2008
Salarissen en sociale lasten Kapitaallasten Sector budgetten
Bedrijfsvoering
Facilitaire teams
Adviesteams
Organisatie & Ontwikkeling
AGZ
JGZ
GHOR
Brandweer
Bestuur
Halt-bureau
GMZ
1.188.584,00
597.084,00
1.018.734,00
453.203,00
1.403.648,00
1.853.566,00
470.297,00
875.562,00
419.411,00
219.607,00
777.231,00
241.757,24
93.769,65
108.566,07
150.142,11
189.086,84
336.961,92
8.162,82
385.666,29
207.146,59
13.007,66
258.461,47
Overige personeelslasten
42.113,00
35.375,00
38.744,00
16.845,00
66.512,00
102.757,00
15.161,00
35.375,00
2.813,00
8.423,00
25.268,00
Huisvesting
68.908,00
140.797,00
68.683,00
52.933,00
222.808,00
218.754,00
48.503,00
80.052,00
180.939,00
13.042,00
Administratie en algemeen beheer
36.239,00
25.732,00
31.464,00
12.092,00
41.737,00
61.440,00
13.304,00
26.652,00
69.530,00
8.128,00
Automatisering
40.600,00
83.588,00
50.153,00
23.882,00
88.444,00
83.588,00
28.659,00
41.794,00
10.669,00
154.965,00
107.101,00
206.760,00
253.382,00
56.361,00
107.279,00
57.415,00
216.410,00
215.036,00
64.687,00
Bestuur, personeel en middelen
1.185.462,00-
Facilitaire teams
781.848,00-
Programma's
Bedrijfsvoering
Programma Service & Samenwerking
308.092,00
194.497,65
Facilitaire teams 209.033,00
Programma Veiligheid
1.578.588,07
Adviesteams 316.799,00
Totaal kostendragers
Organisatie & Ontwikkeling 9.379,00
2.435.405,84
3.125.484,92
AGZ
JGZ
705.134,82
GHOR
40.352,00
1.250.091,00
Programma Gezondheid Saldo van de rekening
873.613,11
124.647,24
432.739,24
14.535,35-
194.497,65
755.083,00
2.326.012,00
3.058.490,00
11.698,07
109.151,11
69.041,84
66.994,92
1.578.588,07
873.613,11
2.435.405,84
3.125.484,92
705.134,82
overhead
60.403,67
449.789,67
45.816,90
1.141.235,90
17.044,00
49.006,74
392.368,74
11.941,00
23.882,00
64.102,26-
423.097,74
234.249,00
18.828,00
153.816,00
0,00
58.248,00
24.385,00
38.388,00
0,00
11.240,00
0,00
1.305.330,47
123.004,54 13.708.027,20
1.737.598,29
879.268,59
Brandweer
Bestuur
21.631,00
539.716,00
1.567.734,00
149.505,00
727.971,00 22.836,18-
Kostenplaats
9.472.421,77 163.615,281.992.728,66
11.240,00-
432.739,24
Totaal
195.494,77 163.615,28-
Bestuur
Totaal kostenplaatsen
Saldo
317.361,66
HALT-bureau
GMZ
Saldo kostenplaats
323.117,00
1.768.119,00 1.267.125,00
4.234.455,00
91.935,00 148.233,29
98.112,59
1.737.598,29
879.268,59
Totaal overhead
6.959.491,00 5.755,34-
317.361,66
38.205,47
1.305.330,47
123.004,54
745.962,20
123.004,54 13.708.027,20
Bijlage 2: Kostenverdeelstaat
(Hulp)kostenplaatsen
27
Totaal 28
Teams Ondersteuning
Facilitaire teams
Teams advisering
Organisatie Afd. AGZ & Ontwikkeling
Afd. JGZ
GHOR bureau
Brandweer
GMZ
Haltbureau
Bestuur
Verdeling van de hulpkostenplaatsen naar de kostenplaatsen Personeelslasten en personeelszaken op basis van aantal personeelsleden
230
25
21
23
10
38
61
9
21
4.541
243
497
241
177
694
758
171
272
Algemeen beheer en interne zaken op basis van aantal formatie-eenheden
165
21
15
18
7
24
36
8
16
Informatisering en automatisering op basis van aantal beeldschermen
204
17
34
21
10
37
35
12
18
Financiën op basis van aantal boekingsregels
561
131
40
35
150
40
101
Huisvesting personeel en materieel op basis van aantal m²
15
5
2
46
1.442
10
5
5
10
5
5
20
44
Bijlage 3: Toelichting op de kostenverdeelstaat
De toerekening van de kosten van de (hulp)kostenplaatsen vindt voorcalculatorisch plaats. Verdeelsleutels van de hulpkostenplaatsen naar de kostenplaatsen Salarissen en sociale lasten
- rechtstreeks naar de organisatieonderdelen
Personeelslasten en personeelszaken
- aantal personeelsleden per organisatieonderdeel
Huisvesting personeel en materieel
- aantal m2 per organisatieonderdeel
Algemeen beheer en interne zaken
- tijdregistratie per organisatieonderdeel
Bestuurlijke en juridische zaken
- tijdregistratie per organisatieonderdeel
Informatisering en automatisering
- aantal beeldschermen per organisatieonderdeel
Financiën
- aantal boekingsregels per organisatieonderdeel
Verdeelsleutels van de kostenplaatsen naar de kostendragers Doorberekening hulpkostenplaatsen (uitgezonderd huisvesting)
- aantal formatie-eenheden per subfunctie
Doorberekening huisvesting
- aantal m2 per subfunctie
Sectorbudgetten (uitgezonderd reis- en verblijfkosten)
- aantal formatie-eenheden per subfunctie
De doorberekening vanuit de hulpkostenplaatsen en sectorbudgetten wordt omgerekend naar een opslag per uur. Doorberekening naar kostendragers
- tijdregistratie per subfunctie inclusief opslag per uur
29
Bijlage 4: Kapitaallasten
Rente en premies van aangegane langlopende geldleningen Rente van aangegane kortlopende geldleningen
303.047,09 3.574,87
Toegerekende rente over eigen vermogen
152.185,41
Afschrijvingen
637.348,80 1.096.156,17
Af: rente wegens belegging van overtollige geldmiddelen
188.257,33
Door te berekenen kapitaallasten
907.898,84
Doorberekende kapitaallasten: aan programma's aan kostenplaatsen Totaal doorberekende kapitaallasten Batig saldo kapitaallasten
30
267.965,53 803.548,59 1.071.514,12 163.615,28
1 Huisvesting Huisvesting - ondergrond Huisvesting - opstallen Verbouwing B1 Verbouwing B5 Renovatie toiletten Beveiliging Brandveiligheid gebouw Vervanging dakbedekking Totaal Administratie en algemeen beheer Automatisering Algemeen jaar aanschaf 2002 Automatisering Algemeen jaar aanschaf 2003 Automatisering - Hardware 2004 Automatisering - Aanpassing software 2004 Automatisering - Beeldschermen 2004 Automatisering - Onderst. implementatie 2004 Vervanging lektriever Automatisering - Hardware 2005 Automatisering - Aanpassing software 2005 Tijdregistratiesysteem Automatisering - desktops 2006 Automatisering - servers 2006 Automatisering - beeldschermen 2006 Automatisering - ontsluiting netwerk 2006 Automatisering - blackberry's 2006 Automatisering - digitalisering jgz 2006 Automatisering - Personeelsinformatiesysteem Automatisering - desktops 2007 Automatisering - servers 2007 Automatisering - beeldschermen 2007 Automatisering - digitalisering jgz 2007 Financieel pakket Automatisering - desktops 2008 Automatisering - servers 2008 Automatisering - EKD Totaal Recreatie en toerisme Groot onderhoud Roggebotsluis Totaal Medische materialen algemene gezondheidszorg Röntgenapparaat Automatisering TBC 2002 Noodstroomaggregaat Software reizigersvacinatie 2004 Automatisering infectieziekten 2003 Automatisering infectieziekten 2004 Software OGGZ Materialen MMK Wachtdienstauto 2005 Koelkast Rontgenapparaat Totaal
Aanschafwaarde per 01-01-2008
Vermeerderingen 2008
Verminderingen 2008
Aanschafwaarde per 31-12-2008
Maatstaf van afschrijving
5
6
7
8
9
1.815.120,86 6.000.990,42 33.588,46 227.698,48 144.999,56 9.701,59 24.597,30 82.263,51 8.338.960,18
3.427,20 3.427,20
-
143.777,16 69.725,86 338.623,54 155.694,84 99.896,93 136.309,15 18.956,70 94.891,40 24.251,84 21.878,15 15.272,49 40.389,20 9.925,79 110.865,17 8.223,37 76.564,52 18.780,54 23.881,54 14.990,20 8.802,91 9.159,32 47.633,02
143.777,16 69.725,86 338.623,54 155.694,84 99.896,93 136.309,15 18.956,70 94.891,40 24.251,84 21.878,15 15.272,49 40.389,20 9.925,79 110.865,17 8.223,37 76.564,52 18.780,54 23.881,54 14.990,20 8.802,91 9.159,32 47.633,02 7.814,78 8.351,18 58.220,09
7.814,78 8.351,18 58.220,09 1.488.493,64
3.920,94 3.920,94
74.386,05
-
3.920,94 3.920,94
10 jr. lin.
-
10 jr. lin. 5 jr. lin. 15 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 10 jr. lin.
-
84.564,61 13.926,97 70.672,36 19.554,00 32.130,00 11.852,40 18.611,60 14.031,29 41.700,05 4.866,80 178.500,00 490.410,08
5 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin.
-
15.594,95 16.779,00 9.176,09 41.550,04
Medische materialen jeugdgezondheidszorg Instrumentarium e.d. jaar aanschaf 2002 Vervanging paternosterkasten 2003 Instrumentarium e.d. jaar aanschaf 2008 Totaal
32.373,95
Halt-bureau VW POLO 2006 VW Caddy 2007 Totaal
16.138,67 39.837,66 55.976,33
-
-
16.138,67 39.837,66 55.976,33
Milieubeheer Automatisering milieuhandhaving aanschaf 2004 Totaal
12.601,33 12.601,33
-
-
12.601,33 12.601,33
-
4.425,00 68.067,03 1.048.232,30 1.120.724,33
-
11.630.450,12
Financiele vaste activa Depotbedrag PTT Deelneming NV ROVA Geldlening NV ROVA 8% Totaal SUB-TOTAAL
15.594,95 16.779,00
4.425,00 68.067,03 1.048.232,30 1.120.724,33 11.538.593,98
9.176,09 9.176,09
91.856,14
5 jr. lin. 4 jr. lin. 5 jr. lin. 3 jr. lin. 7 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 4 jr. lin. 4 jr. lin. 5 jr. lin. 4 jr. lin. 5 jr. lin. 7 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 4 jr. lin. 4 jr. lin. 4 jr. lin. 4 jr. lin. 7 jr. lin. 4 jr. lin. 5 jr. lin. 4 jr. lin. 5 jr. lin. 4 jr. lin.
1.562.879,69
4.866,80 4.866,80
40 jr. ann. 30 jr. lin. 30 jr. lin. 30 jr. lin. 15 jr. lin. 30 jr. lin. 20 jr. lin.
-
84.564,61 13.926,97 70.672,36 19.554,00 32.130,00 11.852,40 18.611,60 14.031,29 41.700,05 178.500,00 485.543,28
1.815.120,86 6.000.990,42 33.588,46 227.698,48 144.999,56 9.701,59 28.024,50 82.263,51 8.342.387,38
Dienstjaar Totaal afschrijvingen / aflossingen per 01-01-2008 10
640.505,61 2.239,24 14.375,30 4.833,32 819,91 2.056,59 664.829,97
143.777,16 55.780,68 261.112,85 155.694,84 53.516,21 93.804,55 15.165,36 57.805,23 12.795,30 8.751,26 4.692,32 13.126,49 1.417,97 28.265,58 2.845,12 19.141,13 5.868,92 1.935,18 305,96 515,62 2.875,46
939.193,19
3.920,94 3.920,94
84.564,61 13.926,97 37.691,92 12.828,75 25.704,00 7.111,44 4.652,90 2.806,26 16.680,02
Desinvesteringen 2008
11
12
Totaal afschrijvingen/ aflossingen t/m 2008 13
103.857,21 1.119,62 7.618,69 4.833,32 646,77 819,91 4.113,18 123.008,70
Boekwaarde per 01-01-2008
Boekwaarde per 31-12-2008
Rentelasten
Totaal van de kapitaallasten
14
15
16
17
744.362,82 3.358,86 21.993,99 9.666,64 646,77 1.639,82 6.169,77 787.838,67
1.815.120,86 5.360.484,81 31.349,22 213.323,18 140.166,24 9.701,59 23.777,39 80.206,92 7.674.130,21
1.815.120,86 5.256.627,60 30.229,60 205.704,49 135.332,92 9.054,82 26.384,68 76.093,74 7.554.548,71
76.416,59 225.676,41 598,77 4.074,47 2.677,18 185,30 454,15 1.531,95 311.614,82
76.416,59 329.533,62 1.718,39 11.693,16 7.510,50 832,07 1.274,06 5.645,13 434.623,52
14.270,99 27.261,83 3.791,34 23.722,85 6.062,96 4.375,63 3.818,12 8.077,84 1.417,97 22.173,03 1.644,67 19.141,13 4.695,14 5.970,39 3.747,55 1.257,56 2.289,83 9.526,60 437,91 545,52 681,54
143.777,16 69.725,86 328.837,56 155.694,84 67.787,20 121.066,38 18.956,70 81.528,08 18.858,26 13.126,89 8.510,44 21.204,33 2.835,94 50.438,61 4.489,79 38.282,26 10.564,06 7.905,57 4.053,51 1.257,56 2.805,45 12.402,06 437,91 545,52 681,54
13.945,18 77.510,69 46.380,72 42.504,60 3.791,34 37.086,17 11.456,54 13.126,89 10.580,17 27.262,71 8.507,82 82.599,59 5.378,25 57.423,39 12.911,62 21.946,36 14.684,24 8.802,91 8.643,70 44.757,56 -
9.785,98 32.109,73 15.242,77 13.363,32 5.393,58 8.751,26 6.762,05 19.184,87 7.089,85 60.426,56 3.733,58 38.282,26 8.216,48 15.975,97 10.936,69 7.545,35 6.353,87 35.230,96 7.376,87 7.805,66 57.538,55
266,35 1.480,45 885,87 811,84 72,41 708,35 218,82 250,72 202,08 520,72 162,50 1.577,65 102,72 1.096,79 246,61 419,18 280,47 168,14 165,09 854,87 -
14.211,53 69.205,16 15.156,86 28.073,67 3.863,75 24.431,20 6.281,78 4.626,35 4.020,20 8.598,56 1.580,47 23.750,68 1.747,39 20.237,92 4.941,75 6.389,57 4.028,02 1.425,70 2.454,92 10.381,47 437,91 545,52 681,54
246.580,29
1.185.773,48
549.300,45
377.106,21
10.491,64
257.071,93
13.945,18 67.724,71
3.920,94 3.920,94
-
-
-
-
-
4.711,49 3.910,80 6.426,00 2.370,48 3.722,32 2.806,26 6.672,01 243,34 17.850,00 48.712,70
84.564,61 13.926,97 42.403,41 16.739,55 32.130,00 9.481,92 8.375,22 5.612,52 23.352,03 243,34 17.850,00 254.679,57
32.980,44 6.725,25 6.426,00 4.740,96 13.958,70 11.225,03 25.020,03 178.500,00 279.576,41
28.268,95 2.814,45 2.370,48 10.236,38 8.418,77 18.348,02 4.623,46 160.650,00 235.730,51
629,93 128,45 122,74 90,55 266,61 214,40 477,88 3.409,35 5.339,91
5.341,42 4.039,25 6.548,74 2.461,03 3.988,93 3.020,66 7.149,89 243,34 21.259,35 54.052,61
3.355,80 917,61 4.273,41
15.594,95 16.779,00 917,61 33.291,56
3.355,80 3.355,80
8.258,48 8.258,48
64,10 64,10
3.419,90 917,61 4.337,51
4.518,83
2.582,19 6.374,03 8.956,22
7.101,02 6.374,03 13.475,05
11.619,84 39.837,66 51.457,50
9.037,65 33.463,63 42.501,28
221,94 760,90 982,84
2.804,13 7.134,93 9.939,06
7.560,81 7.560,81
2.520,27 2.520,27
10.081,08 10.081,08
5.040,52 5.040,52
2.520,25 2.520,25
96,27 96,27
2.616,54 2.616,54
4.425,00 68.067,03 1.048.232,30 1.120.724,33
4.425,00 68.067,03 1.048.232,30 1.120.724,33
3.403,35 83.858,58 87.261,93
3.403,35 83.858,58 87.261,93
9.683.585,22
9.341.389,77
415.851,50
849.903,09
205.966,87
15.594,95 13.423,20 29.018,15
4.518,83
5 jr. lin.
Afschrijving 2008
geen geen geen 1.855.008,76
434.051,59
-
2.289.060,35
Bijlage 5: Geactiveerde kapitaaluitgaven
Omschrijving van de kapitaaluitgaven
31
32 Omschrijving van de kapitaaluitgaven
1
Onderdeel Brandweer Regionaal Coordinatie Centrum
Aanschafwaarde per 01-01-2008
Vermeerderingen 2008
Verminderingen 2008
Aanschafwaarde per 31-12-2008
Maatstaf van afschrijving
5
6
7
8
9
Dienstjaar Totaal afschrijvingen / aflossingen per 01-01-2008 10
Afschrijving 2008
11
Totaal afschrijvingen/ aflossingen t/m 2008 12
Desinvesteringen 2008
Boekwaarde per 01-01-2008
Boekwaarde per 31-12-2008
Rentelasten
Totaal van de kapitaallasten
13
14
15
16
17
89.083,81
89.083,81
20 jr. lin.
89.083,81
325.505,89 3.758,60
325.505,89 3.758,60
20 jr. lin. 10 jr. lin.
156.692,95 3.476,72
16.881,30 281,88
173.574,25 3.758,60
168.812,94 281,88
151.931,64 -
3.224,33 5,38
20.105,63 287,26
Investeringen 1999 Meetpompen Sema- en mobilofoon Meubilair Ontsmettingsapparaat Persluchtflessen oefengaspakken Diverse materialen OGS
50,66 7.747,58 1.300,29 746,47 1.495,02 19.057,88 1.669,58
50,66 7.747,58 1.300,29 746,47 1.495,02 19.057,88 1.669,58
10 jr. lin. 5 jr. lin. 10 jr. lin. 15 jr. lin. 10 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin.
40,51 7.747,58 1.040,24 398,15 1.196,00 19.057,88 1.669,58
5,08 130,03 49,77 149,51 -
45,59 7.747,58 1.170,27 447,92 1.345,51 19.057,88 1.669,58
10,15 260,05 348,32 299,02 -
5,07 130,02 298,55 149,51 -
0,19 4,97 6,65 5,71 -
5,27 135,00 56,42 155,22 -
Investeringen 2000 Explosiemeters Sema- en mobilofoon Meubilair Persluchttoestellen en -maskers Persluchtflessen Diverse materialen OGS Duikschilden
4.142,90 1.066,38 10.645,29 11.796,81 30.722,51 1.981,76 5.265,48
4.142,90 1.066,38 10.645,29 11.796,81 30.722,51 1.981,76 5.265,48
5 jr. lin. 5 jr. lin. 10 jr. lin. 15 jr. lin. 10 jr. lin. 5 jr. lin. 10 jr. lin.
4.142,90 1.066,38 8.423,33 6.488,27 24.578,00 1.981,76 3.685,85
1.110,98 758,37 3.072,25 526,55
4.142,90 1.066,38 9.534,31 7.246,64 27.650,25 1.981,76 4.212,40
2.221,96 5.308,54 6.144,51 1.579,63
1.110,98 4.550,17 3.072,26 1.053,08
42,44 101,39 117,36 30,17
1.153,42 859,76 3.189,61 556,72
Investeringen 2001 Gemeenschappelijke Meldkamer Fiat Brava Programmatuur Preventie Lesmaterialen Chemicaliënpakken Schuim ABS Rampenzendersysteem
483.439,51 8.934,08 11.177,97 11.609,97 5.154,99 5.445,19 13.568,39
483.439,51 8.934,08 11.177,97 11.609,97 5.154,99 5.445,19 13.568,39
10 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 10 jr. lin. 7 jr. lin. 10 jr. lin. 10 jr. lin.
288.348,49 8.934,08 11.177,97 6.966,00 4.418,57 3.267,12 8.117,12
48.772,76 1.160,99 736,42 544,52 1.362,82
337.121,25 8.934,08 11.177,97 8.126,99 5.154,99 3.811,64 9.479,94
195.091,02 4.643,97 736,42 2.178,07 5.451,27
146.318,26 3.482,98 1.633,55 4.088,45
3.726,24 88,70 14,07 41,60 104,12
52.499,00 1.249,69 750,49 586,12 1.466,94
Investeringen 2002 Landcruiser VW Polo Persluchttoestellen en -maskers
28.582,05 12.981,72 14.040,10
28.582,05 14.040,10
8 jr. lin. 5 jr. lin. 15 jr. lin.
17.863,80 12.981,72 4.680,05
3.572,75 936,01
21.436,55 12.981,72 5.616,06
10.718,25 9.360,05
7.145,50 8.424,04
204,72 178,78
3.777,47 1.114,79
Investeringen 2003 Fiat Stylo Bluswater online Diverse Materialen
16.256,39 12.503,54 4.206,65
12.503,54 4.206,65
5 jr. lin. 3 jr. lin. 10 jr. lin.
13.005,12 12.503,54 1.682,67
2.438,45 420,66
15.443,57 12.503,54 2.103,33
3.251,27 2.523,98
0,002.103,32
62,10 48,21
2.500,55 468,87
Investeringen 2004 Gaspakken
26.045,58
26.045,58
10 jr. lin.
9.115,96
2.604,56
11.720,52
215.817,00 64.870,38 167.515,75 31.816,47 106.603,62 15.985,42 14.489,91
5 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 30 jr. lin. 15 jr. lin. 5 jr. lin. 5 jr. lin. 10 jr. lin.
10.076,22 86.326,80 25.948,16 10.999,71 4.195,58 42.641,44 4.265,19 2.897,98
2.519,06 43.163,40 12.974,08 5.583,86 2.121,10 21.320,72 3.197,08 1.448,99
12.595,28 129.490,20 38.922,24 16.583,57 6.316,68 63.962,16 7.462,27 4.346,97
10.863,09
10.863,09
79,02 870,49
Investeringen 1998 Haakarmvoeruig met bakken Meubilair
Investeringen 2005 Fiat Stylo C2000 Uitwijkvoorziening C2000 Verplaatsen RCC - bouwkundig Verplaatsen RCC - inrichting Verplaatsen RCC - apparatuur Brandweeractiecenrum Diverse materialen
12.981,72
16.256,39
20.992,14 215.817,00 64.870,38 167.515,75 31.816,47 106.603,62 15.985,42 14.489,91
20.992,14
Investeringen 2006 Auto AGS
67.894,30
67.894,30
Investeringen 2007 Diverse materialen Kluis
7.160,93 8.704,85
7.160,93 8.704,85
5 jr. lin. 5 jr. lin.
99.466,31 33.398,78 73.065,62
5 jr. lin. 5 jr. lin. 3 jr. lin.
Investeringen 2008 3 VW GIS hardware GIS software Sub-totaal Brandweer
TOTAAL-GENERAAL Totaal materiële vaste activa Totaal financiële vaste activa
Totaal vaste activa
99.466,31 33.398,78 73.065,62
89.083,81
-
812,82
-
-
-
16.929,62 10.915,92 129.490,20 38.922,22 156.516,04 27.620,89 63.962,18 11.720,23 11.591,93
14.325,06 86.326,80 25.948,14 150.932,18 25.499,79 42.641,46 8.523,15 10.142,94
323,36
2.927,92
208,49 2.473,26 743,41 2.989,46 527,56 1.221,68 223,86 221,41
2.727,55 45.636,66 13.717,49 8.573,32 2.648,66 22.542,40 3.420,94 1.670,40
21.726,18
57.031,21
46.168,12
1.089,30
11.952,39
1.432,19 1.740,97
1.511,21 2.611,46
7.081,91 7.834,36
5.649,72 6.093,39
135,26 149,64
1.567,45 1.890,61
3.658,27 1.669,94 6.088,80
3.658,27 1.669,94 6.088,80
8.396,86
95.808,04 31.728,84 66.976,82
3.658,27 1.669,94 6.088,80
1.891.833,81
205.930,71
50.230,25
2.047.534,27
932.995,80
203.297,21
1.136.293,01
9.209,68
958.838,01
952.261,83
18.313,81
221.611,02
13.430.427,79
297.786,85
50.230,25
13.677.984,39
2.788.004,56
637.348,80
3.425.353,36
9.209,68
10.642.423,23
10.293.651,60
434.165,31
1.071.514,11
12.309.703,46 1.120.724,33
297.786,85
50.230,25
12.557.260,06 1.120.724,33
2.788.004,56
637.348,80
3.425.353,36
9.209,68
9.521.698,90 1.120.724,33
9.172.927,27 1.120.724,33
346.903,38 87.261,93
984.252,18 87.261,93
13.430.427,79
297.786,85
50.230,25
13.677.984,39
2.788.004,56
637.348,80
3.425.353,36
9.209,68
10.642.423,23
10.293.651,60
434.165,31
1.071.514,11
Omschrijving
1 Algemene reserve Algemene reserve Totaal algemene reserves
Saldo per 01-01-2008 bestemming resultaat 2007 2
3
Vermeerderingen ten laste van de exploitatie of (hulp)kostenplaatsen 4
Verminderingen ten laste van projecten buiten de exploitatie 5
ontvangen subsidies of gem. bijdragen 6
ten gunste van de exploitatie of (hulp)kostenplaatsen 7
ten gunste aanwending van t.g.v. balansposten balans vaste activa 8 9
Saldo per ten gunste van 31-12-2008 projecten buiten de exploitatie 10 11
Resultaatbestemming 2008
Saldo per vermeerdering vermindering 31-12-2008 na resultaatbestemming 2008
Bespaarde rente ten laste van exploitatie
12
15
13
14
453.780,18 453.780,18
453.780,18 453.780,18
453.780,18 453.780,18
17.062,13 17.062,13
Reserve verstrekte geldlening NV ROVA
1.048.232,30
1.048.232,30
1.048.232,30
83.858,58
Algemene Preventieve Gezondheidszorg
161.359,78
141.359,78
141.359,78
6.067,13
Bestemmingsreserves
20.000,00
Logopedie
35.739,73
35.739,73
35.739,73
1.343,81
Infectieziekten en calamiteiten
30.615,49
30.615,49
30.615,49
1.151,14
400.403,67
400.403,67
12.266,27
Onderhoud gebouwen
326.230,49
HALT-bureau
53.592,00
53.592,00
53.592,00
2.015,06
Onderhoud recreatieve voorzieningen
65.190,10
65.190,10
65.190,10
2.451,15
79.969,00
79.969,00
79.969,00
2.891,00
2.891,00
2.891,00
0,00
0,00
712.689,81
712.689,81
Milieu Recreatie & Toerisme Ontvlechtingskosten Nog uit te voeren werken Totaal bestemmingsreserves Totaal reserves
74.173,18
313.561,75 690.689,81 2.411.649,70 2.865.429,88
313.561,75 22.000,00
396.421,75 396.421,75
96.173,18 96.173,18
333.561,75 333.561,75
2.570.682,88 3.024.463,06
25.969,94
2.570.682,88 135.123,08 3.024.463,06 152.185,21
Voorzieningen Wachtgeldverplichtingen Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting
00,00 1.576.874,97
75.000,00
Totaal voorzieningen
1.576.874,97
75.000,00
Totaal reserves en voorzieningen
4.442.304,85
396.421,75
171.173,18
333.561,75
1.576.874,97
75.000,00 0,00
75.000,00 0,00
1.576.874,97
75.000,00
75.000,00
1.576.874,97
3.099.463,06
3.099.463,06 152.185,21
Bijlage 6: Reserves en voorzieningen
33
34
Bijlage 7: Toelichting reserves en voorzieningen Eigen vermogen Reserves Algemene reserve Saldo per 1 januari 2008 Mutaties 2008
453.780,18 _________
Saldo per 31 december 2008
453.780,18
Bestemmingsreserves - Overige bestemmingsreserves
Reserve verstrekte geldlening NV ROVA Saldo per 1 januari 2008 en 31 december 2008
1.048.232,30
Deze reserve dient ter dekking van mogelijke risico’s verbonden aan de aan NV ROVA verstrekte geldlening.
Algemene Preventieve Gezondheidszorg Saldo per 1 januari 2008 Beschikking t.b.v. programma Gezondheid
161.359,78 20.000,00 _________
Saldo per 31 december 2008
141.359,78
De reserve heeft als bestemming projecten, die worden uitgevoerd op basis van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid. Deze projecten hebben vaak een doorlooptijd van meerdere jaren. Omdat niet altijd tijdig verplichtingen kunnen worden aangegaan, worden de hiervoor bestemde gelden gereserveerd, zodatdeze beschikbaar blijven.
Logopedie Saldo per 1 januari 2008 en 31 december 2008
35.739,73
De reserve dient voor mogelijke desintegratiekosten voor de desbetreffende gemeenten.
Infectieziekten-calamiteiten Saldo per 1 januari 2008 en 31 december 2008
30.615,49
De reserve dient voor verplichtingen die ontstaan bij infectieziekten en/of calamiteiten.
Groot onderhoud recreatieve voorzieningen Saldo per 1 januari 2008 en 31 december 2008
65.190,10
De reserve dient ten behoeve van (groot) onderhoud aan de recreatieve voorzieningen.
Onderhoud gebouwen Saldo per 1 januari 2008 Toevoeging t.l.v. kostenplaats Huisvesting Saldo per 31 december 2007
326.230,49 74.173,18 _________ 400.403,67
35
Jaarlijks wordt het verschil tussen de begrote en de werkelijke uitgaven van het klein en groot onderhoud toegevoegd, dan wel onttrokken aan de bestemmingsreserve Onderhoud gebouwen (besluit Dagelijks Bestuur dd. 16 maart 2006). Door het vaststellen van de jaarrekening wordt dit door het Algemeen Bestuur bekrachtigd. De reserve dient voor groot onderhoud aan het Regiokantoor.
HALT-bureau Saldo per 1 januari 2008 en 31 december 2008
53.592,00
De reserve dient voor het egaliseren van toekomstige salariskosten.
Nog uit te voeren werken Saldo per 31 december 2008 De reserve betreft middelen voor activiteiten die in 2008 worden uitgevoerd. Het betreft de volgende activiteiten: - programma Veiligheid - diverse kosten - C2000 - Congruente gebiedsindeling - programma Gezondheid - diverse projecten - diverse kosten - kosten Elektronisch Kinddossier
Ontvlechtingskosten Saldo per 1 januari 2008 Toevoeging resultaat 2007 Beschikking t.g.v. programma Service & Samenwerking
712.689,81
76.381,74 9.596,77 530.650,00 50.273,70 4.000,00 41.787,60
0,00 313.561,75 _________ 313.561,75 313.561,75 _________
Saldo per 31 december 2008
0,00
De reserve is bestemd voor de frictiekosten t.b.v. de ontvlechting van de brandweer en het GHOR-bureau.
Milieu Saldo per 1 januari 2008 Toevoeging resultaat 2007
0,00 79.969,00 __________
Saldo per 31 december 2008
79.969,00
De reserve dient om eventuele toekomstige tekorten te kunnen dekken.
Recreatie & Toerisme Saldo per 1 januari 2008 Toevoeging resultaat 2007 Saldo per 31 december 2008
0,00 2.891,00 __________ 2.891,00
De reserve dient om eventuele toekomstige tekorten te kunnen dekken.
Totaal reserves per 31-12-2008
36
___________ 3.024.463,06
Voorzieningen Voorziening wachtgeldverplichtingen Saldo per 31 december 2008
75.000,00
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten dient een voorziening gevormd te worden voor voorzienbare lasten in verband met wachtgeldverplichtingen.
Voorziening door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting Saldo per 1 januari 2008 1.576.874,97 Vrijval t.b.v. balans 1.576.874,97 __________ Saldo per 31 december 2008
0,00
Door een stelselwijziging in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten worden de vooruit ontvangen bedragen niet meer verantwoord in een voorziening, maar dienen deze bedragen op de balans verantwoord te worden onder de overlopende passiva.
Totaal voorzieningen per 31 december 2008
__________ 75.000,00
37
Bijlage 8: Langlopende geldleningen naam geldgever BNG TOTAAL
38
oorspronkelijk bedrag geldlening 8.134.010,37
jaar van de laatste aflossing 2036
rente %
restantbedrag begin dienstjaar 4,21
rente 2008
aflossing 2008
restantbedrag t.b.v. einde dienstjaar
7.386.132,87
306.920,00
134.815,58
7.251.317,29 huisvesting
7.386.132,87
306.920,00
134.815,58
7.251.317,29
Dalfsen Hardenberg
bestuur
recreatie algemeen
haltbureau
volwasseneneducatie
regionale brandweer
milieuplatformfunctie
gezondheid
ghorbureau
totaal
51.953,00
4.512,00
7.415,00
2.650,00
172.394,00
9.133,00
336.068,80
27.440,20
611.566,00
113.735,00
9.878,00
16.234,00
376.866,00
19.994,00
735.638,80
60.073,20
1.332.419,00
Hattem
22.762,00
1.161,00
75.106,00
4.001,00
148.373,20
12.021,80
263.425,00
Heerde
35.268,00
1.799,00
113.184,50
6.200,00
227.585,40
18.628,60
402.665,50
Kampen
96.614,00
8.391,00
13.790,00
319.471,00
16.985,00
729.500,20
51.030,80
1.235.782,00
Ommen
33.881,00
2.943,00
4.836,00
113.993,00
5.956,00
219.466,60
17.895,40
398.971,00
Raalte
73.031,00
10.424,00
242.023,00
12.839,00
474.758,60
38.573,40
851.649,00
Staphorst
31.123,00
2.702,00
4.442,00
103.299,00
5.471,00
200.263,00
16.439,00
365.326,00
Steenwijkerland
84.444,00
7.332,00
12.053,00
279.515,00
14.845,00
659.622,80
44.602,20
1.102.414,00
Olst-Wijhe
32.471,00
Zwartewaterland
42.908,00
Zwolle
1.587,00
4.841,00
1.730,00
112.247,00
2.654,00
220.545,20
16.119,80
390.608,00
3.726,00
6.124,00
2.189,00
141.885,00
7.543,00
278.779,40
22.663,60
505.818,00
224.502,00
19.488,00
32.046,00
11.451,00
742.457,00
39.467,00
1.480.403,00
118.579,00
2.668.393,00
842.692,00
58.972,00
112.205,00
22.567,00
2.792.440,50
145.088,00
5.711.005,00
444.067,00
10.129.036,50
Bijlage 9: Overzicht gemeentelijke bijdragen
gemeente
39
Doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen (BDUR)
Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen (art.10)
Aard Controle (16)
Toelichting afwijking (15)
Overige (14)
Te verrekenen met de Provincie / Wgr (13)
Te verekenen met het Rijk (12)
Overige besteding (11)
Besteed t.l.v. provinciale/Wgr middelen (10)
Besteed t.l.v. rijksmiddelen (9)
Overige ontvangsten (8)
Beschikking Rijk (7)
Beginstand jaar t (6)
Realisatie (5)
Afspraak (4)
Frequentie (jaarrekening) (B)
Toelichting per indicator (A)
Indicatoren (3)
Ontvanger (C)
Juridische grondslag (2)
Specifieke uitkering (1)
Nummer 7
De ontvangst van de totale jaarlijkse In euro’s structurele bijdrage, die in vier termijnen wordt betaald.
Jaarlijks
€ 2.701.515
R
Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen (art. 8)
De ontvangst van de incidentele In euro’s (lumpsum) bijdragen ingevolge een brief, een convenant, een beleidsregel of een circulaire. (Niet de bedragen die als werkelijke kosten op declaratiebasis of op factuur worden vergoed).
Jaarlijks
€ 378.158
R
Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen (art. 8)
Het besteed bedrag Tijdelijke bijdrageregeling verbetering management overstromingen (TBVMO).
Jaarlijks
Brandweerregio's GHOR-regio's Veiligheidsregio's
In euro’s
€ 346.127
R
Bijlage 10: Single Information Single Audit
Departement
40 BZK
Bijlage 11: Overlopende activa en passiva Overlopende activa: Vooruitbetaalde bedragen boekjaar 2008 Te verrekenen betreffende: Projecten GGD Project Sanering werverkeerslawaai Aanleg diverse recreatieve voorzieningen Project Verbetering Management Overstromingen Loonkosten Rente geldlening NV ROVA, deposito’s etc. Diversen
91.883,24 24.824,92 54.379,33 257.000,60 29.294,28 2.758,46 26.947,67 2.524,75 _________ 489.613,25 =======
Overlopende passiva: Nog te betalen bedragen t.b.v. Rente vaste geldlening Personeelskosten Verrekening belastingdienst Verrekening forensische geneeskunde Kosten GGD Bijdrage BIRO HALT-bureau Verrekening NV ROVA Verrekening GGD Nijmegen Diversen
217.088,37 26.356,07 38.591,43 119.676,13 248.908,82 14.000,00 30.019,00 51.108,00 41.294,00 4.900,74 _________
Subtotaal Vooruit ontvangen bedragen voor: Projectkosten GGD Projectkosten Recreatie Projectkosten Milieu Projectkosten Brandweer
791.942,56 320.264,36 199.673,09 1.367.911,76 989.977,76 __________ 2.877.826,97
Overige vooruit ontvangen bedragen voor: GHOR-bureau Diversen GGD Subtotaal Totaal overlopende passiva
23.854,54 12.453,75 _________ 36.308,29 __________ 3.706.077,82 ========
41
Overlopende activa Nog te ontvangen voorschotbedragen op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Omschrijving
Projectkosten GGD Marietje Kesselsproject Jeugdgezondheidsplein Alcohol Advies PGO Digitalisering sociale kaart SOS-Bemoeizorg Jeugd Bemoeizorg Gezond Gewicht, Gezonde Wijk Totaal projectkosten GGD Projectkosten Recreatie & Toerisme Toeristisch Offensief Kanorouteplan Fietspad Elburg-Roggebotsluis Toeristische Overstappunten Marketingplan IJsseldelta Wandelrondje Wijhe Publieksplan Totaal projectkosten Recreatie & Toerisme Projectkosten Milieu ISV 1 Sanering 70+ woningen Geluidsniveaukaart Totaal projectkosten Milieu
Saldo per 1 januari
Toevoegingen
Ontvangen bijdragen
Saldo per 31 december
4.260,00 3.940,22
3.861,69
4.260,00
3.861,69 3.940,22 1.671,56 5.191,78 10.159,67 0,00 0,00 24.824,92
1.671,56 5.191,78 10.159,67 45.126,81 93.500,00
76.713,98 344,18 3.094,00
25.229,80 3.179,68 8.550,00
Projectkosten Brandweer Verbetering Management Overstromingen
45.126,81 93.500,00
69.154,07 3.091,47 104.045,56 59.653,70 781,29 3.250,00
26.401,17 36.726,48
76.713,98 43.097,08 6.185,47 67.319,08 59.653,70 781,29 3.250,00 257.000,60
25.229,80 20.599,53 8.550,00 54.379,33
17.419,85
29.294,28
29.294,28 29.294,28
263.938,67
42
307.574,92
206.014,46
365.499,13
Omschrijving
Projectkosten GGD Marietje Kesselsproject Marietje Kesselsproject Loverboys Digitale sociale kaart SOS-Bemoeizorg Jeugd Vroegsignalering Gezond Gewicht, Gezonde Wijk Tabakspreventie Hap & Stap Centrale Toegang Frisse scholen in Overijssel Armoede en Gezondheid Totaal projectkosten GGD Projectkosten Recreatie & Toerisme Stuurgroep Overijssel Vechtdal Reestdal op de kaart Fietsroutenetwerk Toeristische Ovestappunten IJsseldelta Actieplan Waterrecreatie Totaal projectkosten Recreatie & Toerisme Projectkosten Milieu ISV 2 Gruba en Spiel SEPH Milieumodel Geluidsniveaukaart Totaal projectkosten Milieu Projectkosten Brandweer Veiligheidsregio Congruentie ESF-subsidie Kwaliteitssysteem Multidisciplinair oefenen P&P Multidisciplinair oefenen Vervanging haakarmvoertuig Totaal projectkosten Brandweer
Saldo per 31 december 2007
Saldo per 1 januari 2008
1.651,61 43.750,00
1.651,61 43.750,00
33.365,60 95.840,33 60.866,67 10.106,83
33.365,60 95.840,33 60.866,67 10.106,83 7.431,72 5.021,93
7.431,72 5.021,93
9.295,46 14.110,21 523.368,63 80.630,38 25.000,00 3.850,00
777.309,40 17.000,00
227.087,83 160.772,39
9.295,46 14.110,21 523.368,63 80.630,38 25.000,00 3.850,00
1.004.397,23 17.000,00 160.772,39
Overige toevoegingen
Vrijgevallen bedragen
Saldo per 31 december 2008
43.500,00
1.651,61 43.750,00 13.610,19 33.365,60 95.840,33 60.866,67 24.773,25
100.000,00 142.575,00 90.000,00
63.384,75 110.476,55 24.712,46
0,00 81.039,83 76.389,81 0,00 0,00 0,00 28.833,58 7.431,72 5.021,93 36.615,25 32.098,45 65.287,54 332.718,11
250.043,00 47.540,01
1.281,95 14.110,21 615.838,36 119.084,08
81.039,83 90.000,00
3.850,00
250.846,67
66.652,43 4.632,50
6.180,40 4.800,00
119.091,89
4.800,00
121.873,86 872.225,42
240.965,75 872.225,42
35.328,60 38.638,50 4.009,80
35.328,60 38.638,50 4.009,80 112.000,00
23.854,54
23.854,54
1.576.874,97
3.428.281,60
112.000,00
Projectkosten GHOR-bureau KOR-project Projectkosten GHOR-bureau
Totaal-generaal
Correctie uit hoofde van stelsel wijziging
1.851.406,63
4.800,00
617.401,00 110.460,12
89.951,29 926.487,14 24.613,00
8.013,51 0,00 157.573,27 9.086,31 25.000,00 0,00 199.673,09
1.188.591,47 12.367,50 160.772,39 6.180,40 0,00 1.367.911,76
151.014,46 563.139,28 85.847,12 35.328,60 38.638,50 4.009,80 112.000,00 989.977,76
23.854,54 23.854,54
1.829.586,03
2.343.732,37
2.914.135,26
43
Bijlage 12: Projectresultaten en Incidentele baten en lasten De onderstaand ter informatie vermelde uitgaven en inkomsten van incidentele projecten zijn in de programmarekening opgenomen. Het saldo van de niet-afgeronde projecten zijn overgeheveld naar de overlopende activa en passiva. Algemeen Bestuur Per 1 januari 2008 bedroeg het saldo voor de proceskosten van territoriale congruentie € 1.380.800. In 2008 is de toevoeging € 637.400 bestaande uit € 20.000 rente, € 362.100 bijdrage gemeente Deventer en € 255.300 extra BDUR-gelden. De uitgaven bedragen € 926.400, zodat per 31 december 2008 nog € 1.091.800 beschikbaar is. Veiligheid
Ten behoeve van het project Voorbereiding en Implementatie Veiligheidsregio’s is door het Rijk € 407.500 beschikbaar gesteld. Uitvoering van het project is in 2006 gestart. De uitgaven bedragen t/m 2008 € 256.500, zodat er nog € 151.000 beschikbaar is. Het Rijk heeft in 2006 € 45.600 beschikbar gesteld voor het project Multidisciplinair proactie- en preventiebeleid fysieke veiligheid. De uitgaven bedragen t/m 2008 € 7.000, zodat nog € 38.600 beschikbaar is. Ten behoeve van het project Verbetering Management Overstromingen heeft het Rijk een bijdrage beschikbaar gesteld van maximaal € 146.470. De uitgaven bedragen in 2008 € 346.126. Het aandeel van de Regio IJsselVecht is € 153.479 en van de andere participanten (gemeenten, waterschap, defensie en politie) € 192.647.
Milieu
Voor de sanering van wegverkeerslawaai en overige activiteiten in het kader van de bestrijding geluidhinder is in 2008 € 62.262 uitgeven. De kosten worden gedekt door een gemeentelijke bijdrage. Voor de uitvoering van de overeenkomst inzake gevelmaatregelen aan woningen langs de Rijksweg A28 bedragen de kosten in 2008 € 124.448. Deze kosten komen voor rekening van Rijkswaterstaat. Ten behoeve van de actualisatie van een geluidsniveaukaart en de opzet van een milieumodel is in 2008 € 65.820 uitgegeven. De deelnemende gemeenten verstrekken een bijdrage voor dit bedrag.
Recreatie
Voor de aanleg van een fietsroute Elburg-Roggebotsluis bedragen de uitgaven € 17.618. Van Rijkswaterstaat wordt een subsidie ontvangen. Voor de aanleg van een kanonetwerk is in totaal € 125.900 subsidie beschikbaar gesteld. De uitgaven bedragen tot en met 2008 € 82.750. Ten behoeve van de uitvoering van het project Reestdal op de kaart is € 275.000 geraamd. De kosten bedragen in 2008 € 213.233, waarvoor van diverse partijen subsidie wordt ontvangen. Voor de aanleg van Toeristische Overstap Punten (TOP) is door een aantal participanten een subsidie beschikbaar gesteld. De uitgaven bedragen tot en met 2008 € 280.300. Voor het opstellen van een marketingplan Ervaar de IJsseldelta is in 2008 € 71.650 uitgegeven. De kosten worden gesubsidieerd door de provincie Overijssel en diverse andere participanten. Voor de aanleg van een fietsroutenetwerk is in 2008 € 615.800 uitgegeven. Het project wordt door de provincie Overijssel en de deelnemende gemeenten gesubsidieerd. De provincie Overijssel heeft een subsidie ad € 8.000 beschikbaar gesteld voor het opstellen van een actieplan Waterrecreatie in het Nationaal Landschap IJsseldelta. De uitgaven bedragen eveneens € 8.000. De kosten voor de aanleg van een recreatieve fietsinfrastructuur Nationaal Landschap IJsseldelta bedragen € 19.140. Van de provincie Overijssel wordt hiervoor een subsidie ontvangen.
44
Gezondheid
Door de gemeente Zwolle is voor het project Medische begeleiding dak- en thuislozen, inclusief verpleegkundige hulp gebruiksruimte/nachtopvang € 55.899 beschikbaar gesteld. Dit bedrag is volledig bij de gemeente Zwolle gedeclareerd. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 33.260 en € 8.560 beschikbaar gesteld voor het Marietje Kesselsproject. Bij de gemeente Zwolle is € 33.260 en € 8.306 gedeclareerd. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 59.970 beschikbaar gesteld voor het Marietjes Kesselsproject voor het schooljaar 2008/2009. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 98.900 beschikbaar gesteld voor het project Loverboys. Het project heeft een looptijd van 2 jaar en wordt in het voorjaar van 2010 afgerond. De gemeente Kampen heeft een subsidie beschikbaar gesteld van maximaal € 70.271 voor de uitvoering van bemoeizorg. Het subsidiebedrag is volledig bij de gemeente Kampen gedeclareerd. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 2.300 beschikbaar gesteld voor het project Opvoeden Zo en Omgaan met pubers. Dit bedrag is volledig bij de gemeente gedeclareerd. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 108.282 beschikbaar gesteld voor het project Centrale Toegang. Het project wordt in 2009 afgerond. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 11.114 beschikbaar gesteld voor het Spuitomruilproject. Dit bedrag is volledig bij de gemeente gedeclareerd. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 115.493 beschikbaar gesteld voor het project Zwerfjongeren. Dit bedrag is volledig bij de gemeente gedeclareerd. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 271.000 beschikbaar gesteld voor het project S.O.S. Bemoeizorg jeugd. Dit bedrag is volledig bij de gemeente gedeclareerd. De gemeente Zwolle heeft maximaal € 90.000 beschikbaar gesteld voor het project Armoede en Gezondheid. Het project wordt in 2009 afgerond. Voor het project Gezond Gewicht, gezonde wijk wordt door de gemeente Zwolle maximaal €199.000 beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt door participanten maximaal € 67.718 beschikbaar gesteld. Het project heeft een looptijd van 3 jaar t.w. 2007-2009. De totale uitgaven bedragen t/m het jaar 2008 € 163.713. De provincie Overijssel heeft in 2007 voor het project Basistraining Vroegsignalering maximaal € 108.630 beschikbaar gesteld. Het project is in 2008 afgerond. Het volledige bedrag is bij de provincie gedeclareerd. De provincie Overijssel heeft maximaal € 41.707 beschikbaar gesteld voor het project Digitale sociale kaart. Het project wordt in 2009 afgerond. De provincie Overijssel heeft maximaal € 140.000 beschikbaar gesteld voor het project Frisse scholen in Overijssel. Het project wordt in 2009 afgerond.
45
Incidentele baten en lasten Van de belastingdienst is in 2007 een naheffingsaanslag ontvangen ad € 56.000. Dit bedrag is in de jaarrekening 2007 opgenomen. Via een bezwarenprocedure is € 43.000 gecorrigeerd. Hiervan komt € 7.000 ten gunste van de kostenplaats Salarissen en € 36.000 ten gunste van de forensische geneeskunde. In 2008 is een bedrag van € 75.000 gestort in een voorziening wegens lopende wachtgeldverplichtingen. Door leegstand van het kantoorgebouw zijn de huurinkomsten € 14.000 lager dan begroot. Wegens verkoop van 3 auto’s is een boekwinst behaald van € 4.300. Dit bedrag is ten gunste van de exploitatie geboekt. In de begroting is een bedrag geraamd van € 85.000 (excl. btw) voor digitalisering van post/archief en binnenkomende facturen. Het project heeft enige vertraging ondervonden en wordt in 2009 afgerond. De uitgaven bedragen in 2008 € 36.000, zodat er in de exploitatie van 2008 € 49.000 vrijvalt.
46
Bijlage 13: Accountantsverklaring
Accountantsverklaring
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2008 van de Regio IJssel-Vecht te Zwolle, bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de programmarekening over 2008 met de toelichtingen, gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Regio IJssel-Vecht is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven, en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting, en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder verordeningen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 213, lid 2 van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en met inachtneming van het door het Algemeen Bestuur van de Regio IJssel-Vecht vastgestelde Controleopdracht 2008. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de Regio. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het Dagelijks Bestuur van de Regio heeft gemaakt, een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening, alsmede een evaluatie van het normenkader voor rechtmatigheid zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 22 december 2005 en geactualiseerd door het Algemeen Bestuur op 18 december 2008 en de operationalisering van het normenkader voor rechtmatigheid in de beheersorganisatie van de Regio.
47
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door het Algemeen Bestuur bij besluit van 22 december 2005 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de Regio IJssel-Vecht een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2008 als van de activa en passiva per 31 december 2008 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder verordeningen. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 213, lid 3 onder d van de Gemeentewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Zwolle, 23 april 2009 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. E. Dijkgraaf RA
48
Bestuurlijk jaarverslag 2008 van de Regio IJssel-Vecht
Versiebeheer Versie Versienr 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6
Auteur S. Douwstra 3 april 2009 7 april 2009 14 april 2009 16 april 2009 20 april 2009
Distributie Versienr Datum 0.1 24 februari 2009 0.5 0.6
16 april 2009 20 april 2009
Documenteigenaar Vastgesteld door Datum vaststelling Geplande evaluatiedatum Digitale vindplaats
Opmerkingen Bijdrage John Jansen, Henk Ensing, Margreet Algera verwerkt. Bijdrage Herry Warman en Jan Kwakman verwerkt. Bijdrage P & O verwerkt Bijdragen Johan Pieneman verwerkt Gecorrigeerd en aangevuld door H. Ensing
Verspreid aan Henk Ensing, Johan Pieneman, Herma Bonsink, Jan Kwakman, Herry Warman, John Jansen, Margreet Algera Henk Ensing Accountant, Hennie Alderliesten, John Jansen
Inhoudsopgave Bestuurlijk jaarverslag 2008 1.
Inleiding ............................................................................................................................................ 3
2.
Programma Service en samenwerking ............................................................................................ 4
3.
Programma Veiligheid ...................................................................................................................... 5
4.
Programma Gezondheid .................................................................................................................. 9
5.
Bedrijfsvoering................................................................................................................................ 11
6.
Sociaal jaarverslag ......................................................................................................................... 13
7.
Klachten ......................................................................................................................................... 19
8.
Verplichte paragrafen ..................................................................................................................... 20
1. Inleiding Voor u ligt het laatste jaarverslag met de naam ‘Jaarverslag Regio IJssel-Vecht’. Het jaar 2008 stond bij bestuur en medewerkers in het licht van de ‘ontvlechting’. Het was een veelbewogen jaar, waarin hard is gewerkt om de veiligheidstaken, en de medewerkers die hiermee bezig zijn, met ingang van 1 januari 2009 onder te brengen in een nieuwe organisatie: de Veiligheidsregio IJsselland. De gezondheidstaken van de Regio IJssel-Vecht, inclusief de taken van het Bureau Halt, zijn per 1 januari 2009 verder gegaan onder de naam GGD IJsselland. Over de taken en de teams van Milieu en Recreatie en Toerisme en de taak Volwasseneneducatie is bestuurlijk besloten dat deze elders ondergebracht worden. De mogelijkheden hiervoor zijn in 2008 onderzocht en dit onderzoek loopt in 2009 nog door. In de leiding van de organisatie veranderde ook het nodige. Op 1 juli 2008 volgde de heer H. Ensing de heer A.C.M. Smits op als secretaris en algemeen directeur van de Regio IJsselVecht. Per 1 september 2008 trad mevrouw L.J. Sievers in dienst als Commandant Regionale Brandweer. Het jaarverslag geeft een overzicht van de daadwerkelijke uitwerking van de bestuurlijke plannen en activiteiten die zijn opgenomen in de ‘Programmabegroting 2008’ van de Regio en van de hoofdlijnen uit de deelprogramma’s 2008. In het (inhoudelijke) jaarverslag staan de drie programma’s Service en samenwerking, Veiligheid en Gezondheid centraal. De financiële resultaten vindt u terug in de jaarrekening 2008. Inhoudelijk was de Veiligheidsregio IJsselland i.o. in 2008 verantwoordelijk voor beleid en beheer van de regionale organisaties van brandweer en GHOR. De Regio IJssel-Vecht droeg deze verantwoordelijkheid op door middel van het gezamenlijke convenant van 13 februari 2008. Het aandeel van de Veiligheidsregio in het jaarverslag 2008 betreft het programma Veiligheid en het onderdeel GHOR van het deelprogramma Gezondheid, Veiligheid en Milieu. In het hoofdstuk ‘Bedrijfsvoering’ komen enkele belangrijke zaken ten aanzien van de faciliterende teams binnen de Regio aan de orde. In de overzichten staan de geplande inhoudelijke hoofdpunten in de linkerkolom. In de rechterkolom krijgt u een toelichting op de resultaten en op eventuele nieuwe ontwikkelingen en activiteiten. Hoofdstuk 6 vormt het sociaal jaarverslag van de Regio IJssel-Vecht. Het bevat gegevens over het sociale beleid, het personeelsbestand, Arbozorg en ziekteverzuim. Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van klachten die bij de Regio IJssel-Vecht zijn binnengekomen. De verplichte paragrafen van het jaarverslag zijn opgenomen in het afsluitende hoofdstuk 8. Het dagelijks bestuur legt met het jaarverslag verantwoording af over het realiseren van de afgesproken prestaties.
3
2. Programma Service en samenwerking Portefeuillehouder Programmamanagers Deelprogramma’s
P.A. Zoon A.C.M. Smits (tot 1 juli 2008) / H. Ensing (vanaf 1 juli 2008) 1. Bestuur 2. Recreatie en Toerisme 3. Halt 4. Volwasseneneducatie
Ambities Programmabegroting 2008 en hun realisering Ambities 2008 Deelprogramma Bestuur (zie ook hoofdstuk 3, Programma Veiligheid) In 2008, halverwege de bestuursperiode 2006-2010, wordt bekeken of het wenselijk is roulatie in de afvaardiging vanuit het AB naar het DB te brengen, om daarmee de betrokkenheid met en het draagvlak van het Dagelijks Bestuur te vergroten Deelprogramma recreatie en toerisme Uitvoering van de taken in vrijwillige samenwerking voor recreatie en toerisme.
Deelprogramma Halt Uitvoering van de taken in vrijwillige samenwerking voor Halt. Deelprogramma Volwasseneneducatie Uitvoering van de taken in vrijwillige samenwerking voor volwasseneneducatie.
4
Mate/wijze van realisering De besluitvorming over de vorming en inrichting van de Veiligheidsregio en het verder gaan als gemeenschappelijke regeling GGD IJsselland per 1 januari 2009 bracht met zich mee dat de bestuursstructuur voor beide organisaties opnieuw is bekeken en ingericht. Er zijn veel projecten uitgevoerd die uit projectfinanciering zijn bekostigd. Zo zijn er diverse werkzaamheden uitgevoerd voor het Nationaal Landschap IJsseldelta, project Reestdal op de kaart, en bovenal het ambitieuze project fietsroutenetwerk. Verder zijn de gemeenten Ommen, Olst-Wijhe en Kampen tijdelijk individueel ondersteund bij de gemeentelijke beleidsontwikkelingen. Het team heeft financieel gezien een positief resultaat behaald. Het Haltbureau voerde voor 10 regiogemeenten en voor Deventer de overeengekomen Halttaken uit. Vanaf 1 januari 2009 is het bureau Halt verder gegaan als deelprogramma van de GGD IJsselland. De taak Volwasseneneducatie is in 2008 voor 8 gemeenten conform de dienstverleningsafspraken uitgevoerd.
3. Programma Veiligheid Portefeuillehouders Veiligheidsregio i.o.
Deelprogramma’s
3.1
H.J. Meijer (inrichting veiligheidsregio, beleidsplan, communicatie) A.P. Heidema (meldkamer, informatievoorziening, kwaliteit) J.D. Alssema (rampen- en crisisbeheersing, brandweer, commandanten in regionale dienst) L.V. Elfers (GHOR, risicoinventarisatie en –advisering) H.H. Apotheker (financiën, personeel, gemeenten) 1. Bestuur 2. Ondersteuning gemeenten 3. Grootschalig brandweeroptreden 4. Rampenbestrijding en crisisbeheersing 5. GHOR (onderdeel GGD-programma gezondheid, veiligheid en milieu)
Deelprogramma Bestuur
Ambities Programmabegroting 2008 en hun realisering Ambities 2008
Mate/wijze van realisering
Congruentie Deventer en Heerde
De gemeente Heerde ging op 1 januari 2009 ook bestuurlijk over naar de VNOG. Operationele congruentie bestond al vanaf 3 juli 2006. Deventer participeert bestuurlijk, financieel en operationeel in de Veiligheidsregio IJsselland. De juridische uittreding van de gemeente uit de VNOG vereiste veel correspondentie en overleg. Het AB van de VNOG achtte aanvullend overleg nodig en besloot in december 2008 om de uittreding niet af te ronden per 1 januari 2009. Congruentie Hattem De minister van BZK besloot in december 2007 dat Hattem over moest gaan naar de VNOG. In april 2008 gaf de gemeente het startsein voor de voorbereiding, samen met de betrokken regio’s. In oktober 2008 waren de plannen klaar. Op 1 januari 2009 werd de overgang gerealiseerd. Bestuurlijke afronding van de veiligheidsregio De gemeenten in de regio IJsselland stemden in met de voorstellen tot per 1 januari 2008 oprichting van de Veiligheidsregio IJsselland op 1 januari 2009 en met ontvlechting van de regionale brandweer en GHOR uit de Regio IJsselVecht met gelijktijdige overdracht aan de Veiligheidsregio. De resultaten uit het plan van aanpak voor de De gemeenten in de regio IJsselland stemden in met het voorstel om de gezamenlijke brandweerzorg worden uitgevoerd commandanten van de gemeentelijke brandweren in regionale dienst te nemen. Voor de effectuering is een zorgvuldig traject uitgezet, dat begin 2009 zijn beslag krijgt. Voorbereiding fusie meldkamers IJsselland en De betrokken Politieregio’s, Veiligheidsregio’s en Regionale VNOG Ambulancevoorzieningen gingen akkoord met het Project Initiatiedocument Meldkamer Oost Nederland. Het doel is te komen tot een gezamenlijke meldkamer in Apeldoorn per 1 juli 2010. Samenwerking met Defensie De Veiligheidsregio sloot een samenwerkingsconvenant met het Regionaal Militair Commando Noord. Defensie heeft een veiligheidsofficier beschikbaar gesteld als liaison bij de Veiligheidsregio.
5
3.2 Deelprogramma Ondersteuning gemeenten Ambities Programmabegroting 2008 en hun realisering Ambities 2008
Implementatie regionale vraagbaak en kenniscentrum voor risicobeheersing en milieu Actualiseren risico-inventarisatie en ontsluiten van deze gegevens voor operationeel gebruik Vaststellen regionaal controle- en handhavingsbeleid en opstellen actieplan Vaststellen afspraken omtrent gemeentelijke en regionale risicocommunicatie
Mate/wijze van realisering
Begin 2008 is een expertsysteem binnen de regio operationeel gemaakt. Het systeem is in 2008 gevuld met relevante informatie vanuit het team Risicobeheersing. Implementatie t.b.v. de gebruikers in de gemeenten loopt door in 2009. De actualisatie wordt zoveel mogelijk uitgevoerd op basis van bestaande inventarisaties binnen gemeenten en provincie. Landelijke ontwikkelingen op dit gebied hebben de eigen voortgang vertraagd. Regionaal is er beleid vastgesteld t.b.v. industriële veiligheid.
Er is een risicocommunicatiestrategie opgesteld in samenwerking met de Regio Twente en de provincie. Implementatie bij de gemeenten loopt door in 2009. Advisering en ondersteuning bij de invoering van Invoering van de omgevingsvergunning is landelijk uitgesteld tot 2010. de omgevingsvergunning De ontwikkelingen rond de omgevingsvergunning zijn gevolgd. In 2008 zijn er geen verdere activiteiten geweest. Onderhoud en beheer van het KAM-handboek Er is een informatiebijeenkomst georganiseerd over dit onderwerp. In 2008 is een portefeuillehouder kwaliteit benoemd in het RMT Brandweer. Invoering mobiele datacommunicatie; De projectgroep heeft het bestek opgesteld op basis waarvan de aanbesteding, coördinatie en de aanbesteding kan worden gedaan. De feitelijke (Europese) investeringskosten in regionale voertuigen aanbesteding is met enige maanden vertraging uitgezet omdat uitgezocht moest worden of deze aanbesteding dient te vallen onder LARA2 (landelijke aanbesteding van C2000 apparatuur). Voorbereiding bundeling van duikteams op Het Regionaal Duikoverleg heeft in 2008 nog geen advies uitgebracht regionaal niveau; instandhouding van de (mede door ziekte van de voorzitter). Dit actiepunt zal worden regionaal coördinator duiken met administratieve meegenomen in het meerjarenbeleidsplan brandweer. ondersteuning Betere ontsluiting en uitwisseling van de GEODit betreft het regionale GEO-programma. Er is een ICT/GEO informatie voor het gebruik door de gemeenten architectuurrapportage opgesteld. De serverfunctionaliteiten zijn in 2008 en Regio, in nauwe samenwerking met de gerealiseerd. De uitwijk naar Zwolle is technisch niet mogelijk in de gemeente Zwolle vorm zoals deze was gepland. De uitwijk is nu binnen het Regiokantoor gerealiseerd. Op termijn wordt gekeken naar een tweede locatie. Voortzetting bijscholingstraject ten behoeve van In de eerste helft van het jaar is gestart met de bijscholingscyclus Veilig het veiligheidsbewustzijn van bevelvoerders Repressief Optreden (VRO) waarin tal van onderwerpen worden behandeld. Aandacht wordt besteed aan tussentijdse evaluatie en inventariseren van leervragen, die resten bij de deelnemers. Dit gebeurt i.s.m. een extern bureau. Implementatie trajectbegeleiding voor cursisten De trajectbegeleiding voor specialisten en officieren wordt vanuit het die brandweeropleidingen volgen regionaal bureau gecoördineerd. Het vinden van voldoende leerwerkplekken is lastig. Hierbij wordt ook bovenregionaal gekeken. Invoering Internet Materieelsysteem (IMS) t.b.v. Het IMS is gevuld met het regionaal materieel. In oktober 2008 is een het gemeentelijk materieel informatiebijeenkomst voor de gemeenten georganiseerd. Afstemming tussen het taakveld Er is structureel overleg tussen risicobeheersing en operatiën. De risicobeheersing en operatiën is vastgelegd onderlinge verbanden worden nader uitgewerkt. Contractonderhandelingen brandblusvoorEr vinden in interregionaal verband contractonderhandelingen plaats zieningen (bluswater) met drinkwatermaatschappij Vitens over brandkranen. Een belangrijk bespreekpunt vormen de financiële consequenties voor de gemeenten.
6
3.3
Deelprogramma Grootschalig brandweeroptreden
Ambities Programmabegroting 2008 en hun realisering Ambities 2008
Mate/wijze van realisering
Uitvoering van het preventief onderhoudsplan voor het regionaal materieel/materialen
Het DB stelde op 19 maart 2008 het materieelbeheersplan brandweer vast als uitwerking van het nieuw beleid voor het beheer van het brandweermaterieel, vastgesteld in het Perspectiefnota RIJV 2008-2012. De pilot met Steenwijkerland (voorbeeld voor andere korpsen hoe de afspraken m.b.t. lokaal beheer van regionaal materieel kunnen worden vormgegeven) heeft vertraging opgelopen; de implementatie loopt door in 2009. Implementatie nieuwe systematiek Het project heeft vertraging opgelopen omdat het voorstel van de ontsmetting van mensen werkgroep OGS een nadere analyse vereist met betrekking tot de gevolgen voor opleiden en oefenen voor de betrokken korpsen. De implementatie volgt in 2009. Aanschaf van een ontsmettingscontainer en Deze aanschaf heeft relatie met bovenstaande implementatie. De enkele aanhangwagens voor het regionale aanschaf van de ontsmettingscontainer kan mogelijkerwijs OGS-peloton worden uitgevoerd samen met VNOG. Monodisciplinair Beleidsplan Opleiden en Door personele wisselingen is er kennis en ervaring weggevloeid Oefenen 2007-2010; invoering van op het gebied van opleiden en oefenen. Dit heeft er toe geleid dat competentiegericht opleiden en oefenen, de inhoudelijke ontwikkelingen minder aandacht krijgen. Er is een bijscholingsprogramma’s en nieuwe grotere afhankelijkheid van externe kennis en capaciteit. Door de vakinhoudelijke ontwikkelingen capaciteitsproblemen is een aantal activiteiten niet doorgegaan of door de korpsen opgepakt. Evaluatie vrije instroom Evaluatie van de Regionale Regeling Operationele Leiding (RROL) brandweercompagnie heeft voorrang gekregen omdat een aantal vacatures binnen de bestaande piketten een natuurlijk moment vormen om de regeling tegen het licht te houden. In december zijn de resultaten in het RMT Brandweer besproken. In 2009 worden de uitkomsten voorgelegd aan het bestuur. Ontwikkelen digitale beschikbaarheid Wordt uitgevoerd in 2009 als een vervolg op het regionale GEO operationeel basisplan Programma. Onderzoeken en afsluiten sluimercontracten Er is een inventarisatie gemaakt van eventuele beschikbare t.b.v. toegankelijk maken rampterrein bedrijven. Er wordt afgezien van het afsluiten van sluimercontracten. Coördinatieplan voor multidisciplinaire De Veiligheidsdirectie stemde in met een model multidisciplinair verzorging en logistiek voor de aan de coördinatieplan. Ten behoeve van de implementatie wordt rampenbestrijding deelnemende kolommen samenwerking gezocht met de gemeentelijke brandweren. Concrete besluitvorming volgt in 2009. Verbeterplan naar aanleiding van de Het ontwerp-regionaal verbeterplan is gereed. Het is besproken in analyse van de audit 2006 wordt uitgevoerd het RMT Brandweer. De commissie Bedrijfsvoering Brandweer bewaakt de voortgang.
3.4 Deelprogramma Rampenbestrijding en crisisbeheersing Ambities Programmabegroting 2008 en hun realisering Ambities 2008
Mate/wijze van realisering
Integreren van werkprocessen met politie en ambulancezorg op de gemeenschappelijke meldkamer Voorbereiding multidisciplinair informatieplan rampen- en crisisbeheersing IJsselland Realisering van een geografisch informatiesysteem en een crisis managementsysteem in het Regionaal Coördinatie Centrum (RCC)
De multidisciplinaire samenwerking wordt met name vormgegeven door de gezamenlijke calamiteitencoördinator. Bovendien wordt de aanname van 112-meldingen meer in gezamenlijkheid uitgevoerd. Het informatieplan is in 2008 uitgewerkt als onderlegger voor de Voorjaarsnota 2009 en het Meerjarenbeleidsplan voor de Veiligheidsregio. Er is een pilot geweest op het gebied van netcentrisch werken. Het bewuste systeem wordt op basis van de evaluatie niet geïmplementeerd. In de Veiligheidsdirectie is besloten dat verdere ontwikkelingen op dit gebied in 2009 gezamenlijk met VNOG dienen te worden opgepakt. De Veiligheidsdirectie heeft in 2008 besloten dat een
Bereikbaarheidsregeling voor de
7
Ambities 2008
Mate/wijze van realisering
ondersteunende functies in het RCC
bereikbaarheidsregeling dient te worden opgesteld. Uitwerking vindt in 2009 plaats. Er is een regionaal leeragentschap ingericht De afronding van dit traject is vertraagd. Het vertrek van de waardoor incidentevaluatie structureel is (gemeentelijke) projectleider en de tussenkomst van het Project geborgd Verbetering Management Overstromingen zijn hier mede debet aan. Beleidsplan bestuurlijk en multidisciplinair Ook multidisciplinair is door personeelsverloop de nodige kennis en opleiden en oefenen; toename van het kunde verloren gegaan. De oefenplanning is gehaald onder andere aantal oefeningen vanwege de toegenomen door extra inhuur van derden. Toename van het aantal RROL- en hoeveelheid piketfunctionarissen GRIP-functionarissen heeft gevolgen voor het aantal oefeningen en voor de financiële effecten. Multidisciplinair crisisinformatieDe technische voorzieningen zijn gereed. Daadwerkelijk gebruik is management; aanvullende technische mede afhankelijk van de voortgang van de invoering van het voorzieningen bij de brandweer nodig die netcentrisch werken. het mogelijk maken digitaal informatie uit te wisselen met het rampterrein. De kwaliteitsmonitor rampenbestrijding en Het project multidisciplinair kwaliteitssysteem veiligheidsregio’s crisisbeheersing wordt vastgesteld werd eerder beëindigd dan gepland. Partijen concludeerden, dat de ambities niet haalbaar waren. Landelijke ontwikkelingen worden afgewacht. Het project multidisciplinaire proactie en Het Veiligheidsbestuur stelde de Handreiking Multidisciplinaire preventie wordt afgerond Advisering Risicobeheersing (MAR) vast, uitgezonderd het onderdeel voor complexe plannen. Een nader advies daarover wordt voorbereid. De notitie met criteria wanneer gemeenten een adviesverzoek bij de Regio zouden indienen (complexe plannen, risico-evenementen) vond bestuurlijk geen draagvlak. Project Verbetering Management Door het kabinet is de Taskforce Management Overstromingen Overstromingen (VMO) is opgestart ingesteld. Zowel landelijk als regionaal wordt veel bestuurlijke waarde gehecht aan voorbereiding op een overstroming. Binnen de Veiligheidsregio IJsselland is het Project VMO opgestart. Dit multidisciplinaire project was niet gepland en heeft veel mensuren gekost. In oktober 2008 is een grootscheepse bestuurlijke- en operationele- veldoefening gehouden (Poseidon). Deze oefening is succesvol verlopen.
3.5
GHOR (onderdeel GGD-programma gezondheid, veiligheid en milieu)
Ambities Programmabegroting 2008 en hun realisering Ambities 2008
De GHOR-regio’s in Overijssel en Gelderland (GHOR-regio’s IJssel-Vecht,Twente, Noord- en Oost Gelderland, Gelderland Midden en Gelderland Zuid) werken op onderdelen samen
8
Mate/wijze van realisering
Het door BZK gefinancierde KOR-project is in 2006 afgerond. Ten aanzien van een aantal GHOR-onderwerpen (opleiden, trainen, oefenen, kwaliteit, internationale bijstand en preventieve openbare gezondheidszorg) is structurele en concrete samenwerking in stand gebleven onder gezamenlijke aansturing van de hoofden van de respectievelijke GHOR-bureaus.
4. Programma Gezondheid Portefeuillehouder Programmamanager Deelprogramma’s
P.A. Zoon (volksgezondheid) H. Ensing 1. Jeugdgezondheidszorg 2. Infectieziektebestrijding 3. Gezondheid, veiligheid en milieu 4. Gezondheidsbevordering 5. Vangnet meest kwetsbaren
Ambities Programmabegroting 2008 en hun realisering Ambities 2008 De GGD richt zich op doelen van maatschappelijk belang. Naast verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de eigen dienstverlening levert de GGD een toegevoegde waarde aan de kwaliteit van de samenleving
Het toegankelijk maken van informatie over de gezondheidssituatie van (groepen van) inwoners van de regio IJssel-Vecht als basis voor gezondheidsbeleid Het in samenwerking met andere organisaties op het gebied van welzijn, zorg en veiligheid werken aan de gezondheid van de inwoners van de regio IJssel-Vecht. Waar nodig vervult de GGD hierbij een coördinerende rol. Het voldoen aan de wettelijke en de professionele eisen (HKZ-certificatieschema’s) voor onze producten en diensten. De meerjarenprioriteiten worden jaarlijks vertaald in concrete doelstellingen die zijn vastgelegd in teamplannen. Voor het besturingsproces wordt gebruik gemaakt van bruikbare en hanteerbare indicatoren. Verbeteren van de bedrijfsvoering vindt plaats met behulp van het INK-management model. De resultaten van de dienstverlening worden gemeten en vergeleken met die van andere GGD'en middels de landelijke benchmark. De regionale preventienota vormt input voor de gemeenten bij het opstellen van lokale nota’s gezondheidsbeleid. In de preventienota zijn met betrekking tot de speerpunten voor gezondheidsbeleid de ambities voor de komende jaren geconcretiseerd. De GGD levert een bijdrage aan de implementatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (o.a. gezondheidsmonitoring, openbare geestelijke gezondheidszorg, opvoeden en opgroeien, digitale publieksinformatie.
Ook in 2007 wordt uitvoering gegeven aan de beslispunten inzake de integrale JGZ. De organisatorische
Mate/wijze van realisering Gemeenten zijn, in afstemming met het rijk, verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg. Speerpunten zijn o.a. overgewicht, alcoholgebruik, roken en depressie. Uitgangspunt daarbij is ‘lokaal wat kan en landelijk wat moet’. De GGD ondersteunt de gemeenten bij beleidsvoorbereiding en –evaluatie en voert taken uit op het gebied van de publieke gezondheidszorg De GGD verricht jaarlijks onderzoek naar de gezondheidssituatie van inwoners en naar factoren die daarop van invloed zijn. De resultaten van het onderzoek worden betrokken bij de ontwikkeling en evaluatie van lokaal en regionaal gezondheidsbeleid. De GGD werkt bij onderzoek, beleidsadvisering en uitvoering met andere organisaties op het gebied van o.a. welzijn, zorg en veiligheid samen. Daarnaast voert de GGD coördinatie- en regietaken uit De GGD voldoet aan de wettelijke en professionele eisen. De Inspectie voor de gezondheidszorg houdt toezicht. Volgens de vastgestelde planning en controlcyclus worden meerjarenprioriteiten jaarlijks vertaald in concrete doelstellingen in werkplannen en teamplannen. In 2008 zijn door het bestuur de indicatoren vastgesteld voor sturing, verantwoording en beleidsinformatie. In 2009 worden deze, na afronding van het landelijk project Beter Voorkomen, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Bij de verbetering van de bedrijfsvoering wordt gebruik gemaakt van het INK-model De GGD neemt deel aan de landelijke benchmark van GGD Nederland. Doel is het verbeteren van de dienstverlening. De resultaten van de benchmark worden ter kennisneming gebracht van de deelnemende gemeenten. De regionale preventienota ‘Samenwerken aan gezond leven’ (2007) is door gemeenten bij het opstellen van de lokale nota’s gebruikt. De speerpunten van het rijk op het gebied van de publieke gezondheidszorg zijn in de lokale nota’s opgenomen. De publieke gezondheidszorg is gericht op het voorkómen van gezondheidsproblemen van de bevolking; de Wmo op het bevorderen van participatie van diegenen die minder zelfredzaam zijn. Beide terreinen -in wisselwerking- dragen bij aan integraal lokaal beleid. De GGD levert een bijdrage aan een aantal prestatievelden van de Wmo, onder andere via gezondheidsmonitoring, openbare geestelijke gezondheidszorg, centra voor jeugd en gezin en de digitale sociale kaart. Binnen de jeugdgezondheidszorg leveren de thuiszorginstellingen en GGD samen een bijdrage aan de 9
Ambities 2008 samenwerking met de thuiszorginstellingen wordt geborgd. Verder levert de GGD een bijdrage aan de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin. In 2007 zijn de jeugdgezondheidszorg en de forensische geneeskunde gecertificeerd, in 2008 de medische milieukunde en in 2009 de epidemiologie, gezondheidsbevordering en openbare geestelijke gezondheidszorg. De bovenregionale samenwerking van GGD’en in Overijssel en Gelderland wordt in 2007 geformaliseerd
10
Mate/wijze van realisering ontwikkeling van centra voor jeugd en gezin. De jeugdgezondheidszorg, infectieziektebestrijding, forensische geneeskunde en medische milieukunde zijn gecertificeerd en in 2009/2010 volgen de epidemiologie, gezondheidsbevordering en openbare geestelijke gezondheidszorg. Daarmee zijn alle delen van de GGD gecertificeerd. In 2008 hebben de GGD’en in Overijssel de evaluatie van de samenwerking op de verschillende beleidsterreinen grotendeels afgerond en in 2009 wordt de structurele samenwerking op onderdelen geformaliseerd.
5. Bedrijfsvoering Portefeuillehouder Algemeen Directeur
P.A. Zoon A.C.M. Smits (tot 1 juli 2008) / H. Ensing (vanaf 1 juli 2008)
Ambities Programmabegroting 2008 en hun realisering Ambities 2008 Automatisering De komende periode zal wederom specifiek aandacht geschonken worden aan de continuïteit van de bedrijfsvoering (kritische bedrijfsprocessen, externe back-up et cetera). Daarnaast zal een (informatie)beveiligingsbeleid worden opgesteld en geïmplementeerd. Ook zal rekening worden gehouden met verdere ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, invoering elektronische dossiers JGZ en het ontsluiten van informatie buiten de kantooruren en de kantoormuren Bestuurlijke en juridische zaken In de komende periode vormen speerpunten in de dienstverlening: • positionering en facilitering relatie Regio IJssel-Vecht ten opzichte van Veiligheidsregio IJsselland i.o; • vergroting toegankelijkheid bestuurs-, beleids- en managementinformatie; • actualisering van de regelgeving van de Regio.
Mate/wijze van realisering - Er is beveiligingsbeleid opgesteld. Met de invoering van digitalisering is begonnen. In 2009 krijgt e.e.a. een vervolg. - Met betrekking tot de invoering van het EKD ligt automatisering op schema. - De ontsluiting van informatie buiten kantooruren en de kantoormuren is gerealiseerd.
- Bestuurs- beleids- en managementinformatie is voor de medewerkers toegankelijk gemaakt via het intranet. - De regelgeving van de Regio is aangepast op de nieuwe situatie per 1 januari 2009 en zal in 2009 bestuurlijk worden vastgesteld. Facilitaire zaken Er is overeenstemming bereikt over de aanpassingen in het In de begroting 2008 is een extra budget opgenomen voor kader van de gebruiksvergunning en met de uitvoering is bouwkundige aanpassingen in het gebouw in verband met inmiddels begonnen. In 2009 wordt een en ander afgerond. de gebruikersvergunning. In het 1e kwartaal 2008 is het nieuwe FMIS operationeel Financiën Begin 2007 is een onderzoek gestart naar een nieuw geworden. De aanzet is gemaakt om de facturenstroom te financieel systeem dat beter aansluit op de eisen en digitaliseren. Dit proces wordt in combinatie met de wensen van de organisatie. Vervanging van het financieel digitalisering van de poststromen gerealiseerd. Medio 2009 pakket is voorzien in het jaar 2007. Op 1 januari 2008 is zal dit proces afgerond worden. het systeem operationeel. Speerpunten voor 2008 zijn de invoering van een verplichtingenadministratie en de interne workflow van facturen. Door alle binnenkomende facturen te scannen (digitaliseren) zal het factureringsproces m.b.t. efficiëntie en control belangrijke winst boeken. Informatiebeheer Specifieke aandacht zal worden besteed aan de landelijke Met de digitalisering is inmiddels begonnen. In 2009 zal trend om documenten, brieven en dossiers meer en meer een en ander definitief zijn beslag krijgen. digitaal te beheren en ter beschikking te stellen. In 2007 is gestart met het opstellen van een Documentair Structuur Plan (DSP). In dit plan wordt een overzicht opgenomen waarin alle analoge en digitale informatiebestanden zijn vermeld. Tevens is hierin weergegeven welke eisen er gelden m.b.t. de digitale duurzaamheid. Naast deze toenemende digitalisering zal er ook bij de bidoc sprake zijn van een verdergaande digitalisering. Digitaal wordt maatgevend Kwaliteit Binnen het programma gezondheid staat kwaliteitszorg in Zie hoofdstuk 4. het teken van certificering. Binnen het programma Service & Samenwerking wordt 11
Ambities 2008 gewerkt aan de certiked-certificering van het team Halt. Er vindt onderzoek plaats naar de ontwikkeling van een kwaliteitsmonitor die het bestuur van de Veiligheidsregio inzicht geeft in het kwaliteitsniveau van de organisatie van de rampen- en crisisbeheersing. Binnen de Brandweer Regio IJssel-Vecht staat het landelijk handboek kwaliteitszorg brandweer (gebaseerd op het INK-model) centraal. In dit kader vinden onder andere audits plaats bij de gemeenten en het regiobureau op basis van het normenboek fysieke veiligheid. Binnen het programma veiligheid vinden diverse activiteiten plaats in het kader van de implementatie van het INK-model, zoals de ontwikkeling van het kwaliteitshandboek, procesbeschrijvingstrajecten en documentbeheer. Informatievoorziening In het regiobrede informatieplan worden informatiebeleid en uit te voeren projecten beschreven. De projecten hebben met name betrekking op het beter ondersteunen van klantgericht en vraaggestuurd werken, het meer flexibel kunnen werken (bijvoorbeeld door toegang tot email, agenda en bestanden van buiten het bedrijfsgebouw), het beter genereren van managementinformatie voor sturing en rapportage en het ondersteunen van interne en externe samenwerking. Communicatie Passend in ons kwaliteitsbeleid wordt de dienstverlening aan de gemeenten en haar inwoners op een heldere manier neergezet. Waarbij, afhankelijk van de doelgroep en het onderwerp, maatwerk wordt geleverd in de keuze van de beschikbare communicatiemiddelen (traditionele communicatiemiddelen zoals bulletins, voorlichtingfolders, e.d. en moderne communicatiemiddelen zoals internet, extranet en intranet). Representatie is een van de speerpunten van het communicatiebeleid. In 2008 zal het communicatiebeleid vanuit vorenstaande aanpak worden vormgegeven.
Mate/wijze van realisering
Personeel en Organisatie Na de implementatie van competentiemanagement is het instrument geëvalueerd en staan verbeterpunten op de agenda. E-HRM (electronic Human Resource Management) is een belangrijk actiepunt op de P&O-agenda. Er wordt naar gestreefd het digitale personeelsinformatiesysteem zo optimaal mogelijk te benutten. Dit systeem ondersteunt bij het genereren van managementinformatie en het digitaliseren van P&O-werkprocessen. Dit proces wordt in 2007 geïmplementeerd en zal in 2008 volledig operationeel zijn. Met het vervallen van het functioneel leeftijdsontslag (FLO) voor brandweermedewerkers zijn landelijk afspraken gemaakt over het overgangsrecht. In het kader van dit overgangsrecht wordt in 2007 een advies geformuleerd hoe om te gaan met bezwarende functies voor deze groep. M.b.t. het thema ‘ongewenst gedrag’, met als onderdeel ‘agressie en geweld’, wordt gewerkt aan een beleidsplan, protocollen en worden voorlichtingen en trainingen voor medewerkers en leidinggevenden georganiseerd.
De ambitie om het PersoneelsInformatieManagementSysteem (PIMS) 2008 volledig operationeel te hebben is niet gerealiseerd vanwege het feit dat veel tijd moest worden gestoken in het up-to-date maken van het systeem. Tevens vormde de onduidelijkheid van de nieuwe structuur van de nieuwe organisaties (na de ontvlechting) een probleem. In 2009 zal het systeem op medewerkerniveau “ontsloten” worden voor het management en managementondersteuning.
12
In 2008 is een aantal projecten gestart voor het verder verbeteren van de informatievoorziening. Dit betreft onder andere het genereren van managementinformatie. Daarnaast is een aantal projecten gestart ten behoeve van de primaire teams, een voorbeeld hiervan is het digitaliseren van de JGZ met het EKD. Voor de GGD IJsselland is in de loop van 2008 informatiebeleid en informatiebeveiligingsbeleid opgesteld. Dit biedt een handvat voor de verdere ontwikkeling van de informatievoorziening en de beveiliging daarvan. Het jaar 2008 was het jaar van de voorbereiding op de implementatie van de nieuwe GGD IJsselland huisstijl en de lancering van de nieuwe website: www.ggdijsselland.nl. Verder werd een aanzet gegeven voor een nieuwe intranetsite, een verbeterslag als het gaat om extranet en een complete make over van allerlei huisstijlmiddelen, waaronder de folderlijn. Met de komst van een nieuwe communicatieadviseur voor GGD IJsselland werden tevens concrete stappen gemaakt als het gaat om de realisatie van een GGD corporate communicatiebeleidsplan, waarvan de eerste versie in december klaar was voor behandeling in MT en bestuur.
M.b.t. “agressie en geweld” zijn voor alle relevante functies trainingen gegeven, zijn protocollen opgesteld en is een beleidsplan vastgesteld.
6. Sociaal jaarverslag Het jaar 2008 stond in het teken van de ontvlechting van de taken van de Regionale Brandweer en GHOR uit de Regio IJssel-Vecht en het realiseren van de Veiligheidsregio IJsselland. Deze ontwikkelingen zorgden ervoor dat op de medewerkers van de Regio IJssel-Vecht een groot beroep werd gedaan. Het bestuur en het management zijn de medewerkers zeer erkentelijk voor hun professionaliteit en kwaliteit die zij ook het afgelopen jaar hebben getoond. In dit hoofdstuk wordt beknopt uiteengezet welke activiteiten op sociaal terrein zijn ondernomen. Verder worden personele cijfers inzichtelijk gemaakt en wordt daarbij een korte analyse gegeven.
6.1 Van IJssel-Vecht naar IJsselland Het jaar 2008 stond in het teken van de ontvlechting van de taken van de Regionale Brandweer en GHOR uit de Regio IJssel-Vecht en het realiseren van Veiligheidsregio IJsselland. Om deze overgang te realiseren is een sociaal plan opgesteld, waarin de spelregels en procedures voor de personele overgang staan beschreven. Bij het opstellen van het sociaal plan golden de volgende uitgangspunten: mens volgt werk, geen onvrijwillige werkloosheid en behoud van de materiële rechtspositie. De OR en het GO zijn bij de totstandkoming van het sociaal plan nauw betrokken geweest. Voor de meeste functies gold het principe ‘mens volgt werk’ en was de ontvlechting een proces zonder noemenswaardige veranderingen. De consequenties van de ontvlechting en de individuele aandachtspunten werden in een vroeg stadium geïnventariseerd en met de betrokken medewerkers besproken. Zij werden zowel mondeling door hun leidinggevende als schriftelijk door het bestuur geïnformeerd over hun plaatsing in de nieuwe organisatie. Ook de medewerkers van de teams bedrijfsvoering waarop de ontvlechting impact heeft, zijn geïnformeerd. De ontvlechting had ook consequenties voor de rest van de Regio IJssel-Vecht. De resterende taken, t.w. de GGD-taken maar ook de teams van Bedrijfsvoering, worden per 1 januari 2009 onder de vlag van de GGD IJsselland uitgevoerd. Met uitzondering van een aantal functies zijn de teams van bedrijfsvoering ondergebracht bij een shared service concept. Deze teams blijven werkzaam voor zowel de GGD als de Veiligheidsregio IJsselland. Voor de teams Milieu en Recreatie & Toerisme zijn in 2008 diverse mogelijkheden onderzocht. In 2009 wordt definitieve besluitvorming verwacht over hoe zij hun werkzaamheden kunnen blijven vervullen. Het bestuur heeft de gemeente Zwolle bereid gevonden om de taak volwasseneducatie over te nemen.
6.2 Personeel & Organisatie Arbeidsvoorwaarden Het fietsplan is in 2008 gewijzigd. De koppeling met het parkeerbeleid is uit het fietsplan gehaald. Dit betekent dat een medewerker geen parkeerpas hoeft in te leveren als hij of zij gebruik wil maken van het fietsplan. Daarnaast is het ook voor iedereen mogelijk geworden om één keer per jaar een aanvraag in te dienen voor een onbelaste vergoeding van € 82,00 voor de fiets, wanneer de fiets hoofdzakelijk voor woon-werkverkeer wordt gebruikt. Verder is de kilometervergoeding voor zakelijke dienstreizen met ingang van 1 januari 2008 verhoogd van € 0,28 naar € 0,37 (€ 0,19 onbelast en € 0,18 belast). De medewerker behoudt in principe zijn € 0,28 netto, maar het belaste deel van de zakelijke dienstreizen wordt niet meer uitgewisseld in de fiscale ruimte die de medewerker heeft. Hierdoor kan de medewerker aan het einde van het jaar zijn persoonlijke fiscale ruimte volledig aanwenden voor uitwisseling van kilometers woon-werkverkeer.
6.3 Ziekteverzuim & arbeidsomstandigheden Ziekteverzuim Onderstaand volgt een overzicht van het ziekteverzuimpercentage van de afgelopen vijf jaar, met daarbij een uitsplitsing over de laatste twee jaar.
13
Gezond op het werk
Ziekteverzuimper centage
2004 5,46%
Programma Directie incl ondersteuning Hoofden incl ondersteuning Bedrijfsvoering Service en Samenwerking Veiligheid Gezondheid Totaal
2005 4,33%
2006 4,22%
Verzuimpercentage 2008 0,00% 0,97% 3,66% 1,09% 3,94% 4,61% 3,86%
2007 3,65%
2008 3,86%
Verzuimpercentage 2007 4,2% 2,01% 2,38% 1,46% 2,63% 4,86% 3,65%
Het ziekteverzuimcijfer over 2008 bedraagt 3,86%. Ten opzichte van 2007 (3,65%) is er een lichte stijging te zien. Er is in de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling waarneembaar in de verlaging van het verzuimpercentage van het totale personeelsbestand van de Regio. Arbeidsomstandigheden Onderstaand volgt een overzicht van de activiteiten die in 2008 op het gebied van arbobeleid zijn ondernomen. Risicoinventarisatie & evaluatie (RI&E) De geplande acties uit de RI&E 2003-2007 zijn afgehandeld. Besloten is dat de update van de RI&E wordt doorgeschoven naar 2009 met het oog op alle werkzaamheden die voortvloeien uit de ontvlechting van de Regionale Brandweer en GHOR uit de Regio IJssel-Vecht. Ongewenst gedrag Er zijn in 2008 in totaal 3 meldingen bekend bij de externe vertrouwenspersoon van ongewenst gedrag. Er is 3 keer sprake geweest van ongewenst en intimiderend gedrag, zoals ervaren door de betrokken medewerkers. In alle drie de gevallen ging het om de last die betrokkenen ervaren van verbale intimidatie. Agressie & geweld Er zijn geen meldingen gedaan via het formulier agressie & geweld. Bedrijfshulpverlening Ook in 2008 stond de bedrijfshulpverlening weer paraat voor de veiligheid van de ‘bewoners’ van het Regiogebouw aan de Zeven Alleetjes. Er is één BHV voor het hele gebouw. BHV’ers van huurders Wadinko, Limor en Accare doen hierin dus gewoon mee. Elke huurder leverde hiervoor ook ten minste één persoon. Gelukkig zijn er in 2008 geen ernstige ongelukken gebeurd. De inzet van de BHV bleef beperkt tot het verbinden van wat kleine wondjes - en één flinke. Bijna alle BHV’ers hebben in 2008 hun herhalingsdiploma behaald. Daarnaast heeft één van de artsen van de GGD een les verbandmiddelen gegeven. Verspreid over het jaar zijn er kleine onverwachte oefeningen geweest, met op 28 november 2008 een ontruiming van het hele gebouw. A-team Voor het A-team was 2008 een rustig jaar. Er zijn geen incidenten geweest waarbij het A-team echt in actie is gekomen. Wel is er één incident geweest waarbij sprake was van een intimiderende situatie voor de receptiemedewerkers. Dit incident is snel gede-escaleerd waarna duidelijk werd dat de hele situatie een afleidingsmanoeuvre was voor inbraak. Voor 2009 zijn opleiding, alarmeringsmiddelen en de afstemming van procedures met BHV en gebouwenbeveiliging belangrijke aandachtspunten.
14
6.4 Medezeggenschap De Ondernemingsraad (OR) en het Georganiseerd Overleg (GO) zijn de twee medezeggenschapsorganen die zich inzetten voor de belangen van het personeel. De OR en het GO hebben in 2008 een belangrijke bijdrage geleverd in het ontvlechtingproces en zijn nauw betrokken bij de opstelling en de uitvoering van het sociaal plan. Daarnaast heeft de medezeggenschap haar bevoegdheden benut om ook invloed uit te oefenen op overig beleid en regelingen van de Regio IJssel-Vecht.
Opleiden en ontwikkelen Dat de medewerkers het belangrijk vinden om zich te blijven ontwikkelen blijkt onder andere uit de mate waarin het opleidingsbudget wordt benut. Er is een budget beschikbaar gesteld van 2,1% van de loonsom, dat overeenkomt met € 203.000,-.In de praktijk blijkt dat ruim € 245.000,- werkelijk is besteed aan opleidingen, trainingen en cursussen. Omgerekend betekent dit een bedrag van ruim € 100,- per medewerker. Er is € 35.000,- meer besteed ten opzichte van 2007 aan opleiding en ontwikkeling. In totaal zijn er 6 aanvragen voor het gebruik van studiefaciliteiten geweest. Daarvan zijn 2 opleidingen in 2008 succesvol afgerond.
Inzet personeel Op 31 december 2008 bestond het totale personeelsbestand van de Regio IJssel-Vecht uit 243 medewerkers. Daarnaast maakte de Regio gebruik van inzet van tijdelijk personeel die op flexbasis werkten. Het flexpersoneel omvatte in 2008 15 uitzendkrachten, 20 gedetacheerden en 9 freelancers.
Overzicht teams/programma’s Deze paragraaf geeft de samenstelling en kenmerken van het personeelsbestand weer van het jaar 2008, gebaseerd op de programma’s. Hieronder wordt getoond welke teams onder de programma’s vallen. Directie (inclusief ondersteuning) Hoofden (inclusief ondersteuning) Bedrijfsvoering Team Kwaliteit, Informatievoorziening & Communicatie Team Personeel & Organisatie Team Financiën Team Informatiebeheer Team Facilitaire Zaken Team Bestuurlijke & Juridische Zaken Team Automatisering Programma Gezondheid Teams Jeugdgezondheidszorg Team Planning en Administratie Jeugdgezondheidszorg Team Meldpunt Infectieziekten Team Milieu en Gezondheid Team Reizigersadvisering Team GHOR Team TBC Team Technische Hygiëne Zorg Team Wachtdienst Team SOA Team AGZ Planning en Administratie Team Onderzoek & Ontwikkeling Team VIA (bemoeizorg) 15
Programma Service en Samenwerking Team Recreatie & Toerisme Team Halt Programma Veiligheid Team Advisering Gemeenten Team Operatiën Team Regionale Alarmcentrale
Aantal medewerkers en formatie In 2008 zijn van de 243 medewerkers zijn 155 medewerkers vrouw en 88 medewerkers man. Het aantal vrouwelijke medewerkers in de afgelopen 5 jaar was ruim 60% van het totale personeelsbestand. Het merendeel hiervan is werkzaam bij het programma Gezondheid. Het aantal medewerkers is in 2008 gestegen met ruim 5% ten opzichte van 2007 (in 2007 waren 230 medewerkers werkzaam bij de Regio). Evenals voorgaande jaren wijkt bij het programma Gezondheid de feitelijke bezetting af van de toegestane bezetting. Dat betekent dat een aantal medewerkers bovenformatief is aangesteld, veelal werkzaam in tijdelijke projecten. Ook is er een bovenformatieve afwijking bij het programma Veiligheid. Dit heeft te maken met de ‘ontvlechting’ van de organisatie en tijdelijke inhuur van medewerkers. Toegestane formatie en bezetting Formatie toegestaan Directie incl. ondersteuning 4,50 Hoofden incl. ondersteuning 10,56 Bedrijfsvoering 34,88 Service en Samenwerking 8,28 Gezondheid 69,87 Veiligheid 43,43 Totaal 171,52
Bezetting 3,89 10,43 32,89 8,03 83,42 46,42 185,08
Leeftijdsopbouw De leeftijdsverdeling in 2008 ziet er als volgt uit. Leeftijd < 26 jaar 26 t/m 35 jaar 36 t/m 45 jaar 46 t/m 55 jaar 56 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder Totaal
Aantal 2 57 75 77 31 1 243
Diensttijd < 3 jaar in dienst 3 t/m 5 jaar in dienst 6 t/m 11 jaar in dienst 12 t/m 16 jaar in dienst 17 t/m 21 jaar in dienst > 21 jaar in dienst 16
62 43 63 28 25 22
Percentage 0,8% 23,5% 30,9% 31,7% 12,7% 0,4% 100%
Aantal medewerkers 6 16 39 9 127 46 243
In 2008 vallen de meeste medewerkers wat betreft de diensttijd in de categorieën <3 jaar in dienst en van 6 t/m 11 jaar in dienst.
In-, door- en uitstroom De cijfers omtrent in- en uitstroom van medewerkers laten zien dat in het jaar 2008 in totaal 26 medewerkers bij de Regio in dienst zijn gekomen en dat 11 medewerker de organisatie hebben verlaten. Instroom Directie incl. ondersteuning Hoofden incl. ondersteuning Bedrijfsvoering Service en Samenwerking Veiligheid Gezondheid Totaal
Doorstroom Uitstroom
2
0
1 2 0 5 16 26
0 3 0 3 5 11
1 1
Het meeste verloop is te zien bij het programma Gezondheid. De verklaring voor een hoger instroomcijfer ten opzichte van de uitstroom is dat binnen het programma Gezondheid versterking werd gezocht voor werkzaamheden op projectbasis, ter vervanging van verloven of vanwege achterstanden in werk. Bij het programma Veiligheid is sprake geweest van uitbreiding. Een aantal nieuwe functies is ontstaan en hiervoor is personeel aangetrokken.
Salariëring 2008
< 26 jaar 26 t/m 35 jaar 36 t/m 45 jaar 46 t/m 55 jaar 56 t/m 64 jaar
< 26 jaar 26 t/m 35 jaar 36 t/m 45 jaar 46 t/m 55 jaar 56 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder Totaal
schaal 14 0 0 4 3 3 10
schaal 5-8 5 28 50 30 11 124
schaal 9-12 2 20 21 29 5 77
schaal 1316 0 0 4 13 2 19
schaal 13 0 0 0 0 0
schaal 4-5 1 2 6 5 3
schaal 6-8 1 31 45 30 14
schaal 9 en hoger 0 24 24 42 14
0 0
1 18
0 121
0 104
De meeste medewerkers die in 2008 werkzaam waren bij de Regio waren in geschaald in schaal 6-8. Dat waren grotendeels medewerkers in de leeftijd van 36 tot en met 45 jaar. Er zijn in 2008 wel meer medewerkers ingeschaald in schaal 9 en hoger ten opzichte van 2007 (96).
Arbeidsmarkt In totaal waren er in 2008 27 vacatures. Van 1 vacature heeft de invulling ervan plaatsgevonden in 2009.
Stages Stagiaires leveren een meerwaarde aan de Regio en daarnaast is het een investering in mogelijk toekomstige medewerkers. Sinds jaren zijn er regelmatig stagiaires werkzaam van allerlei opleidingen op zowel MBO, HBO als WO niveau. In 2008 hebben in totaal 14 stagiaires gebruik gemaakt van een 17
stageplaats bij de Regio. Daarvan waren er 8 werkzaam bij het team O&O, 1 bij Communicatie, 1 bij Halt, 2 bij de JGZ en 2 bij VIA.
Verlof In 2008 zijn er 5 medewerkers met zwangerschaps- en bevallingsverlof gegaan. Tevens hebben 16 medewerkers gebruik gemaakt van ouderschapsverlof en 4 medewerkers van onbetaald verlof.
Gebruik cafetariamodel De CAR/UWO biedt de mogelijkheid voor het uitruilen van arbeidsvoorwaarden. Zo is het voor een fulltime medewerker mogelijk om één keer per jaar een verzoek in te dienen tot het kopen of verkopen van verlofuren. In 2008 hebben 15 medewerkers een verzoek ingediend tot het verkopen van verlof en 13 medewerkers een verzoek tot het kopen van verlof. In 2008 hebben 31 medewerkers gebruik gemaakt om hun vakbondscontributie te laten verrekenen met hun bruto inkomen in december. Hierdoor heeft de medewerker een fiscaal voordeel.
Jubilea Wanneer een medewerker 12½ jaar, 25 jaar of 40 jaar in dienst is van de Regio IJssel-Vecht dan wordt een dienstjubileum gevierd. Als een medewerker 25 of 40 ambtsjaren heeft, is er sprake van een ambtsjubileum. Deze ambtsjaren kunnen naast de dienstjaren bij de Regio ook bij een andere ambtelijke organisatie opgebouwd zijn. In overleg met de medewerker wordt al dan niet aandacht besteed aan het jubileum. Volgens de rechtspositie wordt bij een ambtsjubileum een gratificatie uitgekeerd. In 2008 vierde 1 medewerker een dienstjubileum en 3 medewerkers hun 25-jarig ambtsjubileum.
IZA Er wordt een werkgeversbijdrage verstrekt wanneer de Regiomedewerker er voor kiest om de ziektekostenverzekering bij het IZA onder te brengen. Voorwaarde is dat naast de basisverzekering ook een aanvullende verzekering (IZA Classic of IZA Perfect) afgesloten moet zijn. Verder kan de medewerker genieten van een collectiviteitskorting. In 2008 maakten 193 medewerkers gebruik van dit voordeel van IZA-verzekerd zijn.
18
7.
Klachten
In 2008 zijn er bij de Regio IJssel-Vecht elf klachten binnengekomen. Bij één van de elf klachten werd niet geklaagd over een gedraging van een bestuursorgaan van de Regio of van een persoon die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de Regio. De klacht is ter behandeling doorgestuurd naar de organisatie waarover werd geklaagd. Van de tien overige klachten zijn negen klachten ingediend over het onderdeel Gezondheid (GGD) en één klacht over het onderdeel Veiligheid (Brandweer). Al deze klachten konden met instemming van de klagers informeel worden opgelost. Hiervoor hoefde geen formele interne klachtenprocedure in gang te worden gezet. Zeven klachten over het onderdeel Gezondheid en de klacht over het onderdeel Veiligheid zijn na telefonische of schriftelijke uitleg van de klachtbehandelaar met instemming van klager niet verder in behandeling genomen. Het betrof hier de volgende klachten: • het negeren van een voetganger bij het oversteken door de bestuurder van een bus van de Regionale Brandweer; • het niet informeren van een huisarts na het overlijden van één zijn patiënten door de arts van de GGD die de schouwing heeft verricht; • het niet doorgaan door een fout van de GGD van een gemaakte afspraak voor bloedafname in het kader van een vaccinatie tegen hepatitis B; • het plannen van een afspraak voor een schoolonderzoek van een dochter van klager op een tijdstip waarop bekend was dat klager verhinderd was en het niet doorgeven van een bericht hierover door de receptie van de Regio aan het planningsbureau JGZ; • het niet voortvarend genoeg afhandelen van een schadeclaim; • de wijze waarop een schoolarts is omgegaan met het verzoek een verklaring op te stellen dat de dochter van klager door ziekte niet in staat is in het schooljaar 2008-2009 naar school te gaan; • de wijze waarop een schoolarts is omgegaan met het verzoek een verklaring op te stellen dat klager door ziekte niet in staat is in het schooljaar 2008-2009 naar school te gaan; • de wijze waarop een schoolarts een diagnose heeft gesteld over de zoon van klager en de wijze waarop de diagnose in het bijzijn van de zoon van klager is meegedeeld. Twee klachten over het onderdeel Gezondheid zijn na een nader gesprek tussen klachtbehandelaar en klager en een schriftelijke bevestiging van de resultaten van het gesprek met instemming van klager afgedaan. Het ging hier om de volgende klachten • het handelen door de dienstdoend forensisch arts ten opzichte van klager in die zin dat de arts heeft geweigerd klager te ontvangen en te woord te staan; • de wijze waarop een onaangekondigde inspectie van twee kinderdagverblijven is uitgevoerd en de wijze waarop degene die de inspectie uitvoerde zich ook tijdens eerdere inspecties heeft opgesteld. In 2008 is geen beroep gedaan op de externe klachtvoorziening. De Overijsselse Ombudsman heeft geen klachten over de Regio IJssel-Vecht behandeld.
19
8.
Verplichte paragrafen
Op grond van artikel 9 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten dient het jaarverslag een aantal verplichte paragrafen te bevatten. Voor de Regio IJssel-Vecht zijn dit: 1. Weerstandsvermogen 2. Onderhoud kapitaalgoederen 3. Bedrijfsvoering 4. Verbonden partijen 5. Financiering .
Ad. 1. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen van de Regio bestaat uit de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen maatregelen in de vorm van voorzieningen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie. Sinds enige jaren is de paragraaf weerstandsvermogen uitgebreid met het begrip “weerstandscapaciteit”. Onder weerstandscapaciteit wordt verstaan de middelen en mogelijkheden waarover de Regio beschikt om niet-geraamde kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder dat dit ten koste gaat van uitvoering van het takenpakket. In deze paragraaf worden de risico’s en weerstandscapaciteit in beeld gebracht. a. Risico’s Sanering verkeerslawaai Het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV) in Woerden voert in opdracht van het Ministerie van VROM een budgethouderscontrole uit naar de realisering van geluidsaneringsmaatregelen aan woningen in het kader van het Programma 2000-2002. De Regio verschilt met het BSV van mening over de interpretatie van de subsidieregels en over de subsidiabele kosten van het project. Ambtelijk liet het BSV weten een terugvordering van subsidiegelden voor te bereiden. De omvang daarvan is nog niet bekend. Het adviesbureau, dat het project in opdracht de Regio uitvoerde, is aansprakelijk gesteld voor de terug te betalen subsidiegelden. Huisvesting Een deel van het Regiokantoor aan de Zeven Alleetjes wordt verhuurd aan derden. De raming van de huuropbrengst is gebaseerd op de lopende huurovereenkomsten en een inschatting van de nog te verhuren ruimte. De beschikbare ruimtes worden verhuurd. Door huuropzegging kan een dekkingstekort ontstaan. Het maximale risico bedraagt € 210.200,=. Landelijke convenanten RGF/GHOR De RGF/GHOR is verantwoordelijk voor een goede samenwerking en afstemming met enerzijds de politie, brandweer en gemeenten en anderzijds met de geneeskundige ketenpartners binnen de zogenaamde witte kolom. Voor wat betreft de afstemming binnen de “witte kolom” gaat GHOR Nederland (in samenwerking met het Beraad van GHOR burgemeesters) op landelijk niveau samenwerkingsovereenkomsten aan met de diverse ketenpartners. De landelijke overeenkomsten gelden als een zwaarwegend advies aan de ketenpartners. Over het algemeen wordt hierbij aangesloten. Uit de overeenkomsten kunnen financiële gevolgen voortvloeien. Exploitatie Milieu en Recreatie & Toerisme De exploitatie van de taken Milieu en Recreatie & Toerisme wordt nog voor een klein deel (± 20%) gedekt door een vaste gemeentelijke bijdrage. Dit deel betreft de platformfunctie. Het resterende deel van de exploitatie moet worden gedekt uit de opbrengst van werkopdrachten. Hiervoor worden individueel werkafspraken per gemeente gemaakt. De gemeenten zijn niet verplicht deze taken af te nemen. De begroting is gebaseerd op een prognose van de te realiseren omzet. De capaciteit van de teams is hierop afgestemd. Door de vrije marktwerking met betrekking tot een groot deel van deze taken is er sprake van een bedrijfsrisico zoals gebruikelijk in de commerciële sector. In 2008 heeft het bestuur besloten om de taken Milieu en Recreatie & Toerisme in 2009 elders onder te brengen. Op het moment van samenstellen van het jaarverslag is hierover nog geen duidelijkheid.
20
Financiële consequenties ontvlechting De ontvlechting van de Regio IJssel-Vecht per 1 januari 2009 in twee nieuwe gemeenschappelijke regelingen brengt financiële consequenties met zich mee. Deze consequenties zullen in 2009 in beeld worden gebracht en bij de jaarrekening 2009 meer duidelijkheid bieden. b. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit van de Regio bestaat uit de (bestemmings)reserves voor zover daar vrij over kan worden beschikt en de post onvoorzien. De algemene reserve en de reserve algemene preventieve gezondheidszorg behoren tot de weerstandscapaciteit van de Regio. De stand per 1 januari 2008 op basis van de jaarrekening 2008 bedraagt in totaal € 615.140,=. De post onvoorzien behoort tot de structurele weerstandscapaciteit. In de begroting wordt hiervoor een vast bedrag van € 25.000,= geraamd. In totaal bedraagt de weerstandscapaciteit € 640.140,=. Er is geen algemene norm te stellen voor een algemene eenduidige relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. Aangezien de risico’s niet altijd kwantificeerbaar zijn, is het lastig een minimumnorm voor de noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit te bepalen. Wel kan worden gesteld dat door de gewijzigde exploitatie van de producten Recreatie & Toerisme en Milieu het risico fors is toegenomen. Daarnaast vormt de verhuur van de kantoorruimte een extra risico. Om toch enig inzicht te geven in de positie van de Regio IJssel-Vecht is een vergelijking gemaakt met een viertal gemeenschappelijke regelingen. Omdat de risico’s en de totale omvang van de reserves meestal niet zijn te vergelijken, is een vergelijking gemaakt op basis van het niveau van de algemene reserve. Uit dit onderzoek blijkt dat het niveau van de algemene reserve gemiddeld varieert van € 0,89 tot € 2,22. Het gemiddelde bedraagt afgerond € 1,50 per inwoner. Op basis van de jaarrekening 2008 bedraagt de algemene reserve van de Regio IJssel-Vecht € 453.780, dit is ruim € 1,= per inwoner. Uit het vorenstaande kan geen oordeel worden gegeven over het weerstandsvermogen. Wel kan worden geconcludeerd dat de risico’s die zijn geschetst structurele financiële gevolgen kunnen hebben, terwijl de weerstandscapaciteit uit overwegend incidentele middelen bestaat. Dit betekent dat bij een calamiteit de financiële gevolgen voor een beperkte periode kunnen worden gedekt. In die periode zal een structurele oplossing moeten worden gevonden.
Ad. 2. Onderhoud kapitaalgoederen In het kader van deze paragraaf gaat het om de vaste activa waarvan de instandhouding structureel een substantieel beslag op de middelen legt. Buiten dit kader vallen de financiële activa en bedrijfsmiddelen omdat die regelmatig worden vervangen. Door dit onderscheid komt in deze paragraaf alleen het onderhoud van het kantoorgebouw te Zwolle aan de orde. Voor het onderhoud van het kantoorgebouw te Zwolle is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld. Dit plan is in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 16 maart 2006 vastgesteld. De belangrijkste wijziging is dat uit praktische overwegingen de voorziening onderhoud gebouw is opgeheven waarvoor in de plaats een bestemmingreserve onderhoud gebouw is ingesteld. In het onderhoudsplan is een onderscheid aangebracht tussen de investeringen en kosten die rechtstreeks in de exploitatie worden geraamd. Op basis van nieuwe regelgeving is het niet meer toegestaan om onderhoudskosten te activeren. In het meerjarenonderhoudsplan zijn wel investeringen opgenomen. De financiële consequenties van de aanpassing van het meerjarenonderhoudsplan zijn nog niet bekend.
Ad. 3. Bedrijfsvoering Voor deze paragraaf verwijzen wij naar paragraaf 5 van dit jaarverslag.
Ad. 4. Verbonden partijen Deze paragraaf geeft inzicht in ‘derde rechtspersonen’ waarmee Regio IJssel-Vecht een bestuurlijke en financiële band heeft. Deze band is er door participatie in een vennootschap of deelneming in een stichting. Met een bestuurlijk belang wordt bedoeld een zetel in het bestuur van een deelneming of stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de Regio middelen ter beschikking heeft gesteld en die zal verliezen bij faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij op de Regio kunnen worden verhaald. Van een financieel belang is ook sprake als de Regio bij liquidatie van een derde rechtspersoon middelen uitgekeerd kan krijgen. Een inventarisatie van de verbonden partijen geeft het navolgende overzicht. 1. Stichting Brandweeropleidingen Gelderland Overijssel (Stichting BOGO) gevestigd te Zwolle, Postbus 1523. 21
Doelstelling: Het bevorderen van de opleiding, oefening en training ten behoeve van de brandweer en de hulpverlening in de ruimste zin, zulks overeenkomstig voor zover van toepassing- de richtlijnen te dezer zake van overheidswege, met dien verstande dat hieronder niet zijn begrepen commerciële en marktgerichte activiteiten. Bestuurlijk en financieel belang: Het Algemeen Bestuur van de stichting bestaat uit 16 leden. Het stichtingsbestuur benoemt de bestuursleden. De Regio heeft 2 leden in het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 6 leden van het Algemeen Bestuur. Na liquidatie van de stichting komt het aanwezig batig saldo ter beschikking van de deelnemende samenwerkingsverbanden. Mate van beïnvloedbaarheid in bedrijfsvoering: Een beperkte mate van beïnvloedbaarheid in de bedrijfsvoering is mogelijk via de 2 leden in het Algemeen Bestuur en de bestuurlijke afvaardiging in het Dagelijks Bestuur. 2. Gemeenschappelijke Meldkamer Zwolle (GMZ, gevestigd te Zwolle, Koggelaan 8) Doelstelling: het ontvangen en registreren van meldingen van burgers en bedrijven, het alarmeren van brandweereenheden, bestuur en gemeentelijke actiecentra, het begeleiden en ondersteunen van brandweereenheden ten behoeve van een adequate hulpverlening. De alarmcentrale van de brandweer is gecolokeerd met de meldkamer van de politie en de meldkamer ambulancezorg. Het bestuur van de Veiligheidsregio IJsselland heeft op 12 november 2008 besloten te komen tot een gezamenlijke meldkamer Oost Nederland met als vestigingsplaats Apeldoorn. Bestuurlijk en financieel belang: Het bestuur van de Veilgheidsregio IJsselland is verantwoordelijk voor de alarmcentrale van de brandweer en meldkamer ambulancezorg. De politie IJsselland voert het beheer van de meldkamerfaciliteiten. De kosten voor de exploitatie worden op basis van een begroting (en nacalculatie) gedeclareerd. De meldkamer ambulancezorg wordt verzorgd door de Regionale Ambulance Voorziening IJssel-Vecht. Mate van beïnvloedbaarheid in bedrijfsvoering: Een beperkte mate van beïnvloedbaarheid in de bedrijfsvoering is mogelijk via de portefeuillehouder meldkamer van de Veiligheidsdirectie, d.i. de regionaal korpschef van politie. In 2009 wordt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de meldkamer Oost Nederland duidelijk. Er zal dan ook meer duidelijkheid zijn over het wettelijk kader voor de meldkamer. 3. NV Rova Doelstelling: de vennootschap heeft tot doel het bevorderen van en/of het doen realiseren van integraal afvalketenbeheer en het leveren van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening op het terrein van verwijdering van afvalstoffen, waaronder begrepen beleidsondersteuning en collectieve aanbestedingen ten behoeve van de deelnemende gemeenten. Bestuurlijk en financieel belang: op een totaal van 7.033 aandelen-A bezit de Regio IJssel-Vecht 600 aandelen. Jaarlijks wordt dividend uitgekeerd. Hiervoor is een raming in de begroting opgenomen. De regio is vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. Mate van beïnvloedbaarheid in bedrijfsvoering: Een beperkte mate van beïnvloedbaarheid in de bedrijfsvoering is mogelijk via de vertegenwoordiger in de algemene vergadering van aandeelhouders.
Ad. 5. Financiering Inleiding De Wet financiering decentrale overheden (FIDO) bepaalt dat een financieringsparagraaf in de jaarrekening wordt opgenomen. In artikel 17 van de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet is vastgelegd welke informatie de financieringsparagraaf dient te bevatten t.w.: a. de kasgeldlimiet; b. de renterisiconorm; c. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende 3 jaar; d. de rentevisie; e. de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie. Algemene ontwikkelingen Op basis van het vastgestelde treasurystatuut wordt thans gewerkt aan de concrete invulling. Een belangrijk element daarbij is het zicht krijgen op de financieringsbehoefte op korte en langere termijn. Om hierover een helder beeld te kunnen verkrijgen zal de aandacht zich niet alleen dienen te richten op de investeringsplanning en projecten, maar zal er ook aandacht moeten worden geschonken aan de geldstromen binnen de exploitatiebegroting (liquiditeitsplanning). Risicobeheer 22
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten: 1. De Regio verstrekt geen leningen aan derden uit hoofde van haar publieke taak. 2. De Regio kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van het treasurystatuut. 3. Het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s. Renterisicobeheer Voor het renterisicobeheer gelden de volgende criteria: 1. Conform de Wet FIDO wordt de kasgeldlimiet niet overschreden. 2. Conform de Wet FIDO wordt de renterisiconorm niet overschreden. 3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning. 4. De rentetypische looptijd (periode waarvoor de rente vaststaat) en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie. In onderstaande schema’s worden de diverse risico’s in beeld gebracht. Berekening kasgeldlimiet en bepaling financieringspositie 2008 Berekening kasgeldlimiet 2008: Omvang van de rekening 2008 € 20.531.868 (=1) Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 8,50% (=2) Bedrag van de kasgeldlimiet € 1.745.209 (1x2)
Bepaling financieringspositie 2008: Boekwaarde investeringen
€
10.642.423
Vaste financieringsmiddelen: Reserves en voorzieningen Langlopende geldleningen Overschot aan financieringsmiddelen
€ €€
- 4.442.305 - 7.386.133 1.186.015
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de Regio binnen de kasgeldlimiet blijft. De ervaring vanuit de afgelopen jaren heeft geleerd dat de werkelijke financieringsbehoefte afwijkt van de geraamde. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het tempo waarin uitvoering wordt gegeven aan projecten en de verschillen die optreden tussen het uitgaven- en inkomstenpatroon van de exploitatie. Renterisiconorm Door berekening van de renterisiconorm wordt inzicht verkregen in de omvang van de schuld waarover in enig jaar renterisico’s worden gelopen. Omdat de Regio slechts 1 langlopende geldlening heeft afgesloten voor financiering van de huisvesting is alleen het risico i.v.m. herfinanciering als gevolg van renteaanpassing van belang. Renterisiconorm en renterisico’s van de vaste schuld per 31 december (bedragen x eur 1.000) 2008 2009 2010 Renterisico op vaste schuld 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld o/g
2011 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0 23
3b. Nieuw verstrekte lange leningen 4. Nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5. Betaalde aflossingen 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6)
0 0 135 0 0
0 0 140 0 0
0 0 146 0 0
0 0 153 0 0
Renterisiconorm 8. Stand van de vaste schuld per 31 december 9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde % 10. Renterisiconorm (wettelijke norm)
7.251 20% 2.500
7.111 20% 2.500
6.964 20% 2.500
6.812 20% 2.500
Toets renterisiconorm 10. Renterisiconorm 7. Renterisico op vaste schuld 11. Ruimte (+)/ Overschrijding (-) (10 – 7)
2.500 0 2.500
2.500 0 2.500
2.500 0 2.500
2.500 0 2.500
Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte Bij de Regio IJssel-Vecht wordt wekelijks de liquiditeitspositie opgemaakt. Op basis hiervan wordt de samenstelling van de financiering bepaald. Met betrekking tot de lasten wordt de liquiditeitspositie bepaald door de uitgaven t.b.v. de exploitatie en de investeringen. De exploitatie uitgaven zijn min of meer gelijkmatig over het jaar verdeeld. De Regio IJssel-Vecht heeft 1 langlopende geldlening afgesloten voor financiering van de aankoop van het kantoorgebouw. De overige investeringen worden gefinancierd uit eigen vermogen. Door het beperkte aantal en omvang van de investeringen ontstaan slechts geringe schommelingen in de financieringsbehoefte. Met betrekking tot de baten wordt de liquiditeitspositie met name bepaald door de gemeentelijke bijdragen en de subsidies die in het kader van diverse projecten worden ontvangen. De gemeentelijke bijdragen worden 2x per jaar gefactureerd. Subsidies worden meestal vooraf beschikbaar gesteld. Gerelateerd aan een evenwichtige verdeling van de exploitatielasten over het jaar is er gedurende enkele maanden per jaar sprake van voorfinanciering. Rentekosten en opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie De opbrengst uit hoofde van de financieringsfunctie betreft de creditrente in rekeningcourant en de renteopbrengsten van deposito’s. In voorgaande jaren is gebleken dat de geraamde rente sterk afwijkt van de werkelijk ontvangen rente. Op begrotingsbasis wordt de ontvangen rente altijd beschouwd als incidentele inkomst.
24
agendapunt betreft
Veiligheidsbestuur
datum
24 juni 2009
agendapunt onderwerp informant portefeuillehouder
7 Voorjaarsnota 2009 L.J. Sievers H.H. Apotheker Te besluiten om: In te stemmen met de voorjaarsnota 2009 met daarin verwerkt de voorstellen voor nieuw beleid 2010, binnen het beschikbare budget. Inleiding De voorjaarsnota is in concept vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 maart 2009 en is voor het indienen van zienswijzen naar de aangesloten gemeenten gezonden. De gemeenten hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. De voorstellen van de voorjaarsnota zullen met een begrotingswijziging in de begroting 2010 verwerkt worden. De doelstelling van het meerjarenbeleidsplan, verwerkt in deze voorjaarsnota, is dat de Veiligheidsregio IJsselland in 2014 aan de eisen van de Wet veiligheidsregio`s en het daarop gebaseerde besluit voldoet. Hiertoe dienen prioriteiten gesteld te worden omdat de vereiste ambities de financiële kaders te boven gaan. Uitgangspunt is dat de voorstellen voor nieuw beleid binnen het beschikbare budget blijven, waarbij de efficiencywinst van het pid MON in principe ten gunste komt van de brandweertaken van Veiligheidsregio (besluit van 12 november 2008). Met dit voorstel wordt een start gemaakt met de nieuwe Veiligheidsregio IJsselland. Beoogd effect Door middel van beleidskeuzes richting te geven aan de opbouw van de Veiligheidsregio en daaraan de financiële keuzes te koppelen. Doel is om te zorgen dat de Veiligheidsregio in 2014 aan de wettelijke vereisten voldoet. Daarnaast brengt dit voorstel inhoudelijk samenhang tussen de ontwikkelingen in de gemeentelijke brandweerkorpsen onderling en regionale ontwikkelingen. Argumenten De Veiligheidsregio krijgt 13 nieuwe wettelijke taken en moet nieuwe wettelijke eisen implementeren voor 9 bestaande taken. De ambitie van de Veiligheidsregio IJsselland is :We willen dat IJsselland een veilige regio blijft. Dit willen we bereiken door het Voor-elkaar-niveau 2014: De aanpak van risico’s, rampen en crises van de Veiligheidsregio IJsselland voldoet in 2014 tenminste aan het wettelijk vastgelegde kwaliteitsniveau. Het doel van de voorjaarsnota 2009 is 1. globale koersbepaling naar het voor-elkaar-niveau 2014 (richting van het beleidsplan) 2. nadere invulling plannen en budgetten voor de route in 2009 3. afweging plannen en budgetten voor de route in 2010 4. raadpleging van de gemeenten, afgestemd op hun begrotingsvoorbereiding
[m:\veiligheidsregio\ab veiligheidsbestuur\24 juni 2009\20090624.7 voorjaarsnota 2009.doc]
vervolgblad
2
Ontwikkelingen 2010 − De Wet veiligheidsregio’s treedt in werking, evenals een aantal uitvoeringsbesluiten (besluit veiligheidsregio’s, besluit personeel veiligheidsregio’s, besluit materieel en uitrusting) − Een aantal gemeentelijke taken gaat over naar de Veiligheidsregio − De Veiligheidsregio stelt – samen met gemeenten, politie en andere partijen – een risicoprofiel, een beleidsplan en een crisisplan vast − De Veiligheidsregio ontvangt in 2010 een verhoging van de BDVR-bijdrage van € 1.1 miljoen. Afbakening − Het beleidsplan, de voorjaarsnota en de begroting betreffen uitsluitend de wettelijke taken van de Veiligheidsregio. − Gemeenten, politie en andere partijen zijn inhoudelijk en financieel verantwoordelijk voor hun eigen taken op het gebied van aanpak van risico’s, rampen en crises. Om de doelstellingen te bereiken is het van belang dat het jaar 2009 en 2010 wordt gebruikt inventariseren, harmoniseren en inventariseren op samenwerking en het maken van het meerjarenbeleidsplan. De omvang en consequenties van het wettelijke kwaliteitsniveau voor de Veiligheidsregio IJsselland, zijn nu, begin 2009, niet aan te geven. De uitgevoerde inventarisaties gebeurden aan de hand van de hoofdpunten van de komende wettelijke vereisten, zoals in concept bekend per december 2008. Belangrijke onderdelen van de Veiligheidsregio, waarvoor nog veel moet worden onderzocht, zijn bijvoorbeeld: − ombouw van de multidisciplinaire hoofdstructuur van de rampen- en crisisbeheersing; − realisering van een multidisciplinaire informatievoorziening; − invulling verantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke meldkamer − overgang van gemeentelijke taken naar de Veiligheidsregio (risico-inventarisatie, crisisplan, aanwijzing bedrijfsbrandweer, rampbestrijdingsplannen en risicocommunicatie; − invulling van de nieuwe taken en bevoegdheden van de voorzitter; − de samenwerking tussen de gemeentelijke brandweerkorpsen onderling en de Veiligheidsregio. Dit brengt de Veiligheidsregio tot het voorstel van een geleide(lijke) koers naar het ‘voor-elkaarniveau 2014’. Dat wil zeggen − zwaartepunt (70%-80%) ligt in 2010-2011 op (meerjarig) incidentele activiteiten en financiële verplichtingen. De looptijd bedraagt 1 tot 3 jaren. Het gaat met name om onderzoek en uitwerking van nieuwe taken; − jaarlijks een nieuwe afweging bij volgende voorjaarnota’s op basis van de uitkomsten van onderzoeken/uitwerkingen, de bereikte voortgang en eventuele nieuwe wettelijke verplichtingen; − blijvende ruimte (10%-20%) voor (meerjarig) incidentele activiteiten en financiële verplichtingen in de periode vanaf 2014. De Veiligheidsregio organiseert samenwerking en veiligheidsoplossingen; speelt in op nieuwe ontwikkelingen en vereisten en behoeft ruimte om daaraan organisch invulling te geven. Activiteiten en financiële verplichtingen Incidenteel en meerjarig incidenteel Structureel
2010 75% 25%
2011
2012 50% 50%
2013
2014 25% 75%
1.1 aanpassing van de hoofdstructuur Het beleidsplan dient te zijn gebaseerd op een vast te stellen risicoprofiel, 6 maanden na inwerking treding van de wet (artikel 13). Het risicoprofiel wordt vastgesteld na overleg met de raden van de deelnemende gemeenten en nadat andere partijen gelegenheid is geboden om hun zienswijzen kenbaar te maken. In de prioriteitstelling zal daarom eerst het risicoprofiel moeten worden
vervolgblad
3
ontwikkeld. Hierbij hoort dan ook de inventarisatie van risico´s van branden, rampen en risico´s (artikel 13) en het adviseren van het bevoegd gezag daarover (artikel 9). De wet verplicht de veiligheidsregio om de inrichting van de hoofdstructuur van de rampen en crisisbeheersing en de beoogde operationele prestaties van de diensten en organisaties van de veiligheidsregio, politie en gemeenten te beschrijven in het beleidsplan en aan te passen aan de wet. Dit betekent ook dat de plannen en het oefenplan op de nieuwe hoofdstructuur moet worden aangepast. In het crisisplan(artikel 14) dienen de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en bevoegdheden in het kader van rampenbestrijding en de crisisbeheersing te worden beschreven. Dit gaat ook over de alarmering en opkomsttijden. 1.2 het voldoen aan de operationele prestaties en kwaliteitseisen Het beleidsplan omvat in ieder geval een beschrijving van de beoogde operationele prestaties van de diensten en organisaties van de veiligheidsregio, van de politie alsmede van de gemeenten in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Hierin worden de kwaliteitseisen van het besluit personeel veiligheidsregio meegenomen. 1.3 investeren in informatiemanagement Het beleidsplan omvat een informatieparagraaf waarin een beschrijving wordt gegeven van de informatievoorziening binnen en tussen de bedoelde diensten en organisaties. Daarnaast schrijft de wet voor dat er voor in de hoofdstructuur invulling moet worden gegeven aan het informatiemanagement. Landelijk loopt het project netcentrisch werken. Om alle informatiebehoefte en vereisten van de wet te inventariseren en op elkaar af te stemmen stellen wij voor tijdelijk een projectleider informatiemanagement aan te stellen die zorgt dat het project basis op orde wordt geïmplementeerd en voor 2014 aan de eisen wordt voldaan. Dit heeft tot doel: - een ramp of crisis in de regio beter te kunnen beheersen/bestrijden; - bevolking en bedrijven beter te kunnen informeren; - de samenwerking met partners te intensiveren; - gecoördineerd optreden met en bijstand vanuit, buurregio´s te verstevigen. 1.4 stimulering van de samenwerking Het doel is het verhogen van de kwaliteit van dienstverlening en efficiencywinst. Deze prioriteit bestaan uit het voldoen aan de kwaliteitseisen van de wet en het besluit kwaliteit personeel veiligheidregio´s. De voorstellen ter bevordering van de samenwerking tussen de veiligheidsregio en de lokale brandweerkorpsen zorgen voor de inhoudelijk samenhang tussen de ontwikkelingen in de gemeentelijke brandweerkorpsen onderling en regionale ontwikkelingen. Dit betreft de uitwerking van de structuur risicobeheersing, monitoring operationele prestaties, startnotitie herverdeling specialismen, en leidraad grootschalig optreden brandweer. Ook de samenwerking tussen de kolommen, met de partners in veiligheid en de andere veiligheidsregio´s moet nader uitgewerkt worden. Ook hierbij is de verwachting dat er efficiencywinst te behalen is. Dit is een thema dat in de bestuurdersdag verder uitgewerkt zal worden. 2. de voorstellen uitwerken in bestuursopdrachten Voor de projecten waarvoor in de voorjaarsnota 2009 geld beschikbaar wordt gesteld geldt dat in 2009 hiervoor een bestuursopdracht van het veiligheidsbestuur aan de directie komt waarin de resultaten van het project, de einddatum en de benodigde middelen en capaciteit wordt vastgesteld. De voortgang van het project wordt door middel van de marap gemeld aan het veiligheidsbestuur. 3. de voorstellen voor nieuw beleid 2010 Uitgangspunt is besteding van het beschikbare budget voor incidentele projecten ter voorbereiding aan het voldoen aan de wettelijke eisen door de veiligheidsregio in 2014. Om aan de eisen van de wet en het besluit te voldoen zullen prioriteiten gesteld moeten worden. Daarbij is het van belang dat door middel van het starten van projecten en samenwerking in en tussen de kolommen
vervolgblad
4
efficiencywinst zal ontstaan. Indien uitgegaan wordt van de 4 eerder genoemde hoofdlijnen van beleid dan zouden de volgende projecten in 2010 gehonoreerd kunnen worden: a. aanpassing van de hoofdstructuur, waaronder het opstellen van het risicoprofiel en risicomonitor, opleiden en oefenen van de nieuwe hoofdstructuur en opstellen van het regionaal crisisplan. b. het voldoen aan de operationele prestaties en kwaliteitseisen. Hieronder wordt verstaan de structuur van de risicobeheersing in de veiligheidsregio, onderzoek naar de opkomsttijden en piketregelingen c. investeren in informatiemanagement. Dit betekent het aanstellen van een projectleider die het project basis op orde gaat implementeren en samenwerking zoekt tussen de verschillende regio´s en partners in veiligheid in het kader van het netcentrisch werken d. stimulering van het samenwerking binnen de kolommen, tussen de kolommen en overige partners in veiligheid. Hiertoe worden projecten gestart zoals specialisme, gezamenlijke beheer materieel, opleiden en oefenen, risicobeheersing en het Regionale MD traject. Dit betekent dat ten behoeve van de samenwerking BVDR geld wordt gebruikt voor projecten ten behoeve van de samenwerking binnen de basisbrandweerzorg. Risico’s Het voorstel gaat uit van een minimumvariant. Dit heeft tot gevolg dat in de jaren tot 2014 niet aan alle eisen van de wet Veiligheidsregio´s en de daarop gebaseerde besluiten kan worden voldaan. Financiën Om te voorzien in de behoefte aan verheldering van de financiële kaders laat de volgende tabel de oorspronkelijke kosten van de GGD en de Veiligheidsregio zien. Overzicht gemeentelijke bijdrage
Oorspronkelijke begroting
Nieuw beleid
Totaal per inwoner
Totaal in bedragen
2008
Veiligheidsregio
7,28
0,21
7,49
3.258.477
2009
Veiligheidsregio
8,26
8,26
3.594.043
Overzicht gemeentelijke bijdrage
Oorspronkelijke begroting
Nieuw beleid
Totaal per inwoner
Totaal in bedragen
2008
16,22
-0,22
16,00
6.901.740
GGD
2009 GGD 17,45 0,12 17,57 7.621.538 De conclusie van de bespreking van het veiligheidsbestuur van 11 februari 2009 is, dat deze kosten het oorspronkelijke financiële basisniveau aangeven; niet als nullijn maar als vertrekpunt voor bestuurlijke afweging van komende kwaliteitseisen. Voorstellen voor 2010 De voorjaarsnota voor nieuw beleid 2010 blijft binnen de beschikbare gelden van de BDVR en bestaat voor 25 % structureel voor 75 % uit incidenteel beleid. Het voorstel is om de functies Medewerker GHOR, administratief medewerker veiligheidsbureau, medewerker kwaliteitszorg voor de opbouw van de veiligheidsregio structureel in te vullen. De overige 75% wordt incidenteel ingevuld door aan de vier genoemde beleidsuitgangspunten binnen de beschikbare middelen budget toe te delen volgens onderstaand schema.
vervolgblad
5
Beschikbaar budget
2009 143.450
2010 936.700
Medewerker GHOR Administratief medewerker
35.925 15.750
71.850 31.500
51.675 91.775
62.000 165.350 771.350
Medewerker kwaliteitszorg Totaal structureel Nog beschikbaar Inzet incidenteel: Projectleider Informatie Hoofdstructuur Operationele eisen samenwerking Saldi
82.500
9.275
200.000 250.000 200.000 100.000 21.350
agendapunt betreft
Veiligheidsbestuur
datum
24 juni 2009
agendapunt onderwerp portefeuillehouder Proceseigenaar
9 Delegatie en mandaatbesluit H.J. Meijer L.J. Sievers
Te besluiten om Het delegatie- en mandaatbesluit Veiligheidsregio IJsselland (bijlage) vast te stellen. Toelichting De Veiligheidsregio IJsselland nam bij de start op 1 januari 2009 regelingen over van de Regio IJssel-Vecht wat betreft delegatie en mandaat. De Veiligheidsregio kan daarmee niet volstaan. Want de Wet veiligheidsregio’s en de Wet Ambulancezorg kennen nieuwe taken toe. En de organisatie van de Veiligheidsregio ontwikkelt zich nog. Beoogd effect Duidelijkheid over de uitoefening van bevoegdheden binnen de Veiligheidsregio. Slagvaardig werken door bepaalde verantwoordelijkheden en uitvoeringstaken zo dicht mogelijk bij de plek te leggen waar de resultaten bereikt moeten worden. Een goede organisatie en stroomlijning van de werkzaamheden. Argumenten 1. De Veiligheidsregio IJsselland moet haar wettelijke taken uitvoeren. Zij beschikt daarvoor over bevoegdheden. Als openbaar lichaam. Als deelnemer aan het rechtsverkeer. Belangrijke voorbeelden zijn: Wet veiligheidsregio’s, Wet ambulancezorg, Wet gemeenschappelijke regelingen, Burgerlijk Wetboek, Gemeenschappelijke Regeling. 2. Deze wetten kennen bevoegdheden vooral toe aan het bestuur van de veiligheidsregio. Het wordt aan het algemeen bestuur overgelaten om de uitoefening van de bevoegdheden nader in te vullen. Het delegatie- en mandaatbesluit voorziet daarin.
[m:\veiligheidsregio\ab veiligheidsbestuur\24 juni 2009\20090624.9 delegatie en mandaat -
vervolgblad
2
3. Het eerste onderdeel is, dat het algemeen bestuur – om doelmatig te kunnen werken – bepaalde bevoegdheden overdraagt (delegatie) aan het dagelijks bestuur. Grofweg gaat het om bevoegdheden met een sterk dagelijks-bestuur-karakter. Het effect is dat het algemeen bestuur zich kan concentreren op financiële en juridische kaders, op hoofdlijnen van beleid en op toetsing. 4. Het tweede onderdeel houdt in dat het dagelijks bestuur de uitvoering van bepaalde taken opdraagt aan bepaalde functionarissen (mandaat). Die opdrachten gelden voor uitvoerende taken binnen aangegeven kaders. Het derde onderdeel regelt de mandatering door de voorzitter. 5. De hoofdlijnen van het besluit zijn: Wie
Wat
Waar
Algemeen Bestuur
- Vaststelling financiële en juridische kaders, hoofdlijnen van beleid en toetsing
Tabel 1
Dagelijks Bestuur
- Bevoegdheden van dagelijks bestuur binnen de vastgestelde kaders
Artikelen 1-3; tabel 2
Bepaalde leidinggevenden
- Zelfstandige uitvoering binnen de vastgestelde kaders van bepaalde taken dagelijks bestuur - Ondertekening besluiten in mandaat - Zelfstandige uitvoering binnen de vastgestelde kaders van bepaalde taken voorzitter - Ondertekening besluiten in mandaat
Artikelen 4-8; tabel 3
Artikelen 4-8; tabel 4
6. Het delegatie- en mandaatbesluit − is opgezet volgens het zgn. positieve stelsel. Dat houdt in dat alleen de uitdrukkelijk genoemde bevoegdheden zijn over- of opgedragen. − komt in de plaats van de betreffende besluiten van de Regio IJssel-Vecht, die de Veiligheidsregio op 5 januari 2009 vaststelde. De relevante aspecten van delegatie- en mandaat worden nu in één besluit geregeld. Ook wat betreft ondertekening, volmacht en machtiging. − bevat eenduidige criteria voor delegatie en mandaat in opeenvolgende besluiten. Bijvoorbeeld: het AB stelt de begroting vast; het DB vult die nader in met deelprogramma’s of productbegrotingen; het DB mag in dat kader financiële verplichtingen aangaan; het DB mandateert de commandant regionale brandweer om bepaalde financiële verplichtingen aan te gaan en bijbehorende documenten te ondertekenen. − legt relaties met andere regels, die van toepassing zijn (financiële verordeningen, beleidsregels e.d.) Risico’s
vervolgblad
3
Het besluit bevat voorzieningen om bekende risico’s te ondervangen. Financiën Het besluit heeft geen financiële consequenties. Communicatie Het delegatie- en mandaatbesluit kan ook gevolgen voor burgers hebben. Zij kunnen namelijk geconfronteerd worden met besluiten die genomen zijn door een ander dan het oorspronkelijk bevoegde orgaan. Om die reden dient het besluit algemeen bekendgemaakt te worden.
DELEGATIE- EN MANDAATBESLUIT VEILIGHEIDSREGIO IJSSELLAND Toelichting
Inleiding Wie is bevoegd te beslissen over de aankoop van brandweermaterieel? Wie mag een nieuwe medewerker aanstellen? Wie mag een advies aan een gemeente ondertekenen? Wie mag een bezwaarschrift afhandelen? Wie mag……. De Veiligheidsregio IJsselland nam bij de start op 1 januari 2009 regelingen over van de Regio IJsselVecht om dit soort vragen te beantwoorden. De Veiligheidsregio kan daarmee niet volstaan. Want de Wet Veiligheidsregio’s en de Wet Ambulancezorg kennen nieuwe taken toe. En de organisatie van de Veiligheidsregio ontwikkelt zich nog. Beoogd effect Duidelijkheid over de uitoefening van bevoegdheden binnen de Veiligheidsregio. Slagvaardig werken door bepaalde verantwoordelijkheden en uitvoeringstaken zo dicht mogelijk bij de plek te leggen waar de resultaten bereikt moeten worden. Een goede organisatie en stroomlijning van de werkzaamheden. Argumenten 1. De Veiligheidsregio IJsselland moet haar wettelijke taken uitvoeren. Zij beschikt daarvoor over bevoegdheden. Als openbaar lichaam. Als deelnemer aan het rechtsverkeer. Belangrijke voorbeelden zijn: Wet veiligheidsregio’s, Wet ambulancezorg, Wet gemeenschappelijke regelingen, Burgerlijk Wetboek, Gemeenschappelijke Regeling. 2. Deze wetten kennen bevoegdheden vooral toe aan het bestuur van de veiligheidsregio. Het wordt aan het algemeen bestuur overgelaten om de uitoefening van de bevoegdheden nader in te vullen. Het delegatie- en mandaatbesluit voorziet daarin. 3. De eerste onderdeel is, dat het algemeen bestuur – om doelmatig te kunnen werken – bepaalde bevoegdheden overdraagt (delegatie) aan het dagelijks bestuur. Grofweg gaat het om bevoegdheden met een sterk dagelijks-bestuur-karakter. Het effect is, dat het algemeen bestuur zich kan concentreren op financiële en juridische kaders, op hoofdlijnen van beleid en op toetsing. 4. De tweede onderdeel houdt in, dat het dagelijks bestuur de uitvoering van bepaalde taken opdraagt aan bepaalde functionarissen (mandaat). Die opdrachten gelden voor uitvoerende taken binnen vastgestelde kaders. Het derde onderdeel regelt de mandatering door de voorzitter. 5. De hoofdlijnen van het besluit zijn: Wie
Wat
Waar
Algemeen Bestuur
- Vaststelling financiële en juridische kaders, hoofdlijnen van beleid en toetsing
Tabel 1
Dagelijks Bestuur
- Bevoegdheden van dagelijks bestuur binnen de vastgestelde kaders
Artikelen 1-3; tabel 2
Bepaalde leidinggevenden
- Zelfstandige uitvoering binnen de vastgestelde kaders van bepaalde taken dagelijks bestuur - Ondertekening besluiten in mandaat - Zelfstandige uitvoering binnen de vastgestelde kaders van bepaalde taken voorzitter - Ondertekening besluiten in mandaat
Artikelen 4-8; tabel 3
Artikelen 4-8; tabel 4
1
6. Het delegatie- en mandaatbesluit − is opgezet volgens het zg. positieve stelsel. Dat houdt in dat alleen de uitdrukkelijk genoemde bevoegdheden zijn over- of opgedragen. − komt in de plaats van de betreffende besluiten van de Regio IJssel-Vecht, die de Veiligheidsregio op 5 januari 2009 vaststelde. De relevante aspecten van delegatie- en mandaat worden nu in één besluit geregeld. Ook wat betreft ondertekening, volmacht en machtiging. − bevat eenduidige criteria voor delegatie en mandaat in opeenvolgende besluiten. Bijvoorbeeld: het AB stelt de begroting vast; het DB vult die nader in met deelprogramma’s of productbegrotingen; het DB mag in dat kader financiële verplichtingen aangaan; het DB mandateert de commandant regionale brandweer om bepaalde financiële verplichtingen aan te gaan en bijbehorende documenten te ondertekenen. − legt relaties met andere regels, die van toepassing zijn (financiële verordeningen, beleidsregels e.d.) Communicatie Het delegatie- en mandaatbesluit kan ook gevolgen voor burgers hebben. Zij kunnen namelijk geconfronteerd worden met besluiten die genomen zijn door een ander dan het oorspronkelijk bevoegde orgaan. Om die reden dient het besluit algemeen bekendgemaakt te worden.
2
DELEGATIE- EN MANDAATBESLUIT VEILIGHEIDSREGIO IJSSELLAND
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Veiligheidsregio IJsselland, elk voorzover het zijn bevoegdheden betreft; Overwegingen − de bestuursorganen van de Veiligheidsregio IJsselland beschikken over bevoegdheden om de wettelijke taken van de Veiligheidsregio uit te voeren; − zij vinden het gewenst om slagvaardig te werken door bepaalde verantwoordelijkheden zo dicht mogelijk neer te leggen bij de plek waar de resultaten bereikt moeten worden; − zij maken daartoe gebruik van de wettelijke mogelijkheden om bevoegdheden over te dragen en om de uitoefening van bevoegdheden op te dragen aan anderen. BESLUITEN 1. in te trekken de volgende onderdelen van het besluit van 5 januari 2009 tot vaststelling van besluiten van de Regio IJssel-Vecht i. het Delegatiebesluit; ii. de Mandaatregeling personeelsbesluiten; iii. de Regeling mandatering tekenbevoegdheid iv. de Mandatering vaststelling tarieven; 2. het volgende delegatie- en mandaatbesluit voor de Veiligheidsregio IJsselland vast te stellen: Delegatie Artikel 1 Het algemeen bestuur delegeert aan het dagelijks bestuur de bevoegdheden, opgenomen in tabel 2, onder de hierna en/of in de tabel vermelde beleidsregels. Artikel 2 Algemene beleidsregels De uitoefening van de in artikel 1 bedoelde bevoegdheden 1. is gericht op de realisering van wettelijk vastgestelde taken en regels en/of van beleidsdoelen, opgenomen in het vastgestelde beleidsplan, en geschiedt met inachtneming van het terzake geldende recht; 2. gebeurt binnen de financiële middelen, zoals beschikbaar gesteld in de vastgestelde programmabegroting en voor zover deze niet zijn uitgeput; 3. vindt plaats overeenkomstig vastgesteld of bestaand beleid voor de taken van de Veiligheidsregio. Het algemeen bestuur beslist over nieuw beleid als gevolg van nieuwe taken/activiteiten, intensivering van bestaande taken dan wel afbouw en/of stopzetting van taken, dat leidt tot structurele wijzigingen in de regiobegroting (financieel) en/of in de inzet van medewerkers (personeel). Artikel 3 Voorwaarde Het dagelijks bestuur rapporteert in elk jaarverslag over de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden. Mandaat, volmacht en machtiging Artikel 4 Verlening mandaat, volmacht en machtiging; ondertekening 1. Het dagelijks bestuur verleent mandaat, machtiging respectievelijk volmacht aan de functionarissen, genoemd in tabel 3, om besluiten te nemen ter uitoefening van de daarbij genoemde bestuurs- en beheersbevoegdheden, het verrichten van daarmee verbonden rechtshandelingen en het verrichten van daarmee samenhangende feitelijke handelingen. 2. De voorzitter verleent mandaat, machtiging respectievelijk volmacht aan de functionarissen, genoemd in tabel 4, om besluiten te nemen ter uitoefening van de daarbij genoemde bestuurs- en beheersbe-
3
voegdheden, het verrichten van daarmee verbonden rechtshandelingen en het verrichten van daarmee samenhangende feitelijke handelingen. 3. Het verleende mandaat omvat tevens de bevoegdheid tot ondertekening van de krachtens het mandaat genomen besluiten, tenzij daarvoor een andere functionaris is aangewezen. 4. Documenten die krachtens mandaat worden afgehandeld worden ondertekend met ‘namens het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter’, gevolgd door de naam en de functie van de gemandateerde. Artikel 5 Algemene beleidsregels, beperkingen en voorwaarden De uitoefening van het mandaat, de machtiging en de volmacht, bedoeld in artikel 4 1. is gericht op de realisering van wettelijk vastgestelde taken en regels en/of van beleidsdoelen, opgenomen in het vastgestelde beleidsplan, en geschiedt met inachtneming van het terzake geldende recht; 2. gebeurt binnen de financiële middelen, zoals beschikbaar gesteld in de vastgestelde programmabegroting en voor zover deze niet zijn uitgeput; 3. vindt plaats overeenkomstig vastgesteld of bestaand beleid voor de taken van de Veiligheidsregio. Het algemeen bestuur beslist over nieuw beleid als gevolg van nieuwe taken/activiteiten, intensivering van bestaande taken dan wel afbouw en/of stopzetting van taken, dat leidt tot structurele wijzigingen in de regiobegroting (financieel) en/of in de inzet van medewerkers (personeel). Artikel 6 Vervanging 1. Bij afwezigheid of verhindering van de gemandateerde gaat het mandaat, de machtiging of de volmacht over op zijn plaatsvervanger of, bij gebreke van een functionele plaatsvervanger, op de naasthogere functionaris. 2. Indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid de persoon, functie of enig ander belang van de gemandateerde zelf betreft, gaat het mandaat over op de naasthogere functionaris. Artikel 7 Informatieplicht 1. De gemandateerde stelt het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter in kennis van in mandaat genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming van belang is. 2. Het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter kunnen zich door de gemandateerde laten informeren over in mandaat genomen besluiten. Artikel 8 Ondermandaat 1. Verlening van ondermandaat is toegestaan voor een periode van maximaal 2 kalenderjaren in de gevallen, die in de tabellen 3 en 4 daarvoor zijn aangewezen. De secretaris van de Veiligheidsregio ontvangt een exemplaar van besluiten tot verlening van ondermandaat en meldt deze aan het dagelijks bestuur. 2. Documenten die krachtens ondermandaat worden afgehandeld worden ondertekend met ‘namens het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter’, gevolgd door de functie van de gemandateerde, aangevuld met ‘voor deze’, gevolgd door de naam en de functie van de ondergemandateerde. Artikel 9 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking. Artikel 10 Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als ‘Delegatie- en mandaatbesluit Veiligheidsregio IJsselland’.
Aldus besloten op 24 juni 2009.
H.J. Meijer, voorzitter
mw. I. van der Sloot, secretaris
4
Tabel 1: Bevoegdheden, die het Algemeen Bestuur voor zichzelf houdt Nr
1 2 3 4 5
6 7 8
9 10 11
12
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Bevoegdheid MULTIDISCIPLINAIR Samenstelling en taken veiligheidsdirectie Instelling en instandhouding gemeenschappelijke meldkamer Instelling en instandhouding uniforme informatieen communicatievoorziening Afspraken met BZK t.b.v. samenwerking bij branden, rampen en crises Vaststelling samenwerkingsafspraken met overheidsinstanties, bedrijven en/of andere rechtspersonen Vaststelling risicoprofiel Vaststelling beleidsplan veiligheidsregio Vaststelling crisisplan BRANDWEER Instelling en instandhouding regionale brandweer Benoeming/ontslag commandant regionale brandweer Aanwijzen functies die uitsluitend vervuld kunnen worden door regiopersoneel GHOR Instelling en instandhouding GHOR ALGEMEEN Samenstelling DB Instelling advies- en bestuurscommissies Vaststelling regels financieel beleid en beheer Vaststelling regels financiële controle Vaststelling financiële kaders en begroting Vaststelling jaarverslag en -rekening Verplichte wijziging taken en bevoegdheden Regeling tussen burgemeesters over coördinerend burgemeester Deelname aan een gemeenschappelijke regeling Deelname aan een voorziening tot samenwerking Vaststelling verordeningen Aanwijzing accountants Vaststelling regeling bewaring archiefbescheiden Regeling (gevolgen) toetreding en uittreding gemeenten Regeling (gevolgen) opheffing regio Instelling geschillencommissie
Grondslag
Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr
Wet vr Wet vr Wet vr
Wet vr GR Wet vr
Wet vr
GR GR GR GR GR GR GR GR GR GR GR GR GR GR GR GR
5
Tabel 2: Bevoegdheden, die het Algemeen Bestuur overdraagt aan het Dagelijks Bestuur Nr
1 2
3 4 5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17
18 19
20 21
22 23
24
Bevoegdheid MULTIDISCIPLINAIR Inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises Jaarlijks overleggen met de bij mogelijke rampen en crises in de regio betrokken partijen over de risico’s in de regio Adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises Beheren gemeenschappelijke meldkamer Beheren uniforme informatie- en communicatievoorziening Vaststellen van rampbestrijdingsplannen Hanteren van een kwaliteitszorgsysteem Vaststellen criteria voor grootschalige alarmering Zorgen voor voorziening om uitval meldkamer op te vangen Jaarlijks oefenen hoofdstructuur rampen- en crisibeheersing Verstrekken van informatie over de rampen en de crises die de regio kunnen treffen, en over de maatregelen die zijn getroffen ter voorkoming en bestrijding of beheersing hiervan BRANDWEER Beheren regionale brandweerorganisatie Adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de gemeentelijke brandweertaak Aanwijzen van inrichtingen als bedrijfsbrandweerplichtig Waarschuwen van de bevolking Verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting Adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen GHOR Beheren regionale GHOR-organisatie Maken van afspraken met de in de regio werkzame instellingen, zorgaanbieders, ambulancevervoerders en diensten Zorgen voor de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening Adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de geneeskundige hulpverlening Vaststellen van eisen aan de meldkamer ambulancezorg Adviseren van de minister over de vergunning ambulancezorg GEMEENTEN Aanwijzen van een een functionaris aan die is belast met de coördinatie van de maatregelen en
Grondslag
Specifieke beleidsregels
Wet vr Wet vr
Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr
Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr Wet vr
Wet vr Wet vr
Wet vr Wet vr
Wet AZ Wet AZ
Wet vr
6
Nr
25 26
27
28
29
30 31 32 33 34 35 36 37
Bevoegdheid voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis Coördineren en ondersteunen van gezamenlijke afspraken van gemeenten als kolom Besluiten over activiteiten binnen de kolom van gemeenten om op te treden als één organisatie ALGEMEEN Vaststellen van uitvoeringsprogramma’s en/of beheerplannen als uitwerking van het vastgestelde beleidsplan veiligheidsregio Vaststellen van deelprogramma’s en/of productramingen als uitwerking van de vastgestelde programmabegroting Vaststellen van projectplannen voor incidentele activiteiten en financiële verplichtingen met een looptijd van maximaal 3 jaren Inrichten van de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden Beheren van de financien en de boekhouding Vaststellen van tarieven, andere dan rechten, voor concrete dienstverlening Vaststellen van bestuurlijke samenwerkingsafspraken voor het voeren van het dagelijks bestuur Aanwijzen van toezichthoudende ambtenaren Opleggen van een last onder bestuursdwang Aanschaffen en beheren gemeenschappelijk materieel Aangaan van verplichtingen met personele en/of financiële consequenties
Grondslag
Specifieke beleidsregels
GR GR
GR
GR
GR
GR GR GR
Volgens de verordening administratieve organisatie Volgens de verordening financieel beleid Volgens de verordening financieel beleid
GR Wet vr en GR Wet vr Wet vr
Beleidsregels voor aanbestedingen
Wet vr en GR
Volgens vastgestelde programmabegroting Beleidsregels voor aanbestedingen
7
Tabel 3: verlening mandaat, machtiging of volmacht door het Dagelijks Bestuur aan functionarissen Betekenis van de gebruikte begrippen: - mandaat = bevoegdheid besluiten te nemen en te ondertekenen; - volmacht = bevoegdheid privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten; - machtiging = bevoegdheid overige handelingen te verrichten. Nr
1
2
3
4
5 6 7
Bevoegdheid
MULTIDISCIPLINAIR Adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises BRANDWEER Adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de gemeentelijke brandweertaak GHOR Adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de geneeskundige hulpverlening ALGEMEEN Aangaan van verplichtingen met personele en/of financiële consequenties
Voorbereiding/uitvoering beslissingen AB Vaststelling regels ambtelijke organisatie Benoeming, schorsen en ontslag medewerkers - Programma’s veiligheid, brandweer, meldkamer, gemeenten, bestuur
Grondslag
Mandaat, volmacht, machtiging aan
Wet vr
Commandant Regionale Brandweer
Wet vr
Commandant Regionale Brandweer
Wet vr
Directeur GHOR
GR
Commandant Regionale Brandweer
GR
nvt
GR
nvt
Besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen
Het mandaat geldt voor - de realisering van vastgesteld beleid en - werken tot een bedrag minder dan € 300.000 - leveringen en diensten tot een bedrag minder dan € 135.000 Ondermandaat is toegestaan aan leidinggevenden tot een bedrag minder dan € 50.000 Beleidsregels voor aanbestedingen
GR Commandant Regionale Brandweer
- Programma GHOR
8
Specfieke beleidsregels/beperkingen/voorwaarden
Directeur GHOR
GR
Commandant Regionale Brandweer
Het mandaat geldt voor - benoeming in functies binnen de formatie volgens de vastgestelde programmabegroting - ontslag op eigen verzoek Niet onder het mandaat vallen de functies van Commandant Regionale Brandweer (AB), Directeur GHOR en Secretaris (DB). Het mandaat geldt voor - de realisering van vastgesteld beleid en - werken tot een bedrag minder dan € 300.000 - leveringen en diensten tot een bedrag minder dan € 135.000 Ondermandaat is toegestaan aan lei-
8
Nr
Bevoegdheid
Grondslag
Mandaat, volmacht, machtiging aan
Specfieke beleidsregels/beperkingen/voorwaarden dinggevenden tot een bedrag minder dan € 50.000. Beleidsregels voor aanbestedingen
9 10
Behartiging belangen veiligheidsregio Organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden
11
Beheer vermogenswaarden regio
GR
Commandant Regionale Brandweer
12
Controle financieel beheer en boekhouding Besluiten tot rechtsgedingen, bezwaar- en beroepsprocedures Besluiten tot conservatoire maatregelen Toezicht bewaring archiefbescheiden Inrichting ambtelijke organisatie Regeling en uitvoering rechtspositie
GR
nvt
GR
nvt
GR
nvt
13 14 15 16 17
18
Vaststelling instructie voor commandant regionale brandweer, directeur ghor, coördinerend functionaris gemeenten, secretaris
GR
GR GR GR
GR
nvt Commandant Regionale Brandweer
nvt Commandant Regionale Brandweer
Volgens de verordening administratieve organisatie betreft het mandaat: - inrichting van de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden - aanwijzing ambtenaren als controller, beleidsmedewerker financiën en beheerder financiën Volgens de verordening vermogensbeheer betreft het mandaat: - uitzetten van geld - aantrekken van geld - versturen van betalingsopdrachten - openen/sluiten/wijzigen van bankrekeningen - afsluiten van kredietfaciliteiten Ondermandaat is toegestaan aan de aangewezen beheerder financien Volgens de verordening financiële controle
Het mandaat betreft het nemen van besluiten, anders dan bij punt 7, overeenkomstig de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR), de uitwerkingsovereenkomst (UWO), alsmede de door het bestuur vastgestelde lokale arbeidsvoorwaardenregelingen. Ondermandaat is toegestaan aan leidinggevenden voor hun medewerkers. Niet onder het mandaat vallen de functies van Commandant Regionale Brandweer, Directeur GHOR en Secretaris.
nvt
Tabel 4: verlening mandaat, machtiging of volmacht door de voorzitter aan functionarissen Nr
1
Bevoegdheid
Toezicht uitvoering besluiten AB en
Grondslag
GR
Mandaat, volmacht, machtiging aan Secretaris
Specifieke beleidsregels/beperkingen/voorwaarden Het mandaat betreft:
9
Nr
Bevoegdheid
Grondslag
Mandaat, volmacht, machtiging aan
DB
2
Coördinatie bestuursprocessen
GR
Secretaris
3
Ondertekening andere dan AB en DBstukken
GR
Secretaris
4
Vertegenwoordiging in en buiten rechte
GR
Secretaris Functionarissen, gemandateerd in tabel 3
5
Toepassing gemeentelijke noodbevoegdheden Bijeenroeping regionaal beleidsteam Aanwijzing regionaal operationeel leider Rapportage aan raden getroffen gemeenten Indiening verzoeken om bijstand bij BZK Beslissing op verzoeken van burgemeesters om bijstand
Wet vr
nvt
Wet vr Wet vr
nvt nvt
Wet vr
nvt
Wet vr
nvt
Wet vr
nvt
6 7 8 9 10
Specifieke beleidsregels/beperkingen/voorwaarden - onderzoek naar de wijze van uitvoering van besluiten - rapportage aan de voorzitter Het mandaat betreft: - planning van bestuursprocessen - bewaking dat onderwerpen de juiste bestuursprocessen doorlopen Het mandaat betreft - uitnodigingen voor bestuurlijke vergaderingen - documenten ter uitvoering van besluiten van het AB en DB Niet onder het mandaat vallen documenten, die ondertekend worden in het kader van de mandaten, verleend volgens tabel 3. Het mandaat betreft - de uitoefening van de mandaten, verleend volgens tabel 3
10
agendapunt betreft
Veiligheidsbestuur
datum
24 juni 2009
agendapunt onderwerp portefeuillehouder Proceseigenaar
10 Beleidsregels aanbestedingen H.J. Meijer L.J. Sievers
Te besluiten om De beleidsregels voor aanbestedingen (bijlage) vast te stellen. Toelichting De Veiligheidsregio nam een praktijk van diverse aanbestedingsgebruiken over van de Regio IJssel-Vecht. In de vorm van specifieke richtlijnen en afspraken voor bijvoorbeeld: - de inkoop van kantoorartikelen; - de aankoop van C2000-apparatuur, brandweerauto's, uniformen e.d. (aanbesteding via landelijke organisaties); - het doen van bestellingen (in procuratieverplichtingen); - de realisering van bouwkundige werkzaamheden. Deze richtlijnen en afspraken overlappen elkaar voor een deel, zijn beperkt actueel en en niet meer volledig. Beoogd effect Optreden van de Veiligheidsregio als integere en doelmatige opdrachtgever. Duidelijkheid over de richting van de keuzen ten aanzien van aanbestedingen van werken, leveringen en diensten. Een bestuurlijk geaccordeerd en werkzaam kader voor de praktijk. Argumenten 1. Maatschappelijke ontwikkelingen als de Bouwfraude-processen laten zien dat overheden kwetsbaar zijn. Ook al doen ze hun werk integer, zorgvuldig en vakkundig, overheden blijven kwetsbaar als ze niet kunnen laten zien welke regels gelden bij opdrachtverlening, en niet kunnen aantonen dat ze zich daar ook aan houden.
[m:\veiligheidsregio\ab veiligheidsbestuur\24 juni 2009\20090624.10 aanbestedingen -
vervolgblad
2
2. Daarnaast zijn er verschillende wettelijke ontwikkelingen. Bij de accountantscontrole van de jaarrekening wordt meer aandacht besteed aan rechtmatig aanbesteden. Er is al geruime tijd Europese regelgeving met betrekking tot de aanbesteding van overheidsopdrachten. In 2005 is de nieuwe Europese richtlijn werken, diensten en leveringen omgezet naar de nationale wetgeving in het Besluit aanbesteding overheidsopdrachten (BAO). 3. De richting van de keuzen ten aanzien van aanbestedingen van werken, leveringen en diensten kunnen op hoofdlijnen worden vastgelegd in beleidsregels. Deze regels gaan onder meer in op: de doelstellingen van aanbesteden, de vormen daarvoor met criteria, uitgangspunten voor gunning, afwijkingsmogelijkheden.
Beleidsregels aanbesteden Veiligheidsregio IJsselland 2009
Algemeen De Veiligheidsregio nam een praktijk van diverse aanbestedingsgebruiken over van de Regio IJsselVecht. In de vorm van specifieke richtlijnen en afspraken voor bijvoorbeeld: - de inkoop van kantoorartikelen; - de aankoop van C2000-apparatuur, brandweerauto's, uniformen e.d. (aanbesteding via landelijke organisaties); - het doen van bestellingen (in procuratieverplichtingen); - de realisering van bouwkundige werkzaamheden. Maatschappelijke ontwikkelingen als de Bouwfraude-processen laten zien dat overheden kwetsbaar zijn. Ook al doen ze hun werk integer, zorgvuldig en vakkundig, overheden blijven kwetsbaar als ze niet kunnen laten zien welke regels gelden, en ze niet kunnen aantonen dat ze zich daar ook aan houden. Daarnaast zijn er verschillende wettelijke ontwikkelingen. Bij de accountantscontrole van de jaarrekening wordt meer aandacht besteed aan rechtmatig aanbesteden. Er is al geruime tijd Europese regelgeving met betrekking tot de aanbesteding van overheidsopdrachten. In 2005 is de nieuwe Europese richtlijn Werken, diensten en leveringen omgezet naar de nationale wetgeving in het Besluit aanbesteding overheidsopdrachten (BAO). Een andere onderwerp is de groeiende aandacht voor de bestuurlijke en ambtelijke integriteit. Het handelen van bestuurders en ambtenaren mag de integriteit van de overheid als inkopende partij niet schaden. Transparantie van overheidsinkopen is daarvoor van belang. Beleidsregels De richting van de keuzen ten aanzien van aanbestedingen van werken, leveringen en diensten kunnen op hoofdlijnen worden vastgelegd in beleidsregels. Dan ontstaat er een bestuurlijk geaccordeerd en werkzaam kader voor de praktijk. Het kiezen van de aanbestedingsvorm hangt af van de na te streven doelstellingen. Uitgangspunt is dat de Veiligheidsregio optreedt als integere en doelmatige opdrachtgever. Integer wil zeggen handelend volgens wet- en regelgeving en de algemene beginselen van behoorlijke aanbesteding. Doelmatig in de zin van het doelmatig aanwenden van overheidsmiddelen. De hoofdlijnen voor aanbesteden zijn: 1. De Veiligheidsregio IJsselland streeft bij aanbestedingen de volgende doelstellingen na: · Bevorderen van de naleving van wet- en regelgeving op het terrein van aanbesteden. · Waarborgen van de integriteit bij de aanbesteding, zowel intern als extern. · Bevorderen van economisch aanbesteden, dat wil zeggen het op zodanige wijze aanbesteden dat een zo efficiënt mogelijke inzet van arbeid en geldelijke middelen wordt bereikt. · Verantwoording van gevolgde aanbestedingsprocedures. 2. De Veiligheidsregio IJsselland hanteert bij werken de volgende vormen van aanbesteding: · Bij werken met een geraamde waarde minder dan of gelijk aan € 100.000 enkelvoudige uitnodiging · Bij werken met een geraamde waarde meer dan € 100.000 en minder dan of gelijk aan € 300.000 onderhandse aanbesteding · Bij werken met een geraamde waarde meer dan € 300.000 en minder dan € 5.278.000 c.q. een later in de betreffende europese richtlijn vastgesteld ander bedrag, openbare aanbesteding · Bij werken gelijk aan of meer dan € 5.278.000 c.q. een later in de betreffende europese richtlijn vastgesteld ander bedrag, europese aanbesteding 3. De Veiligheidsregio IJsselland hanteert bij leveringen en diensten de volgende vormen van aanbesteding: · Bij leveringen en diensten met een geraamde waarde minder dan of gelijk aan € 50.000 de enkelvoudige uitnodiging · Bij leveringen en diensten met een geraamde waarde meer dan € 50.000 en minder dan of gelijk aan € 135.000 de onderhandse aanbesteding
1
· Bij leveringen en diensten met een geraamde waarde meer dan € 135.000 en minder dan € 236.945 c.q. een later in de betreffende europese richtlijn vastgesteld ander bedrag, openbare aanbesteding · Bij leveringen en diensten met een geraamde waarde gelijk aan of meer dan € 236.945 c.q. een later in de betreffende europese richtlijn vastgesteld ander bedrag, europese aanbesteding 4. De hierboven genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting. 5. Van bovenstaande aanbestedingsregels kan slechts om bijzondere redenen worden afgeweken (dit geldt niet voor europese aanbestedingen). Bijzondere redenen kunnen zijn: · Dwingende spoed: hiervan kan in principe alleen sprake zijn in situaties die niet te voorzien waren en die bij niet tijdige oplossing tot ernstige gevolgen leiden (calamiteiten); · De werken, de leveringen en/of diensten zijn dermate specialistisch dat het opvragen van een offerte niet gerechtvaardigd is; · Een subsidieverstrekker schrijft een andere aanbestedingsvorm voor als voorwaarde voor subsidieverlening. · Bij een gemeenschappelijke aanbesteding met andere overheden kan worden gekozen voor het aanbestedingsbeleid van één van deze andere overheden. 6. In geval van afwijking van de aanbestedingsregels dient een gemotiveerd aan het dagelijks bestuur te worden opgesteld. 7. Ten behoeve van de onderhandse aanbestedingen kunnen door het dagelijks bestuur groslijsten worden opgesteld op basis waarvan een roulatiesysteem zal worden opgezet. 8. De Veiligheidsregio IJsselland voert geen voorkeursbeleid bij aanbestedingen. 9. Zowel bij werken als bij diensten en leveringen vindt nacalculatie plaats van de inschrijving ten opzichte van de besteksraming. 10. Selectie van de uit te nodigen aannemers, leveranciers of dienstverleners geschiedt door de budgethouder. 11. Op aanbestedingen van werken is van toepassing het Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005). 12. In de tekst van het bestek van de concrete aanbesteding en in de bekendmaking zal Veiligheidsregio IJsselland bij de aanbesteding van overheidsopdrachten voor werken, de ARW 2005 van toepassing verklaren. 13. De Veiligheidsregio IJsselland maakt bij aanbestedingen gebruik van het RAW-bestek voor de grond-, water- en wegenbouw en cultuurtechnische werken, van het STABU-bestek voor de woningen utiliteitsbouw en van een Programma van Eisen bij leveringen en diensten. 14. Gunning geschiedt op basis van de laagste inschrijfprijs dan wel de economisch voordeligste inschrijving. 15. Als wordt gekozen voor de laagste prijs, wordt de opdracht altijd gegund aan de aanbieder met de goedkoopste inschrijving. Er vindt dan buiten het prijsaanbod geen onderlinge vergelijking plaats tussen de inschrijvingen op specifieke inhoudelijke aspecten. Als het aanbod voldoet aan de gestelde (minimum) eisen wordt de opdracht aan de aanbieder met de laagste prijs gegund. Daarom kan het criterium “laagste prijs”alleen gebruikt worden als de gestelde eisen en randvoorwaarden zodanig zijn omschreven dat zij voldoende waarborg zijn voor een goede uitvoering van het project. In de regel geldt dat laatste voor relatief eenvoudige, standaard of routinematige opdrachten, die niet voor meervoudige interpretatie vatbaar zijn, maar wel eenvoudig meetbaar en beheersbaar. 16. In gevallen waarin niet aan de onder 15 beschreven voorwaarden is voldaan, moet er worden gekozen voor het criterium “de economisch voordeligste aanbieding”. Er kan dan een uitgebreide (inhoudelijke) vergelijking plaatsvinden tussen de aanbiedingen, waarbij het onder meer gaat om de beste prijskwaliteitsverhouding.
2
Naast de prijs kan de beoordeling zich ook richten op onder meer de leveringstermijn, gebruikskosten, rentabiliteit, kwaliteit, esthetische en functionele kenmerken, architectonische waarde, technische waarde, klantenservice, garantie en bijvoorbeeld technische bijstand en lokale voorkeur. Het is essentieel dat de selectiecriteria (inclusief weging) waarop de aanbieding wordt beoordeeld van tevoren, dus bij het opstellen van de aanbesteding, eenduidig worden aangegeven. 17. Indien geen gunningcriteria zijn aangegeven, is automatisch het criterium van de laagste prijs van toepassing. 18. De gunningcriteria dan wel de vooraf geformuleerde eisen worden achteraf niet eenzijdig gewijzigd of aangevuld. 19. Na gunning van een Europese aanbesteding of gunning op grond van de openbare aanbestedingsprocedure dient na mededeling van de gunning een “standstill”-termijn van 15 dagen te worden gehanteerd. 20. Van elke aanbesteding wordt een aanbestedingsdossier (inclusief checklist) opgemaakt. 21. Nadat het algemeen bestuur het krediet voor de aanbesteding heeft gevoteerd geschiedt de uitvoering van de aanbestedingsprocedure door het dagelijks bestuur conform de in deze nota vastgelegde voorwaarden. De resultaten van de aanbesteding worden jaarlijks in kader van de jaarrekening gerapporteerd aan het algemeen bestuur. In deze rapportage wordt tevens aandacht geschonken aan afwijkingen van het bestek alsmede eventuele over- en onderschrijdingen. 22. Bij gezamenlijke aanbestedingen met andere overheden dient een gefundeerde keuze te worden gemaakt met betrekking tot de te volgen aanbestedingsregels. 23. Deze aanbestedingsaanpak zal periodiek worden geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.
3
Bijlage: Toelichting beleidsregels aanbesteden. 1. Inleiding Aanbesteden is een specifiek onderdeel van het inkoopproces. Het inkoopproces is een gestructureerd proces waarin de navolgende fasen te onderscheiden zijn: 1. Het inventariseren van de inkoopbehoefte 2. Het opstellen van functionele-, technische-, logische- en onderhoudsspecificaties 3. Het selecteren van leveranciers op basis van vooraf kenbaar gemaakte meetbare selectiecriteria 4. Het selecteren van offertes op basis van vooraf kenbaar gemaakte meetbare gunningscriteria 5. Het contracteren van de geselecteerde leverancier 6. Het uitvoeren van de overeenkomst/bestellen 7. De nazorg: service, aanvullende levering, bewaking en dergelijke Fasen 2 tot en met 5 geschieden tijdens het aanbesteden. Aanbesteden betreft dus de procedure voorafgaand aan de opdrachtverstrekking. Voor een heldere aanbestedingsaanpak is het van belang dat de Veiligheidsregio IJsselland de uitgangspunten en procedures die zij hanteert bij aanbesteden vastlegt. 2. Doelstellingen beleidsregels aanbesteding Bij aanbesteden worden gemeenschapsgelden aangewend. De Veiligheidsregio IJsselland heeft de verantwoordelijkheid deze gelden op een rechtmatige en integere wijze te besteden. Dit vereist de nodige zorgvuldigheid. Gelet op haar verantwoordelijkheid is het noodzakelijk om te beschikken over een heldere en eenduidige werkwijze teneinde de risico’s van onrechtmatig en niet-integer aanbesteden zoveel mogelijk te beperken. De Veiligheidsregio IJsselland kan verschillende doelstellingen nastreven met haar aanbestedingsaanpak. Zij heeft naast haar opdrachtgeverbelangen ook overheidsbelangen te vertegenwoordigen. Mogelijke doelstellingen zijn: a. Doelmatige besteding publieke gelden: · Een goede opdrachtbeschrijving, bijvoorbeeld in de vorm van een bestek of een Programma van Eisen (PvE) · Uitgangspunt is een solide betrouwbare opdrachtnemer die aantoonbare ervaring heeft in soortgelijke opdrachten. b. Non-discriminatie: · Verschillende opdrachtnemers (in beginsel) op gelijke wijze de kans geven mee te dingen naar de betreffende opdracht. · Een objectieve en op vooraf kenbaar gemaakte gronden, gunning van de opdracht. c. Integriteitbewaking. · Er wordt geen vriendjespolitiek bedreven. · Controle op basis van dossiervorming en checklisten is mogelijk. d. Objectiviteit · Willekeur ten aanzien van mogelijke inschrijvers en ten aanzien van de gunning van de opdracht wordt vermeden. · Eenduidigheid in aan alle inschrijvers te stellen eisen. e. Transparantie · Openheid en duidelijkheid naar alle inschrijvers toe. Zij moeten weten waar ze aan toe zijn en waarop ze inschrijven. · Het vastleggen van besprekingen en contracten met inschrijvers (Nota van inlichtingen, procesverbalen en dergelijke). f. Zorgvuldigheid · Motivering van beslissingen · Duidelijkheid. g. Financieel verantwoord · Goede kostenramingen voorafgaand aan de opdracht · Een extra check op (te) hoge offertes. h. Controleerbaarheid · Dossiervorming · Invullen van checklisten
4
3. Wet- en regelgeving inzake aanbesteden. De keuze voor een bepaalde wijze van aanbesteden wordt mede bepaald door regels van Europees en nationaal recht en het eigen beleid. Indien de geschatte waarde van de opdracht het door de Europese Commissie vastgestelde grensbedrag overschrijdt, zijn de regels van de Europese aanbestedingsrichtlijn werken, diensten en leveringen (2004/17/EG) van toepassing. Ook indien een opdracht niet volgens een Europese aanbestedingsprocedure behoeft te worden aanbesteed, moet rekening worden gehouden met het bestaan van procedurevoorschriften, zoals aangegeven in het gelden regels voor de regio. 3.1 Europese regelgeving 3.1.1. EG-richtlijnen De procedureregels voor de aanbesteding van werken, leveringen en diensten door de overheid staan in de Europese aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG (de Richtlijn) Deze Richtlijn richt zich onder andere op voldoende openbare bekendmaking van overheidsopdrachten in de EG om bedrijven uit alle lidstaten in de mededinging te betrekken. Werken Wanneer de waarde (exclusief btw) van de opdracht voor een werk gelijk of groter is dan het drempelbedrag van (momenteel) € 5.278.000, dan moet de Veiligheidsregio IJsselland de Richtlijn in acht nemen. Voor de goede uitvoering van de Richtlijn kan gebruik gemaakt worden van het Aanbestedingsreglement werken 2005 (ARW 2005) Leveringen Wanneer de waarde van de opdracht (exclusief btw) aan een leverancier gelijk of groter is dan (momenteel) € 236.945 moet de Veiligheidsregio IJsselland de Richtlijn volgen. Diensten Wanneer de waarde van de opdracht (exclusief btw) aan een dienstverlener gelijk of groter is dan het drempelbedrag van (momenteel) € 236.945 moet de Veiligheidsregio IJsselland de Richtlijn volgen. 3.2. Nationale regelgeving 3.2.1. Algemeen. De Europese regelgeving werkt door op nationaal niveau. Zo is de Richtlijn op grond van de Raamwet EEGvoorschriften aanbestedingen omgezet naar nationale wetgeving in het Besluit aanbestedingen overheidsopdrachten (BAO) Uit de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie blijkt dat de EG-verdragsbeginselen die van toepassing zijn op europees aanbesteden ook van toepassing worden verklaard op opdrachten onder de Europese drempelwaarden, zoals open, transparant en integer. 3.2.2. Regels voor de regio In de herziening van de Gemeentewet in 2003 is de accountantscontrole uitgebreid met een rechtmatigheidtoets. Dit betekent dat de accountant in zijn rapportage zal moeten aangeven of de overheidsgelden zijn uitgegeven met in acht neming van de wetgeving. Verder zijn voor het aanbestedingsbeleid ook de algemene beginselen van aanbesteden van toepassing, zoals het: - gelijkheidsbeginsel. Non-discriminatie. De Veiligheidsregio IJsselland moet bij aanbestedingen iedere gegadigde gelijke kansen geven en mag dus niet discrimineren. - doelmatigheidsbeginsel. De Veiligheidsregio IJsselland moet doelmatig met de algemene middelen omgaan. - belangenbeginsel. Dit houdt het verbod van willekeur en het zorgvuldigheidsbeginsel in. - beginsel van détournement de pouvoir. Eenvoudig gezegd houdt dit in dat de Veiligheidsregio IJsselland geen misbruik mag maken van haar bevoegdheden. - openheidsbeginsel en het beginsel van controleerbaarheid. Alles wat de Veiligheidsregio IJsselland doet moet openlijk en toetsbaar gebeuren. - motiveringbeginsel. De Veiligheidsregio IJsselland moet iedere beslissing kunnen motiveren.
5
- proportionaliteitsbeginsel. De eisen die de Veiligheidsregio IJsselland stelt moeten in alle redelijkheid worden opgesteld. En natuurlijk moet het aanbestedingsbeleid ook worden bezien in het licht van de integriteit van het regionale bestuur en het ambtelijk apparaat. De relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer dient zorgvuldig en zakelijk te zijn in de zin van onkreukbaarheid en integriteit. 3.2.3. Wet Bevordering integere besluitvorming openbaar bestuur (Bibob) en aanbestedingsaspecten. Het is ook van belang zeker te zijn van de integriteit van de opdrachtnemer. In dat verband is de wet Bibob in het leven geroepen. De wet strekt ertoe het openbaar bestuur een instrument te verschaffen, waarmee het zich kan beschermen tegen het risico, dat criminele activiteiten worden gefacilliteerd. Niet alleen bij het verlenen van subsidies en vergunningen, maar ook door het verrichten van privaatrechtelijke handelingen zoals het doen van aanbestedingen. De wet voorziet erin dat een bestuursorgaan dan in bepaalde gevallen een gegadigde kan uitsluiten van gunning van een bepaalde overheidsopdracht. 3.2.4. Aanbestedingsreglementen De algemene beginselen van behoorlijk aanbesteden worden bevorderd door het hanteren van aanbestedingsreglementen en standaardbestekken. Om aanbestedingsprocedures te regelen bestaan er diverse reglementen. Deze reglementen bevatten regels voor de wijze van aanbesteden, de bekendmakingen, de keuze van inschrijvers, de opdrachtverlening en de wijze van het beslechten van geschillen. 3.2.4.1. Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005) De ARW 2005 is verplicht voor de aanbestedingen van de rijksoverheid doch niet voor de lagere overheden, zoals gemeenten en regio’s. Vanwege de inzichtelijkheid van het proces is het aan te bevelen dat de Veiligheidsregio IJsselland de ARW 2005 in beginsel van toepassing verklaart als zij een werk aanbesteedt. De ARW 2005 regelt onder meer: · De te volgen procedure; · De in acht te nemen termijnen; · De te verstrekken gegevens; · De te hanteren criteria; · De verplichting een selectie/keuze te motiveren. 3.2.4.2. Technische en administratieve voorwaarden: het bestek Voor de uitvoering van het inkoopproces is het opstellen van een bestek of een programma van eisen, waarin de aan te besteden opdracht gedetailleerd wordt omschreven, een belangrijke fase. Het belang van het bestek en het programma van eisen bij de aanbesteding ligt in het feit dat ze de basis voor de prijsvorming zijn: iedere inschrijver beschikt door het bestek of het programma van eisen over dezelfde informatie. Het is duidelijk dat er een bestek of een programma van eisen moet zijn, alvorens door de gemeente tot aanbesteding wordt overgegaan. Bestekken worden veelal gebruikt voor de aanbesteding van werken, een programma van eisen voor de aanbesteding van leveringen en diensten. De functie van het bestek of programma van eisen is tweeledig: · Het dient een volledig beeld te geven van het door de aannemer, leverancier of dienstverlener te bereiken resultaat en wel zodanig, dat dit resultaat ook getoetst kan worden aan de in het bestek of programma van eisen vermelde eisen; · Het dient de verplichtingen te omschrijven die de betrokken partijen jegens elkaar hebben. 3.3. Toekomstige wet- en regelgeving In procedure is het wetsvoorstel Regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale sectorbedrijven (Aanbestedingswet, TK 2005-2006, nr. 30501). Dit wetsvoorstel heeft als strekking een basis te vormen voor: · de algemene beginselen van het aanbesteden, · de verplichte toetsing van integriteit, · de proportionaliteit van selectiecriteria, · vergroting van de toegankelijkheid, de kenbaarheid en de samenhang door het aanbanden leggen van aanbestedingsregels en aanbestedingsreglementen en aanbestedingsbeleidsregels,
6
· de goede uitvoering van Europee en internationale verplichtingen, zoals regels voor gelijke behandeling, concurrentie en transparantie, · bevordering van innovatie, · beperking van uitvoeringslasten middels een verplichting tot gebruikmaking van een elektronisch aanbestedingsinstrument bij het openstellen van een overheidsopdracht, opdracht, raam- of concessieovereenkomst. Indien het wetsvoorstel in de huidige vorm wet wordt, is er geen plaats meer voor een gemeentelijk en regionaal aanbestedingsbeleid. 4. Vormen van aanbesteding en selectie- en gunningscriteria 4.1. Vormen van aanbesteding Bij de Europese aanbesteding en aanbestedingen onder het Europese drempelbedrag kan de aanbesteding van een overheidsopdracht plaatsvinden onder andere door middel van een van de volgende procedures: 1. Openbare procedure (openbare aanbesteding) 2. Niet-openbare procedures (aanbesteding met voorafgaande selectie) 3. Gunning van opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst met een enkele ondernemer 4. Gunning van opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst met meer ondernemers 5. Onderhandse procedure 6. Enkelvoudige procedure 4.2. Selectiecriteria Indien niet openbaar wordt aanbesteed, zullen bedrijven moeten worden geselecteerd die tot inschrijving worden uitgenodigd. Daarbij is het van belang te weten welke eisen de opdrachtgever aan inschrijvers/gegadigden mag stellen. De groslijsten vormen een hulpmiddel om te komen tot een objectieve uitnodiging van bedrijven. Hierbij speelt een roulatiesysteem een rol. Op grond van de integriteit, transparantie en openheid dienen om de drie jaren de groslijsten opnieuw door het college te worden vastgesteld. 4.3. Gunningcriteria Naast de selectiecriteria geeft de richtlijn criteria aan waaruit de aanbestedende dienst een keuze moet maken voor het toekennen van een opdracht. Bij het beoordelen van offertes staan een overheidsorganisatie twee gunningcriteria ter beschikking: · De laagste prijs · De economisch voordeligste aanbieding waarbij verschillende aspecten in aanmerking kunnen worden genomen zoals de prijs, de kwaliteit, de termijn voor uitvoering of levering, klantenservice, innovativiteit, gebruiksvriendelijkheid, milieubescherming, etc. Wanneer een opdracht tegen de laagste prijs wordt gegund, is het beoordelen van de offertes relatief eenvoudig Gecontroleerd wordt of de aanbiedingen voldoen aan de vooraf vastgestelde en bekendgemaakte minimum- c.q. selectieeisen, waarna de prijs de doorslag geeft. Gunning tegen de laagste prijs is bij uitstek geschikt voor producten en diensten die een opdrachtgever gedetailleerd kan omschrijven in een bestek of waarvan het kwaliteitsniveau goed kan worden vastgelegd. Inschrijvers kunnen zich dan niet onderscheiden met de inhoud van hun aanbieding, maar alleen met de prijs. Voor andere opdrachten is het verstandiger om de economisch meest voordelige aanbieding te hanteren. Naast de prijs worden in dat geval aanvullende gunningcriteria geformuleerd. Deze kunnen betrekking hebben op het in te kopen product (zoals kwaliteit, milieuvriendelijkheid, levertijd), maar bijvoorbeeld ook op het beheer en onderhoud daarvan. Wil de aanbestedende dienst het criterium van de economisch meest voordelige aanbieding gebruiken, dan moeten of in de aankondiging van de opdracht of in het bestek alle criteria worden vermeld die men wil hanteren, met indien mogelijk een aanduiding van de rangorde van die criteria of het relevante belang dat eraan wordt gehecht. Indien er geen gunningcriteria zijn aangegeven, dan is automatisch het criterium van de laagste prijs van toepassing. 4.4. Alcatel arrest De Nederlandse wetgever heeft het Alcatel arrest vertaald naar nationale wetgeving. Artikel 55 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) schrijft een zogenaamde “standstill”- ter-
7
mijn van 15 dagen na verzending van de mededeling van gunning, vóór dat de overeenkomst wordt gesloten. 5. Nadere aspecten 5.1. Dossiervorming Van iedere aanbestedingsprocedure wordt een aanbestedingsdossier bijgehouden. Een dergelijk dossier is bedoeld om: · in geval van een rechtszaak het verloop van het aanbestedingsdossier aan te tonen; · te worden gebruikt voor het opstellen van rapporten aan het bestuur · als sturingsinstrument te dienen voor nog in procedure te brengen aanbestedingen. 5.2. Nacalculatie Nacalculatie is een belangrijk instrument om inzage te verkrijgen in kostenaspecten en prijsvorming. 5.3. Periodieke evaluatie Het is essentieel dat geconstateerde fouten en adviezen opvolging vinden binnen de gemeentelijke organisatie. Periodieke evaluatie van het aanbestedingsbeleid is in dat verband een goede zaak. Er wordt aan gedacht om het beleid minimaal één keer per drie jaar te evalueren.
8
agendapunt betreft
Veiligheidsbestuur
datum
24 juni 2009
agendapunt onderwerp proceseigenaar Portefeuillehouder
11 Grensoverschrijdende samenwerking met Grafschaft Bentheim L.J. Sievers H.J. Meijer
Voorstel Kennisnemen van 1. de overeenkomst “Grensoverschrijdende samenwerking bij rampen en zware ongevallen” (bijlage); 2. het uitgangspunt van deze overeenkomst dat de werkzaamheden binnen de bestaande begroting kunnen worden verricht en er geen extra middelen beschikbaar gesteld worden. Toelichting - De Gemeenten Hardenberg en Coevorden hebben samen het initiatief genomen voor het maken van grensoverschrijdende bijstandsafspraken bij rampen en zware ongevallen met de naburige grensregio “Grafschaft Bentheim”. Bijstand bij rampen en zware ongevallen valt onder verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio. Daarom hebben de Veiligheidsregio’s Drenthe en IJsselland zich eind 2008 bij de voorbereiding van deze samenwerking aangesloten. Resultaat is een overeenkomst waarin de afspraken tussen de verschillende partijen zijn vastgelegd. - Het gaat hierbij om wederzijdse multidisciplinaire bijstand op elkaars grondgebied. De bijstand is beperkt tot inzetten vanuit Duitsland op Nederlands grondgebied binnen de grenzen van de Veiligheidsregio’s IJsselland en Drenthe en vanuit Nederland op Duits grondgebied binnen de grenzen van de Landkreis Grafschaft Bentheim. - De samenwerkingsafspraken moeten worden gezien als voorbereiding op het organiseren van rampenbestrijding en crisisbeheersing. In het Wetsvoorstel Veiligheidsregio’s is dit expliciet aangemerkt als een verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio. - Hoewel voor grensoverschrijdende bijstand er landelijk al een aantal afspraken zijn gemaakt in de vorm van verdragen moet dit convenant worden gezien als een concrete uitwerking voor Drenthe, IJsselland en Grafschaft Bentheim. De bestaande wettelijke regelingen bieden weliswaar een basis voor grensoverschrijdende bijstand, maar worden omschreven als omslachtig. Het uitwerken van dergelijke regelingen in deze overeenkomst moet bijdragen aan een efficiënte crisisorganisatie die snel kan worden opgeschaald. - In de voorbereiding van dit convenant is gebruikgemaakt van de ervaringen die de Regio’s Twente en VNOG hebben op dit terrein.
[m:\veiligheidsregio\ab veiligheidsbestuur\24 juni 2009\20090624.11 grafschaf bentheim voorstel.doc]
vervolgblad
2
-
De samenwerking heeft enkel betrekking op de bestrijding van zware ongevallen en rampen, zoals is omschreven in de Wet Rampen en Zware Ongevallen (WRZO). De afspraken hebben betrekking op multidisciplinaire betrokkenheid van zowel brandweer, politie en GHOR en zijn hier binnen het veiligheidsbureau ook mee afgestemd. Hierbij is aansluiting gezocht bij de bestaande (landelijke) regelingen.
Vervolgtraject -
Het is de bedoeling dat de voorzitters van de Veiligheidsregio’s IJsselland, Drenthe, burgemeesters van Coevorden en Hardenberg en vertegenwoordigers van de Grafschaft Bentheim in de zomer van 2009 ondertekenen op het Europark Coevorden/Emlicheim
Inspanning door de Veiligheidsregio De ondertekening van dit convenant is geen vrijblijvende aangelegenheid en vraagt vanuit de Veiligheidsregio minimaal om de volgende inspanningen: -
-
-
-
Planvorming: een deskundigenwerkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers vanuit de verschillende disciplines (zowel regionaal als lokaal), gaat de samenwerkingsafspraken concreet uitwerken in een grensoverschrijdend bijstandsplan. Dit moet in 2010 gereed zijn. Dit betekent dat het Veiligheidsbureau hier in de jaarplanning rekening mee moet houden. Geadviseerd wordt hierbij zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de Regio’s Twente en VNOG die hier al de nodige ervaring mee hebben opgedaan. Tevens is het aan te bevelen om te onderzoeken of er subsidiemogelijkheden bestaan voor grensoverschrijdende projecten. (planning 2010) Relatiebeheer: Geadviseerd wordt om dit convenant pragmatisch uit te werken. Concreet wordt hiermee bedoeld dat de betrokken partijen elkaars contactgegevens uitwisselen, ze bij elkaar inventariseren welke bijstand ze kunnen leveren en dat betrokken functionarissen op de verschillende niveaus (waaronder CoPI, ROT) elkaar leren kennen om de samenwerking in de praktijk soepel te laten verlopen. (planning 2010) Opleiden/oefenen: Om de werking van de grensoverschrijdende samenwerking in de praktijk te bevorderen is het aan te bevelen periodiek (een keer per jaar/twee jaar) een multidisciplinaire oefening te organiseren. Ook hierin moet in de jaarplanning rekening worden gehouden. Het is hierbij aan te bevelen subsidiemogelijkheden te onderzoeken voor het organiseren van grensoverschrijdende oefeningen. (planning 2011) Technische voorzieningen: Verwacht wordt dat met name op de meldkamer een aantal voorzieningen nodig zijn om de communicatie met Duitsland te faciliteren. Geadviseerd wordt om hier op dit moment niet op in te spelen, gelet op de ontwikkelingen in het kader van de Meldkamer Oost Nederland. De meldkamer in Apeldoorn beschikt namelijk al over de noodzakelijke faciliteiten ten behoeve van grensoverschrijdende samenwerking waar onze Veiligheidsregio bij de overgang naar de Meldkamer Oost-Nederland mede gebruik van kan maken. (planning 2011)
Vereinbarung zu grenzüberschreitenden Zusammenarbeit bei Großschadens- und Katastrophenereignissen der Landkreis Grafschaft Bentheim, vertreten durch den Landrat, van-Delden-Str. 1-7, 48529 Nordhorn die Veiligheidsregio IJsselland, vertreten durch den Vorsitzenden, Zeven Alleetjes 1, 8011 CV Zwolle die Veiligheidsregio Drenthe, vertreten durch den Vorsitzenden, Jan Fabriciusstraat 60, 9401 BW Assen die Gemeinde Hardenberg, vertreten durch den Bürgermeister, Stephanusplein 1, 7772 BR Hardenberg, und die Gemeinde Coevorden, vertreten durch den Bürgermeister, Aleida Kramersingel 4, 7741 GC Coevorden, im folgenden als „Parteien“ bezeichnet, erklären auf der Basis des Abkommens zwischen den Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die gegenseitige Hilfeleistung bei Katastrophen einschließlich schwerer Unglückfälle vom 07.06.1988, sowie auf der Basis der gemeinsamen, Niederländisch-Niedersächischen Erklärung vom 07.06.2001 bezüglich grenzüberschreitender Zusammenarbeit;
folgendes: §1 Gegenstand / Inhalt (1) Die Parteien beabsichtigen, sich gegenseitig Unterstützung und Hilfe bei Großschadens- / Katastrophenereignissen zu leisten. (2) Ein Großschadens-/ Katastrophenereignis im Sinne dieser Erklärung liegt vor, wenn durch Feuer, Explosion, Naturereignis oder andere Unglücksfälle Leben oder Gesundheit zahlreicher Menschen oder erheblicher Sachwerte betroffen oder gefährdet sind und die örtlich zur Verfügung stehenden Einsatzkräfte und Einsatzmittel zur Gefahrenabwehr nicht ausreichen oder nicht zeitnah zur Verfügung stehen. 1
§2 Einsatzgebiete, Sonderstellung der Gemeinden Hardenberg und Coevorden (1) Die gegenseitige Unterstützung und Hilfeleistung durch die zusammenarbeitenden Parteien im Sinne dieser Erklärung betrifft bei einem Einsatz aus Deutschland auf niederländischem Staatsgebiet die Gebiete der Veiligheidsregios IJsselland und Drenthe, wobei die Gemeinden Hardenberg und Coevorden als Grenzgemeinden eine besondere Stellung einnehmen. Bei allen Großschadens- / und Katastrophenereignissen auf den Gebieten der Gemeinden Hardenberg und Coevorden können diese (oder die jeweilig zuständige Veiligheidsregio) Hilfe vom Landkreis Grafschaft Bentheim anfordern. Eine Anforderung auf der Hilfeleistung bei Großschadens-/ und Katastrophenereignissen auf den Gebieten der andere Gemeinden in den Gebieten der Veiligheidsregio’s IJsselland und Drenthe wird über die Veiligheidsregio’s von Landkreis Grafschaft Bentheim angefordert. (2) Bei einem Einsatz aus den Niederlanden auf deutschem Staatsgebiet ist die Unterstützung und Hilfeleistung auf das Gebiet des Landkreises Grafschaft Bentheim begrenzt. Vielmehr ist eine Unterstützung von den Gemeinden Coevorden und Hardenberg vom Landkreis Grafschaft Bentheim anzufordern. Nur für den Fall, dass die hierdurch zur Verfügung stehenden Einsatzkräfte und Einsatzmittel zur Gefahrenabwehr nicht ausreichend sind oder als nicht ausreichend erscheinen, wird parallel eine Anforderung der Hilfeleistung bei die Veiligheidsregio’s angefordert.
§3 Einsatzkräfte / Einsatzmittel (1) Für die Bewältigung von Großschadens-/ Katastrophenereignissen werden auf Anforderung der zuständigen Behörde Einsatzkräfte / Einsatzmittel für • • •
die Brandbekämpfung die medizinische Hilfeleistung die rettungsdienstliche Versorgung
(2) Es besteht Einigkeit darüber, dass Hilfeleistung nur im Rahmen der Verfügbarkeit der Einsatzkräfte und Einsatzmittel erfolgt.
§4 Anforderung der Hilfeleistung und Durchführung der Hilfemaßnahmen Für die Anforderung der Hilfeleistung und die Durchführung der Hilfsmaßnahmen gelten alle zwischen den Niederlanden und der Bundesrepublik Deutschland abgeschlossenen vertraglichen Regelungen. Unbeschadet hiervon findet die unmittelbare Kommunikation zwischen der Meldekammern der Veiligheidsregio’s und der Kreisleitstelle statt. Die Anforderung der Hilfeleistung wird behandelt gemäß der nationalen Vorschriften und der zusätzlich getroffenen, oder noch zu treffenden, Vereinbarungen.
2
§5 Zusammenarbeit (1) Die Parteien werden vertrauensvoll bei der Durchführung dieses Übereinkommens zusammenarbeiten. Sie werden sich rechtzeitig über mögliche Fragen, Probleme oder Meinungsverschiedenheiten informieren und gemeinsam nach einer Lösung suchen. (2) Zur praxisgerechten Umsetzung wird eine Expertenkommission gebildet. Diese soll einen gemeinsamen Gefahrenabwehrplan für den grenzüberschreitenden Einsatz bei Großschadens-/ Katastrophenereignissen aufstellen innerhalb von zwei Jahren nach Unterzeichnung dieses Vertrages und diesen zur Prüfung beiden Parteien vorlegen. Der gemeinsame Gefahrenabwehrplan verfolgt das Ziel, die in dieser Vereinbarung festgelegte Bereitschaft zur gegenseitigen Hilfeleistung in einheitliche Handlungsabläufe für den Einsatzfall umzusetzen. (3) In die Expertenkommission entsenden Veiligheidsregio Drenthe
Veiligheidsregio IJsselland
Landkreis Grafschaft Bentheim Vertreter Gem. Coevorden Vertreter Gem. Hardenberg Vertreter der Kreisverwaltung Vertreter regionale Feuerwehr Vertreter regionale Feuerwehr Kreisbrandmeister GHOR GHOR Leitender Notarzt Polizei (beratend) Polizei (beratend) Polizei (beratend) Die Expertenkommission kann einvernehmlich die Mitwirkung weiterer Vertreter/innen beschließen. (4) Nach Aufstellung des gemeinsamen Gefahrenabwehrplanes für den grenzüberschreitenden Einsatz bei Großschadens-/ Katastrophenereignissen tritt die Expertenkommission mindestens einmal jährlich zusammen, um die Fortschreibung des Gefahrenabwehrplanes abzustimmen und darüber hinaus auftretende Fragen und Probleme der Zusammenarbeit zu klären.
§6 Kosten (1) Die Kosten der Hilfeleistung, einschließlich der Aufwendungen, die durch vollständigen oder teilweisen Verlust sowie durch vollständige oder teilweise Zerstörung der mitgeführten Ausrüstungsgegenstände entstehen, werden von der die Hilfe anfordernden Partei nicht erstattet. Jede Partei trägt die Kosten, die ihr durch die Ausführung dieser Vereinbarung entstanden sind. (2) Auf Antrag werden durch die anfordernden Vertragspartner Kosten für notwendige Betriebsgüter, wie z.B. Schaumlöschmittel oder Kraftstoffe, erstattet. (3) Die Hilfsmannschaften werden während der Dauer des Einsatzes im Gebiet der die Hilfe anfordernden Partei auf deren Kosten untergebracht und verpflegt sowie mit für den jeweiligen Einsatz der Ausrüstungsgegenstände bestimmten Gütern versorgt, sofern die mitgebrachten Bestände aufgebraucht sind. Sie erhalten im Bedarfsfall medizinische Versorgung und Hilfe. 3
(4) Bezüglich der Vergütung von Kosten aufgrund von Einsätzen des Rettungsdienstes sollen separate Vereinbarungen getroffen werden mit dem Rettungsdienst RAV IJssel-Vecht und dem Rettungsdienst UMCG-ambulancezorg. Diese Vereinbarungen gliedern die nationale Vereinbarungen, die hierzu getroffen werden, an.
§7 Entschädigung / Haftung (1) Jede Partei wird auf alle gesetzlichen Entschädigungsansprüche gegen die andere Partei wegen Beschädigung von Vermögenswerten, die ihr gehören, verzichten, wenn der Schaden von einem Mitglied einer Hilfsmannschaft der anderen Partei bei der Erfüllung seines Auftrages im Zusammenhang mit der Durchführung des deutsch-niederländischen Abkommens verursacht worden ist, soweit es sich dabei nicht nachweislich um Vorsatz handelt. (2) Jede Partei wird auf alle gesetzlichen Entschädigungsansprüche gegen die andere Partei verzichten, die auf dem Schaden beruhen, der einem Mitglied einer Hilfsmannschaft entsteht, das bei der Erfüllung seines Auftrages im Zusammenhang mit der Durchführung des deutschniederländischen Abkommens eine Verletzung oder den Tod erlitten hat. (3) Die Hilfe anfordernde Partei haftet gemäß den für sie geltenden, gesetzlichen Bestimmungen für den Schaden, den ein Mitglied einer Hilfsmannschaft bei der Erfüllung seines Auftrages auf dem Gebiet dieser Partei einem Dritten zufügt. (4) Im Interesse einer raschen Erledigung von Schadensersatzansprüchen werden die Vertragsparteien eng zusammenarbeiten. Insbesondere tauschen sie möglichst zeitnah alle ihnen zugänglichen Informationen über Schadensfälle im Sinne dieses Paragraphen aus. (5) Die vorstehenden Regelungen sollen sinngemäß Anwendung finden auf einen Schaden, der während oder in Folge von gemeinsamen Übungseinsätzen entsteht.
§8 Genehmigung Die Parteien verpflichten sich gegenseitig, die für die Ausführung dieser Erklärung eventuell benötigten Genehmigungen anzufordern und auszutauschen.
§9 Inkrafttreten / Kündigung (1) Diese Erklärung tritt am N.T.B in Kraft (2) Diese Erklärung gilt auf unbefristete Zeit geschlossen. (3) Diese Erklärung kann durch eine der beiden Parteien mit einer Frist von 6 Monaten gekündigt werden.
4
§ 10 Vorbehalt Nationale Gesetze und Vorschriften, die den in dieser Erklärung getroffenen Vereinbarungen zuwider laufen, behalten im Falle der konkurrierenden Anwendung ihre Gültigkeit. Die hier getroffenen Bestimmungen sind im notwendigen Rahmen ohne Gültigkeit.
§ 11 Salvatorische Klausel (1) Änderungen und Ergänzungen dieser Vereinbarung bedürfen zu ihrer Gültigkeit der Schriftform. (2) Sollten einzelne Bestimmungen dieses Vertrages unwirksam oder lückenhaft sein, wird dadurch die Wirksamkeit der übrigen Bestimmungen nicht berührt. (3) Anstelle der unwirksamen Bestimmungen oder zur Ausführung einer Lücke treten diejenigen Regelungen, die die Vertragspartner unter Berücksichtigung des Grundsatzes von Treu und Glauben in Kenntnis der Unwirksamkeit der Bestimmungen getroffen hätten.
Overeenkomst tot grensoverschrijdende samenwerking bij zware ongevallen en rampen de Landkreis Grafschaft Bentheim, vertegenwoordigd door de Landrat, van-Delden-Str. 1 - 7, 48529 Nordhorn de Veiligheidsregio IJsselland, vertegenwoordigd door de voorzitter, Zeven Alleetjes 1, 8011 CV Zwolle de Veiligheidsregio Drenthe, vertegenwoordigd door de voorzitter, Jan Fabriciusstraat 60 9401 BW Assen de gemeente Hardenberg, vertegenwoordigd door de burgemeester, Stephanusplein 1, 7772 BR Hardenberg, en de gemeente Coevorden, vertegenwoordigd door de burgemeester, Aleida Kramersingel 4, 7741 GC Coevorden 5
hierna te noemen: “partijen”; gelet op het verdrag over rampenbestrijding tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen, zware ongevallen daaronder begrepen, van 7 juni 1988, Tractatenblad 1988, 95 en gelet op de Nederlands-Niedersächsische Gemeenschappelijke Verklaring met betrekking tot grensoverschrijdende samenwerking van 7 juni 2001; sluiten de volgende overeenkomst:
§1 Onderwerp van de overeenkomst 1. Partijen komen overeen elkaar wederzijds te ondersteunen en bijstand te verlenen in geval van grootschalige rampen en zware ongevallen. 2. Er is sprake van een ramp of zwaar ongeval wanneer sprake is van een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken
§2 Gebiedsafbakening Bijzondere positie van de gemeenten Hardenberg en Coevorden 1. De wederzijdse ondersteuning en bijstand door de samenwerkende partijen in de zin van deze overeenkomst zijn beperkt tot inzetten vanuit Duitsland op Nederlands grondgebied binnen de grenzen van de veiligheidsregio IJsselland en de veiligheidsregio Drenthe waarbij de gemeenten Hardenberg en Coevorden als grensgemeenten een bijzondere positie innemen. Bij alle zware ongevallen en rampen binnen het gebied van de gemeenten Hardenberg en Coevorden kunnen zij (dan wel de verantwoordelijke Veiligheidsregio) een verzoek om bijstand indienen bij de Landkreis Grafschaft Bentheim. Een verzoek om bijstand bij zware ongevallen en rampen op het grondgebied van de overige gemeenten in de Veiligheidsregio’s IJsselland en Drenthe verloopt rechtstreeks via de betreffende Veiligheidsregio’s. 2. Bij een bijstand vanuit Nederland op Duits grondgebied is de ondersteuning en bijstand begrensd tot het gebied van de Landkreis Grafschaft Bentheim. Primair wordt het verzoek van de Landkreis Grafschaft Bentheim om de ondersteuning en bijstand bij de gemeenten Hardenberg en Coevorden ingediend. In de situatie dat de hier ter beschikking staande personele en materiële middelen niet toereikend zijn of verwacht worden niet toereikend te zullen zijn, wordt een parallel verzoek om bijstand bij de Veiligheidsregio’s ingediend.
6
§3 Reddingswerkers / reddingsmiddelen 1. Voor het bestrijden van grootschalige rampen en zware ongevallen worden op verzoek van de bevoegde autoriteiten personele- en materiële middelen ter beschikking gesteld voor • • •
het bestrijden van brand geneeskundige hulpverlening technische hulpverlening
2. Het verzoek om bijstand wordt ingewilligd voor zover personele en materiële middelen ter beschikking staan.
§4 Verzoek om bijstand en inzet Voor de verzoeken om bijstand en de inzet gelden alle tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland overeengekomen verdragen en afspraken . Verzoeken om bijstand verlopen in beginsel via de meldkamers van de Veiligheidsregio’s en de Kreisleitstellen en worden afgehandeld volgens de nationale regels en de daarnaast tussen partijen gemaakte, of nog nader te maken, afspraken.
§5 Samenwerking 1. Partijen spreken af eendrachtig te zullen samenwerken bij het uitvoeren van deze overeenkomst. Zij zullen eventuele vragen, problemen of meningsverschillen tijdig naar voren brengen en gemeenschappelijk een oplossing zoeken. 2. Er wordt een deskundigencommissie gevormd die deze overeenkomst praktijkgericht moet uitwerken. Deze dient binnen twee jaar na ondertekening van deze overeenkomst een gemeenschappelijk bijstandsplan voor de grensoverschrijdende inzet bij grootschalige rampen en zware ongevallen op te stellen en ter vaststelling aan de partijen aan te bieden. Het gemeenschappelijke bijstandsplan heeft als doel de in deze overeenkomst gemaakte afspraken tot wederzijdse bijstand om te zetten in uniforme handelingsvoorschriften voor concrete inzet. 3. In de deskundigencommissie nemen zitting: Veiligheidsregio Drenthe Vertegenwoordiger: - gemeente Coevorden - Regionale Brandweer - GHOR - Politie (adviserend)
Veiligheidsregio IJsselland Vertegenwoordiger: - Gemeente Hardenberg - Regionale Brandweer - GHOR - Politie (adviserend)
Landkreis Grafschaft Bentheim Vertegenwoordiger: - Kreisstaf - Kreisbrandmeister - Notarzt - Politie (adviserend)
7
De deskundigencommissie kan in onderlinge overeenstemming besluiten nog meer vertegenwoordigers aan te stellen. 4. Na opstelling van het gemeenschappelijke bijstandsplan voor de grensoverschrijdende inzet bij grootschalige rampen en ongevallen komt de deskundigencommissie tenminste eenmaal per jaar bijeen om het bijstandsplan opnieuw vast te stellen en eventuele vragen en problemen rond de samenwerking op te lossen.
§6 Kosten 1. De kosten voor het verlenen van bijstand, met inbegrip van kosten die ontstaan voor geheel of gedeeltelijke vernietiging van de meegevoerde uitrusting en gebruiksgoederen, worden door de hulpverzoekende partij niet vergoed. Iedere partij draagt de kosten ontstaan op grond van de toepassing van deze overeenkomst 2. Op verzoek van de bijstandsverlenende partij worden specifieke verbruiksgoederen, zoals schuimvormend middel, vergoed. 3. De hulpverlenende manschappen worden tijdens de duur van de inzet in het gebied door de hulpverzoekende partij op diens kosten ondergebracht en verzorgd alsmede voorzien van de voor de inzet benodigde materiële middelen. Zo nodig ontvangen zij medische verzorging en hulp. 4. Ten aanzien van de vergoeding van de kosten voor ambulancebijstand zullen aparte afspraken gemaakt worden met de ambulancedienst RAV IJssel-Vecht en ambulancedienst UMCG-ambulancezorg. Hierbij wordt aangesloten op de landelijke afspraken die hiervoor gemaakt worden.
§7 Aansprakelijkheid 1. Elke partij ziet voor zichzelf en haar bestuursorganen af van alle wettelijke vorderingen tot schadevergoeding jegens de andere partij op grond van schade aan vermogensbestanddelen, die haar toebehoren, wanneer deze is ontstaan door een lid van de bijstandseenheid van de andere partij bij de vervulling van diens opdracht in verband met de uitvoering van deze opdracht, behoudens in geval van bewezen opzet. 2. Elke partij ziet voor zichzelf en haar bestuursorganen af van alle wettelijke vorderingen tot schadevergoeding jegens de andere partij op grond van schade, geleden door een lid van de bijstandseenheid die bij of door de vervulling van zijn opdracht in verband met de uitvoering van deze overeenkomst letsel heeft opgelopen of is overleden. 3. De partij waaraan bijstand wordt verleend, is volgens de eigen wettelijke bepalingen aansprakelijk voor de schade, toegebracht aan een derde door een lid van de bijstandseenheid bij de vervulling van zijn opdracht op het grondgebied van de andere partij.
8
4. In belang van een snelle afdoening van vorderingen tot schadevergoeding, werken de partijen nauw samen. In het bijzonder worden alle beschikbare gegevens over schadegevallen in de zin van dit artikel zo spoedig mogelijk uitgewisseld. 5. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op schade ontstaan tijdens of ten gevolge van gemeenschappelijke oefeningen.
§8 Vergunningen Partijen verplichten zich wederzijds om de voor de uitvoering van deze overeenkomst eventueel benodigde vergunningen aan te vragen en uit te wisselen.
§9 Inwerkingtreding / opzegging 1. Deze overeenkomst treedt in werking op N.T.B. 2. De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. 3. De overeenkomst kan door één van de partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden.
§ 10 Voorbehoud Nationale wet- en regelgeving op het gebied van ondersteuning en bijstand bij grootschalige rampen en zware ongevallen gaat bij samenloop boven de afspraken in deze overeenkomst.
§ 11 Slotbepalingen 1. Deze overeenkomst kan slechts schriftelijk worden gewijzigd. 2. Indien een bepaling in deze overeenkomst ongeldig zou zijn of worden of indien de overeenkomst een leemte zou bevatten, dan tast dit de rechtsgeldigheid van de overige bepalingen niet aan. 3. In plaats van de ongeldige bepaling of een leemte geldt dan een juridisch geldige regeling zoals die door de partijen met in achtneming van de redelijkheid en de billijkheid zouden zijn overeengekomen indien zij van de ongeldigheid op de hoogte zouden zijn geweest.
Geschehen zu N.T.B...... am ...2009 in fünf Urschriften, jede in deutscher und niederländischer Sprache, wobei jeder Wortlaut gleichermaßen verbindlich ist.
9
Opgemaakt te N.T.B…….. op … 2009 in vijf originelen, elk in de Nederlandse en Duitse taal, waarbij de versies in gelijke mate bindend zijn. Veiligheidsregio Drenthe
Voorzitter dhr. drs. Heldoorn
Landkreis Bentheim
K.S.
Veiligheidsregio IJsselland
Grafschaft
Landrat Friedrich Kethorn
Gemeente Coevorden
Gemeente Hardenberg
_________________________ _________________________ Burgemeester Voorzitter dhr. drs. H.J. Burgemeester dhr. B.J. Bouwmeester Meijer dhr. W. Meulman
10