Aan de leden en adviserende leden
POSTADRES
van de EUREGIO-raad
UNSER ZEICHEN
JO/MV 222
IHRE NACHRICHT VOM
ANSPRECHPARTNER DURCHWAHL
Postbus 6008
Jan Oostenbrink -24 of
[email protected]
ANSCHRIFT
Postfach 1164
NL-7503 GA
D-48572
Enschede
Gronau
053 / 460 51 51
02562 / 702-0
053 / 460 51 59
02562 / 702-59
[email protected]
[email protected]
www.euregio.nl
www.euregio.de
Vergadering EUREGIO-raad d.d. 22 november 2013
Geachte dames en heren,
07 november 2013
De eerstvolgende vergadering van de EUREGIO-raad, waarvoor wij u van harte uitnodigen, vindt plaats op vrijdag 22 november 2013 om 16.00 uur in het Gemeentehuis van Hengelo, Burgemeester Jansenplein 1, 7551 EC Hengelo, Tel.: 074-2459876 (http://www.parkeerlijn.nl/parkeren/hengelo/parkeergarage-thiemsbrug/) In de bijlage ontvangt u de agenda met toelichting voor deze vergadering. De fractievergaderingen beginnen om 14.00 uur in de volgende ruimten: CDA / CDU:
Vergaderzaal S213
PvdA / SPD:
Vergaderzaal S345
VVD+kleine fracties:
Vergaderzaal S216
Met vriendelijke groeten, Volksbank Gronau, Kontonummer 109 370 400,
Günter Alsmeier
BLZ 401 640 24
Voorzitter
BNG Den Haag, bankrekening 28.50.82.450 Postbank-girorekening 1913142
SEITE
UNSER ZEICHEN
2/43
JO/MV 22
AGENDA voor de vergadering van de EUREGIO-raad d.d. 22 november 2013
1:
Opening en begroeting -
2:
Goedkeuring van de agenda
Goedkeuring van het verslag van de vergadering van de EUREGIO-raad d.d. 21 juni 2013
3:
Mededelingen a) Overzicht taalscholen en taaldocenten EUREGIO-gebied b) Problemen met Nederlanders woonachtig in Neuenhaus (Interview RTV Oost 02-09-2013) c) Internationale School Münster d) Grensoverschrijdend ambulancevervoer e) Grensoverschrijdende OV-ticket f)
Airport Twente / stand van zaken
g) Naamswijziging Alfred Mozer Stichting (AMS) h) Nederlandse
overheid
stopt
de
subsidiebijdrage
aan
buitenlandse NTC scholen i)
Problemen aan de grens door rijverbod voor vrachtwagens tijdens zon- en feestdagen
j)
Burgerinitiatieven tegen geluidsoverlast door toenemend goederenvervoer per spoor aan de Nederlandse kant
k) Stand van zaken tolheffing Duitse snelweg
PRESENTATIE Gemeenschappelijk project Nederlandse en Duitse scholieren over het thema “Weerstand tegen het nationaal-socialisme” door Dr. Patrick Spell, leraar Alexander-Hegius-Gymnasium Ahaus en drie scholieren van het Assink Lyceum Haaksbergen
4:
a) Bericht vanuit het Dagelijks Bestuur b) Vragen en suggesties uit de fracties
SEITE
UNSER ZEICHEN
3/43
JO/MV 22
5:
Begroting 2014
6:
Vergaderschema 2014 - 2015
7:
Voorzitterschap EUREGIO-raad
8:
Samenstelling 3 nieuwe commissies
9:
Samenstelling Begeleidingsgroep Financiën
10:
Verandering rechtsvorm / stand van zaken
11:
Grensoverschrijdend
verschil
in
minimumleeftijd
bij
verkoop alcohol aan jongeren 12:
INTERREG
IV
A
(mededeling
van
het
regionaal
programma-
management
13:
INTERREG IV A - goed te keuren projecten a. INTERREG IV A-project “GROS_Impuls_A&O »
14:
Stand van zaken goedkeuring INTERREG IV A-People-toPeople-project “Filmspiegel”
15:
Goedkeuring van People-to-People- en kleinprojecten a. INTERREG IV A-kleinproject “Grenzeloos Bosrijk” b. INTERREG IV A-kleinproject “Infra detecteren” c. INTERREG IV A-kleinproject “Een sterk optreden” d. INTERREG
IV
A-People-to-People-project
“Niederlande
Net” e. INTERREG IV A-People-to-People-project “Tender Cert” 16:
Afwijzing van het INTERREG IV A-kleinproject “High Tech 2be Connected”
17:
Intrekking van goedkeuringsbesluiten a. INTERREG IV A-kleinproject “Vanuit EUREGIO naar Europa”
SEITE
UNSER ZEICHEN
4/43
JO/MV 22
b. INTERREG IV A-People-to-People-project „Grenskrant / grensposten“ c.
INTERREG IV A-People-to-People-project “Goed u te zien / beeldzorg”
18:
INTERREG V
19:
Rondvraag
SEITE
UNSER ZEICHEN
5/43
JO/MV 22
1:
Opening en begroeting -
Voorstel: Goedkeuring.
Goedkeuring van de agenda
SEITE
UNSER ZEICHEN
6/43
JO/MV 22
2:
Goedkeuring van het verslag van de vergadering van de EUREGIO-raad d.d. 21 juni 2013
Het verslag treft u als bijlage aan. Voorstel: Goedkeuring.
SEITE
UNSER ZEICHEN
7/43
JO/MV 22
3:
Mededelingen a) Overzicht taalscholen en taaldocenten EUREGIO-gebied
Op verzoek van de EUREGIO-Raad heeft het EUREGIO-secretariaat een overzicht opgesteld van taalscholen en taaldocenten Duits en Nederlands in het EUREGIO-gebied. In het overzicht zijn zowel private als openbare initiatieven opgenomen. Het overzicht kunt u online vinden op http://www.euregio.eu/nl/onderwijsmaatschapij/taal. Eventuele aanvullingen op de lijst kunt u doorgeven aan het EUREGIO-secretariaat. b) Problemen met Nederlanders woonachtig in Neuenhaus (Interview RTV Oost 02-09-2013) Op 02-09-2013 heeft RTV OOST een reportage uitgezonden met als titel "Nederlanders voelen zich niet welkom in Duitsland". In de uitzending beklaagt een
Nederlandse
inwoner
dat
zijzelf,
alsmede
andere
woonachtige
Nederlanders in Neuenhaus, slecht worden behandeld en benadeeld op basis van hun nationaliteit. Het secretariaat heeft als reactie op de uitzending contact opgenomen met de gemeente Neuenhaus. De heer Günter Oldekamp, eerste Samtgemeinderat, deelde mee dat de gemeente Neuenhaus deze zaak nader heeft onderzocht. Soortgelijke verwijten werden niet bevestigd door andere Nederlandse inwoners. Ondertussen is ook een e-mail van de Nederlandse buren van de geïnterviewde vrouw binnengekomen bij het EUREGIO-secretariaat waarin de uitspraken van de gemeente worden bekrachtigd. c) Internationale School Münster De EUREGIO-Raad heeft in haar vergadering op 21-06-2013 besloten om het Ministerium für Schule und Weiterbildung van NRW op te roepen om de Hugo de Groot school in Münster zo spoedig mogelijk als internationale school te erkennen. Het secretariaat heeft gevolg gegeven aan deze opdracht met brief d.d. 05-07-2013. In de bijlage ontvangt u de reactie van het Ministerium für Schule und Weiterbildung des Landes Nordrhein-Westfalen. d) Grensoverschrijdend ambulancevervoer In 1997 werd tussen de Regio Achterhoek en de Kreis Borken een overeenkomst
gesloten
op
het
gebied
van
het
grensoverschrijdend
SEITE
UNSER ZEICHEN
8/43
JO/MV 22
ambulancevervoer. In de tussentijd heeft de Regio Achterhoek deze taak overgedragen aan Connexxion. Door de jaren heen werd de ambulancedienst van de Kreis Borken jaarlijks ongeveer 100 keer ingezet aan Nederlandse kant. Aangezien de regelgeving voor het ambulancevervoer aan Duitse en Nederlandse kant steeds sterker uiteenlopen, werd de samenwerking door juridische problemen sinds het jaar 2011 tot een minimum beperkt. De achterliggende redenen hiervan waren en blijven onduidelijkheden met name over de bevoegdheden van de Duitse “Rettungsassistenten” bij het toedienen van
medicijnen
en
de
daarmee
verbonden
aansprakelijkheid.
Deze
problematiek is in de samenwerking tussen Connexxion en de Kreis Borken vooral relevant aangezien door de Kreis Borken geen arts kan worden meegestuurd bij een ritopdracht. De door de Kreis Borken voorgestelde extra bijscholingen voor de “Rettungsassistenten” zou de situatie juridisch gezien niet verbeteren. Connexxion heeft al in 2011 een juridische toetsing laten uitvoeren. Begin 2012 werd deze onder andere aan het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegezonden met het verzoek om gezamenlijk naar mogelijke oplossingen te zoeken. Recentelijk heeft Connexxion Ambulancezorg contact gehad met het Ministerie van VWS; het verzoek is om een geactualiseerd samenwerkingsconvenant tussen beide partijen ter toetsing voor te leggen aan het ministerie van VWS en IGZ. Connexxion en Kreis Borken zijn van mening dat het ministerie van VWS eerst duidelijkheid moet verschaffen over de eisen rondom de bevoegdheid en bekwaamheid bij grensoverschrijdende assistentie alvorens zij hun convenant kunnen actualiseren. De partners hebben daarom het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om hierover op korte termijn duidelijkheid te verschaffen. Verder dient te worden opgemerkt dat, onafhankelijk van de geschilderde problematiek, de ambulancedienst van de Kreis Borken alsmede van Connexxion hartpatiënten vervoeren tussen de ziekenhuizen van Winterswijk en Bocholt. e) Grensoverschrijdende OV-ticket Het gebruik van nationale tickets voor grensoverschrijdend openbaar vervoer is niet optimaal. Immers, zowel aan Duitse als aan Nederlandse zijde is er sprake
van
verschillende
en
niet-compatibele
ticketsystemen.
Aan
SEITE
UNSER ZEICHEN
9/43
JO/MV 22
Nederlandse zijde wordt dit nog gecompliceerder door de zogenaamde OVchipkaart. Bij de pilot spoorverbinding Bad Bentheim-Oldenzaal-Hengelo is getracht om op het station van Bad Bentheim de OV-chipkaart apparatuur te plaatsen. Om diverse redenen is dit toen niet gerealiseerd. Betreffende de spoorverbinding Enschede-Gronau hebben de Regio Twente en Provincie Overijssel gezamenlijk overleg gevoerd over de mogelijke plaatsing van OV-chipkaart apparatuur op de stations Enschede De Eschmarke en Glanerbrug. Gelet op de kosten en de reeds aanwezige NS-kaartautomaten alsmede dat er in de trein de mogelijkheid is om vervoerbewijzen met zowel het Münsterland Tarif als NRW Tarif te kopen, is daarvan afgezien. Daarbij is dan ook de vraag naar de plaatsing van de OV-chipkaart apparatuur op de 13 stations tussen Enschede en Münster eenvoudig te beantwoorden: vanuit kostenoverweging is hiervan afgezien. Verder is er in de Euregio Maas Rijn reeds langere tijd een task force actief die de mogelijkheden onderzoekt naar de “Interoperability of electronic fair managements systems between the Netherlands, Belgium and North RhineWestphalia”. In deze task force wordt op dit moment gediscussieerd over het opzetten van een haalbaarheidsstudie waarbij diverse varianten inzake grensoverschrijdende ticketing zullen worden onderzocht. Op 14 november 2013 organiseert de Euregio Rijn-Waal een conferentie inzake het thema grensoverschrijdend openbaar vervoer. f) Airport Twente / stand van zaken Op 26 september 2013 heeft de ondertekening van de overeenkomst inzake Twente Airport plaatsgevonden tussen Area Development Twente (ADT) en het consortium Reggeborgh / Aviapartner, waarbij het consortium het recht gekregen
heeft
om
voor
49
jaar
de
luchthaven
met
bijbehorend
bedrijventerrein te ontwikkelen en exploiteren. Ter info: ADT is het samenwerkingsverband van de Provincie Overijssel en de Gemeente Enschede.
SEITE
UNSER ZEICHEN
10/43
JO/MV 22
Daarbij wordt over 10 à 15 jaar een inschatting gemaakt van zo’n 600.000 tot 2 miljoen passagiers en zal naar verwachting € 60 miljoen worden geïnvesteerd. Het jaar 2014 zal gebruikt worden voor de verdere procedurele afronding, o.a. wat betreft de vaststelling van het bestemmingsplan en de vraag richting Europese Commissie in hoeverre er sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Vervolgens zullen de bouwactiviteiten gaan plaatsvinden waarna in 2016 de luchthaven zal worden opengesteld voor commerciële vluchten. In de tussenliggende periode zal er gevlogen kunnen worden door kleinverkeer. g)
Naamswijziging Alfred Mozer Stichting (AMS)
De Alfred Mozer Stichting, in 1990 opgericht en gelieerd aan de PvdA, is sinds deze zomer opgegaan in de nieuwe naam “Foundation Max van der Stoel” (FMS). Max van der Stoel is een voormalig minister van Buitenlandse Zaken en een belangrijk sociaal-democraat geweest. h)
Nederlandse overheid stopt de subsidiebijdrage aan buitenlandse NTC-scholen
De meest voorkomende vorm van Nederlands onderwijs in het buitenland vormen de Nederlandse taal- en cultuurscholen (NTC-scholen). Op deze scholen krijgen leerlingen een aantal uren per week les in de Nederlandse taal en cultuur. Zij volgen dit onderwijs als aanvulling op of onderdeel van het lokale of internationale onderwijs. Dit aanvullende onderwijs is er voor kinderen uit het basis- en voortgezet onderwijs. Het NTC-onderwijs is bedoeld om een achterstand in de moedertaal te voorkomen en de instroom in het Nederlands onderwijs bij een eventuele terugkeer te vergemakkelijken. De lessen in Nederlandse taal en cultuur worden gemiddeld drie uur per week gedoceerd. In onze EUREGIO is er één NTC-school, namelijk “NTC-Obergrafschaft - De Brug”. Wereldwijd gaat het om ruim 200 scholen. Deze school, De Brug, bestaat sinds 2010 en heeft een vestiging in Bad Bentheim en Gildehaus. De leerlingen zijn tussen de 4 en 14 jaar en hebben, op een enkeling na, Nederlandse ouders. Die kozen voor Duitsland vanwege het ruime en goedkope wonen over de grens, vanwege het werk of een combinatie daarvan. De overheid subsidieert NTC-scholen
SEITE
UNSER ZEICHEN
11/43
JO/MV 22
jaarlijks met € 400 per leerling. Een korte rekensom leert ons dat door het stopzetten van deze subsidie (zie bijgaand krantenartikel) de eigen bijdrage van de ouders van nu € 35,- per maand naar afgerond € 70,- per leerling per maand zou moeten. Volgens een woordvoerder van de school kan de ouderbijdrage echter niet nog verder omhoog en derhalve heeft de school zich tot de EUREGIO gewend voor een financiële bijdrage. De MOZER-commissie werd het verzoek voorgelegd. De MOZER-commissie onderschrijft het belang van NTC-onderwijs, maar ziet geen mogelijkheid om het subsidiedeel van de Nederlandse staat op zich te nemen. i)
Problemen aan de grens door rijverbod voor vrachtwagens tijdens zon- en feestdagen
In Duitsland geldt o.a. voor vrachtwagens en trekker-opleggercombinaties met een toegestaan totaalgewicht van 7,5 ton en meer, een rijverbod op zon- en feestdagen van 0:00 tot 22:00 uur. Voor de specifieke feestdagen Allerheiligen (1 november) en “Fronleichnam” (2e donderdag na Pinksteren) heeft het land Nordrhein-Westfalen een uitzonderingsregeling opgesteld. Beide feestdagen zijn
immers
geen
feestdag
in
het
land
Niedersachsen.
Zo
mogen
vrachtwagens op deze twee feestdagen toch gebruik maken van de “Nordrhein-Westfaalse” A2 (vanaf de grens van Niedersachsen tot aan het knooppunt Bad Oeyenhausen), de B61 en de A30 als transitroute.
Geregeld ontstaan aan de grensovergang A1 / A30 ter hoogte van De Lutte aan de vooravond van en tijdens zon- en feestdagen lange files van vrachtwagens. De Nederlandse politie zet zich in om het gevaar voor alle verkeersdeelnemers te reduceren door verschillende maatregelen. Mogelijke files worden vroegtijdig aangekondigd. Bovendien worden vrachtwagenchauffeurs opgeroepen om ver voor de grensovergang de parkeerplaatsen langs de A1 te gebruiken. De Nederlandse politie regelt overigens direct aan de grensovergang het parkeren van de vrachtwagens op de vluchtstrook. In 2014 moeten bovendien aan Nederlandse kant bij grensovergang 50 nieuwe parkeerplaatsen voor vrachtwagens worden aangelegd. Verder wordt samen met de stad Bad Bentheim nagedacht over de aanleg van parkeerplaatsen en voorzieningen voor de vrachtwagenchauffeurs aan de Duitse zijde vlak bij de grens.
Michael Sijbom, burgemeester van Losser, heeft het EUREGIO-secretariaat evenals collega-burgemeesters aan de Duitse kant op deze problematiek
SEITE
UNSER ZEICHEN
12/43
JO/MV 22
gewezen. De handelingsmogelijkheden terplekke zijn echter beperkt. Het probleem moet in principe op het niveau Berlijn – Den Haag worden opgelost. Om daar de nodige aandacht voor het probleem te verkrijgen, zet het EUREGIO-secretariaat zich in om het probleem op de zogenoemde GROSactielijsten te plaatsen. Deze GROS-lijsten bevatten de te behandelen thema´s tussen de ministeries in Den Haag, Düsseldorf en Hannover.
j)
Burgerinitiatieven tegen geluidsoverlast door toenemend goederenvervoer per spoor aan de Nederlandse kant
De Tweede Kamer behandelt momenteel plannen m.b.t. goederenvervoer per spoor in Oost-Nederland (Programma Hoogfrequent Spoor/ PHS). Het thema ligt aan de Nederlandse kant politiek gevoelig en er is al een aantal burgerinitiatieven opgericht. De toename van de geluidsoverlast en de mogelijke gevaren door de voorspelde sterke stijging van het goederenvervoer op de IJssel-, Twente- en Twentekanaallijn worden aan de kaak gesteld. Terwijl het toenemende goederenvervoer via de zuidelijke Betuwelijn naar Duitsland
moet
worden
geleid,
wordt
ook
een
toename
van
het
goederenvervoer per spoor verwacht op de noordelijke route (grensovergang Oldenzaal-Bad Bentheim). De Nederlandse regering maakt zich sterk om bij de verdeling van de goederenstromen tussen deze beide routes sterker in te zetten op de zuidelijke Betuwelijn. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat de impact van de Betuwelijn op mens en natuur geringer is dan bij de noordelijke variant. De Noordelijke route kruist immers vaker stedelijke en dichtbevolkte gebieden. Dit verklaart ook de inzet van de genoemde burgerinitiatieven. Om een hoge efficiëntie van de Betuwelijn te bereiken, moet de capaciteit van de verbinding aan de Duitse kant (vanaf de DuitsNederlandse
grens
tot
aan
het
Ruhrgebied)
worden
verbeterd.
De
financieringstoezegging voor de uitbouw van de spoorlijn van Emmerich tot Duisburg
werd
door
het
land
Nordrhein-Westfalen
verkeersministerie ondertekend op 24 juli jl.
k)
Stand van zaken tolheffing Duitse snelweg
Mondelinge toelichting ter vergadering. Voorstel: Mededelingen voor kennisgeving aannemen.
en
het
Duitse
SEITE
UNSER ZEICHEN
13/43
JO/MV 22
PRESENTATIE Gemeenschappelijk project Nederlandse en Duitse scholieren over het thema “Weerstand tegen het nationaal-socialisme” door Dr. Patrick Spell, leraar Alexander-Hegius-Gymnasium Ahaus en drie scholieren van het Assink Lyceum Haaksbergen
SEITE
UNSER ZEICHEN
14/43
JO/MV 22
4:
a) Bericht vanuit het Dagelijks Bestuur b) Vragen en suggesties uit de fracties
SEITE
UNSER ZEICHEN
15/43
JO/MV 22
5:
Begroting 2014
De begroting 2014 treft u als bijlage aan. De begroting kent een negatief resultaat van € 85.107. In de meerjarenraming was voor de begroting een negatief resultaat van € 160.163 geraamd. Verder werd de inhoud van de begroting enigszins aangepast conform de Strategie2020. Voorstel: Goedkeuring van de begroting 2014.
SEITE
UNSER ZEICHEN
16/43
JO/MV 22
6:
Vergaderschema 2014 - 2015
Het vergaderschema 2014 – 2015 treft u als bijlage aan. In verband met de verkiezingen in Nederland en Nordrhein-Westfalen in 2014 worden de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur en de EUREGIO-raad, die gepland stonden op 19 mei respectievelijk 13 juni 2014, verschoven naar 02 juni (DB) en 27 juni 2014 (EUREGIO-raad). Voorstel: Goedkeuring van het vergaderschema 2014 – 2015.
SEITE
UNSER ZEICHEN
17/43
JO/MV 22
7:
Voorzitterschap EUREGIO-raad
Günter Alsmeier werd in januari 2010 verkozen tot voorzitter van de EUREGIO-Raad. In overeenstemming met artikel 8 (5) van de statuten van de EUREGIO e.V. kiest de EUREGIO-Raad uit haar midden een voorzitter en drie plaatsvervangers voor een periode van vier jaar. De fractievoorzitters hebben in hun vergadering op 30-09-2013 afgestemd om op z’n vroegst na de herbezetting van de EUREGIO-Raad, na de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 in Nederland en Nordrhein-Westfalen, een nieuwe voorzitter te kiezen.
Voorstel: De verkiezing van de voorzitter van de EUREGIO-Raad alsmede zijn drie plaatsvervangers zal op z’n vroegst plaatsvinden na de herbezetting van de EUREGIO-Raad na de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 in Nederland en Nordrhein-Westfalen.
SEITE
UNSER ZEICHEN
18/43
JO/MV 22
8:
Samenstelling 3 nieuwe commissies
De EUREGIO-Raad heeft in haar vergadering op 21-06-2013 besloten over te gaan tot de vorming van drie commissies, te weten “Economie en Arbeidsmarkt”, “Duurzame ruimtelijke ontwikkeling” evenals “MOZER” in plaats van de huidige 10 EUREGIO-werkgroepen. Tegelijkertijd werd ook het kader voor de werkzaamheden van de drie nieuwe commissies vastgesteld in een huishoudelijk reglement.
Per e-mail d.d. 12-09-2013 zijn alle leden over de aankomende veranderingen geïnformeerd en gevraagd om in hun deelregio´s af te stemmen over de samenstelling van de commissies. Parallel daaraan vond op 30-09-2013 een vergadering van de fractievoorzitters plaats. De samenstelling van de commissies was één van de agendapunten. Conform het goedgekeurde huishoudelijk reglement zouden de commissies uit 17 stemgerechtigde leden bestaan, te weten: -
1 commissievoorzitter (lid van de EUREGIO-Raad),
-
8 vertegenwoordigers uit de EUREGIO-Raad,
-
8 deskundigen uit de deelregio’s van de EUREGIO (NRW, Nds, Ov, Gld, Drenthe).
Het huishoudelijk reglement (zie bijgaande versie van 05-10-2013) benoemt alleen de Provincie Overijssel, de Provincie Gelderland, de Bezirksregierung Münster, de Regierungsvertretung Oldenburg evenals het Programmamanagement INTERREG als adviserende leden van de commissies. Uit eerste gesprekken komt naar voren dat de behoefte bestaat om meer adviserende leden te benoemen voor de commissies. Deze inzichten werden al in het eerste voorstel van het secretariaat meegenomen.
Ondertussen zijn op het voorstel van het secretariaat reacties binnengekomen. Deze vindt u in de bijlage. Zoals gewenst treft u op deze bijlage tevens een profielvoorstel van de deskundigen uit de deelregio’s. Om een consensus te kunnen bereiken, blijkt het noodzakelijk dat het Nedersaksische deel van de EUREGIO per commissie twee stemgerechtigde zetels krijgt. Teneinde de verhouding te handhaven tussen de deelregio´s, de landen en tussen vertegenwoordigers van de EUREGIO-Raad en deskundigen, zouden de commissies moeten worden uitgebreid tot 25 stemgerechtigde leden. In de bijlage vindt u een overeenkomstig aangepast voorstel voor de samenstelling van de commissies.
SEITE
UNSER ZEICHEN
19/43
JO/MV 22
Gepland is om de samenstelling van de commissies in de volgende vergaderrondes te behandelen en te besluiten: 1)
Afstemming en besluitvorming, wie welke zetels in de commissies mag benoemen 04-11-2013 Vergadering van het Dagelijks Bestuur, afstemming en eventueel al besluitvorming 22-11-2013 Vergadering van de EUREGIO-Raad, afstemming en eventueel al besluitvorming 13-02-2014
Vergadering van het Dagelijks Bestuur, besluitvorming indien nog niet gebeurd
14-03-2014
Vergadering van de EUREGIO-Raad, besluitvorming indien nog niet gebeurd
2)
Hoofdelijke stemming van de leden van de drie commissies
02-06-2014
Vergadering van het Dagelijks Bestuur
27-06-2014
Vergadering van de EUREGIO-Raad
Op 1 augustus 2014 moeten de nieuwe commissies hun werkzaamheden beginnen. Na afloop van de vergadering van de EUREGIO-Raad op 27-06-2014 zal afscheid worden genomen van de leden van de EUREGIO-werkgroepen. Vanuit de werkgroep verkeer wordt, op basis van de actuele voorbereidingen i.v.m. corridor2, het dringende verzoek geuit om het werk als thematisch forum te kunnen voortzetten.
Voorstel: -
Het huishoudelijk reglement (versie van 05-10-2013) wordt goedgekeurd.
-
Het secretariaat krijgt de opdracht om de samenstelling van de commissies afsluitend af te stemmen met de fracties en deelregio´s voor de volgende vergadering.
SEITE
UNSER ZEICHEN
20/43
JO/MV 22
9:
Samenstelling Begeleidingsgroep Financiën
In de vergadering van 06 juni 2013 heeft het Dagelijks Bestuur besloten dat een kleine groep van financiële experts moet worden samengesteld die zich inhoudelijk bezighoudt met de begeleiding van de begroting en de jaarrekening en daarmee in het bijzonder het Dagelijks Bestuur ondersteunt. Het secretariaat kreeg de opdracht hiertoe een voorstel richting de vergadering van november te ontwikkelen. De EUREGIO-raad is in de vergadering van 21 juni 2013 hierover geïnformeerd. De taak van de Begeleidingsgroep Financiën betreft de vakinhoudelijke beoordeling van de cijfermatige opstelling van begroting en jaarrekening. Belangrijk criterium voor de bezetting van de Begeleidingsgroep Financiën is dan ook (1) de vakinhoudelijke kennis en daarnaast (2) goede communicatie en (3) vertrouwensrelatie met het Dagelijks Bestuur. De strategische oriëntatie en de politieke discussie inzake begroting en jaarrekening blijven onbeperkt voorbehouden aan de EUREGIO-raad met de voorbereiding door het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur heeft in haar vergadering d.d. 04 november 2013 besloten dat de Begeleidingsgroep Financiën als volgt wordt samengesteld: De stemgerechtigde leden van het Dagelijks Bestuur benoemen ieder voor hun deelregio Münster / Münsterland tezamen 2, Niedersachsische deel van EUREGIO,
Achterhoek,
Twente
en
Vechtdalgemeenten
ieder
1
vakinhoudelijke vertegenwoordiger uit zijn organisaties. Om verzekerd te zijn van een goede communicatie, zouden dan alleen financiële experts uit organisaties kunnen deelnemen waarvan de Landrat / burgemeester deel uitmaakt van het Dagelijks Bestuur. Tezamen met het secretariaat en het Hoofd Financiën kent de Begeleidingsgroep Financiën maximaal 8 personen. De Begeleidingsgroep Financiën zal naar verwachting voor de eerste keer bijeenkomen in maart 2014. Voorstel: Voor kennisgeving aannemen.
SEITE
UNSER ZEICHEN
21/43
JO/MV 22
10:
Verandering rechtsvorm / stand van zaken
De EUREGIO-raad heeft in haar vergadering van 21 juni 2013 het secretariaat de opdracht gegeven voor EUREGIO e.V. een onderzoek te starten naar alternatieve rechtsvormen en daarbij in te gaan op o.a. juridische en economische gevolgen en daarover te rapporteren aan het Dagelijks Bestuur en de EUREGIO-raad. Omdat de afgelopen tijd regelmatig de vraag gesteld is naar de achtergronden voor de verandering van de rechtsvorm, wordt hiertoe onderstaand volgende toelichting gegeven. 1. Redenen voor de verandering van de rechtsvorm EUREGIO e.V. is in 1999 opgericht. Sinds die tijd betalen de Nederlandse aangesloten
gemeenten
hun
lidmaatschapsbijdrage
en
zijn
paritair
vertegenwoordigd in de EUREGIO-raad en het Dagelijks Bestuur. Het formele lidmaatschap voor een Nederlandse gemeente van een Duitse vereniging werd
rond
de
eeuwwisseling
als
een
stap
te
ver
beschouwd.
Dienovereenkomstig hebben de aangesloten Nederlandse gemeenten, anders dan de Duitse aangesloten gemeenten, geen stemrecht bij de Algemene Ledenvergadering, die ieder jaar in januari plaatsvindt. EUREGIO
voert,
ten
behoeve
van
de
leden
en
de
regio’s,
grensoverschrijdende taken uit zoals de ondersteuning van de sociaalculturele werkzaamheden en de verbinding van Nederlandse en Duitse organisaties, het management van projecten als ook de regionale afstemming en uitvoering van het subsidieprogramma INTERREG A. Door de uitvoering van deze werkzaamheden is zowel personeel als bureauruimte noodzakelijk. Om de uit deze taakstelling voortvloeiende juridische verplichtingen steeds te kunnen nakomen, is het voor EUREGIO van belang om niet alleen een politieke maar ook een formeel-juridisch degelijke basis te hebben. Dit betekent dat EUREGIO een rechtsvorm nodig heeft waar zowel de Nederlandse als de Duitse gemeenten lid van kunnen zijn. De EUREGIO is een samenwerkingsverband van gemeenten en Kreisen. Derhalve is een publieke rechtsvorm voor de hand liggend. Deze heeft in vergelijking met een privaat-rechtelijke rechtsvorm het voordeel dat taken zoals het managen van INTERREG-subsidie via de certificeringsautoriteit dan wel het INTERREG-programma ook in de toekomst door de ministeries aan de EUREGIO zullen worden opgedragen. Tevens vereist een grensoverschrijdend
SEITE
UNSER ZEICHEN
22/43
JO/MV 22
publiek-rechtelijke structuur een hoge mate van transparantie en controle in vergelijking met een privaat-rechtelijke vorm. Mogelijke rechtsvormen lijken dan op dit moment a) een grensoverschrijdend samenwerkingsverband gebaseerd op het Verdrag van Anholt dan wel b) een Europese groepering van territoriale samenwerking (EGTS). De drie andere Duits-Nederlandse euregio’s hebben daarbij gekozen voor een grensoverschrijdend publiekrechtelijk lichaam (a). 2. Mogelijke redenen tegen een aanpassing van de rechtsvorm Intensieve voorbereidingen voor de oprichting van een grensoverschrijdend openbaar lichaam hebben reeds in de jaren negentig plaatsgevonden. Zie hiertoe ook de stukken voor de EUREGIO-raad van 21 juni 2013. Vanwege volgende redenen is deze procedure toen gestopt: a)
een
hoge
mate
aan
secretariaatsinspanningen
wat
betreft
voorbereiding en ondersteuning inzake de oprichting van een grensoverschrijdend openbaar lichaam; b)
risico van de facto uittreden van aangesloten gemeenten omdat een nieuw positief besluit inzake toetreding voor het grensoverschrijdend openbaar lichaam noodzakelijk is;
c)
vanwege het feit dat het secretariaat in Gronau zit, is op het grensoverschrijdend openbaar lichaam Duits recht (ook inzake de financiële administratie) van toepassing. Dit brengt kosten met zich mee inzake de hele transitie van het financiële systeem;
d)
fiscale en sociaal-rechtelijke problemen voor de Nederlandse medewerkers
bij
EUREGIO,
die
vanuit
de
Regio
Twente
gedetacheerd zijn; e)
de grensoverschrijdende samenwerking in de verenigingsstructuur functioneert de facto net zo goed als in een andere rechtsvorm.
De toen aangedragen argumenten zijn vanwege onderstaande redenen niet meer geldig: ad a)
een verandering van de rechtsvorm verlangt van alle leden en van het EUREGIO-secretariaat in de komende maanden een grote inspanning. Op
lange
termijn
gezien
biedt
de
nieuwe
rechtsvorm
echter
aanzienlijke voordelen en kansen zodat dit in een goede verhouding staat ten opzichte van de noodzakelijke inspanningen;
SEITE
UNSER ZEICHEN
23/43
JO/MV 22
ad b)
onder verwijzing naar de betreffende stukken uit de EUREGIO-raad van 21 juni 2013 wordt opgemerkt dat het risico van mogelijke uittreding van leden / het niet opnieuw toetreden sowieso bestaat gelet op de noodzakelijke harmonisering van de lidmaatschapsbijdragen;
ad c)
in de overgangsfase is een vergrote personele inzet noodzakelijk, maar op lange termijn zal de aanpassing van de rechtsvorm geen duidelijk meer- of minder werk veroorzaken. De Euregio Rijn-Waal gebruikt sinds enige jaren het boekhoudingssysteem DATEV, dat voldoet aan de eisen van een openbare begroting en verder de specifieke elementen van grensoverschrijdende projectgeorienteerde samenwerking in zich heeft. In de afgelopen weken heeft het secretariaat
reeds
uitvoerige
gesprekken
gevoerd
met
de
vakinhoudelijke mensen van de Euregio Rijn-Waal. Hun ervaringen kunnen
ons
tot
voordeel
zijn.
Verder
kunnen
door
verdere
samenwerking bij beide euregio’s kostenvoordelen gaan ontstaan; ad d)
uit de toetsing door de vakinhoudelijke experts van Burgeradvisering wordt geconcludeerd dat er voor de gedetacheerde Nederlandse medewerkers vanuit de Regio Twente naar de EUREGIO geen fiscale en sociaal-rechtelijke veranderingen zullen optreden ten opzichte van de huidige situatie;
ad e)
zie hiervoor.
Een uitdaging is het, zowel in de huidige rechtsvorm van de vereniging alsook met de toekomstige nieuwe rechtsvorm, om ervoor te zorgen dat er oplossingen
zijn
wat
betreft
de
regelingen
vanuit
het
arbeidsrecht,
belastingrecht en sociaal verzekeringsrecht, die in de grensoverschrijdende situatie
erg
gecompliceerd
zijn
en
waarbij
slechts
beperkte
keuzemogelijkheden zijn binnen het Nederlandse en Duitse arbeidsrecht. Daarbij is het voor het secretariaat van groot belang dat Nederlandse en Duitse medewerkers gelijke kansen op werk aangeboden krijgen bij de EUREGIO. 3. Toetsing inzake de zetel van EUREGIO Beslissend voor de juridische en economische toets inzake de verandering van de rechtsvorm is de vraag of de EUREGIO in de toekomst de zetel in Nederland dan wel in Duitsland verkrijgt. Aan de ene kant kan deze vraag
SEITE
UNSER ZEICHEN
24/43
JO/MV 22
juridisch worden beschouwd en aan de andere kant vanuit de invalshoek inzake de hiermee verbonden consequenties. a)
Juridische benadering: Er zijn uiteenlopende juridische zienswijzen in Duitsland, Nederland en de EU waar de zetel van een rechtspersoon moet zijn gelegen. De tendens gaat er naartoe dat de zetel van de rechtspersoon daar is waar het management is ondergebracht. Dit betekent dat bij de nieuwe rechtsvorm Gronau primair in aanmerking komt wat betreft de zetel van EUREGIO omdat het secretariaat met eigen gebouw zich aan Duitse kant bevindt.
b)
Letten op de consequenties: Met de keuze van de rechtsvorm “publiekrechtelijke openbaar lichaam” zijn zowel aan Nederlandse alsook aan Duitse
kant
bepaalde
verzekeringsrechtelijke
arbeids-,
consequenties
belastingverbonden.
en Deze
sociaal zijn
de
afgelopen weken door de juridische experts van EUREGIO getoetst. Financieel belangrijk zijn de regelingen inzake de sociale verzekering. Conform het Nederlandse recht zijn publieke werkgevers zogenaamde “eigen
risico
drager”
bij
de
werkloosheidsverzekering,
hetgeen
betekent dat zij inzake voormalige werknemers de WW-uitkering en maatregelen inzake reïntegratie moeten betalen. EUREGIO als grensoverschrijdend publiek-rechtelijk lichaam met zetel in Nederland zou dan als publieke werkgever gelden en zal dienovereenkomstig bij ontslag van medewerkers ook dergelijke financiële consequenties moeten dragen. Uit het onderzoek tot dusverre blijkt dan dat het gunstiger zou zijn om de zetel van EUREGIO ook in de toekomst in Duitsland te laten. 4. Vergelijking rechtsvorm “grensoverschrijdend openbaar lichaam” en “EGTS – Europese Groepering van Territoriale Samenwerking” In de afgelopen weken werd zowel met de Bezirksregierung Münster alsook met de betreffende vertegenwoordiger van het Ministerie van Economische Zaken NRW overlegt inzake deze twee mogelijke rechtsvormen. De resultaten van de gesprekken alsook die van het eigen onderzoek treft u in de bijlage aan. Daaruit wordt duidelijk dat beide rechtsvormen voordelen hebben. Nadeel van de EGTS is echter dat in Duitsland nog steeds onduidelijk is of deze rechtsvorm überhaupt een publiek-rechtelijk lichaam is. Dit betekent dat
SEITE
UNSER ZEICHEN
25/43
JO/MV 22
het overdragen van publieke taken, bijv. inzake de certificeringsautoriteit, niet direct mogelijk is c.q. hiertoe een aanbesteding dient plaats te vinden. Onduidelijk
is
ook
in
hoeverre
de
fiscale
voordelen
voor
een
grensoverschrijdend openbaar lichaam kunnen worden overgedragen op de EGTS. De rechtsvormen “grensoverschrijdend openbaar lichaam” en “EGTS” moeten ook niet als elkaar uitsluitende alternatieven worden beschouwd. Veel meer lijkt
het
zinvol
om
EUREGIO
voor
de
komende
jaren
als
een
grensoverschrijdend openbaar lichaam op te richten en in de komende jaren op nationaal en Europees niveau geëngageerd aan een praktijkgerichte verdere ontwikkeling van de rechtsvorm EGTS mee te werken. Zodra de verdere kritische vragen inzake de EGTS zijn opgehelderd zou een tweede stap inzake het omzetten van het grensoverschrijdend openbaar lichaam naar een EGTS kunnen plaatsvinden. 5. Mogelijke stappen inzake wijziging van rechtsvorm Hierbij wordt uitgegaan van de volgende tijdsplanning:
Vergadering
Dagelijks
Bestuur
/
EUREGIO-raad februari / maart 2014 Vergadering
Dagelijks
Presentatie van het eerste ontwerp van de statuten
Bestuur
/
Discussie inzake ontwerpstatuten
Bestuur
/
Vaststelling van de ontwerpstatuten
EUREGIO-raad juni 2014 Vergadering
Dagelijks
EUREGIO-raad oktober / november 2014 Eerste halfjaar 2015
Besluitvorming in de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten
Uiterlijk 01 januari 2016
Oprichting grensoverschrijdend
van
het openbaar
lichaam
6. Verdere stappen De volgende maatregelen zijn ondertussen uitgevoerd c.q. begonnen. a)
Op advies van het Dagelijks Bestuur en de fractievoorzitters is een communicatieplan inzake de wijziging van de rechtsvorm opgesteld
SEITE
UNSER ZEICHEN
26/43
JO/MV 22
(zie bijlage). Daarnaast is een presentatie inzake EUREGIO opgesteld, die door de leden van het Dagelijks Bestuur en de EUREGIO-raad voor hun eigen werkzaamheden in hun eigen gremia kan worden gebruikt. Deze presentatie is met de uitnodiging voor de vergadering van het Dagelijks Bestuur en de EUREGIOraad meegezonden (zie bijlage). Het secretariaat zelf heeft in de afgelopen
weken
5
presentaties
inzake
EUREGIO
in
de
gemeentelijke gremia gehouden. Daarnaast is het secretariaat aanwezig geweest in diverse bijeenkomsten van politiek en bestuur om over de omzetting naar de nieuwe rechtsvorm te communiceren; b)
het secretariaat heeft op basis van het ontwerp van de statuten uit de jaren negentig en de actuele statuten een eerste conceptontwerp gemaakt voor het grensoverschrijdend openbaar lichaam. Dit ligt op dit moment bij de Bezirksregierung Münster voor een belangrijke toets, waarbij duidelijk moet worden of de politieke organen van EUREGIO ook in een grensoverschrijdend openbaar lichaam kunnen blijven voortbestaan;
c)
verder vindt een externe juridische toetsing plaats inzake de volgende vragen: -
is een algehele rechtsopvolging van de vereniging naar een
grensoverschrijdend
publiek-rechtelijk
lichaam
mogelijk? -
welke fiscale consequenties zijn er bij de overgang van de rechtsvorm
vereniging
naar
die
van
een
grensoverschrijdend openbaar lichaam? In hoeverre zijn de activiteiten
van
de
Stichting
ECC
in
deze
nieuwe
rechtspersoon onder te brengen? Voorstel: 1) De EUREGIO-raad besluit om in te stemmen met de verdere stappen inzake de oprichting van een grensoverschrijdend openbaar lichaam. De mogelijkheden inzake de overgang naar een EGTS moeten door het secretariaat verder worden nagegaan. 2) De EUREGIO-raad neemt de stand van zaken inzake de wijziging van de rechtsvorm voor kennisgeving aan.
SEITE
UNSER ZEICHEN
27/43
JO/MV 22
11:
Grensoverschrijdend verschil in minimumleeftijd bij verkoop alcohol aan jongeren
De minimumleeftijd voor het verkopen en schenken van alcohol aan jongeren gaat
in
Nederland
omhoog
van
16
naar
18
jaar.
Het
gaat
om
zwakalcoholhoudende drank met minder dan 15% alcohol zoals bier en wijn. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 18 juni 2013 aangenomen. De wijziging gaat naar verwachting in per 1 januari 2014. De belangrijkste argumenten voor het verhogen van de leeftijdsgrens zijn: -
winst voor de gezondheid van jongeren. Onderzoek van het Trimbos instituut en de Universiteit Utrecht in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heeft uitgewezen dat alcoholgebruik vanwege het risico op hersenschade het beste zo lang mogelijk kan worden uitgesteld, bij voorkeur tot minstens het 18de levensjaar;
-
minder ziekenhuisbehandelingen als gevolg van alcoholgerelateerde ongevallen en minder alcoholincidenten onder 16- en 17-jarigen;
-
een wens van een meerderheid van de gemeenten en een meerderheid van de bevolking.
Met deze maatregel sluit Nederland zich aan bij 18 van de 26 andere EUlidstaten
die
een
verstrekkingsleeftijdsgrens
van
18
jaar
voor
zwakalcoholhoudende drank hebben. In Duitsland blijft de leeftijdsgrens voor deze alcoholische dranken conform het “Jugendschutzgesetz” (JuSchG) op 16 jaar. Naar inschatting van de EUREGIO-werkgroep “Openbare orde en veiligheid” zal dit in de EUREGIO leiden tot “alcohol-toerisme” van Nederlandse jongeren naar Duitsland, wat overlast met zich mee zal brengen in de grensgemeenten.
N.B. Voor sterke drank met 15% alcohol of meer is de minimumleeftijd zowel in Duitsland als in Nederland nu al 18 jaar.
Per 1 januari 2014 treedt in Nederland ook een wijziging van de Tabakswet in werking. De minimumleeftijd voor het verkopen van tabak aan jongeren gaat omhoog van 16 naar 18 jaar. In Duitsland lag de minimumleeftijd al bij 18 jaar (§ 10 JuSchG). Voor de grensregio betekent dit dus een uniformisering van de regelgeving.
Uit diverse hoeken werd aan de EUREGIO gevraagd om uit te zoeken of de sluitingstijden van de Duitse en Nederlandse discotheken in het grensgebied
SEITE
UNSER ZEICHEN
28/43
JO/MV 22
op elkaar zouden kunnen worden afgestemd. Doorgaans zijn de discotheken aan Duitse kant langer open dan aan Nederlandse kant. Na gesprekken met de burgemeesters / wethouders van Schüttorf en Uelsen blijkt dat deze behoefte aan Duitse kant niet bestaat. Beide gemeenten hebben een discotheek die zowel jongeren uit Nederland als Duitsland aantrekken en waar,
dankzij
een
goed
veiligheidsconcept,
geen
noemenswaardige
problemen met overlast te melden vallen. Bovendien dient te worden opgemerkt dat ook de sluitingstijden aan Nederlandse kant sterk verschillen van plaats tot plaats. Voorstel: Geschetste ontwikkelingen voor kennisgeving aannemen. De EUREGIO-Raad geeft het EUREGIO-secretariaat de opdracht om de potentiële problemen in het grensgebied op te volgen door het organiseren van een bijeenkomst voor de betroffen grensgemeenten. Een dergelijke bijeenkomst dient een aantal maanden na de inkrachttreding van de wetswijziging te worden georganiseerd.
SEITE
UNSER ZEICHEN
29/43
JO/MV 22
12.
INTERREG IV A (mededeling van het regionale programmamanagement)
1.
Reservering EU-middelen INTERREG IV A
In de afgelopen vergadering van de Stuurgroep op 26 juni 2013 zijn de volgende projecten goedgekeurd:
verhoging van het budget van het toerismeproject van de EUREGIO met € 350.000,
BIORES II met een totaalbudget van € 105.208.
verhoging van het budget van het People-to-People-kaderprogramma met een bedrag van € 52.396 (EU-middelen ter hoogte van € 26.198); de EU-middelen zijn afkomstig uit niet ingezette subsidiegelden van de euregio rijn-maasnoord.
De stand van zaken voor wat betreft de reservering van de EU-middelen in de drie prioriteiten van het INTERREG IV A-programma ziet er hiermee als volgt uit: Prioriteit
EU-Mittel Indicatief
gereserveerd
nog vrij
door afrekening van pro-
toegewezen
jecten vrijgekomen middelen
================================================================== I
16.066.676 €
16.064.261 €
--------------
2.415 €
II
4.986.210 €
4.983.434 €
--------------
2.776 €
III
5.175.061 €
5.012.408 €
162.653 € **
-----------
** Het programmamanagement INTERREG heeft zich in juni 2013 aangemeld voor een extra bedrag aan EU-middelen in prioriteit III ter hoogte € 162.653, dat in andere programma-euregio’s niet ingezet bleek te kunnen worden. De Beheersautoriteit heeft deze middelen vervolgens aan de Stuurgroep voor de EUREGIO ter besluitvorming in november 2013 toegewezen. Met deze extra EU-middelen kan het budget van het Peopleto-People-programma verder worden verhoogd en eventueel kan uit deze middelen ook het GROS-project (zie agendapunt 13a) worden gesubsidieerd. Het programmamanagement INTERREG gaat ervan uit dat in november 2013 opnieuw EU-middelen vrij zullen komen, in het bijzonder uit de majeure projecten.
Ook
voor
programmamanagement
het
verkrijgen
INTERREG
zich
van
deze
weer
middelen
intensief
zal
het
inzetten.
Ten
SEITE
UNSER ZEICHEN
30/43
JO/MV 22
behoeve
van
de
besteding
van
deze
middelen
heeft
het
programmamanagement een vragenronde gehouden onder de leadpartners van de lopende INTERREG-projecten (zie voor de details agendapunt 10 van de
afgelopen
bestuursvergadering),
wat
geresulteerd
heeft
in
9
projectinitiatieven waarvan de subsidiabiliteit inmiddels is getoetst en die inmiddels “klaar op de plank” liggen.
2.
Stand van zaken reservering EU-middelen voor de kaderprojecten voor kleine en PtP-projecten
De stand van zaken voor wat betreft de reservering van de EU-middelen bij de uitvoering van het programma voor kleine en People-to-People-projecten per 31 oktober 2013 is als volgt: Prioriteit
EU-middelen (in €) Toegekend Formeel Door Raad Op dit moment ter Nog vrij EU-bedrag toegezegd goedgekeurd * goedkeuring voorgelegd kaderproject (zie agendapunt 15) ==================================================================================== I 500.000 346.682 ------109.500 43.818 II 250.000 250.000 ----------------------III 1.363.545 1.066.787 119.905 50.000 126.602 ** *
De formele toezegging vindt plaats nadat de door de EUREGIO-Raad gestelde voorwaarden
**
Exclusief de extra toewijzing van EU-middelen van de andere programma-euregio’s (zie
voor het betreffende individuele project zijn vervuld.
hierboven punt 1), waarover de Stuurgroep op 27 november 2013 nog een besluit moet nemen ten gunste van besteding in het kaderproject voor PtP-projecten.
Conclusie: In de prioriteiten I en II zijn de middelen voor kleine projecten op dit moment volledig gereserveerd. In prioriteit III zijn als gevolg van de budgetverhoging (zie de toelichting hierboven onder punt 1) nog restmiddelen beschikbaar voor minimaal 3 projecten. Daarnaast
bestaat
altijd
de
mogelijkheid
dat
opnieuw
EU-middelen
beschikbaar komen doordat projecten voor een lager bedrag dan was toegezegd worden afgerekend, of wanneer voor projecten, die door de EUREGIO-Raad zijn goedgekeurd, geen toezegging of een toezegging voor een lager bedrag plaatsvindt.
Voorstel: Kennisneming.
SEITE
UNSER ZEICHEN
31/43
JO/MV 22
13:
INTERREG IV A- goed te keuren projecten
De projectaanvragen treft u als bijlage aan. a. INTERREG IV A-project “GROS_Impuls_A&O » De verschillen in taal en cultuur, de complexe juridische structuren, de onderling verschillende verzekeringsstelsels en het ontbreken van een wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties en diploma’s vormen voor de grensoverschrijdende arbeids- en scholingsmobiliteit in het Duits-Nederlandse grensgebied nog steeds grote uitdagingen. Met het oog op zowel de beperkte capaciteit als de ter discussie staande budgets willen de Euregio’s onder het motto “Samen sterk” evalueren welke maatregelen op het gebied van arbeidsmarkt en opleidingen, naast de noodzakelijke locale en regionale projecten, in de toekomst grensbreed uitgevoerd kunnen worden. Voorstel: Goedkeuring.
SEITE
UNSER ZEICHEN
32/43
JO/MV 22
14:
Stand van zaken goedkeuring INTERREG IV A-People-toPeople-project “Filmspiegel+”
Het PtP-project Filmspiegel+ is door de EUREGIO-Raad op 08-03-2013 goedgekeurd onder voorbehoud van de schriftelijke toezegging van de regionale cofinanciering, de nog aan te leveren kostenonderbouwingen en de afsluitende kostentoetsing. Na indiening van de vereiste documenten werd de subsidietoekenning op 2405-2013 verzonden aan de Leadpartner Filmwerkstatt Münster. De Leadpartner Filmwerkstatt Münster heeft het Programmamanagement INTERREG op 23-08-2013 meegedeeld, dat de regionale cofinancieringsmiddelen die oorspronkelijk gepland en schriftelijk bevestigd waren niet ter beschikking staan bij de Nederlandse projectpartner Stichting Filmspiegel. In het
kader
van
de
projectfinanciering
is
gebleken,
dat
de
cofinancieringsmiddelen die oorspronkelijk beschikbaar zouden worden gesteld
niet
voldoen
aan
de
INTERREG
IV
A-subsidievoorwaarden
(INTERREG-subsidiemiddelen van een ander project zouden worden ingezet als regionale co-financieringsmiddelen voor het hierboven genoemde project). Om nieuwe in uitzicht gestelde middelen te verwerven om de cofinanciering van de Nederlandse projectpartner Stichting Filmspiegel te waarborgen, is volgens de leadpartner gemiddeld zes maanden meer tijd nodig. De leadpartner heeft hiertoe een verlenging van de looptijd van het project aangevraagd. Uitgaven voor het project werden derhalve niet geldend gemaakt. De wijzigingsaanvraag is onder voorbehoud van het onderstaande besluit van de EUREGIO-Raad door het Programmamanagement INTERREG met schrijven van 24-09-2013 voorlopig goedgekeurd onder de voorwaarde dat door
de
betreffende
cofinancierende
instantie
vóór
24-02-2014 schriftelijk wordt bevestigd, dat de Nederlandse projectpartner Stichting Filmspiegel regionale cofinancieringsmiddelen ter beschikking staan voor de uitvoering van het project. Anders wordt de toekenning van 24-052013 door de EUREGIO teruggetrokken.
SEITE
UNSER ZEICHEN
33/43
JO/MV 22
Voorstel: Indien
de
regionale
cofinanciering
voor
het
People-to-People
project
Filmspiegel+ niet vóór 24-02-2014 schriftelijk wordt bevestigd door de cofinancierende instantie, wordt het goedkeuringsbesluit van de Raad van 0803-2013 ingetrokken zodat de voor dit project ingeplande subsidiemiddelen aan andere projectinitiatieven ten goede kunnen komen. Daarmee wordt ook de toekenning aan de leadpartner van 24-05-2013 inzake de beschikbaarstelling van INTERREG IV A-subsidiemiddelen teruggetrokken.
SEITE
UNSER ZEICHEN
34/43
JO/MV 22
15:
Goedkeuring van People-to-People- en kleinprojecten
De projectaanvragen treft u als bijlage aan. a. INTERREG IV A-kleinproject “Grenzeloos Bosrijk” Uitwerking
van
een
plan
voor
het
kwalificeren
van
eigenaren
van
bosbouwondernemingen. In een samenwerkingsverband van Nederlandse en Duitse organisaties van bosbezitters zal in dit project de inhoud van seminars worden ontwikkeld. Deze inhoud dient als basiskennis, die voor de leidinggevenden
van
bosbouwondernemingen
onmisbaar
is.
Bijzondere
aandacht zal er zijn voor de structuren aan beide zijden van de grens en de ervaring waarover leidinggevenden in de bosbouw beschikken.
Voorstel: Het project wordt goedgekeurd onder voorbehoud van: a. Indienen van de aanvraag b. De afsluitende kostentoetsing en de staatssteuntoets c.
De schriftelijke toezegging van de cofinanciering.
b. INTERREG IV A-kleinproject “Infra detecteren” Inhoud van dit project is een haalbaarheidsstudie met het uiteindelijke doel ondergronds liggende plastic buizen en leidingen op afstand te kunnen detecteren en zelfs te identificeren. Met de huidige technologie is het wel mogelijk ondergrondse leidingen en buizen van metaal zichtbaar te maken, maar voor buizen en leidingen van kunststof lukt dit niet. Het gevolg daarvan is dat bij graafwerkzaamheden vaak schade ontstaat, niet alleen aan water- en gasleidingen en rioolbuizen, maar steeds vaker ook aan glasvezelkabels voor internet, tv en telefoon.
Voorstel: Het project wordt goedgekeurd onder voorbehoud van: a.
Indienen van de aanvraag
b.
De afsluitende kostentoetsing en de staatssteuntoets
c.
Het verwerken van het voorbehoud van de werkgroep Economie.
c.
INTERREG IV A-kleinproject “Een sterk optreden”
SEITE
UNSER ZEICHEN
35/43
JO/MV 22
In 2014 is Nederlands partnerland van de Hannover Messe 2014. Als uitbreiding op het bestaande kernproject “Netwerk-GMA” zal volgens plan de reguliere beurspresentatie van het project worden opgewaardeerd met extra activiteiten en promotie (o.a. lezingen, workshops, pers- en lobbyactiviteiten, representatie).
Voorstel: Het project wordt goedgekeurd onder voorbehoud van: a.
Indienen van de aanvraag
b.
De afsluitende kostentoetsing en de staatssteuntoets
c.
De schriftelijke toezegging van de cofinanciering.
d. INTERREG IV A-People-to-People-project “Niederlande Net” Het online informatieportaal Niederlande-Net geeft informatie aan een breed publiek over Nederland en de Duits-Nederlandse betrekkingen. Doel van dit initiatief is vergroting van de regionale betrokkenheid, bijv. via samenwerking met andere organisaties en netwerkvorming met andere Duits-Nederlandse projecten.
e. INTERREG IV A-People-to-People-project “Tender Cert” In het kader van dit project worden nationale certificeringssystemen onderling vergeleken met het doel de gang van zaken en de deelname aan openbare aanbestedingsprocedures te vereenvoudigen, zowel voor de inschrijvers als voor de aanbestedende instanties. De onderzoeksresultaten zullen worden gedocumenteerd in een certificeringshandboek, dat na afloop van het project beschikbaar zal worden gesteld aan belangstellende ondernemers en overheden.
Voorstel: Goedkeuring van de projecten d en e.
SEITE
UNSER ZEICHEN
36/43
JO/MV 22
16:
Afwijzing van het INTERREG IV A-kleinproject “High Tech 2be Connected”
Het projectvoorstel treft u als bijlage aan. Bevordering
van
economische
netwerken
en
bevordering
van
de
grensoverschrijdende samenwerking van ondernemingen. De projectaanvraag wordt afgewezen omdat het inhoudelijk niet voldoet aan de gestelde voorwaarden waaronder het projectvoornemen positief werd beoordeeld. Voorstel: Afwijzing.
SEITE
UNSER ZEICHEN
37/43
JO/MV 22
17:
Intrekking van goedkeuringsbesluiten a. INTERREG IV A-kleinproject “Vanuit EUREGIO naar Europa”
Het project is op 8 maart 2013 goedgekeurd door de EUREGIO-Raad onder voorbehoud van de afrondende kostentoetsing. De leadpartner Regio Twente heeft het project op 19 september 2013 teruggetrokken. Aanleiding daarvoor was de waarschuwing van het programmamanagement INTERREG dat, mochten de specifiek voor INTERREG geldende aanbestedingsregels niet acht worden genomen (in dit concrete geval had een externe opdracht openbaar
aanbesteed
moeten
worden),
het
waarschijnlijk
is
dat
de
INTERREG-subsidie wordt teruggevorderd. b. INTERREG IV A-People-to-People-project „Grenskrant / grensposten“ De EUREGIO-Raad heeft het People-to-People-project "Grenskrant/Grenzposten" op 8 maart 2013 goedgekeurd onder voorbehoud van: - het resultaat van de kostentoetsing en de staatssteunrechtelijke toets, - toezegging van de regionale cofinanciering uiterlijk 21 juni 2013. Het programmamanagement heeft laatstgenoemde termijn naderhand verlengd tot 1 november 2013 De aanvrager, de Saxion Hogeschool, heeft het programmamanagement op 25 september 2013 per e-mail meegedeeld de aanvraag in te trekken vanwege de omvang van de noodzakelijke administratieve lasten voor het verantwoorden van de projectkosten en problemen bij het waarborgen van de regionale cofinanciering. c.
INTERREG IV A-People-to-People-project “Goed u te zien / beeldzorg”
Enerzijds was het niet mogelijk de rol van de leadpartner definitief te bepalen, anderzijds kon de noodzakelijke regionale cofinanciering niet volledig worden gewaarborgd. Beide factoren hebben ertoe geleid dat de projectpartners het project hebben teruggetrokken. Voorstel: Intrekking van de projecten a t/m c.
SEITE
UNSER ZEICHEN
38/43
JO/MV 22
18:
INTERREG V
1. Algemeen Volgens de huidige planning neemt het Europese Parlement op 21 november 2013 een besluit over de EU-verordeningen. Het parlement heeft er in de aanloop daartoe duidelijk op gewezen een directe samenhang te zien tussen de inhoud van de verordeningen en de financiën. Dit betekent dat, indien een besluit moet worden genomen over het juridische kader, de lidstaten onder meer duidelijk moeten hebben gemaakt hoe de INTERREG-middelen (A en B) over de programma’s verdeeld moeten worden (zie verder hieronder bij punt 4).
2. Keuze van de thematische doelstellingen Sinds de afgelopen bestuursvergadering is er voor wat betreft de keuze van de thematische doelstellingen voor het komende INTERREG V-programma niets veranderd. Nog steeds wijst alles erop dat wordt gekozen voor de onderstaande doelstellingen, waarmee wordt getracht tegemoet te komen aan de belangen en wensen van alle INTERREG-partners (ministeries, provincies, Euregio’s):
Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie (doelstelling 1) -
bevordering
van
netwerkvorming,
onderzoek,
technologische
ontwikkeling en innovatie in de relevante sectoren en clusters (bijv. Agro & Food, High Tech Systems & Materialen/maakindustrie, energiesector, logistiek, Health en Life Sciences); -
versterking en internationalisering van het MKB als drijvende kracht in het groei- en innovatieproces;
innovaties op het gebied van CO2-reductie en duurzame energie.
Bescherming van het milieu en bevordering van efficiënt gebruik van hulpbronnen (doelstelling 6) -
bescherming, bevordering en ontwikkeling van cultureel en natuurlijk erfgoed;
-
bescherming en herstel van biodiversiteit, bodembescherming en – herstel en de bevordering van ecosysteemdiensten incl. NATURA 2000 en groene infrastructuur.
Verbetering van de institutionele capaciteit en ontwikkeling van een efficiënt openbaar bestuur (doelstelling 11)
SEITE
UNSER ZEICHEN
39/43
JO/MV 22
-
bevordering van de juridische en administratieve samenwerking en van samenwerking tussen burgers en organisaties om te bereiken dat de NL-D grens geen belemmering meer vormt, burgers elkaar leren kennen en begrip voor elkaar krijgen en gezamenlijke uitdagingen gezamenlijk worden opgepakt.
3. Strategische initiatieven Het INTERREG–programma beoogt in thematische doelstelling 1 o.a. de ontwikkeling
van
“strategische
initiatieven”
binnen
de
maatregelen
Agribusiness, Health & Life Sciences, High Tech Systems & Materials (HTSM), Logistiek,
Energie en CO2-reductie. Ter identificatie
van
strategische
initiatieven is een externe strategische analyse uitgevoerd waarin de doelen van de strategie Europa 2020 zijn vergeleken met de regionale en nationale verlangens voor het programma Deutschland-Nederland. Het programma zal zich op deze initiatieven concentreren (zeker ook voor wat betreft de inzet van subsidiemiddelen, zie hieronder bij punt 4). Dit betekent echter zeker niet dat andere thema’s van subsidiëring zijn uitgesloten. Om deze strategische initiatieven zo snel mogelijk in de vorm van grensoverschrijdende projecten te concretiseren zal de invulling van de thema’s “Health” en “Energie” op korte termijn onder leiding van het GIS / de regionale programmamanagements worden voorbereid door experts uit de wetenschap en het bedrijfsleven.
Een probleem is nog het standpunt van EZ dat de besluiten over alle projecten binnen de strategische initiatieven genomen zouden moeten worden door het Comité van Toezicht (of een andere besluitvormend orgaan), echter niet meer door de regionale stuurgroepen. Wij zijn van mening dat dit niet alleen leidt tot een enorme afbraak van de betekenis van de regionale stuurgroepen, maar ook tot een duidelijke draagvlakvermindering voor het INTERREG-programma in
de
regio.
De
Euregio’s,
provincies
en
Bezirksregierugen
/
Regierungsvertretung Oldenburg delen dit standpunt. Wij zullen de verdere ontwikkelingen met grote aandacht blijven volgen. Eventueel dienen de regio’s via
de
politieke
kanalen
samen
met
de
regionale
stuurgroepen
te
interveniëren. Wij zullen samen met de andere programmamanagements een voorstel daartoe uitwerken.
4. Toewijzing
van
EU-middelen
thematische doelstellingen
aan
het
programma
en
aan
de
SEITE
UNSER ZEICHEN
40/43
JO/MV 22
Het lijkt reëel te veronderstellen dat het EFRO-budget voor het INTERREG V A-programma Deutschland-Nederland wordt verhoogd. Mogelijk gaat het om een verhoging van 139 miljoen € in INTERREG IV A naar ca. 180 – 200 miljoen € in INTERREG V.
EZ stelt zich op het standpunt dat bij de verdeling van de INTERREGmiddelen over de thematische doelstellingen een aandeel van 85% van de subsidiemiddelen voor doelstelling 1 ingezet zou moeten worden. De andere partners (ministeries, provincies en de Euregio’s/PM’s) brengen in de lopende discussie een aantal punten in, die in deze discussie ook meegewogen zouden moeten worden: -
Bij een budget van ca. 200 miljoen € zou, wanneer een verdeling zoals die tot nu toe voor INTERREG IV A geldt (58% / 18% / 18%) zou worden toegepast, al een aanzienlijke financiële versterking voor doelstelling 1 optreden.
-
Juist binnen INTERREG zou, behalve voor de innovatieve initiatieven, ook ingezet moeten worden op duurzame (territoriale) en sociale (inclusieve) aspecten. Daarom dienen bij een toename van het totale budget ook de doelstellingen 2 en 3 financieel te worden versterkt.
-
De verdeling van middelen kan niet alleen vanuit de EU-middelen worden beschouwd: ook dient duidelijkheid te ontstaan over de beschikbaarstelling van nationale cofinancieringsmiddelen (en evt. voor welke thema’s). Vanwege de precaire budgettaire situatie in de deelstaten NRW en Nds. lijkt een subsidiëring van max. 80% (50% EU en 30% nationaal) nog nauwelijks tot de mogelijkheden te behoren.
5. First Level Control (FLC) IN INTERREG IV A werd de financieel-technische FLC verricht door externe accountants
en
de
inhoudelijke
FLC
door
de
regionale
programmamanagements. Beoogd wordt in INTERREG V deze beide deeltaken tot één FLC samen te voegen (wat uitdrukkelijk als positief gezien moet worden). In essentie wordt gepleit voor een systeem met een FLC bij elk van de programma-euregio’s. De medewerkers daarvoor worden aangesteld via deze Euregio’s (formele werkgever), terwijl de Beheersautoriteit als verantwoordelijke instantie voor de FLC de functionele leiding heeft en daarmee ook de bevoegdheid tot opdrachtverlening aan de FLC.
SEITE
UNSER ZEICHEN
41/43
JO/MV 22
6. Vereenvoudigingen INTERREG V Bij de voorbereiding van de nieuwe subsidieperiode heeft de vereenvoudiging van de uitvoeringsprocedures voor de projecten de hoogste prioriteit. Uit de analyse van de ervaringen met het INTERREG IV A-programma is gebleken dat de effectiviteit en het imago van het programma sterk lijden onder de met het programma verbonden administratieve lasten. Er is intussen een voorstel voor een nieuwe, uniforme en vereenvoudigde regeling uitgewerkt, die een aanzienlijke vermindering van de administratieve lasten in de nieuwe subsidieperiode 2014-2020 mogelijk moet maken. De vereenvoudigingen berusten in het bijzonder op de volgende maatregelen:
afrekening
van
personeelskosten
op
basis
van
forfaitaire
uur-
/maandtarieven
forfaitair aandeel (“flat rate“) voor overheadkosten van 15% van de subsidiabele personeelskosten
afschaffing van de 100%-controle en centralisatie van de First Level Control (zie hierboven punt 5)
eenvoudiger procedure voor de omgang met projectwijzigingen
De voorstellen zijn tijdens twee gespreksrondes op 23 en 25 september 2013 met vertegenwoordigers uit de praktijk besproken. Deze personen bepleiten de uitvoering van deze voorstellen met nadruk. Daarnaast zijn er nog enkele nader
gedetailleerde
verbeteringsvoorstellen
naar
voren
gebracht.
De
resultaten zullen nu op 24 oktober 2013 in de werkgroep “Vereenvoudiging” worden
besproken
en
vervolgens
worden
doorgestuurd
aan
de
INTERREG
ter
voorbereidingsgroep INTERREG V.
7. Activiteiten
van
het
programmamanagement
voorbereiding op het INTERREG V-programma Het programmamanagement INTERREG zet zich sinds mei 2013 op projectniveau intensief in voor de voorbereiding van het INTERREG Vprogramma. Uitgaande van de EUREGIO-strategie 2020 en de relevante beleidsdocumenten van de INTERREG-partners in de deelgebieden van de EUREGIO (provincies Overijssel en Gelderland, NRW en Nds) zijn in een eerste stap de subsidiespeerpunten voor de thema’s “Economie, technologie en
innovatie”,
“Natuur
en
milieu”
en
“Maatschappelijke
ontwikkeling”
geïdentificeerd waarna is bepaald waar de gemeenschappelijkheden, die zullen dienen als grondslag voor gezamenlijke projectinitiatieven, liggen. De hieruit voortgekomen speerpunten voor gezamenlijke projecten worden momenteel in 2 tot 3 uur durende gesprekken bilateraal bediscussieerd met
SEITE
UNSER ZEICHEN
42/43
JO/MV 22
diverse experts uit de economische sector, de wetenschap en het bestuur met het doel de vastgestelde gemeenschappelijkheden evt. nog tijdig te kunnen corrigeren c.q. te concretiseren. Daarna zullen onder de leiding van het programmamanagement
INTERREG
in
informatiebijeenkomsten
en
thematische workshops met onze aangesloten gemeenten/Kreise en met deskundigen uit de regio grensoverschrijdende projectinitiatieven worden geïdentificeerd, die voor een subsidieverlening uit het INTERREG Vprogramma in aanmerking kunnen komen. Het doel van deze activiteiten is zo snel mogelijk nadat het Operationele Programma
INTERREG
V
is
goedgekeurd
besluitrijpe
projecten
ter
goedkeuring te kunnen voorleggen aan de EUREGIO-organen en vervolgens aan de Stuurgroep.
Voorstel: Kennisneming.
SEITE
UNSER ZEICHEN
43/43
JO/MV 22
19:
Rondvraag