college van bestuur
Naar 400 jaar passie & prestatie Strategisch plan Rijksuniversiteit Groningen 2010 - 2015
Naar 400 jaar passie & prestatie › 2
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
1
Profiel
5
2
Ambities 2015
7
3
Onderwijs
8
4
Studenten
10
5
Internationalisering
11
6
Onderzoek
12
7
Omgeving
14
8
Personeel
15
9
Middelen
17
10
Tot slot
18
Naar 400 jaar passie & prestatie › 3
Voorwoord Ruim 395 jaar universitair onderwijs en onderzoek schept verplichtingen voor de toekomst. De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) werkt onveranderlijk aan het versterken van haar internationale positie. Maar niet zonder oog voor de nationale en mondiale ontwikkelingen, voor de eigen sterktes en zwaktes. De totstandkoming van een strategisch plan is dé gelegenheid om onderzoek- en onderwijsresultaten grondig te analyseren, het eerdere strategische beleid kritisch onder de loep te nemen en naar aanleiding daarvan de inhoudelijke koers voor de komende jaren uit te zetten. We hebben daarbij dankbaar gebruik gemaakt van de inbreng van belangrijke spelers in het veld; de Universiteitsraad, leden van faculteitsbesturen, studentbestuurders, topdocenten, opleidingsdirecteuren, jong onderzoektalent en gevestigde wetenschappers van naam en faam. Een aantal ontwikkelingen in de maatschappelijke en politieke omgeving van de RUG vragen om aandacht in ons strategisch plan. Ik noem er een paar. De openbare verantwoording van de besteding van publieke middelen staat steeds meer op de voorgrond. De grote maatschappelijke vraagstukken van de 21e eeuw vragen om een bijdrage. Gepubliceerde rendementen en onderwijsevaluaties worden kritisch gevolgd. Ook op het gebied van personeel en organisatie neemt de roep om transparantie toe. En, door de veranderde financiering van universiteit, is de concurrentie tussen onderzoekers om een aandeel in de tweede geldstroom sterk toegenomen. De Rijksuniversiteit Groningen heeft excellente studenten, docenten en onderzoekers, inspirerende studies en vernieuwend onderzoek. Er zijn echter ook kwetsbare onderdelen en factoren. Om de positie van de RUG te versterken, moeten de onderwijsrendementen omhoog, hebben we meer kwalitatief hoogwaardig onderzoek nodig en - niet in de laatste plaats - moet de kwaliteit van de RUG zowel nationaal en internationaal meer zichtbaar worden. Het strategisch beleid van de RUG voor de komende jaren kent vijf hoofdsporen. Bij het eerste spoor gaat het om prestaties en kwaliteit. Of je nu in de ondersteuning werkt of student of onderzoeker bent, studeren of werken bij de RUG betekent het beste uit jezelf halen. Dit is geen loze kreet. Verschillende instrumenten worden ingezet om inzicht in prestaties te geven. Doel is waar nodig bijsturing mogelijk te maken of consequenties te kunnen verbinden aan onvoldoende prestaties. Vragen om de best mogelijke prestaties kan niet zonder de nodige ondersteuning en faciliteiten. Het tweede hoofdspoor voorziet daarom in een zorgvuldige begeleiding van studenten, met name in de eerste jaren van hun studie, maar ook in de training en ondersteuning van docenten, het trainen van academische leiders en de begeleiding en ondersteuning bij het verwerven van gelden uit de tweede en derde geldstroom. Ruimte bieden aan talent is het derde spoor. Het gaat hier enerzijds het werven van ambitieuze excellente studenten, van jong onderzoektalent en gevestigde kwaliteit. Anderzijds om het creëren van een uitdagende studie- en onderzoekomgeving. Het vierde spoor omvat het internationaliseren van staf en docenten en het bewerkstelligen van een hoger percentage studenten met buitenlandse onderwijservaring. Om dit te realiseren is het vijfde spoor, van ‘efficiënte bedrijfsvoering’, een noodzakelijke voorwaarde.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 4
De RUG heeft een duidelijke toekomstvisie. Ik dank allen die aan deze visie een bijdrage hebben geleverd en hoop van harte dat onze staf en studenten hun talenten en motivatie aanwenden om onze ambities te realiseren Op naar 400 jaar passie en prestatie!
Sibrand Poppema Voorzitter College van Bestuur
Naar 400 jaar passie & prestatie › 5
1
Profiel
De Rijksuniversiteit Groningen is een internationale research universiteit met sterke en vitale wortels in het Noorden van Nederland. Onderwijs en onderzoek zijn wezenlijk met elkaar verbonden. Onderwijs is de bestaansgrond van de universiteit. Onderzoek positioneert de universiteit. Hét kenmerk van een researchuniversiteit is echter niet alleen dat bestaande kennis wordt overgedragen, maar ook dat staf en studenten in vrijheid deelnemen aan de ontwikkeling van nieuwe kennis. Vrijheid De Rijksuniversiteit Groningen verdedigt de academische vrijheid van haar docenten en studenten zoals geformuleerd door de UNESCO (1997): ‘Academische vrijheid is het recht van docenten in het hoger onderwijs om zonder inperking door een voorgeschreven doctrine, te genieten van de vrijheid om te onderwijzen, te discussiëren, onderzoek te verrichten, de resultaten daarvan te verspreiden en te publiceren, hun mening over de instelling of het systeem waarbinnen zij werken kenbaar te maken, gevrijwaard te blijven van institutionele censuur, en deel te nemen aan professionele en representatieve academische organen.’ In de geest van de academische vrijheid voor docenten en studenten leeft de Rijksuniversiteit Groningen het door haar ondertekende Magna Charta Universitatum (1988) en de gedragscodes van de KNAW en NWO na. Veelzijdig De Rijksuniversiteit Groningen is een veelzijdige universiteit. De RUG is veelzijdig en internationaal wat betreft de studenten en de stafleden die naar Groningen komen om aan de universiteit te studeren en te werken. Veelzijdig in opvattingen en denkrichtingen. Ruimhartig en vrijdenkend staat de RUG al 395 jaar in de traditie van de vrije beoefening van de wetenschap. De RUG leidt de studenten op tot vrije, academisch denkende en zelfstandige burgers, die actief deelnemen aan het maatschappelijke leven en daarin verantwoordelijkheid willen dragen. In het Noorden, in Nederland en in de wijde wereld. Breedte en diepte De Rijksuniversiteit Groningen is een brede universiteit. Breed in de vakken en opleidingen in de bachelorfase, breed in het onderzoek dat is verbonden met het onderwijs en gericht op de samenleving. In de diepte specialiseert de RUG in de opleidingen in de masterfase en in onderzoekspeerpunten. De opleidingen van de promovendi in de Graduate School sluiten daar bij aan. De organisatie van het onderzoek vraagt om richting en vereist samenhang en omvang. De RUG maakt gerichte keuzes in de grote wetenschapsgebieden, uitgaande van de kracht van de onderzoekers, de bestaande portfolio, de innovatie in de wetenschap en de maatschappelijke behoefte. Ruimte De RUG biedt ruimte aan een ieder die wil studeren en werken in een omgeving waarin kwaliteit en veelzijdigheid belangrijke waarden zijn. De RUG biedt kansen op verschillende niveaus. Excellent presteren in de mondiale top is de ambitie, het dienen van de samenleving is de norm. De universiteit staat midden in de samenleving en neemt daaraan deel in vele verschillende vormen: van grensverleggend onderzoek tot aan sport en culturele uitingen, van het deelnemen aan het publieke debat tot aan het stimuleren van ondernemerschap in stad en regio. De RUG blijft zich definiëren als een openbare publieke instelling die open staat voor iedereen en die zich verantwoordt tegenover de samenleving. Presteren De universiteit leidt het toekomstige kader van de samenleving op. Dat schept verplichtingen voor staf en studenten. Kwalitatief hoogstaand en inspirerend onderwijs, gericht op wetenschap en beroepspraktijk, vormt de kern van de universiteit. Studenten moeten studeren in een omgeving die uitdaagt, maar die ook prestaties van hen verwacht. Wetenschappelijke excellentie
Naar 400 jaar passie & prestatie › 6
en maatschappelijke relevantie zijn de twee centrale begrippen in het onderzoek. Verwevenheid van onderwijs en onderzoek is een wezenlijk kenmerk. Bestuur en medezeggenschap De ontwikkelingen in onderwijs, wetenschap, arbeidsmarkt en samenleving vragen om een constante innovatie van de kerntaken van de universiteit. De ontwikkelingen in onze omgeving vragen om slagvaardig bestuur en een efficiënte bedrijfsvoering. Actieve en zichtbare medezeggenschap is toetssteen voor het bestuur en zorgt voor een goed draagvlak voor de keuzes. Actief studentenleven De universiteit bevordert een actief studentenleven in de stad Groningen. Sport, cultuur, debat, verdieping, internationale en sociale contacten vormen onderdeel van het universitaire leven en van de groei naar zelfstandigheid. Zelfbestuur en zelforganisatie zijn daarom centrale kenmerken in het studentenleven. De universiteit vindt dat een actief studentenleven een positieve bijdrage kan leveren aan een actief studeergedrag en een normaal studietempo.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 7
2
Ambities 2015
Van goed naar beter De Rijksuniversiteit Groningen heeft ambities die passen bij haar positionering als researchuniversiteit. Ambities hebben betekent: verbeteren, hogerop komen. Er is veel reden om verheugd te zijn over prestaties van Groningse opleidingen en van Groningse onderzoekers. Er zijn excellente groepen onderzoekers, docenten en studenten. En er zijn inspirerende studies. Maar er zijn evenveel redenen om die positie te verbeteren en versterken. De rendementen in het onderwijs moeten beter. In het onderzoek moet het aantal excellente groepen worden uitgebreid. Ook de nationale en internationale zichtbaarheid van de RUG kan en moet beter. Cijfers halen In 2015 wil de RUG in de meeste vakgebieden een top 100-positie in de wereld hebben. Handhaving van het niveau van het onderwijs is daarbij een randvoorwaarde. Binnen Nederland moet minimaal 75% van onze opleidingen op grond van visitatierapporten tot de beste 25% van Nederland gerekend worden. Meer dan de 50% van de studenten in de propedeuse moet na het eerste studiejaar de propedeuse gehaald hebben. De universiteit investeert daarom in onderwijs en begeleiding. De propedeuse moet in 2015 door 80% van de studenten binnen twee jaar worden afgerond. Daarvan moet vervolgens bijna iedere student het bachelordiploma binnen 4 jaar gehaald hebben. Het aanbod aan masteropleidingen is aantrekkelijk voor eigen studenten, terwijl ook een toenemend aantal studenten uit Europa en de rest van de wereld kiest voor een masteropleiding aan de RUG. De RUG acht groei naar een omvang van circa 30.000 studenten passend bij de aard van de instelling en bij de faciliteiten de RUG kan bieden. Minimaal de helft van onze studenten heeft in 2015 internationale onderwijservaring. De PhD-fase wordt gevoed met promovendi uit de gehele wereld, het aantal promoties stijgt naar 500 per jaar. In 2015 wil de RUG ten minste 25% vrouwelijke hoogleraren aan het werk hebben. Internationaal De universiteit is een internationale werk- en studieplek. Het internationale karakter van de universiteit wordt de komende jaren verder versterkt. In de eerste plaats gaat het om het creëren van een internationale instroom met een aandeel van zo’n 5000 buitenlandse studenten aan de RUG en om het mogelijk maken van uitgaande internationalisering voor minimaal de helft van onze studenten. In de tweede plaats gaat het om ‘internationalisation at home’. De RUG moet in 2015 in alle facetten een universiteit zijn waar staf en studenten uit de gehele wereld zich thuis voelen en zich in herkennen. In 2015 komt 20% van de wetenschappelijke staf uit het buitenland. In de derde plaats gaat het om strategische samenwerking met partners in Europa en overige werelddelen, gericht op het versterken van de kwaliteit.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 8
3
Onderwijs
De RUG heeft een breed scala aan opleidingen en een lange geschiedenis in de traditionele disciplines. Op diverse gebieden zijn er belangrijke innovaties. In de afgelopen jaren was er een sterke toename van het aantal studenten, de proliferatie van opleidingen en veel aandacht voor een aantal systeemkenmerken (zoals invoering BaMastructuur, kwaliteitszorg en accreditatie). Na deze ontwikkelingen moet de kern van het onderwijs echter weer centraal staan. De kernelementen van de visie op onderwijs zijn: onderwijskwaliteit staat voorop en de verbinding tussen onderwijs en onderzoek is een voorwaarde. De keuzevrijheid in het onderwijs neemt in de loop van de opleiding toe, evenals de verantwoordelijkheid van de student. In het begin van de studie wordt de student daarin vanuit de onderwijssituatie actief begeleid. Activerende kleinschalige onderwijsvormen zijn de norm. De docenten zijn de primaire begeleiders van de studenten. Er wordt veel ruimte geboden aan belangstelling en talent, onder meer door het Honours College. Onderwijs geven centraal Het gaat om de inspiratie in het onderwijs, gegeven door docenten die hun passie voor het vak overdragen, maar ook om het contact tussen studenten en docenten, waarbij de docent zijn of haar betrokkenheid laat blijken en de student uitdaagt. Het onderwijs moet vanuit een gezamenlijk gedragen ideaal worden gegeven. En dat moet worden getoetst via evaluaties. Waardering voor de rol van de docent betekent ook: duidelijk zijn naar medewerkers die niet bijdragen aan het succes van het onderwijs. Slecht functioneren in het onderwijs, onder andere blijkend uit evaluaties van het onderwijs, zal in de ontwikkelingsgesprekken en in de beoordelingen expliciet aan de orde komen en consequenties hebben voor de loopbaan. Eisen stellen aan de kwaliteit van de docent en van het onderwijs geven vraagt ook: de docent ondersteunen en regelmatig aandacht hebben voor kwaliteit, scholing en training. Want het gezamenlijk gedragen ideaal moet worden geoefend en doorgegeven. Er komt uiterlijk in 2011 een leergang voor alle docenten, met een periodiek karakter. De leergang bouwt voort op de ‘basiskwalificatie onderwijs’ en gaat over wat de RUG van docenten verwacht, over de vraag op welke manier onderwijs gegeven wordt, over de centrale vragen in de onderwijsfilosofie. Didactische professionaliteit, begeleidingsvaardigheden en onderwijskundig leiderschap maken daar deel van uit. Onderwijs intensiveren Met name aan het begin van de studie zullen de structuur en de docent de student moeten helpen regelmatig te studeren. Het contact met de docenten en de begeleiders moet de betrokkenheid van de student bij het onderwijs stimuleren. In de propedeuse zijn minstens 15 contacturen per week in alle studierichtingen noodzakelijk. Dit doel wordt met ingang van september 2012 gerealiseerd. In studierichtingen met practica ligt dat aantal uren per week overigens nu vaak al hoger. De RUG is in 2008 gestart met een omvangrijke investering in de intensivering van het onderwijs in de propedeuse. Deze intensivering leidt tot een groter gebruik van kleinschaliger onderwijsvormen, waarin de rol van de docent als begeleider meer kans krijgt. Voortzetting van deze intensivering vraagt een blijvende inspanning. Het aantal grootschalige hoorcolleges mag niet toenemen. In de loop van de studie wordt meer zelfwerkzaamheid van de student gevraagd en neemt de keuzevrijheid en de eigen verantwoordelijkheid toe. Bacheloropleidingen aanpassen In de geest van ‘Bologna’ wordt de opbouw en het aantal opleidingen aangepast aan de inmiddels verworven inzichten over de werking van de bachelor- en masterstructuur. Vanuit het oogpunt van overzichtelijkheid, kwaliteit en efficiency wordt de komende jaren het aantal opleidingen verminderd door de realisering van bredere bacheloropleidingen. Verbreding van de bacheloropleidingen betekent het aanbieden van keuzemogelijkheden aan studenten vanuit een brede start. Studenten zullen zich in de loop van de bacheloropleidingen verder kunnen specialiseren en verdiepen, afhankelijk van hun doel en belangstelling. Binnen bredere bacheloropleidingen moet voldoende flexibiliteit worden geprogrammeerd om bij de studenten
Naar 400 jaar passie & prestatie › 9
tegemoet te komen aan belangstelling en talent, die zich vaak in de loop van de bachelorfase ontwikkelen. Het Honours College is in dit kader een bijzondere vorm, terwijl ook de minoren gebruikt worden om een verdere invulling te geven aan de individuele keuze in het studieprogramma. De kwaliteitsbewaking en de evaluaties dienen er aan bij te dragen dat de brede bacheloropleidingen ook qua niveau een verbetering zijn, onder andere door het bieden van meer mogelijkheden voor studenten. Gezamenlijke interfacultaire opleidingen brengen innovaties in het onderwijs en geven invulling aan de vernieuwing in de wetenschap, die vaak op het snijvlak van disciplines plaatsvindt. Masteropleidingen internationaal vergelijkbaar De masteropleidingen moeten internationaal beter vergelijkbaar worden: de RUG streeft naar omzetting van eenjarige naar tweejarige masteropleidingen, behalve voor die opleidingen die juist vanwege het internationale perspectief een eenjarige opleiding willen handhaven. De faculteitsbesturen dienen per opleiding een keuze te maken. Toetsen De opzet van de programma’s zal erop zijn gericht met een grotere regelmaat kennis en bekwaamheid te toetsen. Alle onderwijsprogramma’s worden beoordeeld op de vraag of zij voldoen aan de eisen die gelden voor wetenschappelijk onderwijs. Kwaliteit van toetsen maakt daar onderdeel van uit. ‘Best practices’ binnen en buiten de RUG worden gebruikt om een norm vast te stellen. Uiterlijk in 2011 stelt de universiteit een universitaire aanpak vast, die in de periode tot 2014 moet leiden tot een gezamenlijk vormgegeven toetspraktijk, met oog voor de verschillen tussen disciplines. Honours Differentiatie van het onderwijs naar niveau is belangrijk. Het University of Groningen Honours College biedt de extra uitdaging en kansen die een belangrijke groep studenten nodig heeft. In februari 2010 start het Honours College, mede op grond van de landelijke Sirius-erkenning. In het Groningse model maakt het Honours College voor 250 studenten per jaar deel uit van de reguliere activiteiten. Geen afzondering, maar integratie met ambitie. Uitdaging in het onderwijs en buiten het eigen programma kenmerkt de opzet van het Honours College. De universiteit zal deze aanpak vervolgen met een aanvraag voor een Honours Master-programma. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is cruciaal om het niveau en de realisatie van de gestelde doelen te meten. Op alle niveaus wordt de kwaliteit van het onderwijs getoetst. Vóór 2012 zal de RUG gereed zijn voor een systeem van instellingsaccreditatie, waarmee een geïntegreerd stelsel van kwaliteitszorg een feit zal zijn. Er dient echter gewaakt te worden voor verdere bureaucratisering van het systeem van visitaties en accreditaties. Een goed intern informatiesysteem is daarbij cruciaal. Cursusevaluaties worden verplicht voor alle cursussen, tussentijds en afsluitend. De evaluaties zijn binnen de faculteiten openbaar, ook daar waar dat nu nog niet gebeurt. Evaluaties van docenten door studenten zullen een expliciete rol spelen bij beslissingen over de loopbaan en de ontwikkeling van docenten, vergelijkbaar met het meten van citaties bij publicaties. De periodieke enquête onder studenten (‘100 over de RUG’) en het halfjaarlijkse onderzoek onder de internationale studenten (‘International Student Barometer’) worden voortgezet. De conclusies uit die enquêtes worden onderdeel van de jaarlijkse bestuurlijke afspraken met de faculteiten.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 10
4
Studenten
Presteren in de studie Studenten vormen de zuurstof van de universiteit. Als de afspraak geldt dat de uitdaging in het onderwijs weer centraal staat en dat docenten aangesproken worden op hun onderwijsprestaties, dan mag ook van studenten gevraagd dat zij zich optimaal inzetten. Die vraag vanuit de universiteit en de inzet van de student kunnen beter. Het aantal uren studie per week moet omhoog. Een normale studieprestatie zal een normaal resultaat opleveren, slagen is de norm. Voorlichting Een goede studiekeuze is belangrijk voor studiesucces en voorkomt vertraging. Goede en getrouwe voorlichting dient het handelsmerk van de RUG te zijn. Snel schakelen in het eerste jaar blijft noodzakelijk, binnen de universiteit en samen met vooral de Hanzehogeschool. Begeleiding Studiebegeleiding begint bij de bron: in het onderwijs zelf. De docent is de eerstverantwoordelijke begeleider van de student. Als onderdeel van het onderwijsproces is een tutor-mentorsysteem belangrijk in het overdragen van kennis en vaardigheden, alsmede in het binden van de studenten aan de studie. Meer specifieke begeleiding vindt plaats door studieadviseurs, die op basis van ontwikkelde professionaliteit in staat zijn adviesvragen en problemen van studenten te herkennen en hen daarover te adviseren. Meer specialistische hulp en begeleiding wordt geboden door het Studenten Service Centrum. In de komende jaren krijgt de begeleiding op basis van deze structuur verder vorm. Dat gebeurt mede in het licht van de implementatie van het bindend studieadvies, maar ook als instrument om de toenemende keuzevrijheid in de bachelorfase te faciliteren. Voor specifieke groepen kan een bijzondere aanpak gelden. In de faculteiten zal de aard en de opzet van de begeleiding jaarlijks worden geëvalueerd. In 2012 komt er een universiteitsbrede evaluatie. Rendementen verbeteren In de afgelopen jaren zijn de rendementen van de opleidingen gemiddeld genomen verslechterd. De huidige studierendementen zijn te laag om af te wachten of de maatregelen van de afgelopen twee jaar effect sorteren. Helderheid over de eisen die aan studenten gesteld worden speelt een belangrijke rol. Presteren in de propedeuse is noodzakelijk voor studiesucces. Voor de gehele studie geldt: keuzevrijheid is gericht op inhoud, niet op tempo. De universiteit gaat consequenties verbinden aan slechte studieresultaten: de RUG voert het bindend studieadvies in. De toegang tot de masteropleidingen wordt landelijk gebaseerd op de internationaal gangbare norm: het bachelordiploma. Student-assistenten Contacturen en kleinschalige onderwijsvormen zullen mede worden ondersteund door de inzet van meer studenten als ‘teaching assistants’. De student als ‘teaching assistant’ speelt een grotere rol, niet als verantwoordelijke voor het onderwijs, maar wel betrokken bij de uitvoering. Het gaat om inzet van studenten als practicumbegeleider, als werkgroepbegeleider, als tutor, maar ook als medewerker op informatiebalies en in de voorlichting. De RUG streeft naar minimaal een verdubbeling van de circa 500 studenten die nu al een student-assistentschap vervullen. Het gaat met name om faculteiten waar nu relatief weinig teaching assistants actief zijn. Het doel is dat studenten in alle faculteiten vergelijkbare kansen hebben om een rol als student-assistent te vervullen. Betrokkenheid Juist in Groningen wordt een grote betrokkenheid van studenten op prijs gesteld. Studenten moeten de mogelijkheid krijgen zich bestuurlijk, maar ook in het onderwijs zelf in te zetten. Het is van groot belang dat studenten tijdens hun studie ervaring opdoen in het werken bij de universiteit, in onderwijs, onderzoek en ondersteuning. Naast de studie spelen medezeggenschap en het verenigingsleven in Groningen derhalve een belangrijke rol. Centraal in dat alles blijft echter de studie, de contacten met de docenten en met de studiegenoten.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 11
5
Internationaal
Groei Het aantal studenten uit het buitenland neemt de komende jaren toe tot zo’n 5000, het aandeel van buitenlandse stafleden groeit naar 20% van de wetenschappelijke staf. Op dit moment vormen buitenlandse promovendi al de meerderheid op sommige plaatsen in de universiteit. Bij de groei zal de bewaking van de kwaliteit van de instroom voorop staan: de toelating en selectie van internationale studenten is een taak die steeds meer aandacht vraagt van begeleiders en beslissers. Engels in het onderwijs Het merendeel van de masteropleidingen en PhD-opleidingen zal in het Engels worden aangeboden. Elke faculteit kent naast de essentiële Nederlandstalige opleidingen een representatief aanbod van Engelstalige bacheloropleidingen. Ook in de ondersteuning moet het gebruik van de Engelse taal op een adequaat niveau liggen, passend bij de dienst die wordt geleverd. Internationalisering betreft de gehele universiteit. De RUG is trots op de toekenning door de EU van zowel het Diploma Supplement als het ECTS-label. De RUG is de enige universiteit in Nederland die beide labels heeft verworven. Samenwerking en uitwisseling in het onderwijs In veel opleidingen wordt intensief samengewerkt met partners in Europa en daarbuiten. Een goede illustratie daarvan zijn de acht Erasmus Mundus-programma’s bij de RUG. De focus van de samenwerking is kwaliteit. Bestaande en nieuwe initiatieven van faculteiten versterken de positionering van de RUG in Europees verband. Uitwisseling van studenten is daarin een kernelement. De RUG wil dat in 2015 minimaal de helft van onze studenten buitenlandse onderwijservaring heeft. Binnen de RUG zijn daarvoor stimuleringsfondsen beschikbaar. Gelet op de geografische positie van Groningen heeft de samenwerking met Duitse universiteiten en de werving van Duitse studenten een bijzondere betekenis. Strategische samenwerking De samenwerking met de universiteiten van Uppsala, Göttingen en Gent wordt de komende jaren verder verdiept. Het gaat vooral om gezamenlijke onderzoekprojecten en het verzorgen van gezamenlijke master- en PhD-opleidingen. In dat kader streeft de universiteit ook naar uitwisseling van (internationale) minoren. Mondiaal richt de RUG zich op versteviging van de relaties in Azië, onder meer met universiteiten in Fudan, Peking, Tsinghua en Osaka. Ook samenwerking met universiteiten in Noord- en Zuid-Amerika staat op de agenda. Vooral de relaties met de UNAM in Mexico en met de universiteiten in São Paulo zijn veelbelovend.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 12
6
Onderzoek
Kwaliteit van de onderzoeker centraal Excellente, zichtbare onderzoekers, die hun passie vertalen naar studenten en samenleving, bepalen het succes van de universiteit als researchinstelling. Dat aantal moet toenemen. Individuele kwaliteit komt tot uiting in de kwaliteit van de publicaties, de impact van de tijdschriften waarin wordt gepubliceerd, de citaties, de wervingskracht in de tweede en derde geldstroom, de deelname en het leiderschap in nationale en internationale projecten, de gewonnen prijzen, het aantal en de kwaliteit van promoties en uitstekende internationale beoordelingen. Voor publicaties geldt dat het medium (zoals toptijdschriften) belangrijker is dan het aantal. Daarbij is toegankelijkheid van publicaties een voorname factor en in dat kader juicht de universiteit de kwalitatief steeds sterker wordende formule van het ‘open access’publiceren toe. De verschillen tussen disciplines (bijvoorbeeld rechtsgeleerdheid ten opzichte van scheikunde) leiden tot een verschillende invulling van het publicatiebeginsel. Tenure track leidt tot kwaliteit Het selecteren, behouden en belonen van talent is een van de belangrijkste aspecten van het personeelsbeleid. Het creëren van een goede onderzoeksomgeving met uitstekende voorzieningen is daarmee direct verbonden. De RUG wil ruimte bieden aan kwaliteit. Jong talent uit binnenland en buitenland, zowel van mannen als vrouwen, wordt aan onze universiteit gekoesterd en uitgedaagd. Kwaliteit kan en mag zich bewijzen en op basis hiervan de eigen loopbaan ontwikkelen. In het tenure track-systeem is dit heel evident zichtbaar in de loopbaan die wordt doorlopen bij het voldoen aan de hoge criteria. Consequenties aandurven Kwaliteit honoreren betekent ook kritisch zijn en consequenties verbinden als de kwaliteit van het onderzoek en van de onderzoeker niet voldoet, met aandacht voor een goede manier van leidinggeven en transparant en aansprekend personeelsbeleid op alle niveaus. Ontwikkelingsen beoordelingsgesprekken zijn hierbij cruciale en structurele instrumenten. Promovendi In de University of Groningen Graduate School komt de gemeenschappelijkheid van de facultaire Graduate Schools tot uitdrukking. De gezamenlijke initiatieven voor werving, scholing en begeleiding hebben tot doel de zichtbaarheid en de kwaliteit van de Graduate Schools te vergroten en het aantal promoties te verhogen. De opleiding en de begeleiding van de PhD’s staat centraal in de Graduate School. De publicatiecultuur onder promovendi wordt de komende jaren onder de loep genomen. Publicaties in tijdschriften met een hogere impact zijn vaak beter voor de loopbaan van de promovendus en voor de universiteit, zelfs als het aantal gering is. Voorts dient het aantal promoties uit de tweede en derde geldstroom en promoties van derden toe te nemen. Het aantal promoties stijgt voor 2015 tot minimaal 500 per jaar. Postdocs De universiteit heeft in de komende jaren weinig middelen vanuit de eerste geldstroom beschikbaar voor nieuwe postdocplaatsen. De behoefte daaraan is echter groot. Het doel is een stijging met 20% tot 2015, die echter grotendeels gefinancierd moet worden uit de tweede en derde geldstroom. Extra financieringsbronnen De competitie om de geldstromen neemt toe. De gelden voor NWO zijn uitgebreid ten koste van de financiering van de universiteiten. Het ministerie van Economische Zaken financiert stimuleringsprojecten die aansluiten op de belangrijke thema’s in de Nederlandse kenniseconomie, in nationale programma’s. De financiering vanuit de Europese Unie wordt ook steeds belangrijker en is doorgaans zeer competitief. De afhankelijkheid van ons vermogen om externe financieringsbronnen aan te boren neemt dus toe. Dat betekent enerzijds dat ook de interne competitie, als wegbereider voor succes buiten, moet toenemen. Anderzijds betekent het dat de universiteit de onderzoekers zo goed mogelijk moet trainen, begeleiden en voorbereiden
Naar 400 jaar passie & prestatie › 13
op de procedures en gesprekken bij aanvragen, tenders, voorstellen en dergelijke. De huidige voorzieningen (Ruggesteun, Transfer en Liaison) worden verstevigd en zo mogelijk uitgebreid. Europese Unie De toename van het belang van de EU bij de financiering van onderzoek moet worden gespiegeld in een toename van het aandeel van de RUG in de Europese subsidies. Het huidige groeitempo met minimaal 10% groei per jaar wordt gehandhaafd. Landelijk netwerken Als gevolg van geografische ligging van de universiteit moeten de Groningse onderzoekers en bestuurders altijd extra kilometers maken om deel te nemen aan landelijk overleg en te participeren in landelijke netwerken. De participatie van de wetenschappers van de RUG aan de landelijke circuits moet worden verstevigd. Voor 2011 wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn om onderzoekers en bestuurders beter te faciliteren in het onderhouden van die netwerken. Valorisatie In de valorisatie kiest de RUG een profiel in samenwerking met bedrijven en overheden, waarbij een aantal grote maatschappelijke vragen wordt beantwoord. Bij deze valorisatie speelt met name ook de verbinding met de regio een belangrijke rol. De universiteit beschouwt dit onderzoek als een belangrijke maatschappelijke taak, die voortvloeit uit haar primaire taak voor onderwijs en onderzoek. Het financieel deelnemen aan nieuwe bedrijvigheid beschouwt de universiteit niet als haar primaire taak. Nieuwe bedrijvigheid komt wel uit de universiteit voort. Naast en in verbinding met de onderzoekspeerpunten investeert de RUG op grote schaal in onderzoek naar maatschappelijke thema’s, zoals duurzaamheid (energie en water), gezond ouder worden, geneesmiddelen, voedsel, koolhydraten, sensortechnologie, nanotechnologie, nieuwe materialen, sociale weerbaarheid, recht en bestuur, cultureel erfgoed. In deze thema’s wordt de verbinding met de samenleving gezocht en gevonden, samen met overheden, bedrijven en andere instellingen voor hoger onderwijs.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 14
7
Omgeving
De RUG is de universiteit van het Noorden. Internationaal georiënteerd, geworteld in de noordelijke samenleving. De verankering in de omgeving is sterk en komt op velerlei manieren tot uidrukking. Akkoord van Groningen De RUG werkt samen met de gemeente, de Hanzehogeschool en het Universitair Medisch Centrum Groningen in wat het Akkoord van Groningen genoemd wordt. Gezamenlijke afspraken over de voorzieningen en de positionering van de stad Groningen als kennisstad (City of Talent). Onderwerpen zijn onder meer het creëren en aantrekken van nieuwe kennisinstellingen en kennisinitiatieven, het nemen van verkeersmaatregelen die de verschillende vestigingsgebieden in de stad bereikbaar houden, (internationale) studentenhuisvesting en ICT-voorzieningen op stadsniveau. Hogescholen Met de Hanzehogeschool Groningen deelt de RUG niet alleen de Zernikecampus, maar eveneens een intensief patroon van samenwerking in het verband van ‘Universiteit en Hogeschool Groningen’. De RUG is voorstander van het binaire systeem in het hoger onderwijs. De samenwerking krijgt meerwaarde vanuit de eigen identiteit van universiteit en hogeschool. Er zijn nu afspraken over schakelprogramma’s, specifieke samenwerking in sommige disciplines, promotietrajecten van medewerkers van de HG, gezamenlijke faciliteiten. In de komende jaren worden op het terrein van gezamenlijk (internationale) marketing nieuwe stappen gezet. Er wordt gewerkt aan een gezamenlijk initiatief voor een Confuciusinstituut, voor Chinese taal en cultuur. Met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, met de Hogeschool Van Hall Larenstein en met de Stenden Hogeschool bestaan eveneens nauwe relaties, die langs dezelfde lijnen worden uitgebreid. Bedrijfsleven en overheden De onderzoeksamenwerking met het bedrijfsleven, veelal door middel van contracten, krijgt gestalte in een nieuwe vorm voor Technology Transfer. Deze ontwikkeling wordt in de komende jaren meer en meer de gezamenlijke activiteit van RUG en UMCG. In het Samenwerkingsverband Noord-Nederland blijft de RUG intensief samenwerken met de overheden en de regionale vertegenwoordigers van het bedrijfsleven om de ontwikkeling van de kennisintensieve bedrijvigheid mede vorm te geven. De RUG staat aan de wieg van veel bedrijvigheid, zoals het stimuleren van initiatieven van ondernemende studenten, maar ook het pad van patentaanvraag tot bedrijf. Dat laatste vraagt om een actieve opstelling van alle partijen. De RUG heeft een octrooifonds opgericht, waarbij het verdeelmodel voor een goede verdeling van mogelijke opbrengsten zorgt. Aansluiting VWO-WO In 2015 heeft de RUG het bestaande netwerk met het vwo verder uitgebouwd. Het voertuig daarvoor is de Scholierenacademie RUG. Intensieve contacten met rectoren, vwo-docenten en schooldecanen vormen de basis voor een vergroting van de samenhang en een verdere doordringing in elkaars domein.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 15
8 Personeel De wetenschappelijk staf kent drie taken: onderwijs, onderzoek en het creëren van maatschappelijke meerwaarde. De RUG verwacht van iedere medewerker altijd een goede prestatie in onderwijs en onderzoek; daarnaast wordt in toenemende het belang van maatschappelijke zichtbaarheid gevoeld. Het ondersteunend en beheerspersoneel is gericht op dienstverlening, administratieve taken of ondersteunende taken bij onderwijs, onderzoek of bestuur. Goed functioneren belonen, slecht functioneren aanpakken. Ruimte bieden voor loopbanen, stimuleren en begeleiden, transparant en duidelijk zijn, criteria vasthouden, consequent zijn. Dat zijn de basiskenmerken waaraan het personeelsbeleid van de RUG moet voldoen. Het ontwikkelen en belonen van talent is een kernactiviteit. Ontwikkelingsgesprekken worden jaarlijks gehouden en zijn cruciaal in het vastleggen van de prestatie, het oordeel en de meetlat. (Academisch) leiderschap Leiding geven aan academische professionals, de uitdaging van het presteren in de tweede en derde geldstroom aangaan, prestaties van medewerkers in onderwijs, onderzoek en ondersteuning bespreekbaar maken: dat vergt vaardigheden die kunnen en moeten worden geoefend. In 2010 start een project dat de bestaande initiatieven voor (academisch) leiderschap opnieuw vormgeeft. Werving Het is heel logisch, gegeven ons profiel: de universiteit werft docenten en onderzoekers nationaal en internationaal. De RUG blijkt aantrekkelijk voor jonge wetenschappers uit Europa en andere werelddelen. De loopbaanmogelijkheden zijn competitief. Om de kwaliteit en de kritische massa te vergroten krijgt elke faculteit een financiële impuls in het programma voor de University of Groningen Endowed Chairs, voor de werving van een wetenschapper van internationale standing. Tenure track en Rosalind Franklin handhaven Het systeem van tenure track blijft de komende vijf jaar in stand en de gehanteerde procedures worden vastgehouden: de lat blijft hoog liggen. Meer transparantie in het creëren van tenure track paden is gewenst, met name voor jong talent dat in de Vernieuwingsimpuls succesvol is. Het succesvolle Rosalind Franklin Fellowship programma wordt voortgezet. Kwaliteitsbeleid en het beleid om meer vrouwen in de topposities te verwerven gaan in dit programma hand in hand. Naar 25% vrouwelijke hoogleraren Aansluitend bij de landelijke afspraken over ‘Talent naar de Top’ breidt de Groningse universiteit de komende jaren de ambitie om meer vrouwelijke hoogleraren binnen haar rangen te hebben uit. In 2010/2011 moet het doel van 17% vrouwelijk hoogleraren gehaald zijn. Bij het 400-jarig bestaan van de universiteit moet dat 25% zijn. Prikkels voor presteren In het beloningssysteem worden prikkels ingebouwd om functioneren te laten zien. In 2010 wordt een studie afgerond naar de manier waarop dit in het vigerende beleid kan. Hierin is er ook aandacht voor de rol die ontwikkelingsgesprekken daarin kunnen spelen en welke informatiebronnen daarvoor beschikbaar en noodzakelijk zijn (bijvoorbeeld onderwijsevaluaties, gerealiseerde publicaties). De jaarlijkse ontwikkelingsgesprekken zijn cruciaal en vormen een regulier onderdeel van de taak van leidinggevenden. Omvang en organisatie ondersteunend personeel De RUG wil zoveel mogelijk geld en formatie besteden aan excellent onderwijs en onderzoek. Doel is: minimaal handhaving van de huidige verhouding WP/OBP, die in de afgelopen jaren al is verbeterd door een reductie van 10% op het OBP. Door vergroting van de efficiëntie in administratie en ondersteuning kunnen nieuwe taken worden opgepakt. Een efficiënte ondersteuningsorganisatie van hoog niveau ten behoeve van onderwijs en onderzoek blijft daarmee een belangrijke prioriteit. In de komende jaren wordt onderzocht of de gekozen lijn bij de ICT- en bibliotheekorganisatie ook toepasbaar is en tot winst leidt op het terrein van
Naar 400 jaar passie & prestatie › 16
personeel & organisatie, financieel beheer en internationalisering. In 2010 worden hiertoe samen met faculteiten projecten gestart.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 17
9
Middelen
De bestaande structuur met de negen faculteiten voldoet. De interne organisatie binnen faculteiten, met onderwijs- en onderzoekdirecteuren, biedt goede voorwaarden voor slagvaardige sturing. De universitaire Graduate School, met de facultaire Graduate Schools, levert de grondslag voor de verdere vormgeving van de opleiding van promovendi. Voorzieningen, ICT en gebouwen, een efficiënte ondersteuningsorganisatie en een gedegen financieel beleid dat rekening houdt met de strategie van de instelling zijn cruciale voorwaarden voor continuïteit en vernieuwing. ICT De komende jaren investeert de RUG in de volgende fase van haar ICT-uitrusting. ICTvoorzieningen zijn cruciaal voor het realiseren van de kwalitatieve doelstellingen van de RUG, zowel op het terrein van de reguliere IT-voorzieningen, als op het terrein van specifieke onderzoekinstrumenten (high performance computing). De RUG heeft een uitstekende positie in het (inter)nationale veld. Die wil zij handhaven en versterken. In het onderwijs speelt Nestor een cruciale rol. Nestor is de digitale leeromgeving van de universiteit, voor docenten en voor studenten. Voorts zal de RUG in de komende tijd initiatieven nemen om de colleges via internet toegankelijk te maken. Wat de uitvoering van onderwijs en de bedrijfsvoering betreft is stabiliteit in de ICT-voorzieningen een zeer belangrijke voorwaarde. Gebouwen Onderwijs en onderzoek vinden plaats in gebouwen. Het huidige huisvestingsplan voorziet in een snelle en bijzondere verbetering voor verschillende eenheden. Grote projecten zijn in uitvoering en voorbereiding. Uitstekende en beeldbepalende voorzieningen worden gecreëerd. De huidige financiële grenzen zijn kaderstellend. Geld De universiteit voert al jaren een behoedzaam financieel beleid. Dat geeft zekerheid voor de toekomst. Deze lijn wordt voortgezet. De investeringen in mensen en infrastructuur kunnen de komende jaren worden gefinancierd binnen de regels die de universiteit zichzelf gesteld heeft. Er hoeft in beginsel niet te worden geleend. Als er echter een verslechtering in de financiële omgeving optreedt, zijn korte periodes van lenen op de geldmarkt niet geheel uit te sluiten. Andere financieringsbronnen buiten de reguliere eerste geldstroom worden belangrijker. Inkomsten uit tweede en derde geldstroom zijn al genoemd in de sfeer van onderzoek. Ook het belang van fondsenwerving via alumni, particuliere fondsen en bedrijfsleven neemt toe.
Naar 400 jaar passie & prestatie › 18
10 Tot slot In dit strategisch plan zijn vele acties en maatregelen aangekondigd. In de loop van 2010 zullen deze acties en maatregelen in de vorm van projecten worden gestart. Er valt veel te doen. De doelen zijn ambitieus. De projecten en de plannen zullen daar verder inhoud aan moeten geven. Tijden veranderen. De overheid kan besluiten tot wijzigingen in de financiering of in de wetgeving. De precieze uitwerking van de financiële en economische crisis voor de universiteiten moet nog worden afgewacht. Dat betekent dat de plannen in dit strategisch plan tussentijds kunnen veranderen als de omstandigheden dat noodzakelijk maken. Er komt daarom halverwege 2012 een midterm-evaluatie, die zal worden besproken met de faculteiten en met de Universiteitsraad.