Museum Oold Ark te Makkinga

Museum Oold Ark te Makkinga

Beleidsplan 2012-2016 Versie 29 mei 2013

Inhoudsopgave 1. Vooraf Samenvatting Speerpunten en ambities

2. Inleiding

4 5 6

2.1 Aanleiding voor het beleidsplan 2.2 Missie en Visie 2.3 Doelstellingen

7 7 8 9

3. Collectie

11

3.1 Algemeen 3.2 Collectie beschrijving 3.2.1 Kerncollectie 3.2.2 Collectiehistorie 3.2.3 Indeling in deelcollecties 3.2.4 Herkomst en eigendom 3.2.5 Cultuurhistorische waarde 3.3 Collectieregistratie, documentatie en onderzoek 3.3.1 Registratie 3.3.2 Documentatie 3.3.3 Onderzoek 3.4 Behoud en beheer 3.4.1 Passieve conservering 3.4.2 Actieve conservering 3.4.3 Restauratie 3.5 Collectievorming

4. Publiek

17

4.1 Algemeen 4.2 Samenstelling en omvang van het publiek 4.3 Publieksactiviteiten 4.3.1 Presentatie van de collectie 4.3.2 Tijdelijke tentoonstellingen 4.3.3 Educatieve taken 4.3.4 Publicaties 4.3.5 Taken op het gebied van gastvrijheid 4.3.6 Marketing en public relations 4.3.7 Overige publieksactiviteiten

5. Bedrijfsvoering

21

5.1 Huisvesting en veiligheid 5.2 Personeel en organisatie 5.3 Automatisering 5.4 Verzekeringen 5.5 Financiën en begroting

Museum Oold Ark – Beleidsplan 2012-2016

2

Bijlagen:

PO4 Procedure Registratie en Documentatie TO1 Taakomschrijving Vrijwilliger Behoud en Beheer TO2 Taakomschrijving Vrijwilliger Registratie en Documentatie Registratielijst beroepen Calamiteitenplan (versie 2011 is vervangen door VOR mei 2013) Projectplan “samen door een deur”

24 25 26 27 28 29

Per 29 mei 2013 zijn nog de volgende aanvullende bijlagen vastgesteld (niet hier bijgevoegd): PO2 FO3 CHV1 MVD1 II IL OL APL RA VOR MB PORA

Procedure Verwijderen Gereedschappen Formulier Verwijderde gereedschappen Collectiehulpverleningsplan Missie-Visie-Doelstellingen (als paragraaf 2.2 en 2.3 nu opgenomen) Instructie Incidenten Incidentenlijst Overzicht Lichtmeetresultaten Analyse Lichtmeting, Plan van Aanpak Risico-Analyse Veiligheids- en Ontruimingsplan (vervangt Calamiteitenplan p. 28) Meerjarenbegroting Plan Opheffen Registratie-Achterstand


3

1. Vooraf Museum Oold Ark is een handgereedschappen museum. De basis van de verzameling wordt gevormd door de verzameling handgereedschappen van de heer Albert K. Mulder. In de loop der tijd zijn daar door schenkingen en bruiklenen een behoorlijk aantal gereedschappen bij gekomen. De gereedschappen worden tentoongesteld in werkplaatsjes, zodat de bezoeker het beroep en de voorwerpen kan koppelen. Dat maakt veel duidelijk. Het museum wordt uitsluitend door vrijwilligers bemand. Er is een bestuur en daarnaast zijn er ruim 40 mensen actief. Het museum is gevestigd in Makkinga naast korenmolen de Weyert aan de Lyclamaweg 15. In 2010 heeft er een interne verbouwing plaatsgevonden bij de molen en het museum waardoor we nu “Samen door één Deur” gaan. De samenwerking is daardoor zeer verbeterd en we bieden nu alle activiteiten gezamenlijk aan. Hierdoor is het aantal bezoekers op de vaste zaterdagen gestegen en het bezoek van groepen die op afspraak komen, op andere dagen, groeit sterk. Naast het tentoonstellen van de gereedschappen heeft het museum ook een taak om het verhaal achter de voorwerpen op te schrijven en te behouden. Door middel van die verhalen komen de gereedschappen tot leven en blijft de historie bewaard en kan worden doorgegeven aan volgende generaties. Oold Ark was sinds 2008 een Voorlopig Geregistreerd Museum. Sinds najaar 2013 is deze landelijke waardering en erkenning aangepast naar een ‘Geregistreerd Museum’ volgens de nieuwe normen van het Museumregister www.museumregister.nl.

Het bestuur van museum Oold Ark, november 2011 Het bestuur van museum Oold Ark, 29 mei 2013


4

Samenvatting Het bestuur van de Stichting Museum Oold Ark presenteert hiermee haar 2e beleidsplan. Het is de opvolger van beleidsplan 2007-2012. In de afgelopen periode is het museum sterk verbeterd. Alle aanbevelingen vanuit de Landelijke Adviescommissie Museum Registratie zijn hierbij meegenomen. Onze doelen zoals genoemd in beleidsplan 2007-2012 zijn gerealiseerd. In het plan “Samen door één Deur” beschrijft het bestuur de voornemens tot verbetering. Door het uitvoeren van dit plan met de verbouw van het museum Oold Ark en korenmolen de Weyert zijn de technische verbeteringen uitgevoerd. Voor de molen en het museum is een gezamenlijke website gebouwd: www.museumenmolenmakkinga.nl De werving van nieuwe vrijwilligers begin 2011 heeft 26 nieuwe vrijwilligers voor het museum en 6 vrijwilligers voor de korenmolen opgeleverd. Mede daardoor hebben wij de openingstijden met ingang van maart 2011 kunnen verruimen, zodat wij nu op 54 dagen per jaar open zijn. De registratie van onze kerncollectie is voltooid en gedigitaliseerd. De komende jaren zullen alle voorwerpen nog gefotografeerd worden en aan de database worden toegevoegd. Wij kunnen onze publiekstaak beter uitvoeren door de gerealiseerde verbeteringen in de gebouwen. Wij kunnen het publiek nu op een prettige manier ontvangen en niet meer zo “primitief” als in de oude situatie. Door het verbeteren van de verwarming en ventilatie zorgen wij voor een optimaler binnenklimaat voor de collectie. Door het aanbrengen van UV-werende folie beschermen wij de collectie tegen het UV licht. Bij het schrijven van dit beleidsplan is gebruik gemaakt van de brochure Elementen voor een Beleidsplan van een Museum en van de adviezen van de consulent van de Museum Federatie Fryslân. Het plan is besproken en goedgekeurd door het bestuur van museum Oold Ark


5

Alle verbeteringen op een rij Tijdens het project “Samen door één Deur” zijn door een grondige interne verbouwing alle gebreken aan de ruimtes verholpen. •

• • • •

• • •

• • • •

• •

De verwarming is vernieuwd en er is een ventilatiesysteem aangebracht. Hierdoor worden nu alle ruimtes van het museum verwarmd en geventileerd. Na de verbouwing zijn we opnieuw gaan meten en we zien de luchtvochtigheid afnemen (zie meetgegevens). Op alle ramen is UV werende folie aangebracht. De plafonds van het museum en de molen zijn behandeld tegen houtworm. De buitenmuur is behandeld tegen doorslaand vocht. Er is een gezamenlijke entree waardoor bezoekers gemakkelijker binnenstappen. Bij de balie kopen de bezoekers een combikaartje voor zowel molen als museum. Bij de balie is een ruime winkel gemaakt waar de bezoeker meel en meelproducten kan kopen en producten van het museum. Het is tevens een folderpunt waar de bezoeker allerlei informatie kan krijgen over activiteiten in de omgeving. Het depot is verplaatst naar beneden, zodat er boven meer ruimte vrijkwam voor exposities. Het depot wordt nu verwarmd zodat het klimaat ook daar beter is. Er zijn nieuwe toiletten gemaakt en een keuken met balie voor de verkoop van koffie en thee. De trap en de traplift in het museum zijn aangepast en door het verplaatsen en verbreden van de trap in de molen (kunnen bezoekers gemakkelijker naar boven en naar beneden, tevens werd zo de vluchtroute verbeterd). Nieuw is een gezamenlijke koffie en ontvangstruimte waar ook films over de oude beroepen vertoond worden. Een grotere en betere lesruimte voor leerling molenaars. De groep vrijwilligers is met 26 nieuwe mensen uitgebreid. Het museum is vanaf 2011 alle zaterdagen open voor publiek, plus de zondagen van het museumweekend en de Nationale en Friese Molendag. Hierdoor zijn wij ruim 54 dagen per jaar open en kunnen wij dus voldoen aan de basisnorm. De ontvangstruimte is geschikt voor tijdelijke exposities en elk half jaar is er een nieuwe expositie van kunstenaars uit de omgeving. In 2011 is er een gezamenlijke folder met de korenmolen en een gezamenlijk website gemaakt: www.museumenmolenmakkkinga.nl

Speerpunten / ambities voor 2012-2016 •

• • • • • • • • •

Nieuw in aangepaste versie beleidsplan van 29 mei 2013: zie strategische doelstelling en uitwerkingen daarvan in par. 2.2 en 2.3. Deze scherpen deels onderstaande doelstellingen aan of vervangen ze deels! De samenwerking met korenmolen de Weyert verder uitbouwen en steeds meer taken gezamenlijk doen. Het aantal bezoekers vergroten, zodat we in 2016 een verdubbeling hebben van het aantal van 2010. Elk jaar een ambachtenmarkt of een oogstfeest organiseren. Er zijn nu 100 donateurs. Streven naar 150 donateurs in 2016. De groep “Vrienden van Oold Ark” laten groeien naar 15. Producten ontwikkelen voor verkoop in de winkel, om zo meer omzet te halen. Vrijwilligers behouden en verder scholen voor hun specifieke taken. De educatie programma’s voor schoolkinderen verder uitbouwen. De samenwerking ZOF (musea Zuid Oost Friesland) voortzetten en als actieve partner meedoen in dit gebeuren.


6

2. Inleiding 2.1 Aanleiding voor het beleidsplan Ons vorige beleidsplan liep over een periode van 2007 tot 2012. Dit plan was de basis voor het verkrijgen van een voorlopige Registratie in 2008. (Kenmerk: 08-209-AH) De Landelijke Adviescommissie Museumregistratie heeft toen besloten dat museum “Oold Ark” in aanmerking kwam voor een Voorlopige Registratie. De verwachting was dat het museum binnen drie jaar een aantal verbeteringen zou kunnen doorvoeren om daarna opgenomen te kunnen worden in het Museum Register. In het bijgaande advies werden een aantal noodzakelijke verbeteringen genoemd. Inmiddels is er veel gebeurd. Vanaf 2009 zijn het bestuur en de vrijwilligers druk bezig geweest om deze noodzakelijke verbeteringen te realiseren. In 2008 is het project “Samen door één Deur” ontstaan en met hulp van de Gemeente Ooststellingwerf, de Provincie Fryslân, het dorp Makkinga en vele fondsen is er voldoende geld bijeengebracht om dit project uit te voeren. Alle noodzakelijke verbeteringen aan het gebouw, de verwarming en de ventilatie zijn hiermee gerealiseerd.

Ontstaansgeschiedenis. Het museum is in 1994/1995 ontstaan op initiatief van de Rotary Club van Oosterwolde, gesteund door het bestuur van de Gemeente Ooststellingwerf en het bestuur van Plaatselijk Belang Makkinga. Aanleiding was de particuliere verzameling handgereedschappen van de heer Albert K. Mulder te Makkinga, die hier ruim zestig jaar aan besteed had en door gevorderde leeftijd hier niet meer voldoende aandacht aan kon geven. De verzameling van de heer Albert K. Mulder is dus de basis van de huidige collectie en is sindsdien regelmatig aangevuld met schenkingen van particulieren en instanties.

De ontwikkeling van het museum is in verschillende tijdsfasen ingedeeld. • Fase 1, 1995-2000, gekenmerkt door leren, ontdekken, vormgeven, uitgangspunten. • Fase 2, 2001-2006, gekenmerkt door definitieve keuzes, uitwerken en inrichten. • Fase 3, 2007-2012, gekenmerkt door verfijning, kwaliteit, 1e beleidsplan • Fase 4, 2010/2011, het realiseren van noodzakelijke aanpassingen en verbeteringen voor het verkrijgen van de definitieve Museum Registratie. Plan “Samen door één Deur”. • Fase 5, 2012-2016, het 2e beleidsplan en de aanvraag bij het Museum Register voor officiële Registratie.

2.2 Missie en Visie Het gaat hier om een beleidsplan van een museum volgens de ICOM-definitie. Specifiek om een museum (Oold Ark te Makkinga), dat zich ten doel stelt, handgereedschappen ten toon te stellen, die door mensen gebruikt werden om iets tot stand te brengen door lichamelijke en geestelijke inspanning. Andere energiebronnen waren óf niet aanwezig óf konden niet betaald worden. Vaak ging dit gepaard met armoede en lang en hard werken. Men hield dit vol omdat er overleefd moest worden en er geloof was in een betere toekomst.


7

Het museum wil deze gereedschappen voor de volgende generaties bewaren en de verhalen die erbij horen noteren, zodat de geschiedenis doorgegeven kan worden. De collectie is eigendom van de Gemeente Ooststellingwerf, de Stichting museum “Oold Ark” beheert de collectie. Alle aanwassen worden ook toegevoegd aan de collectie en daarmee ook eigendom van de Gemeente Ooststelingwerf. Het museum kent daarnaast een kleine hoeveelheid langdurige bruiklenen.

Missie De kernopdracht voor Museum Oold Ark staat verwoord in artikel 2 van de statuten van de stichting Oold Ark. “(…): het bewaren- en uitbreiden van de kennis van oude ambachten met de bedoeling het vergroten van de kennis op het gebied van heemkunde en de kennis van oude technieken.” De missie van museum Oold Ark: Museum Oold Ark bewaart kennis van oude ambachten, gerelateerde technieken en handgereedschappen, breidt deze kennis uit, en draagt deze kennis actief en toegankelijk uit naar zo veel mogelijk mensen om hen hiermee te verrijken en te inspireren, alsmede om door interactie meer kennis te vergaren. Het fundament hiervoor bestaat uit de fysieke collectie handgereedschappen, van oorsprong van de heer A. Mulder, nu van de gemeente Ooststellingwerf. Kernwaarden De kernwaarden van het museum Oold Ark, die de leidraad vormen voor zowel onze doelstellingen als voor onze activiteiten en organisatie, kunnen met de volgende termen worden uitgedrukt: authentiek - herkenning - inspirerend - laagdrempelig - toegankelijk - uitnodigend gezamenlijk - vrijwillig – zorgzaam – koesteren – kennisoverdracht aan vrijwilligers

Visie In deze visie wordt de situatie omschreven waar het museum Oold Ark naar streeft. De visie is gebaseerd op de missie en de kernwaarden van het museum en houdt rekening met ontwikkelingen in de omgeving van het museum en met de belangrijkste doelgroepen. 1. Museum Oold Ark is een ‘basic’ museum, waar bezoekers op een bijpassende, toegankelijke manier kennis kunnen maken met oude handgereedschappen en oude ambachten; bezoekers kunnen er hun kennis & kunde op dit vlak verdiepen. Het museum is laagdrempelig, organiseert uitnodigende activiteiten, houdt vast aan het typisch eigene, authentieke en doet dit samen als vrijwilligersorganisatie. 2. Het museum Oold Ark is naar eigen aard en schaal goed in 1. het behoud en beheer van, het onderzoek naar, en de presentatie van de aan het museum toevertrouwde collectiestukken; 2. de aanvulling van de collectie door nieuwe aanwinsten en bruiklenen; 3. de beleving van het achterliggende gedachtegoed en van het verhaal van oude ambachten en oude handgereedschappen bij zijn bezoekers. 3. Museum Oold Ark bereikt zo veel mogelijk mensen en bouwt zijn naam uit door bezoekers op een bijzondere, inspirerende en laagdrempelige manier kennis te laten maken met de collectie en het relevante gedachtegoed. 4. Museum Oold Ark bestaat bij de gratie van zijn vrijwilligers en is zich deze maatschappelijke waarde terdege bewust, alsmede de waarde van de vrijwilligers voor het museum. Het museum is zich bewust van zijn omgeving, kent als klein, maatschappelijk


8

museum de meerwaarde van samenwerking en van een gezamenlijke draagkracht, onderhoudt die en bouwt langzaam maar zeker gestaag het netwerk van partners uit. 5. Het museum vormt een uitnodigende omgeving voor de vrijwilligers om hun talenten en kwaliteiten in te kunnen zetten voor een gezamenlijk, maatschappelijk doel waar men zowel individueel als collectief trots op mag zijn. 6. Het museum wil financieel een gezonde basis hebben en houden teneinde minimaal de kernactiviteiten te kunnen borgen.

2.3 Doelstellingen De (strategische) doelstellingen SMART geformuleerd: SMART = Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden. Afgezet tegen de missie, kernwaarden & visie en de vertaling daarvan naar strategische doelstellingen, moeten we prioriteiten stellen in de vertaling naar opgenomen doelstellingen. Een en ander houdt in dat ook de strategische doelstellingen aan evaluatie en aanpassingen en/of aanvullingen onderhevig zijn in de cyclus plan-do-check-act. Vertaling naar operationele doelstellingen vindt qua uitwerking in daartoe geëigende stukken en plannen plaats. Denk daarbij bijvoorbeeld aan Jaarplan, Educatieplan, PR-plan, Marketingplan. 2.3.1 Strategische doelstellingen Het verzamelen, conserveren en tentoonstellen van handgereedschappen die gebruikt zijn in beroepen die niet meer bestaan of sterk veranderd zijn door de intrede van mechanisatie en industrialisatie. Bij voorkeur beroepen uit de Stellingwerven (Oost- en West Stellingwerf) Voor de algemene doelstellingen verwijzen wij naar artikel 2 van de statuten van de Stichting Museum Oold Ark (hierna als beeld opgenomen). 2.3.2 Geconcretiseerde doelstellingen Gezien de hoofddoelstelling, de missie en al hetgeen boven vermeld is, zijn afgeleide doelstellingen opgesteld, die samengevat op het volgende neerkomen: • Er is sprake van een kerncollectie die de voorwerpen bevat die voldoen aan de hoofddoelstelling. Deze kerncollectie is specifiek voor Oold Ark. De kerncollectie zal minimaal de aanvankelijke collectie van Albert Mulder bevatten, en wordt waar mogelijk en ook ‘lopend’ aangevuld met relevante andere collectiestukken van latere datum. Dit is een doorlopend gebeuren en daarom niet werkelijk tijdgebonden, maar wel kwaliteitgebonden. Streven is criteria vast te leggen, dan wel zo mogelijk scherp te formuleren wanneer een aangeboden voorwerp ten behoeve van de collectie ‘relevant’ is (2014). • Daarnaast is sprake van sfeerbepalende elementen die het tentoonstellen ten goede komen in de zin van educatief, het sociale verhaal en emotie. We streven er naar de educatieve kant verder uit te bouwen, maar minimaal actueel te houden, gelet op doelgroep kinderen / onderwijs, door het instellen van een educatiecommissie in 2013.


9

De educatiecommissie zal een educatieplan opstellen (2014) waarin doelen, doelgroepen en activiteiten in tijd worden opgenomen. Vrijwilligers worden ‘doorlopend’ geschoold in het vertellen van het ‘verhaal’ (zowel qua inhoud als qua verhaal-kunde). Hiertoe worden waar financieel mogelijk door een aantal vrijwilligers cursussen gevolgd dan wel interne activiteiten opgezet (zie paragraaf vrijwilligers enz. in handboek Vrijwilligers). Streven 2013-2014 Overwogen wordt een interne scholing op te zetten (van vrijwilligers voor vrijwilligers) Tentoonstellingen sluiten binnen de mogelijkheden van het museum aan bij de belevingsvraag van de doelgroepen (rondleiding met verhaal vrijwilligers, inrichting, ondersteunende faciliteiten zoals activiteiten, info-materiaal e.d.). Streven is op dit punt nadere kennis te verwerven (2014-2016). • Het verzamelen: Binnen de hoofddoelstelling vallende gereedschappen/voorwerpen kunnen, mits waardevol, zowel emotioneel als in werkelijk financiële waarde, aan de verzameling worden toegevoegd. Streven is als bovengenoemd onder kerncollectie. Streven is de kennis op dit vlak vast te leggen en over te dragen aan nieuwe vrijwilligers (2015-2016). • Het conserveren: Hieronder wordt verstaan het reinigen, gedeeltelijk ontroesten, vrijmaken van houtworm. Bij ontbreken van basiselementen aan gereedschappen/voorwerpen kunnen deze vervangen worden door nieuwe, mits dit heel duidelijk blijkt. Dus geen schijnoudheden! Streven is de kennis op dit vlak over te dragen aan nieuwe vrijwilligers (doorlopend). • Het tentoonstellen: Hieronder wordt verstaan het exposeren van gereedschappen rond werkplekken, al dan niet gereconstrueerd, op een manier waarbij de uitleg voor de hand ligt en dan ook nog op zodanige wijze, dat ook het sociale verhaal overkomt. Dit ook met de bedoeling om de educatieve taak van het museum voor scholen uit te voeren. Streven is de verhalen van en rondom de collectie vast te leggen en over te dragen voor nieuwe vrijwilligers. Enerzijds wordt hierin al voorzien doordat ervaren ‘gidsen’’ nieuwe vrijwilligers mee gaan nemen op ronde. Anderzijds zal aandacht besteed moeten gaan worden aan hoe een en ander te borgen en de verhalen, kennis en anekdotes van en rondom de collectiestukken niet verloren te laten gaan. Hiertoe zal in de periode 2013-2016 een eerste aanzet gemaakt worden, een eerste voorstel gedaan worden en een eerste uitvoeringsactie uitgevoerd worden, met daarna een vervolgvoorstel. Streven is verder als hierboven genoemd onder ‘sfeerbepalende elementen’.


10

Uit de gescande Statuten:


11

3. Collectie 3.1 Algemeen In de inleiding van dit beleidsplan zijn onder meer hoofddoelstelling en missie geformuleerd. Hieruit blijkt dat de kerncollectie uit handgereedschappen bestaat, voornamelijk verzameld in Oost- en Weststellingwerf. Om de missie tot uitdrukking te laten komen is er sprake van sfeerbepalende elementen zoals voorwerpen, die niet tot de hoofddoelstelling gerekend mogen worden, maar wel een rol speelden in de uitoefening van het beroep in die tijd zoals producten, grondstoffen en spullen nodig voor opslag en transport. Op de gereconstrueerde werkplekken worden ook elementen aangetroffen die bedoeld zijn om werkwijzen en achtergronden toe te lichten. Samenvattend gaat het in het museum om de hoofdcollectie, die terug te vinden is rond ambachtsplaatsen.

3.2 Collectie beschrijving 3.2.1 Kerncollectie De kerncollectie bestaat uit de verzameling handgereedschappen overeenkomstig de hoofddoelstelling. Deze verzameling is verdeeld over beroepen tentoongesteld, of met andere woorden de verzameling handgereedschappen in een beroep vormen de deelcollecties. De registratie van de verzamelde voorwerpen is dan ook per beroep. Ieder beroep heeft een eigen code (zie bijlage Registratielijst). Binnen een beroep kunnen reeksen van voorwerpen met dezelfde basisfunctie voorkomen, die niet als zodanig geregistreerd zijn. Voorbeelden zijn hamers in de smederij en booromslagen bij de timmerman. Deze reeksen zijn bedoeld ter verduidelijking en voor de fijnproevers. 3.2.2 Collectiehistorie Zoals in de inleiding van dit beleidsplan is vermeld, was de aanleiding voor het oprichten van dit museum de collectie handgereedschappen die de heer Albert K. Mulder door de jaren heen had verzameld. Inmiddels is de collectie aanzienlijk uitgebreid door bijdragen van vele particulieren. Het museum is tot stand gekomen in de jaren 1994/1995 op initiatief en actie van de Rotary Club Oosterwolde, waarbij de gemeente Ooststellingwerf de collectie van de heer Albert K. Mulder verwierf en de Stichting Museum Oold Ark in het leven riep. Kortom, het museum is eigendom van de gemeente Ooststellingwerf en wordt beheerd door het stichtingsbestuur. Een en ander is vastgelegd in een officiële stichtingsakte. De heer Mulder was met het verzamelen van handgereedschappen begonnen kort na de tweede wereldoorlog, omdat hij voorvoelde dat de jaren vijftig grote veranderingen met zich mee zouden brengen door de versnelde opmars van mechanisatie en industrialisatie, ondersteund door ruilverkaveling en verstedelijking. In de hang naar vernieuwing in de jaren vijftig en zestig zijn veel handgereedschappen als vuilnis afgedaan, temeer nog daar zij herinnerden aan overmatig zware arbeid met als anticlimax een wereldoorlog die de vooruitgang der dingen met tientallen jaren terug had geworpen. Dat gereedschap is terug te vinden in museum Oold Ark.


12

3.2.3 Indeling in deelcollecties De deelcollecties zijn gebaseerd op indeling naar beroepen zoals die nog handmatig uitgeoefend werden in tijden dat mechanisatie en industrialisatie nog niet doorgedrongen waren op het platteland. Ook het registratiesysteem is hierop gebaseerd. 3.2.4 Herkomst en eigendom Zoals reeds eerder vermeld is de collectie van de heer Albert K. Mulder overgegaan in handen van de gemeente Ooststellingwerf, waarvoor een Stichting Museum Oold Ark in het leven werd geroepen. Het bestuur is verantwoordelijk voor aansturing en beleid naar de geest van de statuten van bovengenoemde stichting. De later aan de collectie toegevoegde bijdragen, veelal geschonken, worden gezien als behorende tot de startcollectie en zijn dus eigendom van de gemeente Ooststellingwerf, uiteraard onder beheer en verantwoordelijkheid van het bestuur. Op de registratiekaart van het object wordt vermeld of het object geschonken is of in bruikleen is afgestaan. Het laatste komt zelden voor, wat veroorzaakt wordt door het feit dat schenkers veelal blij zijn dat een door hen gekoesterd gereedschap, eens gebruikt ergens in de familie, een waardige en goed verzorgde plek vindt met als doel het aan de vergetelheid te ontrukken. In geval van bruikleen worden geen looptijden vastgelegd; na overlijden van de inbrenger gaat het recht van bruikleen over in eigendom van het museum Oold Ark. 3.2.5 Cultuurhistorische waarde Met de aanschaf van een handgereedschap in vroeger tijden, was relatief weinig geld gemoeid. Wel werd een gereedschap gekoesterd, goed onderhouden en vaak weer opgeknapt tot het totaal versleten was. Van een goed gereedschap hing veel af, hoe sterker en vernuftiger hoe meer profijt bij het werk of anders gezegd een goed gereedschap veraangenaamde en versnelde het werk. De cultuurhistorische waarde van deze handgereedschappen laat zich moeilijk omschrijven. De waarde van de collectie zit in het feit dat een gereedschap een voorwaarde voor overleving was voor de gebruiker, die in concurrentie met andere beroepsbeoefenaren in veelal kleine leefgemeenschappen zijn lichaam zwaar moest inzetten, hetzij als kleine zelfstandige, hetzij als loontrekker. Er is hierbij geen sprake van cultureel gebonden aspecten; het gebruik van gereedschappen, hoe primitief soms ook, is van alle tijden en van alle mensen over de hele wereld, maar de ongebreidelde inzet van het lichaam daarbij naderde, historisch gezien, zijn einde na de tweede wereldoorlog toen mechanisatie en industrialisatie in een ongekend hoog tempo de lijfelijke inspanning van mens en dier overnamen. In die zin vertegenwoordigt de verzameling een historisch tijdperk dat zich laat omschrijven als de tijd op het platteland van einde negentiende tot midden twintigste eeuw voordat mechanisatie en industrialisatie op gang kwamen. Mogelijk is een culturele gebondenheid te vinden in de term plattelandsgemeenschappen eerste helft twintigste eeuw. Het is de waarde van de betrekkelijk waardeloze handgereedschappen die doet herinneren aan een tijd van groot vakmanschap, inzet van lichaam en ziel, om te overleven en het beter te maken voor later.


13

3.3 Collectieregistratie, documentatie en onderzoek 3.3.1 Registratie Fase 1: Alle gereedschappen/voorwerpen behorende tot de kerncollectie hebben een unieke code of wel een inventarisnummer. Deze code omschrijft de aard van het beroep middels een hoofdletter, het beroep middels een kleine letter en een volgnummer. Bijvoorbeeld “Ab 120”. “A” staat voor beroepen die gebruiksvoorwerpen maken, terwijl “b” dan staat voor timmerman in de beroepsgroep gebruiksvoorwerpen en “120” is het zoveelste geregistreerde voorwerp in het beroep timmerman. Per beroep (deelcollectie) is een numerieke lijst gemaakt van de voorwerpen met globale naamsvermelding. Belangrijke sfeerbepalende voorwerpen, dus niet behorende tot de kerncollectie, zijn eveneens op die lijst vermeld. De code is op ieder voorwerp geplaatst. Fase 2: In fase twee wordt van de op deze lijsten vermelde voorwerpen een registratiekaart gemaakt met nadere gegevens. Systeem van registratie en lay-out van de kaart is verkregen via de museumconsulent. Een viertal vrijwilligers hebben een tweedaagse opleiding gevolgd ter hantering van dit systeem. In 2008 was ca.92% van de voorwerpen in kaart gebracht, inmiddels is bijna 100% van de kerncollectie gereed en worden alle nieuw ingebracht voorwerpen direct beoordeeld en na acceptatie op kaart gezet. Dit handmatige systeem is in 2007-2010 overgezet op een computersysteem, maar er wordt altijd eerst een handmatige kaart gemaakt, omdat te veel zaken uitgezocht moeten worden bij het in kaart brengen van een voorwerp. Inmiddels zijn alle kaarten in het computersysteem ingebracht en worden er van alle gereedschappen foto’s gemaakt die aan de kaarten worden verbonden. Dit laatste project is zeer tijdrovend en zal nog een tweetal jaren nodig hebben. Om de voorwerpen op een juiste manier te kunnen fotograferen zijn twee van onze vrijwilligers naar de cursus Fotografie van Museale Voorwerpen geweest, georganiseerd door de Museum Federatie Fryslân. Op de registratiekaarten wordt tevens vermeld of er sprake is van een gift of in bruikleen geven. Zoals eerder vermeld speelt het laatste maar een kleine rol. Ten overvloede zij vermeld dat het museum geen voorwerpen koopt, omdat het museum op ideële en non-profit principes draait en dat zulks ook verwacht wordt van eventuele schenkers van voorwerpen. In november 2007 heeft onze vrijwilliger/ bestuurslid die verantwoordelijk is voor de registratie en digitaliseren van de kaartenbakgegevens de basiscursus Registreren, gegeven door de Federatie Friese Musea (Museum Federatie Fryslân) gevolgd om zo de kennis te actualiseren. (zie bijlage taakomschrijving vrijwilliger registratie en documentatie P04) 3.3.2 Documentatie Na een bescheiden begin van het rangschikken van voorhanden zijnde documentatie over de verschillende beroepen is er in de loop van 2011 een bibliotheek ingericht met alle beschikbare documentatie van museum en molen samen. Deze informatie is in te zien voor het publiek in de ontvangstruimte en voor bestuur en vrijwilligers te leen. Op deze manier kan de kennis en belangstelling van vrijwilligers en publiek vergroot worden. 3.3.3 Onderzoek Onderzoek is hoofdzakelijk gericht op het verwerven van kennis om de voorgenomen doelstellingen vermeld onder 2.3 optimaal inhoud te geven.


14

Het gaat hierbij om kennis over handgereedschappen, de vervaardiging ervan, het gebruik en het verhaal er achter. Aan specifieke beroepen en of gebruiken wordt veelal via een aparte tentoonstelling met de erbij verzamelde kennis aandacht besteed. Bijvoorbeeld het eekschillen, de bakker. Ook wordt aandacht besteed aan vroegere winning van grondstoffen. Voorbeeld is de winning van ijzer uit ijzeroer mede uitgevoerd als afstudeeropdracht van enkele VWO leerlingen. Het verzamelen van kennis is hier het hoofddoel. Uiteraard wordt grote belangstelling aan de dag gelegd voor publicaties en het verzamelen ervan, maar dat valt meer onder het hoofdstuk documentatie. Het spreekt voor zich, dat er altijd gelegenheid tot het doen van onderzoek wordt gegeven wanneer dat gewenst is.

3.4 Behoud en beheer 3.4.1 Passieve conservering Het museum is gehuisvest op de bovenverdieping van een gebouw in Makkinga, dat eigendom is van de gemeente. De kozijnen zijn een aantal jaren geleden vernieuwd, inmiddels zijn alle ramen met ultraviolet werende folie bewerkt. (2011) De plafonds zijn behandeld tegen houtworm. (2011) De verwarming is vernieuwd en er is een ventilatiesysteem aangebracht. (2011) Hierdoor worden nu alle ruimtes van het museum verwarmd en geventileerd. Na de verbouwing zijn we opnieuw gaan meten en zien we de luchtvochtigheid afnemen. (zie meetgegevens) Het depot is naar beneden verhuisd en heeft nu een verwarmde ruimte. (2010) De buitenmuur die vocht doorsloeg is geïmpregneerd. (2012) 3.4.2 Actieve conservering Onder deze paragraaf is het goed het volgende met betrekking tot het in goede staat brengen en houden van de handgereedschappen te noteren. De ingebrachte handgereedschappen zijn gebruiksvoorwerpen geweest en dat is vaak te zien aan slijtage plekken, die niet “weggeconserveerd” mogen worden. Bovendien vertonen deze voorwerpen alle verschijnselen van in onbruik geraakt zijn, dus houtworm en roest. Het beleid is er op gericht alles zoveel mogelijk in tact te laten, dat wil zeggen houtworm verwijderen en de roest dusdanig verwijderen dat het zichtbaar is dat het verroest is geweest, waarna oliebehandeling of wasbehandeling volgt. Bij vermissing van een onderdeel ten gevolge van slijtage wordt alleen op vervanging daarvan overgegaan wanneer de functie van het gereedschap door de vermissing onduidelijk is geworden. De vervanging van het onderdeel is duidelijk herkenbaar door zijn “nieuwheid”. Vitrines komen in het museum niet voor omdat alle handgereedschappen opgepakt en bevoeld mogen worden om de belevenis die in de missie verwoord is tot leven te laten komen. Eens per jaar worden alle in het museum aanwezige voorwerpen op houtworm en roestvorming gecontroleerd en zo nodig behandeld, o.a. door de diepvriesmethode. De voorwerpen die een vermoeden van houtworm hebben worden een weeklang in de diepvries gelegd, met als doel het bevriezen van eventuele houtworm en eitjes. Al het werk in en rond het museum is in handen van vrijwilligers, waarvan een aantal in het verleden betrokken is geweest bij de verschillende beroepen.


15

In 2008 hebben 2 vrijwilligers de cursus beheer en behoud, gegeven door de Federatie van Friese musea (Museum Federatie Fryslân), gevolgd om zich te scholen op dit gebied. In 2009 heeft een vrijwilliger de praktijkdag klimaatrichtlijnen gevolgd. In 2010 heeft opnieuw een van onze vrijwilligers de cursus behoud en beheer gevolgd. Na de verbouwing in 2010 en begin 2011 zijn we weer de temperatuur en luchtvochtigheid gaan meten en we zien nu al een lagere luchtvochtigheid in vergelijking met 2008. 3.4.3 Restauratie Gesteld mag worden dat in Museum Oold Ark niet van restauratie in de “museale” zin gesproken kan worden. Zie ook onder 3.4.2 actieve conservering.

3.5 Collectievorming In principe worden handgereedschappen ten behoeve van de kerncollectie geaccepteerd, wanneer zij voldoen aan de doelstelling zoals eerder omschreven. Er is sprake van een zelfde gereedschap als basisfunctie, wijze van hanteren en vormgeving dezelfde zijn. Er is sprake van gelijksoortig gereedschap als de basisfunctie dezelfde is, maar hantering en/of vormgeving afwijken. Er kunnen dan series ontstaan; bijvoorbeeld bankschroeven van klein tot groot. Uiteraard is er sprake van een totaal ander gereedschap als er verschil is in de drie genoemde aspecten. Bij inbreng van voorwerpen wordt een formulier ingevuld waarbij naam van de inbrenger, wat het is, schatting van de leeftijd enz. wordt vermeld. Ook de vraag of het geschonken wordt of in bruikleen wordt afgestaan wordt gesteld en beantwoord. In een later stadium neemt het bestuur een definitief besluit. (zie bijlage formulier Fing 2008) Voorwerpen die om de één of andere reden in het magazijn terecht komen worden door een bestuurslid en de verantwoordelijke persoon voor het magazijn onderworpen aan de vraag afstoten of blijven. Het besluit is aan het bestuur. Bij verwijdering wordt het voor de administratie verantwoordelijke bestuurslid geïnformeerd voor nadere actie. Geaccepteerde voorwerpen worden in het depot opgeslagen en in latere fase gecodeerd en gearchiveerd. Hiermee is er een sluitende procedure voor acceptatie en afstoten van voorwerpen. In 2010 is het depot naar de benedenverdieping verplaatst en heringericht. De verantwoordelijkheid voor bewaren, afstoten en/of verkopen van voorwerpen is duidelijk beschreven. Alles in goed overleg met de voor de administratieve registratie verantwoordelijke personen. (zie ook taakomschrijving beheer magazijn T01) Voorbeelden van afstoten zijn: In 2010 is een groot voorwerp, een weefgetouw, waarvoor wij na de verbouwing geen plaats meer hadden, geschonken aan museum “Het Kleine Veenloo” in Veenendaal. Het wordt daar gebruikt voor demonstraties. Dit is uiteraard gebeurd met toestemming van de schenker. Gereedschap dat nieuw ingebracht wordt en niet past bij de verzameling gaat na toestemming van de schenker naar de Stichting Gered Gereedschap in Wolvega en krijgt zo weer een nieuwe bestemming.


16

4. Publiek 4.1 Algemeen Natuurlijk kan museum Oold Ark niet zonder publiek. Alle activiteiten die ontplooid worden zijn uiteindelijk bedoeld om het voor publiek aantrekkelijk te maken het museum te bezoeken. In eerste instantie heeft het bestuur vooral door middel van folders geprobeerd om het museum onder de aandacht van het publiek te brengen. Tegenwoordig krijgt het museum ook steeds meer belangstelling vanuit de media. De folders worden door bestuur en vrijwilligers gebracht bij alle VVV’s, andere musea en plaatsen waar veel publiek komt en de campings in de regio. Met name op de boerencampings vinden de vakantiegasten het leuk om een bezoekje aan het museum en de molen te brengen. Elk jaar wordt er een Nieuwsbrief gemaakt met daarin een terugblik over het voorgaande jaar en de plannen van het komende jaar. Alle donateurs en vrienden krijgen de Nieuwsbrief thuisgestuurd en in het museum liggen exemplaren voor andere belangstellenden. Door ons project “Samen door één Deur” hebben museum en korenmolen veel publiciteit gekregen. Na de opening in mei 2011 is er een nieuwe stroom van publiek op gang gekomen. Door de samenwerking met korenmolen de Weyert worden er nu combikaartjes verkocht en we krijgen dus gezamenlijk publiek en groepen. Dat heeft tot positief gevolg dat er nu al 100% meer bezoek geweest is dan in voorgaande jaren. De doelstelling om 25% meer bezoekers te ontvangen wordt derhalve in 2011 ruim behaald. Het is een uitdaging om aantrekkelijk te blijven voor het publiek.

4.2 Samenstelling en omvang van het publiek Het publiek dat museum Oold Ark bezoekt bestaat uit: • mensen met belangstelling voor het verleden • fijnproevers jong of oud, die heel gericht op zoek zijn naar een tentoonstelling over gereedschappen en bepaalde beroepen • jeugd van basisscholen en via projecten de jeugd van het voortgezet onderwijs • groepen op afspraak, we zien een groeiende belangstelling. De bezoekers komen gericht en zijn zeer belangstellend. Dat blijkt ook uit de onderzoeken die de afgelopen drie jaren door Bureau Vandertuuk gedaan zijn in opdracht voor de ZOF (Musea Zuid Oost Friesland) en de Gemeente Ooststellingwerf. Gemiddeld kwamen er 1200 tot 1300 bezoekers in de periode maart tot eind oktober voor 2010. In 2011 zijn de openingstijden verruimd. We zijn m.i.v april 2011 op zaterdagen open van 9.30 tot 16.00 uur, altijd in combinatie met korenmolen de Weyert. In de winter zijn we op zaterdag van 9.30 tot 12.30 uur open. Omdat we onze bezoekers nu gezellig kunnen ontvangen en een lekker kopje koffie kunnen aanbieden zien we het aantal groepen stijgen, mensen komen nu graag en vinden het erg gezellig bij ons. En door de combinatie met korenmolen de Weyert kunnen wij een extra interessant programma aanbieden. Mede daardoor stijgt ook het aantal bezoekers. Voor de jeugd van de basisschool kunnen wij naast de rondleiding ook educatieve programma´s bieden, waarbij de jeugd zelf aan het werk kan.


17

4.3 Publieksactiviteiten 4.3.1 Presentatie van de collectie De collectie van museum Oold Ark wordt tentoongesteld in werkplaatsjes. Er is destijds voor deze vorm gekozen omdat het heel verklarend is de gereedschappen te zien in de werkplaats van bijvoorbeeld de smid of schoenmaker. En door deze manier van tentoonstellen kunnen wij veel gereedschappen laten zien. Het wordt er heel “echt” van, alsof de ambachtsman zo bij zijn werk is weggelopen. De presentatie is heel open, het publiek mag de werkplaatsjes binnen stappen en de voorwerpen aan raken. Natuurlijk wordt er op toegezien dat er niets vernield/ontvreemd wordt. Maar het publiek wordt erg bij de collectie betrokken. In de loop van 2012 willen we bij elk beroep een bakje hangen met kopieën van de registratiekaarten. De bezoekers kunnen dan zelf de juiste kaart opzoeken wanneer ze iets speciaals willen weten van het gereedschap. In de bibliotheek beneden kunnen bezoekers de naslagboeken inzien. 4.3.2 Tijdelijke tentoonstellingen Museum Oold Ark heeft nu ruimte voor exposities van externe kunstenaars. In 2011 zijn er foto’s gemaakt van voorwerpen/details van molen en museum. Hierbij zijn in het Stellingwerfs dialect gedichten gemaakt. Deze expositie hangt tot eind 2011 in de ontvangstruimte en wordt door het publiek zeer gewaardeerd. Daarna zoeken wij een nieuwe expositie. In het museum is op verschillende plaatsen ruimte voor wisselexposities. In 2011 is dit een expositie over de bakker. Deze ruimtes zullen elk jaar gevuld worden met een nieuwe tentoonstelling. Op die manier willen wij vernieuwend en aantrekkelijk blijven voor het publiek. 4.3.3 Educatieve taken Het museum stelt zich ten doel om ook een educatieve functie te hebben in de regio. Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan de basisscholen. De afgelopen jaren zijn er verschillende spelprogramma´s voor de jeugd ontwikkeld: • Een zoekkaart hamers met hamerkist • Een quiz • Oude kinderspelen zoals hoepels en stelten. • Vanuit de ZOF(Musea Zuid Oost Friesland) het museumspel op de PC en de bijbehorende puzzels In 2007 is het project “gereedschap” in het leven is geroepen. In samenwerking met het Steunpunt Natuur en Milieueducatie Ooststellingwerf en een extern bureau zijn hiervoor een lesbrief en leskist samengesteld met daarin een aantal oude gereedschappen. Met deze gereedschappen kunnen de kinderen werken. Als voorbeeld: een nestkastje maken van hout waarin het ronde vlieggat geboord wordt met een oude booromslag. Deze leskist kan door de leerkrachten worden gereserveerd bij het steunpunt. Op school kan dan een workshop gegeven worden en daarna aansluitend een bezoek aan het museum.


18

In samenwerking met ABO (Agrarische Belangenorganisatie Ooststellingwerf), korenmolen de Weyert, vogelwacht, staatsbosbeheer e.d. kan er een gericht aanbod aan de basisscholen gedaan worden. In 2006 is er een educatief programma voor kinderen ontwikkeld waarvan steeds meer gebruik gemaakt wordt. Het bestuur is voornemens om met de ervaring die met deze projecten opgedaan wordt de educatieve functie van het museum verder uit te bouwen. 4.3.4 Publicaties Museum Oold Ark geeft elk jaar een Nieuwsbrief uit waarin ontwikkelingen beschreven worden. In 2011 is er een gezamenlijk folder met korenmolen de Weyert ontwikkeld en een gezamenlijke website. Zie: www.museumenmolenmakkinga.nl 4.3.5 Taken op het gebied van gastvrijheid Bestuur en vrijwilligers hechten veel waarde aan het prettig ontvangen van het publiek. De vrijwilligers proberen iedereen welkom te heten en de bezoekers kunnen een beroep op hen doen voor een rondleiding of het beantwoorden van vragen. Het museum wil de afstand tussen het tentoongestelde en het publiek klein houden, vandaar dat het publiek naar de voorwerpen toe mag lopen en zelfs dingen aan mag raken. Daardoor komen bij de bezoekers vaak verhalen los. Er zijn veel nostalgische dingen te zien. Die roepen allerlei gevoelens van vroeger op en daar mag men graag over vertellen. Vaak is het dan ook zo dat de vrijwilligers weer nieuwe verhalen over de gereedschappen horen van de bezoekers. Juist door het betrekken van de bezoeker bij de rondleiding zijn die altijd weer anders. Er is wel een standaard verhaal maar dat wordt steeds aangepast afhankelijk van de interesse van de bezoeker. Er mogen foto’s gemaakt worden en wij stellen de ruimte beschikbaar voor fotoreportages, iets wat men zeer waardeert. Speciaal voor de kinderen is er “een schoolklasje” waar zij in een oud schoolbankje mogen zitten, met lei en griffel kunnen werken en letters op het leesplankje kunnen leggen. Het museum is goed toegankelijk voor lichamelijk gehandicapten. Er is een invalidentoilet en een traplift. Buiten is ruim parkeergelegenheid, ook vlak bij de deur kan men parkeren. Het museum bezit een keurmerk toegankelijkheid. In 2011 is de entree verbeterd, het publiek komt door de grote deuren van de molen het gebouw binnen en koopt daar een combikaartje, dat toegang geeft tot de molen en het museum. Men kan dan kiezen, eerst naar de molen of eerst naar het museum. Naar links door de deur komt men in de ontvangstzaal waar men een kopje koffie kan drinken en dan de trap op naar boven, naar het museum. Of met de traplift, voor wie slecht ter been is. Boven staat ook een rolstoel klaar die gebruikt kan worden. Omdat we onze bezoekers nu goed kunnen ontvangen en een lekker kopje koffie kunnen verzorgen zien we het aantal groepen stijgen. Door de combinatie met korenmolen de Weyert kunnen wij een extra interessant programma aanbieden. Bij de balie in de molen is ook een winkel waar het publiek het meel en de producten van molen en museum kan kopen.


19

4.3.6 Marketing en public relations In 2011 is er een nieuwe gezamenlijke folder ontwikkeld en een gezamenlijke website. Door de uitvoering van het project “Samen door één Deur” hebben het museum en de molen veel publiciteit gekregen, dat heeft weer veel nieuwe bezoekers opgeleverd. Door het gezamenlijk optreden van het museum en de molen delen we ook elkaars publiciteit, ook dat is goed voor meer bezoekers. 4.3.7 Overige publieksactiviteiten Wij doen altijd mee met het museum weekend en de Nationale molendag. In 2011 gaan we meedoen met het project “museumschatjes”, een landelijk ontwikkeld project om meer basisschool kinderen naar de musea te trekken. Elk jaar organiseren wij in juli een ambachtenmarkt met verschillende ambachten en demonstraties. Wij presenteren ons op markten en bijeenkomsten in de Regio. Voor Rabobank leden Noord Nederland hebben we deelgenomen aan de museumdag op 29 oktober 2011.


20

5. Bedrijfsvoering 5.1 Huisvesting en veiligheid Huisvesting Het museum is gehuisvest op de bovenverdieping van een stenen gebouw aan de Lyclamaweg nr 15A,B in Makkinga, dat eigendom is van de gemeente. Het gebouw was niet echt geschikt voor het museum. Het was klein en er was geen ruimte om het bezoek gezellig te ontvangen. De verwarming voldeed niet en door metingen kwamen we er achter dat de luchtvochtigheid te hoog was. In 2007 kwam de benedenverdieping ook beschikbaar voor het museum. Dit gaf nieuwe mogelijkheden waardoor een deel van de knelpunten opgelost konden worden. Door de samenwerking met Korenmolen de Weyert die haar ruimtes beneden ook wilde gaan vernieuwen zijn de plannen in groter perspectief getrokken. Het plan “Samen door één Deur” werd in 2008 opgestart. Hiermee konden de knelpunten en verbeteringen in een keer aangepakt worden. Door vele fondsen en acties en bijdragen van Gemeente en Provincie werd het nodige geld bijeengebracht en in maart 2010 kon er een start gemaakt worden. De plaatselijke aannemer Veenstra BV voerde de verbouwing uit. De vele vrijwilligers van het museum en de molen zorgden voor het slopen en voorbereidende werk, op vrijdag 21 mei 2010 werd de doorgang tussen molen en museum een feit, door het “forceren” van de muur tussen beide gebouwen. Daarna werden de nieuwe toiletten, keuken en ontvangstruimte gemaakt. In de molen werd een ruim leslokaal voor de leerlingmolenaars en een balie met winkel gemaakt. In het museum werd eerst het plafond behandeld tegen houtworm en UV-werende folie op de ramen aangebracht. De verwarming en het ventilatiesysteem werd aangebracht. Daarna werd het hele museum aangepakt door vrijwilligers. Alle werkplaatsjes werden geverfd en heringericht. De huiskamer en het achterhuis kregen een nieuwe ruime plek. Er kwam een nieuw schooltje waar de kinderen meer plaats hebben en spelletjes kunnen doen. Er zijn nieuwe exposities van de wagenmaker, de klompmaker. Het paardentuig, het eekschillen en de bakker zijn een wisseltentoonstelling geworden. De indeling werd zo aangepast dat het publiek nu rond kan lopen en weer op hetzelfde punt uitkomt. Daarmee konden wij een lang gekoesterde wens in vervulling laten gaan. Veiligheid De trappen in museum en molen zijn nieuw en breder gemaakt, daardoor is de veiligheid voor publiek en vrijwilligers sterk verbeterd. Er is een brandmeldinstallatie geïnstalleerd en tussen molen en museum is een brandwerende deur aangebracht met een kleefmagneet die de deur afsluit zodra er sprake is van rook/brand. Twee van onze vrijwilligers hebben in 2010 de cursus veiligheid, gegeven door de Museum Federatie Fryslân, gevolgd en zijn nu bezig met maken van het veiligheidsplan. Eind 2011 zijn ook alle vrijwilligers hiervan op de hoogte gebracht. (zie bijlage calamiteitenplan)

5.2 Personeel en organisatie Museum Oold Ark is een stichting en staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer: 41004855. Het museum wordt bestuurd door een bestuur en bijgestaan door ruim 40 vrijwilligers. De organisatie is kleinschalig, direct, korte lijnen. Dat maakt snelle actie mogelijk. Bestuur en vrijwilligers zijn daarnaast ervaringsdeskundigen op één of meerdere tentoongestelde beroepen. Dus iedereen vertelt zijn of haar eigen verhaal over de collectie.


21

Er was een leemte met betrekking tot basiskennis museumbeheer of delen daarvan. Deze leemte werd opgevuld door studie, museumbezoek, cursussen (registratie en behoud en beheer) en de steun van de museumconsulent. Om aan de ruimere openingstijden te kunnen voldoen hebben we in 2011 een werving voor nieuwe vrijwilligers gedaan. We hebben heel gericht mensen een brief gestuurd met daarin de oproep dat wij juist hen nodig hebben. Hierop hebben ruim 40 mensen gereageerd en uiteindelijk zijn er 26 dames en heren overgebleven die nu al een aantal maanden meelopen met de ervaren vrijwilligers om in te werken. En bij de molen zijn er ook 6 nieuwe vrijwilligers door onze wervingsactie bijgekomen. Om de nieuwe mensen in te werken hebben wij drie zaterdagen georganiseerd om in kleine groepen het verhaal van het museum en molen over te dragen In het najaar van 2011 organiseren wij een tweetal bijeenkomsten voor rondleiders en gastvrouwen om de ervaringen te delen en kennis over te dragen, o.a. over het veiligheidsplan. Ook kunnen onze vrijwilligers meedoen met de cursus gastvrouw/heer en de cursus rondleider die door de Museum Federatie Fryslân georganiseerd wordt. Voor de informatie over de collectie heeft het bestuur een basisboekje gemaakt met daarin de achtergronden van de tentoonstellingen. Dit boekje is in 2011 weer aangepast omdat de exposities zijn uitgebreid. Dit boekje wordt gebruikt als basiskennis voor nieuwe en bestaande vrijwilligers/rondleiders.

5.3 Automatisering In de periode 2001-2006 zijn bijna alle voorwerpen handmatig beschreven op registratie kaarten. In 2007 is er een computerprogramma ontwikkeld waarin al die registratiekaarten een plaats kunnen krijgen, eventueel aangevuld met foto’s van de prominente stukken. In 2007/2010 zijn alle kaarten opgenomen in de digitale database. De komende jaren zullen er van de kerncollectie digitale foto´s gemaakt worden die aan de database worden gekoppeld. Zo zijn de gegevens gemakkelijk te raadplegen o.a. door verschillende zoekfuncties. Hiervoor hebben twee van onze vrijwilligers de cursus Digitale Fotografie gevolgd. Alle nieuw ingekomen voorwerpen worden na acceptatie beschreven op een kaart en daarna ingevoerd in het datasysteem op de computer.

5.4 Verzekeringen Voor het bestuur en de vrijwilligers is een collectieve ongevallenverzekering afgesloten bij Nationale Nederlanden. Het gebouw is eigendom van de Gemeente Ooststellingwerf, die heeft het gebouw verzekerd voor brand en stormschade. De collectie is eigendom van de Gemeente Ooststellingwerf. Ook daarvoor heeft de Gemeente een verzekering afgesloten, tevens vallen hieronder alle bruiklenen. In 2010 heeft er een herijking plaatsgevonden van de stukken. Hierop is een nieuw verzekeringscontract afgesloten met een forse verhoging van de geschatte waarde van de stukken. Daarmee is de verzekering van de museale stukken getoetst aan de hedendaagse omvang en waarde van de collectie. (zie bijlage)


22

5.5 Financiën en begroting Het museum draait zonder structurele subsidies, door middel van donaties en soms een fonds. Voor het project “Samen door één Deur” zijn subsidies en fondsen beschikbaar gesteld, zodat dit project bekostigd kon worden. Door het samenwerken met de molen zien we het aantal bezoekers groeien en daarmee de inkomsten. Maar daar staat tegenover dat de kosten voor energie zullen stijgen. Bestuur en vrijwilligers weten dat zij beperkt zijn in financiële middelen en kennis van zaken wanneer het over het beheren van een museum gaat. Dit is geen belemmering om naar mogelijkheden te zoeken om die wel te verkrijgen onder meer door aan het proces van Registratie deel te gaan nemen. De inspiratie hiertoe ligt in het erkennen van de offers die in het verleden gebracht zijn en die mede geleid hebben tot de huidige levensstandaard. Die strijd die vroeger geleverd is voor een betere toekomst ligt verankerd in het geërfde gereedschap in het Museum Oold Ark te Makkinga en wat zich laat samenvatten in de Friese spreuk “Al hwat skoan is yn it libben, wurdt troch striid woun”. (alles wat mooi is in het leven wordt door strijd verkregen) Zie bijlage MB Meerjarenbegroting


23

Bijlage: Procedure Registratie en Documentatie

P04

Inleiding Voorwerpen die binnen komen volgen de procedure zoals beschreven in P01, P02, P03. Wanneer de voorwerpen door het bestuur geaccepteerd zijn kunnen ze aan de collectie van museum Oold Ark worden toegevoegd. Daarvoor moeten alle gegevens ingevuld worden op de registratiekaart en in tweede instantie ook digitaal op de PC. Door het registreren krijgt het voorwerp een blijvende status in de collectie. Het is daarmee altijd te traceren en kan gebruikt worden in de vaste tentoonstelling of in een van de tijdelijke tentoonstellingen. Door het bestuur is een vaste Vrijwilliger Registratie en Documentatie (VRD) aangesteld. De VRD is verantwoordelijk voor het correct uitvoeren van de Procedure Registratie en Documentatie (PRD). Procedure Registratie en Documentatie • Het voorwerp wordt eerst ingedeeld bij een beroep volgens het coderingssysteem van de beroepenlijst. (zie bijlage beroepenlijst) • Het voorwerp krijgt een uniek nummer dat wordt aangebracht volgens de “nagellak” methode. • Van het voorwerp wordt een registratiekaart ingevuld. Deze kaart is opgesteld volgende de richtlijnen van de cursus registratie en documentatie van de stichting LCM. (zie bijlage registratiekaart) • De originele registratiekaart wordt door de VRD opgeborgen in het basisarchief. • De VRD maakt twee kopieën van de registratiekaart. Een kopie gaat in het werkarchief, hierin kunnen de vrijwilligers terecht wanneer ze gegevens nodig hebben. Een kopie gaat in het bakje bij de collectie zodat bezoekers dit kunnen raadplegen. • De VRD is verantwoordelijk voor het werkarchief en het basisarchief en kan hierin kaarten aanpassen of wijzigen. • In 2008 werd een start gemaakt met het digitaal maken van de gegevens. De VRD zal het inbrengen van de gegevens in de PC coördineren. Inmiddels is een groot deel hiervan klaar. • In 2011 werd gestart met het fotograferen van de collectie, deze foto’s worden gekoppeld aan het digitale kaart systeem. Hiermede is de Procedure Registratie en Documentatie, afgekort PRD, beschreven. Verklaring afkortingen VBB Vrijwilliger Behoud en Beheer VRD Vrijwilliger Registratie en Documentatie. PRD Procedure Registratie en Documentatie Procedure opgesteld: 20-11-07 Procedure goedgekeurd: Procedure aangepast: Handtekening voorzitter:


Handtekening secretaris:

24

Bijlage: Taakomschrijving Vrijwilliger Behoud en Beheer (VBB)

T01

Inleiding Behoud en beheer gaat hoofdzakelijk over behoud en beheer van de collectie en derhalve over alle gereedschappen/voorwerpen in de collectie. De collectie is te vinden in zowel het museum ter bezichtiging als in het depot/magazijn ter bewaring. Beheer is voornamelijk het stelsel van administratieve maatregelen en procedures dat zeker moet stellen dat er over geen enkel gereedschap/voorwerp onzekerheid is over status, plaats en functie. Dit omvat het al dan niet accepteren van nieuw ingebrachte gereedschappen/voorwerpen, het afstoten van gereedschappen/voorwerpen uit de collectie, maar ook het uitlenen daarvan. Behoud is vooral de zorg en het onderhoud van gereedschappen/voorwerpen waar die zich ook bevinden. Behoud heeft ook te maken met de omgevingscondities van de collecties. Onder condities wordt verstaan onder meer vochtigheid, temperatuur en manier van plaatsing in tentoongestelde toestand als ook in opgeslagen toestand. Behoud en beheer is een zeer omvangrijke taak uitgeoefend door meerdere personen, waarvan één het totale overzicht en dus de verantwoordelijkheid heeft en waarbij de anderen daarbinnen deeltaken hebben. Het gaat in deze taakomschrijving om de totaalverantwoordelijke, de VBB. Taakomschrijving De VBB geeft uitvoer en gevolg aan: • De Procedure Acceptatie Gereedschappen, afgekort PAG, omschreven onder procedure nummer P01. • De Procedure Verwijdering Gereedschappen, afgekort PVG, omschreven onder procedure nummer P02. • De Procedure Uitlenen Gereedschappen, afgekort PUG, omschreven onder procedure nummer P03. • De Procedure Aan en Afleveren Depot, afgekort PAAD, omschreven onder procedure nummer P05. De VBB geeft uitvoer aan: • Het benodigde onderhoud van gereedschappen/voorwerpen, zowel in museum als in depot/magazijn. • Het goed conditioneren van de collectie, alsmede het meten van de condities. Hiermede is de taakomschrijving van de Vrijwilliger Behoud en Beheer, afgekort VBB, omschreven. Verklaring afkortingen VBB Vrijwilliger Behoud en Beheer. PAG Procedure Acceptatie Gereedschappen. PVG Procedure Verwijdering Gereedschappen. PUG Procedure Uitlenen Gereedschappen. PAAD Procedure Aan en Afleveren Depot. Taakomschrijving opgesteld: 20-11-07

Handtekening voorzitter:



25

Bijlage: Taakomschrijving Vrijwilliger Registratie en Documentatie (VRD)

T02

Inleiding Registratie en Documentatie gaat hoofdzakelijk over het beschrijven van de gereedschappen/voorwerpen in de collectie. Registratie en documentatie zijn de administratieve maatregelen, procedures waarin het gereedschap/voorwerp beschreven en gedateerd wordt. Registratie en documentatie is een zeer omvangrijke taak uitgeoefend door meerdere personen, waarvan één persoon het totale overzicht en dus de verantwoordelijkheid heeft en waarbij anderen daarbinnen deeltaken hebben. Het gaat in deze taakomschrijving om de totaalverantwoordelijke, de VRD. Taakomschrijving. De VRD geeft uitvoer en gevolg aan: • De Procedure Registratie en Documentatie, afgekort PRD, omschreven onder P04. • Het basisarchief, hierin worden de oorspronkelijke registratiekaarten bewaard. Alleen de VRD heeft toegang tot het basisarchief en kan hierin kaarten aanpassen of wijzigen. • Het werkarchief, hierin kunnen de vrijwilligers terecht wanneer ze gegevens nodig hebben. Wanneer kaarten worden aangepast of bijgewerkt zorgt de VRD ervoor dat de verschillende archieven weer worden bijgewerkt. • De VRD zorgt voor de kaartenbakjes bij de verschillende collecties met kopieën van de kaarten, die door het publiek te raadplegen zijn. • De VRD zal ook het inbrengen van de gegevens in de PC coördineren. • De VRD wordt in zijn werk bijgestaan door meerdere vrijwilligers. Verklaring afkortingen : VRD Vrijwilliger Registratie en Documentatie. PRD Procedure Registratie en Documentatie Taakomschrijving opgesteld: 20-11-07 Handtekening voorzitter:



26

Bijlage: Registratielijst van beroepen waaronder het gereedschap gerubriceerd is. De letters en cijfers corresponderen met de nummers die op alle gereedschappen zijn aangebracht. Beroepenlijst: deelcollecties Oold Ark Ba 001 Bb 001 Bc 001 Bd 001 Be 001 Bf 001 Bj 001 Bj 001 Bk 001 Bm 001 Bn 001 Bo 001 Bp 001 Bq 001 Sa 001 Sb 001 Ha 001 Da 001 Db 001 Dc 001 Va 001 Vb 001 Vc 001 Vd 001 Ve 001 Vf 001 Vg 001 Dd 001

timmerman meubelmaker/stoffeerder wagenmaker kuiper klompenmaker smid/loodgieter touwslager bezembinder kleermaker stratenmaker metselaar/voeger/steenhouwer rietdekker/rietsnijder electra schilder turfmaker houthakker huisvrouw tuinman mollenvanger kapper boer imker molenaar zuivelbereider visser bakker slager tandarts

De in het museum aanwezige deelcollecties uitgaande van de MusIP indeling 2004 zijn: A. B. C. D. E.

Turf- en houtwinning Diensten Huishouden Ambachten Ambachten en voedsel


27

Veiligheid en Ontruimingsplan De versie van 2011 is vervangen door het aangepaste Veiligheids- en Ontruimings-Plan (VOR) van mei 2013.


28

Bijlage: projectomschrijving Samen door één deur Projectnaam “Samen door één deur” Museum Oold Ark en Korenmolen De Weyert gaan samen hun bezoek ontvangen door een gezamenlijke entree. Inleiding Museum Oold Ark en Korenmolen De Weyert willen zich gezamenlijk gaan presenteren aan het publiek en door allerlei activiteiten steeds meer gaan samenwerken. Het museum en de molen liggen naast elkaar aan de Lyclamaweg in Makkinga. Het zijn beiden afzonderlijke stichtingen met ieder een eigen bestuur, maar op het gebied van publieksactiviteiten en PR is er steeds meer samenwerking. Om die samenwerking in de toekomst vorm te geven willen wij letterlijk door een deur naar binnen. Daarnaast wil het museum haar expositieruimte vergroten en ook mogelijkheden creëren voor exposities van externen zoals kunstenaars. Ook de molen wil haar ruimtes aanpassen en verbeteren. Het Museum Oold Ark heeft een beleidsplan 2007/2012 opgesteld hierin is meer uitgebreide informatie over het museum te lezen. De Korenmolen heeft een activiteiten en PR plan ontwikkeld in 2006. Voorgeschiedenis Het museum kampt al jaren met een groot tekort aan ruimte, vooral de expositieruimte en het depot zijn erg beperkt. De sanitaire voorzieningen worden samen met de molen gedeeld, er is een beperkte mogelijkheid om aan bezoekers koffie te schenken en videofilms te vertonen. Ook de korenmolen heeft behoefte aan betere voorzieningen. De molen heeft geen sanitaire voorziening, zelfs geen stromend water en ook geen rioolaansluiting. Tot nu toe wordt nog steeds gebruik gemaakt van de voorzieningen van Museum Oold Ark. De sanitaire voorzieningen zijn alleen via de buitendeur te bereiken. De huidige lesruimte van de molen is te klein om goed les te kunnen geven aan grotere groepen leerling molenaars. Ook de molen heeft een beperkte mogelijkheid om aan bezoekers koffie te schenken en videofilms te vertonen. Omdat de gebouwen aan elkaar grenzen en er steeds meer wordt samengewerkt ligt het voor de hand om meer ruimte te gaan delen. Als eerste de entree en balie waar bezoekers hun kaartje kunnen kopen voor zowel een bezoek aan Museum Oold Ark als Korenmolen De Weyert. Er is behoefte aan een rustige ruimte voor ontvangst van groepen, waar men kan zitten, een kopje koffie of thee kan drinken en een film kan bekijken. Ook willen wij in de gezamenlijke ontvangstruimte plaats maken voor externe exposanten, passend binnen het Gemeentelijk Cultuurbeleid waarbij men in de dorpen gelegenheid wil bieden voor exposities. Wanneer wij deze wensen gezamenlijk uitvoeren kunnen we de ruimtes gezamenlijk gebruiken. Samenwerking De afgelopen jaren is er door museum en korenmolen steeds meer samengewerkt. Voorbeelden hiervan zijn:


29

! Het ontvangen van grote groepen waarbij de groep gesplitst wordt en om beurten door molen en museum rondgeleid wordt. ! De nationale molen en fietsdag ! Het Nationaal Museum Weekend ! De Friese molendag ! De ambachtenmarkt van Oold Ark in juli waarbij we gezamenlijk activiteiten organiseren. ! De besturen hebben minimaal twee keer per jaar een overleg om zaken kort te sluiten. Op de activiteitendagen wordt er door bestuur en vrijwilligers van molen en museum samengewerkt maar we hebben ieder onze eigen entree. Door de onderlinge wordt het idee om ook gezamenlijk het publiek te ontvangen steeds logischer. Beide Stichtingen zijn nu bezig met plannen voor verbouw en verbeteren van de ruimtes. Dus de tijd is er ook rijp voor! Vandaar: “ samen door één deur ”. Huidige situatie Korenmolen De Weyert staat aan de Lyclamaweg, daarnaast staat een betonnen loods waarin het museum Oold Ark gehuisvest is. Beide gebouwen zijn eigendom van de Gemeente Ooststellingwerf, die ook voor het groot onderhoud zorgt. Makkinga is een dorp van ca. 1000 inwoners, gelegen in Zuid-Oost Friesland. Het is een van de dorpen van de Gemeente Ooststellingwerf. Het ligt aan de zuidkant van de Tjonger, oer de Tjonger zeggen de Friezen. Het gemeentelijke beleid op het gebied van recreatie en toerisme is gericht op het verder ontwikkelen van toerisme en recreatie in Appelscha. Maar ook elders in de gemeente Ooststellingwerf bijv. in Makkinga e.o. Het fietsknooppuntennetwerk loopt door Makkinga. Aan de Prikkedam staat een verwijzing naar Oold Ark en de Weyert op het knooppuntenbord. Museum Oold Ark maakt deel uit van het samenwerkingsverband ZOF ( 6 musea in ZuidOost Friesland) In 2005, 2006 en 2007 zijn er binnen het samenwerkingsverband wandeltochten en fietsroutes ontwikkeld voor de bezoekers. Deze zijn bij de balie te koop. Ook voor de jeugd zijn er educatieve programma’s ontwikkeld, zoals een museumspel op de computer en een loco-spel, een hamerkist, quiz, oude kinderspelen en een ontdekkist met allerlei houtverbindingen voor de jeugd. Wat hebben wij de toerist/bezoeker te bieden: Een arrangement waarbij de molen en het museum bezocht wordt, een rondleiding wordt gegeven en er kan koffie met koek genuttigd worden, eventueel aangevuld met de historische wandeling door Makkinga of de fietstochten: “in het spoor van de tram” of “blikvangers”. Korenmolen de Weyert is de enigste korenmolen in de Gemeente Ooststellingwerf, in de winkel zijn verschillende meerproducten van tarwe en rogge te koop. De molen levert meel aan drie bakker is de omgeving. De Weyert is ook opleidingmolen voor vrijwillig molenaars. Enthousiaste deelnemers kunnen in twee jaar hun diploma vrijwillig molenaar halen.


30

De doelgroepen Oold Ark en molen ! Geïnteresseerden in het culturele erfgoed ! De bezoekers zijn in het seizoen de toeristen die Makkinga aandoen, of de toeristen die gericht een bezoekje komen brengen omdat ze een folder gelezen hebben. ! Schoolklassen die komen voor een excursie (dat laatste gebeurt regelmatig samen met een bezoek aan zowel het museum als aan de molen). ! Klanten van de molen (verkoop van meelproducten). ! Groepen zoals de vrouwen van de BvPF, Vrouwen van Nu, Anbo, christelijke vrouwenverenigingen, familie reünies e.d. ! Donateurs en vrienden van het Oold Ark. ! Fotoreportages voor bruidsparen. ! Onderzocht kan worden of er ook een trouwlocatie geboden kan worden. ! Bezoekers van gezamenlijke activiteiten. Uitvoering en toekomstige situatie Beschrijving uit te voeren werkzaamheden ! Het verbeteren en maken van de gezamenlijke entree waardoor bezoekers gemakkelijker binnenstappen. ! Het aanbrengen van een balie voor gezamenlijk kaartverkoop. ! Het verplaatsen van het depot museum naar beneden, zodat er boven meer ruimte vrijkomt voor exposities. ! Het verplaatsen van de toiletruimtes. ! Het aanbrengen van een keukenblok met aan- en afvoer van warm en koud stromend leidingwater in de molen (is ook verplicht i.v.m. hygiënecode). ! Het aanpassen van de trap en de traplift museum. ! Het verplaatsen en verbreden van de trap in de molen (kunnen bezoekers gemakkelijker naar boven en naar beneden, tevens wordt zo de vluchtroute verbeterd). ! Het creëren van een gezamenlijke nieuwe koffie en ontvangstruimte annex projectieruimte. ! Het aanbrengen van een grotere en betere lesruimte voor leerling molenaars. ! Het creëren van een educatiehoek voor kinderen. ! Het aanpassen van de ruimtes zodat ze geschikt worden voor tijdelijke exposities van derden, onder meer door het aanbrengen van UV/folie op de ramen. ! Het verbeteren van de verwarming. Planning Startdatum voorbereiding september 2007, start van de uitvoering januari 2009, afsluiten project: december 2009. Kosten • De totale kosten van dit project bedragen ruim €140.000,- (zie bijlage begroting) Dekkingsplan


31

Een belangrijk deel van de werkzaamheden zal door bestuur en vrijwilligers gebeuren, zodat Museum Oold Ark en Korenmolen De Weyert daarmee een deel van hun bijdrage kan uitvoeren. Te denken valt aan 800 uur à € 27,50 per uur € 22.000,- voor Museum Oold Ark en het slopen en schilderwerk binnen begroot op € 3.640 voor Korenmolen de Weyert. • Subsidie wordt aangevraagd bij de Provincie Frieslân en bij de Gemeente Ooststellingwerf. • Er worden Fondsen aangeschreven: o.a. het VSB Fonds, de Stichting Prins Bernard Cultuurfonds Frieslân, De PW Janssen Stichting, het SNS Reaal Fonds. •

Concrete resultaten Eindresultaat incl. concrete beschrijving van aard en type van de activiteiten ! Een centrale entree met publieksbalie voor molen en Oold Ark ! Gezamenlijk ontvangstruimte en koffiekamer. ! 2x per jaar overleg tussen het bestuur van molen en museum over de ontwikkelingen en voortgang ! Het peilen van de mening van het publiek middels een enquête: is onze opzet geslaagd? Nu geven bezoekers aan dat ze verbaasd zijn over het feit dat er twee aparte organisaties en ingangen zijn. Voorbeeld: scholen die zowel molen als ook Oold Ark willen bezoeken moeten op twee adressen afspraken maken. ! 25 % meer bezoekers doordat bezoekers nu veel meer over en weer museum en molen gaan bezoeken. Tevens verwachten we meer bezoekers doordat we de bezoeker meer kunnen bieden. ! Meer meelverkoop door meer bezoekers. Voorgenomen acties met betrekking tot voorlichting en publiciteit. ! Meer gezamenlijke PR onder andere gezamenlijk scholen benaderen voor educatieve projecten zoals de leskist “magie van de molen”. ! Een combikaartje voor molen en Oold Ark. ! Het maken van een gezamenlijke folder. ! Doorontwikkelen websites (eigen website molen is in ontwikkeling). Om dit plan te steunen zijn de volgende mensen bereid deel te nemen aan het comité van aanbeveling: dhr. Bertus Mulder ( oud Gedeputeerde) dhr. Frank Terpstra (voorzitter van het Gild Friese Molenaars) dhr. Anne Jan Zwart (directeur Ecostyle Appelscha) Contactpersonen: Namens Korenmolen de Weyert: dhr. Hans Suijling uit Haule (0516-577544) Namens museum Oold Ark: mevr. Marlies Bouma uit Makkinga (tel. 0156-441385) E-mail: [email protected] Makkinga, augustus 2008


32

Museum Oold Ark te Makkinga

Recommend Documents