museum museum NIEUWS NIEUWS www.persmuseum.nl www.persmuseum.nl
11 11 OKTOBER OKTOBER2005 2005
Column van Arendo Joustra
Bossche Couranten (1600-1800)
Programma’s voor jongeren
Vrijwilliger Jan van Schagen
pagina 3
pagina 4/5
pagina 6
pagina 7
Nooit vriendelijk voor de Duitsers door
Bert Steinmetz
Otto von der Gablentz, de vroegere ambassadeur van Duitsland in Den Haag, kon er niet omheen. ,,Als ik de tentoonstelling bekijk, dan zie ik een nogal negatief beeld van Duitsland.’’ En inderdaad, of het nu politieke tekenaars uit een ver verleden zijn of hun collega’s van nu, onze Oosterburen komen er doorgaans niet zo fraai af op de expositie ’Altijd op de loer’, die op 13 oktober werd geopend in het Persmuseum. Het vloeit, eerlijk gezegd, ook wel een beetje voort uit de opzet van de tentoonstelling. De bedoeling is nu juist te laten zien welk beeld Duitsland krijgt in de Nederlandse karikaturen, spotprenten en politieke tekeningen van 1871, het ontstaan van het Duitse rijk, tot nu.
Selectie ,,De prenten van kort na de Tweede Wereldoorlog waren zeer anti-Duits’’, memoreerde Koos van Weringh, de samensteller van de expositie en schrijver van het gelijknamige boek (een uitgave van Mets en Schilt, die tegelijk ook in het Duits is verschenen). ,,En toen vroeg ik me af hoe dat was vóór de Hitlertijd.’’ Wel, de door hem geselecteerde honderdtwintig prenten laten er geen misverstand over bestaan. Vriendelijk voor de Duitsers is het nooit geweest. Von der Gablentz, die na zijn pensionering in Amsterdam is gaan wonen en de expositie opende, ziet een verklaring voor deze constant argwanende benadering in de geschiedenis. ,,Het
Oud-ambassadeur Otto von der Gablentz opent de expositie.
ontstaan van het Duitse rijk betekende in de ogen van de Nederlanders dat het evenwicht in Europa werd verstoord. Hier bestaat dat onbehagen dus al honderddertig jaar’’, aldus de oud-ambassadeur. ,,Dieptepunt was de nazi-periode van twaalf jaar, die daarna nog een tijd doorleefde als het symbool van het kwaad.’’
Cartoons tot en met 29 januari te zien in het Persmuseum Maar, zo stelde hij tevens vast: ,,In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw is een kloof ontstaan tussen het beeld dat van Duitsland werd geschetst, en de
FOTO: REMKO SCHEEPENS
wérkelijke betrekkingen. Op diplomatiek en economisch gebied, ook wat betreft het toerisme, liep het allemaal prima. Behalve dus dat beeld.’’ ,,Ik heb me wat geërgerd aan die tekeningen van Opland, met die gehoonde Germanen!”
Vervolg op pagina 2
museum nieuws
pagina 2
’Met Frau Merkel aan de slag’ Vervolg van pagina 1 Natuurlijk, voegde Von der Gablentz eraan toe, weet hij ook wel dat een karikatuur nu eenmaal niet genuanceerd is. ,,Die is altijd unfair – anders zou het geen karikatuur zijn.’’ Hij heeft het meest genoten van wat hij ’de ironie der geschiedenis’ noemde. ,,Wat de Nederlanders écht vreesden, was dat er weer een groter Duitsland zou ontstaan, het oude Duitsland. Dat is precies was er gebeurde na 9 november 1989, de val van de Muur. En toch is sindsdien het beeld van Duitsland hier aanzienlijk beter.’’ Van Weringh, gepensioneerd criminoloog en hartstochtelijk verzamelaar van Nederlandse én Duitse politieke prenten, heeft geprobeerd de meest treffende prent bij belangrijke politieke
Samensteller Koos van Weringh leidt de tentoonstelling in.
gebeurtenissen te vinden. ,,Soms had de tekenaar die ik benaderde, zelf geen idee meer dat hij ooit die prent had gemaakt. Dan moest ik hem een kopie toesturen.’’ Maar al met al is hij erin geslaagd in een op de drie gevallen de originele tekeningen te kunnen laten zien. Voor eenderde zijn het voorts knipsels uit kranten en tijdschriften, en de rest zijn kopieën. De expositie, die duurt tot en met 29 januari 2006, was eerder dit jaar al te zien in het Haus der Niederlande in Münster. ,,De Nederlandse tekenaars van nu moeten een nieuwe uitdaging aangaan’’, besloot Van Weringh. ,,Zij waren gewend aan Kohl en Schröder. Nu moeten ze met Frau Merkel aan de slag. Daar maken we dan over tien jaar weer een mooie tentoonstelling van.’’
FOTO: REMKO SCHEEPENS
Museumnacht: Persvrijheid binnen de fotojournalistiek Persfoto’s: echt, nep, ethisch, acceptabel? Pim Fortuyn dood op foto Gehavend lichaam Theo van Gogh in close-up Geretoucheerde foto’s treinramp Madrid Wat kan wel en wat kan niet: Persvrijheid binnen de fotojournalistiek. Dit thema staat tijdens de Museumnacht van zaterdag (avond) 5 november in het Persmuseum centraal. Zelf foto’s manipuleren, debatteren over ethiek binnen de persfotografie en deelnemen aan workshops over fotojournalistiek, het kan allemaal. Bovendien is er een foto-expositie met de inzendingen van een prijsvraag voor studenten fotografie. En ook: de bekende cartoonisten Bas van der Schot (Algemeen Dagblad) en TRIK (Nieuwe Revu) geven - interactieve! - rondleidin-
gen door de cartoonexpositie ‘Altijd op de loer’. Als gastdj’s draaien zij de rest van de avond swingende plaatjes. Programma: 19.00 - 23.00 uur Inloopworkshop Fotomanipulatie onder leiding van Peter Dellenbach, fotograaf en docent digitale fotografie. 20.00 uur Prijsuitreiking fotografieopdracht ‘Persvrijheid binnen de fotojournalistiek’ door Daniël Koning, voorzitter van de jury en voormalig fotograaf van de Volkskrant. 20.30 uur Debat ‘Ethiek binnen de persfotografie’ onder leiding van Edie Peters, hoofdredacteur van PhotoQ. Het publiek debatteert aan de hand van een aantal kritische stellingen met fotografen, foto-
Vijftig jaar na de oorlog: een Duitser op laarzen en een Nederlander op klompen leggen een krans bij de geschiedenis.
deskundigen en met elkaar over dit onderwerp. 22.00 uur Workshop fotojournalistiek door fotograaf Remko Scheepens. Rondleiding door Bas van der Schot en TRIK: 20.30 en 22.00 uur. Toegang met de officiële Museumnacht passe-partout. Het programma wordt mede mogelijk gemaakt door Adobe, S-color Marx, Focus Media Groep, Transcontinenta en Newsphoto.
FRITS MÜLLER, NRC HANDELSBLAD, 1 MEI 1995
Aanwinsten Eppo Doeve Het tekeningenbestand van het Persmuseum werd uitgebreid met een collectie schetsen en tekeningen van Eppo Doeve (1907-1981). Deze schenking van Elsevier betreft voorstudies voor afbeeldingen in Elseviers Weekblad, later Elseviers Magazine. Veertig jaar maakte Doeve wekelijks een politieke tekening voor Elsevier. Een groot deel van het politieke oeuvre van Doeve bevond zich al in het Persmuseum.
museum nieuws
pagina 3
Gastcolumn Arendo Joustra Persgeschiedenis in praktijk De waarde van persgeschiedenis en vooral van het bestaan van het Persmuseum is mij weer eens duidelijk geworden rond de viering van het zestigjarig bestaan van het weekblad Elsevier, deze maand. Dat jubileum zagen we uiteraard lang van tevoren aankomen en het leek de hoofdredactie een mooie aanleiding nu eindelijk eens de vaak turbulente geschiedenis van het opinieblad in boekvorm te laten vastleggen. Het mocht geen officiële persgeschiedenis worden, want die zijn vaak te braaf, omdat minder mooie kanten worden verbloemd, en te gedetailleerd, omdat iedereen aan bod moet komen. De auteur moest dus onafhankelijk van zoiets als een ‘redactiecommissie’ zijn werk kunnen doen. Maar dat betekende ook dat zijn werkzaamheden niet door Elsevier konden worden betaald. En wie krijg je dan zo gek?
Redacteur Remco Meijer, toch al bovenmatig geïnteresseerd in de historie van Elsevier, voelde wel wat voor dit vrijwilligerswerk, maar moest zijn taak overdragen aan Gerry van der List toen hij naar de Volkskrant vertrok. Of Van der List erin is geslaagd een onafhankelijke geschiedenis te schrijven, laat ik graag aan de lezers van zijn boek over. Maar laat ik hier verklaren dat Meer dan een weekblad. De geschiedenis van Elsevier (uitgeverij Bert Bakker, 18,95 euro) is geschreven zonder enige inhoudelijke bemoeienis van directie of hoofdredactie van Elsevier. Maar wat heeft dit alles met de waarde van het Persmuseum van doen? Welnu, toen hij met zijn onderzoek voor het boek begon, bleek het Gerry van de List al snel dat er ter redactie nauwelijks een behoorlijk archief was. Bij elke verhuizing en na elk intern conflict is blijkbaar driftig schoon schip gemaakt. Geen brief meer te vinden van kleurrijke redacteuren uit de begin-
tijd als Godfried Bomans, Anton van Duinkerken, Henk Lunshof, G.B.J. Hiltermann of Michel van der Plas. Nauwelijks notulen van roerige redactievergaderingen. Geen persoonlijke archieven. ,,Het lijkt er wel op dat de makers van het blad lange tijd geprobeerd hebben zoveel mogelijk sporen van het verleden uit te wissen,’’ schrijft Van der List in zijn verantwoording. Uiteraard heeft Elsevier een afdeling Documentatie. Die behoort zelfs tot de beste media-archieven van het land. Maar interne redactiestukken hebben ze blijkbaar nooit gekregen. Dus daar was ook weinig te vinden. Het Persmuseum was al helemaal niet voorzien. Daar vond Van der List slechts een enkel document. Noodgedwongen is zijn boek dan ook voornamelijk gebaseerd op oral history, een paar gepubliceerde memoires en het doorploegen van alle zestig jaargangen. Dat laatste leidde onder meer tot de ontdekking dat Harry Mulisch zijn debuut in
Elsevier beleefde. Op 8 februari 1947 publiceerde Elseviers Weekblad zijn korte verhaal ‘De Kamer’. De les die we hiervan hebben geleerd, is dat een redactie zelf nauwelijks in staat is haar archief goed te beheren. Weliswaar is het redactie-archief uitgebreid met een mapje ‘Geschiedenis Elsevier’, veilig voor vernietiging is het niet. Vandaar dat het besluit is genomen met enige regelmaat allerlei documenten over te dragen aan het Persmuseum. Daar zitten immers gespecialiseerde medewerkers die samen met het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis er voor zorgen dat alles netjes bewaard blijft en toegankelijk is voor een toekomstige geschiedschrijver. Want hopelijk krijgt het boek van Gerry van der List over Elsevier ooit een vervolg. Arendo Joustra is lid van de Stichting Vrienden en hoofdredacteur van Elsevier.
Korte berichten Persmuseum bij Cinekid Van 23 tot 30 oktober vindt de negentiende editie van het Cinekid Festival plaats in De Balie in Amsterdam. Het festival is een omvangrijk film-, televisie- en nieuwe mediafestival voor kinderen van 4 tot 16 jaar. Het Persmuseum participeert met het lesprogramma Nieuwsflits! online, waar kinderen een eigen artikel schrijven en op het internet publiceren. Daarnaast zullen medewerkers van het Persmuseum op 25 en 26 oktober de bestaande en zeer succesvolle kinderworkshops van het museum verzorgen.
Gemeentedag 2005 Op 1 oktober werd de Gemeentedag 2005 (Amsterdam) gehouden. Deze dag is bedoeld voor Amsterdamse senioren. De Gemeentedag heeft een uitgebreide informatiemarkt, waarop zo’n 140 organisaties hun aanbod presenteren. Het publiek kan workshops, lezingen en andere presentaties volgen. Ook het Persmuseum was op die informatiemarkt van de partij. In het Amsterdamse Muziektheater werden honderden mensen op de hoogte gebracht van de activiteiten van het museum.
Elseviers Weekblad, 1ste jaargang nummer 1, 27 oktober 1945
Elsevier, 61ste jaargang nummer 39, 1 oktober 2005
Debat in De Balie over de toekomst van het opinieblad In het kader van het zestigjarig jubileum van Elsevier en het verschijnen van de publicatie ‘Meer dan een weekblad. De geschiedenis van Elsevier’ door Gerry van der List, organiseert het Persmu-
seum in samenwerking met Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker een debat met als thema ‘De toekomst van het opinieblad’. Het debat wordt op woensdag 7 december gehouden in De Balie
in Amsterdam en begint om 20.00 uur in de Kleine Zaal. Kijk voor meer bijzonderheden op de website van het Persmuseum.
museum nieuws Zijn journalisten gelukkige mensen? In 1795, in de eerste maanden van de Bataafse Revolutie, was Gerrit Paape een gelukkige Bossche journalist. Althans in zijn dromen. Paape, een begaafde en radicale satiricus, had na de val van de patriotse macht in 1787 de wijk genomen naar Frankrijk en nu keerde hij in het kielzog van de Revolutielegers terug naar zijn vaderland. In Den Bosch, in 1794 hervatte hij zijn journalistieke loopbaan met de revolutionaire ’s Hertogenbossche Vaderlandsche Courant bij de vertrouwde uitgever van de stadskrant, met de vertrouwde
pagina 4
frequentie van tweemaal per week. Na enkele maanden van deze journalistieke arbeid in Den Bosch - het was intussen januari 1795 - kreeg Gerrit Paape ’s nachts bezoek van droomgezichten. Hij zag zich achter zijn schrijftafel zitten, ’met meer genoegen dan ooit’. Alles ging de journalist voor de wind: ,,Ik had overvloed van stof, en was ten vollen verzekerd dat ik myn leezers genoegen zou kunnen geeven. Ik streelde my met een aangenaam verblyf in den Bosch.’’ Genoeg stof om over te berichten en het vooruitzicht van tevreden lezers. Zoveel jour-
nalistiek geluk in Den Bosch kon niet lang duren. In zijn droom klinkt plotseling een stem. Onduidelijk aan wie de stem toebehoort. Het geweten misschien. De stem geeft de gelukkige en dromende journalist op zijn falie! Ik laat de nachtelijke stem klinken: ,,Hoe verre kan de wyze man van ’t spoor dwaalen! - Paape! Gy schryft hier Bossche couranten; is zulks moogelyk?’’ Over de mogelijkheden en de moeilijkheden om in de zeventiende en achttiende eeuw in Den Bosch kranten te schrijven en te lezen, gaat het in onderstaande bijdrage.
‘Gy schryft hier Bossche couranten; is zulks moogelyk?’ door
Peter Altena
Het was langdurig onmogelijk een Bossche krant te laten verschijnen. In de zeventiende eeuw en een groot deel van de achttiende eeuw was er geen Bossche krant. Pas op dinsdag 2 juli 1771 zag de eerste Bossche krant het licht. Het was tegelijkertijd het eerste dagblad van Brabant en het kwam er pas na een hoop gedoe. Als er in de periode 1601-1771 dan geen Bossche en geen andere Brabantse krant verscheen, hoe hielden de Bosschenaren en andere Brabanders zich op de hoogte van wat er in de omringende wereld gebeurde? Met pamfletten, elders gedrukte kranten en weekbladen. Voor de jaren 1733 en 1734 is er een opgave van Jacobus de Jongh, de uitgever van de Haagse courant, die heeft aangetekend naar welke plaatsen de krant gezonden wordt en hoe groot de bedragen zijn die er per plaats betaald worden. Zo is per stad ongeveer te bepalen hoe het zit met het aantal Haagse kranten dat afgezet wordt. De meeste Haagse kranten belandden overigens vreemd genoeg in Amsterdam. Van de bijna 9.000 gulden die het blad jaarlijks aan debiet kende – naast de 3.500 gulden advertentie-inkomsten –, tekende Amsterdam voor ongeveer 3.700 gulden, Den Haag voor 1.700 gulden, Rotterdam voor 600 gulden en Den Bosch voor 73 gulden. Met die 73 gulden zat Den Bosch op het niveau van Maastricht, Antwerpen, Gouda en Vlissingen.
Kranten, lezers en journalisten in Den Bosch, van 1600-1800 Als een krant op jaarbasis 3 gulden kostte – en dat is maar een gis: 3 gulden is het kleinste bedrag dat op de lijst van De Jongh voorkomt -, dan gingen er naar Den Bosch zo’n 24 exemplaren van de ’s Gravenhaegse Courant. Naar privé-personen, vermoedelijk – de gouverneur, de stadsbestuurders – en naar enkele koffiehuizen. Niet alleen de Haagse gingen zo naar Den Bosch, maar ongetwijfeld werden ook andere in de Republiek verschijnende kranten op die manier afgezet. Ruim voor 1771 las Den Bosch de krant die van elders kwam. In café, koffiehuis en andere horecagelegenheden werd onder het genot van koffie en een pijpje in het openbaar de krant gelezen. Naar de gewoonte in die jaren werd de krant in diezelfde openbare ruimte becommentarieerd.
Excentrisch Ontbrak het voor 1771 in Den Bosch en elders in Brabant aan een markt voor het dagblad? Doorslaggevend lijkt hier de naar Hollandse normen excentrische ligging en bescheiden economische positie van Den Bosch. Kranten, zoals die in het begin van de zeventiende eeuw - omstreeks 1618 voor het eerst in Amsterdam - verschenen, leken op een pamflet, maar ze verschilden daarvan door hun periodiciteit: de krant was een pamflet met vervolgen en aangekondigde data van verschijnen. In Den
Bosch voldeed het systeem van particuliere correspondentie, aangevuld met kranten van elders, kennelijk lange tijd naar behoren. Met de toenemende betekenis van Den Bosch groeide de behoefte aan een eigen medium. Het zo langdurig uitblijven van een Bossche krant wordt vaak in verband gebracht met analfabetisme en armoede. Dat is uiteraard juist, al wordt soms het Brabants analfabetisme overdreven en komen klaagzangen over het achtergebleven Brabant nogal eens voort uit Hollandse waan en Brabants zelfmedelijden. Feitelijk weerspiegelen analfabetisme en armoede de ondergeschikte staatkundige en economische positie van Brabant. Van betekenis is daarnaast de oriëntatie op het Noorden van de Brabantse krantenlezers: in de Hollandse kranten vonden de in Brabant heersende regenten, die veelal vanuit Holland geparachuteerd waren, voldoende van hun gading. Met het plaatselijk chauvinisme was het onder de Bossche regenten en krantenlezers doorgaans matig gesteld: lange tijd waren de regenten in Den Bosch passanten, die hun loyaliteit elders hadden liggen. Tot slot is er de afkeer van de plaatselijke overheid om zoiets lastigs als een stadskrant te gedogen en te koesteren. Een krant
was dan wel respectabeler dan een pamflet, maar ook grijpbaarder. Een pamflet was eenmalig, terwijl een krant voortduurde en wilde voortduren. Die ambitie een volgend nummer uit te brengen dwong de courantier ertoe om het op een akkoordje te gooien met de plaatselijke overheid, in ruil daarvoor en voor grote terughoudendheid in de berichtgeving mocht de krant het beeldmerk en de naam van de stad dragen.
Eerste Het eerste nummer van de ’s Hertogenbossche Dingsdagsche Courant verscheen op dinsdag 2 juli 1771. De krant kwam twee keer per week uit: op dinsdag en vrijdag. Op vrijdag heette de krant de ’s Hertogenbossche Vrydagse Courant. Per aflevering kostte de krant een halve stuiver, zo wordt vermoed. In de kop voerde het blad het stadswapen. Een voor- en achterzijde had de krant. Net als het Brabants Dagblad van nu, met dit verschil dat er destijds tussen voor- en achterzijde geen pagina’s zaten. Schoorvoetend had de stadsoverheid toestemming gegeven aan Christiaan August Vieweg, een Pruisische predikantenzoon die al sinds 1743 in Den Bosch in de Vuchterstraat woonde en werkte, om samen met Lambert Jan Bresser uit de Ridderstraat in Den Bosch een stadskrant uit te geven. De aanvraag daartoe was in maart 1771 bij de magistraat gedeponeerd. De magistraat, duidelijk in verlegenheid gebracht, vroeg raad aan een onderzoekscommissie. Die
museum nieuws
pagina 5
met de aandacht die Gerrit Paape in de krant aan de eigen lotgevallen besteedt. Hij wordt niet moe zijn eigen geloofsbrieven te overleggen. Aan de burgers van Den Bosch, althans de lezers onder hen, stelt de kersverse journalist zich voor als een slachtoffer van geweld en onderdrukking. Bij Paape was de krant een ‘monsieur’. Uiteindelijk staat al het egotisme van Paape echter in dienst van een pleidooi voor nationale politiek.
Afkeer
’s Hertogenbossche Dingsdagse Courant, 2 juli 1771
commissie adviseerde voorzichtig positief: de toestemming ging vergezeld van een reeks verboden en een enkele waarschuwing. De krant mocht geen regeringsbeslissingen bekend maken, moest zwijgen over ’s lands leger en vloot. Aanstoot mocht de krant niet geven: vreemde vorsten en mogendheden mochten niet gekwetst worden, evenmin en dat is ongewoner in de instructie van stadscourantiers mochten katholieken beledigd worden. In het algemeen werd het de krant niet toegestaan onjuiste berichten te publiceren. Angst voor de openbaarheid lijkt hier te regeren.
Gazette Vanaf 1780 wordt de officiële stadskrant geflankeerd door de Brabandsche Gazette, die vrijmoediger schreef en dan ook snel in conflict kwam met de gouverneur en de plaatselijke overheid. Deze krant ontwikkelde zich in een duidelijk patriotse richting, maar wist ondanks de nodige botsingen te overleven. In de jaren tachtig groeide in de Republiek een nieuwe norm, die het journalisten toestond ook verslag te doen van de gebeurtenissen in het binnenland. Journalisten namen bovendien de vrijheid om de publieke opinie te beïnvloeden. Het proces waarbij kranten zich loszongen van het stedelijk toezicht en van het verbod op controversieel bericht, werd dan wel gestopt met de inval van Pruisen in 1787, maar de norm die in de jaren
’s Hertogenbossche Vaderlandsche Courant, 11 februari 1795
tachtig ontstaan was, bleef stilletjes gelden.
Order Dat bleek in oktober 1794 toen Gerrit Paape op de Markt kwam om de verwoestingen in de Bossche binnenstad te aanschouwen. Die verwoestingen waren het gevolg van de belegering van Den Bosch door de Franse revolutielegers. Paape had de duizenden bommen en granaten met genoegen op Den Bosch zien neervallen, omdat zo de vrijheid nabij kwam. Nu hij de verwoesting aanschouwde, deed hij zijn best om ze te blijven zien als historisch noodzakelijk. Op de Markt werd hij staande gehouden en daar kreeg hij de revolutionaire order ’om een Vaderlandsche Courant te schryven’. Met dat dienstbevel gebeurde er in Den Bosch iets ongekends. De ambitie een nationale krant te schrijven en uit te geven was nieuw in de Republiek, die bediend werd door lokale kranten die gebonden waren aan en verbonden waren met de stad van verschijnen. Het medialandschap van vóór de revolutie weerspiegelde zo de staatkundige opbouw van de Nederlanden, waarin het lokale particularisme hoogtij vierde en van staatkundige eenheid nauwelijks sprake was. Met de ambitie om van de Bossche krant een nationale krant te maken, werden de unitarische idealen van patriotten als Paape manifest. Met de Franse bevrij-
ders verlangden radicalen ernaar om de Republiek onherstelbaar te hervormen: het door lokale en gewestelijke autonomie verlamde bestuur moest worden vervangen door modern geacht centralisme. De ’s Hertogenbossche Vaderlandsche Courant, die twee maal per week verscheen, kende twee edities. De eerste verscheen conform Bossche tradities dinsdags en vrijdags, de tweede, daaraan identieke editie kwam uit op woensdag en zaterdag. Naar alle waarschijnlijkheid was de eerste bedoeld voor de lokale markt, terwijl de tweede een posteditie was die op nationale verspreiding en eenheid mikte.
Bijzonder Inhoudelijk is de krant van Paape bijzonder. Het blad bevatte berichten van capitulatie van de prinsgezinde legers en verslagen van patriotse feesten. Zo werd de moed er bij de bevrijde en nog te bevrijden patriotten goed in gehouden. Met die berichten werd bovendien een nieuwe cultuur gepropageerd en aan een nieuwe vaderlandse geschiedenis geschreven: de geschiedenis van een natie in wording. Daarnaast bevatte de krant propaganda voor de Franse zaak: de Fransen heetten de Verlossers en de door de Fransen uitgevaardigde maatregelen waren alle toonbeelden van wijs beleid. De nationale oriëntatie contrasteert op het eerste gezicht sterk
Met nauw verholen afkeer spreekt hij over dat wat kennelijk van een plaatselijke nieuwsschrijver verwacht wordt: berichten over de stadsreiniging. Het belang van déze journalist reikt veel verder. Hij kan en wil zich niet voorstellen dat een verstandig man zich in zijn belangstelling en activiteit wenst te beperken tot Den Bosch. ‘Bossche couranten’, dat is in de nationaal denkende visie van Paape niet van de moderne tijd. Jammer genoeg voor Paape was er buiten Den Bosch, naarmate de revolutie verder in Holland doordrong, steeds minder behoefte aan een nationale krant, die als basis Den Bosch had. Zoals lange tijd de elders verschijnende kranten een Bossche krant overbodig hadden gemaakt, zo schaadde nu het herstel van elders verschijnende kranten het aanzien van de krant van Paape. Misschien ook lag het aan Paape, die zozeer zijn persoonlijke ervaring had willen opblazen tot nationale ervaring. Het ging Paape allengs ontbreken aan stof en lezers. Van een nationale krant kon in Den Bosch aan het einde van de achttiende eeuw nog slechts gedroomd worden. Voor Gerrit Paape een goede reden om Den Bosch te verlaten en te zoeken naar geluk, dat zoals altijd later en elders lag. (Peter Altena, 1956, is neerlandicus en leraar te Nijmegen. Hij bereidt een proefschrift voor over Gerrit Paape, een achttiende-eeuwse journalist en schrijver in het revolutietijdperk. Enkele werken van Paape, waaronder diens Mijne vrolijke wijsgeerte in mijne ballingschap en Vrolijke Caracterschetsen & De Knorrepot en de Menschenvriend konden dankzij Altena opnieuw worden uitgegeven.)
museum nieuws
pagina 6
Ook Persmuseum doet mee in de Week van de Geschiedenis Van 29 oktober tot en met 6 november wordt de Week van de Geschiedenis gehouden met dit jaar het thema ‘Buren’. Ook het Persmuseum doet mee. Met de tentoonstelling ‘Altijd op de loer’ sluit het museum mooi aan bij dit thema. De tentoonstelling gaat over het beeld van Duitsland in de Nederlandse karikatuur, van 1871 tot 2005.
Leerlingen van het Corderius College uit Amersfoort bekijken hun resultaten van een workshop fotojournalistiek.
FOTO: REMKO SCHEEPENS
Met de klas naar het Persmuseum Leerlingen op een leuke en actieve manier kennis laten maken met de media, de pers, cartoons, het nieuws en persfoto’s? Dat kan in het Persmuseum. Na het succes van de workshop journalistiek, vorig jaar, heeft het Persmuseum de afgelopen zomer hard gewerkt aan méér aantrekkelijke en interessante workshops en andere lessen voor het voortgezet onderwijs. Een goede zet, zo blijkt. Veel klassen hebben inmiddels kennis gemaakt met het museum en de boekingen lopen nog steeds binnen. Een unieke workshop is ‘Jij, een cartoonist!’, geschikt voor alle niveaus. Op een bijzondere manier maken de leerlingen kennis met het fenomeen cartoon. De les wordt namelijk gegeven door twee bekende cartoonisten, Bas van der Schot, tekenaar van het Algemeen Dagblad, en Raymond Hendriks, beter bekend als ‘TRIK’ van de Nieuwe Revu. Onder intensieve begeleiding van deze twee ervaren politieke tekenaars worden de leerlingen klaargestoomd om zelf als cartoonist aan de slag te gaan. Aan de hand van actuele voorbeelden leren ze hoe je een politieke tekening kunt interpreteren en
Vernieuwd educatief aanbod voor het voortgezet onderwijs analyseren, wat de rol is van de tekenaar en wat het principe is van een metafoor. Met de opgedane kennis maken ze uiteindelijk een eigen ontwerp voor een actuele cartoon.
Krant maken Vanaf januari 2006 wordt het educatieve programma zelfs uitgebreid, namelijk met de lancering van het lesprogramma ‘ff een krant maken’, specifiek voor de basisvorming van het VMBO. Beleven, ervaren en zelf ontdekken staan in dit lesprogramma, dat uit een actief theoretisch en een praktisch deel bestaat, centraal. Met een leskist met gevarieerde en spannende opdrachten gaan de leerlingen in het theoretische deel zelfstandig het museum in. De nadruk ligt op de ontwikkeling van de krant in de afgelopen eeuwen. De komst van de fotografie, het eerste kleurgebruik, paginaopmaak en technische vernieuwingen door de jaren heen zijn onderwerpen die aan de orde komen. In het praktische deel gaan de
leerlingen zelf aan de slag. Ze ervaren hoe arbeidsintensief het maken van een krant vroeger was. Met een zethaak, loden letters en een drukpers maken zij zelf een korte tekst. Dit praktische deel vindt plaats in een atelier vlakbij het Persmuseum. Het Persmuseum ziet het als zijn taak jongeren te interesseren voor deze onderwerpen en voor museumbezoek in het algemeen. Alle - interactieve - lesprogramma’s die het Persmuseum aanbiedt, zijn afgestemd op leeftijd en niveau en sluiten aan bij de belevingswereld van de betreffende leerlingen. Vraag de folder aan: 020-6928810
Tijdens de Week van de Geschiedenis kunt u leren hoe u zelf een karikatuur maakt tijdens de workshop ‘Politiek tekenen’. Deze workshop wordt op zaterdag 29 oktober en dinsdag 1 november gegeven door twee bekende cartoonisten: Bas van der Schot (tekent voor Algemeen Dagblad) en Raymond Hendriks, beter bekend als TRIK (tekent voor de Nieuwe Revu). De kosten van deze workshop bedragen € 7,50 (inclusief entreeprijs, materiaal en twee publicaties van het Persmuseum). Inschrijven is noodzakelijk, want de workshop gaat pas door bij meer dan acht aanmeldingen In die week kunt u voor € 4,50, inclusief entreeprijs, deelnemen aan rondleidingen door het museum. Op zaterdag 29 oktober is de rondleiding gratis. Ook houdt het Persmuseum tijdens die week een doublettenverkoop. Historische kranten, tijdschriften, boeken en andere spullen die het Persmuseum dubbel in de collectie heeft, worden tegen aantrekkelijke prijzen verkocht. Een echte buitenkans voor verzamelaars. Meer informatie op www.persmuseum.nl en www.weekvandegeschiedenis.nl
Andere educatieve activiteiten Derde en vierde leerjaar VMBO en bovenbouw HAVO/VWO: • Workshop journalistiek In deze workshop gaan leerlingen aan de slag als journalist en maken op actieve wijze kennis met journalistiek schrijven. • Workshop fotojournalistiek Is deze foto echt? Wanneer je een krant openslaat denk je niet dat de foto’s die je ziet misschien niet waarheidsgetrouw zijn. Toch blijkt de praktijk wel eens anders.… Bovenbouw HAVO/VWO: • De politieke tekeningen van Peter van Straaten Leerlingen spelen deze digitale les op school en worden op ludieke wijze – met behulp van de tekeningen van Peter van Straaten – ingeleid in de geschiedenis van de Nederlandse politiek van de afgelopen drie decennia.
museum nieuws
pagina 7
Jan van Schagen, vrijwilliger in het Persmuseum, klust dat het een lieve lust is door Servaas
Smulders
Hoe professioneel opgezet ook, musea groot en klein en tal van andere organisaties in het land, kunnen bijna niet draaien zonder vrijwilligers. Vaak ouderen, die genieten van de VUT of prepensioen maar graag iets om handen willen hebben. Ook in het Persmuseum is er altijd wel iets te klussen, waar de vaste krachten door de drukte van alledag niet aan toekomen. Jan van Schagen uit Almere is zo’n vrijwilliger die met veel plezier in het Persmuseum zijn handen uit de mouwen steekt. Twee jaar geleden eindigde voor Jan van Schagen het werkzame leven. Na 42 jaar te hebben gewerkt, waarvan 36 jaar bij De Telegraaf, stapte hij in de VUT. Beter gezegd, Van Schagen stapte in een ’zwart gat’, want van de VUT kon hij zich geen voorstelling maken. Waar collega’s liever nog eerder waren gestopt met werken, kon hij de stap van de dagelijkse werkdruk en de maandelijkse deadline voor ’zijn’ personeelsblad naar een leven zonder arbeidsverplichtingen maar moeilijk zetten.
Dinsdags Toevallig contact met de ouddirecteur van het Persmuseum, Mariëtte Wolf - thans doende met de geschiedschrijving van De Telegraaf - en een aansporing van een kennis brachten Van Schagen bij het Persmuseum. Een dag in de week, meestal dinsdag, is hij nu al bijna twee jaar aan de Zeeburgerkade actief als vrijwilliger. Met plezier buigt hij zich over bakken papier die uitgezocht moeten worden en helpt hij met het opzetten van exposities. Wel heel ander werk dan het schrijven van artikelen voor de personeelskrant bij De Telegraaf en het verzorgen van de opmaak ervan. ,,Van origine ben ik een handzetter. Bij het verdwijnen van het lood in de zetterij, ging ik over naar de technische productie van het personeelsblad. Ik heb er een schitterende tijd
Jan van Schagen aan het werk in het Persmuseum.
gehad. Je schaarde teksten bijeen, vulde zelf pagina’s, zelf monteren en ga maar door’’, vertelt de oud-Amsterdammer. Bij zijn afscheid werd hij geprezen onder meer voor het schrijven van de In memoriams. Van Schagen: ,,Het is wel eens lastig als je de collega niet zo goed hebt gekend. Maar meestal vind je in het personeelsdossier voldoende aanknopingspunten, bijvoorbeeld naar aanleiding van een jubileum en een afscheid en met zulke gegevens kom je er wel uit.’’
Een ’lijntje’ Van Schagen wilde in de VUT een ’lijntje’ houden met wat hij het gewone leven noemt. Daarvoor stapt hij dinsdagochtend in zijn woonplaats Almere in de trein om even later in het Persmuseum te gaan klussen. Het schrijven staat op dit ogenblik op een laag pitje. Hij is meer bezig met het opruimen en opschonen van oude bestanden. Hij voelt zich een echte klusjesman.
FOTO: REMKO SCHEEPENS
’Er valt nog een hoop papier uit te zoeken’ Naast het vrijwilligerswerk als het lijntje met het voor hem ’gewone leven’, heeft Van Schagen met het wandelen van lange afstanden en het huishouden een passende tijdsvulling gevonden voor de andere vrije dagen. ,,Het huishouden maakt me niet zielsgelukkig maar een dweil hanteer ik zonder moeite. Ik vind het heerlijk in de supermarkt boodschappen te doen en dagelijks de maaltijd te bereiden.’’ De Vierdaagse van Nijmegen heeft hij inmiddels negen keer uitgelopen. Vorig jaar liep hij de
Vierdaagse van Apeldoorn en de Heuvellandvierdaagse. Bij het centrum voor kunstzinnige vorming in Almere schildert en tekent hij. Van Schagen: ,,De leraar daar zei tegen me dat mijn werk niet onverdienstelijk is en dat er wel meer in zou zitten. Maar dan moet ik er meer tijd in steken.’’ Op zaterdagen is hij vaak te vinden in kringloopwinkeltjes. ,,Ik ben gek op hebbedingetjes.’’ Inmiddels is hij ook verzot geraakt op reizen. ,,Mijn droom is een wereldreis, maar als je nog nooit in Parijs bent geweest, dan moet dat ook een beleving zijn. Of klassiek Spanje, Italië of het Noorderlicht zien.’’ Met graagte, zoals hij zegt, stapt hij als het even kan tot zijn 94ste elke dinsdag in de trein naar Amsterdam. Er valt volgens hem bij het Persmuseum nog een hele hoop uit te zoeken. Hij is daarbij kritisch want je kunt volgens hem niet alle papier voor het nageslacht bewaren.
museum nieuws
pagina 8
Bezoekersinformatie
Routebeschrijving
Persmuseum
Bus:
A Zeeburgerkade 10, 1019 HA Amsterdam T 020-692 88 10 F 020-468 05 05 E
[email protected] W www.persmuseum.nl
Studiezaal / Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis A Cruquiusweg 31, 1019 AT Amsterdam T 020-668 58 66 F studiezaal: 020-663 03 49 E studiezaal:
[email protected] Online publiekscatalogus: www.iisg.nl/opcnl.html
Openingstijden Persmuseum dinsdag-vrijdag 10.00 - 17.00 uur zondag 12.00 - 17.00 uur Het museum is gesloten op zaterdag, maandag en tijdens de feestdagen.
Openingstijden studiezaal/ Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis: maandag - vrijdag 09.00 - 17.00 uur De studiezaal is gesloten op zaterdag, zon- en feestdagen.
Toegangsprijzen Persmuseum volwassenen 6-18 jaar, 65+, CJP, Stadspas, groepen vanaf 10 personen
Auto: Vanaf de rondweg (A10) afslag Zeeburg (S114). De borden Zeeburg volgen. Voor de Piet Heintunnel linksaf, richting Indische Buurt. Bij de eerste stoplichten na de brug rechtsaf. Vervolgens de tweede rechts. Bij de rotonde de tweede afslag nemen (= doodlopend) om op de Zeeburgerkade te komen. Deze geheel uitrijden (ca. 200 m.), aan het einde bevindt zich het Persmuseum. Naar het IISG: Vanaf de rondweg (A10) afslag Zeeburg (S114). De borden Zeeburg volgen tot in de Piet Heintunnel. Aan het eind van de tunnel bij de stoplichten naar links. Eerste straat links, met de bocht mee naar links en vervolgens rechtdoor. NB: door werkzaamheden kunnen er omleidingen zijn! EO
€
3,50
€
2,50
PIET
RN
PE
UR
B ZEE
EN LA
G IIS
AN
A EL
VE AN
G WE US UI UQ CR
basisonderwijs voortgezet onderwijs
€ 40,- per groep, inclusief lesmateriaal afhankelijk van educatief programma (zie www.persmuseum.nl) combinatie Persmuseum/ bezoek Telegraaf op aanvraag
U EB
RG
D PA
ER
ZE
E
AD
SK IU
rondleidingen
R
N AA AL AM
onderwijs
M EU US RKADE M S GE
IJK
RD
GE
UR
QU
EB ZE
U CR
€ 27,50
N AA GL UR
BO
TER
1,75
AN
IJB
LA EO
gratis
EN AV TH PO
EL
N PA
0 - 6 jaar, Museumkaart, Vrienden
RE
T EN
TUNN
HEIN
EES
€
RN
BO
N VA
NS-voordeelurenkaart, studenten met collegekaart
Bus 43: Vanaf Centraal Station richting Borneo Eiland, halte Cruquiusweg (ieder kwartier). Bus 22: Vanaf Centraal Station (via Muiderpoort station) richting Indische Buurt, halte Zeeburgerdijk (iedere 20 minuten). Bus 59: Vanaf Station Muiderpoort richting KNSM Eiland, halte Cruquiusweg (ieder kwartier). Tram: Tram 14 naar het Javaplein (5 minuten lopen), tram 10 naar de Van Eesterenlaan (5 minuten lopen) of tram 7 naar de Molukkenstraat (10 minuten lopen). Trein: Vanaf Centraal Station een van de hierboven genoemde bussen. Vanaf station Muiderpoort: lopend (ca. 15 minuten) of met een van de hierboven genoemde bussen.
Word Vriend
Colofon
De Stichting Vrienden van het Persmuseum stelt zich ten doel de bloei en de naamsbekendheid van het Persmuseum te bevorderen en extra inkomsten te verwerven ten behoeve van collectieaankopen en activiteiten.
De uitgave van PersmuseumNieuws wordt mogelijk gemaakt door de Stichting Vrienden van het Persmuseum
U wordt al Vriend met een bijdrage van minimaal € 25,- per jaar!
Redactie:
Persmuseum
Als vriend van het Persmuseum krijgt u: - gratis toegang tot de vaste opstelling en de wisselexposities van het Persmuseum - 10 % korting op uitgaven van het Persmuseum - een uitnodiging voor de jaarlijkse Vriendendag en overige speciale activiteiten - twee tot drie keer per jaar het Persmuseumnieuws.
Redactieadres:
Zeeburgerkade 10 1019 HA Amsterdam
Oplage:
2.000
Druk:
Drukkerij Bakker, Roelofarendsveen
Voor minimaal € 50,- per jaar krijgt u tevens: - een gratis publicatie/catalogus - een originele historische krant
Copyright:
Persmuseum Amsterdam
ISSN nummer:
1569-0318
Ja, ik word Vriend van het Persmuseum
Het Persmuseum is mede mogelijk gemaakt door: Aegon, ANWB-media, BASF Drukinkt, Bedrijfsfonds voor de Pers, Boekhandel Scheltema Holkema Vermeulen, Boom, Bührmann, Central National Company, Dagblad De Telegraaf, de Volkskrant, Emico Offset, Euronext, Gemeente Amsterdam, Getronics, Groep publieks- en opinietijdschriften, GTI Installatietechniek, R. Hazewinkel, S.S.F. Hazewinkel, Holdingmaatschappij De Telegraaf, Hollandse Dagbladcombinatie, Hooge Huys Verzekeringen, ING Groep, Joh. Enschedé, Koninklijke Ahold, Koninklijke BDU Uitgeverij, Koninklijke Philips Electronics, Lucas Ooms Fonds, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Mondriaan Stichting, Nederlands Uitgevers Verbond, Nederlandse Nieuwsblad Pers, Nederlandse Vereniging van Journalisten, Nieuwsblad van het Noorden, Noordelijke Dagblad Combinatie, Parenco, PCM Uitgevers, Prins Bernhard Cultuurfonds, Rotterdams Dagblad, Siemens, F.W. Sijthoff, SNS Reaal Fonds, Stadsdeel Zeeburg, Stichting Democratie en Media, Trouw, Veen Magazines, Vereniging de Nederlandse Dagbladpers, VNU, VSB Fonds, Weekbladpers, Wegener.
o voor minimaal € 25,- per jaar o voor minimaal € 50,- per jaar Naam Adres Postcode en woonplaats E-mail U kunt deze bon ingevuld retourneren via ons antwoordnummer (Antwoordnummer 9364, 1000 XH Amsterdam. Een postzegel is niet nodig). Wacht met betalen tot u een acceptgirokaart heeft ontvangen.
verschijnt tenminste drie maal per jaar