}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Bomen Hofvijver geveld door ziekte
3
Vrijdag 10 januari 2014
Interview Karel de Rooij na zijn burn out
10/11
jaargang 8 nummer 348
€ 1,95
UIT Mannelijke dansers in tutu
3
Museum in Berlage-kerk
> Foto: DHC Na het Gemeentemuseum mag Den Haag zich binnenkort verheugen op een tweede ‘Berlage-museum’. Zakenman Joop van Ham, sinds kort eigenaar van de door H.P. Berlage ontworpen Christian Science kerk, wil daar zijn uitgebreide kunstverzameling een plek geven. Vooral zijn CoBrA-collectie, waartoe schilders als Appel, Corneille en Lucebert behoren, zouden een prominente plaats krijgen in het nieuw te openen museum. >Lees verder op pagina 3
2>varia snoek onder ons
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
>Nieuwjaarsduik – Boulevard – 1 januari
Er moet toch een causaal verband te vinden zijn tussen de global warming en het stijgende aantal Nieuwjaarsduikelaars. Dit jaar moest ik door griep verstek laten gaan. Graag had ik voor de vierde keer op rij vanaf de boulevard mijn traditie van Nieuwjaarsduikkijken levendig willen houden. Zo’n deinende meute met een Unoxmuts op de eerste van de eerste heeft eenzelfde zinsbegoochelende uitwerking als de steek op de elfde van de elfde. Al die uit zee terugkerende lemmingen die dan gewoon lijn 1 of 9 instappen en straks thuis een warme douche nemen. Met de muts aan de kapstok. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkend fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal fotografeert is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
Ingezonden mededeling
De nieuwe
OSCAR v
ag 16 ja d r e d n o d p o t erschijn
nuari!
OSCAR is het gratis magazine van de Koninklijke Schouwburg en verschijnt drie keer per seizoen. De OSCAR staat vol nieuws, achtergronden en interviews met makers en publiek. Maar ook ons volledige programma is hierin te vinden, van toneel en muziek tot aan cabaret en de mooiste voorstellingen voor kinderen.
Wilt u een gratis abonnement op OSCAR? Kijk voor meer informatie op www.ks.nl om u aan te melden.
3
actueel<
Vrijdag 10 januari 2014> Den Haag Centraal
Nieuw museum in Zorgvliet
Kerk wordt kunsttempel
vest. Hij verwerkte enkele symbolen uit de leer in zijn ontwerp.
Door Piet van der Eijk
Een opzienbarende ontwikkeling: Den Haag is op weg naar een tweede ‘Berlage-museum’. Dat wil zeggen: een museum in een gebouw dat, net als het huidige Gemeentemuseum, door de grote bouwmeester H.P. Berlage is ontworpen. Het betreft de (vroegere) Christian Science kerk aan de Andries Bickerweg, in de diplomatenwijk, een indrukwekkend en bijzonder bouwwerk dat door de kerk is verkocht aan een investerings- annex projectontwikkelingsmaatschappij. Deze in Den Haag gevestigde onderneming, Winzzer b.v., kondigde bij de overdracht aan in het gebouw een museum te willen vestigen, waar de eigenaar zijn particuliere kunstcollectie wil onderbrengen. Het betreft de welgestelde zakenman Joop van Ham die zijn geld voornamelijk verdient met het verpachten van horecagelegenheden, waarvan hij er vele in bezit heeft. Gezegd wordt dat hij een kunstverzameling bezit met de nadruk op CoBrA-werken, de beweging waar onder anderen de Nederlandse schilders Appel, Corneille en Lucebert toe behoorden. Deze collectie zou dan een prominente plaats krijgen in het nieuw te openen museum. Restauratie Er zijn plannen opgesteld voor de restauratie van het gebouw maar dat zal niet meer dan onderhoud en herstel kunnen zijn, want het is – uiteraard, gezien de faam van de architect – een rijks- zowel als een gemeentelijk monument. Voor dit soort gebouwen geldt dat de bescherming zo strikt is ‘dat er geen spijker mag worden ingeslagen’. Maar restauratie kan, onder strenge voorwaarden wel. Waarbij de verwijdering van asbest, dat bij de bouw is gebruikt, zoals in dit geval, zelfs verplicht is. Het is dan ook te hopen dat de kerkbanken verwijderd mogen worden want zoniet dan is het een onmogelijke zaak voor de nieuwe eigenaar. De geloofsgemeenschap, in de negentiende eeuw opgericht door een Amerikaanse vrouw, kwam in Den Haag al weer enige tijd geleden voor de noodzaak te staan haar kerk te verkopen vanwege de ook hier sterk teruggelopen belangstelling van gelovigen. De diensten werden nog maar door enkele tientallen mensen bezocht, terwijl de grote ruimte plaats biedt aan zevenhonderd bezoekers. De vraagprijs voor het kerkgebouw,
Tuin Het gebouw, omringd door een smalle tuin, bestaat behalve uit de grote kerkzaal uit enkele nevengebouwen: de kosterswoning en de, aan het water gelegen, zondagschool, ook een aanzienlijke ruimte, bedoeld voor tweehonderd kinderen. Deze ruimten, zo zou de bedoeling van de investeerder zijn, zullen ter beschikking worden gesteld als atelier voor Haagse kunstenaars. De kerk, door sommigen gezien als ‘de mooiste van Den Haag’, heeft een toren met klokken die tijdens de oorlog door de Duitsers werden weggehaald. Ironisch genoeg werden ze, bedoeld om religieuze gevoelens te wekken, omgesmolten tot oorlogstuig. Na de oorlog zijn er weer klokken aangebracht maar op verzoek van de omwonenden – meest diplomaten – niet meer geluid, omdat het beschouwd werd als ‘overlast’. Het interieur, compleet met kansel en orgel, is ontworpen door Piet Zwart, ook al een coryfee in die tijd, en nog altijd met ere genoemd. Winzzer, gevraagd naar de vorderingen van het project, hult zich om onbekende redenen in nevelen. Men
Interieurfoto uit 1975 van de Christian Science kerk. > Foto: Guus Rijven
die aanvankelijk 2,5 miljoen euro groot was, was bij de verkoop bij gebrek aan belangstelling en door onderhandelingen van Winzzer gedaald tot 1,6 miljoen euro. Verdeeld Over de opbrengst waren de meningen verdeeld binnen de Christian Science gemeenschap. Sommigen vonden het een spotprijs voor zo’n eminent en groot gebouw, anderen wisten dat de opbrengst niet maximaal kon zijn, gezien de beschermde status, de staat van het gebouw en de weinige gebruiksmogelijkheden die het biedt. De kerkgemeenschap heeft nu voor
haar diensten onderdak gevonden in het tegenover de kerk aan de Groot Hertoginnelaan gelegen Westernhotel Petit, waar zondags en op woensdagavonden in een apart zaaltje bijeenkomsten worden gehouden. Nu de kerk een dikke portemonnee heeft, kan de huurprijs daarvoor gemakkelijk worden opgebracht. Het kerkgebouw is een intrigerend en gecompliceerd geheel. Het werd in 1927 geopend. Berlage bood aan het voor 1700 gulden te ontwerpen, terwijl de bouwkosten geraamd werden op zo’n 200.000 gulden. Het werd, net als het enkele jaren daarna door Berlage ontworpen Gemeentemuseum, opgetrokken in
De enige kerk die Berlage in zijn carrière ontwierp. > Foto: DHC
gele bakstenen. Deze zijn nu na lange jaren vervuild, waardoor het gebouw minder sprankelend oogt dan het ooit deed. Berlage sloot zich niet aan bij de kerk, zoals wel wordt gezegd, maar hij verdiepte zich wel, voor hij aan tekentafel ging zitten, in de uit Amerika stammende leer. Zo bestudeerde hij enkele werken waarop de leer, naast de bijbel, is gegrond-
wil op geen enkele wijze op vragen ingaan en stelt zelfs ‘dat het nog lang niet vaststaat dat er een museum zal komen’. Dit lijkt eerder een poging de boot af te houden dan dat het in werkelijkheid zo is, een afwerende houding die om praktische redenen wel zal moeten veranderen wanneer het museum er eenmaal is en het bekendheid moet krijgen.
D66 teleurgesteld over ‘wiethouding’ college Door Jan van der Ven
“Het is teleurstellend dat Den Haag zich niet heeft aangesloten bij de oproep van de burgemeesters van 25 grote gemeenten voor een experiment voor de gereguleerde teelt van wiet”, zegt D66-fractievoorzitter Rachid Guernaoui. De democraat is al jaren een pleitbezorger voor zo’n experiment, omdat zodoende misschien de weg geëffend kan worden voor de legale inkoop van softdrugs van coffeeshops. De brief van de burgemeesters van de 25 gemeenten, waaronder steden als Eindhoven, Rotterdam, Utrecht, Leiden, Maastricht en Tilburg, lag eind vorig jaar op het bureau van VVD-mi-
nister Opstelten van Veiligheid en Justitie. De VVD-minister is fel tegen legale teelt van wiet, maar de 25 gemeenten pogen hem op andere gedachten te brengen. Het schrijven is de zoveelste poging van de voorstanders om de wietteelt te legaliseren, zodat de aanvoer van de coffeeshops uit het criminele circuit verdwijnt. Ze wijzen verder op de gigantische inzet van politie die nodig is om illegale hennepkwekerijen op te sporen en vervolgens te ontmantelen. Daarnaast speelt het gezondheidsaspect mee, want illegale wiet is de laatste jaren steeds sterker geworden. D66-fractievoorzitter Rachid Guernaoui behoort ook tot de groep voor-
standers van legalisering. Hij voorziet dat het thema ‘legalisering wietteelt’ onderdeel gaat worden van de coalitiebesprekingen na de raadsverkiezingen van maart dit jaar. Rachid Guernaoui herinnert eraan dat er in de Haagse gemeenteraad een meerderheid is voor de legalisering. Die bestaat uit PvdA, D66, GroenLinks, de Haagse Stadspartij, de Socialistische Partij en de Partij voor de Dieren. Vereniging De wethouders van PvdA en D66 scharen zich echter achter de bezwaren van VVD-burgemeester Van Aartsen tegen een experiment. In oktober van het vorig jaar liet het college van B&W aan de gemeenteraad weten
geen wettelijke mogelijkheden te zien voor een experiment. Dat was een reactie op een pleidooi vanuit de Haagse gemeenteraad eens te kijken naar de gemeente Utrecht. Die wil een vereniging van gemeenten gaan oprichten die een experiment voor legale wietteelt willen. Om zo’n club van gemeenten mogelijk te maken, moet de verantwoordelijke staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid echter ontheffing verlenen van een wet die zo’n experiment verbiedt. Het Haagse college liet de gemeenteraad in oktober weten dat zo’n ontheffing er waarschijnlijk niet komt. Voorstanders van legale wietteelt hebben zich altijd in allerlei bochten
gewrongen om hun wens te realiseren. Zo kwam D66 vorig voorjaar met het plan om in het Westland, onder toezicht, in kassen wiet te telen. Hierbij zou dan samengewerkt moeten worden met de gemeente Rotterdam. De wiet zou dan alleen bestemd zijn voor de coffeeshops in de twee deelnemende steden. Eerder pleitten PvdA, SP, GroenLinks en de Haagse Stadspartij ook al voor legale gemeentelijke wiet. Dat zou kunnen met gemeentelijke kwekerijen, of particuliere telers die wiet kweken onder toezicht van de gemeenten. De fractie van D66 in de Tweede Kamer heeft aangekondigd met een initiatiefwet te komen voor gedoogde wietteelt.
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
stadsmens
Atelier Koetshuis Clingendael heeft ook weer sociale functie De intrigerende kop op de schildersezel is een blikvanger. ‘De luisteraar’, noemde beeldend kunstenaar Hendrikje Claassen het werk. Het lijkt wel alsof dit opmerkelijke type tijdens het gesprek de oren spitst. “Hij luistert mee”, knikt Hendrikje met een vrolijke knipoog. In atelier Koetshuis Clingendael trekt veel meer kunst aandacht, zoals het zonnige ‘Aan Zee’. Het is gemaakt door Mieneke van Teylingen, de moeder van Hendrikje. Moeder en dochter werken sinds juni 2012 in het Koetshuis, gelegen in Park Clingendael. Alleen al de tocht naar hun atelier moet elke keer een feestje zijn. Ook in ander opzicht is de locatie uniek. Het was in het verleden de werkplek van befaamde kunstenaars als Kees van Bohemen en Jan Roëde. Het nabijgelegen Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael gaf het Koetshuis een aantal jaren geleden terug aan de gemeente Den Haag. Die besloot het opnieuw ter beschikking te stellen aan kunstenaars. ‘Zodat het weer een sociale functie kan vervullen’, aldus de gemeente. Hendrikje, die als kunstenaar alleen haar voornaam gebruikt, en Mieneke van Teylingen nemen deze voorwaarde
In de ruimte vol prachtige lichtinval werken de twee ieder op hun eigen wijze. Op donderdag en vrijdag houden ze open atelier. Moeder en dochter trekken overigens ook in teamverband op. Met Morten de Boer verzorgen zij voor Opera Zuid alle publiciteit: van affiches, programmaboekjes tot flyers. Mieneke van Teylingen, van oorsprong grafisch ontwerper, bepaalt het beeld.
Mieneke van Teylingen en Hendrikje Claassen zetten deur open van hun atelier.> Foto: Mylène Siegers
serieus. Bezoekers zijn welkom in hun atelier. Daarnaast willen zij mensen begeleiden ‘die het leuk vinden om creatief bezig te zijn’. Dat gebeurt al op donderdagochtend en het wordt zeer waarschijnlijk uitgebreid naar donderdagavond. Ook staan er drie workshops voor kinderen gepland. Beiden werken al langer in één atelier. Voorheen was dat onder meer in het Berlage-gebouw aan de Groenhovenstraat, waar ze via Leegstandbeheer
introkken. Mieneke van Teylingen: “Het gaf wel onrust. Je weet nooit hoe lang je op zo’n plek kunt blijven. Dat is toch een belemmering voor je creativiteit”. Stroom Den Haag, het centrum voor beeldende kunst en architectuur, bracht beiden naar het Koetshuis. Hendrikje: “Ik stond op de wachtlijst en ben er meteen achteraan gegaan toen dit aanbod kwam. Er moest wel nieuwe verwarming in. Daar heeft de gemeente Den Haag snel voor gezorgd”.
KLM Hendrikje begon haar loopbaan als grafisch vormgever. Zo was zij bij KLM Nederland verantwoordelijk voor onder meer de huisstijlbewaking. Tot dat voor haar minder boeiend werd. “Ik was heel benieuwd naar wat er in mezelf zou gebeuren als ik vrij werk zou gaan maken. Dankzij de KLM ben ik veel en ver op reis geweest; ik heb daardoor mijn akkertjes kunnen vullen”. Op haar 33ste meldde ze zich bij de Vrije Academie en volgde daarna de Academie van Beeldende Kunsten, waar ze in 2009 afstudeerde. “Dat is een heel intense periode geweest. Overdag was ik bezig met grafische vormgeving, ’s avonds ging ik naar de academie. In die tijd heb ik ook nog twee kinderen gekregen”. Naast exposities is haar werk
permanent te zien bij Horloge Platform Nederland aan het Noordeinde en bij Wicked Wines in de Bazarstraat. Haar fantasieportretten heeft ze op dit moment even terzijde gelegd. Hendrikje portretteert nu, in opdracht, de vierkoppige maatschap longspecialisten van ziekenhuis Bronovo. Een korte rondgang dan langs het werk. In hun verhaal klinkt trots door voor elkaars kunst, over hun eigen werk zijn ze bescheiden. Op de valreep komt Hendrikje terug op het begeleiden van mensen in hun atelier. “Ze kunnen hier bijvoorbeeld met verschillende materialen bezig zijn, iets maken aan de hand van een gedicht of in opdracht. We laten er iedereen vrij in. Waar het om gaat, is het prikkelen van de eigen fantasie. Wat zit er in jou aan creativiteit?” Koetshuis Clingendael, Park Clingendael 10 (onder), houdt op donderdag en vrijdag van 10.00 tot 14.00 uur open atelier. Informatie www.hendrikje.nl en www.mienekevanteylingen.nl
Joke Korving
Ingezonden mededeling
265 x 192.5 mm_DHC
SUBSIDIE voor professionele CULTURELE PROJECTEN (Let op: aanvragen moeten uiterlijk op maandag 17 februari 2014 voor 17.00 uur bij ons zijn ingediend!) Voor het stimuleren van professionele culturele projecten stelt de gemeente Den Haag per half jaar een budget van € 400.000 beschikbaar. Dit budget is bestemd voor professionele incidentele artistieke activiteiten die plaatsvinden (of waarvan het zwaartepunt zich bevindt) in de tweede helft (1 juli - 31 december) van 2014.
Uw aanvraag moet uiterlijk maandag 17 februari 2014 bij ons zijn ingediend. Desgewenst kunt u uw aanvraag persoonlijk afgeven bij de receptie in het Atrium van het stadhuis op maandag 17 februari tot 17.00 uur. Aanvragen die te laat ingediend zijn, worden niet in behandeling genomen.
Meer informatie over de criteria en voorwaarden, alsmede het aanvraag formulier en een overzicht van de procedure kunt u vinden op de website www.denhaag.nl/cultuur. Voor projecten op het gebied van amateurkunst verwijzen wij u naar de subsidiemogelijk-heden bij CultuurSchakel: www.cultuurschakel.nl. Daarbij merken we op dat het niet mogelijk is om voor een en hetzelfde project(onderdeel) een subsidieaanvraag in te dienen bij zowel de regeling Culturele Projecten als bij CultuurSchakel. Mocht u na het bezoeken van onze website nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met mevrouw R. Dijkstra van de afdeling Cultuurbeleid (riemkje.
[email protected]).
Aanscherping voorwaarden regeling Culturele Projecten
Met ingang van deze ronde heeft het college de voorwaarden van de regeling Culturele Projecten aangescherpt. Projecten die primair gericht zijn op binnenschoolse cultuureducatie moeten – al dan niet via bemiddeling door CultuurSchakel – aangeboden worden aan de Haagse onderwijsinstellingen die zelf voor bekostiging zorg moeten dragen. Ook zijn de vormvereisten voor subsidieaanvragen aangescherpt. Het gebruik van het aanvraagformulier is verplicht en er zijn nieuwe rubrieken toegevoegd waaruit een aanvraag moet bestaan. Daarnaast moet een subsidieaanvraag voortaan opgesteld zijn in het Nederlands en voldoen aan een maximum omvang.
Uw schriftelijke subsidieverzoek (inclusief aanvraagformulier) kunt u richten aan:
Burgemeester en Wethouders van Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn (Cultuurbeleid) Subsidieregeling Culturele Projecten 2014-II Postbus 12652 2500 DP Den Haag
5
actueel<
Vrijdag 10 januari 2014> Den Haag Centraal
D66: nooit samen met PVV in college Door Jan van der Ven
D66 weigert deel te nemen aan een coalitie met de PVV. Dit standpunt heeft D66-lijsttrekker Ingrid van Engelshoven deze week bekend gemaakt tijdens de start van de D66-campagne voor de raadsverkiezingen van maart. “Ik zal dat niet doen! Ik zal dat nooit doen!”, aldus de lijsttrekker. Met het uitsluiten van de PVV als coalitiepartner geven de Democraten in een zeer vroege fase de raadscampagne een scherp politiek profiel Andere par-
tijen worden nu uitgedaagd kleur te bekennen richting PVV. Het draait dan om de vraag: wel of geen samenwerking met deze partij. D66 twijfelt of andere politieke partijen de PVV op voorhand durven uit te sluiten als coalitiepartner, bleek uit de toespraak van Van Engelshoven. Ze vermoedt dat de VVD en ook de PvdA wel eens richting PVV kunnen buigen om zodoende aan de macht te kunnen blijven. Ze herinnerde eraan dat de VVD eerder de PVV aan de macht hielp toen de partij van Wilders gedoog-
steun gaf aan het VVD-CDA-kabinet van premier Rutte en vice-premier Verhagen.
Vrijages Van Engelshoven vindt dat de Haagse VVD vrijages laat zien met de PVV-achterban. “Waarom spreek je anders in je verkiezingsprogramma van een ‘opdringerige islam’? Waarom wil je anders basale mensenrechten, zoals het recht op een dak boven je hoofd, op een minimum levensstandaard, afnemen van mensen die hier nog geen tien jaar
wonen of die geen Nederlands spreken? Dat is geen ‘vrijheid’, ‘verdraagzaamheid’ of ‘gelijkwaardigheid’, zoals de VVD haar kernwaarden noemt. Dat is ‘uitsluiting’, ‘onverdraagzaamheid’ en ‘populisme’”. Ten aanzien van de PvdA vreest de lijsttrekker van D66 dat deze partij tegen de PVV aanschurkt om zodoende verloren kiezers terug te krijgen. Ze zei: “Want waarom anders nam PvdAwethouder Marnix Norder de letterlijke woorden van Geert Wilders over toen hij sprak over een ‘tsunami van
Oost-Europeanen?’ De lijsttrekker van D66 maakte haar opmerkingen tegen de achtergrond van de uitkomst van een enquête die haar partij liet houden door het bureau van Maurice de Hond. Daaruit blijkt dat de PVV de grootste partij kan worden (acht zetels, evenveel als nu). Een eerdere peiling liet eenzelfde beeld zien. De PvdA zakt in de peiling van D66 van tien naar zeven zetels, de VVD van zeven naar vijf. D66 klimt van zes naar zeven zetels, één zetel winst.
Ziekte slaat bres in bomen Hofvijver
> Foto: DHC
Door Marc Konijn
Er wordt opnieuw een ‘aanslag’ gepleegd op de fraaie bomenrij langs de Hofvijver. Maar liefst tien oude kastanjes die direct aan het water staan, moeten weg. Zeven bomen worden gekapt, drie worden er verplaatst. De tien bomen aan de Lange Vijverberg lijden aan de kastanjebloedingsziekte. Een bacterie verzwakt de boom, waarbij op de schors donkere ‘bloedvlekken’ verschijnen. Een succesvol geneesmiddel is niet voorhanden. Het is niet voor het eerst dat de bloedingsziekte toeslaat aan de Hofvijver. In 2005 werden er al vier rode paardekastanjes gekapt aan de Korte Vijverberg. Vorig jaar bleken er aan de lange
kant van de Hofvijver zes kastanjes te zwaar aangetast door de bloedingsziekte. Van de 29 kastanjes die ooit rond de Hofvijver stonden, zijn er straks nog maar twaalf over. De kastanjes aan de Vijverberg hebben al jaren een broze gezondheid. In 2004 besloot de gemeente de ondergrond te verbeteren. Sindsdien is de gezondheid van de bomen iets verbeterd. Maar de komst van de halsbandparkiet is voor veel kastanjes toch de genadeklap geworden, zo stelt de gemeente. In de wintertijd strijken iedere avond duizenden halsbandparkieten neer in de kastanjes bij de Hofvijver. De exotische vogels hebben de gewoonte om de knoppen van de bomen aan te vreten. Die van de kastanje vinden ze het lekkerst. Een gezonde boom kan dat
hebben, maar de bomen aan de Vijverberg zijn al 70 jaar oud. Voor een boom in het midden van de stad is dat hoogbejaard. De vraatzucht van de halsbandparkiet heeft de kastanjes volgens de gemeente uiteindelijk de das omgedaan. Voor drie kastanjes aan de Hofvijver koesteren de bomenexperts van de gemeente nog hoop. De drie zieke bomen worden verplaatst, om ze ‘uit het vizier van de halsbandparkiet’ te brengen. Ze worden tijdeklijk ondergebracht in de boomkwekerij van de gemeente. Er wordt nog gezocht naar een andere plek in de stad. Daar zouden ze beter kunnen herstellen. De zeven zieke kastanjes aan de Hofvijver worden nog voor het broedseizoen gekapt. Op de tien vrijgevallen
plaatsen komt de linde terug. Deze majesteitelijke boom is minder gevoelig voor ziektes en vogels. Bovendien bestaat de tweede bomenrij aan de Hofvijver al uit lindes. Veiligheid Den Haag heeft nog steeds zijn handen vol aan de kastanjebloedingsziekte. In 2003 werd de ziekte voor het eerst geconstateerd. Uit tellingen bleek toen dat bijna de helft van de 4200 kastanjes in de stad was geïnfecteerd. In 2012 was dat percentage 65. Afgelopen jaar is dat opgeklommen naar 68 procent; dat zijn 2856 bomen. In totaal zijn nu bijna vijfhonderd kastanjes gekapt vanwege de bloedingsziekte. Het afgelopen jaar zijn er 182 ernstig zieke bomen geteld; daarvan moesten er van-
wege de veiligheid 93 worden verwijderd. Ook op andere plekken in de stad is binnenkort de kettingzaag te horen. Het stadsbestuur heeft toestemming gegeven om twee monumentale kastanjes om te hakken aan de Sophialaan en de Kaapstraat. Deze twee bomen zijn aan het einde van hun leven en zijn bevattelijk geworden voor de dikrandtonderzwam. Hoewel lang niet alle bomen aan de bacterie bezwijken, betekent het toch een aderlating voor de stad. Veel kastanjes zijn grote, beeldbepalende bomen die op mooie plekken in de stad staan. De rode paardekastanje is bevattelijker voor de bloedingsziekte dan de witte. Aan de hofvijver staan rode kastanjes.
Oud-VVD Monkhorst naar Haagse Stadspartij Door Jan van der Ven
Het nieuws raakte een beetje in de verdrukking door de lucht van oliebollen en de kruitdampen van het vuurwerk. Het nieuws was: voormalig VVD-fractievoorzitter Theo Monkhorst is eind vorig jaar lid geworden van de Haagse Stadspartij. Want, zo legt hij uit, de Haagse Stadspartij is de enige partij die zich écht inzet voor de stad Den Haag. “Bij de HSP gaat het er om zaken, die in de stad spelen op de politieke agenda te krijgen. En niet andersom, zoals nu gebeurt. Het is een echte lokale partij”. De flamboyante Monkhorst zat vorige eeuw gedurende acht jaar in de gemeenteraad, waarvan twee jaar als fractievoorzitter. “Het wethouderschap zat er vervolgens aan te komen, maar ik was inmiddels voor mezelf begonnen en verliet daarom de politiek”. Later zegde hij zijn lidmaatschap van de VVD op, omdat hij het niet eens was
met de landelijke koers van zijn partij. Monkhorst sloot zich daarna nergens meer bij aan, maar ging lokaal wel op D66 stemmen. Deze keer stemt hij geen D66 meer, het wordt dus de HSP. Hij licht toe: “D66 heeft de afgelopen vier jaar zo verschrikkelijk gehakt in de subsidies op kunst en cultuur, ik kan niet meer op die partij stemmen”.
Monkhorst is schrijver, onlangs werd zijn meest recente romen, getiteld Blinde Perfectie, gepubliceerd. De liberale schrijver heeft eind vorig jaar zijn diensten aangeboden aan de Haagse Stadspartij van Joris Wijsmuller. “Ik sta niet op de lijst, want stel dat ik als lijstduwer gekozen word. Dan moet je in de raad en daar heb ik eerlijk gezegd geen tijd meer voor, het schrijverschap komt dan in het gedrang en dat wil ik beslist niet”. Hij is lid geworden van het campagneteam. De strijd tegen de komst van het Spui-
telefoon te grijpen en zich bij Wijsmuller aan te melden als partijlid en als meedenker. “Wijsmuller voerde constructieve oppositie, het is een groot politiek talent. Ik heb hem gezegd: ik ga jullie helpen. Ze kunnen bij de HSP gebruik maken van mijn jarenlange ervaring in de politiek”.
Theo Monkhorst: ‘D66 heeft de afgelopen vier jaar zo verschrikkelijk gehakt in de subsidies op kunst en cultuur, ik kan niet meer op die partij stemmen’> Foto: PR
forum, waarin Joris Wijsmuller zich ontpopte als oppositieleider, was voor Monkhorst de concrete aanleiding de
Spuiforum De gang van zaken rond het Spuiforum vindt hij het ultieme voorbeeld van de wijze waarop politieke partijen de mening van een groot deel van de bevolking negeren. “Ongelooflijk, de coalitiepartijen hebben het er uiteindelijk gewoon doorgedrukt. Terwijl de kans groot is dat het bouwwerk veel duurder gaat worden, terwijl er alternatieven zijn. De partijen, waaronder de PvdA van Norder, hebben zich van de rest van de bevolking, vervreemd”. Het terugdraaien van het Spuiforumbesluit hoeft volgens hem geen enkel
probleem te zijn. Hij herinnert aan de indertijd even omstreden bouw van het nieuwe stadhuis. De bouw was voorzien vlakbij het toenmalige stadhuis aan het De Monchyplein. De plannen lagen er, het bestemmingsplan was in gereedheid gebracht. “De nieuwe PvdA-wethouder, Adri Duivesteijn, besloot dat het stadhuis aan het Spui moest komen en dat plan werd vervolgens op die plek gerealiseerd”, zegt Monkhorst. Waarmee hij maar wil zeggen: het besluit over het Spuiforum is niet in beton gegoten, een nieuw college kan andere besluiten nemen, zoals indertijd ook gebeurde na een bloedstollende politieke strijd over de ideeën van Duivesteijn. De Haagse Stadspartij heeft nu twee raadszetels, Wijsmuller zet in op vier zetels na de raadsverkiezingen. Monkhorst is uit optimistischer hout gesneden. “Ik mik op zes zetels, met daarna Joris Wijsmuller als wethouder”.
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
foto’s uit het haags gemeentearchief
Team Zero Four! Een band uit duizenden Het is 22 oktober 1956. Aan het rustig voortkabbelende leven in Nederland kwam met een geweldige dreun een plotseling einde. Die klap werd uitgedeeld door Bill Haley en zijn Comets met hun grote hit ‘Rock around the clock’ die in de gelijknamige film een aantal malen te horen
Onenigheid en tweespalt verpestten de sfeer en de leden kregen onderling ruzie
is. In Apeldoorn verbood een angstige burgemeester uit voorzorg de film, met als logisch gevolg: dagenlang rellen in de stad. De jeugd was het gezapige leventje beu en wilde niet meer dansen op de duffe, stijve dansmuziek van Victor Silvester. Het moest losser en wilder, maar vooral ook vrijer. Bij de teenagers was de honger naar nieuwe muziek en nieuwe ervaringen groot en vrijwel niet te stillen. De geest was
voorgoed uit de fles. In Den Haag sloeg de nieuwe muziek nog meer aan dan elders in het land. Zoals bekend was er aan het einde van de jaren vijftig, begin jaren zestig in de stad een ware explosie van tientallen muziekgroepjes. Waar kwamen die bandjes zo ineens vandaan? Dankzij een nauwkeurig bijgehouden fotoboek van J.H. van der Meer, is het mogelijk een blik te werpen in de kraamkamer van de Haagse beatmuziek. Het begon allemaal in de zomer van 1961. Dennis, een jongen van een jaar of veertien, kreeg een gitaar en leerde een aantal akkoorden spelen. Hij betoverde met deze ‘zoete klanken’ zijn vrienden en binnen de kortste keren waren er drie jongens met een gitaar, Henri van der Meer, Dennis van der Waals en Frans Hemmekam. Een band was geboren: ‘The Flames’. De bezetting was hiermee nog niet optimaal, maar een drummer en een bassist waren snel gevonden en toen was de band compleet. Na enkele weken te hebben geoefend, ontstonden de eerste problemen, nog voordat er van een optreden sprake was. De drummer verliet de band en al snel viel de hele groep uit elkaar.
Team Zero Four in hun glorietijd v.l.n.r. Bram, Luuk, Henri en Frans tijdens een optreden in club Eureka, 2 juli 1965.> Foto: H.J. van der Meer
Maar er gebeurde een klein mirakel. Aan het begin van 1963 kwamen The Flames terug met een iets andere bezetting. Eén lid had namelijk wegens een slecht schoolrapport de band moeten verlaten. Eindelijk kwam het eerste optreden: voor de personeelsvereniging van de Onderlinge ’s Gravenhage in de befaamde gelegenheid ‘De Drie Stoepen’ aan de Prinsegracht. Het werd een groot succes! Het was het
begin van een lange reeks optredens op klasseavonden, schoolfeesten en bij sportverenigingen. In die jaren boden vrijwel alle kerkzaaltjes, sportkantines en niet te vergeten de rolschaatsbanen in de Haagse regio beginnende bandjes een podium. Ondanks het succes besloot de band een pauze van een jaar in te lassen om te werken aan nieuw repertoire en om zelf nieuwe instrumenten en versterkers te bouwen. En, niet
Ingezonden mededeling
Tania’s Taste
Tania Kross tipt de mooiste voorstellingen aan het Spuiplein Den Haag
Kross Over 17 januari | 20.15 uur ‘Natuurlijk nodig ik u graag uit voor mijn eigen voorstelling, Kross Over. Samen met het Nederlands Symfonieorkest maak ik de ultieme krossover van pop naar klassiek, kunst naar toneel, dans naar mode en opera naar beeldende kunst. Als je in mijn theatershow niets hebt herkend of mooi gevonden, kun je na de theatershow bij mij persoonlijk je geld terug komen halen!’
Nederlands Dans Theater I: An evening with Hofesh Shechter 3, 4, 5, 17, 18 en 19 april | 20.00 uur ‘Kent u Hofesh Shechter al? Deze jonge choreograaf maakte furore met zijn alom geprezen double bill Uprising/ In Your Rooms, dat te zien was in drie van Londens meest invloedrijke danspodia: Place, het South Bank Centre en Sadler’s Wells. Het NDT voert zijn voor het eerst uit, een lang gekoesterde wens van Hofesh Shechter. Bovendien worden de stukken live begeleid met door Shechter zelf gecomponeerde muziek.’
Residentie Orkest ontvangt Wibi Soerjadi 9 en 11 mei | 20.15 en 14.15 uur ´Het virtuoze pianospel van Wibi raakt mij. Daarom mag hij in deze serie niet ontbreken. Samen met het Residentie Orkest speelt hij het Derde pianoconcert van Rachmaninov uit, heerlijke melancholieke Russische muziek.’
Meer informatie en kaarten via www.cultuuraanhetspuiplein.nl of 070 88 00 333, ovv Tania’s Taste.
“Graag laat ik je alle drie voorstellingen zien. Wanneer je boekt onder ‘Tania’s Taste’, beleef je alle voorstellingen voor maar
€ 75!”
onbelangrijk, om de schoolcarrière goed af te ronden. Begin 1965 was de band gereed met nieuwe gitaren (net echte Fenders) en een nieuwe naam: Team Zero Four! Vrijwel direct kwamen de boekingen voor optredens binnen. De band kreeg zelfs een contract aangeboden van dansschool Peter van Velzen aan de Prinsegracht. Op het repertoire, dat inmiddels was aangepast aan de nieuwe tijd, Stonden veel nummers van de Rolling Stones. Vooral het vrouwelijke publiek reageerde hierop door te gillen en handtekeningen op hun armen te laten zetten! Helaas was Team Zero Four niet bestand tegen de druk van het succes. Onenigheid en tweespalt verpestten de sfeer en de leden kregen onderling ruzie. Een deel van de onenigheid werd veroorzaakt door de keuze van het repertoire. Moest het meer Beatles of juist meer country zijn? In 1966 barstte de bom en viel de veelbelovende band uiteen. Vreemd genoeg is van de bandleden daarna in de muziekwereld niet veel meer vernomen. Hans Zwaanswijk www.gemeentearchief.denhaag.nl
7
actueel<
Vrijdag 10 januari 2014> Den Haag Centraal
Heino Walbroek, nieuwe directeur Marketing Scheveningen:
‘Ik loop hard voor mensen die willen’ Strandexploitanten (VVS). Die laatste functie vindt hij geen belemmering voor zijn nieuwe baan. “Bij VVS houd ik me vooral bezig met veiligheid, bereikbaarheid en onderhoud van Scheveningen. Ik zie zo snel geen kans op belangenverstrengeling. Maar ik zal er natuurlijk wel alert op blijven”.
Door Annerieke Simeone
Hij heeft nog geen slok van zijn thee genomen of Heino Walbroek steekt van wal: “Waar vind je de kleinste stad van de wereld? Waar hangt de Victory Boogie Woogie? Waar kun je in maart Obama verwelkomen? Nee, niet in Den Haag, op Scheveningen. Daar gebeurt het”. En Scheveningen is meer dan het gebied rondom het Kurhaus, legt hij uit. Ook de havens, Duinoord, het Belgisch Park, het Statenkwartier, en de visserijbuurt horen tot zijn promotiegebied. “Veel mensen weten niet hoe groot Scheveningen is. Er valt nog zoveel te winnen”. Daarom is hij net naar voren geschoven als directeur van Stichting Marketing Scheveningen (SMS), waarvan hij tot voor kort bestuurslid was. De stichting bleek nauwelijks zichtbaar. Den Haag Marketing, die het beleid uitvoerde, was het prominente gezicht in de badplaats. Logisch dat plaatselijke ondernemers zich afvroegen wat SMS nu eigenlijk deed. Met de komst van Wal-
Heino Walbroek: ‘De zee is de ideale plek om je hoofd leeg te maken’. > Foto: PR
broek moet dat beeld veranderen. Walbroek heeft duidelijk wat met Scheveningen. Op zijn twitteraccount noemt hij zich @ManvanStrand. Zeven jaar bestierde hij strandpaviljoen de Karavaan en sinds een aantal jaren is hij voorzitter van de Vereniging Van
Met drie ton, opgebracht door overheid en bedrijfsleven, kan Walbroek direct aan de slag. “Ik zou wel een nieuw evenement willen verzinnen. Rosé aan zee, waar allerlei horecazaken hun beste rosé schenken met een bijpassend gerecht. Of een Autorai op de boulevard. We hebben vier kilometer om al die auto’s neer te zetten, lijkt me geweldig”. Ook het stimuleren van toerisme behoort tot zijn plannen. “We moeten echt meer met onze eigen site doen. Meer informatie, meer activiteiten. Nu het Zuiderstrandtheater erbij komt, kunnen we alle voorstellingen erop zetten”. Walbroek denkt dat buitenlandse bezoekers eveneens gebaat zijn bij goede informatie. “Toeristen
bepalen hun bestemming grotendeels via het internet, maar ik zie dat veel Scheveningse ondernemers alleen een Nederlandse website hebben. Als ik het nou via een kwantumkorting bij een vertaalbureau kan regelen, dan hebben straks veel meer bedrijven aan de kust een internationale website. Het klinkt zo simpel, maar het moet wel gebeuren”. Naast de private markt ziet hij een kans voor zakelijke klanten. “Waarom zouden bedrijven altijd het bos op zoeken als ze in alle rust willen vergaderen? De zee is de ideale plek om je hoofd leeg te maken. Geen heidagen, maar stranddagen moeten er komen. We bieden ze een totaalpakket: praten, eten, slapen en dat allemaal aan de kust”. Wie al de plannen praktisch gaat uitvoeren, weet Walbroek nog niet helemaal. “De Scheveningers moeten voornamelijk zelf aan de slag, maar in het begin zal ik ze ondersteunen waar ik kan. Ik loop hard voor mensen die willen. Maar misschien is het toch wel een idee om binnenkort een stagiair te vragen. Of twee”.
Proef tweetalig basisonderwijs op HSV Staatssecretaris Sander Dekker van onderwijs gaf deze week het startsein voor volledig tweetalige lessen op basisscholen. Twaalf scholen zijn geselecteerd voor een pilot waarbij maximaal de helft van het onderwijs in het Engels wordt gegeven. De Haagsche Schoolvereeniging (HSV) aan de Nassaulaan is één van de deelnemers. Samen met onderwijswethouder Ingrid van Engelshoven woonde Dekker een lesje bij.
Dit is slechts een voorbeeld van de manier waarop HSV de Engelse taal integreert. Wettelijk is het nog niet mogelijk om in het basisonderwijs de helft van alle lessen in het Engels te geven. Vanaf september begint er een proef waarbij ook tijdens andere vakken, zoals gym geschiedenis of aardrijkskunde afwisselend Engels en Nederlands gesproken wordt. Groep 1 is in het nieuwe schooljaar als eerste aan de beurt. Steeds als de klas doorstroomt, wordt het tweetalig onderwijs ook in de hogere klassen doorgevoerd. De proef
De gemeente stelt 650.000 euro beschikbaar om de werkloosheid onder jongeren aan te pakken. Een zogenaamde Startersbeurs moet ervoor zorgen dat ongeveer tweehonderd jonge hoger opgeleiden makkelijker hun eerste werkervaring kunnen opdoen. Volgens wethouder Ingrid van Engelshoven (D66, onderwijs) ontbreekt het de jongeren die net zijn afgestudeerd aan werkervaring en een eigen netwerk. Dankzij de maatregel kunnen bedrijven toch jongeren aannemen tegen minimale kosten. De starter ontvangt een beurs van 500 euro gedurende zes maanden. De beurs is bestemd voor afgestudeerden met een opleidingsniveau van MBO 4 of hoger. Daarmee verschilt het initiatief van de reeds bestaande Leerwerkcheque, die is bedoeld voor jongeren met een opleidingsniveau van MBO 3 of lager.
Jubileum landmacht Een vaandelgroet aan koning WillemAlexander op Plein 1813 markeerde deze week het begin van het jubileumjaar van de Koninklijke Landmacht. Op 9 januari 2014 is het tweehonderd jaar geleden dat soeverein vorst Willem I de Staande Armee oprichtte. De koning inspecteert de defilerende eenheden en neemt de groet van de neigende vaandels in ontvangst. Deze militaire ceremonie, die gepaard gaat met veel decorum, vindt zelden plaats in Nederland. De laatste vaandelgroet was in 1980, rond de abdicatie van koningin Juliana. De landmacht besteedt tijdens dit jubileumjaar aandacht aan de historie en de militairen die in de vaderlandse geschiedenis hun bijdrage hebben geleverd met onder meer concerten, herdenkingen en open dagen.
NAVO kan uitbreiden Het kabinet en de gemeente Den Haag trekken 35 miljoen uit voor het NAVO-complex op de Waalsdorpervlakte. De kantoren krijgen een opknapbeurt, er komt nieuwbouw en de omgeving wordt verfraaid. Met dit plan wil Nederland de NAVO over de streep trekken om bij meer afdelingen voor ‘Den Haag’ te kiezen. Ook andere landen dingen mee. De NAVO zit al jaren op de Waalsdorpervlakte, met onder meer het communicatiecentrum voor militaire operaties in de hele wereld. Als alles doorgaat, zitten in Den Haag straks ook afdelingen als missile defense, cyber defense en intelligence. De NAVO groeit dan van 450 naar 800 medewerkers. Den Haag reserveert 2,5 miljoen, het kabinet 32,5 miljoen.
Door Jasper Gramsma
Aan aandacht heeft groep 5 van de HSV dezer dagen geen gebrek. Hordes cameramensen, fotografen en journalisten verdringen zich in een klein klaslokaal om een Engelse les te volgen. De juf start een videoclip van het liedje Bodyparts: “You have ten fingers, you have ten toes, you have two eyes and you have one nose”, klinkt het. En de kinderen zingen vol overgave mee. Daarbij wijzen ze en passant de bezongen lichaamsdelen aan. Dekker en Van Engelshoven doen ook zichtbaar hun best. “And now we need a volunteer”, roept de juf na afloop, “we are going to put the parts on someones body”. De leerlingen wijzen allemaal naar Dekker: hij is de pineut. Bij het spelletje dat volgt wordt de staatssecretaris behangen met papieren lichaamsdelen.
Startersbeurs hoger opgeleide
Sander Dekker en Ingrid van Engelshoven zijn weer even leerlingen van groep 5. > Foto: Pieter Pennings
duurt tot 2019. Wanneer blijkt dat het een succes is, krijgen meer scholen de mogelijkheid om over te stappen op tweetalig onderwijs. Behoefte Frans de Jong, directeur van de HSV, juicht de ontwikkeling toe: “Het is voor ons een logische volgende stap. Er is hier op school al veel samenwerking tussen Engels- en Nederlandstalige groepen. De klassen worden straks gemengd bij vakken waar de voertaal Engels is”. De Jong stelt dat ouders de laatste jaren steeds meer behoefte hebben aan Engelse taal op school. “Vooral in Den Haag wonen mensen die voor grote maatschappijen werken en in het buitenland hebben gewoond. Daar zijn de kinderen vaak al naar Engelstalige
scholen geweest. De taal willen ouders graag vasthouden. Op andere scholen kan dat niet, maar hier straks wel”, legt de schooldirecteur uit. Toch rijzen er wat vragen omtrent het tweetalig onderwijs. Want gaat het bijvoorbeeld niet ten koste van de Nederlandse taalvaardigheid? “Nee”, zegt De Jong, “de beheersing van het Nederlands wordt nauwkeurig gemonitord door de Rijksinspectie en de Universiteit Utrecht. Vereist is dat het niveau gehandhaafd blijft, dat zullen we steeds testen”. Een ander heikel punt is voldoende gekwalificeerd personeel. Hoewel de HSV met haar internationale afdeling geen gebrek heeft aan oorspronkelijk Engelstalige leerkrachten, verwacht De Jong dat het voor andere scholen een probleem kan opleveren.
“Personeel opleiden in het buitenland kost nu eenmaal veel geld”. Het succes van tweetaligheid op de HSV tekent zich nu al af volgens de directeur. Doordat Nederlandstalige kinderen op het schoolplein sinds jaar en dag Engels horen, hebben de uitstromers in groep 8 een bovengemiddeld niveau. “ Maar de proef is wat mij betreft pas geslaagd als de school in staat blijkt de tweetalige lessen goed te organiseren. En als we hebben laten zien dat we het niveau van Nederlands kunnen handhaven”, aldus De Jong. Verder dan tot 2019 wil hij voorlopig niet vooruitkijken. Op de vraag of hij zich ook voorbereidt op Chinees – de wereldtaal van de toekomst – is het antwoord ontkennend.
Vogels tellen in de tuin De vogelbescherming wil graag weten hoeveel en welke vogels er in de Haagse tuinen zitten. Daartoe worden in het weekeinde van 18 en 19 januari in de hele stad vogels geteld door schoolkinderen en inwoners, die de gevederde vriend een goed hart toedragen. Ook kinderboerderijen doen mee aan de actie. Daar is het tellen overigens al begonnen. Een aantal kinderboerderijen organiseert ook extra activiteiten, zoals het maken van vetbollen. De vogeltelling is van belang, omdat de resultaten inzicht geven hoe de tuinvogels in ons land het beste geholpen kunnen worden. Meer informatie is te vinden op de site www.tuinvogeltelling.nl en op de digitale natuur- en milieukalender.
NIEUW
Iedere maand schrijft een artiest die de Koninklijke Schouwburg aandoet over zijn of haar belevingen en het gevoel dat de schouwburg hierbij oproept. Deze maand: Victor Löw, veelzijdig acteur die we o.a. kennen van zijn rollen in Wie is er bang voor Virginia Woolf?, Het Gouden Ei en De Verleiders. In januari is hij te zien in de Koninklijke Schouwburg in de toneelbewerking van de donkere kamer van Damokles, het meest gelezen en bejubelde boek van W.F. Hermans.
THE RIVERDALE KITCHEN
Vanaf 14 december in onze nieuwe showroom in Zoetermeer te bewonderen
Zoetermeer | Wattstratt 12 -14 | Tel 079 - 33 00 900 Den Haag | Theresiastraat 168 - 178 | Tel 070 - 38 35 010
[email protected] | www.wimvanderham.nl
Den Haag, Spui • Amsterdam, Villa Arena Leiderdorp, WOOON Rotterdam, Alexandrium III
Uitnodiging
voor ons prijzenfestival
De toneelschool in Antwerpen duurde 4 jaar en ik zat in het derde. Het werd tijd me te gaan oriënteren qua werk. Door mijn gesprekken met Marcel Rooijaards (schrijver, regisseur), die ook op deze Toneelschool zat, kwam de gedachte in me op te gaan auditeren voor de Haagse Comedie. Deze was in die tijd aan renovatie toe. Het gezelschap had de actie Tomaat ruim en ruiterlijk overleefd en liep richting de 40. Ik koos een middag uit met wat vrije uren, en nam de trein naar Den Haag. Normaal vind ik nergens de weg maar diverse bordjes hielpen mij en daar was een van de mooiste gebouwen van de residentiestad. Met een ongekende overmoed stapte ik de aan de achterkant gelegen artiesteningang binnen. Een gelegenheidsmedewerker met lang haar en bril die ik nooit meer vergeet stond me te woord. ’’Wat kan ik vooRR je betekenen’’, zei hij met opvallende haagse-kak ‘’R’’. ‘Ik zit in Antwerpen op de toneelschool en ik vraag me af of er hier audities worden gehouden’. De baliemedewerker had meteen een zwak voor me, waarschijnlijk door mijn openheid, en belde naar de directiekamer, alwaar Eddy Habbema, toen 1 van de jongste artistiek leiders ooit, de telefoon opnam. ‘’Ja, ik begRRijp dat hij een bRRief moet sturen, maaRR dat is zo zielig, hij komt helemaal uit AntweRRRpen, en hij moet zo weeRR terug’. Na wat heen en weer gepraat: ‘Je kan zo naaRR boven, een paaRR minuutjes wachten’. Eddy ontving me opvallend hartelijk en tijdens mijn gesprek met hem kreeg hij een ideetje. Er was een rol voor me waar ik uitermate geschikt voor zou zijn, als ik over het nodige talent zou beschikken. De rol van Thomas uit Bruid in de Morgen van Hugo Claus in een regie van Agaath Witteman. Met opwinding terug naar school. Voorberei-
dingen voor de auditie. Ze vonden me leuk. Nog een keer auditie doen voor Agaath, die het ook met me zag zitten en toen weer maanden later, het zetten van een handtekening onder mijn eerste contract aan het Nederlandse toneel bij zakelijk leider Hans van Westrenen, die me bij die gelegenheid toesprak met de onvergetelijke woorden : ‘En omdat we Victor met een C schrijven, schrijven we ACTEUR ook met een C’. Tot op de dag van vandaag ervaar ik het toneel van KS als mega. Als oneindig groot. Een zaal waar het onmogelijk lijkt om de mensen te bereiken omdat hij zo gigantisch is. Ondertussen heb ik met De Verleiders meerdere malen in een uitverkocht CARRE gestaan en me aldaar perfect op mijn gemak gevoeld. Maar juist in de KS, een van de intiemste schouwburgen van het land, met het hoogste fluistergehalte wat er bestaat, er is geen klassieke schouwburg waar de akoestiek zo goed en aangenaam is als in Den Haag, juist in die schouwburg overvalt me na al die jaren weer diezelfde angst als 28 laar geleden: ‘’Hoe kan ik in godsnaam hier normaal en echt overkomen en tegelijkertijd de achterste rijen halen.’’ Het zal nooit meer overgaan. Altijd die glimlach op mijn gezicht als ik aan de KS denk, een warm gevoel, de technici die ik nog ken van die tijd, de Haagse humor, de gezelligheid, de successen en het zoeken naar de kern van de uitoefening van het ambacht. Ik zal het altijd verbinden aan de KS, met dankbaarheid en genegenheid. De oude Dame, zo sterk en fris, trots en manhaftig de tijden doorstaand. Diepe buiging voor JOU: KONINKLIJKE SCHOUWBURG, nog vele jaren, met hoogachting: Victor Löw.
Foto’s: Ben van Duin
De donkere kamer van Damokles, met o.a. Victor Löw en Hein van der Heijden, speelt van woensdag 22 t/m zaterdag 25 januari om 20.15 uur in de Grote Zaal van de Koninklijke Schouwburg.
SINDS 1891
Info toonkamermodellen
Den Haag, Spui Gratis parkeren Parkeergarage Stadhuis
Kijk op www.ks.nl voor tickets en meer informatie
9
economie<
Vrijdag 10 januari 2014 > Den Haag Centraal
Laatste Con & Verdonck gaat dicht
Maar misschien toch klein verder heeft gedacht, ik heb wat strengetjes witte wol en bruine wol, wat zal ik daar eens mee gaan doen”. Oskamp noemt de tapijtknopers geen tapijtknopers, maar kunstenaars. “De kracht van een kleed is dat het materiaal uiterst praktisch is en een uitstraling heeft die niet inwisselbaar is”. Hij licht nog maar eens toe: “Laatst zag ik in zo’n woonblad een reportage staan over een bepaald nieuw designmeubel, maar op de foto van de woonkamer waar dat nieuwe meubel was te zien, lag op de grond een kleed uit Afghanistan dat zeker 100.000 euro heeft gekost. Dat kleed zorgde ervoor dat die kamer en dat meubel er geweldig uitzagen”. Het oog voor tapijten zal hem nooit verlaten. Met een brede lach: “Laatst zat ik naar de televisie naar een Amerikaanse misdaadserie te kijken en er vloeide nogal wat bloed, dus ik zeg tegen mijn vrouw, gelukkig is het maar een machinaal gemaakt kleedje wat daar op de vloer ligt”.
Het is niet uitgesloten dat de vermaarde tapijtenspecialist Con & Verdonck toch in Den Haag blijft. Niet in de Hoogstraat waar ze over een maand of drie, vier voorgoed zullen vertrekken, maar zegt bedrijfsleider Peter Oskamp: “Het kan best zijn dat we besluiten om alsnog op kleine voet verder te gaan. We zijn niet failliet tenslotte”. Door Pieter de Leeuw
Maar eerst is daar dus de sluiting van de winkel. “De laatste tijd is het erg druk”, zegt Oskamp. Hij trekt er een wat zuur gezicht bij. Immers, een belangrijke reden voor het zelfgekozen einde van de bedrijfsactiviteiten, is de al jarenlang tegenvallende verkoop van de tapijten, maar sinds de wat bombastische aankondiging voor ‘een zeer rigoureuze opheffingsuitverkoop met enorme kortingen’ draait de winkel als nooit tevoren. Het verleidt Oskamp tot een verzuchting die in de branche allang een gevleugeld spreekwoord is geworden ‘The problem with the Dutch is that they pay too little and want too much’. Maar het is niet alleen de Hollandse zuinigheid die een voortijdig einde maakt aan het 80-jarig bestaan van Con & Verdonck. Oskamp: “Waar we ontzettend veel last van hebben gehad is het grootmoeder-syndroom”. Waarmee bedoeld is dat er in de beleving van de klant geen noemenswaardig onderscheid meer wordt gemaakt tussen het kleedje dat bij oma thuis op de vloer of op de eetkamertafel ligt en de handgemaakte tapijten uit het Verre Oosten. Oskamp buigt zich over een exemplaar van zo’n 3 bij 2 meter en schat dat er door 3 mensen zo’n 3 jaar lang aan gewerkt is. Met een stem vol ongeloof: “Dat is toch niet te vergelijken met zo’n oubollig kleedje van oma dat met de machine is gemaakt”. De crisis deed de rest. Want sommige tapijten mogen dan meer dan 100.000 euro kosten, een groot deel van de collectie is bestemd voor het zogeheten middensegment dat uiterst gevoelig is gebleken voor de economische malheur. Oskamp: “De meeste tapijten hier kosten zo’n vijf, zesduizend euro”. Daar kwam nog bij dat hij het bestedingspatroon heeft zien veranderen. “Nu gaan we naar de IKEA en richten we ons huis voor een paar duizend euro in zodat we tig
DEN HAAG
SAVE THE CHILDREN
Peter Oskamp : ‘Dit is kunst’.> Foto : Eveline van Egdom
keer op vakantie kunnen. Vroeger was dat anders”. De laatste jaren noemt hij ‘een gevecht tegen de bierkaai’. Maar het humeur van de be-
drijfsleider klaart zichtbaar op als hij praat over de collectie, zo’n duizend stuks die op de drie verdiepingen van het winkelpand liggen opgestapeld.
Als een waarachtig conservator: “Ik stel me zo voor dat er pak-weg, vijfduizend jaar geleden iemand een paar schapen had en bij zichzelf
De stad van vrede en recht steunt dit jaar kinderen in Liberia
Hotel Wassenaar maakt doorstart Het failliet verklaarde Hotel Wassenaar blijft definitief open, maar de curator heeft weinig vertrouwen in een goede afloop. Eerder sprak hij met circa 15 landelijke hotelketens en vond er niet één bereid om het hotel over te nemen. “Zij weigerden”, aldus curator Christiaan Mensink, “omdat zij meenden dat de huurlasten zo hoog
DOE IETS
waren dat een gezonde exploitatie bij voorbaat onmogelijk was”. Nu zal de verhuurder, die overigens ook de uitbater is van het Oosterse restaurant Tong Fong City in Leidschendam, zelf de exploitatie gaan doen. “Mij lijkt dat een enigszins negatieve insteek”, aldus Mensink die gelooft dat de ‘ongunstige locatie’ het hotel parten
OF
GEEF WAT
heeft gespeeld. “Het is net te ver van het strand en net te ver van de stad”. “Helemaal niet waar”, reageert general manager Micheal Snackey. Hij wijt de financiële malheur aan de circa 900.000 euro die in 2011 verdween in de zakken van een failliete aannemer. “Die klap zijn we eigenlijk nooit meer te boven gekomen, terwijl het hotel
DEN HAAG
toch steeds beter ging lopen”. Hoe dan ook, het afgelegen karakter van de locatie spreekt volgens hem sommige doelgroepen juist bijzonder aan. “De laatste tijd kwam de overheid hier steeds vaker vergaderen”. De schuldenlast van het hotel bedroeg eind vorig jaar een kleine 2 miljoen euro. Op 10 december werd het faillissement
SAVE THE CHILDREN
De stad van vrede en recht steunt dit jaar kinderen in Liberia
Tentoonstellingen Maar er is dus een kans dat Con & Verdonck voor Den Haag behouden blijft. Wat zeker is, is dat de winkel aan de Hoogstraat verhuurd zal worden. “Nu zijn er nog geen definitieve afspraken gemaakt, maar er zijn volop kandidaten. Als we zouden willen, is het hier morgen al verhuurd”. Een mogelijk scenario is dat er na de sluiting van de winkel tentoonstellingen zullen worden georganiseerd. “Het zou ook kunnen dat wij iets via internet gaan doen of dat we een kleinere collectie samenstellen met tapijten die ongevoelig voor de mode zijn, daar geloof ik namelijk echt in”. Als ‘de rigoureuze opheffingsuitverkoop’ achter de rug is, zullen die tapijten die niet verkocht zijn en waarvoor in een eventueel nieuw project geen plek is, verhuizen naar de vestiging in Zwitserland. Op haar hoogtepunt telde Con & Verdonck negen vestigingen in Nederland, de eerste ging open in 1933 in Amsterdam. Tussen 1990 en 2000 toen het grootmoeder-syndroom hardnekkig de kop opstak, werd de organisatie drastisch afgeslankt. Zeer binnenkort zal de laatste winkel verdwenen zijn. “Het is een groot verlies voor de stad”, stelt Oskamp onomwonden, “deze tapijten horen tot de absolute wereldtop. Voortaan zijn die alleen nog in het museum te zien”.
uitgesproken. “Onnodig eigenlijk”, meent Mensink, “omdat de belastingdienst een voorstel waarmee nagenoeg alle andere schuldeisers al akkoord waren, op het laatste moment heeft getorpedeerd. Daarmee zijn ze zo’n 80.000 euro misgelopen, geen idee waarom ze dat gedaan hebben”.
Ingezonden mededeling
DOE IETS DEN HAAG
OF
GEEF WAT
SAVE THE CHILDREN
De stad van vrede en recht steunt dit jaar kinderen in Liberia
Kijk wat jij kan doen op doeietsofgeefwat.nl doeietsofgeefwat
@doeietsgeefwat
10>interview Vilan
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
Karel de Rooij (67): Van ‘burn out’ naar ‘Blijvend applaus’
De twee woordjes van Paul van Vliet
Tropenhelm
Onze militairen gaan naar Mali om daar de boel te redden. Of om op de uitkijk te staan, want je weet maar nooit. Zien ze een verdachte beweging, dan bellen ze het homeland. Dat zijn wij. Op zich een fijne verdeling. Zij het gevaar, wij het gemak. Maar er is een probleempje met de kleding voor Mali. De militairen zeggen: het is niet wat we nodig hebben. De minister zegt: het voldoet aan de kwaliteitseisen. Nou denken wij vanuit de gemaksstoel het onze over die kwaliteitseisen van de minister, die immers ook moet uitkomen met haar begroting. Zij hoeft niet naar Mali, hoogstens voor een leuk bezoekje als er veel pers meekomt. Dan is het best te doen. Dat zijn dingen, die iedereen ziet aankomen. Wat evenwel blijft verbazen, is het gebrek aan lerend vermogen. Weet u nog, vroeger, ooit eens, toen er vanuit Nederland hele gezinnen naar de Oost vertrokken? In Den Haag vooral waren speciale magazijnen die tropenuitrustingen verkochten. Goud geld werd ermee verdiend. Gezinnen kochten een uitzet die maanden mee moest gaan, want ja, je wist niet wat ze dáár hadden. Dat is generaties lang zo gegaan. En generaties lang gebeurde hetzelfde: men kwam aan in de Oost, men ontdekte dat de Hollandse visie op leven in de tropen toch erg Hollands was. En dan kocht de vrouw des huizes dáár opnieuw een uitzet. Wanneer men in Bandoeng is, leve men in Bandoeng. Die terroristen in Mali moeten enorm gelachen hebben bij het gekibbel in Holland. High five, we nemen er nog eentje, dat wordt een makkie. Staan er straks van die Hollanders in alweer het verkeerde uniform te zweten als een otter, met de tropenhelm natuurlijk van de verkeerde maat en kleur. Een konijn kan ze nog afschieten, en u weet, in Mali zijn de konijnen zeldzaam. U merkt wel dat ik er zomaar van uitga dat er in Mali terroristen zijn. Dat is fout van mij. Ken ik het land? Neen. Ken ik mensen uit Mali? Evenmin. En toch ga ik er als argeloos burgeres van uit dat er rook is, omdat de minister heeft besloten dat daar het vuur is. Dat is óók dom, inderdaad, om zo gezagsgetrouw te zijn. Maar gun mij dat, vraag ik beleefd, lang duurt het niet, want het is een kwestie van tijd eer de militairen terugkeren naar Nederland. In een bodybag, één voor één. Vilan van de Loo
Het was me het jaartje wel voor Karel (‘Mini’) de Rooij. Het dal en de top naast elkaar. Van het herstel van een ‘burn out’ naar een plek voor hem en zijn collega Peter (‘Maxi’) de Jong in het pantheon van zijn vak: de Blijvend Applaus-prijs 2013 die hen voorgoed naast sterren als John Kraaijkamp sr., Ramses Shaffy, Herman Krebbers & Theo Olof, Paul van Vliet en Ellen Vogel zette. “Een mooi rijtje”, vindt De Rooij. ‘Understatement’ van het jaar. “Goeie jury die het ‘waarom’ mooi heeft omschreven”, verklaart hij nader.
Door Bert Jansma Die jury-omschrijving gaat aldus: “Bij Mini & Maxi zag je humor, muziek en melancholie. Neem twee zwijgende komieken, een kleine en een lange. Laat ze diverse instrumenten bespelen en elkaar niet begrijpen. Heb je dan een succesact? Nee dan begint het pas. Bij Mini & Maxi ging het over de liefde voor het vak, de zorgvuldigheid, de concentratie, de menselijkheid, het spelplezier. Goede artiesten, fijne collega’s, maar vooral grote kunstenaars”. Het Vak, twee woorden met twee hoofdletters voor Karel de Rooij. Amusement, kleinkunst, variété, het clowndom, maar toch vooral Theater. En het grappige is dat hij misschien nog wel het mooiste vond dat ‘iedereen er was’ en voor hen beiden optrad bij die prijsuitreiking. De vakbroeders, de groepen met wie zij als theatervaders werkten. Van Kees van Kooten tot en met Jos Thie. Van Carel Kraayenhof tot en met het slagwerkensemble Percossa. Kraayenhof had – bij de uitreiking in het Amsterdamse Leidsepleintheater – misschien wel het mooiste compliment voor Mini & Maxi: “Zij zijn voor mij van de klasse van Monty Python en Fawlty Towers”. Typerend dat Karel de Rooij zelf bij zijn verhaal over die uitreiking onmiddellijk over de kwaliteiten van de jongere generatie begint uit Dat Vak. Over de elastieken, clowneske mime Eric Koller bijvoorbeeld: “Vijf minuten trad hij op, de zaal lach dubbel. Dan hoor je vakmensen zeggen: ‘Jééé, wat goed, waarom kennen we die niet?’ Peter en ik vinden hem
misschien wel de grootste clown die er nu is. Ik heb horen verluiden dat Cirque du Soleil hem nu op het spoor is. Hetzelfde geldt voor een Haagse slagwerkgroep als Percossa. Ik ga ze straks zien in Parijs, waar ze een hele maand staan! Een feest! Maar daar is nauwelijks over geschreven en ik zie er ook geen cameraploeg uit Den Haag naar toe gaan. Het zijn mensen die dezelfde soort dingen doen als Peter en ik. Geen cabaret en ook geen zangers. Dan gaat dat langs veel mensen heen. Wij hebben dat ook gehad. Wij hadden daarna misschien de tijd mee, uiteindelijk is ons veel aandacht geschonken. Neem iemand als Menno van Dijke. Ooit van gehoord? Nee. Hij kwam als klein jongetje al naar ons toe. Ging naar Carré, naar het circus. Hij is gaan jongleren, en met zijn vrouw Emily Weisse danst hij een prachtige tango op Piazolla-muziek. Dansen en tegelijkertijd jongleren met zeven, acht
‘Het is als elastiek dat je te ver uitrekt. Dat knapt. Ik heb in mijn leven nooit zo gehuild als op dat moment’
balletjes. Daar houd ik zo van, twee disciplines tegelijk”. Nederland zou trots moeten zijn op die talenten, vindt De Rooij: “Hier komt alles met terugwerkende kracht. Neem De Wereldband. Ze treden op met Ellen ten Damme in ‘Stiletto’, die jongens worden nu de hemel in geschreven. Maar ik wist al acht jaar wat ze konden, vanaf het moment dat ik hun eerste programma regisseerde”. Elastiek Karel de Rooij praat probleemloos over die ‘burn out’ die bijna een jaar geleden bij hem toesloeg: “Ik zat met twee dingen tegelijkertijd. Ik zou met Peter Tuinman in ‘Dial M for Murder’ (U spreekt met uw moordenaar) gaan spelen. Als inspecteur. Een maand later zou ik een intensieve televisieserie van tien afleveringen doen met Jeroen Krabbé, Man met de Hamer. Maar die dingen gingen schuiven. De opnames kwamen steeds dichter naar die tournee toe. En ik heb niet geprotesteerd, heb overal maar ja op gezegd. Tot er een moment kwam dat ik ’s avonds een A4-tje tekst uit m’n hoofd moest leren. Normaal gesproken een half uurtje werk. Maar het ging niet. Dat half uurtje werd een uur, het uur werd drie uur, het lukte maar niet. Dan ga je jezelf enorm bang maken. Het is als elastiek dat je te ver uitrekt. Dat knapt. Ik heb in m’n leven nooit zo gehuild als op dat moment. Er moest zelfs een arts bij komen. Een ‘burn-out’ dus. Ik ben volledig ingestort en heb alles moeten afzeggen. Je voelt je dan enorm schuldig. Je vindt jezelf helemaal niks meer, je denkt dat je hele carrière naar de
>Foto: Piet Gispen
knoppen is. En dan moet je, voor het eerst in je leven, naar een psycholoog. Ik ben heel veel gaan lopen, tennissen, sporten, heb bijna geen medicijnen genomen. Er wordt een documentaire over Peter en mij gemaakt door filmer Maarten Toner en die is me toen gevolgd met zijn camera tijdens m’n wandelingen op het strand waar ik veel in m’n eentje liep. Terwijl ik onderweg mijn verhaal voor die camera loop te vertellen, zie ik daar in de verte op het strand iemand in een lange zwarte jas, met wit haar. Paul van Vliet, die me vraagt hoe het met me gaat. Ik vertel: het gaat me nooit meer lukken, niemand vindt me meer betrouwbaar. Dat werd een geweldig gesprek. Paul, die zelf ook best een lastige periode heeft gehad, gaf me toen twee woordjes die me ongelooflijk geholpen hebben. Een gouden moment, vergeet ik nooit. Hij zei: ‘Je hebt gedachten en je hebt feiten. Al die dingen van jou zijn gedachten. Maar het zijn geen feiten’. Trots Ik zat stampvol met gedachten: ik ben niks meer, het gaat me nooit meer lukken. ‘Ja maar’, zei Paul, ‘dat zijn níet de feiten’. Die woorden hielpen me om alles in mezelf te ordenen. Na bijna een jaar, bekent Karel de Rooij, vindt hij dat die ‘burn out’
11
interview<
Vrijdag 10 januari 2014 > Den Haag Centraal
‘Maar ik moet me niet gedragen als toneelspeler. Die heeft een vak geleerd, die speelt soms een rol die hij niet zo leuk vindt’
nog zin heeft gehad ook: “Het moest waarschijnlijk gebeuren. Rijkelijk laat hè, op m’n 67ste. Ik maak nu betere keuzes. Ik werkte als een gek, zei overal ‘ja’ op. Want ik was trots dat Peter Tuinman me vroeg. En trots dat Jeroen Krabbé me vroeg omdat hij ons in Wenen, waar hij aan het filmen was, in het theater had zien optreden. ‘Niet nadenken’ zei Jeroen toen, ‘je hoeft alleen maar ja te zeggen’. En ik zei ‘ja’. Met alle overgave overigens. Dus iedereen blij, ik ook blij. Ik was trots. Maar toen ging ’t mis. Je moet je dan afvragen: is het alleen die trots of wil je iets ook écht? Paul van Vliet zei me op dat strand: ‘Wil je nu werkelijk zo graag die rol doen? Wil jij echt met zo’n stuk de provincie in? Jij die altijd volle zalen hebt gehad, altijd alles wat je deed helemaal zelf hebt gemaakt. Wil je dat nu echt? Diep in je hart?’ Ik zeg niet dat ik nooit meer toneel ga spelen. We hebben op het toneel ‘Wachten op Godot’ gedaan bij Het Nationale Toneel, twintig voorstellingen, alles liep fantastisch. Daarna Neil Simons ‘The sunshine boys’, dat klopte ook. Toen die twee doktoren in Molière’s ‘De ingebeelde zieke’, geweldig, dat kon ook goed, dat wisten we sterk naar ons toe te trekken. Maar ik moet me niet gedragen als toneelspeler. Die heeft een vak geleerd, die speelt soms een rol die hij niet zo leuk vindt, dat
hoort bij dat vak. Ik moet steeds nadenken: waarom doe ik ’t? Past het wel bij je?” Scala Karel de Rooij zegt dat niet vanaf een rustige plek achter de geraniums. Want al gaat het gesprek deels over ‘minderen’ en keuzes maken, hij wil – zachtjes gezegd – eigenlijk nog steeds véél. Als het maar met Liefde voor Het Vak te maken heeft, waarvan hij ‘zielsveel houdt’. Zoals de Stichting Scala die hij heeft opgericht. Voor dat vak, zijn beoefenaren en het Hooggeëerde Publiek dat het straks, als we niet oppassen, in Nederland nauwelijks meer kent. “De naam Scala”, legt Karel de Rooij uit, “vanwege het scala aan mogelijkheden in dat vak. En natuurlijk verwijzend naar het oude theater in de Wagenstraat”. In het vorig jaar verschenen boek ‘Den Haag bevalt! Herinneringen van bekende Nederlanders aan hun geboortestad’(uitgeverij Kapstok) herinnert De Rooij nog even aan de nooit gestelpte pijn om het verdwijnen van dat theater in de Wagenstraat, achter de Bijenkorf: “Het is een blunder van jewelste geweest dat de gemeente ooit toestemming heeft gegeven om dat gebouw af te laten breken. Een blijvend litteken voor de stad”. Zijn stichting Scala staat voor variété, een woordje waar De
Rooij voorzichtig mee is, omdat het in het verleden wel eens de verkeerde lading heeft gekregen. “Het heeft aan dat verleden iets oubolligs overgehouden”, zegt hij. “Onterecht. Cirque du Soleil is tenslotte ook variété. Mensen zullen weer aan dat woord moeten wennen. Het mooie van het genre is dat het voor jong en oud is, voor alle lagen van de bevolking. Of je er nu een advocaat mee naar toe neemt of een taxichauffeur, ze reageren of ze iets totaal nieuws zien. Dat blijf ik ongelooflijk boeiend vinden. De stichting Scala wil een podium geven aan jonge mensen, muzikanten, circusartiesten. Iemand als Dan LeFay, een goochelaar van het micro-werk, die je op het verkeerde been zet met een combinatie van magie en psychologie, en naar wie je ademloos zit te kijken. Groepen als Percossa, als de Ashton Brothers. Daar kan je waanzinnige programma’s mee maken. Ik wil hier in Den Haag starten. Internationaal, en voor alle lagen van de bevolking. Het moet een soort olievlek worden. In de zomer zou ik graag zoiets in de Lourdeskerk brengen, vlak naast het Circustheater. En we hebben al proef gedraaid in theater De Nieuwe Regentes in de Weimarstraat dat ik een off-Broadway theater noem. Maar ik loop een jaar achter door die ‘burn out’ ”. De eerste presentatie van zijn Scala aan Zee vond plaats in Pulchri
studio, theater De Nieuwe Regentes presenteerde afgelopen november. de proefaflevering van Magische Ontmoetingen, een programma met en rond micro-illusionist Dan LeFay. “Hij goochelt, hij praat en hij ontvangt gasten en collega’s die iets over hun vak vertellen. Dat zou ook best eens Hans Klok kunnen zijn, maar dan zonder z’n kisten”, vertelt De Rooij. Er kwamen positieve reacties op zijn Scala-idee vanuit de gemeente Den Haag. En steun kan hij best gebruiken. “Ik ben niet de man die subsidie wil hebben voor altijd. Hulp bij de start kunnen we gebruiken, daarna moeten we het zelf doen. En ik ben ervan overtuigd dat we het waar maken”. Voetbaltransfer Tijdens de herstelperiode na zijn ‘burn out’ werd de biografie van Joop van den Ende gepresenteerd. Karel de Rooij kon het niet opbrengen er zelf heen te gaan, koos voor zijn vaste boekwinkel: “Om te kijken of wij er ook instonden. Ik zoek in de index, jawel pagina 119, Mini & Maxi. Ik zie daar één regeltje. Dat wij voor Joop van den Ende bij Ted de Braak hebben gewerkt. Eén regeltje? Dat zal toch niet waar zijn, dacht ik, want ons allereerste, tekstloze én avondvullende programma – dat had nog niemand in ons vak vóór ons gedaan – werd nota bene door
Joop van den Ende geproduceerd, ‘Sprakeloos’. Joop was er zelf weinig, maar gaf ons wel alle vertrouwen en alle ‘credit’. Zo van ‘doen jullie maar’. Dan komt de première, komen de kritieken en hij belt meteen of we de volgende dag bij hem willen langskomen. ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt’, zegt hij, ‘ik heb echt nog nooit voor een productie van mij goede kritieken in álle kranten gehad. Van de Telegraaf tot de Volkskrant. Iedereen vindt jullie internationaal. Ik spreek zelf geen woord over de grens, dus jullie kunnen eerlijk gezegd beter op zoek gaan naar een andere producent’. Met ons ‘Het Concert’ won hij als producent in Montreux één van z’n eerste buitenlandse prijzen. Dat zoiets dan niet in dat boek staat, verbaast me. Grote waardering voor Joop, voor wat hij toen tegen ons zei. Maar vijftien jaar later is hij wél de allergrootste theaterproducent op de wereld! Toch een fantastisch verhaal? Wij zijn toen bij theaterproducent Kees van Liempt terechtgekomen. Ik heb altijd gedacht dat dat met gesloten portemonnee gebeurde. Inmiddels weet ik dat wij als een soort voetbaltransfer van Van den Ende naar Van Liempt zijn gegaan. Daar hebben ze veel voor moeten betalen. En daar ben je dan achteraf wel trots op”. De eerstkomende voorstelling van Scala, Variété aan Zee in theater De Nieuwe Regentes (Weimarstraat) is Magische Ontmoetingen met Dan LeFay op 12 januari (15.30-17.30), vanaf 12 jaar. Zie ook www.stichtingscala.nl.
12>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
Tania Kross met muzikale theatershow:
‘Iedereen is kenner van klassieke muziek’ klassieke muziek is niks voor mij. Terwijl iedereen een kenner van klassieke muziek is, zonder er erg in te hebben. De muziek bij de Volvoreclame of uit de Harry Potter-film, íédereen kent dat. Maar wat ze niet beseffen, is dat het muziek van Barber of Prokofiev of Saint-Saëns is”. Reden voor de Tania Kross om een show samen te stellen met de nieuw gecomponeerde liederen van de popmuzikanten, afgewisseld met de ‘greatest hits’ uit de muziekgeschiedenis. En het is géén concert, benadrukt ze: “Het is een theatershow. Bij mij mag je tijdens de voorstelling ook gerust kuchen en twitteren en met je smartphone filmen. Ik vind het zo’n onzin dat je stijf opgeprikt op je stoel moet zitten, alsof er iets heiligs gebeurt. Nee, het is een avond die we allemaal samen beleven”. Het is ook een avond met garantie. Wat op de website van de Philipszaal staat, herhaalt de zangeres voor de lezers van Den Haag Centraal: “Als je aan het eind van de avond niets hebt herkend of er niks aan vond, mag je bij mij persoonlijk je geld terug komen vragen”.
Vaak zingt ze opera. Soms ook barok, klassieken of muziek uit de romantiek. En met grote regelmaat hoort ze van generatiegenoten: dat is niks voor mij. Onzin, zegt ze. En dat wil ze bewijzen met haar nieuwe cd en bijbehorend theaterprogramma ‘Kross Over-Opera Revisited’, waarvoor ze Nederlandse popmusici vroeg om werk voor haar te componeren. Door Ellen Segeren
Op 17 januari is het podium van de Philipszaal voor Tania Kross en het Nederlands Symfonieorkest. Niet met muziek die de klassieke kenner van haar gewend is. Voor zover je bij Tania Kross ergens aan kunt wennen, want aan variatie heeft het in het repertoire van de mezzosopraan nooit ontbroken. Ze zong Stravinsky en Puccini bij de Nationale Reisopera, bracht een cd uit met Antilliaanse muziek, voerde liederen uit de barok uit en bracht operarollen op de planken van de grote Duitse operahuizen, om maar wat te noemen. Haar nieuwe programma is anders: het bestaat deels uit gloednieuwe muziek van popmuzikanten, geïnspireerd op bestaande opera’s.
Pijlsnel Degenen die Tania Kross al kennen, weten dat de Curaçaose zangeres sinds ze cum laude afstudeerde aan het conservatorium, pijlsnel carrière maakte. Ze won de harten van een groot publiek met haar stemgeluid, haar hartelijke en authentieke persoonlijkheid en haar gedrevenheid. Niet-kenners hebben haar mogelijk gezien bij ‘Wie is de mol?’ Hoe dan ook, dit theaterprogramma is beslist geen aankondiging van haar afscheid van het opera- en concertpodium. “Ik blijf internationaal doorgaan, ik blijf hardcore in mijn vak. Maar ik zie ook de ernst ervan in dat klassieke muziek opzij geschoven wordt als iets elitairs of iets voor bejaarden. Wij moeten zelf dit vak, de culturele sector levend houden. Ik doe deze show met nul euro subsidie. Ik onderneem. Op míjn manier”. Tania Kross heeft er vertrouwen in, want ze kondigt nu al aan: “Ik heb ook muziek gekregen die niet echt op deze cd paste, maar die ik graag wil zingen. Zoals een lied van Herman van Veen. Ik ben niet iemand die ergens aan begint en het er dan bij laat zitten. Dus er komt zeker een vervolg”.
Ze legt uit: “Muzikanten als Huub van der Lubbe, Spinvis, Ruben Hein en Lucky Fonz III heb ik gevraagd om liederen voor mij te componeren. Ik heb ze een scriptie gestuurd waarin ik uitleg waarom ik bepaalde muziek mooi vind. Daar heb ik YouTubefilmpjes bij gezet van iconische vrouwen uit de opera, zoals Tosca, Carmen en Madama Butterfly. Ik heb verteld hoe de componisten die personages hebben ingevuld. Ook heb ik mijn voorkeuren genoemd. Ik vind Maria Callas bijvoorbeeld de beste Tosca ooit, en Renata Scotto de mooiste Madama Butterfly. De popmuzikanten zijn voor mij gaan schrijven, uitgaande van die opera’s”. Benieuwd De mezzo was razend benieuwd wat dat zou opleveren. Lachend zegt ze: “Ik kreeg veel stukken over tragische vrouwen, zo zien mannen ons blijkbaar”. Dan relativeert ze: “Wij mensen zijn emotionele wezens. Maar door de dagelijkse dingen dwalen we daar vaak vanaf. Ik heb geluk met een vak waarin ik dat nooit hoef te doen”. De muziek die ze kreeg, is heel uiteenlopend. Alle verschillende kleuren die Tania Kross met haar stem kan maken, laat ze horen. “Bij het nummer van Spinvis gebruik ik mijn diepe borststem en in het lied van Lucky Fonz zet ik een groot vibrato op. Maar ik zing ook heel ijl,
Ingezonden mededeling
Tania Kross: “Ik doe deze show met nul euro subsidie. Ik onderneem. Op míjn manier”. > Foto: PR
zoals past bij de Franse romantiek of de barok”.
Het programma ‘Kross Over-Opera Revisited’ onderstreept de missie
van de mezzosopraan. “Ik ben er helemaal kláár mee dat mensen zeggen:
Tania Kross (mezzosopraan), Nederlands Symfonieorkest onder leiding van Jurjen Hempel/Ivo Meinen. Kross Over – Opera Revisited. Werken van Nederlandse popmuzikanten en klassieke componisten. Vrijdag 17 januari, 20.15 uur, Dr. Anton Philipszaal. Meer informatie: www.taniakross.com
13
cultuur<
Vrijdag 10 januari 2014 > Den Haag Centraal
Boven: De kennismaking ca. 1865, olieverf op paneel, 14,8 x 19,7 cm. Onder: Slapend meisje en vlinders, ca. 1868, potlood en zwart krijt, 14,2 x 20,6 cm. Links: De doopgang in Lausanne, waterverf, inkt, potlood en krijt op papier. 33.3 x 52.7 cm.
>Collectie Gemeentemuseum Den Haag
Bewogen leven van Matthijs Maris onderbelicht
Alsof hij erbuiten stond als drukker van geïllustreerde uitgaven en kon zo prenten mee naar huis nemen, die hij zijn zoons als voorbeeld gaf om na te tekenen. Ook leerde hij ze hoe kleuren te mengen. Terwijl het gezin het echt niet breed had, haalde hij boeken in huis. De biograaf schildert hem af als een emotieloze dwingeland. Uit dezelfde gegevens zou je echter kunnen concluderen, dat de vader het beste met zijn kinderen voor had. Dat zijn drie zoons roem als schilder hebben verworven, bewijst het succes van zijn opvoeding. In het Den Haag van omstreeks 1850 was schilderen nog vooral een ambacht. De enorme verering voor penseelkunstenaars vond pas later ingang. Maar ook voor schilders die op de Olympus werden gezet, bleef het schilderen gewoon werk, behalve misschien voor Matthijs. Vanaf zijn zestiende maakte hij kopieën in opdracht van de kunsthandelaar A.A. Weimar, die een zaak had aan het Noordeinde. Matthijs kwam door zijn bemiddeling in het atelier van de marineschilder Louis Meijer, die hem weer in kringen rond het hof introduceerde. Afgewezen door de Haagse academie, waar Jacob toen kostenloos lessen volgde – toen nog niet voorzien van het predikaat ‘Koninklijk’, zoals Veerman veronderstelt – kon hij met steun van een hooggeplaatste dame gaan studeren in Antwerpen. Hij deelde zijn toelage later met Jacob. Vanaf eind jaren zestig woonde hij bij Jacob in Parijs. Vanaf 1877 woonde hij in Londen, waar hij zou overlijden. Hij schreef van daaruit brieven in een met Engelse woorden doorspekt heel eigen soort Nederlands; het is alleen al daarom een plezier om zinsneden daaruit te lezen. Maar of die brieven een betrouwbaar beeld geven van de echte Matthijs Maris? Daar had de biograaf misschien wel wat kritischer mee kunnen omgaan.
‘Hoe een onmiskenbaar talent kan ondergaan in de grilligste uitspattingen eener onbeteugelde phantasie’, luidde een contemporaine kritiek op Matthijs Maris. De auteur van een net verschenen biografie onderschrijft dit oordeel geenszins. Toch lijkt de anonieme criticus een punt te hebben gemaakt. Door Egbert van Faassen
Dat er een nieuwe biografie verschijnt van Matthijs Maris is fijn. De schrijver, Leen Veerman, heeft veel overhoop gehaald om zicht te krijgen op het leven van de schilder. De ondertitel, ‘Ongeschikt voor andermans paden’, geeft echter aan dat de nieuwe biografie niet wil tornen aan het beeld, dat in 1939 is neergezet door Willem Arondeus. Diens leven van Matthijs, ‘De tragiek van den droom’, is een meeslepende fantasie over een onbegrepen kunstenaar, die tegen de tijdgeest in op zoek is naar zijn ideaal. Tenslotte bleek dat ongrijpbaar. Arondeus had de hem beschikbare gegevens sterk ingekleurd. Nu geeft Veerman, die zich beter heeft gedocumenteerd, meer feiten. Die zouden aanleiding kunnen geven om het romantische beeld dat Arondeus schetste bij te stellen, maar dat doet Veerman niet. Wel citeert hij uit brieven van de schilder. Hij geeft kleurenreproducties van ook de latere schilderijen van Matthijs Maris, zo ‘verdroomd’ dat de voorstelling vrijwel geheel verdwenen is, reden waarom hij wel is gezien als een voorloper van de moderne kunst. Veerman gaat uitvoerig in op de Parijse jaren van de schilder, die tijdens de volksopstand van de ‘Commune’ nog, al of niet gedwongen, zijn steentje heeft bijgedragen aan de barricades. Waar hij kan, vermeldt Veerman een verkoop en de verdere geschiedenis van een schilderij. Dat is allemaal waardevol, hoewel die verzamelgeschiedenis beter in een aparte bijlage weergegeven had kunnen worden. Matthijs (1839-1917), de middelste van de drie schilderende broers Maris, groeide op in een kleine hofjeswoning
Zelfportret, 1860, olieverf op karton op paneel, 27 x 18 cm. >Collectie Kröller-Müller Museum
achter de Lange Lombardstraat. Een in 1932 geplaatste gevelsteen, die de geboorteplek van Jacob, Thijs en Willem
markeert, geeft niet het huisje aan, maar de locatie van het toenmalige ‘Reuserhofje’. Vader Mattheus werkte
Kunsthandel Vanuit Londen fulmineerde Matthijs constant tegen de kunsthandel, waar een kunstenaar zich naar zijn mening verre van diende te houden. Maar hij werd onderhouden door de succesvolle
kunsthandelaar en kunstenaar Daniel Cottier. Hij werkte ook voor hem, leverde ontwerpen voor glas-in-lood ramen. Maar dat vermeldde hij niet in zijn brieven. Hij was niet trots op dat deel van zijn werkzaamheid, dat brood op de plank bracht. Veerman is soms verblind door wat Maris schrijft. Zo concludeert hij uit een brief dat een Antwerpse schoenmaker, die in 1856 door Matthijs als model werd gebruikt, Cobbler heette (‘cobbler’ is Engels voor schoenlapper). Via een handelaar met de in verband met Matthijs’ afkeer van de kunsthandel omineuze naam ‘Sarluis’ kwamen werken van de schilder bij de belangrijkere kunsthandel Goupil aan de Plaats. Zou die meneer Sarluis historisch zijn? vraag ik me dan af. Vreemd is, dat Veerman zich afvraagt hoe de toen in Den Haag wonende schilder werk van de schilders uit Barbizon kende. Hij lijkt niet te weten, dat Mesdag zijn bezit aan schilderijen van de ‘school van Barbizon’ graag deelde met vakgenoten. Veerman mist echt een kans, wanneer hij Matthijs Maris in Londen beschrijft. Hij gaat in op zijn opbloeiende praktijk als etser. Hij reproduceert een ets en een schilderij op het thema van ‘The Lady of Shalott’, naar een destijds enorm populair gedicht van Tennyson. De beroemdste verbeelding van Maris’ tijdgenoot Waterhouse leeft nog steeds voort op posters. Hoe verhield Matthijs Maris zich tot de sprookjeskunst van zijn Engelse tijdgenoten? Geen woord daarover. Dat is jammer, maar met alle plekken die het openlaat vond ik dit toch een boeiend boek. Hoe kan een schilder uit de negentiende eeuw tot vrijwel monochrome doeken komen? Veerman beantwoordt deze vraag niet, maar het blijft verbazend. En, zoals broer Jacob zei: “Thijs wist alles uit zichzelf, hij was een genie”. Om de mythe Matthijs maar te doen voortleven. Leen Veerman. Matthijs Maris. Ongeschikt voor andermans paden. ISBN 978 94 26 021 462 , € 34,50
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
Jurriaan Schrofer (1926-1990)
Toegankelijk boek over grafische duizendpoot
soort ‘vliegende kiep’ om de soms wat gespannen verhoudingen tussen eigenwijze ontwerpers als Wim Crouwel en Jan van Toorn te kalmeren. In 1979 stapte Schrofer over naar de Arnhemse academie.
Door Sjoerd van Faassen
Jurriaan Schrofer (1926-1990) was een onrustige man. Relaties in zijn werk en in zijn persoonlijke leven hielden niet lang stand. De opsomming van activiteiten in de titel van de onlangs over hem verschenen monografie weerspiegelt die onrust. Letterlijk een duizendpoot. Dat maakt iedereen onbewust, die wel eens met één van zijn activiteiten in contact is geweest. Neem de Ryamschoolagenda’s die hij in de jaren zeventig voor de Haagse drukkerij Rijmenam vormgaf. Of het door Schrofer vormgegeven fotoboek ‘Een liefdesgeschiedenis in Saint-Germain des Prés’ van Ed van der Elsken uit 1956. Dat boek vormde niet alleen voor velen de eerste kennismaking met het bohémien-bestaan in Parijs, maar het versterkte ook op een totaal andere manier dan men gewend was door de vormgeving (deels met gebruikmaking van contactafdrukken) het beeldverhaal van de fotograaf, zodat foto’s en vormgeving een twee-eenheid vormden. Huygen heeft daarvoor heel inventief de term ‘regisseur van fotoboeken’ gevonden. De in Den Haag als zoon van de schilder Willem Schrofer geboren Jurriaan Schrofer zat op de befaamde Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven van Kees Boeke, volgde tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn middelbare schoolopleiding op het Vrijzinnig Christelijk Lyceum in Den Haag, studeerde na de oorlog een blauwe maandag rechten in Leiden en begon vervolgens in 1948 zijn loopbaan als assistent van de Amsterdamse ontwerper Dick Elffers. In 1952 trad hij als grafisch ontwerper in dienst bij drukkerij Meijer te Wormerveer; na zijn vertrek in 1955 zal hij nog een aantal jaren als esthetisch adviseur aan deze drukkerij verbonden blijven. Al tijdens zijn periode bij Meijer richt hij de Stichting Public Relations Council op en behoren zijn ontwerpen bij de 50 Best Verzorgde Boeken. In 1954 tekent hij voor het eervolle ‘Kerstnummer Drukkersweekblad en Auto-lijn 1954’. Hij wordt al snel bestuurslid van de vakgroep Grafici van de door de fotografen als Emmy Andriesse, Carel Blazer en Cas Oorthuys opgerichte GKf. Later maakt hij onder meer deel uit van het bestuur van de Federatie van Kunstenaarsverenigingen en richt hij de vereniging Grafisch Vormgevers Nederland (GVN) op. Voor de organisatie van zijn vak heeft hij op die manier veel betekend. Opmerkelijk
D.H. Couvée, ‘De meidagen van ‘40’, 1960, Ooievaarpocket 52/53.
Conrad van de Wetering, ‘Morgen dans ik beter’, 1961, Ooievaarpocket 146.
Ryam-schoolagenda 1972-1973.
Etage-aanduiding in Ministerie van CRM, Rijswijk, 1975.>Foto’s: PR
voor iemand die daarnaast zo’n veelheid aan inhoudelijke activiteiten ontwikkelt. Naast zijn eigen, veelkantige werk is hij docent aan de Gerrit Rietveld Academie, aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rot-
terdam en directeur van de Academie voor Beeldende Kunsten Arnhem. Van 1963 tot 1974 is hij artdirector bij de Nationale Publiciteits Onderneming (NPO) in Den Haag, in dat laatste jaar wordt hij partner bij het ont-
werpbureau Total Design in Amsterdam. Dat carrièreverloop levert soms spannende passages op, bijvoorbeeld als Huygen de rol van Schrofer binnen Total Design beschrijft. Daar werd hij binnengehaald om als een
sessieleider in de Regentenkamer), Miguel Rodriguez, Marc van Roon, Wolfert Brederode, Bob Wijnen, Michiel Münninghoff, zondag j.l. begeleider van zangeres Caroline de Rooij in die Regentenkamer. Dat lijstje is verre van compleet, maar die negen namen zijn al om stil van te worden. Deze week aandacht voor Wolfert Brederode. Een pianist met een volstrekt eigen benadering. Hij laat zich niet zozeer leiden door de ‘swing’ in een
stuk als wel door gevoel en stemming. Hij kan verstild spelen, tijd en rust een rol geven, zoekend naar klanken, akkoorden, lijnen die een sfeer bepalen, beelden oproepen. Niet voor niets is hij de eerste Nederlandse pianist die van platenproducent Manfred Eicher de ruimte kreeg op diens ECM-label (laatste cd ‘Postscriptum’). Brederode is in diverse combinaties actief, deze week (10 januari) speelt hij in De Nieuwe Regentes met de groep Batik. Een betrekkelijk nieuw kwartet dat ik pas één keer heb horen spelen in het Koorenhuis. Met gitarist Ed Verhoeff, drummer Joost Lijbaart en basgitarist Mark Haanstra. Brederode speelt er extraverter in dan in andere combinaties, de vier muzikanten brengen ieder een eigen klankwereld en achtergrond mee die hoorbaar blijven maar tegelijkertijd ook samensmel-
ten en elkaar beïnvloeden. Muziek als gebatikte stof, zegt de groep zelf, met patronen die vloeiend in elkaar overlopen. Het concert in de Nieuwe Regentes is een van hun laatste voordat de groep de studio ingaat om een eerste cd te maken die medio 2014 zal uitkomen bij Challenge Records. Gitarist Ed Verhoeff, die jazz, rock-elementen, invloeden van Pat Metheny en Bill Frisell op een eigen manier combineert, is in Den Haag ook te horen in de Regentenkamer op 12 januari in de groep ‘Open country’ van bassist Paul Berner. Eerder was Berner de tweede donderdag van de maand vaste gast in de Regentenkamer, met ingang van de twaalfde wordt dat iedere tweede zondag. De Nederlandse Amerikaan is een man van speelse, vaak lichtvoetige jazz die ook graag ‘vreemde’ invloeden absorbeert. Dat kan de ‘sound’
Thematisch Het boek volgt niet de chronologie van Schrofer’s werkzame leven, maar Huygen deelt haar boek thematisch in acht hoofdstukken in: ‘leertijd bij Dick Elffers en drukkerij Meijer’, ‘pr-adviseur voor bedrijven en pionier met huisstijlen’, ‘regisseur van fotoboeken’, ‘visuele en verbale retorica in de culturele wereld’, ‘art director en reclame-strateeg’, ‘totale vormgeving, beleid en bestuur’, ‘docent en academiedirecteur’ en ‘experimenten met letters en tekens’. De hoofdstuktitels alleen al suggereren een onwaarschijnlijke veelheid aan activiteiten. Om het nadeel van het ontbreken van een chronologie in het boek enigszins goed te maken, is achterin een beknopte, twee pagina’s grote biografie van Schrofer opgenomen, plus een uiterst handig en overzichtelijk schema waarin al zijn, deels overlappende activiteiten zijn weergegeven. Schrofer werkte net zo gemakkelijk voor het bedrijfsleven, als voor de overheid, voor uitgevers als de Haagse Bert Bakker en culturele instellingen als het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Letterkundig Museum in Den Haag. Zijn grafisch vernuft ging wel eens ten koste van de leesbaarheid, bijvoorbeeld voor zijn boekomslagen voor de wetenschappelijke Haagse uitgeverij Mouton. Schrofer’s persoonlijke leven blijft in dit boek wat onderbelicht en je wordt weinig gewaar van zijn beweegredenen. Dat is jammer, want je zou graag weten wat hem bewoog bij zijn beroepsmatige, bestuurlijke en vakinhoudelijke keuzes Maar het inhoudsrijke en toegankelijk geschreven boek biedt een goed overzicht van Schrofer’s werkzaamheid. Niet alleen in woorden, want ook de strakke beeldredactie, waarvoor, naast Huygen, Jaap van Triest verantwoordelijk is, draagt ertoe bij dat het boek een fraai overzicht biedt van Schrofer’s rol binnen de tijdens zijn carrière aan ingrijpende veranderingen onderhevige grafische wereld. Frederike Huygen, ‘Jurrian Schrofer (19261990). Grafisch ontwerper, fotoboekenpionier, art director, docent, kunstbestuurder, omgevings-kunstenaar’. Valiz, Amsterdam, ISBN 978 90 79272 35 8, 432 pag., € 39,90
jazz
Wolfert Brederode met gebatikte jazz Je zou een volwassen festival kunnen vullen met alleen al de jazzpianisten van klasse die er in Den Haag rondlopen. Samen een complete en kleurrijke catalogus van stijlen en benaderingen. Voor wie ze niet allemaal mocht kennen, een greep daaruit: Juraj Stanik, vorige week nog te horen tijdens de donderdagsessie van trompettist Niels Tausk in Savanna, Peter Beets, Rembrandt Frerichs, Robert Rook, Erik Doelman (donderdag weer
zijn van het wijde, Amerikaanse platteland waar hij opgroeide of zelfs de muziek van Elvis Presley. Ditmaal laat hij zich inspireren door een accordeonist, Gert Wantenaar, door hemzelf als ‘virtuoos’ betiteld. In Murphy’s Law op 11 januari een optreden van gitarist Martien Oster (zoon van wijlen de toneelleider en acteur Guus Oster) met bassist Uli Glassman en drummer David Barker. De maandagse sessie in die kleine ‘huiskamer van de jazz’ aan de Dr. Kuyperstraat wordt op 13 januari geleid door tenorsaxtalent Floriaan Wempe. Drummer Hans Braber programmeert in Muzee deze week (10 januari) een concert met zangeres en pianiste Heleen Schuttevaer, bassist Bart Tarenskeen en saxofonist David Lukács. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 10 januari 2014 > Den Haag Centraal
‘Like me’ thema op Writers unlimited festival De bezoekers zoveel mogelijk contact brengen met schrijvers; dat is wat het Writers Unlimited festival de laatste edities meer en meer laat zien. Ook dit jaar weer nieuwe schrijvers, nieuwe thema’s, nieuwe muziek en nieuwe films. Wat worden de hoogtepunten? Door Thijs Kramer
De foyer van het Theater aan het Spui is weer het epicentrum tijdens het festivalweekeinde. Daar is de bar, daar is het podium waar de bands en de dj’s optreden. Daar is ook de stamtafel waar de bezoekers en auteurs na een optreden verder kunnen praten. Nieuw dit jaar is de zeepkist, waar vanaf op gezette tijden de orde wordt verstoord door redacteuren van het literaire tijdschrift Tirade. Zij zullen donderpreken (tirades) afsteken. Het gehele laatste nummer van dit tijdschrift is overigens gewijd aan de op het festival aanwezige schrijvers. In de zalen van het theater en van het belendende filmhuis debatteren de schrijvers met elkaar, worden ze geïnterviewd, lezen ze voor en gaan met elkaar in gesprek. Programmacoördinator Judith Uyterlinde: “We proberen een informele sfeer te creëren. Traditioneel worden op het festival de Haagse Literaire prijzen uitgereikt. Maar om te voorkomen dat de toespraken al te plechtstatig worden, hebben we dat tijdens het afsluitende lezersfeest geprogrammeerd. Bovendien hebben we ervoor gezorgd dat de laureaten worden toegesproken door iemand die hen persoonlijk kent. Zo ontvangt Tom Lanoye de Constantijn Huygens-prijs uit handen van de dichteres Antjie Krog. Zij wonen beiden (deels) in Kaapstad en zijn met elkaar bevriend”. Amin Maalouf Oorspronkelijk draaide het festival uitsluitend om auteurs uit Indonesië en andere voormalige Nederlandse kolonies. Inmiddels is dat losgelaten, maar de internationale oriëntatie is gebleven. Wel ligt de nadruk op schrijvers uit niet-westerse landen. Bovendien zijn het veelal geëngageerde schrijvers, in hun werk stellen ze misstanden en problemen aan de orde. De gesprekken gaan dan ook meestal niet over de literatuur zelf, maar over de wereld die beschreven wordt. Judith Uyterlinde: “We vragen altijd auteurs die schrijven over de wereld om hen heen. Dat merk je ook aan de interviews en gesprekken, die gaan over maatschappelijke zaken en de rol van schrijvers daarin. We trachten steeds schrijvers uit verschillende culturen en met diverse achtergronden bij elkaar te brengen om tot gesprekken te laten komen. Ieder festival bepalen we een thema en zoeken daar auteurs bij. Dit jaar leggen we een link naar de sociale media met het thema ‘Like me’. De openingsavond gaat over de vrijheid van meningsuiting en de macht van het woord. Hoe staat het daarmee nu auteurs en ook journalisten en filmmakers zoveel nieuwe media tot hun beschikking hebben om hun opvattingen te verkondigen? Maar ‘Like me’ betekent ook ‘net als ik’. In dat kader zal eregast Amin Maalouf in zijn openingsrede spreken over diversiteit en gelijkgezindheid. Een belangrijk thema in het werk van Maalouf is migratie en daarin komt dat
Dat een boekenfestival alles behalve saai is, bewijst het Writers Unlimited festival. > Foto’s: Serge Ligtenberg
natuurlijk naar voren. Moeten migranten ‘net als ons worden?’ Onbekend Ook de editie van dit jaar laat weer een mix zien van gevestigde en onbekende auteurs. Een aantal schrijvers is in hun eigen land al succesvol, maar in Nederland nog onbekend. De Syrische auteur Nihad Siries (1950) bijvoorbeeld. In de internationale pers werd hij vergeleken met Orwell, Kafka en Kundera. In januari verschijnt een nieuw boek van hem, ‘De stilte en het geluid’. Daarin beschrijft hij de dag waarop wordt gevierd dat de heerser twintig jaar aan de macht
is. Aansluitend op het festival zal Siries enige tijd in Nederland blijven om writer in residence te worden. De genoemde Zuid-Afrikaanse Antjie Krog zal samen met haar zoon optreden. Deze Andries Samuel is eigenlijk architect maar is inmiddels ook dichter. Zijn debuut was in Zuid Afrika een groot succes. Uit Indonesië komt Linda Christanty (1970). Zij is schrijver en journalist. In haar werk vormt het geweld in Indonesië de rode draad. In haar ‘Schilder ons niet af als terroristen’ belicht ze religieuze, politieke en gender thema’s in haar land. Andres Neuman groeide vanaf zijn veertiende op in het
Spaanse Granada. Hij studeerde Spaanse letteren en werkte als docent Latijns-Amerikaanse literatuur aan de Universiteit van Granada voor hij doorbrak als schrijver met de vuistdikke roman ‘De Eeuwreiziger’. Er verschijnt in januari nieuw boek van hem in Nederlandse vertaling. Ook is er tijdens het festival aandacht voor non-fictie. Sinoloog en japanoloog Ian Buruma schreef onlangs een historisch werk over de periode direc t na de Tweede Wereldoorlog. Hij zal in gesprek gaan met Ad van Liempt, de maker van de succesvolle serie De oorlog. Binnenkort komt hij met een nieuwe serie
over de jaren na de oorlog. Buruma zal ook een ontmoeting hebben met genoemde Linda Christanty en met de Geling Yan. Zij maakte als kind de Culturele Revolutie mee. Op haar veertiende danste ze in het ballet van het Volksbevrijdingsleger en op haar eenentwintigste werd ze oorlogscorrespondent tijdens de Chinees-Vietnamese oorlog. In die tijd begon ze fictie te schrijven. In 1989 vestigde ze zich in de Verenigde Staten na de protesten op het Plein van de Hemelse Vrede. In Nederland is Yan bekend van ‘De laatste dochter van het geluk’ (2002), dat zich afspeelt in de Chinese gemeenschap van San Francisco rond 1870, en ‘Dertien meisjes van Nanjing (2012), dat het bloedbad van Nanjing in 1937 tijdens de Chinees-Japanse oorlog als achtergrond heeft. Ook is er aandacht voor de Graphic novel. De Italiaan Milo Manara zal aanwezig zijn. Hij wordt gezien al een van de grootste in dit genre. Hij werkt in een zeer eigen, herkenbare stijl, waarin mooie vrouwen en hun fantasieën een hoofdrol spelen. Manara werkte samen met Italiaanse en internationale filmmakers als Federico Fellini en met Batman-auteur Neil Gaiman. Tijdens het festival worden er live radioprogramma’s gemaakt. Bezoekers kunnen in de NRC Leesclub Live praten met Michel Krielaars, Bas Heijne, Elsbeth Etty en gaste Sana Valiulina over het boek ‘De Rode ruiterij’ van Isaak Babel. Ook OVT live verzorgt een programma. Muziek is er van onder andere Wende, Huub van der Lubbe. DJ Socrates, en Dj mps Pilot. Het Writers Unlimited festival vindt plaats van 16 tot en met 19 januari. Voor alle informatie, zie: www.writersunlimited.nl
16>sport Hans
Gelukkig oudjaar
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
Ties Kruize voorzitter Stichting Haags Hockey Plein
‘Het WK is voor heel Den Haag’ Het Plein in het hart van Den Haag wordt tijdens de Rabobank Hockey World Cup omgetoverd tot het Haags Hockey Plein. Voorzitter van de Stichting die dit grote stadsevenement tot een succes moet maken is Ties Kruize, het Haagse hockey-icoon bij uitstek. “Het wordt een uniek iets in de geschiedenis van de Haagse binnenstad”. Door Arnout Verzijl
Het begon allemaal op het Sportcongres Zuid-Holland, waar ik begin november beroepsmatig bij aanwezig was. Tijdens het plenaire gedeelte vroeg spreker Johan Wakkie – de voorzitter van de hockeybond KNHB – wie er nooit sport. Ik had mijn hand moeten opsteken, maar voelde er niets voor om vervolgens uitleg te geven; niemand stak zijn hand op. Bij een daarop volgende workshop, schoof ik aan bij Elvira Stinissen. Deze zitvolleybalster (aanvoerder van Oranje) vertelde over regionaal netwerken op het gebied van aangepast sporten. Gedurende haar presentatie kwam ik er achter, dat de optelsom van wat ik wegwuivend ‘mijn kleine fysieke ongemakken’ placht te noemen, in feite een handicap bleek te zijn. Er zijn immers dingen die ik niet meer kan doen, vanwege de beperkingen die deze ongemakken met zich mee brengen. Na afloop sprak ik haar aan en legde uit waar ik zojuist achter was gekomen. Elvira verwees mij naar de beweegcoach Soraya Samuels, die voor onze regio in Den Haag zetelt (
[email protected]). Na een korte mailwisseling volgde een afspraak. Samen namen we mijn ‘kleine fysieke ongemakken’ onder de loep en Soraya tastte vervolgens af wat ik nog wel aan sport of beweging zou kunnen doen. We kwamen uit op hydrotherapie, beweging in water van 32 graden onder begeleiding van een fysiotherapeut. Dat laatste vond ik belangrijk, omdat de combinatie van onder meer versleten knieën, een drievoudige nekhernia en hyperlaxiteit om een zorgvuldige aanpak vraagt. Petra Zwart werd mijn behandelende therapeut van Multi Fysio aan het Isabellaland 150 (
[email protected]). Ook bij haar volgde een intake en ik zou niet, zoals ik dacht, in een bad met bejaarden rondplonsen. De eerste keer had ik het bad voor mij alleen. Wat een feest! Niet alleen vanwege het warme water, maar vooral omdat ik na jaren weer het gevoel had, dat ik iets deed, dat op sporten leek. De rest van de dag was ik volledig uitgeteld en zielsgelukkig. Een week later had ik het aangename gezelschap van een dame met een respectabel aantal lentes en een geweldig gevoel voor humor. We vonden elkaar al in de eerste minuut en de hydrotherapie vloog voorbij. Petra lachte volop met ons mee, maar zorgde ervoor dat het niet al te jolig werd en we wel gewoon bleven werken. Opnieuw was ik de rest van de dag tot niets meer in staat; heerlijk. Dank aan Elvira, Soraya, Petra en mijn goedlachse spartelgenote voor een gelukkig oudjaar! Hans Willink
Keurig gesoigneerd, amicaal en het van hem bekende ijzersterke vocabulaire. Met Ties Kruize heeft de Stichting Haags Hockey Plein de best denkbare roerganger. De 202-voudig international, geboren en getogen in Den Haag, is de bruggenbouwer die het WK Hockey van en voor alle Hagenaars én Hagenezen moet maken. “We kunnen het wel heel ingewikkeld maken, maar het komt er simpelweg op neer dat we een schitterend feestje gaan bouwen”. Het WK hockey, één van de grotere sportevenementen ter wereld, zal straks twee epicentra kennen. Natuurlijk is daar het Kyocera stadion. In het thuishonk van ADO Den Haag strijden de 24 deelnemende teams om een plek op het erepodium. Daartoe zal er in de maand mei een nieuw kunstgrasveld worden aangelegd. Op de belendende parkeerplaats P3 verrijst een tijdelijk tweede hockeystadion. Kruize: “Het Kyocera stadion is een superstadion voor het WK. 15.000 man, zo’n entourage, daar krijg je vleugels van”. De andere place to be is het Plein. Daar, in het midden van de stad, gaat een feestje gebouwd worden. En hoe. Van ongekende proporties in de Haagse sporthistorie. Een 18-daags hockeyfeest. Gratis toegankelijk voor iedereen. “Het plein is een schitterende locatie, helemaal als je ziet wat er tot stand zal komen. De activiteiten die buiten het toernooi om georganiseerd worden, zullen daar plaatsvinden. Het wordt helemaal top”, zegt Kruize. De inmiddels 61-jarige hockeylegende werd krap een jaar geleden benaderd door Frank van der Peet, namens de gemeente de algemeen projectleider van het WK. Kruize zei niet direct ja. Een man van zijn kaliber ontvangt vele verzoeken. En, bescheiden, wordt het niet tijd voor een nieuwe generatie? Overgehaald werd hij door zijn liefde voor de sport en de enorme uitdaging die hij in de opdracht van de gemeente zag. “Alles wat in het stadion gebeurt, is de verantwoordelijkheid van de hockeybond. Daarbuiten van de gemeente. Het WK moet voor alle inwoners van de stad worden. Een uniek iets in de geschiedenis van de Haagse binnenstad. Laagdrempelig, vrij toegankelijk en op een drukke plek. Dat is het Plein geworden”. Huiskamer Het bestuur van de Stichting bestaat naast Kruize uit voormalig tophockeyster Lisanne Lejeune, Edwin van der Heijde (HDM), penningmeester Rob Hoevens (PWC) en Harry de Bruijn (ROC Mondriaan). Het Haags Hockey Plein wordt op 28 mei in gebruik genomen, drie dagen voor de officiële opening van het toernooi. Er zijn drie standplaatsen waar de sportieve, culturele en culinaire activiteiten plaatsvinden. Het Paviljoen, een hockeyveld en een buitenpodium. Het Paviljoen wordt de Haagse huiskamer tijdens het WK. In deze tent hangen grote schermen waarop de wedstrijden te zien zijn. Er is een mediaruimte van waaruit tv- en radiozenders live uitzenden. Ondernemers
Ties Kruize hoopt op een grote toeloop naar het Haags Hockey Plein. >Foto: Creative Images
kunnen gebruikmaken van een aparte hospitality-ruimte. Het programma voor het buitenpodium zal in samenspraak met de Haagse culturele sector worden samengesteld. Op het hockeyveld van 20 bij 30 meter zal iedere dag worden gespeeld. De gemeente organiseert diverse sportieve ‘side events’ die hierop aansluiten. Volgens wethouder van sport Karsten Klein is het belangrijk om de inwoners van de stad zo dicht mogelijk bij het WK te betrekken. Een les die hij leerde tijdens de Olympische Spelen in Londen. “De gastvrijheid van de Engelsen, de wijze van organiseren en hoe de bewoners hun stad hebben laten zien. Daar sprak zoveel trots uit, het was prachtig om te beleven. Dat is
ook mijn ambitie met dit WK. We stoppen er belastinggeld in. En dus gaat het niet alleen om het sportieve aspect. Dit is een A-evenement; een grote publieksmagneet. We kunnen ons als stad goed op de kaart zetten. Zoveel mogelijk mensen naar de stad halen, levert een economische impuls op en is goed voor het imago van de stad. Het zal het grootste evenement zijn dat we de komende jaren zullen hebben”. Inmiddels is ook de werving van 300 vrijwilligers gestart. Je zult ze straks overal in de stad zien. Als vraagbaak, als verkeersregelaar, of als figuurlijk uithangbord. “Waar we nu met name op stuiten, is een enorme hoop enthousiasme. We hopen dat het allemaal te behapstukken valt.
Deelnemers De Rabobank Hockey World Cup 2014 vindt van 31 mei tot en met 15 juni plaats in het Kyocera Stadion in Den Haag. Nederland is zowel bij de mannen als bij de vrouwen van de partij. Er strijden 12 teams om de wereldtitel. Het speelschema zal op 1 februari bekend worden gemaakt. Titelverdediger bij de mannen is Australië. Argentinië verdedigt de damestitel. De geplaatste teams Mannen: Australië, Argentinië, België, Duitsland, Engeland, India, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Spanje, Zuid-Afrika en Zuid-Korea. Vrouwen: Australië, Argentinië, België, China, Duitsland, Engeland, Japan, Nederland, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Zuid-Korea.
Ik geloof dat er 2.500 man op het plein kan. Wat nou als er 10.000 komen? Ach, dat weet de gemeente ook. Wij constateren slechts dat iedereen steeds enthousiaster wordt. Maar uiteindelijk gaat het om het WK. Het is pas echt groot feest als we twee keer wereldkampioen zijn”, lacht Kruize om toe te voegen dat hij zelf vaker in het stadion dan op het Plein zal zijn. Het bloed kruipt nou eenmaal waar het niet gaan kan. Concurrentie Het succes van het WK hockey wordt mede bepaald door de resultaten van Nederland. Ook wat dat betreft, maakt Kruize zich geen zorgen. “Ik ben optimistisch van aard, dus acht ik de kans groot dat wij twee wereldkampioenen afleveren. Bij de dames zijn wij ‘by far’ de beste van de wereld. We hebben een schitterend team. Ook bij de heren koester ik goede verwachtingen. De concurrentie is daar groter. Duitsland, Australië, met de Engelsen weet je het nooit en België komt er aan. Toch, met het thuisvoordeel moet ook dat lukken. Voor de sporters zelf is een thuis-WK het mooiste dat er is. Zelf heb ik zeven WK’s meegemaakt, waarvan eentje in eigen land. Dat was uniek. De sfeer in het stadion, kippenvel. Dat zal nu niet anders zijn”.
17
sport<
Vrijdag 10 januari 2014 > Den Haag Centraal
Lofzang op de Zondag Derde Klasse C:
‘Meer Haags dan dit is onmogelijk’ Het is een poule waar grootouders hun kleinkinderen later over vertellen. Een klasse waar symfonieën aan worden opgedragen en standbeelden voor worden opgericht. Een meer Haagse indeling dan in de Zondag Derde Klasse C is onmogelijk. Iedere week zeven finales. En dat maal 26 speelrondes. Halverwege de competitie is het onder het motto ‘Vraag niet hoe het kan, maar geniet ervan’ de hoogste tijd voor een ongebreidelde lofzang. Door Martin van Zaanen
BMT, HSV Celeritas, SV Erasmus, Graaf Willem II-VAC, GSC ESDO, RSV Hoekpolder, HVV, ODB, HVV Laakkwartier, Oranjeplein-Postduiven, De Ster, TAC’90, RKSV Vredenburch en SV Wateringse Veld; het is een rij clubs waar een gezamenlijk monument voor zou moeten worden opgericht, de namen uitgehakt in steen door Prinses Beatrix zelf. Een poule met alles wat het Haagse voetbalhart begeert. Iedere week zijn er zeven duels en omdat alle verenigingen elkaar zo goed kennen, zijn dat allemaal finales. En dat maal 26 speelrondes; beter kan toch niet? Den Haag is een stad van tegenstellingen en een grotere tegenstelling dan tussen volksclub ODB en het klassieke HVV is niet voor te stellen. Toch klikt het op een of andere manier tussen die twee verenigingen. Ons Doel Bereikt, ooit opgericht in Café Aggelen aan de Vaillantlaan, vinden we aan de Albardastraat. Wat dat doel van ODB is? Voetballol tot en met. Warming up, eerste, tweede én de derde helft – het hele pakket. Na afloop van HVV versus ODB zie je meer ODB-ers dan gebruikelijk blijven hangen. En na afloop van ODB versus HVV blijven meer HVV-ers dan normaal plakken, vanwege het klassieke ‘zangertjuh’ dat hier vaker dan bij welke club in Den Haag zijn opwachting maakt. Wie naar de stand in de Zondag Derde Klasse C kijkt, ziet dat ook vierde plaats Oranjeplein-Postduiven nog meedoet om het kampioenschap. Met die club slaan we automatisch een even omvangrijk als schilderachtig hoofdstuk uit de Haagse voetbalhistorie open. Postduiven werd in 1924 opgericht door medewerkers van Kistenfabriek Hartman in de Willem III-straat in Loosduinen. Destijds waren voor voetbalclubs vogelnamen nogal in zwang, denk aan Ooievaars, Musschen, Flamingo’s en Stormvogels. Omdat enkele leden houders van postduiven waren én deze beestjes honkvast zijn, koos men voor die naam. Een aantal jaren terug stond het water de club aan de lippen en zocht men een oplossing. Gelukkig was het roemruchte, in 1936 in de Schilderswijk opgerichte en sinds de jaren negentig in het Zuiderpark spelende Oranjeplein op zoek naar een partnervereniging. Al snel werd besloten vanaf 1 juli 2007 op Madestein te gaan inwonen. Dat klikte zo goed dat de officiële samensmelting na een jaar een feit was. Je hebt poules met een aantal Haagse derby’s, je hebt poules met veel Haagse derby’s en je hebt poules met alleen maar Haagse derby’s. Zo’n poule is de Zondag Derde Klasse C. Al zijn die ‘burenruzies’ voor de ploegen zelf niet eens het meest aantrekkelijke aspect. Hoe verschillend ze ook zijn, ze hebben één grote gemene deler: de mate waarin ze zich verheugen op het uitduel bij De Ster. De trip naar de Brinckerinckstraat in Moerwijk, het voormalige Cromvliet-terrein, hebben ze allemaal rood omcirkeld in hun agenda staan. Daar vind je ‘het paradijs bij het keukenlicht’
Yassin Irzi van koploper GSC ESDO flitst langs een verdediger van Wateringse Veld in de Haagse Derde Klasse C. > Foto: Creative Images
en gaan de borden met Surinaams/Javaanse heerlijkheden als hete broodjes over de toonbank. De rij hongerigen, waaronder ook buurtbewoners die niets met voetbal hebben, is er elk weekend lang. Bestel er pakweg een bordje bami met saté plus een broodje bakkeljauw en een blikje Fernandes en je loopt de rest van de dag rond met een smile zo breed als De Laak lang is. Bondscoach Zeg je Laak, denk je HVV Laakkwartier en daar reikte op 9 november bondscoach Louis van Gaal de ‘Meer dan Voetbal Award’ uit. Inderdaad, het Haagse Laakkwartier uit de Zondag Derde Klasse C is de Nederlandse Amateurclub van
‘Al deze spelers en trainers kennen elkaar’ het Jaar. En terecht. Van Gaal reikte de prijs, samen met clubicoon Bram Poons, uit aan voorzitters Ron Jansen en Frans de Canne. Ook aanwezig: Bernard Fransen, voorzitter Amateurvoetbal, Sjaak van der Kroon, manager West II en Jozef van der Vooren, evenals Tweede Kamerlid (en oud-KNVB-West II-praeses) Peter Oskam en sportwethouder Karsten Klein. De ‘Meer dan Voetbal Awards’ belonen prof- en amateurclubs die vernieuwende en onderscheidende maatschappelijke activiteiten voor een sterkere samenleving organiseren. HVV Laakkwartier profileert zich als geen andere club met het concept ‘buurthuis van de toekomst’. De vakjury was vooral onder de indruk van de manier waarop het complex multifunctioneel in een com-
plexe omgeving wordt ingezet. Van Gaal zat op zijn praatstoel: “Laakkwartier is een volksclub en ik ben een volksjongen. Dat schept een band. En we hebben nog iets gemeen. Laakkwartier heeft, net als ik, een imagoprobleem. Maar bij mij is dat door de media gecreëerd”. Halverwege seizoen 2013/2014 vinden we ‘Lakwa’ terug in de middenmoot van de Zondag Derde Klasse C. In het voetbal is wat onderaan de ranglijst gebeurt vaak even interessant als bovenin. En hopeloos laatste staat, met slechts twee punten: HSV Celeritas. Opgericht in 1907. Van de nu nog bestaande Haagse clubs zijn alleen HVV, HBS, Quick en ADO ouder. Begonnen op een stuk bouwland achter de Stadhouderslaan, in de buurt van het Frederik Hendrikplein, later spelend in de Westduinen en in het Zuiderpark. Sinds eind jaren veertig op de huidige locatie aan de Leyweg. En al vanaf twee jaar na de oprichting in dat schitterende tenue. Dat doet denken aan dat van Go Ahead Eagles. Al zijn de strepen van Celeritas smaller en hebben ze een zwarte broek. Inderdaad, net als de uitmonstering van KV Mechelen, waar Hagenaar Aad de Mos ooit zo succesvol was. Voor aanvang van dit seizoen werd bij Celeritas een borrel georganiseerd voor alle clubs uit de nu al legendarische Zondag Derde Klasse C. “Meer Haags dan dit is onmogelijk”, klonk het toen eensgezind uit de mond van de bestuurders. En: “Al deze spelers en trainers kennen elkaar, dit wordt elke week een reünie”. Toegangspoort Koploper in deze klasse is GSC ESDO. Dat is ook al zo’n verhaal apart. ESDO (Eendrachtig Samenwerken Doet Overwinnen) speelde haar wedstrijden tot halverwege de jaren negentig op een klein complex schuin tegenover Renbaan Duindigt. Opgericht in 1915, was de club daar, na een aantal omzwervingen door de stad, in 1932 op het landgoed van Baronesse Van Brienen beland.
Zeven jaar later werden de blauw-witten kampioen van de HVB en promoveerden voor het eerst naar de KNVB. Hoofdklasse HVB was het niveau waarop ESDO het grootste gedeelte van haar bestaan speelde. De toegangspoort was één van de meest herkenbare ingangen van het Haagse voetbal. Een wit geschilderde stenen poort met aan weerszijden bovenop een gouden bal, en in gietijzer bovenaan het hek, in triomfantelijke letters, de clubnaam. Die ingang staat er nog, al is er weinig triomfantelijks meer aan te ontdekken. Mos kruipt over de pilaren, natte bladeren stapelen zich op aan de voet. Waar ooit de letters E.S.D.O. stonden, lezen we nu ZHJV: Zuid-Hollandsche
Jachtvereeniging. Dressuur-en springsport voor paarden. Begin jaren negentig kreeg ESDO het zwaar, het ledenbestand liep terug en de financiële middelen werden almaar beperkter. In 1995 ging het een fusie aan met het op de Erasmusweg spelende GSC. Een interessante partner voor een samensmelting, al was het maar omdat de oerversie van deze club in 1931 werd opgericht door acteurs van de Koninklijke Schouwburg. Één van hen, Willy Ruys, ging later spelen in de eerste film van Ciske de Rat en in de tv-serie Pommetje Horlepiep. Maar het meest bekend werd hij door zijn glansrol van circusdirecteur ‘Dikke Deur’ in Pipo de Clown.
De huidige stand 1 GSC ESDO 2 HVV 3 ODB 4 Oranjeplein-Postduiven 5 BMT 6 HVV Laakkwartier 7 RSV Hoekpolder 8 SV Erasmus 9 TAC ‘90 10 De Ster 11 Wateringse Veld 12 Gr. WillemII/VAC 13 KRSV Vredenburch 14 Celeritas
13 9 13 8 13 8 13 7 13 7 13 6 12 5 13 5 11 4 13 4 13 3 13 4 13 3 12 0
3 1 3 2 1 4 2 4 0 6 2 5 3 4 2 6 3 4 3 6 4 6 1 8 3 7 2 10
30 27 25 23 21 20 18 17 15 15 13 13 12 2
41 14 41 22 28 18 30 19 23 22 29 25 25 22 27 32 25 19 26 32 21 30 16 28 22 36 15 50
Programma van 19 januari BMT Celeritas Gr. WillemII/VAC RSV Hoekpolder HVV ODB Oranjeplein-Postduiven
- GSC ESDO - SV Wateringse Veld - KRSV Vredenburch - TAC ‘90 - HVV Laakkwartier - De Ster - SV Erasmus
+27 +19 +10 +11 +1 +4 +3 -5 +6 -6 -9 -12 -14 -35
18>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
HVV stopt de terugval en kijkt weer omhoog:
‘Het selectiebeleid is weer kerngezond’ Na twee opeenvolgende degradaties heeft HVV een verdere terugval weten te voorkomen. Sterker nog: het verwierf zich in de eerste seizoenshelft van 2013/2014 een goede uitgangspositie om direct weer te promoveren. Den Haag Centraal analyseert hoe dat tot stand kwam en licht de ploeg door. Door Martin van Zaanen
Aan een seizoensvoorbereiding kun je niet al te grote conclusies verbinden. Toch mag je er af en toe best iets uit afleiden. HVV’s eerste oefenwedstrijd van 2013/2014 was op zaterdag 3 augustus op Sportpark De Toekomst waar De Groote Haagsche aantrad tegen de amateurs van Ajax (Hoofdklasse Zaterdag). Dat de Hagenaars voor de tweede achtereenvolgende keer die mooie opponent in de voorbereiding troffen, komt doordat HVV-trainer Albert van der Dussen eerder bij Jong Ajax werkte en in Amsterdam nog steeds goede contacten heeft. Bij rust stond de 3-0 eindstand al op het bord. In de eerste helft hadden de gasten niets in te brengen, maar de tweede 45 minuten had het de zaken al een stuk beter voor elkaar. Die tweede helft was een voorbode van de 2-3 zege van de week erop, ‘uit’ bij het een klasse hoger spelende VUC, om de Residentie Cup. Het duel met Ajax markeerde het eerste optreden voor de Koninklijke Haagsche Cricket en Voetbal Vereeniging van nieuweling Rawaz Rashid, een aanvaller afkomstig van VV Barça (Breda). Belangrijke speler die we er niet meer bij zagen dit seizoen: monument Marnix van der Gun. Zijn boezemvriend, leeftijdsgenoot, neef en gediplomeerd virtuoos Derick Mekking is nog wel beschikbaar voor het eerste elftal, maar kwam de eerste seizoenshelft sporadisch binnen de lijnen. Bij de 2-3 zege op VUC vonden we tussen de doelpuntenmakers spits Diederik Voskamp. Met hem is niet alleen één van de lichtpuntjes van de eerste seizoenshelft genoemd, maar ook een jongen die de komende jaren kan uitgroeien tot steunpilaar. Momenteel is de jongere broer van Daniël Voskamp (nog steeds de onmisbare man onder de lat) serieuzer en gerichter bezig dan ooit. Naast een stijgende doelpuntenproductie krijgt Diederik steeds meer oog voor teamgenoten, waardoor er almaar meer assists achter zijn naam verschijnen. Bij de Residentie Cup werd ook BVCB, de Zaterdag Eersteklasser uit Bergschenhoek, met 2-1 verslagen. Door dergelijke succesjes begon in het Haagse voetbalwereldje het idee te leven dat HVV in staat was een verdere terugval te voorkomen. Zelfs nadat het openingsduel van de competitie, op zondag 8 september, ‘uit’ bij HVV Laakkwartier, met 3-2 werd verloren. In de eerste seizoenshelft van 2013/2014 waren voor de trotse Benoordenhoutse club uit 1883 twee heuglijke mijlpalen te vieren. Zo was de wedstrijd tegen SV Erasmus op zondag 15 september het 2500ste competitieduel van HVV in de historie. Het oudste lid en voormalig eerste elftalspeler Max Colthoff deed samen met de pupil van de week de aftrap. En op zondag 3 november, thuis tegen BMT, maakte verdedigende middenvelder Alex Youngman in de 46ste minuut het 5000ste competitiedoelpunt in de historie van de club. In de Zondag Derde Klasse C staat
De felle en geroutineerde linksback Frederick Mansell is een belangrijke steunpilaar in de defensie van HVV. >Foto: Creative Images
HVV in de winterstop met 27 punten uit dertien duels op de tweede plaats. Drie punten achter koploper GSC ESDO. De onderlinge confrontatie tussen beide ploegen eindigde in 3-3. Aangezien de technische staf uitging van twee punten per duel, kunnen ze daar alleen maar tevreden over zijn.
‘Men vond ook andere activiteiten naast het voetbal belangrijk’ HVV hervat de competitie op zondag 19 januari met het thuisduel tegen middenmoter Laakkwartier. Snelheid In de categorie lichtpuntjes van de eerste seizoenshelft noemen we ook Jaap Donker. Van nature een echte spits, komt hij tegenwoordig ook vanachter de spits of vanaf de linkerflank. Nu hij, na zijn periode in het zesde elftal, qua fitheid bij de selectie heeft aangehaakt, weet hij ook
vanaf die posities het net te vinden. En iedere keer zijn het belangrijke doelpunten. Shai Asraf, begin vorig seizoen samen met Ted de Man overgekomen uit de jeugd van Quick, voorziet het aanvallende spel van een extra dimensie. Zijn snelheid op de eerste meters is spectaculair. Zijn acties niet te vroeg inzetten en in de slotfase de juiste keuzes maken; dat zijn zaken die hij, naarmate zijn ervaring toeneemt, vanzelf zal oppakken. Rawaz Rashid is zijn collega op links. Wat minder snel, maar ook levensgevaarlijk. Zijn medespelers noemen hem Kees want hij is een Irakees – logisch. Van centrale middenvelder/inschuivende laatste man Ted de Man herinnert iedereen op De Diepput zich nog hoe spectaculair hij vorig seizoen speelde, maar toen had hij nog de luxe dat hij kon aanhaken bij een elftal waarin de dienst werd uitgemaakt door routiniers als Mekking en Van der Gun. De Man is misschien wel de meest complete speler van HVV. Nu wordt verwacht dat hij de ploeg op sleeptouw neemt. Ondanks dat hij de eerste seizoenshelft niet slecht speelde, slaagde hij daar nog niet helemaal in. Yoeri Jenner, de jongste van de drie Jenner-broers, heeft zijn plekje als rechtsback gevonden. Met zijn techniek en gevoel voor positie weet hij zich moeiteloos uit hachelijke situaties te draaien, al maakt hij in zijn jeugdige onbezonnenheid puur verdedigend nog wel eens een foutje.
Zodra de felle en geroutineerde linksback Frederick Mansell weer helemaal fit is, wordt het elftal daar beter van. Al doet Scipio de Mol van Otterloo het op die plek bepaald niet slecht. Als linkermiddenvelder Clemens Levert – hij probeerde tevergeefs een plek bij Topklasser HBS te veroveren – er vorig seizoen bij was geweest, was HVV misschien niet eens gedegradeerd. Niet alleen vanwege zijn gevaarlijke acties is het belangrijk dat hij weer in geelzwart speelt, maar ook omdat hij zo een rijke HVV-traditie voortzet. Zijn vader Ton Levert (rechtsback onder de bijnaam Het Scheermes) speelde liefst 226 duels voor ‘De Kroonleeuwen’ en zijn oudere broer Dennis was 110 keer actief in het eerste elftal. De aanwezigheid van Sanjesh Goeptar, de geroutineerde granieten stopper die zo nodig voor zijn team door een muur gaat, is voor een ploeg die wil promoveren mooi meegenomen. Afwezig Onder de noemer ‘Terug naar de toekomst’ zette trainer Albert van der Dussen op 30 december op de website van HVV zijn visie op verleden, heden maar vooral de toekomst uiteen: ‘HVV is een echte familie- en vriendenclub, maar binnen de selectie heerste een slechte gewoonte. Men vond ook andere activiteiten naast het voetbal belangrijk. Spelers waren met regelmaat bij trainingen en wed-
strijden afwezig, zodat er van een gezond selectiebeleid geen sprake kon zijn. De punten bleven uit. De oude frontsoldaten met echt HVV-bloed mochten het weer komen oplossen. Zij hadden echter niet meer het oog van de tijger van weleer. U zult zich dan ook niet verbazen dat ik de degradaties van het eerste en tweede elftal bijna logisch vond. Ik nam als hoofdcoach mijn verantwoordelijkheid maar persoonlijk, inclusief het voetbalbestuur en de overige leden van de technische staf, vonden we het mooi geweest’. ‘Na gesprekken met het voetbalbestuur en de Technische Commissie is er een duidelijke koers uitgesproken. Er is een Technisch Management (TM) opgericht. Een operationeel orgaan waarin alle beschikbare technische kennis binnen de vereniging samengesmolten wordt’. ‘Ik kan u verheugd vertellen dat HVV er ondanks de degradaties aanmerkelijk veel beter voor staat dan pakweg twee jaar geleden. Het selectiebeleid is veranderd en weer kerngezond. Spelers van buitenaf zijn altijd welkom, maar realiseren zich dat zij twee keer beter moeten zijn, anders doen ze niet mee. De concurrentie is flink toegenomen waardoor spelers, die nu aan een andere hobby of een vakantie de voorkeur geven, in de wachtkamer moeten plaatsnemen. Met aanvallend en initiatiefrijk voetbal heeft de hoofdmacht het geloof in eigen kunnen terug’.
19
varia<
Vrijdag 10 januari 2014> Den Haag Centraal
Is blauw het nieuwe groen? Door Wendy Hendriksen
De aarde kan onze leefwijze niet langer dragen. Mensen verspillen grondstoffen en water, laten schadelijke stoffen in het milieu belanden, vervuilen de lucht, verdrogen de bodem en schenken te weinig aandacht aan de grote verschillen in welvaart tussen landen. De urgentie om te verduurzamen is bekend. We leggen groene daken aan, zetten er zonnepanelen op, verbouwen onze eigen groenten, weigeren plastic zakjes, draaien spaarlampen in, scheiden ons afval, zetten de thermostaat wat lager, wassen op 30 graden, kopen een elektrische auto of nemen wat vaker de fiets. De gemeente Den Haag probeert de stad op termijn ‘ernergieneutraal’ te maken, het Haagse Nutshuis ontplooit tal van initiatieven om duurzaamheid onder de aandacht te brengen. Maar het lijkt niet genoeg. De Antwerpenaar Gunter Pauli, voormalig directeur van Ecover signaleerde dat onze huidige manier van groene verduurzaming te gecompliceerd is en van subsidies aan elkaar hangt. Hij bedacht de ‘Blauwe economie’, waaruit blijkt dat we wel degelijk meer kunnen doen, als we maar op een andere manier gaan denken. We kunnen leren van de natuurlijke systemen die al miljoenen jaren functioneren, zegt Pauli. Neem nu de termieten, die een geniale methode gebruiken om de lucht in hun nesten te verversen zonder het eerst circulair te verwarmen en weer af te laten koelen, zoals wij dat doen. Het resultaat: een constante temperatuur en een constante luchtvochtigheid van 61 procent. Termieten kunnen dit! Wij hoeven het alleen maar te kopiëren. En wat te denken van de zebra? Door het afwisselen van zwarte met witte strepen kan dit dier, door middel van beheersing van de luchtstroom, zijn oppervlaktetemperatuur met zo’n 9 graden verlagen. In Sendai (Japan) staat al een kantoorgebouw met dergelijke contrasterende oppervlakken, een ontwerp dat een energiebesparing van ruim 20 procent opleverde. De natuur biedt ons oplossingen, meent Pauli. Het op de koffervis gebaseerde auto-ontwerp van Mercedes Benz biedt een verre van aerodynamische aanblik, toch hebben zowel de koffervis als zijn replica een opvallend laag energieverbruik. Denk eens mee: kunnen we kwikloos licht maken door lichtproducerende kwallen te bestuderen? Kunnen we door goed naar planten te kijken een kassensysteem ontwikkelen waarbij niet de lucht, maar de plantenwortels worden ver-
De zwarte en witte strepen van de zebravacht verlagen de oppervlaktetemperatuur met 9 graden. > Foto's: PR
Termieten gebruiken een geniale methode om de lucht in hun nest te verversen.
warmd? Kunnen we kostbare wrijvingsreductie reduceren zonder smeermiddelen, kogellagers of diamantharde coatings door naar een diertje met de naam apothekersskink te kijken? Fotosynthese De mechanismen waarvan zebra’s, planten en kwallen gebruik maken zijn veel geavanceerder dan al onze technische, mechanische en elektronische oplossingen. Waarom gebruiken we batterijen terwijl elk ecosysteem elektrische stroom levert, gebaseerd op verschillen in druk, zuurtegraad en temperatuur? Waarom gebruiken we de techniek van de Namibische kever niet, die vocht uit de lucht kan halen door osmose? Waarom wekken we geen zonne-energie op volgens het proces van fotosynthese? Laten we leren van wat al miljoenen jaren goed werkt. Pauli stelt dat met de natuur als inspiratiebron onze toekomst gered kan worden. Kunnen wij
als consumenten achterover gaan leunen nu de wetenschap aan zet is? Het tegendeel is het geval. Uw eenpersoons initiatieven lijken misschien weinig spectaculair, toch zijn ze belangrijk. Hier geldt de wet van de grote getallen, en we moeten er dan ook vooral mee doorgaan. Verbouw uw eigen voedsel, vang het regenwater op voor het het riool instroomt, weiger plastic zakjes en neem wat vaker de fiets. Laten we niet méér van de aarde vragen dan we nu al doen. Laten we daarvoor in de plaats meer doen met wat de aarde ons biedt.
stadsgroen
Basilicum
U had hier vast een verhaal verwacht over het weer, dat deze week zo in de war was. Een zwoel windje uit het zuiden zorgde ervoor dat de temperatuur opliep tot een aangename ruim 14 graden. Dat leidde tot zoemende insecten, fluitende vogels en de bloei van zowel hazelaar als viburnum. Ook zijn er wilgenkatjes gesignaleerd en zelfs het fluitenkruid bloeit. Het gras groeit maar door en moet hoognodig gemaaid worden, en de niet-winterharde subtropische Abutilon, een terrasplant die normaal gesproken al in de eerste week van oktober naast de verwarming gezet moet worden, staat al dagen royaal te bloeien op buurvrouws terras. Om te voorkomen dat ze tijdens een zachte winterperiode al gaan bloeien, hebben inheemse planten een systeem waardoor ze pas na een koude periode bloeiwijzen kunnen maken. Het is hetzelfde systeem dat bloembollen hebben, die kunnen ook geen bloemen maken voordat ze het flink koud hebben gehad. Waarschijnlijk was de korte koudeperiode in december voor de Hollandse struiken al voldoende om tot bloei te kunnen komen, maar wat de bloeiende subtropische Abutilon betreft tast ik in het duister. Nu is het niet zo erg dat die planten al zijn gaan bloeien, als er maar geen fikse koudegolf achteraan komt. Dan
zou het bladsap in de planten kunnen gaan bevriezen. Plantencellen zijn, onder meer, gevuld met water. Als dit bevriest, vormen zich kristallen die de vorm hebben van naalden. En die boren zich dwars door de cellen heen, ze perforeren ze. Als de kristallen smelten dan sterft de plant, doordat al zijn cellen lek zijn geprikt. Nu zijn er planten die ook hier wat op hebben gevonden: die maken een soort antivries. Ze voegen suikers aan het water toe, waadoor het niet meer kan bevriezen. Daarom smaken boerenkool en spruiten veel lekkerder na een nachtvorstje! Maar over het warme weer of een mogelijke vorstperiode wilde ik het helemaal niet hebben, deze week. Wel over basilicum. Ik heb ten lange leste een pot basilicum gedurende een dag of zes, zeven in leven weten te houden. Tot nu toe was de levensduur een dag of drie, ik ga dus al vooruit. Maar vanochtend was de plant dan toch echt overleden, en ik weet niet waarom. Het feit dat ik ontdekte dat er op het schoteltje water gegeven moet worden in plaats van op de aarde heeft al meer dan 50% overlevingswinst opgeleverd, maar voor het overige begrijp ik er niets van. Ik moet zo’plantje toch fris kunnen houden? Volgens het internet groeit basilicum uitstekend binnenshuis .... Zeg, hoe doet u dat toch? Wendy Hendriksen
Nutshuis 10 januari 2014 17.00 uur korte film A Growing Exchange, aansluitend discussie (aanmelden:
[email protected]) Groen Dichterbij zaterdag 25 januari en zaterdag 1 februari 2014 masterclasses Samenwerken in Groene Buurtprojecten. Kijk op www.groendichterbij.nl of Facebook. com/groendichterbij Boek Blauwe economie Gunter Pauli ISBN 9789046813201
onderwijs
Omgaan met verschillen
Ieder kind is anders. Daar moest ik, jaren geleden, wel even aan wennen. Dat ieder kind anders is, zelfs die drie bijna identieke blonde jongetjes van mij. Dat leer je, als moeder, en je handelt ernaar. Je leert omgaan met hun verschillen. Drie kinderen op dezelfde manier opvoeden? Welnee. Omgaan met verschillen. Ook in het onderwijs een hot item. De inspectie beoordeelt scholen erop. En dus hebben wij, docenten, een cursus moeten volgen, twee jaar
moeten maken. Want ook dat wil de inspectie.
geleden alweer. Het is op een fiasco uitgelopen. Docenten staan sceptisch tegenover cursusleiders, dure jongens vaak die alles weten over omgaan met verschillende leerstijlen, die alles weten over onderwijs op maat en activerende werkvormen, maar, helaas, weinig begrip hebben voor een boek dat uit moet, sommen die begrepen moeten worden door een klas vol leerlingen met elk hun eigen talenten en karakters, verschillende leerlingen, die wèl allemaal hetzelfde gecoördineerde proefwerk
Ooit ben ik mijn carrière begonnen op een kleine dorpsschool. De directeur was geen onderwijsidealist, wel een pragmaticus. Om de school voor sluiting te behoeden, werkte de school mee aan wat toen heette de nieuwe basisvorming. Dat betekende werken in groepjes van verschillende niveaus. De tafeltjes stonden in viertallen en leerlingen mochten overleggen. Klassikale uitleg was uit den boze. Het duurde even voor ik begreep hoe het werkte. Ik liep langs de groepjes en legde dezelfde som een keer of zeven uit, bij ieder groepje apart. Na een tijdje leerde ik omgaan met een ander verschil: het verschil tussen theorie en praktijk. Ik liep niet langer langs alle tafeltjes, nee, soms tikte ik even met het krijtje op het bord, vroeg even om stilte, en dan legde
ik de som aan alle leerlingen tegelijk uit. Tegen de regels misschien, maar wel efficiënt. En dan is het 2014 en dan hoor ik de nieuwjaarstoespraak van de rector in de docentenkamer over individualisering, informatisering en onderwijs op maat, en ik begrijp: als de inspecteur komt kijken wil hij geen klassikale uitleg zien, en de tafeltjes in groepjes. Maar draait hij zich om, dan tik ik zachtjes met mijn digipen op het smartbord, en dan zeg ik: “Jongens, som vierentwintig, dat is een lastige, die leg ik even uit”. Omgaan met verschillen, ik vind het geen onzin. Ik gá om met verschillen, iedere dag. Als Sanne roept dat ze er niets van begrijpt, dan kom ik bij haar tafeltje en dan leg het nog een keertje uit. “Zie je dat het meevalt?”, vraag ik dan.
Sanne lacht, en ze knikt. Maar als Teun het niet begrijpt zeg ik: “Lees de som nog eens goed, het lukt je vast wel alleen”. Het lukt, Teun is blij. En als Larissa klaar is, krijgt ze een puzzel uit de kast. Ze glimt. Van plezier, en van trots. Omgaan met verschillen, ik vind het belangrijk, zeker in het onderwijs. Want ieder kind is anders. Maar met tafeltjes in groepjes heeft het weinig te maken.
Emmy van der Woude Docente wiskunde Maerlant Lyceum
20>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 10 januari 2014
Leve de Eerste Wereldoorlog
ergernissen Tips naar
[email protected]
Door Vilan van de Loo
Droog?
G
eweldig. Fantastisch. Leuk. Prima. Mooi. Prachtig. Heerlijk. Gaaf. Meesterlijk. Super. Magistraal. Buitengewoon. Lekker. Schitterend. De Nederlandse taal mag af en toe wat armoedig lijken, om onze appreciatie kenbaar te maken zijn er meer dan voldoende termen beschikbaar. Waarom dan de laatste jaren alle adhesie moest worden uitgedrukt in ‘vet’ en ‘cool’, soms zelfs ‘vet cool’, is op z’n minst merkwaardig. Dat kinderen die termen bezigen, heeft natuurlijk te maken met de natuurlijke behoefte om ook in de taal af te wijken van wat, met name onder ouderen, gemeengoed is. Het zij zo, maar ook steeds meer volwassenen beginnen zich van dit soort taalgebruik te bedienen, kennelijk vanwege de behoefte toch vooral te
laten zien van deze tijd te zijn. Maar vet en cool schijnen al weer ‘uit’ te zijn. Mogelijk dezelfde malloot die ooit deze woorden heeft bedacht, is erin geslaagd een nieuwe term te verzinnen en die lijkt al behoorlijk opgeld te doen. Dat is de term ‘droog’. Diepere achtergronden zijn volstrekt onduidelijk, maar als u de komende tijd uw enthousiasme niet kunt bedwingen en mee wilt doen met de trend onder kinderen en andere minder ontwikkelden dan moet u alles vooral heel ‘droog’ vinden.
Dick Toet
© Marnix Rueb
haagse harry
PLAATS
© Marcello's Art Factory
onder de haagse torens
Een golf van dienstmeisjes uit de Heimat, een kuil in het Scheveningse strand, Zimmer Frei, over wie hebben we het dan? Natuurlijk, over onze Freunden die tegenwoordig één van de beste handelspartners van Nederland zijn. Dit jaar herdenken we met de buren en de rest van Europa een memorabel jaar, 1914. U weet toch, de Eerste Wereldoorlog. Wij in Den Haag hebben daar een fijn extra feestje bij om te vieren. Al is feestje misschien wat sterk uitgedrukt. Gaan we even een paar maandjes terug in de tijd. Weet u nog, Huub Stapel helemaal verkleed op het Scheveningse strand? Hij moest prins Willem Frederik voorstellen, die in 1813 de eerste koning werd. Willem de eerste gaf op 9 januari 1814 ons land iets bijzonders: een eigen landmacht. Handtekening gezet, staande armee opgericht. Zo heette dat inderdaad: staande armee. En toen hadden we dus een leger, dat binnen de kortste keren uitmuntend uitkwam omdat toen de Eerste Wereldoorlog uitbarstte. Dat gaan we dit jaar allemaal herdenken: nationaal, regionaal en lokaal. Waarbij in alle bescheidenheid moet worden gezegd, dat het Haagje wel de navel is van dit universum. Vanwege de koning, vooral. En dan het leger ter bescherming van het ‘gansche’ land natuurlijk. De Koninklijke Landmacht (zeg nooit ‘staande armee’ tegen ze) gaat in ieder geval van 2014 een feestje maken. Niks open dagen op de Haagse kazerne. Het land in, om te vertellen wie ze zijn en wat ze doen aan de boeren, burgers en buitenlui. Ja, persoonlijke verhalen, daar gaat het om. Authentiek en menselijk. Leest u daarvoor wel de Privé? Begrijpelijk. Dan kunt u intekenen op een van de vele cursussen die in de stad gaan lopen. Denk aan diepgravende militaire historie over meeslepende onderwerpen als ‘Het chemisch wapengedrag en de Eerste Wereldoorlog’ of ‘Anton Pieck en de Eerste Wereldoorlog’. Zijn vader zat bij de marine, in de Eerste Wereldoorlog was Anton een tijdje in Den Haag gestationeerd waar hij tekenles gaf. Zoiets is belangrijk voor het moreel van de manschappen. Onderschat dat niet. Aan het einde van deze oorlog was Den Haag diep weggezakt in een economische crisis.
In 1914 hielden we de Duitsers het liefst buiten de deur, vijftig jaar later was dat wel anders. > Foto: Collectie Haags Gemeentearchief/Fotobureau Meijer.
Voor de lezers die hun hersencellen hebben geofferd aan de nieuwjaarsborrels, een korte opfriscursus met leuke weetjes. Want hoe zat het ook al weer? Nou, er waren in Europa veel onderlinge spanningen wegens imperialistische politiek. Verdeel en heers van gebieden, vooral van koloniën. Dan gooit een gek de vonk in het kruidvat door in juni 1914 aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk te vermoorden. Prompt is er geen redden meer aan. Nederland blijft zogenaamd neutraal, maar intussen gebeurde hier van alles. De landmacht gemobiliseerd, enorme toestroom van vluchtelingen, voedseldistributie, noem maar op. Dat duurt vier lange jaren, tot in oktober 1918 de Vrede van Versailles getekend wordt, zwaar ten koste van Duitsland. De keizer kreeg onderdak in Nederland en het grote Duitse rijk begon met wrokken, wat een aanzienlijke bijdrage leverde aan de volgende oorlog. Nog een leuk weetje: dankzij de loopgravenoor-
log en het gebruik van de chemische wapens, ontwikkelde de plastische chirurgie zich razendsnel. De jongens waren niet meer om aan te zien en moesten toch terug in de maatschappij.
verkiezingsprogramma’s. Ik mocht zelfs een tijdje side-kick zijn bij het gezellige ochtendprogramma van Debby Roukens! Ook al heb ik veel voor de landelijke radio en televisie gewerkt, dat blijft toch een hele eer. Omroep West huist alweer een tijdje aan de Laan van ’s-Gravenmade, een uitvalsweg van en naar de VINEX-thuislanden, met een wat gekunstelde naam die aan een fusie doet denken. Ik hoop in ieder geval niet dat het een symbolische naam is, de trotse Haagse graaf die object is van hongerige maden. Toch ben ik daar wel een beetje bang voor, de radicale bezuinigingen treffen de omroep hard. Terwijl een goede regio-omroep van
groot belang is. Inmiddels heeft zich op diezelfde Laan van ’s-Gravenmade stadsomroep Den Haag FM gevestigd. Evenzeer een sympathiek en onontbeerlijk instituut. Iedere zondagochtend rond 11.30 uur vertel ik op deze zender een verhaal over cultuur in de breedste zin des woords. God (maar vooral u, kiezer) verhoede dat West en Den Haag FM ten prooi vallen aan gladde overbodig geworden Hilversumse types. Laten we blij zijn met de mensen van wie je hoort dat ze hier vandaan komen (en die waarschijnlijk ook niet snel meer zullen vertrekken). West best!
Populair Dus wat gaan we doen dit jaar? Herdenken, herdenken, herdenken. Het koninkrijk bestaat tweehonderd jaar en daar nemen we deze oorlog gewoon in mee. De Landmacht zeilt vrolijk mee op de groeiende populariteit van de eerste wereldbrand. Dagtochten slagveld, een gasmasker passen (one size fits all), na Huub Stapel moet alles kunnen. Voor degenen die op cursus willen, is er de Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog, met héél veel activiteiten in en over Den Haag. Verder lezen: www.ssew.nl/search/node/den20haag
Laan van ’s-Gravenmade Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
M
idden jaren tachtig was ik op vrijdag vaak te vinden op de markt in Voorschoten. Ik verving mijn vader met wie het niet zo goed ging. Hij had een marktkraam vol damesmodefournituren en met vereende krachten probeerden we de zaak draaiende te houden. In mijn herinnering heb ik toen de eerste uitzenddag van Radio West meegemaakt. Het kan ook zijn dat ze al uitzonden, maar dat ze die dag voor het eerst ‘de regio introkken.’ Er stond een luidsprekerwagen en
er liepen enthousiaste reporters over de markt. Een nieuwe regionale omroep voor een gebied waarvan Den Haag het logische middelpunt was. Ik herinner mij ook dat er cryptische jingles in de ether klonken als ‘Radio West, voor het noorden en westen van Zuid-Holland’ of iets dergelijks. In ieder geval is West (sinds 1996 met TV, dus een heuse Omroep) er in de afgelopen 25 jaar in geslaagd een vaste plek in de harten van veel Zuid-Hollanders te verwerven. En terecht! Zelf heb ik in die jaren vaak voor West-microfoons plaatsgenomen, als gast, als columnist in het programma van Louis Hueber of als cabareteske deskundige bij
Marcel Verreck