tijdschrift voor bibliotheek & archief
Periodiciteit: Maandelijks • November 2013 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070
2013 | 8
Muntpunt: einde en begin Inspiratie bij informatiebeheer Van beroepscompetentieprofielen naar beroepskwalificaties Wat doe ik met een ISIL-code?
Betere kosteneffectiviteit… eBooks on EBSCOhost biedt een betaalbare manier om kwaliteitstitels aan uw collectie toe te voegen; u betaalt geen mark-up of extra kosten voor toegang en onderhoud.
Flexibelere aanschafmogelijkheden… Naast de mogelijkheden voor aanschaf voor één of meerdere gebruikers kunt u ook e-bookcollecties op abonnementsbasis afnemen met toegang voor een onbeperkt aantal gebruikers.
Meer onderwerpcollecties om aan de wensen van uw organisatie tegemoet te komen… Vind de perfecte onderwerpspecifieke titels voor uw organisatie of kies passende collecties of abonnementspakketten.
Betere ondersteuning voor versimpeld collectiebeheer… Creëer en beheer uw e-bookcollectie met de EBSCOhost Collection Manager – hierin zoekt u titels, bekijkt u pakketten, maakt u lijsten voor Patron Driven Acquisition, stelt u uw aankooppreferenties in en meer.
Bezoek voor meer informatie onze website
www.ebscohost.com/ebooks
of neem contact op met Kaatje De Moor e-mail:
[email protected] - telefoon: 0497547861
editoriaal
Het edele beroep
VERANTWOORDELUKE UITGEVER
Julie Hendrickx, Hoofdredacteur
Julie Hendrickx, Statiestraat 179, 2600 Berchem HOOFDREDACTEUR Julie Hendrickx •
[email protected] REDACTIE
Het essay van Bruno Vermeeren verder in deze META begint met een anekdote: “Bijna honderd jaar geleden kwamen in Gent een dertigtal mensen samen om rond een gemeenschappelijk belang een nieuwe vereniging op te richten.” Het gaat, uiteraard, over de oprichting van de VVBAD of toen de Vlaamsche Vereeniging van Bibliothecarissen en Bibliotheekbeambten. Al vanaf de start was vakbekwaamheid primordiaal.
Klaartje Brits, Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ann De Meulemeester, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Myriam Lemmens, Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega, Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren. REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye •
[email protected]
Ook Relinde Raeymaekers haalt herinneringen op aan de vereniging. Als directeur van de toenmalige Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek was ze een actief bestuurslid: eerst binnen de sectie Openbare Bibliotheken als secretaris en vervolgens sectievoorzitter. Later ook binnen de redactieraad van Bibliotheek- & archiefgids en de Raad van Bestuur. Voor haar waren de VVBAD-vergaderingen steeds een belangrijk moment toen er nog maar weinig informatie-uitwisseling mogelijk was. De toenemende professionalisering van het vak vanaf het Bibliotheekdecreet van 1978, de vakbekwaamheid waarvan eerder sprake, maakt zo’n verenigingsengagement niet meer zo onvoorwaardelijk: de overleg- en ontmoetingsmomenten die ooit zo schaars waren zijn er nu bij de vleet.
VRIJWILLIGER Inez Janssens REDACTIEADRES VVBAD • META Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57
Ondanks de drukke agenda’s was toch iedereen talrijk aanwezig op Informatie aan Zee, waar professionaliteit en vakbekwaamheid centraal staan. Helaas lijkt die professionalisering voor de buitenwereld niet zo zichtbaar. Dat wordt nog maar eens duidelijk in het verhaal van de beroepkwalificatieprofielen dat verder in dit nummer verteld wordt. Het edele beroep van informatieprofessional heeft zijn imago tegen.
[email protected] • http://www.vvbad.be/meta Reageer op Twitter: #overmeta ADVERTENTIES Marc Engels •
[email protected] LAY-OUT Marc Engels DRUK EVM
Maar wij weten beter, we hebben hier dan ook al verschillende keren het pleit voor gebroken. En dat blijven we doen. Volgend jaar neemt de VVBAD dan ook het aanzien van de bibliotheek, archief- en documentatiesector alvast onder de loep tijdens Focus op het imago. En we blijven natuurlijk ook inzetten op ontmoetingsmomenten. De oproep van de secties OB, HSB en WDI naar interesse voor themagroepen, waarin van gedachten kan gewisseld worden over werkmethodes en ervaringen, is hier niet vreemd aan. De VVBAD-secties bereiken vaak enkel de leidinggevenden en daar willen we iets aan doen. Voor dat edele beroep.
META verschijnt 9x per jaar, niet in januari, juli en augustus. META is een uitgave van de VVBAD en is begrepen in het lidmaatschap, maar is ook verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie op http://www.vvbad.be/lidmaatschap. ISSN 2033-639X
META 2013 | 8 |
1
Unieke ScanRobot zet boekcollecties eenvoudig en snel om naar eBook of ePub.
.0 MDS
ScanRobot 2
bot ieke ScanRo GMS heeft un collecties ek bo n va n tte voor het omze . ie at ic bl che pu naar dynamis
e met uw Scan de QRcod r meer info. voo Smartphone
eken bot worden bo Met de ScanRo and sc ge rd ee matis volledig geauto Door hoge kwaliteit. t tan ns co n r uur op ee 00 pagina’s pe 3.0 n va eid ciënt effi de snelh es cti lle co torische ndssta kunnen o.a. his be t ns we zet in elk ge eert worden omge ub. Zo digitalis eP of k oo eB formaat als in de toekomst. en nu or vo GMS collecties
DIGITALISEREN ■ INDEXEREN ■ CONVERSIESLAGEN ■ GMS digitaliseert | Edisonweg 50d | 2952 AD Alblasserdam Telefoon: +31(0)78 69 31 300 | Fax: +31(0)78 69 31 123 | E-mail:
[email protected]
www.gmsnl.com
Archief wordt verstand van zaken Adlib Archief is de professionele software voor het beheer van historische, bedrijfs- en overheidsarchieven. Duurzaam, want dankzij de open architectuur blijven uw archiefstukken tot in de lengte der dagen te raadplegen. In Adlib Archief beschrijft u uw archief tot op ieder gewenst niveau. De stukken worden overzichtelijk in context getoond, zodat u gerelateerde informatie direct in beeld heeft. Bovendien bieden verschillende zoekingangen u snel en gemakkelijk toegang tot alle bronnen. Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomst
Adlib Archief
Uitgebreid Overzichtelijk Flexibel Van globaal tot gedetailleerd Conservering- en Restauratiemodule Studiezaalmodule Bewaar beheer Inschrijvingen Meerdere zoekmogelijkheden Meertalig Internationale standaarden ISAD (G) EAD ISAAR(CPF) Unicode Integreerbaar met Adlib Bibliotheek en Adlib Museum tot één ‘crossdomain’ systeem Databasekeuze MS SQL Server, Oracle en Adlib Open System API-koppelingen Aanpasbaar aan elk soort archief.
Adlib Information Systems +31 (0)346 586800
[email protected] www.adlibsoft.com
inhoud
META 2013/8 Jaargang 89 - november 2013 Brochure uitgegeven door Dolle Mina, z.d. Met door de redactie aangepaste titel.
1 Editoriaal Het edele beroep
4 Nieuws
8 Artikel Inspiratie bij informatiebeheer
32 Essay Het beschrijven van een vak, een vak op zich Bruno Vermeeren
35 Column Typologie van de bibliothecaris
Ute Staes
12 Artikel Transitiemanagement bij Havenbedrijf Antwerpen
Eva Simon
Het citaat
De Vraag Wat doe ik met een ISILcode?
36
Charl Lavell
14 Interview Muntpunt: einde en begin Julie Hendrickx en Inez Janssen
19 Artikel Mondelinge geschiedenis en digitale duurzaamheid: een gevalstudie
Imke Hansen en Annelies Coenen
24 Signalement Informatie aan Zee 2013
26 Etalage Themagroep Sociaal Agogisch Werk
27 Inzet Geert Ruebens
28
Het cijfer Het plan
38 Kroniek • Feestelijke afsluiter werkjaar OKBV • 25th International Conference on the History of Cartography • 79th IFLA General Conference and Assembly • Archives and Records Association Conferentie
42 Recensies
Els Flour en Lisa Wouters
37
Toepassing
Over de grens Fobid Netherlands Library Forum
44 Personalia
Marian Koren
45
47 Activiteiten
48 Uitzicht
30 Trend Stiltemaanden in de bibliotheek Sarah Vanhemelrijck
Zo gehoord Francis Vlieghe
31 Uitgepakt Virtual International Authority File Bert Lemmens
META 2013 | 8 |
3
nieuws
Boekensteun: crowdfunding voor erfgoedbibliotheken en literatoren Zowel de Vlaamse Erfgoedbibliotheek als het Vlaams Fonds voor de Letteren sleutelde het afgelopen jaar aan een innovatief project voor fondsenwerving. Allebei richten ze zich op een publiek van literatuur- en boekenliefhebbers. Een samenwerking lag dus voor de hand. Het resultaat is ‘Boekensteun’: een crowdfundingplatform dat op 17 oktober in het FotoMuseum in Antwerpen werd gelanceerd door Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege. Crowdfunding (‘volksinvestering’ in het Nederlands) is een in populariteit groeiende manier om financiering te zoeken. Het principe is eenvoudig: zoek een grote groep mensen die kleine bedragen willen investeren in een project. Via Boekensteun geeft het Vlaams Fonds voor de Letteren initiatiefnemers de kans om op deze manier ‘nieuwe’ literaire projecten te realiseren. Erfgoedbibliotheken kunnen op Boekensteun financiering zoeken voor de conservering van ‘oude’ boeken. De Vlaamse Erfgoedbibliotheek spiegelt zich hierbij aan de adopt-abook-programma’s van grote buitenlandse bibliotheken. Maar Boekensteun is meer dan een inzamelingsactie. Door uit te pakken met een gezamenlijke campagne willen de deelnemende instellingen de nog jonge sector van erfgoedbibliotheken onder de aandacht van een breed publiek brengen. Elk ‘nieuw’ of ‘oud’ doel wordt op Boekensteun voorgesteld met een beschrijving, een filmpje en het richtbudget. Wie een bijdrage wil leveren, kan dat onmiddellijk doen via een online gift. Geïnteresseerden kunnen er volgen hoeveel van het benodigde bedrag al is ingezameld of, na afronding van de fondsenwerving, welke resultaten er werden geboekt. Bij de start van Boekensteun brengen de stichtende organisaties elk vijf initiatieven voor het virtuele voetlicht. Bij de nieuwe boeken vinden we een digitale publicatie voor kinderen, aandacht voor poëzie en non-fictie, leesmateriaal voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen, en een project voor brieven van literaire auteurs. Ook bij de erfgoedbibliotheken is de diversiteit opmerkelijk. De gekozen objecten of collecties zetten de rijkdom van het Vlaamse typografische erfgoed mooi in de verf: • De bibliotheek van het FotoMuseum wil met het project ‘SOS ABC: weekblad in nood’ 2200 euro inzamelen om het Vlaamse
4 | META 2013 | 8
•
•
•
•
tijdschrift ABC (1932-1973) beter te kunnen bewaren. Het geïllustreerde magazine, met op de covers foto’s van filmsterren, muzikanten en politici, is een belangrijke bron van beeldmateriaal voor het FoMu. ‘Red De Lusthof Der Maagden’, vraagt het Museum PlantinMoretus. Deze bestseller van Jan-Baptist Houwaert , gedrukt bij Christoffel Plantin, is het langste dichtwerk van de Nederlandstalige 16e-eeuwse literatuur. Het persoonlijke exemplaar van de drukker heeft de tand des tijds doorstaan, maar restauratie is hoog nodig. Kosten: 2300 euro. De Cultuurbibliotheek in Brugge bewaart een schat aan cartografisch materiaal die onder meer aan de basis lag van het boek Vlaanderen in oude kaarten (Lannoo 1982). Het project ‘Hou Vlaanderen op de kaart’ zoekt 4000 euro om alle 360 kaarten te beschermen tegen verzuring en verkleuring. ‘Unieke, laatmiddeleeuwse Bijbel zoekt nieuwe toekomst’: het Grootseminarie Brugge heeft 2350 euro nodig om zijn vierdelige glossenbijbel uit 1480 te restaureren. Die is bewaard gebleven in de oorspronkelijke banden. Ingrepen zijn noodzakelijk om dit uitzonderlijke werk zonder permanente schade te kunnen blijven exposeren. Het Koninklijk Conservatorium Brussel bezit met ongeveer 6000 titels de grootste collectie operalibretti in België. De historische papieren banden worden ontsierd door ezelsoren, scheuren en kapotte ruggen. ‘Lively Lovely Libretti’ vraagt 1300 euro om een deel van de tekstboekjes in hun oude glorie te herstellen.
Boekensteun is geen afgesloten boek. Het platform blijft tot ten minste oktober 2014 online en zal regelmatig worden uitgebreid met nieuwe projecten. Alle info is te vinden op www. boekensteun.be.
nieuws
Bestel het nieuwe S@P-jaarboek over ‘Inspectie’ Lang is er op gewacht, maar nu is het dan eindelijk zover: het S@P-jaarboek nr. 13 is gearriveerd. De regelingen rond het Archieftoezicht in Nederland zijn de laatste jaren sterk in beweging. Over het thema inspectie was nog maar weinig achtergrondinformatie vastgelegd en er waren wettelijke veranderingen aanstaande, waardoor nieuwe wegen voor het toezicht ingeslagen moesten worden. Het Jaarboek 13 heeft weliswaar niet de pretentie een handboek archiefinspectie te zijn, het geeft echter wel een goed beeld van een tussenstand, misschien een mix van inspectie oude stijl en de recente vernieuwingen. Een gezonde mix dus om nieuw het vak te overdenken, te bediscussiëren en verder te ontwikkelen. Het boek draagt de titel: Profiteer – Profileer – Prioriteer, Gedachten en handreikingen voor professionalisering van het archieftoezicht: inspectie (ISBN/EAN 978-90-71251-37-5, 224 blz.). De redactie was in handen van Jan Beens, Roelof Braad (tevens eindredacteur) en Frans Smit. Het boek kost 35 euro (exclusief verzendkosten: 5 euro) en kan besteld worden op onze website: http://www.vvbad.be/jaarboek13
Canon sociaal-cultureel werk gelanceerd Op vrijdag 11 oktober lanceerden Socius — steunpunt voor sociaal-cultureel volwassenenwerk — en de Vereniging canon sociaal werk een digitale canon over de geschiedenis van het sociaal-cultureel werk in Vlaanderen. De Canon biedt studenten, professionals en beleidsmakers historische inzichten door hoogtepunten uit 250 jaar ontwikkeling in kaart te brengen.
25 vensters De geschiedenis wordt gedocumenteerd aan de hand van 25 vensters. Elk venster beschrijft een specifieke ontwikkeling binnen een bepaald tijdskader en wordt opgehangen aan een historisch ijkpunt. Naast een schat aan informatie, biedt de Canon kans tot verdieping via bijkomend (studie)materiaal en tal van doorverwijzingen. Een overzichtsessay geeft een actuele omschrijving van het sociaal-cultureel werk en kadert het in vijf historische clusters waarbij telkens een verbinding wordt gemaakt tussen maatschappelijke achtergronden en reacties uit het sociaal-cultureel werk. Het essay belicht ten slotte ook diverse perspectieven op — en de maatschappelijke relevantie van — het sociaal-cultureel werk. > Surfen naar www.canonsociaalcultureelwerk.be.
Wegwijzer bibliotheken nu ook online! Achteruitkijkspiegel De canon werkt als een achteruitkijkspiegel op de fundamenten van het jeugdwerk, het sociaal-cultureel volwassenenwerk, de amateurkunsten, de samenlevingsopbouw, de bibliotheken, cultuur en gemeenschapscentra, het ouderenwerk… Het online naslagwerk draagt zo bij tot de identiteit van het sociaal-cultureel werk, het oriënteert, biedt kans tot verdieping en creëert grotere en blijvende belangstelling voor deze historisch belangrijke sector.
Het handboek ‘Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra’ (VVBAD en Uitgeverij Politeia) bestaat vanaf heden ook in de vorm van een website. Dankzij deze website kunt u de gewenste informatie overal, snel en doelgericht consulteren. Bent u abonnee en hebt u zich nog niet geregistreerd? Surf dan naar www.wegwijzerbibliotheken.be en vul uw gegevens in. U ontvangt daarna per e-mail uw logingegevens en wachtwoord.
Leen eens even… een jeugdbibliothecaris op de Boekenbeurs Uitgekeken op je leesvoer? Of nood aan een privégids? Grijp je kans: leen eens even een jeugdbibliothecaris om samen op zoek te gaan naar dat ene boek dat écht bij jou past. Gratis en voor niets. De Vlaamse Bibliotheken zijn terug op de Boekenbeurs! Niet als standhouder, maar als gids — in vier zalen tegelijk. Wij, dertig jeugdbibliothecarissen uit heel Vlaanderen, lenen onszelf, op woensdag 6 november, uit aan de jeugdige Boekenbeursbezoeker. We peilen naar hun leesinteresse en leeservaring en gaan dan samen op zoek naar dat ene boek dat hen past. Advies op maat, los van elke commerciële of ideologische druk. Zoals we dat elke dag doen in de 313 Nederlandstalige openbare bibliotheken van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. > Woensdag 6 november van 13.00 tot 18.00 u.
Strategische consultatie over digitale archivering bij lokale besturen Het beheer van digitale informatie wordt een steeds complexere en duurdere aan gelegenheid, iets wat vaak onderschat
META 2013 | 8 |
5
nieuws
wordt. Digitaal Archief Vlaanderen werkt • Een eerlijk beleidskader voor het heraan een gemeenschappelijke dienst om gebruik van overheidsinformatie. overheden te ondersteunen bij het duurzame beheer van digitale overheidsinfor- > Het volledige memorandum vindt u hier: matie. In maart 2014 legt het project een http://tinyurl.com/memorandumSAS voorstel voor operationalisering voor aan de Vlaamse regering. Digitaal Archief Vlaanderen wil zoveel mogelijk tegemoet komen aan de reële noden van de overheden en organiseert daarom met steun van de VVSG een strategisch consultatiemoment waarbij het project wordt voorgesteld aan de managers en bestuurders van provincies, steden, gemeenten en OCMW’s.
Nederlandse ministerraad stemt nieuwe bibliotheekwetgeving
bibliotheken, lerarenopleidingen, buitenschoolse opvang, enz. Op de website http://www.omundo.be vindt u de informatie over het project, de audioversie van de boeken in de oorspronkelijke taal, lestips en didactische en filosofische inspiratie om de boeken aan te bieden. Op vraag van velen bieden we via de website ook het boekenpakket te koop aan voor 275 euro, incl. btw en verzendingskosten. Een pakket omvat:
De nieuwe wet legt huidige functies, zoals die van ontmoetingsplaats, cultureel cen- • Tien boeken uit evenveel landen en in evenveel talen met een Nederlandse trum en studieplek voor scholieren, vast vertaling van elk boek. Deze eerste als maatschappelijke taak en definieert collectie omvat boeken uit Bulgarije, de publieke waarden van de openbare Roemenië, Turkije, Iran, Italië, Portugal, Dit op 21 november 2013, 9.00 u. – 12.00 u., bibliotheek. Het ministerie van Onderwijs, Polen, Ghana, Marokko en Slowakije in het Vlaams Administratief Centrum Cultuur en Wetenschap (OCW) wijst erop Dirk Boutsgebouw, Diestsepoort 6, 3000 dat er inmiddels naast het gebouw ook • Een achtergrondbibliotheekje van drie boeken die thematisch aansluiten bij Leuven. een digitale bibliotheek bestaat. Met de het project: nieuwe wet wordt de inkoop centraal - Atlas: een fantastische ontdekgeregeld en worden online en fysieke > Meer info en inschrijven op http://www.bestuurszakingsreis langs de schatten van de content beter op elkaar afgestemd. De ken.be/consultatiemoment. wereld / Aleksandra Machowiak en KB wordt verantwoordelijk voor deze lanDaniel Mizielinski (Lannoo, 2013) delijke digitale bibliotheek en gaat ook - Chansons du monde: 22 chansons du — in overleg met de bibliotheeksector — Brésil au Vietnam (Didier Jeunesse, centraal de e-content inkopen. 2012) Memorandum voor een - Mirror / Jeannie Baker (Walker Books, De wet moet er ook voor zorgen dat burevenwichtig auteursrecht 2010) Informatie en cultuur moeten toegankelijk gers toegang tot de bibliotheek blijven zijn voor iedereen. Daarom willen cultu- houden als het filiaal in hun gemeente rele, wetenschappelijke en onderwijsin- sluit. Er moet ook volgens de bevoegde stellingen in Vlaanderen een meer even- minister een landelijke bibliotheekpas komen waarmee ook digitaal geleend kan wichtig auteursrecht. worden. De Volkskrant stelt dat minister Het Samenwerkingsverband Auteursrecht Bussemaker de nieuwe wet ziet als een e n S a m e n l ev i n g ( SA &S ) e n d e steun in de rug voor de bibliotheken, die Gebruikersgroep cultureel erfgoed en vaak vanwege gemeentelijke bezuiniginauteursrecht, stelden in naam van de cul- gen zwaar onder druk staan. turele, wetenschappelijke en onderwijsinstellingen in Vlaanderen, een memo- Bron: Bibliotheekblad randum op met het oog op de regionale, Uiteraard luisteren we graag naar uw federale en Europese verkiezingen van 25 ervaringen, bedenkingen en ideeën mei 2014. Met 8 actiepunten bieden ze over het project. ‘O Mundo – een kleine oplossingen aan waar onze samenleving Wereldbibliotheek’ kan er alleen maar alle baat bij heeft. beter van worden. De mooiste prentenboeken uit De actiepunten zijn: de wereld • Grenzen aan de uitbreiding van het Op 17 september 2013 lanceerde Stichting Lezen auteursrecht. Stichting Lezen ‘O Mundo — een kleine • Een meer transparante beschermings- Wereldbibliotheek’, een project dat duur. de mooiste prentenboeken uit de hele • Een grondige herwerking van de uit- wereld wil binnen brengen in multicultuzonderingen: minder restricties en rele klassen. meer flexibiliteit voor nieuwe vormen van informatiegebruik. Op dit ogenblik loopt ‘O Mundo — een • Geen uitholling van de wettelijke uit- kleine Wereldbibliotheek’ als piloozonderingen. tproject in vijf scholen in Gent, Brussel, • Ruimte voor digitalisering van cultureel Mechelen, Antwerpen en Genk. Vanwege erfgoed. de vele, enthousiaste reacties wil • Transparante beheersvennootschappen. Stichting Lezen het project — eerder • Ondersteuning voor open access en dan voorzien — ook al openstellen voor datamining in het onderzoek. andere geïnteresseerden in scholen,
6 | META 2013 | 8
nieuws
Wendy de Graaff tijdens de bekendmaking van de longlist op Informatie aan Zee.
Stem nu voor de Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel Op Informatie aan Zee werd de longlist van 22 bibliotheken bekendgemaakt. De publiekstemming is begonnen op zaterdag 12 oktober, de start van de Bibliotheekweek. Nog tot vrijdag 15 november kan iedereen z’n stem uitbrengen via de website van Bibliotheekblad (http://www.bibliotheekblad. nl/beste_bibliotheek). De 12 bibliotheken met de meeste voorkeursstemmen komen op de shortlist. Op de longlist staan: Antwerpen De Poort (Berchem), Bornem, Kalmthout, Puurs Limburg Beringen, Bree, Houthalen-Helchteren, Lommel Oost-Vlaanderen Herzele, Moerbeke, Zottegem
Deze 22 bibliotheken moeten nu hun medewerkers, leden en bezoekers mobiliseren om een stem uit te brengen. De 12 bibliotheken met de meeste stemmen (2 per provincie en 2 uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) gaan door naar de finale. Aansluitend wordt het dozijn bibliotheken in de eindronde bezocht en beoordeeld door meerdere mystery guests, die hun kennersblik laten gaan over zaken als ‘gebouw & inrichting’, ‘diensten & producten’, ‘service & klantgerichtheid’ alsmede het aanbod voor individuele en institutionele partners. Na de rapportage door de mystery guests zal een jury, onder leiding van een bekende Vlaming, het definitieve oordeel vellen. Alle finalisten worden in het zonnetje gezet tijdens een feestelijke bijeenkomst op donderdag 3 april 2014. De verkiezing is een initiatief van het vakblad Bibliotheekblad en komt mede tot stand dankzij steun van de VVBAD.
Vlaams-Brabant Affligem, Beersel, Haacht/Boortmeerbeek, Hoeilaart West-Vlaanderen Brugge, Kortrijk, Middelkerke, Tielt Brussel Hoofdstedelijk Gewest Sint-Gillis, Ukkel, Vorst
Hebt u ook nieuws voor deze rubriek? Stuur het naar
[email protected]
META 2013 | 8 |
7
artikel
Inspiratie bij informatiebeheer Ute Staes, Rubenianum
Van kritische vragen, over protest, tot hulpkreten. Als informatiebeheerder werd Ute Staes geconfronteerd met uiteenlopende (weerstands)reacties toen ze in 2010 verschillende collega’s moest begeleiden bij het digitaliseren van hun werkplek. Omdat de gevolgen ervan ver dragen — en toegegeven: erg kunnen frustreren — ging Ute op zoek naar verhelderende perspectieven in de literatuur. Digitale werkplek Dat beroepsgerelateerde kennisdeling steeds vaker wordt ondersteund door digitaal informatiebeheer is om verschillende redenen een positieve evolutie te noemen. Niet alleen sparen we papier en dus plaats, ook de toegankelijkheid van documenten en dossiers vergroot, wat dan weer een vlotte (samen)werking bevordert. Het realiseren van een doorgedreven digitaal documentbeheer roept echter een nieuwe complexiteit in het leven: niet alleen de informatiedeskundigen 8 | META 2013 | 8
moeten nu professioneel met informatiebeheer bezig zijn. Digitaal werken vraagt inspanningen van élke medewerker. Het verhaal stopt dus niet bij het opzetten van een goed geolied informatiesysteem. De ingebruikname ervan vereist kennis en vaardigheden die niet noodzakelijk aanwezig zijn. Toch blijken collectieve opleidingen, strakke richtlijnen en heldere handleidingen niet alle obstakels voor een vlotte implementatie uit de weg te ruimen.
Toen ik begon als informatiebeheerder, zou ik een twintigtal collega’s bij de ingebruikname van een gemeenschappelijke mappenstructuur begeleiden. De randvoorwaarden waren gerealiseerd: er was een sterk uitgewerkte mappenstructuur, er werd een set basisregels gepresenteerd en er waren zelfs al een aantal collega’s naar een opleiding over het nieuwe informatiebeheer geweest. Toch verliep de implementatie bijzonder moeizaam. Ondanks uitgebreide instructies, gemeenschappelijke presentaties en
herhaalde aanmoedigingen bleef de overstap naar de nieuwe werkwijze onvolledig, halfbakken of soms zelf onbestaand. Hoewel alle elementen om kennis en vaardigheden te vergroten aanwezig waren, bleek er dus iets anders aan de hand. Om uit de impasse te geraken, bleek het nodig de situatie vanuit een andere hoek te bekijken. Het implementeren van het digitaal informatiebeheersplan bracht verandering met zich mee en dàt liet zich voelen. De
artikel
implementatie verliep minder vlot dan gewenst doordat er een weerstand tegen die verandering de werkvloer beheerste. Respect voor de complexiteit van het veranderingsproces bleek dan ook onontbeerlijk om als informatiebeheerder effectief vooruitgang te boeken.
20+50-30 Een eerste geruststellende opvatting diepte ik op uit Geert De Vents handleiding voor projectmanagement. Een vernieuwend project begeleiden is nooit een fluitje van een cent. “Veranderingen stuiten immers steeds op een vorm van ongenoegen”. Op de drempel van het veranderingproces worden we onvermijdelijk geconfronteerd met 20% voorstanders, 50% neutralen en 30% tegenstanders. Het succes van een project hangt volgens hem in grote mate af van de overtuigingskracht van de (bege)leider ervan. Zijn tactiek moet zich toespitsen op de 50% neutrale medewerkers. Zij moeten overtuigd worden van het nut van het project. De ‘tegenstander’ — al is dat één op drie medewerkers — wordt best buitengesloten. Tijdens de ingebruikname stonden sommige medewerkers inderdaad meer afkerig tegenover het nieuwe informatiesysteem. Andere collega’s waren sneller overtuigd, al was het maar omdat er geen ontkomen aan was. Door hen in eerste instantie te betrekken, en samen met de enthousiaste collega’s van start te gaan, konden meteen de eerste volledig digitale stappen gezet worden. De ‘negatieven’ zonder meer negeren, zou echter op langere termijn allesbehalve verstandig zijn. De complexiteit van het proces van verandering onderkennen is essentieel om toch grip te krijgen op wat gaande is. Het welslagen van een vernieuwend project betekent dus ook respect opbrengen voor deze sterkere
weerstandsreacties. Door hen gedaan moet worden, komt organisatiecultuur onder de loep te nemen om een effeclater te betrekken, kon ook ook onderling vertrouwen tieve diagnose van het promeer aandacht gaan naar het — of het gebrek daaraan — in bleem te stellen. ontmijnen van hun weerstand. het vizier. Wanneer collega’s eisen dat de informatie volledig afgeschermd wordt voor Cultuurverschillen Omgeving Daarnaast mag de soci- het boze oog van alle andere Voor de identificatie van ale dimensie van een werk- medewerkers is het wantrou- mogelijke culturele drempels plek niet onderschat worden. wen zeer manifest. Angstvallig ontwikkelden Van der Weele Medewerkers hebben een werkdocumenten enkel lokaal en de Lugt een bijzonder bewaren, of weigeren eigen grote invloed op elkaar. Wil behulpzaam instrument: door de nieuwe manier van werken mails te klasseren bij een digi- middel van een ‘cultuurscan’ taal dossier zijn duidelijke aan- kan je de veranderingsgerichtecht ingang vinden, zal ze op verschillende niveaus moeten wijzingen. heid van je organisatie in kaart doorwerken: naast de indivibrengen. In de onderscheiden duele medewerkers, moeten Ve r/wa n t ro u we n h o eve n ‘ontwikkelingsniveaus’ staat ook het gedrag van het team we overigens niet enkel bij steeds de graad van onderpersonen te situeren. Wat ling vertrouwen centraal. en de organisatie omslaan.
“Het verhaal stopt dus niet bij het opzetten van een goed geolied informatiesysteem.”
Het verwerven van kennis, het ontwikkelen van de nodige vaardigheden en het vormen van nieuwe attitudes zijn op elk niveau de bouwstenen van het leerproces. Hoe hoger we opklimmen in de organisatiestructuur, hoe complexer het zal zijn om de verandering door te voeren, en hoe meer tijd hierin geïnvesteerd zal moeten worden. Deze opvatting helpt ook te begrijpen waarom het geven van externe opleidingen aan individuele medewerkers niet volstaat. Na een dergelijke training komt het ‘veranderd’ individu weer terecht in zijn oude, niet-veranderde werkomgeving. De aangeleerde methode verliest meteen zijn urgentie en de nieuwe werkwijze zal snel vergeten wordt.
Samen delen Bij het beheren van informatie op gemeenschappelijke servers is ook ‘vertrouwen’ een noodzakelijk thema. De technische nieuwigheden moeten voldoende betrouwbaarheid hebben. Dat gaat over back-ups, net als over bescherming van bestanden. Doordat ook aan kennisdeling
a l s b e t ro u w b a a r wo rd t beschouwd, zit ook stevig ingebakken in de organisatie zelf. “To effectively diagnose the fit between their existing organization and knowledge management objectives, managers need frameworks to help articulate how culture affects their unit’s ability to create and apply knowledge”, volgens De Long en Fahey. De cultuur van een organisatie behelst het geheel van waarden, normen en praktijken dat het gedrag van individuen, teams en organisaties beïnvloedt en bepaalt. Omdat de organisatiecultuur zo fundamenteel is, bepaalt ze ook wat binnen een professionele omgeving wordt beschouwd als kennis en welke informatie bewaard moet worden. Ook zal ze doorslaggevend zijn in de opvattingen over wie deze kennis moet beheren, kan delen en mag gebruiken. Door haar overweldigende, zij het niet steeds geëxpliciteerde invloed kan dus ook de organisatiecultuur voor drempelvrees zorgen. Als informatiebeheerder is het dus geen overbodige luxe de eigen
In organisaties met culturen in de proactieve fase (1) of zelfs in topprestatie (2) bestaat veel onderling vertrouwen en ook geen noemenswaardige angst om aan kennisdeling te doen. Het zal hier een kwestie zijn van gewenning aan de nieuwe media die daartoe moeten worden aangewend om het digitaal informatiebeheer voet aan grond te doen krijgen. Een instelling met een responsieve cultuur (3) laat zich vooral leiden door het dagdagelijkse werk. Wat daar niet meteen toe bijdraagt is van secundair belang en wekt argwaan op. Het beheren van digitale informatie wordt in deze organisaties als een extra opdracht, en dus (meestal) als een last ervaren. Een organisatie die zich in de reactieve fase (4) bevindt, is beslist niet klaar voor het delen van kennis. Het vertrouwen tussen collega’s is niet groot genoeg. Medewerkers lijken vooral bezig met het zichzelf in- en afdekken. Hier moet eerst de cultuur zelf aangepakt worden om er een veranderingsgericht project als digitaal informatiebeheer ingang te doen vinden. Afhankelijk van de organisatiecultuur zal een team dus meer of minder vatbaar zijn voor de gevraagde verandering. Het is belangrijk dat de informatiebeheerder daar rekening mee
META 2013 | 8 |
9
artikel
kan houden, maar ook actief naar remedies zoekt. Een sterkere verankering van digitaal informatiebeheer in het takenpakket bepleiten was één van mijn tactieken. Ook het belang van kennisdeling steeds weer benadrukken wierp zijn vruchten af. Duikt er bijvoorbeeld een probleem op wanneer een collega plots ziek valt? Net dan kan je duidelijk maken hoe gemeenschappelijk toegankelijke servers de efficiëntie van de organisatie vergroten.
Weerstand en comfortzones “Resisting change is normal, but it’s problematic for organizations looking to make changes or implement new technologies”. Ondanks het gewicht van de cultuur en het team, is de individuele medewerker steeds de spil van het veranderingsproces. De manier waarop Kevin Craine de weerstand tegen verandering bij individuen conceptualiseert, verheldert veel. Zijn inspirerende visie op reacties van medewerkers baseert zich op de fasen rouwverwerking, die Elisabeth Kübler-Ross ons leerde kennen. Hij beschouwt
weerstand als een natuur- voortgang beschouwen we lijke, emotionele en boven- beter als een dynamisch prodien onvermijdelijke reactie, ces, waarbij iedere werknemer die we binnen een concep- zich op eigen tempo een weg tuele “cycle of change” met baant door enkele emotionele vier emotionele fasen moe- ‘zones’.
“Het welslagen van een vernieuwend project betekent dus ook respect opbrengen voor deze sterkere weerstandsreacties.”
ten plaatsen. Deze visie gaat ervan uit dat alle medewerkers geaffecteerd worden door een nieuwe manier van werken. Iedereen wordt in meer of mindere mate aangestoken door die natuurlijke weerstand. Alleen kunnen de ‘positieve voorstanders’ daar op een andere manier mee omgaan dan de ‘pessimistische tegenstanders’ of de ‘neutrale toeschouwers’. Bij het introduceren van nieuwe werkmethodes moeten we het rechtlijnig vooruitgangsdenken loslaten. De
De comfort-zone is de emotionele zone waar mensen zich doorgaans (zouden moeten) bevinden. Ze zijn zelfzeker en hebben het gevoel alles onder controle te hebben. Routine en zelfs verveling kunnen wel eens de kop opsteken, maar meestal heerst tevredenheid over de manier waarop alles verloopt. In casu: mailtjes worden uitgeprint en samen met andere documenten in archiefmappen geklasseerd, op de persoonlijke computers puilt de map ‘mijn documenten’ uit, wie zijn digitale documenten bewaart, doet dat volgens een
“Maak het jezelf niet te moeilijk door te perfectionistisch te zijn. Verlies de moed niet, effectieve verandering vraagt tijd.”
1 0 | META 2013 | 8
persoonlijke logica. Kennis delen gebeurt net als scannen: on demand. Bij de introductie van een nieuwigheid kunnen we verschillende weerstandsreacties onder de No-zone onderbrengen. Bij invoeren van nieuwe procedures keren medewerkers graag terug naar de vertrouwde Comfort-zone. “Het was me echt veel te moeilijk. Ik doe gewoon verder zoals ik altijd al gewerkt heb, dat ging toch prima?” Andere medewerkers lijken in een soort shocktoestand te verkeren. Ze weten niet hoe om te gaan met de vernieuwing, met negatieve gevolgen voor hun dagelijkse prestaties. Ze halen alle instructies door elkaar, kunnen hun onzekerheid niet de baas en hebben bij elke digitale stap ondersteuning nodig. Een volgende herkenbare reactie is een weerbarstig protesteren. “Ik maak mij niet moe! Dit is weer een project dat over een jaar toch afgeblazen wordt”. Woedende en gefrustreerde reacties zijn ook tekenen aan de No-zonewand. Hartsgrondig gevloek over het niet terug vinden van een document dat even voordien werd opgeslagen op de server of boze telefoontjes over kleine obstakels zijn kenmerkend gedrag. Verongelijkte opmerkingen als “de anderen houden zich ook niet aan de regels, waarom zou ik het dan moeten doen?” zijn legio. Ook sabotage komt hier voor. Digitaal documentbeheer krijgt excessieve wild-wildwestvormen doordat zonder enige selectie plots elke RE/ FW-e-mail opgeslagen wordt. “Het is toch de bedoeling dat ik mijn e-mails digitaal klasseer?!” Bij collega’s in de No-zone bleek het vooral belangrijk informatie over het doel van het informatiebeheer uit te leggen en telkens opnieuw te benadrukken. Wie duidelijke en specifieke verwachtingen hoort, weet beter waar hij aan toe is. Door te luisteren naar zorgen en aandacht te hebben voor bezwaren breng je
artikel
het nodige respect op voor de weerstand en leer je zelf hoe je je aanpak kan verfijnen. Wie de initiële afkeer voor het nieuwe overwonnen heeft, komt in de Schemer-zone terecht. Hier wordt onderhandeld over de manier waarop het veranderende werkproces zal toegepast worden. “We zullen bij het eerstvolgende project beginnen met digitaal archiveren.” Of: “Ik zou mijn persoonlijke map op de server echt eens moeten doornemen en de bestanden die nog nuttig zijn uitselecteren. Ik doe het zodra ik er de tijd voor heb!” Hoewel er dus enig elan te bespeuren valt, sluipt hier ook de depressie rond. In de wandelgangen weerklinkt het zuchtend weeklagen: “Wij hebben echt heel veel te doen, we hebben hier toch geen tijd voor…”. Voor medewerkers in de schemerzone zal het belangrijk zijn om voor hen rites de passage te organiseren en tijdelijke overgangsprocedures in te stellen. Organiseer opruimdagen en klasseermomenten, waarbij iedereen betrokken wordt. Stel concrete doelen voor ogen en geef een deadline mee, zodat er voldoende ruimte is om de gevraagde inspanningen in te plannen.
lauweren te rusten. Ook in de Go-zone wordt het doel en de gewenste resultaten steeds opnieuw beklemtoond. Kijk af en toe alle mappen even door, lijst eventuele actiepunten op en wijs ze toe aan een collega. Regelmatige feedback en het vieren van kleine successen houdt (een team) medewerkers enthousiast. De cycle of change zou geen cyclus zijn mocht het doel niet zijn om iedereen weer in hun Comfort-zone te krijgen. Dit kan echter pas wanneer iedereen naast de aanvaarding van het informatiesysteem ook de kennis en de vaardigheden verworven heeft die ervoor zorgen dat de nieuwe aanpak geïnternaliseerd is en het proces als vanzelf loopt. Dossiers worden nu regelmatig digitaal afgestoft en opgeschoond. Het digitale stratenplan is nu voor iedereen bekend terrein.
Informatie beheren = verandering managen De overstap naar een nieuw informatiesysteem vereist dus nieuwe kennis en vaardigheden; ook van de informatiedeskundige. Na het bekijken van verschillende managementperspectieven hebben we een wat meer geïntegreerde visie op wat dit vernieuwend informatiebeheer teweegbrengt en hoe we daarmee om kunnen gaan. De verankering van de nieuwe (digitale) aanpak is geen evidentie en zal — afhankelijk van verschillende individuele, sociale en organisatorische factoren — meer of minder tijd vragen.
Pas in de Go-zone zijn we klaar om de vernieuwing echt te omarmen. Nu de medewerker aanvaardt dat het nieuwe informatiesysteem in voege gaat, is hij bereid zich in te zetten. Vergaderverslagen worden niet meer uitgeprint, maar via het scherm doorge- Digitaal werken en archiveren nomen. Digitale archivering moet een onderdeel worden wordt steeds meer een evi- van de reguliere werking, en dente reflex. Pas hier toch ook dus ook zo gepercipieerd worop voor een goed bedoeld, den — niet als iets extra. Zo maar ongestuurd enthousi- moet een draagvlak gecreëerd asme. Wat je nog moet ver- worden op verschillende promijden is dat er een wildgroei fessionele niveaus. Betekenis aan mappen ontstaat die wor- geven aan de gevraagde den aangemaakt volgens per- inspanningen is daarbij soonlijke logica’s. Ook digi- enorm belangrijk. Dat digitale stapels van bestanden tale archieveringsstrategieën en mails zijn een valkuil. De “a distinguishable break with informatiebeheerder heeft past practice” vereisen, vergt dus nog geen tijd om op zijn ook “the recognition that the
former ways of doing things will not create and sustain successful organisations”. Het is essentieel de noodzaak van de verandering uit te klaren bij alle medewerkers. De informatiebeheerder kan pragmatisch van start gaan zoals De Vent aanraadde, maar zal op termijn ook rekening moeten houden met wie snel afhaakt. Je zal zeker merken dat niet iedereen even snel weg is met de grondbeginselen. Volg hun vorderingen meer nauwgezet op en hou je beschikbaar voor hun vragen. Het blijft ook zaak medewerkers actief te betrekken. Breng ook nieuwe medewerkers meteen op de hoogte van de beginselen van het digitaal documentbeheer. Tijdelijke medewerkers worden in de mate van het nodige geïntro- Dit betoog werd gevoed door volduceerd door de informatie- gende bronnen: beheerder zelf. Zorg ervoor • Fullan (2007) : Leiderschap in een dat voor het vertrek van elke cultuur van verandering / Michael stagiair, vrijwilliger, of (proFullan. - ’s-Gravenhage, Reed ject)medewerker diens mapBusiness, 2007. 133 p. (ISBN: 978pen en documenten worden 90-352-4212-8). doorgespit. Vaak hoeft slechts • Craine (2007) : Managing the cycle een selectie van documenten of change / Kevin Craine. - In: bewaard te worden. Information Management Journal, sep/okt 2007. pp. 44-50.
Daarnaast moet de manager • De Vent (2005) : Projectmatig wersteeds het goede voorbeeld ken in de erfgoedsector : handleigeven. Eerlijkheid over de ding tot het vermijden van uitschuidoelen en potentiële problevers / Geert De Vent. - Culturele men horen daar absoluut bij. biografie Vlaanderen vzw., Berchem, Probeer steeds goed geïnfor2005. 44 p. Te downloaden op: meerd te zijn, maar geef ook http://www.faronet.be/e-documeneerlijk aan wanneer er onduideten/projectmatig-werken-de-erflijkheid heerst. Vermijd mogegoedsector. lijkheden waar het fout kan • Sydänmaanlakka (2003) : De intellopen door strakke instructies ligente organisatie : de integratie op te stellen en overleg aan te van prestatie-, kennis en commoedigen. Dat vraagt voordien petentiemanagement / Pentti veel tijd, maar bespaart achSydänmaanlakka; Vanja Walsmit teraf frustraties. Hou het ook (vert.). - Zaltbommel: Thema, 2003 simpel: eenvoudige instructies (Nederlandstalige uitgave). ISBN en eenvoudige logica. Laat col90-5971-283-4. lega’s geen eigen logica bin- • De Long & Fahey (2000) : nensmokkelen in de digitale Diagnosing cultural barries to knowmappenstructuur, maar expliledge management / David W. De citeer (steeds opnieuw) de Long; Liam Fahey. - In: Academy of bestaande principes. Management Executive, 2000, jrg. 14, nr.4. pp. 113-127.
En ten slotte: Maak het jezelf • Van der Weele & de Lugt (2008). niet te moeilijk door te perKM kookboek : recepten voor kenfectionistisch te zijn. Verlies nismanagement / Daan Van der de moed niet, effectieve verWeele en Yuri de Lugt. - Rotterdam : andering vraagt tijd. Essentials. ISBN: 9789077252079
META 2013 | 8 |
11
artikel
Transitiemanagement bij Havenbedrijf Antwerpen Charl Lavell, Zuidelijk Informatie Netwerk
Met het project ‘Overstag’ heeft het Ook wensen medewerkers duidelijkheid wat de verandering Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA) nu voor hen zelf betekent. In die zin kan weerstand ook een sinds 2011 een veranderingsproces in gang teken van betrokkenheid zijn. Belangrijk is wel dat er een open gezet, waarbij een nieuwe manier van werken gesprek plaatsvindt tussen directie, projectleiders en medewordt geïntroduceerd met als kernbegrippen werkers. Een open gesprek betekent ook dat dialoog wordt papierloos, transparanter en variabele werk- aangemoedigd en de uitkomst niet bij voorbaat vast staat. Dat plekken. Dit veranderingsproces vergt ingrij- noemen we ‘open conflictnormen’; de norm in de organisatie pende aanpassingen op het vlak van informa- is dat er open gesproken wordt over meningsverschillen, die tiebeheer, werkomgeving en -methodes. Die er ook mogen zijn, als gezond worden gezien en uitgangspunt aanpassingen betekenen een noodzakelijke voor een dialoog zijn. organisatieverandering en digitalisering van Succesfactoren en valkuilen bij documentstromen. Organisatieverandering
digitalisering
Binnen het GHA heeft zowat elke dienst of afdeling zijn eigen Interne communicatie is een belangrijke succesfactor van veran- systeem om de noodzakelijke informatie te beheren en bewaderingstrajecten. Medewerkers moeten niet alleen op de hoogte ren. Sommige afdelingen werken om diverse redenen nog heel zijn van veranderingen binnen de organisatie, er wordt ook van sterk op papier. Andere beschikken over een klassement van ze verwacht dat ze meewerken, zich aanpassen en enthousiast digitale informatie. Eén van de basiseisen voor het starten met ‘het nieuwe werken’(HNW) is het creëren van een virtueel kanzijn over de veranderingen. toor. Het GHA wil ‘papierloos’ gaan werken. Dat betekent dat Regelmatig mislukken verandertrajecten in organisaties door het GHA documenten zoveel mogelijk digitaal gaat beheren, ook de bestaande, papieren archieven. Die bestaande, fysieke de volgende oorzaken: • De medewerkers in de organisatie vinden dat het manage- archieven moeten dus worden gedigitaliseerd. Bij een digitaliseringtraject, gekoppeld aan de implementatie van een Document ment onduidelijk is over wat anders of beter moet. Management Systeem (DMS), hebben we te maken met een • Het management zorgt er niet voor dat de onderdelen van aantal (succes)factoren: de organisatie leren van elkaars problemen en ervaringen. • In de organisatie is men niet stipt in de afspraken die er zijn. Organisatie en techniek Afspraak is er geen afspraak. • De leidinggevenden zijn niet goed in staat visie en beleid aan • Neem voldoende tijd voor organisatorische voorbereiding • Houd er rekening mee dat techniek altijd langer duurt dan hun medewerkers over te brengen. gepland Uit deze oorzaken kunnen we het volgende concluderen: Er is • Ga stapsgewijs automatiseren een gebrekkige sturing vanuit het management. Eén van de • Laat in een vroeg stadium de mogelijkheden van digitaal werken zien grondbeginselen van verandermanagement is het feit dat de manager voortdurend aandacht geeft aan het vermogen van de • Start klein en laat medewerkers meepraten organisatie om de eigen doelen na te streven. Managers moeten zich niet alleen bewust zijn van hun rol, maar vooral ook gevoe- Lopende werkzaamheden/activiteiten lig zijn voor hun eigen rol in een veranderende omgeving. Het • Neem voldoende tijd om lopende zaken te inventariseren idee erachter is dat alleen een verandermanager die zijn eigen • Neem voldoende tijd om achterstanden weg te werken kwaliteiten en beperkingen goed kent, een effectieve verander- • Voorkom dat bij de start van digitalisering werkzaamheden ophopen manager kan zijn. Het is een open deur, maar van belang voor • Zorg voor vertrouwen bij de medewerkers een succesvol verandermanagement is betere communicatie. • Houd er rekening mee dat medewerkers eerst lopende zaken willen afronden Als verandermanagers minder tijd en energie richten op het bestrijden van weerstand dan op het overwinnen ervan, is de kans veel groter dat zij veranderingsprocessen in organisaties Verantwoordelijkheid • Bij elke organisatieverandering (zo ook bij digitalisering) ligt succesvol kunnen doorvoeren. de verantwoordelijkheid bij het management Verder hoeft weerstand van medewerkers tegen een veran- • De projectleider is niet verantwoordelijk, maar heeft wel een faciliterende functie dering en een nieuwe manier van werken niet altijd negatieve gevolgen voor het verandertraject te hebben. Zeker bij aanvang • Wat te doen bij een manager die zelf geen DMS gebruikt? van een verandering in organisaties is weerstand een normale • Een projectleider moet kennis hebben van het systeem, beschikken over contactuele vaardigheden en het (hoger) menselijke eigenschap. Medewerkers willen graag eerst overmanagement tijdig inschakelen tuigd worden van nut en noodzaak van de nieuwe organisatie. 1 2 | META 2013 | 8
artikel
Promotie/communicatie • Voorkom de mogelijkheid om documenten ook buiten het • Alleen informatie- en promotieactiviteiten zijn NIET volDMS op te slaan doende • Betrek eindgebruikers in de testfase Conclusie • Zorg voor een pilot van een bepaald werkproces Weerstand bij medewerkers kan bijdragen aan de kwaliteit van • Digitalisering en DMS moeten voor iedereen voordeel ople- de organisatieverandering, mits er sprake is van open conflictveren normen in de organisatie. Sterker nog: weerstand bij aanvang • Ga niet te veel communiceren ‘TEGEN’ medewerkers in van projecten kan zelfs resulteren in betere projecten. De basis nieuwsbrieven, folders of op intranet maar praat ‘MET’ de voor een digitaliseringsproject zijn een toekomstvisie en een mensen! organisatieveranderplan. Digitalisering is geen technisch implementatieproject, maar meer een (organisatie)verandertraject. Implementatie Daarbij is een digitaliseringtraject geen exclusieve DIV- of ICT• Nieuwe en bestaande gebruikers verschillend benaderen aangelegenheid. Ten slotte is het van belang dat de verant• Organiseer gerichte informatiebijeenkomsten woordelijkheid voor elke verandering bij het management ligt. • Voldoende tijd voor voorbereidende fase vereenvoudigt de implementatie > Zie voor het volledige artikel en bronvermelding: http://www.amersbosch.nl/ • Regel ondersteunende medewerkers na de implementatie bijlagen/Case_Port_of_Antwerp.pdf • De nadruk moet liggen op implementatie van de applicatie bij gebruikers
www.flickr.com/photos/cheetah_flicks
META 2013 | 8 |
13
Leen Lekens en Relinde Raeymaekers (Muntpunt):
“Het is goed dat we de voorbije vijf jaar bijna geen werking hadden. Hierdoor kunnen we nu makkelijker tabula rasa maken.”
interview
Muntpunt: einde en begin Inez Janssen en Julie Hendrickx Foto’s: Stefan Tavernier
Aan de vooravond van haar pensioen blikt hoofdbibliothecaris Relinde Raeymaekers terug op haar loopbaan in de Centrale Openbare Bibliotheek en de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek van Brussel. Als nieuwe hoofdbibliothecaris vertelt Leen Lekens over haar ambities voor de bibliotheek binnen het nieuwe Muntpunt. De uitdagingen van de Brusselse context zijn nooit veraf. Relinde, hoe kijk je terug op je loopbaan? Relinde: Het is een lange loopbaan, 36 jaar. In het bibliotheekwezen is het niet zo vreemd dat mensen hun hele leven bij dezelfde instelling blijven. Ze verhuizen wel eens van de ene bibliotheek naar de andere, maar ik denk dat ze weinig naar andere sectoren overstappen. Die lage mobiliteit heeft veel te maken met de passie voor het beroep. Mensen zijn erg begaan met hun vak en kunnen zich moeilijk inbeelden in een andere context te moeten werken. Ik vond ook Brussel als stad een heel boeiend werkveld. Als Nederlandstalige bibliotheek vervulde je hier een soort strijdfunctie. Bovendien evolueerde ons programma zeer traag, we hadden zelden voldoende plaats voor de bibliotheek. Ieder jaar of om de twee jaar kwam er wat ruimte bij maar nooit voldoende. De grote doelstelling van een nieuwe bibliotheek, op maat van onze noden, verwezenlijkt zich nu pas. Gelukkig maak ik dat nog op de valreep mee. Waar begon je loopbaan? Relinde: Over mijn eerste job moet ik al even nadenken. (lacht) Ik heb stage gelopen in boekhandels en uitgeverijen en ben ook naar het buitenland getrokken. Ik heb een tijd in Polen gewoond en daarna in Argentinië. Telkens via mijn man. Ik volgde zijn parcours maar zorgde er wel voor dat ik in een bibliotheek terecht kwam. In beide gevallen was ik verbonden aan de plaatselijke universiteitsbibliotheek. In Polen was ik de enige persoon die ook andere talen sprak dan Pools. Ik werd dus meteen ingeschakeld voor het inlichtingenwerk. Veel vragen kwamen van Polen die in de VS woonden en gegevens wilden uit onze bibliotheek. Daarna verhuisden we naar het noorden van Argentinië en werkte ik in de universiteitsbibliotheek van Chaco. Dat was in in ’72-’73, op het einde van de dictatuur. Omdat er toen voortdurend opstanden waren, werd er eigenlijk niet veel gewerkt. Daarna keerde ik terug naar België en werkte ik als bibliothecaris voor de ‘Belgische Dienst voor de Opvoering van de Productiviteit’. Zoals dat toen heette. Mijn volgende post was het instrumentenmuseum en in september ’77 werd ik hoofdbibliothecaris in de Hoofdstedelijke Bibliotheek. Maar het was al in ’72-’73, tussen Polen en Argentinië, dat ik hoorde dat men op het Muntplein een Nederlandstalige bibliotheek zou bouwen. Ik schreef toen in een brief aan minister Van Mechelen, bevoegd voor Nederlandstalige aangelegenheden, dat ik graag als bibliothecaris zou werken in die Hoofdstedelijke Bibliotheek. Op die brief kreeg ik nooit een antwoord, maar het is me toch gelukt. (lacht) Wat waren voor jou de hoogtepunten van je carrière? Relinde: Er zijn een aantal scharniermomenten. Een daarvan was het bibliotheekdecreet. Toen het decreet in 1980 in werking
trad, veranderde er plots veel. We kregen zowel meer financiële armslag als meer personeel. In ’79 hadden we ons personeelsbestand al uitgebreid met een Bijzonder Tijdelijk Kader (BTK), een nepstatuut eigenlijk gezien er toen ook al grote werkloosheid was. Maar in ’81 gingen we van zeven voltijdse equivalenten naar zestien voltijdse personeelsleden. In een ruk kregen we er tien professionele bibliothecarissen bij maar ook een nieuw Derde Arbeidscircuit-project en nog een nieuw BTK-project. Op één dag kregen we er gewoon twintig mensen bij, dat was indrukwekkend. Van een klein bibliotheekje werden we meteen een bibliotheek met een zesentwintigtal medewerkers. Zo’n plotse omslag hebben we met het gebouw nooit meegemaakt. Dat is altijd een geleidelijk proces geweest: stukje voor stukje kregen we ruimte bij. We waren voortdurend de bibliotheek aan het herschikken. Een andere mijlpaal is 1987. Toen werd onze ruimte plots verdubbeld door het bijhuren van de eerste verdieping. In 1991 werden we dan weer erkend als Centrale Openbare Bibliotheek (COB). Ook toen werd het kader uitgebreid, maar dan met drie personen. In ’92 kenden we een grote doorbraak op infrastructureel vlak: toen breidden we uit van de eerste verdieping naar het gelijkvloers, de kelder en het Muntplein. Onze voordeur op het Muntplein vertaalde zich ook onmiddellijk naar
“Ik vond ook Brussel als stad een heel boeiend werkveld. Als Nederlandstalige bibliotheek vervulde je hier een soort strijdfunctie.” meer lezers. De toename van onze werking was zo spectaculair dat op een gegeven ogenblik mijn collega’s te kennen gaven dat we beter stopten met alle uitbreiding- en promotieactiviteiten. Ze konden de toestroom aan de balie gewoon niet meer aan. Dat vond ik jammer want elke ontwikkeling of evolutie kunstmatig stilleggen is niet goed voor een organisatie. Tegelijkertijd zaten we nog wel met die infrastructurele beperkingen, zoiets is een keurslijf voor een bibliotheek. Je kan niet voluit gaan. De evoluties in verband met internet en audiovisuele media zijn natuurlijk ook belangrijk geweest maar dat geldt voor elke bibliotheek. Wat voor ons in het bijzonder belangrijk was, is ons Literair Salon. Oorspronkelijk organiseerden we dat zelf maar daar stappen we nu van af. De organisatie vraagt te veel tijd en uiteindelijk is het niet onze corebusiness. Voortaan zullen we
META 2013 | 8 |
15
interview
sneller partnerships aangaan waarbij de knowhow van derden ingehuurd wordt. Uiteindelijk is het een vak op zich en ontbrak bij ons de deskundigheid.
catalografie dan vind je daar nog medewerkers die ook in de eerdere bibliotheek werkten. Bij collectievorming daarentegen is dat al anders omdat dit aspect veel breder is geworden.
Leen, jij bent begin jaren negentig in de hoofdstedelijke bibliotheek terecht gekomen. Hoe ben je precies in Brussel beland? Leen: Ik was net afgestudeerd aan de bibliotheekschool en werkte daarvoor in de bibliotheek van het toenmalig Museum voor Hedendaagse Kunst in Gent, het huidige SMAK. Ik ben daar destijds als stagiair begonnen in het kader van mijn opleiding. Maar ik ben uiteindelijk langer gebleven. Daarna heb ik een tijdje in de Gentse stadsbibliotheek gewerkt. Dat was nog de tijd van de BTK-projecten en de GESCO’s en ik wilde vast werk en liefst in een grote bibliotheek. Toen er op dat moment een opportuniteit in Brussel was, deed ik mee aan het examen waarvoor ik slaagde. Nadien werd ik uit de werfreserve geplukt en kon ik vrijwel onmiddellijk voltijds beginnen. Ik was een van die drie personen die er in 1991 bijkwamen na de erkenning als COB. Ik werd binnen het jaar bevorderd tot assistentdienstleider en heb me toen voor dertien of veertien jaar met de ICT en het netwerkbeheer bezig gehouden. Dat waren de pioniersjaren. We hadden toen ik arriveerde veertien stand alone pc’s en één netwerk, Vubis. In een latere fase hebben we nog 21 terminals gehad. En ook daar draaide Vubis op als enige applicatie. Er waren toen nog maar weinig mensen die al een eigen pc hadden in hun bureau. Dat was indrukwekkend, avant-gardistisch in die jaren!
Leen: Naast het klassieke selecteren van de media, willen we meer activiteitsgericht gaan werken. Het is vooral de belevingswaarde die centraal zal staan en gebruikers anders naar een collectie moet doen kijken. Het is een metamorfose. Een waarin we uiteraard nog moeten groeien.
Toen ik dan enkele jaren later opnieuw kon opklimmen, werd ik dienstleider en ben ik met de collectievorming begonnen. Initieel was dat als een tweespan: ik deed de AVM en een collega hield zich bezig met de gedrukte media. En zo zijn we aanbeland bij de nieuwe bib.
Leen: Daarom verdient die doorstart wel wat aandacht. In de afgelopen jaren hebben we jammer genoeg wat ervaring verloren. Diensten werden vaak ook gewoon afgebouwd: het collectiebudget werd kleiner, de tijdschriften werden verminderd en er waren bijna ook geen activiteiten meer. Ook onze voeling met het publiek is daardoor sterk gedaald. Hoewel er een harde kern is die is blijven komen, voel je toch dat veel mensen uitgewaaierd zijn naar andere bibliotheken. We hebben verliezen geleden. Nadat we zo weinig aanwezig waren de afgelopen jaren is dit een nieuwe start.
Hoe lang kijken jullie al uit naar die nieuwe bibliotheek? Relinde: Er liepen al sinds 2003-2004 gesprekken over de oprichting van een communicatiehuis. De daarop volgende jaren werd er enkele keren vergaderd en werd een voorlopige studie gemaakt. Maar die werd pas in 2006 geformaliseerd. Toen werd er een formele overeenkomst gesloten tussen de Vlaamse overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), de inrichtende overheid van de bibliotheek, om dat communicatiehuis samen uit te bouwen. Op dat moment drongen we al jaren aan op de aankoop van het Munthuis in het Schildknaapgebouw. In 2002 had de VGC een erfpachtovereenkomst voor 30 jaar afgesloten. Ze stelden echter vast dat ze geen geld hadden om het te verbouwen. Dat is eigenlijk de reden waarom de VGC is meegegaan in het verhaal van het communicatiehuis. Het aanbod om zo’n huis te vormen samen met Onthaal en Promotie Brussel (OPB), die gesubsidieerd werden vanuit de Vlaamse overheid, kwam de VGC goed uit. Op die manier stonden zij niet meer alleen in voor alle aanpassingswerken. Voor ons was het shockerend dat er in de principeovereenkomst van beide overheden geen sprake meer was van een bibliotheekfunctie. Er werd wel vermeld dat de OPB en HOB in elkaar zouden opgaan maar bij de grote strategische doelen werd er niets van een bibliotheek vermeld. Dat is in latere teksten gelukkig rechtgetrokken. Hoe loopt de samenwerking met Onthaal en Promotie Brussel? Relinde: Er is sterk gesleuteld om er een compleet nieuwe organisatie van te maken waarin de typische bibliotheekfuncties en deze van Onthaal en Promotie door elkaar lopen. Mensen uit beide organisaties werden op basis van hun talenten ingepast. Op die manier kwam men tot een nieuw organogram. Als men bijvoorbeeld kijkt naar een typische bibliotheekfunctie zoals 1 6 | META 2013 | 8
Waar wil Muntpunt als communicatiehuis en belevingsbibliotheek vooral op inzetten? Leen: Ten eerste de informatiefunctie. Die gaat terug op community information maar krijgt een nieuw elan. In Brussel is het belangrijk dat alle versnipperde informatie verzameld wordt en op een toegankelijke en thematische manier gepresenteerd wordt. Relinde: We zijn eigenlijk vier, vijf jaar compleet stilgevallen. Om de verbouwing mogelijk te maken zijn we tot twee keer toe (tijdelijk) moeten uitwijken naar een kleinere locatie waar we weinig tot geen extra voorzieningen hadden. We waren toen niet meer dan een uitleendienst. In de Prinsengrachtstraat hadden we nog een summier internetplatform maar nadien in de Wolvengrachtstraat werden we eigenlijk een klein filiaaltje. Intussen ging de wereld verder. Hierdoor ligt de lat plots heel hoog voor ons.
De Brusselse context is vrij uniek. Wat is de relatie van Muntpunt met de andere Nederlandstalige bibliotheken in Brussel? Relinde: In ’90 zijn we COB geworden en werden we als grootste bibliotheek in Brussel verantwoordelijk voor de coördinatie en de ondersteuning van het Nederlandstalige Brussels openbaar bibliotheekwerk. Op dat ogenblik waren er nog niet veel erkende bibliotheken, een vier- of vijftal. Die eerste jaren werd er enorm veel tijd geïnvesteerd om overal in Brussel gemeenten te stimuleren om toch Nederlandstalige bibliotheken op te richten. Van zodra het bibliotheekdecreet er was en iedere gemeente een eigen bibliotheek kon oprichten, was ik daarmee bezig in samenwerking met de dienst cultuur van de NCC. Wij trokken toen al naar alle Brusselse gemeenten om hen aan te sporen een Nederlandstalige bibliotheek op te richten. Bij een aantal lukte dat. In de meeste gevallen was het vooral afwachten. Er kwam pas echt schot in de zaak vanaf dat we voldoende personeel hadden om daar systematisch aan te kunnen werken. We behielden die opdracht tot de bibliotheekwerking werd overgenomen door Muntpunt. Later kregen we naar aanleiding van het decreet Lokaal Cultuurbeleid, in 2002, de opdracht van Streekgericht Bibliotheekbeleid (SBB) als opvolging van COB. Bij de overgang naar Muntpunt is gekozen om het SBB los te maken van onze bibliotheekwerking en het onder te brengen bij de VGC. Sommigen betreuren dat dit niet langer een opdracht is voor Muntpunt. Maar door de ruimere en hybride opdracht van Muntpunt zit die streekgerichte werking beter
interview
alle tools voor ontwikkeld zijn, eigenlijk maar 35 procent uitmaakt van alle bezoekers die binnenkomen. De meesten komen gewoon even een kijkje nemen. Ze willen iets ontdekken of hebben nog vijf minuutjes tijd terwijl ze op de bus wachten. Daarom is het leuk als zaken op een zodanige manier gepresenteerd worden dat je nieuwsgierig wordt of op ideeën komt. Een laatste aspect heeft alles te maken met de activiteiten. Ook dat is niet nieuw maar ik denk dat we nu op een next level komen. We zijn op zoek naar allerlei formats waarin we de verschillende partners met elkaar kunnen verbinden om de samenwerking steviger te maken en omdat we zo allemaal vanuit een bepaald Leen Lekens (links) en Relinde Raeymaekers. perspectief ons steentje kunnen bijdragen aan die co-cre“Hoewel er een harde kern is die is blijven komen, atie. Een van die activiteiten is het collectieve lezen waarvoel je toch dat veel mensen uitgewaaierd zijn van je op andere platformen naar andere bibliotheken. We hebben verliezen al ziet dat het heel erg in de lift zit. ‘Uitgelezen’ bijvoorgeleden.” beeld heeft steeds uitverkochte zalen. Daar willen we nog veel nadrukkelijker op inzetten. We willen ook inclusief werken en de strikte doelingebed in de VGC naar mijn oordeel. Bovendien is Muntpunt groepenwerking verlaten. In plaats daarvan willen we ons meer een agentschap van de Vlaamse overheid, ik denk dat het voor de Brusselse bibliotheken minder geloofwaardig zou overko- op thema’s concentreren. Dit zijn de belangrijkste startposities maar gaandeweg — we zijn nu drie à vier maanden bezig — men als Muntpunt ook nu het SBB op zich zou nemen. Muntpunt merken we dat er een hypotheek komt te liggen op de plannen is een vzw. Als bib waren we dat ook, maar wel een vzw van de VGC. Vanuit die positie konden we gemakkelijker onder- die we maakten. Bij de inrichting hebben we bijvoorbeeld ook andere accenten gelegd dan wat er in oorsprong, in theorie, handelen met de gemeenten. De VGC is voor Vlaanderen nu vastgelegd was. eenmaal de vertegenwoordiger en organisator van het lokaal cultuurbeleid in Brussel en heeft een nauwe samenwerking met Relinde: Dat is de sterkte van het architecturaal concept van de Brusselse gemeentebesturen via allerlei decreten op het vlak Muntpunt. Het is een gebouw dat tijdloos is, dat steeds anders van jeugd, onderwijs, welzijn, gezondheid ... En de VGC zit ook ingebouwd in het Brussels hoofdstedelijk Gewest als overheid, geïnterpreteerd kan worden. Natuurlijk is er wel de nogal prominent aanwezige centrale boekentoren. dat maakt haar tot een aanvaardbare partner voor de Brusselse gemeenten. Leen: We hebben ermee gespeeld om die zo vol mogelijk te zetten. Enerzijds verlaten we voor een aantal collecties de SISO Leen, ga jij als hoofdbibliothecaris andere accenten leggen als en gaan we meer thematisch werken, anderzijds kozen we voor Relinde heeft gedaan? een traditionele logische ordening door de kerncollectie te preLeen: Ik vermoed van wel, de situatie is ook anders. Relinde vertelde het verhaal van een moeizaam opgebouwde biblio- senteren in de boekentoren. We bouwden bijv. een denkersgallerij en een collectie ‘bewust leven’ uit. Het is de bedoeling deze theek met af en toe kantelmomenten. Nu is het een totaal deelcollecties zodanig te presenteren dat je via de presentatie nieuwe organisatie. De bibliotheek is een van vier functies makkelijk vindt wat je zoekt terwijl je anders heel gericht in de binnen Muntpunt. Misschien is ze wel de meest zichtbare catalogus of via bronnen als recensies zou moeten gaan zoemaar niettemin is het ‘maar’ een van de vier. Er is ook voor het eerst duidelijk gekozen voor een concept: de belevings- ken. Het is onze bedoeling om te inspireren en bezoekers zoveel mogelijk nieuwe zaken te laten ontdekken. bibliotheek. Voorlopig is dat concept vooral terug te vinden in een ander soort collectiebeleid. We willen deels afstappen Relinde: Het is goed dat we de voorbije vijf jaar bijna geen van media-aankopen in functie van informatie. Zo denken we werking hadden. Hierdoor kunnen we nu makkelijker tabula erover om uit te pakken met kunstzinnige boeken die een rasa maken. Je moet je werking voortdurend herdenken en niet zekere belevingswaarde etaleren. Een tweede zaak daarbij is steeds afgaan op wat je overal onmiddelijk om je heen ziet. Je de presentatie. Uit verschillende onderzoeken heb ik geleerd moet met je blik naar de verre toekomst durven kijken. dat de ‘gerichte zoeker’, waar we ons op focussen en waar
META 2013 | 8 |
17
INTERVIEW
Jullie zijn beide ook heel lang actief geweest in de VVBAD. Hoe zijn jullie er terecht gekomen? Leen: Vooral Relinde was erg actief binnen de VVBAD. Ik iets minder.
“Ik merkt dat er nog steeds een sterke nood is aan normen en regeltjes. Dat blijft heel erg wegen op dit vak.”
Wat zouden jullie beginnende bibliothecarissen of bibliotheekmedewerkers aanraden op basis van jullie ervaring? Leen: Ik zou het leuk vinden, moest het beroep van bibliothecaris eindelijk van zijn stoffige imago bevrijd worden. Enerzijds zou ik mijn dochter niet meteen aanraden het bibliotheekwezen in te stappen, anderzijds ben ik ervan overtuigd dat er nog heel veel potentieel en groeimogelijkheden bestaan indien we de focus verbreden. Relinde: Je moet cultuur bij het publiek brengen. Op de eerste plaats via de media, tegenwoordig vaak digitaal in plaats van gedrukt of audiovisueel. Het is belangrijk dat een bibliotheek een ontmoetingsplek is waar mensen geïnspireerd worden. En we moeten eindelijk afstappen van de bibliothecaris als een soort regelgever die zich gedistantieerd heeft van alles dat zich buiten de bibliotheek afspeelt. Ik merk dat er nog steeds een sterke nood is aan normen en regeltjes. Dat blijft heel erg wegen op dit vak. Het belang dat er bijvoorbeeld gehecht wordt aan catalografie is daarbij een goed voorbeeld. Inderdaad, catalografie is nodig maar ik heb toch de indruk dat nog te veel bibliothecarissen nog te gehecht zijn aan dat apparaat. Leen: Het zou ons van heel veel werk ontlasten als we meer centraal zouden kunnen inkopen en als alles kant-en-klaar zou zijn. Relinde: Ja, dat is inderdaad arbeidsintensief. Rond ‘83-’85 is de Vlaamse Bibliotheekcentrale (VBC) met een centrale boekverwerking gestart. Ik dacht toen dat wij ook een ontwikkeling zouden kennen zoals Nederland die meemaakte met de Nederlandse Bibliotheekdienst (NBD). De NBD staat er vandaag de dag nog steeds. In Vlaanderen heeft zich dat toch niet doorgezet omdat er geen interesse was bij de Vlaamse bibliotheken. De dienstverlening was te duur: bovenop de boekenprijs moest er nog een bedrag betaald worden voor de verwerking. Het waren crisistijden. Alle bibliotheken hadden gratis personeel via BTK’s en DAC’s en met de centrale boekverwerking zouden ze geen werk meer hebben voor die mensen. Dat was het voornaamste argument. Niet overal maar in veel gemeenten waren dat laaggeschoolde werkkrachten die zich bezig hielden met het plastificeren en etiketteren. Als ze het VBC voor zo’n dienst moesten betalen, kwam dat duurder uit. Dat heeft ertoe geleid dat we in Vlaanderen te lang op die manier zijn blijven werken. We hebben nog steeds geen centrale boekverwerking. Dat vind ik heel jammer maar het heeft nog weinig zin om daar nu nog mee te starten. Klassieke media zullen toch meer worden afgebouwd. De dynamiek van de bibliotheken is jarenlang afgeremd geweest doordat iedereen altijd bezig was met die collectievorming, collectieverwerking en catalografie. Dat waren drie loodzware processen die bibliothecarissen verhinderden om nog met een open blik naar de toekomst te kijken.
1 8 | META 2013 | 8
Relinde: Ik was er al van in het begin bij betrokken en heb dan ook een enorme evolutie gezien. In 1980 was ik secretaris van de sectie Openbare Bibliotheken. In 1988 werd ik sectievoorzitter en in 1993 algemeen secretaris van de vereniging. Ondertussen was ik ook redactielid voor Bibliotheek- & archiefgids. Vroeger waren de vergaderingen van de vereniging een van de weinige momenten waar informatieuitwisseling tussen vakgenoten mogelijk was. Er was nog geen Bibnet of VCOB, je ontmoette elkaar op de VVBAD. Op het verenigingsadres hadden wij minstens elke maand een vergadering. Dat waren ook momenten van gezelligheid, we gingen samen op café of iets eten. Dat is met de professionalisering van het ambt wel weggevallen. En het is niet meer het enige moment van overleg. Nu ontmoet je elkaar ook op verschillende niveau’s: regionaal, lokaal, etc. De laatste jaren ben ik echter niet meer actief als VVBAD-lid. Als je eigen organisatie groter wordt, stuur je meer mensen uit naar allerlei overlegplatformen waardoor je zelf niet meer aanwezig bent. Hoe zouden jullie de balans opmaken voor de VVBAD? Zijn er zaken waar we sterker op zouden moeten inzetten? Relinde: Ik denk dat de vereniging het moeilijker heeft gekregen. Dat uit zich misschien niet in de ledenaantallen denk ik, maar er zijn tegenwoordig andere professionele organen zoals LOCUS en Bibnet. Ik heb de indruk dat de VVBAD zich goed heeft kunnen stand houden doordat ze de openbare bibliotheekwerking overschrijdt door de samenwerkingsverbanden met andere bibliotheek- of informatiespelers. Leen: De vereniging neemt ook actief issues op zoals ACTA waarover in Vlaanderen toch weinig bekend is. Daar is zeker nog een belangrijk doel, een missie voor een belangenvereniging. Uiteindelijk is de VVBAD iets anders dan Bibnet of LOCUS. Relinde: Dat META nog steeds verschijnt in gedrukte vorm vind ik ook niet onbelangrijk. Het fysiek aanwezig zijn, heeft een belangrijke waarde vind ik. Het biedt natuurlijk ook een overzicht van wat er leeft in de sector, in het ruimere bibliotheeken archiefwezen. En belangenbehartiging blijft een belangrijke functie. Neem nu het onderwijs. Er moet een betere bibliotheekopleiding komen. Op dat vlak zijn we een ontwikkelingsland. Terwijl een volwaardige bibliotheekopleiding in het buitenland al lang evident is, heb je hier nog geen voltijdse opleiding op hogeschoolniveau. En ik vrees dat het er nog steeds niet inzit omdat men twijfelt of het nog wel nodig is om mensen tot bibliothecaris op te leiden. En misschien is dat voor openbare bibliotheken inderdaad niet meer zo noodzakelijk als vroeger. Een aantal technische aspecten zijn ondertussen minder belangrijk geworden. Ik denk dat je als bibliothecaris vooral een oog en oor moet hebben voor alles wat er in je omgeving gebeurt. Je moet weten hoe je zaken moet interpreteren en daarop kan inspelen. Het is belangrijk om je vinger aan de pols te houden. Waar vragen mensen naar? Wat is er beschikbaar aan hulpmiddelen en diensten? Via internet krijgen mensen snel en veel antwoorden op al hun vragen, de bibliotheek als informatiepunt is daardoor al lang niet meer zo evident voor velen. Oké, bedankt voor dit boeiend gesprek en we wensen Muntpunt veel succes!
ARTIKEL
Mondelinge geschiedenis en digitale duurzaamheid: een gevalstudie Els Flour en Lisa Wouters, Archiefcentrum voor Vrouwengeschiedenis vzw
In 2012-2013 werkte het Archiefcentrum voor Vrouwengeschiedenis (AVG) 1 aan een project rond mondelinge geschiedenis over het feminisme van de zogenaamde ‘tweede golf’ (de autonome feministische beweging van de jaren zeventig). Het beoogde daarmee om nieuw bronnenmateriaal over deze emancipatiebeweging te creëren, met het oog op toekomstig historisch onderzoek. Dit artikel schetst het verloop van het project en het leerproces dat het AVG doormaakte inzake digitale duurzaamheid. De aanleiding voor het project was dubbel. Er was de vaststelling dat het archiefmateriaal over de tweede golf weinig uitgebreid is (“we zaten in de actie”, zeggen de militantes zelf) en fragmentair bewaard bleef. Daarnaast was er het besef dat de generatie van de tweede golf de pensioengerechtigde leeftijd bereikte — enkele voortreksters zijn de voorbije jaren overleden — zodat het
optekenen van getuigenissen een zekere urgentie had. Aangezien het registreren en vooral verwerken van mondelinge bronnen erg tijdsintensief is, werden projectsubsidies aangevraagd om de aanwerving van een projectmedewerkster mogelijk te maken. Het Agentschap Kunsten en Erfgoed van de Vlaamse overheid en het Instituut voor de Gelijkheid
van Vrouwen en Mannen zegden hun steun toe, en halfweg 2012 ging het project van start. De uitvoering was in handen van Lisa Wouters; een stuurgroep met Henk de Smaele (UA/co-voorzitter AVG), Gita Deneckere (UGent/IPG), Julie Carlier (UGent/IPG), Leen Van Molle (KU Leuven) en Els Flour (AVG) stond in voor de begeleiding. Voor het AVG ging het om een
pilootproject. Het eerste werk van de projectmedewerkster bestond er dus in zich in te werken in de methodologie van mondelinge geschiedenis en in de technische aspecten van het project, met name de langetermijnbewaring van digitale bestanden. Verder vond de selectie van de respondenten plaats, kreeg de themalijst voor de gesprekken vorm en werd een modelcontract opgesteld. Ook de keuze
META 2013 | 8 |
19
artikel
van de opnameapparatuur en bestandsformaten gebeurde in deze eerste fase.
“Eens de vragen gesteld en de verhalen opgetekend, is het cruciaal dat de digitale bestanden duurzaam worden bewaard.”
De vijftien respondenten weerspiegelden samen de diversiteit van de beweging, met zowel engagementen in organisaties die over heel Vlaanderen actief waren als in lokale initiatieven. 2 Alle gecontacteerde respondenten waren bereid om mee te werken aan het project.
Levensverhaal reconstrueren De interviews gebeurden volgens de life story approach: de respondenten kregen zeker in het eerste gesprek alle ruimte om hun levensverhaal te reconstrueren en van daaruit over hun maatschappelijk engagement te vertellen. Aangezien de verwevenheid tussen individuele ervaringen en maatschappelijke structuren (‘het persoonlijke is politiek’) een belangrijk thema was in de tweede feministische golf leek deze benadering bij uitstek geschikt om de protagonisten van deze beweging te bevragen. Een tweede interview, enkele weken na het eerste, bood de mogelijkheid om hiaten te vullen, aanvullingen of verduidelijking te vragen en meer gericht het feministische parcours van de respondenten te overlopen. In totaal werden dus dertig interviews afgenomen, twee per respondent. De opnames gebeurden louter met audio, wat de intimiteit van het gesprek ten goede kwam. Elk interview werd gedegen voorbereid: de projectmedewerkster verdiepte zich via archief- en literatuuronderzoek in het parcours van de respondenten, aan wie ze ook vroeg om op voorhand een identificatiefiche in te vullen. De respondenten ontvingen voor het gesprek een lijst met mogelijke gespreksthema’s. Tijdens de eerste reeks gesprekken (september-december 2012) lag de focus op hun levensverhaal, hun eerste stappen in het
2 0 | META 2013 | 8
feminisme/de vrouwenbeweging en de relatie tussen hun engagement en privé- en/ of professionele leven. In de mate van het mogelijke kregen ze tijdens het gesprek archiefmateriaal (brochures, foto’s etc.) te zien, om het herinneringsproces te stimuleren. De respondenten konden ook zelf onderwerpen aandragen. De projectmedewerkster maakte van elke gesprek een evaluatieverslag en daarna een woordelijke transcriptie van de audioopnames (‘poëtische stijl’). De transcripties van het eerste gesprek dienden als voorbereiding voor het tweede interview, waar nodig aangevuld met bijkomend opzoekingswerk. In dit tweede gesprek (januari-februari 2013) stond niet langer het eigen levensverhaal centraal, maar de feministische beweging en hun concrete engagement daarin. De interviewer had een meer sturende rol: de respondenten kregen specifieke vragen, die opnieuw zoveel mogelijk op voorhand aan hen werden overgemaakt. Ook van deze tweede reeks gesprekken, die inhoudelijk een duidelijke meerwaarde boden, werd een woordelijke transcriptie gemaakt. De grondige inhoudelijke voorbereiding van beide reeksen interviews rendeerde tijdens de gesprekken: de interviewer kon inspelen op wat de respondenten vertelden, die van hun kant apprecieerden dat de interviewer een echte gesprekspartner was. Doorheen het project ging er veel aandacht naar het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen de projectmedewerkster en de respondenten en naar een goede communicatie. De gebruiksmodaliteiten van het nieuwe bronnenmateriaal (met het oog op wetenschappelijk onderzoek) zijn per gesprek in een contract vastgelegd tussen de respondent en het AVG. Ook de nazorg werd niet vergeten: de respondenten werden uitgenodigd op een gezamenlijk
etentje en krijgen een exemplaar van de opname van hun gesprek. Al tijdens het transcriberen van de eerste ronde interviews, werd duidelijk dat de ‘realistische tijdsbegroting’ die aan het begin van het project was opgesteld, een onderschatting was. Het transcriberen van de in totaal dertig interviews (gemiddeld 2 uur en meer gesprekstijd per interview) was belangrijk voor een goede ontsluiting (de interviews zijn in getranscribeerde vorm veel gemakkelijker te raadplegen en te doorzoeken), maar bleek bijzonder tijdsintensief. De tijdsinvestering voor de transcipties woog op de technische afwerking van het project, en net met dit aspect was het AVG het minst vertrouwd.
Bits en bytes van mondelinge geschiedenis Een mondelinge geschiedenisproject moet niet alleen inhoudelijk met kennis van zaken worden aangepakt, maar stelt ook heel wat technische uitdagingen. Eens de vragen gesteld en de verhalen opgetekend, is het cruciaal dat de digitale bestanden duurzaam worden bewaard, inclusief de bijhorende metadata. Het AVG had de technische vereisten bij het uitschrijven van het project slechts rudimentair in kaart gebracht en tijdens de uitvoering bleek dat digitale duurzaamheid grotere uitdagingen stelde dan gedacht. Er doken niet alleen verwachte vragen op (welk opnameformaat is geschikt voor duurzame bewaring van digitale bronnen? Waar de bestanden opslaan?), maar ook onverwachte (hoe de integriteit van de digitale bestanden garanderen? Hoe kunnen de metadata in het bestaande collectiebeheersysteem worden ingevoerd?). Het bleek voor een team van niet-ICT’ers niet gemakkelijk om al deze kwesties trefzeker aan te pakken en om onderbouwde keuzes te maken tussen de verschillende opties die steeds
artikel
Brochure uitgegeven door Dolle Mina, z.d. De afbeelding op de cover bevat een door de redactie aangepast opschrift.
voorlagen. Omdat de technische kwesties niet nauwkeurig genoeg waren opgelijst voor de aanvang van het project, drongen ze zich op in de eindfase ervan, toen ook andere aspecten tijd en aandacht vroegen. Gestimuleerd en ondersteund door PACKED vzw slaagde het AVG er alsnog in om het project technisch te structureren en de duurzame bewaring van de eindresultaten te garanderen. Het AVG verdiepte zich in het ‘Advies standaarden en best-practices mondelinge geschiedenis’ van PACKED en de informatie op de wiki van project CEST (www.projectcest.be), het woonde enkele vormingen bij en vroeg voor specifieke vragen en problemen advies op maat aan PACKED. Vervolgens werden de gekozen opties geregistreerd en gecommuniceerd aan de collega’s. Hieronder
wordt dieper ingegaan op enkele technische kwesties die zich doorheen het project aandienden. Standaarden Aan het begin van het project werd onderzocht welke de internationale standaarden zijn voor een kwalitatieve langetermijnopslag en -bewaring van geluidsopnames. Op advies van PACKED werd geopteerd voor opnames in WAV-formaat en werden de andere parameters voor de opnames (bitdiepte 16 bits, bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz enz.) vastgelegd. Het AVG kocht een semiprofessioneel opnametoestel (Marantz PMD620) waarin deze parameters als standaardinstelling werden geprogrammeerd. Alle 30 interviews werden op dezelfde manier opgenomen. De parameters waren gekozen om hoogwaardige digitale bestanden te verkrijgen,
met het oog op de langetermijnbewaring. Met interviews van twee uur en meer leidde die hoge kwaliteit evenwel tot erg zware moederbestanden. Dit bracht in een latere fase van het project problemen met zich mee, met name bij het creëren van kopieën in een lagere resolutie (MP3) voor een gebruikersbestand en bij het verpakken in digitale containers. Het converteren van een WAV-bestand naar MP3 door middel van vrij te downloaden VideoLANsoftware is in theorie bijvoorbeeld relatief eenvoudig, maar bleek in de praktijk bijzonder traag te verlopen. Het feit dat het AVG zijn netwerk, serverruimte en computerpark niet autonoom beheert, belemmerde op zulke momenten de vlotte voortgang van het project. De vzw die het AVG en andere organisaties huisvest, biedt weliswaar ICTondersteuning aan, maar het
oplossen van typische netwerkproblemen is nog iets anders dan het begeleiden van een digitaal erfgoedproject. Ook de rekenkracht van de computers — standaardmodellen voor professioneel gebruik — laat vermoedelijk te wensen over. Opslag Het AVG bleek over onvoldoende ruimte op de gedeelde servers in het gebouw te beschikken om alle bestanden te kunnen opslaan. Tijdens de prospectie naar een veilige en duurzame oplossing met een afdoend back-up systeem, werden de audiobestanden provisoir opgeslagen op hoogwaardige externe schijven. Het AVG toetste verschillende opties af en besloot uiteindelijk om in eigen huis bijkomende serverruimte te huren, speciaal bedoeld voor het opslaan van de moederbestanden. De huur hiervan is
META 2013 | 8 |
21
artikel
“Zonder het advies van de PACKEDmedewerkers had het AVG de technische aspecten van het project vermoedelijk niet onder controle gekregen.”
2 2 | META 2013 | 8
een jaarlijkse kostenpost, maar het AVG zette daarmee ook de eerste stap naar de ontwikkeling van een eigen, weliswaar in omvang bescheiden, digitaal archiefdepot. Het ‘scoremodel digitale duurzaamheid’ van PACKED leverde een goed beeld van de punten die we moeten aanpakken om zo’n digitaal depot verder op punt te zetten (http://scoremodel. org). Integriteitscontrole en metadata Het AVG leerde gedurende de projectperiode heel wat over de duurzame bewaring van digitale bronnen en metadata. Op advies van PACKED gaf het AVG elk moederbestand een checksum mee, die toelaat de integriteit ervan te controleren. Er wordt onderzocht of de netwerkbeheerder dit controleproces automatisch op geregelde tijdstippen kan doen uitvoeren dan wel dat een manuele controle in de jaarplanning van het AVG moet worden ingeschreven. Er werd ook uitgezocht hoe alle metadata die werden gegenereerd tijdens het project kunnen worden bewaard. Het gaat bijvoorbeeld om biografische informatie over de participanten en hun selectie, infofiches van de participanten, inhoudelijke voorbereidingen van interviews, persoonlijk mailverkeer. Het is mogelijk deze bestanden samen met de audiobestanden van de interviews op te slaan in een digitale container, zeg maar de digitale versie van de archiefdoos. Wanneer een onderzoeker de digitale archiefdoos van het project opent, kan die de contextdocumenten van de digitale bronnen toetsen volgens de principes van historische kritiek (door wie werden de bronnen aangemaakt, wanneer, waarom, hoe, met welke bedoeling, enz.). Deze actie, met de SIP-creator ontwikkeld aan de Universiteit Gent, wacht nog op verdere afwerking. Omdat de WAVmoederbestanden zo zwaar zijn, vraagt het verpakken in containers veel rekentijd van
de apparatuur in het AVG. Het proces kon dus niet tussen de bedrijven door gebeuren en er werd een planning opgesteld om het voor eind 2013 af te ronden. Beschrijving en toegankelijkheid Het AVG onderzocht met de hulp van PACKED vzw en Inge Van der Stighelen (informatiecentrum van Amazone vzw) hoe het nieuwe digitale bronnenmateriaal op een adequate manier kan worden beschreven in AMIS, het systeem voor de collectiebeschrijving dat het AVG en Amazone gebruiken. AMIS is zeer performant en flexibel, maar ietwat verouderd. De bestaande veldenstructuur voorziet niet in het invoeren van digitale beeld- of geluidsbestanden en vooral voor het invoeren van de bijhorende metadata bleken aanpassingen nodig. Op basis van bestaande best practices, werkte het AVG een sjabloon uit voor de beschrijving van de digitale bestanden die in het kader van dit project tot stand kwamen (inclusief de transcripties en infofiches met gegevens van de participanten). De kostprijs voor het aanmaken van alle nodige velden (niet begroot in het initiële
project) stond evenwel niet in verhouding met de slechts dertig bestanden die moesten worden ingevoerd. Bovendien overweegt het AVG om over te stappen naar een moderner datasysteem, waardoor investeringen in AMIS tot het strikt noodzakelijke worden beperkt. Voorlopig wordt dus slechts een deel van de metadata in AMIS ingevoerd. Aan elk van deze summiere beschrijvingen wordt een pdf gelinkt met de volledige metadata van de audio-opname in kwestie. Blijft nog de vraag in welke mate en op welke manier onderzoekers toegang krijgen tot het audiomateriaal. Bepaalde interviews of delen van interviews zijn om privacyredenen (nog) niet toegankelijk voor gebruikers. Het AVG engageerde zich tegenover de participanten om te waken over het gebruik van hun persoonlijke herinneringen en verhalen en zal de interviews dus niet online aanbieden, tenzij dat kan via een paswoordbeveiligde verbinding.
Didactische website met videofragmenten Van meet af aan voorzag het project in een publieksgedeelte in de vorm van een
Stem Vrouw-actie van de Mechelse Pluralistische Actiegroep voor Gelijke rechten van man en vrouw (PAG), 1971.
artikel
laatste wordt teruggegrepen naar het project ‘een mondelinge geschiedenis van de tweede feministische golf’. Het AVG zal de respondenten uit het audioluik toestemming vragen om korte fragmenten uit de afgenomen interviews te gebruiken voor de website en besloot om ook korte videofilmpjes toe te voegen.
Het rode boekje van de vrouw(en), eerste editie, 1972.
didactische webmodule over het feminisme van de tweede golf. Die zal een plaats krijgen op www.gendergeschiedenis.be, waar momenteel al de module ‘Jongens en meisjes’ wordt aangeboden. De webmodule zal bronnenmateriaal bevatten waarmee leerkrachten aan de slag kunnen over het feminisme van de jaren zeventig en vroege jaren tachtig. Leerlingen uit de derde graad van het secundair onderwijs vormen het eerste doelpubliek van de website, maar ook vormingsinitiatieven voor volwassenen zullen er gebruik van kunnen maken. De didactische website zal enkele thema’s belichten waarrond het feminisme van de tweede golf zich profileerde, bijvoorbeeld (de combinatie van) arbeid en zorg, het gezin, seksualiteit en contraceptie. Daarnaast zal ook het bredere maatschappelijke project van het tweedegolf-feminisme aan bod komen en krijgen bezoekers vanzelfsprekend een introductie in de beweging zelf. Het is de bedoeling om een brede waaier aan bronnenmateriaal aan te bieden: zowel teksten (uit tijdschriften en brochures) als beelden (affiches en foto’s) en audiovisueel materiaal. Voor dat
Acht van de vijftien respondenten uit het audiotraject werden — na afloop van die eerste projectfase — gecontacteerd met de vraag of ze bereid waren om mee te werken aan korte video-opnames. Alhoewel het aspect video sommigen deed aarzelen, zegde iedereen toe. Het idee van een didactische website sprak hen duidelijk aan; bij opnames bleek dat elke respondant de boodschap die ze wilde brengen zeer goed had overdacht. De inhoudelijke voorbereiding en uitvoering was opnieuw in handen van Lisa Wouters, die alle respondenten kende en dankzij de eerdere interviews goed kon inschatten met welke persoon/personen een bepaald onderwerp het best werd aangesneden. Voor de technische realisatie (camera/geluid/belichting) kon het AVG beroep doen op Lucy Vereertbruggen en Sara S’Jegers, onderlegde cameravrouwen met affiniteit met het feminisme. Zij versneden de video-opnames ook tot kortere fragmenten. De acht video-opnames leverden een veelvoud op aan clips, die door hun korte duur (2 à 3 minuten) en duidelijk afgebakende onderwerp erg bruikbaar beloven te zijn voor een didactische website. De eigenlijke realisering van deze website is voorzien voor eind 2013 — begin 2014. Het AVG kreeg hiervoor een vervolgsubsidie van Kunsten en Erfgoed (Vlaamse overheid). Er gebeurde al prospectie naar potentieel interessante audiofragmenten (via de transcripties van de interviews) en relevant beeld- en tekstmateriaal.
Evaluatie Het mondelinge geschiedenisproject liep van juni 2012 tot april 2013, met een haalbaarheidsonderzoek in 2011. De doelstelling om met de audio-interviews nieuw en/of aanvullend bronnenmateriaal te genereren met het oog op het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek m.b.t. de tweede feministische golf in Vlaanderen werd gehaald. De vijftien dubbelinterviews zijn rijk aan inhoud en dankzij de life story approach konden de respondenten hun feministische parcours inbedden in hun levensgeschiedenis. Ook de respondenten evalueerden het project bovendien als erg waardevol, onder meer omdat het toelaat om hun ervaringen over te dragen aan een jongere generatie. Het AVG hoopt in de toekomst een gelijkaardig project te kunnen realiseren met Franstalige feministes. De technische aspecten van het project hebben voor meer hoofdbrekens gezorgd. Het project had ongetwijfeld baat gehad bij een gedetailleerde technische planning, inclusief raming van de tijdsinvestering en de nodige personeels inzet. Zonder het advies van de PACKED-medewerkers had het AVG de technische aspecten van het project vermoedelijk niet onder controle gekregen. En alhoewel er doorheen het project heel wat kennis is opgebouwd, waardoor de veilige opslag van de audiobestanden is gegarandeerd, heeft het AVG nog een weg af te leggen om digitale duurzaamheid echt in zijn werking te integreren. Positief is dat het centrum doorheen dit project zijn eerste stappen zette naar een digitaal depot, waar in de toekomst ook ander digitaal bronnenmateriaal op een duurzame manier zal worden bewaard. Het maakte kennis met systemen ter controle van de integriteit van digitale bestanden en heeft dankzij het ‘scoremodel digitale duurzaamheid’ van PACKED een goed beeld van de punten die het moet aanpakken om de langetermijnbewaring
van ander digitaal bronnenmateriaal te verzekeren. Het mondelinge geschiedenisproject was voor het AVG een zeer leerrijke ervaring. Inhoudelijk was het project een succes, door de diepgaande interviews met enthousiaste respondenten. Wat de technische kant betreft, was voelbaar dat het om een pilootproject ging. Een langere voorstudie had ongetwijfeld voor een vlotter verloop gezorgd, al blijft het ook een feit dat kennis ten dele door ervaring wordt opgebouwd en het soms pas al doende duidelijk wordt wat bepaalde processen inhouden. Het AVG schreef zijn ervaringen met dit project uit in een gevalstudie, die op de wiki van project-CEST (PACKED) kan worden geraadpleegd (http:// www.projectcest.be/index. php/Gevalstudies).
1 Meer over het AVG op www.avgcarhif.be. De afbeeldingen bij dit artikel komen uit de eigen collectie. 2 De organisaties die aan bod kwamen zijn Dolle Mina Gent, Dolle Mina Antwerpen, de Pluralistische Actiegroepen voor Gelijke Rechten van Man en Vrouw, Aktiekomitee Gelijk Loon voor Gelijk Werk, Vrouwen Overleg Komitee, Vrouwen Tegen Verkrachting, Vrouwencentrum Antwerpen, Atthis, Weerbaarheidscentrum Refleks, Groep Rooie Vrouwen Antwerpen, Rebelse Vrouwen Brussel, de fem-soc-coördinatie, de vluchthuizen van Leuven en Roeselare, het Vrouwenhuis van Roeselare en het Gentse Abortuskollektief.
META 2013 | 8 |
23
signalement
2013
Informatie aan Zee 2013
Zoals u het (niet) zag Opbouw
2 4 | META 2013 | 8
Kuisen
Badges en tassen
iPad en papier
Keynote spreker
Receptie
META 2013 | 8 |
25
etalage
Themagroep Sociaal Agogisch Werk Ivan Derycke, Karel De Grote-Hogeschool
De sectie Hogeschoolbibliotheken heeft enkele jaren geleden een aantal themagroepen in het leven geroepen, inspelend op de nood om overleg te plegen op alle beroepsniveaus. De themagroep Sociaal Agogisch Werk is uniek in Vlaanderen en kan dan ook op veel waardering rekenen van de deelnemers. Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in? Vandaag de dag zijn binnen de hogescholen meestal wel al momenten of zelfs organen voorzien die bibliothecarissen bij elkaar brengen om taken te coördineren en kennis te delen. Maar daarnaast is er de terechte behoefte om feedback te hebben van collega’s uit verwante vakgebieden. Dan rijzen er vragen op zoals: welke tijdschriften, boeken en databanken zijn interessant voor onze opleidingen? Hoe gaan we om met digitale informatie? Hoe positioneren bibliotheken en studielandschappen zich binnen de diverse hogescholen in turbulente tijden? En dan denken we ook aan de associaties, fusies en de verhuisbewegingen die daaruit voortvloeien. Deze samenkomsten maken het ook mogelijk om aan benchmarking te doen. Wat hebben jullie al kunnen verwezenlijken? Wij trachten zoveel mogelijk bibliotheken Sociaal Agogisch Werk (SAW: de opleidingen sociaal werk en orthopedagogiek) bij elkaar te krijgen. Door fusies en verschuivingen binnen hogescholen is dat niet evident omdat collega’s andere opleidingen toegewezen krijgen. Maar we bereiken toch 75% van de SAWbibliotheken. En ondanks de stijgende
“Het systeem van vakgroepen, zoals dit nu functioneert binnen de VVBAD, is iets unieks in Vlaanderen.” 2 6 | META 2013 | 8
werkdruk slagen we er toch in om tweemaal per jaar bij elkaar te komen. Elkaars bibliotheken bezoeken, vernemen wat er leeft op de werkvloer, hoe inspelen op de behoeften van gebruikers, werken aan informatievaardigheden, zijn belangrijke items die aan bod komen tijdens onze bijeenkomsten. Enkele leden van het team op bezoek in de bibliotheek van de Nationale
Welke ambities Bank van België, september 2012. Foto: Ivan Derycke. willen jullie als team nog graag De themagoep bestaat uit: Eveline Ballegeer, Rachelle Briers, Johan verwezenlijken? Cauwenbergh, Greet Dehandschutter, Wilfried De Meyer, Ivan We trachten de Derycke (voorzitter), Geert Geysen, Philip Keygnaert, Erik Van Nuffel, i n fo r m at i e g e l e t Marleen Vanneste, Hilde Vanoverbeke en Luc Willems. terdheid van onze De rol van secretaris wordt steeds toegewezen aan de collega van gebruikers te verde hogeschool waar de vergadering wordt belegd. beteren binnen onze opleidingen en als team daarbij steeds professione- unieks in Vlaanderen. Binnen andere ler te werk te gaan. We leren daarbij van beroepsgroepen in de hogescholen zoals elkaar tijdens deze bijeenkomsten en HR-teams of vakdocenten bestaat zoiets nemen elkaars good practices over. We bij ons weten niet, of toch zeker niet op trachten ook de toegankelijkheid van de een gestructureerde manier. specifieke Nederlandstalige vakliteratuur te verbeteren. Immers, wat niet op Welke achtergrond hebben de teamlezijn minst gelinkt is aan een webcatalo- den? gus, wordt niet bekeken. Zo denken we We hebben allemaal zeer diverse achna over de ontsluiting van tijdschriften, tergronden qua opleiding, gaande van welke interessante databanken er zijn en een licentiaat in de biomedische wetenhoe we ze kunnen gebruiken. schappen over licentiaten in humane wetenschappen, aangevuld met een akte Wat maakt jullie team zo uniek? van bekwaamheid, tot mensen die speHet systeem van vakgroepen over hoge- cifiek als bibliothecarissen zijn opgeleid. scholen en associaties heen, zoals dit nu Maar het is vooral de ervaring die een rol functioneert binnen de VVBAD, is iets speelt.
inzet
Geert Ruebens:
“De toekomst ligt in de verdere uitbouw van een laagdrempelig netwerk van bibliotheken” Hoe ben je in de bibliotheeksector beland en welk traject legde je af? Ik vond lezen steeds belangrijk, net zoals de meerwaarde van bibliotheken voor wie een leeshonger heeft en zich wil vormen en informeren. In 1988 ben ik mijn professionele bibliotheekcarrière gestart als COBbibliothecaris in de Biekorfbibliotheek in Brugge. Ik ondersteunde de ruim 60 West-Vlaamse bibliotheken op het vlak van wisselcollecties, bijscholing van het personeel, netwerkvorming (WINOB) en bibliotheekpromotie. In 2001 ging ik aan de slag bij het toenmalige VCOB, eerst als stafmedewerker en daarna als codirecteur. In 2006 maakte ik de overstap naar de bibliotheek voor mensen met een leesbeperking om in 2008 mee aan de wieg te staan van de huidige Luisterpuntbibliotheek. Dankzij de Vlaamse overheid en het inzetten op een communicatiestrategie kon Luisterpunt afgelopen juni terugblikken op een eerste lustrum met drie geslaagde campagnes: voor openbare bibliotheken, voor zorgcentra voor ouderen, voor kinderen en jongeren met dyslexie. Doorheen mijn bibliotheekloopbaan heb ik steeds gefocust op de sociale component van bibliotheekwerk: de bovenlokale steun aan kleine landelijke bibliotheken, het uitbouwen van gevangenisbibliotheken en thans als gangmaker van aandacht voor de bibliotheekdienstverlening met Daisyboeken. Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? Wat was je motivatie om lid te worden? Ik ben lid vanaf het begin van mijn loopbaan omdat ik veel waarde hecht aan een organisatie die opkomt voor de bibliotheekprofessional, maar ook de belangen en de identiteit van de bibliotheeksector formuleert en uitdraagt. Ik ben enkele jaren lid geweest van de redactie van Bibliotheek- & archiefgids, maar mijn langste en meest intense engagement was in de jaren negentig als lid en later als voorzitter van de werkgroep
Bibliotheekweek. Nu ben ik al enkele jaren bestuurslid van de sectie OB. Wat heb je al kunnen verwezenlijken? Waarop ben je trots? Veel goede herinneringen heb ik aan de Bibliotheekweek van 2000. Het was een schot in de roos met de slagzin “Blind date met een boek: het begin van een passionele relatie!”. Een andere belangrijke realisatie gebeurde in 2001 i.s.m. met Marc Storms: de transitie van de VVBAD-werkgroep Bibliotheekweek tot een belangrijke taak van het VCOB met professionele ondersteuning en een verruimd budget. Ondertussen is de kijk op bibliotheekpromotie geëvolueerd en zet Locus hier de bakens uit. Zowel over tien jaar Bibliotheekweek, over gevangenisbibliotheken als over het VCOB-steunpunt (het catenaccio-artikel) heb ik gepubliceerd in het VVBAD-ledenblad. Hoe zie je de sector en de vereniging in de toekomst evolueren? Te vaak zie ik op allerlei overlegorganen en VVBAD-bijeenkomsten enkel dezelfde gezichten, daarom is — met het oog op de toekomst — vernieuwing en verjonging noodzakelijk. Tegelijk hoop ik dat de VVBAD zich niet alleen opwerpt als beroepsorganisatie, maar ook een sectororganisatie blijft die mee een gefundeerde visie op de bibliotheek van de toekomst ontwikkelt en uitdraagt, en hiertoe internationale ontwikkelingen op de voet volgt. De Vlaamse beleidsprioriteiten in het vernieuwde decreet Lokaal Cultuurbeleid (2012) en de Inspiratienota (2013) van minister Schauvliege bieden alvast perspectieven. Persoonlijk hecht ik veel belang aan de sociale functie van de bibliotheek die vaak verkeerdelijk verward wordt met de ontmoetingsfunctie. De toekomst ligt in de (verdere) uitbouw van een laagdrempelig netwerk van bibliotheken, dat (digitale) informatie en lectuur beschikbaar stelt voor iedereen, zowel digibeten als mensen met een (lees)beperking. Mijn droom is dat
Geert Ruebens is directeur van de Luisterpuntbibliotheek en bestuurder van de IFLA-sectie Libraries Serving Persons with Print Disabilities. Daarnaast is hij lid van het sectiebestuur Openbare Bibliotheken van de VVBAD, voorzitter van de Vrienden van de Biekorf - bib Brugge, lid van de beheerraden van de bibliotheken van Ichtegem en Stad Brussel. Iedereen kent hem ook als fervent supporter van Club Brugge. Hij houdt van het adagium: “If you have a garden and a library, you have everything you need.” (Cicero).
elke openbare bibliotheek ook aandacht heeft voor mensen met een leesbeperking (bijv. dyslexie, slechtziend) en een Daisy-werking uitbouwt.
META 2013 | 8 |
27
Over de grens
FOBID Netherlands Library Forum Marian Koren, FOBID
FOBID is in 1974 in Nederland opgericht om de verschillende landelijke organisaties op het gebied van bibliotheken, informatie, en documentatie te bundelen. Het is een overlegplatform voor belangenbehartiging en samenwerking. doelstelling en werkzaamheden van Wat is de ontstaansgeschiedenis van de brede bibliotheeksector; FOBID? De sector groeide, de openbare bibliothe- • samenwerking op het terrein van dienstverlening, personeelskwaliteit en ken waren in opmars en kregen in 1975 forkennisontwikkeling in de sector; mele steun van de Wet op het Openbare Bibliotheekwerk. Als koepelorganisatie • internationale vertegenwoordiging, promotie en aansluiting bij internatiobegon FOBID nationale congressen te nale standaarden. organiseren met gemeenschappelijke thema’s. De Nederlandse IFLA-commissie FOBID wil bijdragen aan een sterke posidie onder auspiciën van FOBID fungeerde tionering van de bibliotheek- en informazorgde ervoor dat het IFLA-congres in tiesector, die adequaat reageert op maat1998 in Nederland neerstreek, regelde een sterke vertegenwoordiging in IFLA- schappelijke veranderingen, de rechten, behoeften en wensen van burgers, en gremia en onderhield nauwe contacten met het IFLA-hoofdkantoor, niet toevallig de eisen van de informatiemaatschappij. FOBID is ervan overtuigd dat de dienstin Nederland, Den Haag gevestigd. verlening door bibliotheken aan gebruiHet doel van FOBID is in de loop van haar kers met een grote diversiteit van wensen bijna 40 jarige geschiedenis vaak pragma- en eisen gebaat is bij intensieve samenwerking. Vanuit gebruikersperspectief is tisch opgevat. Het bestuur wordt gevormd het gewenst te werken aan eenduidige door een aantal partners op basis van een samenwerkingsovereenkomst. Het en gemakkelijke toegang tot het totaal zijn de Koninklijke Bibliotheek (KB), de van publiekstoegankelijke collecties, Vereniging van Openbare Bibliotheken zowel fysiek als digitaal. Heldere navigatie, aansluitende leverantie en verrijking (VOB), het Samenwerkingsverband van de Universiteitsbibliotheken en KB (UKB), van bestaande bronnen zijn noodzakelijke de Koninklijke Nederlandse Vereniging elementen van een moderne dienstverlevan Informatieprofessionals (KNVI) en ning. De samenwerking t.a.v. infrastrucsinds kort het Samenwerkingsverband tuur, serviceconcept, licentieafspraken van de Hogeschool Bibliotheken (SHB). etc. moet leiden tot een zo breed mogeOm de archiefsector dichter bij te bren- lijke toegang tot informatiebronnen en gen is er een bestuurszetel die thans door adequate vaardigheden om die bronnen te gebruiken — eis en noodzaak voor onthet Nationaal Archief wordt bezet. Van 2000 tot 2010 is het FOBID-secretariaat wikkeling van burgers in de kennissamenleving, met het oog op democratie, leren door de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) vervuld. Sinds de ont- en werken, wetenschap en cultuur. vlechting van de VOB is het kleine FOBIDbureau met dezelfde secretaris onderge- FOBID bevordert daarom uitwisseling van kennis, faciliteert de afstemming van bracht bij de KB. agenda’s en ondersteunt de internatioWat is jullie opdracht en hoe vullen jul- nale oriëntatie en uitwisseling. Zij acht het haar taak obstakels te signaleren en lie die in? te bestrijden en de ontwikkelingen in de Op basis van haar Stichtingsstatuten is de missie van FOBID samen te vatten als: (digitale) informatievoorziening die bijdragen aan het realiseren van haar doelwerken aan: • gemeenschappelijke belangenbeharti- stellingen te bevorderen. Ze realiseert ging; beïnvloeding van landelijk biblio- zich dat sectoroverstijgende onderwertheek- en informatiebeleid en bewa- pen in toenemende mate een internatiking van grondrechten in relatie tot onale dimensie hebben of zelfs geheel 2 8 | META 2013 | 8
of grotendeels door de internationale agenda worden bepaald. Samenvattend: de kern van FOBID’s missie is samenwerking en belangenbehartiging. Daarmee zijn tegelijkertijd ook haar belangrijkste rollen weergegeven en FOBID wil die rollen in de komende jaren versterken. Wat hebben jullie al kunnen verwezenlijken? De toetreding van het Samenwerkings verband Hogeschoolbibliotheken is niet alleen gerealiseerd in het bestuur, maar ook in de FOBID Juridische Commissie (FJC) en de werkgroep Statistiek. In de FJC is expertise aangetrokken over juridische aspecten van aangepast lezen. Met de archiefsector zijn ook steeds meer relaties bijvoorbeeld in de belangenbehartiging rond de digitalisering van erfgoed. FOBID vormde samen met VOI©E, de brancheorganisatie van Nederlandse collectieve beheerorganisaties (cbo’s) voor auteurs- of naburige rechten de Commissie Digiti©E en richtte een meldpunt in, om onderlinge afspraken over digitalisering en vergoedingen te vergemakkelijken. Daarnaast organiseert de FOBID Juridische Commissie vaak een expertseminar over actuele onderwerpen, zoals de afgelopen jaren over digitalisering in bibliotheken en archieven, E-books, privacy etc. FOBID stelde ook handreikingen over deze onderwerpen op. De FJC bewaakt de ontwikkeling van wet- en regelgeving, EU Richtlijnen en nationaal beleid die van belang zijn voor bibliotheken (en archieven) en stelt officiële FOBID reacties op. Rond 2006, bij een heroriëntatie van FOBID werd besloten dat de Nederlandse bibliotheeksector beter aan moest sluiten bij de internationale standaarden rond ontsluiting en metadata. Voorheen bewaakte en publiceerde FOBID de Nederlandse Regels voor de Titelbeschrijving. Dit jaar kon de FOBID Commissie Ontsluiting haar werk
over de grens
V.l.n.r.: Ap de Vries (directeur VOB), Bas Savenije (voorzitter FOBID), Marian Koren (secretaris FOBID), Maria Heijne (UB Amsterdam), Gerard van Dijk (programmamanager SIOB) tijdens de feestelijke ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen FOBID Netherlands Library Forum, het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, de Vereniging van Openbare Bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek voor een goede ondersteuning van het FOBID-secretariaat en de coördinatie van internationale contacten. Foto: Koninklijke Bibliotheek Nederland, 2010.
afsluiten: na een aantal succesvolle vakconferenties wordt toepassing van RDA de standaard; cursussen gaan van start, en daarmee breekt een nieuw metadatatijdperk aan. Als International Office behandelt FOBID aanvragen van buitenlandse collega’s voor een bezoek aan Nederlandse bibliotheken en instellingen. Dat zijn zo’n 10-12 georganiseerde bezoekprogramma’s per jaar. Daarnaast worden gerichte buitenlandse informatievragen over het Nederlandse bibliotheeklandschap beantwoord. Welke ambities willen jullie nog graag verwezenlijken? Ten eerste is het noodzakelijk de uitwisseling tussen de verschillende typen bibliotheken te intensiveren. De gehele sector staat voor enorme opgaven: de transitie van print en analoog naar digitaal heeft een enorme impact. Onze gebruikers stellen andere eisen en vragen om nieuwe oplossingen in service. De transitie van collectie/productgericht naar mens- en klantgericht heeft eveneens grote gevolgen. Op dit laatste punt is FOBID een project gestart ‘De mondige burger’, waarbij uit alle typen bibliotheken, professionals interviews onder het gezamenlijke
publiek gaan houden; Op basis daarvan worden personas, typen van bibliotheekgebruikers samengesteld. Deze zullen als uitgangspunt voor vernieuwing van dienstverlening dien. Gezamenlijk worden nieuwe werkwijzen samen met het publiek ontwikkeld: co-creatie. Een spannend project dat veel positieve energie en inspiratie losmaakt. Daarnaast zal het nodig zijn de verbinding met archieven en erfgoedinstellingen te versterken: langs de weg van kennisuitwisseling en belangenbehartiging rond auteursrecht en digitalisering. Maar vooral is nodig beter als één sector op te treden, zowel in Nederland als op Europees niveau en op wereldschaal. Hoe zien jullie de toekomst? De sterke decentralisatie naar gemeentelijk niveau van vele overheidstaken zet door, tegelijk met bezuinigingen. Tegelijkertijd dwingt de transitie naar digitale bronnen en diensten tot een infrastructuur die je niet anders dan centraal kunt regelen. De bibliotheeksector kan niet anders dan toegroeien naar één landelijke service, één gemakkelijke toegangspoort tot informatie in allerlei vormen, toegesneden op de individuele behoeften op dat moment. Achter
de schermen moeten de systemen aan elkaar geknoopt worden. Daarvoor is veel overleg nodig, maar erkennen van een gemeenschappelijke missie is al een heel gewin. Dat kan je punt van herbronning zijn. Daaraan wil FOBID bijdragen, en ook scharnierpunt naar internationale fora zijn. Want daar worden steeds meer de beslissingen genomen die het bibliotheekwerk raken. Bouwen van internationale relaties is tot noodzakelijke voorwaarde in de belangenbehartiging geworden.
“Het is vooral nodig om beter als één sector op te treden, zowel in Nederland als op Europees niveau en op wereldschaal.”
META 2013 | 8 |
29
Trend
Stiltemaanden in de bibliotheek Sarah Vanhemelrijck, Openbare Bibliotheek Elsene
In januari en juni kan je een speld horen vallen in Bibliotheek Sans Souci in Elsene. VUBstudenten staan al voor het openingsuur aan te schuiven en stormen zodra de bib opent naar boven, zo stil als dat gaat, op zoek naar een plek in de leeszaal. Iedereen dempt zijn stem vanzelf, en zegt niet meer dan nodig. Tot zover de fictie. In realiteit is het een kwestie van nieuwe gewoontes kweken, vermoedt de bibliotheek. Of hoopt ze. In 2013 starten ze met stiltemaanden, geen evidentie. Bibliotheek Sans Souci is een jonge buurtbib waar iedereen zich welkom voelt. Er mag gepraat, gelachen en indien nodig zelfs gesnurkt worden. Het personeel probeert een evenwicht te bewaren waarin alle bezoekers zich kunnen vinden. Want ook de permanente stiltezoeker moet zich thuis kunnen voelen. Maar overwegend is het er dus eerder een vrolijke (lees ‘luide’) boel.
Het taalatelier op woensdag. Doorgaans niet zo stil. Foto: Chantal Moens.
Al zijn daarbij wel duidelijk luide en stillere dagen te onderscheiden. Wil je doorheen het jaar in de bib komen studeren of werken, doe dat dan op dinsdag of donderdag. Op woensdag en zaterdag moet je wel een bijzonder groot concentratievermogen hebben want dan is de bib het domein van kinderen en families. Bovendien is er geen afsluitbare ruimte in de bib en is het dus ook fysiek moeilijk 3 0 | META 2013 | 8
om de grens te bewaken tussen stille en luide zones.
Ommezwaai
Toch vindt de bibliotheek het ook belangrijk om een plek aan te kunnen bieden aan de talrijke studenten. Vandaar het nieuwe concept: de Stiltemaanden. Met als achterliggend idee dat als er geen grens in de ruimte geplaatst kan worden tussen stil en luid, dat dan in de tijd moet gedaan worden. In januari en juni wordt er niet meer gegamed, zijn er geen activiteiten en wordt er over gewaakt dat het stil is in de bib. Een zeer drastische verandering van sfeer, en dus hoeft het niet te verbazen dat die ommezwaai ook wat tijd vraagt. En eerlijk gezegd, de medewerkers moesten er zelf aan wennen om in de rol van de strenge bibliothecaris
Het publiek is net als de Elsense bevolking heel divers. De bibliotheek trekt zowel welstellende Eurocraten aan als kansarme kinderen die er niet aan moeten denken ooit thuis over een eigen Playstation of een internetverbinding te kunnen beschikken. De grootste uitdaging in het stiltebeleid zijn de buurtkinderen, die zich de bib toe-eigenen als een soort jeugdhuis. Zij durven al eens voor wat “Als er geen grens in overlast zorgen. Het is ook de ruimte geplaatst moeilijk om ze kan worden tussen met een boek of strip rustig te stil en luid, moet dat houden, want de in de tijd gedaan m e e s te o n d e r hen spreken geen worden.” Nederlands. Voor Franstalige strips moeten ze naar met het zwaaiende vingertje te stappen. de Franse bib, Toch wordt het stiltegebod redelijk goed maar hoewel die gerespecteerd, op sommige dagen al wat maar enkele stra- beter dan op andere. ten verder ligt, valt ze toch dui- Uiteindelijk zullen het vooral de studenten zelf zijn die het verschil zullen kundelijk buiten hun domein. De bib nen maken. Ze vinden steeds beter hun wil hen echter niet wegjagen, want ze is weg naar de bibliotheek. Eenmaal ze echt in grote getale de leeszaal zullen komen er zich goed van bewust dat er in Elsene een gebrek aan ruimte is voor de jeugd, bezetten, zal het voor de rest van het en ze buitenzetten betekent dus echt let- publiek gewoon overduidelijk zijn waarom terlijk ze op straat zetten. Meestal gaat ze in hun kraag gegrepen worden als ze het over kinderen jonger dan twaalf jaar. het weer op een lopen zetten in de bib. Bij deze dus een warme oproep aan alle Daarnaast zijn er ook de pubers die in de Brusselse studenten: kom uit uw kot! En bib hun middagpauze doorbrengen, en haal je diploma zonder zorgen dankzij de hun rap-clips opnemen in de toiletten. Nu — voor even — muisstille bib. te zien op YouTube!
uitgepakt
Virtual International Authority File Bert Lemmens, PACKED vzw
Bibliotheekcatalogi maken authority records. Maar OCLC stelt deze steeds vaker gebruik van reusachtige berg data vrij ter beschikking bestaande bibliografische via een ODC-BY licentie 3. Dat betekent beschrijvingen uit bijvoor- dat je de data vrij mag gebruiken, ook beeld de Open VLACC- voor commerciële doeleinden. Je mag de catalogus. Maar op het web data met iedereen delen en aanpassen zijn er nog interessante bron- naar wens. Maar je moet steeds vermelnen te vinden die nuttig kun- den dat de data afkomstig is van de VIAF. nen zijn voor je bibliotheekcatalogus. Een bijzonder Auteursnamen interessante bron, die ook Wat kan VIAF-data nu precies voor jouw buiten de bibliotheekwereld bibliotheekcatalogus doen? VIAF is in steeds vaker gebruikt wordt, is de eerste plaats een onuitputtelijke bron VIAF: de Virtual International van naamvarianten. Die kan je gebruiken om je catalogus beter doorzoekbaar te Authority File. VIAF is een samenwerking tussen 34 voornamelijk nationale bibliotheken die gegevens over auteurs, uniforme titels en plaatsen samenbrengt in één grote databank. In deze databank worden de gegevens over eenzelfde auteur geclusterd en voorzien van een nummer dat elke auteur uniek identificeert. De oorsprong van VIAF gaat terug tot 1998, wanneer de Library of Congress en de Deutsche Nationalbibliothek een eerste poging ondernemen om auteursnamen uit beide catalogi aan elkaar te koppelen. VIAF groeide de voorbije jaren uit tot een
“Het wordt pas echt interessant als je die data kan verwerken in je eigen catalogus of inventaris.” databank met ruim 33 miljoen authority records, waarvan 26.4 miljoen personen, 5,1 miljoen corporaties, 0,4 miljoen plaatsen en 1,8 miljoen uniforme titels 1. Deze authority records werden gedistilleerd uit 107 miljoen bibliografische beschrijvingen, waaronder ook 6000 beschrijvingen uit de Open Vlacc-catalogus 2. Sinds 2012 wordt de VIAF-dataset beheerd door OCLC, dat instaat voor het clusteren van bibliografische gegevens tot
maken en om auteursnamen te normaliseren. Het VIAF-record van Willem Elsschot (zie http://viaf.org/viaf/95177848/) bevat bijvoorbeeld 19 voorkeursnamen uit verschillende nationale catalogi, onder meer uit de VLACC-catalogus, die je kan gebruiken om alle vermeldingen van Elsschot in je catalogus eenvormig te maken. Het record bevat ook 24 verschillende naamvarianten, waaronder de echte naam van Elsschot - Alfons De Ridder - en spellingsvarianten uit verschillende talen waaronder zelfs Hebreeuws en Japans. Door deze naamvarianten op te nemen in de zoekindex, verhoog je de doorzoekbaarheid van Elsschot van je catalogus. Auteursnamen vormen vandaag de hoofdmoot van de VIAF-data, maar OCLC neemt ook steeds meer biografische en bibliografische gegevens op in het bestand. Zo bevat het VIAF-record van Elsschot ook de geboorte- en sterfdatum van Elsschot en de uniforme titels van alle werken in zijn oeuvre. In de toekomst zal VIAF deze titels clusteren tot FRBR Works en Expressions. Op die manier zal VIAF ook verschillende versies, uitgaves en vertalingen van het werk van Elsschot groeperen. Naast bibliografische beschrijvingen uit nationale bibliotheken, gaat VIAF ook links toevoegen naar artikels over auteurs op Wikipedia en, indien beschikbaar, het ISNI-nummer van de auteur.
catalogus of inventaris. Dat kan door de VIAF-dataset te downloaden via http:// viaf.org/viaf/data. Maar omdat de VIAFdata voortdurend uitgebreid en geactualiseerd wordt, kan je beter gebruik maken van de VIAF-API die bereikbaar is via http://viaf.org/viaf/. Je hoeft dan ook enkel het VIAF-ID op te nemen in je eigen bibliotheekdata. Dat ID volstaat om steeds de meest actuele informatie op te halen uit de VIAF-databank. Met de VIAF-API kan je gerichte zoekopdrachten versturen en gegevens opvragen in zowel een tekstbestand, VIAF/XML, MARCXML, RDF/XML als VIAF/JSON. Uitgebreide documentatie over de zoekmogelijkheden van de VIAF API vind je op de website van OCLC 4. > Dit artikel werd bezorgd door PACKED vzw dat als expertisecentrum digitaal erfgoed kennis, ervaring en deskundigheid omtrent digitaal erfgoed centraliseert en verspreidt. Vragen voor PACKED vzw zijn welkom via
[email protected].
1 Zie het jaarverslag van de VIAF Council. http:// www.oclc.org/content/dam/oclc/events/2013/viafcouncil/OCLC-2013-VIAF-Annual-Report-to-VIAFCouncil.docx. 2 De Open Vlacc heeft voor het ogenblik ruim 6000 bibliografische records in VIAF zitten. De data wordt vier maal per jaar geactualiseerd. 3 Voor de precieze omschrijving van de ODC-BY
Om jezelf te vergewissen van de omvang en rijkdom van de VIAF data, kan je terecht op de website http://viaf.org. Maar het wordt pas echt interessant als je die data kan verwerken in je eigen
licentie: http://opendatacommons.org/licenses/ by/ 4 Documentatie van de VIAF API: http://www.oclc. org/developer/documentation/virtual-international-authority-file-viaf/using-api
META 2013 | 8 |
31
essay
“Vakkennis moet het hoofddoel zijn van boekbewaarders”
Het beschrijven van een vak, een vak op zich Bruno Vermeeren, VVBAD
Bijna honderd jaar geleden kwamen in Gent een dertigtal mensen samen om rond een gemeenschappelijk belang een nieuwe vereniging op te richten. De enige doelstelling werd het “streven naar een betere wettelijke regeling van het openbare bibliotheekwezen”, maar van in het begin had deze Vlaamsche Vereeniging van Bibliothecarissen en Bibliotheekbeamten oog voor het belang van de vakbekwaamheid van het — bezoldigde en onbezoldigde — personeel. “Vakkennis moet het hoofddoel zijn van de boekbewaarders”, zei Lode Baekelmans op de stichtingsvergadering van de VVBAD. Nog in de eerste jaargang van het nieuwe tijdschrift De Bibliotheekgids, schreef medeoprichter Aimé De Cort: “Iedereen is overtuigd van den grooten socialen rol, dien de bibliothekarissen in ons land te vervullen hebben, en van de noodzakelijkheid ze spoedig een degelijke opleiding te geven, om hen in staat te stellen, hun zending met bekwaamheid en takt te volbrengen”. Dat schreef hij naar aanleiding van de eerste bibliotheekwetgeving in ons land, de Wet Destrée, die meteen ook werk maakte van de opleiding van het personeel. Maar onvoldoende, stelt De Cort vast: “Wij beweren dat een zestal lessen onvoldoende zijn en dat er ten minste 20 noodig zijn, om de uitgebreide stof af te werken. En zeggen dat er in Holland spraak is van een beroepsopleiding die 1 of 2 jaar zou duren.” Opleiding is sindsdien altijd een belangrijk thema gebleven voor de vereniging. Maar dat impliceert meteen ook aandacht voor het vak. Welke taken voert een bibliothecaris of archivaris uit, welke functies bestaan er in de instellingen en wat moet men daarvoor kunnen en kennen? Beide thema’s zijn nauw verbonden, maar pas recent komt er ook een meer structurele band tussen de wensen van het beroepsveld en de opleidingen die hieraan willen tegemoet komen. Daarin speelt de SociaalEconomische Raad van Vlaanderen (SERV) een belangrijke rol. De voorbije jaren ontwikkelde de SERV een systeem voor het gestructureerd beschrijven van beroepen. Via de omweg van de sociale partners, werkt de SERV daarvoor samen met sectororganisaties zoals de VVBAD. In eerste instantie ging het om taakgerichte beschrijvingen die nauw aansluiten bij functieprofielen zoals de beroepsvereniging ze zelf al opstelde. Voor de
Taken
Competenties
In goede banen leiden van de bibliotheekadministratie
• Kunnen delegeren • Kennis administratieve regels/ procedures • Kennis van verschillende informaticatoepassingen gebruikt in de bibliotheek • Communicatief vaardig zijn
Tabel 1: een taak in het beroepsprofiel Bibliotheekmedewerker (2002).
2 | META 2013 | 8 3
bibliotheeksector leidde dat in 2002 tot vier beroepsprofielen: bibliothecaris, bibliotheekmedewerker, informatiemanager en informatiebemiddelaar. In de profielen wordt een beroep gezien als “een bundeling van alle taken” die dan samengebracht worden in taakgebieden. Voor het profiel van bibliothecaris bijv. leidt dat tot veertien taakgebieden, waarin telkens beschreven wordt wat de bibliothecaris doet. Daarnaast staat vermeld over welke competenties hij daartoe moet beschikken. In praktijk waren die competenties een mengeling van kennis, vaardigheden en competenties. (Zie tabel 1) Het beroepsprofiel sluit af met een overzicht van competenties, gedefinieerd als “het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de bibliothecaris.” In de praktijk bevat dit hoofdstuk twee delen: ‘kennis’ en ‘sleutelvaardigheden’. Dezelfde structuur vinden we ook terug bij de beroepsprofielen uit 2007 voor hoofdarchivaris, archivaris en archiefmedewerker. Onder invloed van nieuwe trends in human resource management (HRM), is de SERV meer nadruk gaan leggen op competenties. Tegelijkertijd werd er meer aandacht besteed aan standaardisatie en uitwisselbaarheid. Binnen onderwijs hecht men steeds meer belang aan de relatie tussen de opleidingen en het beroepsveld. Een studie moet mensen aan werk helpen, zeg maar. Zeker de lagere opleidingen zouden uitdrukkelijk gerelateerd moeten worden aan competentiedocumenten opgesteld door de sector. Dat laatste was voor de beroepsvereniging een reden om snel werk te maken van een herziening van de beroepsprofielen voor de bibliotheeksector. De SERV wilde de competenties samenbrengen in een gestandaardiseerde databank, zodat de sociale partners, maar ook de VDAB, een beeld zouden krijgen va competenties over beroepsgroepen heen. Een dergelijke databank zou een beter zicht geven op verwante beroepen en op de vereiste bijscholingen voor mensen die zich willen of moeten omscholen. De SERV ontwikkelde daarvoor de databank Competent. Dit is een vertaling van een bestaande databank van beroepen van de Franse dienst voor arbeidsbemiddeling: Répertoire Opérationnel des Métiers et des Emplois, of kortweg ROMEv3. De herwerking van de beroepsprofielen liep echter vlotter dan de ontwikkeling van de databank. In 2009 presenteerde de VVBAD samen met de Belgische Vereniging voor Documentatie (BVD), Locus en het Vlaams Overlegorgaan inzake Wetenschappelijk Bibliotheekwerk (VOWB) de twee nieuwe beroepscompetentieprofielen aan de sector. Dat gebeurde op een studiedag in het Vlaams Parlement. De nieuwe profielen zijn beter gestructureerd en vertrekken vanuit een beperkt aantal competenties. Indicatoren beschrijven het gedrag dat een beroepsbeoefenaar
essay
moet stellen wanneer hij over deze competentie beschikt. Voor elke competentie worden ook de onderliggende kennis en de onderliggende attitudes en sleutelvaardigheden meegegeven. Het duurde tot 2011 vooraleer de beroeps(competentie)profielen eindelijk in Competent opgenomen konden worden. Het basiswerk daarvoor gebeurde door de SERV, terwijl deskundigen uit de beroepssector de omzetting konden bijstellen. Uiteindelijk zouden validatoren uit vakbonden en werkgeversorganisaties hun fiat geven. Het zal niet voor het laatst zijn dat we vaststellen dat mensen die inhoudelijk niet op de hoogte zijn, het laatste woord hebben. De omzetting verliep moeizaam en met veel discussie. De deskundigen uit de sector zagen in grote lijnen drie problemen met de omzetting van bestaande profielen voor bibliotheek en archief in twee fiches: ‘bibliothecaris informatiemanager’ (K160101) en ‘archivaris’ (K160102). • De twee profielen voor de bibliotheeksector en de drie profielen voor de archiefsector moesten telkens samengevoegd worden tot één fiche. De Competentfiche voor archivaris beschrijft dus zowel de competenties voor het uitvoerende niveau (archiefmedewerker), als voor het professionele niveau (archivaris) en voor het management (hoofdarchivaris). Dat maakt de fiche moeilijk leesbaar voor een leek. Het deed bovendien de vraag rijzen hoe men bij de vertaling naar andere toepassingen op basis van deze databank, deze drie niveaus weer uit elkaar zou halen. • De fiches maken een onderscheid tussen basisactiviteiten en specifieke activiteiten. De basisactiviteiten zou iedereen moeten kunnen uitvoeren, terwijl de specifieke activiteiten maar door een deel van de beroepsgroep uitgevoerd zouden worden. Dat bleek in de praktijk een weinig zinvol onderscheid. • Competent is een databank en de SERV vond uitwisselbaarheid met ROMEv3 en gelijkaardige databanken belangrijker dan een correcte omschrijving van de competenties. Dat stelde de deskundigen voor een fundamenteel probleem. In de beroepscompetentieprofielen werden onder elke competentie de vereiste vaardigheden en kennis opgesomd. In Competent worden aan elke activiteit ‘kunnen’ en ‘kennis’ gekoppeld. Het was dan ook geen probleem — hooguit wat gepuzzel — om alle vaardigheden en kennis uit de profielen aan een activiteit in Competent te koppelen. De SERV laat echter bijzonder weinig ruimte om de omschrijving van de activiteiten zelf aan te passen. Spreekt het profiel van bibliotheekmedewerker over ‘informatie verstrekken’ en ‘begeleiden en instrueren’ naast ‘informatieaanbod/collectie beheren’ en ‘toegankelijk maken’, in Competent wordt dat allemaal weer opgedeeld in activiteiten als ‘documentatie-informatie opzoeken, selecteren en ter beschikking stellen’, ‘documenten, informatie en documentatiefondsen [sic] klasseren en actualiseren’ etc. (Zie Tabel 2) Wie de fiche doorneemt, krijgt onvermijdelijk het beeld van de bibliotheek van twintig jaar geleden: we stellen een collectie samen, zorgen dat die mooi ontsloten is en proberen ze dan zo goed en zo kwaad als het gaat aan de man te brengen. Dat de sector inmiddels een omslag in het denken gemaakt heeft en vertrekt vanuit de gebruiker, is uit de fiches niet af te leiden. “In hoeverre leeft het imago nog van
de bibliotheek of het archief als een rustige, afgeschermde omgeving waar men als het ware op een eiland kan werken? Dat beeld is niet erg stimulerend om jongeren aan te trekken van wie verwacht wordt dat ze onder meer communicatief, proactief en klantgericht zijn” schreef Veerle Kerstens in 2007 in Bibliotheek- & archiefgids. Wel, de SERV lijkt er alles aan te doen om dit imago te bestendigen, in weerwil van de inspanningen van de sector. Dat bibliotheekmedewerkers steeds meer over communicatieve, agogische en pedagogische vaardigheden moeten beschikken, kan alleen een grondige studie van de fiches aan het licht brengen.
Basisactiviteiten in de competentiefiche • Publiek onthalen en informeren over het gebruik van documentatiedragers en -middelen • Documentatie-informatie opzoeken, selecteren en ter beschikking stellen • Documenten, informatie en documentatiefondsen klasseren en actualiseren • Documenten beschermen, identificeren en hun staat controleren • Een documentatiebeheersysteem exploiteren (terbeschikkingstelling, uitwisseling, klassement, ...) • Documenten en documentatieproducten opstellen en verspreiden (overzicht, catalogus, nota, persoverzicht, website, ...) • Documenten en informatie verwerven, verzamelen en documentatiefondsen samenstellen • Leningen en uitleningen (inschrijvingen, uitgaande documenten, terugkerende documenten) registreren en opvolgen Tabel 2 basisactiviteiten en specifieke activiteiten in de fiche Bibliothecaris (K160101) in Competent.
Inmiddels is ook de VDAB met Competent aan de slag gegaan. Werkzoekenden die zich registreren op de website van de VDAB, kunnen daar competenties uit Competent aanvinken en scoren. Gebruikers krijgen in eerste instantie een overzicht van de basisactiviteiten en de specifieke activiteiten en kunnen doorklikken om meer informatie op te vragen. Aangezien de Competentfiches meerdere functieniveaus samenbrengen in één fiche, moet de VDAB deze opnieuw opsplitsen. Dat doet de dienst voor arbeidsbemiddeling naar eigen inzicht. De sector is daarbij niet betrokken. Voor de bibliotheeksector behield de VDAB de twee niveaus van bibliothecaris en bibliotheekmedewerker. Voor de archiefsector is alleen de archivaris terug te vinden. ‘Archiefmedewerker’ is hooguit een trefwoord bij het beroep van algemeen bediende en de hoofdarchivaris is in het geheel niet te vinden in de VDAB-databank. Als er nu toch in Competent gevalideerde fiches zijn voor bibliotheek en archief, is dat vooral omdat de VVBAD ervan
META 2013 | 8 |
33
essay
overtuigd was dat dit een cruciale stap was in de afstemming tussen beroepssector en beroepsopleidingen en dat een slechte fiche beter was dan geen fiche. De volgende stap in het proces was dan ook de opmaak van beroepskwalificatiedossiers, in eerste instantie voor de bibliotheeksector. Een beroepskwalificatie geeft aan welke beroepscompetenties nodig zijn voor het uitoefenen van een beroep. Waar de Competentfiche alleen vereiste kennis en vaardigheden opsomt voor elke competentie, voegt een beroepskwalificatie daar nog context, autonomie en verantwoordelijkheid aan toe. Mede door deze toevoegingen is het mogelijk om een beroepskwalificatie ‘in te schalen’ op een onderwijsniveau. Zo vormt ze de basis om onder andere onderwijs- en opleidingstrajecten uit te tekenen. Voor het opstellen van de beroepskwalificatiedossiers moest de informatie uit Competent dus weer opgesplitst worden. Een bibliotheekmedewerker is nu eenmaal geen bibliothecaris. Er is een verschil in ‘autonomie’ en ‘verantwoordelijkheid’ en er is dus ook nood aan verschillende opleidingen. Het zijn inderdaad vooral die twee elementen die het opleidingsniveau bepalen. Om alle aspecten van het bibliotheekwerk zeker te omvatten, werd er een werkgroep gevormd met vertegenwoordigers van FARO (steunpunt voor cultureel erfgoed), LOCUS (steunpunt voor Lokaal Cultuurbeleid), het Vlaamse Overlegorgaan inzake Wetenschappelijk Bibliotheekwerk (VOWB) en de VVBAD als trekker van het traject. De werkgroep greep terug op de beroepscompetentieprofielen uit 2009 en vulde deze waar nodig aan. In de mate van het mogelijke werd ook verwezen naar de Competentfiche, maar gelukkig liet de procedure voor het opstellen van beroepskwalificaties meer vrijheid voor het kiezen van bewoordingen, zodat de beroepskwalificatie voor bibliothecaris/informatiemanager nauw aansluit bij het gelijknamige beroepscompetentieprofiel uit 2009. (Zie Tabel 3)
Bibliothecaris / Informatiemanager (Beroepscompetentieprofiel)
Bibliothecaris/ Informatiemanager (Beroepskwalificatie)
Bibliotheek/informatiebeleid uitwerken
Werkt het bibliotheekbeleid/ informatiebeleid uit
Informatie- en bibliotheekinfrastructuur uitbouwen
Bouwt de informatie- en bibliotheekinfrastructuur uit
De interne organisatie en dagelijkse werking coördineren
Coördineert de interne organisatie en dagelijkse werking
Leiding geven
Voert het personeelsbeleid
Budget beheren
Beheert het budget en rapporteert
Netwerken
Netwerkt met het oog op maatschappelijke dienstverlening
Deskundigheid opbouwen
Bouwt deskundigheid op
Tabel 3: de competenties in de beroepscompetentieprofielen van 2009 en de beroepskwalificatie van 2013.
3 4 | META 2013 | 8
“Een bibliotheekmedewerker is nu eenmaal geen bibliothecaris. Er is een verschil in ‘autonomie’ en ‘verantwoordelijkheid’ en er is dus ook nood aan verschillende opleidingen.”
In november 2012 diende de werkgroep twee beroepskwalificatiedossiers in. Dat voor bibliothecaris/informatiemanager is inmiddels ingeschaald op niveau 7 (master). Voor het dossier bibliotheekmedewerker/informatiebemiddelaar kwam er een inschalingsadvies voor niveau 4 (secundair onderwijs). Dat advies werd uitgebracht door een inschalingscommissie die volgens een wetenschappelijke methode werkt en deskundigen uit onderwijs samenbrengt met vertegenwoordigers van de sociale partners. Er zitten geen mensen in de commissie die inhoudelijk vertrouwd zijn met de betrokken sector. De opstellers van het dossier krijgen geen gelegenheid om hun dossier toe te lichten en het is ook niet mogelijk om in beroep te gaan tegen een advies van de inschalingscommissie. Daarmee dreigde het hele middenkader van de sector — en de opleidingen daarvoor — definitief te verdwijnen. Dat leidde onder meer tot een petitie vanuit de sector die op enkele dagen tijd een duizendtal handtekeningen bijeenbracht. Na intensief overleg tussen de sector, het kabinet Cultuur, het kabinet Onderwijs en AKOV, werd beslist om een nieuw traject op te starten. Eind augustus 2013 startte de werkgroep met de opmaak van twee nieuwe dossiers: een voor het uitvoerende niveau en een voor het middenkader of vaktechnische niveau. Daarna zal een gelijkaardig traject voor de archiefsector opgestart moeten worden. Uit het hele proces blijkt dat de tussenstap over Competent voor veel ongenoegen zorgt. De databank is onvoldoende flexibel om verschillende benaderingen of evoluties doorheen de tijd van een beroep te vatten. Het samenbrengen van verschillende niveaus in een fiche, maakt het geheel onoverzichtelijk. Het is ook onbegrijpelijk dat de VDAB haar eigen toepassing hierop ent zonder daarbij de betrokken beroepssectoren te consulteren. Ook bij de inschaling van beroepskwalificaties is niet voorzien dat de sector feedback geeft en een beroepsprocedure om een inschalingsadvies aan te vechten, ontbreekt al helemaal. Van de sectoren zelf wordt dan weer verwacht dat ze mee zijn in het onderwijsjargon en de implicaties kunnen vatten van formuleringen en keuzes die ze maken bij het opmaken van een dossier. Ondertussen blijven er veel onzekerheden over de toekomst van de opleidingen, maar dat is een ander verhaal.
COLUMN
Typologie van de bibliothecaris Eva Simon
Welk type bent u? Een vraag van de relatiebemiddelaar, mevrouw Flair of de werkgever? Of van de bibliothecaris die wil weten welk vlees er in zijn kuip zit? Daartoe dient gebruikersonderzoek dat leidt tot de wildste typologieën. ‘Fictiefoben’ en ‘fictiefielen’. ‘Zelfbewuste onverschilligen’ en ‘onbekwame gewilligen’. Ook het publiek van culturele centra ontkomt niet aan segmentatie: ‘allround fijnproevers’ en ‘actieve ontspanners’. Etiketjes plakken is leuk, niet? Daarom voorzie ik een typologie van de bibliothecaris. Elke gelijkenis met bestaande personen berust op toeval. Al heb ik tijdens Informatie aan Zee mijn classificatie uitvoerig kunnen toetsen aan de aanwezigen. Als een ware typoloog zal ik het adjectief heiligen. Het kan gerust op zijn Suske en Wiskes. Ooit bedacht iemand de ‘prijsbewuste pragmatische podiumpassant’. Ook beeldspraak doet het altijd goed. Je kunt het bijvoorbeeld zeggen met vogels. Onder leners, zo stelde ooit iemand vast, heb je ‘huismussen’ en ‘trekvogels’. Voor mijn Bibliothecaris Type Indicator Model zal ik het zeggen met narcotica. ‘De Stille Blower’ werkt liefst in een
ontspannen sfeer. Hij verafschuwt stresserende omschakelingen zoals die van SISO naar ZIZO. Eenmaal omgeschakeld ontlokken de ZIZO-pictogrammen hem een lachkick. ‘De Speedy Strever’ staat te springen om het volgende transitietraject aan te vatten. Hij houdt van inspiratiegidsen die hij geconcentreerd en in één ruk uitleest. Als het zelfuitleensysteem hapert, durft hij dat een geagiteerde mep te geven. ‘De Psychedelische Believer’ verkeert in de waan dat e-boeken de bibliotheek gaan redden. Hij gelooft in één liquid catalogus voor alle e-boekcollecties ter wereld. Pas als hij niet meer hallucineert over een online etalage in spiraalpatroon, zal hij zich clean mogen noemen. ‘De Empathische Adam 1’ voelt zich sterk emotioneel verbonden met zijn bezoekers. Zijn bib is er een om verliefd in te worden. Uitdagingen als interculturaliseren en e-inclusie maken deze soort euforisch. ‘De Cold Turkey’ hunkert naar de bibliotheek van toen. Transpirerend en gedesoriënteerd loopt hij tussen de design rekken. In zijn delirium ervaart hij de publiekspc’s als uiterst bedreigend. Hij probeert af te kicken, maar voelt zich voortdurend verleid om afgevoerde werken terug te plaatsen.
Eva werkt als docente aan de Bibliotheekschool Gent en vermaakt zich onder het motto ‘informatie organiseren is een kunst’ met sociale media en metadata. In 2010 stond ze aan de wieg van de Vlaamse Bib Web Awards. Eva is al jarenlang actief in de VVBAD. Ze is redactielid van META en de Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra.
Bad trip gekregen van deze typologie? Bravo, u heeft een geestrijk profiel.
1 Benaming voor xtc
mpty citaat
“A room full of books is simply a closet
but an empty room
with a librarian in it
is a library.”
“Een kamer vol boeken is een kast, maar een
lege kamer met een bibliothecaris is een
R. David Lankes
bibliotheek.”
META 2013 | 8 |
35
de vraag
Wat doe ik met een ISIL-code? Imke Hansen, Koninklijke Bibliotheek van België en Annelies Coenen, Algemeen Rijksarchief
Sinds 2009 kunnen Belgische bibliotheken, archieven en documentatiecentra een ISIL-code aanvragen bij de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksarchief. ISIL staat voor International Standard Identifier for Libraries and Related Organizations en is gelijk aan de ISO-standaard 15511, in het leven geroepen in 2003. De Deense Koninklijke Bibliotheek zorgt voor de internationale coördinatie, maar de nationale bibliotheken en rijksarchieven kennen de concrete codes toe. Alle Belgische ISIL-codes zijn herkenbaar aan het geografische prefix ‘BE-‘. Zoals de term al aankondigt: de code kent een unieke identificatie toe aan bibliotheken en aanverwante organisaties. Deze identificator kan in technische toepassingen gebruikt worden om een instelling te identificeren. De belangrijkste toepassing tot nu toe is RFID. Boeken die voorzien zijn van RFID-tags kunnen via een zelfuitleenbalie ontleend en teruggebracht worden. Aan de tags zelf moet een onuitwisbaar ID toegekend worden: hiervoor is de ISIL-code dus geknipt. De code fungeert eveneens als MARC Organization Code. Belgische instellingen die MARC 21-data aanleveren dienen dus ook een ISIL-code aan te vragen.
Het gebruik van ISIL-codes in bibliografische beschrijvingen laat instellingen toe om gemakkelijker vanuit hun catalogus te linken naar andere nationale en internationale catalogi.
Bibliotheek en archief Voor de identificatie van archiefdiensten bestaat geen (internationale) norm en gezien de verwantschap van bibliotheken en archiefdiensten, wordt binnen de archiefwereld geopteerd om ook ISIL te gebruiken. Voor wat betreft de beschrijving van de archiefdiensten werd wel een standaard ontwikkeld: ISDIAH, International Standard for Describing Institutions with Archival Holdings (uitgevaardigd door ICA). ISIL kan, in combinatie met ISDIAH, gebruikt worden voor de identificatie en beschrijving van archiefdiensten en kan eveneens geïntegreerd worden in EADbeschrijvingen (inventarissen) als unieke identificatie van de archiefbewaarplaats. Deze code kan de uitwisseling van gegevens tussen verschillende archiefinstellingen vereenvoudigen of kan bij de creatie
Belgische ISIL-code aan. Het gaat vooral om openbare bibliotheken, maar ook universiteits-, hogeschool-, overheids- en erfgoedbibliotheken zijn vertegenwoordigd in de databank. Gewoonlijk vragen openbare bibliotheken met meerdere filialen één code aan. Voor de faculteitsbibliotheken van universiteiten of hogescholen wordt soms om een aparte code per bibliotheek verzocht. In de archiefsector vroegen nog maar veertien instellingen een ISIL-code aan. Hoe vraagt u een ISIL-code aan? Dit kan via een online invulformulier op de websites van de KBR en het Rijksarchief. De registratie is van de ISIL-code is gratis. Naast de ‘verplichte’ gegevens, zoals naam en adres, kan de aanvragende instelling ook bijkomende informatie invoeren: openingsuren, collectie, praktische gegevens voor de raadpleging van de collectie of archiefdocumenten, geschiedenis van uw instelling, link naar de website... Na het registreren van de aanvraag wordt automatisch een code gegenereerd. Na verwerking van de aanvraag ontvangt de instelling een e-mail
“Alle archiefdiensten kunnen een ISIL-code aanvragen. Er worden geen vereisten gesteld met betrekking tot het type.” van portals gebruikt worden. Alle archiefdiensten kunnen een ISIL-code aanvragen. Er worden geen vereisten gesteld met betrekking tot het type van archiefdienst (publiek of privaat), de grootte van de archiefdienst, ... Zelfs een permanente leeszaal is geen absolute noodzaak.
met de code en wordt de ingevoerde informatie via de ISIL-website beschikbaar gesteld. In de loop van 2014 zullen de website en databank van ISIL overigens vernieuwd worden. > Koninklijke Bibliotheek: http://isil.kbr.be Rijksarchief: http://isil.arch.be/
Tot dusver vroegen 264 bibliotheken een 3 6 | META 2013 | 8
Het cijfer / Het plan
78.095 Daar waar de Koninklijke Bibliotheek van België meestal uitpakt met woorden, schrift en boeken sprong bij het publiceren van het jaarverslag 2011-2012 een cijfer in het oog: 78.095. Zoveel bezoekers kreeg de leeszaal over de vloer. Dit betekent een stijging van maar liefst 50% tegenover het aantal bezoekers in 2008. Deze spectaculaire aangroei zien we vooral pieken in tijden van blokperiodes en examens. Het zijn de universiteiten hogeschoolstudenten die de leeszalen omvormen tot studiezalen. Een nieuw publiek met eigen gewoontes en gebruiken maakt zo kennis met de instelling. De bibliotheek is niet langer enkel een oord om kennis te vergaren of collecties te bewaren maar wil ook een opgemerkte rol spelen in het culturele landschap. In 2010 opende de permanente tentoonstelling LIBRARIUM, die gewijd is aan de geschiedenis van het boek en het schrift en die bezoekers laat kennismaken met topstukken uit de rijke collecties. Succesvolle projecten zoals de tentoonstelling Vlaamse miniaturen in 2011 en de recente expo ‘Hiëronymus Cock, de renaissance in prent’ in Museum M in Leuven, zijn getuige van deze nieuwe evolutie. Ook in 2013 en 2014 staat de Koninklijke Bibliotheek er op de afspraken met het publiek. Ter gelegenheid van 150 jaar Henry Van de Velde loopt nog tot eind november de tentoonstelling ‘Henry Van de Velde, brieven aan architecten’ in de Nassaukapel. Een greep uit de 3,2 miljoen gedigitaliseerde historische krantenpagina’s zullen in 2014, 100 jaar na de Groote Oorlog, het onderwerp vormen van een unieke tentoonstelling over ‘Oorlog en media’. Imke Hansen, Koninklijke Bibliotheek van België
Sint-Pieters-Woluwe bouwt eerste energie-passieve bibliotheek Na jarenlange voorbereidingen gingen op 5 augustus de bouwwerken van start. De architecten van plusofficearchitects tekenden een ruim en open gebouw uit rond een centrale leestuin. In nauwe samenwerking met de studiebureaus Util, Studie 10 en Daidalos-Peutz werd het tot een energie-passieve bibliotheek uitgebouwd. De bouw wordt voor gefinancierd vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie, het Brussels instituut voor Milieubeheer en de gemeente zelf. De verhuis is voorzien voor eind 2014. Duurzaamheid is de basis van het gebouw. Dit begint bij de keuze van duurzame materialen en zet zich verder in doorgedreven isolatie met bijv. driedubbele beglazing, een groendak, hergebruik van hemelwater, kranen met infrarooddetectie, energie uit zonnepanelen, daglichtgestuurde armaturen, luchtverversing met warmteterugwinning, warmteproductie met een geothermische warmtepomp en maximaal gebruik van daglicht. Ook in de werking wordt duurzaamheid een cruciaal gegeven. Daarom werden we door LOCUS en Ecolife naar voor geschoven als pilootproject van ‘Groene Apen’. Duurzaamheid is een groot aandachtspunt in het nieuwe cultuurbeleidsplan met de bibliotheek in een voortrekkersrol. De bib zal zich profileren als een informatiecentrum voor de bevolking rond dit onderwerp met een uitgebreide collectie lezingen en workshops over dit thema. Verder zal in de bib, op een goed zichtbare plek, een rek staan met plaatselijke good practices. Allerlei grote en kleine projecten kunnen hier in de kijker worden geplaatst. De leestuin ligt centraal in de bib volledig met glas omgeven. Deze bijzondere plek introduceert licht, lucht en groen in het hart van het gebouw met doorkijkjes van de ene naar de andere afdeling. Via de jeugdafdeling kunnen de gebruikers er in, als het weer het toelaat. Deze leestuin zal uitgebouwd worden (in samenwerking met Natuurpunt) tot een vogel- en vlindervriendelijke tuin door de keuze van de hiervoor aangepaste beplanting. De bib wil alle bevolkingsgroepen aantrekken en met mekaar in contact brengen. Rolstoelgebruikers kunnen via de hellende vlakken en de lift overal makkelijk geraken.De jeugdafdeling wordt sterk uitgebreid met o.m. een aparte peuterhoek. Veel leerlingen spreken thuis geen Nederlands. Leesplezier ontwikkelen is dan ook een prioriteit in onze werking. Een aantrekkelijk (mede door hen zelf) ingerichte jongerenhoek, uitgerust met multimediale toepassingen moet het afhaken van de adolescenten tegengaan. Voor de vele expats in Sint-Pieters-Woluwe is er het ‘Europa plein’ met literatuur in andere talen, taalcursussen en praktische info afgestemd op anderstaligen die Nederlands willen leren of Vlamingen die interesse hebben in een andere taal. Dit wordt een unieke ontmoetingsplek, een brug tussen Nederlands- en anderstaligen, Belgen en niet-Belgen in een open en multiculturele omgeving. Linda Teirlinck, Openbare Bibliotheek Sint-Pieters-Woluwe
META 2013 | 8 |
37
kroniek
OKBV Feestelijke afsluiter werkjaar
Museum Plantin Moretus, Antwerpen – 3 juli 2013
21(kunst)bibliothecarissen sloten op 3 de collectie handschriften die interesjuli samen het OKBV-werkingsjaar af in sant waren bevonden voor uitgave, de Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet. bibliotheek met het eigen drukwerk en Omdat veel leden door de hevige de eigen uitgaven, de verzameling klassneeuwval niet bij de eerste open sieke en humanistische werken bijeenbestuursvergadering van 12 maart kon- gebracht door Balthasar I Moretus, … en den zijn, koppelden we het nuttige aan — niet in het minst — het bedrijfs- en familiearchief dat de hele geschiedenis van het aangename tijdens deze feestelijke afsluiter: vooraf een vergadering voor de drukkerij-uitgeverij documenteert alle geïnteresseerden, nadien een blik en voor de Westerse cultuurgeschieop uitermate boeiende documentaire denis van wereldbelang is. Het PlantinMoretus-complex werd in 1876 verkocht collecties. aan de Stad Antwerpen en de Belgische Tijdens een afsluiter worden uiteraard de Staat, die het als museum openstelden. In 2005 kwam het op de UNESCO-lijst activiteiten van het afgelopen jaar even van werelderfgoed. Het museum telt uitgelicht. meer dan 25.000 oude drukken, waarDe focus lag dit werkingsjaar bij de werk- bij vooral de oudste eeuwen van de groep veilingcatalogi. Vanaf september boekdrukkunst goed vertegenwoordigd werkten een tiental collega’s aan een zijn. Marc Cauwenbergh en Jeroen De Meester brachten ons het verhaal van het formeel beschrijvingsmodel voor dit te lang genegeerde publicatietype. Omdat (Stedelijk) Prentenkabinet, dat ontstaan is uit de collectie grafiek van het Museum theoretische discussies alleen niet alle Plantin-Moretus en de privécollectie van vragen kan beantwoorden brachten we in juni een studiebezoek aan veilinghuis The de eerste conservator Max Rooses. Deze Romantic Agony in Brussel, waar de eige- legde de basis van het verzamelbeleid naars Trees Strubbe en Johan Devroe ons vast, m.n. de gerichtheid op het verwerinlichtten over de werking van een vei- ven van prenten en tekeningen van meesters van de Antwerpse School uit de 16e linghuis, de organisatie van de veilingen en 17e eeuw, later uitgebreid tot de 18e en en de opmaak van catalogi. 19e eeuw, tot en met hedendaagse graOns andere studiebezoek bleek een gro- fisch kunstenaars. Het Prentenkabinet ter succes dan verwacht. Toen in maart kreeg in de jaren dertig eindelijk een heel wat VVBAD-leden niet tijdig in aangepaste infrastructuur met meer tentoonstellingsruimte naast het museum. Brussel konden raken door problemen met het openbaar vervoer, bood het voor- Vandaag de dag telt de collectie meer middagprogramma van OKBV een uitweg. dan 75.000 objecten, die online opzoekZo trokken we uiteindelijk met professio- baar zijn en gedeeltelijk online te bekijken nals uit de héle sector naar het Brusselse (http://search.museumplantinmoretus. be/). Als gebruiker kan je ook tags toestadsarchief. voegen en de beschrijvingen verrijken. Zo Voor het volgende werkingsjaar staat wil het Prentenkabinet uitgroeien tot een kenniscentrum voor de grafische kunsten. alvast een studiebezoek aan Amsterdam op het programma en zal samen met OKBN een studiedag worden voorbereid. Ter afsluiting bezochten we nog de leesOok krijgt onze dag ‘Erfgoedbibliotheken zaal van de ‘moderne’ bibliotheek, met publicaties over het oude boek en de in Brugge’ (2012) wellicht een opvolger in boekdrukkunst, en over de grafische kunhet voorjaar van 2014. Het rondje van de tafel leverde ten slotte heel wat uitnodi- sten. Een bezoek aan de zalen was tot gingen op: OKBV zal de komende jaren aller spijt wegens het late uur niet meer ook heel wat nieuwe projecten, samen- mogelijk. Dan maar op een terrasje wat gevoegde collecties en frisse leeszalen napraten… mogen bezoeken. Ute Staes en Ingrid De Pourcq
Ook de namiddag was goed gevuld met drie presentaties over het Museum Plantin-Moretus en het Prentenkabinet. Dirk Imhof voerde ons mee naar het verleden, tot bij het ontstaan van de collecties in de drukkerij van Christophe Plantin en de Moretussen: met o.m. de bibliotheek van de proeflezers of correcteurs, 3 8 | META 2013 | 8
25th International Conference on the History of Cartography Helsinki – 29 juni - 5 juli 2013
Zo’n 180 deelnemers uit 35 landen namen deel aan de jubileumeditie van het Internationaal Congres over de Geschiedenis van de Cartografie begin juli in Helsinki. Met als overkoepelende congresthema ‘The Four Elements: the Essentials of the History of Cartography’ werden de congresdeelnemers uitgedaagd om hun presentaties te koppelen aan de vier elementen Aarde, Water, Lucht en Vuur. Uiteindelijk kwamen de meest diverse onderwerpen aan bod, van stadsplattegronden over landmeterskaarten tot nationale atlassen en wereldkaarten. Maar ook kaartgebruik en -productie, marketing en distributie van kaarten, thematische kaarten of kaartprojecties stonden op het rijk gevulde programma. In totaal werden 57 papers en 27 posters gepresenteerd. Zelf stelde ik een poster voor getiteld Puzzling 16th-century hand-drawn city maps of Antwerp (re)discovered. Het restauratieproject van deze bijzondere documenten uit het FelixArchief kon op heel wat belangstelling rekenen. De postersessie op ICHC krijgt een volwaardige plaats in het programma, wat op andere congressen niet altijd het geval is. Gedurende een hele voormiddag wordt de aandacht exclusief gericht op de presentatie van de posters. De deelnemers die een poster voorstellen staan ter beschikking van de nieuwsgierigen om tekst en uitleg te verschaffen, waardoor vaak zeer
kroniek
79th IFLA General Conference and Assembly Signapore – 17-23 augustus
Singapore is een klein land met een enorme verscheidenheid aan culturen en talen. Deze diversiteit en kleinschaligheid is niet enkel fysiek merkbaar, maar heeft ook een impact op de manier waarop het met informatie omgaat. De focus ligt op de nieuwe generatie, waarbij Dr. Yaacob Ibrahim, minister voor Communicatie en Informatie de jeugd identificeert met “Information by touch of their fingers”. De bibliotheek heeft zijn inziens een belangrijke rol te spelen, door nieuwe kennis te creëren en er voor te zorgen dat de geschiedenis wordt bewaard en verder leeft. De vrees dat de jeugd haar eigenheid zou verliezen is tijdens de conferentie meerdere malen aan bod gekomen. Dit heeft deels te maken met het feit dat ze met mobiele technologie opgroeit en internationaler gericht is. Volgens Cherian George, auteur en professor aan de Wee Kim Wee School van Communicatie en Informatie, kent de jeugd de buitenlandse politiek beter dan die van haar eigen land. De auteur gaf aan dat dit problematisch kan worden, daar men geacht wordt om in eigen land actief op te treden en dat dit enkel mogelijk is door kennis over de eigen cultuur te hebben. Dit denkproces is cruciaal in de uitbouw van hun bibliotheeknetwerk.
interessante discussies ontstaan. Het directe contact met het geïnteresseerde publiek zorgt ervoor dat sommige deelnemers uitdrukkelijk verkiezen om een poster te presenteren. Maar ook het rondwandelende publiek is sneller geneigd om vragen te stellen bij een poster. Bij een paper presentatie zijn het vaak toch dezelfde congresdeelnemers die het aandurven om een vraag te stellen. Naast de hoge kwaliteit van de papers en posters, ligt het echte succes van een congres vaak in de contacten die worden gelegd. De sociale activiteiten die werden georganiseerd, waren niet enkel unieke gelegenheden om bijvoorbeeld het Nationaal Archief of de ongeëvenaarde privéverzameling van de John Nurminen Foundation te ontdekken, maar boden tegelijk de kans om uitgebreid te netwerken. Tijdens de slotsessie van het congres had ik het voorrecht om als allerlaatste spreker het volgende congres in de reeks voor te stellen: ICHC 2015 in Antwerpen. De mooie presentatie wist duidelijk de deelnemers te overtuigen om naar Antwerpen te komen in 2015. Geïnspireerd door de befaamde atlas van Abraham Ortelius wordt het centrale thema ‘Theatre of the World in Four Dimensions: Space, Time, Imagination, Spectacle’. De geplande tentoonstellingen en de aantrekkingskracht van Antwerpen als kunst- en cultuurstad werden als extra troeven uitgespeeld. De laatste twijfel werd weggewerkt met onze nationale troeven zoals bier en chocolade. Meer informatie over ICHC 2015 vind je weldra op www.ichc2015.be
In de metro viel het inderdaad op dat iemand met een boek een rariteit is. Alle Singaporezen hebben een smartphone of tablet en zitten continu filmpjes te bekijken, spelletjes te spelen en heel af en toe een e-boek te lezen. Toch doet het ‘Nationale Bestuur van Singaporese bibliotheken’ veel moeite en heeft het “Het netwerk voor Informatiegeletterdheid” nationaal erkend. Omdat het informatielandschap zo aan het veranderen is, zetten ze in op verschillende pistes. Singapore telt één nationale, 23 openbare en 3 regionale bibliotheken. Net zoals in China installeren ze ‘Book ATM’s’ (bibliotheken zonder personeel) in de shoppingcenters. Wie ooit in Singapore geweest is weet dat de stad ondergronds één shoppingcentrum is en dat dit dus inderdaad een goede manier is om potentiële lezers te bereiken. De toegang tot de bibliotheken is gratis en mogelijk via elke vorm van identificatie (identiteitskaart, rijbewijs…), er bestaan boekenclubs voor taxichauffeurs en soldaten; allemaal manieren om het lezen extra te stimuleren. Ouderen kunnen gratis iPads uitlenen, wat gepaard gaat met een verplichte les over het gebruik. Op deze manier wenst het beleid de kloof tussen de generaties te verkleinen. Ook voor jongere kinderen wordt moeite gedaan, door bijvoorbeeld een platform met e-boekensuggesties, ‘Discover reads’, aan te bieden. Uiteraard is IFLA een internationaal congres en werden er naast de presentaties van het gastland vele andere lezingen gehouden. Deze kan je vanaf heden in artikelvorm via de IFLA Library (http://library.ifla.org/) gaan downloaden. De lezing van Mariellen Calter van de Stanford University over de nieuwe onderwijstechnologie voor afstandsen online onderwijs MOOC (Massively Open Online Course) is een artikel om zeker na te lezen. MOOC dient om online grote groepen studenten te bereiken, is niet beperkt tot een specifieke campus of groep en is in het geval van Stanford volledig gratis daar zij enkel gebruik maken van licentievrije materialen. Ook o.m. Harvard en Open University werken met deze methode. Veel reacties kreeg de presentatie van Andrew Wells, van de Universiteit van New South Wales. Hij gaf aan dat we geen energie meer moeten steken in het organiseren van afzonderlijke lessen in informatiegeletterdheid, omdat er te weinig bibliothecarissen zijn om dit voor het aantal studenten én specialismen op een goede manier te doen. De focus moet meer op ondersteuning van onderzoek liggen, zoals data management en management van onderzoekspublicaties. Wells is ervan overtuigd dat door de digitalisering, het personeel anders moet ingepland worden en vakspecifieke bibliotheken moeten sluiten. Het gespecialiseerde personeel komt op één centrale locatie samen te zitten en biedt van daaruit ondersteuning aan. Voor al diegenen die ooit twijfelden om naar IFLA te komen, volgend jaar vindt de 80e editie in Lyon plaats en moet je dus zeker niet ver reizen om er bij te kunnen zijn. Ann De Meulemeester
Joost Depuydt
META 2013 | 8 |
39
kroniek
Archives and Records Association (ARA) Conferentie: Accountability, Culture and Ethics Cardiff (UK, Wales) – 28-30 September
Met 250 deelnemers mocht de organisatie van de jaarlijkse conferentie van de archiefvereniging van Engeland en Noord-Ierland gewagen van een succesvolle editie. Het thema en het internationale deelnemersveld van de sprekers droegen hiertoe in de eerste plaats bij. In Engeland richt de Archives and Records Association zich zowel tot archivarissen als tot conservatoren van museale collecties, waardoor het congres een dubbel programma had. Kiezen tussen de lezingen was moeilijk maar ik woonde hoofdzakelijk toch de archiefsessies bij. Een beperkte greep uit de veelheid van lezingen volgt hieronder.
bij woelige fans werd gelegd, bleek na dit onderzoek dat een foute beslissing bij het stadionpersoneel, samen met een falen van de noodhulp, tot de ramp heeft geleid. Deze conclusies, samen met het toegankelijk maken van alle documenten online (450.000 documenten doorgenomen, 33.5000 openbaar gemaakt op de website), hadden een enorme helende invloed op de families van de slachtoffers en de overlevenden 1. Dit digitaal archief van een ramp is voor Engeland een echt symbool geworden. Uit de positieve reacties blijkt de helende kracht van archieven, zowel voor de betrokken personen, slachtoffers, families, dienstverleners enz. als voor de verantwoordelijken, en bij uitbreiding ook voor de politieke wereld.
archief- en museummateriaal, en op welke wijze hieraan tegemoet kan gekomen worden 2. De gevolgen voor archieven van de ‘bring your own device’ (BYOD) politiek op het werk door de verregaande vermenging van privé en werk op één toestel en hoe het zit met de eigendomsrechten en veiligheid van werkdocumenten in deze omgeving 3. Leen Charles > zie http://www.archives.org.uk/ara-conference/theara-conference.html
1 Hillsborough Independent Panel, Disclosed
Liverpool spelers Steven Gerrard (links) en Jamie Carragher met de ‘Freedom Roll of Association’, ter herdenking van de slachtoffers van de ramp in het Hillsborough voetbalstadion van Sheffield (April 1989). Foto: Melanie Davies.
De eerste keynotespreker, Dr. Sarah Tyacke, voorzitster van de International Records Management Trust, sprak vanuit haar rol als verantwoordelijke voor archiefmateriaal van de Independent Hillsborough Panel (2010-2012) naar de Football Hillsborough Disaster in Sheffield (15 april 1989). Deze ravage in een voetbalstadion, te vergelijken met ons Heizeldrama, leidde tot de dood van 96 personen. De commissie was louter archivalisch en historisch van opzet, zonder enige juridische macht. Een multidisciplinaire werkgroep van alle mogelijke betrokken personen en instanties kreeg de opdracht om de werkelijke gang van zaken te achterhalen. Dé hoofdtaak bleek achteraf te rusten op de schouders van de archivarissen die als opdracht kregen alle mogelijke documenten op te sporen, bij zoveel mogelijk instellingen, organisaties en personen (inclusief getuigenissen van overlevenden en families), met het doel te komen tot transparantie en om verantwoording mogelijk te maken. Waar voorheen in de beeldvorming de schuld 40 | META 2013 | 8
Met deze inleiding over de helende kracht van archieven was de toon gezet voor een reeks van sprekers die dieper op deze positieve kracht ingingen, vaak met zeer indringende casestudies. Enkele voorbeelden: de bloederige rassensegregatie in de Verenigde Staten, de strijd tussen katholieken en protestanten in NoordIerland, de slachtoffers van de Rode Khmer in Cambodja, de Kurden... De tweede keynotespreker, Dr. Jones Lukose Ongalo, hoofd van Records and Archives bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, legde de nadruk op het aspect “verantwoording afleggen” in een digitale archiefcultuur die mondiaal, haast in realtime, voortdurend bijgewerkt wordt. Het archief in de link tussen het onderzoeksveld en het gerechtshof waarbij live-getuigenissen van over de hele wereld mogelijk zijn. Dit betekent dat er bijzonder veel aandacht gaat naar het bepalen wie toegang heeft tot welk niveau van de documenten en naar de feitelijke getuigenbescherming (met stemvervorming, tijdsverloop tussen getuigenis en vrijgave …). Veel van het werk dat archivarissen doen bij het Internationaal Gerechtshof gebeurt intuïtief en op basis van vertrouwen. De wereld waarin ze zich bewegen is zeer onvoorspelbaar en complex en ze zijn zich erg bewust van het feit dat welke technische oplossingen ze ook kiezen, deze nooit definitief of onfeilbaar zijn. Verder enkele opmerkelijke lezingen die de toehoorder tot nadenken zetten. Een verslag van een wetenschappelijk onderzoek aan de Universiteit van Cardiff naar de waarde van het fysisch aanraken van
Material and Report http://hillsborough.independent.gov.uk/catalogue/index/organisation/all/ outofscope/all/perpage/20/page/1.html) 2 Jane Henderson and Kate Barber, The benefits of touch. 3 Melissa Suek, Bring your own device (BYOD): implications for records managers and archivists.
Onmiddellijk online toegang tot meer dan 2.260 internationale kranten
Library Pressdisplay is een op zichzelf staande web portal, specifiek ontwikkeld om te voldoen aan behoeften van bibliotheken en onderwijsinstanties. Met deze portal biedt u uw gebruikers toegang tot 2.260 kranten uit 97 landen in 54 talen. U kunt artikelen vertalen in 12 verschillende talen en u hebt toegang tot edities die nog niet in de winkel liggen. Library PressDisplay werd gelanceerd in 2003 en is nu de standaard digitale krantenkiosk in duizenden bibliotheken en onderwijsinstanties wereldwijd. De portal biedt toegang tot volledige digitale replica’s van huidige kranten-en tijdschriften-edities aan studenten, onderwijzers en onderzoekers.
Interesse? Contacteer Swets vandaag nog voor een demo of een trial!
www.swets.nl/pressdisplay Swets, Europark-Oost 34C, 9100 Sint-Niklaas, T 03 780 62 62 - E
[email protected]
recensies
Cowboy Stanny en het Meest Fantastische Boek ter Wereld Op 4 juni 2013 kwam Theater Foesiemauw op bezoek in Jeugdbib Mechelen, ter beloning van enkele klassen die erg hun best hadden gedaan in de bib tijdens de afgelopen Jeugdboekenweek. Op deze speciale dag kwam Stan binnengewaaid in de Jeugdbib. Al snel bleek echter dat Stan geen gewone jongen was. Slechts één moment achter een boekenrek was er nodig om zichzelf om te toveren in een heuse cowboy! De intro op de mondharp die tussen de boekenrekken weerklinkt, katapulteert je in één klap naar de sfeer van het Wilde Westen: de jeugdbib van Mechelen werd plots de Wild West Bib. De oren en de ogen van de kinderen puilen reeds uit van verwachting. Gezeten tussen de boekenrekken, vragen ze zich reikhalzend af wat er gaat volgen. En dan verschijnt onze held: Cowboy Stanny; volledig met cowboyboots, cowboyhoed en een stoere uitdrukking op zijn gezicht. Vanaf dan laat hij de aandacht van de kinderen niet meer los. Het is namelijk het begin van een spannend boekenavontuur! Een stoere cowboy blijkt Stanny inderdaad te zijn. Maar bovenal een cowboy met een ‘peperboekenhartje’: betoverd door mooie boeken. Onderweg doorheen de 42 | META 2013 | 8
prairie op zijn trouwe ros (een galopperende boekenkar), schiet hij boeken uit het rek (met de boekenzoekplank als pistool) en ontdekt hij samen met de kinderen de magie van wat er in mooie boeken te vinden is. Hij komt vanalles tegen. Hij schiet onder andere strips, kookboeken, sprookjes, spannende verhalen en gedichten. Om er daarna volledig in te duiken en de boekenwerkelijkheid tot leven te laten komen in het verhaal waarin hij de kinderen volledig meesleurt. Zo lezen zij samen met Stanny wat een cowboy allemaal kan beleven (Handboek Cowboy. Hoe word ik een echte), maar leven ze vooral mee met de dromen en verlangens van Stanny wanneer hij doorheen de boekenprairie (de rekken van de jeugdbibliotheek) op zoektocht gaat naar ‘zijn’ cowgirl Annie (Ik wil een cowboymeisje zijn). Het verhaal van de voorstelling loopt langs verschillende prentenboeken en verhalen en wordt er — bijna terloops — rond opgebouwd. Dit alles gekruid met tonnen fantasie waar je ook als volwassene van achterover valt en bovenal ten volle van meegeniet. Daarenboven is de voorstelling de beste boek- en bibpromotie die je je als kinder- en jeugdbibliotheek kunt voorstellen. De leeshonger van Stanny werkt zeer aanstekelijk: de kinderen die Stanny hebben meegemaakt, hebben ervaren wat leesplezier echt is en gaan vol leeshonger weer
naar huis. Door ze bovendien mee te betrekken bij het verhaal, krijgt de cowboy ze helemaal op zijn hand. Daarbij maakt hij ook gretig gebruik van goed gevonden grappen en grollen. Voeg daar nog een muzikale toets aan toe van enkele cowboyliederen begeleid door een gitaartje, en het plaatje is compleet. Het is alles wat het moet zijn. Of Stanny zijn cowboymeisje uiteindelijk vindt, kunnen wij uiteraard niet verklappen. We kunnen wel vertellen dat het Meest Fantastische Boek Ter Wereld er wel iets mee te maken heeft...
archivaris als ‘informatiemanager’. Dan bekruipt me datzelfde ‘backloggevoel’ als in mijn beginjaren bij de aanblik van kilo’s papieren archief. Kortom, tijd om de focus weer even scherp te stellen. Als de toekomstlijnen niet al te scherp afgetekend zijn kan het lonen om wat afstand te nemen en te zien hoe we gekomen zijn tot waar we nu staan. Dat gebeurt in het huldeboek naar aanleiding van het afscheid van vijf collega-archivarissen uit het Rijksarchief: Erik Houtman, Gustaaf Janssens, Michiel Nuyttens, Maurice Vandermaesen en Herman Van Isterdael. Alle vijf hebben ze tijdens hun carrière het archieflandschap ingrijpend zien veranderen. Een mooie gelegenheid om met Janus achterom te kijken.
Als kinderen van 8-9 jaar na een voorstelling als betoverd blijven zitten met gespitste oren en ogen, omdat ze hopen dat er ‘nog’ volgt, dan weet je als organisator dat je goed hebt gekozen. De kinderen, juffen en bibme- Het huldeboek begint met een dewerkers weten het sinds portret van de vijf jubilarissen, telkens geborsteld door een die ene dag voorgoed: zij zagen de Meest Fantastische collega die hen professioneel — en soms ook privé — nabij Boekenvoorstelling ooit. was. Het resultaat is een doorgaans zeer hartelijk relaas van Sofie Verschueren vijf persoonlijkheden. Hoewel stuk voor stuk bezitters van > http://www.foesiemauw.be/ een ontzagwekkende lijst van diploma’s, publicaties en carrièrewendingen, bleven ze toch met beide voeten op de archiefvloer staan.
Archiefambacht tussen geschiedenisbedrijf en erfgoedwinkel. Een balans bij het afscheid van vijf rijksarchivarissen
Daarna volgen bijdragen van twaalf eminente archiefcollega’s, ingedeeld in drie “controversiële vragen waarmee (rijks)archivarissen vandaag geconfronteerd worden”. Ik beperk mij tot het aanstippen van enkele inspirerende ideeën.
Een bekentenis: soms lijk ik als archivaris even de vaste ‘Archiefambacht: voltooid vergrond kwijt te zijn. De ‘digi- leden tijd?’ (Claude Bruneel, tale (r)evolutie’ van de laat- Peter Horsman, Jean-Marie ste decennia creëerde een Yante, Inge Schoups) geeft soort verwachting van maxi- het relaas van de quasi conmale ter beschikkingstelling, stante zoektocht naar adevan snel en efficiënt gege- quate rekruteringswijzen en vens terugvinden, van kruis- archiefopleidingen, deinend bestuivingen met andere ‘col- op de evoluerende tijdsgeest. Die tijdsgeest beïnvloedt troulecties’. Dat vergt een serieuze ommezwaai op technisch en wens ook de invulling van organisatorisch vlak. En ook, toezichtstaak van de (rijks) een ander kennisprofiel: de archivaris én de ontwikkeling
recensies
van de ‘ideale inventaris’. Om archief louter de reflectie van dat laatste wat te relativeren een maatschappij, of geeft het onderwerpt Peter Horsman de archief de samenleving (mee) inventarissen van drie jubila- vorm? rissen aan een kritisch onder‘Archivarissen en de erfgoedzoekje. wereld: een voorzichtige lat‘Archivarissen en historici: relatie?’ (Herman Coppens, een moeilijk huwelijk?’ (Theo Jan De Maeyer, Geert van Thomassen, Frank Scheelings, Goethem en Marc Jacobs) Betreft de voorzichtige latCharles Jeurgens en Eric Ketelaar). ‘Lijstjescultuur’ in relatie eerder de archivaris archiefselectie geeft aanlei- en zijn publiek? Dat vraag ik ding tot het typische gebek- me af bij het overzicht van vecht tussen archivaris en de dienstverlening bij het Rijksarchief en het pleidooi historicus. Maar als je je wil profileren tegenover andere voor een geïntegreerde benasectoren, versterk je best je dering van erfgoedcollecties eigen identiteit. De ontwikke- door de OLAV’ers. Niet zozeer het professionele beheer van ling van de archiefwetenschap illustreert het ontstaan van verschillende vormen van erfzelfbewustzijn. Vlaanderen goed (boek, archief of object), heeft op dat gebied nood aan maar het trachten tegemoet te meer ruimte voor fundamen- komen aan de interesses van teel onderzoek. Het archief een (heel divers!) publiek zorgt kan ook onderwerp van his- veelal voor een spanningsveld torische studie zijn: is het met de basisarchiefwerking.
Een bijdrage van deze laatste groep, m.n; de gebruikers van het archief, had in dit boek niet misstaan. Kortom: niet de ideale strandlectuur. Toch zijn de samenstellers erin geslaagd bijdragen te verzamelen, waaronder enkele zeer fundamentele die eigenlijk aangeraden lectuur kunnen zijn voor verschillende doelgroepen. De archiefstudenten op kop, ook beleidsmensen, maar eigenlijk alle archivarissen die bewust me hun vak bezig willen zijn. Hermione L’Amiral > Archiefambacht tussen geschiedenisbedrijf en erfgoedwinkel. Een balans bij het afscheid van vijf rijksarchivarissen / E. PUT en C. VANCOPPENOLLE (ed.). – Brussel: Algemeen Rijksarchief, 2013. – 316 p. - ISBN 978 90 5746 586 4
toepassing
Moeten er nog apps zijn? Ilse Depré, De Bib Leuven
Het aanbod kinderboeken voor tablets is enorm. En er zitten pareltjes tussen: prachtige verhalen, gecombineerd met interessante interactieve elementen. De betere apps geven je een keuze tussen zelf lezen of een voorgelezen versie. In sommige gevallen kan je ook een andere taal activeren (bijv. Engelse gesproken versie met Nederlandse ‘ondertitels’). Ze zijn meer dan gedigitaliseerde kinderboeken, maar combineren een sterk verhaal, mooie tekeningen met heel wat interactieve elementen. Test zeker eens The Pedlar Lady of Cushing Cross, The Fantastic Flying Books of Mr. Morris Lessmore, The Cat in the Hat. Mijn favoriet is Lil’ Red, een geanimeerde versie van Roodkapje. De tekeningen zijn bijzonder, de animaties knap gevonden, de muziek verveelt niet, maar vooral... er is geen tekst. Er wordt niets voorgelezen, en er verschijnen geen letters op het
scherm. In Lil’ Red vertel je als ouder, grootouder, broer, zus of leerkracht zelf het verhaal. Het kind kan de gebeurtenissen sturen, door te klikken op bepaalde voorwerpen of elementen. Op die manier bouw je samen met het kind zelf een (alternatief) verhaal en krijgt één van de bekendste sprookjes een hele nieuwe dimensie! > Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot.com
META 2013 | 8 |
43
Personalia
Op 1 augustus 2013 ging Lieven Senepart met pensioen. Hij was 28 jaar bibliothecaris van de openbare bibliotheek van Dendermonde en speelde een belangrijke rol in het (Oost-) Vlaamse bibliotheekwezen. Lieven Senepart kan terugkijken op een lange en goedgevulde carrière in de bibliotheeksector. Toch zag het er eerst niet naar uit dat hij daarin zou terechtkomen. Zijn eerste professionele ervaringen deed hij immers op bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Daarna ging hij aan de slag bij een touroperator in Brussel, gespecialiseerd in reizen naar Ierland, de Kanaaleilanden en Malta. Vervolgens belandde hij bij de Administratie der Pensioenen in Brussel. Van de pensioenen was het maar een kleine stap naar de Directe Belastingen. Gelukkig kwam Lieven al snel tot bezinning en koos resoluut voor de bibliotheeksector. In 1977 schreef hij zich in aan de bibliotheekschool van Brussel. Hij koos daar voor de richting Wetenschappelijke bibliotheken. In 1979 werd hij bibliothecaris in de Universiteitsbibliotheek van de UFSAL in Brussel. Hij was onder meer verantwoordelijk voor de fusie van de verschillende faculteitsbibliotheken tot een centrale bibliotheek. In die periode begon ook zijn interesse voor de openbare bibliotheeksector te groeien. In 1979 werd hij op vrijwillige basis hulpbibliothecaris van de vrije bibliotheek De Goede Lezing van Sint-Gillis-Dendermonde. Drie jaar later, in 1982, maakte hij de definitieve overstap naar de openbare bibliotheek, toen hij aan de slag ging als bibliothecaris van de bibliotheek van Merchtem. In datzelfde jaar nam de stad Dendermonde de vrije bibliotheek van Sint-Gillis-Dendermonde over en daarmee ook hulpbibliothecaris Lieven Senepart. Hij werd assistent-dienstleider en kreeg de verantwoordelijkheid over de afdeling catalogusbouw. In het begin werkte hij zes uur per week, maar later werd dat uitgebreid tot tien uur per week. Hij combineerde dit enkele jaren met zijn voltijdse job als bibliothecaris in Merchtem, waardoor hij werkweken van 48 uur draaide. In juni 1985 kwam de grote sprong voorwaarts toen hij opklom tot bibliothecaris 44 | META 2013 | 8
en daarmee de hele verantwoordelijkheid een plek voor een nieuwe bibliotheek te kreeg over de Dendermondse bib. In het vinden, maar dat bleek opnieuw makbegin was hij de enige voltijdse leiding- kelijker gezegd dan gedaan. Toch bleef Lieven de druk op de ketel houden. Zo gevende. Het spreekt voor zich dat Lieven in die 28 jaar heel veel dingen heeft zien ondertekende hij consequent al zijn veranderen in de bibliotheeksector in nota’s aan het college met de woorden het algemeen en in de bibliotheek van “Overigens ben ik de mening toegedaan dat Dendermonde een nieuwe bibliotheek Dendermonde in het bijzonder. verdient.” (Voor de Latinisten: dit is een Op de eerste plaats heeft hij de bibliotheek parafrase op de beroemde woorden van van Dendermonde uitgebouwd tot een Cato over de vernietiging van Carthago). professionele en goedwerkende dienstverlening voor de Dendermondenaar. De spreekwoordelijke koppigheid van Lieven bleek vruchten af te werpen toen Een van zijn eerste opdrachten was de het nieuwe bestuur in 2001 van de bouw overname van de vrije bibliotheken in de verschillende deelgemeenten van van een nieuwe bibliotheek een absolute prioriteit maakte. Lieven schreef Dendermonde. Lieven probeerde deze uitleenposten stelselmatig uit te bouwen de projectdefinitie en er werd een open oproep gelanceerd door de Vlaamse tot eerstelijns informatievoorzieningen. Maar ook de hoofdbibliotheek is expo- Bouwmeester. Toch duurde het nog tot nentieel gegroeid. Zelfs in die mate dat 2006 voor de werken daadwerkelijk konhet flatgebouw aan de Krijgshof, waarin den starten. Het project had te kampen de bib was ondergebracht, letterlijk uit met allerlei tegenslagen, zoals faillissezijn voegen barstte. Wie herinnert zich de menten van aannemers, grondverzakkingen, grondvervuiling, brandstichting overvolle rekken en hoge stapels boeken nog? Al van bij het begin ijverde Lieven en zelfs een instorting. Maar eindeloze koppigheid en doorzetting hebben toch voor meer ruimte. In verschillende fases kocht de stad Dendermonde dan ook tot resultaat geleid. Op 1 september 2010 werd het eerste boek uitgeleend in de bijkomende ruimtes bij. Zo kon Lieven in 1988 een nieuwe AVM-afdeling en een nieuwe hoofdbibliotheek in de Kerkstraat. Eindelijk kreeg Dendermonde de bib die jeugdafdeling openen. In die periode deed ook de automatisering haar intrede. het verdiende. Als een van de eerste bibliotheken in Vlaanderen koos Dendermonde ervoor Maar Lieven heeft ook altijd verder om niet alleen de hoofdbibliotheek, maar gekeken dan de eigen bibliotheek. Hij was steeds zoveel mogelijk gefocust op ook alle vestigingen te automatiseren. samenwerking met interessante partners. De bib van Dendermonde was dan ook Plaatsgebrek bleef echter de rode draad in de loopbaan van Lieven. Eind al vrij vroeg betrokken bij Ovinob (het jaren tachtig werden de eerste plannen Oost-Vlaams InformatieNetwerk van gemaakt voor een nieuwe bibliotheek, Openbare Bibliotheken). En ook binnen maar dit project viel aan het begin van de regio was hij zeer actief. Hij lag mee de jaren negentig stil. Vanaf 1995 werd aan de basis van het regionaal samener een nieuwe poging ondernomen om werkingsverband De Leesdijk. Het was trouwens op zijn bureau dat in november 2004 de statuten van de interlokale vereniging De Leesdijk werden geschreven. Van in den beginne heeft Lieven dan ook een trekkersrol opgenomen in het samenwerkingsverband. Op zijn eigen, rustige en bedachtzame manier probeerde hij iedereen mee te krijgen. Voor sommigen soms iets te bedachtzaam, maar altijd constructief en collegiaal. En nu? Lieven kennende zal hij niet stilvallen. Hij zingt in verschillende koren, speelt viool en fietst graag eens de Mont Ventoux op. Hij houdt van zeilen en reizen. En misschien springt hij ook af en toe nog eens de bib binnen. Het ga je goed Lieven! Joris Eeraerts, Provincie Oost-Vlaanderen
zogehoord
Francis Vlieghe:
“Als ik een groep wil leren kennen, leen ik altijd enkele cd’s in de bib” Heb je een favoriete groep? Ik heb er wel een paar: Radiohead, Eels, Queens of the Stone Age, The Doors, Interpol, Massive Attack, Sigur Rós… Van Radiohead hoor ik zowel de oude (met veel gitaren), als de nieuwe periode (met veel elektronica) graag. Eels zag ik een jaar of vijftien geleden in de Marquee op Werchter en ik was meteen verkocht. Massive Attack kende ik al langer, maar het was pas toen ik op kot zat dat ik een echte fan werd. Toen ik later in Antwerpen woonde ging ik vaak met Interpol op de iPod verdwalen in de stad om foto’s te gaan nemen. Hetzelfde deed ik met Sigur Rós in IJsland. Dat land is al even mooi en bevreemdend als hun muziek. Het was trouwens de documentaire Heima die me deed besluiten om naar IJsland te reizen. Naar welk genre gaat je voorkeur uit? Hangt af van het moment. Ik luister het meest naar alternatieve rock, maar ik kan evengoed genieten van triphop, klassieke of elektronische muziek. Wat is je favoriete album? The Doors in concert. Ik kocht deze dubbel-cd toen ik twaalf was, en ik heb hem sindsdien letterlijk kapot gedraaid. Vooral de gitaarriffs van Robbie Krieger zijn prachtig. Heb je een guilty pleasure? Een ‘foute’ plaat waar je stiekem wel eens naar luistert.
Niet meteen een plaat, maar wel de single Slow van Kylie Minogue. Ze maakt niet echt mijn type muziek, maar dat liedje vind ik echt wel heel goed. Wat was het eerste plaatje dat je ooit kocht? De eerste cd die ik kocht was No television van The Radio’s. Ik was toen acht jaar oud. Daarna werd ik gelukkig snel beïnvloed door mijn tien jaar oudere broer en ging ik luisteren naar groepen als The Cure en The Sisters of Mercy. Rond mijn 12e kwam daar de invloed van mijn neef bij. In die periode was ik al grote fan van Nirvana en Rage Against the Machine. Maar hij leerde me een hele muziek geschiedenis, met onder andere Pink Floyd, Led Zeppelin en The Doors kennen. Hoe kom je aan je muziek? Cd’s kopen, downloaden of ga je naar de bib? Ik ben nogal ouderwets op dat vlak, dus ik koop vooral nog cd’s. Ik heb wel graag het doosje en het boekje erbij. Ook de kwaliteit van een cd is nog altijd beter dan de meeste downloads. Ik leen ook nog af en toe cd’s in de bib van Gent. Ik hou nogal van sommige minder bekende Belgische bands als de Portables, Hitch, Orange Black… Hun oudere cd’s zijn helaas niet meer in de handel verkrijgbaar. Vaak kun je ze zelfs niet downloaden. Gelukkig heeft de bib die dan wel nog in haar bezit. Als ik een groep wil leren kennen, leen ik ook altijd enkele cd’s in de bib.
Het graf van Jim Morrison, zanger van The Doors, zoals het eruit zag in 1987. PèreLachaise Kerkhof, Parijs. Foto: Kees de Vos.
Wat is je meest gespeelde nummer in iTunes? L.A. Woman van The Doors vanop het gelijknamige album. Het is hun laatste studioalbum, en voor mij hun absolute hoogtepunt. Hoe en waar luister je naar muziek? Aangezien het thuis met een zoontje van twee tegenwoordig de muziek van Kaatje is, luister ik vooral in de auto naar mijn eigen muziek. Onlangs ontdekte ik tijdens een avondlijke rit naar huis nog een leuk muziekprogramma: Late night Laika, zowaar een programma over elektronische muziek op Klara. Welke artiest zou tot slot nog willen aanraden aan de META-lezers? Lewis & Clarke combineert mooie akoestische gitaarsongs met prachtige teksten. Nog een aanrader is de Japanse postrockband Mono. Leuk voor wie van instrumentale post-rock à la Mogwai houdt. Het Studio Brusselprogramma Duyster blijf ik een goed kanaal vinden om nieuwe muziek te leren kennen.
Francis Vlieghe Francis Vlieghe (32) is hoofdmedewerker in de bibliotheek Schoonmeersen van de Hogeschool Gent. Daar is hij vooral bezig met informatievaardigheden. Fotografie, reizen en fietsen blijven zijn grootste passies, al houdt hij ook van een goed (gezelschaps)spel. De laatste jaren heeft hij groene vingers gekregen..
META 2013 | 8 |
45
100 80 60 40 20 0
Activiteiten
Studiereis Berlijn In juni 2014 organiseert de VVBAD opnieuw een studiereis, deze keer naar Berlijn. Op het verlanglijstje staan onder andere: Het Jacob-und-Wilhelm-Grimm-Zentrum, de centrale bibliotheek van de Humboldt-universiteit, de Filologische Bibliotheek van de Vrije Universiteit, de Staatsbibliotheek en het Kulturforum. We reizen waarschijnlijk begin juni naar Berlijn, van woensdagochtend tot vrijdagavond (of tot zaterdagavond). Interesse? We leggen nu al een lijst aan van mensen die eventueel willen meegaan. De mensen op deze lijst krijgen voorrang wanneer de inschrijvingen officieel starten. Je bent dus nog niet ingeschreven als je op deze lijst staat, maar je krijgt wel uit eerste hand de nodige informatie als de reisplannen concreter worden. Stuur je naam, instelling en e-mailadres naar
[email protected]. Laat daarbij ook even weten of je vooral interesse hebt in openbare bibliotheken of in hogeschool-/universiteitsbibliotheken. En of je interesse hebt om een dag langer te blijven om zelf nog een uitstap naar keuze te maken in Berlijn. Ideeën? Heb je zelf interessante ideeën of tips? En eventueel ook contactpersonen? Neem dan zeker contact op met Klaartje Brits (
[email protected]). Foto: De centrale bibliotheek van de Humboldt-universiteit. © Thomas Guignard.
Bij de Archivaris op Schoot: Stadsarchief Waregem Het ondertussen bekende project ‘Bij de Archivaris op Schoot’ biedt de kans aan beginnende archivarissen om praktische vragen te stellen aan meer ervaren collega’s. Dit gebeurt concreet door een aantal bezoeken aan diverse archiefinstellingen. De organisatie is sinds kort een samenwerking van het FAAD en de VVBAD. Op 26 november 2013 brengen we met het project een bezoek aan het Stadsarchief Waregem. Tijdens het bezoek worden we rondgeleid door Geerd De Ceulaerde. De focus van het bezoek is publiekswerking. Inspiratie voor jouw publiekswerking! Het Stadsarchief Waregem is door de Vlaamse overheid erkend als Cultureel Archief. Het heeft dit onder meer te danken aan een uitgebreide publiekswerking. Zo organiseert het regelmatig erfgoedactiviteiten zoals tentoonstellingen en voorstellingen. Er rollen ook frequent publicaties van de pers. Voorbeelden zijn 75 jaar monumentenzorg in Waregem, Van paardenmiddel tot paardendokter, Woonwijken in Waregem, 19221977… Op de website www.waregem.be/archief lees je meer over bijzondere documenten in de rubriek ‘Paradepaardjes’. Er is ook een scholenaanbod en nog meer. Dit is dé gelegenheid om inspiratie op te doen voor je eigen publiekswerking. Het bezoek is gratis. Omwille van organisatorische redenen is het aantal deelnemers beperkt tot vijfentwintig. Wees snel!
Activiteitenkalender 15.11.2013
Studiebezoek OKBV: museumbibliotheken in Amsterdam
VVBAD 21.11.2013
Strategische consultatie over
Vlaamse Overheid
Digitaal Archief Vlaanderen 23-24.11.2013 ICA Annual conference 2013 ICA 26.11.2013
Building a 21st century National Library (Fiona Ross, National Library of Ireland)
Praktisch
UA – 30 JAAR IBW
Datum 26 november 2013, 14.00 u. – 16.00 u. Plaats Stadsarchief Waregem, Gemeenteplein 2, 8790 Waregem Inschrijven Via www.vvbad.be/activiteiten
03.12.2013
De toekomst is vandaag. Hoe omgaan met nieuwe media in de jeugdbib
VVBAD
20.12.2013
Het Europeana Data Model (EDM) en zijn potentieel voor de ‘Digital Humanities’ (Stefan Gradmann,
De toekomst is vandaag. Hoe omgaan met nieuwe media in de jeugdbib
Universiteitsbibliotheek KU Leuven)
Hoe mediawijs zijn de kids? Hoe (on)wijs zijn wij? Boeiende sprekers en vernieuwende projecten uit de praktijk bieden inspiratie aan de jeugdbib. We starten met de cijfers en theorieën over mediawijsheid bij kinderen en jongeren, om in de namiddag aan de slag te gaan met concrete voorbeelden en good practices.
UA – 30 jaar IBW
11.02.2014
De bibliotheek als behoe-
Praktisch
Datum Plaats
Uw activiteit in deze kalender?
der en ontwikkelaar van het digitale boek (Els Stronks, Universiteit Utrecht)
3 december 2013, 9.30 u. – 16.15 u. Bibliotheek Permeke, De Coninckplein 25, Antwerpen Prijs 60 euro (leden)/90 euro (niet-leden) Inschrijven Via www.vvbad.be/activiteiten
UA – 30 jaar IBW
Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten
META 2013 | 8 |
47
uitzicht
48 | META 2013 | 8
wij richten bibliotheken in ... Openbare bibliotheek Lummen Meer op: www.sbnl.be/foto
Appelweg 94 C B-3221 Holsbeek
Tel.: 016 623 340 Fax: 016 620 400
[email protected] www.sbnl.be
Openbare Bibliotheek Turnhout promoot collecties en diensten met Iguana van Infor
Met Iguana integreren bibliotheken de catalogus en website om zo collecties en diensten online te promoten. Daarnaast biedt Iguana gebruikers een interactieve en gepersonaliseerde interface om hun accounts te beheren, en bibliotheekmaterialen te ontdekken, delen, bespreken en meer. “De software benadert de bibliotheek vanuit marketing oogpunt. Het onderscheid tussen de website en de catalogus vervaagt en de bibliotheekcollectie en diensten worden actief gepromoot.” “Iguana biedt ook interactieve mogelijkheden op het vlak van de collectiepresentatie. De diverse animaties waarmee (onderdelen van) de collectie worden aangeboden kunnen op veel waardering rekenen. Zo is de boekenrivier van ‘net ingeleverde materialen’ een ideale digitale vervanger van de boekenkar met net ingeleverde materialen. Een andere goed gesmaakte vernieuwing is de tweewekelijkse attenderingsmail met nieuwe aanwinsten, aangepast aan het profiel van de gebruiker.” — Paul Wouters, bibliothecaris van de Openbare Bibliotheek Turnhout. Neem contact op! tel.: 32 2 727.78.01 gsm: 32 476 21.50.71
[email protected]