Wie is als Hij? Preek over zondag 4 van de catechismus. Ik weet eerlijk gezegd niet zo goed hoe je hiernaar luistert. Misschien ga je al jaren naar de kerk en ben je vertrouwd met deze woorden: toorn, straf, vloek. Ze hebben alles te maken met waar je God-zij-dank van bevrijd bent, door Jezus Christus. Of je hebt het al zo vaak gehoord dat het nauwelijks meer tot je doordringt. Tot we vanmiddag deze tekst lazen en toen dacht je … ja, wat denk je dan? Wie is God? Grote kans daar je daar zo je eigen gedachten over hebt. Vooral sinds 9/11, maar natuurlijk al veel eerder, is de combinatie God en geweld (een God die toornt) op z’n zachtst gezegd verdacht geworden. Is het niet zo dat geloven in een God die niet alleen liefde is, maar ook kan toornen, een recept is voor ongelukken? En dan druk ik me nog voorzichtig uit. Is God een god die mensen bang maakt voor de hel, zodat ze maar in Hem gaan geloven? En hoeveel conflicten in de wereld hebben niet ergens te maken met het geloof van mensen in God, de geweld goedkeurt, aanmoedigt. Of zelf geweld gebruikt? Denk even aan de reacties op de film the innocence of muslims. Wie hier in de kerk denkt dat dit alleen over moslims gaat, vergist zich. Oké, misschien is dit niet (meer) de reflex van veel christenen op haat, spot en satire over bijvoorbeeld Jezus. Maar de bijbel staat ook bol van geweld. Geweld tegen ongelovigen. Geweld tegen gelovigen. Geweld tegen volken, geweld tegen mensen. Ook het nieuwe Testament getuigt van diezelfde God (we lazen net Hebreeën 12,29). Het is zelfs zo dat niemand in de bijbel méér over de hel heeft gesproken, dan Jezus. Wie ís de God van de bijbel? Laat me je vanmiddag meenemen in het verhaal van het christelijk geloof over een God die toornt. Over welke God hebben we dan? Wat ís de toorn van God, waarover we net hebben gelezen? Waar is die op gericht? En last-butnot-least: hoe kan het geloof in een God die toornt jouw leven veranderen? Even een klein stapje terug. Je zou kunnen zeggen dat zondag 3 & 4 samen een tweeluik vormen. Het eerste deel ging dan over de vraag wie mensen zijn. Het tweede deel over wie God is. Die twee hebben heel veel met elkaar te maken. Mensen zijn:
• … goed gemaakt (naar het beeld van God; als profeet – priester – koning) • … ont-aard. Vorige week ging het over erfschuld; het bijzondere is niet zozeer dat er van alles mis is, of dat gebeurtenissen uit het verleden gevolgen hebben in het heden. Maar dat die ont-aarding volgens de bijbel te maken heeft met verkeerde keuzes die mensen hebben gemaakt en nog steeds maken (o.a. psalm 51). De conclusie toen dat er wel een wonder moet gebeuren, willen mensen weer worden zoals ze gemaakt zijn. Daarvoor, zegt zondag 3, is niets minder nodig dan wedergeboorte. Dat is: dat je opnieuw geboren wordt. Wat is dit eigenlijk voor een bizar verhaal? Doet God de mens dan geen onrecht, dat Hij in zijn wet van hem eist wat hij niet doen kan? Hoe eerlijk is God? dat is de vraag. God blijft van mensen vragen dat zij Hem liefhebben, en elkaar. Dat is de eis van de wet. Bijna aan het einde van het leerboek wordt deze vraag nog eens herhaald: waarom blijft God toch komen met de eis van zijn wet (waarvan de samenvatting is dat we zullen leven uit liefde) – v/a 115? Het antwoord is kort gezegd: omdat God God is. Daar komt het op neer. Voordat Mozes met de wet de berg Sinaï afkwam krijgt hij op de berg te horen wie God is. [dia 2]: ik ben God, de HEER, ‘Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft … maar niet alles ongestraft laat […].’ Zo maakt Hij zichzelf bekend. Wie is God? Het blijkt dat de vraag van mensen die God in hun leven echt tegen zijn gekomen, in de bijbel steeds veranderde in: wie is als God? Kijk even naar de reactie van Mozes [dia 3] Mozes valt op zijn knieën en buigt zich neer. Wie is als deze God: vergeef ons en trek met ons mee! Jakob is zijn leven lang op zoek geweest naar erkenning en als hij dan terugkomt van zijn oom Laban – hij staat op het punt om zijn broer Ezau te ontmoeten die hem wil vermoorden – ontmoet hij God in de gedaante van een engel. Hij worstelt met God. Als het licht wordt dreigt hij te verliezen (niemand kan God zien en leven – Exodus 33,20) maar toch laat hij niet los, totdat God hem zegent. Wie is als deze God?
Wanneer Job uiteindelijk antwoord krijgt, misschien niet echt wat hij wilde horen, zegt hij: [dia 4] ‘Eerder had ik slechts over u gehoord, maar nu heb ik u met eigen ogen aanschouwd.’ (Job 42) – Wie is als deze God? Zo kan ik nog wel even doorgaan. Jesaja schreeuwt het uit: ‘Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens […] En nu heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten, gezien.’ (Jesaja 6) Paulus ontmoet Jezus in een verblindend licht en stottert: ‘wie bent U HEER?’ En dan komt het wonder als Jezus zegt: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt … maar sta op […]’ (Handelingen 9). Wie is als deze God? Een verterend vuur, waarin mensen blijven leven. [dia 5 – leeg scherm] Hoe eerlijk is deze God? De mensen die God ontmoetten zullen zeggen: dat is een vraag vanuit het verkeerde perspectief. Het is eerder andersom: als ik jullie gemaakt heb zoals ik jou gemaakt heb, hoe eerlijk ben jij dan? In de film Bruce Almighty speelt de hoofdpersoon een dagje voor ‘god’. Het eerst dat hij merkt is dat hij als mens de verantwoordelijkheden van ‘een god’ niet aankan. Hij mist het perspectief, het overzicht. Een echte Job-ervaring, zou ik zeggen. In de aanloop naar deze zondag vroeg ik mensen hoe zij God hebben leren kennen. Een paar reacties spraken van dezelfde verwondering: hoe een grote God-van-ver-weg veranderde in een God-van-dichtbij. Sommigen van jullie hebben het dus óók gemerkt. Wie is als deze God?! Wie is God? v/a 6 zei het zo: God is rechtvaardig en heilig. Heilig dat betekent precies wat we tot nu toe hebben gezegd: God is van de buitencategorie. Daar kan je geen etiket op plakken. Nu verder over dat andere woord. Dat speelt namelijk in zondag 4 een prominente rol. God is rechtvaardig. De stelling van het leerboek is eigenlijk: omdat God God is, kan niemand zijn rechtvaardigheid uitspelen tegen zijn barmhartigheid. Zijn toorn tegen zijn liefde. Wat toorn met liefde te maken heeft, zou je misschien kunnen vergelijken met een voorbeeld uit het leven van een vriend van mij, toen ik 18 was. Toen die vriend net 18 was geworden haalde hij direct zijn rijbewijs. Hij dacht dat zijn vader het wel goed zou vinden als we zijn auto even zouden lenen, maar bij het inparkeren raakte hij een betonnen paaltje. Wat toorn betekent, heeft hij daarna snel genoeg ontdekt.
We passen deze situatie even toe op de vraag wie God is. Wat zou nou volgens jouw een liefdevolle reactie zijn? Liefde is volgens ons vaak: iets door de vingers zien. Maar gerechtigheid – Gods reactie - gaat verder. Je zou kunnen zeggen: hoe vaker iemand iets door de vingers ziet, hoe groter de schade. Eén deukje, oké. Maar drie of vier, hoeveel deuken kan een auto hebben? Gods liefde is niet dat hij alles door de vingers ziet, maar zijn gerechtigheid. En zijn gerechtigheid is dat de lat hoog blijft liggen. God wil dat het goed komt. Dat het mooi wordt. dat de schade hersteld wordt. En wil het zover komen, dan moet, net als in het voorbeeld van zonet, iemand betalen. Een mooi voorbeeld van hoe het werkt bij Gods gerechtigheid. Er wordt betaald. Vergelijk het anders met een wat minder zakelijk voorbeeld. Als er in een relatie iemand vreemd gaat kan je twee dingen doen. Stoppen en doorgaan. Maar als je doorgaat moet vooral degene die trouw bleef, incasseren. Gods liefde is dat Híj incasseert, betaald. En dan gaat het niet om een kapotte auto. Maar om mensen, relaties, het milieu. Een wereld in armoede, oorlogen. De schade is enorm. Zijn schepping is beschadigd. Jezus heeft in zijn leven en sterven laten zien hoe liefde en gerechtigheid bij God één zijn. Na drie uur doodse donkerheid op Golgotha riep Hij uit: het is volbracht! God incasseert. Zodat jij en ik weer verder kunnen met Hem. Hij betaalt. Eigenlijk zegt God na Golgotha: alsjeblieft, hier heb je de sleutels. Weer die verwondering: wie is als deze God?! Gods gerechtigheid betekent dat zijn liefde door het oordeel gaat. Dat is de grote lijn in de ervaring van mensen met de God van de bijbel van vroeger tot nu. Ik maakte dat net duidelijk aan de hand van een voorbeeld, maar we lezen het ook in de bijbel. Direct na de zondeval zoekt God Adam en Eva op dan zegt Hij [dia 6]: ‘Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’ Dat is meteen al typisch God. Zijn liefde loopt uit op en oordeel (over het kwaad). En dat betekent in de praktijk vijandschap: dit leven gaat moeite kosten. Er komt strijd. Want Ik wil niet dat je went aan de gevolgen van de keuze die je gemaakt hebt. Als je daarvan iets ervaart in je leven, ervaar je dus iets van Gods toorn. Iets van Gods liefde. Dit is niet normaal. Deze wereld is op weg naar een dag waarop de kop van de slang voorgoed verbrijzeld wordt. [dia 7 – leeg scherm]
Ik wil nog één stap verder gaan en met jullie nadenken over de toorn van deze God. Hoe werkt dat? Is geloven ergens toch niet iets dat mensen doet uit angst? Angst dat het slecht afloopt … angst voor de hel? Wat opvalt is dat God mensen laat kiezen en dat zijn oordeel zich voltrekt in de weg van de verharding in de keus tegen Hem. Wanneer Kaïn boos wordt, zegt God [dia 8] : ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij.’ God geeft mensen een keuze. Zijn oordeel voltrekt zich vaak in de weg van de verharding. Wil je niet van mij weten, oké, ga dan je eigen weg. Maar dan gaat het van kwaad tot erger. Zo ging het in de dagen van Noach. Zo ging het in het leven van de Farao. En in het leven van Saul. [dia 9 – leeg scherm] De apostel Paulus schrijft ook in het Nieuwe Testament aan de Romeinen: ‘vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen. […] [dia 10] Daarom heeft God hen in hun lage begeerten uitgeleverd aan zedeloosheid, waarmee ze hun lichaam onteren.’ Gods toorn openbaart zich in de weg van de verharding in het kwaad. Het eindpunt is de hel. De hel is naar de christelijke overtuiging niet de plaats waar mensen aan het einde van de rit tot inkeer komen en zeggen: ‘oké, sorry, nu geloof ik [..]’ Maar waar mensen uiteindelijk totaal overgeleverd zijn aan hun eigen verlangens. Je zou het ook zo kunnen zeggen: de hel zit vol met mensen die in de hel willen zijn. Het goede nieuws is dat je een keuze hebt. In Openbaringen 22 staat [dia 11]: ‘Wie onheil aanricht zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden. Wie goeddoet zal nog meer goeddoen, en wie heilig is zal nog heiliger worden.’’ (vers 11) [dia 12 – leeg scherm] Laat me tot slot nog even terugkomen op een van de beginvragen. De eerste vraag was: wie is God? Hij is van de buitencategorie, heilig. Toen hebben we nagedacht over de toorn van God. Zijn liefde ís zijn rechtvaardigheid. En over de manier waarop Gods toorn zich openbaart. De laatste vraag was: hoe kan het geloof in deze God jouw leven veranderen?
Beschouw het volgende als een aanzet om thuis eens over door te praten, door te denken, en te bidden. Ik heb de volgende vier punten overgenomen uit een hoofdstuk over onderling pastoraat uit Everyday Church van Tim Chester & Steve Timmis (2011). Wie wij (voor elkaar) mogen zijn heeft alles te maken met wie God is voor ons [dia 13] : God is groot – dus jij hoeft niet ‘in control’ te zijn God is glorieus – dus jij hoeft niet bang te zijn voor anderen God is goed – dus jij hoeft het nergens anders te zoeken God is genadig – dus jij hoeft jezelf niet te bewijzen Kijk naar Jezus. Jezus heeft ons laten zien hoe groot God is. Hoe glorieus, goed en genadig. Hij gaf zijn leven uit handen, Hij had ontzag voor God alleen. Hij zocht rust bij zijn Vader en Hij bewees zichzelf … aan een kruis. Daar riep Hij uit: ‘het is volbracht!’. Paulus schrijft: ‘Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen. God heeft hem die de zonde niet kende voor ons één gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worden. Kijk naar Jezus, schuil bij Jezus. Leef voor Jezus.
Liturgie zondag 7 oktober 2012 1700 u Opening van de dienst (voor de organist: d.m.v. gezongen votum en ‘amen’ na de begroeting) Lied 255,1.2.3 – Ere zij aan God, de Vader Lied 95 – Nu bidden wij […] Preek over zondag 4 – God is … liefde (toch?) Psalm 2 vers 4 Geloofsbelijdenis (Nicea) Gezang 69 – You, holy Lamb of God, we bless Gebed en Onze Vader Collecten Gezang 165 Zegen