Jaarverslag 2011
Motto
’Verantwoordelijkheid en Vertrouwen’
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
3
2.
De ontwikkeling van de Wmo adviesraad Dordrecht
5
3.
2011 in vogelvlucht
9
4.
Een toegankelijke samenleving, de basis voor de Wmo
21
5.
Werkgroepen van de Wmo adviesraad
27
6.
Samenstelling Wmo adviesraad Dordrecht in 2011
29
Jaarverslag Werkgroep Migranten Senioren Dordrecht 7.
Inleiding
33
8.
Activiteiten in 2011
33
10.
Samenstelling WMSD in 2011
36
April 2012 U kunt uw reacties richten aan: Wmo adviesraad Dordrecht M.H. Trompweg 235 3317 NE Dordrecht 078 617 69 82 e-mail:
[email protected] [email protected] (WMSD) website: www.wmo-adviesraaddordrecht.nl
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
1
2
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
De Wmo adviesraad Dordrecht is het inspraak- en adviesorgaan voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en geeft gevraagd en ongevraagd advies over: het voorbereiden, vaststellen, uitvoeren en evalueren van het Wmo-beleid het inclusief beleid van de gemeente Dordrecht
Voorwoord In dit Jaarverslag 2011 kunt u lezen waar de Wmo adviesraad Dordrecht zich in het afgelopen jaar mee bezig heeft gehouden. De burger van Dordt centraal Al sinds de invoering van de Wmo zijn de taken voor de gemeente in ontwikkeling. Er komen nieuwe taken bij, zoals de decentralisatie van de extramurale begeleiding en van de jeugdzorg. Daarnaast komt ook de nieuwe wet werken naar vermogen. Allemaal veranderingen die inzet eisen van de gemeente Dordrecht, en hiermee ook van de Wmo adviesraad. Voor ons is steeds de vraag ‘wat zijn de gevolgen voor de burgers van Dordrecht?’ Ons uitgangspunt is ‘de burger centraal’, met name de kwetsbare burger. Verantwoordelijkheid en Vertrouwen Als motto hebben we dit keer gekozen voor ‘Verantwoordelijkheid en Vertrouwen’. We sluiten aan bij het motto van de gemeente Dordrecht, alleen is de volgorde anders. Pas wanneer alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen, kunnen we op elkaar vertrouwen. Gelukkig nemen al heel veel burgers en organisaties hun verantwoordelijkheid en zorgen voor elkaar. Vertrouwen is hier dan ook op zijn plaats. Als probleem zien wij de burgers die zich nog niet bewust zijn van de verantwoordelijkheid die zij hebben. We pleiten dan ook voor een communicatiecampagne om burgers duidelijk te maken dat iedereen, die het kan, een bijdrage moet leveren aan de samenleving. Voor de Wmo adviesraad de grote uitdaging om alert te blijven op signalen daar waar ten onrechte wordt uit gegaan van de verantwoordelijkheid van de (kwetsbare) burger en zijn sociale omgeving. Daarnaast stellen ook wij alles in het werk om de burgers van Dordrecht te enthousiasmeren voor elkaar te zorgen. Ook in 2012 gaan we er weer voor. Afscheid Tonny van Zijp heeft op 20 april afscheid genomen van de Wmo adviesraad. Ze was er als beleidsmedewerker vanaf het begin bij betrokken. Ze heeft de Wmo adviesraad samen met de leden een gezicht gegeven in Dordrecht. Daarvoor was zij jarenlang beleidsmedewerker van de Dordtse Adviesraad voor het Gehandicaptenbeleid. Van deze ervaring hebben we veel gebruik gemaakt. Tot slot bedanken we iedereen hartelijk, die in het afgelopen jaar beroepsmatig of als vrijwilliger een bijdrage heeft geleverd aan de werkzaamheden van de Wmo adviesraad Dordrecht. A.J.A.J. de Goeij voorzitter
M. Teunissen beleidsmedewerker
J. Punt ondersteuningsfunctionaris
-3J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
3
4
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
2.
De ontwikkeling van de Wmo adviesraad Dordrecht
In dit hoofdstuk gaan we in op de ontwikkeling die de Wmo adviesraad het afgelopen jaar heeft doorgemaakt. Aan de orde komen: Verbreding en verdieping; Visie, taakverdeling en netwerken; Website; Vergaderlocatie; De naamsbekendheid van de organisatie; Overleg met de gemeente; Subsidie van de gemeente. 2.1. Verbreding en Verdieping Zoals we in de inleiding al gezegd hebben, krijgt de gemeente steeds meer taken. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor onze activiteiten. Enerzijds leidt het tot verbreding, er komen nieuwe onderwerpen en doelgroepen bij. Anderzijds leidt het tot verdieping, kennis opdoen over de nieuwe onderwerpen. Daarnaast blijven de ontwikkelingen op het gebied van de negen prestatievelden onze aandacht vragen. Om te verbreden en te verdiepen hebben we het volgende gedaan. Sprekers Voor verschillende vergaderingen hebben we een spreker uitgenodigd die ons kon bijpraten over Wmo onderwerpen. Zo hebben we met mevrouw P. Savenije, senior beleidsadviseur, sector Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) gesproken over het Jeugdbeleid 2011-2014. In juni hebben we over de jeugdagenda een advies uitgebracht (zie ook 3.2). Twee medewerkers van de Dordtse Welzijnsorganisatie (DWO), mevrouw J. Steeghs en mevrouw Y. Kikkert, hebben een presentatie gegeven over de afdeling Participatie en Activering. We hebben gesproken over het bereiken van sociaal kwetsbare burgers en over vrijwilligers. Daarnaast hebben we met mevrouw W. Tiekstra, directeur van ‘Blijf van m’n Lijf Zuid-Holland Zuid’, gesproken over huiselijk geweld. We hebben het met name gehad over de opvang, hulpverlening, informatie en advies aan vrouwen en hun kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld door hun (ex-) partner. Bijeenkomsten Lokale, regionale en landelijke bijeenkomsten over de Wmo bieden ons de gelegenheid kennis op te doen. We hebben hier dan ook veelvuldig gebruik van gemaakt. We zijn geweest naar bijeenkomsten over de mantelzorg, Wmo adviesraad nieuwe stijl, cliëntenparticipatie, Platform Wonen, Welzijn en Zorg, de nieuwe modelverordening, Wmo en welzijn nieuwe stijl, voorkomen van overlast in de binnenstad, het PGB, Straatjongens en Buurtvaders, Sociale Netwerkstategieën en de jeugdzorg. De leden deden verslag van de bijeenkomst in het memo (zie p.6). We hebben zelf, in samenwerking met mevrouw M. van den Hoek, strategisch beleidsmedewerker sector MO, een bijeenkomst georganiseerd over de decentralisatie van de begeleiding voor de Wmo-raden in de Drechtsteden. Begin 2012 is er een vervolgbijeenkomst georganiseerd.
-5J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
5
Werkbezoeken Afgelopen jaar hebben we ook de werkbezoeken weer opgepakt. Een uitstekende gelegenheid om kennis te maken met diverse organisaties die actief zijn in Dordrecht. We hebben werkbezoeken gebracht aan de Buurtvaders, de ouderenadviseurs, de voorschool en het meidenwerk (activiteiten van DWO). Daarnaast hebben we een bezoek gebracht aan de Zichtbare Schakel. In 2012 gaan we door met de werkbezoeken: Flexus Jeugdplein, het Leger des Heils en Eleos zijn al gepland. Bezoek Recklinghausen op 16 en 17 september Een delegatie van zes personen uit Dordrecht, waaronder drie leden van de Wmo adviesraad, heeft het 10-jarig bestaansfeest van de Raadscommissie voor het gehandicaptenbeleid van Dordrechts partnerstad Recklinghausen meegemaakt. We hebben een bezoek gebracht aan een school voor kinderen met verstandelijke beperking en aan een voorziening voor dove mensen en doofblinden. Op een centraal plein was een markt waar diverse organisaties die (in onze termen) met de Wmo te maken hebben zich konden presenteren. Met een kraam maar ook met muziek (ook dovenmuziek!). Ook onze delegatie werd op het centrale podium geïnterviewd over de ontwikkelingen in Dordrecht en de vergelijking met Recklinghausen. In 2012 gaan we na of we ook een dergelijke markt in Dordrecht kunnen organiseren Maandmemo Elke maand wordt er een memo opgesteld. Leden van de Wmo adviesraad en AMO (zie 5.1) die naar een bijeenkomst of vergadering zijn geweest, schrijven een artikel voor het memo. Zo blijven ook de andere leden op de hoogte. Een nieuwe rubriek is ‘publicaties’. In deze rubriek worden interessante Wmo-publicaties kort besproken. Het memo wordt ook verstuurd naar een aantal beleidsmedewerkers van de gemeente en van MEE. Daarnaast wordt het memo verstuurd naar de regioconsulenten van Zorgbelang, locatie Dordrecht. 2.2 Visie, taakverdeling en netwerken Uit de evaluatiebijeenkomst die we eind 2010 georganiseerd hebben, kwam naar voren dat er behoefte was aan een visie op de Wmo die basis vormt voor onze adviezen. In 2011 hebben we de volgende visie opgesteld: ‘Alle Dordtenaren, met of zonder beperking, kunnen zo goed mogelijk participeren. De burger van Dordrecht staat centraal. ‘Welzijn nieuwe stijl’, inclusief ‘de Kanteling’, de ‘bakens’ en het volgen van de (gemeentelijke) maatschappelijke agenda zijn uitgangspunten en daaraan wordt door de Wmo adviesraad getoetst.’ Uitgangspunten binnen de visie • Inclusief beleid; • Wijkgericht werken; • Zelfredzaamheid bevorderen; • Eigen verantwoordelijkheid bevorderen, zowel van de cliënt zelf als van de Dordtenaren. Deze groep moet de verantwoordelijkheid nemen voor de mensen om hen heen; • Keuzevrijheid;
-66
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
• • • • • •
Preventie; Toegankelijke en betaalbare voorzieningen; Heldere informatie; Meedoen/participatie; Zorg voor elkaar; Bescherming.
Er zijn grenzen aan zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Beide onderwerpen moeten niet ontaarden in ‘zoek het zelf maar uit’. De grens van zelfredzaamheid kan per persoon verschillen. Voor wat betreft de eigen verantwoordelijkheid, er zijn gevallen waarin de overheid moet ingrijpen, zoals bij huiselijk geweld of kindermishandeling. Hierbij valt ook te denken aan een groep kwetsbare mensen die niet zonder de zorg van de overheid kunnen, zoals dak- en thuislozen, mensen met een psychische, lichamelijke of verstandelijke beperking die niet meer kunnen terugvallen op de AWBZ-voorzieningen, zoals ondersteunende begeleiding. Voor deze groepen vervult de gemeente de vangnetfunctie, bijvoorbeeld door het faciliteren van een specifiek voorzieningenaanbod en bemiddeling. Rollen Afhankelijk van het onderwerp vervult de Wmo adviesraad een andere rol. De rollen zijn: 1. De Wmo adviesraad als meedenker van lokaal beleid; 2. De Wmo adviesraad als behartiger van gebruikersbelangen; 3. De Wmo adviesraad als vernieuwer van Wmo-beleid; 4. De Wmo adviesraad als adviesorgaan naar het gemeentebestuur. Om deze rollen te kunnen vervullen is goed contact met inwoners en met andere (belangen)organisaties van essentieel belang. Informatie vanuit burgers, (belangen)organisaties, maar ook kennis van wet- en regelgeving zijn daarbij noodzakelijk. Taakverdeling en netwerken Uit de evaluatiebijeenkomst kwam ook naar voren dat we de taken/prestatievelden beter moeten verdelen. Per prestatieveld zijn er nu minimaal twee leden die zich hier specifiek op richten (zie hoofdstuk 6). Zo hoeft niet iedereen alle ontwikkelingen bij te houden en kunnen we een onderwerp vanuit de verschillende invalshoeken beoordelen. Netwerken Alle leden van de Wmo adviesraad en de AMO zijn actief in de (Dordtse) samenleving. Om meer gebruik te kunnen maken van elkaars netwerk hebben we in 2011 ieders netwerk geïnventariseerd. Het bleek dat er veel contacten zijn zowel lokaal, als regionaal en landelijk die we kunnen benutten. 2.3 Website In 2010 is een eerste aanzet gegeven voor een nieuwe website van de Wmo adviesraad. Tot op heden is het nog niet gelukt om de lucht in te gaan. Dit had mede te maken met niet nagekomen afspraken van het Da Vinci college.
-7J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
7
Inmiddels heeft de met het Da Vinci college samenwerkende organisatie de taken op zich genomen. Zij hebben toegezegd de website af te maken. We gaan ervan uit dat omstreeks maart de resultaten zichtbaar zijn. 2.4 Vergaderlocatie Vanaf de start van de Wmo adviesraad vergaderden wij in het Albert Schweitzer ziekenhuis, locatie Amstelwijck. Omdat er plannen waren deze locatie te sluiten, zijn we op zoek gegaan naar een andere vergaderlocatie. De vergaderingen van de AMO en de ouderenbonden vonden plaats in SSF. Met de Wielborgh hebben we goede prijsafspraken kunnen maken. Vanaf september zijn alle vergaderingen of in het Waterwiel (Wmo adviesraad en WMSD) of in het Polderwiel (AMO en ouderenbonden). 2.5 De naamsbekendheid van de organisatie We pakken iedere geschikte gelegenheid aan om aan de naamsbekendheid van de Wmo adviesraad te werken. We zijn het afgelopen jaar regelmatig benaderd door AD De Dordtenaar over, onder andere, de pilots maatschappelijke zorg en de bezuinigingen. Allemaal gratis publiciteit voor de Wmo adviesraad! Daarnaast hebben we het PR- en communicatiebeleid van de Wmo adviesraad vastgelegd. Doel is meer publiciteit over de Wmo adviesraad. We stellen bijvoorbeeld een persbericht op naar aanleiding van een concrete activiteit, zoals het bezoek aan de Sportboulevard (zie 5.1). Het gaat om een activiteit die laat zien wat we gedaan/bereikt hebben. In 2012 moet dit verder vorm krijgen. 2.6 Overleg met de gemeente De voorzitter en/of de beleidsmedewerker hebben regelmatig overleg gehad met de beleidsambtenaren van de sector MO om te horen welke ontwikkelingen er spelen en om hen op de hoogte te houden van onze activiteiten. Wethouders in de vergadering In de vergadering van de Wmo adviesraad op 17 maart is de heer H. Wagemakers, wethouder van onder andere de Wmo, geweest. Mevrouw R. Reynvaan, wethouder van onder andere sport en wijkgericht werken, is op 20 oktober geweest. Met de heer Wagemakers hebben we gesproken over de pilots (zie 3.6), het nieuwe Wmo beleidsplan (zie), de decentralisatie van de begeleiding en het inclusief beleid. De nieuwe beleidsvoorstellen waren nog steeds niet voorzien van een paragraaf inclusief beleid. Een maand later gelukkig wel (zie ook 4.1). Met mevrouw Reynvaan hebben we gesproken over welzijn nieuwe stijl, over de sluiting van de kliniek van Bouman GGZ (zie 3.5) en het aangepast sporten. 2.7 Subsidie van de gemeente In het kader van de bezuinigingen heeft de gemeente besloten de subsidie voor de Wmo adviesraad te verlagen. Vanaf 2012 krijgen we € 25.000,- minder subsidie. Dit heeft rechtstreekse gevolgen voor de personele bezetting. Voor de beleidsmedewerker is nu 24 uur per week beschikbaar (was bij aanvang van de Wmo adviesraad 36 uur). De secretariële ondersteuning blijft op 28 uur. We moeten hierbij wel opmerken dat door ziekte van de beleidsmedewerker de ondersteuning in 2010 en een deel van 2011 erg beperkt was.
-88
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
3.
2011 in vogelvlucht
In dit hoofdstuk treft u allereerst een overzicht aan van de gevraagde en ongevraagde adviezen die we het afgelopen jaar gegeven hebben 1. Zoals u kunt lezen, worden we vaak al bij de ontwikkeling van het beleid betrokken. Meestal is bij de bespreking van het onderwerp de betreffende beleidsmedewerker van de gemeente aanwezig om een toelichting te geven. We ervaren dit als een prettige en zinvolle werkwijze. Naast advisering hebben we ons het afgelopen jaar bezig gehouden met de evaluatie van de vier pilots Maatschappelijke Ondersteuning. In paragraaf 3.6 leest u onze ervaringen. Tot slot besteden we in dit hoofdstuk aandacht aan de Regionale Wmo adviesraad Drechtsteden en aan het overleg met de ouderenbonden. 3.1 De Kanteling In de vergadering van de Wmo adviesraad van 3 februari hebben we het plan van aanpak ‘Kanteling’ Wmo besproken. Mevrouw M. van den Hoek was aanwezig om een toelichting te geven. Hieronder wordt ons advies kort weergegeven. Voor de uitwerking van de visie willen we aangeven dat de verwachting over de inzet van de burgers te hoog is. De samenleving staat nog niet klaar om in te springen. Hoewel er al heel veel mantelzorgers en vrijwilligers zijn, is er ook een grote groep mensen die zich nog niet realiseert dat zij wat kan en moet doen voor de naaste omgeving. Er zal flink geïnvesteerd moeten worden om deze omslag tot stand te brengen. Aandacht voor kwetsbare groepen We vragen aandacht voor kwetsbare groepen. Hierbij zien we drie problemen. 1. Mensen voor wie het moeilijk is om hun problemen en behoeften goed te verwoorden, zoals mensen met een IQ tussen 70-85 of bij wie ‘het goed gaat’, maar die toch niet (goed) voor zichzelf kunnen zorgen. Voor hen is het belangrijk dat er iemand bij het gesprek aan de keukentafel aanwezig is. 2. Er is een groep kwetsbare burgers die ondersteuning nodig heeft, maar die niet bij de gemeente aanklopt. Er zijn verschillende manieren om deze mensen toch in beeld te krijgen: a. Inschakelen van ervaringsdeskundigen. Het gaat om mensen die zelf uit de doelgroep komen, maar door hun persoonlijke ontwikkeling aan hun problemen ontstegen zijn en zich betrokken voelen; b. Betrekken van zelfhulporganisaties en verenigingen van patiënten of direct betrokkenen: het gaat hierbij om organisaties die gevormd zijn om de belangen van bepaalde groepen te behartigen; c. Betrekken van organisaties die veel contacten hebben met kwetsbare burgers, zoals kerken, woningcorporaties en MEE. 3. Waar hebben (kwetsbare) burgers behoefte aan? Dit moet helder zijn zodat het aanbod aansluit op de vraag. De mogelijkheden genoemd onder 2 kunnen ook hier gebruikt worden.
1
De volledige adviezen zijn op te vragen bij de Wmo adviesraad
-9J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
9
Inclusief beleid In het plan van aanpak worden zeven activiteiten genoemd. Wij willen hier nog een activiteit aan toevoegen, namelijk het invoeren van inclusief beleid. Als de samenleving toegankelijk is voor mensen met een beperking wordt er minder beroep gedaan op (individuele) voorzieningen. Gelukkig is Dordrecht al goed aan de slag met het inclusief beleid, maar we zijn er nog niet. 3.2 Jeugd In een apart overleg op 30 mei heeft een aantal leden van de Wmo adviesraad de Jeugdagenda 2011-2014 besproken. Mevrouw A. van der Hoek, strategisch beleidsmedewerker van de sector MO, was aanwezig om een toelichting te geven. We hebben de volgende opmerkingen aan haar meegegeven. Bezuinigingen We betreuren dat de visie begint met bezuinigingen. Wat ons betreft moet de visie op het ‘opgroeien en opvoeden in Dordrecht’ het uitgangspunt zijn. Vervolgens wordt gekeken hoe dit effectief en efficiënt kan worden gerealiseerd; hier krijgen de bezuinigingen een plaats. Vindplaatsen Naast de professionele vindplaatsen, zoals het consultatiebureau, adviseren wij ook informele vindplaatsen mee te nemen. Vrijwilligers in een wijk of verbonden met jeugd(werk), moeten niet gekoppeld worden aan een bepaalde instantie maar zij moeten terecht kunnen bij een aanspreekpunt in de wijk. Een generalist die zorgt dat vragen en signalen wanneer nodig professioneel worden opgepakt. Belangrijke informele netwerken vinden we ook bij sportverenigingen en levensbeschouwelijke groeperingen. We adviseren deze informele vindplaatsen op te nemen in het geheel van vindplaatsen. Sociaal pedagogische kaart Een overzicht van alle organisaties die zich met jeugd bezighouden moet niet alleen te vinden zijn in het digitale opvoedplein. We adviseren dit overzicht ook te geven aan elke ouder bij de geboorte van een kind. Daarnaast kan er een update komen wanneer het kind naar de basis- en de middelbare school gaat. Pedagogische Civil Society We adviseren meer aandacht te besteden aan de Pedagogische Civil Society. De Pedagogische Civil Society is er voor iedereen die direct of indirect betrokken is bij opvoeden, opgroeien en gezondheid van de jeugd. Praten over opvoeding, informatie, advies of steun vragen in de eigen omgeving is geen vanzelfsprekendheid meer. De samenleving moet de opvoeding van kinderen meer als gezamenlijke verantwoordelijkheid oppakken. Reactie van de gemeente (6 juli) Bezuinigingen Uw suggestie om de visie op ‘Opgroeien en opvoeden in Dordrecht’ uitgangspunt te laten zijn is overgenomen. Vervolgens wordt gekeken hoe het beleid zo effectief en efficiënt mogelijk ingericht kan worden.
- 10 10
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
Vindplaatsen Ik onderschrijf uw suggestie om naast professionele vindplaatsen ook informele vindplaatsen in ogenschouw te nemen. Deze suggestie wordt meegenomen in de uitwerking van de transformatie van de jeugdzorg Bij deze uitwerking zal de functie en rol van de generalist verder uitgewerkt worden en zal verder invulling gegeven worden aan de visie op eigen kracht jeugdige, gezin en medeopvoeders (sociale netwerk in de buurt). Sociaal pedagogische kaart Wij hebben ons verdiept in uw suggestie om ouders bij de geboorte van hun kind een sociaal pedagogische kaart (en eventueel een update als een kind naar de basisschool of middelbare school gaat) te geven. Wij hebben hierover ook negatieve signalen ontvangen: kersverse ouders zijn niet altijd blij met een goedbedoelde zorgflyer, die het op problemen wijst. Dit en het feit dat het met de meeste kinderen en gezinnen goed gaat maakt dat we uw suggestie niet overnemen. Wel vinden we het van belang dat professionals goed op de hoogte zijn van de sociaal pedagogische kaart. In de eerste helft van 2011 zij we daarom al gestart met het verspreiden van sociaal pedagogische kaarten onder professionals op de vindplaatsen, waar nagenoeg alle ouders komen. Wij denken dat we met deze verspreiding een zelfde, maar gerichter effect scoren. Pedagogische Civil Society We delen uw suggestie met betrekking tot de Pedagogische Civil Society. Deze sluit naadloos aan op onze visie en zal betrokken worden bij onze aanpak van de transformatie naar de jeugdzorg. Zo denken we o.a. aan opvoeddebatten en proberen we ook te leren van pilots met de Pedagogische Civil Society die elders in het land gestart zijn. 3.3 Mantelzorg In opdracht van de Sector MO heeft het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) de mantelzorgmonitor opgesteld. Mevrouw L. Marchena, beleidsmedewerker sector MO, en mevrouw D. Verkade, onderzoeker OCD, waren aanwezig op de vergadering van 17 november om een toelichting te geven. Ook een aantal leden van het Platform Mantelzorg Zuid-Holland Zuid woonde dit deel van de vergadering bij. Samen met het Platform hebben we onderstaand advies uitgebracht. Kwetsbaar Vier op de tien mantelzorgers zorgt alleen. Dit is een kwetsbare situatie. We adviseren veel aandacht aan deze mantelzorgers te schenken. Het is een groep die moeilijk te bereiken is. Zorgverleners zoals huisartsen spelen hierin een essentiële rol. Maar ook de kerken, begeleidende hulporganisaties, zoals de GDD, kunnen hierbij ingeschakeld worden, omdat ook zij zicht hebben op mantelzorgers. Daarnaast vragen we aandacht voor de mantelzorgers die voor een naaste zorgen met een levensbrede en levenslange beperking. Het wordt dan al een stuk lastiger om voortdurend een beroep te doen op je netwerk en het zorgen houdt nooit op. Inzet van vrijwilligers/respijtzorg Slechts 9% van de mantelzorgers krijgt hulp van vrijwilligers. We adviseren meer aandacht te besteden aan het werven van vrijwilligers zodat zij ook daadwerkelijk
- 11 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
11
mantelzorgers kunnen ondersteunen. Daarnaast moeten mantelzorgers weten dat zij een beroep kunnen doen op vrijwilligers en bovendien moeten ze weten via welke organisaties zij met vrijwilligers in contact kunnen komen. De afgelopen tijd bereikten ons twee verontrustende signalen over de inzet van vrijwilligers. Allereerst: de wachttijd voor vrijwillige respijtzorg via MEE is een half jaar. Daarnaast hebben we vernomen dat de subsidie van de Vriendendienst Dordrecht (valt onder de preventieafdeling van Yulius) vervalt per 1-1-20122. Eerstelijnszorg en signaalfunctie We onderschrijven de signaalfunctie van de eerstelijnszorg. We willen hier allereerst de thuiszorg aan toevoegen. Zij komen bij mensen thuis en spreken de mantelzorger en kunnen hem/haar wijzen op ondersteuningsmogelijkheden. Daarnaast hebben ook specialisten en verpleegkundigen in het ziekenhuis een signaalfunctie: diagnose dementie is immers diagnose mantelzorg, diagnose kanker is diagnose mantelzorg en ga zo maar door. Om mantelzorgers te bereiken moeten we ons ook richten op professionals met wie zij via de zorgvrager te maken krijgen. Versterken van het netwerk Om mantelzorgers te ontlasten is het aanspreken van het eigen netwerk niet de eerste optie; 81% krijgt al hulp vanuit het netwerk. De Sociale netwerk strategie zoals die door MEE wordt gebruikt, kan een goede methode zijn om het netwerk (en de eigen kracht) van de cliënt te versterken. Dat kan ook een ontlasting van de mantelzorger opleveren. Mantelzorgers geven aan dat zij het vervelend vinden dat zij door de professionals worden aangesproken op hun eigen kracht. De eigen kracht is voor een groep mantelzorgers zo langzamerhand op. We adviseren professionals hier op te attenderen. In plaats van mantelzorgers aan te spreken op de eigen kracht kunnen ze hen beter wijzen op de ondersteuningsmogelijkheden. 3.4 Wmo beleidsplan We hebben veel aandacht besteed aan het nieuwe Wmo beleidsplan, waaronder de Visie Maatschappelijke Zorg. Er zijn verschillende bijeenkomsten geweest waar de heer J. Smits, senior beleidsadviseur Stadsbestuurcentrum Dordrecht, en mevrouw M. den Ouden, strategisch beleidsmedewerker, aanwezig waren om een toelichting te geven. We hebben advies uitgebracht op de startnotitie (A), op het concept (B), de concept Visie Maatschappelijke Zorg (C) en op het concept voor de inspraak (D). Hieronder treft u de hoofdlijnen van de adviezen aan.
2
Eind 2011 kregen we het volgende bericht van de gemeente: In samenwerking met maatschappelijke zorg hebben we besloten om vriendendienst in 2012 te blijven subsidiëren. Wel met de voorwaarde dat we vanaf 2013 dit niet langer afzonderlijk subsidiëren, maar dat er een gezamenlijke aanvraag moet komen voor soortgelijke buddyprojecten.
- 12 12
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
A Startnotitie Voorbereiding Wmo beleidsplan 2011-2014 (28 juni) Vertrouwen en verantwoordelijkheid en de Wmo Het motto ‘vertrouwen en verantwoordelijkheid’ is prima. Dit gaat alleen niet vanzelf. Een grote groep mensen neemt haar verantwoordelijkheid, een groep doet dit nog niet, maar wil/moet dit wel gaan doen. Hier moet actie op ondernomen worden. Daarnaast is er een groep die niet of nauwelijks voor zichzelf kan zorgen, laat staan voor een ander. Het bevorderen van de economische zelfredzaamheid, solidariteit en participatie staat voorop: de gemeente wil voorkomen dat mensen afhankelijk worden van voorzieningen. Ook een prima uitgangspunt, maar wel met de toevoeging dat een groep mensen dit alleen kan met aanvullende (individuele) voorzieningen. Decentralisatie begeleiding Er worden al maatregelen genomen om de begeleidingsfunctie financieel beter beheersbaar te maken, zoals beperking van de mogelijkheden voor het PGB. Dit kan in strijd zijn met de kantelingsgedachte/compensatieplicht. Het resultaat telt, dat wil zeggen als het bestaande collectieve aanbod niet de oplossing is voor het probleem van de burger, dan heeft hij ‘recht’ op een individuele voorziening. Wellicht kan hij dit beter met een PGB inkopen dan verplicht aangewezen te zijn op een (zorg of welzijns)instelling. B Advies concept Wmo beleidsplan Dordrecht 2011-2014 (14 november) Verplicht om huizen te poetsen Er kan niet zondermeer gesteld worden dat de gemeente niet verplicht is hulp bij het huishouden, rolstoelen of scootmobielen aan te bieden. Het gaat inderdaad niet om de voorziening maar om het resultaat. Het resultaat van het gesprek aan de keukentafel kan zijn dat de cliënt hulp bij het huishouden nodig heeft. Eigen kracht, vertrouwen en afhankelijkheid Binnen de maatschappelijke zorg komen de grenzen van wat betrokkenen zelf kunnen en wat hun sociale omgeving kan bijdragen aan oplossingen, sneller in zicht. Dit onderschrijven we. We willen hier aan toevoegen dat dit ook voor andere doelgroepen kan gelden. Het vertrouwen dat de gemeente stelt in de eigen kracht van de burgers, mag niet ontaarden in ‘zoek het zelf maar uit’. Economische zelfredzaamheid Het ultieme doel is economische zelfredzaamheid. We kunnen ons hier niet in vinden. Meedoen in de samenleving is het ultieme doel. We moeten er natuurlijk wel naar streven dat zo veel mogelijk burgers economisch zelfredzaam zijn, maar dit is niet het hoofddoel in de Kanteling. Daarnaast leidt economische zelfredzaam niet automatisch tot grotere betrokkenheid of participatie in de samenleving. Recreatieve activiteiten De gemeente vindt dat burgers en verenigingen de recreatieve activiteiten zelf wel kunnen organiseren. Voor een deel is dit zeker waar, voor een deel niet. Voor ouderen kan een kaartmiddag een prima dagbesteding zijn, zij kunnen dit niet altijd zelf organiseren. Geef (kwetsbare) mensen de kans om elkaar te ontmoeten, een
- 13 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
13
recreatieve activiteit is ook meedoen! Verenigingen kunnen alles prima regelen, maar hebben bijvoorbeeld een goedkope ruimte nodig om te vergaderen. Wederkerigheid/community-jobs De gemeente wil dat mensen met een uitkering een bijdrage leveren aan de samenleving. We willen hier een paar opmerkingen bij maken. Een grote groep mensen met een uitkering is al actief. Het beeld moet niet ontstaan dat ‘mensen met een uitkering geen bijdrage aan de samenleving leveren’. Zoals wordt opgemerkt, gaat het om zorg voor kwetsbare mensen. Niet iedere uitkeringsgerechtigde is geschikt om met kwetsbare mensen te werken. Een goede selectie en opleiding zijn noodzakelijk. Eerstelijnszorg en signaalfunctie Naast de eerstelijnszorg heeft ook de thuiszorg een belangrijke signaalfunctie. Zij komen bij mensen thuis en spreken de mantelzorger en kunnen hem/haar wijzen op ondersteuningsmogelijkheden. Daarnaast bijvoorbeeld ook de specialisten in het ziekenhuis: diagnose dementie is diagnose mantelzorg, diagnose kanker is diagnose mantelzorg en ga zo maar door. Om mantelzorgers te bereiken moeten we ons ook richten op professionals met wie zij via de zorgvrager te maken krijgen. C Advies concept Visie Maatschappelijke Zorg (6 december) Voor de Visie Maatschappelijke zorg hebben we een bijeenkomst georganiseerd voor de Wmo adviesraden in de regio Zuid-Holland Zuid. Dordrecht als centrumgemeente stelt de Visie immers op voor de hele regio. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is er een gezamenlijk advies opgesteld. Afstemming/samenwerking centrum- en regiogemeenten Uit de visie blijkt dat een goede afstemming tussen Dordrecht en de gemeenten in de regio noodzakelijk is. Het gaat dan met name om afstemming op het gebied van preventie en nazorg. We moeten voorkomen dat cliënten tussen wal en schip vallen omdat niemand zich verantwoordelijk voelt. We adviseren de samenwerking/ afstemming in een convenant vast te leggen waarin helder beschreven is wie waarvoor verantwoordelijk is. We pleiten hierbij voor een ‘warme overdracht’. Meldpunt Zorg en Overlast In het kader van de preventie adviseren we brede bekendheid te geven aan het Meldpunt Zorg en Overlast door bijvoorbeeld regelmatig een bericht te plaatsen op de gemeentepagina. Ook dit moet overigens lokaal geregeld worden. Hoe eerder zorg en/of overlast gemeld worden, hoe beter het is. Schuldhulpverlening De focus komt te liggen op het wegnemen van de oorzaken van dakloosheid en de mechanismen van sociaal verval en uitsluiting. Als het gaat om preventie willen we de nadruk vestigen op tijdige schulphulpverlening. Probleem is dat de SDD de vraag nu al nauwelijks aankan en verwacht dat de aanvragen alleen maar toenemen. Bovendien wordt het budget vanuit het Rijk minder. We adviseren goede afspraken te maken met woningcorporaties, energiemaatschappijen en dergelijke om mensen met schulden zo snel mogelijk in beeld te krijgen.
- 14 14
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
Opvang We adviseren mensen die opvang krijgen actief te benaderen, niet alleen koffiedrinken en dan weer weg. Meteen beginnen met een re-integratietraject. Vooral inzetten op de groep die nog (op termijn) aangesproken kan worden op de eigen verantwoordelijkheid. Langzaam maar zeker wat meer eigen verantwoordelijkheid geven kan voor bepaalde groepen erg goed werken. Familiebeleid en vrijwilligersbeleid Familie en vrijwilligers spelen een belangrijke rol. Elke zorgorganisatie moet, wat ons betreft, een vrijwilliger- en een familiebeleid hebben en hier natuurlijk ook naar handelen. Dit kan de gemeente niet afdwingen, maar we adviseren het belang van dit beleid sterk te benadrukken in de overleggen met zorgaanbieders. In het kader van de Kanteling is familie- en vrijwilligersbeleid een voorwaarde voor succes. Regie over eigen leven De doelgroep op wie de Wmo met name gericht is, is kwetsbaar. Die kwetsbare burger is niet altijd mondig en verkeert (meestal tegen wil en dank) in een afhankelijke positie. Als uitgangspunt geldt dat je burgers uiteraard niet hun eigen regie moet ontnemen en in moet zetten op het versterken van de zelfredzaamheid. Tot zover is dit in de lijn met het gemeente- en landelijk beleid. We vrezen echter dat dit voor veel mensen niet de juiste oplossing zal brengen. Daar waar burgers hun hulpvraag niet bij de juiste plek kunnen brengen en daar waar deze burgers uit het zicht van hulpverleningsinstanties blijven, daar wordt een (grotere) deelname aan het maatschappelijke verkeer niet bereikt. De problemen zullen het grootst zijn bij de meest kwetsbare burgers, die niet opvallen door overlast en een klein sociaal netwerk hebben. D Advies Wmo beleidsplan Dordrecht 2011-2015 Concept voor inspraak (8 januari 2012) Vertrouwen in de burgers van Dordrecht U heeft vertrouwen in de kracht van de samenleving en verwacht van de burgers dat zij zich inzetten voor zichzelf, familie en vrienden. We adviseren een communicatieplan op te stellen om burgers duidelijk te maken dat iedereen, die het kan, een bijdrage moet leveren aan de samenleving. Nieuwe vrijwilligers Gelukkig doet al 31% van de inwoners van Dordrecht vrijwilligerswerk. Deze groep zal echter veel groter moeten worden. We adviseren energie te steken in de beeldvorming van het vrijwilligerswerk en mensen aan te spreken op hun kwaliteiten. Vrijwilligerswerk is niet altijd ‘koffieschenken in een verzorgingshuis’. Uit de pilot vrijwillige thuisbegeleiding blijkt dat er een nieuwe groep vrijwilligers kan worden geactiveerd. Dat stemt hoopvol voor de toekomst. Netwerk in de buurt We vinden het belangrijk te investeren in de netwerken in een buurt. De wijkverpleegkundige, de wijkagent, de buurtwerker, de wijkconciërge en mensen die actief zijn in een buurt moeten samenwerken. Dan zijn ze snel op de hoogte wanneer iemand hulp nodig heeft en wie dit kan bieden. Er wordt nog te veel gedacht in
- 15 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
15
aparte organisaties en diensten: voor elke vraag is een dienst en/of organisatie. Wat ons betreft moet de nadruk liggen op integratie en generalisten. 3.5
(O)GGZ
(O)GGZ-spiegel Een lid van de Wmo adviesraad, de heer C. Dickens, is betrokken bij de (O)GGZspiegel. Dit betreft een onderzoek naar de inhoud en de effecten van het gemeentelijk beleid voor de (O)GGZ. Ook wij hebben de vragenlijst ingevuld. De vragen hadden betrekking op het beschikbare aanbod, de toegankelijkheid van de hulp, outreachend en integraal werken en de beleidsbeïnvloeding. In de vergaderingen hebben we aandacht besteed aan de voortgang van het onderzoek en de resultaten van Dordrecht besproken. De aanbevelingen waren: • Aanbod uitbreiden bij bestaande organisaties; • Op-pimpen van bestaande inloopactiviteiten aanbieden; • Laat ervaringsdeskundigen voorlichting geven binnen de bestaande inlopen; • Meer Outreachend werken voorkomt overlast; • Integraal samenwerken met regie afspraken: door gemeente inzichtelijk te maken aan wie de taken zijn gedelegeerd; • Geef meer kans op eigen regie: maatwerk voor zelfredzaamheid en meer zelfstandigheid; • Laat ervaringsdeskundigen participeren in het gemeentelijke beleid. Sluiting Kliniek Bouman GGZ Samen met de Kerngroep (O)GGZ hebben we op 27 september een brief geschreven aan het college. We maakten ons grote zorgen over de gevolgen van de dreigende sluiting van de kliniek. Het gaat om een kwetsbare groep. Voor behandeling moeten zij straks naar Rotterdam, waar de wachtlijst steeds langer wordt. Als ze al naar Rotterdam gaan, duurt het in ieder geval veel langer voordat ze geholpen worden. In de tussentijd blijven zij verslaafd met alle problematiek voor henzelf en de (naaste) omgeving die daarbij hoort. Wij hebben aangedrongen op een gesprek met betrokken partijen om na te gaan hoe de nadelige gevolgen voor de patiënten tot een minimum beperkt kunnen worden. De sluiting is inmiddels definitief. We blijven de ontwikkelingen kritisch volgen. 3.6 Evaluatie pilots Maatschappelijke Ondersteuning De Wmo adviesraad Dordrecht is gevraagd een rol te spelen bij de evaluatie van de vier pilots maatschappelijke ondersteuning. In november hebben we, op het verzoek van het college, een tussenevaluatie uitgebracht en half december de eindevaluatie. Hieronder treft u een samenvatting van de eindevaluatie aan 3. Alle pilots lopen door in 2012, ook dan heeft de Wmo adviesraad een rol in de evaluatie. Aanpak evaluatie In april hebben we gesprekken gevoerd met de projectleiders van de vier pilots. Dit gaf een goed beeld hoe de projecten van start zijn gegaan. We waren enthousiast over de opzet. Het werd ons ook meteen duidelijk dat een evaluatie in september te vroeg was. In ieder geval te vroeg om een eindoordeel te geven over het al dan niet
3
De volledige evaluaties kunt u opvragen bij de Wmo adviesraad.
- 16 16
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
succesvol zijn. Vandaar dat we met de beleidsmedewerkers van de gemeente hebben afgesproken dat wij in november/ december met een eindevaluatie komen. In september heeft er een tweede gesprek met de projectleiders plaatsgevonden. Ook toen waren we erg positief over de projecten, behalve over het project ‘Gast aan tafel’. Om een goed beeld te krijgen hoe het project uitpakt voor de mensen waar het voor bedoeld is, hebben we ook gesproken met stagiaires, cliënten, casemanagers, mantelzorgers en vrijwilligers. Helpende Handen We zijn enthousiast over de pilot. In korte tijd is het een succes geworden voor zowel de cliënten, mantelzorgers als de stagiaires. De ondersteuning van de stagiaires voldoet in een behoefte. Wat ons betreft wordt de pilot voortgezet en in een verantwoord tempo uitgebreid naar andere wijken. We adviseren dan voor elke wijk een eigen coördinator aan te stellen. Het netwerken in de wijk is belangrijk, goede contacten met andere organisaties en de woningcorporatie, zoals een huismeester. Bovendien moet er voor de studenten een aanspreekpunt zijn. Na een dag werken willen zij hun verhaal kwijt en moeten er (door de dag heen) problemen opgelost worden. Daarnaast moet er een goede doorverwijzing zijn vanuit andere organisaties die actief zijn in de wijk, zoals de thuiszorg, de ouderenadviseurs en de Wmoconsulenten. Bovendien adviseren we leerlingen van andere sectoren een stageplaats aan te bieden, zoals in de groenvoorziening of kleine klusjes. Hier is behoefte aan, zowel door cliënten als door het Da Vinci college. Naast stagiaires moet, wat ons betreft, ook aan werkzoekenden en herintreders een stageplaats worden aangeboden. Op deze manier kan er ook in de vakantieperiode van de studenten hulp geboden worden. Bovendien kan de stage een opstap zijn naar een opleiding of een baan. Nu zijn er afspraken met Da Vinci, wanneer de pilot uitgebreid wordt en er meer stageplaatsen zijn, kunnen ook andere scholen aansluiten. Verlengde keten dementie Ook over deze pilot zijn we enthousiast. We vinden het vooral belangrijk dat cliënten met beginnende dementie al in een vroeg stadium in beeld komen en de juiste ondersteuning krijgen. Bovendien worden mantelzorgers zo verlicht in hun taak. Er is achterstand voor wat betreft de scholing van de HH-medewerkers, we nemen aan dat dit in 2012 wordt ingehaald. We adviseren deze pilot voort te zetten. Ook hier benadrukken we het belang van goede samenwerking. Andere zorgaanbieders moeten aansluiten. Het is belangrijk dat alles via één kanaal loopt. Dus niet meerdere ketens naast elkaar. Verder moet de keten bekend zijn bij ‘iedereen’ die met deze doelgroep te maken heeft of krijgt. We denken hierbij niet alleen aan zorgaanbieders maar ook aan organisaties zoals Dinamo, vrijwilligersorganisaties zoals UVV, de Zichtbare Schakel, Helpende Handen, zorgnetwerken en Wmo-consulenten.
- 17 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
17
Vrijwillige thuisbegeleiding Een goed inzicht in de resultaten is er nog niet. Gezien de opzet van de pilot kan dit ook niet: vrijwilligers werven en trainen kost tijd. Wat ons betreft wordt deze pilot zeker voortgezet. Uit de gesprekken met de betrokken organisaties en de vrijwilligers komen we tot de conclusie dat de inzet van de vrijwilligers voldoet aan de behoefte. Ook goed te constateren dat er voldoende vrijwilligers zijn die dit werk willen doen en dat ze zelf enthousiast zijn. We adviseren voldoende tijd aan de ondersteuning van de vrijwilligers te besteden. Daarnaast is het belangrijk voortdurend te blijven investeren in de werving van vrijwilligers. Gast aan tafel Hoewel het een uitstekend projectplan was, heeft Syndion de ambities niet waar kunnen maken. De doelgroep werd niet bereikt. Gaandeweg is de opzet aangepast, dit vonden wij een goed idee. In 2012 zal duidelijk worden of deze aanpak succes heeft. 3.7 Regionale Wmo adviesraad Drechtsteden Vanuit elke lokale Wmo adviesraad in de Drechtsteden zitten er twee vertegenwoordigers in de Regionale raad. De onderwerpen die hier besproken zijn, zijn onder andere de aanbesteding van de trapliften, het klanttevredenheidsonderzoek en de beleidsaanpassingen Wmo. De onderwerpen komen in het memo aan de orde. 3.8 Samenwerking met de vier ouderenbonden in Dordrecht De Wmo adviesraad vindt het belangrijk om nauwe contacten te onderhouden met de ouderenbonden. Zodoende is er drie keer per jaar een overleg met de vier ouderenbonden en vindt uitwisseling van informatie plaats. Ook organiseren de ouderenbonden per toerbuurt twee keer per jaar een themabijeenkomst. In 2011 betrof het de onderwerpen het ‘erfrecht’ en de ‘DrechtHopper’. Eind 2010 werd duidelijk dat de ouderenbonden vanaf 2012 geen subsidie meer ontvangen voor hun activiteiten. Wel kunnen zij subsidie aanvragen voor het organiseren van gezamenlijke themabijeenkomsten. Het onderwerp moet Wmogerelateerd zijn. Gratis OV voor 65+ (ongevraagd advies aan het college, 31-8-‘114) Begin dit jaar is besloten het gratis openbaar vervoer voor 65+ te verlengen tot het einde van dit jaar. Nu alle 65+-ers die gratis reizen een OV-chipkaart hebben, komen er gegevens beschikbaar over het reisgedrag. Het gebruik van het GOV 65+ is hierdoor op goede wijze te monitoren. In de Kadernota 2012 lezen wij dat u in oktober/november 2011 met een nader uitgewerkte evaluatie komt dat ter besluitvorming aan de raad zal worden voorgelegd. Ook wij zijn van mening dat het GOV 65+ geëvalueerd moet worden. We vinden een evaluatie in het najaar te vroeg. De eerste gegevens over het gebruik zijn er pas 4
Deze brief was niet alleen ondertekend door de voorzitter van de Wmo adviesraad maar ook de vier voorzitters van de ouderenbonden en de voorzitter van de WMSD.
- 18 18
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
vanaf april. In oktober/november heeft u nog geen gegevens over de winterperiode. Wij adviseren u pas in april 2012 te evalueren. Dan beschikt u over informatie over het reisgedrag van een heel jaar. Dat is volgens ons een goed moment voor de evaluatie. Reactie van de gemeente (10 oktober) Dank voor uw betrokkenheid bij het gratis openbaar vervoer. De gemeenteraad heeft voor 2011 financiële middelen beschikbaar gesteld voor het gratis aanbieden van het openbaar vervoer. Dit ‘gratis’ openbaar vervoer is tot 31 december afgekocht. Voor het continueren moet een nieuw raadsbesluit worden genomen. Zoals u wellicht uit media heeft vernomen, wordt het gratis openbaar vervoer voor 65 plussers geëvalueerd. Mede op basis van de evaluatie zal de gemeenteraad een nieuw besluit voor het einde van dit jaar nemen. Dit besluit zal worden genomen op basis van de beschikbare gegevens, ook als de winterperiode hier nog niet in verwerkt is. Voortzetting in 2012 Eind 2011 is de beslissing genomen dat het gratis OV voor 65+ ook in 2012 wordt voortgezet.
- 19 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
19
20
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
4.
Een toegankelijke samenleving, de basis voor de Wmo
In dit hoofdstuk gaan we in op de activiteiten van de Wmo adviesraad in de Werkgroep inclusief beleid; Werkgroep geleidelijnen; Advisering bouwen en inrichting openbare ruimte. 4.1
Werkgroep Inclusief Beleid
Namens de Wmo adviesraad zitten mevrouw P. Cremers en de heer C. Sigmond in deze ambtelijke werkgroep, die in 2008 is opgericht om het ‘inclusief’ beleid van de gemeente te bevorderen. Vanaf januari 2012 heeft mevrouw M. Teunissen de plek van de heer Sigmond ingenomen. Op 26 mei 2011 is opnieuw een inclusief beleid Workshop georganiseerd, dit keer gericht op het gebruik van de bussen van het openbaar vervoer door mensen met een beperking. In de afgelopen jaren zijn binnen Dordrecht 180 bushaltes aangepast, waardoor het grootste deel (80%) van de reizigers, inclusief mensen met een beperking, gemakkelijker de bussen in en uit zouden moeten kunnen. Om te kijken of dit wel klopt, werd in deze workshop meegedaan door de wethouder Verkeer en Vervoer, medewerkers van de gemeente (Stadsontwikkeling, Verkeer en het Ingenieursbureau), het Rodav en de Wmo adviesraad. Er werd op een aantal zaken gelet, gewoon door het uit te proberen: toegankelijkheid halte, in- en uitstappen met een rolstoel, plaatsruimte en veilig vastzetten rolstoel in de bus, hoorbare en zichtbare reisinformatie op de haltes en in de bus, enz. Van de schrijvende pers waren de Stem van Dordt en Dordt Centraal aanwezig, en RTV Dordrecht heeft een reportage gemaakt die de volgende dag is uitgezonden. Er werden kleine groepjes geformeerd, die ieder een bepaalde route moesten afleggen: tweemaal van de Spuiboulevard naar het station NS en met een andere bus weer terug. Hierdoor kon een redelijk groot aantal bussen worden uitgeprobeerd. De resultaten vielen niet mee: eigenlijk kan iemand in een rolstoel niet met de bus reizen zonder een begeleider. En zelfs dan is het nog lastig: de in- en uitrijplank die
- 21 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
21
moet worden uitgeklapt is zwaar en vaak vies, er is een te kleine opstelruimte in de bus en het vastzetten met veiligheidsgordels is moeilijk. Bovendien klopt er vaak iets niet met het aanrijden van de bus: soms staat de bus te ver van de stoeprand of stopt niet bij de instapmarkering. Ook voor de visueel gehandicapten klopt er vaak iets niet: soms is de audio informatie uitgezet. De resultaten van de Workshop zijn neergelegd in een rapport, dat is besproken met Arriva en dat wordt meegewogen bij de volgende aanbesteding van het Dordtse bussenvervoer. Een positieve ontwikkeling is, dat de paragraaf inclusief beleid in 2011 eindelijk actief is geworden. Hiermee staat deze paragraaf standaard op ieder gemeentelijk beleidsdocument en moet er worden ingevuld of hier aan gedacht is. Het probleem van de versperring van trottoirs door vuilcontainers is nog niet bevredigend opgelost: ondanks de afspraak met Netwerk komt het nog vaak voor dat geleegde containers het trottoir versperren. Hoewel dit wel was afgesproken met HVC, is op de nieuwe Afvalwijzer 2012 opnieuw niets vermeld over het correct plaatsen van vuilen minicontainers op de stoep door de bewoners zelf. Met betrekking tot de aanpak van versperringen door terrasstoelen en –tafels, displays, etc. van horecagelegenheden en winkels is wel enige vooruitgang geboekt. Het is nu mogelijk via de Wijklijn een melding te doen, waarna er wordt gekeken of er een overtreding wordt begaan.
Aandacht voor de toegankelijkheid van evenementen blijft een probleem: dit is bij de organisatie van een evenement niet direct een prioriteit. Toegankelijkheid moet daarom door de vergunningverlener (de gemeente) worden bevorderd: dit gebeurt nog te weinig (voorbeeld: Sinterklaashuis in het Hof, met de Sint op de 1 e verdieping zonder lift). In september heeft de gemeente meegedaan aan de Access City Award, een Europese prijs voor een stad met een uitzonderlijk beleid ten aanzien van toegankelijkheid. Dordrecht heeft deze prijs al eens gekregen, in 2005. Het gaat daarbij om de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving, openbare ruimte, infrastructuur, verkeer en vervoer, informatie, publieke voorzieningen en dienstverlening. Via de Werkgroep Inclusief Beleid is aan ons gevraagd hiervoor een stuk te schrijven, dat daarna door de gemeente is vertaald en ingestuurd. Helaas is de prijs niet op Dordrecht gevallen. 4.2 Werkgroep Geleidelijnen Namens de Wmo adviesraad zijn de heer S. Stam (zelf blind) en de heer C. Sigmond lid van deze gemeentelijke werkgroep. Doel is tot een samenhangend plan voor de hele stad te komen, waarin bepaalde voorzieningen vanaf een dichtstbijzijnde halte openbaar vervoer door middel van geleidelijnen voor blinden en slechtzienden bereikbaar worden. Dit plan zal niet direct integraal kunnen worden uitgevoerd, want daar is geen geld voor. Er zal daarom een beleidsdocument worden opgesteld, dat bij voorkomende projecten in de openbare ruimte over een langere periode kan worden ‘meegenomen’ en uitgevoerd. Er zijn echter ook belangrijke locaties, waar directe
- 22 22
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
aanleg noodzakelijk is. Er is een lijst opgesteld met voorzieningen die via dit systeem bereikbaar moeten worden: ziekenhuizen, stadskantoor, stadhuis, belastinggebouw, sociale dienst, winkelcentra, zorgcentra, etc. Verder moet worden nagedacht over problemen die er kunnen spelen rondom de routes: blokkades door fietsen, reclameborden, uitstallingen, etc. Er moet meer aandacht zijn voor handhaving (Toezicht) en voor voorlichting aan het publiek. Op de route moeten eventuele oversteekplaatsen met stoplichten zijn voorzien van rateltikkers. Vanaf 1 januari 2012 wordt de plek van de heer C. Sigmond in de Werkgroep Geleidelijnen ingenomen door de heer W. Dekkers. 4.3
Advisering bouwen en inrichting openbare ruimte
Advisering bouwen en inrichting openbare ruimte De Drechtsteden streven bij de ontwikkeling van woningen en overige gebouwen naar levensloopbestendig, veilig en duurzaam bouwen. De gemeenten van de Drechtsteden zijn de afgelopen jaren tot het inzicht gekomen dat toetsing van bouwplannen via de regionale checklists Kwaliteitseisen Nieuwbouwwoningen Drechtsteden en Duurzaam Bouwen Nieuwbouw Woningen niet langer houdbaar is. Voortaan wordt een beroep gedaan op vertrouwen en verantwoordelijkheid van de bouwende partijen zelf. Daarom is op 22 april 2010 door het Drechtstedenbestuur besloten over te stappen op het GPR gebouw systeem.5 Het GPR systeem is een meetinstrument dat de kwaliteit van een gebouw op kwantitatieve wijze in beeld brengt. Het is landelijk vrij goed bekend: zo’n 170 gemeenten zijn licentiehouder van dit systeem en daarnaast werkt een groot aantal ontwikkelaars met GPR. Werken met GPR is snel en eenvoudig: er wordt een checklist ingevuld, waarna er scores uitkomen op basis van genormeerde rekenregels, onafhankelijk onderzoek en inzicht van deskundigen. GPR laat precies zien hoe het gesteld is met de duurzaamheid van een gebouw. GPR meet de kwaliteit van nieuwe gebouwen voor de volgende thema’s: (Duurzaam Bouwen); • Milieu (Duurzaam Bouwen); • Energie (Geluid, luchtkwaliteit en comfort); • Gezondheid (Levensloopbestendig-/aanpasbaar, Politie Keurmerk • Gebruikskwaliteit Veilig Wonen); • Toekomstwaarde (Levensloopbestendig-/aanpasbaar bouwen). Per thema worden verschillende eisen gesteld die met punten beoordeeld kunnen worden. Het GPR gebouw systeem is daarbij flexibel door keuzemogelijkheden bij het invullen. Afwijking van de niveaus is soms wenselijk, bijvoorbeeld hogere eisen bij het onderdeel gebruikskwaliteit bij specifieke ouderenwoningen of juist lagere bij goedkope starterswoningen. In de Drechtsteden is afgesproken dat een score van minimaal 35 punten over alle vijf genoemde thema’s gehaald moet worden. Hierbij mag de score van geen enkel thema lager zijn dan 6,0 punten. Aangezien gekozen is voor een flexibel systeem, is besloten om een aantal vaste uitgangspunten op het gebied van kwaliteitseisen, milieu en energie toe te voegen. Onder deze aanvullende eisen zijn er diverse die 5
Gemeentelijke Praktijk Richtlijn
- 23 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
23
voortkomen uit (toekomstig) gebruik van gebouw of woning door mensen met een functiebeperking. Deze aanvullende eisen kunnen niet gecompenseerd worden door op andere onderwerpen een hogere score te realiseren; er moet aan deze eisen worden voldaan. Op 29 september 2011 is tijdens het platform Drechtsteden Bouwt door mevrouw F. Bosma (VAC) en de heer A. de Goeij (Wmo Drechtsteden) het convenant ondertekend waarin het GPR formeel in de Drechtsteden wordt ingevoerd. Met hun handtekening en die van projectontwikkelaars, corporaties en gemeenten is vastgelegd dat het GPR systeem voortaan zal worden gebruikt in de Drechtsteden. De gemeente Dordrecht wil daarnaast gebruik maken van de specifieke kennis van Wmo adviesraad en VAC om bouwplannen in een vroeg stadium te bekijken, onder andere op aspecten van toegankelijkheid. Hiertoe zal een klankbordgroep worden opgericht die adviezen indient over het voorlopig ontwerp (VO). Het definitief ontwerp (DO) wordt eveneens door de klankbordgroep getoetst. Bij nieuwe projecten zorgen gemeentelijke projectleiders dat onder andere de volgende afspraken worden uitgevoerd: • Al in de eerste besprekingen met de ontwikkelende partij wordt kenbaar gemaakt dat voldaan moet worden aan GPR inclusief de aanvullende vaste eisen en dat zowel het VO als het DO aan de klankbordgroep voorgelegd dient te worden; • De projectleider zorgt er voor dat in het contract wordt opgenomen dat zowel het VO als het DO door de ontwikkelende partij aan de klankbordgroep ter beoordeling wordt aangeboden; • De klankbordgroep dient op de hoogte te worden gebracht van het nieuwe project; • Samen met de projectleider wordt ervoor gezorgd dat eventuele opmerkingen van klankbordgroep verwerkt worden, of beargumenteerd worden afgewezen; • Ook de lijst met aanvullende vaste uitgangspunten dient door de ontwikkelaar ingevuld te worden; Het bekijken van bouwplannen in een vroeg stadium (tijdens stedenbouwkundig concept of bij voorlopig ontwerp) is nog niet echt gebruikelijk, maar bij twee instanties loopt dit wel. Het eerste project waar regelmatig overleg is met het projectmanagement is de Stadswerven: samen met VAC kijkt de Wmo adviesraad op regelmatige basis naar de plannen. De daarbij uitgebrachte adviezen worden serieus genomen. Een tweede instantie waarbij in een vroeg stadium naar plannen wordt gekeken is Trivire. Op initiatief van Trivire zelf is een Gebruikersgroep kwaliteit nieuwbouw Trivire in het leven geroepen, met daarin vertegenwoordigers van de Wmo adviesraad, VAC-Dordrecht en de Huurdersraad Wega. Namens de Wmo adviesraad heeft de heer W. van Leeuwen hierin zitting genomen. Er zijn dus nogal wat veranderingen aanstaande in de toetsing van bouwplannen. De ervaring tot nu toe is, dat de gemeenten in de Drechtsteden er naast het GPR systeem naar streven ruimte te geven aan een kritische beoordeling van bouwplannen op toegankelijkheid en levensloopbestendigheid. Wellicht vanwege de overgang van het ene naar het andere systeem, zijn in 2010 en 2011 veel minder bouwadviezen uitgebracht dan in voorgaande jaren:
- 24 24
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
Datum 2011
Projectnaam
26 jan.
Thermen Biesbosch 2 woongebouwen Oranjelaan Totaal
14 sept.
SO = schetsontwerp
SO VO DO DO SO
Soort
Sauna
Goed bewoonbaar nvt
Slecht bewoonbaar nvt
Goed bezoek baar deels
Slecht bezoek baar deels
Appartem.
62
0
62
0
62
0
62
0
VO = voorlopig ontwerp
DO = definitief ontwerp
Daarnaast zijn een aantal adviezen uitgebracht met betrekking tot ingrepen in de openbare ruimte. Deze zijn behandeld in de AKOR (Adviescommissie Kwaliteit Openbare Ruimte), waarbij onze adviezen in sommige gevallen wel, maar helaas niet altijd zijn overgenomen: Datum 2011 18 mei 27 mei 5 okt. 24 okt. 24 okt. 1 nov. 13 dec.
Projectnaam Herinrichting Johan de Witstraat Julianaschool Dubbeldam Schoolplein Eikenlaan/Kastanjelaan Parkeerplaatsen Zeehavenlaan Herinrichting Achterom Oversteekplaatsen Spuiboulevard Inrichting met banken Vriesestraat
VO DO DO DO DO DO DO DO DO
De bouwadvisering door de Wmo adviesraad is vanaf de oprichting gedaan door de heer C. Sigmond. Vanwege drukke bezigheden buiten de Wmo adviesraad, heeft hij besloten eind 2011 te stoppen met de bouwadvisering. Inclusief de periode bij de DAG, heeft hij de bouwadvisering gedurende zeven jaar verzorgd. Na zijn pensionering in het voorjaar van 2011 heeft de heer W. van Leeuwen aangegeven zich hiervoor beschikbaar te stellen, zodat er gelukkig opnieuw een deskundige namens de Wmo adviesraad kan adviseren over zaken die te maken hebben met bouwen, wonen en de openbare ruimte.
- 25 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
25
26
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
5.
Werkgroepen van de Wmo adviesraad
De Wmo adviesraad heeft vier werkgroepen die zich richten op een specifiek onderwerp of doelgroep: Adviescommissie Maatschappelijke Ondersteuning; GIPS-team; Werkgroep leerlingenvervoer; Werkgroep Migranten Senioren Dordrecht. 5.1 Adviescommissie Maatschappelijke Ondersteuning (AMO) De AMO adviseert de leden van de Wmo adviesraad op het terrein van inclusief beleid en de prestatievelden van de Wmo. De meer praktische zaken komen hier aan de orde. Leden van de AMO, zijn, onder andere, betrokken bij: Werkgroep Inclusief beleid (zie 4.1); Werkgroep geleidelijnen (zie 4.2); Advisering bouwen en inrichting openbare ruimte (zie 4.3); Klantenpanel DrechtHopper; RODAV (Reizigers Overleg Drechtsteden Alblasserwaard Vijfheerenlanden); Sportraad en Samenwerkingsverband Aangepast Sporten (SAD); Regionaal Overleg Gehandicapten Platforms (ROG); Toetsing van de toegankelijkheid van bestaande publieke gebouwen ten behoeve van vermelding door middel van pictogrammen in de gemeentegids ‘Dordt in het Kort’. Tevens het up to date houden van de gegevens; Controleren van aangepaste bushaltes. Onderwerpen die hier besproken zijn: Vervoer van scootmobielen in de DrechtHopper; Mysteryguestonderzoek DrechtHopper; Nieuwe website: www.drechthopper.nl; Toegankelijke stadsbussen (zie 3.1.1); De positie van mensen met een beperking in relatie tot gelijke behandeling; De Kanteling. Bezoek Sportboulevard Naar aanleiding van meerdere klachten over de toegankelijkheid hebben vier leden van de AMO (één in een rolstoel) op 21 januari een bezoek gebracht aan de Sportboulevard. Direct viel al op dat voor gebruik van de lift een sleutel nodig is. Ook de toegangspoortjes naar de ijshal en het zwembad zijn niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Zij moeten de receptie vragen om de deuren te openen of een sleutel vragen. De breedte van de deuren (een van de punten waarover door MDO in 2005 geadviseerd was) is goed. Verder vielen de wel erg kleine kleedhokjes en de smalle bankjes hierin op. Iemand die zich wat moeilijker beweegt kan in deze kleedhokjes geen kant op en moet de deur laten openstaan. We hebben de knelpunten met de manager besproken. Hij gaf aan dat ze nog druk bezig zijn met een aantal punten waar ze zelf ook tegenaan zijn gelopen. Begin 2012 is een nieuw bezoek gepland, zo kunnen we nagaan of de verbeteringen zijn aangebracht.
- 27 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
27
5.2
GIPS-team
Via het GIPS, Gehandicapten Informatie Project Scholen, maken leerlingen van groep 7 van de basisscholen in Dordrecht op speelse wijze kennis met ‘hoe het is om te leven met een handicap.’ Ook gaan zij uitgebreid in gesprek met mensen met een beperking en kunnen dan alles vragen wat zij op hun hart hebben. Maandelijks is het GIPSteam bij een aantal scholen op bezoek geweest. Wederom met veel enthousiasme. Het aantal aanvragen van de scholen groeit gestaag. Dit schooljaar heeft het GIPS-team soms tweemaal per maand scholen bezocht. Gelukkig hebben we in 2011 twee nieuwe vrijwilligers kunnen vinden die meedraaien in het team. Begin 2012 heeft zich een nieuwe vrijwilliger gemeld. 5.3 Werkgroep Leerlingenvervoer Werkgroep Leerlingenvervoer bestaat uit ouders van leerlingen en de coördinator van het busvervoer. Door tijdgebrek is de werkgroep slechts een keer bijeen geweest. Het overleg met de gemeente heeft twee keer plaatsgevonden. Er is onder andere gesproken over: het strenger hanteren van de Verordening, het aanvraagformulier voor het nieuwe schooljaar, de veiligheid in de taxi’s en de aanbesteding. In 2012 worden de overleggen van de werkgroep weer opgepakt. Gezien alle bezuinigingen is het noodzakelijk de vinger aan de pols te houden. 5.4 Werkgroep Migranten Senioren Dordrecht Zie Jaarverslag Werkgroep Migranten Senioren Dordrecht 2011.
- 28 28
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
6.
Samenstelling Wmo adviesraad Dordrecht in 2011
Om verschillende redenen hebben mevrouw I. van Milt, mevrouw J. Faloun en de heer T. Pennings hun werkzaamheden voor de Wmo adviesraad beëindigd. Daarnaast hebben wij de heer T. Wulfert als nieuw lid kunnen verwelkomen. Onafhankelijk voorzitter De heer A.J.A.J. de Goeij Leden Mevrouw W. Wouters Mevrouw E. van ’t Zelfde Mevrouw N. Bijl Mevrouw P.W. van Rijn-Lachnit Mevrouw G. Yanik Mevrouw T.J.T. Kubbinga-Wouters Mevrouw P.M.A. Cremers De heer J.A. Bax De heer C. Dickens De heer T. Weiss De heer D. Langevoort De heer W.S. van Leeuwen De heer G.A.M. Loman De heer T. Wulfert Aandachtsgebied leden per prestatieveld 1. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten: N. Bijl, W. van Leeuwen, A. Cremers 2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden: E. van ‘t Zelfde, N. Bijl 3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning: W. Wouters, Th. Kubbinga, A. Cremers 4. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers: C. Dickens, G. Loman 5. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem: C. Dickens, H. Bax, W. van Leeuwen, A. Cremers 6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer: Th. Kubbinga, H. de Goeij, A. Cremers 7. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang: G. Yanik, N. Bijl 8. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen: C. Dickens, W. van Rijn 9. het bevorderen van verslavingsbeleid: T. Wulfert, C. Dickens, W. van Rijn.
- 29 J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
29
Leden Adviescommissie Maatschappelijke Ondersteuning (AMO) De heer W.S. van Leeuwen (gespreksleider) Mevrouw A. Poot Mevrouw M.B.J. van Oers-Bakker Mevrouw T.J.T. Kubbinga-Wouters Mevrouw C.H. van Bruggen-Mitzer Mevrouw J.P. Wapperom-Peterson Mevrouw J.C. Shukla Mevrouw P.M.A. Cremers De heer P.S. Suijkerbuijk De heer W. L. Dekkers De heer S. Stam De heer A. van Zanten In 2011 hebben wij afscheid genomen van de heer O.C. Wit en de heer C. Sigmond. De heer S. Stam en de heer A. van Zanten hebben de werkgroep in 2011 versterkt.
GIPS-team (voorlichting op basisscholen) Mevrouw M. Versendaal (coördinator) Mevrouw A. van Leest Mevrouw B. Krul Mevrouw K. Heijnen De heer H. Goehrs
Werkgroep Leerlingenvervoer Mevrouw S. Wemmers Mevrouw S. Smulders Mevrouw A. Hol Medewerkers Mevrouw M. Teunissen, beleidsmedewerker Mevrouw J. Punt, ondersteuningsfunctionaris Mevrouw A. van Zijp heeft haar werkzaamheden medio april 2011 beëindigd.
- 30 30
J A A R V E R S L A G
W M O
A D V I E S R A A D
D O R D R E C H T
2 0 1 1
Werkgroep Migranten Senioren Dordrecht
Jaarverslag 2011
J A A R V E R S L A G
W M S D
2 0 1 1
31
32
J A A R V E R S L A G
W M S D
2 0 1 1
7.
Inleiding
De Werkgroep Migranten Senioren Dordrecht (WMSD) is een werkgroep van de Wmo adviesraad en adviseert de adviesraad over de belangen, wensen en behoeften van de migranten ouderen in Dordrecht op het terrein van welzijn, wonen en zorg. In 2010 hebben we een eerste aanzet gegeven om het zorg-, welzijns- en woonaanbod te interculturaliseren en hebben we onze naamsbekendheid vergroot. In 2011 heeft WMSD gewerkt aan het realiseren en borgen van interculturalisatie en werkgelegenheid binnen de zorginstellingen. De WMSD wordt gevormd door Dordtenaren van migranten afkomst vanaf 50 jaar of met een grote betrokkenheid bij de doelgroep. Een lid vertegenwoordigt de Dordtse ouderenbonden. Zij hebben een breed netwerk, regelmatig contact met ouderen en kennis en interesse op het gebied van welzijn, wonen en zorg. Daarbij vinden zij het belangrijk om hun tijd en (ervarings) deskundigheid in te zetten. De WMSD heeft zowel op lokaal, regionaal als op landelijk niveau veel contacten en werkt samen met onder andere ROC’s, Pharos, ActiZ, Forum en Movisie.
8.
Activiteiten in 2011
8.1 Vergaderingen en bijeenkomsten Ledenvergadering van de WMSD In 2011 zijn er elf vergaderingen geweest. Voor het vergroten van de naamsbekendheid en het bevorderen van de samenwerking is op diverse locaties vergaderd, zoals bij zorg- en welzijnsinstellingen. De vergadering startte met kennismaking en een rondleiding. Regelmatig zijn mensen van verschillende instanties, instellingen, organisaties uitgenodigd voor kennismaking, advies en voorlichting. Eind december heeft de WMSD het jaar geëvalueerd en zijn de plannen voor 2012 besproken. Omdat er geen subsidie meer is voor de WMSD zal de aparte beleidsondersteuning vervallen. Er kunnen dus minder activiteiten opgepakt worden. De nadruk zal liggen op het project ‘Welslagen diversiteit’ (zie 8.2).
• • • • • • • •
Waar zijn we geweest bijdrage geleverd aan netwerkbijeenkomst ‘doorpakken’ georganiseerd door CMO Stimulans en de gemeente Dordrecht; deelname aan de bijeenkomst ‘de rol van de zorgverzekeraar’ georganiseerd door Zorgbelang; deelname aan de opleidingsmarkt Albert Schweitzer ziekenhuis; deelname aan slotconferentie ‘werken & leren’ georganiseerd door de gemeente Dordrecht en het Zorgberaad; bijdrage geleverd aan de bijeenkomst de rol van MZO’s en de kanteling van integratiebeleid van de gemeente Dordrecht; deelname aan de expertmeeting allochtone cliënten in de zorg; deelname aan de bijeenkomst over de decentralisatie van de begeleiding georganiseerd door de gemeente Dordrecht en Wmo adviesraad Dordrecht; deelname aan de multiculturele dag in Wielborgh;
- 33 J A A R V E R S L A G
W M S D
2 0 1 1
33
• • • •
• • • • • • • •
rondetafelgesprekken met ouderen en allochtone kaders / vertegenwoordigers; deelname aan het Prinsjesdagontbijt met als thema ‘verbindend ondernemen’; deelname aan netwerkbijeenkomst 3O’s: Overheid, Onderwijs en Ondernemers georganiseerd de door gemeente Dordrecht; inhoudelijke bijdrage geleverd aan de expertmeeting ‘de rol van migranten organisatie op het terrein van wonen, welzijn en zorg’, georganiseerd door CMO Stimulans en de gemeente Zwijndrecht; deelname aan trainingen van onder andere NOOM, Pharos, DIA en SMN; deelname aan de bijeenkomst over de DrechtHopper, georganiseerd door de ouderenbonden; samenwerking met allochtone interculturele zorgconsulenten Dordrecht; inhoudelijke bijdrage geleverd aan het realiseren van twinningsprojecten in Dordrecht; deelname aan expertmeeting voor expertzorg bij Pharos; bijdrage geleverd aan slotconferentie ‘1001 kracht’ georganiseerd door DWO/4AllAdvice, Compas en gemeente Dordrecht; Deelname aan conferentie ‘werken naar vermogen’ georganiseerd door de gemeente Dordrecht; Deelname aan startconferentie interculturalisatie georganiseerd door gemeente Dordrecht.
8.2 Inhoudelijke activiteiten Vrouwen toeleiden naar de zorg / Welslagen diversiteit Ook steeds meer oudere migranten hebben behoefte aan zorg door een verpleeg- of verzorgingshuis. Hun kinderen kunnen niet altijd alle zorg geven die nodig is. Oudere migranten willen graag verzorgd worden door mensen die hun taal spreken en die hun cultuur kennen. Verpleeg- en verzorgingshuizen willen deze zorg leveren, maar vinden het vaak moeilijk migranten medewerkers te werven met mbo niveau 3. De WMSD heeft dit signaal opgepakt en is gestart met het project ‘Vrouwen toeleiden naar de zorg’. Uit ons netwerk kennen we vrouwen die graag in de zorg willen werken. Zij beschikken echter nog niet over de juiste opleiding. In 2011 hebben we een groep van twintig vrouwen geworven. Er zijn verschillende voorlichtingsbijeenkomsten geweest, er is bijvoorbeeld uitgelegd wat werken in de zorg betekent, zoals onregelmatige diensten, mannen wassen en een opleiding volgen naast een gezin. Opleiding, begeleiding en Calibris Al direct hebben we het Da Vinci college betrokken. Zij zijn bereid de opleiding te geven. Uit gesprekken met een soortgelijk project in Breda werd duidelijk dat intensieve begeleiding van de vrouwen noodzakelijk is. Eind 2011 hebben contact gelegd met Calibris. Deze organisatie is in de Drechtsteden nauw betrokken bij het project ‘Welslagen Drechtsteden’. Er is een toeleidingstraject ontwikkeld om werkzoekenden toe te leiden naar werk in de sector zorg en welzijn door middel van een traject op maat. Daarnaast heeft Calibris ervaring met een dergelijk project met migranten werkzoekenden in een andere regio.
- 34 34
J A A R V E R S L A G
W M S D
2 0 1 1
In 2012 gaan we in nauw overleg met Calibris aan de slag met het project ‘Welslagen diversiteit Dordrecht’. We gaan meer vrouwen werven, zorginstellingen enthousiasmeren mee te doen, daarnaast moeten er financiële middelen komen om, onder andere, een begeleider voor de vrouwen aan te stellen. Voorlichting ‘Meer dan vergeten’ In november heeft de WMSD een discussieavond georganiseerd aan de hand van de film ‘Meer dan vergeten.’ Het doel was om mensen van verschillende culturen bij elkaar te brengen, voor te lichten en te informeren over de mogelijkheden binnen de zorginstellingen. De film heeft veel taboes en onbegrip weggehaald bij de aanwezige allochtone senioren en de familieleden. Veranderingen binnen het zorgstelsel WMSD heeft samen met zorgverzekeraar Agis een succesvolle voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd over de veranderingen binnen het zorgstelsel. Netwerkbijeenkomst SIEGD (Samenhang Interculturalisatie Eerstelijns Gezondheidszorg) SIEGD heeft een bijeenkomst georganiseerd voor de 1ste lijnorganisaties. De WMSD heeft een workshop gegeven over ‘tips en trics voor de interculturele zorg’. Ontmoetingsplekken voor allochtone senioren De WMSD heeft samen met een aantal (zorg)organisaties ontmoetingsplekken gerealiseerd. In samenwerking met de Wielborgh kunnen allochtone vrouwen iedere zondag bijeen komen in het Waterwiel. Buddyproject Dordtse (allochtone) jongeren en senioren hebben een aantal weken een traject gevolgd opdat er wederzijds meer van elkaars leven(s)ervaring geleerd werd en het onderling respect vergroot werd. De WMSD heeft de buddykoppels begeleid. WMSD-bijeenkomst met de achterban WMSD heeft een aantal bijeenkomsten georganiseerd voor de achterban. De centrale vraag was, welke behoeften zijn er bij migranten senioren. De uitkomsten waren dezelfde als die van vorig jaar: - het belang van verzorging door mensen van eigen afkomst. - heikel punt: (beleving van de) bejegening door de eerstelijnszorg en zorgverzekeraars met betrekking tot behandeling in Turkije tijdens vakantie. Er wordt geopperd dat er een belangenverstrengeling plaatsvindt waardoor niet of helemaal geen vergoeding wordt gegeven voor behandeling in Turkije, omdat het hier niet geaccepteerd zou worden. - het aanbod van vrijwilligersdiensten werkt mee in de aansluiting met de zorg die aangeboden wordt; - er is aansluiting door herkenning in de beleving met mensen van dezelfde afkomst.
- 35 J A A R V E R S L A G
W M S D
2 0 1 1
35
Wonen Bezoek aan en rondleiding in drie zorginstellingen. De reacties waren positief. De senioren hebben hun beeld over de zorginstellingen bijgesteld. Zij willen hun kinderen niet met de zorg belasten. Welzijn Het voorstel is jaarlijks een cultureel evenement te organiseren met Turkse en Marokkaanse vrouwen (zonder mannen). Als vervolg kan er een interculturele ontmoeting georganiseerd worden.
9.
Samenstelling WMSD in 2011
De heer A. Karacaoglan (voorzitter) Mevrouw M. Hammouchi Mevrouw H. van der Hijden Mevrouw O. Sofainy Mevrouw S. Cagli Mevrouw V. Marchena Mevrouw Z. Sarikas De heer A. Gamal De heer A. Faraji De heer A. Gaspersz De heer B. Elwuar De heer I. Karansingh De heer M. Rabhi De heer M. Barahmeh De heer Z. Mandu Medewerker De heer K. Tohouss, beleidsmedewerker
- 36 36
J A A R V E R S L A G
W M S D
2 0 1 1
Wmo adviesraad Dordrecht M.H. Trompweg 235 3317 NE Dordrecht 078 617 69 82 e-mail:
[email protected] website: www.wmo-adviesraaddordrecht.nl