R
MOS NL 0026-1 FIGHTER 600P
011746
MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING
FIGHTER 600P
R
-2
+2
min
max
1 10 0
5
15
R 0
20
K
LE
Inhoud
1
Voor de huiseigenaar Algemeen
Regelmatig onderhoud
Korte productbeschrijving ...................................... 2 Installatiegegevens ................................................ 2
Systeembeschrijving Werkingsprincipe .................................................... 3 Systeemprincipe .................................................... 3
Bedieningspaneel Bedieningspaneel .................................................. 4 Functies bedieningspaneel .................................... 4
Algemeen ................................................................8 Reiniging luchtfilter ..................................................8 Reiniging ventilator ..................................................8 Reiniging buitenluchtrooster ....................................8 Reiniging luchtklep buitenlucht ................................8 Reiniging afzuigventielen ........................................9 Controle veiligheidskleppen ....................................9 Drukmeter ................................................................9 Afblaasluchttemperatuur ..........................................9
Maatregelen in geval van bedrijfsstoring
Ruimtetemperatuur Verwarmingsautomaat ............................................ 6 Instelling van de verwarming .................................. 6 Wijziging van de ruimtetemperatuur ...................... 6
Warmwaterproductie Algemeen .............................................................. 7
Lage temperatuur warmwater of helemaal geen warmwater..............................................................10 Geringe of helemaal geen ventilatie ......................10 Lage ruimtetemperatuur ........................................10 Hoge ruimtetemperatuur ........................................10 Schakelaarstand ”R” ..............................................10 Indicaties in cijferdisplay ......................................11 Starthulp circulatiepomp ........................................12 Hoge temperatuur afblaaslucht ............................12
Aan de installateur Algemene informatie installateur
Inbedrijfstelling en instellingen
Transport en opslag ..............................................13 Hantering ..............................................................13 Plaatsing ................................................................13 Max. CV-volume ....................................................13 Installatiecontrole ..................................................13 Temperaturen in FIGHTER 600P ..........................13
Aansluiting van de leidingen Algemeen ..............................................................14 CV-systeem............................................................14 Tapwater ................................................................14 Aansluiting, gasketel ..............................................14 Pompcapaciteit ......................................................14
Aansluiting van het ventilatiesysteem Algemeen ..............................................................15 Ventilatiedoorstroom ..............................................15 Condensatiekanaal ................................................15 Instelling ................................................................15 Luchtkanaal............................................................15 Ventilatiediagram ..................................................15
Elektrische aansluiting Aansluiting ............................................................16 Max. fasestroom ....................................................16 Aansluiting gasketel ..............................................16 Extra warmwater: Compressor/Gasketel ..............16 Instelling ventilatiecapaciteit ..................................17 Aansluiting buitentemperatuurvoeler......................17 Aansluiting van externe schakeling voor Ventilatieregeling....................................................17 Aansluiting ruimtetemperatuurvoeler (accessoire) 17
Voorbereidend werk ..............................................18 Bijvullen van het CV-systeem ................................18 Ontluchten van het CV-systeem ............................18 Starten van de installatie........................................18 Instellingen ............................................................19 Instelling van de ventilatie ......................................19 Aftappen van CV-systeem ....................................19 Vullen van de boiler................................................19 Aftappen van de boiler ..........................................19
Instelling van de verwarmingsautomaat Verschuiving stooklijn -2 ......................................20 Verschuiving stooklijn 0 ........................................20 Verschuiving stooklijn +2 ......................................20 Instelling aan de hand van diagram ......................20
Service Vervangen ventilatorlager ......................................21 Neerklappen van beschermplaat voor schakelkast 21 Koelmiddelsysteem ................................................21 Resetten automatische zekering............................21 Reiniging circulatiepomp ......................................22
Afmetingen Maatvoering ..........................................................23
Plaatsing van de componenten Plaatsing van de componenten..............................24
Bedradingsschema Bedradingsschema ................................................26
Componentenoverzicht Componentenoverzicht ..........................................27
Technische gegevens Technische gegevens ............................................28
FIGHTER 600P
Aan de huiseigenaar
2
Algemeen
Voor een optimaal gebruik van de FIGHTER 600P warmtepomp dient u de Montage- en gebruiksaanwijzing onder het hoofdstuk ”Voor de huiseigenaar” zorgvuldig door te lezen. De FIGHTER 600P is een combiwarmtepomp voor afzuiglucht en buitenlucht. Dit houdt in dat de warmtepomp de in de ventilatielucht aanwezige energie gebruikt, alsmede de energie van de buitenlucht indien deze niet te koud wordt bevonden. Deze energie wordt gebruikt voor de verwarming van warmwater en CV-water in eensgezinswoningen. Een microprocessorbesturing garandeert de optimale werking en effectiviteit van de warmtepomp. De FIGHTER 600P is gevuld met het milieuvriendelijke koelmiddel R290 (propaan).
Moet worden ingevuld door de installateur wanneer de warmepomp is geinstalleerd Installatiedatum Serienummer Installateur
Instelling circulatiepomp Ventilatorvermogen Gekozen ventilatorcurve, hoge ventilatie Gekozen ventilatorcurve, lage ventilatie Instelling luchtklep, afzuiglucht Instelling luchtklep, buitenlucht Instelling ”Stooklijn” Instelling ”Verschuiving stooklijn” FIGHTER 600P
Aan de huiseigenaar
Systeembeschrijving
3
Werkingsprincipe De FIGHTER 600P bestaat uit een koperen boiler en een warmtepomp waarmee de energie uit de afzuiglucht en de buitenlucht wordt teruggewonnen. Deze energie wordt aan de ketel afgegeven. De warmtepomp moet worden geïnstalleerd in een ventilatiesysteem voor mechanisch afgevoerde afzuiglucht. De FIGHTER 600P is bedoeld voor combinatie met een gasketel, die in werking treedt zodra de warmtebehoefte hoger is dan de door de warmtepomp afgegeven vermogen, alsmede ter verbetering van de warmwatervoorziening. Wanneer de afzuiglucht op kamertemperatuur, samen met de buitenlucht de verdamper passeert, zal het koelmiddel vanwege het lage kookpunt verdampen. Zodoende geeft dit luchtmengsel warmte aan het koelmiddel af. Het koelmiddel wordt daarna in de compressor gecomprimeerd, waardoor de temperatuur sterk toeneemt. Het warme koelmiddel wordt nu naar de condensor geleid (platenwarmtewisselaar). Hier geeft het warme koelmiddel zijn warmte af aan het CV-water. De temperatuur loopt nu weer terug, waardoor het koelmiddel weer van damp tot vloeistof zal veranderen. Hierna gaat het koelmiddel verder via een filter en naar het expansieventiel, waar de druk en de temperatuur nog verder zullen teruglopen. Het koelmiddel heeft het circuit nu voltooid en passeert opnieuw de verdamper.
Afblaaslucht Buitenlucht Afzuiglucht
M
Systeemprincipe C
G
Wanneer de ruimtelucht De lucht van de afzuigkap wordt (afzuiglucht) en de even- via een apart kanaal direct naar tuele buitenlucht de buiten afgevoerd. warmtepomp zijn gepasseerd, is de temperatuur sterk gedaald, omdat de warmtepomp de in de lucht aanwezige energie heeft opgenomen.
A
F
Warme ruimtelucht wordt door een ventilator via afzuigventielen in het kanaalsysteem gezogen.
Lucht wordt van kamer met buitenluchtrooster naar kamer met afzuigventiel geleid.
H Buitenlucht wordt door warmtepomp aangezogen.
B Warme ruimtelucht wordt via kanaalsysteem naar FIGHTER 600P geleid.
D De FIGHTER 600P voorziet het huis van warmwater en CV-water.
E Buitenlucht wordt naar binnen gezogen.
FIGHTER 600P
Aan de huiseigenaar
4
Bedieningspaneel Bedieningspaneel
Driestandenschakelaar Indicatielampjes A
Cijferdisplay
Ventilatie
C
D
B
R
1, 2, ...
0 -5
+5
1 10 1
0
5
15
2
R
3
0
1, 2, ...
I
G
E
20
Stooklijn J Bedrijfsstand H Verschuiving stooklijn Kanaalkeuze Bedrijfsindicaties
Extra warmwater
F
Functies bedieningspaneel A
Driestandenschakealaar
B
met drie standen: 0 - 1 - R: 0 Warmtepomp uitgeschakeld 1 Normaal bedrijf alle besturingsfunctie ingeschakeld R Reservestand. Deze stand wordt gebruikt tijdens inbedrijfstelling en eventuele bedrijfsstoringen.
N.B! Voordat u de schakelaar in stand 1 of R zet, dient u altijd te controleren of er water in het systeem zit. Aangezien de stroomvoorziening voor de gasketel niet via de FIGHTER 600P wordt verzorgd, moet ook de gasketel worden uitgeschakeld, zodra de warmtepomp wordt uitgezet. FIGHTER 600P
Indicatielampjes
Bovenste lampje Aan Compressor in bedrijf Uit Compressor buiten bedrijf Middelste lampje Aan Ontdooien, automatisch Uit Normale stand Onderste lampje Aan Gasketel in bedrijf Uit Gasketel niet in bedrijf
Aan de huiseigenaar
Bedieningspaneel
5
Functies bedieningspaneel C
D
E
F
Cijferdisplay Tijdens normaal bedrijf wordt de keteltemperatuur aangegeven. De twee linker getallen geven ”het kanaalnummer” aan en de rechtse getallen ”de meetwaarde/instelling van het kanaal. In geval van een bedrijfsstoring wordt een storingsmelding getoond met afwisselend het kanaalnummer en de waarde, zie onder ”Maatregelen in geval van bedrijfsstoring”.
G
Wanneer de warmtepomp wordt gestart, zijn alle functies (gasketel, circulatiepomp, verwarmingsautomaat) in bedrijf. In geval van een verandering in de bedrijfsstand, zal deze verandering in het geheugen worden opgeslagen, zodat de warmtepomp ook na een stroomonderbreking weer in dezelfde stand zal starten. Door de knop ”Bedrijfsstand” één keer in te drukken zal de gasketel worden geblokkeerd. Door de knop nogmaals in te drukken zal ook de circulatiepomp worden uitgeschakeld. Neem in acht dat de circulatiepomp wel in bedrijf zal treden tijdens de aanmaak van warmwater. Door nog een keer op de knop te drukken zullen zowel de gasketel als de circulatiepomp weer worden ingeschakeld.
Ventilatie Tijdens het opstarten van de warmtepomp is dit lampje uit. In deze stand kan externe besturing van de ventilatie plaatsvinden via een externe aansluiting. Door de knop ”Ventilatie” keer in te drukken zal lage ventilatie worden verkregen. In deze stand brandt het lampje constant. Door de knop nog een keer in te drukken zal hoge ventilatie worden verkregen. In deze stand knippert het lampje. Door nu nog een keer op de knop te drukken zal het lampje uitgaan en kan de externe besturing weer worden ingeschakeld.
H
Door op de knop ”Extra warmwater” te drukken zal de temperatuur van het warmwater gedurende zes uur per dag tot ca. 60 °C worden verhoogd. Het ingebouwde lampje zal in deze stand knipperen. Door drukknop nog een keer in te drukken wordt de tapwater temperatuur verhoogd tot 60 graden gedurende 6 uur per week. De ingebouwde controle lamp knippert in deze mode. Door nogmaals op de knop te drukken zal bovenstaande functie worden uitgeschakeld.
Bedrijfsindicaties 10 5
15
2 3
1, 2, ...
0
20
De twee lampjes naast de bedrijfsstandschakelaar geven de gekozen bedrijfsstand aan. Niet te verwisselen met de indicatielampjes van het cijferdisplay. Bovenste lampje ”Extra” Aan De gasketel kan indien gewenst worden ingeschakeld, d.w.z. wanneer de compressor niet alleen in staat is om aan de benodigde warmtebehoefte te voldoen. Uit Gasketel geblokkeerd. Onderste lampje ”Circulatiepomp” Aan Circulatiepomp in bedrijf. Uit Circulatiepomp alleen in bedrijf tijdens aanmaak van warmwater.
Kanaalkeuze Met de toets ”Kanaalkeuze” kan naar 1, 2, . het gewenste kanaal van het cijferdisplay worden gebladerd om een waarde of een instelling op te roepen. Hier kunnen o.a. de volgende waarden en instellingen worden afgelezen: 1 Keteltemperatuur 2 Aanvoertemperatuur 3 Buitentemperatuur 4 Gemeten waarde ruimtetemperatuur. Indien niet aangesloten wordt ”--” aangegeven. 5 Temperatuur afblaaslucht. 6 Stooklijn 7 Verschuiving stooklijn 8 Temperatuur warmwater 9 Gewenste waarde kamertemperatuur. Indien niet aangesloten wordt ”--” aangegeven. 10 Berekende temperatuur aanvoerwater 11 Servicestand 12-22 Servicekanalen. N.B. Alleen voor erkende installateur! Na ca. 4 uur wordt automatisch kanaal 1 aangegeven.
Extra warmwater
1
Bedrijfsstand
I
Stooklijn De knop ”Stooklijn” wordt gebruikt voor de instelling van de verwarmingsautomaat, zie onder ”Ruimtetemperatuur”.
J
FIGHTER 600P
Verschuiving stooklijn Met de knop ”Verschuiving stooklijn” kan de verschuiving van de stooklijn worden gewijzigd en zodoende ook de ruimtetemperatuur.
Aan de huiseigenaar
6
Ruimtetemperatuur Verwarmingsautomaat
De temperatuur binnenshuis is afhankelijk van verscheidene factoren. Tijdens warme jaargetijden zijn de naar binnen stralende zon en de warmteafgifte van in huis aanwezige personen en apparaten meestal voldoende om het huis op temperatuur te houden. Wanneer het kouder begint te worden moet het verwarmingssysteem worden aangezet. Hoe kouder het buiten wordt, des te meer warmte moeten de radiatoren/vloerverwarmingen afgeven. Bij de FIGHTER 600P vindt deze aanpassing automatisch plaats m.b.v. een elektronische besturingseenheid, die echter allereerst van de juiste basisgegevens moet worden voorzien.
0 -5
+5
Knop ”Stooklijn” instellen op 8. Knop ”Verschuiving stooklijn” instellen op -1. Indien de ruimtetemperatuur niet naar wens is, kan het nodig zijn om het systeem nader af te stellen. NB! Wacht één dag na elke instelling, zodat het systeem de tijd krijgt om zich te stabiliseren.
Wijziging van de instelling Koude weersomstandigheden (buitentemp <5 °C) Bij een te lage ruimtetemperatuur, verhoog de waarde voor de stooklijn met één stap. Bij een te hoge ruimtetemperatuur, verminder de waarde voor de stooklijn met één stap. Warme weersomstandigheden (buitentemp >5 °C) Bij een te lage ruimtetemperatuur, draai deknop ”Verschuiving stooklijn” één stap naar rechts. Bij een te hoge ruimtetemperatuur, draai de knop ”Verschuiving stooklijn” één stap naar links. * Met een laagtemperatuur verwarmingssysteem wordt een systeem bedoeld, waarbij de aanvoertemperatuur van het verwarmingswater op de koudste dag niet hoger dan 55 °C dient te zijn. ** De capaciteit van vloerverwarmingen kan aanzienlijk verschillen.
Wijziging van de ruimtetemperatuur
10 5
0
15
20
Instelling van de verwarming De instelling vindt plaats met de knop ”Stooklijn”, alsmede de knop ”Verschuivingstooklijn”, beide op het bedieningspaneel. Zie onder ”Instelling van de verwarmingsautomaat”. Indien niet bekend is welke waarden voor het verwarmingssysteem van toepassing zijn, kunnen onderstaande waarden als richtlijn worden gebruikt. Laagtemperatuur* verwarmingssysteem: Knop ”Stooklijn” instellen op 11. Knop ”Verschuiving stooklijn” instellen op -2. Huis met vloerverwarming** in betonnen vloerconstructie: Knop ”Stooklijn” instellen op 7 - 8. Knop ”Verschuiving stooklijn” instellen op -1. Vloerverwarmingssysteem** in houten vloerconstructie:
Handmatige wijziging van de ruimtetemperatuur. Indien u de temperatuur in huis tijdelijk of permanent wilt verlagen of verhogen, draait u de knop ”Verschuiving stooklijn” links- c.q. rechtsom. Een gradatiestreepje komt overeen met een verandering van ca. 1 graad van de ruimtetemperatuur. NB! Een verhoging van de ruimtetemperatuur kan worden ”afgeremd” door de thermostaten van de radiatoren of de vloerverwarming, die in het gegeven geval moeten worden geopend. Radiator thermostaat ventielen instellen op ruimte wens temperatuur, in woonkamer bij toepassing van ruimtetemperatuur opnemer in woonkamer de ventielen volledig openen. Dit om beinvloeding stooklijn te voorkomen.
FIGHTER 600P
Aan de huiseigenaar
Warmwaterproductie
7
Algemeen Gedurende normaal bedrijf wordt voor de aanmaak van warmwater de compressor gebruikt. De aanmaak van warmwater wordt onderbroken zodra de temperatuur van het warmwater 52 °C bedraagt. Wanneer de buitentemperatuur lager is dan 0 °C zal in plaats van de compressor automatisch de gasketel worden gebruikt voor een verwarming tot 52 °C. Wanneer de functie ”Extra warmwater” is gekozen, zal gedurende zes uur per dag, alternatief zes uur per week een verhoging van de temperatuur van het warmwater plaatsvinden tot een temperatuur van 60 °C. Ook deze verwarming wordt met behulp van de compressor gedaan. De elektrotechnische installateur kan echter regelen dat voor de functie ”Extra warmwater” de gasketel wordt gebruikt. Indien deze keuze wordt gedaan, zal alle verwarming van het warmwater met de gasketel in de stand ”Extra warmwater” plaatsvinden, d.w.z. ook buiten de intervallen van 6 uur.
Temperatuur °C 60 50 40 30 Buitentemperatuur 20 20
Zomer
Winter
Watertemperatuur "Extra warmwater" Watertemperatuur "Normale situaties"
FIGHTER 600P
°C
Aan de huiseigenaar
8
Regelmatig onderhoud Algemeen
Reiniging ventilator
Voor de warmtepomp en het ventilatiesysteem is een regelmatig onderhoud vereist, waarbij onderstaande punten moeten worden gevolgd. Getallen tussen haakjes verwijzen naar het hoofdstuk ”Plaatsing van de componenten”. Het bovenste frontluik kan worden verwijderd, door de twee zwarte knoppen een kwart slag terug te draaien. Het onderste frontluik kan worden gedemonteerd door het aan de bovenzijde los te trekken en het luik daarna omhoog/vooruit los te trekken.
De ventilator dient één keer per jaar te worden gereinigd, door deze uit de warmtepomp te verwijderen en de waaiers daarna voorzichtig schoon te borstelen. ■ Zet de schakelaar (8) in stand ”0”. ■ Demonteer het bovenste frontluik. ■ Demonteer de ventilator door deze omhoog te tillen (zie afbeelding) en de aansluitstekker los te maken. ■ Montage geschiedt in omgekeerde volgorde. ■ Controleer ook of de afvoer van de condensbak (81) soms verstopt is.
Reiniging luchtfilter Het luchtfilter van de warmtepomp dient regelmatig te worden schoongemaakt (ca. 4 keer per jaar). Haal het filter los en schudt het goed schoon. ■ Schakelaar (8) in stand ”0” zetten.
1 TRYCK INDRUKKEN
1 TRYCK INDRUKKEN
LEK
■ Bovenste frontluik demonteren. ■ Trek de filtercassette los en schudt het schoon. Controleer of het filter onbeschadigd is, in dat geval moet een nieuw origineel filter worden besteld. LEK
■ Montage geschiedt in omgekeerde volgorde. Het merkteken op het filter dient naar boven te wijzen. ■ Tijdens reiniging van het filter dient ook de keteldruk te worden gecontroleerd, zie onder ”Regelmatig onderhoud” koptekst ”Drukmeter”. De tijdsinterval tussen reinigingsbeurten varieert en is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de afzuiglucht en de buitenlucht. De intervallen mogen niet zo groot zijn dat alarmcode ”A-01” in het cijferdisplay verschijnt. In het gegeven geval is het filter verstopt en moet het worden gereinigd.
NB! De waaiers niet vervormen met het oog op onbalans. Geen water of reinigingsmiddel gebruiken.
Reiniging buitenluchtrooster Reiniging van het buitenluchtrooster dient één keer per jaar te worden uitgevoerd.
LEK
Reiniging luchtklep buitenlucht
LEK
Wanneer het buitenluchtrooster wordt schoongemaakt, dient ook de luchtklep voor de buitenlucht in de FIGHTER 600P worden gereinigd. Zet de warmtepomp eerst uit. Verwijder daarna het bovenste frontluik, zie onder ”Regelmatig onderhoud”, ”Reiniging luchtfilter”. Trek daarna het luchtfilter compleet met houder weg (zie afbeelding). Nu kan de luchtklep met een borstel worden schoongemaakt. Houd een doek of iets dergelijks onder de luchtklep, zodat het stof niet op componenten in de ventilatorkast kan komen. FIGHTER 600P
Aan de huiseigenaar
Regelmatig onderhoud Reiniging afzuigventielen
9 Drukmeter
42
Ter behoud van de juiste ventilatieverhoudingen dienen de afzuigventielen van het huis regelmatig te worden schoongemaakt met een kleine borstel. De instelling van de ventielen mag niet worden veranderd. N.B. Indien meerdere ventielen tegelijkertijd worden losgenomen, mogen deze niet onderling worden verwisseld. Controleer ook of de ventilatieopeningen (84) achter het onderste frontluik goed schoon zijn. Indien nodig reinigen.
Controle veiligheidskleppen
De drukmeter (42) zit achter het bovenste frontluik van de warmtepomp. Voordat het frontluik wordt verwijderd, dient de warmtepomp te worden uitgezet. De drukmeter dient een druk tussen de voordruk van het expansievat (normaal 0,5 bar) en 2,5 bar aan te geven. Zie onder ”Inbedrijfstelling en instellingen”.
Afblaasluchttemperatuur
Controleer wanneer de compressor in bedrijf is, of de temperatuur van de afblaaslucht (kanaal 5) aanzienlijk lager is dan de ruimtetemperatuur, zie ook onder ”Maatregelen in geval van bedrijfsstoring” - ”Hoge temperatuur afblaaslucht”. Het is normaal dat de temperatuur van de afblaaslucht varieert.
52 Achter het bovenste frontluik van de warmtepomp zit een veiligheidsklep (52) voor het verwarmingssysteem. De veiligheidsklep voor de boiler zit op de binnenkomende leiding voor koud water. De veiligheidsklep dient ca. vier keer per jaar te worden gecontroleerd. Ga hierbij als volgt te werk: ■ Open de klep. ■ Controleer of er water uit de klep komt. ■ Sluit de klep.
FIGHTER 600P
Aan de huiseigenaar
10
Maatregelen in geval van bedrijfsstoring
In geval van onjuiste werking van de warmtepomp of in geval van een bedrijfsstoring, dienen allereerst onderstaande punten te worden gecontroleerd:
Lage temperatuur warmwater of helemaal geen warmwater N.B. Een verhoging van de warmwatercapaciteit kan worden verkregen door op knop voor ”Extra warmwater” (knop 18 in componentenoverzicht) te drukken. ■ Veel verbruik warmwater.
Hoge ruimtetemperatuur ■ Onjuiste waarden verwarmingsautomaat. ■ Wisselklep (43) staat in handmatige stand.
Schakelaarstand ”R”
■ Doorgebrande groep- of hoofdzekering. ■ Eventuele aardlekschakelaar aangesproken.
1
■ Driestandenschakelaar (8) staat in stand ”0”.
0 R
■ Aangesproken automatische zekering (7). Zie onder ”Service” - ”Resetten ■ De wisselklep (43) staat in handmatige stand.
R
-2
+2
min
max
1 10 0
5
15
R 0
20
■ Functiestoring in gasketel.
Geringe of helemaal geen ventilatie ■ Ontdooistand, lichtdiode (31) brandt constant.
K LE
• Filter (63) verstopt (ev. vervangen). • Gesloten, te geringe opening afzuigventiel ■ Doorgebrande groep- of hoofdzekering. ■ Eventuele aardlekschakelaar aangesproken. ■ Aangesproken automatische zekering (7). Zie onder ”Service” - ”Resetten automatische zekering”. ■ Lage ventilatie geselecteerd.
Lage ruimtetemperatuur ■ Doorgebrande groep- of hoofdzekering. ■ Eventuele aardlekschakelaar aangesproken.
In stand ”R” zijn de compressor en de elektronische besturingseenheid niet ingeschakeld. De ventilator is nog steeds in bedrijf en de gasketel wordt bestuurd door de interne thermostaat in gasketel. Het cijferdisplay is zwart. Let op: CV ketel thermostaat niet hogen instellen als max. toelaat baar voor uloer verwarming.
■ Aangesproken automatische zekering (7). Zie onder ”Service” - ”Resetten automatische zekering”. ■ Onjuist ingestelde waarden verwarmingsautomaat (40). ■ Circulatiepomp (16) gestopt. Zie onder ”Maatregelen in geval van bedrijfsstoring” - ”Starthulp circulatiepomp”. ■ Lucht in ketel of systeem. ■ Gesloten afsluitklep (44) en/of klep (50) in radiatorcircuit. ■ Te lage voordruk in expansievat, wordt ook aangegeven door lage druk op drukmeter (42), raadpleeg uw installateur. ■ Functiestoring in gasketel.
Indien de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen aan de hand van bovenstaande aanwijzingen dient u de installateur te raadplegen voor een servicebeurt. Indien nodig kan de schakelaar in stand ”R” worden gezet. FIGHTER 600P
Aan de huiseigenaar
Maatregelen in geval van bedrijfsstoring
11
Indicaties in cijferdisplaycaties in cijferdisplay
Foutcode A 01 in cijferdisplay
Middelste lichtdiode brandt
■ Herinnering om het filter te reinigen.
■ Ontdooien. In geval van overmatige ijsaanslag op de verdamper zal een automatische ontdooiing plaatsvinden. Daarna start de compressor automatisch zodra zich de behoefte aan de productie van warmte voordoet. Herhaalde ontdooiingscycli duiden op verstopte afzuigventielen of vervuilde filters. Zie onder ”Regelmatig onderhoud”, ”Reiniging luchtfilter”.
Wanneer de oorzaak tot de storing is verholpen, kan de foutcode worden opgeheven door de warmtepomp uit te zetten en deze daarna te herstarten.
Foutcode A 03 in cijferdisplay
Foutcode A 011
Hogedruk- of lagedrukpressostaat ingegrepen. ■ Hogedrukpressostaat: Te hoge waarden ingesteld via de knoppen ”Stooklijn” en ”Verschuiving stooklijn” (kan ook worden afgelezen via kanaal 6 en 7 van het cijferdisplay). Zie onder ”Ruimtetemperatuur”. ■ Lagedrukpressostaat: Te lage ventilatiedoorstroom of gebrek aan koelmiddel. De pressostaten herstellen zichzelf zodra de drukwaarden weer normaal zijn. Wanneer de oorzaak tot de storing is verholpen, kan de foutcode worden opgeheven door de warmtepomp uit te zetten en deze daarna te herstarten.
Wanneer A 03 en A 01 gelijktijdig zijn geactiveerd zal deze code worden aangegeven. Wanneer de oorzaak tot de storing is verholpen, kan de foutcode worden opgeheven door de warmtepomp uit te zetten en deze daarna te herstarten.
FIGHTER 600P
Aan de huiseigenaar
12
Maatregelen in geval van bedrijfsstoring
Starthulp circulatiepomp
Hoge temperatuur afblaaslucht
DK
IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar
HEJSAN
1m(A) P,(W) 0.20 45 0.30 65 0.40 90
Type UPS 25 - 60 230V50Hz 2.5uF
LEK
130
G RU N DFOS
P/N:59526447 PC;0017NIB
Ontluchtingsschroef Luftningsskruv
16
■ Schakel de FIGHTER 600P uit door de schakelaar (8) in stand ”0” te zetten. ■ Het bovenste frontluik kan worden verwijderd, door de twee zwarte knoppen een kwart slag links om te draaien. Hierna kan het luik worden losgenomen. ■ Draai de ontluchtingsschroef los met behulp van een schroevendraaier. Houd een doek over het heft van de schroevendraaier, aangezien er een bepaalde hoeveelheid water naar buiten kan stromen. ■ Draai de rotor rond met behulp van een schroevendraaier. ■ Zet de ontluchtingsschroef weer vast. ■ Start de FIGHTER 600P en controleer de werking van de circulatiepomp. Het kan vaak eenvoudiger zijn om de circulatiepomp te starten wanneer de FIGHTER 600P in bedrijf is, schakelaar (8) in stand ”1”. Indien de starthulp moet worden uitgevoerd met de FIGHTER 600P in bedrijf, dient u er rekening mee te houden dat de schroevendraaier een flinke ruk kan maken wanneer de pomp start.
Indien de temperatuur van de afblaaslucht (kan worden uitgelezen via kanaal 5) slechts weinig lager is dan de kamertemperatuur, terwijl de compressor wel degelijk in bedrijf is, dan duidt dit op een storing in het koelmiddelcircuit of de besturing van dit systeem. Raadpleeg uw installateur. Wanneer de compressor niet in bedrijf is, dient de temperatuur van de afblaaslucht ongeveer op hetzelfde niveau als de ruimtetemperatuur te liggen.
FIGHTER 600P
Aan de installateur
Algemene informatie installateur
13
Transport en opslag
Installatie controle
De warmtepomp moet staand en droog worden getransporteerd en opgeslagen.
Volgens de geldende voorschriften dient de verwarmingsinstallatie aan een installatiecontrole te worden onderworpen, voordat de installatie in gebruik wordt genomen. Deze controle mag alleen door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd. Deze installatiecontrole dient te worden gedocumenteerd. Bovenstaande voorschriften zijn van toepassing op een installatie die is uitgerust met een gesloten expansievat. Indien de warmtepomp en/of het expansievat wordt vervangen dient altijd een hernieuwde controle te worden uitgevoerd.
Attentie Deze warmtepomp bevat een licht ontbrandbaar koelmedium. Neem daarom altijd de nodige voorzichtigheid in acht tijdens vervoer, installatie, service, reiniging en verschroting teneinde beschadigingen aan koelmediumsysteem te voorkomen en zodoende ook het risico voor lekkage te verminderen.
Plaatsing De warmtepomp dient bij voorkeur met de rugzijde op een afstand van ca. 10 mm vanaf een buitenmuur in een bijkeuken of een gelijkwaardige ruimte te worden geplaatst, teneinde ongemak van storende geluiden te elimineren. Indien dit niet mogelijk is, dienen aan slaapkamers grenzende muren te worden vermeden. Ongeacht de plaatsing dient een muur, die aan een geluidsgevoelige kamer grenst, te worden geisoleerd. N.B. De afstand tot aan een muur dient onder alle omstandigheden ten minste 10 mm vanaf de muur te bedragen. Indien nodig, bijvoorbeeld in geval van een laag plafond, is het mogelijk om de modules apart te monteren. Leidingen langs binnenmuren die aan een slaap- of woonkamer grenzen, monteren met rubber dempers.
Temperaturen in FIGHTER 600P Normale temperatuurniveaus in ketel respectievelijk boiler. Temperatuur °C 60 50 40 Ber. aanvoertemperatuur 30 Buitentemperatuur 20
Maximum CV-volume
20
Zomer
Winter DUT
°C
DUT: Gedimensioneerde buitentemperatuur
H
Watertemperatuur "Extra warmwater" Watertemperatuur "Normale situaties" Aanvoertemperatuur
Door de knop ”Extra warmwater” (18) in te drukken kan een verhoging van de warmwatercapaciteit worden gerealiseerd.
Het volume van het expansievat (85) bedraagt 10 liter en heeft een standaard voordruk van 0,5 bar. Deze voordruk staat een maximale hoogte toe van 5 meter tussen expansievat en de hoogst gelegen radiator (zie afbeelding). Indien deze voordruk ontoereikend is, kan deze worden verhoogd door navulling via het bodemventiel van het expansievat. De voordruk van het expansievat moet in de installatiegegevens worden aangetekend. Een verandering van de voordruk beïnvloedt het opnamevermogen van het expansievat. De maximum systeeminhoud exclusief de warmtepomp bedraagt bij bovengenoemde voordruk 251 liter. FIGHTER 600P
Aan de installateur
14
Aansluiting van de leidingen Algemeen
Aansluiting, gasketel
Aansluiting van de leidingen dient volgens de geldende voorschriften te worden gedaan. Voor dit systeem is een laagtemperatuur ontwerp van het radiatorsysteem vereist. Bij gedimensioneerde buitentemperatuur is de hoogste aanbevolen temperatuur 55 °C voor de aanvoerleiding en 45 °C voor de retourleiding. Het totale volume 244 liter met 189 liter in de boiler en 55 liter in het ketelgedeelte. De boiler in de FIGHTER 600P is goedgekeurd voor max. 9,0 bar (0,9 MPa). De ontwerpdruk van het CV gedeelte is 2,5 bar (0,25 MPa). In de retour naar warmtepomp dient door installateur een filter ingebouwd te worden om vervuiling warmtepomp te voorkomen. Wanneer de circulatiepomp in bedrijf is, mag de radiatordoorstroom nooit helemaal worden gesmoord. Dit betekent dat een systeem waarbij de radiatordoorstroom vanwege gesloten thermostaatkranen geheel kan worden geblokkeerd moet worden uitgerust van een z.g. “by-pass”-klep om de circulatiepomp te beschermen. Afvalwater vanaf de opvangbak van de verdamper en de veiligheidskleppen wordt via een opvangbuis naar de afvoer weggeleid, zodat spattend heet water geen persoonlijk letsel kan veroorzaken. De leidingaansluitingen bevinden zich achter het onderste frontluik. Dit frontluik kan worden verwijderd, door het bovenaan los te trekken en het daarna schuin omhoog weg te trekken.
De uitgaande leiding naar de gasketel moet worden aangesloten op aansluiting (77). De ingaande leiding vanaf de gasketel moet worden aangesloten op aansluiting (78). Tussen de FIGHTER 600P en de gasketel een terrugslagklep en inregel ventiel monteren.
Pompcapaciteit 70
Externe weerstand, kPa
60
N.B. Teneinde te voorkomen dat warmtepomp componenten door verontreinigingen in het systeem worden beschadigd, dient het leidingsysteem te worden schoongespoeld voordat het op de warmtepomp wordt aangesloten.
CV-systeem De aanvoerleiding van het CV-systeem moet op aansluiting (70) worden aangesloten. De retourleiding van het CV-systeem moet op aansluiting (71) worden aangesloten.
Tapwater De koudwaterleiding moet op aansluiting (73) worden aangesloten via een inlaatcombinatie + vacuumonderbreker volgens de Ned. voorschriften. Afvalwater vanaf de veiligheidsklep moet worden afgevoerd naar de opvangbuis (99). De warmwaterleiding moet op aansluiting (74) worden aangesloten. FIGHTER 600P
50 40 30 20 10 0 0
200
400
600
800
1000
1200
1400
Doorstroming, l/h
Aan de installateur
Aansluiting van het ventilatiesysteem
15
Algemeen
Luchtkanaal
De Fighter 600P werkt met afzuiglucht en buitenlucht. Dit biedt grotere besparingen dan bedrijf met alleen afzuiglucht. Indien de buitentemperatuur terugloopt tot ca. -5 °C zal de buitenluchttoevoer worden afgesloten met behulp van een interne luchtklep en werkt de warmtepomp alleen met afzuiglucht. De ventilatiedoorstroom kan aan de hand van twee waarden worden geregeld. Indien het systeem is ingesteld op hoge ventilatiedoorstroom werkt de FIGHTER 600P alleen met afzuiglucht. Indien lage ventilatiedoorstroom is geselecteerd zal zowel van aanzuiglucht als buitenlucht gebruik worden gemaakt (tenzij de buitentemperatuur minder dan -5 °C bedraagt). Als de compressor niet werkt, is de interne buitenluchtklep altijd gesloten.
Om te vermijden dat het geluid van de ventilator op de afzuigventielen wordt overgedragen, kan het raadzaam zijn om een geluiddemper in het kanaal op te nemen. Dit is vooral van belang als afzuigventielen in de slaapkamers zijn aangebracht. Vanwege het feit dat de warmtepomp het brandbare koelmedium propaan (R290) bevat, moet het luchtkanaalsysteem worden geaard. Dit wordt gedaan door de meegeleverde aardleidingen (3 stuks) met goede elektrische geleiding aan te sluiten op het afzuig-, afblaas- en buitenluchtkanaal aan te sluiten. De leidingen aansluiten op de aardpennen aan de bovenzijde van het topluik. De luchtkanaalaansluitingen dienen te worden uitgevoerd met flexibele slangen die gemakkelijk kunnen worden vervangen. De afblaas- en buitenluchtkanalen moeten over de hele lengte dampdicht worden geïsoleerd. Mogelijkheid tot kanaalinspectie is vereist. Het buitenluchtkanaal moet worden uitgerust met een stelklep. Vernauwingen, scherpe bochten en dergelijke dienen te worden vermeden, teneinde verminderde ventilatiecapaciteit te vermijden. Alle verbindingen moeten worden afgedicht en met popnagels worden vastgezet om lekkage te vermijden. Het kanaalsysteem moet minimaal voldoen aan dichtheidklasse B.
Ventilatiedebiet De FIGHTER 600P moet zo worden aangesloten dat alle ventilatielucht, behalve de afzuigkap van de keuken de verdamper (62) van de warmtepomp passeert. Teneinde de optimale werking van de warmtepomp te waarborgen, mag de ventilatiedoorstroom nooit minder zijn dan 120 m3/h (33 l/s). De ruimte waar de warmtepomp wordt geplaatst moet worden geventileerd met ten minste 36 m3/h (10 l/s). De FIGHTER 600P is aan de onderzijde voorzien van een ventilatieopening. Zodoende wordt een ventilatiedoorstroom van ca. 5 m3/h (1,4 l/s) direct vanuit de verwarmingsruimte opgenomen. Omschakeling van de ventilatiecapaciteit wordt beschreven onder ”Elektrische aansluiting”, ”Instelling ventilatorcapaciteit”. Zie ook onder ”Bedradingsschema”. De nummering van de krommen verwijst naar de aansluitingen van de ventilatortransformator.
Condensatiekanaal Condensatiekanalen mogen niet op de FIGHTER 600P worden aangesloten.
N.B. Afblaaslucht mag niet via een kanaal in een gemetselde schoorsteen worden afgevoerd.
Ventilatiediagram Onderstaande diagram toont de toegankelijke ventilatiecapaciteit. Luchtinname alleen via aanzuigluchtventiel Luchtinname via aanzuiglucht- en toevoerluchtventiel PStatisch mmvp Pa 40 400
15 15 12 9
Instelling Zie onder ”Inbedrijfstelling en instellingen” - ”Instelling ventilatie”.
30 300
7
20 200 4 10 100
Luchtdoorstroming 0
FIGHTER 600P
0 0
100
0
25
200 50
3
400 m /h
300 75
100
l/s
Aan de installateur
16
Elektrische aansluiting Aansluiting gasketel
Alle elektrische aansluitingen, met uitzondering van de buitentemperatuurvoeler zijn af fabriek aangesloten. Voor een isolatietest van het gebouw dient de warmtepomp te worden losgekoppeld.
De besturing van CV ketel krijgt zijn commando van de wamtepomp regeling, op klemmen 3, 4 de kamerthermostaat ingang CV ketel aansluiten. CV ketel krijgt zijn commando tapwater bereiding via klem 1,2 van warmtepomp. De contacten van relais in warmtepomp zijn geschikt voor max. 24 V en 100 mA en wel als volgt:
5
Alleen compressor in FIGHTER 600P werkt. Gasketel niet in bedrijf.
11
4
De schakelaar (8) moet in stand ”0” blijven staan, totdat het CV-systeem is gevuld, anders kan de compressor worden beschadigd.
29 RE 4
2 3
N.B.
6
Aansluiting
Gasketel
5
11
4 2 3
29 RE 4
Gasketel
5
11
29 RE 4
2 3
4
Gasketel wordt gebruikt in warmwaterstand.
6
1
29 RE 3
Gasketel
29 RE 3
6
Reservestand
11
4
5
Max. fasestroom
Gasketel wordt ingeschakeld als extra verwarmingsbron in verwarmingsstand (CV-verwarming).
1
De elektrische voeding van de warmtepomp moet worden aangesloten op klemmenstrook (9) via een kabelsupport. Aansluiting mag alleen worden gedaan onder toezicht van een erkend elektrotechnische installateur. De kabeldoorvoerbuis is geschikt voor een kabel met max. Ø 19 mm. De verwarmingsautomaat, de circulatiepomp (16) en de bedrading hiervan worden beveiligd door een automatische zekering (7). N.B. Aangezien de elektrische voeding naar de gasketel niet via de FIGHTER 600P loopt, moet wanneer de warmtepomp wordt uitgezet ook de gasketel worden uitgezet.
6
1
29 RE 3
Gasketel
1
2 3
Max. stroomsterkte: 6,2 A Groepzekering: 10 A 10
Extra warmwater: Compressor/Gasketel
1
2
3
4
5
6
Wanneer de functie ”Extra warmwater is ingeschakeld, wordt normaal gesproken de compressor gebruikt voor de aanmaak van warmwater. Door een verbinding te maken tussen aansluiting 5 en 6 van klemmenstrook (11) wordt hiervoor in de plaats van de gasketel gebruik gemaakt.
FIGHTER 600P
11
Aan de installateur
Elektrische aansluiting Instelling ventilatiecapaciteit De ventilatiecapaciteit wordt bepaald door de witte draad van de ventilator op de gewenste aansluiting van de ventilatortransformator (54) aan te sluiten. Dit moet worden gedaan tijdens het instellen van de ventilatieregeling. Zie onder ”Aansluiting van het ventilatiesysteem”, ”Ventilatiediagram” en ”Service”, ”Neerklappen van beschermplaat voor schakelkast”. Aansluiting Spanning (V) 7 140 9 160 7 12 185 1 15 230
Aansluiting buitentemperatuurvoeler De buitentemperatuurvoeler (15) dient op een beschaduwde plaats aan Noord- of Noordwestzijde te worden geplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden gestoord door de ochtendzon. De temperatuurvoeler moet via een 2-aderige kabel op pos. 7 en 8 van de klemmenstrook (14) worden aangesloten. Een eventuele kabelbuis dient te worden afgedicht teneinde condens in de buitentemperatuurvoeler te vermijden. De minimale draaddiameter is 0,4 mm2 tot 50 meter. Een geschikt type kabel is bijv. LiYY.
9 12 15
LEK
17
15 14
12
15 Aanzuigluchtventilator (Zwart)
9
(Bruin alt. grijs) Fase
7
Aanzuigluchtventilator (Wit) (Stand "lage ventilatie, geen buitenlucht)
(Blauw) 0
1
(Stand "hoge ventilatie, geen buitenlucht, alt. Lage ventilatie, en buitenlucht")
54
UG + 8
– 7
A 6
RTG B + 5 4 SELV
B 3
EXT.EL. A – 2 1
Aansluiting van externe schakeling voor ventilatieregeling Een externe schakelaar voor omschakeling tussen hoge en lage ventilatie, dient van 1-polig wisselend type (SPDT) en voor veiligheidsspanning (onder 50V). Deze schakeling moet worden aangesloten tussen aansluiting 1,2 en 3 van klemmenstrook (14). Wanneer de schakeling sluit op aansluiting 2 wordt lage ventilatie verkregen. Wanneer de schakeling sluit op aansluiting 3 wordt hoge ventilatie verkregen.
1 2 3 4 5 6 7
14
8
Aansluiting ruimtetemperatuurvoeler (accessoire) Een eventuele ruimetemperatuurvoeler (accessoire) moet worden aangesloten op aansluiting 4, 5 en 6 van klemmenstrook (14). FIGHTER 600P
Aan de installateur
18
Inbedrijfstelling en instellingen Voorbereidend werk
Ontluchting van het CV-systeem
Controleer of de schakelaar (8) in de stand ”0” staat. Controleer of de afsluitkleppen (44) en (50) helemaal open zijn.
■ Ontlucht de warmtepomp via de veiligheidsklep (52), de ontluchtingsnippels (17), (59) en het overige CV-systeem met behulp van de respectievelijke ontluchtingsnippels. ■ Bijvullen en ontluchting moet worden herhaald, totdat alle lucht uit het systeem is verdwenen en een correcte druk wordt verkregen.
Bijvullen van het CV-systeem ■ Demonteer het bovenste frontluik zodat de drukmeter (42) zichtbaar wordt. ■ Vul de ketel en het CV-systeem met water via de aftapklep (80). ■ Na een poosje dient de druk op de drukmeter (42) te stijgen. Wanneer de druk een waarde van ca. 2,5 bereikt, begint de veiligheidsklep (52) met lucht vermengd water af te geven. Beeindig dan het bijvullen.
59 85 44 70 43 88 97 74 73
77
78
50 3
Honywell 2WC 9840 UC40 13 6 sec, 6 VA VALVE ACTUATOR 220-240 VAC 50/60 HZ T65 TS110 IP40
71 99
Indien de ruimtetemperatuur tijdens de inbedrijfstelling hoger is dan 16 °C, ga dan direct verder met punt 2. ■ Zet de schakelaar (8) in de stand ”R”. In deze stand is de compressor niet in bedrijf. De besturingseenheid is ook niet in werking, zodat het cijferdisplay zwart is. De gasketel is in bedrijf (verwarmingsstand) en werkt tot aan de eigen ingestelde temperatuur. Neem in acht dat de verwarming in deze stand nog steeds niet door de FIGHTER 600P wordt geregeld (Denk aan max. temp). ■ Indien de ruimtetemperatuur hoger is dan 16 °C kan de schakelaar (8) in stand ”1” worden gezet. N.B. De compressor heeft een startvertraging van ca. 15 minuten. ■ Stel de gedimensioneerde capaciteit op de circulatiepomp (35) in. Zie onder ”Aansluiting van de leidingen” - ”Pompcapaciteit”. Zorg ervoor dat de schakelaar niet in een soort tussenstand komt te staan.
LEK
98
Starten van de installatie
FIGHTER 600P
Aan de installateur
Inbedrijfstelling en instellingen Instellingen Gedurende de eerste periode zal er nog steeds lucht uit het CV-water vrijkomen en kan het nodig zijn om het systeem opnieuw te ontluchten. Indien er borrelende geluiden bij de warmtepomp worden waargenomen, kan het nodig zijn om het hele systeem meerdere malen te ontluchten. N.B. De veiligheidsklep (52) werkt ook als een handmatig bediende ontluchtingsklep, die echter voorzichtig moet worden gebruikt, aangezien deze klep snel opent. Wanneer het systeem zich heeft gestabiliseerd (juiste druk en alle lucht weg) kan de besturingseenheid op de gewenste waarden worden ingesteld. Zie onder ”Ruimtetemperatuur” - ”Instelling van de verwarmingsautomaat” en ”Bedieningspaneel”.
Instelling van de ventilatie Start de FIGHTER 600P en kies kanaal 17 met de knop ”Kanaalkeuze”. Kanaal 17 kan toegankelijk worden gemaakt door de waarde onder kanaal 11 (servicestand) van 0 tot 1 te wijzigen. Kanaal 12 t.e.m. 22 zijn zogenaamde servicekanalen en mogen alleen door een vakman worden gebruikt en gewijzigd. Indien u nu verder bladert zal eerst kanaal 12 verschijnen en daarna de navolgende kanalen. Na ca. 4 uur of door de waarde onder kanaal 11 van 1 tot 0 te wijzigen zal de besturingseenheid alleen kanaal 1 t.e.m. 11 tonen. ■ Druk één keer op de toets ”bedrijfsstand”, zodat de indicatie ”00” verandert in ”01”. De ventilator draait nu op hoogste snelheid en de interne luchtklep staat helemaal dicht. Zie erop toe dat alle buitenluchtventielen helemaal open staan. Stel de afzuigventielen van het huis en eventueel de stelklep van het afzuigluchtsysteem zo af, dat de geprojecteerde afzuigluchtdoorstroom wordt verkregen. Dit komt overeen met de ventilatie in de stand ”hoog”. ■ Druk nogmaals op de stand ”Bedrijfsstand”, zodat de indicatie ”01” verandert in ”02”. De ventilator draai nu op lagere snelheid. De interne luchtklep is nog steeds gesloten. Kies een geschikte ventilatorsnelheid, zodat de gewenste afzuigluchtdoorstroom in de stand ”laag” wordt verkregen. Dit moet worden gedaan door de witte draad van de ventilatortransformator (54) naar de geschikte spanningsaansluiting te verplaatsen. N.B. Zet de warmtepomp uit voordat deze eventuele omschakeling wordt uitgevoerd.Om te waarborgen dat de warmtepomp optimaal werkt, mag de ventilatiedoorstroom niet lager worden dan 120 m3/h (33 l/s). ■ Druk nu nog een keer op de knop ”Bedrijfsstand” zodat de indicatie van ”02” verandert in ”03”. De ventilator draait nu op de hoogste snelheid en de interne luchtklep staat open. Stel de externe luchtklep voor buitenlucht zo af, dat de aanzuigluchtdoorstroom hetzelfde is als bij punt 2.
19
■ Door nu nog een laatste keer op de knop ”Bedrijfsstand” te drukken zal de FIGHTER 600P weer in normale stand worden gezet. De indicatie ”00” wordt nu op het cijferdisplay aangegeven. Na 4 uur zal de FIGHTER 600P automatisch in de normale stand worden gezet.
Aftappen van CV-systeem Het CV-systeem moet worden afgetapt via de aftapklep (51). Deze klep zit achter het onderste frontluik. Het frontluik kan worden verwijderd door het eerst bovenaan los te trekken en het daarna schuin omhoog los te trekken.
Vullen van de boiler Het bijvullen van de boiler moet worden gedaan door eerst een warmwaterkraan open te zetten en daarna de afsluitklep op de binnenkomende waterleiding voor koud water helemaal open te draaien. Deze klep dient daarna tijdens bedrijf helemaal open te staan. Wanneer er water uit de warmwaterkraan komt, kan de kraan worden dichtgedraaid.
Aftappen van de boiler De boiler kan worden geleegd via de veiligheidsklep op de binnenkomende waterleiding met behulp van het hevelprincipe. Maak een eventuele overloop van het veiligheidsventiel los. Sluit een slang aan die in de vloerput uitmondt. Open de veiligheidsklep een weinig. Draai de klemringmoer op de warmwaterleiding los, zodat de klemring juist gaat lekken. Sluit de afsluitklep en draai de klemringmoer juist zoveel los dat er via deze weg lucht in de boiler kan komen. Open de afsluitklep nu helemaal.
FIGHTER 600P
Aan de installateur
20
Instelling van de verwarmingsautomaat
Verschuiving stooklijn -2
Instelling aan de hand van diagram
AANVOERTEMPERATUUR FRAMLEDNINGSTEMPERATUR
STOOKLIJN KURVLUTNING °C 70
15 14 13 12
11
10 9 8
60
7 6
50
5 40
4 3
30
2
+5
1 10 -5
0
- 10
- 20
PARALLELLFÖRFLYTTNING VERSCHUIVING
- 40 °C
- 30
UTETEMPERATUR BUITENTEMP-
ERATUUR
STOOKLIJN
Verschuiving stooklijn 0
De FIGHTER 600P is uitgerust met een buitentemperatuur geregelde verwarmingsautomaat. Dit betekent dat de aanvoertemperatuur wordt geregeld in verhouding tot de actuele buitentemperatuur. De verhouding tussen buitentemperatuur en aanvoertemperatuur wordt ingesteld met behulp van de knoppen ”Stooklijn” en ”Verschuiving stooklijn”. Het diagram is gebaseerd op de voor omgeving gedimensioneerde buitentemperatuur en de gedimensioneerde aanvoertemperatuur van het verwarmingssysteem. Op de plaats waar deze twee waarden elkaar ”ontmoeten” kan de stooklijn van de verwarmingsautomaat worden afgelezen. De parameter ”Verschuiving stooklijn” wordt aan de hand hiervan ingesteld. Een geschikte waarde voor vloerverwarming is -1 en voor een radiatorsysteem -2. Voor het aflezen van de berekende aanvoertemperatuur moet kanaal 10 worden gekozen. Zie ook onder ”Ruimtetemperatuur”.
AANVOERTEMPERATUUR FRAMLEDNINGSTEMPERATUR
STOOKLIJN KURVLUTNING °C 70
15 14 13 12
11
10
9 8
60
7 6
50
5 4
40
3 2
30
1
+5 10 -5
0
- 10
- 20
PARALLELLFÖRFLYTTNING VERSCHUIVING STOOKLIJN
- 30
- 40 °C
UTETEMPERATUR BUITENTEMPERATUUR
Verschuiving stooklijn +2 AANVOERTEMPERATUUR FRAMLEDNINGSTEMPERATUR
STOOKLIJN KURVLUTNING °C 70
15 14 13 12 11
10
9 8 7
60
6 5
50
4 3
40
2 30
1
+5 10 -5
0
- 10
- 20
PARALLELLFÖRFLYTTNING VERSCHUIVING STOOKLIJN
- 30
- 40 °C
BUITENTEMPUTETEMPERATUR ERATUUR FIGHTER 600P
Aan de installateur
Service
21
Vervangen ventilatorlager
Klemring Borgring Lager 1 Veerringen Bevestigingsplaat Stuk hout
Lager 2 Ventilatorwiel
LE
Indien het lager van de ventilator na een aantal jaren slijtage vertoont, kan dit lager eenvoudig worden vervangen. ■ Demonteer de ventilator volgens de aanwijzingen onder ”Regelmatig onderhoud” - ”Reiniging ventilator”. De klemring kan met een scherp voorwerp worden verwijderd. ■ Demonteer de borgring, leg de ventilator met de bevestigingsplaat op twee stukken hout (zie afbeelding). ■ Tik de as van het ventilatorwiel met een drevel voorzichtig los. ■ Trek de twee lagers los. ■ Monteer nieuwe standaardlagers van het type 608ZZ. Dit lager is bij de meeste ijzerwinkels verkrijgbaar. Zie erop toe dat de veerringen met de ”geribbelde zijden” naar elkaar toe worden vastgezet (zie afbeelding). ■ Monteer de ventilator in omgekeerde volgorde. ■ Zet de ventilator vast en sluit de stekker aan.
K
Koelmiddelsysteem
Neerklappen van beschermplaat voor schakelkast
Reparaties en service aan het koelmiddelsysteem dienen te worden uitgevoerd door een erkende installateur volgens de van toepassing zijnde voorschriften, aangevuld met extra eisen t.a.v. brandgevaarlijk gas, bijv. productkennis, alsmede servicevoorschriften t.a.v. gassystemen met brandgevaarlijke gassen.
Verwijder allereerst het bonveste frontluik volgens de aanwijzingen onder ”Regelmatig onderhoud” - ”Reiniging luchtfilter”. Daarna kan de beschermplaat voor de schakelkast worden neergeklapt, door de schroefjes aan de bovenzijde van de plaat los te draaien.
7
LEK
Resetten automatische zekering De automatische zekering (7) zit in de schakelkast achter het bovenste frontluik. Zie onder ”Neerklappen van beschermplaat voor schakelkast”. De normale stand van de automatische zekering (7) is ”1” (links). Bovenstaande handelingen mogen alleen door een persoon met noodzakelijke kennis van het systeem worden gedaan. Neem in acht dat de schakelkast stroomvoerende componenten bevat.
FIGHTER 600P
Aan de installateur
22
Service Reiniging circulatiepomp Statorhuis Drivsida
A Rotorpaket Rotorpakket
Spaltrör Anndrijfgedeelte
IP 44
HEJSAN
DK
TF 110 Class H Max. 10bar
1m(A) P,(W) 0.20 45 0.30 65 0.40 90
130
G RU N DFOS
P/N:59526447 PC;0017NIB
B
Type UPS 25 - 60 230V50Hz 2.5uF
■ Zet de schakelaar (8) in de stand ”0” ■ Sluit de afsluitkleppen aan buitenzijde van warmtepomp. ■ Draai de ontluchtingsschroef los. ■ Demonteer het deksel van het aansluitkastje. ■ Maak de bedrading los. ■ Demonteer het aandrijfgedeelte van het pomphuis door de twee boutjes los te draaien. Verwijder daarna het aandrijfgedeelte (figuur A). ■ Demonteer het rotorpakket (incl. pomphuis) door voorzichtig aan het pompwiel te trekken. Als het erg vastzit, kan het worden losgewerkt door voorzichtig aan het andere uiteinde van de as te tikken (figuur B). ■ Reinig het statorhuis met een vuiloplossend middel (figuur C). ■ Reinig ook het rotorpakket met een vuiloplossend middel en smeer de O-ring met bijv. een zeepoplossing (figuur D). ■ Monteer het rotorpakket. ■ Monteer het aandrijfgedeelte (pakking in pomphuis plaatsen). ■ Sluit de bedrading aan. ■ Open de afsluitkleppen. ■ Zet de schakelaar (8) in stand 1.
C
K
LE
D LE
FIGHTER 600P
K
Aan de installateur
Afmetingen
23
Detail leiding aansluiting zie - “Plaatsing van de componenten”.
C 70
2109
35
Ruimte voor leidingmontage
B
610
20
Doorsnede
Maatvoering A
Klemring Klämring
23 – 65
Met het oog op service en onderhoud is aan de voorzijde van de warmtepomp een vrije ruimte van 500 mm vereist.
A, B en C: Zie ”Aansluiting” in ”Componentenoverzicht” 600 420
94
Aansluitstuk buitenlucht Ø125
610
131
374
154
120
91 Aansluitstuk
afblaaslucht Ø 160 90 Aansluitstuk
20 65
35
Voeding
Veiligheidsspanning
afzuiglucht Ø125
FIGHTER 600P
Cu-leiding Cu-rör
Aan de installateur
24 33
Plaatsing van de componenten 41
75
19
63
17
52 42
27
48
16
76
58
62
65
81
36 LEK
88 7
10
54
57
14
20
9 LEK
11
28 29 59 85 44 70 43 88 97 74 73
77
34 78
50 Honywell 2WC 9840 UC40 13 6 sec, 6 VA VALVE ACTUATOR 220-240 VAC 50/60 HZ 3
71
T65 TS110 IP40
99
LEK
98
FIGHTER 600P
21
Aan de installateur
Plaatsing van de componenten 31 30
23
32
40
38
R
1, 2, ...
0 -5
+5
1 10 1
0
5
15
2
R
3
1, 2, ...
8
18
55
56
67
39
0
20
37
R
+2
10 5
0
15
20
5
99 Niet zichtbaar
98 Niet zichtbaar 89 2 84 80
51
FIGHTER 600P
25
Aan de installateur
26
Bedradingsschema
88 2
Läge 1
76 87 1 2 3 4 5 6 7 8
15
89 33 41
Läge R 82 34
14
Läge 0
8 7 36
20
57
75 M 16
54 1 4 7 9 12 15 10
M
43
21
11
12 V
F1
Re 1
FIGHTER 600P
Re 2
Re 3
Re 4
Re 5
Re 6
Re 7
– C1 +
29
~+
220 V
F2 29
26
L2
B1 L2– ~
F3
R
L1
C4
C
L1
C2 C3
S
44 43 42 41 40 39 38 37 36 35 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25
27
VR1
28
L1A L1B L3 L2 L1 N
22 21 20 19 18 17 16 15
9
14 13 12
11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
Aan de installateur
Componentenoverzicht 2 Temperatuurvoeler warmwater 5 Typeplaatje 7 Automatische zekering, circulatiepomp, verwarmingsautomaat, ventilator en compressor 8 Driestandenschakelaar, 0 - 1 - R 9 Klemmenstrook, voeding 10 Contactor, reservestand 11 Klemmenstrook, gasketel 14 Aansluitstrook, externe voelers 15 Buitentemperatuurvoeler 16 Circulatiepomp 17 Ontluchtingsschroef, circulatiepomp 18 Drukknop, ”Extra warmwater” 19 Luchtklep buitenlucht 20 Aansluitstuk, ventilator 21 Aansluitstuk 22 Motorbeveiliging, ventilator 23 Drukknop, ventilatie 26 Motorbeveiliging, compressor 27 Compressor 28 Condensator, compressor 29 Relaiskaart met voedingsdeel 30 Controlelampje, compressor 31 Controlelampje, ontdooien 32 Controlelampje, gasketel 33 Hogedrukpressostaat
34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 48 50 51 52 54 55 56 57 58 59 62 63 65 67
Microprocessorkaart Capaciteitsinstelling, circulatiepomp Ventilator Knop, ”Stooklijn” Knop, ”Verschuiving, stooklijn” Drukknop, ”Kanaalkeuze” Cijferdisplay met achterliggende stuurkaart Lagedrukpressostaat Drukmeter, ketel Wisselklep Afsluitklep, aanvoerleiding CV-systeem Expansieklep Afsluitklep, retourleiding CV-systeem Aftap- en bijvulklep, verwarmingssysteem Veiligheidsklep, verwarmingssysteem Ventilatortransformator, capaciteitsomschakeling Controlelampje, gasketel Controlelampje, circulatiepomp Startcondensator, ventilator Condensor Ontluchtingsschroef Verdamper Luchtfilter Vochtfilter met tank Drukknop ”Bedrijfsstand”
Aansluiting
70 71 73 74 75 76 77 78 80 81 84 85 87 88 89 90 91 94 97 98 99
27
Afstandmaten A B C Aanvoer, CV-systeem ...................................................... Klemring Ø 28 mm ........ 1355 ........ 95 ...... 545 Retourleiding, CV-systeem .............................................. Klemring Ø 28 mm ........ 1405 ...... 330 ...... 55 Aansluiting koud water .................................................................... Ø 22 mm......... 1250 ...... 295 ...... 405 Warmwateraansluiting vanaf boiler .................................. Klemring Ø 22 mm ........ 1250 ...... 295 ...... 300 Motor voor buitenluchtklep Temperatuurvoeler, verdamping Aansluiting naar gasketel ................................................. Klemring Ø15 mm ........ 1415 ...... 280 ...... 270 Aansluiting vanaf gasketel ................................................ Klemring Ø15 mm ........ 1415 ...... 280 ...... 370 Aftapaansluiting, CV-systeem R 15 uitw. Condensbak Ventilatieopening Expansievat Temperatuurvoeler, afblaaslucht (verborgen) Temperatuurvoeler, gasketel Temperatuurvoeler, aanvoerleiding Ventilatieaansluiting afzuiglucht ........................................ Ø 125 mm ..................... 2109 ...... 374 ...... 180 Ventilatieaansluiting afblaaslucht ..................................... Ø 160 mm ..................... 2109 ...... 131 ...... 480 Ventilatieaansluiting buitenlucht ....................................... Ø 125 mm ..................... 2109 ...... 154 ...... 180 Condenswaterafvoer, ventilatorkast Afvalwaterafvoer .............................................................. PVC-buis Ø32 mm (buitendiameter) Opvangbuis, afvalwater
FIGHTER 600P
Aan de installateur
28
Technische gegevens ET 35
IP 21
Hoogte
2 109 mm
Benodigde hoogte overeind zetten
2 197 mm
Breedte
600 mm
Diepte
610 mm
Nettogewicht
210 kg
Volume totaal
244 liter
Volume ketelgedeelte
55 liter
Volume boiler
189 liter
Volume expansievat
10 liter
Voedingsspanning
230 V~
Nominaal uitgangsvermogen circulatiepomp
100 W (instelbaar)
Nominaal uitgangsvermogen afzuigventilator
130 W (instelbaar)
Nominaal uitgangsvermogen compressor
1,0 kW
Isolatieklasse
IP 21
Max. druk in boiler
0,9 MPa (9 bar)
Max. druk in CV gedeelte
0,25 MPa (2,5 bar)
Hogedrukpressostaat, instelling
2,60 MPa (26,0 bar)
Lagedrukpressostaat, instelling
0,15 MPa (1,5 bar)
Veiligheidsdruk, CV gedeelte
0,25 MPa (2,5 bar)
Hoeveelheid koelmedium
380 g
Type koelmedium
R290 (propan)
Geluidsniveau in plaatsingsruimte
40 – 45 dB(A)
SA Typegoedkeuring nr.
T 2431
Gasketel max. vermogen
10 kW
Gasketel min. vermogen
<4 kW
Externe max. thermostaat aanbevolen bij vloerverwarming
FIGHTER 600P
Van der Beyl
Tel: 010 - 432 22 22
Postbus 9522 3007 AM Rotterdam
Fax: 010 - 419 90 36