1
Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka Voortgangsrapportage 2010/2011
Platform Bedrijven Kantoren Metropoolregio Amsterdam
2
Deelregio’s van PLABEKA Bestuurlijke afbakening
0
5
10
15
20
25 km
Deelregio Zaanstad-Waterland
Deelregio Haarlem-IJmond BEEMSTER
CASTRICUM
Bedrijventerreinen
GRAFT-DE RIJP ZEEVANG
UITGEEST HEEMSKERK
WORMERLAND
PURMEREND
BEVERWIJK ZAANSTAD
LANDSMEER
HAARLEMMERLIEDE CA
VOLENDAM
LELYSTAD
OOSTZAAN
VELSEN
BLOEMENDAAL
Metropoolregio Amsterdam (Plabeka)
EDAM-
WATERLAND
Deelregio Amsterdam
HAARLEM AMSTERDAM
Deelregio Almere-Lelystad
ALMERE
ZANDVOORT HEEMSTEDE DIEMEN MUIDEN WEESP
HAARLEMMERMEER
AMSTELVEEN
NAARDEN
OUDERAALSMEER
HUIZEN
BUSSUM
AMSTEL
BLARICUM
LAREN
UITHOORN WIJDEMEREN
HILVERSUM
Deelregio Gooi en Vechtstreek
Deelregio Amstelland-Meerlanden versie 18 juli 2011
3
Inhoudsopgave
Voorwoord Arthur van Dijk
3
4.
Ontwikkelingen Zeehaventerreinen MRA
49
Samenvatting
9
1.
Inleiding
15
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Doelstelling De Metropoolregio Amsterdam Belangrijke kanttekeningen Verbeteropgave Leeswijzer
17 17 19 19 20
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Het Noordzeekanaalgebied Uitgifte zeehaventerreinen 2010 Herstructurering zeehaventerreinen Plancapaciteit tot 2030 Conclusie
51 53 53 53 55
Bijlagen
57
2.
Ontwikkelingen Kantoren MRA
21
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Opname en uitbreidingsvraag kantoren 2010 Kantoorgebruik en leegstand Nieuwbouw en transformatie Plancapaciteit tot 2030 Conclusie
23 23 27 29 31
Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Bijlage VII Bijlage VIII Bijlage IX Bijlage X
3.
Ontwikkelingen Bedrijventerreinen MRA
33
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Uitgifte bedrijventerreinen 2010 De markt voor bedrijfshuisvesting Herstructurering bedrijventerreinen Plancapaciteit tot 2030 Conclusie
35 37 39 43 45
Colofon
Organogram Plabeka 58 Vergelijking oude en nieuwe behoefteraming 61 Ontwikkelingen kantorenmarkt naar gemeente 62 Plancapaciteit kantoren naar terrein (stand 1-1-2011) 63 Overzicht uitgifte per bedrijventerrein 72 Tabellen transacties en aanbod bedrijfsruimten 75 Herstructurering Bedrijventerreinen 76 Plancapaciteit bedrijventerreinen per subdeelregio (stand 1-1-2011) 78 Voortgang besluiten Uitvoeringsstrategie 2007 87 Bronvermelding 91
92
4
5
Voorwoord De vier Plabeka-monitors van de afgelopen jaren hebben hun werk gedaan. We hebben nu een actueel, gedetailleerd en meerjarig inzicht in hoe onze regio zich – vanuit het perspectief van vestigingslocaties - ruimtelijk-economisch ontwikkelt. Dat is essentieel om goed ruimtelijk en economisch beleid op te kunnen voeren. De monitors hebben ons ook geleerd dat we als regio nog steeds een te ruime jas qua planvoorraad aan hadden. Daarom zijn we op 23 juni 2011 een nieuwe Uitvoeringsstrategie overeen gekomen met als motto: ‘snoeien om weer te kunnen bloeien’. Een strategie waar veel mensen hard aan hebben gewerkt en waar ik trots op ben! In geen enkele andere regio in Nederland is er een werklocatie-strategie die: • tussen zoveel gemeenten is afgestemd (gesteund door provincies en Stadsregio); • over bedrijventerreinen én kantoren gaat; • over droge bedrijventerreinen én natte (zeehaven)terreinen; • en waarin de bestaande voorraad en de nieuwe gekoppeld worden aan elkaar! Bovendien hebben we als overheid intensief samengewerkt met marktpartijen zoals ontwikkelaars, beleggers, makelaars en eindgebruikers. Vanaf deze plek wil ik Rudy Stroink en de leden van zijn Adviescommissie Plabeka nogmaals bedanken voor hun kritisch advies. Op 23 juni jl. heeft de Adviescommissie positief gereageerd op mijn uitnodiging namens Plabeka om aan te blijven. Daar ben ik ze zeer erkentelijk voor. De overheid en ‘de markt’ hebben elkaar de komende decennia hard nodig om onze regio te laten bloeien en in de top te laten meedraaien van de meest aantrekkelijke Europese vestigingsplaatsen. Dat pad gaat Plabeka dan ook bewandelen, zo zijn we op 23 juni overeen gekomen.
Er zijn op 23 juni ook enkele uitwerkingsafspraken omtrent de Plabeka Monitor vastgelegd: • d e provincie Noord-Holland neemt het stokje over van de Stadsregio als trekker van de monitor; • de monitor wordt voortgezet en verbeterd. Het is immers dé tool om de vinger aan de pols te houden of ons beleid werkt en of iedereen zijn afspraken nakomt; • wij volgen het advies van de Adviescommissie Plabeka en gaan kwalitatiever onderzoeken en monitoren ‘wat de eindgebruiker wil qua pand en omgeving’; • we gaan sneller monitoren: de komende jaren zal de Plabeka Monitor publicatie eerder in het jaar verschijnen (en wordt van gemeenten verwacht dat zij eerder in het jaar hun gegevens aanleveren). Deze zaken gaan we – naast alle andere afspraken uit de nieuwe Uitvoeringsstrategie – de komende maanden oppakken en uitwerken zodat wij u volgend jaar een nog beter inzicht kunnen bieden over de huidige stand van zaken op de werklocaties in de Metropoolregio Amsterdam.
Arthur van Dijk Voorzitter Platform Bedrijven en Kantoren Metropoolregio (Plabeka) Wethouder Economie, Schiphol en Cultuur, gemeente Haarlemmermeer
Juli 2011
6
S
Samenvatting
Opname en uitbreidingsvraag kantoren 2005 t/mkantoren 2010 Figuur A Opname en uitbreidingsvraag Totale opname (totaal betrokken) Uitbreidingsvraag (netto groei gebruik)
1.200
1.000
x 1.000 m2 bvo
800
600
400
200
0
-200 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: Kantorenmonitor 2011
Leegstand kantoren (incl. voorverhuur) 2005 t/m 2010 (MRA, incl. Lelystad)
Figuur B
Leegstand kantoren in de MRA
3.000 2.500
x 1.000 m2 bvo
8
2.000 1.500 1.000 500 0 januari 2005
Bron: Kantorenmonitor 2011
januari 2006
januari 2007
januari 2008
januari 2009
januari 2010
januari 2011
9
Samenvatting A. Doel monitor Plabeka Het Platform Bedrijven en Kantoren (Plabeka) is in 2005 opgericht. Als onderdeel van het Platform Regionaal Economische Structuur (PRES) is Plabeka een vooruitstrevend informeel samenwerkingsverband van regionale en lokale overheden in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). In de MRA werken 34 gemeenten, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam met elkaar samen op thema’s als Verstedelijking, Economie, Landschap en Verkeer & Vervoer. De doelstelling van Plabeka luidt: “het bevorderen van het internationaal vestigingsklimaat, onder meer door het zorgen voor goede vestigingsplaats mogelijkheden op (voldoende) bedrijventerreinen en kantorenlocaties”. Op de 6e Noordvleugelconferentie (16 februari 2007) zijn de Plabeka-partners (de gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Zaanstad, de twee provincies en de Stadsregio) overeengekomen dat zij de afspraken die in de ‘Uitvoeringsstrategie 2007’ zijn vastgelegd jaarlijks zullen monitoren. Er is toen ook afgesproken dat, indien de monitor daar aanleiding toe geeft, de afspraken voortijdig geactualiseerd zouden kunnen worden. De voorliggende Plabeka Monitor is inmiddels de vierde ‘kwantitatieve vinger aan de pols’ die Plabeka heeft gepubliceerd.
Aangezien de afspraken van 2007 waren gebaseerd op – zo bleek uit de Plabeka monitor – niet met de werkelijkheid overeenkomende prognoses heeft het Platform Regionaal Economische Structuur Metropoolregio Amsterdam (PRES) in december van 2009 besloten om de behoefteraming in 2010 te laten actualiseren voor zowel kantoren als bedrijventerreinen. Tijdens de 3e PRES conferentie (23 juni 2011 jl.) is de nieuwe behoefteraming aangenomen als basis voor de nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040. Voor wat betreft de behoefteraming (en planreducties die overeen zijn gekomen) zullen deze bestuurlijke afspraken op 1-1-2012 in werking treden. De voorliggende monitor-publicatie heeft nog betrekking op de situatie voorafgaand aan de nieuwe Plabeka afspraken. De peildatum is 1-12011. In deze monitor staat voor een laatste keer de ‘oude’ behoefteraming centraal: Plabeka monitort voor het laatst de ‘oude’ afspraken. Vanaf volgend jaar wordt de nieuwe behoefteraming gemonitord. Ter info is in bijlage II een vergelijking tussen de uitgangspunten en uitkomsten van beide ramingen opgenomen.
De afspraken uit 2007 staan in deze monitor centraal
Er worden géén beleidsmatige conclusies getrokken in de Plabeka Monitor. Deze publicatie dient ervoor de regionale bestuurders zo goed mogelijk te voorzien van objectieve data waarop zij hun beslissingen kunnen baseren.
B. Effect van monitor van vorig jaar Één van de belangrijkste conclusies uit de monitor van vorig jaar was dat – deels onder invloed van de economische crisis – de gemiddelde uitgifte van bedrijventerreinen en uitbreidingsvraag van kantoren over de laatste jaren minder hoog bleek te zijn dan in 2007 was geprognosticeerd.
Een belangrijk verschil tussen de uitkomsten van de ruimtebehoefteprognose uit 2007 en die uit 2010 betreft de geprognosticeerde vraag naar bedrijventerreinen en kantoren voor de periode 2010-2020. In de oude raming werd uitgegaan van een vraag van respectievelijk 100 ha en 220.000 m2 per jaar tot 2020. In de nieuwe raming wordt uitgegaan van respectievelijk ±85 ha en 160.000 m2 per jaar tot 2020. Daarbij moet vermeld worden dat de gemeente Lelystad – in tegenstelling tot de oude behoefteraming en uitvoeringsstrategie – wél is opgenomen in de nieuwe behoefteraming en afsprakenpakket. De nieuwe behoefteraming komt voor de periode tot 2020 echter ±15% lager uit bij bedrijventerreinen en ±25% bij kantoren.
10
Figuur C Leegstandspercentages kantoren in grote steden in Nederland volgens DTZ, medio 2011* DEN HELDER
> 15%
0
10% - 15%
5
10
15
20
25 km
5% - 10% Gemiddeld leegstandspercentage kantoren G32: 13,8% (2011, gewogen)
17,6% AMSTERDAM
18,7%
HOORN
ALKMAAR
ZWOLLE
13,2%
LELYSTAD
10,7%
PURMEREND ZAANSTAD
17,6% 18,7%
HAARLEM
5,2% 11,2%
20,8% AMSTELVEEN
19,3%
HAARLEMMERMEER
20,4%
LEIDEN
11,1%
21,1%
20,1%
DEN HAAG
8,9% 10,7%
23,1% 23,3%
19,0% WOERDEN
ZOETERMEER
22,1% GOUDA
16,4%
23,9%
16,4%
HILVERSUM
13,1% 11,9%
14,9%
20,8% ALMERE
DIEMEN
SCHIPHOL HOOFDDORP
UTRECHT
7,7% 8,0%
APELDOORN
12,4%
16,2% AMERSFOORT
15,6%
18,0%
ARNHEM
14,2% 12,6%
21,4%
ROTTERDAM
12,2% 12,3%
13,2%
9,0%
AMSTERDAM
NIJMEGEN
10,0% 15,6%
*de leegstandspercentages van steden in de MRA kunnen in deze kaart afwijken van de cijfers uit de rest van de publicatie. Dit heeft als verklaring dat onderstaande kaart is opgesteld met gegevens voor steden in heel NL (Bron: DTZ), daar waar Kantorenmonitor B.V. alleen cijfers over de MRA heeft). Bron: DTZ Zadelhoff (2011), bewerking Bureau BUITEN
versie 18 juli 2011
11
C. De belangrijkste 7 conclusies Er zijn 7 samenvattende overall-conclusies die kunnen worden getrokken uit de monitor van dit jaar. In hoofdstuk 5 van dit rapport worden deze conclusies uitgebreider onderbouwd en toegelicht met figuren en tabellen. In deze samenvatting volstaan we met de hoofdlijnen: 1. U itbreidingsvraag kantoren en uitgifte van bedrijventerreinen minder hoog dan verwacht: voor zowel kantoren als bedrijventerreinen geldt dat de feitelijke vraag ontwikkeling het laatste decennium achterbleef bij de prognoses die aan de basis van de Uitvoeringsstrategie 2007 lagen. E en opmerkelijk punt daarbij is het feit dat de MRA voor het tweede jaar op rij een negatieve uitbreidingsvraag aan kantoren heeft genoteerd, terwijl een substantiële uitbreidingsvraag stond geprognosticeerd voor de jaren tot 2020 (zie figuur A).
Ook het aantal m2 kantoorruimte in aanbouw vertoont een dalende trend. Op 1 januari 2011 was er voor 300.000 m2 aan nieuwe kantoorruimte in aanbouw. Dat is 135.000 m2 minder dan in 2010 en 300.000 m2 minder dan in 2009. 3. Uitgifte van bedrijventerreinen trok in 2010 licht aan, maar blijft achter bij de verwachtingen: in 2010 is er 34 ha aan bedrijventerreinen uitgegeven (zie figuur E). Dat is een stijging van 20% ten opzichte van de dip in 2009. Het beeld van de uitgifte over de laatste 10 jaar is echter vrij helder: • de uitgifte schommelt al jaren rond de 45 ha exclusief Lelystad1; • inclusief Lelystad komt het gemiddelde uit op 53 ha. • Alleen in het jaar 2000 werd er een uitgiftepiek bereikt van ±100 ha. Zonder de (eenmalig uitzonderlijk hoge) uitgifte in 2000 komt het jaargemiddelde van de uitgifte vanaf 2001 uit op 39,3 ha (exclusief Lelystad).
Uitgifte bedrijventerreinen in 2010 licht omhoog, uitbreidingsvraag kantoren verder gedaald
Door de lage uitgiftes hebben de gemeenten en overige terreinbeheerders plannen voor nieuwe kantoren en bedrijventerreinen al in de tijd naar achter geschoven en ambities aangepast, zo blijkt uit de monitors van afgelopen jaren.
2. Aanhoudende leegstand van kantoren: er blijft sprake van voortdurende hoge leegstand van kantoren in de MRA: • in absolute zin: inclusief Lelystad bijna 2,5 mln m2 bvo op 1-1-2011, 200.000 m2 (ofwel 8%) meer dan op 1-1-2010 (zie figuur B); • in relatieve zin (17,8% volgens Kantorenmonitor B.V., inclusief Lelystad); • en in nationaal (zie figuur C) én internationaal perspectief. Tegenover de hoge leegstand staat het feit dat het aantal plannen en initiatieven om kantoren te transformeren naar andere functies lijkt toe te nemen (zie figuur D).
4. Transacties van bestaande bedrijfsruimten verder gedaald, aanbod flink omhoog: de afgelopen jaren zijn steeds tussen de 300.000 en 600.000 m2 aan transacties voor bedrijfsruimten geregistreerd in de MRA door de researchafdelingen van Vastgoedmarkt en PropertyNL. Indicatief betekent dit, omgerekend naar hectares bij een FSI van 0,7 ongeveer 45 tot 80 ha aan transacties op bestaande bedrijventerreinen per jaar. Ten opzichte van de gemiddelde jaarlijkse uitgifte van nieuwbouwkavels (±40 tot 45 ha per jaar) kan geconcludeerd worden dat een substantieel deel van de ruimtelijk economische dynamiek in de regio plaats vindt op bestaande bedrijventerreinen. Het aantal transacties is in 2010 met 25% gedaald ten opzichte van 2009. In 2010 werd 233.000 m2 bedrijfsruimte verhuurd of verkocht aan een nieuwe eindgebruiker tegenover ruim 300.000 m2 in 2009. Het aanbod van bedrijfsruimten is in diezelfde periode gestegen met 26% naar bijna 1,6 mln m2 aangeboden bedrijfsruimte in december 2010. Deze cijfers geven een indicatie van de ontwikkelingen op bestaande terreinen.
1 Bij een kantoorquotiënt van 20 m2 wordt aangenomen dat een werknemer 20m2 bvo aan kantoorruimte gebruikt. Onder die aanname kun je – met een slag om de arm – berekenen hoeveel mensen er werken in een pand van bijv. 10.000 m2 (namelijk 500). De feitelijke, huidige, gemiddelde KQ in de MRA is niet bekend. Ook is niet bekend hoe dit getal zich zal ontwikkelen naar de toekomst toe, met bijvoorbeeld Het Nieuwe Werken in het achterhoofd. Sommige experts verwachten een daling van de KQ, terwijl anderen voorspellen dat het zo’n vaart niet zal lopen.
Figuur D
Figuur E
Transformatie kantoren (feitelijk getransformeerd en ‘initiatieven tot’) in de MRA
Uitgifte bedrijventerreinen in de MRA 2000 t/m 2010 (in netto ha, excl. Lelystad)
Transformatie kantoren 2005 t/m 2010 per MRA-deelregio (excl. Lelystad)
Oplevering en120 in aanbouw genomen nieuwbouw kantoren 2005 t/m 2010 (MRA, excl. Lelystad)
300
700 600
250
500 x 1.000 m2 bvo
200 x 1.000 m2 bvo
12
150 100 50 0 2005
2006
Bron: Kantorenmonitor B.V. 2011
2007
2008
2009
2010
Gemiddeld 2005 t/m 2010
Almere Zaanstreek-Waterland Ijmond-Haarlem Gooi en Vechtstreek Amstelland-Meerlanden Amsterdam
400 300
100 80 60 40
200
20
100
0 2000
0
2001
2002
2003
Opgeleverde nieuwbouw (in jaar ervoor) Bron: Kantorenmonitor B.V. 2011
Tabel A
2004
2005
2006
2007
2008
jan. 2006 jan. 2007 jan. 2008 jan. 2009 jan. 2010 2009 2010 jan. 2011
Gem. uitgifte 2000 t/m 2010
Kantoorruimte in aanbouw
Voortgang herstructurering in de MRA in hectares (stand 1-1-2011)
Plabeka deelregio
Bron gegevens:
Totale opgave (revit./herprof.) 2010-2020
Stand 1-1-2010: ‘lopend’ of ‘start 2010-2013’
Stand 1-1-2011: uitgevoerd of in uitvoering**
Bureau BUITEN (april 2010)
Bureau BUITEN (april 2010)
Monitor Bedrijventerreinen Noord-Holland (aug 2011)
Almere-Lelystad
195
96
0
Amstelland-Meerlanden
435
408
266
Amsterdam
609*
423*
235
Gooi en Vechtstreek
230
213
109
IJmond-Haarlem
281*
275*
139
Zaanstreek-Waterland
463*
333*
323
Metropoolregio
2.211
1.748
1.072***
*in de inventarisatie uit 2010 is de herstructureringsopgave op de Zaanse haventerreinen Westerspoor Zuid, Hemburg en Achtersluispolder ten onrechte toegekend aan de deelregio IJmond-Haarlem. Deze correctie is in bovenstaande tabel doorgevoerd. ** Dit zijn projecten waarvan de gemeenten in de meest recente provinciale monitor hebben aangegeven dat ze ‘In Uitvoering’ zijn. In andere gevallen heeft de gemeente aangegeven dat het project in ‘studie of plan’ is, maar waarvoor wel al ooit (sinds 2004) een HIRB subsidie voor fysieke investeringen is ontvangen. ***Er zijn 4 projecten waar momenteel een fysiek herstructureringsproces aan de gang is dat is gestimuleerd middels een HIRB-fysiek subsidie, maar die in 2010 niet door de gemeente is opgegeven in de inventarisatie. De hectares van deze projecten zijn daarom ook niet meegenomen in deze tabel. Bron: Provincie Noord-Holland (2011) en Bureau BUITEN (2010), onderzoek Aanscherping Herstructureringsopgave bedrijventerreinen Metropoolregio Amsterdam, opgave gemeenten
13
5. Herstructurering bedrijventerreinen komt op gang, maar er is nog een lange weg te gaan: ondanks het feit dat in de MRA op ca 1.000 ha bedrijventerreinen momenteel worden geherstructureerd (zie tabel A) blijft het tekort aan financiële middelen en capaciteit bij gemeenten om de enorme herstructureringsopgave weg te werken een knelpunt. De MRA staat voor een grote financiële en organisatorische opgave om voor 2020 aan de herstructureringsambities te voldoen. Het feit dat er vaak meerdere investerings- en herstructureringsronden moeten worden ingezet voordat een terrein volledig en succesvol is geherstructureerd speelt hierbij mee. Het Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen (PHB) en de subsidieregeling Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen in Noord-Holland (HIRB) zijn belangrijke elementen in het aanjagen van herstructureringsprocessen, zo is gebleken.
7. D e Uitvoeringsstrategie 2007 is volgens plan uitgevoerd: één van de doelen van de Plabeka Monitor is nagaan of de (proces)afspraken – zoals die in 2007 zijn gemaakt – zijn nagekomen. Uit de monitoring van de afgelopen jaren is gebleken dat sinds 2007 nagenoeg alle procesmatige en inhoudelijke taken zijn opgepakt en uitgevoerd. De samenwerking van lokale en regionale overheden in Plabeka-verband is succesvol en zal ook de komende jaren worden voortgezet. Op hoofdlijnen zijn de Plabeka partners hun afspraken uit 2007 inzake planreducties van kantoren nagekomen.
De Plabeka Monitor wordt komend jaar verder verbeterd
6. Dalend aanbod aan zeehaventerreinen ondanks inbreiding: bij zeehaventerreinen ligt de uitgifte van kadegebonden en havengerelateerde terreinen gemiddeld genomen in lijn met de in 2007 opgestelde prognoses. Het uitgiftepatroon vertoont echter een veel grilliger en meer fluctuerend beeld dan bij normale bedrijventerreinen. Het is aannemelijk dat de voorraad kadegebonden terreinen de komende jaren – ondanks het groot aantal hectares dan aan inbreiding is ingeboekt de laatste jaren - verder zal afnemen. Aan havengerelateerde terreinen lijkt voorlopig voldoende voorraad in huis te zijn om aan de vraag te kunnen voldoen. In het najaar van 2011 presenteert de provincie Noord-Holland de resultaten van het onderzoek naar een optimale benutting van het bestaand havengebied. Deze studie is een deelproject uit de vastgestelde structuurvisie Noord-Holland in 2010.
D. Verbeteropgave
Plabeka tracht elk jaar haar monitoringssystematiek en -publicatie te verbeteren, zodat een zo scherp mogelijk inzicht ontstaat van de situatie op en de (historische) ontwikkeling van de werklocaties in de regio. Één van de belangrijkste besluiten tijdens de Platform Regionaal Economische Structuur (PRES-) conferentie van 23 juni jl. was dat monitoring essentieel blijft en dat de Plabeka monitor qua proces, systematiek en inhoud verder verbeterd dient te worden. De publicatie van volgend jaar (de editie medio 2012) zal wellicht een andere indeling en/of opzet hebben dan die van de afgelopen jaren. Dit met het doel nog meer inzicht te krijgen in waar ondernemers zich willen vestigen en de voorwaarden zo gunstig mogelijk te maken zodat ons lokale en regionale vestigingsklimaat voor de langere termijn versterkt wordt. Zowel in nationaal als internationaal perspectief.
14
1 Inleiding
DEN HELDER
16
Enkele grote werklocaties in de Metropoolregio Amsterdam ZAANSTAD-WATERLAND ± 150.000 banen in 2010
Achtersluispolder
AMSTERDAM ± 430.000 banen in 2010
First in Food langs de Zaan
Inverdan
Baanstee Noord
Haven Amsterdam
4.000 banen
0
Kraanspoor / NDSM
Zuidas
60.000 banen
GRAFT-DE RIJP ZEEVANG
UITGEEST HEEMSKERK
De Omval / Rembrandttoren
Amstel III
7.000 banen
40.000 banen
Platform Bedrijventerreinen Kantoorlocaties Metropoolregio Amsterdam (Plabeka)
BEEMSTER
CASTRICUM
10
15
20
25 km
HOORN
ALKMAAR
HAARLEM-IJMOND ± 150.000 banen in 2010
5
WORMERLAND
PURMEREND
BEVERWIJK
EDAMVOLENDAM
ALMERE-LELYSTAD ± 100.000 banen in 2010 ZWOLLE
LELYSTAD ZAANSTAD
OOSTZAAN
VELSEN
De Pijp
LANDSMEER
WATERLAND
Flevokust
BLOEMENDAAL HAARLEMMERLIEDE CA HAARLEM AMSTERDAM
ALMERE
ZANDVOORT HEEMSTEDE DIEMEN
Zeesluis IJmuiden
Airport Garden City (Omala)
MUIDEN WEESP
HAARLEMMERMEER
AMSTELVEEN
NAARDEN
OUDERAALSMEER
HUIZEN
BUSSUM
AMSTEL
BLARICUM
Ontwikkeling inwoners en banen
LAREN
UITHOORN WIJDEMEREN
Tata Steel / Corus
HILVERSUM
9.000 banen
AMERSFOORT
LEIDEN
Waarderpolder
14.000 banen
UTRECHT
x miljoen
2010
2040
Inwoners
2,29
2,75
Banen
1,12
1,34
Bron: Inwoners: Provincie Noord-Holland / Flevoland Banen: Behoefteraming Plabeka 2010 - 2040
Gooise Poort
Almere Poort
DEN HAAG
ARNHEM De President
Beukenhorst
ROTTERDAM
AMSTELLAND-MEERLANDEN ± 200.000 banen in 2010
Greenport/Greenpark Aalsmeer
18.000 banen op Greenport 50.000 banen (in)direct in NL
Act Beyond Logistics
Schiphol
Arenapark
Mediapark
54.000 banen op Schiphol 170.000 banen (in)direct in NL
4.000 banen
2.000 banen
Weesp-Noord
Productie:
GOOI EN VECHTSTREEK ± 100.000 banen in 2010
versie 18 juli 2011
1
17
Inleiding
In deze inleiding komen achtereenvolgens aan bod: het doel van deze publicatie, achtergrondinformatie over de Metropoolregio Amsterdam, belangrijke kanttekeningen, verbetervoorstellen en de leeswijzer van dit rapport.
1.1 Doelstelling en opzet Doelstelling van Plabeka
Het Platform Bedrijven en Kantoren (Plabeka) is in 2005 opgericht. Als onderdeel van het Platform Regionaal Economische Structuur (PRES) is Plabeka een vooruitstrevend informeel samenwerkingsverband van regionale en lokale overheden in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). In de MRA werken 34 gemeenten, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam met elkaar samen op thema’s als Verstedelijking, Economie, Landschap en Verkeer & Vervoer. Zie bijlage I voor het organogram van Plabeka en de relatie met PRES.
De Plabeka Monitor dient als ‘kwantitatieve vinger aan de pols’
Plabeka is onderdeel van de ‘MRA Impuls Economie’. De centrale doelstelling van Plabeka, zoals vastgelegd in de Uitvoeringsstrategie uit 2007, luidt: “het bevorderen van het internationaal vestigingsklimaat, onder meer door het zorgen voor goede vestigingsplaatsmogelijkheden op (voldoende) bedrijventerreinen en kantorenlocaties”.
Doelstelling en opzet monitor
Monitoring draait om het nagaan van procesafspraken (‘is aan de afspraken voldaan?’), en vooral om het volgen van marktontwikkelingen: ontwikkelt de economie en de vraag naar werklocaties zich zoals we bij het ondertekenen van de Uitvoeringsstrategie 2007 verwachtten? Hoe verhoudt de feitelijke, gerealiseerde vraag zich tot de (modelmatige) vraagprognoses die in 2005 zijn opgesteld? Houdt iedere deelregio zich aan de maximale planplafonds voor kantoorontwikkeling die overeen zijn gekomen?
Op de 6e Noordvleugelconferentie (16 februari 2007) zijn de Plabeka-partners overeengekomen dat zij de afspraken die in de ‘Uitvoeringsstrategie 2007’ zijn vastgelegd jaarlijks zullen monitoren. Er is toen ook afgesproken dat, indien de monitor daar aanleiding toe geeft, de afspraken voortijdig geactualiseerd zouden kunnen worden. De voorliggende Plabeka Monitor is inmiddels de vierde ‘kwantitatieve vinger aan de pols’ die Plabeka heeft gepubliceerd.
Dit zijn de belangrijkste vragen die in deze monitorpublicatie worden beantwoord. In bijlage X staan de bronnen opgenomen waarop de monitor is gebaseerd. Deze publicatie bevat de meest recente cijfers over vraag en aanbod van kantoren, bedrijventerreinen en zeehaventerreinen in de MRA met als peildatum 1-1-2011. Het is dus een weergave van de ontwikkelingen tot en met het jaar 2010.
Er worden géén beleidsmatige conclusies getrokken in de Plabeka Monitor. Deze publicatie dient ervoor de regionale bestuurders zo goed mogelijk te voorzien van objectieve data waarop zij hun beslissingen kunnen baseren.
1.2 De Metropoolregio Amsterdam Op de binnenflap van deze publicatie staat een kaart van de bestuurlijke afbakening van de MRA en de 6 Plabeka-deelregio’s. De economie trekt zich echter niets aan van grenzen. De MRA is – ruimtelijk-economisch bezien - één van oudste, sterkste, meest internationale en dynamische van alle regio’s van Nederland. De internationale aantrekkingskracht van de MRA blijkt bijvoorbeeld uit de vele hoofdkantoren van multinationals die in de MRA gevestigd zijn, uit de vele hoogopgeleide expats die in Amsterdam en omgeving wonen en werken, en uit de logistieke spilfunctie die Schiphol en het Noordzeekanaal vervullen.
18 Tabel 1.1
Deelregio’s van Plabeka
Plabeka deelregio
Aantal banen 1-1-2010
Verdeling van banen
Aantal inwoners 1-1-2010
Verdeling van inwoners
Banen per inwoner
Almere-Lelystad
92.000
8%
263.000
11%
0,35
Amstelland-Meerlanden
203.000
18%
319.000
14%
0,64
Amsterdam
430.000
38%
767.000
34%
0,56
’t Gooi en Vechtstreek
105.000
9%
244.000
11%
0,43
Haarlem-IJmond
144.000
13%
377.000
16%
0,38
Zaanstreek-Waterland
153.000
14%
320.000
14%
0,48
Metropoolregio
1.127.000
100%
2.290.000
100%
0,49
Bron banen: BCI (2010); behoefteraming kantoren en bedrijventerreinen MRA 2010-2040 - grote banen, o.b.v. LISA, bewerkt door BCI (afgerond op duizendtallen) Bron inwoners: O+S Amsterdam, Metropoolregio Amsterdam in Cijfers 2010 (afgerond op duizendtallen)
19
Er wonen 2,3 miljoen mensen in de MRA en er zijn meer dan 1,1 miljoen banen, verdeeld over 36 gemeenten en 2 provincies. De verdeling van inwoners en banen per deelregio kan uit de overzichtskaart op de binnenflap worden opgemaakt. Plabeka probeert vanuit het perspectief van werklocaties bij te dragen aan een duurzame economische ontwikkeling van dit gebied. Indirect verstevigt de Metropoolregio Amsterdam daarmee de internationale concurrentiepositie van ons land als vestigingsplaats van buitenlandse ondernemingen en instellingen.
1.3 Belangrijke kanttekeningen Één van de belangrijkste conclusies uit de monitor van vorig jaar was dat – deels onder invloed van de economische crisis – de gemiddelde uitgifte van bedrijventerreinen en uitbreidingsvraag van kantoren over de laatste jaren minder hoog bleek te zijn dan in 2007 was geprognosticeerd. Aangezien de afspraken van 2007 waren gebaseerd op – zo bleek uit de Plabeka monitor – niet met de werkelijkheid overeenkomende prognoses heeft PRES in december van 2009 besloten om de behoefteraming in 2010 te laten actualiseren voor zowel kantoren als bedrijventerreinen.
Kanttekening gemeenten Lelystad, Castricum en Graft-de Rijp De gemeente Lelystad is in deze monitor in sommige analyses niet meegenomen, aangezien Lelystad pas sinds 2009 lid is van Plabeka. De gemeente maakte geen deel uit van de overheden die de afspraken van de Uitvoeringsstrategie in 2007 ondertekenden. Bovendien is Lelystad niet opgenomen in de oude behoefteraming. Vanaf de monitor van volgend jaar zal Lelystad volledig geïntegreerd worden in de Plabeka systematiek. De gemeenten Graft-de Rijp en Castricum zijn dit jaar met terugwerkende kracht niet meegenomen in de kwantitatieve analyses, aangezien zij officieel geen deel uitmaken van het informele samenwerkingsverband van de Metropoolregio Amsterdam.
De MRA telt 2,3 miljoen inwoners en 1,1 miljoen banen
Tijdens de 3e PRES conferentie (23 juni 2011 jl.) is de nieuwe behoefteraming aangenomen als basis voor de nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 (zie bijlage II). Voor wat betreft de behoefteraming (en planreducties die overeen zijn gekomen) zullen deze bestuurlijke afspraken op 1-1-2012 in werking treden.
De voorliggende monitorpublicatie heeft nog betrekking op dit situatie voorafgaand aan de nieuwe Plabeka afspraken. De peildatum is immers 1-1-2011. In deze monitor staat voor de laatste keer de ‘oude’ behoefteraming centraal: Plabeka monitort voor het laatst de ‘oude’ afspraken. Vanaf volgend jaar wordt de nieuwe behoefteraming gemonitord. Ter info is in bijlage II een vergelijking tussen de uitgangspunten en uitkomsten van beide ramingen opgenomen.
1.4 Verbeteropgave Plabeka tracht elk jaar haar monitoringssystematiek en -publicatie te verbeteren, zodat een zo scherp mogelijk inzicht ontstaat van de situatie op en de (historische) ontwikkeling van de werklocaties in de regio. Beleidsmatige of eventuele politieke consequenties worden in deze publicatie overigens nadrukkelijk bewust niet getrokken.
Één van de belangrijkste besluiten tijdens de PRES conferentie van 23 juni jl. was dat monitoring essentieel blijft en dat de Plabeka monitor qua proces, systematiek en inhoud verder verbeterd dient te worden. In voorliggend rapport worden daarom aan het einde van ieder hoofdstuk in een boxtekst verbetervoorstellen gedaan die het komend jaar verder onderzocht zullen worden op haalbaarheid. De taak voor verbetering van de monitor ligt bij de werkgroep Plabeka monitor.
20
1.5 Leeswijzer De voortgangsrapportage 2010/2011 volgt de structuur van de Uitvoeringsstrategie uit 2007: • Eerst komt de kantorenmarkt aan bod (hoofdstuk 2); • vervolgens de bedrijventerreinen (hoofdstuk 3); • en daarna de zeehaventerreinen (hoofdstuk 4). Ieder hoofdstuk eindigt met conclusies over de belangrijkste afspraken voor de Uitvoeringsstrategie en verbetervoorstellen voor de monitoring op dat onderdeel. In hoofdstuk 5 worden de belangrijkste conclusies en verbetervoorstellen nogmaals overzichtelijk op een rij gezet. De bijlagen geven gedetailleerde achtergrondinformatie op terrein- en locatieniveau.
2
Ontwikkelingen kantorenmarkt MRA
21
Opname kantoren 2005 t/m 2010 per MRA-deelregio
Opname en uitbreidingsvraag kantoren 2005 t/mkantoren 2010 Figuur 2.1 Opname en uitbreidingsvraag
Figuur 2.2 Totale opname kantoren (totaal betrokken) per MRA-deelregio Totale opname (totaal betrokken)
700
Uitbreidingsvraag (netto groei gebruik)
1.200
600
1.000
500
x 1.000 m2 bvo
x 1.000 m2 bvo
800
600
400
400
300
200
200
2005 2006
100
0
2007 2008 2009
0
-200 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: Kantorenmonitor 2011
Uitbreidingsvraag kantoren 2005 t/m 2010 per MRA-deelregio
Figuur 2.3 Uitbreidingsvraag kantoren (netto groei kantoorgebruik) per MRA-deelregio 150 130 110 90 70 50 30 10
2005 2006
-10
2007 2008
-30
2009
-50 Almere
Bron: Kantorenmonitor 2011
2010 Almere
Bron: Kantorenmonitor 2011
x 1.000 m2 bvo
22
AmstellandMeerlanden
Amsterdam
Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Lelystad (indicatie)
2010
AmstellandMeerlanden
Amsterdam
Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Lelystad (indicatie)
2
23
Ontwikkelingen kantorenmarkt MRA
In dit hoofdstuk staat de ontwikkeling van de kantorenmarkt in de MRA centraal. De onderdelen opname/uitbreidingsvraag, kantoorgebruik/leegstand, nieuwbouw/ transformatie en resterende plancapaciteit komen aan bod. In paragraaf 2.5 worden de conclusies hierover verbonden met de uitgangspunten en afspraken zoals die in 2007 zijn vastgelegd.
2.1 Opname en uitbreidingsvraag 2010 Opname en uitbreidingsvraag in de MRA
De totale opname van kantorenmeters in de MRA is ten opzichte van 2009 weer licht aangetrokken. In totaal is er in 2010 920.000 m2 kantoorruimte betrokken (exclusief Lelystad, zie figuur 2.1), tegen 850.000 in 2009 (+9,6%) en 980.000 m2 in 2008. De kantorenmarkt in de MRA staat dus zeker niet stil: er vinden nog steeds voor een flink volume opnames plaats.
De totaalcijfers zoals hiervoor gepresenteerd, zijn opgebouwd uit de ontwikkelingen op het niveau van de Plabeka-deelregio’s (zie figuur 2.2). Zoals gebruikelijk in de MRA weegt de ontwikkeling van Amsterdam, als grootste kantorenmarkt, het sterkst in de cijfers door. In Amsterdam zet de daling in de opname zich in 2010 verder voort, al zwakt deze wel af. 2007 was een uitzonderlijk goed jaar qua opname van kantoorruimte in Amsterdam, toen de stad – ook ten opzichte van de regio – uitzonderlijk goed presteerde.
in 2010 werd 900.000 m2 kantoorruimte betrokken, maar was de netto uitbreidingsvraag negatief
Een regionaal cijfer over het exacte metrage per werknemer (de kantoorquotiënt) is niet voorhanden, maar als je de veronderstelling hanteert dat de kantoorquotient 20 m2 2 bedraagt, dan betekent dit dat er in 2010 45.000 werknemers plaats hebben genomen achter een nieuw bureau in de MRA. Qua uitbreidingsvraag (de netto groei van het kantoorgebruik) is er echter sprake van een neergaande trend. Net als in 2009 is er in 2010 een negatieve uitbreidingsvraag genoteerd. In 2009 was dit nog -42.000 m2. In 2010 zijn er netto 100.000 m2 meer kantorenmeters verlaten dan dat er zijn betrokken. Dit is opmerkelijk omdat er vanaf 2005 vrij substantiële jaarlijkse volumes aan uitbreidingsvraag waren geprognosticeerd. 2 Bij een kantoorquotiënt van 20 m2 wordt aangenomen dat een werknemer 20 m2 bvo aan kantoorruimte gebruikt. Onder die aanname kun je – met een slag om de arm – berekenen hoeveel mensen er werken in een pand van bijv. 10.000 m2 (namelijk 500). De feitelijke, huidige, gemiddelde KQ in de MRA is niet bekend. Ook is niet bekend hoe dit getal zich zal ontwikkelen naar de toekomst toe, met bijvoorbeeld Het Nieuwe Werken in het achterhoofd. Sommige experts verwachten een daling van de KQ, terwijl anderen voorspellen dat het zo’n vaart niet zal lopen.
Ontwikkelingen opname en uitbreidingsvraag per deelregio
Opvallend is ook de gestage daling van de opname van kantoren in Zaanstreek-Waterland en het herstel van Amstelland-Meerlanden na de dip in 2009. De stijging van de opname in de MRA in 2010 komt vrijwel volledig om conto van laatstgenoemde deelregio.
De uitbreidingsvraag naar kantoorruimte laat in 2010 over de gehele linie een sterke daling zien. Alleen op het ‘nieuwe’ land (Almere en Lelystad) vond er in 2010 een lichte uitbreiding van het aantal m2 kantoorruimte in gebruik plaats, zij het minimaal (zie figuur 2.3).
2.2 Kantoorgebruik en leegstand Omvang van de voorraad: stand 1-1-2011
De totale voorraad aan kantoren (de bestaande bouw) in de MRA was op 1-1-2011 ongeveer 13,8 miljoen m2 bvo (zie figuur 2.4). Van deze voorraad is een groot deel in gebruik, maar er staat ook een flink deel – bijna 2,5 miljoen m2 bvo – leeg (zie figuur 2.5). Van de totale kantorenvoorraad in de Metropoolregio (leegstaand én in gebruik) staat 54% in Amsterdam. De overige concentraties van kantoren liggen met name in de deelregio’s Amstelland, Meerlanden, Gooi en Vechtstreek en IJmond-Haarlem. Samen hebben zij 35% van de voorraad kantoren. Zoals uit het taartdiagram blijkt is de absolute omvang van de kantorenmarkten van Almere en Lelystad klein.
Spreiding kantorenvoorraad MRA (2011, totaal 13,8 mln m² bvo)
Figuur 2.4 Regionale verdeling van de totale bestaande kantorenvoorraad in de MRA (incl. Lelystad)
Leegstand kantoren (incl. voorverhuur) 2005 t/m 2010 (MRA, incl. Lelystad)
Figuur 2.5 Leegstand kantoren in de MRA 3.000
Amsterdam (54%)
2.500
x 1.000 m2 bvo
Meerlanden (11%) Amstelland (9%) Gooi en Vechtstreek (8%) Zuid Kennemerland (5%) Almere (5%)
2.000 1.500 1.000 500
Zaanstreek (3%) IJmond (2%)
0
Lelystad (2%)
januari 2005
Waterland (1%)
januari 2006
januari 2007
januari 2008
januari 2009
januari 2010
januari 2011
Bron: Kantorenmonitor B.V. 2011 Bron: Kantorenmonitor B.V. 2011
Figuur 2.6 Leegstand kantoren per MRA-deelregio (inclusief reeds voorverhuurde kantorenmeters, Leegstand kantoren (incl. voorverhuur) 2005 t/m 2010 per MRA-deelregio x 1.000 m2 bvo)
Leegstandspercentages kantoren per MRA-deelregio (excl Lelystad)
Figuur 2.7 Ontwikkeling leegstandspercentages kantoren per Plabeka-deelregio 30% % van de totale bestaande voorraad (leegstand incl. voorverhuur)
1.400 1.200 1.000
x 1.000 m2 bvo
24
800 600 400 200
25% 20% 15% 10% 5% 0% januari 2005
0 Almere
AmstellandMeerlanden
Amsterdam
Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
januari 2005
januari 2006
januari 2007
januari 2009
januari 2010
januari 2011
Bron: Kantorenmonitor B.V. 2011
ZaanstreekWaterland
Lelystad (indicatie)
januari 2008
januari 2006
januari 2007
januari 2008
januari 2009
januari 2010
januari 2011
Almere
Amstelland-Meerlanden
Amsterdam
IJmond-Haarlem
Zaanstreek-Waterland
Metropoolregio (excl. Lelystad)
Bron: Kantorenmonitor B.V. 2011
’t Gooi en Vechtstreek
25
In de regio Amstelland zijn de meeste kantoren gevestigd in de gemeente Amstelveen, de belangrijkste kantorenlocatie in Meerlanden zijn Schiphol en Hoofddorp. In ‘t Gooi en Vechtreek is het Arenapark de grootste kantoorlocatie en is er een andere belangrijke concentratie van hoogwaardige kantorenmeters op het Mediapark te Hilversum. De huidige stand van zaken per gemeente is opgenomen in de tabel in bijlage III.
Ontwikkeling absolute omvang leegstand
De leegstand steeg voor het tweede opeenvolgende jaar met meer dan 200.000 m2. Tussen 2008 en 2009 steeg de leegstand met 290.000 m2 bvo. Tussen 2009 en 2010 met 190.000 m2. Inmiddels bedraagt de leegstand nu bijna 2,5 miljoen m2 (peildatum januari 2011, zie figuur 2.5). Daarmee is de daling van de leegstand die tussen 2006 en 2008 plaatsvond voorbij. De leegstand van kantoren in de MRA heeft, in ieder geval sinds 2005, een recordhoogte bereikt. Volgens DTZ staat er in Nederland als geheel meer dan 7 miljoen m2 kantoorruimte leeg. De grootste absolute leegstand van kantoren is te vinden in de grootste kantorenmarkt van de MRA: de stad Amsterdam. Ruim 1,2 miljoen m2 van de 2,5 miljoen m2 leegstaande kantoren in de Metropoolregio staat in die gemeente (zie figuur 2.6). De stijging van de leegstand in de MRA in 2010 t.o.v. 2009 komt vrijwel geheel op conto van Amstelland-Meerlanden en Almere. Ook in de meeste andere regio’s is de leegstand licht gestegen, Amsterdam uitgezonderd. Daar daalde de leegstand ten opzichte van 1 januari 2010 licht. Dit is mede het gevolg van de groei van het aantal initiatieven tot (voorgenomen) transformatie en een teruglopende oplevering van nieuwbouw in deze gemeente.
Ontwikkeling leegstandspercentages
In alle deelgebieden – de gemeente Amsterdam uitgezonderd – zijn de leegstandspercentages het afgelopen jaar gestegen (zie figuur 2.7), terwijl tot 2009 nog vrijwel iedere regio een daling liet zien. Het leegstandspercentage in AlmereLelystad raakt momenteel bijna een kwart van de totale voorraad. Dit komt vooral door de oplevering van enkele grote kantoorgebouwen in 2010 in het centrum van Almere.
Volgens de huidige inzichten staan deze gebouwen op een duurzame locatie, dus aangenomen kan worden dat er genoeg kansen voor toekomstige verhuur zullen zijn. Ook Amstelland-Meerlanden heeft de laatste 2 à 3 jaar te maken met een hoge leegstand. Niet alleen in relatieve zin, maar ook in absolute zin. Met name Meerlanden heeft in de economisch goede jaren tussen 2005 en 2009 – mede door de groei van Schiphol – kunnen profiteren van een aantrekkende economie. 2009 en 2010 zijn echter economisch mindere jaren gebleken. Zaanstreek-Waterland kent al jaren het laagste leegstandspercentage van de MRA. Over 2010 was dat gemiddeld 12,5%. Het gemiddelde leegstandspercentage (inclusief voorverhuur) van de MRA bedraagt in januari 2011 17,8% tegen 16,5% in januari 2010 en 14,7% in januari 2009. Voor een gezonde vastgoedmarkt wordt meestal 5 tot 8% (frictie)leegstand nodig geacht. Het leegstandspercentage anno 2011 ligt daar in alle deelregio’s ruim boven. Nationaal gezien staat er volgens DTZ rond de 14% leeg (G32-gemiddelde, zie figuur 2.8). Ook in internationaal perspectief is de leegstand in Amsterdam substantieel hoger dan in andere grote metropolen in de EU. Zo stond er in mei 2011 in Londen 7,1% van de kantoorruimte leeg, in Parijs 7,8%, in Berlijn 7,1%, in Frankfurt 13,7% en in Barcelona 14,7% (Bron: BNP Paribas). In de kaart hieronder zijn de leegstandspercentages van de grote steden opgenomen uit de regionale factsheets die makelaar DTZ Zadelhoff jaarlijks meerdere malen publiceert. De leegstandspercentages van DTZ wijken af van de hoofdbron die Plabeka gebruikt voor de monitor (Kantorenmonitor B.V.), omdat beide bureaus andere definities en andere onderliggende data gebruiken. Vooral in Lelystad is dat verschil groot. Omdat Kantorenmonitor B.V. niet over cijfers beschikt van steden buiten de MRA, geeft figuur 2.8 een interessant beeld van de ruimtelijke spreiding van de leegstand van kantoren in Nederland, medio 2011. Het beeld dat uit de kaart naar voren komt is dat leegstand kantoren overal in Nederland hoog is, maar dat die leegstand zich met hoge absolute aantallen én percentages concentreert in de MRA.
Figuur 2.8 Leegstandspercentages kantoren in grote steden in Nederland volgens DTZ, medio 2011* DEN HELDER
> 15%
0
10% - 15%
5
10
15
20
25 km
5% - 10% Gemiddeld leegstandspercentage kantoren G32: 13,8% (2011, gewogen)
17,6% AMSTERDAM
18,7%
HOORN
ALKMAAR
ZWOLLE
13,2%
LELYSTAD
10,7%
PURMEREND ZAANSTAD
AMSTERDAM
18,7%
20,8% AMSTELVEEN
19,3%
HAARLEMMERMEER
11,1%
21,1%
20,1%
20,4%
LEIDEN
8,9% 10,7%
16,4%
HILVERSUM
11,9%
23,1% 23,3%
19,0% WOERDEN
ZOETERMEER
22,1% GOUDA
23,9%
13,1%
14,9%
DEN HAAG
20,8% ALMERE
DIEMEN
SCHIPHOL HOOFDDORP
13,2%
9,0%
17,6%
HAARLEM
5,2% 11,2%
16,4%
UTRECHT
7,7% 8,0%
APELDOORN
12,4%
16,2% AMERSFOORT
15,6%
18,0%
ARNHEM
14,2% 12,6%
21,4%
ROTTERDAM
NIJMEGEN
12,2%
10,0% 15,6%
12,3%
versie 18 juli 2011
*de leegstandspercentages van steden in de MRA kunnen in deze kaart afwijken van de cijfers uit de rest van de publicatie. Dit heeft als verklaring dat onderstaande kaart is opgesteld met gegevens voor steden in heel NL (Bron: DTZ), daar waar Kantorenmonitor B.V. alleen cijfers over de MRA heeft. Bron: DTZ Zadelhoff (2011), bewerking Bureau BUITEN
Figuur 2.9 Transformatie kantoren (links) en opgeleverde nieuwbouw/in aanbouw (rechts). Exclusief Lelystad.
Transformatie kantoren 2005 t/m 2010 per MRA-deelregio (excl. Lelystad)
Oplevering en in aanbouw genomen nieuwbouw kantoren 2005 t/m 2010 (MRA, excl. Lelystad)
300
700 600
250
500 x 1.000 m2 bvo
200 x 1.000 m2 bvo
26
150 100 50 0 2005
2006
Bron: Kantorenmonitor B.V. 2011
2007
2008
2009
2010
Gemiddeld 2005 t/m 2010
Almere Zaanstreek-Waterland Ijmond-Haarlem Gooi en Vechtstreek Amstelland-Meerlanden Amsterdam
400 300 jan. 2006 jan. 2007 jan. 2008 jan. 2009 jan. 2010 jan. 2011
200 100 0 Opgeleverde nieuwbouw (in jaar ervoor)
Kantoorruimte in aanbouw
27
2.3 Nieuwbouw en transformatie Stijgend aantal initiatieven tot transformatie
In de periode 2005 t/m 2009 werd er in de MRA jaarlijks gemiddeld ongeveer +/- 100.000 m2 bvo kantoren aan de markt onttrokken door transformatie. In 2010 heeft er een opleving plaatsgevonden: 250.000 m2 staat voor 2010 te boek als ‘(in potentie) aan de markt onttrokken’ door transformatie naar een andere bestemming. Van die 250.000 m2 kantoorruimte is een deel daadwerkelijk in 2010 getransformeerd (dus fysiek omgezet en opgeleverd) naar een andere functie dan kantoor. Een ander deel bestaat echter uit ‘zachte’ initiatieven en harde(re) voornemens die zijn uitgesproken door de eigenaars van de panden over toekomstige bestemming ervan (die anders is dan een kantoorbestemming).
Het blad Vastgoedmarkt stelde in juni 2011 dat de kantorenmarkt nergens in Europa zo is teruggevallen als in Nederland. De productiewaarde voor de bouwers zou in 2011 met 31% dalen tot amper nog een miljard euro. Vastgoedmarkt gaf aan dat ‘terwijl de Nederlandse kantorenbouw verder inzakt, nemen elders in Europa de investeringen fors toe. In Groot-Brittannië, dat gedurende de crisis 45,9 procent van zijn volume inleverde, groeit de kantorenbouw 5,4 procent. De vooruitzichten zijn erg gunstig. Voor 2012 rekent Euroconstruct, de koepel van Europese bouwinstituten zoals het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), op 6,5 procent extra. In 2013 stijgen de investeringen met 17,9 procent tot 12,9 miljard euro. Ter vergelijking: in 2008 bouwden de Britten nog voor een bedrag van 16,8 miljard euro aan kantoren. De Britse kantorenmarkt is op afstand de grootste van Europa’.
De toename van transformatie-initiatieven is een belangrijke ‘oplossing’ voor leegstand
Feitelijk moet die 250.000 m2 transformatie deels dus nog wel waargemaakt worden. Er is overigens volgens onze monitoringssystematiek geen dubbeling van cijfers: voorgenomen transformaties worden niet ook meegeteld in de hoogte van de huidige leegstand. Ze worden of als leegstand of als (initiatief tot) transformatie geregistreerd en bieden dus een vrij zuiver beeld van de stand van zaken. Daarnaast geldt bovendien: mocht de transformatie niet door blijken te gaan dan wordt de leegstand (met terugwerkende kracht) aangepast. Figuur 2.9 (links) geeft daardoor dus altijd een kloppend beeld.
Teruglopende nieuwbouw
Het aantal kantoren dat momenteel in aanbouw is slinkt in rap tempo, zo blijkt uit figuur 2.9.3 De krediet- en bankencrisis heeft nadrukkelijk zijn sporen achtergelaten in de vastgoedsector en de wereld van de bouw. Waar in 2009 nog 600.000 m2 kantoren in aanbouw waren is dat aantal m2 nu geslonken naar 300.000 m2. In welke mate dit aan het Plabeka-beleid is te danken, is moeilijk vast te stellen.
Waar transformatie en sloop leidt tot een verkleining van de bestaande voorraad worden er aan de andere kant nieuwe kantorenmeters toegevoegd door (opgeleverde) nieuwbouw. Zowel in 2009 als in 2010 werd er voor ongeveer 340.000 m2 bvo aan nieuwbouw opgeleverd in de MRA (zie figuur 2.9). Deze ‘verversing’ van de voorraad is belangrijk om als regio genoeg gebouwen van goede kwaliteit aan de markt te kunnen aanbieden. In totaal is er tussen 2005 en 2011 1.300.000 m2 bvo kantoorruimte opgeleverd in de MRA, waarvan 62% in de belangrijkste markt: Amsterdam.
Saldo van transformatie en nieuwbouw
In 2006 en 2007 veranderde de totale omvang van de voorraad in de MRA vrijwel niet (hij daalde zelfs licht in 2006). In de jaren 2005, 2008 en 2010 lag de nieuwbouw echter op een hoger niveau dan de transformatie. In die jaren werd de kantorenvoorraad per saldo jaarlijks met 75.000 tot 100.000 m2 bvo uitgebreid. In 2009 was de uitbreiding zelfs eenmalig met 237.000 m2, vanwege de hoge oplevering van nieuwbouw en de veel lagere omvang van transformatie. In een niet groeiende markt van kantoorgebruik(ers) zorgt een uitbreiding van de kantorenvoorraad (door nieuwbouw) tot meer leegstand. 3 De definitie van ‘In aanbouw’ luidt overigens dat er zichtbare bouwactiviteiten plaatsvinden op de locatie waar het nieuwe kantoor zal verrijzen. Afhankelijk van de maand waarin de bouw is gestart zal de oplevering 1 of 2 jaar later geregistreerd worden door Kantorenmonitor B.V. als ‘opgeleverd’.
28
Tabel 2.1
Uitvoeringsstrategie 2007: afspraken plancapaciteit kantoren 2006 t/m 2030 (in m2 bvo, peildatum 1-1-2006) Exclusief Lelystad
Plabeka deelregio Almere Amstelland-Meerlanden
In aanbouw jan. 2006
Plafond plancapaciteit 2006-2009
Plafond plancapaciteit 2010-2019
Plafond plancapaciteit 2020-2029
Plafond plancapaciteit 2030-2039
Totale plancapaciteit 2006-2039
Totale plancapaciteit (incl. in aanbouw in januari 2006
10.000
178.633
357.267
239.300
nvt
775.200
785.200
5.000
254.500
745.800
38.000
nvt
1.038.300
1.043.300
108.000
1.219.667
498.955
498.955
nvt
2.217.577
2.325.577
Gooi en Vechtstreek
10.000.
155.500
100.000
44.500
nvt
300.000
310.000
IJmond-Haarlem
10.000
118.100
233.000
13.000
nvt
364.100
374.100
5.000
12.000
65.000
33.000
nvt
110.000
115.000
148.000 + nb
1.938.400
2.000.022
866.755
nvt
4.805.177
4.953.177
Amsterdam
Zaanstreek-Waterland Metropoolregio (excl. Lelystad)
Bron: Uitvoeringsstrategie Plabeka (2007, bijlage 3) en Kantorenmonitor B.V. 2010
Tabel 2.2 Monitor Uitvoeringsstrategie: plancapaciteit kantoren 2011 t/m 2030 (in m2 bvo, peildatum 1-1-2011, harde en zachte plannen)
Plabeka deelregio Almere
Opgeleverde nieuwbouw 2006 t/m 2010
In aanbouw jan. 2011
131.000
18.000
Resterende plancapaciteit 2011-2019
Resterende plancapaciteit 2020-2029
433.900
518.700
193.000
60.000
540.700*
200.000
666.000
135.000
865.700**
225.000
31.000
12.000
95.000***
0
IJmond-Haarlem
73.000
45.000
78.000
15.000
Zaanstreek-Waterland
29.000
31.000
54.000****
0
1.123.000
301.000
2.067.300
958.700
Amstelland-Meerlanden Amsterdam Gooi en Vechtstreek
Metropoolregio (excl. Lelystad) Lelystad Metropoolregio (incl. Lelystad)
Resterende plancapaciteit 2030-2039
Totaal 2006 t/m 2039 (stand 1-1-2011, incl. in aanbouw in januari 2011)
0
1.101.600
0
1.891.700
0 0
0
0
0
22.000
1.000
120.000
0
0
1.145.000
302.000
2.187.300
958.700
0
993.700 138.000 211.000
114.000
4.450.000 143.000
4.593.000
Bron: Kantorenmonitor B.V. 2011 en Monitor Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties Provincie Noord-Holland 2011, bewerking door Plabeka De volgende locaties zijn niet meegenomen in nieuwste plancapaciteit-cijfers per deelregio, aangezien ze niet in de monitorpublicatie van vorig jaar stonden geregistreerd. De locaties komen wél terug in de nieuwe Uitvoeringsstrategie, vandaar dat ze hier vermeld worden: *excl de Hoek Noord Haarlemmermeer (35.000 m2), **excl Bijmerdreef Amsterdam (500 m2), ***Excl Crailo Laren (30.000 m2), ****Excl Kop van West Purmerend (5.000 m2) Ook de volgende locaties zijn niet meegenomen. Ze zijn niet geregistreerd in de zowel de monitorpublicatie van vorig jaar als in de nieuwe Uitvoeringsstrategie: Gemeente Haarlemmermeer: Station Beukenhorst Zuid (100.000 m2, direct ontwikkelbaar) Gemeente Haarlem: Schipholweg / Prins Bernhardlaan (20.000 m2 >2016), Waarderpolder Zuid (55.000 m2 >2016)
29
2.4 Plancapaciteit tot 2030 Plancapaciteit zoals opgenomen in Uitvoeringsstrategie 2007 (2006-2030) In de Uitvoeringsstrategie 2007 hebben de Plabeka-partijen de omvang en fasering van de plancapaciteit van kantoren van 2006 tot 2030 per deelregio vastgelegd. Inmiddels zijn er op 23 juni 2011 nieuwe afspraken omtrent de plancapaciteit gemaakt. In voorliggende monitor staan – zoals toegelicht in de inleiding – nog de oude plancapaciteit afspraken centraal.
Resterende plancapaciteit (2011-2040) op MRA-niveau
plannen in de eerste tijdvakken naar achteren geschoven in de tijd, maar er zijn zeker ook plannen geschrapt. Overall kan toch gesteld worden dat de kantoorontwikkelingen in de MRA de laatste jaren redelijk binnen de bandbreedtes van de UItvoeringsstrategie 2007 zijn gebleven. Het totale kantoorgebruik in de MRA is echter niet in dezelfde mate gegroeid, zo blijkt uit de cijfers van Kantorenmonitor BV. De leegstand is met 2,5 mln m2 nog steeds hoog en de overheden hebben – op een bestaande voorraad van bijna 14 mln m2 – een resterende plancapaciteit van bijna 3 mln m2 voor nieuwe kantoren.
Resterende plancapaciteit (2011-2040) per deelregio
Op 1-1-2006 hadden de gemeenten in de MRA samen ongeveer 4,8 miljoen m2 aan plannen voor nieuwe kantoorruimte (zie tabel 2.1, (exclusief 200.000 m2 bvo Dokzone ontwikkeling Zuidas, gepland na 2030). Er was op dat moment ca 150.000 m2 in aanbouw in de MRA. In totaal is er – exclusief Lelystad - tussen 1-1-2006 en 1-1-2011 ongeveer 1,1 mln m2 nieuwe kantoorruimte opgeleverd (zie tabel 2.2). Daarnaast staat er momenteel (peildatum 1-1-2011) nog 300.000 m2 in de steigers.
Op 1-1-2006 hadden de gemeenten in de MRA samen ongeveer 4,8 miljoen m2 aan plannen voor nieuwe kantoorruimte (zie tabel 2.1, (exclusief 200.000 m2 bvo Dokzone ontwikkeling Zuidas, gepland na 2030). Er was op dat moment ca 150.000 m2 in aanbouw in de MRA. In totaal kon er dus voor ongeveer 5 mln m2 aan nieuwe kantoren bijkomen.
De resterende plancapaciteit van de gemeenten tot 2030 is – zo blijkt uit deze Plabeka Monitor – nog ongeveer 3 mln m2. Van de 2 mln m2 die de gemeenten volgens de Uitvoeringsstrategie tussen 2006 en 2010 aan ontwikkelingsmogelijkheden mochten hebben, is ongeveer 70% daadwerkelijk gerealiseerd (1,1 mln m2 + 0,3 mln m2). De kantoren die immers in januari 2011 in aanbouw zijn zijn als plan hoogstwaarschijnlijk in het tijdvak 2006-2009 (of ervoor) op papier gezet.
De nieuwste monitor laat zien dat bijna 0,5 mln m2 van die plannen zijn geschrapt. In totaal is er namelijk – exclusief Lelystad – tussen 1-1-2006 en 1-1-2011 ongeveer 1,1 mln m2 nieuwe kantoorruimte opgeleverd (zie tabel 2.2). Daarnaast staat er momenteel (peildatum 1-1-2011) nog 300.000 m2 in de steigers en is de resterende plancapaciteit van de gemeenten tot 2030 is nog ongeveer 3 mln m2. Samen telt dat op tot ongeveer 4,5 mln m2: een half miljoen m2 minder dan in 2007.
De ca. half miljoen m2 aan plannen die niet tot ontwikkeling zijn gebracht in het tijdvak 2006-2009 lijken niet automatisch te zijn doorgeschoven naar het volgende tijdvak. Daar waar de Uitvoeringsstrategie een plafond stelde van 2 mln m2 nieuw kantorenaanbod tussen 2010 en 2020, blijken er nagenoeg nog steeds voor ongeveer die omvang aan plannen te zijn in dat tijdvak.
Van de 2 mln m2 die de gemeenten volgens de Uitvoeringsstrategie tussen 2006 en 2010 aan ontwikkelingsmogelijkheden mochten hebben, is ongeveer 70% daadwerkelijk gerealiseerd (1,1 mln m2 + 0,3 mln m2). De kantoren die immers in januari 2011 in aanbouw zijn, zijn als plan hoogstwaarschijnlijk in het tijdvak 2006-2009 (of ervoor) op papier gezet.
De resterende plancapaciteit voor de periode 2020-2030 (960.000 m2) blijkt echter hoger te zijn dan in 2007 is afgesproken (870.000 m2). Er zijn dus hoogstwaarschijnlijk
De ca. half miljoen m2 aan plannen die niet tot ontwikkeling zijn gebracht in het tijdvak 2006-2009 lijken niet automatisch te zijn doorgeschoven naar het volgende
30
Figuur 2.12 Vraagscenario’s* kantoren Uitvoeringsstrategie 2007 afgezet tegen feitelijke uitbreidingsvraag (x1.000 m bvo, Lelystad) Behoefteraming 2005-2030 vsexcl. feitelijke uitbreidingsvraag kantoren 2005 - 2010 (MRA, excl. Lelystad) 2
275 225 175
x 1.000 m2 bvo
125 75 25 0
-25 -75
Prognose jaarlijkse uitbreidingsvraag kantoren volgens laagste scenario (RC) Feitelijke, gerealiseerde uitbreidingsvraag
20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12 20 13 20 14 20 15 20 16 20 17 20 18 20 19 20 20 20 21 20 22 20 23 20 24 20 25 20 26 20 27 20 28 20 29
-125
Prognose jaarlijkse uitbreidingsvraag kantoren volgens hoogste scenario (GE)
*GE=Global Economy, SE=Strong Europe, TM=Transatlantic Market en RC=Regional Communities. Dit zijn economische groeiscenario’s van het CPB die aan de basis liggen van de vigerende behoefteraming. Bron: Uitvoeringsstrategie Plabeka (2007) en Kantorenmonitor B.V. 2011
31
tijdvak. Daar waar de Uitvoeringsstrategie een plafond stelde van 2 mln m2 nieuw kantorenaanbod tussen 2010 en 2020, blijken er nagenoeg nog steeds voor ongeveer die omvang aan plannen te zijn in dat tijdvak. Als laatste concluderen we dat Zaanstreek-Waterland vanaf 2006 substantieel meer plannen feitelijk tot ontwikkeling heeft gebracht (60.000 m2) dan in 2007 voorzien was (17.000 m2). Deelregio ’t Gooi en Vechtstreek heeft juist veel minder (43.000 m2) nieuwe kantoren neergezet dan waar ruimte voor was (165.000 m2) binnen de Plabeka afspraken. In IJmond-Haarlem zijn de plannen tot 2020 flink gereduceerd van 233.000 m2 tot 78.000 m2.
2.5 Conclusie Afspraken uitvoeringsstrategie 2007
De oranje staafjes geven de feitelijk gerealiseerde vraag weer: dit is de totale jaarlijkse uitbreidingsvraag kantoren in de MRA sinds 2005. De conclusie kan worden getrokken dat de feitelijke vraag in 2005 en 2006 enigszins in de buurt komt van het laagste geprognosticeerde scenario, in 2007 en 2008 werd het hoogste scenario benaderd, maar de laatste twee jaar is de uitbreidingsvraag negatief en komt ver onder het laagste scenario uit. De gemiddelde uitbreidingsvraag over zes jaar blijkt 64.000 m2 per jaar te zijn geweest. Dat ligt net onder het laagste scenario (terwijl Plabeka op het hoogste scenario heeft gepland dat in het eerste tijdvak (2005-2009) een factor 2,6 hoger uitkomt dan het lagere scenario).
De leegstand van kantoren bleef in 2010 onverminderd hoog
In de Uitvoeringsstrategie zijn met betrekking tot kantoren concrete afspraken gemaakt. De belangrijkste zijn: • Partijen besluiten om fors in te grijpen in de kantorenplannen en hiermee een substantiële reductie van de planvoorraad voor kantoren 2006-2030 met 3,5 miljoen m2 bvo – van 8,5 naar 5 miljoen m2 bvo – te realiseren. • Partijen spreken met elkaar af dat de vastgelegde omvang en fasering van de plancapaciteit (zie tabel 2.1) voor een ieder de maximale omvang van in ontwikkeling te nemen plannen zal zijn. • Op MRA-schaal wordt ingezet op het optimaal benutten van de bestaande voorraad kantoren. Onderzocht zal worden in hoeverre sloop-nieuwbouw en transformatie bij kunnen dragen aan reductie van de overschotten. Hiervoor is een werkgroep oudnieuw in het leven geroepen. Zie bijlage I voor de uitkomsten van deze werkgroep.
Feitelijke, gerealiseerde vraag vs vraagprognose Uitvoeringsstrategie 2007 Uit figuur 2.12 kan worden opgemaakt in hoeverre de feiten overeenkomen met de prognoses uit 2007. De paarse staafjes geven de bandbreedte aan tussen het hoogste en laagste scenario die destijds zijn opgesteld. Ze geven de jaarlijkse prognose van de vraag weer tot 2030, op basis waarvan de Uitvoeringsstrategie-afspraken uit 2007 zijn gemaakt.
Dit was een van de belangrijkste redenen om de Uitvoeringsstrategie-afspraken uit 2007 in juni 2011 grondig te herzien.
Monitor van de plancapaciteit
Er kan geconcludeerd worden dat de kantoorontwikkelingen in de MRA de laatste jaren redelijk binnen de bandbreedtes van de UItvoeringsstrategie 2007 zijn gebleven. Het analyseren van de ontwikkeling van de plancapaciteit op een lager schaalniveau (dat van de deelregio’s) blijft een ingewikkelde klus, die wordt bemoeilijkt doordat de kwaliteit van de respons jaarlijks fluctueert. Als Plabeka de komende jaren de resterende plancapaciteit beter wil monitoren dan de afgelopen jaren het geval is geweest, dan dient de systematiek verbeterd te worden en dienen de gemeenten de gegevens jaarlijks consistenter en nauwkeuriger aan te leveren. Daarom worden de gemeenten geadviseerd om één vast contactpersoon verantwoordelijk te maken voor de interne dataverzameling en dataoverdracht richting provincie. Daarbij is een eigen, interne monitoringssystematiek die gebaseerd is op de definities, uitgangspunten en structuur van de Plabeka Monitor onontbeerlijk.
32
Overige conclusies
Er blijft sprake van aanhoudende hoge leegstand van kantoren in de MRA: • in absolute zin (2,5 mln m2 bvo op 1-1-2011, 200.000 m2 ofwel 8% meer dan op 1-1-2010); • in relatieve zin (17,8% volgens Kantorenmonitor B.V.); • en in nationaal én internationaal perspectief (zie figuur 2.8). De leegstand is in absolute zin vooral hoog in Amsterdam en Amstelland-Meerlanden (met respectievelijk 1,2 en 0,6 mln m2 leegstand). In relatieve zin zitten Almere en Lelystad (met leegstandspercentages van respectievelijk 24,4% en 23,1% volgens Kantorenmonitor B.V.) op een hoog niveau van leegstand. Hierbij moet worden opgemerkt dat DTZ voor Lelystad tot een substantieel lager leegstandspercentage komt van 11%. Daartegenover staat het feit dat het aantal plannen en initiatieven om kantoren te transformeren naar andere functies toeneemt. Daarnaast vertoont het aantal m2 kantoorruimte in aanbouw een dalende trend. Op 1 januari 2011 stond er nog voor 300.000 m2 aan nieuwe kantoorruime in aanbouw. Dat is 135.000 m2 minder dan in 2010 en 300.000 m2 minder dan in 2009.
3
Ontwikkelingen bedrijventerreinen MRA
33
Figuur 3.1 Totale uitgifte bedrijventerreinen MRA 2005 t/m 2010 (in netto ha, excl. Lelystad) 120 100 80 60 40 20 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Gem. uitgifte 2000 t/m 2010
Bron: Plabeka Monitor 2011
Figuur 3.2 Cumulatieve uitgifte bedrijventerreinen per deelregio (in netto ha, incl. Lelystad) 140
120
100
Uitgifte in netto ha.
34
2010
80
2009 2008
60
2007 2006
40
2005 2004 2003
20
2002 2001
0
2000 Almere
AmstellandMeerlanden
Bron: Plabeka Monitor 2011
Amsterdam
Gooi en
Ijmond-
Zaanstreek-
Vechtstreek
Haarlem
Waterland
Lelystad
3
35
Ontwikkelingen bedrijventerreinen MRA
In dit hoofdstuk staan de (droge) bedrijventerreinen in de MRA centraal. De onderdelen uitgifte bedrijventerreinen, bedrijfsruimtemarkt, herstructurering en resterende plancapaciteit komen aan bod. In paragraaf 3.5 worden de conclusies hierover verbonden met de afspraken uit de Uitvoeringsstrategie 2007.
Om dit getal in perspectief te plaatsen: de behoefteraming uit 2005 ging uit van gemiddeld 100 ha uitgifte per jaar van 2005 tot 2020. De nieuwe (regiospecifieke) bedrijventerreinraming die aan de basis ligt van de nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka gaat uit van ongeveer 85 ha netto uitgifte per jaar tussen 2010 en 2020, 60 ha per jaar voor het decennium daarna en 30 ha per jaar voor de laatste periode tot 2040.
3.1 Uitgifte bedrijventerreinen 2010
Inclusief Lelystad komt de gemiddelde uitgifte over het laatste decennium uit op 53 ha per jaar. Daarvan neemt Lelystad 7,7 ha voor zijn rekening, net als Zaanstreek-Waterland. De uitgifte in Amsterdam was de laatste 11 jaar gemiddeld 12,1 ha, die in Almere 11 ha en in Amstelland-Meerlanden 9 ha.
Uitgifte in 2010
Ten opzichte van de monitors van de vorige jaren is het beeld gecompleteerd met de uitgifte van bedrijventerreinen in de MRA sinds het jaar 2000. Zo is een langere tijdreeks ontstaan waaruit voor dit hoofdstuk interessante inzichten te destilleren zijn. In 2010 zijn er in de MRA 34 ha. netto bedrijventerreinkavels verkocht (exclusief de uitgifte in Lelystad). Dat is een stijging van 20% ten opzichte van de dip in 2009 (toen de uitgifte 29 ha was).
De uitgifte steeg van 29,5 ha in 2009 naar 34,3 ha in 2010
Uit figuur 3.1 kan duidelijk een golfbeweging worden opgemaakt: de uitgifte in het jaar 2000 was met 100 ha relatief hoog, mede vanwege de hoge uitgiften in Zaanstad (23 ha), Haarlemmermeer (20 ha) en Amsterdam en Almere (beide 19 ha). In de jaren daarna daalde de uitgifte tot een dieptepunt in 2004 (23 ha uitgifte) om vervolgens enkele jaren van stijgende uitgiften te registeren. De uitgifte is sinds 2007 steeds tussen de 35 en 40 ha uitgekomen. De golfbeweging van de uitgifte van bedrijventerreinen in de MRA houdt overigens een opvallende gelijkenis met de nationale economische ontwikkeling gedurende diezelfde periode. Er is immers een duidelijk herkenbaar piekperiode rond de millenniumwisseling, daarna een scherpe daling en een korte herstelperiode met een piekje in 2006/2007, voorafgaand aan de banken- en schuldencrisis die in 2008 losbrak. De uitgifte lijkt zich echter al meerdere jaren te stabiliseren rond de 40-45 ha. Of dit een structurele trend is kan echter niet met zekerheid worden gesteld.
Cumulatieve uitgifte per deelregio
Figuur 3.2 laat zien dat de uitgifte van de laatste decennium (bijna 600 ha in totaal) met name heeft plaatsgevonden in Amsterdam (23% van het totaal) en Almere (20%). Drie regio’s staan op een gedeelde derde plek met ongeveer 16% van de totale uitgifte: Amstelland-Meerlanden, ZaanstreekWaterland en Lelystad. IJmond-Haarlem nam 9% voor zijn rekening en ’t Gooi en Vechtstreek nog geen 1%.
Chronologische uitgifte per deelregio
In figuur 3.3 kan worden afgelezen hoe de uitgifte per deelregio zich heeft ontwikkeld in de tijd. De figuur is minder makkelijk leesbaar dan de figuren hiervoor maar geeft een interessante ontwikkeling weer. De overall conclusie is dat de uitgifte per deelregio fluctueert en dat er bepaalde patronen te ontdekken zijn: • De uitgifte in de subdeelregio Lelystad lijkt het meeste op niveau te blijven. De uitgifte is er het meest constant van alle deelregio’s, met relatief gezien de minste fluctuaties. • De deelregio’s Almere, Amstelland-Meerlanden en IJmond-Haarlem hebben duidelijk te maken met teruglopende uitgiftes. • Amsterdam lijkt juist tegen deze trend in te gaan: de laatste jaren trekt de uitgifte in deze deelregio juist weer aan.
Figuur 3.3 Jaarlijkse uitgifte bedrijventerreinen in chronologische volgorde (in netto ha) 35 30
Netto uitgifte in ha.
25
2000 2001
20
2002 2003
15
2004 2005
10
2006 2007
5
2008 2009
0
2010 Almere
AmstellandMeerlanden
Amsterdam
Gooi en Vechtstreek
Bron: Plabeka Monitor 2011
Figuur 3.4 Transacties en aanbod van bedrijfsruimten (in m2, ondergrens 750 m2, huur en koop) Aanbod in dec. van dat jaar
1.800.000
Transacties in dat jaar
1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 m2 vvo M2 vvo
36
800.000 600.000 400.000 200.000 0 2005
2006
2007
Bron: Vastgoedmarkt en PropertyNL, bewerkt door Kantorenmonitor B.V.
2008
2009
2010
IjmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Lelystad
37
• D e uitgifte in Zaanstreek-Waterland kende stevige pieken in 2000 en 2007, daar waar de uitgifte in die deelregio eigenlijk gemiddeld nooit boven de 7 a 8 ha. per jaar uitkomst. • Een beperkt terstond uitgeefbaar aanbod van bedrijventerreinen leidt uiteraard tot lage uitgiftecijfers. Dit is zeker het geval in subdeelregio’s als Amstelland, ’t Gooi en Vechtstreek, Waterland en Haarlem. Amsterdam presteert de laatste jaren relatief goed. De uitgifte in Lelystad (4,3 ha netto) lag in 2009 een fractie onder het niveau van de Meerlanden en Almere. In bijlage IV zijn de achtergrondtabellen opgenomen van de uitgiftecijfers per bedrijventerrein, gemeente en subdeelregio 2005 t/m 2009, waaruit alle figuren in paragraaf 3.1 zijn opgebouwd.
3.2 De markt voor bedrijfshuisvesting Waarom monitort Plabeka de bedrijfshuisvestingsmarkt?
Ook de kwaliteit van bestaande locaties is voor Plabeka een belangrijk aandachtspunt. In deze paragraaf staat niet de uitgifte van bedrijfskavels voor nieuwbouw centraal, maar juist het aanbod en transacties van bedrijfspanden, vooral op reeds bestaande bedrijventerreinen. De Plabeka-partners hebben op dit onderdeel geen concrete afspraken gemaakt; de overheid heeft immers geen directe invloed op markttransacties van bedrijfsmatig vastgoed. De cijfers in deze paragraaf geven Plabeka echter wél aanvullend inzicht in de ontwikkelingen op bestaande terreinen, onder andere op het gebied van ruimtelijk economische dynamiek en het aanbod van bedrijfspanden. Net als in de vorige monitorrapportages is op basis van een inventarisatie van gegevens uit de vakbladen Property NL en Vastgoedmarkt een overzicht samengesteld waaraan een indicatieve omvang en ontwikkeling van bedrijfsruimte-transacties in de Metropoolregio is af te lezen (zie figuur 3.4). Deze cijfers betreffen de geregistreerde transacties van panden op zowel bedrijventerreinen, zeehaventerreinen als ook solitair en/of in woonwijken gelegen. In bijlage VI zijn de exacte cijfers opgenomen op basis waarvan de figuren in deze paragraaf zijn opgebouwd.
Kanttekeningen bij de cijfers
Bij deze cijfers moeten een aantal belangrijke kanttekeningen geplaatst worden: • In de inventarisatie zijn alleen de officieel doorgegeven en geregistreerde transacties van onroerend goedmakelaars meegenomen. Het is een bekend gegeven dat niet alle transacties worden gemeld bij Vastgoedmarkt of PropertyNL. Waarschijnlijk ontbreekt ook een substantieel deel van de transacties die wél via een makelaar hebben plaatsgevonden maar die niet als transactie zijn aangemeld. • De ondergrens van geregistreerde transacties is 750 m2. Transacties van kleinere bedrijfspanden, en dat zijn er relatief gezien aardig veel, zijn dus niet meegenomen in de inventarisatie. • Waar de kantorenmarkt vooral een huurmarkt is, wordt op de bedrijvenmarkt veel meer voor eigen gebruik gebouwd. In het totaal aan geregistreerde markttransacties ontbreekt dan ook een flink gedeelte van de bouw voor eigen gebruik zonder dat verhuur of verkoop via makelaars heeft plaatsgevonden.
Ontwikkeling transacties en aanbod in de MRA
De afgelopen 3 jaar zijn er jaarlijks tussen de 300.000 en 600.000 m2 aan transacties voor bedrijfsruimten geregistreerd door Vastgoedmarkt en PropertyNL. Indicatief betekent dit, omgerekend naar ha bij een FSI van 0,7 ongeveer 45 tot 80 ha aan transacties op bestaande bedrijventerreinen. Ten opzichte van de gemiddelde jaarlijkse uitgifte van nieuwwbouwkavels (±40 tot 45 ha per jaar) kan geconcludeerd worden dan een substantieel deel van de ruimtelijk economische dynamiek in de regio plaats vindt op bestaande bedrijventerreinen. Het aantal transacties is in 2010 met 25% gedaald ten opzichte van 2009. In 2010 werd ‘slechts’ 233.000 m2 bedrijfsruimte verhuurd of verkocht aan een nieuwe eindgebruiker. Het aanbod van bedrijfsruimten is in diezelfde periode gestegen met 26% naar bijna 1,6 mln m2 aangeboden bedrijfsruimte in december 2010. Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op bestaande terreinen.
Ontwikkeling transacties naar deelregio
De daling van het volume aan transactie heeft volgens figuur 3.5 vooral plaatsgevonden in de deelregio’s Almere, Amstelland-Meerlanden en Amsterdam. In ZaanstreekWaterland en Lelystad was er een lichte stijging t.o.v. 2009. In ’t Gooi en Vechtstreek en
38 Figuur 3.5 Transacties bedrijfsruimten (in m2, ondergrens transacties 750 m2, huur en koop)
Tabel 3.1
250.000
Oppervlakte herstructurering in ha (feitelijk te herstructureren oppervlakte) naar zwaarte en deelgebied (lopend/in uitvoering en nog op te starten)
Plabeka deelregio
200.000
Lichte revitalisering
M2 vvo
100.000
35,0
25,5
134,4
194,9
65,9
8,5
434,6
Amsterdam
48,2
288,9
271,5
608,6*
Gooi en Vechtstreek
173,0
20,1
36,5
229,6
IJmond-Haarlem*
2,2
262,4
16,5
281,0*
2006
Zaanstreek-Waterland*
333,1
64,8
64,8
462,7*
Metropoolregio
951,7
727,6
532,1
2008
0 Almere
AmstellandMeerlanden
Amsterdam
Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
*In de inventarisatie uit 2010 is de herstructureringsopgave op het Amsterdamse Vervoerscentrum en op de Zaanse
2010
haventerreinen Westerspoor Zuid, Hembrug en Achtersluispolder ten onrechte toegekend aan de deelregio IJmond-
Lelystad
Haarlem. Deze correctie is in bovenstaande tabel doorgevoerd. Bron: Bureau BUITEN (2010), onderzoek Aanscherping Herstructureringsopgave bedrijventerreinen Metropoolregio Amsterdam, opgave gemeenten (gecorrigeerd)
Figuur 3.6 Aanbod bedrijfsruimte 2005 t/m 2010 per MRA-deelregio 600.000
500.000
M2 vvo
400.000
300.000 Jan. 2005 200.000
Jan. 2006 Jan. 2007 Jan. 2008
100.000
Jan. 2009 Jan. 2010
0 AmstellandMeerlanden
Amsterdam
Gooi en Vechtstreek
IJmondHaarlem
Bron: bewerking gegevens Vastgoedmarkt januari 2005 t/m 2011 door Kantorenmonitor B.V.
ZaanstreekWaterland
2.211,3
2009
Bron: Vastgoedmarkt en PropertyNL, bewerkt door Kantorenmonitor B.V.
Almere
Totaal
2005 2007
50.000
Herprofilering
360,2
Almere-Lelystad Amstelland-Meerlanden
150.000
Zware revitalisering
Lelystad
Jan. 2011
39
IJmond-Haarlem is het volume aan transacties nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar. Opvallend is de piek aan transacties in Amstelland-Meerlanden in 2005, 2006 en 2007, terwijl juist in 2008 in de MRA een recordvolume aan transacties werd omgezet (met name in Amsterdam). Juist Amsterdam en Almere zijn stevig teruggevallen na de piek in 2008.
Ontwikkeling aanbod naar deelregio
Ook de ontwikkelingen van het aanbod op bedrijventerreinen is in figuur 3.6 weergegeven. Na jaren van een relatief stabiel niveau van het aanbod op het niveau van de MRA (rond de 1,25 miljoen m2), is het aanbod in 2010 fors gestegen. In vrijwel alle deelregio’s is sprake geweest van een stijging van het aanbod. Vooral ’t Gooi en Vechtstreek en Zaanstreek-Waterland hebben een flinke tik te verduren gekregen in 2010. Almere, Amstelland-Meerlanden en IJmond-Haarlem in iets mindere mate. Amsterdam en Lelystad hebben weinig gemerkt van een stijging van het aanbod. Omgerekend naar ha (onder de vrij grove aanname van een FSI van 0,7) zijn er in de MRA momenteel 225 ha bedrijventerreinkavels, waarop bedrijfsruimtes wordt aangeboden. Figuur 3.6 Aangeboden bedrijfsruimte (in m2, waaronder kantoordeel, ondergrens 750 m2)
3.3 Herstructurering bedrijventerreinen Een schets van de herstructureringsopgave
Begin 2010 hebben de provincie Noord-Holland en Plabeka samen met het PHB (Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen) een onderzoek laten uitvoeren naar de herstructureringsopgave voor bedrijventerreinen in de Metropoolregio. De belangrijkste bevindingen van het onderzoek waren: 1. Alle deelregio’s kennen een forse herstructureringsopgave, zowel in aantallen projecten als qua hectares. De totale herstructureringsopgave bedraagt 3.075 ha onderverdeeld in vijf typen herstructurering. De drie belangrijkste typen herstructurering (zie tabel 3.1) kennen een opgave van 2.211 ha.
2. In alle deelregio’s in Noord-Holland ligt een flinke revitaliseringsopgave. In Amsterdam en IJmond-Haarlem is meer zware revitalisering nodig. Herprofilering speelt met name in Amsterdam, zowel in oppervlakte als in aantallen projecten. In Amsterdam staan tevens relatief veel bedrijventerreinen (of delen van terreinen) op de nominatie om getransformeerd te worden. 3. Een groot deel van de herstructureringsopgave (in totaal 26% van de totale opgave qua oppervlakte en 11% van het aantal projecten) is gesitueerd op de haventerreinen. 4. In totaal – alle typen herstructurering tezamen (dus 3.075 ha) – gaat het om 140 herstructureringslocaties. Van de 140 locaties liggen er 127 in Noord-Holland en 13 in Flevoland. Van de 127 Noord-Hollandse projecten waren er volgens de gemeente op 1-1-2010 28 (920 ha) ‘in uitvoering’ (schop in de grond). 5. Ten tijde van de inventarisatie in 2010 schatten de gemeente in dat tot 2013 er nog 62 projecten (1.400 ha) opgestart zouden moeten worden. Voor de periode 2014-2020 zouden dat er nog eens 45 (550 ha) zijn. 6. De verwachting is dat er – door uitvoering van herstructureringsprojecten - tussen 2010 en 2020 meer dan 300 ha bedrijventerrein getransformeerd zal worden naar woningbouw. Tussen 2005 en 2007 is er (indicatief) reeds 70 ha bedrijventerrein onttrokken aan de voorraad door transformatie (Bron: vorige monitors Plabeka).
HIRB subsidies
De provincie Noord-Holland stimuleert sinds 2004 de herstructurering van bedrijventerreinen middels het HIRB-subsidieprogramma. Gemeenten kunnen een aanvraag indienen voor een financiele bijdrage van de provincie om een deel van de kosten die in het herstructureringsproces gemaakt worden vergoed te krijgen. De huidige HIRB regeling loopt nog door tot 2013. In totaal is er sinds 2004 (tot en met de laatste tender van 2010) bijna € 34 miljoen van de provincie naar 50 bedrijventerrein-projecten in de MRA geinvesteerd.
40 Figuur 3.7 De aan MRA-gemeenten verleende HIRB subsidies vanaf 2004 Gehonoreerde HIRB subsidies voor fysieke investeringen/ verbeteringen van bedrijventerreinen vanaf 2004
Aantal gehonoreerde HIRB subsidieprojecten voor fysieke investeringen/verbeteringen van bedrijventerreinen vanaf 2004
12.000.000
14
10.000.000
12 10
8.000.000 €
2010 2009-II 2009-I 2008 2007 2006 2005 2004
8
6.000.000
6
4.000.000
4
2.000.000
2 0
0 Amstelland- Amsterdam Gooi en Meerlanden Vechtstreek
IjmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Amstelland- Amsterdam Gooi en Meerlanden Vechtstreek
IjmondHaarlem
ZaanstreekWaterland
Bron: Provincie Noord-Holland (2011), bewerking Bureau BUITEN
Figuur 3.8 Prioriteringssystematiek van herstructureringsprojecten in het PHP Noord-Holland*
A Bedrijventerreinen waarbij door veroudering de druk op het functioneren groot is waardoor een hoge urgentie aanwezig is voor herstructurering. De economische en sociale meerwaarde van herstructurering op deze terreinen is groot en het voorgestelde herstructureringsproject is (binnen de gestelde termijn tot en met 2013) in hoge mate uitvoerbaar. B Net als bij A is de urgentie tot herstructurering groot. Door 1 of meer oorzaken (zoals ontbreken van middelen of menskracht of planologische belemmeringen) is de mate van uitvoerbaarheid echter relatieflaag. C Bij deze terreinen staat het bedrijfseconomisch functioneren minder onder druk dan bij A en B. De economische en sociale meerwaarde van de herstructurering is dan ook lager. Wel is het herstructureringsproject binnen de gestelde termijn tot en met 2013 in hoge mate uitvoerbaar. D Deze terreinen combineren een beperkte problematiek met een lage mate van Uitvoerbaarheid. *Alleen de bedrijventerreinen in de categorieën At/m C komen in aanmerking voor een HIRB subsidie. De terreinen in de categorie D niet. Bron: Provincie Noord-Holland (2010), PHP
Tabel 3.2 Voortgang herstructurering in de MRA en betrokkenheid PHB Plabeka deelregio
Totale opgave (revit./herprof.) 2010-2020
Stand 1-1-2010: ‘lopend’ of ‘start 2010-2013’
Stand 1-1-2011: uitgevoerd of in uitvoering*
Aantal terreinen met PHBbetrokkenheid
Almere-Lelystad
8
3
0
1
Amstelland-Meerlanden
20
17
10+1**
15
Amsterdam
17
15
7+3**
4
Gooi en Vechtstreek
15
12
4
3
IJmond-Haarlem
9
9
5
1
Zaanstreek-Waterland
17
6
4
4
Metropoolregio
86
62
30+4**
28***
* Dit zijn projecten waarvan de gemeenten in de meest recente provinciale monitor hebben aangegeven dat ze ‘In Uitvoering’ zijn. In andere gevallen heeft de gemeente aangegeven dat het project in ‘studie of plan’ is, maar waarvoor wel al ooit (sinds 2004) een HIRB subsidie voor fysieke investeringen is ontvangen. **Er zijn 4 projecten waar momenteel een fysiek herstructureringsproces aan de gang is dat is gestimuleerd middels een HIRB-fysiek subsidie, maar die in 2010 niet door de gemeente is opgegeven in de inventarisatie: Bedrijvencentrum Osdorp, WCW en het Polderweggebied (Amsterdam) en Hoofddorp-Noord (Haarlemmermeer). De overige 30 projecten uitgevoerd/in uitvoering op 1-1-2011 staan in bijlage VII opgesomd. ***De 28 projecten waar het PHB bij betrokken is zijn niet per sé projecten waar al een schop in de grond is gegaan. Deze 28 projecten komen dus niet 1 op 1 overeen met de 30+4 projecten die op 1-1-2011 zijn uitgevoerd of in uitvoering zijn. Bron: Combinatie van gegevens van PHB (2011), Monitor Bedrijventerreinen Provincie Noord-Holland (2011), HIRB Provincie Noord-Holland (2011) en Bureau BUITEN (2010), onderzoek Aanscherping Herstructureringsopgave bedrijventerreinen Metropoolregio Amsterdam, opgave gemeenten
41
In onderstaand figuren is weergegeven waar de HIRB subsidies de laatste jaren in de MRA terecht zijn gekomen. Voor iedere deelregio is het totaalbedrag aan ontvangen HIRB-subsidies af te lezen (zoals € 10 miljoen voor IJmond-Haarlem) en ook het aantal projecten dat door de provincie financieel is ondersteund (bijvoorbeeld: 12 projecten in Amstelland-Meerlanden). De subsidies voor onderzoek en procesmanagement zijn hierbij niet meegenomen. In de figuren zijn alleen de subsidies meegenomen waardoor er écht een schop de grond is gegaan voor fysieke verbetering van het terrein.
De Provinciale Herstructurerings Programma’s (PHP) Noord-Holland en Flevoland De bedrijventerreinen die in de periode 2010-2013 in aanmerking komen voor HIRB subsidies staan opgenomen in tabellen in het Provinciaal Herstructurerings Programma Noord-Holland. De provincie Noord-Holland heeft een rol bij het stimuleren van revitaliseren, herprofileren en ook bij het uitvoeren facelift- en/of transformatieoperaties op terreinen. Bij de uitvoering hebben de gemeenten de belangrijkste rol. De terreinen in het PHP zijn ingedeeld in de categorieën zoals omschreven in figuur 3.8.
inventarisatie hebben opgegeven. De terreinen de Vaart en de Steiger (Almere) zullen de eerste terreinen zijn die de komende jaren voor herstructurering in aanmerking zullen komen.
Het Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen MRA (PHB)
Op initiatief van Plabeka staan sinds 1 oktober 2009 zes regionale accountmanagers van het PHB ter beschikking aan alle MRA-gemeenten om herstructureringsprocessen te ondersteunen. Dat kan zijn in de vorm van een vrijblijvend en/of oriënterend advies, procesmanagement of advisering omtrent subsidies. Sinds 2009 is het PHB betrokken geweest bij herstructureringsprocessen op 28 bedrijventerreinen, met name in de regio Amstelland-Meerlanden (zie tabel 3.2).
De herstructurering komt op gang, maar er is nog een lange weg te gaan...
Het PHP is een uitvloeisel van het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020 dat IPO en VNG in 2009 met het rijk hebben gesloten. Als onderdeel van dat convenant stelde het rijk € 400 mln ter beschikking aan de 12 provincies als zij meer de regie zouden nemen bij de bedrijventerreinplanning en actie zouden ondernemen in het versneld wegwerken van de (landelijk aanwezige) herstructureringsopgave. Alle provincies hebben daarom een PHP opgesteld waarin duidelijke prioriteiten worden gegeven en kaders worden geschetst hoe de provincies daar invulling aan willen geven. Noord-Holland heeft ervoor gekozen om de rijksgelden te koppelen aan het HIRBsubsidieprogramma om zo efficiënt en gericht mogelijk te kunnen investeren. In Flevoland is de noodzaak tot herstructurering momenteel nog niet zo groot als op het oude land. De provincie Flevoland heeft dan ook geen cofinanciering beschikbaar voor het herstructureren van de terreinen die Almere en Lelystad ten tijde van de
Voor meer informatie omtrent het PHB verwijzen wij naar de website http://www.projectbureauherstructurering.nl/.
Voortgang herstructurering
Uit tabel 3.2 blijkt dat de betrokkenheid van het PHB en de HIRB-subsidies die de provincie ter beschikking stelt om herstructurering te stimuleren (zie figuur 3.7) zijn vruchten afwerpt. In 2010 werd bekend dat de totale herstructureringsopgave in de MRA 140 projecten betreft, waarvan bij ongeveer 90 terreinen voornamelijk revitalisering of herprofilering aan de orde zou zijn (het type projecten die de provincie Noord-Holland middels het HIRBprogramma ondersteunt). Van die 90 projecten die toen zijn opgegeven waren er toen al ongeveer 60 in uitvoering, of werd verwacht dat bij die projecten voor 2013 een schop in de grond zou gaan.
Momenteel (peildatum 1-1-2011) is er op ruim de helft van die terreinen (34 om precies te zijn) een herstructureringsproject in uitvoering of in 2010 afgerond. In 2011 en 2012 zullen er dus nog ongeveer 25 nieuwe herstructureringsprojecten concreet moeten worden opgepakt en/of aangejaagd. Op welke terreinen er nog een opgave ligt en welke terreinen Plabeka als ‘prioritair project’ heeft bestempeld in de nieuwe Uitvoeringsstrategie 2010-2040 staat in bijlage VII weergegeven.
42
Tabel 3.3 Voortgang herstructurering in de MRA in hectares (stand 1-1-2011) Plabeka deelregio
Bron gegevens:
Almere-Lelystad
Totale opgave (revit./herprof.) 2010-2020
Stand 1-1-2010: ‘lopend’ of ‘start 2010-2013’
Stand 1-1-2011: uitgevoerd of in uitvoering**
Bureau BUITEN (april 2010)
Bureau BUITEN (april 2010)
Monitor Bedrijventerreinen Noord-Holland (aug 2011)
195*
96*
0***
435*
408*
266***
Amsterdam
609*
423**
235***
Gooi en Vechtstreek
230*
213*
109***
IJmond-Haarlem
281*
275*
139***
Zaanstreek-Waterland
463*
333*
323***
Metropoolregio
2.211
1.748
1.072***
Amstelland-Meerlanden
*In de inventarisatie uit 2010 is de herstructureringsopgave op het Amsterdamse Vervoerscentrum en op de Zaanse haventerreinen Westerspoor Zuid, Hembrug en Achtersluispolder ten onrechte toegekend aan de deelregio IJmond-Haarlem. Deze correctie is in bovenstaande tabel doorgevoerd. ** Dit zijn projecten waarvan de gemeenten in de meest recente provinciale monitor hebben aangegeven dat ze ‘In Uitvoering’ zijn. In andere gevallen heeft de gemeente aangegeven dat het project in ‘studie of plan’ is, maar waarvoor wel al ooit (sinds 2004) een HIRB subsidie voor fysieke investeringen is ontvangen. ***Er zijn 4 projecten waar momenteel een fysiek herstructureringsproces aan de gang is dat is gestimuleerd middels een HIRB-fysiek subsidie, maar die in 2010 niet door de gemeente is opgegeven in de inventarisatie. De hectares van deze projecten zijn daarom ook niet meegenomen in deze tabel. Bron: Provincie Noord-Holland (2011) en Bureau BUITEN (2010), onderzoek Aanscherping Herstructureringsopgave bedrijventerreinen Metropoolregio Amsterdam, opgave gemeenten.
43
Als wordt gekeken naar de voortgang van de herstructurering qua aantal ha dan levert dit het beeld op uit tabel 3.3. Tot 2013 zou er 1.750 ha opgepakt moeten zijn. Op dit moment zijn er op 1.070 ha herstructureringsactiviteiten in uitvoering of afgerond. Voor de komende twee jaar ligt er dus een opgave om nog 700 ha aan nieuwe projecten in uitvoering te nemen.
De uitdaging
De nog resterende herstructureringsopgave (ca. 700 ha en ca. 25 nieuwe projecten) kan alleen worden opgepakt als de samenwerking tussen overheid (gemeenten en provincies) en het bedrijfsleven (ontwikkelaars, eigenaars en eindgebruikers) soepel verloopt: • de gemeente is in veel gevallen initiatiefnemer en belangrijke financier van herstructureringsprojecten. Zij kunnen deels gratis gebruik maken van de kennis en kunde die in het PHB gebundeld is; • het PHB heeft een essentiële taak als aanjager, klankbord, kennismakelaar en opdrachtnemer van de gezamenlijke partijen die op een locatie een herstructureringsavontuur met elkaar aangaan; • het lokaal georganiseerde bedrijfsleven moet daarbij liefst zo vroeg mogelijk in het proces betrokken worden.
3.4 Plancapaciteit tot 2030 Plancapaciteit zoals opgenomen in Uitvoeringsstrategie 2007 (2006-2030)
In de Uitvoeringsstrategie 2007 hebben de Plabeka-partijen destijds de omvang en fasering van de plancapaciteit van bedrijventerreinen van 2006 tot 2030 per deelregio vastgelegd. Inmiddels zijn er op 23 juni 2011 nieuwe afspraken omtrent de plancapaciteit gemaakt. In voorliggende monitor staan – zoals toegelicht in de inleiding – nog de oude plancapaciteit afspraken centraal. De volgende monitor zoomt in op de (voortgang van de) nieuwe afspraken. In tabel 3.4 zijn de oude afspraken weergegeven: voor iedere deelregio zijn per tijdvak de in ontwikkeling te nemen plannen getoond.
Gemeenten hebben plannen verder uitgefaseerd of geschrapt
Succesvolle herstructurering kan alleen als de gebruikers daadwerkelijk zeggenschap hebben over de wijze van uitvoering en ook betrokken blijven bij het duurzaam beheer van het geherstructureerde terrein. De ervaring leert dat er vaak op één terrein meerdere ingrepen na elkaar moeten worden ondernomen om de kwaliteit van het terrein duurzaam te verhogen. Meerdere herstructureringsprocessen die na elkaar worden ondernomen leveren in sommige gevallen trajecten op die meer dan 10 jaar kunnen duren. Zo is men momenteel op Waarderpolder in Haarlem aan het 6e herstructureringsproject bezig en op Ahchtersluispolder in Zaanstad aan het 4e. Met één herstructureringsproject op een terrein is het dus vaak nog niet klaar.
In totaal was de opgave om in de periode 2006-2030 1.800 ha netto nieuwe bedrijventerrein te reserveren en uit te geven. Deze zou met name in Almere en de Meerlanden/ Schiphol gerealiseerd moeten worden.
In de monitor publicatie van vorig jaar is het aanbod vanaf 2010 tot 2030 op een rij gezet. Omdat Plabeka inmiddels (middels vaststelling van de nieuwe Uitvoeringsstrategie) zijn blik naar voren heeft geworpen (horizon op 2040) en ook Lelystad lid is geworden, zullen in de hierna volgende tabellen – ten opzichte van tabel 3.4 – een extra kolom (namelijk tijdvak 2030 - 2039) en een extra rij (Lelystad) worden toegevoegd. Zo kan duidelijk en transparant worden bezien hoe het aanbod zich ontwikkelde het afgelopen jaar. De hoofdconclusie uit de monitor van vorig jaar was dat in vrijwel alle deelregio’s de plannen – waarschijnlijk vanwege de ook toen reeds tegenvallende uitgiftecijfers – deels naar achter geschoven waren in de tijd om een te groot overaanbod te voorkomen en risico’s op verminderde afzetkansen te verkleinen.
Resterende plancapaciteit (2011-2040)
In 2006/2007 was er ongeveer 750 ha netto bedrijventerrein beschikbaar voor de directe verkoop (zie tabel 3.4). Dat was exclusief Lelystad, dat toen nog geen lid was van de MRA.
44
Tabel 3.4 Uitvoeringsstrategie 2007: plancapaciteit bedrijventerreinen 2006 t/m 2030 (in netto ha, peildatum 1-1-2006, harde en zachte plannen)
Plabeka deelregio
Plancapaciteit 2006-2009
Plancapaciteit 2010-2019
Plancapaciteit 2020-2029
Plancapaciteit 2030-2039
Totaal 2006-2029
161,3
191,6
327,0
nvt
679,9
Amstelland-Meerlanden
194,6
385,3
0,0
nvt
579,9
Amsterdam
223,5
18,3
0,0
nvt
241,8
97,0
68,0
29,0
nvt
194,0
71,7
24,6
0,0
nvt
96,3
Almere
Gooi en Vechtstreek IJmond-Haarlem Zaanstreek-Waterland Metropoolregio (excl. Lelystad)
0,0
24,5
0,0
nvt
24,5
748,1
712,3
356,0
nvt
1.816,4
Bron: Uitvoeringsstrategie Plabeka (2007, bijlage 4)
Tabel 3.5 Plancapaciteit bedrijventerreinen 2011 t/m 2040 (in netto ha, peildatum 1-1-2011, harde en zachte plannen) Plabeka deelregio
Uitgifte 2006 t/m 2010
2011-2019
2020-2029
2030-2039
2011 t/m 2039
36,7
73,2
381,3
0,0
454,5
Amstelland-Meerlanden
37,4
426,8
68,9
375,0
870,7
Amsterdam
61,9
123,3
67,2
0,0
190,5
Almere
Gooi en Vechtstreek
0,8
27,5
0,8
0,0
28,3
IJmond-Haarlem
13,4
42,5
16,0
0,0
58,5
Zaanstreek-Waterland Metropoolregio (excl. Lelystad) Lelystad Metropoolregio (incl. Lelystad)
43,7
84,5
47,0
0,0
131,5
193,9
777,8
581,2
375,0
1.734,0
26,2
77,6
419,1
0,0
496,7
220,1
855,4
1.000,3
375,0
2.230,7
Bron: Monitor Bedrijventerreinen provincie Noord-Holland 2011, Monitor Bedrijventerreinen provincie Flevoland 2011, bewerking door Bureau BUITEN
45
In totaal is er – exclusief Lelystad - tussen 1-1-2006 en 1-1-2011 ongeveer 200 ha netto uitgegeven (zie tabel 3.5), zo blijkt uit deze editie van de Plabeka Monitor. Conclusie: er was vanaf 2006 een vrij ruim aanbod aan vestigingslocaties voorhanden in de MRA. Daarvan is uiteindelijk ruim een kwart opgenomen door de markt (tot januari 2011). MRA-breed kan de volgende inhoudelijke conclusie getrokken worden: als er van de 1.800 ha 200 ha zijn uitgegeven, zou er in theorie momenteel (op 1-1-2011) nog ongeveer 1.600 ha netto aan plancapaciteit voorhanden moeten zijn tot 2030. Dat blijkt echter flink minder te zijn: tabel 3.5 wees uit dat er een aanbod van 1.360 ha resteert tot 2030. Na 2030 resteert overigens nog een capaciteit van circa 375 ha. Ten opzichte van peildatum januari 2010 is de plancapaciteit in het tijdvak 2030-2039 momenteel overigens circa 100 ha minder. Bepaalde plannen voor nieuwe bedrijventerreinen zijn de afgelopen jaren – sinds 2007 – dus door MRA gemeenten geschrapt. Gemeenten hebben al voordat ze de nieuwe Plabeka afspraken ondertekenden op 23 juni 2011 (‘wij reduceren de totale plancapaciteit tot 2040 met 514 ha ’) geanticipeerd op achterblijvende uitgiftecijfers. De uitkomsten van de Plabeka Monitor wezen de laatste jaren ook al die kant op. Het analyseren van de ontwikkeling van de plancapaciteit op een lager schaalniveau (dat van de deelregio’s en de werklocaties) is een meer ingewikkelde klus. Om dat te kunnen doen is de resterende plancapaciteit in bijlage VIII uitgesplitst per subdeelregio naar bedrijventerrein, gemeente, tijdvak en peildatum vanaf de vorige monitor (1-1-2010). Uit die tabellen komt duidelijk naar voren dat er in meerdere gevallen jaarlijks stevige fluctuaties in de omvang en fasering van de aanbodcijfers per terrein geregistreerd worden. Doordat de kwaliteit van de geregistreerde data en respons ieder jaar weer varieert (ook ten opzichte van de gegevens die het jaar ervoor zijn aangeleverd), is het moeilijk om tot een consistente monitoring op subregionale schaal en op terreinniveau te komen. Dit punt dient nadrukkelijk onderdeel te zijn van de verbeteropgave van de Plabeka Monitor voor de komende jaren. Zonder goede en consistente aanlevering van data kan Plabeka niet goed monitoren of aan de afspraken, zoals die inmiddels op de schaal van locaties gemaakt zijn, wordt voldaan.
3.5 Conclusie Afspraken uitvoeringsstrategie 2007
De belangrijkste afspraken die in de Uitvoeringsstrategie uit februari 2007 met betrekking tot bedrijventerreinen zijn gemaakt luiden: • Vastgesteld wordt dat ten opzichte van het Structuurschema de planvoorraad van bedrijventerreinen lager is dan de geprognosticeerde vraag. Gelet op de krapte in het aanbod van bedrijventerreinen is het noodzakelijk dat alle partijen de in de Uitvoeringsstrategie vastgelegde omvang en fasering van de plannen ten aanzien van bedrijventerreinen ook daadwerkelijk zullen realiseren. • De regio kent een grote herstructureringsopgave. Daarom probeert Plabeka om te komen tot een regionaal herstructureringsprogramma. • Het is noodzakelijk dat er – gelet op de lange ontwikkelingsduur van bedrijventerreinen – tijdig geanticipeerd wordt op de voorziene tekorten. Dit betekent dat de komende jaren benut moeten worden om de verschillende langetermijnopties – onder meer zoals in deze Uitvoeringsstrategie benoemt – allemaal serieus onderzocht worden. Hierover maken de direct betrokkenen procesafspraken.
Feitelijke, gerealiseerde vraag vs vraagprognose Uitvoeringsstrategie 2007
Uit figuur 3.9 kan worden opgemaakt hoe de feiten overeenkomen met de prognoses uit 2007. De paarse staafjes geven de bandbreedte aan tussen het hoogste en laagste scenario die destijds zijn opgesteld. Ze geven de jaarlijkse prognose van de vraag weer tot 2030, op basis waarvan vraag en aanbod volgens de Uitvoeringsstrategie-afspraken uit 2007 richting evenwicht zijn gebracht. De oranje staafjes geven de feitelijk gerealiseerde uitbreidingsvraag weer: dit is de totale jaarlijkse uitgifte van bedrijventerreinen in de MRA sinds 2000. Net als in de monitors van de vorige jaren moet de conclusie worden getrokken dat de feitelijke uitgifte niet in de buurt komt van het laagste geprognosticeerde scenario. Dit is één van de redenen geweest om te besluiten de Uitvoeringsstrategie-afspraken uit 2007 in juni 2011 grondig te herzien.
Figuur 3.9 Vraagscenario’s* bedrijventerreinen Uitvoeringsstrategie 2007 (‘verwachte uitgifte per jaar tussen 2005 en 2030’) Behoefteraming 2005-2030 vs feitelijke vraagontwikkeling uitgifte bedrijventerreinen 2000 2000 t/m 2010 excl.ha, Lelystad) afgezet tegen feitelijke vanaf (in(MRA, netto excl. Lelystad)
120
Prognose jaarlijkse uitgifte volgens hoogste scenario (GE) Prognose jaarlijkse uitgifte volgens laagste scenario (RC) Feitelijke, gerealiseerde uitgifte
100
80
Netto ha
60
40
20
29
28
20
27
20
26
20
25
20
24
20
23
20
22
20
21
20
20
20
19
20
18
20
17
20
16
20
15
20
14
20
13
20
12
20
11
20
10
20
09
20
08
20
07
20
06
20
05
20
04
20
03
20
02
20
01
20
20
00
0
20
46
*GE=Global Economy en RC=Regional Communities. Dit zijn economische groeiscenario’s van het CPB die aan de basis liggen van de vigerende behoefteraming. Bron: Uitvoeringsstrategie Plabeka (2007) en Monitor Plabeka 2011
47
Monitor van de plancapaciteit
In de uitvoeringsstrategie is vastgelegd dat alle partijen, gelet op de voorziene krapte in het aanbod van bedrijventerreinen, de omvang en fasering van de plannen ook daadwerkelijk zullen realiseren. Uit de monitor van vorig jaar bleek al dat die krapte voor op de markt voor bedrijventerreinen veel minder aan de orde is dan gedacht. De feitelijke vraag is in bepaalde delen van de MRA ver achtergebleven bij de prognose waarop het aanbod destijds was afgesteld, zodat er zich een situatie van overaanbod aandeed. MRA-breed kan de volgende inhoudelijke conclusie getrokken worden: als er van de 1.800 ha 200 ha zijn uitgegeven, zou er in theorie momenteel (op 1-1-2011) nog ongeveer 1.600 ha netto aan plancapaciteit voorhanden moeten zijn tot 2030. Dat blijkt echter flink minder te zijn: tabel 3.5 wees uit dat er een aanbod van 1.360 ha resteert tot 2030. Na 2030 resteert overigens nog een capaciteit van circa 375 ha. Ten opzichte van peildatum januari 2010 is de plancapaciteit in het tijdvak 2030-2039 momenteel overigens circa 100 ha minder.
Overige conclusies
• Transacties van bestaande bedrijfsruimten verder gedaald, aanbod flink omhoog: d e afgelopen jaren zijn er steeds tussen de 300.000 en 600.000 m2 aan transacties voor bedrijfsruimten geregistreerd in de MRA door de onderzoeksbureaus Vastgoedmarkt en PropertyNL. Indicatief betekent dit - omgerekend naar hectares bij een FSI van 0,7 - ongeveer 45 tot 80 ha aan transacties op bestaande bedrijventerreinen per jaar. Ten opzichte van de gemiddelde jaarlijkse uitgifte van nieuwwbouwkavels (±40 tot 45 ha per jaar) kan geconcludeerd worden dan een substantieel deel van de ruimtelijk economische dynamiek in de regio plaatsvindt op bestaande bedrijventerreinen.
De gerealiseerde uitgiftes blijven achter bij de prognoses uit 2007
Bepaalde plannen voor nieuwe bedrijventerreinen zijn de afgelopen jaren – sinds 2007 – dus door MRA gemeenten geschrapt. Gemeenten hebben al voordat ze de nieuwe Plabeka afspraken ondertekenden op 23 juni 2011 (‘wij reduceren de totale plancapaciteit tot 2040 met 514 ha ’) geanticipeerd op achterblijvende uitgiftecijfers. De uitkomsten van de Plabeka Monitor wezen de laatste jaren ook al die kant op. Terwijl het aanbodcijfer van met name terstond uitgeefbare terreinen eigenlijk alleen zou moeten kunnen dalen bij uitgifte van terreinen (en uiteraard ook bij administratieve correcties), lijken de fluctuaties in de jaarlijkse aanbodregistratie per jaar per terrein aan meer factoren te wijten dan alleen uitgifte. Een mogelijke verklaring is dat de cijfers op terreinniveau niet alle jaren door dezelfde medewerker (en op dezelfde consistente manier) zijn ingevuld. Daarom worden de gemeenten geadviseerd om één vast contactpersoon verantwoordelijk te maken voor de interne dataverzameling en dataoverdracht richting provincie.
Het aantal transacties is in 2010 met 25% gedaald ten opzichte van 2009. In 2010 werd ‘slechts’ 233.000 m2 bedrijfsruimte verhuurd of verkocht aan een nieuwe eindgebruiker tegenover ruim 300.000 m2 in 2009. Het aanbod van bedrijfsruimten is in diezelfde periode gestegen met 26% naar bijna 1,6 mln m2 aangeboden bedrijfsruimte in december 2010. Omgerekend naar ha (onder de grove aanname van een FSI van 0,7) staan in de MRA momenteel 225 ha bedrijventerreinkavels met aangeboden bedrijfsruimtes erop. Deze cijfers geven een indicatie van de ontwikkelingen op bestaande terreinen. • H erstructurering bedrijventerreinen komt op gang maar er is nog een lange weg te gaan: o ndanks het feit dat in de MRA qua herstructurering van bedrijventerreinen veel gebeurt blijft het tekort aan financiële middelen en capaciteit bij gemeenten om de enorme herstructureringsopgave op bedrijventerreinen en zeehaventerreinen weg te werken een knelpunt. De MRA staat voor een grote financiële en organisatorische opgave om voor 2020 aan de herstructureringsambities te voldoen. Het feit dat er vaak meerdere investerings- en herstructureringsrondes moeten worden ingezet
48
voordat een terrein volledig en succesvol is geherstructureerd speelt hierbij mee. Het PHB en de HIRB subsidies zijn belangrijke elementen in het aanjagen van herstructureringsprocessen, zo is gebleken.
Advies aan gemeenten
Terwijl het aanbodcijfer van met name terstond uitgeefbare terreinen eigenlijk alleen zou moeten kunnen dalen bij uitgifte van terreinen (en uiteraard ook bij administratieve correcties), lijken de fluctuaties in de jaarlijkse aanbodregistratie per jaar per terrein aan meer factoren te wijten dan alleen uitgifte. Een mogelijke verklaring is dat de cijfers op terreinniveau niet alle jaren door dezelfde medewerker (en op dezelfde consistente manier) zijn ingevuld. Daarom worden de gemeenten geadviseerd om één vast contactpersoon verantwoordelijk te maken voor de interne dataverzameling en dataoverdracht richting provincie. Daarbij is een eigen, interne monitoringssystematiek die gebaseerd is op de definities, uitgangspunten en structuur van de Plabeka Monitor onontbeerlijk.
4
Ontwikkelingen zeehaventerreinen MRA
49
50
Tabel 4.1 Economische prestatie havens NZKG in nationaal perspectief (2009) Werkzame personen in 2009 Zeehaven Rotterdam Noordzeekanaalgebied
Aandeel wp
Toegevoegde waarde in 2009 (x€ 1 mrd)
Aandeel tw
74.131
45%
10,1
49%
33.893
21%
3,5
17%
Overige havens Rijn- en Maasmond
32.298
20%
3,3
16%
Overig NL
23.065
14%
3,6
17%
Totaal Nederlandse havens
163.387
100%
20,5
100%
Bron: Erasmus Universiteit Rotterdam (mei 2011), De economische betekenis van Nederlandse zeehavens, bewerking Bureau BUITEN
Figuur 4.1 Overzichtskaart bedrijventerreinen in het Noordzeekanaalgebied
Bron: Monitoring Bedrijventerreinen Masterplan Noordzeekanaalgebied 2009
4
51
Ontwikkelingen zeehaventerreinen MRA
In dit hoofdstuk staan de ontwikkelingen op het gebied van zeehaventerreinen centraal. Het betreft de terreinen die toebehoren aan het werkveld van het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied.
9.000 tot 10.000 mensen), Westerspoor Zuid te Zaanstad (4.753 arbeidsplaatsen), De Pijp (Beverwijk, met 4.643 arbeidsplaatsen) en in Amsterdam de Hemhavens (4.307 arbeidsplaatsen) en de Westhaven (4.290 arbeidsplaatsen) (Bron: projectbureau NZKG, nov. 2009).
4.1 Het Noordzeekanaalgebied
Segmentering van zeehaventerreinen
Masterplan Noordzeekanaalgebied
Van de 26 terreinen die het Masterplan NZKG staan opgenomen worden de ontwikkelingen op 21 terreinen actief door het projectbureau gemonitord. Dit aangezien een aantal terreinen als strategische reserve locatie fungeren en daardoor nu nog niet beschikbaar zijn voor de markt. In onderstaande kaart zijn alle bedrijventerreinen die een relatie met de haven hebben opgenomen. Het is het gebied dat direct grenst aan het Noordzeekanaal en de terreinen langs de Zaan, en omvat terreinen op het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Zaanstad, Beverwijk en Velsen.
Het Noordzeekanaal in nationaal perspectief
Net als Plabeka onderscheidt het projectbureau Masterplan NZKG twee segmenten aan zeehaven terreinen: • Kadegebonden (of ‘natte’) zeehaventerreinen: Dit zijn terreinen met een laadloskade langs diep vaarwater, toegankelijk voor grote zeeschepen. Bedrijven uit de milieucategorieën 2 t/m 5 zijn hier toegestaan. Deze terreinen zijn in principe bedoeld voor bedrijven die een directie relatie hebben met de haven: vandaar dat Plabeka de term ‘kadegebonden’ hanteert. • Havengerelateerde ( of ‘droge’) zeehaventerreinen: Dit zijn zeehaventerreinen die op een grotere afstand van de kade liggen. Ze zijn bedoeld voor grootschalige en/of milieuhinderlijke activiteiten die vaak een relatie met de zeehaven hebben. Havengerelateerde bedrijven kunnen hier hun plek vinden.
Het Noordzeekanaalgebied is een belangrijke motor van de economie van de MRA
Uit recent onderzoek van de Erasmus Universiteit (mei 2011) naar de economische betekenis van Nederlandse zeehavengebieden blijkt de belangrijke rol van het Noordzeekanaalgebied in nationaal perspectief (zie tabel 4.1). In het NZKG zijn ongeveer 34.000 personen werkzaam. Dat is 21% van alle zeehavengerelateerde werkgelegenheid in Nederland. Daarnaast produceert het Noordzeekanaal volgens dit onderzoek jaarlijks voor bijna € 3,5 miljard aan toegevoegde waarde. Dit is ongeveer 1/6e deel van alle waarde die wordt toegevoegd in de Nederlandse havens. Op de bedrijventerreinen langs het kanaal zijn ongeveer 30.000 personen werkzaam bij maritieme bedrijven (Bron: projectbureau NZKG, stand 1-1-2008). Terreinen met veel werkgelegenheid in het NZKG zijn TATA/Corus (op 788 hectare werken ruim
Daarnaast monitort het projectbureau een aantal regionale bedrijventerreinen in de buurt van de haven. Dit omdat ook hier veel bedrijvigheid een indirecte relatie heeft met de zeehaven. Deze terreinen zijn bestemd om lokale en regionale bedrijvigheid te faciliteren. Ten opzichte van voorgaande jaren heeft het Projectbureau NZKG een deel van de bedrijventerreinen die voorheen onder de categorie droge zeehaventerreinen vielen nu onder de categorie overig droog laten vallen. Daardoor spoort de monitor van het projectbureau dit jaar beter met de Plabeka monitor dan de vorige monitor publicaties.
Figuur 4.2 Uitgifte zeehaventerreinen in het Noordzeekanaalgebied 2000-2010 (in netto ha) Uitgifte van zeehaventerreinen NZKG 2000 t/m 2010 (netto ha.)
90 Havengerelateerd
80
Kadegebonden
70 Uitgifte (netto ha.)
52
60 50 40 30 20 10 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Gem. uitgifte 2000-2010
Bron: Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka 2009-2010 en Monitoring Bedrijventerreinen Masterplan Noordzeekanaalgebied 2010
Tabel 4.2 Uitvoeringsstrategie 2007: plancapaciteit zeehaventerreinen 2006 t/m 2030
Tabel 4.3 Monitor Uitvoeringsstrategie: resterende plancapaciteit zeehaventerreinen vanaf 2011
(in netto ha, peildatum 1-1-2006)
Kadegebonden
Amsterdam IJmond Zaanstad Totaal
Havengerelateerd
Amsterdam IJmond Zaanstad Totaal
Zeehaventerreinen Metropoolregio
(in netto ha, peildatum 1-1-2011)
Plancapaciteit 2006-2009*
Plancapaciteit 2010-2019**
Plancapaciteit 2020-2029**
Totaal 2006-2030
265,2
12,4
12,4
290,0
32,7
10,5
10,5
53,7
27,0
87,5
87,5
202,0
324,9
110,4
110,4
545,7
131,3
131,3
1,5
1,5
–
–
–
132,8 457,7
– 132,8
110,4
110,4
678,5
Direct uitgeefbaar (binnen 1 jaar, gerekend vanaf 1-1-2011) Kadegebonden
209,7
Niet direct uitgeefbaar
Onzekere capaciteit*
175,0
24,8
Totaal uitgeefbaar
Uitgifte 2006 t/m 2010**
409,5
170,3
Havengerelateerd
93,6
18,0
20,3
131,9
40,2
Zeehaventerreinen Metropoolregio
303,3
193,0
45,1
541,4
210,5
* De onzekere capaciteit betreft het kadegebonden ADM terrein (24,8 ha) in de Amerikahaven Amsterdam en qua havengerelateerd de Afrikahaven Amsterdam (incl. Atlaspark, 20,3 ha). **Deze uitgifte is geregistreerd op alle Masterplan NZKG terreinen segmenten ‘maritiem’ en ‘droog’, exclusief de ± 40 ha uitgifte vanaf 1-1-2006 t/m 1-1-2011 in het segment ‘overig droog’.
*Harde plancapaciteit
Bron: Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka 2009-2010 en Monitoring Bedrijventerreinen Masterplan Noordzeekanaalgebied 2010, bewerking
**Zachte capaciteit 2010-2030: Wijkermeerpolder Zaanstad (175 ha), ADM terrein Amerikahaven (24,8 ha), Averijhaven Velsen (15 ha) en Oostoever
Bureau BUITEN
Zijkanaal A Beverwijk (6 ha). Bron: Uitvoeringsstrategie Plabeka (2007)
53
4.2 Uitgifte zeehaventerreinen 2010 Uitgifte 2010 in historisch perspectief
Daar waar de uitgifte van havengerelateerde terreinen redelijk op peil is gebleven (2010: 5,2 ha tegenover 5,1 ha in 2008 en 8,0 ha in 2009) is de uitgifte van kadegebonden terreinen dit jaar minimaal geweest. In 2010 werd er voor 2,6 ha aan kadegebonden terreinen uitgegeven terwijl dit de jaren daarvoor altijd minimaal 8 ha was. In figuur 4.2 worden deze cijfers afgezet tegen de uitgiftes vanaf 2000. In totaal is er in deze periode van 11 jaar voor 300 ha aan kadegebonden en 55 ha aan havengerelateerde terreinen uitgegeven. Gemiddeld wordt er jaarlijks 27 ha kadegebonden haventerrein uitgegeven en ongeveer 5 ha havengerelateerd. Het meest opmerkelijk in deze tijdreeks zijn de enorm grote uitgiften aan kadegebonden terreinen in de jaren 2006 en 2007. Dit betreft nieuwe terminals voor kolen en olieproducten in de Afrjkahaven. Met gemiddeld 7,5 ha lag de uitgifte van kadegebonden terreinen de laatste 3 jaar substantieel onder het meerjarige gemiddelde van 27 ha. De uitgifte van havengerelateerde terreinen lag daarentegen met 6,4 ha (gemiddeld, gemeten over diezelfde periode van 3 jaar) iets boven het meerjarig gemiddelde (sinds 2000) van 5 ha per jaar.
4.3 Herstructurering zeehaventerreinen In de Uitvoeringsstrategie 2007 is afgesproken met het Bestuursplatform Masterplan Noordzeekanaalgebied dat zij de potenties van de herstructurerings- en intensiveringscapaciteit in het Noordzeekanaalgebied duidelijk in kaart brengt. Daarin wordt voorzien middels de jaarlijkse monitorraportage van het Masterplan. Het meten van onder andere ruimtewinst is een onderdeel van hun monitor. De herstructureringsopgave in de havens is daarnaast in 2010 apart door Plabeka in kaart gebracht (zie paragraaf 3.3). In totaal blijkt 26% van de totale herstructureringsopgave in Noord-Holland op de haventerreinen gelegen te zijn. Er ligt een opgave van meer dan 700 ha. Het betreft 14 van de 127 terreinen/projecten.
De provincie Noord-Holland is inmiddels gestart met het onderzoek naar een optimale benutting van het bestaand havengebied als deelproject van de vastgestelde structuurvisie in 2010. De resultaten daarvan worden in het najaar van 2011 verwacht.
4.4 Plancapaciteit tot 2030 Plancapaciteit zoals opgenomen in Uitvoeringsstrategie 2007
Volgens de vastgestelde Uitvoeringsstrategie 2007 was er op 1 januari 2006 voor 460 ha zeehaventerrein aan harde plancapaciteit (325 ha kadegebonden en 133 ha havengerelateerd). Daarnaast was er nog 220 ha zachte plancapaciteit in voorraad, waarvan het grootste deel (175 ha) de Wijkermeerpolder betrof (zie tabel 4.2).
Resterende plancapaciteit
In tabel 4.3 is de huidige plancapaciteit (stand 1-1-2011) weergegeven. Ten opzichte van de situatie in 2006 kunnen de volgende opmerkingen worden geplaatst: • De Averijhaven Velsen (15 ha) en het Oostoever Zijkanaal A (6 ha) in Beverwijk zijn inmiddels geschrapt uit de zachte en/of onzekere planvoorraad. Voor de Averijhaven bestaan plannen om deze weer als havenbekken te benutten voor het lichteren van bulkschepen. Oostoever Zijkanaal A is door een uitspraak van de Raad van State onbruikbaar als zeehaventerrein. • In de structuurvisie van de provincie Noord-Holland is een strategische reserve voor haventerreinen opgenomen van 175 ha. Mogelijke locaties daarvoor zijn de Houtrakpolder of de Wijkermeerpolder. • Tussen 2006 en 2010 is er 210 ha zeehaventerrein uitgegeven: 170 ha kadegebonden en 40 ha havengerelateerd. Een deel van die uitgifte is op de bestaande terreinen als ruimtewinst/inbreiding gerealiseerd. Meer daarover in het vervolg van deze paragraaf. • Op dit moment is er nog ongeveer 300 ha direct uitgeefbaar: 210 ha kadegebonden terreinen en 94 ha havengerelateerde zeehaventerreinen. Daarnaast is er nog een niet direct uitgeefbare voorraad van 175 ha kadegebonden en 18 ha havengerelateerde kavels (zie tabel 4.3). Er is aanvullend nog een onzekere capaciteit van 45 ha.
Figuur 4.3 Vraagscenario’s* kadegebonden zeehaventerreinen in het NZKG afgezet tegen feitelijke vraagontwikkeling Behoefteraming natte2000 terreinen 2007-2040 vanaf (inNZKG netto ha). vs feitelijke uitgifte 2000 t/m 2010
Tabel 4.4 Uitgeefbaar aanbod kadegebonden terrein naar kavelgrootte Kavelgrootte
90 Prognose jaarlijkse uitgifte kadegebonden terreinen volgens optimistisch (GE) scenario
80
Prognose jaarlijkse uitgifte kadegebonden terreinen volgens pessimistisch (RC) scenario Feitelijke, gerealiseerde uitgifte
70 60 50 40
Aantal kavels
Locatie(s)
> 20 ha
1
Afrikahaven (Amsterdam)
10 – 20 ha
5
Amerikahaven (Amsterdam), Grote Hout (Velsen), Hoogtij (Zaanstad), IJmondhaven (Velsen)
5 – 10 ha
3
Afrikahaven (Amsterdam), Amerikahaven (Amsterdam)
1 - 5 ha
17
Afrikahaven (Amsterdam), Amerikahaven (Amsterdam), Hemhavens (Amsterdam), Hoogtij (Zaanstad), Havens IJmuiden (Velsen), Westhaven (Amsterdam)
Bron: Monitoring Bedrijventerreinen Masterplan Noordzeekanaalgebied 2010
30 20 10
15 20 16 20 17 20 18 20 19 20 20 20 21 20 22 20 23 20 24 20 25 20 26 20 27 20 28 20 29 20 30 20 31 20 32 20 33 20 34 20 35 20 36 20 37 20 38 20 39
14
20
20
20
13
11
12
10
20
20
09
20
08
20
07
20
06
05
20
20
04
20
03
20
02
20
20
20
20
01
00
0
Bron: Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka 2009-2010 en Monitoring Bedrijventerreinen Masterplan Noordzeekanaalgebied 2010
Figuur 4.4 Vraagscenario’s* havengerelateerde zeehaventerreinen in het NZKG afgezet tegen feitelijke Behoefteraming droge zeehaventerreinen NZKG2000 2007-2040 vs feitelijke vraagontwikkeling vanaf (in netto ha).uitgifte 2000 t/m 2010
20 Prognose jaarlijkse uitgifte havengerelateerde terreinen volgens optimistisch (GE) scenario
18
Prognose jaarlijkse uitgifte havengerelateerde terreinen volgens pessimistisch (RC) scenario Feitelijke, gerealiseerde uitgifte
16 14 12 10 8 6 4 2
16 20 17 20 18 20 19 20 20 20 21 20 22 20 23 20 24 20 25 20 26 20 27 20 28 20 29 20 30 20 31 20 32 20 33 20 34 20 35 20 36 20 37 20 38 20 39
20
15
20
14
13
20
20
12
20
11
20
10
20
09
20
08
20
07
20
06
20
05
20
04
20
03
02
20
20
01
20
00
0 20
54
*GE=Global Economy en RC=Regional Communities. Dit zijn economische groeiscenario’s van het CPB die aan de basis liggen van de vigerende NZKG behoefteraming. Bron: Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka 2009-2010 en Monitoring Bedrijventerreinen Masterplan Noordzeekanaalgebied 2010
55
Grootte van kavels in aanbod
De hectares die momenteel nog vrij beschikbaar zijn in het Noordzeekanaalgebied bestaan vooral uit kleinere kavels (zie tabel 4.4). Er is slechts één kavel van meer dan 20 ha beschikbaar (in de Afrikahaven Amsterdam). Veel kavels in het resterende aanbod zijn momenteel in optie uitgegeven. De feitelijke uitgifte van deze terreinen moet echter nog plaatsvinden: vooralsnog zijn deze dus nog niet geregistreerd in figuur 4.2. Zodra de economie aantrekt bestaat de mogelijkheid dat ondernemingen weer gaan investeren en hun opties omzetten naar transacties (en dus uitgifte) van kavels. In hoeverre deze verwachtingen uitkomen is echter onzeker. Over het aanbod kadegebonden kavels (zie o.a. tabel 4.4) zijn de volgende opmerkingen te plaatsen: • In de Afrikahaven (incl. Atlaspark) is er in totaal nog 95 ha netto kadegebonden terrein op korte termijn uitgeefbaar, in de Amerikahaven 44 ha, Hoogtij 27 ha, IJmondhaven 17 ha, Grote Hout 11 ha, Hemhavens 7 ha en Westhaven 5 ha. • Qua kavelgrootte is er 1 kavel in het aanbod van méér dan 20 ha. Daarnaast zijn er iets meer kavels in aanbod van 10-20 ha. De meeste kavels hebben een omvang van 1-5 ha.
Ondanks forse inbreiding een teruglopend aanbod kadegebonden terreinen
4.5 Conclusie Afspraken Uitvoeringsstrategie 2007
In de Uitvoeringsstrategie uit 2007 is met het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied afgesproken dat zij: • een nieuwe vraagprognose laat opstellen voor de periode tot 2030, rekening houdend met de ontwikkeling van de goederenstromen. • de daadwerkelijke uitgifte in 2006 en 2007 zullen monitoren om te kijken of de voorraad inderdaad sterk terugloopt.
Feitelijke, gerealiseerde vraag vs vraagprognose Ecorys
In 2007 is in opdracht van het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied een nieuwe vraagprognose opgesteld. De verschillen met de ramingen die aan de basis lagen van de Uitvoeringsstrategie-afspraken over zeehaventerreinen zijn niet groot. Voor havengerelateerde terreinen komt de vraagraming in de periode tot 2020 hoger uit. Dit hangt vooral samen met een grotere vraag naar distributieterreinen in relatie tot het containervervoer.
Het aanbod kadegebonden kavels zou tussen 2015 en 2020 ‘opgedroogd’ kunnen zijn
Voor de kadegebonden terreinen moet geconcludeerd worden dat de uitgeefbare voorraad in 5 jaar tijd – mede door de hoge uitgifte van natte kavels in 2006 en 2007 – sterk is teruggelopen van 524,7 ha in 2006 (545,7 ha – 15 ha Averijhaven – 6 ha Oostoever Zijkanaal, zie tabel 4.2) tot bijna 410 ha in 2011. Er is echter in diezelfde periode voor 170 ha aan uitgifte geweest. Dit zou betekenen dat er mogelijk voor meer dan 50 ha aan inbreiding heeft plaatsgevonden op de (kadegebonden) haventerreinen. De voorraad havengerelateerde kavels is teruggelopen van 133 ha in 2006 (zie tabel 4.2) naar 132 ha op 1-1-2011 (zie tabel 4.3). Terwijl er in dit segment 40 ha heeft plaatsgevonden is de voorraad dus vrijwel geheel in tact gebleven. Ook hier is waarschijnlijk sprake van inbreiding.
In figuur 4.3 is de nieuwe behoefteraming afgezet tegen de feitelijke uitgifte van natte en droge zeehaventerreinen 2000 t/m 2010. Zoals in paragraaf 4.2 is geconstateerd is de uitgifte in 2010 van natte kadegebonden terreinen weggezakt (zie figuur 4.3) terwijl de vraag naar kavels in het droge segment redelijk op niveau is gebleven (zie figuur 4.4). Zoals ook in de vorige Plabeka monitor is geconstateerd blijft het meerjarige gemiddelde voor de uitgifte van kadegebonden zeehaventerreinen ver boven het hoogste scenario: de prognose gaat in het optimistische scenario uit van 22 ha uitgifte per jaar terwijl in werkelijkheid de gemiddelde uitgifte sinds 2000 – overigens stevig positief beïnvloed door de hoge uitgiftepieken in van 85 ha en 83 ha in respectievelijk 2006 en 2007 - op 27 ha/jaar ligt. Over de laatste 11 jaar lag de gemiddelde uitgifte van havengerelateerde terreinen met 5 ha/jaar rond het optimistische scenario (±6 ha/jaar). Ook hier speelt het effect van het piekjaar 2007 mee.
56
Monitor van de plancapaciteit
Conclusie kadegebonden terreinen: ondanks de inbreiding die heeft plaatsgevonden (zie tabel 4.5) loopt het aanbod van kadegebonden kavels terug. Afgaande op de gemiddelde uitgifte van de laatste 11 jaar (27 ha) is de totale kadegebonden voorraad (210 ha, exclusief de strategische reserve van 175 ha en de onzekere capaciteit op het ADM terrein) waarschijnlijk tussen 2015 en 2020 volledig uitgegeven. Het is daarom belangrijk de komende periode het accent te blijven leggen bij herstructurering en efficiënt ruimtegebruik. Zodra de economie en de goederenoverslag in de haven weer flink aantrekt is het niet ondenkbaar dat de huidige resterende voorraad aan kadegebonden zeehaventerreinen snel terugloopt.
De vele kavels die momenteel in optie zijn uitgegeven kunnen beschouwd worden als latente uitgifte; als enkele grote transacties worden gepleegd kan de resterende voorraad kadegebonden terreinen snel teruglopen. De studie die de provincie momenteel laat uitvoeren naar een optimale benutting van het bestaand havengebied moet meer duidelijkheid verschaffen over de mogelijkheden die het huidige areaal biedt. Met de voorraad havengerelateerde terreinen (111 ha, exclusief de onzekere capaciteit) kan de regio nog 22 jaar vooruit (als we rekenen met een gemiddelde jaarlijkse uitgifte in de toekomst van 5 ha per jaar).
B Bijlagen
57
58
Bijlage I Organogram Plabeka Relatie tussen PRES en Plabeka PRES is het bestuurlijke overleg voor de economische ontwikkeling van de Metropoolregio Amsterdam. Deelnemers zijn de gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Hilversum, Lelystad en Zaanstad, de provincies Flevoland en Noord-Holland, de Stadsregio Amsterdam en de Kamers van Koophandel Amsterdam en GEF. Deze partijen werken binnen het platform samen om antwoorden te geven op de economische uitdagingen waar de MRA voor staat. De thema’s die in PRES verband worden opgepakt zijn: • Werklocaties/Plabeka • De sociaal-economische agenda • Kennis & Innovatie • Toerisme • Marketing & Acquisitie • Duurzaamheid • Logistics Board • Arbeidsmarkt
Organisatiestructuur Plabeka De gemeente Haarlemmermeer is trekker van Plabeka: • Bestuurlijk is Arthur van Dijk (in PRES verband) voorzitter van Plabeka • Ambtelijk is Bert Uitterhoeve voorzitter van de projectgroep Plabeka. Tot en met 2010 was Peter de Kruijk voorzitter van de projectgroep. De volgende instanties nemen deel aan de (ambtelijke) projectgroep Plabeka: • Bert Uitterhoeve/Peter de Kruijk (Gemeente Haarlemmermeer), ambtelijk voorzitter • Martin Bekker (Stadsregio Amsterdam), vicevoorzitter + trekker werkgroep monitor • Saskia van Beek/Aafke Kaspers (Gemeente Haarlemmermeer) • Sabine ten Brinke (OGA Amsterdam) • CJ Dippel (EZ Amsterdam) • Margreet Leclerq(DRO Amsterdam) • Casper de Canne (Gemeente Zaanstad) – trekker werkgroep herstructurering • Tom Lips (Provincie Noord-Holland)
• • • • • • • •
Paul Smeenk (Provincie Flevoland) Hinne-Paul Krolis (Gemeente Almere) Robert-Jan Moorman (gemeente Lelystad) Jan Appelman (Gemeente Haarlem) – trekker werkgroep communicatie Dick Hulsebosch (Kamer van Koophandel Amsterdam) Wouter Weyers (Kamer van Koophandel GEF) Joost Hagens (Bureau BUITEN), secretariaat Plabeka Luuk Stevens (Bureau BUITEN), secretariaat Plabeka
Sinds de uitvoeringsstrategie in 2007 is vastgesteld heeft Plabeka via de projectgroep en haar werkgroepen stappen gezet om de afspraken in uitvoering te brengen. Hieronder wordt kort verslag gedaan van activiteiten die per werkgroep zijn opgepakt.
Werkgroep herstructurering (2007-nu)
Het onderzoek naar de herstructureringsopgave in de Metropoolregio Amsterdam van begin 2010 toonde aan dat er een enorme opgave ligt om de achterstanden op het gebied van herstructurering in te halen. De publieke middelen zijn bij lange na niet voldoende om de kosten van de totale operatie van 3.000 ha te financieren. Het bestuurlijk overleg PRES/Plabeka heeft daarom - in aansluiting op adviezen van de Taskforce (Her)Ontwikkeling Bedrijventerreinen (ook wel bekend als de Commissie Noordanus) - besloten tot de oprichting van het Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen (PHB) dat sinds 1 september 2009 operationeel is. In het PHB is de expertise gebundeld van regionale ontwikkelingsbedrijven als SADC, RON en OGA. Het PHB ondersteunt gemeenten in het versnellen van de uitvoering van herstructurering van bedrijventerreinen en bundelen kennis en ervaring om tot advies voor de regionale aanpak op langere termijn te komen. Het PHB opereert onder toezicht van de werkgroep herstructurering van Plabeka.
Werkgroep monitor (2007-nu)
Deze werkgroep heeft met voorliggende publicatie de vierde voortgangsrapportage Plabeka voortgebracht. De monitor is een centraal punt in de kwaliteit van de uitvoering van de uitvoeringsstrategie. Alle partijen hebben zich meerjarig verbonden aan het zorgen voor voldoende capaciteit en kwaliteit om de voeding van de plabeka monitor op een zorgvuldige wijze te garanderen. De werkgroep hoopt ook de komende jaren
59
op voldoende medewerking van alle gemeenten, met name via een goede respons op de provinciale Monitors Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties. Dat is immers de voornaamste bron waaruit Plabeka put voor haar Plabeka Monitor.
Werkgroep communicatie (2007-nu)
Deze werkgroep werkt op basis van het communicatieplan dat in 2010 is opgesteld. In 2011 gaat Plabeka haar website vernieuwen, wordt een digitale nieuwsbrief ontwikkeld (frequentie 4x per jaar) en is een LinkedIn Group ‘Vrienden van Plabeka’ opgestart. Op deze manier wil Plabeka zichtbaarder worden voor een breder publiek.
Werkgroep oud-nieuw (in 2009 opgeheven)
Na onderzoeken uitgevoerd te hebben naar (structurele) leegstand van vastgoedobjecten voor kantoren en op bedrijventerreinen heeft de Werkgroep OudNieuw in oktober 2009 een eindnotitie opgeleverd. De werkgroep was opgezet om in beeld te brengen op welke manier een koppeling aangebracht kon worden tussen de bouw van nieuwe kantoren en het transformeren of anderszins van de markt halen van ‘oude’ kantoren. Aanleiding hiervoor was het te ruime aanbod van en de hoge leegstand in kantoren. De aanbod-opname-ratio en de leegstand bevonden zich ruim buiten de gezonde waarden. De werkgroep concludeerde dat er geen instrumenten zijn die een directe koppeling kunnen leggen tussen de realisatie van nieuwe en de transformatie/ sloop van oude kantoren. Vanwege het ontbreken van een wettelijke basis worden de verhandelbare ontwikkelingsrechten als een theoretische optie gezien, waar we in de praktijk (voorlopig) niets mee kunnen. Indirecte, financiële instrumenten – namelijk kostenverhaal en verevening - zijn wel toepasbaar, maar nog met veel vragen omgeven. Aangezien het PHB met beantwoording van soortgelijke vragen – maar dan voor bedrijventerreinen – bezig is, heeft Plabeka besloten de resultaten van het PHB af te wachten.
Werkgroep duurzaamheid (in 2008 opgeheven)
De werkzaamheden van deze werkgroep hebben geleid tot de interessante duurzaamheids-top in mei 2008. Als follow up is besloten geen afzonderlijke activiteiten onder Plabeka-vlag op te zetten, maar aan te haken op het duurzaamheidsplatform van de Kamer van Koophandel. Daarnaast wordt via de reguliere Plabeka-activiteiten, met name herstructurering en de verdere regionale
samenwerking, invulling gegeven aan het besluit tot het integreren van duurzaamheid in Plabeka-kader.
Werkgroep impuls Almere (in 2008 opgeheven)
Op basis van een bestuurlijke wens van Almere is in de Uitvoeringsstrategie van 2007 een onderzoek opgenomen waarin verkend zou worden welke aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om de werkgelegenheidsontwikkeling in Almere verder te stimuleren. Om daar invulling aan te geven is in 2007 het project ‘Impuls Almere’ opgezet. Doel van dat project was het aandragen van vraaggerichte opties en regionale beleidsmogelijkheden waarmee de woon-werk balans van Almere kon worden verbeterd. Het project is op verzoek van Almere voortijdig stopgezet. Langs andere wegen en overlegstructuren wordt immers al invulling aan het doel gegeven, zo heeft Almere geconcludeerd.
Werkgroep behoefteraming (in 2011 opgeheven)
In 2010 heeft deze werkgroep de begeleiding op zich genomen van het onderzoek voor de nieuwe behoefteraming Plabeka 2010-2040. De Provincie Noord-Holland was voorzitter van de werkgroep. Tijdens de kick-off conferentie van het actualiseringsproces van de Uitvoeringsstrategie op 30 juni 2010 op Schiphol werden de eerste uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd aan een groot publiek. Inmiddels is de nieuwe behoefteraming (zie ook bijlage II) vastgesteld als nieuwe behoefteraming waar de planning van werklocaties in de MRA de komende jaren op zal worden afgestemd.
Kernteam actualisering uitvoeringsstrategie (in 2011 opgeheven)
Dit team heeft – onder leiding van procesmanager Lubbert Hakvoort en met ondersteuning van Luuk Stevens – de totstandkoming van de nieuwe Uitvoeringsstrategie 2010-2040 verzorgd. De werkzaamheden startten in april 2010 en eindigden op de 3e PRES conferentie in juni 2011, toen de nieuwe Uitvoeringsstrategie werd ondertekend door de 34 gemeenten van de MRA, de 2 provincies en de Stadsregio Amsterdam.
Figuur II.1 Vbehoefteramingen ergelijking behoefteramingen Vergelijking kantoren Noordvleugel/MRAkantoren Noordvleugel/MRA
Figuur II.3 Vbehoefteramingen ergelijking behoefteramingen zeehaventerreinen Noordvleugel/MRA Vergelijking zeehaventerreinen (K+H)
250
30 Oude hoog - DRO 2005
Oude laag (RC) - DRO 2005
200
Laagste nieuwe scenario (DT) - BCI 2010
150
100
50
0
Oude laag - DRO 2005
25
Nieuwe hoge scenario (GG) - BCI 2010
Nieuwe hoog (optimistisch/GE) - Ecorys 2007 Nieuwe laag (pessimistisch/RC) - Ecorys 2007
Prognose van jaarlijkse uitgifte (in netto ha.)
Prognose van jaarlijkse uitbreidingsvraag (x 1.000 m2 bvo)
Oude hoog (GE) - DRO 2005
20
15
10
5
-50 2005-2009
2010-2019
2020-2029
2030-2039
0 2007-2009
Bron: DRO (2005), BCI (2010), bewerking Bureau Buiten
2010-2019
Bron: DRO (2005), Ecorys (2007), bewerking Bureau Buiten
Figuur II.2 Vergelijking behoefteramingen bedrijventerreinen Noordvleugel/MRA Vergelijking behoefteramingen bedrijventerreinen 120 Oude hoog (GE) - DRO 2005 Oude laag (RC) - DRO 2005
100
Nieuwe (GG regiospecifiek) - BCI 2010 Nieuwe (GG MRA breed) - BCI 2010
Prognose van jaarlijkse uitgifte (in netto ha.)
60
Nieuwe (DT) - BCI 2010
80
60
40
20
0 2005-2009
2010-2019
Bron: DRO (2005), BCI (2010), bewerking Bureau Buiten
2020-2029
2030-2039
2020-2029
2030-2039
61
Bijlage II Vergelijking oude en nieuwe behoefteraming In deze bijlage staan de oude en nieuwe behoefteramingen van Plabeka naast elkaar (zie linkerpagina). Zo wordt in één oogopslag duidelijk wat de verschillen in uitkomsten zijn. Zoals gezegd staat in voorliggende monitor nog de oude behoefteraming centraal bij kantoren en bedrijventerreinen. Vanaf volgend jaar kijken we alleen nog maar naar de nieuwe ramingen. Bij zeehaventerreinen is er al langer een nieuwe behoefteraming vigerend, namelijk de raming die in 2007 door Ecorys is opgesteld. De uitkomsten van de oude en nieuwe behoefteramingen voor kantoren en bedrijventerreinen verschillen omdat andere aannames en uitgangspunten aan de basis hebben gestaan van de modelmatige exercitie. De belangrijkste verschillen in aannames/uitgangspunten zijn: 1. Dekkingsgebied: in de nieuwe raming is Lelystad meegenomen 2. Gehanteerde kantoorquotiënt: in de nieuwe raming is die 24 m2 per baan en geijkt, in de oude raming was gerekend met 28 m2 per baan 3. Verwachte economische groei: in de nieuwe raming gaat Plabeka – op basis van CPB prognoses - uit van een jaarlijkse groei van de werkgelegenheid van 0,6% plus 100.000 banen vanwege de Schaalsprong Almere. De groeiverwachting voor de Randstad is in diezelfde periode 0,5% per jaar en nationaal 0,7%. In de oude raming ging Plabeka nog uit van een verwachtte jaarlijkse groei van 1,47% (excl. ‘t Gooi en Vechtstreek). 4. In tegenstelling tot de oude raming is bij de nieuwe raming rekening gehouden met het feit dat er naast uitbreidingsvraag ook onttrekkingsvraag/vervangingsvraag bestaat: • De vraag door onttrekking is bij kantoren, naast onttrekking door functiewijziging, gebaseerd op de veroudering en daarmee samenhangende vervanging van het bestaande vastgoed. Aanname: jaarlijks 1,75% van de totale bestaande voorraad in gebruik.
• D e vervanging van kantoren leidt niet één op één tot ruimtevraag. Een gedeelte van de vervanging kan namelijk geaccommodeerd worden op dezelfde locatie door herontwikkeling (sloop-nieuwbouw op dezelfde locatie). De hierbij gehanteerde aanname is dat dit in 80% van de vervangingsvraag voorkomt. • Het verouderde deel van de kantorenvoorraad dat niet wordt herontwikkeld, dient onttrokken en dus gesloopt te worden. Plabeka neemt aan dat dit 20% van de berekende vervangingsvraag is. De kantoorgebruikers die als gevolg daarvan moeten worden verplaatst, vragen elders ruimte. Op de gesloopte plek komen geen kantoren meer terug. • Bij kantoren is tevens de aanname dat 50% van de huidige totale leegstand (1-1-2010) incourant is/wordt tot 2020 en dat dit voor bedrijfsverplaatsingen zorgt. Deze 50% incourante leegstand dient voor 2020 van de markt gehaald te worden door sloop, herontwikkeling of transformatie. 5. Regiospecifieke bedrijventerreinraming: in de regiospecifieke bedrijventerreinraming is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd op de verschillen in cruciale modelparameters tussen de verschillende deelregio`s. Deze regiospecifieke raming is alléén uitgevoerd voor bedrijventerreinen en niet voor kantoren, uitgaande van het scenario Global Gateway. Hierbij is – anders dan bij de MRA-brede raming voor elke regio een eigen raming opgesteld (naast een raming voor de hele regio die uiteindelijk wordt toebedeeld naar de deelregio’s). Gegeven de deelregionale verschillen in locatietypevoorkeuren en terreinquotienten wijken de uitkomsten tussen de MRA-brede en de Regiospecifieke raming voor zowel individuele deelregio’s als ook de MRA als geheel af van elkaar. De regiospecifieke raming berust gedeeltelijk op regiospecifieke modelparameters en gedeeltelijk op MRA brede modelparameters. Voor een volledig overzicht van de achtergronden bij en uitkomsten van de nieuwe behoefteraming (inclusief referentiescenario’s) verwijzen we naar het rapport van BCI uit oktober 2010.
62
Bijlage III Ontwikkelingen kantorenmarkt naar gemeente wijziging voorraad kantoren in 2010
dynamiek
wijziging kantoorgebruik
situatie januari 2011
nieuwbouw (opgeleverd) A
betrokken (in gebruik genomen) D
groei gebruik E
leegstand inclusief voorverhuur G
saldo functiewijziging/ sloop B
groei voorraad C=A+B
groei leegstand F=C-E
% leegstand inclusief voorverhuur %G
leegstand exclusief voorverhuur H
% leegstand exclusief voorverhuur %H
voorraad I
aandeel in de regionale voorraad in %
aanbouw
aanbouw ten opzichte vd voorraad %
1
Amsterdam
109.000
-181.800
-72.800
527.000
-43.500
-29.300
1.246.000
16,6%
1.170.400
15,6%
7.485.300
54,2%
135.400
1,8%
2
Haarlemmermeer
39.700
-17.100
22.600
91.700
-23.100
45.700
295.600
20,8%
284.400
20,0%
1.423.100
10,3%
56.000
3,9% 4,6%
3
Haarlem
15.900
-2.100
13.800
56.400
-14.600
28.400
113.300
18,1%
77.500
12,4%
625.100
4,5%
28.900
4
Zaanstad
300
-1.500
-1.200
11.000
-9.900
8.700
45.100
13,4%
44.500
13,2%
337.800
2,4%
25.400
7,5%
5
Almere
69.600
-3.200
66.400
40.300
5.100
61.300
159.700
24,3%
140.600
21,4%
656.100
4,7%
21.100
3,2%
6
Purmerend
500
-500
0
5.600
2.400
-2.400
7.700
7,1%
7.500
6,9%
108.000
0,8%
6.000
5,6%
7
Heemskerk
0
0
0
400
-700
700
3.700
11,6%
3.700
11,6%
32.000
0,2%
6.000
18,8% 7,6%
8
Beverwijk
0
-200
-200
2.000
-4.800
4.600
9.600
13,3%
9.600
13,3%
72.300
0,5%
5.500
9
Bussum
3.500
-500
3.000
6.800
2.100
900
6.000
9,5%
6.000
9,5%
63.100
0,5%
4.900
7,8%
10
Naarden
0
-7.100
-7.100
5.300
100
-7.200
14.400
16,6%
14.400
16,6%
87.000
0,6%
3.700
4,3%
11
Hilversum
12
Amstelveen
13
Velsen
14
Castricum
900
-13.800
-12.900
22.900
-19.000
6.100
136.300
17,4%
123.700
15,8%
784.400
5,7%
2.600
0,3%
66.700
-3.900
62.800
83.200
7.100
55.700
119.800
17,4%
118.000
17,1%
688.200
5,0%
2.500
0,4%
0
-15.000
-15.000
4.400
-1.800
-13.200
13.200
8,6%
12.700
8,2%
154.100
1,1%
2.100
1,4%
1.400
-1.600
-200
1.700
-800
600
6.100
24,1%
2.700
10,7%
25.300
0,2%
1.700
6,7%
15
Heemstede
0
300
300
4.200
2.400
-2.100
2.800
6,6%
2.800
6,6%
42.700
0,3%
1.100
2,6%
16
Lelystad
0
-200
-200
4.400
1.800
-2.000
57.500
22,9%
36.700
14,6%
251.300
1,8%
700
0,3%
17
Uithoorn
0
-2.600
-2.600
1.100
-3.100
500
12.300
22,9%
11.600
21,6%
53.700
0,4%
600
1,1%
18
Landsmeer
600
100
700
2.000
-500
1.200
2.900
19,2%
2.900
19,2%
15.100
0,1%
400
2,6%
19
Laren
0
300
300
2.500
-1.800
2.100
5.100
20,6%
4.200
17,0%
24.700
0,2%
300
1,2%
20
Diemen
0
1.500
1.500
6.000
-300
1.800
92.700
28,2%
89.400
27,2%
328.500
2,4%
0
0,0% 0,0%
21
Ouder-Amstel
21.200
0
21.200
25.400
-300
21.500
46.200
27,0%
41.900
24,5%
171.000
1,2%
0
22
Aalsmeer
0
-600
-600
1.500
0
-600
3.100
8,5%
3.100
8,5%
36.500
0,3%
0
0,0%
23
Wormerland
0
-200
-200
500
100
-300
6.100
21,6%
5.700
20,1%
28.300
0,2%
0
0,0%
24
Beemster
0
0
0
0
0
0
800
15,4%
800
15,4%
5.200
0,0%
0
0,0%
25
Zeevang
0
0
0
0
0
0
0
0,0%
0
0,0%
2.400
0,0%
0
0,0% 0,0%
26
Graft-de Rijp
27
Edam-Volendam
28
Waterland
29
Oostzaan
30
Bloemendaal
0
0
0
0
0
0
100
3,2%
100
3,2%
3.100
0,0%
0
1.700
-2.200
-500
1.800
0
-500
1.300
4,5%
1.300
4,5%
28.700
0,2%
0
0,0%
0
-100
-100
100
0
-100
0
0,0%
0
0,0%
4.400
0,0%
0
0,0%
7.200
-200
7.000
0
0
7.000
7.400
63,2%
2.700
23,1%
11.700
0,1%
0
0,0%
0
-400
-400
400
-500
100
2.900
17,0%
2.400
14,0%
17.100
0,1%
0
0,0% 0,0%
31
Zandvoort
0
100
100
0
-1.300
1.400
1.400
12,5%
1.400
12,5%
11.200
0,1%
0
32
Haarlemmerliede c.a.
0
-200
-200
1.400
300
-500
14.800
49,3%
14.400
48,0%
30.000
0,2%
0
0,0%
33
Uitgeest
0
-100
-100
300
100
-200
1.300
10,7%
1.300
10,7%
12.200
0,1%
0
0,0%
34
Wijdemeren
35
Weesp
36
Muiden
37
Huizen
38
Blaricum regio
0
100
100
300
-600
700
1.800
7,6%
1.800
7,6%
23.700
0,2%
0
0,0%
1.300
-300
1.000
2.700
200
800
14.400
16,7%
13.100
15,2%
86.400
0,6%
0
0,0%
0
-100
-100
700
0
-100
500
9,3%
500
9,3%
5.400
0,0%
0
0,0%
300
-900
-600
2.700
1.000
-1.600
7.600
9,5%
6.000
7,5%
80.200
0,6%
0
0,0%
0
0
0
2.400
0
0
200
3,9%
200
3,9%
5.100
0,0%
0
0,0%
339.800
-254.000
85.800
919.100
-103.900
189.700
2.459.700
17,8%
2.260.000
16,4%
13.820.400
100,0%
304.900
2,2%
63
Bijlage IV Plancapaciteit kantoren naar terrein (stand 1-1-2011) Als uitgangspunt voor onderstaande lijst met locaties zijn de terreinen genomen die in de bijlagen van de monitor van vorig jaar stonden geregistreerd. Voor iedere kantoorlocatie-met-plancapaciteit zijn in deze bijlage drie rijen met getallen opgenomen:
Stand 1-1-2010 D it is het getal dat in de vorige Plabeka Monitor publicatie is (‘2010-2019’) gepubliceerd. Uiteraard betrof dit getal het tijdvak 1-1-2010 t/m 1-1-2020 (dus 2010 t/m 2019), daar waar de meest recente registratie een jaar later betreft.
US (1-1-2012)
it is de aangepaste planning die op 23 juni in de nieuwe D Uitvoeringsstrategie 2010-2040 is vastgesteld. Zoals afgesproken gelden deze getallen administratief als de stand 1-1-2012. In het najaar 2011/voorjaar 2012 worden nieuwe afspraken gemaakt over aanpassing (naar beneden) van de plancapaciteit in het eerste tijdvak tot 2020.
Stand 1-1-2011 D it is het getal dat in april 2011 door de ambtelijke contactpersonen op gemeentelijk niveau zijn ingevuld in de provinciale monitor applicatie van Flevoland of Noord-Holland.
e provinciale monitor vraagt op dit punt naar capaciteit D in 3 tijdvakken: Binnen 1 jaar ontwikkelbaar, binnen 1 tot 5 jaar en na 5 jaar. Om deze indeling aan te laten sluiten bij de tijdvakken die Plabeka altijd gebruikt zijn de eerste twee ‘provinciale tijdvakken’ gerekend tot het eerste Plabeka tijdvak (tot 2020) en het derde ‘provinciale tijdvak’ tot het tweede Plabeka tijdvak (2020-2030). eze indeling is een aanname van de monitor werkgroep! Op dit punt D dient de provinciale monitoringssystematiek/-applicatie komend jaar aangepast te worden. De provincie Noord-Holland is daar momenteel al mee bezig. Ook de monitoringssystematiek van de provincie Flevoland dient hierop aangepast te worden.
et verschil tussen de hoogte van het getal in de kolom 2011-2019 H en de rijen 1-1-2010 en 1-1-2011 kan te wijten zijn aan: – Feitelijke bouwactiviteiten op het terrein: het terrein is van plan (papier) fysiek in aanbouw genomen. – Een administratieve correctie.
Er wordt een dringend beroep gedaan op de gemeenten om hun cijfers goed op orde te houden. Dat betekent dat hun eigen monitoringssystematiek consistent moet zijn met de Plabeka systematiek en dat de gegevens consistent, consequent en volledig aan de provincie aangeleverd worden. Bron: Plabeka Monitor 2009-2010, Monitor Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties provincie Noord-Holland 2011 en de Monitor Bedrijventerreinen provincie Flevoland 2010, bewerking Bureau BUITEN.
64
Meerlanden Gemeente
Terreinnaam
Haarlemmermeer
Beukenhorst Oost
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Beukenhorst Oost-oost
Beukenhorst Zuid
Business Garden
Elzenhof
Badhoevedorp Zuid***
Schiphol centrum
Schiphol oost
Schiphol Rijk
Schuilhoeve
A4 Zone West
2011-2019
2020-2029
Schiphol Noord West
totaal tot 2040 0
Stand 1-1-2011
6.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
6.000
US (1-1-2012)
0
Stand 1-1-2011
25.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
250.000
US (1-1-2012)
130.000
0
Stand 1-1-2011
131.600
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
100.000
6.000 0
0
0
0
130.000 131.600 100.000
20.700
0
22.700
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
34.000
20.700
0
22.700 34.000
US (1-1-2012)
50.000
50.000
100.000
Stand 1-1-2011
100.000
100.000
200.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
100.000
US (1-1-2012)
0
0
Stand 1-1-2011
75.000
100.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
75.000
US (1-1-2012)
50.500
Stand 1-1-2011
38.100
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
107.000 39.000 12.300
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
12.300
100.000
200.000 0
0
175.000 50.500 38.100
0
39.000 12.300
0
12.300
0
0
70.000
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
70.000
US (1-1-2012)
0
0
Stand 1-1-2011
45.000
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
45.000
0
0
70.000 0
0
100.000 m2 geschrapt
175.000 m2 geschrapt
50.500 m2 geschrapt (17.000 m2 in aanbouw)
45.000 0
Stand 1-1-2011
0 0
352.500
352.500
0
0 0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
(12.700 m2 in aanbouw) 70.000 m2 geschrapt
45.000 m2 geschrapt
45.000
US (1-1-2012)
150.000
150.000
US (1-1-2012)
290.200
50.000
0
340.200
Stand 1-1-2011
525.700
200.000
0
725.700
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
799.300
0
702.500
1.501.800
Terreinen die WEL volgens de provinciale monitor over plancapaciteit beschikken maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Station Beukenhorst Zuid (100.000m2) Terreinen waarover WEL in de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt, maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: De Hoek Noord (35.000m2 in 2010-2020, 30.000 m2 geschrapt bij vaststelling Uitvoeringsstrategie) mbt Badhoevedorp Zuid (175.000 m2 geschrapt) heeft de provincie Noord-Holland in haar structuurvisie opgenomen dat de provincie een inspanningsverplichting heeft om een bedrijventerrein in Badhoevedorp-Zuid planologisch mogelijk te maken.
(11.300 m2 in aanbouw)
70.000
Stand 1-1-2011 Totaal Meerlanden
19.700 m2 geschrapt
107.000
US (1-1-2012)
0
(19.200 m2 in aanbouw)
175.000 100.000
Stand 1-1-2011
US (1-1-2012)
250.000 m2 geschrapt
250.000
US (1-1-2012)
US (1-1-2012)
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
25.000
Stand 1-1-2011
Stand 1-1-2011
Opmerking
6.000
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Haarlemmermeer
2030-2039
US (1-1-2012)
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie Ontbreekt als aparte kantorenlocatie in de provinciale Monitor Plancapaciteit in Uitvoeringsstrategie: 0 m2 (niets geschrapt) Ontbreekt als aparte kantorenlocatie in de provinciale Monitor Excl. 35.000 m2 op de Hoek Noord 2010-2020 (zie Uitvoeringsstrategie) Excl. de Hoek Noord Excl. de Hoek Noord
65
Amstelland Gemeente
Terreinnaam
Amstelveen
Zone A9
2011-2019 US (1-1-2012)
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
10.000
30.000
40.000 0
Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Amstelveen
Amstelveen
Amstelveen
Amstelveen
Bovenkerk / Bovenkerkerhoek
Stadshart
Bankrashof
KNSF zone 2
Fokkerlaan (Keizer Karel Park)
US (1-1-2012)
6.000
6.000
6.000
6.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
11.000
11.000
US (1-1-2012)
5.000
5.000
Stand 1-1-2011
5.000
5.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
5.000
5.000
US (1-1-2012)
4.200
4.200
Stand 1-1-2011
4.000
4.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
4.000
4.000
US (1-1-2012)
0
Stand 1-1-2011
0
Bovenkerk / Bovenkerkerweg 5-7
KNSF zone 3
Kronenburg / Amstenrade
0 0
0
0
0
0
Uitvoeringsstrategie: 'schrappen nader te bepalen' Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor Uitvoeringsstrategie: 'schrappen nader te bepalen'
Uitvoeringsstrategie: 'schrappen nader te bepalen' (12.300 m2 in aanbouw) Uitvoeringsstrategie: 'schrappen nader te bepalen'
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
US (1-1-2012)
0
Stand 1-1-2011
0
Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor
US (1-1-2012)
0
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
Stand 1-1-2011
0
Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor
0
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
pm
pm
pm
pm
0
0
pm
pm
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011
Totaal Amstelland
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Amstelveen
0
US (1-1-2012)
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Amstelveen
0
Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Amstelveen
40.000
26.667
Stand 1-1-2011
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Amstelveen
13.333
Opmerking
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
pm
pm
pm
US (1-1-2012)
15.200
10.000
30.000
55.200
Stand 1-1-2011
15.000
0
0
15.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
33.333
26.667
0
60.000
Van de 55.200 m2 aan plannen dienen 40.000 m2 geschrapt te worden.
66
Almere Gemeente
Terreinnaam
Almere
Olympia office park
Almere
Almere
Almere
Almere
Almere
Almere
Kustzone
Olympiakwartier oost
Zakencentrum
Almere buiten centrum
Zuidelijk stadscentrum
Evenaar / 3KNS
2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
US (1-1-2012)
139.680
93.120
0
232.800
Stand 1-1-2011
139.680
93.120
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
139.680
93.120
US (1-1-2012)
96.000
24.000
Stand 1-1-2011
76.800
51.200
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
76.800
51.200
US (1-1-2012)
65.040
43.360
Stand 1-1-2011
65.040
43.360
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
65.040
43.360
US (1-1-2012)
45.000
0
Stand 1-1-2011
43.100
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
43.100
US (1-1-2012)
5.000
Stand 1-1-2011
23.700
Almere
Almere
Almere
Almere
Almere
Almere
Almere
Almere
Cascadepark oost
Lage Kant
Europakwartier
Middenkant
Bouwmeesterbuurt en overig Almere Buiten
Oksel A6 / A27
Kantorenvilla's
Weerwaterzone
Totaal Almere
232.800 232.800 0
120.000 128.000
0
108.400 108.400 108.400
0
45.000 43.100 43.100
0
0
5.000 23.700
23.700 45.000
Stand 1-1-2011
20.000
20.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
20.000
20.000
0
0
19.800
9.900
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
19.800
9.900
US (1-1-2012)
44.000
0
Stand 1-1-2011
13.680
9.120
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
13.680
9.120
US (1-1-2012)
13.000
8.000
Stand 1-1-2011
12.000
8.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
12.000
8.000
US (1-1-2012)
0
25.000
Stand 1-1-2011
10.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
10.000
US (1-1-2012)
0
15.000
Stand 1-1-2011
6.000
4.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
6.000
4.000
US (1-1-2012)
4.100
0
Stand 1-1-2011
4.100
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
4.100
US (1-1-2012)
0
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
29.700 29.700 0
44.000
Totale plancapaciteit verhoogd, fasering aangepast (naar voren gehaald)
22.800 22.800 0
21.000 20.000 20.000
0
25.000 10.000
0
15.000 10.000 10.000
0
4.100 4.100 4.100
150.000
Stand 1-1-2011
150.000 150.000 50.000
Stand 1-1-2011
50.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
50.000 0
Plancapaciteit verhoogd
Totale plancapaciteit verhoogd, fasering aangepast (naar achteren geschoven)
10.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
US (1-1-2012)
45.000
0
US (1-1-2012)
0
Plannen geschrapt of nieuwbouw opgeleverd?
23.700
US (1-1-2012)
US (1-1-2012)
Fasering aangepast (naar voren gehaald), resterende plancapaciteit licht gedaald
128.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
Stand 1-1-2011
Opmerking
100.000
Stand 1-1-2011
100.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
100.000
0
150.000 150.000 150.000
0
50.000 50.000 50.000
0
100.000 100.000 100.000
US (1-1-2012)
456.820
508.480
0
965.300
Stand 1-1-2011
433.900
518.700
0
952.600
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
433.900
518.700
0
952.600
Totale plancapaciteit verhoogd, fasering aangepast (naar achteren geschoven)
67
Lelystad Gemeente
Terreinnaam
Lelystad
Stadscentrum
Lelystad
Kantorenzone Larserpoort
Totaal Lelystad
2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
US (1-1-2012)
60.000
0
0
60.000
Stand 1-1-2011
60.000
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
60.000
60.000 60.000
US (1-1-2012)
60.000
0
0
Stand 1-1-2011
60.000
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
60.000
60.000 60.000 60.000
US (1-1-2012)
120.000
0
0
Stand 1-1-2011
120.000
0
0
120.000 120.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
120.000
0
0
120.000
2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
Gooi en Vechtstreek Gemeente
Terreinnaam
Hilversum
Media Park
Hilversum
Hilversum Arenapark/Sportpark
Totaal Gooi en Vechtstreek
US (1-1-2012)
0
Stand 1-1-2011
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
170.000
170.000 0
0
95.000
US (1-1-2012)
95.000
Stand 1-1-2011
95.000
95.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
95.000
95.000
US (1-1-2012)
95.000
0
0
95.000
Stand 1-1-2011
95.000
0
0
95.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
265.000
0
0
265.000
Opmerking Nvt Media Park wordt voortaan als thematisch bedrijventerrein beschouwd, dus hier staat geen specifiek 'kantoren'programma In uitvoeringsstrategie 'Arenapark' genoemd (4.600 m2 in aanbouw) Excl. 30.000 m2 op Crailo (Laren) 2010-2020 (zie Uitvoeringsstrategie) Excl. Crailo (Laren) Excl. Crailo (Laren)
Terreinen waarover WEL in de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt, maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Laren (Crailo), 30.000m2
IJmond Gemeente
Terreinnaam
Beverwijk
Stationsgebied
Totaal Ijmond
2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
US (1-1-2012)
8.000
0
0
8.000
Stand 1-1-2011
40.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
20.000
20.000
US (1-1-2012)
8.000
0
0
8.000
Stand 1-1-2011
40.000
0
0
40.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
20.000
20.000
0
40.000
40.000 40.000
Opmerking geschrapt 32.000 m2
68
Haarlem Gemeente
Terreinnaam
Haarlem
Spoorzone Oostpoort 2
2011-2019 US (1-1-2012)
2020-2029
2030-2039
0
Stand 1-1-2011 Haarlem
Haarlem
Haarlem
Haarlem
Haarlem
Haarlem
Nul23
Winkelcentrum Schalkstad
Mariastichting
Pim Mulier West.Randweg
Spoorzone Station
Haarlem Oost
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
75.000
US (1-1-2012)
17.000
17.000
17.000
17.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
17.000
17.000 0
0
0
US (1-1-2012)
0
Stand 1-1-2011
8.000
8.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
8.000
8.000
US (1-1-2012)
8.000
8.000
Stand 1-1-2011
8.000
8.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
8.000
8.000
US (1-1-2012)
5.000
5.000
Stand 1-1-2011
5.000
5.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
5.000
5.000
US (1-1-2012)
0
0
0
0
Stand 1-1-2011
15.000
15.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
15.000
15.000
US (1-1-2012)
5.000
5.000
0
Stand 1-1-2011 US (1-1-2012)
geschrapt 60.000m2 Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor
opgenomen als 'Schipholweg 023' in provinciale monitor geschrapt 8.000m2 opgenomen als Schalkstad
opgenomen als 'kamperlaan (mariastichting)
Terreinen die WEL volgens de provinciale opgenomen als 'Westelijke randweg (PimMulier) geschrapt 15.000m2
geschrapt 15.000m2 Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor
35.000
0
65.000
Stand 1-1-2011
38.000
15.000
0
53.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
113.000
50.000
0
163.000
2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
monitor over plancapaciteit beschikken maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Schipholweg / Prins Bernhardlaan (20.000m2 >2016), Waarderpolder Zuid (55.000m2 >2016)
20.000
20.000 30.000
Opmerking
90.000
15.000
Stand 1-1-2011
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Totaal Haarlem
totaal tot 2040 30.000
30.000
Zaanstreek Gemeente
Terreinnaam
Poort Clam Dijcke
Inverdan
VVZ-terrein
Totaal Zaanstreek
US (1-1-2012)
3.000
3.000
Stand 1-1-2011
10.000
10.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
10.000
10.000
US (1-1-2012)
46.000
46.000
Stand 1-1-2011
34.000
34.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
46.000
46.000
US (1-1-2012)
10.000
10.000
Stand 1-1-2011
10.000
10.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
10.000
10.000
US (1-1-2012)
59.000
0
0
59.000
Stand 1-1-2011
54.000
0
0
54.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
66.000
0
0
66.000
Opmerking geschrapt 7.000 m2
Terreinen waarover WEL in de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt,
Totale plancapaciteit verhoogd? (23.000 m2 in aanbouw)
maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Kop van West Purmerend (5.000m2 2010-
Excl. 5.000 m2 in Purmerend 2010-2020 (zie Uitvoeringsstrategie)
2020, nadat ikv Uitvoeringsstrategie 5.000
Excl. Kop van West (Purmerend)
m2 is geschrapt). Purmerend heeft geen
Excl. Kop van West (Purmerend)
cijfers aangeleverd voor stand 1-1-2011.
Amsterdam
69
Gemeente
Terreinnaam
Amsterdam
Zuidas
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Medical business park
NDSM Werf-Oost, Werf-Noord, Werf-Zuid
Oosterdokseiland
RID
Overhoeks (Shellterrein)
Westerdokseiland
Riekerpolder
Oostelijke handelskade
Amstel III
Alfa Driehoek
Science park Amsterdam
Centrum Amsterdam Nieuw West (Osdorperplein e.o.)
Koningin Wilhelminaplein
De Klencke
Ijburg
Amsterdam Teleport
Amstel business park
Centrumgebied Amsterdam Zuidoost
Amstelstation
Bilderdijkkade
2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
US (1-1-2012)
225.000
300.000
0
525.000
400.000 m2 geschrapt
Stand 1-1-2011
300.000
225.000
525.000
(121.900 m2 in aanbouw)
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
318.000
407.000
200.000
925.000
0
70.000
US (1-1-2012)
70.000
0
Stand 1-1-2011
70.000
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
100.000
US (1-1-2012)
68.300
0
Stand 1-1-2011
68.300
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
83.300
25.000
US (1-1-2012)
51.000
0
Stand 1-1-2011
51.000
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
71.000
0
68.300
0
0
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
60.000
US (1-1-2012)
55.000
Stand 1-1-2011
55.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
55.000
US (1-1-2012)
0
0
Stand 1-1-2011
36.500
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
36.500
US (1-1-2012)
16.800
0
Stand 1-1-2011
16.800
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
34.800
108.300 0
51.000
opgenomen als Oosterdokseiland zuidzijde!
51.000
(17.900 m2 in aanbouw)
0
0
55.000 55.000
0
55.000 0
0
0
16.800
18.000 m2 geschrapt
16.800
(30.700 m2 in aanbouw)
34.800
0
0
27.700
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
27.700
0
0 27.700 0 8.000
0
0
0
9.000
0
9.000
52.500
67.500
22.500
0
0
US (1-1-2012)
15.000
Stand 1-1-2011
67.500
0
67.500
15.000
52.500
67.500
US (1-1-2012)
15.000 15.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
15.000
(17.100 m2 in aanbouw) 22.500 m2 geschrapt
22.500
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Stand 1-1-2011
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
26.000
Stand 1-1-2011 US (1-1-2012)
27.700 geschrapt
27.700
US (1-1-2012)
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
36.500 m2 geschrapt, opgenomen als 'westerdokseiland kop'
36.500 36.500
US (1-1-2012)
26.000
60.000 m2 geschrapt
0 60.000
Stand 1-1-2011
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
40.000 m2 geschrapt
68.300
71.000
US (1-1-2012)
8.000
30.000 m2 geschrapt
70.000 100.000
Stand 1-1-2011
Stand 1-1-2011
Opmerking
(8.000 m2 in aanbouw)
15.000 15.000
0
15.000 0
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
14.500
US (1-1-2012)
0
0
Stand 1-1-2011
0
0
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
0
0
14.500 0
0
14.300 m2 geschrapt
0 14.300
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
14.300
US (1-1-2012)
12.000
28.000
Stand 1-1-2011
41.700
0
41.700
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
12.000
66.000
78.000
0
US (1-1-2012)
0
Stand 1-1-2011
20.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
11.800
45.200
US (1-1-2012)
0
0
Stand 1-1-2011
0
0
0
0
40.000
0 20.000
38.000 m2 geschrapt (13.400 m2 in aanbouw) geschrapt 57.000 m2 (24.000 m2 in aanbouw)
57.000 0
0
8.300 m2 geschrapt
0 8.300
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
8.300
US (1-1-2012)
8.000
0 0
0
8.000 8.000
Stand 1-1-2011
8.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
8.000
US (1-1-2012)
7.800
Stand 1-1-2011
21.800
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
7.800
14.000
21.800
Stand 1-1-2011
7.200
0
7.200
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
7.200
8.000 14.000
0
21.800 21.800 0
US (1-1-2012)
7.200
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie 52.000 m2 geschrapt
70
Amsterdam vervolg Gemeente
Terreinnaam
Amsterdam
Centrum Amsterdam Noord
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Cornelis Lelylaan e.o.
Karspeldreef
Cultuurpark Westergasfabriek
Osdorp Midden Noord (wonen en werken)
Holendrecht (Zuidoost) (wonen en werken)
Geuzenveld Zuid (wonen en werken)
Huigenbos (Zuidoost (wonen en werken)
Eenhoorn
Laan van Spartaan (sportparkstad)
Anton de Komplein
Osdorp de Punt
Staalmanplein / Delflandplein
Buurt Negen
De Cuserstraat (buitenveldert Zuidwest)
Buiksloterham
2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
US (1-1-2012)
7.000
3.000
0
10.000
Stand 1-1-2011
10.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
7.000
55.000
US (1-1-2012)
0
0
Stand 1-1-2011
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
4.400
US (1-1-2012)
3.900
0
Stand 1-1-2011
3.900
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
3.900
US (1-1-2012)
3.000
0 0
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Oostenburgeiland
De Mirandastrook
Spaarndammerhout Houthavens west
Wibautstraat (parooldriehoek)
Totaal Amsterdam
62.000 0
0
4.400 m2 geschrapt
0 4.400 0
3.900 3.900 3.900
Stand 1-1-2011
3.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
3.000
US (1-1-2012)
3.000
0 0
0
3.000 3.000 3.000
Stand 1-1-2011
3.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
3.000
US (1-1-2012)
0
0
Stand 1-1-2011
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2.500
US (1-1-2012)
2.500
Stand 1-1-2011
3.500
0
3.000 3.000 3.000
0
0
2.500 m2 geschrapt
0 2.500
1.000
0
3.500 3.500
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2.500
1.000
US (1-1-2012)
2.000
0 0
Stand 1-1-2011
2.000
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2.000
US (1-1-2012)
1.500
0
Stand 1-1-2011
1.500
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
1.500
3.500 0
2.000 2.000 2.000
0
1.500 1.500 1.500 0
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
1.300
US (1-1-2012)
600
0
Stand 1-1-2011
1.100
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
1.100
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
0
0
1.300 0
600 1.100
(600 m2 in aanbouw)
1.100 0
800
US (1-1-2012)
800
0
Stand 1-1-2011
800
0
800
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
800
US (1-1-2012)
700
1.800
2.500
800
Stand 1-1-2011
2.500
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
700
6.500
US (1-1-2012)
500
0
Stand 1-1-2011
500
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
500
0
2.500 7.200
0
500 500 500
US (1-1-2012)
0
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
0
(5.400 m2 in aanbouw)
Stand 1-1-2011
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
pm
pm
US (1-1-2012)
0
10.400
10.400
Stand 1-1-2011
10.400
0
10.400
80.400
80.400
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Amsterdam
52.000 m2 geschrapt
10.000
pm
pm
0
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
pm
pm
Stand 1-1-2011
0
0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
pm
pm
pm
pm 0
pm
0
0 pm
0
0
pm
pm
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
overzichten zijn meegenomen:
Excl. Bijlmerdreef (500 m2 in 2010--2020), zie Uitvoeringsstrategie
Bijlmerdreef (500 m2)
0 pm
Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt, maar die tot op heden NIET in de Plabeka
pm 0
Stand 1-1-2011
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
0 pm
US (1-1-2012) Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
Terreinen waarover WEL in de nieuwe
pm 0
pm
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
0
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
0
US (1-1-2012)
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
71.000 m2 geschrapt
pm
US (1-1-2012)
569.400
410.700
0
980.100
Stand 1-1-2011
865.700
225.000
0
1.090.700
Excl. Bijlmerdreef (500 m2)
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
982.900
752.600
200.000
1.935.500
Excl. Bijlmerdreef (500 m2)
71
Tabel A Plancapaciteit kantoren volgens de nieuwe Uitvoeringsstrategie* Opmerking
Plabeka deelregio
2011-2019
2020-2029
2030-2039
2010 t/m 2039
*Excl. 70.500 m2 in 2010-2020 op:
Almere
456.820
508.480
0
965.300
Amstelland-Meerlanden
305.400
60.000
30.000
395.400
de Hoek Noord Haarlemmermeer (35.000 m2)
Amsterdam
569.400
410.700
0
980.100
Bijmerdreef Amsterdam (500 m2)
95.000
0
0
95.000
Haarlem-Ijmond
38.000
35.000
0
73.000
Zaanstreek-Waterland
59.000
0
0
59.000
1.523.620
1.014.180
30.000
2.567.800
t Gooi en Vechtstreek
Metropoolregio (excl. Lelystad)
120.000
0
0
120.000
1.643.620
1.014.180
30.000
2.687.800
Lelystad Metropoolregio (incl. Lelystad)
Crailo Laren (30.000 m2)
Kop van West Purmerend (5.000 m2)
*excl. de locaties die door gemeenten NIET zijn ingevuld/aangeleverd via de provinciale monitor als stand 1-1-2011 Bron: de nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 ( juni 2011), bewerking Bureau BUITEN
Preview van de nieuwe Plabeka-afspraken qua plancapaciteit
Tabel B Overzicht ontwikkeling plancapaciteit door de jaren heen, exclusief Lelystad* 2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2.713.433
1.367.967
902.500
4.983.900
Stand 1-1-2011
2.067.300
958.700
0
3.026.000
1-1-2012
1.523.620
1.014.180
30.000
2.567.800
*excl de locaties die door gemeenten NIET zijn ingevuld/aangeleverd via de provinciale monitor als stand 1-1-2011
Tabel C Overzicht ontwikkeling plancapaciteit door de jaren heen, inclusief Lelystad* 2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2.833.433
1.367.967
902.500
5.103.900
Stand 1-1-2011
2.187.300
958.700
0
3.146.000
1-1-2012
1.643.620
1.014.180
30.000
2.687.800
*excl. de locaties die door gemeenten NIET zijn ingevuld/aangeleverd via de provinciale monitor als stand 1-1-2011
In onderstaande tabellen A t/m C zijn de nieuwe Plabeka afspraken weergegeven. Om op dit punt de vergelijkbaarheid met de oude afspraken te kunnen maken dient men rekening te houden met de volgende zaken: • Lelystad maakte geen onderdeel uit van de oude afspraken uit 2007. Daarom zijn de cijfers voor die gemeente in tabel A in een aparte rij weergegeven. • In tabel A zijn de nieuwe afspraken opgenomen EXCLUSIEF een aantal locaties die ook niet in de monitor van vorig jaar zijn opgegeven door de gemeenten. Door deze eruit te filteren kunnen de cijfers van de monitor van vorig jaar, die van dit jaar en de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken beter met elkaar vergeleken worden. Tabellen B en C geven een totaal overzicht (op MRA niveau) van de ontwikkeling van de omvang van de totale plancapaciteit van bedrijventerreinen in de MRA de laatste jaren. De ene tabel is exclusief Lelystad, de andere is inclusief.
72
Bijlage V Overzicht uitgifte per bedrijventerrein Almere-Lelystad Gemeente
Naam bedrijventerrein
Almere
Almere Stad Sallandsekant
Almere
Almere Stad Veluwsekant O+W
Almere Almere
Almere Hout Stichtse Kant
2005 0,7
0,5
0,4
Almere
Almere Buiten Poldervlak
0,6
Almere
Almere Buiten Bouwmeesterbuurt
Almere Almere
Almere Stad Het Atelier
Almere Buiten De Rederij
Lage kant
Almere
Almere Stad Felserplaats
Almere
Almere Almere Almere Almere Almere
Lelystad Lelystad Lelystad Lelystad
Lelystad
Lelystad
Lelystad
0,2
Almere Buiten 3T (striptekenaar, stripmaker) Columbus kwartier
Almere Haven De Steiger
0,1
0,2
1,6
1,5
LUCHTHAVEN
1,0
MERWEDE (v/h Rivierenbrt ZO excl. Larserboog)
0,4
LARSERPOORT 123
0,7
OOSTERVAART OOST
1,7
Totaal Almere-Lelystad
2008
2009
3,8
2,6
1,6
0,1
3,0 3,5
0,2
0,3
0,5
14,3
1,4
0,2
11,5 11,5
7,0 5,1
1,8 1,3
1,0
0,7
0,1 0,5 0,3
0,2
0,6 0,5 0,3 0,3
0,2 0,2 0,1 0,1 0,1
0,1 0,1
Totaal
1,8
0,4
0,1
0,1
0,7
1,6
1,2
4,0
9,8
0,3
2,2
1,1
0,3
6,6
0,6
1,6
0,3
2,3
1,8
2,6
0,5
0,4
8,7
17,8
20,2
0,2
2010
0,2
0,3
0,9
OOSTERVAART
0,6
0,3
1,4
NOORDERSLUIS (v/h +Noordersluis ZO + Westerdreef)
0,5
0,6
0,1
Almere Stad De Binderij FLEVOPOORT
1,2
5,2
Uitgifte
0,2
Almere Buiten Faunabuurt
Almere Stad Frezersplaats
0,6
0,1
Volgelweg
Almere
4,3
1,2
1,3
Almere Stad De Uitgeverij
Almere
Almere
0,8
0,9
2,0
Almere Buiten De Vaart I,II en III
2007
2,1
Almere Poort Hoge Kant
Almere
2006
1,3
2,1
9,4
0,5
6,9
6,8 5,6
1,4
0,9
76,9
73
Amstelland-Meerlanden Gemeente
Naam bedrijventerrein
Haarlemmermeer
De President
Haarlemmermeer
Nieuw-Vennep Zuid
Haarlemmermeer
Cruquius
5,3
5,3
Haarlemmermeer
Cruquius opvanggebied
4,5
4,5
Haarlemmermeer
Lijnden Oost Q4
Haarlemmermeer
Schiphol Noord
Haarlemmermeer
Cruquius Zuid
Haarlemmermeer
De Liede
Haarlemmermeer
Spoorzicht Noord
Amstelveen
Meerlandenweg
Haarlemmermeer
Uitgifte 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Totaal
9,9
9,9
3,4
2,5
1,7
27,4
1,0
7,9
5,5
1,4
0,3
2,7
0,7
1,2
0,5
0,5
0,2
2,4 2,0
2,0
0,6
0,6
0,5
0,5
Spoorzicht Noord
0,4
0,4
Totaal Amstel-Meerlanden
3,7 3,0
3,0
20,3
11,1
9,9
2005
2006
2007
4,9
1,4
6,6
6,3
3,5
57,7
2009
2010
Totaal
Amsterdam Gemeente
Naam bedrijventerrein
Amsterdam
Sloterdijk III Noord
Amsterdam
Atlaspark Oost (grootschalig)
Amsterdam
Cornelis Douwesterrein 0
Amsterdam
Atlaspark West (grootschalig)
Amsterdam
Airport Business Park Amsterdam Osdorp
Amsterdam
Sloterdijk III Zuid
Amsterdam
Cornelis Douwesterrein 1 & 2
Uitgifte
2008 2,3
0,8
7 7
1,6 0
0,6
1,3
1,3
0,5
2,9
Amsterdam
Bedrijventerrein Cruquius
Amsterdam
Mercuriushaven e.o.
3 2,4 0,5
12,1 7,8
0,3
8,1
7,2
7,2
0,9
7,9
1,6
6,4 3,4 3,4
0,4
Amsterdam
Westhaven Oost
Amsterdam
Amerikahaven Zuidoost (gemengd)
Amsterdam
Bedrijventerrein Steigereiland
Amsterdam
Sloterdijk I
Amsterdam
Bedrijvengebied Zuidoost
0,1
Amsterdam
Vervoerscentrum
0,1
Amsterdam
Afrikahaven
Amsterdam
Zeeburgerpad Totaal Amsterdam
3,5 7,8
0,4
0,8
3,2
0,9
0,9
1,7
1,2
0,9
0,5 0,4
0,4
0,1
0,2 0,2
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1 2,1
8,5
4,3
12,8
13,3
23,0
64,0
74
Gooi en Vechtstreek Gemeente
Naam bedrijventerrein
Naarden
Gooimeer Zuid
Uitgifte 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Totaal Gooi en Vechtstreek
0
0
0
0
Totaal 0,8
0,8 0,8
0
0,8
IJmond-Haarlem Gemeente
Naam bedrijventerrein
Uitgifte 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Totaal
Haarlem
Waarderpolder
0,7
2,9
0,5
1,0
1,1
6,2
Velsen
Grote Hout (vm NAM-terrein)
4,0
Heemskerk
De Trompet
0,5
1,3
1,3
0,2
Velsen
Broekerwerf
2,0
2,0
Uitgeest
Bedrijfsterrein Noord
1,0
1,0
Velsen
Zeehavens IJmuiden
0,8
1,0
0,2
4,0 3,3
Heemskerk
De Houtwegen
0,6
0,6
Velsen
Business Park IJmond
0,2
0,2
Totaal IJmond-Haarlem
4,9
8
1,8
2,3
1,3
0
18,3
Zaanstreek- Waterland Gemeente
Naam bedrijventerrein
Zaanstad
Hoogtij (Westzanerpolder)
Zaanstad Zaanstad Beemster
Uitgifte 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Totaal
1,6
12,0
0,2
0,2
14,0
Noorderveld
3,0
2,0
2,0
SaendelftForbostrook (Assendelft)
2,0
2,0
0,6
Insulindeweg
3,0
3,0
Purmerend
Ilpendam Zuid
2,0
2,0
Oostzaan
Bombraak
Oostzaan
Skoon/Lolkweg Zuid Totaal Zaanstreek-Waterland
7,0 6,2
1,6
6,0 4,0 3,5
0
6,6
21,0
7,8
1,8
3,5
3,0
3,0
6,5
43,7
75
Bijlage VI Tabellen transacties en aanbod bedrijfsruimten
Figuur VI.1 Transacties bedrijfsruimten 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Almere
28.129
56.817
59.370
96.528
73.458
33.185
Amstelland-Meerlanden
175.411
222.350
191.017
161.219
101.925
75.665
Amsterdam
34.079
121.805
113.943
209.562
99.945
72.002
4.446
22.483
18.668
16.923
6.633
6.705
Gooi en Vechtstreek IJmond-Haarlem
29.588
10.433
29.869
21.574
14.172
13.541
Zaanstreek-Waterland
28.782
17.080
13.598
41.266
11.415
27.550
Lelystad Metropoolregio
3.915
2.735
9.560
19.582
3.510
4.788
304.350
453.703
436.025
566.654
311.058
233.436
Bron: Vastgoedmarkt en Property NL, bewerking Kantorenmonitor BV 2011
Figuur VI.2 Aanbod bedrijfsruimten (dec. van dat jaar) 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
90.411
144.063
175.688
154.601
129.388
183.456
234.068
Amstelland-Meerlanden
272.451
347.390
336.277
276.397
271.694
278.873
303.856
Amsterdam
424.105
339.877
399.880
348.505
496.278
478.946
509.153
43.051
99.958
93.156
70.888
64.061
61.160
166.883
107.412
147.833
121.018
100.245
104.587
100.254
138.408
100.693
97.704
94.219
142.176
131.664
97.395
182.320
Almere
Gooi en Vechtstreek IJmond-Haarlem Zaanstreek-Waterland Lelystad Metropoolregio
44.417
75.349
52.156
75.914
46.820
50.834
52.526
1.082.540
1.252.174
1.272.394
1.168.726
1.244.492
1.250.918
1.587.214
Bron: Vastgoedmarkt en Property NL, bewerking Kantorenmonitor BV 2011
76
Bijlage VII Herstructurering Bedrijventerreinen De vetgedrukte terreinen zijn de prioritaire herstructureringsprojecten zoals vastgesteld in de nieuwe Uitvoeringsstrategie 2010-2040. Plabeka deelregio
Op 1-1-2011 geregistreerd als ‘uitgevoerd’ of in uitvoering’ (bron: Monitor Bedrijventerreinen Noord-Holland 2011)
Gemeente
Almere-Lelystad
Amstelland-Meerlanden
Nog niet uitgevoerd (2010-2013)
Gemeente
de Vaart 1, 2, 3
Almere
0,0
0,0
56,5
56,5
De Steiger
Almere
0,0
25,5
12,5
38,0
Poldervlak
Almere
0,0
0,0
0,0
0,0
Ambachtsmark
Almere
0,0
0,0
1,3
1,3
De Paal
Almere
0,0
0,0
0,0
0,0
Zware rev.
Herprofilering
Totaal
Resterende opgave >
0,0
25,5
70,3
95,8
Legmeer
Amstelveen
Verrijn Stuart vervolg
Diemen
12,0
4,0
0,0
16,0
Verrijn Stuart huidig project
Diemen
Cruquius
Haarlemmermeer
11,9
11,9
0,0
23,8
De Pionier (Bolsterrein?)
Haarlemmermeer
de Sniep
Diemen
0,0
1,0
0,0
1,0
Graan voor Visch Zuid
Haarlemmermeer
De Hoek (bestaand)
Haarlemmermeer
26,6
6,7
0,0
33,3
Bedrijventerrein Uithoorn
Uithoorn
De Liede (bestaand)
Haarlemmermeer
49,0
0,0
0,0
49,0
Hornmeer
Aalsmeer
Boesingheliede
Haarlemmermeer
10,6
0,0
0,0
10,6
Fokkerterrein
Haarlemmermeer
Rijsenhout
Haarlemmermeer
8,6
0,0
0,0
8,6
De Weeren
Haarlemmermeer
Spoorzicht
Haarlemmermeer
Molenkade-Industrieweg
Ouder-Amstel 118,7
23,6
0,0
142,3
Amsterdam
2,4
0,0
0,0
2,4
Amsterdam
0,0
16,5
0,0
16,5
Amsterdam
0,0
4,3
4,3
8,6
Amsterdam
0,0
6,0
0,0
6,0
Amsterdam
0,0
0,0
3,6
3,6
Amsterdam
0,0
0,0
20,7
20,7
Amsterdam
45,8
22,9
0,0
68,7
Amsterdam
0,0
14,0
0,0
14,0
Resterende opgave > Amsterdam
Lichte rev.
Amstel III deelgebied 1 NDSM werf Oost (Corn. D. 4a + 6) Stadhaven Minerva Buiksloterham Hamerstraatgebied Amstel III deelgebied 2 ADM terrein (Amerikahaven)
Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
Gembo-terrein FCA/Centrale Markthallen Landlust Westerhoofd (Coen- en Vlothaven) NDSM werf Zuid (Corn. D. 4b) Zeeburgereiland, Bedrijvenstrook Amstel Business Park (Zuid) (Amstel II) Main/Moezelhaven (Westhaven) Autoterminal verdichting (Westhaven)
Amsterdam Resterende opgave >
0,0
47,0
0,0
47,0
48,2
110,7
28,6
187,5
77
Plabeka deelregio
Op 1-1-2011 geregistreerd als ‘uitgevoerd’ of in uitvoering’ (bron: Monitor Bedrijventerreinen Noord-Holland 2011)
Gemeente
Nog niet uitgevoerd (2010-2013)
Gemeente
’t Gooi en Vechtstreek
Havenkwartier
Hilversum
’t Plaveen (Lucentterrein)
Huizen
Bedrijventerrein Noord
Weesp
Rading
Nijverheidslaan
Weesp
Mussenstraat
IJmond-Haarlem
Zware rev.
Herprofilering
1,5
Totaal
0,0
3,0
4,5
Wijdemeren
6,3
0,0
0,7
7,0
Hilversum
0,0
0,0
5,0
5,0
Kerkelanden
Hilversum
25,0
0,0
0,0
25,0
Korte Noorderweg
Hilversum
0,0
0,0
4,0
4,0
Liebergerweg
Hilversum
7,0
3,0
0,0
10,0
Oude Amersfoortseweg
Hilversum
6,3
2,7
0,0
9,0
t Plaveen (overig incl. havengebied)
Huizen
36,6
0,0
0,0
36,6
t Plaveen (BNI-terrein)
Huizen
0,0
0,0
0,6
0,6
Gooimeer Zuid
Naarden
0,0
0,0
2,5
2,5
Resterende opgave >
81,2
8,7
14,3
104,2
Waarderpolder
Haarlem
de Pijp
Beverwijk
0
79,2
0
79,2
zeehavens IJmuiden
Velsen Haarlemmerliede Spaarnwoude
Vervoerscentrum
Amsterdam
0
0
5,5
5,5
Business Park Ijmond (Corus)
Velsen/Beverwijk
0
40
0
40
Grote Hout/NAM
Velsen
0
11,8
0
11,8
Resterende opgave >
0
131
5,5
136,5
Zaanstad
0
3,9
0
3,9
Zaanstad
6,5
0
0
6,5
Resterende opgave >
6,5
3,9
0
10,4
Sugar City
Zaanstreek-Waterland
Lichte rev.
Assendelft Noord
Zaanstad
Molletjesveer
Zaanstad
Kogerveld zuid
Zaanstad
Zuiderhout (incl. Bruynzeel) Achtersluispolder Hembrugterrein
Krommenie Oost (incl. Noordervaartdijk) Kogerveld midden
Zaanstad Zaanstad Zaanstad
78
Bijlage VIII Plancapaciteit bedrijventerreinen per subdeelregio (stand 1-1-2011) Als uitgangspunt voor onderstaande lijst met locaties zijn de terreinen genomen die in de bijlagen van de monitor van vorig jaar stonden geregistreerd Voor ieder bedrijventerrein-met-plancapaciteit zijn drie rijen met getallen opgenomen: US (1-1-2012)
Stand 1-1-2011
it is de aangepaste planning die op 23 juni in de nieuwe D Uitvoeringsstrategie 2010-2040 is vastgesteld. Zoals afgesproken gelden deze getallen administratief als de stand 1-1-2012. In het najaar 2011/voorjaar 2012 worden nieuwe afspraken gemaakt over aanpassing (naar beneden) van de plancapaciteit in het eerste tijdvak tot 2020. it is het getal dat in april 2011 door de ambtelijke contactpersonen op D gemeentelijk niveau zijn ingevuld in de provinciale monitor applicatie van Flevoland of Noord-Holland. Twee opmerkingen daarbij: • Soms staat er de code ‘n.b.’. Dit betekent dat de provinciale monitor op dat punt door de verantwoordelijke monitor contactpersoon niet, niet goed, inconsistent of onduidelijk is ingevuld. Vandaar dat hier geen duidelijkheid over verschaft kan worden naar de regionale partners over de status en/of omvang van het terrein. • De provinciale monitors vragen op dit punt niet naar uitgiftecapaciteit naar tijdvakken (zoals Plabeka wel doet), maar naar uitgiftemogelijkheden terstond, niet terstond, door de gemeente of door ‘particulieren’. Plabeka registreert in deze tabel de TERSTOND uitgeefbare terreinen (of delen daarvan) onder het tijdvak 2011-2019 en NIET TERSTOND in het tijdvak daarna. LET OP! Feitelijk komt dit soms niet overeen met de werkelijke situatie. Het betreft hier een aanname bij gebrek aan betere gegevens.
eze indeling is een aanname van de monitor werkgroep! Op dit punt D dient de provinciale monitoringssystematiek/-applicatie komend jaar aangepast te worden: de provincie dient naast (NIET) TERSTOND ook naar de verdeling in de tijd te kijken. De provincie Noord-Holland is daar momenteel al mee bezig. Ook de monitoringssystematiek van de provincie Flevoland dient hierop aangepast te worden.
aarbij dienen bij de haventerreinen de grotere terreinen in de D monitor Plabeka publicatie uitgesplitst te worden naar de kleinere deelgebieden waaruit bijvoorbeeld de Amerikahaven is opgebouwd. Dit om de transparantie te verbeteren. De systematiek is daarop reeds aangepast.
Stand 1-1-2010 Dit is het getal dat in de vorige Plabeka Monitor publicatie is (‘2010-2019’) gepubliceerd. Uiteraard betrof dit getal het tijdvak 1-1-2010 t/m 1-1-2020 (dus 2010 t/m 2019), daar waar de meest recente registratie een jaar later betreft. Het verschil tussen de hoogte van het getal in de kolom 2011-2019 en de rijen 1-1-2010 en 1-1-2011 kan te wijten zijn aan: • Feitelijke uitgifte op het terrein • Een administratieve correctie. Hoe meer getallen of kleuren in de subdeelregio tabel staat, hoe moeilijker het blijkt te zijn om de voorraadontwikkelingen in deze deelregio te monitoren. Daar dient de komende jaren een verbeterslag aangebracht te worden, in de eerste plaats bij de gemeenten/terreinbeheerders zelf: hun cijfers dienen goed op orde te zijn (en consistent met de jaren daarvoor) voordat ze via de provinciale monitoringsapplicatie ter beschikking aan Plabeka worden gesteld. Bron: Plabeka Monitor 2009-2010, Monitor Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties provincie Noord-Holland 2011 en de Monitor Bedrijventerreinen provincie Flevoland 2010, bewerking Bureau BUITEN.
Meerlanden Gemeente
Terreinnaam
Haarlemmermeer
Zwanenburg Zuid
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Nieuw-Vennep A4 Zone
A4 Zone West
De President fase I en II
Lijnden West
2011-2019
2020-2029
2030-2039
Totaal
Stand 1-1-2011
210,0
210,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
210,0
210,0
Stand 1-1-2011
165,0
165,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
165,0
165,0
0,0
US (1-1-2012)
0,0
US (1-1-2012)
US (1-1-2012)
100,0
100,0
Stand 1-1-2011
160,0
160,0
76,5
US (1-1-2012)
25,8
25,8
Stand 1-1-2011
59,0
59,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
76,5
60,2
60,2 0,0
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011
nb
nb
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Haarlemmermeer
Aalsmeer
Haarlemmermeer
Schiphol Logistics Park Oost-& Westlob
Greenpark Aalsmeer
De Groene Hoek
Haarlemmermeer
Aalsmeer
Schiphol-Zuidoost
Verenigde Bloemenveiling Aalsmeer VBA
34,0 47,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
47,0
47,0
US (1-1-2012)
42,0
42,0
Stand 1-1-2011
nb
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
42,0
nb
40,0
40,0
40,0
40,0
US (1-1-2012)
37,6
37,6
Stand 1-1-2011
37,6
37,6
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
37,6
37,6
US (1-1-2012)
6,0
6,0
Stand 1-1-2011
6,0
6,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
35,0
US (1-1-2012) nb
nb
Haarlemmermeer
Cruquius-Zuid
De Hoek Noord
Groenenbergterrein
4,9
Uithoorn
Haarlemmermeer
Haarlemmermeer
Wilhelminahoeve
Industrieterrein Uithoorn
Nieuw-Vennep Zuid
Lijnden Oost
Stand 1-1-2011
14,0
14,0
14,0
14,0
US (1-1-2012)
11,0
Stand 1-1-2011
nb
11,0 nb
Oostlob (34 ha) blijft overeind, Westlob (13 ha) is geschrapt
Staat op de lijst met VBA Zuid-Zuid, Amstelveen Zuid (N201) en de Loeten om in/vanaf 2012 (deels) te geschrapt te worden Terrein staat als 126 ha netto ingevuld in de provinciale monitor (?) 40 ha geschrapt
2e linie
Terreinen die WEL volgens de provinciale monitor over plancapaciteit beschikken Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Lijnden Q4 (1 ha terstond), Strategische reserve Schiphol Driehoek (ha en planning nb), Schiphol Rijk Fase II (ha en planning nb),
3,6 ha geschrapt
Niet ingevuld
Sky Park (ha en planning nb). Terreinen waarover WEL in de nieuwe
nb
11,0
11,0
Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt,
9,0
maar die tot op heden NIET in de Plabeka
9,0 9,0
7,0
Stand 1-1-2011
7,0
7,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
7,0
7,0
US (1-1-2012)
5,0
5,0
Stand 1-1-2011
5,0
5,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
5,0
5,0
US (1-1-2012)
2,3
2,3
Stand 1-1-2011
4,0
4,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2,8
2,8 0,0
US (1-1-2012)
overzichten zijn meegenomen:
9,0
7,0
nb
Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor. ABP Lijnden (?)
nb
US (1-1-2012)
Stand 1-1-2011 Totaal Meerlanden
11,3
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Haarlemmermeer
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
20,0
0,0
US (1-1-2012)
9,0
Fase I (25,8 ha) blijft overeind, fase II (32,7 ha) is geschrapt
7,9
7,9 6,4
Stand 1-1-2011
70 ha geschrapt (totale omvang 170 ha doorgegeven in actualiseringsproces)
8,0
8,0
9,0
In provinciale monitor geregistreerd als Niet Terstond uitgeefbaar
20,0 20,0
US (1-1-2012)
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
nb 30,0
20,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Haarlemmermeer
nb
0,0
Stand 1-1-2011
In provinciale monitor geregistreerd als Niet Terstond uitgeefbaar
35,0
30,0
US (1-1-2012)
Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
30,0
30,0
US (1-1-2012)
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Haarlemmermeer
nb 0,0
US (1-1-2012)
Stand 1-1-2011 Lijndenhof
nb
42,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Haarlemmermeer
48,0
47,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') Project Grondgeluid
48,0 34,0
Stand 1-1-2011 Haarlemmermeer
nb
US (1-1-2012)
Stand 1-1-2010 ('2010-2019') De Liede (nieuw)
nb
Stand 1-1-2011
Stand 1-1-2011 Haarlemmermeer
153,0
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
79 Opmerking
nb
nb
nb 1,5
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
1,5
US (1-1-2012)
279,7
38,0
0,0
317,7
Stand 1-1-2011
348,6
67,9
375,0
791,5
Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
335,0
146,5
467,9
949,4
Badhoevedorp Zuid (75 ha geschrapt), Spoorzicht Noord (3,6 ha 2010-2010), VBA Zuid-Zuid (40 ha 2010-2020), Beukenhorst Oost-Oost (16 ha geschrapt) mbt Badhoevedorp Zuid (75 ha geschrapt) heeft de provincie Noord-Holland in haar Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
structuurvisie opgenomen dat de provincie
Ontbreekt als apart terrein in de provinciale Monitor. ABP Lijnden?
een inspanningsverplichting heeft om een
excl. Spoorzicht Nrd H’meer (3,6 ha) en VBA Zuid-Zuid (40 ha), alle 2010-2020
bedrijventerrein in Badhoevedorp-Zuid
excl. Spoorzicht Nrd H’meer (3,6 ha) en VBA Zuid-Zuid (40 ha), alle 2010-2020
planologisch mogelijk te maken.
excl. Spoorzicht Nrd H’meer (3,6 ha) en VBA Zuid-Zuid (40 ha), alle 2010-2020
80
Almere Gemeente
Terreinnaam
Almere
Strategische Reserve
Almere
Stichtse Kant
Almere
De Vaart Iv
Almere
A6/A27 Werkmilieu Binnenstedelijk
Almere
A6/A27 Werkmilieu Institutencampus
Almere
A6/A27 A6 Park
Almere
A27/Vogelweg
Almere
A6/A27 Werkmilieu B2c
Almere
Hoge Kant
Almere
Middenkant
Almere
Lage Kant
Almere
De Striptekenaar
Almere
Sallandsekant
Almere
Columbus-Kwartier
Almere
De Stripmaker
Almere
Veluwse Kant (O+W)
Almere
De Vaart I,Ii & Iii
Almere
Het Atelier
Almere
Buitenhout
Almere
Poldervlak
Almere
De Rederij
Almere
Bouwmeesterbuurt
Almere
De Uitgeverij
Almere
Faunabuurt
Totaal Almere
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2011-2019
86,3 27,3 27,3 48,5
nb
nb 37,2
nb 10,3 10,1 10,3 7,0
9,4 9,1 9,4 6,7 6,7 6,7 6,3 6,3 6,3 2,7 2,5 2,4 2,4 2,4 1,9 1,9 1,9 0,9 1,8 1,8 1,4 1,4 1,4 1,2 1,2 0,8 1,2 1,2 0,7 0,7 0,7 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,1 0,1 0,1 223,2 73,2 71,3
2020-2029
30,0 135,0 135,0 30,5 96,2 96,2 25,8 52,3 52,3 58,5 nb 58,5 48,5 nb 48,5 11,1 48,3 48,3 40,0 40,0 40,0 28,0 nb 28,0
2030-2039
nb
nb
nb
1,0 9,5 9,5
2,7
273,4 381,3 519,0
0,0 0,0 0,0
Totaal
30,0 135,0 135,0 116,8 123,5 123,5 74,3 52,3 52,3 58,5 nb 58,5 48,5 nb 48,5 48,3 48,3 48,3 40,0 40,0 40,0 28,0 nb 28,0 10,3 10,1 10,3 8,0 9,5 9,5 9,4 9,1 9,4 6,7 6,7 6,7 6,3 6,3 6,3 2,7 2,5 2,7 2,4 2,4 2,4 1,9 1,9 1,9 0,9 1,8 1,8 1,4 1,4 1,4 0,0 1,2 1,2 0,8 1,2 1,2 0,7 0,7 0,7 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,1 0,1 0,1 496,6 454,5 590,3
Opmerking 20 ha gemengd plus en 10 ha modern gemengd blijft overeind, 105 ha is geschrapt (20 ha Gemengd plus, 85 ha modern gemengd) A6/A27 overig (deel Zeewolde) Fase 1B en 2 zijn modern gemengd (37,5 ja 2010-2020 en 16 ha 2020-2030), Fase 1 en 3 is T&D (34,3 ha 2010-2020) en fase 4 is 29 ha wv 50% In provinciale monitor geregistreerd als Niet Terstond uitgeefbaar voor 2020 en 50% na 2020 (voor 2030). De Vaart IV-VI (?)
Niet aangeleverd
Niet aangeleverd
Niet aangeleverd
Terreinen die WEL volgens de provinciale monitor over plancapaciteit beschikken maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Tussenring/A6-Park (5 ha 2020-2030), Reinwaterbuurt/A6 (3 ha 2020-2030), Beverbuurt/Tussenring (2 ha 2020-2030) Terreinen waarover WEL in de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt, maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: excl. Oosterwold (75 ha, 2020-2030) excl. Oosterwold (75 ha, 2020-2030) excl. Oosterwold (75 ha, 2020-2030)
Oosterwold overig (modern gemengd) 75 ha in 2020-2030.
Lelystad Gemeente
Terreinnaam
Lelystad
Larserknoop/omala (v/h uitbreiding larserpoort)
Lelystad
Flevokust
Lelystad
Flevopoort
Lelystad
Bio science park zuid
Lelystad
Luchthaven
Lelystad
Noordersluis (v/h +noordersluis zo + westerdreef)
Lelystad
Bio science park noord
Lelystad
Oostervaart oost
Lelystad
Larserpoort 123
Lelystad
Merwede(v/h rivierenbrt zo excl. Larserboog)
Lelystad
Oostervaart
Totaal lelystad
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2011-2019
2020-2029
2030-2039
Totaal
0,0 0,1 281,9 77,6 298,9
123,5 419,1 203,1
0,0 0,0 0,0
148,5 205,0 205,0 110,0 150,0 150,0 62,1 58,1 62,1 20,0 20,0 20,0 18,4 17,8 18,4 12,3 11,9 12,3 12,0 12,0 12,0 10,4 10,4 10,4 10,1 10,1 10,1 1,6 1,4 1,6 0,0 0,0 0,1 405,4 496,7 502,0
2011-2019
2020-2029
2030-2039
Totaal
23,8 10,0 30,0 7,0
73,0
96,0
116,0 70,0 100,0 43,1 39,1 43,1 20,0
6,4 5,9 6,5 12,3 10,7 11,1 12,0
10,4 10,4 10,4 10,1 10,1 10,1 1,6 1,4 1,6
52,5 205,0 89,0 40,0 150,0 50,0 19,0 19,0 19,0 20,0 20,0 12,0 11,9 11,9 1,2 1,2 12,0 12,0
Opmerking Gemengd Plus: 20 ha in 2020-2030 (20 ha geschrapt). Modern gemengd: 56,5 ha wv 45 ha voor 2020 en 11,5 ha 2020-2030 (3,5 ha geschrapt). Hoogwaardig: 46 ha (25 ha <2020, 21 ha 2020-2030). T&D: 26 ha < 2020. Hoogwaardig: 46 ha (25 ha <2020, 21 ha 2020-2030). T&D: 26 ha < 2020. 70 ha gemengd plus (wv 50 ha voor 2020) en 40 ha (wv 20 ha voor 2020) T&D blijft overeind, 20 ha is geschrapt (was Gemengd plus)
Terreinen die WEL volgens de provinciale monitor over plancapaciteit beschikken maar die tot op heden NIET in de Plabeka Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie
overzichten zijn meegenomen: Middendreef (0,4 ha 2010-2020)
Zaanstreek Gemeente
Terreinnaam
Zaanstad
Hoogtij
Zaanstad
Hembrug
Zaanstad
De Hemmes
Zaanstad
Bonar Floors
Zaanstad
Noordeinde
Zaanstad
Forbostrook/Saendelft
Zaanstad
Noorderveld
Totaal Zaanstreek
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
34,0
4,5
2,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 47,0 37,5 35,8
10,0
36,0
3,5 2,5 2,5 2,5 2,0
12,5 4,5 115,0
0,0 0,0 0,0
44,0 0,0 96,8 10,0 30,0 43,0 0,0 4,5 3,5 2,5 2,5 2,5 0,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 59,5 42,0 150,8
Opmerking 9 ha geschrapt Staat in provinciale monitor onterecht 100% als NAT terrein 20 ha geschrapt
3,5 ha geschrapt
Terreinen die WEL volgens de provinciale monitor over plancapaciteit beschikken 2 ha geschrapt
maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Zuiderhout (8 ha 2010-2020) Terreinen waarover WEL in de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt, maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen:
excl. Zuiderhout (7 ha) en Kogerveld Zuid (2 ha) 2010-2020 excl. Zuiderhout (7 ha) en Kogerveld Zuid (2 ha) 2010-2020 excl. Zuiderhout (7 ha) en Kogerveld Zuid (2 ha) 2010-2020 nb Hoogtij is in de provinciale monitor onterecht 100% als NAT terreinaangemerkt
Zuiderhout (7 ha 2010-2020), Kogerveld Zuid (2,0 ha 2010-2020), Krommenie Oost (1 ha geschrapt)
81
82
Amsterdam Gemeente
Terreinnaam
Amsterdam
Atlaspark (grootschalig) oost EN west
Amsterdam
Atlaspark (gemengd)
Amsterdam
Airport Business Park Amsterdam Osdorp
Amsterdam
Sloterdijk III-Noord (grootschalig)
Amsterdam
Sloterdijk III-Zuid (kleinschalig)
Amsterdam
Hemhavens (gemengd)
Amsterdam
Cornelis Douwesterrein
Amsterdam
Afrikahaven (gemengd)
Amsterdam
Bedrijvengebied Zuidoost
Amsterdam
Sloterdijk I
Amsterdam
Amerikahaven (gemengd)
Amsterdam
Bedrijventerrein Schinkel
Amsterdam
Bedrijventerrein Westerpark (Centrale Markthallen)
Amsterdam
Bedrijventerrein Cruquius
Amsterdam
Westhaven (gemengd)
Totaal Amsterdam
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2011-2019
48,0 24,0 27,7 47,1 36,0 47,1 37,7 11,8 12,7 32,1 9,3 12,8 19,8 18,6 13,7 7,5 8,0 7,8 5,0 5,0 5,0 4,9 5,0 4,9 1,8 1,8 1,8 0,9 0,5 0,6 0,7 3,0 0,7 0,4
0,3 0,3 0,2 0,0 0,2 206,4 123,3 135,0
2020-2029
2030-2039
20,0 20,3
25,0 25,0 19,3 19,3 2,5 6,1
0,3
0,4 0,4 0,0 0,4
0,3
0,0 67,2 72,1
0,0 0,0 0,0
Totaal
48,0 44,0 48,0 47,1 36,0 47,1 37,7 36,8 37,7 32,1 28,6 32,1 19,8 21,1 19,8 7,5 8,0 7,8 5,0 5,0 5,0 4,9 5,0 4,9 1,8 1,8 1,8 0,9 0,5 0,9 0,7 3,0 0,7 0,4 0,4 0,4 0,0 0,0 0,4 0,3 0,3 0,3 0,2 0,0 0,2 206,4 190,5 207,1
Opmerking Oost en west resp: 3 ha en 21 ha voor 2020 en 20 ha en 0 ha tussen 2020-2030.
Staat in provinciale monitor onterecht als NAT terrein
Staat in provinciale monitor onterecht als NAT terrein
6 ha Mercuriushaven (gemengd) en 2 ha petroleumhaven (gemengd)
Amerikahaven Noordoost (gemengd)
Terreinen die WEL volgens de provinciale Inmiddels volledig uitgegeven (?) Inmiddels volledig uitgegeven (?)
Gemeente
Terreinnaam
De Baanstee Noord
Edam-Volendam
Oosthuizerweg Uitbreiding
Waterland
Katwoude
Purmerend
De Baanstee Oost
Totaal Waterland
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2011-2019
47,0 47,0
47,0 47,0 0,0
2020-2029
34,0 34,0 81,0 5,5 5,5 5,5 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 42,5 42,5 89,5
2030-2039
0,0 0,0 0,0
Totaal
81,0 81,0 81,0 5,5 5,5 5,5 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 89,5 89,5 89,5
maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Alfadriehoek, 1 ha modern gemengd
Inmiddels volledig uitgegeven (?)
Waterland Purmerend
monitor over plancapaciteit beschikken
Opmerking Fase I <2020, fase II 2020-2030 ‘Fase I’
voor 2020
Amstelland Gemeente
Terreinnaam
Amstelveen
Amstelveen Zuid (N201)
Amstelveen
Meerlandenweg
Amstelveen
Bedrijventerrein Legmeer
Diemen
Verrijn Stuart
Totaal Amstelland
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2011-2019
45,0 45,0 45,0 30,0 33,0 30,0 0,2 2,5 1,0
1,5 76,0 78,2 79,0
2020-2029
1,0 1,0 0,0 1,0 1,0
2030-2039
0,0 0,0 0,0
Totaal
45,0 45,0 45,0 30,0 33,0 30,0 0,0 0,2 2,5 1,0 1,0 2,5 76,0 79,2 80,0
Opmerking Staat op de lijst met VBA Zuid-Zuid, Greenpark Aalsmeer en de Loeten om in/vanaf 2012 (deels) te geschrapt te worden
Staat op de lijst met VBA Zuid-Zuid, Amstelveen Zuid (N201) en Greenpark Aalsmeer om in/vanaf 2012 (deels) te geschrapt te worden de Loeten (?)
Terreinen waarover WEL in de nieuwe Uitvoeringsstrategie excl. De Sniep te Diemen (0,8 ha voor 2020) excl. De Sniep te Diemen (0,8 ha voor 2020) excl. De Sniep te Diemen (0,8 ha voor 2020)
afspraken zijn gemaakt, maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: De Sniep te Diemen (0,8 ha voor 2020, modern gemengd). Staat ook niet in de provinciale monitor met plancapaciteit te boek.
Haarlem Gemeente
Terreinnaam
Haarlem
Waarderpolder
Haarlemmerliede C.A
Polanenpark
Haarlemmerliede C.A
Sugar City
Totaal Haarlem
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2011-2019
10,0 4,0 4,0 9,0 21,0
6,0 19,0 31,0 4,0
2020-2029
10,0 16,0 16,0 9,0
2030-2039
18,0 6,0 6,0 25,0 16,0 40,0
0,0 0,0 0,0
Totaal
20,0 20,0 20,0 18,0 21,0 18,0 6,0 6,0 6,0 44,0 47,0 44,0
Opmerking 4 ha binnenstedelijk 2010-2020, 16 ha modern gemengd < 2020, 10 ha modern gemengd 2020-2030 Wel in database, abusievelijk niet in provinciale publicatie opgenomen
Bijgesteld door SADC
83
84
IJmond Gemeente
Terreinnaam
Beverwijk
Kagerweg
Heemskerk
De Trompet
Nieuwelaan Oost Castricum (geen lid van de MRA, wél meegenomen in de nieuwe Uitvoeringsstrategie) Heemskerk
De Waterwegen
Totaal IJmond
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2011-2019
5,0 5,0 5,0 2,9 2,9 2,9 2,5
1,1 1,1 1,1 9,0 11,5 9,0
2020-2029
2030-2039
2,0 2,0
2,0 0,0 2,0
0,0 0,0 0,0
Totaal
5,0 5,0 5,0 2,9 2,9 2,9 2,0 2,5 2,0 1,1 1,1 1,1 11,0 11,5 11,0
Opmerking
excl. Grote Hout/NAM (23 ha, 2020-2030) excl. Grote Hout/NAM (23 ha, 2020-2030) excl. Grote Hout/NAM (23 ha, 2020-2030)
Terreinen waarover WEL in de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt, maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Grote Hout/oude NAM (23 ha modern gemengd 2020-2030).
Gooi en Vechtstreek Gemeente
Terreinnaam
Blaricum
Blaricummermeent
Hilversum
Crailo/A1
Huizen
Industriewijk
Wijdemeren
Loodijk
Wijdemeren
De Slenk
Naarden
Gooimeer Zuid
Totaal Gooi en Vechtstreek
US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019') US (1-1-2012) Stand 1-1-2011 Stand 1-1-2010 ('2010-2019')
2011-2019
18,5 18,5 9 9,0 4,0 nb
2020-2029
2030-2039
18,5
9,0 nb 6,0
nb
nb 4,0
nb
nb
nb 2,0
nb 2,0 0,8 0,8
nb
0,8 0,8 35,5
0,0 0,0 0,0
0,8 31,5 27,5 6,8
Totaal
18,5 18,5 18,5 9,0 9,0 9,0 4,0 nb 6,0 0,0 nb 4,0 0,0 nb 4,0 0,8 0,8 0,8 32,3 28,3 42,3
Opmerking
Lucentterrein (modern gemengd) (?) Niet ingevuld Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie Niet ingevuld Niet opgenomen in Uitvoeringsstrategie Niet ingevuld
Wel in database, abusievelijk niet in provinciale publicatie opgenomen excl. Mediapark (2 ha, 2010-2020) excl. Mediapark (2 ha, 2010-2020) excl. Mediapark (2 ha, 2010-2020)
Terreinen waarover WEL in de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken zijn gemaakt, maar die tot op heden NIET in de Plabeka overzichten zijn meegenomen: Mediapark Hilversum (2 ha parkachtig 2010-2020). Staat wél correct in de provinciale database (abusievelijk niet in de provinciale publicatie) met plancapaciteit te boek.
Tabel A Plancapaciteit bedrijventerreinen volgens de nieuwe Uitvoeringsstrategie*
85 Opmerking
Plabeka deelregio
2012-2019
2020-2029
2030-2039
2012 t/m 2039
*excl. 54,6 ha 2010-2020 en 98 ha 2020-2030 op:
Almere
505,1
396,9
0,0
902,0
Amstelland-Meerlanden
355,7
38,0
0,0
393,7
206,4
0,0
0,0
206,4
31,5
0,8
0,0
32,3
Mediapark (2 ha, 2010-2020)
IJmond-Haarlem
28,0
27,0
0,0
55,0
Grote Hout/NAM (23 ha, 2020-2030)
Zaanstreek-Waterland
94,0
55,0
0,0
149,0
Metropoolregio (excl. Lelystad)
938,8
394,2
0,0
1.333,0
Lelystad
281,9
123,5
0,0
405,4
1.220,7
517,7
0,0
1.738,4
Amsterdam Gooi en Vechtstreek
Metropoolregio (incl. Lelystad)
Oosterwold (75 ha, 2020-2030) de Sniep Diemen (0,8 ha), Spoorzicht Nrd H’meer (3,6 ha) en VBA Zuid-Zuid (40 ha), alle 2010-2020
Zuiderhout (7 ha) en Kogerveld Zuid (2 ha) 2010-2020
Bron: de Nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 ( juni 2011), p 133, bewerking Bureau BUITEN
Tabel B Overzicht ontwikkeling plancapaciteit door de jaren heen, exclusief Lelystad* 2011-2019 Stand 1-1-2010 (‘2010-2019’)
675,9
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
1.020,6
467,9
2.164,4
Stand 1-1-2011
777,8
581,2
375,0
1.734,0
1-1-2012
938,8
394,2
0,0
1.333,0
Tabel C Overzicht ontwikkeling plancapaciteit door de jaren heen, inclusief Lelystad* 2011-2019
2020-2029
2030-2039
totaal tot 2040
974,8
1.223,7
467,9
2.666,4
Stand 1-1-2011
855,4
1.000,3
375,0
2.230,7
1-1-2012
1.220,7
517,7
0,0
1.738,4
Stand 1-1-2010 (‘2010-2019’)
*excl. de locaties die door gemeenten NIET zijn ingevuld/aangeleverd via de provinciale monitor als stand 1-1-2011
Preview van de nieuwe Plabeka-afspraken qua plancapaciteit
In onderstaande tabellen A t/m C zijn de nieuwe Plabeka afspraken weergegeven. Om op dit punt de vergelijkbaarheid met de oude afspraken te kunnen maken dient men rekening te houden met de volgende zaken: • Lelystad maakte geen onderdeel uit van de oude afspraken uit 2007. Daarom zijn de cijfers voor die gemeente in tabel A in een aparte rij weergegeven. • In tabel A zijn de nieuwe afspraken opgenomen EXCLUSIEF een aantal locaties die ook niet in de monitor van vorig jaar zijn opgegeven door de gemeenten. Door deze eruit te filteren kunnen de cijfers van de monitor van vorig jaar, die van dit jaar en de nieuwe Uitvoeringsstrategie afspraken beter met elkaar vergeleken worden. Tabellen B en C geven een totaal overzicht (op MRA niveau) van de ontwikkeling van de omvang van de totale plancapaciteit van bedrijventerreinen in de MRA de laatste jaren. De ene tabel is exclusief Lelystad, de andere is inclusief.
86
87
Bijlage IX Voortgang besluiten Uitvoeringsstrategie 2007 In deze bijlage staan de besluiten opgesomd zoals die in de Uitvoeringsstrategie Plabeka (vastgesteld tijdens de 6e Noordvleugelconferentie op 16 februari 2007) staan opgenomen op pagina’s 2 en 3. Per besluit wordt een conclusie gegeven over de voortgang.
Besluit:
Voortgang:
Regionale afstemming en samenwerking met betrekking tot de omvang en kwaliteit van het aanbod van bedrijfslocaties is de basis voor de uitvoeringsstrategie
De afstemming is succesvol en nog steeds in tact.
2
Alle partijen stemmen in met de in de uitvoeringsstrategie opgenomen omvang, fasering en segmentering van het planaanbod voor werklocaties
De afstemming is succesvol en nog steeds in tact.
3
De partijen zullen de samenwerking in Plabeka voortzetten en de gemaakte afspraken monitoren. Indien noodzakelijk worden de afspraken aangepast.
Plabeka brengt jaarlijks een monitoringspublicatie uit. Dit is de vierde editie.
Ten aanzien van de uitvoeringsstrategie: 1
Besluit:
Voortgang:
De herstructureringsopgave is groot.
Middels onderzoek heeft Plabeka de herstructureringsopgave scherp in beeld gebracht. Er is tot een gezamenlijke aanzet tot prioritering van herstructureringsprojecten gekomen. Het provinciaal herstructurerings programma 2009-2013 is het kader voor een eventueel regionaal herstructureringsprogramma.
Ten aanzien van de uitvoeringsstrategie: 4
Op korte termijn wordt – in samenspraak tussen regio en Rijk – gekomen tot een regionaal herstructurerings-programma In de Plabeka-monitor worden nadrukkelijk de effecten van herstructurering op het aanbod meegenomen.
Naar aanleiding van vorige monitor is een actualisatie van de uitvoeringsstrategie uitgevoerd en op 23 juni 2011 ondertekend door 34 gemeenten, 2 provincies en de Stadsregio.
Per 1 september 2009 is het Pilotbureau Herstructurering (PHB) opgericht. Het PHB ondersteunt gemeenten in het versnellen van de uitvoering van herstructurering van bedrijventerreinen en bundelen kennis en ervaring om tot advies voor de regionale aanpak op langere termijn te komen. Daarnaast zouden er nog verdere verbeteringen doorgevoerd kunnen worden in een (structurele) monitoring van de effecten van herstructurering.
5
Het streven naar een duurzame economische ontwikkeling zal één van de uitgangspunten zijn bij alle te nemen maatregelen ter verbetering van de internationale concurrentiepositie.
In mei 2008 heeft Plabeka samen met de KvK een duurzaamheidstop georganiseerd. Als follow up is besloten geen afzonderlijke activiteiten onder Plabeka-vlag op te zetten, maar aan te haken op het duurzaamheidsplatform van de Kamer van Koophandel. Daarnaast wordt via de reguliere Plabekaactiviteiten, met name herstructurering en de verdere regionale samenwerking, invulling gegeven aan het besluit tot het integreren van duurzaamheid in Plabeka-kader.
Besluit:
Voortgang:
6
De uit de Uitvoeringstrategie voortvloeiende fasering, segmentering en totale omvang van de planvoorraad voor werklocaties wordt vertaald in juridisch bindende ruimtelijke plannen: bestemmingsplannen en hogere planvormen.
Provincies en gemeenten hebben de afspraken in hun structuurplannen en structuurvisies verwerkt als uitgangspunten voor beleid.
7
De vraagontwikkeling en het vraagplanaanbodsaldo wordt in Plabeka-kader jaarlijks gemonitord.
Plabeka brengt jaarlijks een monitoringspublicatie uit. Dit is de vierde editie.
8
Jaarlijkse aanpassingen van de omvang (per deelgebied) van het plan-aanbod voor kantoren en bedrijventerreinen zijn op basis van de monitoruitkomsten – in goed overleg tussen de Plabeka-partijen – mogelijk.
Zoals blijkt uit de monitor hebben gemeenten hun plannen aangepast, mede op basis van de (vraag)ontwikkeling.
88
Ten aanzien van fasering en segmentering:
Een (majeure) herijking van de Uitvoeringsstrategie en de daarbij horende afspraken vindt plaats over vijf jaar, of eerder als daar aanleiding toe is.
Naar aanleiding van vorige monitor is een actualisatie van de uitvoeringsstrategie uitgevoerd en op 23 juni 2011 ondertekend door 34 gemeenten, 2 provincies en de Stadsregio.
Besluit:
Voortgang:
9
Partijen realiseren een substantiële reductie van de planvoorraad voor kantoren van 3,5 miljoen m2 bvo (van 8,5 naar 5 miljoen m2 bvo tot 2030).
Reducties hebben plaatsgevonden. Grotendeels hebben de partijen zich aan de afspraken gehouden. In de Nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 zijn nieuwe, extra reducties overeengekomen.
10
De Plabeka-partijen spreken met elkaar af dat de in de Uitvoeringsstrategie in de tabellen 2.2. tot en met 2.7 vastgelegde omvang en fasering van de plancapaciteit voor een ieder de maximale omvang is van in ontwikkeling te nemen plannen.
Uit de monitor blijkt: – dat de feitelijk vraag de laatste zes jaar substantieel achter is gebleven bij de prognoses. – dat plannen naar achter zijn geschoven in de tijd.
11
Op Noordvleugelschaal wordt ingezet op het optimaal benutten van de bestaande voorraad kantoren. Onderzocht zal worden in hoeverre sloop-nieuwbouw en transformatie bij kunnen dragen aan reductie van de overschotten.
Plabeka heeft onderzoek verricht naar dit thema. In oktober 2009 is een eindnotitie opgeleverd. De werkgroep oud nieuw concludeerde hierin dat er geen instrumenten zijn die een directe koppeling kunnen leggen tussen de realisatie van nieuwe en de transformatie/sloop van oude kantoren.
Ten aanzien van kantoren:
Het PHB is momenteel bezig met onderzoek naar dit thema bij bedrijventerreinen. Plabeka heeft besloten de resultaten van het PHB af te wachten voordat nieuwe stappen worden gezet op dit punt. In de Nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 is de aanpak van de leegstand van kantoren één van de hoofdthema’s waar beleid en acties omheen zijn gevormd. Hier wordt de komende jaren door de MRA stevig op ingezet.
Besluit:
Voortgang:
De Plabeka-partijen erkennen de specifieke positie van Almere. Er wordt onderzocht welke aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om de werkgelegenheidsontwikkeling in Almere verder te stimuleren.
De activiteiten op dit punt zijn op verzoek van Almere stopgezet, aangezien langs andere wegen en overlegstructuren al invulling aan het doel wordt gegeven, aldus Almere.
Voor de ontwerpopgave in het kader van de schaalsprong kan Almere gebruik maken van zelf ontwikkelde scenario’s voor de groei van de werkgelegenheid.
Almere heeft in 2010 de Beleidsnota Gemeentelijke Visie op het Vestigingsbeleid Almere vastgesteld, waarin eigen werkgelegenheidsscenario’s zijn gehanteerd, en daarbijhorende vraag naar bedrijventerreinen en kantoorlocaties.
Ten aanzien van Almere: 12
13
Besluit:
Voortgang:
Vastgesteld wordt dat ten opzichte van het Structuurschema de planvoorraad van bedrijventerreinen lager is dan de geprognosticeerde vraag.
Uit de monitor blijkt dat de feitelijke vraag de laatste zes jaar substantieel achter is gebleven bij de prognoses.
Ten aanzien van bedrijventerreinen: 15
Aanvullend: Plabeka roept Almere op om de zoeklocatie in het Omgevingsplan ten oosten van de A27 tijdig beschikbaar te maken (p. 6).
In de Nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 is er sprake van een overschot aan bedrijventerreinen tot 2040. Daarom zijn reducties van planaanbod aan nieuwe terreinen overeen gekomen. Dit is dus een koerswijziging ten opzichte van het oude Plabeka beleid zoals vastgesteld in 2007.
Binnen de Nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040 heeft Almere de ruimte gekregen om haar schaalsprong ambities te realiseren. 14
Voor de daadwerkelijke ontwikkeling van werklocaties conformeert Almere zich aan de afspraken zoals gemaakt in de Uitvoeringsstrategie Plabeka.
Almere heeft momenteel meer ontwikkelingsmogelijkheden van kantoorruimte in de planning dan in 2007 afgesproken. Deze toename komt voort uit de schaalsprong-ambities die door de regio worden ondersteund.
In de Beleidsnota Gemeentelijke Visie op het Vestigingsbeleid Almere van januari 2010 is een planaanbod opgenomen van netto 680 ha, inclusief reserveringen ten oosten van de A27.
16
Gelet op de krapte in het aanbod van bedrijventerreinen is het noodzakelijk dat alle partijen de in deze Uitvoeringsstrategie vastgelegde omvang en fasering van de plannen ten aanzien van bedrijventerreinen ook daadwerkelijk zullen realiseren.
De monitor wijst uit dat de meeste deelregio’s grotendeels aan hun opgave hebben voldaan. In vrijwel alle deelregio’s zijn plannen – waarschijnlijk mede vanwege tegenvallende uitgiftecijfers – naar achter geschoven in de tijd.
17
Het is noodzakelijk dat er – gelet op de lange ontwikkelingsduur van bedrijventerreinen – tijdig geanticipeerd wordt op de voorziene tekorten. De komende jaren worden benut om de verschillende langetermijnopties serieus te onderzoeken. Hierover maken de direct betrokkenen procesafspraken.
Zoals blijkt uit de monitor hebben gemeenten hun plannen aangepast, mede op basis van de (vraag)ontwikkeling.
18
Ten aanzien van de gesignaleerde tekorten in Zaanstreek-Waterland, gelet op het spanningsveld met landschappelijke waarden in grote delen van deze subregio, zal ten aanzien van de opgave in dit plangebied tevens gekeken worden naar andere – buiten de Noordvleugel gelegen – opties.
Het in de uitvoeringsstrategie op korte termijn voorziene tekort aan droge bedrijventerreinen in Zaanstreek-Waterland en IJmond heeft zich vooralsnog niet concreet gemanifesteerd.
Aanvullend: IJmond en Zaanstad komen met een procesbeschrijving van de wijze waarop zij het tekort op korte (IJmond) en langere termijn in hun deelgebieden zo goed mogelijk willen oplossen (p. 6).
89
90
Besluit:
Voortgang:
Voor de zeehaventerreinen dient een nieuwe vraagprognose opgesteld te worden, rekening houdend met de ontwikkeling van de goederenstromen .
Onder regie van het Bestuursplatform (Masterplan) Noordzeekanaalgebied is in 2007 een nieuwe behoefteraming voor zeehaventerreinen opgesteld. De vraagraming impliceert dat het zachte Plabeka-aanbod moet worden gehandhaafd met oog op de lange termijn.
Ten aanzien van zeehaventerreinen: 19
Aanvullend: NZKG dient een volledig beeld te geven van de potenties van de herstructurerings- en intensiveringscapaciteit in het Noordzeekanaalgebied (p. 7).
In de jaarlijkse monitorraportage van het Masterplan wordt onder andere ruimtewinst gemonitord. Daarnaast heeft PLabeka middels onderzoek de herstructureringsopgave scherp in beeld gebracht, ook op haventerreinen.
20
Er wordt in beeld gebracht wat de voor- en nadelen zijn en wat de uitvoerbaarheid is van een aangepaste uitgiftestrategie ten behoeve van een versterking van de internationale concurrentiekracht van het Noordzeekanaalgebied.
Een nieuwe uitgiftestrategie is onderzocht en heeft niet tot overeenstemming geleid binnen het bestuursforum.
21
Het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied wordt gevraagd deze onderzoeken op zich te nemen, waarbij ook aandacht is voor de problematiek van de droge bedrijventerreinen in de IJmond en de Zaanstreek.
Deze onderzoeken zijn uitgevoerd.
Besluit:
Voortgang:
De resultaten van de Plabeka-monitor zijn de basis voor bestuurlijk overleg ten aanzien van mogelijke aanpassingen van de in de Uitvoeringstrategie gemaakte afspraken.
Naar aanleiding van vorige monitor is een actualisatie van de uitvoeringsstrategie uitgevoerd en op 23 juni 2011 ondertekend door 34 gemeenten, 2 provincies en de Stadsregio.
Ten aanzien van uitvoering: 22
91
Bijlage X Bronvermelding De drie belangrijkste bronnen voor de kwantitatieve data waarop deze voortgangsrapportage is gebaseerd zijn: 1. K antorenmonitor B.V., met name voor gegevens over de bestaande voorraad kantoren. De gegevens uit deze database zijn via veldwerk (eigen waarneming) verkregen, en nauwkeurig tot op adres-/pandniveau (zonder ondergrens aan grootte van transactie of mutatie) opgebouwd. Deze bron is de belangrijkste onderlegger voor hoofdstuk 2. 2. de Monitors Bedrijventerreinen 2011 van de Provincie Noord-Holland en Flevoland, zowel voor cijfers op het vlak van uitgifte en planaanbod van bedrijventerreinen als ook de plancapaciteit van kantoren. Hoofdstuk 3 stoelt op deze bron. 3. De ‘Monitoring Bedrijventerreinen 2010’ van het projectbureau Masterplan Noordzeekanaalgebied is de basis voor hoofdstuk 4. Voor de inventarisatie van aanbod en transacties van bestaande bedrijfsruimte (zie hoofdstuk 3) is gebruik gemaakt van de bron Vastgoedmarkt en PropertyNL (bewerking door Kantorenmonitor B.V.). Uiteraard is de monitor afgestemd op en met de Monitor Bedrijventerreinen van de provincie Noord-Holland, de Monitor Bedrijventerreinen van de provincie Flevoland, de Monitor Bedrijventerreinen in het Noordzeekanaalgebied van het projectbureau Masterplan NZKG en de Monitor Ontwikkelingsstrategie REVS (Schiphol).
92
Colofon Werkgroep Plabeka Monitor: Deze vierde voortgangsrapportage is een product van de werkgroep Plabeka Monitor. Leden van de werkgroep zijn: • Martin Bekker (Stadsregio Amsterdam); ambtelijk trekker • Tom Lips (Provincie Noord-Holland) • Paul Smeenk (Provincie Flevoland) • CJ Dippel (EZ Amsterdam) • Laura van Dijk (DRO Amsterdam) • Luuk Stevens (Bureau BUITEN) • Chrétienne Nielen (projectbureau Masterplan Noordzeekanaalgebied) Productie namens Plabeka:
Procesbegeleiding, cartografie en eindredactie:
Vormgeving en druk (15o exemplaren):
Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met: • Ambtelijk voorzitter Plabeka: Bert Uitterhoeve, Gemeente Haarlemmermeer (023-5673583,
[email protected]) • Ambtelijk vice-voorzitter Plabeka: Martin Bekker, Stadsregio Amsterdam (020-5273725,
[email protected]) Downloaden Deze publicatie staat in digitaal formaat op www.metropoolregioamsterdam.nl/ economie.
93
94