nummer 9, 2010 jaargang 15
Monitor
- 10 vragen aan... dj isis - militair revalidatiecentrum doorn - vier keer afghanistan
colofon
Monitor, een uitgave van Staf CLAS en het Thuisfront-comité KL, is bestemd voor Nederlandse militairen die deelnemen aan missies en voor hun relaties. De berichtgeving in het blad kan afwijken van het geldende defensiebeleid of van de inzichten van de leiding van het Ministerie van Defensie en de krijgsmachtdelen. Artikelen mogen worden overgenomen, mits vooraf toestemming is verleend door de eindredactie. Ingezonden brieven worden alleen geplaatst indien naam en adres bij de redactie bekend zijn. De eindredactie houdt zich het recht voor artikelen te redigeren. Aan deze publicaties kunnen geen rechtspositionele aanspraken worden ontleend.
Algemene Monitorredactie
Redactie RDTF
Hoofdredacteur
Kapitein Corné Dalebout
(Thuisfrontafdeling OOCL) Marlies Verbeek Rick de Geest Grada van Velsen
Redacteuren
Kopij:
Eerste-luitenant Roel van de Wiel Eerste-luitenant Anne-Marie Berndsen
Marlies Verbeek:
[email protected] Rick de Geest:
[email protected] Grada van Velsen:
[email protected]
Brigadegeneraal Hans Hardenbol Eindredacteur
Redactieadres
LGEN Knoopkazerne Mineurslaan 500 3509 AA Utrecht Postbus 90004 MPC 55A Tel: 030-2146039 E-mail:
[email protected]
Adreswijzigingen Corry van de Vall Tel.: 030-2236108 E-mail:
[email protected]
34
Algemeen
Afghanistan
Overige Missies
Een borst vol eremetaal
Redeployment Task Force op schema
Camp Butmir in Sarajevo
>
(Thuisfrontafdeling BIU/SSR) Peter Maassen kopij:
[email protected]
Redactie TFE-12
Inhoud
NUMMER 09, 2010
Redactievertegenwoordiger:
Leonard Holtzer Redactieleden:
Grafische Dienst | Audiovisuele Dienst Defensie | Den Haag Druk:
Redactie FP RDTF
OBT BV, Den Haag
8
Redactie BIU/SSR
Leonard Holtzer Adi van Oijen-Brussen Kopij:
[email protected]
Vormgeving:
32
Wim Zwanenburg kopij:
[email protected]
Algemeen
Afghanistan
Oplage:
7500 exemplaren
Overige Missies
ISSN:
13849646 Cover:
Afghanen en Nederlanders helpen met het verplaatsen van materieel van Afghanistan naar Nederland. Foto: opperwachtmeester Richard Frigge
Monitor
10 14 26 28 32
Militair Revalidatiecentrum Aardenburg in Doorn Soldatenlied ‘Rats, kuch en bonen’ Thuisfrontcontactdag Stroe: ‘Ik mis zijn was’ BIU-aanhangers onder de molens Een borst vol eremetaal
8 Redeployment Task Force ligt op schema 15 Korporaal vier keer op uitzending naar Afghanistan 20 Van Tarin Kowt naar Eindhoven 12 18 24 34
Brigadier van de politie op missie in Soedan LOT moet voor iedereen herkenbaar en toegankelijk zijn Leven en werken in UNMIS Camp Butmir in Sarajevo: thuisbasis van EUFOR
2 3 4 5 6 17 22 29 29 30 37 38 39 40
Colofon Inhoudsopgave Editoriaal Monikortjes 10 Vragen aan… DJ Isis Redactieruimte Home Sweet Home Groeten van de Kids Ingezonden brief MAX Foto van de maand Telefooncirkel Belangrijke telefoonnummers Fabulous
Wil je reageren op een artikel of heb je een goed idee voor een verhaal of onderwerp? Mail dan naar:
[email protected]
2 - Monitor 09
Monitor 09- 3
MONIKORTJES
>
Afscheid Uitgezonden militairen komen en gaan tijdens missies. ‘Roteren’ heet dat in Defensietaal. Ook thuisfrontafdelingen roteren, en zelfs de vrijwilligers die voor de Monitor schrijven doen dat. In de afgelopen jaren zijn heel veel enthousiaste thuisfronters in de pen geklommen om de meest mooie, bijzondere en herkenbare verhalen te schrijven en te verzamelen voor de Monitor. Het is niet verkeerd om hier eens te benadrukken dat onze dank daarvoor groot is!
Nu is het moment gekomen dat wij, de ‘vaste Monitor-redactie’, zelf gaan ‘roteren’. Door een reorganisatie krijgen wij alle drie een andere functie binnen Defensie. Dat betekent: een nieuwe uitdaging, nieuwe dingen leren, nieuwe collega’s. Maar ook: jammer dat we uit elkaar gaan en dat we de Monitor ‘verliezen’! Partir c’est mourir un peu, luidt het Franse spreekwoord. Ofwel: vertrekken is een beetje sterven. En zo voelt dit afscheid ook. Dit is de laatste Monitor die wij samen met de Monitorvrijwilligers hebben gemaakt. Ruim drie respectievelijk vier - jaar hebben we dat met ontzettend veel plezier gedaan. Niet gevreesd, de Monitor blijft bestaan, maar zal vanaf nu samengesteld worden door het Dienstencentrum Defensiemedia. Wij wensen onze opvolgers alvast veel succes! Werken voor het thuisfrontmagazine Monitor is bijzonder. Een blad vol emotie, met prachtige verhalen en foto’s. Iedere keer weer is het een feest om het kleurrijke blad in de brievenbus te vinden. Natuurlijk weten wij dan allang hoe het blad eruitziet, omdat we deze zelf in elkaar zetten. Maar toch is een glimlach van trots elke keer niet te onderdrukken als we het papieren resultaat weer in handen hebben. Wat het extra bijzonder maakt, is de waardering vanuit de doelgroep; het thuisfront. De afgelopen jaren hebben we regelmatig brieven ontvangen van lezers die aangaven de Monitor graag te lezen. Vooral omdat het zo herkenbaar is. Verhalen van uitgezonden militairen en andere thuisfronters, die gewoon net iets beter begrijpen wat je als thuisfronter doormaakt dan ‘buitenstaanders’. Daarnaast is het informatief, ‘en dan net even op een andere manier dan de zakelijke informatiebrieven die je van Defensie en de TFA krijgt’, mailde een lezer laatst treffend. Voor en door het thuisfront is het motto van het blad Monitor. Met een beetje hulp van ons als vaste Monitorredactie. Wij hebben altijd genoten van de intense samenwerking met jullie als thuisfront. Dank voor alle kritische opmerkingen en complimenten. Want bij geen enkel ander blad is de waardering en betrokkenheid vanuit de doelgroep zo voelbaar.
De vaste Monitor redactie: Anne-Marie Berndsen Corné Dalebout Roel van de Wiel
4 - Monitor 09
Nabestaanden bezoeken Afghanistan
Gevechtsinsignes voor “nieuwe generatie militairen” De nu gedecoreerde militairen waren in de periode 2001-2009 betrokken bij gevechtshandelingen in Irak en Afghanistan. Generaal Van Uhm: “Deze militairen hebben aangetoond dat onze gehele krijgsmacht in het volledige geweldsspectrum kan optreden. Dat is illustratief voor de professionaliteit van onze krijgsmacht en illustratief voor een nieuwe generatie militairen.”
Nabestaanden van 17 van de 24 in Afghanistan gesneuvelde Nederlandse militairen hebben begin deze maand een bezoek gebracht aan Afghanistan. Tijdens de reis bezochten de relaties het kamp waar hun dierbaren hebben gewerkt en gewoond. De groep werd vergezeld door militaire begeleiders, geestelijk verzorgers, artsen, bedrijfsmaatschappelijk werkers en casecoördinatoren van Defensie. In Afghanistan is het gezelschap op het vliegveld van Kandahar opgesplitst. De relaties vlogen in kleine groepen door naar Kabul, Kamp Holland in Tarin Kowt en Camp Hadrian in Deh Rawod. Op sommige kampen werd een speciale herdenkingsceremonie gehouden.
Voor hun optreden onder gevechtsomstandigheden, zoals vijandelijk vuur of bomaanslagen, hebben 33 militairen op 7 september het gevechtsinsigne ontvangen. De militairen ontvingen het eerbewijs in het bijzijn van de Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm.
Voor het gevechtsinsigne komt iedereen in aanmerking die heeft deelgenomen aan een militaire operatie waarbij sprake was van vijandelijk optreden met direct vuur of vergelijkbare gevechtsomstandigheden. Het handelen van de betrokkene tijdens het gevecht moet actief en adequaat zijn geweest en niet alleen gericht op de eigen veiligheid. Toekenning gebeurt met terugwerkende kracht tot 1 juni 2001. De eerste insignes zijn vorig jaar in Afghanistan uitgereikt. De afgelopen maanden zijn alle andere aanvragen uit de periode 2001-2009 beoordeeld. De uitreikingsceremonie vormde de aftrap van de hier uit voortgekomen toekenningen. De verdere uitreikingen vinden plaats bij de eenheden.
Hondenbiatlon in Woensdrecht en Tarin Kowt
Minister bezoekt militairen in Afghanistan
Ruim tachtig hondengeleiderteams hebben het deze maand tegen elkaar opgenomen tijdens de Internationale Hondenbiatlon op Vliegbasis Woensdrecht. Tegelijkertijd liepen de hondengeleiders van het Apachedetachement de Afghaanse tegenhanger van de hondenbiatlon op de internationale basis in Tarin Kowt.
De Afghaanse president Hamid Karzai heeft tijdens een bezoek van demissionair minister van Defensie Eimert van Middelkoop aan het land, zijn grote waardering geuit voor de Nederlandse inzet in Uruzgan. Hij memoreerde de hoge prijs die Nederland de afgelopen vier jaar betaalde om zijn volk een veiligere toekomst te bieden.
Het parcours in Woensdrecht bestond uit twintig hindernissen, enkele dressuuroefeningen en schietproeven, verspreid over tien kilometer. Bij de hondenbiatlon worden vooral het uithoudingsvermogen en de samenwerking tussen hond en begeleider beproefd. Werksituaties werden in het parcours zo realistisch mogelijk nagebootst. Het Apachedetachement TK-9 kijkt met trots terug op de primeur van de eerste editie van de ISAF-hondenbiatlon. De deelnemende teams streden onder aanmoediging van vele toeschouwers om de eerste kampioenstitel. De hondengeleiders zijn uitgezonden om de Apaches en de medewerkers van het helikopterdetachement te beveiligen.
Op Kamp Holland kreeg Van Middelkoop de laatste informatie over de Redeployment Task Force (RDTF). Deze taakgroep, onder meer verantwoordelijk voor het verplaatsen van eenheden en materieel naar Nederland, reed onlangs het eerste grote konvooi van Tarin Kowt naar Kandahar. Het materiaal wacht in Kandahar op vervolgtransport naar Coevorden.
Al langer hadden de nabestaanden de wens om voor hun verwerking een bezoek te brengen aan Afghanistan. Zo wilden zij een beter beeld krijgen van het land en de plek waar hun geliefde de laatste periode van zijn leven heeft doorgebracht. Op advies van een aantal naaste adviseurs besloot demissionair minister van Defensie Eimert van Middelkoop dat het verantwoord was de reis nu te laten plaatsvinden. De Nederlandse bijdrage aan Task Force Uruzgan (TFU) is op 1 augustus weliswaar beëindigd, de Redeployment Taskforce (RDTF) en de Air Task Force (ATF) zijn nog wel actief in Afghanistan. Daardoor kon Defensie nu nog voldoen aan de wens van de nabestaanden.
Minister Van Middelkoop bezocht ook het Defensiepersoneel van de Air Task Force (ATF) op Kandahar Air Field. Met zijn bezoek aan Afghanistan wil de minister onderstrepen dat de komende maanden nog steeds grote aantallen Nederlandse militairen taken vervullen in Afghanistan. Monitor 09- 5
1 0 vragen aan . . .
1 0 vragen aan . . .
Tekst: Leonard Holtzer Foto’s: Ilja Keizer
10 V r a g e n a a n … D J Is i s
‘Onthoud dat liefde je mooiste wapen is’ mensen ontmoet ook. Van een gesprekje met Marco Kroon tot een ontmoeting met Willem Alexander, het was echt een dag om nooit meer te vergeten. 2.Volg je het nieuws over Afghanistan? Ik volg het buitenlandse nieuws niet op de voet, maar ik weet meestal in grote lijnen wat er speelt. Wel heb ik een boek gelezen over de geschiedenis van de stammenoorlog in Afghanistan. Daardoor ben ik beter in staat om de situatie daar te begrijpen. 3. De Nederlandse krijgsmacht werkt tijdens missies volgens het 3D-concept: ‘Defense, Development, Diplomacy’. Kortweg we vechten, verlenen humanitaire steun en helpen mee aan de opbouw van een bestuurlijke structuur. Voor welke D zouden we jou mogen inschakelen - en waarom? Development en Diplomacy lijken me allebei een uitdaging. Fysiek vechten is niets voor mij. Ik ben iemand die niet snel bang is en vrijwel nergens voor terugdeinst, maar mijn kwaliteiten liggen juist op het vlak van het leggen van verbindingen. Ik kan makkelijk contact leggen met allemaal soorten mensen, pik vreemde talen en accenten snel op, zie meer overeenkomsten dan verschillen tussen mensen. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat de mensenrechten worden gewaarborgd, iets waar ik me graag voor zou willen inzetten.
Isis van der Wel (35), bekend onder haar artiestennaam DJ Isis (tot 2006 100% Isis), is een Nederlandse DJ en producer. Zij wordt gezien als één van ‘s werelds eerste vrouwelijke pioniers op het gebied van elektronische dansmuziek. Tijdens afgelopen Veteranendag verzorgde ze een liveoptreden op het Malieveld. Een goede reden dus om 10 vragen te stellen aan DJ Isis.
6 - Monitor 09
1. Op 26 juni heb je opgetreden tijdens Veteranendag. Hoe heb je dat ervaren? Het was een heel bijzondere dag voor mij en mijn familie. Mijn opa, zelf veteraan uit Indië, heeft het helaas niet meer mee mogen maken, maar mijn oma was er gelukkig wel bij. Daarnaast was het een grote eer om wat van mijn werk als artiest te mogen laten horen en zien, en te spreken in de Ridderzaal. Ik heb hele bijzondere dingen meegemaakt die dag, bijzondere
4.Voor je werk ben jij ook veel van huis. Hoe zit jouw thuisfront eruit? En hoe onderhoud je tijdens reizen contact met je thuisfront? Ben je gevoelig voor heiwee? Ik woon samen met mijn man in Amsterdam. Mijn man begeleidt me tijdens mijn reizen en mijn vrienden en collega’s beheren dan ‘thuis’, waaronder mijn bedrijf Magma. Mijn manager en ik bespreken dan zaken per telefoon of internet. Mijn familie spreek ik regelmatig, maar ze zijn gewend dat ik veel reis en hierdoor vaak slecht bereikbaar ben. Contact hebben we dus meestal pas weer als
ik in Nederland ben. Ik reis sinds mijn 17e al de hele wereld over en verlang zelden naar huis als ik in het buitenland ben, terwijl ik in Nederland juist echt een huismus kan zijn. Kennelijk maak ik daar waar ik ben mijn thuis. 5. Stel, iemand in jouw omgeving wil militair worden, met de consequentie uitgezonden te worden. Wat vind je daarvan?
Iedereen moet naar zijn hart luisteren. Als dit je missie in het leven is, dan vind ik dat je gesteund moet worden. Als mijn eigen man dit zou willen en hij zou uitgezonden worden dan zou ik het liefste met hem mee gaan, zo dicht mogelijk bij hem in de buurt blijven. 6. Je grootvader is veteraan. Kun je daar wat over vertellen? Mijn grootouders waren net een paar weken getrouwd, toen hij weg ging om daarna jaren op Java in een kamp van de Japanners terecht te komen. Dat is natuurlijk verschrikkelijk en juist daarom werd er volgens mij niet veel over gesproken bij ons thuis. 7. Als je nu voor zes maanden op uitzending of reis gaat, wat mag er dan zeker niet in je koffer ontbreken? Wie of wat zou je het meeste missen als je zo’n lange tijd weg bent? Muziek, laptop en boeken, de rest zit vol met kleren en schoenen! Mijn man gaat mee, dus de mensen die ik het meeste zou missen zijn mijn ouders en mijn zus. 8. Hoe denk je over het bezoek van BN’ers aan een oorlogsgebied? Zou je zelf daar heen willen als de mogelijkheid zich voordoet? Zou je bijvoorbeeld vanuit je werk een bezoek aan Kamp Holland willen brengen? Wat zou jij kunnen doen om de mensen daar een hart onder de riem te steken? Het lijkt me super interessant en heel spannend en daarnaast heeft het ook iets heel romantisch, maar de risico’s zijn voor
mijn beroepsgroep bovengemiddeld groot. Het is niet helemaal hetzelfde, maar ik ben wel eens wakker geworden van een bom die in de straat ontplofte. Dat was in Tel Aviv, waar ik logeerde voorafgaand aan een optreden. Ik geloof dat er acht doden waren gevallen. ‘s Avonds speelde ik op een feest en tot mijn verbazing leek het alsof er eerder die dag niets gebeurd was, iedereen stond te feesten alsof het zijn laatste dag was. Daarna ben ik wel
terughoudender geworden met het nemen van dit soort risico’s. 9. In het leger hanteren we het buddysysteem. Wie is jouw buddy? Mijn man.
10. Is er iets wat je tegen onze jongens en meiden in Afghanistan of andere missiegebieden zou willen zeggen? Onthoud dat liefde je mooiste wapen is.
Monitor 09- 7
afghanistan
A lgemeen afghanistan
Tekst: tweede-luitenant Jaap Wolting Foto’s: opperwachtmeester Richard Frigge
Redeployment Task Force ligt op schema De Redeployment Task Force (RDTF) is de grootste Nederlandse eenheid in Afghanistan. De ongeveer 700 mannen en vrouwen van brigadegeneraal Jan Broeks zijn verantwoordelijk voor het verhuizen van al het Nederlands materiaal. Daarnaast worden de terreindelen op de voormalig Nederlandse kampen overgedragen aan de opvolgers.
Het innamedetachemnt op Kandahar.
Een MB in een container, klaar voor transport naar Kandahar.
De pantserhouwitser kon net niet over de balie bij area 1 van de innamestraat.
verd, is de voormalige uitvalsbasis van het verkenningspeloton. Kolonel van der Biezen verklaarde dat de Nederlanders hard aan het werk zijn om middelen in te nemen en het kamp ‘schoon te maken’. “En wij gaan door met onze dienstverlening totdat onze coalitiepartners het kunnen overnemen of er nieuwe contractors zijn”, vervolgde hij. Tientallen Bushmasters, Fenneks en Vikings zijn inmiddels al per vliegtuig naar Kandahar Airfield vervoerd. Het zijn de voertuigen die de afgelopen vier jaar werden gebruikt door de eenheden van de Task Force Uruzgan (TFU) en zijn ingenomen door de innamestraten in Deh Rawod en
Een voertuig gaat per vliegtuig naar Kandahar.
Highland games op Tarin Kowt, georganiseerd door een sportinstructeur.
8 - Monitor 09
De militairen van het Materieelinventarisatie, Diagnose- en Quartermasterteam (MIDQT) zijn terug in Nederland. Hun kwartiermakerswerk zit erop. Nu stelt de RDTF orde op zaken in Deh Rawod, Tarin Kowt en op Kandahar Airfield. De genie is het meest zichtbaar en begint al voor de zon over de bergen kruipt. Het is ‘s ochtends goed uit te houden. Rond het middaguur loopt de temperatuur op tot veertig graden. De militairen zijn dagelijks in de weer met het opschonen van Nederlandse terreindelen. Hijskranen tillen tenten van Hesco’s, krachtige shovels slopen deze verdedigingswallen en tientonners voeren het grind af. Mankracht alleen is niet voldoende.
Redeployment/Jingletruckmanagers zorgen ervoor dat Afghanen hun voeding, water en brandstof kunnen lossen.
Tarin Kowt. De Innamecompagnie heeft al het materiaal van de TFU over de balie gehad. Steeds meer voertuigen en middelen staan klaar om via Kandahar de reis naar Nederland te gaan maken. Veel spullen zijn al onderweg naar Coevorden. Ook het eerste gecombineerde konvooi van de RDTF heeft al plaatsgevonden. Tijdens deze rit (zeventig kilometer) van Deh Rawod naar Tarin Kowt werd Nederlandse pantsergenie ingezet voor het opsporen van geïmproviseerde explosieven (IED’s). Ook de topcover (bescherming vanuit de lucht door vliegtuigen en helikopters) was Nederlands; Apaches van de luchtmacht hielden een oogje in het zeil. De bescherming op de grond werd geleverd door de Amerikaanse
Postkamer in Kandahar.
12 Stryker-brigade. Het konvooi bestond o.a. uit vijf Patria’s die achter Scania’s waren bevestigd, en lading bestemd voor transport naar Nederland. De meest onzekere factor voor de RDTF is het weer, en dan vooral de enorme hoeveelheid fijnstof. Het werk op het kamp heeft er niet van te duchten, maar als er niet kan worden gevlogen, levert dat problemen op voor het transport. Het is al voorgekomen dat er enkele dagen nauwelijks vliegverkeer mogelijk was tussen Tarin Kowt en Kandahar. Over de breedte genomen gaat het redeployen voorspoedig. De verwachting is dan ook, dat de RDTF voor de kerst het overgrote deel van de goederen zal hebben verwerkt.
Met zware voertuigen als shovels en hijskranen zorgt de genie op Kamp Holland voor de instandhouding van het kamp. Het volledig inzetbaar houden van de natte fabs is ook nog steeds onderdeel van het takenpakket van de Nederlanders. Het is allemaal goodwill richting de Australiërs die Kamp Holland hebben overgenomen. Medio augustus heeft de RDTF daadwerkelijk het eerste terreindeel overgedragen aan het Amerikaans-Australische Combined Team Uruzgan (CTU). Tijdens een bescheiden ceremonie heeft plaatsvervangend commandant RDTF -kolonel Jurgen van der Biezen- de sleutel aan de Australische Wing Commander Smith overhandigd. De plek die werd opgele-
Monitor 09- 9
algemeen
A lgemeen
Tekst: Adi van Oijen-Brussen en Yvonne van Ginkel Foto’s: Adi van Oijen-Brussen
M i l i ta i r R e va l i d at i e C e n t r u m A a r d e n b u r g i n D o o r n
‘Niets is onmogelijk voor hen die willen’ Monitorredacteur Adi bracht deze zomer met de thuisfrontafdeling (TFA-12) een bezoek aan het Militair Revalidatiecentrum Aardenburg in Doorn; de plek waar militairen revalideren na een verwonding of medische aandoening. De boodschap: ‘Leer uitgaan van je mogelijkheden en benut je kansen.’ Het is zaterdagochtend en de zon schijnt als ik de parkeerplaats opdraai van het Militair Revalidatie Centrum (MRC) Aardenburg in Doorn. Een rij blauwe borden duidt de invalidenparkeerplaatsen aan. Logisch, want veel mensen die een orthopedische instrumentenmakerij bezoeken, hebben meer ruimte nodig bij het in- en uitstappen. Ik weet het allemaal wel, maar toch word ik er wat stil van. Voor menig thuisfronter is dit, denk ik, een angst; we willen onze relaties allemaal gezond van lijf en leden weer begroeten. Vanwege de mooie zonnige dag stelt communicatieadviseur Yvonne van Ginkel voor om een wandeling over het landgoed te maken. Ze vertelt: ‘Op dit moment revalideren op het landgoed Aardenburg achttien militairen die in Afghanistan gewond zijn
geraakt. Zij krijgen de best mogelijke zorg om te bereiken wat er met hun beperking mogelijk is. De broederschap onder de revalidanten is groot. Samen verwerken zij wat er gebeurd is. Van elkaar zien ze wat er mogelijk is en zo stimuleren zij elkaar. Belangrijk is dat ze leren uit gaan van hun mogelijkheden, het benutten van de kansen.’
Het embleem van het revalidatiecentrum symboliseert dat je, ondanks de handicap en de leegte, wel als een volwaardig mens kunt blijven functioneren. ‘Ook met een beperking is heel veel mogelijk’, aldus Yvonne. De medewerkers van het MRC doen hun uiterste best om de doelen die de revalidanten zelf stellen te helpen bereiken. Een veel gebruikte uitdrukking hierbij is “Nil volentibus arduum” (“Niets is onmogelijk voor hen die willen”). Mensen die jaren geleden in revalidatie zijn geweest, hebben nog steeds contact hebben met het MRC. Niet alleen vanwege een prothese die gemaakt is, maar bijvoorbeeld ook om ervaringen te delen. Zoals een gewonde ex-militair die ervaring heeft opgedaan met duiken en dit kan delen met jonge (gewonde) militairen.
CAREN
Voorbeeld van een prothese. Iemand kan kiezen hoe hij z’n prothese afgewerkt wil hebben. Hier een voorbeeld van de koker met een patroon. Sommigen willen de prothese cosmetisch afgewerkt hebben, anderen kiezen voor deze vorm.
Revalidatiekunde is ontstaan in de Eerste Wereldoorlog. Tussen 1944 en 1946 werd vanuit twee hotels in Oirschot het eerste Nederlandse revalidatiecentrum gerund. In 1946 is het revalidatiecentrum naar Doorn gekomen en sinds 1954 worden er behalve militairen ook burgers behandeld. De reorganisatie van 1995 heeft ervoor gezorgd dat het MRC als een zelfstandige divisie van het voormalig Militair Geneeskundig Facilitair Bedrijf (MGFB) budgettair neutraal is gaan werken. Inmiddels is er een nieuwe kantine en een therapiegebouw bijgebouwd en in 2008 is het in Israël ontwikkelde systeem CAREN geopend. CAREN staat voor Computer Assisted Rehabilitation Environment. Het is een revalidatiesysteem dat gebruikmaakt van een virtuele omgeving. Revalidanten nemen plaats op een rond platform op het onderstel van een vliegtuigsimulator. Het onderstel heeft zes vrijheidsgraden en kan
hierdoor alle kanten op bewegen. De revalidanten kijken naar een groot half rond scherm. In het platform zit een loopband. Onder deze loopband liggen krachtplaten voor onder andere de registratie van de gewichtsverdeling. Op het lichaam worden markers aangebracht. Boven het platform hangen twaalf infrarood camera’s. Deze registreren alleen reflecterend materiaal (markers). De camera’s staan in verbinding met computers. Het systeem kan de motorische activiteiten van een revalidant ondersteunen, waarbij de mate waarin het platform corrigeert, kan worden ingesteld. Hierdoor wordt voor de revalidant het gevoel van stabiliteit versterkt. Gedurende de therapie kan de moeilijkheidsgraad worden verhoogd. Het systeem kan ook precies andersom worden gebruikt. Het platform kan de patiënt juist uit balans brengen, wat ook op het videoscherm voor hem in beeld wordt gebracht. De revalidant moet zelf corrigeren om niet te vallen. Na Tel Aviv is Doorn de tweede plaats in de wereld waar CAREN is geïnstalleerd. Het systeem wordt ook gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Patiënten kunnen door de techniek 30 tot 40 procent sneller revalideren dan door traditionele behandelmethoden.
Wandeling over landgoed Aardenburg.
Weetjes over het MRC Capaciteit MRC: Verpleegkliniek 35 bedden Paviljoens 45 bedden Dagbehandeling 30 - 40 plaatsen Verhouding revalidanten burger / militair: 60 - 40 Sport kan een belangrijke plaats innemen in het leven van vooral de jonge cliënten van het MRC. Op het gebied van topsport zijn er nu contacten tussen MRC Aardenburg en het NOC*NSF over gehandicaptensport. Twee revalidanten trainen mee met het Nederlands paralympisch basketbalteam. Een persoon traint mee met het Nederlands team als bankdrukker.
Prothese Na de wandeling over het landgoed en langs het buitenoefenterrein gaan we naar de orthopedische instrumentmakerij. Peter Beens verzorgt een rondleiding. In de instrumentmakerij werken twaalf mensen. Zij houden zich niet alleen bezig met curatieve middelen (het verhelpen van een kwaal) maar ook met preventieve middelen. Een voorbeeld hiervan zijn de orthopedische inlays (steunzolen). Deze inlays worden vroegtijdig verstrekt om te voorkomen dat jonge militairen uitvallen met onderbeen- en voetklachten. Op jaarbasis worden ongeveer 6000 paar inlays geproduceerd. Een team bestaande uit een revalidatiearts, een fysiotherapeut en een orthopedisch instrumentmaker overlegt met de gebruiker over wensen en mogelijkheden. Wat wil je met je prothese kunnen doen, welke sport zou je willen beoefenen? Aan de hand van deze wensen wordt vastgesteld uit welke componenten de prothese moet worden opgebouwd. Het aanmeten van een prothese is een erg precies werk Als een prothese niet goed past, zal hij niet of met minder plezier worden gedragen. Voor het team van het MRC geeft het veel voldoening als een cliënt zijn werk weer met plezier op kan pakken. Zoals de aannemer die met een beenprothese een zak cement kan verplaatsen en als het moet ook nog van een stoepje af kan springen.
Gelukkig is deze versie allang verleden tijd. Peter Been en zijn collega’s doen er alles aan om het dragen van een prothese zo comfortabel mogelijk te maken.
Verschillende soorten protheses, de derde van links is een knieprothese die op zeven punten kan scharnieren.
Monitor 09- 11
overige missies
overige missies
Tekst: Harm Schepers en Peter Maassen Foto’s: Harm Schepers
Initiatief
B r i g a d i e r va n d e p o l i t i e o p m i ss i e i n S o e d a n
‘Best een beetje trots op Nederland’ Het ministerie van Defensie werkt tijdens internationale missies steeds vaker nauw samen met andere departementen. In ZuidTrots in Soedan
Soedan bijvoorbeeld, werken momenteel drie Nederlanders van de politie. Eén van hen is Harm Schepers, in Nederland werkzaam als Brigadier van de Politie, regio Twente. Vanuit zijn standplaats Torit geeft hij een kijkje in zijn dagelijkse leven tijdens deze bijzondere missie.
“Hier in Torit werk ik samen met mijn collega’s Dirk Stoffers en Ineke Gerrits, beiden ook werkzaam bij de politie in Nederland. Naast onze min of meer dagelijkse werkzaamheden zoals het surveilleren te voet en in een auto, zijn wij twee keer per dag op het politiebureau van Torit om te kijken hoe het daar staat met de zaken die onderzocht worden en met het aantal arrestanten. Gelukkig wordt er een nieuw politiebureau gebouwd, want in het huidige bureau is het nu van alle kanten zwaar behelpen.
Koeienvlaaien Wij hebben de Soedanese collega’s nogal wat te leren en te adviseren. Een klein voorbeeld. Afgelopen weekend hebben de Soedanese collega’s 35 kalveren in beslag genomen. Deze waren afkomstig van diefstal. Omdat het vervoer een probleem was, werden de dieren in het nieuwe bijna gereedstaande politiebureau gedreven. Toen wij zaterdagochtend langs kwamen, kon ik mijn ogen niet geloven. Hun nieuwe politiebureau was dus gebruikt als een stal! Overal lagen koeienvlaaien, het stonk er pittig, de kalveren waren niet blij en loeiden als volwassen koeien, kortom: een catastrofe. Dit geeft aan dat er nog een hele hoop werk is te doen in dit land! Naast onze dagelijkse werkzaamheden draaien wij ook een paar “missies in de missie”. In de gevangenis in Torit zitten gemiddeld 180 mannen en 30 vrouwen vast en daar hebben wij een (privé) project opgezet. Op de binnenplaats van de gevangenis stond een oude overkapping, lek aan alle kanten en zeker in het regenseizoen was het dikke ellende voor de gevangen. Dirk, Ineke en ik hebben de portemonnee getrokken en de timmerlui van de gevangenis hebben een mooi nieuw afdak getimmerd. En het mooiste was dat het afdak nu ook gebruikt wordt voor hun wekelijkse kerkdienst. Aan een van de palen is dan ook een groot kruis getimmerd. Twee weken geleden hebben wij een kerkdienst bijgewoond en dat was een uiterst indringende ervaring.
Ook kwamen wij al vrij snel terecht in het ziekenhuis van Torit en troffen daar de ambitieuze jonge dokter/directeur Augustino aan. Hij had zijn opleiding in Nairobi genoten en er twee jaar opzitten in het Toritse ziekenhuis. Hij probeerde met al zijn tijd en medisch vermogen het ziekenhuis draaiende te houden. Om hem wat te helpen hebben we in Twente wat verbandmiddelenbedrijven aangeschreven en dat resulteerde in een grote hoeveelheid verband, medicijnen en andere belangrijke zaken voor het ziekenhuis. Hartverwarmend en met behulp van de postlijn (en eigen koffers) kwamen de spullen bij Augustino aan. Hij was zo blij als een kind. En zijn patiënten zullen dat zeker ook zijn geweest. Als laatste voorbeeld nog een delicate vrouwenkwestie. De positie van de vrouw in Soedan is niet om over naar huis te schrijven. Zij is manusje van alles. Moet water dragen, de kinderen baren en opvoeden, de Tugul (ronde lemen huisjes met een rieten daken) schoon houden en als de man het behaagt, moet ze klaar staan voor de ‘natuurlijke driften’. De mannen zitten hier nog in een uiterst (bedenkelijke) comfortabele situatie. Wij hebben het voortouw genomen om de focus daarom meer te zetten op de positie van slachtoffers van seksueel misbruik en van huiselijk geweld. We hebben een soort “blijf van mijn lijf huis” project opgepakt en samen met de lieve en actieve vrouwen van de Women Association, lijkt het er zowaar op dat het project gaat lukken. De dames van de associatie lijken initiatief te gaan nemen en daarom heeft zich inmiddels een Duitse non gouvernementele organisatie (NGO) aangemeld om hen te helpen. Dat is prachtig om mee te maken en geeft alle belanghebbenden een dikke boost.
Rita Verdonk Na een missie in Bosnië, Kosovo en nu in Soedan, kan ik wel stellen dat wij Nederlanders het over het algemeen nog niet zo slecht doen. Als eerste denk ik aan Afghanistan, waar wij toch vernieuwend bezig zijn (geweest). Op het water in de buurt van Somalië merk ik, ook hier, dat wij Nederlanders het internationaal nog niet zo verkeerd doen. Ik hoor dat van andere internationale collega’s, afkomstig van heel de wereld en ik zie en hoor dat ook van de lokale bevolking. Wij Nederlanders zijn altijd ergens aanwezig, wij willen er ook altijd bijhoren. Wij zijn niet bang om onze mening te geven en wij zijn altijd bereid om onze schouders ergens onder te zetten. Ik merk dat ook hier weer in Soedan. En daarbij maakt het niet uit of ik toevallig bij de politie zit; we doen het samen met de collega’s van de marechaussee / Defensie. Dat is prachtig voor de missie, maar het geeft mij persoonlijk ook een goed gevoel. In Nederland klagen wij nog wel eens. We ergeren ons aan de regeltjes, controle en (kippe)drukte, maar in het buitenland zijn wij anders. Daar komt de drang naar veranderen, vernieuwen en helpen heel duidelijk naar voren. Wij zijn graag geziene gasten in een missie en daar ben ik best een beetje trots op. Dat wil niet zeggen dat ik meteen Rita Verdonk ga aanhangen, maar toch… wij doen het toch steeds maar weer, waar ook ter wereld. Dat trotse gevoel ervaar je pas echt als je een tijdje in het buitenland zit. Welke initiatieven er ook ontplooid worden in een missie, waar ook ter wereld, ik heb geleerd dat juist dat initiatief nemen maakt dat je ergens verschil gaat maken. Omdat dat juist bij Nederlanders hoort, moeten wij dat vooral blijven doen. Het buitenland is ons er dankbaar voor!
12 - Monitor 09
Monitor 09- 13
A fghanistan
algemeen Tekst: korporaal-1 Han Lundahl en Monitor Foto’s: korporaal-1 Han Lundahl
Tekst: Peter Maassen
K o r p o r a a l v i e r k e e r o p u i t z e n d i n g n a a r A f g h a n i s ta n
Oud Soldatenlied
“Rats, kuch en bonen” In de mobilisatiejaren voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog (1938 tot begin 1940) was “Rats, kuch en bonen” één van de meest gezongen liederen in het leger. Ook via de radio was het vaak te beluisteren en in een revue van Lou Bandy kwam het steevast voor. Het werd uiteindelijk één van de meest bekende soldatenliederen.
‘Mooi, dat ik één van de eersten en één van de laatsten was’
Dan het lied:
Rats, Kuch en Bonen Deze dagen, hoor je klagen En wel duizend dingen vragen Maar doe niet zo zenuwachtig En hou je eendrachtig. De gevaren, die rondwaren Zullen Nederland wel sparen. Geen fanatisme, hou je optimisme Elk die zuchten slaakt, die sticht maar kwaad Want ons leger waakt en staat paraat Niets is er wat meer wrijft of wringt Het kokkie in de keuken zingt:
Korporaal-1 Han Lundahl is begin deze maand teruggekeerd van een uitzending met LSD-12 naar Afghanistan. Dit was maar liefst zijn vierde uitzending naar Afghanistan. Hij heeft Kamp Holland zien opbouwen en ook weer zien afbreken. Aan Monitor vertelt hij, vlak voor zijn terugreis naar Nederland, zijn verhaal.
Refrein Rats, kuch en bonen Is het soldatendiner Rats, kuch en bonen Doe daar je maaltje maar mee Vree is ons streven Vrijheid van grenzen tot strand Hollandse soldaten leven Voor het Vaderland! Wij marcheren, tirailleren Of wij zitten te dineren Als het eventjes kan lijen Dan slaan wij aan het vrijen Want de meisjes, kleine sijsjes Hebben liefdesparadijsjes Een bankje en een laantje, ’s avonds bij het maantje Een soldaat vindt gauw een goed gehoor Hij heeft bij zijn vrouw een streepje voor Zij weet een militair heeft moed Het is een kerel goed doorvoed De tekst en muziek is van Vejvoda/Ferry. De betekenis van de woorden is als volgt: Rats is een stampot van aardappelen en appels. Meestal werden hiervoor oude en inmiddels verschrompelde appels gebruikt, die gekookt met schil en al door de moddergaargekookte aardappels en liefst zo heet mogelijk werd opgediend. In de volksmond heette dit gerecht ook wel “hete bliksem”. Kuch is brood. Meestal oud en keihard. Soms was het een sport om met kuch de ramen in te gooien. Bonen waren in ruime mate aanwezig in de mobilisatietijd. Voor een prikje werden bruine en witte bonen massaal ingekocht. De militaire pakhuizen lagen er vol mee. Door dit eenzijdige voedsel hadden veel militairen last van winderigheid, wat vooral in de slaapzalen merkbaar - en vooral ruikbaar - was.
14 - Monitor 09
Refrein Al het chique, magnifieke Overdreven excentrieke Geënsceneerde in doen en laten Dat haten de soldaten Maar het ronde, oergezonde Echt oprecht en onomwonden Het flinke en verve is het militaire Die symptomen vind je in de kuch In de rats en bonen weer terug Zeg wat je eet mijn beste vent En ik weet wie en wat je bent
“De eerste keer dat ik op uitzending ging, had het thuisfront het daar wel moeilijk mee. Ondanks dat ik zelf had gevraagd of ik kon gaan, konden ze dat thuis maar moeilijk begrijpen. Maar ze hadden wel respect voor mijn keuze. Ik wilde gewoon uitzendervaring opdoen, en als eerste naar Afghanistan. Dit kon samen met een van mijn beste vrienden, Barry. We gingen naar MazarE-Sharif in het noorden van Afghanistan, om de voorbereidingen te treffen voor de opbouw van Kamp Holland, zoals iedereen dat nu kent. Het was daar rustig en we hadden geen last van de Taliban of mor-
tieraanslagen. We sliepen in een tent vlak langs de landingsbaan waar vrachtvliegtuigen hun goederen kwamen droppen. Mijn tweede uitzending was met LSD-1, samen met 11 Herstelcompagnie. Dit was heel anders; dagelijks vielen er mortieren en we zaten dan ook vaak in de bunkers. Het kamp was nog in opbouw en ik moest overal mijn plaats vinden en alles nog ontdekken. Er was nog niemand voor mij geweest, dus ik kon niemand vragen hoe of wat. Ik had wel het geluk daar weer samen met Barry te zijn. Met zijn tweeën kom je overal wel uit. Later kwam er nog iemand
uit onze vriendengroep bij, dus het feest was compleet, mijn uitzending kon niet meer stuk. De tijd ging erg snel, omdat we alles moesten opbouwen en flink moesten improviseren om alles voor elkaar te krijgen
Refrein
Monitor 09- 15
REDACTIERUIMTE
afghanistan
met betrekking tot de 180 KW-aggregaten die wij in onderhoud hadden. De derde keer dat ik op uitzending ging (met LSD-4) was eigenlijk heel “gewoon”. Thuis was men ondertussen aan mijn beroep en de uitzendingen gewend. Ik kende mijn plaats intussen wel in het uitzendgebied en wist wat er van mij werd verwacht. Er was een hoop veranderd sinds LSD-1. Het kamp had nu alles te bieden waar militairen behoefte aan hebben, zoals een fitnessruimte, een goede eetzaal, echo’s (ontspanningsruimte) en een goede werkplek. Ik zat in de voorbereiding voor mijn vierde uitzending toen mijn moeder plotseling ziek werd. Ze kon op dat moment niet meer voor zichzelf zorgen en was voor een tijd afhankelijk van anderen, iets wat een sterke zelfstandige moeder / oma niet zomaar toegeeft. Voor mijn gevoel kon ik dus niet zomaar op uitzending. Ik had het gevoel dat ik mijn moeder in de steek liet. Ik heb daarom zo mijn twijfels gehad. Maar de uitzending was al bijna daar en we moesten denken aan oplossingen. We hebben alles
in orde gemaakt en gezorgd dat er thuiszorg was als ik op uitzending zou zijn. En wat vooral belangrijk was: er waren mensen die mijn moeder in de gaten zouden houden als ik er niet was. Ik kon met een gerust gevoel naar Afghanistan
De redactieleden van Monitor krijgen om de beurt de ruimte voor een bijzondere anekdote, een boeiende ervaring of zomaar een aardig hersenspinsel over uitzendingen. Deze maand:
‘Ik had het gevoel dat ik mijn moeder in de steek liet. Ik heb daarom zo mijn twijfels gehad.’ Nu ik voor de vierde keer in het uitzendgebied zit (met LSD-12), gaat alles op rolletjes. Het enige nadeel is dat de tijd niet neer zo snel gaat. En juist dat wil je graag, want als dat niet het geval is, dwaal je wel eens af met je gedachten, en dan maar naar één ding: thuis! Ik ben sinds de geboorte van mijn dochter Mikayla niet meer op uitzending geweest. En dat valt mij zwaar. Ze is nu 2,5 en altijd vrolijk. Dat zij nu niet meer om mij heen is, geeft mij een leeg gevoel. Ik mis hier haar vroege gezang (het liedje ‘In de maneschijn’) dat mij altijd wakker maakt, nog voordat mijn wekker dit kan doen. Ook mis ik de uitjes die ik met de kleine en mama (nu nog mijn verloofde) altijd maak. Ik kan niet wachten ze weer te zien op Eindhoven. Als ik weer thuis ben, wacht er nog één ding op ons: onze bruiloft. Het geeft mij de kriebels als ik er aan denk. We zijn nu al acht jaar samen en nu is het dan eindelijk zover. De kroon op onze relatie. Het zal een groot feest zijn, en een droom die in vervulling gaat.
Door: Rick de Geest
Goede doelen We zaten hier een week of drie, toen we zagen dat er een run bike run was; een actie om geld in te zamelen voor het KWF en KIKA. We moesten minimaal vijf man hebben om mee te kunnen doen. We maakten een inschrijfformulier en keken of er animo was. Een dag later bleek dat er maar liefst 22 aanmeldingen waren. Voor de rest konden er niet meer meedoen, omdat ook hier de werkzaamheden gewoon door moesten gaan. We hebben geld ingezameld; in totaal meer dan $ 600,- alleen in ons peloton. We hebben alles op alles gezet en zijn uiteindelijk derde geworden. Het was geen teleurstelling want ons doel was bereikt: geld inzamelen. Het totaalbedrag van alle veertien teams die meededen was ongeveer $ 9500,-. Missie geslaagd. Kort daarop was in Nederland het WK. Wij konden hier aan ons eigen WK meedoen. Het was voor het goede doel Spieren voor Spieren. Dat was door de sport georgani-
seerd, alleen dan in Uruzgan, dus daarom: “Het WK Uruzgan”. De KNVB had spullen geleverd om te verkopen. Alles wat daarmee verdiend werd, ging naar het goede doel. Eerst de voorrondes, die waren we goed door gekomen, toen de achtste finales, de kwartfinales, de halve… De spanning steeg, ook bij ons, want het was al een fenomeen geworden op ons kamp. Wij waren er zeker van: wij staan in de finale. Nu was het afwachten wie er tegen ons kwam te spelen. Dat bleek het Korps Commandotroepen (KCT) te zijn. Iedereen was opgewonden; dit zijn de militairen die alles altijd tot in de puntjes verzorgd hebben en nog eens goed getraind zijn ook. We zeiden tegen elkaar: ‘als we zo ver zijn gekomen, gaan we het fiksen ook’. Het was een zware wedstrijd en na lang spelen, was daar de 1-0 voor ons. Met nog tien minuten op de klok zetten we alles dicht en lieten niemand meer door. De tactiek werkte het eindsignaal klonk. Wij, herstel LSD-12, waren kampioen WK Uruzgan! We hebben te allen tijde gedacht aan het goede doel, en daarmee is onze prestatie waarschijnlijk hoger geëindigd dan gedacht. Afscheid van Kamp Holland Het voelt raar te weten dat alles na jou weg is, al zijn er dan nog steeds militairen aan het opruimen. Ik heb gezien hoe alles is opgebouwd en nu zie ik hoe het wordt afgebroken. Toch mooi, om te zeggen dat je één van de eerste en één van de laatste was. Ik kan een mooie maar ook spannende tijd afsluiten, en er alleen nog maar verhalen over vertellen. Ik heb een goede tijd gehad met collega’s die elkaar steunen in tijden dat je het nodig hebt. Ik ben me nu aan het voorbereiden op mijn vertrek naar huis. En die gedachte doet me goed.
Wat een mooie thuiskomst! Poeh, dat was ‘m. De missie van Nederland, de uitzending van pa, mijn thuisfrontmissie. Niet dat ik de Monitor direct ga verlaten. Integendeel, als student journalistiek is dit een ontzettend mooi platform, zeker toen ik zelf ook nog ‘relatie van’ was een paar weken geleden. Schrijven voor lotgenoten en de prachtige reacties op je werk, geweldig! Vandaag precies vijftien dagen geleden (u leest dit ongetwijfeld later pas) kwam mijn vader terug, en ik zit weer in het ritme van weleer. Zomervakantie voorbij, weer naar school. Even terug naar die 15e augustus 2010, de dag die overal in huis wel ergens op gemarkeerd stond (kalenders, telefoons, kapot geknipt meetlint). Ik nam mijn gloednieuwe camera mee naar het vliegveld om de aankomst van de terugkerende militairen en de ontmoeting met hun relaties vast te leggen. En een hele speciale set foto’s wilde ik deze keer delen met alle lezers van de Monitor. Ik zat, nadat ik natgeregend naar beneden was gestoven, vóór het lint waarachter de zee van ballonnen en spandoeken zich bevonden. Gehurkt klikte ik foto na foto van de militairen. In alle opwinding en met een kletsnatte camera miste ik er weleens een. Totdat ik door de lens in de verte mijn vader zag aankomen. De drie foto’s die ik daarna nam, hebben mij ontzettend geraakt. Wat was het geval? Door de grote camera en de afstand had mijn vader niet door dat ik degene was die daar zijn collega’s op de kiek zette. De tweede foto, een fractie van een seconde later, ziet hij wie ik ben en verschiet zijn gezicht. Met tranen in mijn ogen heb ik de foto’s teruggekeken. Wat een mooie thuiskomst! Voor iedereen die nog een relatie in ‘de zandbak’ heeft, moge het wederzien u net zo prettig zijn.
Op naar Eindhoven!”
16 - Monitor 09
Monitor 09- 17
OVERIGE MISSIES
OVERIGE MISSIES
Tekst: eerste-luitenant Nico en Peter Maassen Foto’s: eerste-luitenant Nico
LOT
moet voor iedereen herkenbaar en toegankelijk zijn Op het moment zijn ongeveer tachtig Nederlandse militairen op uitzending in Bosnië-Herzegovina. Ze nemen deel aan de door Europa geleide missie EUFOR (European Union Force) Althea, genoemd naar de Griekse godin van de geneeskunde. Onder hen eersteluitenant van de Koninklijke Marechaussee Nico. Hij legt uit wat zijn werkzaamheden zijn.
De EUFOR-missie heeft tot doel toezicht te houden op de uitvoering van de Dayton-akkoorden van 2005, die een einde maakte aan de oorlog in het voormalige Joegoslavië. Om uitvoering hieraan te kunnen geven wordt gebruik gemaakt van Liaison and Observation Teams (LOT-teams). Deze LOT-teams opereren verspreid door geheel Bosnië en Herzegovina. Het dagelijks werk van LOT-personeel bestaat uit het leggen en onderhouden van contacten met alle lagen van de Bosnische samenleving om informatie te verzamelen over actuele feiten en ontwikkelingen. Dit varieert van de boer op het land tot de minister-president van een kanton, de officier van justitie, burgemeesters, politiefunctionarissen, de bakker op de hoek, jeugdinstellingen, en zo verder. De
verzamelde informatie is vaak breed, algemeen, ongestructureerd, en op zichzelf staand niet direct bruikbaar. Het geheel geeft echter een uitstekend beeld van wat er leeft en gebeurt. LOT dient voor iedereen herkenbaar te zijn en toegankelijk. Activiteiten van LOT bestaan uit patrouilles rijden en lopen, contacten leggen, gesprekken voeren, interviews houden, locale media volgen, onderzoeken en rapporteren.
Taken LOT-teams Nederland bemant op dit moment vier LOT-huizen. Te weten in Travnik, Drvar, Livno en Mrkonjic Grad. Een LOT-team bestaat uit acht personen:een commandant, een Hoofd Inwendige Dienst (HID) en zes medewerkers LOT. Deze medewerkers zijn degenen die in teams van twee de contacten leggen en onderhouden met de Bosnische samenleving. Sinds 23 april 2010 ben ik geplaatst in LOT-huis Travnik. Deze teams, ondersteund door een lokale tolk, voeren dagelijks de meetings en patrouilles uit in de Area Of Attention (AOA).
Zo maar een bezoekje Op zekere dag hebben wij, het Travnik-team, een bezoek gebracht aan de commandant van de plaatselijke brandweer. Ik wil niet te diep ingaan op de brandweerorganisatie ter plaatse, maar er zijn een aantal zaken die opvallen. Het komt in ieder geval minder pro-
Oude brandweerwagen in Vlasiz.
werd vernietigd in 1943 door de Partizanen onder leiding van Tito. De bibliotheek werd vernietigd en de boeken verbrand. In 1993 werd Guca Gora op last van de moslims ontruimd en werd het klooster ontdaan van alles wat aan het christendom herinnerde. De fresco’s achter het altaar werden overgeschilderd en gezichten werden uit schilderijen gesneden. Het klooster beschikt niet over de financiële middelen om deze fresco’s te restaureren. Het enige wat gespaard is gebleven is een mozaïek van Jezus die een blinde man geneest. De man die het wou bewerken met een moker werd tegen gehouden door een moslimstrijder omdat de mannen op de afbeelding baarden droegen, het konden weleens moslims zijn. In de kloostertuin staat een beeld van Franciscus van Assisi. Deze geestelijke wordt met een duif in zijn handen afgebeeld. Bij dit beeld zijn de handen en duif door middel van een hamerslag van het beeld gescheiden. Ook is het beeld onderhanden genomen met waarschijnlijk een Kalashnikov. Beeldenstorm anno 20e eeuw.
fessioneel over. Zo staat de ladderwagen met de neus naar binnen in de garage geparkeerd. De trots van het korps is een tankautospuit die ooit is geschonken door Oostenrijk. Deze mag echter niet de weg op omdat deze nog niet is voorzien van een kenteken. Dit kenteken wordt pas verstrekt als over het voertuig invoerToekomst? rechten zijn betaald. Maar daar is geen geld voor En zo kan ik nog Hoe het verder gaat of moet gaan met Bosnië en Herzegovina? wel even doorgaan. Verbaast u niet, verwonder u slechts. Op dit Ik durf en kan het onmogelijk voorspellen. Maar vast staat dat de moment is men in Nederland bezig met het gereedmaken van een LOT-teams hier goed bezig zijn met de opbouw van het land. commandovoertuig voor de brandweer van Travnik. Het is de vraag of dit zin heeft als de auto de komende jaren ongebruikt buiten staat omdat er geen invoerrechten over zijn betaald. Kogelgaten in het beeld. De bergen op Travnik wordt aan een zijde omsloten door het Vlasic-gebergte, ongeveer 1900 meter hoog en het was nog geen van de teams gelukt om na de winter de top te bereiken. Dus werd door team Travnik eind mei een poging ondernomen om de top van de Vlasic, als eerste LOT-team, dit jaar te bereiken. De wegen waren redelijk begaanbaar. Maar uiteindelijk kwamen we toch nog bijna vast te zitten in de sneeuw. Dus zat er niets anders op dan te voet verder te gaan. Na een paar honderd meter vonden we in de grond een zgn UXO. Hiermee worden alle niet geëxplodeerde munitie (niet zijnde mijnen) bedoeld. Hier betrof het een granaat die voor een groot gedeelte in de grond stak. We hebben de locatie gemarkeerd en de coördinaten doorgegeven aan de Mine Information Coordination Cell (MICC). Het MICC is verantwoordelijk voor het uiteindelijk ruimen van mijnen. Deze instantie verzocht ons contact op te nemen met een van de locale de-mining teams voor verdere details over de UXO. Achteraf bleek het niet om een UXO te gaan maar om een granaatscherf. Better safe, than sorry.
Klooster Om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van de samenleving in Bosnië hebben we een bezoek gebracht aan een rooms-katholiek klooster van de Franciscaner Monniken. Dit klooster ligt een klein half uur rijden van Travnik vandaan in het plaatsje Guca Gora. Het klooster met zijn markante torens ziet men al van ver liggen. Bijgestaan door tolk Blazenka gingen we op weg. Het klooster heeft geleden onder de Ottomaanse overheersing van de Turken en Vernielingen aangebracht tijdens de oorlog.
18 - Monitor 09
De mozaiek is gespaard gebleven.
Monitor 09- 19
afghanistan
afghanistan
Tekst en foto’s: Rick de Geest en Monitor.
Van
Tarin Kowt Afscheid nem
en van Afghaa
De vader van Monitorredacteur Rick de Geest, sergeant-majoor Paul, is onlangs thuisgekomen na zijn uitzending in Afghanistan. Voor Monitor maakte hij een aantal mooie kiekjes van zijn terugreis. Op Vliegveld Eindhoven stond Rick klaar met de camera om het laatste deel van de route Tarin Kowt - Eindhoven vast te leggen. En daarbij hield hij het niet droog… (zie ook: redactieruimte). Kijk mee en beleef.
nse vrienden.
Slapen op Kandahar.
Op weg naar de airstrip TK.
ek. Klaar voor vertr
.
er de woestijn
Laatste blik ov
In de DASH.
Verblijf op Mirage (6 uurtjes).
Vertrek ‘s nach ts naar Kamp Mirage (Dubai ).
naar En dan eindelijk naar hui
Eindhoven
s!.
Echt blij!.
Goed eten op Kreta!. ubai. eilanden van D
Boven de palm
20 - Monitor 09
Super mooi verblijf op Kreta voor adaptatie.
Hier heeft hij maakt.
nog niet door
dat zoonlief de
foto
Monitor 09- 21
HOME SWEET HOME
home sweet home
Tekst en foto: Grada van Velsen
Tekst en foto: Adi van Oijen
Iedereen past zich weer aan
‘Vanuit Afghanistan heeft hij mijn computer gerepareerd’
De naam van deze rubriek zegt alles: Home Sweet Home, niks is zo lekker als thuis. En eerlijk gezegd voelt het ook zo. Zoals in de vorige Monitor vermeld, hoefde mijn man Jacob niet meer op uitzending naar Afghanistan. Ondertussen weet ook iedereen dat hij thuis is. We krijgen nu veel de vraag “Gaat hij nog weg?” en “Wat fijn dat hij thuis blijft!” Wat enorm opvalt, is dat iedereen erg positief reageert, anders dan toen hij nog op de planning stond om te gaan. We hadden een hoop geregeld en dat moest ook wel. Ik werk in de zorg 24 uur in de week, met wisseldiensten. We hebben samen twee kinderen permanent thuis, de oudste een meid van 14 jaar en de jongste is in juli 2 jaar geworden. Daarnaast hebben we nog drie kinderen uit Jacobs eerste huwelijk. Normaal was het geen probleem met mijn werk; als ik avonddienst had bracht ik de kleine naar de opvang en haalde hem op. En als Jacob niet op oefening was, dan bracht hij de kleine man naar de opvang om 7.00 uur omdat hij om half acht begon, zo kon ik op tijd beginnen. Daarbij kookt Jacob ook voor het gezin als ik avonddienst heb. En is hij de man die de vuilnis buiten zet en de ramen wast. En die ‘s avond een wasje vouwt, de stofzuiger er door haalt en wacht tot het vrouwtje thuiskomt. De oudste doet al veel zelf en het sporten is dichtbij, zodat ze vaak op de fiets er heen gaat. Wel gaan we altijd even kijken. Wat betreft het huishoudelijke valt er weinig te regelen. Ik houd de papieren bij en het financiële plaatje. Dat is gewoon makkelijker voor hem en hij vind het prima zo. Ik houd hem wel op de hoogte van alles en we bespreken veel samen. Dat heb ik ook gedaan tijdens al die voorgaande uitzendingen, we zijn dan ook erg blij met de internetverbinding. Ik zal hem vooral gaan missen met het ophalen en brengen van de kleine man. Verder natuurlijk ook tijdens de kleine dingen, even snel dingen bespreken, de arm om je heen. Lege plek naast je in bed, de kus als je vertrekt naar je werk... De meesten kennen die dingen wel. Het belangrijkste van een uitzending vind ik om alles zo normaal mogelijk te laten verlopen voor de kinderen, zodat ze gewoon hun dingen kunnen blijven doen. Je bent vader en moeder tegelijk, ofwel een manager van je eigen huishouden. Achteraf is al het regelwerk niet nodig geweest, want hij gaat niet meer op uitzending. Alles wat we geregeld hebben, kan weer terug gedraaid worden en iedereen past zich weer aan. En thuis bij avonddiensten zit Jacob gewoon weer op de bank te wachten.
Lisanne met haar knuffel Douffy “Mijn verloofde korporaal Sonny is vorige maand weer vertrokken voor het laatste gedeelte van zijn tweede uitzending. Hij is gelegerd op Kandahar en zorgt vandaar uit voor de verbindingen, de communicatielijnen tussen de verschillende kampen. Ik weet dat hij niet zo vaak ‘buiten de poort’ gaat, maar het blijft toch spannend. Gelukkig kunnen wij via internet en telefoon bijna dagelijks contact met elkaar hebben. Toen mijn computer laatst niet goed meer werkte heeft hij dit vanuit Afghanistan toch voor mij kunnen opknappen. Dan lijkt de afstand ineens niet meer zo groot. De eerste periode van zijn uitzending ging eigenlijk redelijk snel voorbij, ik was druk met mijn opleiding. Daarna kwam Sonny voor drie weken met verlof, dat was heerlijk. Maar na zulke leuke weken is het afscheid extra zwaar. Nu hij weer is vertrokken, ben ik op zoek naar een baan. Daardoor heb ik tijdelijk minder om handen. Ik weet wel dat het nu niet zo lang meer duurt, maar toch… Het meest mis ik eigenlijk de gesprekken. Dat je bij thuiskomst niet gelijk je verhaal kwijt kunt. Via de telefoon communiceren is toch anders. In Nederland verwachten veel mensen dat hij alweer thuis is. Want op het nieuws wordt gebracht dat iedereen alweer terug is uit Afghanistan. Dan moet ik steeds weer uitleggen dat dat niet zo is. Een dag nadat hij terugging naar Afghanistan na zijn verlof kwamen mijn schoonouders een schattig hondje brengen, Sonny gaf hem vanuit Afghanistan de naam: Douffy. Samen met dit knuffelbeestje sla ik me best door die laatste weken heen. Het is ten slotte allemaal de moeite waard!”
Iedere relatie van een uitgezonden militair loopt bij de afwezigheid van zijn of haar partner, zoon, dochter, broer of zus tegen bepaalde praktische problemen en probleempjes aan. De huishoudelijke taakverdeling valt even weg, de opvoeding van de kinderen komt in belangrijke mate op de schouders van de thuisblijver te rusten, het avondje stappen is niet meer hetzelfde nu broer of zus weg is, het elftal mist een speler en vader mist in het weekend de hulp van zijn zoon in de winkel. Iedereen zoekt en vindt hier zijn eigen oplossingen voor. Kunt u in maximaal 300 woorden het probleem en de door u gevonden oplossing schetsen? En wilt u deze via de Monitor delen zodat anderen daar hun voordeel mee kunnen doen? Zend dan uw bijdrage naar mailadres:
[email protected]
22 - Monitor 09
Monitor 09- 23
overige missies
overige missies
Tekst: Ger/Peter Maassen Foto’s: Ger en Paul
Leven en werken in UNMIS UNMIS staat voor United Nations Mission in Sudan. Deze VN missie is ontstaan in 2005 na het beëindigen van een jarenlang spelend conflict tussen Noord - en Zuid Soedan. Een van de onderdelen van UNMIS is de militaire waarnemers missie, waaraan ook twaalf Nederlanders deelnemen. Zij zijn in buddyparen verspreid over voornamelijk het zuiden van Soedan. Een van die buddyparen voorziet u van deze bijdrage in de Monitor.
Hier komt het woord haast niet voor.
Wij en onze standplaats Wij zijn Ger en Paul en nemen een half jaar deel aan de UNMIS missie in Soedan. Soedan is een land van grote tegenstellingen. Eén van de voornaamste is de tegenstelling tussen Noord en Zuid, wat zich naast een geografisch verschil ook laat zien in de natuur. Het noorden is gortdroog woestijngebied, en het zuiden kenmerkt zich door savanne met uitgestrekte moerasgebieden. Het zuiden kent dan ook een lang regenseizoen van enkele maanden tegenover een niet noemenswaardig regenseizoen in het noorden. Een ander groot verschil is er tussen de bevolkingsgroepen. Het noorden wordt voornamelijk bewoond door islamitische Arabieren en in het zuiden vind je de donkerste mensen van Afrika, die over het algemeen christelijk zijn. Uiteraard is dit een generalisatie en zal de Soedanees zelf een nog wat genuanceerder beeld kunnen geven. Wij zijn geplaatst in Malakal, de hoofdstad van de provincie Upper Nile. Malakal ligt aan de Witte Nijl, zo’n 800 km ten zuiden van de Soedanese hoofdstad Khartoum. . Ons kampement ligt even buiten de stad aan de kop van een vliegveldje. Het kamp bestaat uit een groot aantal woon- en kantoorcontainers die onderdak geven aan 25 UNMO’s (United Nations Military Observers), een aantal VN-burgermedewerkers, een Indiase beschermingseenheid en Cambodjaanse mijnenruimers. Wij, als UNMO’s, maken dus maar een klein onderdeeltje uit van het geheel. Ons werk en zo De 25 UNMO´s bestaan uit veertien verschillende nationaliteiten, het is een gezellige club waarvan de meesten voor een jaar bij de missie zijn geplaatst. Onze taak is het controleren van de voormalig strijdende partijen op de handhaving van hun eigen vredesafspraken. Het gebied, waarvoor onze teamsite verantwoordelijk is, is ongeveer zo groot als Nederland. We voeren onze hoofdtaak uit door dagelijks patrouilles uit te sturen. Omdat het terrein erg moeilijk toegankelijk is, gebruiken we drie verschillende transportmiddelen om ons te verplaatsen; de auto, een witte 4x4 terreinwagen, een helikopter (type Mi8) of de boot, waarmee de marine van Bangladesh ons vervoertover de Witte Nijl. Het gebied is ongeveer net zo vlak als Nederland en bestaat uit savanne, een redelijk dorre vlakte met af en toe een boom. Hier en daar ligt een dorpje, uit modder opge-
Onze patrouilleboten.
24 - Monitor 09
Ook hier leven kinderen. trokken hutjes met een rieten puntdak. Wegen zijn er zeer schaars en geen van alle is verhard, een ritje van 30 kilometer betekent dus meer dan een uur stuiteren. Zodra er een bui is gevallen, verandert de normaal keiharde ondergrond in dikke modder en klei waarin de auto regelmatig tot aan zijn assen vast komt te zitten. We hebben drie soorten patrouilles, namelijk Short -, Medium - en Long Range patrouilles.De short range patrouilles worden in de stad Malakal uitgevoerd, bij de medium range moet je denken aan afstanden tussen de 30 en 60 km en long range is alles daarbuiten. Het doel van de patrouilles is het verkrijgen van een duidelijk beeld van de veiligheidssituatie en om het vredesproces in ons verantwoordelijkheidsgebied in de gaten te houden. Dit doen we voornamelijk door te spreken met verschillende mensen, lokale bestuurders, politiemensen en uiteraard mensen van het leger. Het leven van alledag Het is erg interessant om te zien hoe de mensen hier leven. Vooral tijdens de bootpatrouilles kun je dit mooi observeren. Doordat je wat afstand neemt van de dagelijkse beslommeringen van de lokale mensen, krijg je een heel idyllisch beeld van de leefomgeving. Al varend zie je bijna romantische toekeltjes, vrouwen die tot hun middel in het water staan om de was te doen, kinderen die naakt spelen aan de waterkant. Verderop liggen een paar mannen in de schaduw van de boom met op zichtafstand hun grote trots en levensonderhoud: de koeien. Ondertussen weet je dat het armoe troef is onder de mensen, ze leven van de hulp van het World Food Program en het Nijlwater, dat ze voor alles gebruiken en dus zeker niet het predikaat hygiënisch verdient.
Stadgezicht modderpoel.
De teamsite Op de teamsite is het ook de bedoeling dat we voor ons eigen natje en droogje zorgen. Zo halen we een à twee keer per week schoon drinkwater in grote 20 liter flessen bij het Cambodjaanse gedeelte van ons kamp. Daarnaast zijn we aangewezen op de lokale markt om onze inkopen te doen en dat kan nog wel eens voor een uitdaging zorgen. Zo is er in de regentijd heel moeilijk aan verse groenten en fruit te komen. Vlees is wel te verkrijgen, maar wordt geslacht en dan in de ´frisse´ buitenlucht opgehangen, waarna vliegen en ander klein gespuis de vrije hand hebben om een stukje mee te pikken. Op de teamsite wordt daarom regelmatig zelf een geitje, schaap of kippetje geslacht. Zo komen we prima aan onze broodnodige voedingsstoffen af en toe aangevuld met een vitaminepilletje. Al met al is het een prachtige missie om aan deel te nemen, met veel uitdagingen, een goede werksfeer en veel tijd om het land en haar bewoners te leren kennen.
Zelf eten koken.
Monitor 09- 25
aLGEMEEN
ALGEMEEN
Tekst en foto’s: Marlies Verbeek
Ouders Jan en Hennie Wolting van luitenant Jaap Wolting. Toeval bestaat niet, maar deze zondagochtend ontmoet ik een tweede familie die ook twee militairen op uitzending hebben en hadden. Hun twee zonen ontmoetten elkaar vijf minuten op het vliegveld van Kandahar. Jaap arriveerde en Rik vertrok terug naar Nederland. Luitenant Jaap is van beroep redacteur en tijdens de
Th u i s f r o n t c o n ta c t d a g S t r o e
“Ik mis zijn was”
uitzending gelegerd op Tarin Kowt. Fijn voor hem en soms spannend voor ons, vinden Jan en Hennie. ‘We weten dat het gevaarlijk kan zijn maar willen daar niet steeds aan denken. Wij denken dat hij daar helemaal op zijn plaats is. We gaan ervan uit dat alles goed zal gaan, ook als hij weer thuis is.”
Zondagmorgen. Stroe, een dorpje midden in de Veluwe herbergt de generaal-majoor Kootkazerne en deze opent vanmorgen haar poort voor de familieleden en vrienden van militairen die momenteel zijn uitgezonden naar Afghanistan. Voor Monitor een goede gelegenheid om eens wat nader kennis te maken met een aantal families wier partner of kind is uitgezonden. Bij de eerste familie is het meteen dubbel raak.
26 - Monitor 09
Ouders Riny en Jose Slegers van soldaat Frans Slegers, partner Vera en zus Bernadette (met bril).
Oma en moeder Heleen, moeder/zus Heleen (met grijze sjaal) vader Frank, broer/neefje Sebas. Familie van soldaat Daniël van der Wielen en sergeant Pim Wijntje.
Familie van adjudant Martien Huijbers, vader Sjack, moeder Pieta, oudste zoon Michael, tweede zoon Danny, dochter Mandy en partner Moniek.
Lisette vrouw van majoor Paul Kerkhoffs en zoon Max
Ouders Corrie en Hans en zusjes Keetje en Wouda (Wouda met grijze poncho) van soldaat Bertus Peters.
Soldaat-1 Frans is uitgezonden naar Tarin Kowt. Vandaag zijn zijn moeder, zus en vriendin naar Stroe gekomen. Zus Bernadette: “Het is een raar gevoel dat hij weg is en soms maak ik mij ook zorgen. Het afscheid nemen was moeilijk voor ons allebei. Daar kwam nog bij dat hij nog nooit had gevlogen en daar tegenop zag. Het is nu erg stil in huis maar gelukkig heb ik ouders en vrienden om mij heen waar ik altijd mee kan praten. Als hij weer thuis is, zal het wel even wennen zijn maar ik denk dat het al snel zo zal zijn alsof hij nooit is weggeweest.” Vriendin Vera: Vooral de eerste week was moeilijk. We hadden weinig contact en alles is nieuw; het alleen zijn, de uitzending. Maar het went ook snel. Ik werk nu veel, ga ook op stap, veel afleiding zoeken en het afstuderen voor school heb ik uitgesteld zodat ik het nu kan doen terwijl hij weg is.” Moeder José: “Het is nu zo stil in huis. Ik mis zijn was. Hij mist ons en de hond. Ondertussen doe ik samen met mijn man en dochter gewoon leuke dingen om de tijd te korten.”
Soldaat-1 Daniël en sergeant-1 Pim zitten allebei in Uruzgan, de één in Deh Rawod en de ander in Tarin Kowt. ‘Ook al zitten zij op verschillende locaties, het voelt toch veiliger dat ze met zijn tweeën zijn,“zegt Heleen, moeder van Daniel en zus van Pim. ”Daardoor maak ik mij ook minder zorgen. Waarschijnlijk heeft het ook met de functie van Daniël en Pim te maken, zij zijn als verbindelaar werkzaam op de basis zelf. Daarbij biedt defensie ook een soort van geborgenheid. Zoals bijvoorbeeld deze thuisfrontcontactdag. Toen een paar weken geleden een andere zoon voor vakantie alleen naar Roemenië vertrok, bleek dat een stuk lastiger loslaten. Mijn schoonmoeder, ik en onze oma hebben al zoveel ervaring dat wij ons eigen thuisfrontcomité zijn. Het is al Pims zesde uitzending dus wij kunnen ons wel ervaringsdeskundigen noemen!”
De familie van adjudant Martien, personeelsfunctionaris op Kandahar Airfield, is met vader Sjack, moeder Pieta, partner Moniek en zijn drie kinderen, Danny, Michael en Mandy ruim vertegenwoordigd in Stroe. Mandy: “Ik maak mij een heel klein beetje zorgen maar ik weet dat hij in goede handen is. Ik kan er ook altijd met mijn moeder over praten als ik wil. Alles gaat zoals normaal met af en toe iets leuks om de tijd te korten.” Moeder Moniek mist vooral de arm om haar heen. Maar ook deze familie heeft zich niet laten kisten en is gewoon doorgegaan. Op de eerste plaats met de dagelijkse dingen zoals werken, af en toe uitgaan en toch ook een paar dagen op vakantie.
Max, zoon van majoor Paul, is vandaag met zijn moeder Lisette naar Stroe gekomen. Lisette: “Het gemis is me meegevallen, ik had het erger verwacht omdat de vakantie ook nog in de uitzending viel. In grote lijnen heb ik het eigenlijk nergens echt moeilijk mee gehad. Ik denk dat Paul het moeilijker vindt dat hij niet bij ons kan zijn. Daarnaast komt hij door zijn werk ook buiten Kamp Holland en daar loert het gevaar. Gelukkig kan ik mijn hart luchten bij vrienden en familie. Max en ik zijn een weekje naar Zeeland op vakantie geweest en een dagje naar de Efteling.”
Keetje en Wouda zijn de zusjes van soldaat eerste klas Bertus. Keetje: “Jammer voor ons dat hij weg is maar fijn voor hem omdat ik weet dat dit is wat hij graag wil. Hij had er erg veel zin in en keek er naar uit. Ik denk dat het weer onwijs gezellig zal zijn als hij weer terug is en dat het lange gemis onze band ook zal versterken.” Wouda: “Hij is nu een maand weg maar echt missen doe ik hem nog niet. Het is wel wennen aan het feit dat hij niet thuis is. Alles gaat thuis zo zijn gangetje en het is nu afwachten op een gezellige hereniging met mijn broer.” Corrie is de moeder van het hele stel. “De afgelopen maand ging alles prima. Ik denk wel elke dag aan hem maar maak mij geen al te grote zorgen. Hij is zeer gemotiveerd en hij heeft, net als ik en zijn zussen, steun aan onze geloofsovertuiging. Thuis hebben wij elkaar en dat geeft ook veel steun.”
Monitor 09- 27
kids pagina
ALGEMEEN
n a v n e t e o r G
de KIDS!
Tekst en foto’s: Peter maassen
Ken jij Max, de hond die elke Monitor berichten
BIU-aanhangers onder de molens
verzamelt van huisdieren van uitgezonden militairen? Zeker weten dat niet alleen honden en katten iets tegen hun ‘baasje’ willen zeggen, maar ook kinderen! Dus, heb jij een boodschap (maximaal 130 woorden)
De hele BIU-SSR familie was bij elkaar, zaterdag 28 augustus tijdens de familiedag. Ditmaal was als locatie gekozen voor het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Ongeveer 170 familieleden van voor BIU-SSR uitgezonden militairen genoten daar van een schitterende ambiance.
voor je uitgezonden papa, mama, of ander familielid of bekende? Stuur die dan samen met een foto van jezelf in JPEG-formaat naar
[email protected]
3 generaties in het OLM.
Ze kunnen het winkelen niet laten. De voorzitter nodigde de bezoekers vooral uit contact met elkaar te zoeken en ervaringen met elkaar uit te wisselen. Want, naast het bezoek aan het museum, was dat toch wel het hoofddoel van deze familiedag. Na een eerste kennismaking met elkaar vetrokken de deelnemers naar de fantastische “oudheden” in het park. Het was een zeer goed georganiseerde dag in een prima accommodatie en omgeving. Uit gesprekken met de deelnemers kwam een aantal trefwoorden regelmatig naar voren: “Prima dag (behalve de regen en zo)”, “goed georganiseerd“,”we doen de volgende keer weer mee“,”heerlijke lunch”, “goede verzorging”, “we hebben veel kennissen gemaakt”, “ik heb er een vriendin bij gekregen”, “we hebben fijne gesprekken gehad”, “het heeft mij het gevoel gegeven dat ik er niet alleen voor sta en dat anderen hetzelfde meemaken als ik”. Met deze uitspraken kan de organisatie weer goed uit de voeten. En met een door velen uitgesproken wens “Bedankt en tot de volgende keer” namen we afscheid van elkaar. Een heel goede dag waarop een ieder op zijn manier van heeft genoten!
28 - Monitor 09
Ook moe.
Liefste Pappa, Sergeant-1 Rik, Je bent al een aantal weken weg, Ik mis je heel erg! Soms zie ik je via de webcam en dan laat ik je zien hoe goed ik al kan lopen! Maar als we dan gedag moeten zeggen dan moet ik huilen, en blijf ik weer alleen met mamma achter. Gelukkig kom je gauw weer thuis, en kun je mij ‘s avonds weer naar bed brengen. En lekker met mij in de tuin schommelen, want dan laat je me altijd zo erg lachen, je doet dan lekker gek. Lieve pappa kom maar gauw weer veillig thuis! Dikke kus van je lieve dochter Naomi
Ingezonden
BRIEF
Beste redactie, Wat een genot om al die verhalen in de Monitor te lezen en te weten dat je niet de enige bent. Ik leerde mijn man kennen toen hij al bij Defensie zat. Al jaren loop ik te sukkelen met mijn knieën en iedere keer als mijn man op uitzending moest, werd ik net daarvoor of net daarna geopereerd. Geen kleine operaties, maar best ingrijpende. Zo is de laatste keer een knieprothese geplaatst, net drie weken voordat hij wegging. Iedere keer denk ik: “ik trek dit niet alleen”, maar iedere keer lukt het me weer om alles te regelen. Voordat mijn man vertrok zijn we bij de gemeente geweest en hebben we hulpmiddelen aangevraagd. Tijdens zijn afwezigheid is alles geregeld en heb ik ondertussen een scootmobiel, een nieuwe rolstoel en hulp in de huishouding gekregen. Doordat ik een beperking heb, is het heel lastig om ook nog eens voor onze twee jongens te zorgen maar met hulp van mijn ouders lukt dit heel goed. Ook heeft hij extra dagen verlof gekregen waar ik erg dankbaar voor ben.
Lieve papa, kapitein Michael, Hier proberen we onszelf op te sturen naar “Ganistan”, Dat is weer eens wat anders dan kaas- en kaneelkoekjes! De doos was groot genoeg maar jammer genoeg waren de groene CN-22 stickers op, dus het feestje ging niet door! We hopen dat de tijd snel voorbij gaat zodat je weer snel bij ons bent. Yara mist het wekelijkse uitje met jou naar de markt (bloemetjes kopen voor mama!) en Senn zit al te wachten met de kapla om een toren tot het plafond te maken met jou! Hou van jou! Dikke zoen van Senn en Yara.
Waar ik heel erg tegen aanloop, zijn de reacties van andere mensen. Ze snappen bijvoorbeeld niet dat mijn man iedere keer op uitzending gaat, terwijl ik weer met mijn benen zit. Ze denken dat je zomaar een uitzending kunt weigeren en ze vinden het egoïstisch van mijn man om mij in deze situatie alleen te laten. Maar een operatie kun je niet plannen en dat er een knieschijf uit de kom schiet, kun je ook niet plannen. Mijn man is in hart en nieren een militair, het is zijn lust en zijn leven. Er is niets zo fijn als dat je man het naar zijn zin heeft op zijn werk. Maar ik ben ook eerlijk door te zeggen: omdat ik ben afgekeurd kan ik helaas niet meer werken, dus het uitzendgeld komt voor ons goed van pas. Een uitzending is waar het allemaal om gaat. Daar kan hij de trainingen, het opwerken en zijn werk echt uitoefenen. Door deze beperking loop ik wel degelijk tegen dagelijkse probleempjes aan, maar ik moet zeggen: ik leer om zelfstandig te zijn en niet snel bij de pakken neer te gaan zitten. Als ik dan in de Monitor lees (artikel over bekende vooroordelen) dat een partner al moeilijk kan doen over een zakenreis, dan denk ik: “Mens waar heb je het over!” Met vriendelijke groet, S. van Dommelen.
Monitor 09 - 29
MAX
Lief baasje, kmar-1 Liesbeth, Hier een bericht van je toekomstige collega! Denk je nou echt dat ik jou nog een keer zo lang alleen weg laat gaan? No way! Ik heb net gesolliciteerd als marechausseehond. Pet en stropje staan wel goed, vind je niet? Hopelijk word ik aangenomen dan ga ik de volgende keer mee. Kun je een goed woordje voor me doen? Ik houd thuis alles goed in de gaten en waak over de huisgenoten, heb alles volledig onder controle.
“Hallo” Woef! Oftewel: alweer bedankt voor alle ingestuurde reacties. En nog steeds blijft mijn oproep hetzelfde: huisdieren van uitgezonden militairen, laat je horen! Of je nou een sippe Sint Bernard, een verveelde goudvis, een logerende cavia of een meelevende lapjeskat bent, jouw boodschap aan je uitgezonden ‘soulmate’ is altijd welkom. Ongeacht waar je baasje op uitzending is. Ook een leuke (digitale) foto van je eigen snuit is altijd leuk! Vermeld wel bij je boodschap hoe je baasje heet en welke rang hij of zij heeft. Je kan je brief (als Word-document) en foto (als JPEG-bestand) sturen naar
[email protected]. Houd je verhaaltje beperkt tot maximaal 130 woorden.
Ik mis je, een hele dikke vette knuffel (kwijl) van je maatje Diesel.
Lief baasje, sergeant Sander, Hier een berichtje van je lieve hond Kaylee. Zoals je ziet houd ik hier goed de wacht! Ik bescherm het vrouwtje en de baby in haar buik goed. Als er maar iemand langs loopt ga ik blaffen zodat ze weten dat er met mij niet te sollen valt! En natuurlijk wacht ik ook op jou, kijk elke dag uit het raam en weet dat je snel weer thuis komt, zodat we weer lekker kunnen spelen en naar het strand kunnen. Heel veel pootjes en een high fife van jouw trouwe vriendin Kaylee.
Allee overste Ton,
Hoi lief renmaatje soldaat-1 Raymond,
Je weet, ik ben een buitenkat, maar toen jij zo bezig was om alles in te pakken, moest ik er bij zijn. Ik liet me zelfs niet afschrikken, maar bleef onverstoorbaar op je spullen liggen. Misschien kon ik je zo nog tegenhouden… Als ik nu sneaky naar binnen ben geslopen, en ik ben daar heel snel in geworden, is dat het plekje waar het vrouwtje me terug kan vinden. Waarom zie ik jou daar nu niet meer? Komt ze met je auto bij de oprit aan, laat ik haar me nu zelfs aaien. Ja, er moet toch iemand zijn die haar begroet. Wij dieren voelen zoiets wel aan en nemen waar. Tot jij weer op je post bent!
Zoals je ziet, willen wij weer heel graag met je rennen in het bos. Je schoenen hebben we alvast gepakt. We missen je wel hoor want jij bent de enige die zolang en hard met ons kan rennen en stoeien. De baas en het vrouwtje zorgen wel goed voor ons, maar ze kunnen niet tegen je op. Zorg er voor dat je nog steeds kunt rennen als je terugkomt. We wachten met smart op je. Twee dikke natte likken van Layla en Bruce.
Salutekus van Wickie.
Lieve huisgenoot, korporaal-1 Frank, Hoi lief baasje majoor Jos, Ik mis je wandelingen in het weekend!!! Als we in Lille zijn, loop ik je te zoeken, maar ik kan je nergens vinden. Ik hoop dat je er bent op mijn verjaardag, want anders is het geen feest. En als je thuiskomt dan sta ik je op te wachten met mijn baret op mijn kop en mijn bot in mijn bek. Je 3de en allerliefste 4voeter, King
30 - Monitor 09
Hey kapitein Ricardo, (staf Redbat) Ik mis een kapitein hier in huis! Ik kijk elke week in de boodschappentassen, maar de bananen worden door vrouwtje niet gekocht. Dus kom ff naar huis, dan kunnen we tenminste weer samen een banaantje eten. Voor de rest bewaak ik het huis en vrouwtje goed!
Ja, ik lees ook de Monitor, op mijn manier. Ik ontsnap regelmatig uit mijn kooi, en zit graag voor het raam, maar jij komt maar niet langs. Ze zijn wel lief hoor die oppassers Hendrie en Wilma. Toch mis ik jou en ook ons eigen flatje in Zeist. Kopje van mij, Krups.
Hou je haaks en tot snel! Balou.
Monitor 09- 31
ALGEMEEN
ALGEMEEN
Tekst: Adi van Oijen-Brussen Foto’s: Sandra van Oijen
Een borst vol eremetaal Er hangt veel moois op een militair tenue, maar wat betekent het allemaal? Redacteur Adi ging op onderzoek uit.
Militairen die de afgelopen jaren uitgezonden zijn naar Afghanistan, deden dit in het kader van de ISAF-missie. ISAF staat voor: International Security Assistance Force. Voor vertrek kregen zij een bijbehorend embleem op het desertpak. Wij vroegen ons af wat de Arabische tekst یراکمه و کمکin het groene kader betekent, en we vonden het volgende: De internationale troepenmacht heeft als doel het assisteren van de Afghaanse overheid bij het bevorderen van stabiliteit en veiligheid in Afghanistan. De tekst op het embleem یراکمه و کمک (Komak va Hamkari) betekent: “Hulp en Samenwerking”. ‘Oké, weer wat geleerd’, dachten we, maar we waren nog niet tevreden. Op een militair tenue is namelijk nog veel meer te ontdekken. Vaak hangen er meerdere medailles en onderscheidingen aan. Daar wilden we meer van weten en zo kwamen we terecht bij de firma Van Wielik in Den Haag waar al ruim honderd jaar medailles worden opgemaakt, en bij de dienst Decoratiebeleid en Toekenning Onderscheidingen (D&TO) die ons de nodige achtergrondinformatie verstrekte.
beoordeeld. Bij een onderscheiding hoort ook een op naam gestelde oorkonde. Dit is het officiële bewijs van toekenning. Soorten onderscheidingen Als militairen minimaal dertig dagen in het operatiegebied zijn, wordt er vanuit dit respect een ceremonie georganiseerd. In Afghanistan betekent dit dat de militairen een NAVO-medaille krijgen opgespeld. Terug in Nederland wordt een medalparade georganiseerd, waarbij de militair de Herinneringsmedaille Vredesoperaties (HVO) krijgt uitgereikt. Aan militairen die gewond zijn geraakt, kan het Draaginsigne Gewonden worden toegekend. Als een militair betrokken is geweest bij vijandelijke acties kan in bijzondere gevallen ook een dapperheidsonderscheiding worden toegekend. Niet alleen de militair krijgt een onderscheiding tijdens de ceremonie. Ook aan het thuisfront is gedacht. Kinderen tot en met 16 jaar krijgen een kindermedaillon als tastbare herinnering.
Verder krijgt iedere militair ook een zilveren roosje uitgereikt. Dit roosje is bedoeld voor het thuisfront, dat tijdens de uitzending een grote steun is geweest. Als een militair meerdere keren op uitzending is geweest, heeft het speldje twee zilveren roosjes.
Onderscheidingen, groot model, op dit uniform van links naar rechts:
Inleveren De onderscheidingen van de Orde van Oranje Nassau of de Nederlandse Leeuw moeten na het overlijden van de bezitter worden ingeleverd. Nabestaanden kunnen als herinnering de medaille behouden nadat een financiële vergoeding is betaald aan de Kanselarij der Nederlandse Orden. Om te voorkomen dat onderscheidingen in verkeerde handen komen en gedragen worden door mensen die daartoe niet gerechtigd zijn, kunnen nabestaanden die geen belangstelling hebben voor de onderscheidingen deze inleveren bij D&TO. Vermiste of zoekgeraakte onderscheidingen kunnen tegen betaling worden vervangen. Er wordt dan natuurlijk gecontroleerd of aan de (ex-) militair die onderscheidingen eerder zijn toegekend.
- De Nederlandse Herinneringsmedaille VN Vredesoperaties UNPROFOR (United Nations Protection Force, voormalig Joegoslavië); - De Nederlandse Herinneringsmedaille Vredesoperaties met de gesp SFIR (Stabilization Force Irak); - Onderscheidingsteken voor Langdurige Trouwe Dienst in zilver (voor 24 jaar trouwe dienst); - Landmachtmedaille; - Kruis voor Betoonde Marsvaardigheid (vierdaagsekruis), 11 keer gelopen; - United Nations Medal UNPROFOR; - NATO non article 5 Medal met de gesp ISAF
Waardering Waarom worden medailles en onderscheidingen eigenlijk uitgereikt? Het uitreiken van medailles en onderscheidingen laat respect en bewondering zien voor een bijzondere prestatie. Het is een tastbare blijk van waardering. Een officiële erkenning voor de verdiensten of prestaties waarmee de gedecoreerde zich in positieve zin wezenlijk van anderen heeft onderscheiden.
De volgorde van de onderscheidingen Voor Nederlanders: eerst Nederlandse onderscheidingen, daarna onderscheidingen van de VN, NAVO, EU, OVSE en eventuele andere multinationale organisaties. Ten slotte de decoraties van andere landen, alfabetisch op landsbenaming in de Franse taal.
De afdeling Decoratiebeleid en Toekenning Onderscheidingen (D&TO) zorgt ervoor dat mensen de waardering krijgen die ze verdienen op basis van hun geleverde prestaties. Een onderscheiding is geen recht maar een gunst waarvoor je, op voordracht van een ander, in aanmerking kunt komen. Hier gaat grondig onderzoek aan vooraf; ieder persoon wordt individueel
Op een ceremonieel tenue worden de originele medailles militair opgemaakt gedragen. Op het gekleed tenue het klein model / miniatuur. Op het dagelijks tenue draagt men de batons.
De Haagsche firma Van Wielik maakt de medailles op.
32 - Monitor 09
Een kast vol linten.
Monitor 09- 33
overige missies
overige missies
Tekst: luitenant-kolonel Herman en Peter Maassen Foto’s: luitenant-kolonel Herman
Camp Butmir in Sarajevo: thuisbasis van EUFOR Camp Butmir, waar in een paar bunkers gevechtsvliegtuigen waren gestationeerd die konden opstijgen van het vlakbij gelegen burgervliegveld. Die bunkers liggen er nu wat vervallen bij en worden allang niet meer gebruikt voor vliegtuigen.
Vlakbij het internationale vliegveld van Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië Herzegovina, ligt de thuisbasis van de European Union Force (EUFOR): Camp Butmir. Dit kamp heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug en wordt nu tien jaar door de Europese Unie en de NAVO gebruikt als uitvalsbasis voor het handhaven van een veilige situatie in Bosnië Herzegovina. Ongeveer de helft van de 75 Nederlandse militairen die nu op uitzending zijn in Bosnië, heeft Butmir als uitvalsbasis.
Sniperalley Vlak voor de oorlog, begin jaren ’90, was op Butmir een eenheid van speciale politietroepen gelegerd. Juist de eenheid die voor handhaving van de openbare orde en veiligheid had moeten zorgen, was een van de eersten die als gevolg van onderlinge etnische verschillen uiteenviel. Tijdens de oorlog tussen de Serven en de Bosniaks (moslims) in 1992-1995 was Sarajevo bijna geheel omsingeld door de Serven, die vanaf de heuvels rond de stad de inwoners met sluipschutters en artillerie onder vuur namen. De centrale weg in Sarajevo heeft nog steeds de bijnaam ‘Sniperalley’. Granaat- en kogelinslagen zijn nu -15 jaar later- nog steeds te zien in de stad en in het kamp. Camp Butmir was in die jaren verlaten omdat het pal in de frontlinie lag. Alleen via een smalle corridor bij het vliegveld konden de Bosnische troepen onderling contact houden en via een 800 meter lange tunnel onder de startbaan door werden voorraden, munitie en mensen veilig van de ene naar de andere kant gebracht.
De slaapvertrekken.
Opbouw na de Tweede Wereldoorlog Het communistische Joegoslavië onder president Tito had tot eind jaren ’80 een speciale positie binnen Europa: het hoorde niet bij de NAVO, maar was ook geen lid van het Warschaupact. Dat betekende dat men voorbereid moest zijn op zowel
34 - Monitor 09
aanvallen vanuit het Westen als uit het Oosten. In die tijd keek het Nederlandse leger op de Noord-Duitse laagvlakte alleen maar naar het Oosten, maar op de Balkan moest rekening gehouden worden met aanvallen van alle kanten. De strategie was om de luchtmacht in kleine eenheden over
het hele land te verspreiden in plaats van te concentreren op een paar grote kwetsbare bases. Vliegtuighangars werden zelfs uit de rotsen gehouwen en vliegtuigen konden opstijgen en landen op autowegen naast die hangars. Die filosofie van ‘smart, simple and small’ gold ook voor
Bijzonder verkeersbord.
Internationale aanwezigheid Na de oorlog heeft de internationale gemeenschap voor een stabilisatiemacht gezorgd, die in feite altijd succesvol heeft geopereerd. Het akkoord van Dayton in 1995 tussen de Serven, Kroaten en de Bosniaks was het keerpunt naar vrede in dit land. Ondanks de nog steeds zeer ingewikkelde bestuursstructuur en de blijvende etnische spanningen is er nu vrede en economisch gaat het geleidelijk weer wat beter. Begin oktober zijn hier verkiezingen en dan laaien de etnische verschillen naar verwachting weer in alle hevigheid op. In 1996 had IFOR (Implementation Force) een logistieke basis op Camp Butmir en halverwege 2000 kwam het SFOR (Stabilization Force) hoofdkwartier naar Butmir. Voordat aan wederopbouw van Butmir kon worden begonnen, moest het terrein vrij van mijnen gemaakt worden. Zoals overal waar de frontlinie liep, lag het terrein ook hier bezaaid met mijnen. Nu nog is de mine-awareness training een van de verplichte trainingen voor iedereen die nieuw op Butmir komt. De internationale aanwezigheid is inmiddels fors teruggebracht: van 65.000 man troepen met zware wapens in 1995 tot nu nog geen 2.000 man met nauwelijks meer dan handwapens. Dat wordt het komende halfjaar nog weer minder omdat een aantal landen, waaronder Italië en Spanje, zich zullen terugtrekken. Meer dan 25 landen dragen bij aan de huidige EUFORmissie, niet alleen uit de NAVO, maar ook van daarbuiten. Er zijn hier bijvoorbeeld ook militairen uit Albanië, Zwitserland en zelfs uit Chili. Dat brengt ook een hoog ‘allo allo’-gehalte met zich mee, want iedereen probeert in vaak beperkt Engels met een Spaans, Italiaans of Bulgaars accent een ander begrijpelijk te maken wat hij wil. De ‘native speakers’, de Britten en de Ieren, hebben een belangrijke rol omdat zij alle stukken in de Europese bureaucratie, die in het Engels geschreven zijn, toch even kunnen beoordelen op de juiste schrijfwijze.
Het Bulgaarse wachtdetachement heeft de zwaarste wapens.
EUFOR-12 staat aangetreden voor een bezoek van minister Van Middelkoop.
Vrolijke boel in NSE..
Monitor 09- 35
overige missies
Nederlandse NSE.
Ingang van Camp Butmir.
Hoofdkwartier met vlagen van deelnemende naties.
F O T O VA N D E M A A N D
Butmir: een dorp bij de stad
De toekomst
Met ruim 1200 gelegerde militairen is Butmir net een klein dorp. De eerste week had het voor mij iets weg van Heumensoord bij de Vierdaagse. Ook veel buitenlanders, een voortdurend heen en weer geloop van slaapplek naar eten en alles in het Engels. Veel lokale werknemers komen elke dag per bus naar het kamp voor de was, de keuken, het schoonmaken van de gebouwen en voor werk op het hoofdkwartier. Er zijn hier een dikke tien PX-shops met een assortiment aan drank en sigaretten, maar ook sportkleding, zonnebrillen en shampoo zijn ruim vertegenwoordigd. Om ervoor te zorgen dat je teveel ‘genotsmiddelen’ inslaat wordt tabak en drank genoteerd op een knipkaart, zodat bijgehouden wordt of er niet te veel geconsumeerd wordt. Er is ook een kapper die voor € 5 knipt en je haren wast en zelfs is er een massagesalon aanwezig. Ook is er een grote gym, waar je aan je conditie kunt werken. Centraal punt is de DFAC, waarvan de toren een oriëntatiepunt vormt voor het hele terrein. DFAC -ook hier veel defensieafkortingen- staat voor Dinner Facility; daar kun je 3 keer per dag (warm) eten. De DFAC zorgt voor al het eten en zelf koken, zoals in de LOT-huizen, hoeft niet, sterker nog: kan niet eens. Het blijft hooguit beperkt tot een bitterballetje tijdens de WK-wedstrijden vorige maand. Voor ons Nederlanders is het NSE (National Support Element) een dagelijks punt om samen te komen: het is onze huiskamer met TV, je kunt er ook lekker afreageren op andere Nederlanders, de was kun je er inleveren en niet te vergeten de onmisbare post van huis ligt daar in je postvakje. Want het contact met thuis is toch wat je op de been houdt: vooral de pakjes en brieven, de telefoontjes en sms’jes met de familie maken -hoe best het ook toeven is op Camp Butmir- de missie dragelijk. Want al is het hier niet te vergelijken met Afghanistan: het blijft een missie, waarbij je een half jaar weg bent van het thuisfront.
De Tweede Kamer heeft begin dit jaar de Nederlandse bijdrage aan de EUFOR-missie weer verlengd: er komt na onze lichting EUFOR-12 zeker nog een EUFOR-13 en we weten al dat die op 6 oktober zullen komen. Minister Van Middelkoop die in juli het NSE op Camp Butmir bezocht, gaf aan dat Nederland zich niet eenzijdig zonder overleg uit de missie zal terugtrekken zoals andere landen wel hebben gedaan. Wel wordt in de missie het accent geleidelijk verschoven van een missie die vrede en veiligheid dient te waarborgen, naar een missie die trainingen voor de Bosnische strijdkrachten verzorgt. Recent is daarvoor ook een trainingsafdeling opgericht. Bosnië heeft zeker ambities om bij Europa te gaan horen: men wil lid worden van de EU en de NAVO en er is een Bosnisch contingent actief in Afghanistan. Maar de Balkan blijft een onrustig gebied. De recente bevestiging van de legitimiteit door het Internationale Gerechtshof in Den Haag van het uitroepen van de onafhankelijkheid van Kosovo was voor Servië weer aanleiding om hevig te protesteren. Maar het gaat geleidelijk beter, wat zeker ook te danken is aan de aanwezigheid van buitenlandse troepen.
Foto
van de maand
Geachte redactie, Hierbij een foto van een bijzondere ontmoeting van twee broers op vliegveld Kandahar op 28 juli jl. Met helm, Jaap, landde daar op weg naar Kamp Holland voor deelname aan de Redeployment Taskforce. Zijn oudere broer Rik was juist op weg naar Nederland na vijf maanden als sportinstructeur op Kamp Holland te hebben gewerkt. In het holst van de nacht konden ze elkaar op de landingsbaan vijf minuten zien en spreken. Ze omschreven dat als “vijf kostbare minuten”. Wij als ouders vinden dit zo bijzonder dat we denken dat het wel iets is om in de Monitor te plaatsen. Met vriendelijke groeten, Jan en Hennie.
Heeft u ook een mooie foto? Stuur hem dan naar
[email protected].
DFAC met wachttoren.
36 - Monitor 09
Monitor 09- 37
FABulous Veel uitgezonden militairen besparen kosten noch moeite om hun fab (slaapcontainer) om te toveren tot een gezellig thuis ver van huis. Monitor beoordeelt elke maand een andere fab. Deze keer het onderkomen van:
Kpl-1 Carolien Kpl-1 Marianne Sld-1 Alies Kpl-Bianca
De vrouwen werken allemaal ‘op de verpleeg’ in de Role 2.
Inleiding Als de deur openslaat, waait een frisse bloemengeur de gang in. Een rij vrolijk gekleurde slingers hangt bij de ingang van de fab. Op de vloer liggen kleine ronde tapijtjes. Er staat een muziekje op en iedereen zit in vrijetijdskleding op bed. Wat opvalt, is dat er helemaal geen rommel ligt. “Het is hier altijd netjes”, aldus Carolien.
Omschrijving Marianne slaapt boven in het achterste stapelbed. Het is duidelijk wat haar favoriete kleur is; haar dekbed is rood, net als het sfeerlampje aan het voeteneinde en de knuffel. De wand hangt vol met foto’s van familie en vrienden. Marianne heeft ook twee geluksvlinders bij zich. Carolien is de onderbuurvrouw van Marianne. Wat het meest in het oog springt, zijn grote kaarten van een varken en koe. “Ik kom uit de Betuwe”, verdedigt Carolien zich meteen. “En heb je die mooie foto van mijn petekindje Mercedes gezien?” De airco naast het bed staat flink te blazen. Het apparaat houdt niet alleen de dames koel, maar ook het bakje Paturain en de zak Maltezers die op en aan de airco hangen. Alies slaapt bovenin het stapelbed naast de deur: “Het is best raar nu. Veel Nederlands materiaal wordt afgebroken. Maar het is wel heel leuk om hier af
Tekst: tweede-luitenant Jaap Wolting Foto’s: opperwachtmeester Richard Frigge
te sluiten.” Alies heeft foto’s van haar vriendje aan de wand geplakt. ’s Avonds kijkt ze -net als Carolien- veel naar de serie ‘Army Wives’. Bianca slaapt onder Alies. Aan de wand een handvol foto’s. “Ik heb er wel meer hoor”, zegt ze. “Maar ik heb ze mooi bij elkaar gehouden. Als ik ze naast mijn bed ophang, vallen ze er toch telkens af.” Het leukst aan de fab vindt Bianca de gezelligheid: “We houden elkaar goed in de gaten en doen leuke dingen, ook thuis. Tijdens de Nijmeegse Vierdaagse zijn we gezellig met zijn allen bij Carolien in Nijmegen geweest.”
Special features Marianne heeft een enorme kist met eten op de grond staan. “Mijn moeder is bang dat we niet genoeg te eten krijgen”, schaterlacht ze. En de fabmascotte is een rode Elmo!
Onfabbelijkheden Carolien ergert zich soms aan het snoozen van Marianne en Alies, maar dat is het enige minpuntje.
Cijfer De waardering ligt extreem hoog. De vrouwen geven de fab unaniem een dikke tien. “Nee, zelfs een tien plus!”, roept Marianne vlak voordat de deur wordt dichtgegooid.