omslag monitor Huiselijk Geweld 2007.qxp
10-9-2007
11:33
Pagina 2
Monitor Huiselijk Geweld 2007 Monitor Huiselijk Geweld 2007
Bestuursinformatie internet www.onderzoek.utrecht.nl telefoon 030 – 286 1350
www.onderzoek.utrecht.nl
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
omslag monitor Huiselijk Geweld 2007.qxp
10-9-2007
11:33
Pagina 2
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht Monitor 2007
Oktober 2007
Colofon
uitgave Afdeling Bestuursinformatie Sector Bestuurszaken Gemeente Utrecht Postbus 16200
3500 CE Utrecht 030 286 1350
[email protected] in opdracht van
Afdeling Welzijnszaken, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Gemeente Utrecht Politie Regio Utrecht
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld stad en regio Utrecht internet www.onderzoek.utrecht.nl rapportage
Geisje Hoetjes Bas Mauriks
Ingrid van Lieshout informatie Geisje Hoetjes
(030) 286 1342 foto omslag Sietse Brouwer drukwerk
PrintPartners Ipskamp, Enschede bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: Bestuursinformatie, gemeente Utrecht
Oktober 2007
Gemeente Utrecht
Samenvatting In 2006 zien we een daling van het aantal incidenten huiselijk geweld dat de politie in
Utrecht heeft geregistreerd. Het is echter niet aannemelijk dat dit een vertaling is van
een afname van huiselijk geweld in Utrecht. Wanneer we de gegevens van hulpverle-
ningsinstanties bekijken dan zien we daar in veel gevallen een toename van het aantal
contacten en het aantal opnames. Ook het relatief hoge percentage daders dat vrijwillig
therapie volgt bij een instantie als De Waag wijst erop dat daders en slachtoffers ook veel buiten de politie om oplossen. •
Ongeveer 16.250 Utrechters geven aan ooit in hun leven slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. In 2006 hebben we het over zo’n 2.750 slachtoffers. Voor circa 385 Utrechters geldt dat zij in het afgelopen jaar dagelijks te maken hebben gehad met huiselijk geweld.
•
Het aantal incidenten dat de politie in de stad Utrecht in beeld heeft, is in 2006 met 21% afgenomen. Ook in de regio daalt het aantal door de politie geregistreerde incidenten (-22%). Het percentage incidenten waarbij ook aangifte wordt gedaan in de stad blijft wel gelijk (30%).
•
Het aandeel zaken dat de politie bij het Openbaar Ministerie voordraagt, is gestegen van 33% in 2005 naar 38% in 2006. Het aandeel zaken dat uiteindelijk ook bij het Openbaar Ministerie voorkomt, is nauwelijks toegenomen (van 28% in 2005 naar 29% in 2006). Relatief worden meer zaken geseponeerd.
•
Bij de politie zijn vooral verdachten van lichamelijk huiselijk geweld in beeld. Voor een groot deel gaat het hierbij om in Utrecht woonachtige mannen tussen de 25 en 44 jaar. Meer dan de helft van deze verdachten is van niet-Nederlandse herkomst.
•
Bij De Waag in Utrecht zijn relatief veel daders die vrijwillig therapie volgen (36% versus 24% landelijk). Eveneens 36% van de cliënten in 2006 volgt de therapie vanuit een strafrechtelijke maatregel. Het gaat bij De Waag Utrecht om 52 cliënten.
•
Het aantal contacten van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en het aantal opnames bij de Vrouwenopvang Utrecht en Stichting Weerdsingel zijn in 2006 toegenomen.
1% van alle Utrechters is in het afgelopen jaar slachtoffer geweest van huiselijk geweld Uit de Gezondheidspeiling van de GG&GD blijkt dat 7% van alle Utrechters boven de 16 jaar in zijn leven ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld (16.250 Utrechters). Bijna een vijfde van deze slachtoffers (18%) is nog in het afgelopen jaar slachtoffer geweest. Dit staat gelijk aan ongeveer 1% van alle Utrechters (2.750 Utrechters). Van deze slachtoffers geeft 14% aan dagelijks met huiselijk geweld te maken te hebben (omgerekend komt dit neer op 385 Utrechters). Voor ruim driekwart (77%) ging het naar eigen zeggen om één of enkele malen. Bijna de helft (48%) van de slachtoffers is tussen de 16 en 29 jaar oud. Bijna tweederde (62%) van de slachtoffers in het afgelopen jaar was
3
van Nederlandse herkomst. Er zijn iets meer Utrechtse slachtoffers van Marokkaanse afkomst (5%) dan van Turkse afkomst (2%). De meest genoemde vormen van huiselijk geweld door de slachtoffers in het laatste jaar zijn psychisch/emotioneel geweld (74%) en lichamelijk geweld (41%). Ongewenst seksueel gedrag (12%) en seksueel geweld (3%) komen minder vaak voor. Slachtoffers hebben vaak met meerdere vormen van huiselijk geweld te maken. Minder incidenten huiselijk geweld geregistreerd door politie, percentage aangiften blijft gelijk In 2006 heeft de politie 21% minder incidenten huiselijk geweld geregistreerd dan in 2005 (1.284 in 2006 versus 1.622 in 2005). Het aandeel aangiften op het totaal aantal incidenten blijft met 30% gelijk. Door de extra aandacht voor huiselijk geweld was de verwachting dat het aantal geregistreerde incidenten bij de politie zou stijgen. Dit is niet het geval. In Noordwest en Overvecht zijn relatief de meeste incidenten huiselijk geweld geregistreerd door de politie (respectievelijk 9,1 en 13,5 incidenten per 1.000 inwoners, tegenover 4,6 stedelijk gemiddeld). Bij de incidenten die de politie ter kennis komen gaat het in de meeste gevallen om lichame-
lijk huiselijk geweld (43%). Daarna volgen psychisch geweld (23%) en bedreiging (10%). Stalking (3%) en seksueel geweld (2%) komen relatief minder voor. In vergelijking met 2005 is het aandeel licha-
melijk geweld toegenomen (2005: 36% versus 2006: 43%). Ook in de regio registreert de politie minder incidenten, aandeel aangiften in de regio stijgt licht Net als in de stad Utrecht, zien we ook in de regio dat het aantal door de politie geregistreerde incidenten huiselijk geweld afneemt, in dit geval met 22% (regio exclusief stad Utrecht: van 1.208 incidenten in 2005 naar 939 in 2006). In de regio is wel sprake van een lichte toename van het aandeel aangiften op het totaal aantal incidenten. Was dit in 2005 nog 36%, in 2006 werd in 40% van de incidenten huiselijk geweld ook aangifte gedaan. Toename door politie voorgedragen zaken, aandeel dossiers bij het OM stijgt minder hard Een kwart van alle door de politie geregistreerde incidenten komt uiteindelijk met een verdachte bij het OM terecht. De afgelopen jaren is het percentage zaken dat de politie heeft voorgedragen bij het OM gestegen. Hoewel in zijn totaliteit minder incidenten zijn geregistreerd, is het aandeel zaken met een verdachte wel toegenomen. Het percentage zaken dat ook daadwerkelijk bij het OM voorkomt, groeit echter minder hard. Relatief worden waarschijnlijk meer zaken geseponeerd. Om na te gaan waar dit aan ligt, is verder kwalitatief onderzoek nodig. Bij het OM zijn geen harde cijfers bekend over het aantal zaken huiselijk geweld en de afhandeling hiervan, omdat de registratie nog onvoldoende systematisch plaatsvindt. Vooral allochtone verdachten en verdachten van lichamelijk huiselijk geweld in beeld bij politie Bij de politie zijn vooral verdachten van lichamelijk huiselijk geweld in beeld. Driekwart van deze verdachten is woonachtig in Utrecht (geweest). Voor het overgrote deel gaat het om mannen tussen de 25 en 44 jaar. Meer dan de helft van de verdachten van huiselijk geweld die bij de politie in beeld zijn, is van niet-Nederlandse herkomst. Dit is opmerkelijk aangezien uit het GG&GD onderzoek blijkt dat het aandeel slachtoffers van niet-Nederlandse herkomst relatief laag is. Hierbij
4
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
moeten we opmerken dat bij de politie niet alle incidenten huiselijk geweld in beeld zijn en in het GG&GD onderzoek kan sprake zijn van onderrapportage. Relatief veel vrijwillige therapie bij De Waag in Utrecht De Waag in Utrecht heeft in 2006 143 cliënten die een therapie hebben afgerond. Het gaat hierbij om 140 daders en in 3 gevallen om een slachtoffer. De Waag is een instelling voor ambulante forensische psychiatrie waar onder andere hulpverlening aan daders (en de betrokken slachtoffers) van huiselijk geweld plaatsvindt. Bij De Waag in Utrecht volgen in vergelijking met landelijke cijfers relatief veel daders vrijwillig therapie (36% versus 24% landelijk bij De Waag). Ook is het aandeel cliënten bij De Waag Utrecht dat met wederzijdse instemming de therapie afrondt hoger dan landelijk (64% versus 50% landelijk). Toch stopte in 2006 nog bijna een derde van de cliënten in Utrecht zelf voortijdig zijn therapie. Bij de strafrechtelijk ingestroomde daders in Utrecht (36%) is dit ongeveer een vijfde. Bij 62% van de strafrechtelijk ingestroomde daders zijn na therapie de aanmeldklachten verminderd. De daders bij De Waag Utrecht in 2006 zijn veelal plegers van lichamelijk huiselijk geweld (66%), waarvan de partner meestal slachtoffer was (68%). Meer contacten en opnames bij hulpverlening en opvang Er is in 2006 een toename van het aantal contactzoekers met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) van 27%. De contacten met het ASHG hebben grotendeels het karakter van een voorlichtings- en adviesgesprek (55%), en in 33% van de gevallen een hulpverleningskarakter. Het grootste deel van het besproken huiselijk geweld bij het ASHG vormt lichamelijk geweld (55%) en psychisch geweld (25%). In 7% van de gevallen gaat het om bedreiging. De Vrouwenopvang Utrecht (VOU) heeft in 2006 22% méér aanmeldingen dan in 2005. Ook Stichting Weerdsingel heeft in 2006 meer nieuwe opnames gerealiseerd dan in 2005. Het aantal opgenomen vrouwen bij Meisjesstad is gelijk gebleven. In de toekomst: meer en verfijndere registraties nodig Als we de verschillende registraties die we in deze monitor hebben gebruikt naast elkaar zetten, blijkt dat maar een deel van alle incidenten bij de politie bekend zijn. Wel lijkt de politie een behoorlijk deel van alle daders in beeld te hebben. Hiermee hebben we een idee van het bereik van de aanpak. Om in de toekomst de aanpak van huiselijk geweld completer te kunnen monitoren is het van belang de huidige registraties bij het Openbaar Ministerie (OM) te verbeteren. Ook zal overwogen moeten worden of andere gegevens van bijvoorbeeld het Algemeen Maatschappelijk Werk een toegevoegde waarde hebben. Hiernaast moet bij specifieke situaties, zoals de invoering van het huisverbod of het voorkomen van eerwraak, nagedacht worden over de mogelijkheden tot monitoring.
5
Gemeente Utrecht
Inhoudsopgave Samenvatting
3
Inleiding
9
1
De Utrechter en huiselijk geweld
11
2
De politie: registratie van huiselijk geweld
17
3
Daders in beeld
25
4
De hulpverlening: informatie en zorg rond huiselijk geweld
34
5
Hoe nu verder? Discussie in relatie tot beleid
43
Bijlagen
46
7
Gemeente Utrecht
Inleiding Voor u ligt de tweede Utrechtse monitor huiselijk geweld. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, de Politie Utrecht en het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) werken samen in de aanpak van huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht. Bij de monitor huiselijk geweld zijn dit jaar ook de Vrouwenopvang Utrecht, het Openbaar Ministerie (het Veiligheidshuis) en de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GG&GD) betrokken. De afdeling Bestuursinformatie van de gemeente Utrecht bracht alle relevante gegevens van deze partijen bijeen om het voorkomen van huiselijk geweld en de aanpak opnieuw in beeld te brengen. Het kabinet is op dit moment bezig met een nieuwe wet waarmee plegers van huiselijk geweld een huisverbod opgelegd kunnen krijgen. Met deze wet in zicht besteden we in deze monitor extra aandacht aan de (achtergronden van) plegers van huiselijk geweld. Huiselijk geweld kan op verschillende manieren 'gemeten' worden. In deze monitor beschrijven we hoe vaak huiselijk geweld voorkomt: a) naar eigen zeggen door de Utrechters zelf, b) in de politie registraties en c) bij contacten met hulpverlening. Niet alle slachtoffers zullen hun ervaringen melden bij de politie en niet alle aangiftes bij de politie zullen gepaard gaan met officiële hulpverlening. Ook kan men bij de hulpverlening terecht zonder aangifte te hebben gedaan enzovoort. Om het beeld zo volledig mogelijk te maken werken we in deze monitor met verschillende bronnen. In de Gezondheidspeiling van de GG&GD geven de Utrechters zelf aan of zij al dan niet slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld. Voorts bekijken we in de politieregistraties welke incidenten van huiselijk geweld bekend zijn bij de politie, waar deze hebben plaatsgevonden en om hoeveel en welke verdachten het hierbij gaat. Voor hulpverlening aan de daders raadplegen we gegevens van De Waag en voor hulpverlening aan de slachtoffers maken we gebruik van de gegevens van het ASHG, de Vrouwen Opvang Utrecht (VOU), de Stichting Weerdsingel en Meisjesstad. In deze tweede editie van de monitor huiselijk geweld geven we dus aanvullingen op de cijfers van vorig jaar van het ASHG en de politie en brengen we nieuwe gegevens in beeld zoals de Gezondheidspeiling van de GG&GD en registraties over de verdachten cq. daders van de politie en De Waag. Voor zover mogelijk gaan we in op huiselijk geweld zowel in de stad Utrecht als in de regio. Wanneer we in deze monitor spreken van de regio Utrecht betreft het het werkgebied van het ASHG in Utrecht waarvan de stad Utrecht centrumgemeente is in het kader van de aanpak huiselijk geweld. Leeswijzer De monitor bestaat uit vier delen. In het eerste hoofdstuk beschrijven we de uitkomsten van de Gezondheidsenquête van de GG&GD. Hierin is te vinden hoeveel mensen in Utrecht dagelijks, jaarlijks of ooit te maken hebben (gehad) met huiselijk geweld. Wie zijn de slachtoffers van huiselijk geweld en wie zijn de daders? In hoofdstuk twee geven we aan de hand van de nieuwste cijfers een beeld van het huiselijk geweld dat bekend is bij de politie. Hoeveel huiselijk geweld wordt er door de politie geregistreerd en hoe vaak wordt er aangifte gedaan? Hoeveel verdachten heeft de politie in beeld? In hoofdstuk drie gaan we verder in op de achtergrond van de plegers van huiselijk geweld. Met behulp van gegevens van de politie en gemeente geven we een beeld van de verdachten van huise-
9
lijk geweld. Wie zijn dit, van welke vormen van huiselijk geweld worden zij verdacht? Daarnaast geven we aan hoeveel daders in het afgelopen jaar in therapie zijn geweest bij De Waag. In het laatste hoofdstuk gaan we in op de hulp voor de slachtoffers. Net als in de vorige monitor geven we aan hoeveel slachtoffers hulp hebben gehad via het ASHG, de Vrouwenopvang Utrecht, Stichting Weerdsingel en slachtofferhulp.
10
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
1 De Utrechter en huiselijk geweld Volgens de Gezondheidspeiling van de GG&GD zijn 16.250 Utrechters van 16 jaar
•
en ouder (7%) ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Bijna een vijfde van alle slachtoffers kwam minder dan één jaar geleden nog in aanraking met huiselijk geweld. Dit komt overeen met 1% van alle Utrechters. De slachtoffers die in het afgelopen jaar met huiselijk geweld te maken hebben
•
gehad zijn voor 62% van Nederlandse afkomst en zijn iets vaker van Marokkaanse afkomst (5%) dan van Turkse afkomst (2%). Bij de slachtoffers in het afgelopen jaar gaat het in drie van de vier gevallen (74%)
•
om psychisch/emotioneel geweld. In 41% van de gevallen gaat het (ook) om licha-
melijk geweld.
Het percentage slachtoffers van huiselijk geweld in Utrecht (1%) is lager dan in Rot-
•
terdam (4%) en vergelijkbaar met de stad Groningen (1%). In dit eerste hoofdstuk kijken we naar wat de inwoners van Utrecht zelf aangeven als het gaat om huiselijk geweld. Hoe vaak hebben zij hier naar eigen zeggen mee te maken (gehad)? En wie zijn de slachtoffers en de daders? Deze gegevens zijn afkomstig uit de Gezondheidspeiling 2006 van de GG&GD. Bij de interpretatie van deze gegevens moeten we er rekening mee houden dat het gaat om enquêtegegevens over een privacy gevoelig onderwerp. In dit soort gevallen kan sprake zijn van onderrapportage door sociaal wenselijke beantwoording van de vragen of een selectieve respons.
1.1
Slachtofferschap van huiselijk geweld in het afgelopen jaar
In deze paragraaf beschrijven we hoeveel Utrechters slachtoffer zijn (geweest) van huiselijk geweld. Waar hebben we het over als we spreken van huiselijk geweld in Utrecht en wie zijn deze slachtoffers? Het gaat hier als het ware om de doelgroep voor de aanpak van huiselijk geweld. 7% van alle Utrechters is ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld, 1% nog in het afgelopen jaar In Utrecht is volgens de Gezondheidspeiling 2006 van de GG&GD 7% van de inwoners van 16 jaar en ouder ooit in zijn leven slachtoffer geweest van huiselijk geweld en 1% zelfs in het afgelopen jaar (2006). Omgerekend naar absolute aantallen gaat het om zo’n 16.250 Utrechters van 16 jaar en ouder die ooit slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld en zo'n 2.750 personen die in het afgelopen jaar met huiselijk geweld te maken hebben gehad (18% van alle slachtoffers). Voor veruit de meeste slachtoffers (65%) is het meer dan vijf jaar geleden dat zij voor het laatst met huiselijk geweld geconfronteerd werden (zie tabel 1.1).
11
Tabel 1.1: Tijdsbestek waarin Utrechters voor het laatst slachtoffer waren van huiselijk geweld % slachtoffers van huiselijk geweld Afgelopen jaar
18%
1 tot en met 5 jaar geleden
17%
Meer dan 5 jaar geleden
65%
Totaal
100%
Bron: GG&GD, 2007
14% van de slachtoffers in het afgelopen jaar heeft dagelijks te maken met huiselijk geweld Gevraagd naar het aantal keer dat men in het afgelopen jaar slachtoffer is geweest van huiselijk geweld, geeft ruim driekwart van de slachtoffers aan dat dit één of enkele malen het geval is geweest (tabel 1.2). Hoewel de percentages Utrechters die maandelijks of wekelijks het slachtoffer zijn (geweest) van huiselijk geweld procentueel laag is, is het percentage slachtoffers dat dagelijks te maken heeft (gehad) met huiselijk geweld weer relatief hoog (14%).
Tabel 1.2: Frequentie slachtofferschap bij slachtoffers huiselijk geweld in het afgelopen jaar
Absoluut
% slachtoffers in afgelopen jaar
852
31%
1.265
46%
193
7%
Wekelijks
55
2%
Dagelijks
385
14%
2.750
100%
Frequentie Eén maal Een aantal malen Maandelijks
Totaal Bron: GG&GD, 2007
12
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Meer jongeren (16-29 jaar) dan ouderen (65+) slachtoffer van huiselijk geweld in 2006 In 2006 zijn meer jongeren (16-29 jaar) dan ouderen (65+) slachtoffer geworden van huiselijk geweld. Dit sluit aan bij het beeld dat in Utrecht jongeren in zijn algemeenheid vaker slachtoffer zijn van huiselijk geweld dan ouderen (Gezondheidspeiling GG&GD, 2006). Hoe vaak huiselijk geweld voorkomt bij Utrechters onder de 16 jaar (kindermishandeling) kunnen we op basis van dit onderzoek niet zeggen, omdat alleen jongeren vanaf 16 jaar worden meegenomen in de steekproef. Voor de achterliggende cijfers van het GG&GD onderzoek verwijzen we naar de bijlage.
Figuur 1 – Leeftijd slachtoffers huiselijk geweld in Utrecht in het afgelopen jaar 65 jaar en ouder 55-64 jaar 5% 2%
40-54 jaar 19%
16-29 jaar 48%
30-39 jaar 26%
Bron: GG&GD Utrecht, 2006
13
Meeste slachtoffers van huiselijk geweld in 2006 van autochtone herkomst 62% van de Utrechters die in het afgelopen jaar slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld, zijn autochtone Utrechters. Het aandeel Utrechters met een autochtone afkomst onder slachtoffers van huiselijk geweld is groter dan het aandeel van Turkse, Marokkaanse of overige afkomst (zie figuur 2, voor achterliggende cijfers zie bijlage). Bij 'overig' gaat het voor het grootste deel om westerse allochtonen (oa. Europeanen en Amerikanen).
Figuur 2 – Herkomst slachtoffers huiselijk geweld in het afgelopen jaar in Utrecht
Overig 31%
Turks 2% Marokkaans 5%
Nederlands 62%
Bron: GG&GD Utrecht, 2006
Vanwege het lage absolute aantal slachtoffers in het onderzoek voor het laatste jaar zijn er geen betrouwbare verschillen tussen de wijken aan te geven. Uit de GG&GD meting blijken ook geen verschillen in opleidingsniveau tussen slachtoffers en nietslachtoffers van huiselijk geweld in het afgelopen jaar. Dit is opmerkelijk omdat een lage sociaal economische status, welke veelal samenhangt met een laag opleidingsniveau, een van de risicofactoren is om te maken te krijgen met huiselijk geweld (Transact, 2006) .
1.2
Vormen van huiselijk geweld
In het GG&GD onderzoek worden vier vormen van huiselijk geweld onderscheiden: psychisch/emotioneel geweld, lichamelijk geweld, ongewenst seksuele toenadering en seksueel misbruik. In deze paragraaf beschrijven we met welke vormen van huiselijk geweld de slachtoffers te maken hebben gehad.
14
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Psychisch/emotioneel geweld meest voorkomende vorm van huiselijk geweld Drie van de vier slachtoffers van huiselijk geweld geeft aan te maken te hebben (gehad) met psychisch/emotioneel geweld (74%). Hiermee is dit de meest voorkomende vorm van huiselijk geweld in Utrecht. Naast psychisch/emotioneel geweld geeft een groot deel van de slachtoffers aan (ook) te maken te hebben (gehad) met lichamelijk huiselijk geweld. In het afgelopen jaar was dit het geval bij 41% van de slachtoffers. Ongewenste seksuele toenadering (12%) en seksueel misbruik (3%) komen minder vaak voor. Tabel 1.3: Verdeling naar soort geweld bij slachtoffers van huiselijk geweld in het afgelopen jaar Soort geweld
% van slachtoffers afgelopen jaar
Psychisch/emotioneel geweld
74%
Lichamelijk geweld
41%
Ongewenste seksuele toenadering
12%
Seksueel misbruik
3%
Bron: GG&GD, 2007
1.3
Vergelijking met landelijke cijfers
Om de Utrechtse cijfers in een breder perspectief te plaatsen, bekijken we in deze paragraaf uitkomsten uit andere bevolkingsonderzoeken naar huiselijk geweld. Hierbij moet opgemerkt worden dat er slechts enkele onderzoeken zijn met precies dezelfde opzet en vraagstelling als de Gezondheidspeiling in Utrecht. We kunnen daarom alleen een goede vergelijking maken met Rotterdam, Groningen en Friesland. De komende jaren zullen ook andere GG&GD's op dezelfde wijze slachtofferschap van huiselijk geweld onderzoeken. In de toekomst is het hierdoor mogelijk Utrecht met meer steden en regio's te vergelijken. Percentage slachtofferschap huiselijk geweld in Utrecht vergelijkbaar met Groningen Voor wat betreft slachtofferschap van huiselijk geweld in het afgelopen jaar is Utrecht beter te vergelijken met Groningen dan met Rotterdam. In vergelijking met de uitkomsten van de Gezondheidsenquête van de GGD Rotterdam, is het percentage slachtoffers van huiselijk geweld in het afgelopen jaar in Utrecht laag (4% in Rotterdam versus 1% in Utrecht). Hoewel het in beide gevallen een grote stad betreft, is het grote verschil in bevolkingssamenstelling (en dan met name verschil in opleidingsniveau), waarschijnlijk een grote verklarende factor voor dit verschil. Bekijken we de uitkomsten van de twee andere GGD onderzoeken in Groningen en Friesland, dan zien we dat het percentage slachtoffers in het afgelopen jaar hier wel vergelijkbaar zijn met het slachtofferschap in Utrecht. Het aandeel inwoners dat ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld in Utrecht is laag in vergelijking met de andere onderzoeken.
15
Tabel 1.4: Slachtofferschap huiselijk geweld Utrecht, Rotterdam, Groningen en Friesland Slachtofferschap Ooit slachtoffer
Stad Utrecht 2006 Stad Rotterdam 2005
Stad Groningen 2006
Friesland 2006
7%
-
10%
8%
1%
4%
1%
1%
Afgelopen jaar slachtoffer
Bron: GGD Rotterdam-Rijnmond, GGD Groningen, GG&GD Utrecht, GGD Frylan
Uit landelijk onderzoek (Wittebrood en Veldheer, 2005) blijkt dat gemiddeld 12% van de volwassen Nederlanders ooit te maken heeft gehad met huiselijk geweld. In Utrecht geeft gemiddeld 7% van de inwoners aan ooit in zijn leven slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld.
16
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
2 De politie: registratie van huiselijk geweld In de stad Utrecht werden in 2006 1.284 incidenten huiselijk geweld geregistreerd
•
door de politie. Dit zijn 338 incidenten minder dan in 2005, toen het er 1.622 waren. In Overvecht (14‰) en Noordwest (9‰) werden relatief de meeste incidenten huiselijk geweld geregistreerd. In 2006 betreffen de politieregistraties van huiselijk geweld meestal lichamelijk
•
geweld (43%), psychisch geweld (23%) en bedreiging (10%). Deze verdeling komt overeen met de verdeling in de landelijke politieregistraties naar soorten huiselijk geweld. Zowel in 2005 als in 2006 wordt bij 30% van de geregistreerde incidenten in de
•
stad Utrecht ook een aangifte opgenomen. Landelijke gemiddeld is het aantal aangiftes bij geregistreerde incidenten 39%. In 2006 is bij een kwart van het aantal geregistreerde incidenten een verdachte
•
aangehouden (2005: 26%). In de stad Utrecht is in 2006 sprake van recidive bij 11,8% van de daders van huiselijk geweld. Deze verdachten komen in een kalenderjaar meerdere keren voor in een dossier dat huiselijk geweld betreft en dat de politie naar het Openbaar Ministerie heeft gestuurd. Een vergelijking met de andere drie grote steden laat zien dat de politieregistraties
•
wat betreft huiselijk geweld in Utrecht vergelijkbaar zijn met Den Haag. Wel ligt in Den Haag het percentage aangiften hoger (45%) dan in Utrecht (30%). In de andere steden is het aandeel aangiften op het totaal aantal incidenten vergelijkbaar met dat in Utrecht. In 2006 ligt het promillage incidenten huiselijk geweld voor de regio Utrecht zon-
•
der de stad (2‰) gemiddeld lager dan voor de stad Utrecht (5‰). Dit was ook in 2005 het geval. In veel omringende regiogemeentes lijkt, net als vorig jaar, de bereidheid om aan-
•
gifte te doen bij huiselijk geweldincidenten groter te zijn dan in de gemeente Utrecht. In de stad Utrecht wordt bij 30% van de geregistreerde incidenten aangifte gedaan, terwijl dit in de regio (zonder stad) gemiddeld in 40% van de geregistreerde incidenten gebeurt.
2.1
Politieregistratie in de stad Utrecht
Sinds 2004 registreert de politie apart huiselijk geweld. De politie registreert in eerste instantie incidenten, denk in dit geval aan bijvoorbeeld bedreiging, geweld zonder wapen met letsel, aanranding, als het gaat om incidenten in huiselijke kring wordt hierbij apart vermeld dat het huiselijk geweld betreft. Komt een incident de politie ter kennis via de meldkamer dan spreken we van een melding. Vervolgens kan van een incident ook aangifte worden gedaan, dit kan alleen het slachtof17
fer doen. Na aangifte wordt een verdachte vervolgd. Bij huiselijk geweld is het daarnaast mogelijk dat de politie zelf, als zij hier voldoende aanleiding toe ziet, zonder aangifte een verdachte vervolgt. We spreken dan van ambtshalve vervolgingen. Huiselijk geweld in Utrecht daalt van 6 naar 5 incidenten per 1.000 inwoners. In Utrecht werden in 2006 1.284 incidenten huiselijk geweld geregistreerd door de politie. Dit zijn 338 incidenten minder dan in 2005, toen het er 1.622 waren. Het huiselijk geweld in Utrecht is daarmee gedaald van 6 naar 5 incidenten per 1.000 inwoners. Ten opzichte van 2004 is het aantal incidenten huiselijk geweld in 2006 zelfs met 29% gedaald. Voor de gehele stad Utrecht geldt, dat in de periode van 2004 tot en met 2006 het gemiddeld aantal incidenten per 1.000 inwoners gedaald is van 7 naar 5. Overvecht en Noordwest nog steeds hoogste aantallen geregistreerde incidenten huiselijk geweld Evenals in de twee voorgaande jaren zijn in Overvecht en Noordwest zowel absoluut als relatief de meeste incidenten huiselijk geweld geregistreerd. In Overvecht vinden in 2006 bijna 14 incidenten per 1.000 inwoners plaats en in Noordwest ruim 9 incidenten per 1.000 inwoners (zie tabel 2.1 en bijlage 4). Opvallend is dat in beide wijken het aandeel aangiften op het totaal incidenten laag is. Desondanks 'scoren' deze wijken ook wat aangiften betreft relatief hoog (zie bijlage 4). Wat betreft huiselijk geweldincidenten zijn de wijken Oost en Vleuten –De Meern in 2006 relatief de rustigste wijken in Utrecht. Tabel 2.1: Aantal incidenten huiselijk geweld per wijk (absoluut: en relatief 2005-2006) en aandeel aangiften
Wijk West
2005
2006
2005
2006
% aangiften van incidenten 2006
57
64
2,2‰
2,4‰
47%
Noordwest
464
370
11,6‰
9,1‰
26%
Overvecht
492
424
15,8‰
13,5‰
21%
Noordoost
125
71
3,6‰
2,0‰
31%
Oost
41
27
1,5‰
1,0‰
33%
Binnenstad
92
53
5,9‰
3,4‰
40%
Zuid
87
61
3,3‰
2,3‰
56%
Zuidwest
157
112
4,8‰
3,3‰
46%
Leidsche Rijn
37
45
3,0‰
3,2‰
49%
Vleuten – de Meern
70
57
2,5‰
1,9‰
25%
1.622
1.284
5,9‰
4,6‰
30%
Utrecht totaal
Bron: BPS Politie Regio Utrecht, bewerking BI, 2006
Tabel 2.2 laat zien dat op buurtniveau in De Driehoek en de Tigris- Bostondreef de hoogste promillages incidenten huiselijk geweld zijn geregistreerd. Ook de andere gebieden met een hoog promillage zijn allemaal buurten in Noordwest en Overvecht. Naast deze buurten staan ook Hoog Catharijne en Rijnenburg hoog op de lijst, de hoge score in deze gebieden wordt echter meer beïnvloed door het relatief lage inwoneraantal in die gebieden, dan door een relatief hoog aantal incidenten (incidenten huiselijk geweld vinden niet altijd plaats in de woning van de dader of het slachtoffer, relationeel geweld in de stad kan ook bestempeld worden als huiselijk geweld). Er zijn ook een groot aantal buurten in Utrecht die een score van 0‰ hebben.
18
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Voor een gedetailleerd overzicht van alle Utrechtse incidentcijfers over de periode 2004-2006 op wijk-, subwijk- en buurtniveau verwijzen we naar bijlage 5.
Tabel 2.2: Overzicht van 10 buurten met hoogst promillage huiselijk geweldincidenten (2006)
Buurt Hoog Catharijne, CS, Leidseveer
2006 25‰**
De Driehoek
20‰
Tigris- Bostondreef e.o.
20‰
Neckardreef e.o.
17‰
Zambesidreef e.o.
15‰
Schaakbuurt e.o.
15‰
Staatsliedenbuurt e.o.
15‰
De Muinck Keizerlaan e.o. Rijnenburg, v.m. De Meern Ondiep
13‰ 13‰** 13‰
Bron: BPS Politie Regio Utrecht, bewerking BI 2006 ** Bij dit cijfer moet rekening gehouden worden met een vertekening doordat er in deze buurt zeer weinig mensen wonen.
Huiselijk geweld naar soort stedelijk en landelijk ook in 2006 gelijk verdeeld Bij registratie onderscheidt de politie vijf verschillende vormen van huiselijk geweld. Naast bedreiging en stalking (belaging) wordt lichamelijk, psychisch en seksueel huiselijk geweld apart geregistreerd. Psychisch geweld wordt omschreven als een strafbaar feit, gerelateerd aan huiselijk geweld, dat gepleegd wordt om het slachtoffer op een andere wijze dan lichamelijk onder druk te zetten, dan wel te pesten c.q. te treiteren. Hierbij kan gedacht worden aan het vernielen van eigendommen, aan het inbreken in een woning, aan het meenemen van zaken en aan het mishandelen van huisdieren. De meest geregistreerde vormen van huiselijk geweld bij de politie betreffen lichamelijk geweld (43%), gevolgd door psychisch geweld (23%) en bedreiging (10%). De procentuele verdeling van de verschillende soorten huiselijk geweld komt voor Utrecht in 2006 grotendeels overeen met de verdeling in 2005 (zie tabel 2.3). Wel is er sprake van een toename van het aantal incidenten waarbij sprake is van lichamelijk geweld ‘ten koste’ van alle andere soorten huiselijk geweld. Landelijk komt de verdeling van de verschillende vormen van huiselijk geweld in 2006 sterk overeen met de verdeling in 2005. Net als in Utrecht gaat het landelijk met name om lichamelijk geweld (40%), gevolgd door psychisch geweld (25%).
19
Tabel 2.3: Frequentie van soorten huiselijk geweld (2006) Utrecht en landelijk en aandeel aangiften naar soort geweld
Percentages incidenten Utrecht Soort Bedreiging Belaging (stalking)
Aandeel aangiften van incidenten Utrecht
Percentages incidenten landelijk
2005
2006
2006
2006
183 (11%)
130 (10%)
64%
14%
(4%)
33 (3%)
21%
4%
Lichamelijk geweld
586 (36%)
558 (43%)
48%
40%
Psychisch geweld
407 (25%)
25%
Sexueel geweld Overig *
Totaal
61
298 (23%)
0%
(3%)
27 (2%)
48%
4%
344 (21%)
238 (19%)
6%
13%
1.622 (100%)
1.284 (100%)
30%
100%
41
Bron: BPS & Gids Politie Regio Utrecht, bewerking BI; Bekegroep, 2006 * Hieronder wordt o.a. begrepen: verdachte situatie, aandachtsvestiging en hulpverlening burger
Bij een kwart van de geregistreerde incidenten wordt een verdachte aangehouden In Utrecht-stad is in 2006 bij 25% van het aantal geregistreerde incidenten een verdachte aangehouden. In 2005 was dit bij 26% van de geregistreerde incidenten het geval. Uit tabel 2.4 blijkt dat lang niet iedereen die te maken heeft met huiselijk geweld ook daadwerkelijk aangifte doet (waarbij het strafbare feit door de politie op papier wordt gezet en het slachtoffer dit ondertekent met het verzoek tot vervolging). Zowel in 2005 als in 2006 wordt bij 30% van de geregistreerde incidenten ook een aangifte opgenomen.
Tabel 2.4: Aantal incidenten, meldingen, aangiftes en aangehouden verdachten huiselijk geweld, Utrechtstad (2005–2006)
Aantal incidenten
Aantal meldingen
Aantal opgenomen aangiftes
Aantal aangehouden verdachten
2004
1.809
959
452
382
2005
1.622
900
484
421
2006
1.284
803
387
323
Bron: BPS Politie Regio Utrecht, bewerking BI , 2006
Meer recidive in Utrecht in 2006 Jaarlijks wordt voor de gemeente Utrecht onderzocht hoe vaak recidive voorkomt als het gaat om huiselijk geweld. Onder recidive wordt verstaan dat de verdachte binnen het BPS-registratiesysteem, met de projectcode huiselijk geweld, gedurende één jaar meer dan één keer is opgenomen in een dossier voor het Openbaar Ministerie. In 2006 is het percentage recidive 11,8%, dit is een toename ten opzichte van de twee voorgaande jaren (zie tabel 2.5). Een verklaring voor deze stijging hebben we nog niet, wel zal dit in het kader van de invoering van het huisverbod en de daderaanpak nader worden geanalyseerd.
20
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Tabel 2.5: Recidive bij verdachten van huiselijk geweld, binnen het BPS- registratiesysteem (2004-2006)
Jaar
%
2004
8,5%
2005
9,1%
2006
11,8%
Bron: BPS Politie Regio Utrecht, 2006
Veelplegers met antecedenten huiselijk geweld zijn veelal 'generalisten' Uit landelijk politieonderzoek (Beke, 2006) blijkt dat 6,4% van alle veelplegers in Nederland ten minste één antecedent heeft op het gebied van huiselijk geweld. De rapporteurs concluderen dat deze plegers van huiselijk geweld geen specialisten zijn die zich alleen schuldig maken aan huiselijk geweld. Het lijkt om generalisten te gaan die zich naast huiselijk geweld bijvoorbeeld ook schuldig maken aan ander geweld tegen personen, alcoholgerelateerde misdrijven, geweld tegen goederen, verkeersmisdrijven, openbare orde misdrijven en drugsdelicten. 98% van deze veelplegers blijken mannelijk te zijn, en 65% is tussen de 25 en 55 jaar oud. Ruim driekwart (76%) is in Nederland geboren.
2.2
Politieregistraties Utrecht vergeleken
Om de Utrechtse politiecijfers in een perspectief te plaatsen vergelijken we in deze paragraaf de cijfers van Utrecht met de landelijke cijfers en de cijfers van de andere grote steden. Daarnaast kijken we, omdat Utrecht een regierol heeft in de aanpak van huiselijk geweld in de regio, ook naar de regionale politiecijfers (het betreft hier de centrumregio voor de aanpak huiselijk geweld en niet om de politieregio). Frequentie van aangiften huiselijk geweld landelijk procentueel hoger dan in Utrecht stad In 2006 is het landelijke aandeel van het aantal aangiftes huiselijk geweld op het totaal aantal geregistreerde incidenten 39%; in de gemeente Utrecht is dit 30% (zie figuur 3). Daarmee ligt de frequentie van aangiftes landelijk procentueel hoger dan in Utrecht. Wel zijn de procentuele verschillen tussen de landelijke cijfers en die van Utrecht in de periode van 2004 tot en met 2006 afgenomen: een verschil van 11% in 2004 en 9% in 2006. Toename ambtshalve vervolgingen in Utrecht stad, aandeel nu net zo groot als regionaal In de stad Utrecht vindt daarnaast in 2006 bij 8% van de geregistreerde incidenten van huiselijk geweld ambtshalve vervolging plaats, dit aantal is sterk toegenomen (in 2005 was dit bij 3% van de geregistreerde incidenten het geval). In de regio (zonder de stad) ligt het percentage ambtshalve vervolging in 2006 ook op 8%.
21
Figuur 3 – Percentage aangiften op het totaal aantal incidenten % aangiften van geregistreerde incidenten Utrecht Stad % aangiften van geregistreerde incidenten landelijk 40%
30%
20%
10%
25%
36%
30%
2004
40% 2005
30%
39% 2006
Bron: BPS politie regio Utrecht
Aantal incidenten huiselijk geweld in Utrecht vergelijkbaar met Den Haag Gerelateerd aan het aantal inwoners is het aantal incidenten huiselijk geweld in Utrecht vergelijkbaar met huiselijk geweld in Den Haag. Het aantal aangiften in Den Haag is relatief hoger, in 45% van de incidenten is daar ook daadwerkelijk aangifte gedaan. In Utrecht is dit in 30% van de incidenten het geval. De aangiftepercentages in Amsterdam en Rotterdam liggen ook iets hoger dan in Utrecht. Het aantal incidenten en aangiften in Rotterdam is relatief hoog. Dit sluit aan bij de verwachting dat bij een bevolking met een gemiddeld lagere opleiding (en lagere sociaal economische status) huiselijk geweld vaker voorkomt. Het is ook goed op te merken dat in Rotterdam het aantal geregistreerde incidenten sinds 2004 is gestegen van 3.350 naar 6.164 incidenten in 2006. Hier lijkt de extra aandacht voor huiselijk geweld dus wel geleidt te hebben tot een stijging van het aantal incidenten en aangiften. Tabel 2.6: Incidenten en aangiften huiselijk geweld politieregistraties G4 2006 % aangiften van
Incidenten per
Aangiften per
Incidenten
Aangiften
incidenten
1.000 inwoners
1.000 inwoners
Amsterdam
5.642
1.723
31%
7,6
2,3
's-Gravenhage
2.154
964
45%
4,5
2,0
Rotterdam
6.164
2.045
33%
10,6
3,5
Utrecht
1.284
387
30%
4,6
1,4
Bron: politie Amsterdam-Amstelland, Haaglanden, Rotterdam-Rijnmond en Utrecht
Ook in 2006 telt de regio minder incidenten dan de stad Het promillage incidenten huiselijk geweld ligt voor de regio Utrecht in 2006 gemiddeld lager dan voor de stad. Dit was ook in 2005 het geval. Utrecht-stad heeft in 2006 (met in totaal ongeveer
22
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
281.000 inwoners) een gemiddelde van 4,6‰, tegenover een gemiddelde van 2‰ voor de regio (zonder de stad, met in totaal ongeveer 519.000 inwoners). In negen regiogemeenten is het promillage met een gemiddelde score van 1‰ zeer laag, terwijl Nieuwegein met 3‰ juist relatief veel huiselijk geweld incidenten kent. Opvallend is de afname van het promillage in de gemeente Maarssen: van 4‰ in 2005 naar 2‰ in 2006. Tabel 2.7: REGIO UTRECHT : Aantal incidenten huiselijk geweld in de gemeente (2005-2006) PROMILLAGES REGIO GEMEENTE
(aantal incidenten per ABSOLUUT (aantal incidenten)
1.000 inwoners)
2005
2006
2005
2006
Abcoude
14
8
2‰
1‰
De Bilt
87
56
2‰
1‰
Breukelen
17
19
1‰
1‰
Bunnik
12
8
1‰
1‰
Doorn*
13
-
1‰
-
Driebergen – Rijsenburg*
33
-
2‰
-
Houten
91
74
2‰
2‰
Loenen
12
18
1‰
2‰
Lopik
20
8
1‰
1‰
Maarssen
149
97
4‰
2‰
Montfoort
25
19
2‰
1‰
185
158
3‰
3‰
Oudewater
16
8
2‰
1‰
De Ronde Venen
76
41
2‰
1‰
Nieuwegein
Utrechtse Heuvelrug
-
81
-
2‰
Vianen
42
38
2‰
2‰
Woerden
95
68
2‰
1‰
Wijk bij Duurstede
63
47
3‰
2‰
IJsselstein
93
57
3‰
2‰
165
134
3‰
2‰
1.208
939
2‰
2‰
Zeist Totaal Bron: BPS politie Regio Utrecht, bewerking BI 2007
* Gemeente Doorn en Driebergen-Rijsenburg zijn per 1 januari 2007 opgegaan in gemeente Utrechtse Heuvelrug (samen met Amerongen, Leersum en Maarn) hierdoor is een vergelijking van 2006 met 2005 niet mogelijk.
Aangiftepercentage in regio Utrecht nog steeds groter dan in de stad In veel omringende regiogemeentes lijkt de bereidheid om aangifte te doen bij huiselijk geweldincidenten groter te zijn dan in Utrecht-stad. Bij 30% van de geregistreerde incidenten wordt in de stad aangifte gedaan, terwijl dit voor de regio (zonder stad) gemiddeld in 40% van de geregistreerde incidenten gebeurt. Alleen in de regiogemeenten Bunnik (25%) en Montfoort (21%) was het percentage aangiftes op het totaal aantal incidenten lager dan in Utrecht-stad. In de regio (zonder de stad) wordt in 2006 bij 25% van de geregistreerde huiselijk geweldincidenten ook daadwerkelijk een verdachte aangehouden. In Utrecht–stad is dit ook het geval.
23
Tabel 2.8: REGIO UTRECHT: Frequentie van aangiften huiselijk geweld (2005-2006) Regiogemeente
% aangiften van geregistreerde incidenten
2005
2006
Abcoude
43%
38%
De Bilt
35%
41%
Breukelen
24%
37%
Bunnik
17%
25%
Doorn*
15%
-
Driebergen- Rijsenburg*
21%
-
Houten
40%
41%
Loenen
50%
39%
Lopik
40%
38%
Maarssen
46%
33%
Montfoort
40%
21%
Nieuwegein
36%
42%
Oudewater
63%
50%
De Ronde Venen
46%
56%
Utrechtse Heuvelrug
-
35%
Vianen
21%
47%
Woerden
40%
41%
Wijk bij Duurstede
29%
45%
IJsselstein
34%
30%
Zeist
32%
46%
Totaal
36%
40%
Bron: BPS politie Regio Utrecht, bewerking BI 2007 * Gemeente Doorn en Driebergen-Rijsenburg zijn per 1 januari 2007 opgegaan in gemeente Utrechtse Heuvelrug (samen met Amerongen, Leersum en Maarn) hierdoor is een vergelijking van 2006 met 2005 niet mogelijk.
24
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
3 Daders in beeld Krap een kwart van alle door de politie geregistreerde incidenten komt uiteindelijk
•
met een verdachte bij het OM terecht. De afgelopen jaren is het percentage door de politie voorgedragen zaken gestegen. Hoewel er minder incidenten worden geregistreerd zijn er relatief wel meer zaken met een verdachte. Het aandeel zaken dat ook daadwerkelijk bij het OM terecht komt groeit minder hard. Over de afhandeling van de zaken bij het OM zijn geen harde cijfers bekend, omdat afdoeningen van huiselijk geweld nog onvoldoende systematisch geregistreerd worden. Bij de politie zijn vooral verdachten van lichamelijk huiselijk geweld in beeld. Drie-
•
kwart van deze verdachten is woonachtig in Utrecht (geweest). Voor het overgrote deel gaat het om mannen tussen de 25 en 44 jaar. Meer dan de helft van de verdachten is van niet-Nederlandse herkomst. Ongeveer 90% van de verdachten komt wat betreft huiselijk geweld niet meer dan een keer per jaar voor in de politieregistraties. Bij De Waag in Utrecht zijn relatief veel daders die vrijwillig therapie volgen, ook is
•
het aandeel cliënten dat met wederzijdse instemming de therapie afrond hoger dan landelijk. Toch stopt nog bijna een derde van de cliënten in Utrecht zelf voortijdig zijn therapie. Bij strafrechtelijk ingestroomde daders is dit ongeveer een vijfde. Bij de daders van De Waag betrof het in 2006 veelal lichamelijk huiselijk geweld, waarbij de partner meestal slachtoffer was. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de daders van huiselijk geweld en het voorkomen van recidive. De aanpak is ook in eerste instantie gericht op de dader, het liefst gepaard gaand met hulp aan het slachtoffer. De dadergerichte aanpak van huiselijk geweld is met name gericht op het snel aanpakken van de daders via het strafrechtelijke circuit. Het gaat dus om daders die bij politie in beeld zijn en waar (meestal) aangifte tegen is gedaan. De hulpverlening is er enerzijds op gericht de slachtoffers weerbaarder te maken. Daarnaast is er therapie voor de daders van huiselijk geweld waarbij geleerd wordt hoe zij hun gedrag kunnen veranderen. Ook treedt vanaf begin volgend jaar het huisverbod in werking, wat het mogelijk maakt daders van huiselijk geweld een (tijdelijk) huisverbod op te leggen. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de verdachten cq. daders van huiselijk geweld. Hiervoor gebruiken we gegevens van politie, het Openbaar Ministerie (OM) en De Waag.
3.1
Strafrechtelijke afhandeling huiselijk geweld
In deze paragraaf gaan we in op de strafrechtelijke afhandeling van incidenten huiselijk geweld en de aanpak van de verdachten.
25
Eenderde van de huiselijk geweldincidenten komt bij OM terecht Bij de incidenten die de politie in Utrecht registreert, worden indien bekend ook de verdachten vastgelegd. Bij incidenten huiselijk geweld is dit niet altijd even makkelijk, omdat niet altijd duidelijk is wie de dader en wie het slachtoffer is. Betrokkenen en ook slachtoffers willen of kunnen dit niet altijd bekend maken. Vervolgens ook aangifte doen, is een volgende vaak lastige stap. Zoals we eerder al aangaven is in 2006 bij 30% van de incidenten huiselijk geweld die bij de politie bekend zijn, sprake van een aangifte tegen de verdachte(n). Daarnaast is er bij 8% van de incidenten sprake van ambtshalve vervolging van de verdachte(n). Uiteindelijk is in 29% van de geregistreerde incidenten een proces verbaal opgemaakt en het dossier doorgestuurd naar het OM. Niet alle door de politie voorgedragen zaken (38%) komen uiteindelijk ook bij het OM voor. Meestal komt dit doordat zaken geseponeerd worden vanwege gebrek aan bewijslast. Tabel 3.1: Afhandeling incidenten huiselijk geweld
Totaal aantal incidenten huiselijk geweld Aandeel aangiften Aandeel ambtshalve vervolgingen
Totaal aandeel door politie voorgedragen zaken
2004
2005
2006
1.809
1.622
1.284
25%
30%
30%
4%
3%
8%
29%
33%
38%
17%
28%
29%
58%
82%
72%
Aandeel incidenten met ingezonden dossier bij OM
Ratio incidenten ingezonden bij OM t.o.v. door politie voorgedragen zaken Bron: GIDS en BPS Politie Regio Utrecht 2007
Toename door politie voorgedragen zaken, aandeel dossiers naar OM blijft gelijk Hoewel het aandeel zaken dat de politie voordraagt bij het OM in het afgelopen jaar is toegenomen, blijft het aandeel incidenten waarvan uiteindelijk ook een dossier naar het OM wordt gezonden vrijwel gelijk. Relatief eindigen dus minder zaken die de politie voordraagt ook daadwerkelijk bij het OM (72% versus 82% in 2005). In vergelijking met 2004 is het aandeel ingezonden dossiers bij het OM ten opzichte van het totaal aantal incidenten huiselijk geweld wel flink toegenomen.
Minder incidenten, maar relatief meer zaken met een verdachte In 39% van alle incidenten huiselijk geweld die de politie in 2006 in Utrecht heeft geregistreerd zijn één of meerdere verdachten bekend. In 2004 en 2005 was dit iets minder, toen waren er respectievelijk in 32% en 36% van de incidenten (een) verdachte(n) bekend. Absoluut gezien is, net als het totaal aantal incidenten, ook het aantal geregistreerde verdachten, het aantal aangehouden verdachten, het aantal gehoorde verdachten en het aantal in verzekering gestelde verdachten van huiselijk geweld bij de politie in 2006 gedaald.
26
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Tabel 3.2: Verdachten huiselijk geweld geregistreerd door de politie 2004
2005
2006
1.809
1.622
1.284
Aandeel incidenten met verdachte(n)
32%
36%
39%
Totaal aantal geregistreerde verdachten
684
692
516
% gehoorde verdachten
54%
63%
64%
% aangehouden verdachten
56%
61%
63%
% door politie in verzekering gestelde verdachten
28%
33%
35%
% verdachten naar OM
41%
65%
62%
Totaal aantal incidenten huiselijk geweld
Bron: GIDS en BPS Politie Regio Utrecht 2007
Aandeel verdachten dat bij OM terecht komt daalt licht In 2006 zijn 516 verdachten van huiselijk geweld bij de politie geregistreerd. Bijna tweederde van deze verdachten (63%) is ook daadwerkelijk aangehouden. In 2006 werd ruim een derde (35%) van de verdachten direct in verzekering gesteld. Vrijwel alle aangehouden verdachten moeten voorkomen bij het OM (62% in 2006). Vergelijken we met voorgaande jaren dan zien we ook hier dat het aandeel aangehouden en door de politie in verzekering gestelde verdachten licht stijgt, terwijl het aandeel verdachten dat bij het OM moet voorkomen licht daalt. Het gaat hier zoals eerder gezegd waarschijnlijk om zaken die vanwege een tekort aan bewijslast worden geseponeerd.
Afdoeningen huiselijk geweld bij OM onvoldoende apart geregistreerd Het OM geeft aan in het afgelopen jaar circa 250 zaken huiselijk geweld te hebben afgehandeld. Precieze aantallen van zaken en de afdoeningen ervan zijn niet inzichtelijk, omdat de aparte registratie van huiselijk geweld bij het OM nog onvoldoende systematisch wordt gevuld. In het afgelopen jaar is het OM met haar ketenpartners bezig geweest met het opstarten van een justitieel casusoverleg voor huiselijk geweld (JCHG). In dit overleg worden alle aangiften en ambtshalve vervolgingen van huiselijk geweld besproken. Vanaf 1 februari 2007 vindt dit wekelijks overleg plaats in het Veiligheidshuis. Het doel van dit overleg is een integrale aanpak te realiseren door bundeling van beschikbare informatie en het zorgdragen voor een goede afstemming tussen justitie en de zorgketen. In dit overleg wordt in eerste instantie de pleger, maar in tweede instantie ook het slachtoffer besproken. Aan dit overleg is ook een registratie gekoppeld. Mogelijk kunnen deze gegevens volgend jaar meegenomen worden in deze monitor.
3.2
Daders in beeld bij de politie
Om een beeld te krijgen van de daders van huiselijk geweld in Utrecht kijken we naar de gegevens die de politie heeft geregistreerd van de verdachten van incidenten huiselijk geweld. Hierbij moeten we opmerken dat dit een beperkt beeld geeft van de daders, immers niet bij alle bij de politie bekende incidenten is een verdachte geregistreerd en een nog grotere groep daders is geheel onbekend omdat geen melding of aangifte bij de politie wordt gedaan. De verdachten waar we nu naar kijken zijn overigens wel de verdachten waar we in de strafrechtelijke keten (waar een groot deel van de aanpak op gericht is) mee te maken hebben.
27
Om meer te kunnen zeggen over de achtergrondkenmerken van de verdachten zijn de gegevens gekoppeld aan de gemeentelijke basisadministratie. Dit is alleen mogelijk voor verdachten die in Utrecht woonachtig, en bij de gemeente ingeschreven, zijn (geweest).
Vooral bij lichamelijk geweld verdachten in beeld Bij de politie zijn vooral bij incidenten lichamelijk huiselijk geweld relatief vaak verdachten in beeld. In 73% van de door de verdachten gepleegde delicten gaat het om lichamelijk geweld. Ook bij bedreiging en seksueel geweld is relatief (iets) vaker een verdachte in beeld bij de politie dan bij alle door de politie geregistreerde incidenten. Verdachten van psychisch huiselijk geweld zijn nauwelijks bij de politie in beeld (minder dan 1%). Waarschijnlijk speelt hierbij mee dat psychisch huiselijk geweld lastig te bewijzen en daardoor nauwelijks te vervolgen is. Als het gaat om bedreiging zijn wel vaker verdachten in beeld. Tabel 3.3: Door verdachten gepleegde delicten en totaal incidenten naar soort huiselijk geweld 2006 (%) Gepleegde delicten HG door bij Totaal incidenten HG
politie bekende verdachten
10%
16%
Bedreiging Stalking/Belaging
3%
3%
Lichamelijk geweld
43%
73%
Psychisch geweld
23%
0%
2%
3%
Seksueel geweld Overig* Totaal
19%
5%
100%
100%
Bron: BPS Politie Regio Utrecht 2007 * Hieronder wordt o.a. begrepen: verdachte situatie, aandachtsvestiging en hulpverlening burger
Ruim driekwart van de verdachten afkomstig uit Utrecht Niet alle daders van huiselijk geweld incidenten die in Utrecht hebben plaatsgevonden wonen ook in Utrecht. Ruim driekwart van de verdachten van huiselijk geweld incidenten die in Utrecht hebben plaatsgevonden zijn ook woonachtig in de gemeente Utrecht (77%). Nog eens 9% woont in de regio Utrecht (centrumregio aanpak huiselijk geweld). In 2006 woont 14% van de geregistreerde verdachten buiten Utrecht en de regio.
Gemiddelde Utrechtse verdachte: in Utrecht woonachtige man tussen de 25 en 44 jaar Het overgrote deel van de in 2006 geregistreerde verdachten is man (92%) en tussen de 25 en 44 jaar oud (25-34 jaar 33%, 35-44 jaar 32%). Het aantal verdachten boven de 54 jaar is minimaal. In de afgelopen drie jaar is deze verdeling vrijwel constant (zie ook bijlage 6). In 2006 komt 90% van de verdachten niet vaker dan een keer per jaar voor in de politieregistraties voor huiselijk geweld. 10% van de verdachten van huiselijk geweld komt dus meer dan een keer voor in de politieregistratie voor huiselijk geweld. Dit komt in de buurt van het 'officiële' percentage recidive (11,8% zie paragraaf 2.1). Bij recidive gaat het alleen om verdachten waarvan ook een dossier naar het OM is gestuurd, bij de bovengenoemde 10% gaat het om alle bij de politie geregistreerde verdachten.
28
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Figuur 4 – Achtergrondkenmerken verdachten huiselijk geweld 2006
Vrouw 8%
elders 14%
regio 9%
Utrecht 77%
Man 92%
30%
20%
10%
2%
17%
33%
32%
11%
4%
1%
< 18 jaar
18-24 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
> 54 jaar
onbekend
Bron: BPS, Politie Regio Utrecht
Meer dan de helft van de uit Utrecht afkomstige verdachten is van niet-Nederlandse afkomst Meer dan de helft van de verdachten die bij de politie staan geregistreerd voor huiselijk geweld, die woonachtig en ingeschreven zijn (geweest) in Utrecht zijn van niet-Nederlandse afkomst (63% allochtoon versus 37% autochtoon: zie figuur 5). Bekijken we de verschillende groepen dan zijn de verdachten van Nederlandse herkomst nog wel de grootste groep (37%), maar de verdachten van Marokkaanse herkomst nemen een relatief groot deel in (25%). Hierna gevolgd door Turkse (12%) en Surinaams/Antilliaans/Arubaanse verdachten (10%). Verdachten uit overige niet-westerse landen nemen met 7% een vrijwel even groot deel in als de verdachten uit overige westerse landen (8%). Ook hierin zijn in de afgelopen drie jaar geen opmerkelijke ontwikkelingen gaande (zie ook bijlage 6). Opmerkelijk is wel dat we in hoofdstuk 1 zagen dat naar eigen zeggen relatief weinig allochtone Utrechters slachtoffer zijn (geweest) van huiselijk geweld in het afgelopen jaar.
29
Figuur 5 – Herkomst verdachten huiselijk geweld 2006 Overig westers 8%
Overig niet-westers 7% Autochtoon Nederlands 37%
Surinaams/Antilliaans/ Arubaans 10% Turks 12% Marokkaans 25%
Bron: BPS Politie Regio Utrecht
3.3
Een huisverbod: uithuisplaatsing van de dader
Met een aparte wet wil het kabinet de mogelijkheid creëren om daders van huiselijk geweld een tijdelijk huisverbod op te leggen. Dit gebeurt in situaties die acuut dreigend zijn voor het slachtoffer en eventueel betrokken kinderen. Met deze wet krijgt de burgemeester de bevoegdheid om de daders een huisverbod op te leggen van in eerste instantie tien dagen (de bevoegdheid zal waarschijnlijk gemandateerd worden aan een hulpofficier van justitie). Het huisverbod wordt vervolgens binnen drie dagen getoetst door de rechter en na tien dagen kan, indien nodig, het huisverbod verlengd worden tot vier weken. In deze periode mag de dader zijn woning niet in en mag geen contact opnemen met de partner of kinderen. Het huisverbod kan ook opgelegd worden voor gevallen van kindermishandeling. Het huisverbod moet ervoor zorgen dat de situatie niet verder uit de hand loopt. Daarnaast moet tijdens de tien dagen dat het huisverbod van kracht is voor betrokkenen een hulptraject worden opgestart. Op dit moment wordt in verschillende steden (Amsterdam, Groningen en Venlo) een pilot uitgevoerd met het huisverbod, waarbij de daders (nu nog) vrijwillig uit huis geplaatst worden. Deze pilots moeten leiden tot wetgeving. Waarschijnlijk treed de wet begin 2008 in werking.
3.4
Daders in hulptrajecten bij De Waag
Een belangrijke instelling als het gaat om therapie voor daders van huiselijk geweld in Nederland is De Waag. Daders van huiselijk geweld kunnen bij De Waag therapie krijgen vanuit een strafrechtelijke verplichting (zowel rechterlijk opgelegd als in afwachting van een zitting) of vrijwillig. Ook slachtoffers kunnen hierbij aansluiten. Omdat we geen precieze gegevens hebben over de afhande-
30
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
ling van huiselijk geweld zaken vanuit het OM weten we niet hoeveel daders door het OM naar De Waag zijn gestuurd het afgelopen jaar. Wel hebben we hierover gegevens van De Waag zelf. In deze paragraaf gaan we in op deze gegevens.
Therapie bij De Waag niet voor alle daders geschikt Bij De Waag wordt veelal gewerkt met groepstherapieën. Hierdoor is de therapie niet voor alle daders geschikt. Door middel van een intake gesprek wordt bij De Waag bepaald of therapie kans van slagen heeft bij een specifieke dader en of er mogelijkheden zijn voor therapie bij De Waag (zowel in groepsvorm als andere typen therapie). Is dit niet het geval dan wordt niet gestart met therapie. Een knelpunt dat veel wordt genoemd (ook door De Waag zelf) is dat daders die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, niet kunnen meedoen in de groepstherapie (De Waag, 2006).
Relatief veel daders in Utrecht die geheel vrijwillig therapie volgen bij De Waag
In Utrecht hebben bij De Waag in het afgelopen jaar 143 cliënten een hulptraject afgerond. Het ging hierbij om 140 plegers en 3 slachtoffers van huiselijk geweld. In ruim een derde van de gevallen betrof het daders die strafrechtelijk therapie opgelegd hebben gekregen. Nog eens ruim een derde van de daders volgde volledig vrijwillig een therapie. In vergelijking met de opnames bij De Waag voor geheel Nederland zijn er in Utrecht relatief veel daders die geheel vrijwillig een therapie volgen (Utrecht 36% versus landelijk 24%) en wat minder die in afwachting van de zitting al therapie volgen (Utrecht 15% versus 33% landelijk). Tabel 3.4: Aantal cliënten De Waag 2006, landelijk en De Waag Utrecht (afgeronde therapieën) De Waag totaal
De Waag Utrecht
Strafrechtelijk
154
52
Semi-vrijwillig
41
11
Vrijwillige behandeling in detentie of justitiële instelling
9
2
Vrijwillig in afwachting van zitting
183
21
Vrijwillig, geen juridische maatregel
133
52
Onbekend Totaal
43
5
563
143
Bron: De Waag 2007
Bijna tweederde van de therapieën in Utrecht wordt afgerond met wederzijdse instemming Bijna tweederde (63%) van de cliënten van De Waag in Utrecht rondt zijn therapie af met wederzijdse instemming van De Waag. In Utrecht ligt dit percentage iets hoger dan landelijk, waar de helft van de cliënten de therapie beëindigt met wederzijdse instemming.
31
Tabel 3.5: Wijze van afsluiting therapie De Waag (% van cliënten) 2006 De Waag totaal
De Waag Utrecht
35%
26%
9%
7%
50%
63%
Anders
6%
3%
Onbekend
1%
1%
100%
100%
Eenzijdige beëindiging overeenkomst door cliënt Eenzijdige beëindiging overeenkomst door De Waag Wederzijdse beëindiging overeenkomst
Totaal Bron: De Waag 2007
Bijna een vijfde van de strafrechtelijk ingestroomde cliënten stopt voortijdig therapie Het aandeel cliënten dat zelf besluit te stoppen met therapie bij De Waag is in Utrecht in vergelijking met de landelijke gegevens relatief laag (26% versus 35% landelijk). Toch gaat het in Utrecht nog om ruim een kwart van de cliënten die zelf (vaak tussentijds) besluit te stoppen. In 7% van de gevallen gaat het hierbij om cliënten die via een strafrechtelijke maatregel bij De Waag terecht zijn gekomen. Dit komt neer op 19% van de cliënten die via de strafrechtelijke weg bij De Waag terecht zijn gekomen. Bij de vrijwillige cliënten stopt 31% (voortijdig) zelf de therapie. Tabel 3.6: Cliënten De Waag Utrecht naar instroom en beëindiging therapie (% van de soort instroom), 2006 Totaal
(semi-) vrijwillig
strafrechtelijk
(alle varianten)
Totaal
Eenzijdige beëindiging overeenkomst door cliënt
19%
31%
26%
Eenzijdige beëindiging overeenkomst door De Waag
12%
3%
7%
Wederzijdse beëindiging overeenkomst
67%
60%
63%
2%
2%
3%
Anders Onbekend Totaal
0%
1%
1%
100%
100%
100%
Bron: De Waag 2007
Bij ongeveer tweederde van de cliënten is de aanmeldklacht na therapie verminderd Na afloop van de therapie wordt deze geëvalueerd bij De Waag. Hieruit blijkt dat in Utrecht bij tweederde (66%) van de cliënten de aanmeldklachten, in dit geval het plegen van huiselijk geweld, zijn verminderd. Bij cliënten die vrijwillig instromen lijkt therapie iets vaker succesvol. Dat wil zeggen dat bij deze cliënten de aanmeldklachten in 69% van de gevallen zijn verminderd. Bij de strafrechtelijk ingestroomde cliënten is dit bij 62% het geval. Hierbij moet opgemerkt worden dat bij de strafrechtelijk ingestroomde cliënten bij een groter deel onbekend is wat het effect van de therapie is geweest (13%) dan bij de vrijwillig ingestroomde cliënten (7%).
32
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Tabel 3.7: Evaluatie aanmeldklachten na therapie naar instroom (% van soort instroom), 2006 (semi-) vrijwillig Strafrechtelijk
Totaal
(alle varianten)
Aanmeldklachten gelijk gebleven
23%
22%
22%
Aanmeldklachten verminderd
62%
69%
66%
2%
2%
2%
13%
7%
9%
100%
100%
100%
Niet voor eigen aanmeldklacht behandeld Onbekend Totaal Bron: De Waag 2007
Meeste daders bij De Waag zijn plegers van fysiek huiselijk geweld, partner meestal slachtoffer De meeste daders die bij De Waag in Utrecht in therapie zijn geweest in 2006 pleegden lichamelijk huiselijk geweld. In de overige gevallen gaat het voor bijna eenderde om stalking, bedreiging en materiele schade die zij toebrachten. In enkele gevallen ging het om lichamelijk geweld met dodelijke afloop. Bij De Waag Utrecht ging dit in het afgelopen jaar om 2 gevallen (afgerond 1% van de daders). De verdeling van daders naar soort geweld is in Utrecht niet anders dan landelijk. Zowel landelijk als bij de cliënten van De Waag in Utrecht is meestal de partner het slachtoffer (geweest). Daarnaast is bij ruim een tiende (11%) van de cliënten in Utrecht sprake van kindermishandeling. Tabel 3.8: Soort geweld cliënten De Waag en belangrijkste slachtoffer (% van cliënten), 2006 De Waag totaal
De Waag Utrecht
Stalking/bedreiging/materiele schade
32%
32%
Fysiek letsel, niet dodelijk
65%
66%
3%
1%
100%
100%*
Soort geweld
Fysiek letsel, dodelijk Totaal
Slachtoffer Kinderen
8%
11%
Partner
69%
68%
Overige familie
24%
21%
100%*
100%
Totaal Bron: De Waag 2007 *Door afronding lijken de totalen niet op te tellen tot 100%
33
4 De hulpverlening: informatie en zorg rond huiselijk geweld Er is in 2006 een toename van het aantal contactzoekers met het ASHG van 27%.
•
Vanaf dit jaar heeft het ASHG ook een regionale functie. De contacten met het ASHG hebben grotendeels het karakter van een voorlich-
•
tings- en adviesgesprek (55%), en in 33% van de gevallen een hulpverleningskarakter Het grootste deel van het besproken huiselijk geweld bij het ASHG vormt lichame-
•
lijk geweld (55%) en psychisch geweld (25%). In 7% van de gevallen gaat het om bedreiging De Vrouwenopvang Utrecht heeft in 2006 22% méér aanmeldingen dan in 2005.
•
Ook bij Stichting Weerdsingel zijn meer nieuwe opnames gerealiseerd. Het aantal opgenomen vrouwen en kinderen bij Meisjesstad is in 2006 gelijk gebleven.
4.1
Informatie en advies over huiselijk geweld
De zorg rond huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht heeft globaal twee soorten functies: die van informatie en advies geven enerzijds, en die van concrete opvang en hulpverlening anderzijds. Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) van de regio Utrecht heeft vooral een informerende en doorverwijzende functie; zij vangen zelf geen vrouwen op. Dat doen onder andere organisaties als Meisjesstad en Weerdsingel, die onderdak bieden aan vrouwen met huiselijkgeweldproblematiek. Daarnaast is er de Vrouwenopvang Utrecht, die, anders dan de naam doet vermoeden, niet alleen aan een Utrechtse populatie opvang biedt, maar aan slachtoffers uit het hele land. Vrouwenopvang Utrecht zorgt zowel voor opnames van vrouwen, als voor voorlichting en informatie. In het onderstaande zullen we de activiteiten en het bereik van de hier genoemde hulpverleningsorganisaties apart toelichten.
Het ASHG in 2006 ook regionaal bereikbaar, toename aantal contacten In 2006 zochten 514 mensen contact met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld, wat 27% méér is dan in 2005 en meer dan een verdubbeling van het aantal contacten in 2004. 87% van de contactzoekers deed dit in 2006 via de telefoon, 13% zocht contact via de email (zie tabel 4.1). Vanaf begin 2007 is het ASHG ook voorzitter van de districtsoverleggen huiselijk geweld (DOHG). In dit overleg worden alle huiselijk geweld incidenten die bij de politie geregistreerd zijn en waarbij geen sprake is van een aangifte of ambtshalve vervolging, besproken. Voor dit overleg wordt de bestaande registratie van het ASHG gebruikt. Mogelijk kunnen we de resultaten hiervan volgend jaar ook meenemen in deze monitor.
34
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Tabel 4.1: Aantal contacten bij het ASHG
Telefonisch
2004
2005
2006
235
324
446 (87%)
Email
1
41
67 (13%)
Overig
--
41
Totaal
236
406
1
(0%)
514 (100%)
Bron: ASHG/BI
Herkomst van contactleggers in veel gevallen nog onbekend of niet geregistreerd Van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld waren in de voorgaande periode alleen gegevens vanuit de stad Utrecht bekend, omdat er tot 2006 alleen op die schaal geregistreerd werd. Vanaf 2006 heeft de registratie zich verbreed tot de hele regio Utrecht. Een probleem bij de registratie is echter dat een groot deel van de gesprekken niet duidelijk te herleiden zijn tot een bepaalde plaats van herkomst; in 35% van de gevallen is de herkomst anoniem of onduidelijk en in 30% van de gevallen is deze om overige redenen niet geregistreerd. Vaak willen slachtoffers niet aangeven waar zij vandaan komen. Dat betekent dat we maar van éénderde van de contactleggers met het ASHG weten waar deze vandaan belden of mailden. Tabel 4.2 geeft hier een beeld van. We zien dat 65% van de contactzoekers een onbekende herkomst had, 12% uit de stad Utrecht kwam, en 22% uit de
regio Utrecht.
35
Tabel 4.2: Herkomst contactlegger met ASHG
absoluut
Relatief
Abcoude
2
0%
Breukelen
3
1%
Bunnik
9
2%
De Bilt
2
0%
De Ronde Venen
1
0%
Driebergen
3
1%
Harmelen
2
0%
Houten
11
2%
IJsselstein
4
1%
Loenen
1
0%
Maarssen
16
3%
Montfoort
1
0%
Nieuwegein Utrecht (per wijk)
13
3%
West
2
0%
Noordwest
4
1%
Overvecht
12
2%
Noordoost
7
1%
Oost
2
0%
Binnenstad
14
3%
Zuid
7
1%
Zuidwest
4
1%
Leidsche Rijn
1
0%
Vleuten D M
13
3%
Vianen
9
2%
Wijk bij Duurstede
6
1%
8
2%
Woerden Zeist
22
4%
Herkomst anoniem of onduidelijk
181
35%
Overig
154
30%
Totaal
514
100%
Bron: ASHG/BI
Eenderde van contactzoekers is zelf slachtoffer Kijken we naar de achtergrond van de contactzoekers dan zien we dat 29% van de contactzoekers zelf slachtoffer is, 1% is dader, 16% is omstander, familielid of kennis van het slachtoffer en 42% is hulpverlener. Uit tabel 4.3 blijkt dat deze cijfers over de afgelopen drie jaar vrij stabiel zijn gebleven.
36
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Tabel 4.3: Achtergrond van de contactzoekers
Is zelf een slachtoffer Is zelf een pleger
2004
2005
2006
69 (29%)
117 (29%)
149 (29%)
1
(0%)
3
(1%)
5 (1%)
Is zelf een hulpverlener
94 (40%)
224 (55%)
217 (42%)
Is een omstander, familielid, kennis van slachtoffer
39 (17%)
50 (12%)
82 (16%)
Overig
33 (14%)
12
Totaal
236 (100%)
(3%)
61 (12%)
406 (100%)
514 (100%)
Bron: ASHG/BI
Groot deel van de contacten van het ASHG betreft voorlichting en advies De contacten met het ASHG hebben grotendeels een voorlichtings- en adviesfunctie (45%) waarbij het voor een deel ook gaat om deskundigheidsbevordering van een beroepsgroep (10%). 33% van de contacten hebben een directe hulpverleningsfunctie. Voor een overzicht, zie tabel 4.4.
Tabel 4.4: Aard van het gesprek
2006 Voorlichting en advies
45%
Hulpverlening
33%
Informatie- en deskundigheidsbevordering beroepsgroep
10%
Overig
12%
Totaal
100%
Bron: ASHG/BI
37
Gesprekken ASHG resulteren veelal in het geven van advies en informatie Bij bijna tweederde van de contacten (62%) is het resultaat van het gesprek dat er advies of informatie gegeven wordt door het ASHG, bij 27% van de contacten wordt er doorverwezen naar een andere instantie (zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk, de Vrouwenopvang, politie of Altrecht) en in 11% van de gevallen wordt de contactzoeker uitgenodigd voor een spreekuur.
Figuur 6 – Resultaat van het contact met het ASHG (2006)
uitnodiging voor spreekuur 11%
doorverwijzing 27%
advies en informatie 62%
Bron: ASHG
ASHG verwijst meestal door naar Vrouwenopvang De meeste doorverwijzingen die het ASHG doet zijn doorverwijzingen naar de Vrouwenopvang. Het gaat hier zowel om de Vrouwenopvang in Utrecht (15%), maar vooral ook Vrouwenopvang elders (30%). Ook wordt er veel doorverwezen naar andere ASHG's (11%).
38
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Tabel 4.6: Doorverwijzingen door ASHG 2006 Instantie
%
AM Kindermishandeling
1
AMW
9
ASHG elders
11
Altrecht/ GGZ
3
BJZ
1
Centrum Maliebaan
1
Politie
4
Slachtofferhulp
1
VO Utrecht
15
VO elders
30
niet hulpverlening
5
overige hulpverlening
19
Totaal
100%
Bron: ASHG
Merendeel slachtoffers in contact met ASHG is tussen de 18 en 55 jaar oud Het grootste deel van de slachtoffers van huiselijk geweld, zoals bekend bij het ASHG, is in de leeftijd van 18 tot 55 jaar, namelijk 86%. 2% van de slachtoffers is onder de twaalf jaar, 6% is tussen de twaalf en achttien jaar en 5% van de slachtoffers is ouder dan 55 jaar.
Figuur 7 – Leeftijd slachtoffers bij contact ASHG (2006) 0 - 12 jaar 55+ 5%
2%
12 - 18 jr 6%
18 - 55 jaar 86%
Bron: ASHG
39
Veelal huiselijk geweld tussen (ex)partners Als het bij de contacten met het ASHG om concreet huiselijk geweld gaat, betreft dat in 70% van de gevallen een relatie tussen (ex)partners. In 12% van de gevallen gaat het om een kind dat direct slachtoffer is van het geweld van ouders en in 5% om ouders die slachtoffer zijn van het geweld van een kind. Eveneens in 5% van de gevallen gaat het om huiselijk geweld tussen overige familieleden of huisvrienden.
Figuur 8 – Relatie slachtoffer- pleger bij contact met ASHG (2006)
overig/ onbekend familie/ 8% huisvrienden ouder (sl.) – 5% kind (pl.) 5% kind (sl.) - ouder (pl.) 12% ex partners 70%
Bron: ASHG
Lichamelijk huiselijk geweld meestal hoofdzaak De ‘hoofdvorm’ van huiselijk geweld, zoals die door het ASHG geregistreerd wordt, betrof in 2006 lichamelijk geweld (55%) en in mindere mate psychisch geweld (25%). In 7% van de gevallen ging het om bedreiging, in 2% van de gevallen om belaging en in 4% van de gevallen om seksueel geweld (zie tabel 4.5). Tabel 4.5: Hoofdvorm huiselijk geweld zoals geregistreerd door het ASHG
2006 Lichamelijk geweld
55%
Psychisch geweld
25%
Seksueel geweld
4%
Belaging
2%
Bedreiging
7%
Overig / onbekend
Totaal Bron: ASHG/BI
40
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
8%
100%
Gemeente Utrecht
4.2
Opvang en hulpverlening van slachtoffers van huiselijk geweld
De opvang en daaraan gekoppelde hulpverlening vindt in Utrecht plaats bij de Vrouwenopvang Utrecht, Meisjesstad en de Stichting Weerdsingel. In deze paragraaf gaan we in op de cijfers van deze organisaties. Sterke groei aantal contacten bij Vrouwenopvang Utrecht De organisatie Vrouwenopvang Utrecht (VOU) heeft een groot aantal diensten en activiteiten, die uiteenlopen van telefonische hulpverlening tot begeleid wonen. Zie voor een volledig overzicht de tabel in bijlage 7. In 2006 had de VOU 2.704 contacten in verband met aanmelding van slachtoffers; dit is 22% méér dan in 2005, en 46% méér dan in 2004. Ook het aantal contacten in verband met voorlichting, verwijzing en informatie is in 2006 toegenomen. Er is een groei te zien van 39% ten opzichte van 2005 en van 20% ten opzichte van 2004. Het aantal (nieuwe) opnames is in 2006 toegenomen met 23% ten opzichte van 2005 en ging van 259 naar 332. (Zie tabel 4.8) Overigens is het niet zo dat Vrouwenopvang Utrecht voornamelijk Utrechtse vrouwen opvangt. Aanmeldingen bij VOU worden vaak bewust gedaan in een andere dan de eigen woonplaats, in verband met het zoeken naar veiligheid. We hebben geen gegevens over de oorspronkelijke woonplaats van de slachtoffers die een plek hebben bij de Vrouwenopvang. Tabel 4.8: Aantal contacten bij VOU 2004-2006
2004
2005
2006
1.853
2.209
2.704
zing, informatie e.d.
538
463
644
Totaal aantal opnames vrouwen
302
271
332
Aantal contacten ivm aanmelding Aantal contacten ivm voorlichting, verwij-
Bron: VOU/BI
Aantal opgevangen vrouwen Meisjesstad blijft gelijk De organisatie ‘Meisjesstad’ biedt in Utrecht tijdelijk onderdak aan vrouwen, meisjes en kinderen die door diverse mogelijke oorzaken dakloos zijn geworden. Het aantal opgenomen vrouwen en kinderen is in 2006 hetzelfde als in 2005: het gaat om 112 nieuw opgenomen vrouwen (of meisjes) die samen 52 kinderen meebrachten. 60% van de vrouwen is afkomstig uit de provincie Utrecht. Stijging aantal nieuwe opnames bij Stichting Weerdsingel De Stichting Weerdsingel is een instelling in de maatschappelijke opvang en beheert een crisisopvanghuis en een 15-tal panden voor begeleid wonen. In 2006 worden er 56 nieuwe opnames gerealiseerd, veertien méér dan in 2005. Bij deze opnames zijn in totaal 14 kinderen betrokken (zie tabel 4.9)
41
Tabel 4.9: Vrouwenopvang bij de organisaties Meisjesstad en Weerdsingel
2005
2006
Totaal aantal opgenomen vrouwen
111
112
Totaal aantal opgenomen kinderen
52
52
seksueel misbruik, en/of huwelijks- of relatieproblemen
32%
32%
% vrouwen afkomstig uit provincie Utrecht
60%
60%
Meisjesstad
% vrouwen dat is opgenomen vanwege huiselijk geweld,
Weerdsingel Totaal aantal nieuw opgenomen vrouwen
42
56
- crisisopvang
16
14
- op noodbed
18
23
8
19
20
14
- begeleid wonen Aantal betrokken kinderen Bron: DMO/BI 2007
42
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
5 Hoe nu verder? Discussie in relatie tot beleid Met alle gegevens van de stad Utrecht op een rij, zien we dat slechts een deel van
•
alle incidenten bij de politie bekend worden. Wel lijkt de politie een behoorlijk deel van de daders van huiselijk geweld in de stad Utrecht in kaart te hebben. Om beter zicht te krijgen op de aanpak is het van belang de huidige registraties bij
•
het Openbaar Ministerie te verbeteren. Ook zal overwogen moeten worden om volgend jaar ook gegevens van het Algemeen Maatschappelijk Werk en Bureau Slachtofferhulp mee te nemen. Hiernaast moet bij invoering van het huisverbod nagedacht worden over adequate
•
monitoring. Gezien de landelijke ontwikkelingen is een aparte registratie van eerwaak bij de verschillende partners het overwegen waard.
5.1
Gegevens van zes partijen op een rij
Huiselijk geweld in beeld, stad Utrecht 2006 Zelfrapportage (GG&GD)
Openbaar Politieregistratie
Ministerie
De Waag
ASHG
VOU
Werkgebied regio Stad Utrecht
Locatie Utrecht
Utrecht
Ca. 2.750
Stad Utrecht
Stad Utrecht
143
514
Locatie Utrecht 2.704
Slachtoffers
Cliënten
Contacten
Contacten
Ca. 630 regelmatig
1.284
149
slachtoffer*
Incidenten
Slachtoffers
516 Geregistreerde
75
verdachten
Vrijwillig
387
11
139
332
Aangiften
Semi-vrijwillig
Doorverwijzingen
Opnames
323
Ca. 250
Aangehouden
Afgeronde
verdachten
zaken
52
Strafrechterlijk 22%
11,8%
Aanmeldklachten
Recidive**
gelijk
Bron: Bestuursinformatie 2006 * maandelijks tot dagelijks ** een verdachte komt meer dan één keer voor in een jaar in het BPS systeem met een dossier voor OM
In bovenstaande tabel hebben we de gegevens van alle zes partijen die in deze monitor aan bod komen naast elkaar gezet. Het naast elkaar zetten van deze gegevens en de interpretatie daarvan
43
moet echter met grote voorzichtigheid gebeuren. De werkgebieden van de partijen komen niet steeds overeen (zo zijn De Waag Utrecht en VOU wel in Utrecht gelegen, maar de cliënten zijn niet per definitie Utrechts), de gegevens betreffen niet altijd incidenten uit eenzelfde periode (een incident uit 2005 kan in 2006 voor de rechter komen en dan uitmonden in een traject bij De Waag) en in enkele gevallen gaat het om schattingen. Wel geeft het een indicatie van de slachtoffers en daders van huiselijk geweld die in beeld zijn en die nu bereikt kunnen worden met de aanpak. Maar een deel van alle huiselijk geweld incidenten zijn bij de politie in beeld Door de uitkomsten van de GG&GD Gezondheidspeiling weten we nu dat lang niet alle incidenten huiselijk geweld bij de politie worden gemeld of op een andere wijze bekend zijn. Als we uitgaan van het aantal slachtoffers dat zelf aangeeft regelmatig (maandelijks tot dagelijks) te maken te hebben met huiselijk geweld, dan ligt het werkelijke aantal incidenten hoger dan het aantal bij de politie geregistreerde incidenten of aangiften. Waarschijnlijk is dit verschil nog groter, als in aanmerking wordt genomen dat zowel bij ouderen als allochtonen sprake lijkt te zijn van onderrapportage (zie ook Intomart Beleidsonderzoek, T. van Dijk ea. 2002). Als we er echter vanuit gaan dat tegenover één slachtoffer één dader staat dan heeft de politie met 516 daders tegenover circa 630 Utrechters die zeggen regelmatig slachtoffer te zijn geweest in 2006, toch een behoorlijk deel van al het huiselijk geweld in Utrecht in beeld. In ieder geval heeft de politie meer huiselijk geweld in beeld dan het ASHG en de Vrouwenopvang. Bij de Vrouwenopvang zijn de cijfers onduidelijk omdat we niet weten hoeveel van de opgevangen vrouwen uit Utrecht komen. Tevens zien we als de cijfers naast elkaar liggen dat het aantal daders dat therapie volgt bij De Waag relatief laag is. Het kan natuurlijk zijn dat therapie bij De Waag voor de betreffende daders niet voldoet. We kunnen hier niet met zekerheid iets over zeggen, omdat we vanuit het OM geen informatie hebben over de afdoeningen van de huiselijk geweld zaken en daardoor ook niet weten hoe vaak therapie bij De Waag is opgelegd.
5.2
In de toekomst: méér en verfijndere registraties van belang
Om de effecten van de aanpak van huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht in de toekomst beter te kunnen monitoren, geven we in deze paragraaf enkele aanbevelingen. 1. Verbeter huidige registraties bij Openbaar Ministerie Een belangrijk gemis blijken de gegevens van het OM te zijn. Als het OM alle huiselijk geweldzaken systematisch registreert krijgen we inzicht in de afloop van deze zaken en kunnen we verbanden leggen tussen de politiecijfers en de gegevens van De Waag. Daarmee kunnen we beter inzicht geven in het succes van de aanpak. 2. Zorg voor adequate monitoring huisverbod Een belangrijk nieuw instrument voor de aanpak van huiselijk geweld is straks het huisverbod. Het is goed om al voor invoering van het huisverbod na te denken over de wens tot het monitoren van het gebruik van het huisverbod. Om straks iets te kunnen zeggen over hoe vaak een huisverbod wordt afgekondigd, voor wie, in welke situaties, de vervolgaanpak en de recidive moet nu nage-
44
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
dacht worden over de informatie die daarvoor nodig is en waar en door wie straks die gegevens worden bijgehouden. 3. Overweeg aparte registratie van eergerelateerd huiselijk geweld Een andere landelijke ontwikkeling is de aandacht voor het zogenoemde eergerelateerd huiselijk geweld. Met de registraties die wij in deze monitor gebruiken is het niet mogelijk iets te zeggen over de mate waarin in Utrecht eergerelateerd geweld voorkomt. Zowel bij het ASHG en bij de politie wordt hierover niets geregistreerd. Als we hierover wel wat willen kunnen zeggen, is een toevoeging aan de (beide) registraties nodig. 4. Overweeg uitbreiding monitor met gegevens over opvang slachtoffers bij AMW en Slachtofferhulp De opvang van slachtoffers vindt niet alleen plaats via het ASHG. Het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) en Bureau Slachtofferhulp zijn hierbij ook belangrijke partijen. Voor een volgende monitor moet bekeken worden of ook cijfers van deze partijen meegenomen kunnen worden. Daarnaast zal voor een volgende Gezondheidspeiling van de GG&GD gekeken worden of de facultatieve vragen die toegevoegd kunnen worden interessante informatie kunnen opleveren voor de aanpak van huiselijk geweld. Dit betekent overigens niet dat we de monitor steeds verder moeten uitbreiden. Volgend jaar zal ook goed bekeken moeten worden welke gegevens een goede basis zijn voor de jaarlijkse monitor. Idealiter ontstaat er een monitor waarbij met een aantal indicatoren het bereik en het effect van de aanpak in kaart worden gebracht en waarbij jaarlijks één of enkele onderwerpen verder kunnen worden uitgediept.
45
Bijlagen: Bijlage 1: Literatuur Bijlage 2: Begrippen, definities en afkortingen Bijlage 3: Achtergrondcijfers GG&GD Bijlage 4: Politieregistraties huiselijk geweld Bijlage 5: Politieregistraties in stad Utrecht naar wijk, subwijk en buurt Bijlage 6: Achtergronden verdachten huiselijk geweld Bijlage 7: Hulpverlening VOU
46
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Bijlage 1: Literatuur Horn, J. van, Agnes Scholing en Jules Mulder (2006), Recidive bij plegers van partnergeweld, Tijd-
schrift voor Criminologie 2006 (48) 4 Horn, J. van (2006), Partnergeweld: van melding tot daderbehandeling, De Waag 'News Flash' Ministerie van Justitie (2007), Huiselijk geweld Feiten en Achtergronden, April 2007/F&A 7697 Beke, Advies- en onderzoeksgroep (2006), Binnen zonder kloppen. Omvang, aard en achtergronden
van huiselijk geweld in 2005 op basis van landelijke politiecijfers. GGD Groningen (2006), Gezondheidsprofiel Groningen 2006, Groningen. GGD Fryslan (2006), Gezondheid in Friesland, december 2006. GGD Rotterdam-Rijnmond (2007), Kuilman, M. en G. Schouten, Gezondheidsenquête 2005, Onder-
zoeksmethodiek en gezondheid in relatie tot achtergrondkenmerken. Een naslagwerk. Intomart Beleidsonderzoek, Dijk T. van en E. Oppenhuis, (2002), Huiselijk geweld onder Surinamers,
Antillianen, Arubanen, Marokkanen en Turken in Nederland. Aard, omvang en hulpverlening, Hilversum. Politie Utrecht (2006), Thuisgeweld jaarverslag 2005, Utrecht. Stichting Meisjesstad, het werk van de zusters Augustinessen (2005), Jaarverslag, Utrecht. Wittebrood, K. en V. Veldheer (2005), Partnergeweld in Nederland. Een secundaire analyse van de
Intomart-onderzoeken naar huiselijk geweld, Tijdschrift voor criminologie,47,1.
47
Bijlage 2: Begrippen, definities en afkortingen Aangifte
Het officieel bij de politie aangifte doen van een strafbaar feit op papier en ondertekend met het verzoek dit te vervolgen (Beke, 2006).
AMK
Advies en Meldpunt Kindermishandeling
Ambtshalve vervolging
Een melding van huiselijk geweld kan vanaf 1 april 2004 voldoende zijn om de dader te vervolgen. Aangifte door het slachtoffer is niet per se nodig. De politie is ambtshalve verplicht de dader te vervolgen als er voldoende bewijs is van mishandeling.
ASHG
Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld
Bedreiging
Hiervan is sprake als de ex-partner op enigerlei wijze laat weten dat hij de vrouw en/of kinderen (dan wel goederen) in gevaar zal brengen; bijvoorbeeld dreigen met openlijk geweld, met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van de vrouw en/of kinderen in gevaar wordt gebracht, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting (Römkens & Mastenbroek, 1999)
Belaging
Het niet aflatend door de ex-partner lastig vallen van de vrouw (en eventuele kinderen) door tegen de zin van de belaagde bij herhaling direct (schriftelijk, telefonisch of door middel van achtervolgen) dan wel indirect (via anderen) met haar contact te zoeken.
Het wederrechterlijk stelselmatig inbreuk maken op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen (Römkens & Mastenbroek, 1999)
BPS
Bedrijfsprocessensysteem (politie)
G4
De vier grote steden: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht
GSB
Grotestedenbeleid
Huiselijk geweld
Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hierbij wordt onder geweld ‘aantasting van de persoonlijke integriteit’ verstaan waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen geestelijk en lichamelijk geweld (waaronder seksueel geweld). Er is sprake van huiselijke kring als de dader afkomstig is uit de huiselijke kring van het minderjarige of meerderjarige slachtoffer. De huiselijke kring kan bestaan uit (ex-)partners, gezinsleden, familieleden, verzorger of huisvrienden. (Aanwijzing Aanpak Huiselijk Geweld van het College van Procureurs Generaal)
48
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Incident
Dit is een breed begrip, het gaat om alle incidenten die de politie registreert. Hierbij gaat het om meldingen, aangiftes of zaken die de politie zelf signaleert en muteert in haar bedrijfsprocessensysteem (Beke, 2006)
JCHG
Justitieel Casusoverleg Huiselijk Geweld
Lichamelijk geweld
Hier wordt door de politie onder verstaan: geweld met/zonder letsel zonder wapen, met wapen, met vuurwapen; geweld dodelijk zonder wapen, met wapen, met vuurwapen; vrijheidsbeneming; man/vrouwmishandeling; kindermishandeling; overige misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid; gijzeling/ontvoering; doodslag/moord; eenvoudige mishandeling; zware mishandeling; overige mishandeling. (Beke, 2006) Concreet: slaan, schoppen, dreigen te slaan/verwonden, opsluiten, van de trap gooien e.d. (ASHG)
Melding
Alle incidenten die middels een melding bij de meldkamer ter kennis komen van de politie.
Ouderenmishandeling
Lichamelijke mishandeling (blauwe plekken, schrammen, zwellingen, fracturen of brandplekken: deze symptomen kunnen het gevolg zijn van lichamelijke mishandeling. Soms worden ouderen vastgebonden aan een stoel of bed. Ze vertonen dan striemen aan polsen of enkels. Een minder zichtbare vorm is het geven van te weinig of juist te veel medicijnen (bijvoorbeeld slaapmiddelen). Psychische mishandeling: bij psychische mishandeling is er sprake van treiteren en sarren, dreigementen, valse beschuldigingen, beledigingen of bevelen. Bij de oudere leidt dit tot gevoelens van angst, woede, verdriet, schuchterheid, verwardheid of apathie. Verwaarlozing: Lichamelijke verwaarlozing kan blijken uit ondervoeding, uitdroging, slechte hygiëne of wonden als gevolg van doorliggen. Wanneer de geestelijke behoeften van ouderen worden genegeerd, zoals de behoefte aan aandacht, liefde en ondersteuning, spreken we van psychische verwaarlozing. Financiële uitbuiting: Bij deze vorm van ouderenmishandeling gaat het om het wegnemen en profiteren van bezittingen van de ouderen. Te denken valt aan diefstal van geld, juwelen en andere waardevolle spullen, maar ook aan verkoop of gebruik van eigendommen zonder toestemming van de oudere. Ook iemand financieel kort houden is een vorm van uitbuiting. Seksueel misbruik: ouderen kunnen het slachtoffer zijn van seksueel misbruik, zoals exhibitionisme, betasten van het lichaam, verkrachting. Schending van de rechten: hiervan is sprake wanneer de rechten van ouderen, zoals het recht op vrijheid, privacy en zelfbeschikking, worden ingeperkt. Bijvoorbeeld door post achter te houden, bezoekers weg te sturen en de oudere te verhinderen het huis te verlaten. (NIZW)
Psychisch geweld
Hier wordt door de politie onder verstaan: Relatieproblemen; chantage/afdreiging; dierenmishandeling; huisvredebreuk; huiselijke twist (zonder gevolgen); ruzie/twist (zonder gevolgen). (Beke, 2006) Concreet: treiteren, kleineren of vernederen, chanteren, de eigen post niet laten inkijken, geen eigen bankrekening toestaan, niet toestaan anderen te bellen, iemand voortdurend in de gaten houden e.d. (ASHG)
49
Recidive
(In dit onderzoek:) een verdachte met de projectcode huiselijk geweld die gedurende een jaar meer dan één keer voor huiselijk geweld is opgenomen in een dossier ten behoeve van het Openbaar Ministerie (de verdachten zijn uniek en gekoppeld aan een GBAnummer; de verdachte wordt één keer geteld).
Algemeen landelijke definitie: Elke persoon die als verdachte van huiselijk geweld meer dan één keer in het bedrijfsprocessensysteem van de politie voorkomt waarvan de laatste keer in het afgelopen jaar.
Regio Utrecht
In dit onderzoek: de gemeenten van het werkgebied Centrumgemeente Utrecht met betrekking tot vrouwenopvang
Seksueel geweld
Hier wordt door de politie onder verstaan: Aanranding; verkrachting; incest; ontucht minderjarige; overige zedenzaken; overige zedenmisdrijven; seksueel misbruik kinderen (geen incest). (Beke, 2006) Concreet: ongewenste/onvrijwillige seksuele toenadering, iemand dwingen zich te ontkleden, dwingen tot seksuele handelingen, gedwongen prostitutie, verkrachting/aanranding, onvrijwillig blootgesteld worden aan seksuele handelingen e.d. (ASHG)
VOU
Vrouwenopvang Utrecht
De Waag
Centrum voor ambulante forensische psychiatrie van de dr. Henri van der Hoeven Stichting. Ook in Utrecht heeft de stichting een polikliniek, deze biedt oa. Daderhulpverlening Utrecht. Dit is een module van De Waag, en vormt onderdeel van het Zorgprogramma Een VeiligHuis Utrecht. Bij de aanpak wordt in de aanmeldings- en motiveringsfase nauw samengewerkt met de politie Utrecht. De behandeling wordt afgestemd op de cliënt en bestaat uit intakegesprekken, individuele therapie, groepstherapie en/of partnerrelatietherapie. In de loop van het project is de aanpak verschoven van een tweesporenbeleid, waarin slachtoffer en pleger een apart traject volgen, naar een systeemtherapeutische aanpak, waarin vroegtijdig een gezamenlijk traject wordt ingezet. Motiveringsstrategieën spelen hierin een belangrijke rol. Naast cliënten die via politie of justitie bij De Waag terecht komen, kan men er ook vrijwillig terecht.
50
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Bijlage 3: Achtergrondcijfers GG&GD Tabel 1: Slachtoffer van huiselijk geweld in 2006 naar leeftijd, in gemeente Utrecht Absoluut
%
16-29 jaar
1.320
48%
30-39 jaar
715
26%
40-54 jaar
522
19%
55-64 jaar
55
2%
138
5%
2.750
100%
65 jaar en ouder Totaal Bron: GG&GD, 2007
Tabel 2: Slachtoffer van huiselijk geweld in 2006 naar etniciteit, in gemeente Utrecht
Nederlands Marokkaans Turks
Absoluut
%
1.703
62%
131
5%
65
2%
Surinaams/Antilliaans, Arubaans
131
5%
Overig westers
589
21%
Overig niet-westers Totaal
131
5%
2.750
100%
Bron: GG&GD, 2007
51
Bijlage 4: Politieregistraties huiselijk geweld Tabel 1: Aantal incidenten huiselijk geweld per 1.000 inwoners (2004 - 2006) (promillage)
Wijk West
2004
2005
2006
4,1‰
2,2‰
2,4‰
9,9‰
11,6‰
9,1‰
Overvecht
14,1‰
15,8‰
13,5‰
Noordoost
4,1‰
3,6‰
2,0‰
Oost
4,0‰
1,5‰
1,0‰
Binnenstad
7,5‰
5,9‰
3,4‰
Zuid
7,0‰
3,3‰
2,3‰
Zuidwest
6,5‰
4,8‰
3,3‰
Leidsche Rijn
3,3‰
3,0‰
3,2‰
Vleuten – de Meern
2,8‰
2,5‰
1,9‰
Utrecht totaal
6,7‰
5,9‰
4,6‰
Noordwest
Bron: BPS Politie Regio Utrecht, bewerking BI, 2006
Tabel 2: Meldingen huiselijk geweld gerelateerd aan het aantal inwoners, dwz. het aantal meldingen per 1.000 inwoners Huiselijk geweld (meldingen, ‰) [promillage] 2004
2005
2006
West
2,4
1,4
1,5
Noordwest
5,4
7,3
5,6
Overvecht
7,8
8,9
8,9
Noordoost
2,0
1,8
1,3
Oost
2,1
0,6
0,5
Binnenstad
3,5
2,9
1,9
Zuid
3,6
1,7
1,5
Zuidwest
3,3
2,3
2,1
Leidsche Rijn
1,7
1,5
1,8
Vleuten-De Meern
1,3
1,1
1,1
Gemiddelde
3,5
3,3
2,9
Bron: BPS politie regio Utrecht, bewerking BI
52
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Tabel 3: Aangiften huiselijk geweld gerelateerd aan het aantal inwoners, dwz. het aantal aangiften per 1.000 inwoners Huiselijk geweld (meldingen, ‰) [promillage] 2004
2005
2006
West
1,6
0,8
1,1
Noordwest
2,2
3,3
2,3
Overvecht
2,9
4,1
2,8
Noordoost
0,7
0,7
0,6
Oost
0,8
0,5
0,3
Binnenstad
2,2
1,7
1,3
Zuid
1,7
1,6
1,3
Zuidwest
2,4
1,7
1,5
Leidsche Rijn
1,4
1,1
1,6
Vleuten-De Meern
0,5
0,9
0,5
Gemiddelde
1,7
1,8
1,4
Bron: BPS politie regio Utrecht, bewerking BI
Tabel 4: Frequentie van aangiften huiselijk geweld (2004-2006), Utrecht Stad en landelijk
% aangiften van geregistreerde incidenten Utrecht Stad
% aangiften van geregistreerde incidenten landelijk
2004
25%
36%
2005
30%
40%
2006
30%
39%
Bron: BPS Politie Regio Utrecht, bewerking BI; Beke, 2006
Tabel 5: Aantal incidenten huiselijk geweld per wijk (absoluut: 2006 en relatief 2005-2006)
Wijk 2004
2005
2006
West
105
57
64
Noordwest
397
464
370
Overvecht
438
492
424
Noordoost
143
125
71
Oost
110
41
27
Binnenstad
115
92
53
Zuid
183
87
61
Zuidwest
212
157
112
Leidsche Rijn
33
37
45
Vleuten – de Meern
73
70
57
1.809
1.622
1.284
Utrecht totaal Bron: BPS Politie Regio Utrecht, bewerking BI, 2006
53
Bijlage 5: Politieregistraties in stad Utrecht per wijk, subwijk en buurt WEST •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Halve Maan
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Bedrijven gebied Lage Weide
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Nw. Engeland, Schepenbuurt
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Lombok / Leidscheweg
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B1 UTRECHT - WEST Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
2006
Lombok Oost
9
5
4,0‰
2,3‰
Leidseweg
4
3
3,7‰
2,7‰
Lombok West
10
Lombok Leidseweg
23
2004
1,4‰
2,0‰
7
2,8‰
15
2006
1,8‰
21
8
5,6‰
2,1‰
Nw Engel/Th a K weg
15
18
2,9‰
3,5‰
Schepenbt/Cartes wg
5
6
3,9‰
4,4‰
Bedr.
2
0
11,6‰
0‰
Ln v Nw G/ Spinozapl
geb
Lage
Weide
Nw.Engl/Schepenbt
OoginAl/Welgelgen
43
3,0‰
Welgelegen/DenHom
4
2
4,5‰
2,1‰
Oog in Al
6
2
1,7‰
0,5‰
Halve Maan
29
13
10,5‰
4,5‰
39
Wijk West totaal Bron: BI 2007
54
4,1‰
32
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
5,5‰
17 105
64
2,3‰ 4,1‰
2,4‰
Gemeente Utrecht
NOORDWEST •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): De driehoek
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): 2E Daalsebuurt e.o.
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Zuilen Noord / Oost
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Zuilen West
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B2 UTRECHT - NOORDWEST Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
16
4,3‰
5,5‰
Elinkwijk e.o.
30
29
6,9‰
6,5‰
Prins Bernhardplein
30
22
72
67
7,1‰
9,8‰
7,0‰
6,4‰
Geuzenwijk
57
31
16,9‰
9,2‰
De driehoek
9
15
11,6‰
20,0‰
Schaakbuurt
31
55
8,8‰
15,2‰
De M. Keizerlaan
10
26
5,5‰
13,1‰
Zuilen-noord
10
22
4,5‰
9,8‰
117 Pijlsweerd-zuid
Pijlsweerd
19
49
12,4‰
10,0‰
149 30
Pijlsweerd-noord
Wijk Noordwest
2006
12
Zuilen Noord/Oost
Daalseb
2004
Julianapark
Zuilen West
Ondiep,2e
2006
26
8,9‰
7,9‰
14
9,8‰
7,1‰
7,6‰
9,2‰
40
Ondiep
68
74
11,5‰
12,6‰
2E Daalsebuurt e.o.
30
14
8,8‰
4,0‰
Egelant, Mariënd. str.
53
19
18,3‰
6,6‰
Loevenhoutsedijk
8
7
11,2‰
10,1‰
159
12,3‰
114 397
370
8,8‰ 9,9‰
9,1‰
totaal Bron: BI 2007
55
OVERVECHT •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Tigris-, Bostondreef
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Polder Overvecht
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Zambesi- Tigrisdreef
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Amazonedreef
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B3 UTRECHT - OVERVECHT Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
2006
66
46
16,8‰
11,5‰
Zamenhofdreef
24
21
9,8‰
8,5‰
90
14,1‰
67
10,4‰ 12,1‰
Donau-, Wolgadreef
79
55
17,9‰
Neckardreef
60
71
14,6‰
17,3‰
Polder Overvecht
0
0
0‰
0‰
Wolga-, Neckardrf
139 Amazone-, Nicar.drf
Amazonedreef
15,9‰
14,2‰
126 78
78
12,8‰
57
9,4‰
12,8‰
57
9,4‰
Zambesidreef
46
71
10,2‰
15,3‰
Tigris-, Bostondreef
84
102
16,0‰
19,5‰
1
11,1‰
9,8‰
Bedrijvengeb. Overv.
1
131
Wijk Overvecht totaal Bron: BI 2007
56
2004
Taag-, Rubicondreef
Taag-, Zamenhdrf
Zambesi-Tigrisdrf
2006
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
438
17,5‰
13,3‰
174 424
14,1‰
13,5‰
Gemeente Utrecht
NOORDOOST •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Staatsliedenbuurt
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Tuindorp, Liefllandlaan west
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Votulast
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Tuindorp / Voordorp
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B4 UTRECHT - NOORDOOST Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
2006
Vogelenbuurt
9
4
2,4‰
1,1‰
Lauwerecht
20
6
11,0‰
3,4‰
Staatsliedenbuurt
18
16
16,2‰
14,9‰ 0,8‰ 2,6‰
Tuinwijk-west
5
2
2,1‰
Tuinwijk-oost
9
7
3,5‰
Votulast
61
3,0‰
13
9
4,0‰
2,7‰
Wittevrouwen
16
13
2,6‰
2,1‰
29
3,1‰
22
2,3‰
Tuindorp, Liefllnwest
14
5
2,1‰
0,7‰
Tuindorp oost
11
2
4,3‰
0,8‰
3
1
2,7‰
0,9‰
25
6
7,3‰
1,8‰
Huiz-, K. Doormanln Voordorp,
Voorv.pldr
Wijk Noordoost
5,3‰
35
2006
Zeehbrt/ Henglvldstr
Wittvr. Zeeheldbrt
Tuindrp/Voordrp
2004
53 143
1,0‰
3,9‰
14 71
4,1‰
2,0‰
totaal Bron: BI 2007
57
OOST •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Maarschalkerweerd / Mereveld
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Tolsteegsingel, Watervogelbuurt, Galgenwaard
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Abstede / Gansstraat
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Oudwijk / Buiten Wittevrouwen
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B5 UTRECHT - OOST Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
2006
10
3
2,5‰
0,7‰
Oudwijk
11
3
2,4‰
0,7‰
21
2,5‰
6
0,7‰ 0‰
Tolsteegsingel
3
0
3,9‰
Sterrenwijk
5
4
5,4‰
4,3‰
Watervogelbuurt
16
0
7,9‰
0‰
Lod. Napoleonplntsn
23
1
26,2‰
1,1‰
Rubenslaan
7
2
2,7‰
0,8‰
Abstede
14
3
10,7‰
2,3‰
0
2
9‰
11,5‰
Maarschrwrd/ Mervld
Abstede/Gansstr.
68
1,4‰
7,8‰
12
Schildersbuurt
4
4
1,2‰
1,2‰
Wilhelminapark
7
2
2,2‰
0,6‰
De Uithof
7
2
6,1‰
1,4‰
Rijnsweerd
3
1
1,5‰
0,5‰
Galgenwaard
0
0
21
Wijk Oost totaal Bron: BI 2007
58
2004
Buiten Wittevrouwen
Oudwijk/Bt Wt.vr.
Wilh.park/Rijnswrd
2006
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
9 110
27
0‰
0‰
2,0‰
0,8‰ 4,0‰
1,0‰
Gemeente Utrecht
BINNENSTAD •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Hoog Catharijne / Centraal Station / Leidscheveer
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Nobelstraat
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Binnenstad Winkelgebied
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Binnenstad Woongebied
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B6 UTRECHT - BINNENSTAD Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
2006
L. Elisabstr/Mariaplts
3
6
2,5‰
4,8‰
Neude/Janskh/ Dmpl
5
5
3,2‰
3,1‰
HgCath/CS/ Leidsevr
19
5
B’stad Winkelgeb.
27
Wijk Binnenstad
25,3‰
101,6‰
9,2‰
16
2006
5,3‰
Wijk C
20
11
15,9‰
7,6‰
Breedstr./Plompgrcht
21
4
8,9‰
1,7‰
Nobelstraat
4
1
4,6‰
1,1‰
Springwg/ Geertebrt
11
4
5,5‰
1,9‰
Lange Nieuwstraat
13
8
5,4‰
3,2‰
Nieuwegracht oost
2
2
2,0‰
2,0‰
Bleekstraat
9
4
17,3‰
7,8‰
3
4,2‰
1,5‰
H. Boulndt/Moreelsp.
B’stad Woongeb.
2004
8
88 115
2,9‰
7,1‰
37 53
7,5‰
3,4‰
totaal Bron: BI 2007
59
ZUID •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Nieuw Hoograven
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Bokkenbuurt
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Nieuw Hoograven / Bokkenbuurt
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Oud Hoograven / Tolsteeg
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B7 UTRECHT - ZUID Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
2006
17
2
5,3‰
0,6‰
Oud Hoograven
5
6
1,1‰
1,3‰
22
2,8‰
8
1,0‰
Bokkenbuurt
5
0
6,3‰
Nieuw Hoograven
80
29
13,5‰
Nw H’ravn/Bokbrt
85
12,6‰
29
0‰ 5,0‰
4,4‰
Lunetten Noord
19
10
4,3‰
2,3‰
Lunetten Zuid
57
14
7,8‰
1,9‰
76
Wijk Zuid totaal Bron: BI 2007
60
2004
Tolsteeg, Rotsoord
Oud H’raven/Tolst
Lunetten
2006
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
6,5‰
24 183
61
2,0‰ 7,0‰
2,3‰
Gemeente Utrecht
ZUIDWEST •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Kanaleneiland zuid
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Bedrijvengebied Kanaleneiland
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): kanaleneiland
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Rivierenwijk / Dichterswijk
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B8 UTRECHT - ZUIDWEST Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
2004
2006
Kanaleneiland zuid
53
42
7,2‰
5,6‰
Kanaleneiland noord
80
39
10,1‰
5,0‰
Kanaleneiland
133
8,7‰
81
5,3‰ 0,0‰
Bedr.geb. Kanaleneil.
0
0
0‰
Transwijk zuid
9
6
5,7‰
3,6‰
Transwijk noord
5
8
1,5‰
2,4‰
Transwijk
Rivie-
2006
14
2,8‰
14
2,7‰
Dichterswijk
18
3
4,5‰
0,7‰
Rivierenwijk
47
14
5,5‰
1,6‰
65
1,3‰
5,2‰
17
ren/Dichtersw Wijk Zuidwest
212
112
6,5‰
3,3‰
totaal Bron: BI 2007
61
LEIDSCHE RIJN •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Strijkviertel
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Papendorp, Bedrijvengebied De Wetering, Hogeweide
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B9 UTRECHT – LEIDSCHE RIJN Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
Leidsche Rijn
2004
2006
Papendorp
0
0
0‰
0‰
Bedr.geb. De Wetrng
0
0
0‰
0‰
Terwijde
1
17
2,3‰
2006
5,3‰ 2,4‰
Parkwijk, ‘t Zand
23
16
4,0‰
Hogeweide
0
0
0‰
0‰
Langerak
9
10
2,5‰
2,7‰
Strijkviertel
0
2
0
6,8‰
33
Wijk LR totaal Bron: BI 2007
62
2004
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
3,3‰
45 33
45
3,2‰ 3,3‰
3,2‰
Gemeente Utrecht
VLEUTEN – DE MEERN •
Buurt met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Rijnenburg v.m. De Meern
•
Buurt met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Rijnenbrug overig, Bedr. gebied Haarrijn, Rijnsche Park
•
Subwijk met meeste huiselijk geweldincidenten (2006): Veldhuizen / Vleuterweide
•
Subwijk met minste huiselijk geweldincidenten (2006): Vleuten / Haarzuilens
•
Wijkverschil 2006 ten opzichte van 2004: er is sprake van een afname van geregistreerde hg-incidenten
Tabel B10 UTRECHT – VLEUTEN DE MEERN Aantal incidenten huiselijk geweld in de wijk, subwijk en buurt (2004-2006)
SUBWIJK
BUURT
ABSOLUUT
PROMILLAGES (aantal incidenten per 1.000 inwoners)
2004
2006
Vleuterweide
7
6
11,3‰
1,9‰
Veldhuizen
27
23
4,0‰
2,9‰
Veldhzn/Vleuterw
34
Vleuten
De
2,6‰ 1,7‰
De Meern
17
17
Oudenrijn
1
1
6,0‰
5,7‰
Rijnbrg vm De Meern
0
1
0‰
12,7‰
Rijnenburg overig
1
0
4,0‰
0‰
19
1,8‰
19
1,8‰
Bedr.gebied Haarrijn
0
0
0‰
0‰
Haarzuilens e.o.
0
1
0‰
1,7‰
Vleuten
19
8
2,7‰
1,1‰
0
2,5‰
0‰
Rijnsche Park
Wijk
4,6‰
29
2006
1,6‰
De Meern/Rijnenb
Vleuten/Haarzuilns
2004
1
20 73
1,1‰
2,5‰
9 57
2,8‰
1,9‰
Meern totaal Bron: BI 2007
63
Bijlage 6: Achtergronden verdachten huiselijk geweld Tabel 1: Incidenten huiselijk geweld met bekende verdachte naar soort huiselijk geweld 2004, 2006 (%) 2004
2005
2006
15%
18%
16%
5%
3%
3%
60%
66%
73%
Psychisch geweld
1%
2%
0%
Seksueel geweld
5%
4%
3%
Bedreiging Stalking/Belaging Lichamelijk geweld
overig
14%
7%
5%
Totaal
100%
100%
100%
Bron: BPS Politie Regio Utrecht 2007
64
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht
Gemeente Utrecht
Tabel 2: Achtergrondkenmerken bij de politie geregistreerde verdachten van huiselijk geweld (% van de verdachten) Jaar
2004
2005
2006
566
536
446
Man
89%
91%
92%
Vrouw
10%
8%
8%
Aantal unieke verdachten
Geslacht
Onbekend
1%
0%
0%
100%
100%
100%
1
92%
88%
90%
2
7%
8%
8%
3
1%
3%
2%
4
0%
1%
0%
100%
100%
100%
Totaal
Frequentie: Aantal keer geregistreerd in één jaar
Totaal
Leeftijd 0 - 17 jaar
4%
4%
2%
18 - 29 jaar
30%
29%
33%
30 - 39 jaar
32%
36%
35%
40 - 54 jaar
27%
25%
26%
55 - 64 jaar
3%
4%
2%
65 jaar en ouder
1%
1%
1%
4%
1%
1%
100%
100%
100%
73%
73%
77%
Onbekend Totaal
Woonplaats Gemeente Utrecht regio (centrumregio aanpak huiselijk geweld)
8%
7%
9%
elders
19%
20%
14%
Totaal
100%
100%
100%
niet aan GBA-koppelbaar
26%
19%
23%
wel gekoppelde daders
74%
81%
77%
100%
100%
100%
420
434
342
Autochtoon Nederlands
37%
40%
37%
Marokkaans
24%
22%
25%
Turks
14%
11%
12%
Surinaams/Antilliaans/Arubaans
10%
8%
10%
7%
8%
7%
Koppeling
Totaal Aantal unieke gekoppelde daders
Etniciteit gekoppelde daders
Overig niet-westers Overig westers Totaal
7%
10%
8%
100%
100%
100%
Bron: BPS Politie Regio Utrecht en GBA gemeente Utrecht, 2007
65
Bijlage 7: Hulpverlening door VOU Tabel 1: Overzicht van soorten hulpverlening bij Vrouwenopvang Utrecht (2006)
Naam van de afdeling Porta
Soort hulpverlening
biedt ambulante hulpverlening en is 24 uur per dag (telefonisch) bereikbaar. Professionele hulpverleners staan iedereen te woord met vragen rond huiselijk geweld. Zij geven advies, voorlichting en verwijzen door naar passende hulp. Tevens bieden zij de beller de mogelijkheid om op een spreekuur te komen of een kort ambulant traject in te gaan.
Ventus
hierbij gaat het om acute crisisopvang voor vrouwen met of zonder kinderen die door relationeel geweld niet in hun thuissituatie kunnen blijven. In Utrecht gaat het om 14 plaatsen waar een vrouw met haar eventuele kinderen maximaal zes weken terecht kan. Er zijn twee noodplaatsen voor het onderbrengen van vrouwen en hun kinderen na kantoortijden en in het weekend.
Terra dit is de vervolgopvang bedoeld voor vrouwen (en hun kinderen) die langdurige opvang en begeleiding nodig hebben om zelfstandig te gaan wonen. Hiervoor zijn in Utrecht 16 plaatsen beschikbaar waar een vrouw maximaal vier maanden kan blijven.
Vita
Dit is begeleid wonen voor vrouwen met of zonder kinderen, die onvoldoende vaardigheden hebben om zelfstandig te wonen in samenhang met relationeel geweld. Er is capaciteit voor twaalf plaatsen. Deze woonbegeleiding kan geboden worden op de eigen woning of woning van de instelling van VOU.
Ignis
deze voorziening is bedoeld voor (aanstaande) tienermoeders en bestaat uit twee afdelingen. Op de ene afdeling wordt intensieve woonbegeleiding geboden (voor maximaal zes moeders) en op de andere wordt ambulante woonbegeleiding geboden (eveneens voor maximaal zes moeders). De verblijfsduur is maximaal zes maanden, met een mogelijke verlenging van drie maanden.
Casa
voor vrouwen die een veilig adres nodig hebben heeft VOU toegang tot onderduikadressen.
Bron: BI, 2007
66
Huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht