Monitor Economie Dordrecht 2004
Sociaal Geografisch Bureau bureau voor beleidsonderzoek en statistiek van Dordrecht drs. R.D.J. Scheelbeek drs. A.L.C. Leijs december 2005
Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie
Gemeente Dordrecht Sociaal Geografisch Bureau Stadsdrukkerij Gemeente Dordrecht Sociaal Geografisch Bureau (SGB) Postbus 8 3300 AA DORDRECHT telefoon: (078) 639 64 65
www.sociaalgeografischbureau.nl Het overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van duidelijke bronvermelding
Inhoud Samenvatting............................................................................................. 5 1 Inleiding ............................................................................................ 11 1.1 Algemeen ....................................................................................... 11 1.2 Opzet monitor ................................................................................. 11 2 Economie van Dordrecht ..................................................................... 13 2.1 Regionale economie ......................................................................... 13 2.2 Economische structuur..................................................................... 14 2.3 Startende ondernemers .................................................................... 15 2.4 Ondernemersklimaat ........................................................................ 18 3 Arbeidsmarkt ..................................................................................... 19 3.1 Werkgelegenheid ............................................................................. 19 3.2 Beroepsbevolking ............................................................................ 25 3.3 Werkloosheid .................................................................................. 31 3.4 Inkomen ......................................................................................... 34 3.5 Pendel............................................................................................ 35 3.6 Verwachte ontwikkelingen ............................................................... 37 4 Ruimte voor bedrijvigheid .................................................................... 39 4.1 Bedrijventerreinen en bedrijfsruimte ................................................... 39 4.2 Kantoorruimte ................................................................................. 43 4.3 Winkelruimte................................................................................... 46 Bijlage 1 Overzichtstabellen Bijlage 2 Vragen Enquête beroepsbevolking Dordrecht Bijlage 3 Begrippen en definities
Samenvatting De Monitor Economie Dordrecht 2004 presenteert actuele kenmerken en ontwikkelingen van de economie in Dordrecht. Hiervoor is een groot aantal gegevens verzameld over de economie en de arbeidsmarkt in Dordrecht, maar ook van de Drechtsteden en ter vergelijking van de G26 en Nederland. Deze cijfers en trends bieden voor marktpartijen inzicht in de economische kansen en ontwikkelingen in de stad. Daarnaast vormt de rapportage een instrument voor het monitoren van gemeentelijke beleidsdoelstellingen op genoemde terreinen.
Economie (Regionale) economie Uit onderzoeken van derden over het economisch presteren van steden en regio’s komt een wisselend beeld van deze regio naar voren. Uit de Enquête Regionale Bedrijfsontwikkeling van de Kamer van Koophandel blijkt dat het bedrijfsleven in de kring Drechtstreek zich minder positief ontwikkelt dan het bedrijfsleven in het hele kamergebied en Nederland. Desondanks vertonen export en de investeringen in 2004 een positieve ontwikkeling. De omzet, werkgelegenheid en winst zijn echter afgenomen. Het rendement is gelijk gebleven. Onderzoek van Rabobank Nederland naar de economische groei en kracht van 40 regio’s in Nederland toont aan dat de regio Zuid-Holland-Zuid, de regio waarvan Dordrecht deel uitmaakt, laag scoort op economische groei (31e plaats) en hoog op economische kracht (13e plaats). Volgens onderzoek van Bureau Louter naar de economische vitaliteit van steden scoort Dordrecht relatief hoog, zeker in vergelijking met de G26. Economische structuur In 2004 telt Dordrecht ruim 4.300 vestigingen van bedrijven en instellingen. Uitgedrukt in het aantal vestigingen is de handel (30%) de grootste bedrijfstak, gevolgd door de zakelijke dienstverlening (22%). In Dordrecht, maar ook in de Drechtsteden, zijn de handel en vervoer/opslag sterk vertegenwoordigd. Daarnaast kent Dordrecht een sterke vertegenwoordiging van de overige dienstverlening. Sinds 2000 is het aantal vestigingen met 1% afgenomen. De grootste krimp zit in de handel en de industrie. In de bouw en de overige dienstverlening is het aantal vestigingen gegroeid. Startende ondernemers Afgezet tegen de omvang van de beroepsbevolking heeft Dordrecht een groot aantal startende ondernemers. In 2004 telde Dordrecht 569 startende ondernemers, de meeste in de zakelijke dienstverlening, detailhandel, verzorgende dienstverlening en de bouw. Een keerzijde van het grote aantal starters is het grote aantal opheffingen. Startende ondernemers lopen immers in de eerste jaren van hun bestaan een grote kans het niet te redden. Ondernemingsklimaat In 2004 waarderen ondernemers in Dordrecht het gemeentelijke ondernemingsklimaat met een 6,5. Hiermee scoort Dordrecht even hoog als de G30. Sinds 1999 is de waardering voor het Dordtse ondernemingsklimaat iets toegenomen. Dit geldt eveneens voor de meeste onderdelen van het ondernemingsklimaat. Alleen de autobereikbaarheid is volgens de Dordtse ondernemers minder geworden.
Arbeidsmarkt Werkgelegenheid Begin 2004 zijn er in Dordrecht 50.408 personen werkzaam. Sinds 2000 vertoont de werkgelegenheid een zeer geringe groei van 0,2%. Hiermee blijft Dordrecht achter bij de landelijke ontwikkeling (een groei van 1,8%) en de ontwikkeling in de G26 (+1,5%). Vooral in het laatste jaar is de ontwikkeling van de
Monitor Economie Dordrecht 2004
5
werkgelegenheid in Dordrecht (-1,5%) ongunstiger dan gemiddeld in de G26gemeenten (-0,8%). Met bijna zes op de tien banen bevindt de meeste werkgelegenheid in Dordrecht zich in het midden- en kleinbedrijf (met minder dan 100 werkzame personen). Ruim 40% van alle banen zijn te vinden in het grootbedrijf. In Dordrecht genereert de overige dienstverlening met 19.000 werkzame personen de meeste werkgelegenheid. Met 38% van de totale werkgelegenheid is deze bedrijfstak even sterk vertegenwoordigd als in de G26 gemiddeld. Dordrecht heeft verhoudingsgewijs veel werkgelegenheid in de bouw, handel en vervoer/opslag en weinig in de zakelijke dienstverlening. Op het niveau van bedrijfsklassen biedt de zorgsector de meeste werkgelegenheid. Meer dan 9.200 personen zijn werkzaam in de gezondheids- en welzijnszorg. Van groot belang voor de werkgelegenheid in Dordrecht zijn verder de overige zakelijke dienstverlening (5.073 werkzame personen), openbaar bestuur (4.036) en de bouw (4.156). Eerder zagen we dat de totale werkgelegenheid in Dordrecht sinds 2000 een zeer geringe groei vertoont. Kijken we naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de verschillende bedrijfsklassen dan is er sprake van grote verschillen. De sterkste groei van de werkgelegenheid heeft plaats gevonden in de gezondheids- en welzijnszorg (+1.526 werkzame personen) en in het onderwijs (+604). Buiten de dienstverlening heeft de werkgelegenheid zich positief ontwikkeld in de bouw (+192) en handel en reparaties van auto’s/benzinestations (+181). De werkgelegenheid is sterk gekrompen in de aardolieverwerkende industrie/chemische industrie (-264), metaal(producten)industrie (-497), auto-industrie/transportmiddelenindustrie (-248), nutsbedrijven (-275), detailhandel (-176) en computerservicebureau’s (-201). Van de voor Dordrecht belangrijke economische clusters is naast de zorgsector de werkgelegenheid verder alleen gegroeid in het cluster toerisme en recreatie (+55). In de overige clusters is de werkgelegenheid gedaald: ICT (-793), metalelectro (-942), maritieme cluster (-1.138), detailhandel (-176), zakelijke dienstverlening (-466). In het laatste jaar is de werkgelegenheid in Dordrecht met 792 banen gekrompen. Dit verlies aan werkgelegenheid is vooral het gevolg van een fors negatief saldo door uitbreiding en inkrimping (-946) van bestaande vestigingen. Het saldo als gevolg van oprichting en vestiging van nieuwe bedrijven enerzijds en opheffing en vertrek van bedrijven anderzijds is licht positief (+25). Vacatures Ondanks een forse daling van de werkgelegenheid gedurende 2003 is het voorzichtige herstel van de economie al weer duidelijk te zien in de ontwikkeling van het aantal vacatures. Zo is in 2004 het aantal bij het CWI aangemelde vacatures in Dordrecht bijna verdubbeld, van 875 in 2003 naar 1.648 in 2004. Ook in de Drechtsteden en Nederland is het aantal vacatures sterk gestegen. Beroepsbevolking Belangrijk voor de ontwikkeling van de beroepsbevolking is de ontwikkeling van de bevolking van 15-64 jaar, de potentiële beroepsbevolking. Op 1 januari 2004 telde Dordrecht een potentiële beroepsbevolking van 80.500 personen. Na een periode van groei tussen 1995 en 2002 heeft zich in 2003 een daling van de potentiële beroepsbevolking ingezet. Naast de omvang van de potentiële beroepsbevolking bepaalt de (bruto) arbeidsparticipatie mede de omvang van de beroepsbevolking. De bruto arbeidsparticipatie geeft aan welk deel van de potentiële beroepsbevolking zich ook werkelijk aanbiedt op de arbeidsmarkt. Nederlandse vrouwen participeren nog altijd minder
6
Monitor Economie Dordrecht 2004
op de arbeidsmarkt dan mannen, maar zijn wel met een inhaalslag bezig. Ook in Dordrecht vertoont de bruto arbeidsparticipatie van vrouwen duidelijk een stijgende ontwikkeling. In 1995 bedroeg de arbeidsparticipatie van vrouwen 52%, inmiddels is die gestegen naar 61% in 2004. De arbeidsparticipatie van de mannen in Dordrecht bedraagt nu 80%. Zowel de arbeidsparticipatie van mannen als die van de vrouwen in Dordrecht ligt iets boven het landelijke gemiddelde. De arbeidsparticipatie vermenigvuldigd met de potentiële beroepsbevolking geeft de beroepsbevolking. De beroepsbevolking van Dordrecht heeft in 2004 een omvang van 57.000 personen. Ten opzichte van 1995 een groei van 7.500 personen, een relatieve groei van ruim 15%. Tussen 2002 en 2004 is de beroepsbevolking met 1.800 personen toegenomen (+3%). In 2004 bestaat de beroepsbevolking van Dordrecht uit 32.400 mannen en 24.600 vrouwen. Door de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen is de vrouwelijke beroepsbevolking sterk toegenomen, van 19.700 in 1995 naar 24.600 in 2004. Van de 57.000 Dordtenaren die behoren tot de beroepsbevolking zijn er 52.300 werkzaam. Bijna 60% hiervan zijn mannen. Tot 2002 vertoont de werkzame beroepsbevolking een stijgende ontwikkeling, tussen 2002 en 2004 is deze door de ongunstige situatie op de arbeidsmarkt, met 300 personen afgenomen. Deze daling komt geheel voor rekening van vrouwen. Van de werkzame beroepsbevolking van Dordrecht is in 2004 meer dan de helft (56%) werkzaam in de eigen stad, de rest (44%) pendelt voor het werk naar buiten de stad (13% naar de overige Drechtsteden, 12% naar Rotterdam en 19% naar andere werklocaties). In de afgelopen jaren is de mobiliteit van de Dordtse werkzame beroepsbevolking toegenomen. In 1992 werkte nog 62% van de werkzame beroepsbevolking in Dordrecht en bedroeg de uitgaande pendel 38%. Werkloosheid Na een periode van gunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tot 2002 treedt tussen 2002 en 2004 een sterke toename van de werkloosheid in Dordrecht op. In 2004 bedraagt de werkloze beroepsbevolking 4.700 personen, dit is 8,3% van de beroepsbevolking. In 2002 had de werkloze beroepsbevolking nog een omvang van 2.600 personen, 4,7% van de beroepsbevolking. De stijging van de werkloze beroepsbevolking heeft vooral onder de vrouwelijke beroepsbevolking plaatsgevonden. In 2004 is 10,5% van de vrouwelijke beroepsbevolking werkloos, bij de mannen is 6,6% werkloos. Voor zowel de mannen als de vrouwen ligt de werkloosheid in Dordrecht hoger dan in Nederland (5,7% bij de mannen en 7,3% bij de vrouwen). Andere indicatoren voor de werkloosheid zijn de WW-uitkeringen (volgens het UWV), de bijstand (sociale dienst) en de niet-werkende werkzoekenden (CWI): •
Na een periode van daling neemt het aantal WW-uitkeringen in Dordrecht sterk toe. Een ontwikkeling die ook in Nederland te zien is. In Dordrecht hebben in 2004 2.134 personen een WW-uitkering. Dit is ruim 26 personen op de 1.000 inwoners van 15-64 jaar. Hiermee ligt Dordrecht iets boven het landelijke gemiddelde (25,5), maar duidelijk onder het gemiddelde van de G26 (30,0).
•
Ook het aantal personen met een bijstandsuitkering vertoont in Dordrecht eerst (tot 2003) een daling en daarna een stijging. De stijging in Dordrecht is kleiner dan in Nederland. In 2004 hebben 4.371 Dordtenaren een WWBuitkering, 56,8 op de 1.000 inwoners van 15-64 jaar. In vergelijking met de G26 (45,3) en Nederland (32,6) heeft Dordrecht een hoge uitkeringsdichtheid.
•
Op 1 januari 2005 staan er bij het CWI 6.557 Dordtenaren als niet-werkende werkzoekende ingeschreven, 1.765 minder dan het jaar ervoor. Gelijk aan de
Monitor Economie Dordrecht 2004
7
G26 en ruim boven het landelijke gemiddelde staan in Dordrecht 82 op de 1.000 inwoners van 15-64 jaar ingeschreven.
Arbeidsongeschiktheid Begin 2004 hadden 6.140 Dordtenaren een arbeidsongeschiktheidsuitkering. In vergelijking met Nederland vertoont de arbeidsongeschiktheid in Dordrecht een ongunstige ontwikkeling. Sinds 2000 is het aantal met ruim 13% gegroeid. Pas in het laatste jaar is er weer sprake van een krimp (-0,7%). Afgezet tegen de omvang van de bevolking heeft Dordrecht weinig inwoners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Per 1.000 inwoners van 15-64 jaar hebben er 76 een arbeidsongeschiktheidsuitkering tegenover 89 in Nederland en 93 in de G26. Inkomen Naast het hebben van werk vormt het welvaartsniveau van de inwoners een indicator voor de economische positie van de stad. Het welvaartsniveau van de bevolking kan afgemeten worden aan het gemiddeld inkomen van particuliere huishoudens. In 2000 bedroeg het besteedbaar inkomen per huishouden in Dordrecht € 24.500, lager dan het Nederlands gemiddelde van € 25.900. Sinds 1998 is het gemiddeld huishoudeninkomen in Dordrecht met 7,5% gestegen en blijft daarmee iets achter bij de groei in heel Nederland (+8,4%). Het aandeel huishoudens met een inkomen onder of rond het sociaal minimum, het armoedepercentage, bedraagt in Dordrecht 11,8%. Het armoedepercentage van Nederland is 9,4%. Pendel Eerder zagen we dat 44% van de werkende Dordtenaren een werkkring heeft buiten de stad. Dit is de uitgaande pendel. Van alle arbeidsplaatsen in Dordrecht wordt 44% bezet door mensen van buiten Dordrecht. Dit is de inkomende pendel. De grootste groep is afkomstig uit de overige Drechtsteden (17%), 10% uit de regio Rijnmond. In absolute aantallen heeft de uitgaande pendel in 2004 een omvang van 23.000 personen en de inkomende pendel 21.100 personen. Sinds 2000 is de uitgaande pendel met 1.000 afgenomen. Onder invloed van de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Dordrecht (eerst geringe groei, daarna daling) nam de inkomende pendel nog meer af (-1.900). Door deze ontwikkelingen van de inkomende en uitgaande pendel is het negatieve pendelsaldo verder toegenomen naar 1.900. Sinds 2000 is de stijging van de werkloze beroepsbevolking (+1.100) het gevolg van de volgende ontwikkelingen op de (Dordtse) arbeidsmarkt: een groei van de beroepsbevolking met 2.100, een groei van de werkgelegenheid met 100 en een per saldo met 900 toegenomen negatief pendelsaldo. Toekomstige ontwikkelingen arbeidsmarkt Op basis van het middenscenario van het Centraal Planbureau (economische groei van 1% in 2005 en daarna van 2,25% per jaar tot en met 2010) groeit de Dordtse beroepsbevolking van 57.000 in 2004 naar 59.600 in 2010, een groei van 5%. Deze groei is vooral het gevolg van de stijging van de arbeidsparticipatie. Mede door het aantrekken van de economie zal de arbeidsdeelname van vrouwen blijven toenemen. Daarnaast wordt een groei verwacht van de arbeidsdeelname van mannen ouder dan 55 jaar. Op basis van hetzelfde scenario groeit de werkgelegenheid de komende jaren met 4.000 (+8%) tot 54.400 in 2010. De verwachting voor de komende jaren is dus dat de werkgelegenheid sterker groeit dan de beroepsbevolking, waardoor de werkloosheid (uitgaande van een gelijk blijvende pendelsaldo) in Dordrecht met 1.400 zal afnemen.
8
Monitor Economie Dordrecht 2004
Ruimte voor bedrijvigheid Bedrijventerreinen Begin 2004 heeft Dordrecht 543,5 hectare aan bedrijventerreinen waarvan ruim de helft bestaat uit zeehaventerrein. Van de totale voorraad is 454,9 hectare in gebruik (84%). Het aanbod bedraagt 88,6 hectare waarvan alles direct uitgeefbaar. Dit aanbod bevindt zich vooral op Dordtse Kil III (61,3 ha) en Amstelwijck (20,3 ha). In 2003 is in Dordrecht slechts 1,5 hectare aan bedrijventerrein uitgegeven. Het laagste in de afgelopen 10 jaar. Tussen 1994 en 2003 is er in Dordrecht in totaal 69,2 hectare uitgegeven met 1999 (13,5 ha) en 2001 (14,5 ha) als beste jaren. De prijs per m2 bedrijventerrein bedraagt in Dordrecht en de regio gemiddeld €157. Hiermee behoort de Dordtse regio bij de top 5 van alle stadsgewesten in Nederland. Sinds 2000 groeit het aantal bedrijven op bedrijventerreinen. Deze groei gaat gepaard met een groei van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen. Sinds 2000 is de werkgelegenheid op bedrijventerreinen met 4% gegroeid, terwijl de totale werkgelegenheid in Dordrecht nagenoeg gelijk is gebleven. Bedrijfsruimte In de afgelopen jaren is het aanbod aan bedrijfsruimte in Nederland fors toegenomen. Zo ook in deze regio. Begin 2005 bedraagt het aanbod aan bedrijfsruimte in Dordrecht in totaal 134.000 m2 en in de overige Drechtsteden nog eens 86.000 m2. Door de verruiming van de markt staat het huurprijsniveau van bedrijfsruimte onder druk. In Dordrecht bedraagt de tophuur voor bedrijfsruimte momenteel zo’n € 57 per m2, even hoog in steden als Eindhoven en Breda en hoger dan gemiddeld in Nederland (€ 47). Kantoorruimte De totale voorraad aan zelfstandige kantoorruimte in Dordrecht heeft een omvang van 266.000 m2 (peildatum eind 2003). Afgezet tegen het aantal inwoners is de voorraad in Dordrecht gering in vergelijking met de G26. Begin 2005 bedraagt het directe aanbod aan kantoorruimte in Dordrecht 45.000 m2. In de overige Drechtsteden is het aanbod 40.000 m2. Gelijk aan de landelijke ontwikkeling is ook in Dordrecht de leegstand van kantoorruimte toegenomen, van 7,7% in 2003 naar 10,5% in 2004. De leegstand in Dordrecht ligt onder het landelijke gemiddelde van 12,1%. Het opnameniveau van kantoorruimte in Dordrecht en de Drechtsteden is na het slechte jaar 2003 weer enigszins hersteld. In 2004 is er in Dordrecht 8.900 m2 opgenomen en in de overige Drechtsteden 4.400 m2. Het ging hier vooral om bedrijven en instellingen in de non-profit sector. De huurprijzen voor kantoorruimte staan in Nederland onder druk. In Dordrecht bedraagt de huurprijs voor eersteklas kantoorruimte € 135 per m2. Een gemiddeld niveau ten opzichte van veel andere vergelijkbare steden. Winkelruimte In 2004 heeft het winkelbestand in Dordrecht een omvang van 160.000 m2 winkelvloeroppervlak. Sinds 2001 is deze voorraad met ruim 13.000 m2 gegroeid. De groei heeft hoofdzakelijk plaatsgevonden in de niet-dagelijkse sector. In de Drechtsteden is het winkelbestand voor de niet-dagelijkse artikelen sterker gegroeid. Hierdoor is het aandeel van Dordrecht in de Drechtsteden aanmerkelijk gedaald, van 43,8% in 2001 naar 39,7% in 2004.
Monitor Economie Dordrecht 2004
9
In vergelijking met andere steden en afgezet tegen de omvang van de bevolking heeft Dordrecht weinig winkelruimte. Begin 2005 bedroeg het aanbod aan winkelruimte in Dordrecht bijna 15.000 m2 en in de overige Drechtsteden nog eens 7.000 m2. De huurprijs voor eersteklas winkelruimte in Dordrecht bedraagt momenteel € 550 per m2. Dit is laag in vergelijking met veel andere steden in Nederland.
Noten: 1 Inclusief banen met een arbeidsduur van minder dan 12 uur per week
10
Monitor Economie Dordrecht 2004
1 Inleiding Wat zijn de kenmerken en ontwikkelingen van de economie, bedrijvigheid, arbeidsmarkt en de diverse markten voor bedrijfsvastgoed in Dordrecht? Hoe verhoudt dit zich tot de Drechtsteden, de andere steden die deel uitmaken van het Grotestedenbeleid en Nederland? Aan de hand van een grote hoeveelheid bronnen geeft de Monitor Economie antwoord op al deze vragen.
1.1 Algemeen De Nederlandse economie krabbelt langzaam uit een diep dal omhoog. Tot eind 2001 heeft de Nederlandse economie een zeer gunstige ontwikkeling doorgemaakt. De economische groei bedroeg meer dan 3%. Sindsdien is dit beeld sterk veranderd. In 2001 is de economische groei al verminderd en in 2002 vrijwel tot stilstand gekomen. In 2003 verkeert Nederland officieel in een recessie, een krimp van de economie met -1,2% in het tweede kwartaal van 2003. Een krimp van de economie is in Nederland voor het laatst gemeten in de periode 1982-1983. In 2004 herstelde de economie zich enigszins met een groei van 1,25%. In haar Economische Verkenningen 2005 geeft het Centraal Planbureau aan in 2005 uit te zullen komen op een economische groei van 1,5%. De verwachting is ook dat na ongunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 2004, een fors werkgelegenheidsverlies en een sterk oplopende werkloosheid, de arbeidsmarkt in 2005 weer aantrekt.1
Door het verbreden van de monitor is ook de naam veranderd in “Monitor Economie Dordrecht”.
1.2 Opzet monitor
Hoe heeft Dordrecht zich in economisch opzicht de afgelopen jaren ontwikkeld? Deze Monitor Economie Dordrecht 2004 biedt een actuele beschrijving van de kenmerken en ontwikkelingen van de Dordtse economie en arbeidsmarkt. Hiervoor is een groot aantal gegevens verzameld over de economie en de arbeidsmarkt in Dordrecht. Veelal is daarbij een vergelijking gemaakt met andere gebieden zoals de Drechtsteden, de G262 en Nederland. Deze cijfers en trends bieden voor marktpartijen inzicht in de economische kansen en ontwikkelingen in de stad. Daarnaast vormt de rapportage een instrument voor het monitoren van beleidsdoelstellingen.
In het volgende hoofdstuk van deze monitor wordt allereerst aan de hand van diverse externe onderzoeken een beeld geschetst van de regionale economie. Vervolgens gaan we in op de economische structuur. Hoeveel bedrijven en wat voor bedrijven bevinden zich in Dordrecht. Startende ondernemers stimuleren de economie. Ook zij komen uitgebreid aan bod. Hoofdstuk 2 sluit af met de belangrijkste uitkomsten van de Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat waarin Dordtse ondernemers hun oordeel geven over verschillende aspecten van het ondernemingsklimaat in Dordrecht. Hoofdstuk 3 gaat uitvoerig in op de structuur van en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Deze komt tot uiting in de opbouw en ontwikkelingen van de werkgelegenheid, van de beroepsbevolking en de werkloosheid. Een belangrijke indicator voor het welvaartsniveau van een stad vormt het inkomen van de bevolking. Ontwikkelingen in de omvang en samenstelling van de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt resulteren in verschillende pendelstromen. Hoofdstuk 3 sluit af met een raming van de toekomstige ontwikkeling van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid in Dordrecht. Hoofdstuk 4 behandelt de ruimte voor bedrijvigheid. Hierin presenteren we gegevens over bedrijventerreinen en bedrijfsruimte, kantoorruimte en winkelruimte. De samenvatting, met daarin een overzicht van de belangrijkste bevindingen van deze monitor, treft u voor in dit rapport.
In vergelijking met de Monitor Werk 20023, die vooral inzicht gaf in de structuur en ontwikkelingen van de Dordtse arbeidsmarkt, is deze versie van de monitor verder uitgebreid met onderwerpen als de regionale economie, bedrijvigheid, startende ondernemers, ondernemingsklimaat en de ruimte voor bedrijvigheid. Bij dit laatste moet worden gedacht aan bedrijventerreinen, bedrijfsruimte, kantoor- en winkelruimte. Daarnaast wordt Dordrecht meer als onderdeel van de regio neergezet door ook, daar waar mogelijk, gegevens te presenteren van de Drechtsteden.
Voor de Monitor Economie is gebruik gemaakt van een groot aantal verschillende bronnen. De belangrijkste zijn ons eigen Bedrijvenregister Dordrecht en het LISA voor bedrijvigheid en werkgelegenheid, de periodieke SGB-Enquête beroepsbevolking Dordrecht, Kamer van Koophandel voor startende ondernemers, Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat van Ecorys, CWI en UWV voor werkloosheid, Provincie ZuidHolland voor bedrijventerreinen en diverse grote makelaars voor gegevens over bedrijfs-, kantooren winkelruimte.
Monitor Economie Dordrecht 2004
11
Noten: 1 Macro Economisch Verkenning 2005, Centraal Planbureau, september 2004 2 Alkmaar, Almelo, Amersfoort, Arnhem, Breda, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, ’s Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Tilburg, Venlo, Zaanstad en Zwolle 3 Monitor Werk 2002, Sociaal Geografisch Bureau, juli 2003
12
Monitor Economie Dordrecht 2004
2 Economie van Dordrecht De afgelopen jaren zijn er veel onderzoeken uitgevoerd naar het economisch presteren van steden en regio’s. In dit hoofdstuk kijken we vanuit Dordts oogpunt en dat van de regio naar de uitkomsten daarvan. Daarna gaan we in op de structuur en ontwikkelingen van de bedrijvigheid, zoomen we in op de startende ondernemers en komt het oordeel van de Dordtse ondernemers over het ondernemingsklimaat in Dordrecht aan bod.
2.1 Regionale economie In 2004 laat de economie in de Drechtstreek een wisselend beeld zien (zie tabel 2.1). Export en investeringen ontwikkelen zich positief. Omzet, werkgelegenheid en winst laten een daling zien. Het rendement is vrijwel gelijk gebleven. Landelijk en in het kamergebied Rotterdam als geheel is over het algemeen een positievere ontwikkeling van de economie te zien. Alleen de ontwikkeling van de werkgelegenheid was in het hele kamergebied Rotterdam nog ongunstiger dan in de Drechtstreek. Weliswaar is het vertrouwen onder de ondernemers in de regio toegenomen, de ondernemers in de Drechtstreek hebben minder vertrouwen voor 2005 dan hun collega’s in de hele kamerregio en Nederland1. Een onderzoek van Rabobank Nederland naar de economische groei en kracht van Nederlandse regio’s toont aan dat de regio waarvan Dordrecht deel uitmaakt, Zuidoost-Zuid-Holland, in vergelijking met andere regio’s laag scoort op economische groei. Van de 40 onderscheiden coropregio’s staat deze regio op een 31e positie. Wel een verbetering ten opzichte van het jaar ervoor. Toen stond deze regio nog op een 40e en laatste positie. De ‘economische groei’ in dit onderzoek wordt bepaald op basis van de groei van de winst, de export, de omzet en de werkgelegenheid in het bedrijfsleven in de verschillende regio’s. De ‘economische kracht’ van deze
Tabel 2.1
regio is ten opzichte van andere regio’s duidelijk sterker: een 13e positie. Een jaar eerder stond deze regio iets hoger (10e plaats). De ‘economische kracht’ is beoordeeld aan de hand van de bedrijfsdynamiek, de productiestructuur, de exportgerichtheid en de investeringsbereidheid van de bedrijven2. Dit zou goede perspectieven moeten bieden als de economie weer op gang komt. Belangrijk voor de economische groei en het concurrentievermogen van het regionale bedrijfsleven is innovatie. De ING Bank heeft een zogeheten “Innovatie Monitor” ontwikkeld. Dit instrument meet de innovatiepotentie van een regio ten opzichte van die van Nederland. Volgens deze monitor ligt het ‘innovatiepotentieel’ van deze regio onder het landelijke gemiddelde3. Op ‘economische vitaliteit’, een score die is samengesteld op basis van indicatoren van de economische structuur, de economische groei en het vestigingsklimaat, scoort Dordrecht met een 7,22 relatief gunstig4. Zeker wanneer Dordrecht wordt vergeleken met de G26 in figuur 2.1. Van deze 26 gemeenten hebben er maar acht een hogere economische vitaliteit (Amersfoort, Breda, Eindhoven, ’s Hertogenbosch, Lelystad, Tilburg, Venlo, Zwolle). Binnen de G26 heeft ’s Hertogenbosch (7,85) de hoogste economische vitaliteit. De Nederlandse gemeente met de hoogste economische vitaliteit is Haarlemmermeer (7,99), een gemeente die geen deel uitmaakt van de G26.
Ontwikkeling economie, 2004
Kring Drechtstreek omzet1 export2 winst3 rendement4 werkgelegenheid5 investeringen6 verwachtingen7 Toelichting: 1 groei reële omzet 2004 t.o.v. 2003 in % 2 groei reële export 2004 t.o.v. 2003 in % 3 groei aantal bedrijven met winst in 2004 in % 4 bedrijven met voldoende rendement in 2004 in % 5 werkgelegenheidsgroei 2004 t.o.v. 2003 in % 6 bedrijven met investeringen in 2004 in % 7 index omdernemersvertrouwen 2005
KvK Rotterdam
Nederland
0,7 2,3 -2,5 60 -1,7 57 44
-0,1 1,5 -1,1 60 -0,6 59 46
-0,9 2,2 -3,6 60 -1,4 59 40
Bron: Enquête Regionale Bedrijfsontwikkeling 2004, Kamer van Koophandel
Monitor Economie Dordrecht 2004
13
2.2 Economische structuur
Figuur 2.1 Economische vitaliteit G26, 2003
In 2004 telt Dordrecht ruim 4.300 vestigingen van bedrijven en instellingen. De grootste bedrijfstak in Dordrecht, uitgedrukt in aantal vestigingen, is de handel met bijna 30% van alle vestigingen, gevolgd door de zakelijke dienstverlening (22%) en de overige dienstverlening (21%). In vergelijking met de hele Drechtsteden zijn de verschillen niet bijzonder groot. Ten opzichte van Nederland heeft Dordrecht, en de Drechtsteden, veel bedrijven in de handel en de sector vervoer en opslag (zie figuur 2.3). Daarnaast valt Dordrecht op met een sterke vertegenwoordiging van bedrijven en instellingen in de overige dienstverlening.
Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond
Figuur 2.2 Aantal vestigingen naar bedrijfstak Dordrecht, 2004
Hengelo 's-Hertogenb. Leeuwarden Leiden Lelystad
landbouw /delfstoff en
Maastricht
industrie
Nijmegen
bouw
Schiedam
handel
Tilburg
horeca
Venlo
vervoer/opslag
Zaanstad
zakelijke diensten
Zwolle
overige diensten
gem. G-26
0
0
2
4
6
8
500
1000
1500
10
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht Bron: Bureau Louter
Figuur 2.3 Aandeel vestigingen naar bedrijfstak Dordrecht, Drechtsteden en Nederland, 2004 landbouw/delfstoffen industrie bouw handel horeca vervoer/opslag zakelijke diensten overige diensten 0
5
10
15
20
25
Drechtsteden
Nederland
30
35
% Dordrecht
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
14
Monitor Economie Dordrecht 2004
In tabel 1 in bijlage 1 is de ontwikkeling van het aantal vestigingen tussen 2000 en 2004 naar bedrijfstak en grootteklasse weergegeven. In de periode 2000-2004 is het aantal vestigingen in Dordrecht met 1% (46 vestigingen) afgenomen. In veel bedrijfstakken is het aantal vestigingen gedaald. De grootste krimp zat in de handel, een daling van 135 vestigingen, en in de industrie (43 vestigingen). In de bouw (+73) en de overige dienstverlening (+105) is het aantal vestigingen fors toegenomen. In de bouw gaat het hoogstwaarschijnlijk vooral om zelfstandigen zonder personeel. In 2004 behoren ruim acht op de tien vestigingen in Dordrecht tot het kleinbedrijf met minder dan 10 werkzame personen, bijna twee op de tien vestigingen tot het middenbedrijf met 10 tot 100 werkzame personen en tot het grootbedrijf behoort 1,7% van alle Dordtse vestigingen (zie figuur 2.4). Deze grootbedrijven met meer dan 100 werkzame personen vinden we vooral in de industrie en de overige dienstverlening. Hetzelfde geldt voor het middenbedrijf.
Figuur 2.4 Vestigingen Dordrecht naar bedrijfsgrootte, 2004
2% 17%
2.3 Startende ondernemers Startende ondernemers zijn om diverse redenen belangrijk. Ze genereren extra werkgelegenheid, vaak ontwikkelen ze innovatieve activiteiten, ze bevorderen de concurrentie en stimuleren de economie. Jaarlijks zijn er in Nederland zo’n 60 duizend starters. Het aantal starters hangt samen met de samenstelling van de bedrijvigheid. Tussen de diverse economische sectoren zijn grote verschillen in het aantal starters. In kapitaalintensieve sectoren is het lager dan in de zakelijke dienstverlening. De voornaamste oorzaak daarvan zijn de vereiste investeringen. Ook bepaalde sociaal-culturele verschillen kunnen een rol spelen. Zo hebben sommige regio’s van oudsher meer een ‘starterstraditie’ dan andere. In Nederland is het aantal startende ondernemers in 2004 gestegen tot een recordhoogte van 65.000, 11.000 meer dan in 2003. In Dordrecht zijn er in 2004 569 en in de Drechtsteden 1.173 startende ondernemers geteld5. In 2003 waren dat er respectievelijk 510 en 989. Het lichte economische herstel heeft zich dus vertaald in een stijging van het aantal startende ondernemers (zie figuur 2.5). In Dordrecht en de Drechtsteden zitten de meeste startende ondernemers in de zakelijke dienstverlening, detailhandel en de verzorgende dienstverlening. Een sector waarin ook veel ondernemers een bedrijf zijn begonnen is de bouw (figuur 2.6).
Figuur 2.5 Aantal startende ondernemers Dordrecht en Drechtsteden
1400
81%
1200 1000
1-9 werkzame personen
800
10-99 werkzame personen
600
> 100 werkzame personen
400 200 0
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
1999
2000
2001
Dordrecht
De groei van het aantal vestigingen in de overige dienstverlening en de bouw heeft zich vooral voorgedaan in het kleinbedrijf. De krimp in de handel is toe te schrijven aan een forse daling van het aantal vestigingen in het kleinbedrijf. De krimp in de industrie vindt over de hele linie plaats.
Monitor Economie Dordrecht 2004
2002
2003
2004
Drechtsteden
Bron: Kamer van Koophandel
15
De afgelopen jaren heeft het ondernemerschap in Dordrecht zich positief ontwikkeld. Zo werden hier bovengemiddeld veel bedrijven gestart. Figuur 2.7 geeft het aantal startende ondernemers in 2003 afgezet tegen de omvang van de beroepsbevolking in de G26. In vergelijking met andere G26 gemeenten heeft Dordrecht veruit de meeste startende ondernemers als aandeel van de beroepsbevolking. Alleen Schiedam komt wat dit betreft met 8,3 startende ondernemers enigszins in de buurt van Dordrecht.
Figuur 2.6 Startende ondernemers Dordrecht en Drechtsteden naar sector, 2004 (%) industrie bo uw
gro o thandel detailhandel zakelijke diensten verzo rgende diensten o verige 0
10
20
30
Drechtsteden
40
Do rdrecht
Bron: Kamer van Koophandel
Figuur 2.7 Startende ondernemers G26, 2003 (% van de beroepsbevolking)
Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer
Figuur 2.8 Aantal starters en opheffingen Dordrecht 700
Dordrecht Eindhoven Emmen
600 500
Enschede Groningen
400 300
Haarlem Heerlen Helmond
200 100
Hengelo 's-Hertogenb. Leeuwarden
0 1999
2000
Leiden Lelystad
starters
Maastricht Nijmegen Schiedam
Bron: Kamer van Koophandel
Tilburg Venlo Zaanstad Zwolle G26 0
0,2
0,4
0,6 %
Bron: Kamer van Koophandel en CBS
16
Helaas gaat een groot aantal starters vaak gepaard met een groot aantal opheffingen. Dit wordt mede veroorzaakt doordat startende bedrijven in de eerste jaren van hun bestaan een grote kans hebben het niet te redden. In figuur 2.8 zijn voor Dordrecht het aantal starters en opheffingen sinds 1999 naast elkaar weergegeven. Tot 2002 was het aantal starters duidelijk hoger dan het aantal opheffingen. In 2002 ligt het aantal starters nog maar iets boven het aantal opheffingen, in 2003 zijn er zelfs meer opheffingen dan starters. Het effect van de ontwikkeling van hoogconjunctuur naar laagconjunctuur is hierin duidelijk te zien. Benadrukt dient te worden dat het hier om alle opheffingen gaat, dus niet alleen van recente starters. De ontwikkeling van het aantal starters en opheffingen in Dordrecht is vergelijkbaar met die in Nederland.
0,8
1
2001
2002
2003
o pheffingen
Kenmerken startende ondernemers Wie zijn nu die startende ondernemers? Welke etniciteit hebben ze? Hoe oud zijn ze? Tabel 2.2 geeft hiervan een overzicht. Ruim driekwart van de startende ondernemers in Dordrecht is Nederlander. Dit aandeel ligt iets onder het gemiddelde voor de Drechtsteden en Nederland (82%). Dordrecht heeft dus relatief wat meer allochtone starters. Bijna een kwart (23%) van de startende ondernemers in Dordrecht is van allochtone afkomst (zie figuur 2.9). Het aandeel allochtone
Monitor Economie Dordrecht 2004
starters in de Drechtsteden en Nederland is respectievelijk 17% en 18%. Onder de allochtone startende ondernemers in Dordrecht zijn Turken (4%) het sterkst vertegenwoordigd, gevolgd door Marokkanen (3%)6. Iets meer dan een derde deel van de startende ondernemers in Dordrecht is tussen de 30 en de 39 jaar oud. Bijna drie op de tien startende ondernemers zijn jonger dan 30 jaar en iets minder dan een kwart is tussen de 40 en de 49 jaar oud. Het aandeel startende ondernemers van 50 jaar of ouder ligt in Dordrecht met 12% gelijk aan het landelijke gemiddelde.
Figuur 2.9 Startende ondernemers naar etniciteit, 2004 (%)
%
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Dordrecht Drechtsteden Nederland autochtonen
Minstens tweederde van de startende ondernemers in Dordrecht is man, minstens een kwart is vrouw. Deze verhouding komt overeen met die in de Drechtsteden. In Nederland zijn er naar verhouding iets meer vrouwelijke startende ondernemers.
Tabel 2.2
allochtonen
Bron: Kamer van Koophandel
Startende ondernemers, 2004
Dordrecht aantal
%
Drechtsteden aantal
%
Nederland %
437 16 23 11 5 77
77 3 4 2 1 14
970 20 30 17 10 126
83 2 3 1 1 11
82 1 2 2 1 12
172 194 135 68
30 34 24 12
354 426 253 140
30 36 22 12
29 37 23 12
377 143 49
66 25 9
793 303 77
68 26 7
63 29 8
569
100
1.173
100
100
etniciteit Nederlanders Marokkanen Turken Surinamers Antillianen overig
leeftijd tot 30 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50 jaar e.o.
geslacht mannen vrouwen onbekend totaal Bron: Kamer van Koophandel
Monitor Economie Dordrecht 2004
17
2.4 Ondernemersklimaat Een goed ondernemingsklimaat is een belangrijke randvoorwaarde voor een goed functionerende economie met een krachtige en dynamische marktsector. Van belang daarbij is dat bedrijven optimaal kunnen worden gefaciliteerd en gestimuleerd in hun bedrijfsvoering. Uit de laatste meting van het onderzoek Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat7 2004/2005 blijkt dat de Dordtse ondernemers het ondernemingsklimaat in Dordrecht waarderen met een 6,5. Hiermee scoort Dordrecht even hoog als de G30. Sinds de nulmeting in 1999/2000 is de waardering voor het Dordtse ondernemingsklimaat volgens de eigen ondernemers iets toegenomen. Naast het algemeen oordeel over het ondernemingsklimaat staan in tabel 2.3 de ondernemingsoordelen op een aantal aspecten die deel uitmaken van het ondernemingsklimaat.
Tabel 2.3
Duidelijk is dat Dordrecht het best scoort op de fysieke onderdelen met vooral positieve ontwikkelingen sinds de nulmeting. Alleen de autobereikbaarheid is volgens de Dordtse ondernemers minder geworden. Op de beleidsthema’s starters, acquisitie en arbeidsmarkt en de thema’s die te maken hebben met de gemeentelijke dienstverlening is de waardering lager. Ondernemers zijn nog het meest positief over de kwaliteit van de publieke diensten en het meest kritisch over de lokale lasten. Van de niet-fysieke onderdelen is er verbetering geboekt op startersbeleid en duidelijkheid van de gemeentelijke organisatie en beleid/regelgeving. Bij het beoordelen van het ondernemingsklimaat hechten de Dordtse ondernemers de meeste waarde aan verkeersbeleid en parkeren en dienstverlening en vergunningverlening.
Oordeel ondernemingsklimaat Dordrecht
1999/2000
2004/2005
algemeen oordeel ondernemingsklimaat
6,4
6,5
ontwikkeling +
beschikbare ruimte bereikbaarheid per auto parkeermogelijkheden bereikbaarheid per openbaar vervoer veiligheid omgeving bedrijfspand staat van openbare ruimte
5,9 7,0 5,9 5,1 6,1 6,6
6,4 6,8 6,2 6,3 6,6 6,4
+ + + + =
startersbeleid promotie- en acquisitiebeleid arbeidsmarktbeleid
6,0 6,1 6,4
6,2 6,2 6,3
+ = =
5,9 5,9 5,6 5,4
6,1 5,8 5,9 5,5
+ = + =
duidelijkheid gemeentelijke organisatie kwaliteit gemeentelijke dienstverlening duidelijkheid gemeentelijk beleid/regelgeving lokale lasten Bron: BGO, Ecorys
Noten: 1 Enquête Regionale Bedrijfsontwikkeling 2004, Kring Drechtstreek; Kamer van Koophandel Rotterdam; 2005 2 Visie op provinciale dynamiek 2005; Rabobank Stafgroep Economisch Onderzoek; juni 2005 3 Regio in economisch perspectief; ING Bank; oktober 2004 4 Het Nederlands kampioenschap economisch vitale gemeenten 2003; Bureau Louter; november 2003 5 Een startende ondernemer is een persoon die in het jaar voorafgaande aan de start van de onderneming nog niet zelfstandig economisch actief was en die een nieuw bedrijf vestigt. Ondernemers die een bedrijf van een ander overnemen vallen hier niet onder. 6 De nationaliteit van ondernemers wordt sinds de nieuwe handelsregisterwet van 1998 niet meer geregistreerd. Dit gegeven kan enigszins benaderd worden via het geregistreerde geboorteland. Doordat allochtoon ondernemerschap slechts op geboorteland kan worden gesignaleerd geeft dit problemen voor de tweede en derde generatie allochtonen. Deze zijn vaak in Nederland geboren. De tweede en derde generatie allochtonen kunnen daardoor niet in de cijfers worden opgenomen. In de komende jaren zal het aantal ondernemers van allochtone afkomst daarom steeds grotere hiaten gaan vertonen. 7 Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat, Resultaten eindmeting gemeente Dordrecht; Ecorys Nederland BV; mei 2005
18
Monitor Economie Dordrecht 2004
3 Arbeidsmarkt Bedrijven, organisaties en instellingen zorgen als vragers naar arbeid voor werkgelegenheid. De beroepsbevolking is het aanbod op de arbeidsmarkt. Verschillen tussen vraag en aanbod resulteren in werkloosheid en pendel. Al deze aspecten komen in dit hoofdstuk aan bod. We sluiten af met een raming van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid tot 2010.
3.1 Werkgelegenheid Na een periode van aanhoudende economische groei in Nederland sinds eind jaren negentig is in 2002 een einde gekomen aan de groei van de werkgelegenheid. Tabel 3.1 en figuur 3.1 laten zien hoe de werkgelegenheid in Dordrecht, Drechtsteden en Nederland zich vanaf 2000 heeft ontwikkeld. In Dordrecht is in het laatste jaar, tussen 2003 en 2004, het aantal personen dat 12 of meer uur per week werkt met 1,5% gedaald. In de Drechtsteden is de werkgelegenheid nog sterker gedaald (-2,9%). Over dezelfde periode is de landelijke werkgelegenheid maar met 0,8% afgenomen. Tussen 2000 en 2004 stijgt het aantal personen dat 12 of meer uur per week werkt in Dordrecht met ruim 100 personen. Dit betekent een groei van 0,2%. De ontwikkeling in Dordrecht sinds 2000 blijft hiermee achter bij die in Nederland (+1,8%). De GSB-doelstelling, een groei van de werkgelegenheid in Dordrecht die minimaal gelijk
Tabel 3.1
moet zijn aan de landelijke groei, wordt – ondanks de relatief gunstige ontwikkeling in Dordrecht tussen 2002 en 2003– dan ook niet bereikt. In 2004 is in Nederland 86% en in Dordrecht 95% van de werkzame personen 12 uur of meer per week werkzaam. Het aantal banen van minder dan 12 uur is ten opzichte van 2000 met ruim 400 werkzame personen afgenomen, een daling van ruim 12%. De oorzaak ligt vermoedelijk bij een verschuiving van het aantal kleine deeltijdbanen naar grotere deeltijdbanen. Overigens neemt in de laatste jaren het aantal kleine deeltijdbanen weer toe. In figuur 3.1 is duidelijk te zien dat de stijging van de werkgelegenheid in Nederland tot 2002 daarna wordt omgezet in een daling, terwijl de werkgelegenheid in Dordrecht tussen 2002 en 2003 nog licht stijgt. Daarna daalt ook hier de werkgelegenheid.
Werkgelegenheid Dordrecht, Drechtsteden en Nederland
Dordrecht absoluut index < 12 uur per week 2000 2001 2002 2003 2004 ≥ 12 uur per week 2000 2001 2002 2003 2004
Drechtsteden absoluut
index
Nederland absoluut
index
3.298 2.608 2.373 2.476 2.887
100,0 79,1 72,0 75,1 87,5
6.216 6.904 6.617 6.715 7.936
100,0 111,1 106,5 108,0 127,7
935.479 948.973 980.976 1.017.846 1.042.783
100,0 101,4 104,9 108,8 111,5
50.299 50.510 51.099 51.200 50.408
100,0 100,4 101,6 101,8 100,2
106.372 106.961 108.905 109.043 105.864
100,0 100,6 102,4 102,5 99,5
6.378.464 6.544.171 6.592.541 6.541.817 6.491.915
100,0 102,6 103,4 102,6 101,8
100,0 99,1 99,8 100,1 99,4
112.588 113.865 115.522 115.758 113.800
100,0 101,1 102,6 102,8 101,1
7.313.943 7.493.144 7.573.517 7.559.663 7.534.698
100,0 102,5 103,5 103,4 103,0
totaal 2000 53.597 2001 53.118 2002 53.472 2003 53.676 2004 53.295 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Monitor Economie Dordrecht 2004
19
Figuur 3.1 Ontwikkeling werkgelegenheid
Figuur 3.2 Ontwikkeling werkgelegenheid G26 (%)
105 104
Alkmaar Almelo
103 102
Amersfoort
101 100
Arnhem Breda
99 2000
2001
2002
2004
Deventer
Drechtsteden
Eindhoven
2003
Dordrecht
Dordrecht Nederland
Emmen Enschede
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Groningen Haarlem
Sinds 2000 is de werkgelegenheid in Dordrecht vrijwel gelijk gebleven, een zeer lichte groei van 0,2%. In de Drechtsteden1 is de werkgelegenheid iets afgenomen (-0,5%). Landelijk is er een groei van 1,8%. Deze ontwikkelingen zijn in figuur 3.1 duidelijk zichtbaar.
Heerlen Helmond Hengelo 's-Hertogenbosch Leeuwarden
Figuur 3.2 geeft een overzicht van de groei van de werkgelegenheid in de G26-gemeenten en in Nederland tussen 2000 en 2004 en in het laatste jaar, tussen 2003 en 2004. De ontwikkeling van de werkgelegenheid in Dordrecht tussen 2000 en 2004 (+0,2%) blijft achter bij die van de G26 (+1,5%). Tussen 2003 en 2004 ontwikkelt de werkgelegenheid in Dordrecht zich met een krimp van 1,5% ongunstiger dan gemiddeld in de G26-gemeenten (-0,8%).
Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam Tilburg Venlo Zaanstad Zwolle
In de meeste G26-gemeenten zien we tussen 2000 en 2004 een groei van de werkgelegenheid. De grootste positieve uitschieters zijn Leeuwarden (+8,3%), Lelystad (+7,7%), Haarlem (+7,2%) en Alkmaar (+7,1%). Enkele negatieve uitschieters zijn Helmond (-6,6%) en Hengelo (-4,4%).
G26 Nederland
-10
-5
0 %
5
10
2003-2004 2000-2004
Tussen 2003 en 2004 vertoont het merendeel van de G26-gemeenten een daling van het aantal werkzame personen. Positieve uitschieters zijn Alkmaar (+4,5%), Lelystad (+1,9%) en Eindhoven (+1,6%).
20
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Werkgelegenheid naar bedrijfsgrootte In Dordrecht komt een groot deel van de werkgelegenheid voor rekening van bedrijven met 10 tot 99 werkzame personen. Bijna vier op de tien banen zijn in deze categorie, het middenbedrijf, te vinden. Desalniettemin is het grootbedrijf (vanaf 100 werkzame personen) de grootste werkgever: in iets minder dan 2% van alle Dordtse bedrijven en instellingen is 43% van de werkgelegenheid geconcentreerd in het grootbedrijf. Het kleinbedrijf (1 tot 10 werkzame personen), zo’n 82% van alle vestigingen, is goed voor 18% van de totale Dordtse werkgelegenheid.
Monitor Economie Dordrecht 2004
Eerder zagen we dat de werkgelegenheid in Dordrecht sinds 2000 licht is toegenomen, een groei van 0,2%. Deze ontwikkeling is vooral te danken aan de groei van de werkgelegenheid in het middenbedrijf (+1,7%). In het kleinbedrijf is de werkgelegenheid gelijk gebleven en in het grootbedrijf afgenomen (-1,1%).
dienstverlening in Dordrecht sterker vertegenwoordigd dan in de Drechtsteden (28,5%) en Nederland (30,8%). In de zakelijke dienstverlening ligt de werkgelegenheid in Dordrecht en de Drechtsteden daarentegen met respectievelijk 13,6% en 13,9% onder het landelijk gemiddelde (18,0%). Opvallend is de sterke vertegenwoordiging van de werkgelegenheid in de bouw en handel in de Drechtsteden. Zowel in Dordrecht als in de Drechtsteden is de horeca ondervertegenwoordigd.
Structuur werkgelegenheid De meeste werkgelegenheid (37,6%) bevindt zich in Dordrecht in de overige dienstverlening (tabel 3.2, figuur 3.3). Hiermee is de overige
Tabel 3.2
Werkgelegenheid naar bedrijfstak, 2004
Dordrecht absoluut landbouw/delfstoffenwinning industrie/nutsbedrijven bouwnijverheid handel/reparatie horeca vervoer/opslag/communicatie zakelijke dienstverlening overige dienstverlening
Drechtsteden absoluut
%
Nederland absoluut
%
%
173 7.482 4.156 8.236 1.050 3.500 6.846 18.965
0,3 14,8 8,2 16,3 2,1 6,9 13,6 37,6
1.037 16.446 13.021 20.460 2.124 7.970 14.679 30.127
1,0 15,5 12,3 19,3 2,0 7,5 13,9 28,5
238.377 933.561 457.502 1.071.745 191.303 432.463 1.166.510 2.000.424
3,7 14,4 7,0 16,5 2,9 6,7 18,0 30,8
totaal 50.408 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en Lisa
100,0
105.864
100,0
6.491.915
100,0
Figuur 3.3 Aandeel werkgelegenheid naar bedrijfstak Dordrecht, Drechtsteden en Nederland, 2004
landbouw/delfstoffenwinning industrie/nutsbedrijven bouwnijverheid handel horeca vervoer/opslag zakelijke dienstverlening overige dienstverlening 0
5
10
15
20
25
30
35
40
% Dordrecht
Drechtsteden
Nederland
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Monitor Economie Dordrecht 2004
21
Figuur 3.4 geeft een vergelijking tussen Dordrecht en de G26 wat betreft het aandeel van de werkgelegenheid per bedrijfstak. In vergelijking met de andere G26 gemeenten zien we in Dordrecht een wat grotere werkgelegenheid in de bouwnijverheid, handel en vervoer/opslag. Het aandeel werkgelegenheid in de zakelijke dienstverlening ligt in Dordrecht daarentegen duidelijk onder het gemiddelde voor de G26.
heidsfunctie van Dordrecht minder sterk is dan men qua bevolkingsomvang zou verwachten. In de G26 is de werkgelegenheidsdichtheid gemiddeld bijna 70. In figuur 3.5 zien we de werkgelegenheidsdichtheid per bedrijfstak in Dordrecht en de G26. De bedrijfstakken die in Dordrecht sterk vertegenwoordigd zijn (zie figuur 3.4), hebben ook een hogere werkgelegenheidsdichtheid dan in de G26 gemiddeld. Het gaat hier om de bouw en vervoer/opslag. Kenmerkend voor de overige dienstverlening is een hoge werkgelegenheidsdichtheid. Deze is in Dordrecht lager dan in de G26.
Werkgelegenheidsdichtheid Het belang van de werkgelegenheidsfunctie kan worden uitgedrukt in het aantal banen per 100 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. Dordrecht heeft momenteel een werkgelegenheidsdichtheid van bijna 63. Dit betekent dat de werkgelegen-
Figuur 3.4 Aandeel werkgelegenheid naar bedrijfstak Dordrecht en G26, 2004
landbouw/delfstoffenw. industrie bouw handel horeca vervoer/opslag zakelijke diensten overige diensten 0
5
10
15
20
25
30
35
40
% Dordrecht
G26
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA Figuur 3.5 Werkgelegenheidsdichtheid per bedrijfstak Dordrecht en G26, 2004 (%)
landbouw/delfstoffenw. industrie bouw handel horeca vervoer/opslag zakelijke diensten overige diensten 0
5
10
% Dordrecht
15
20
25
G26
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
22
Monitor Economie Dordrecht 2004
30
Werkgelegenheid per bedrijfsklasse Tot dusver is in dit hoofdstuk gekeken naar de werkgelegenheid op het niveau van bedrijfstakken. Tabel 4 in bijlage 1 geeft een uitgebreid overzicht van de werkgelegenheid op het niveau van bedrijfsklassen. Uit deze tabel blijkt dat de meeste werkgelegenheid in Dordrecht zich bevindt in de zorgsector. Meer dan 9.200 personen zijn werkzaam in de gezondheids- en welzijnszorg. Van groot belang voor de werkgelegenheid in Dordrecht zijn verder de overige zakelijke dienstverlening (met 5.073 werkzame personen), openbaar bestuur (4.036) en de bouw (4.156).
sectorstructuur de komende jaren zichtbaar gaat veranderen. Van bovengenoemde sectoren zien we in tabel 3.3 dat in het toerisme en recreatie en de zorg in de afgelopen jaren het aantal banen is gegroeid. In de overige sectoren is sprake van krimp. Vooral in de ICT is de werkgelegenheid in Dordrecht - overigens net als landelijk fors gedaald. In de zakelijke dienstverlening is het aantal banen in het laatste jaar wel weer gegroeid.
Tabel 3.3
Werkgelegenheid economische clusters Dordrecht
2000
Eerder zagen we ook dat tussen 2000 en 2004 in Dordrecht de werkgelegenheid, uitgedrukt in aantal personen dat 12 of meer uur per week werkt, met ruim 100 is toegenomen. Tussen de verschillende bedrijfsklassen bestaan echter aanzienlijke verschillen. Uit tabel 4 in bijlage 1 blijkt duidelijk dat de forse groei in de overige dienstverlening vooral is te danken aan de enorme groei in de gezondheids- en welzijnszorg en het onderwijs. In de zorgsector is de werkgelegenheid met 1.526 banen toegenomen en in het onderwijs met 604 banen. Buiten de dienstverlening constateren we een duidelijk positieve ontwikkeling in de bouw (+192) en handel en reparaties van auto’s/benzinestations (+181). De werkgelegenheid in de volgende bedrijfsklassen is sterk gekrompen: aardolieverwerkende industrie/chemische industrie (-264), metaal(producten)industrie (-497, Lips Nederland), auto-industrie/transportmiddelenindustrie (-248), nutsbedrijven (-275), detailhandel (-176), computerservice bureau’s (-201). In het Regionaal Meerjaren Ontwikkelingsprogramma voor 2005-2009 vormt het verbreden van de economische structuur een van de (outcome)doelstellingen op het terrein werk en inkomen2. Met deze doelstelling wordt het vergroten van de economische kracht van de stad beoogd. De steden zijn belangrijke motoren van de economie en daarom is het van belang de economische groei van de steden te versterken. Samen met de overige Drechtsteden kiest Dordrecht ervoor om de economische ontwikkeling te richten op het versterken van de economische sectoren waar de Drechtsteden zich al in bewezen hebben, zoals de maritieme cluster en de metalectro. Beide sectoren zijn echter onvoldoende banenmotor (zie tabel 3.3). Daarom worden andere opkomende branches gestimuleerd als de horeca en toerisme, detailhandel, zakelijke dienstverlening, ICT en de zorgsector. Het gaat er in de regio om de eenzijdige sectorstructuur te doorbreken, groei te realiseren in nieuwe economische sectoren en aan te haken bij de kenniseconomie met als gevolg dat de
Monitor Economie Dordrecht 2004
2004
ICT 1.346 553 metalectro 3.247 2.305 maritieme 5.690 4.552 cluster detailhandel 3.678 3.502 horeca 1.175 1.050 zakelijke 7.312 6.846 dienstverlening toerisme en 1.622 1.677 recreatie zorg 7.726 9.252 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
2000-2004 abs. -793 -942 -1.138
% -59 -29 -20
-176 -125 -466
-5 -11 -6
55
3
1.526
20
Ontwikkeling per bedrijfstak vergeleken Hoe verhoudt de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de diverse bedrijfstakken in Dordrecht en de Drechtsteden zich tot de landelijke ontwikkelingen? In figuur 3.6 is deze vergelijking weergegeven. Zowel in Dordrecht, de Drechtsteden als Nederland daalt de werkgelegenheid in de industrie. Verschil met de landelijke ontwikkeling is dat in Dordrecht, en in mindere mate de Drechtsteden, de industrie sterker is afgenomen. In de bouw is de werkgelegenheid in Dordrecht en in de Drechtsteden gegroeid. Landelijk gezien is in deze sector sprake van een krimp. In de handel is de werkgelegenheid in Dordrecht licht gegroeid, terwijl deze in de Drechtsteden en Nederland iets is afgenomen. In de regio, en vooral in Dordrecht, is de werkgelegenheid in de horeca afgenomen. De horeca in Nederland vertoont daarentegen een lichte groei in de werkgelegenheid. In de bedrijfstak vervoer en opslag vertoont de werkgelegenheid in Dordrecht en de Drechtsteden een krimp. In Nederland is de werkgelegenheid in deze bedrijfstak gelijk gebleven. In tegenstelling tot de Drechtsteden, maar vooral Nederland, is de werkgelegenheid in de zakelijke dienstverlening in Dordrecht afgenomen. In de overige dienstverlening ten slotte is de groei in Dordrecht gelijk aan de landelijke groei.
23
Figuur 3.6 Ontwikkeling werkgelegenheid per bedrijfstak, 2000-2004 (%)
landbo uw/delfsto ffen industrie bo uw handel ho reca vervo er/o pslag zakelijke diensten o verige diensten to taal -25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
%
Do rdrecht
Drechtsteden
Nederland
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en LISA
Figuur 3.7 Verandering werkgelegenheid Dordrecht naar oorzaak
totale groei
saldo uitbreiding en inkrimping
saldo verandering sbi-sectie
saldo oprichting/vestiging en opheffing/vertrek -1200
-1000
-800
-600
-400
2003-2004
-200
0
200
400
2002-2003
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht (bewerking SGB)
Dynamiek werkgelegenheid De ontwikkeling van de werkgelegenheid is een per saldo ontwikkeling van een aantal tegengestelde bewegingen. Zo komen er jaarlijks arbeidsplaatsen bij door oprichtingen, door uitbreiding van bestaande bedrijvigheid of door vestiging van bedrijven die van elders komen. Andersom verdwijnen er ieder jaar ook arbeidsplaatsen als gevolg van opheffingen, inkrimping van bestaande bedrijvigheid en vertrek van vestigingen naar elders. Figuur 3.7 laat zien hoe de verandering in de
24
werkgelegenheid in de laatste twee jaar, tussen 2002 en 2003 en tussen 2003 en 2004, tot stand is gekomen. De tabellen 6 en 7 in bijlage 1 geven hiervan een volledig overzicht per bedrijfstak. Tussen 2002 en 2003 is de groei van de werkgelegenheid (+101) voornamelijk tot stand gekomen door een positief saldo van uitbreiding en inkrimping (+175) van bestaande vestigingen. Door oprichting en vestiging van nieuwe bedrijven zijn er minder nieuwe banen gegenereerd dan er door opheffing en vertrek van bedrijven zijn verdwenen (-105). Tussen 2003 en 2004 zien we andere ontwikkelingen. De krimp
Monitor Economie Dordrecht 2004
in werkgelegenheid met 792 banen is vooral het gevolg van een fors negatief saldo door uitbreiding en inkrimping (-946) van bestaande vestigingen. Het saldo als gevolg van oprichting en vestiging van nieuwe bedrijven enerzijds en opheffing en vertrek van bedrijven anderzijds is licht positief (+25). Kijken we naar de afzonderlijke bedrijfstakken dan valt op de grote dynamiek in de zakelijke dienstverlening en de handel (en reparatie). Vacatures Wanneer werknemers vertrekken of wanneer een organisatie uitbreidt, ontstaan er vacatures. Het aantal ontstane vacatures zegt iets over de personeeldynamiek. Een deel van de vacatures die ont -staan bij werkgevers wordt aangemeld bij de Centra voor Werk en Inkomen (CWI). In de laatste 12 maanden voor oktober 2004 zijn er in Dordrecht ruim 1.648 vacatures aangemeld. In de Drechtsteden zijn in totaal 2.689 vacatures aangemeld. Het voorzichtige herstel van de economie is al duidelijk te zien in de ontwikkeling van het aantal vacatures in de afgelopen drie jaar. Vooral in Dordrecht, en in mindere mate in de Drechtsteden, is het aantal aangemelde vacatures fors gestegen (zie tabel 3.4). Meer dan de helft van de vacatures ontstaan in de zakelijke dienstverlening, 19% in de overige dienstverlening en 8% in de detailhandel.
Tabel 3.4
Ingediende vacatures laatste 12 maanden per oktober
2002 2003 2004 2002-2004 Bron: CWI
Dordrecht
Drechtsteden
Nederland
803 875 1.648
1.667 1.554 2.689
171.685 174.314 222.165
+105%
+61%
+29%
3.2 Beroepsbevolking De beroepsbevolking is het aanbod op de arbeidsmarkt. Alle mensen van 15 tot en met 64 jaar die zich aanbieden op de arbeidsmarkt behoren tot de beroepsbevolking.
Monitor Economie Dordrecht 2004
Voor de omvang en de samenstelling van de Dordtse beroepsbevolking, en de ontwikkelingen hierin, is gebruik gemaakt van uitkomsten van de Enquête Beroepsbevolking Dordrecht (zie bijlage 2). Om de twee jaar vindt dit onderzoek via het Stadspanel plaats onder de Dordtse bevolking van 18 jaar en ouder. De laatste meting heeft medio 2004 plaats gevonden. Deze paragraaf doet verslag van de ontwikkeling van de bruto en netto participatie op de arbeidsmarkt en daarmee van de werkzame en werkloze beroepsbevolking. Tevens komen van de werkzame beroepsbevolking het woon-werkverkeer en het vervoermiddelgebruik in het woonwerkverkeer aan de orde. Potentiële beroepsbevolking Om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van de beroepsbevolking is het raadzaam te kijken naar de ontwikkelingen van de totale bevolking. In het bijzonder zijn hierbij de ontwikkelingen in de leeftijdscategorie 15-64 jaar, de zogeheten ‘potentiële beroepsbevolking’ interessant. De potentiële beroepsbevolking vormt immers de basis voor de beroepsbevolking. Dordrecht telde op 1 januari 2004 bijna 119.690 inwoners, 80.514 personen hiervan maken deel uit van de potentiële beroepsbevolking. Na een periode van relatief sterke groei tussen 1995 en 2002, heeft zich in 2003 een daling van de potentiële beroepsbevolking in Dordrecht ingezet. Tussen 2002 en 2004 is de potentiële beroepsbevolking in Dordrecht met 0,5% afgenomen, van 80.866 in 2002 naar 80.514 in 2004. Op landelijk niveau is de potentiële beroepsbevolking tussen 2002 en 2004 echter met 0,8% toegenomen. De groei van de potentiële beroepsbevolking in Dordrecht ten opzichte van 1995 is hiermee anno 2004 nog maar iets groter dan de groei in Nederland (zie figuur 3.8). Hoe verhoudt de potentiële beroepsbevolking zich tot de overige leeftijdsgroepen (0-14 jaar en 65 jaar en ouder)? Tabel 3.5 laat dit zien, evenals de ontwikkeling hierin vanaf 1995. In 2004 is in vergelijking met 2002 het aandeel 014 jarigen in de Dordtse bevolking licht gedaald. Het aandeel 15-64 jarigen en het aandeel 65plussers zijn in dezelfde periode licht gestegen.
25
Arbeidsparticipatie Niet alle 15-64 jarigen worden tot de beroepsbevolking gerekend. Een deel van deze potentiële beroepsbevolking wil of kan niet werken. Over het algemeen behoren scholieren en studenten en vrouwen die zich fulltime bezighouden met de verzorging van hun kinderen niet tot de beroepsbevolking. Daarnaast is er een grote groep mensen die zich van de arbeidsmarkt heeft teruggetrokken, vanwege bijvoorbeeld vervroegde pensionering of arbeidsongeschiktheid. De beroepsbevolking bestaat dus uit alle mensen in de leeftijdsgroep 15-64 jaar die werken of willen werken. Het gaat daarbij om iedereen die minstens 12 uur per week betaald werk verricht of daar actief naar op zoek is. Mensen met een baantje van minder dan 12 uur worden dus niet tot de beroepsbevolking gerekend.
Figuur 3.8 Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking 110
105
100
95 '95
'97
'99
'01
Do rdrecht
'03
Nederland
Bron: SGB en CBS
De ‘demografische druk’ is de verhouding tussen de bevolking jonger dan 15 jaar en de bevolking ouder dan 64 jaar ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking (ook wel aangeduid als ‘afhankelijkheidsratio’). Deze ‘demografische druk’ is sinds 1995 licht gedaald. De demografische druk is een optelsom van de ‘groene druk’ en de ‘grijze druk’ (respectievelijk de verhouding tussen de 0-14 jarigen en de 65-plussers enerzijds en de potentiële beroepsbevolking anderzijds). In vergelijking met 2002 is de groene druk in Dordrecht in 2004 licht gedaald, terwijl de grijze druk in 2004 juist iets is toegenomen.
Tabel 3.5
De bruto arbeidsparticipatie geeft aan welk deel van de potentiële beroepsbevolking zich ook werkelijk aanbiedt op de arbeidsmarkt. Nederlandse vrouwen participeren nog altijd minder op de arbeidsmarkt dan mannen, maar ze zijn wel met een inhaalslag bezig. In Dordrecht is dat niet anders. In Dordrecht bedraagt de arbeidsdeelname van mannen in 2004 80% en van vrouwen 61%. In de afgelopen jaren is de arbeidsparticipatie van vrouwen zowel in Dordrecht als in Nederland toegenomen (zie tabel 3.6). De arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen in Dordrecht ligt iets boven het landelijke gemiddelde.
Leeftijdsopbouw bevolking en demografische druk Dordrecht
1995 aantal 0-14 jarigen 15-64 jarigen 65-plussers
21.183 76.607 16.304
1999 aantal
% 18,6 67,1 14,3
22.604 80.314 16.555
% 18,9 67,2 13,9
2000 aantal 22.722 80.547 16.537
2002 aantal
% 19,0 67,2 13.8
22.841 80.866 16.550
2004 aantal
% 19,0 67,2 13,8
22.555 80.514 16.621
% 18,8 67,3 13,9
groene druk1 27,7 28,1 28,2 28,2 28,0 grijze druk2 21,3 20,6 20,5 20,5 20,6 demograf. druk3 48,9 48,8 48,7 48,7 48,6 Toelichting: 1 groene druk is de verhouding tussen de 0-14 jarigen en de 15-64 jarigen 2 grijze druk is de verhouding tussen de 65-plussers en de 15-64 jarigen 3 demografische druk is de verhouding tussen de 0-14 jarigen en 65-plussers enerzijds en de 15-64 jarigen anderzijds Bron: SGB
Tabel 3.6
Bruto arbeidsparticipatie naar geslacht
mannen 1995 77 1999 79 2000 80 2002 78 2004 80 Bron: Stadspanel en CBS
26
Dordrecht vrouwen
totaal
mannen
Nederland vrouwen
totaal
52 55 56 58 61
64 67 68 68 71
75 78 79 79 79
48 53 55 56 58
62 66 67 68 69
Monitor Economie Dordrecht 2004
Beroepsbevolking De ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking en de participatie van die potentiële beroepsbevolking op de arbeidsmarkt bepalen samen de ontwikkeling van de totale beroepsbevolking. De beroepsbevolking van Dordrecht bedraagt anno 2004 zo´n 57.000 personen (zie tabel 3.7). Ten opzichte van 1995 betekent dit een groei van 7.500 personen, een relatieve groei van ruim 12%. Sinds 2002 is de beroepsbevolking met ongeveer 1.800 personen toegenomen (3,2%). Tabel 3.7
Beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht
1995 1999 2000 2002 2004 1995-2004 absoluut %
mannen
vrouwen
totaal
29.800 32.000 32.400 31.800 32.400
19.700 22.000 22.500 23.400 24.600
49.500 54.000 54.900 55.200 57.000
+2.600 +8,7
+4.900 +24,9
+7.500 +15,2
2002-2004 absoluut +600 % +1,9 Bron: Stadspanel
+1.200 +4,9
+1.800 +3,2
De beroepsbevolking bestaat uit 32.400 mannen en 24.600 vrouwen (zie tabel 3.7). De vrouwelijke beroepsbevolking vertoont sinds 1995 een sterkere groei dan de mannelijke beroepsbevolking, respectievelijk 25% en 9%. Ook in vergelijking met 2002 is de groei van de vrouwelijke beroepsbevolking relatief gezien groter dan de mannelijke beroepsbevolking. Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking is een belangrijke factor voor het goed functioneren van de arbeidsmarkt. Bovendien is een hoog opgeleide bevolking goed voor de economische groei. Tabel 3.8 geeft het opleidingsniveau van de mannelijke en vrouwelijke beroepsbevolking in Dordrecht. Van de Dordtse beroepsbevolking is 20% laag opgeleid (maximaal mavo of vbo), 40% heeft een middelbaar opleidingsniveau (havo/vwo/mbo) en eveneens 40% van de be-
Tabel 3.8
roepsbevolking in Dordrecht is hoog opgeleid (hbo of wo). In vergelijking met de mannelijke beroepsbevolking bestaat de vrouwelijke beroepsbevolking uit relatief iets minder laag en hoog opgeleiden en iets meer middelbaar opgeleiden. Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking lijkt te stijgen. In vergelijking met 2002 is het aandeel laag opgeleiden in de beroepsbevolking afgenomen en dat van de middelbaar en hoog opgeleiden toegenomen. Een vergelijking met cijfers van het CBS uit de Enquête beroepsbevolking toont aan dat het totale aandeel middelbaar en hoog opgeleiden in Dordrecht wellicht iets hoger respectievelijk lager zou moeten zijn. Een oververtegenwoordiging van hoog opgeleiden in de respons van het Stadspanelonderzoek is hiervoor een mogelijke verklaring. In plaats van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking is ‘creativiteit’ een belangrijke voorwaarde voor de kenniseconomie. Gebleken is dat steden waarvan het werk van een groot deel van de beroepsbevolking bestaat uit het bedenken van nieuwe ideeën en creatieve oplossingen ook een sterke groei van de werkgelegenheid laten zien. De aanwezigheid van een sterke creatieve klasse, bestaande uit kunstenaars, artiesten, ontwerpers, ICT-ers, wetenschappers, onderzoekers, journalisten, architecten, ingenieurs, etc., is van invloed op het innovatief en het creatief vermogen van de stad. In Dordrecht behoort 18,4% van de beroepsbevolking tot de creatieve klasse, waarmee Dordrecht duidelijk achterblijft bij het gemiddelde van de 50 grootste gemeenten in Nederland3. Werkzame beroepsbevolking In 2004 heeft de werkzame beroepsbevolking van Dordrecht een omvang van 52.300 personen (zie tabel 3.9), bijna 60% hiervan bestaat uit mannen. Tot 2002 vertoont de werkzame beroepsbevolking een stijgende ontwikkeling, tussen 2002 en 2004 is deze door de ongunstige situatie op de arbeidsmarkt, met 300 personen afgenomen. Deze daling komt geheel voor rekening van de vrouwen.
Beroepsbevolking naar geslacht en opleidingsniveau Dordrecht, 2004
mannen absoluut laag middelbaar hoog totaal Bron: Stadspanel
%
vrouwen absoluut
%
totaal absoluut
%
6.600 12.600 13.200
20 39 41
4.700 10.300 9.600
19 42 39
11.300 22.900 22.800
20 40 40
32.400
100
24.600
100
57.000
100
Monitor Economie Dordrecht 2004
1
De werkzame beroepsbevolking als aandeel van de potentiële beroepsbevolking is de netto arbeidsparticipatie. Deze is tot 2002 voor de vrouwen sterk toegenomen, van 44% in 1995 naar 56% in 2002, maar neemt tussen 2002 en 2004 weer licht af tot 55%. Bij de mannen is er sprake van een stijging, van 69% in 1995 naar 75% in 2004.
Tabel 3.9
Werkzame beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht
mannen
vrouwen
totaal
26.800 29.700 30.700 30.300 30.300
16.600 19.900 20.600 22.300 22.000
43.400 49.600 51.300 52.600 52.300
+3.500 +13,1
+5.400 +32,5
+8.900 +20,5
-300 -1,3
-300 -0,6
1995 1999 2000 2002 2004 1995-2004 absoluut %
2002-2004 absoluut % Bron: Stadspanel
0 0,0
Bijna negen op de tien personen behorend tot de werkzame beroepsbevolking zijn in loondienst (zie tabel 3.10). Daarnaast bestaat de werkzame beroepsbevolking voor 6% uit zelfstandigen en heeft eveneens 6% een flexibele arbeidsrelatie.
Verhoudingsgewijs werken vrouwen iets vaker in loondienst dan mannen en oefenen mannen iets vaker dan vrouwen een zelfstandig beroep uit. Woon-werkverkeer In tabel 3.11 is de Dordtse werkzame beroepsbevolking onderverdeeld naar werkgemeente, waardoor onder andere een beeld van de uitgaande pendel wordt verkregen. Van de werkzame beroepsbevolking van Dordrecht is 56% werkzaam in de eigen stad. Dit betekent dat 44% van de werkzame beroepsbevolking naar een werklocatie buiten de stad pendelt. In de afgelopen jaren is de mobiliteit van de Dordtse werkzame beroepsbevolking iets toegenomen. In 1992 werkte nog 62% van de werkzame beroepsbevolking in Dordrecht en bedroeg de uitgaande pendel 38%4. Van de Dordtse werkzame beroepsbevolking is 13% werkzaam in de overige ´Drechtsteden´; Papen-drecht, Zwijndrecht, Sliedrecht, HendrikIdo-Ambacht of Alblasserdam, 12% werkt in Rotterdam en 19% is elders werkzaam. De mannelijke werkzame beroepsbevolking van Dordrecht pendelt beduidend meer dan de vrouwelijke. Ongeveer tweederde van de vrouwen is werkzaam in Dordrecht, terwijl dat bij de mannen 48% is. Het aandeel mannen en vrouwen dat vanuit Dordrecht naar Rotterdam pendelt, is ongeveer gelijk.
Tabel 3.10 Werkzame beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht en positie, 2004
mannen absoluut loondienst zelfstandig overig totaal Bron: Stadspanel
%
vrouwen absoluut
%
totaal absoluut
%
26.200 2.300 1.800
86 8 6
19.900 800 1.300
90 4 6
46.100 3.100 3.100
88 6 8
30.300
100
22.000
100
52.300
100
Tabel 3.11 Werkzame beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht en werkgemeente, 2004
mannen absoluut Dordrecht overig Drecht-steden Rotterdam elders totaal Bron: Stadspanel
28
%
vrouwen absoluut
%
totaal absoluut
%
14.600 4.100 3.900 7.700
48 14 13 25
14.700 2.600 2.600 2.100
67 12 12 10
29.300 6.700 6.500 9.800
56 13 12 19
30.300
100
22.000
100
52.300
100
Monitor Economie Dordrecht 2004
In 2004 is 56% van de werkzame beroepsbevolking in Dordrecht werkzaam, een aandeel dat vergelijkbaar is met dat in 2002 (57%). Tabel 3.12 geeft een overzicht van waar de 29.300 personen die behoren tot de werkzame beroepsbevolking van Dordrecht binnen deze stad werkzaam zijn. Hieruit blijkt dat, net als in 2002, ongeveer één op de tien personen behorend tot de Dordtse werkzame beroepsbevolking werkzaam is in de Dordtse binnenstad. Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking dat werkt in de 19e Eeuwse schil is gedaald van 7% in 2002 naar 4% in 2004. Op de twee grote industriegebieden werkt anno 2004 13% van de werkzame beroepsbevolking, in vergelijking met 10% in 2002. De resterende 28% van de werkzame beroepsbevolking werkt elders in Dordrecht.
een derde gaat met de auto of motor naar het werk, terwijl 3% ´carpoolt´. Verder gaat 8% te voet en maakt 5% gebruik van het openbaar vervoer. Bij de overige werkbestemmingen wordt meer gebruik gemaakt van de auto/motor en het openbaar vervoer. Vooral de Dordtenaren die in Rotterdam werken maken gebruik van het openbaar vervoer (36%). Ook wordt meer gedaan aan carpoolen. Logischerwijs gaat men minder te voet of met de fiets. Toch maakt 22% van de Dordtenaren die in de overige Drechtsteden werken gebruik van de fiets. In 2004 gaan er meer Dordtenaren die in de overige Drechtsteden werken met de fiets (22%) naar het werk dan in 2002 het geval was (15%). Hiermee zijn we anno 2004 weer ongeveer terug op het niveau van 2000 (24%). Het gebruik van het openbaar vervoer door Dordtenaren die in de overige Drechtsteden werken, tussen 2000 en 2002 al gedaald van 12% naar 7%, daalt in 2004 nog verder naar 5%. De stijging van het gebruik van de fiets en daling van het openbaar vervoer kan betekenen dat deze groep pendelaars meer gebruik maakt van de waterbus, toch ook een vorm van openbaar vervoer. Omdat gevraagd is naar het vervoermiddel waarmee de grootste afstand wordt afgelegd kunnen we dit niet direct uit de cijfers afleiden.
Wanneer onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen zien we dat relatief veel vrouwen werkzaam zijn in de binnenstad en elders in Dordrecht. Mannen werken relatief vaker op de twee grote industriegebieden dan vrouwen. Vervoermiddelgebruik woon-werkverkeer Tabel 3.13 geeft een overzicht van het vervoermiddelgebruik in het woon-werkverkeer van de totale Dordtse werkzame beroepsbevolking. Dordtenaren die werkzaam zijn in hun eigen stad maken vooral gebruik van de fiets (48%). Ruim een derde gaat met de
Tabel 3.12 Werkzame beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht en locatie in Dordrecht, 2004
Historische binnenstad 19e Eeuwse schil industriegebied Staart industriegebied West elders in Dordrecht totaal Bron: Stadspanel
mannen absoluut
%
vrouwen absoluut
%
totaal absoluut
%
2.200 1.300 2.100 2.800 6.200
7 4 7 9 20
3.400 1.000 800 1.100 8.400
16 4 4 5 38
5.600 2.300 2.900 3.900 14.600
11 4 6 7 28
14.600
48
14.700
67
29.300
56
Tabel 3.13 Werkzame beroepsbevolking naar werkgemeente en vervoermiddel, 2004 (% van de werkzame beroepsbevolking) Dordrecht overige Drechtsteden Rotterdam elders Bron: Stadspanel
auto/motor
carpoolen
te voet
fiets
openbaar vervoer
anders
totaal
35 64 54 69
3 7 6 8
8 0 0 0
48 22 2 5
5 5 36 17
2 2 1 2
100 100 100 100
Monitor Economie Dordrecht 2004
29
Tabel 3.14 geeft een overzicht van het vervoermiddelgebruik van de in Dordrecht werkzame beroepsbevolking. Dordtenaren die in de binnenstad werken maken anno 2004, ondanks een lichte daling ten opzichte van 2002, nog steeds het meest gebruik van de fiets (56%). Wel zien we onder deze Dordtenaren een lichte toename van het gebruik van de auto/motor (van 14% in 2002 naar 18% in 2004). Van de Dordtenaren die in de binnenstad werken komt 14% met het openbaar vervoer naar het werk.
Tussen de twee industriegebieden zien we, in tegenstelling tot in 2002, nauwelijks verschillen. Iets meer dan de helft van de Dordtenaren die werkzaam zijn op één van beide industriegebieden komt met de auto naar het werk. Sinds 2002 is dit aandeel voor industriegebied Staart sterk toegenomen (van 36% in 2002 naar 52% in 2004). Dit lijkt vooral ten koste te gaan van het gebruik van de fiets (van 42% in 2002 naar 33% in 2004) en het openbaar vervoer (van 19% in 2002 naar 6% in 2004).
Onder Dordtenaren die in de 19e Eeuwse schil werken zien we een sterke toename van het gebruik van de fiets (van 39% in 2002 naar 50% in 2004). Een sterke daling zien we daarentegen in het aandeel Dordtenaren dat te voet naar het werk in de 19e Eeuwse schil gaat (van 29% in 2002 naar 11% in 2004).
Tabel 3.15 laat het verband zien tussen de af te leggen afstand in het woon-werkverkeer en het vervoermiddel. Tot een afstand van 5 km is de fiets het meest gebruikte vervoermiddel en bij grotere afstanden de auto (of motor). Het gebruik van het openbaar vervoer neemt toe naarmate de af te leggen afstand groter is.
Tabel 3.14 In Dordrecht werkzame beroepsbevolking naar locatie en vervoermiddel, 2004 (% van de werkzame beroepsbevolking) Historische Binnenstad 19e Eeuwse schil industriegebied Staart industriegebied West elders in Dordt Dordrecht totaal Bron: Stadspanel
auto/motor
carpoolen
te voet
fiets
openbaar vervoer
anders
totaal
18 32 52 53 36
1 0 6 7 4
11 11 3 0 9
56 50 33 40 47
14 0 6 0 2
0 7 0 0 2
100 100 100 100 100
35
3
8
48
5
2
100
Tabel 3.15 Werkzame beroepsbevolking naar afstand en vervoermiddel, 2004 (% van de werkzame beroepsbevolking) < 5 km 6-10 km 11-20 km >20 km Bron: Stadspanel
2
auto/motor
carpoolen
te voet
fiets
22 59 67 65
4 2 7 9
12 0 1 0
55 34 13 1
openbaar vervoer 4 5 11 24
anders
totaal
3 1 1 1
100 100 100 100
Monitor Economie Dordrecht 2004
3.3 Werkloosheid Na een periode van gunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tot 2002 treedt tussen 2002 en 2004 een sterke toename van de werkloosheid in Dordrecht op. In 2004 bedraagt de werkloze beroepsbevolking 4.700 personen (zie tabel 3.16), dit is 8,3% van de beroepsbevolking. In 2002 had de werkloze beroepsbevolking nog een omvang van 2.600 personen (4,7% van de beroepsbevolking). Tussen 1995 en 2002 daalde de werkloze beroepsbevolking in Dordrecht met meer dan 57%. Het jaar 2002 lijkt wat dit betreft het keerpunt te vormen. Tussen 2002 en 2004 steeg de werkloze beroepsbevolking in Dordrecht met ruim 80%. Vooral bij de vrouwen nam de werkloze beroepsbevolking fors toe.
Tabel 3.16 Werkloze beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht
mannen
vrouwen
totaal
1995 1999 2000 2002 2004
3.000 2.300 1.700 1.500 2.100
3.100 2.100 1.900 1.100 2.600
6.100 4.400 3.600 2.600 4.700
1995-2004 absoluut %
-900 -30,0
-500 -16,1
-1.400 -23,0
+600 +40,0
+1.500 +136,4
+2.100 +80,8
2002-2004 absoluut % Bron: Stadspanel
Tabel 3.17 geeft een overzicht van de werkloosheidspercentages in Dordrecht en Nederland. De werkloosheid onder vrouwen is beduidend groter dan onder mannen. In 2004 is 6,6% van de mannelijke beroepsbevolking werkloos, bij de vrouwen is 10,5% werkloos. Voor zowel de mannen als de vrouwen ligt de werkloosheid in Dordrecht beduidend hoger dan in Nederland (5,7% resp. 7,3%).
Een van de doelen die de gemeente Dordrecht zich in het kader van het GSB-beleid heeft gesteld is dat het werkloosheidspercentage in 2004 maximaal 50% boven het landelijk gemiddelde mag liggen. Ondanks de werkloosheid in de laatste twee jaar in Dordrecht sterker is toegenomen dan landelijk is deze doelstelling toch gehaald. Andere indicatoren werkloosheid Naast de werkloze beroepsbevolking zijn er nog andere indicatoren voor de werkloosheid. Hierna worden er een aantal besproken: WWuitkeringen (volgens het UWV), bijstand (sociale dienst), de niet-werkende werkzoekenden (CWI). Tenslotte wordt ingegaan op de ontwikkeling van de arbeidsongeschiktheid in Dordrecht.
WW-uitkeringen De ontwikkeling van het aantal WW-uitkeringen zegt het meest direct iets over de ontwikkeling van - een deel van - de werkloosheid. De WWcijfers komen tot stand via registratie en zijn afkomstig van het UWV die de uitkeringen registreert in het kader van de Wet Werkloosheid. Het bestand is nauwelijks aan bestandsvervuiling onderhevig. In het aantal WW-uitkeringen zien we vanaf 2000 tot 2002 een duidelijke daling (zie tabel 3.18). Hierna neemt het aantal WW-uitkeringen in Dordrecht echter weer toe. Vooral tussen 2003 en 2004 stijgt het aantal WW-uitkeringen sterk, met 44% van 1.486 naar 2.134. Tabel 3.18 laat ook zien dat in de periode van 2000 tot en met 2002 het aantal WWuitkeringen in Nederland (-25,1%) sterker is afgenomen dan in Dordrecht (-20,3%). Tussen 2002 en 2004 is het aantal WW-uitkeringen weer aanzienlijk toegenomen. In Dordrecht zien we een stijging van 61,1% tegenover een stijging van 69,3% in Nederland. Zowel in Dordrecht als in Nederland ligt het aantal WWuitkeringen in 2004 weer ongeveer op het niveau van 1999.
Tabel 3.17 Werkloze beroepsbevolking Dordrecht naar geslacht (% van de beroepsbevolking)
1995 1999 2000 2002 2004 Bron: Stadspanel en CBS
mannen
Dordrecht vrouwen
totaal
mannen
Nederland vrouwen
totaal
10,1 7,2 5,2 4,9 6,6
15,7 9,5 8,4 4,6 10,5
12,3 8,1 6,5 4,7 8,3
6,0 3,0 2,7 3,4 5,7
11,0 6,1 5,4 5,0 7,3
8,0 4,3 3,8 4,1 6,4
Monitor Economie Dordrecht 2004
31
Tabel 3.18 Ontwikkeling aantal WW-uitkeringen
2000
2001
2002
2003
2004
2000-2002
2002-2004
absoluut
%
absoluut
%
Dordrecht
1.663
1.471
1.325
1.486
2.134
-338
-20,3
+809
+61,1
Drechtsteden
3.368
2.990
2.577
2.806
3.955
-791
-23,5
+1.378
+53,5
Nederland (x 1.000)
221,1
193,5
165,6
204,9
280,3
56
-25,1
+115
+69,3
Bron: Lisv/UWV
Tabel 3.19 Ontwikkeling aantal ABW/WWB-uitkeringen
2000
2001
2002
2003
2004
2000-2003
2003-2004
absoluut
%
absoluut
%
-16,1
+211
+5,1
Dordrecht
4.956
4.558
4.216
4.160
4.371
-796
Drechtsteden
6.940
6.390
6.180
6.220
6.460
-720
-10,4
+240
+3,9
363
335
322
316
335
47
-12,9
+19
+6,0
Nederland (x 1.000)
Bron: Sociale Dienst Dordrecht en CBS
Figuur 3.9 Aantal WW-uitkeringen per 1.000 inwoners 15-64 jaar, 1.1.2004
2004 stijgt het aantal uitkeringsontvangers ABW/WWB5 echter weer met 5,1% van 4.160 naar 4.371.
35 30 25 20 15 10 5 0 Dordrecht
Drechtsteden
G26
Nederland
In dezelfde tabel zien we de ontwikkeling van het aantal ABW/WWB-uitkeringen in Dordrecht in vergelijking met de ontwikkeling in de Drechtsteden en Nederland. Tussen 2000 en 2003 daalt het aantal uitkeringsgerechtigden in Dordrecht met -16,1% sneller dan in de Drechtsteden en landelijk. Tussen 2003 en 2004 stijgt het aantal uitkeringsontvangers ABW/WWB weer. De stijging in Dordrecht is kleiner dan in Nederland, maar groter dan in de Drechtsteden.
Bron: UWV
Afgezet tegen de bevolking hebben in Dordrecht ruim 26 personen op de 1.000 inwoners van 15-64 jaar een WW-uitkering (zie figuur 3.9). Hiermee ligt Dordrecht iets boven het landelijke gemiddelde (25,5), maar duidelijk onder het gemiddelde van de G26 (30,0). In de Drechtsteden hebben ruim 22 personen op de 1.000 15-64 jarigen een WW-uitkering.
Bijstandsgerechtigden Na het aantal WW-uitkeringen zegt het aantal bijstandsontvangers het meest direct iets over de ontwikkeling van - een deel van - de werkloosheid. Ook dit bestand is nauwelijks aan bestandsvervuiling onderhevig.
Ten opzichte van het gemiddelde voor de G26 en Nederland heeft Dordrecht een hoge uitkeringsdichtheid (zie figuur 3.10). Op elke 1.000 personen van 15-64 jaar ontvangen er in Dordrecht 56,8 een WWB-uitkering. Landelijk geldt dit voor 32,6 op de 1000 personen en het gemiddelde van de G26 ligt op 45,3. De uitkeringsdichtheid in de Drechtsteden ligt net boven het landelijke gemiddelde.
Figuur 3.10 Aantal WWB-uitkeringen per 1.000 inwoners 15-64 jaar, 1.1.2004 60 50 40 30
Daling van de werkloosheid leidt tot een daling van het aantal personen met een bijstandsuitkering. Omgekeerd leidt een stijging van de werkloosheid tot meer bijstandsgerechtigden. In Dordrecht vertoont het aantal bijstandsgerechtigden (15-64 jaar) tussen 2000 en 2003 een dalende ontwikkeling (zie tabel 3.19). Tussen 2003 en
32
20 10 0 Dordrecht Drechtsteden
G26
Nederland
Bron: Sociale Dienst Dordrecht en CBS
Monitor Economie Dordrecht 2004
niet-werkend werkzoekend ingeschreven. In de Drechtsteden bedraagt het aantal niet-werkende werkzoekenden per 1.000 inwoners van 15-64 jaar 61, ongeveer gelijk aan het Nederlands gemiddelde.
Figuur 3.11 Aantal NWW-ers per 1.000 inwoners 15-64 jaar, 1.1.2005 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Dordrecht Drechtsteden
G26
De knelpunten aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt concentreren zich vooral bij jongeren, allochtonen en lager opgeleiden. Tabel 3.21 laat zien hoe deze kwetsbare groepen zijn vertegenwoordigd onder de niet-werkende werkzoekenden in Dordrecht, Drechtsteden en Nederland. In Dordrecht staan zes op de tien werkzoekenden langer dan een jaar geregistreerd, behoort een derde tot de etnische minderheden, is één op de tien jonger dan 23 jaar en heeft ruim de helft een laag opleidingsniveau (maximaal vbo of mavo afgerond). In de Drechtsteden zien we ongeveer hetzelfde beeld. Alleen is hier het aandeel etnische minderheden lager dan onder de Dordtse werkzoekenden. Ten opzichte van Nederland zien we dat onder de nietwerkende werkzoekenden de kwetsbare groepen in Dordrecht, en in mindere mate in de regio, sterker zijn vertegenwoordigd.
Nederland
Bron: CWI
Niet-werkende werkzoekenden Het totale aantal (niet-werkende) werkzoekenden geeft niet meer dan een globale indicatie van de werkloosheidsontwikkeling en is vooral waardevol voor een langere termijn beeld. Tabel 3.20 laat zien dat op 1 januari 2005 er 6.557 Dordtenaren als niet-werkende werkzoekende ingeschreven stonden, 1.765 minder dan op 1 januari 2004. Opvallend in het laatste jaar is de daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden in Dordrecht tegenover een stijging op landelijk niveau. Een deel van de daling in Dordrecht is te verklaren door een aanpassing van de administratieve procedures in het district CWI Zuid West Nederland, waardoor werkzoekenden in fase 2 t/m 4 zelf verantwoordelijk zijn voor de verlenging van hun inschrijving. Omdat het hier om een eenzijdige wijziging gaat die elders in het land (nog) niet is doorgevoerd kunnen de ontwikkelingen in Dordrecht helaas niet meer goed worden vergeleken met ontwikkelingen elders.
Arbeidsongeschiktheid Begin 2004 hadden 6.140 Dordtenaren een arbeidsongeschiktheidsuitkering6. Sinds 2000 is het aantal arbeidsongeschikten in Dordrecht met ruim 13% gegroeid. Pas in het laatste jaar is er weer sprake van een krimp (-0,7%). In de Drechtsteden zien we een vergelijkbare ontwikkeling. Tussen 2000 en 2003 was de groei in Dordrecht en de Drechtsteden aanmerkelijk groter dan in Nederland. In dezelfde periode nam het aantal arbeidsongeschikten in Nederland met maar 0,1% toe. De krimp in het laatste jaar in Dordrecht, maar ook in de Drechtsteden, blijft ook achter bij de landelijke ontwikkeling.
Gelijk aan de G26 staan in Dordrecht zo’n 82 mensen per 1.000 inwoners van 15-64 jaar als
Tabel 3.20 Ontwikkeling niet-werkende werkzoekenden
Dordrecht Nederland Bron: CWI
2002
2003
2004
2005
5.350 489.000
6.477 547.000
8.322 678.545
6.557 692.210
2002-2004 absoluut % +2.972 +189.545
+55,6 +38,8
2004-2005 absoluut % -1.765 +13.665
-21,2 +2,0
Tabel 3.21 NWW-ers naar diverse groepen, 1.1.2005
langer dan 1 jaar ingeschreven etnische minderheid jonger dan 23 jaar laag opgeleid Bron: CWI
Monitor Economie Dordrecht 2004
Dordrecht aantal
%
3.972 2.083 672 3.480
61 32 10 53
Drechtsteden aantal 6.466 2.881 1.013 5.609
Nederland %
%
59 26 9 51
54 24 7 49
33
Tabel 3.22 Ontwikkeling aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
2000 Dordrecht Drechtsteden Nederland (x 1.000)
2001
2002
2003
2004
2000-2003
2003-2004
absoluut
%
absoluut
%
5.424
5.650
5.993
6.182
6.140
+758
+14,0
-42
-0,7
11.340
11.741
12.305
12.629
12.582
+1.289
+11,4
-47
-0,4
992,5
952,7
978,5
993,0
979,6
+0,5
+0,1
-13,4
-1,3
Bron: Lisv/UWV
Figuur 3.12 Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen per 1.000 inwoners 15-64 jaar, 1.1.2004
Tabel 3.23 Ontwikkeling besteedbaar inkomen per huishouden
100
1998
2000
19982000
80
Dordrecht
22.800
24.500
+7,5%
60
Alblasserdam ’s-Gravendeel Hendrik-IdoAmbacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
24.000 25.700 26.900
26.000 27.300 29.300
+8,3% +6,2% +8,9%
26.000 24.300 24.800
28.200 26.400 26.700
+8,5% +8,6% +7,7%
Nederland
23.900
25.900
+8,4%
40 20 0 Dordrecht Drechtsteden
G26
Nederland
Bron: UWV
Afgezet tegen de omvang van de bevolking hebben in Dordrecht 76 op de 1.000 inwoners van 15-64 jaar een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Hiermee ligt Dordrecht duidelijk onder de gemiddelden van Nederland (89,1) en de G26 (93,5). De Drechtsteden ligt met 70,2 weer onder het Dordtse gemiddelde.
3.4 Inkomen Naast het hebben van werk vormt het welvaartsniveau van de inwoners een indicator voor de economische positie van de stad. Het welvaartsniveau van de bevolking kan afgemeten worden aan het (particulier) huishoudensinkomen. In 2000 bedroeg het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden in Dordrecht € 24.500, lager dan het Nederlands gemiddelde.
Figuur 3.13 laat zien hoe het gestandaardiseerde7 inkomen per huishouden, ook wel aangeduid als het koopkrachtinkomen, van Dordrecht zich verhoudt tot de andere GSB-gemeenten. Binnen de G26 staat Dordrecht op een 10e positie en wordt omring door steden als Zwolle, Alkmaar, Hengelo en Deventer. Het hoogste inkomen heeft Amersfoort, het laagste Groningen. In 2000 waren er in Dordrecht 6.000 huishoudens met een inkomen onder of rond het sociaal minimum. In de hele Drechtsteden bijna 10.000 huishoudens. Het armoedepercentage voor Dordrecht bedraagt hiermee 11,8% en voor de Drechtsteden 9,0%. Het aandeel huishoudens onder of rond het sociaal minimum in Nederland is 9,4%.
Ook in de ontwikkeling van het inkomen blijft Dordrecht achter bij Nederland (zie tabel 3.23). In vergelijking met de overige Drechtsteden zien we dat Dordrecht het laagste gemiddelde inkomen per huishouden heeft en dat in de meeste regiogemeenten het inkomen sterker is gestegen.
34
Monitor Economie Dordrecht 2004
3.5 Pendel
Figuur 3.13 Huishoudensinkomen G26 (gestandaardiseerd, x € 1.000), 2000
Inkomende pendel In paragraaf 3.2 zagen we al dat 56% van de werkzame Dordtse beroepsbevolking in de eigen stad werkzaam is en dat 44% buiten Dordrecht werkt. Dit is de uitgaande pendel. Bezien vanuit de werkgelegenheid wordt meer dan de helft (56%; peildatum 1.1.2003) van alle banen in Dordrecht bezet door inwoners van Dordrecht, een stijging van 1 procentpunt ten opzichte van 3 jaar doorvoor. Dit betekent dat 44% van de banen in Dordrecht worden bezet door mensen van buiten Dordrecht. Dit is de inkomende pendel.
Amersf oort 's-Hert ogenbosch Haarlem Breda Zaanstad Leiden Eindhoven Zwolle Alkmaar Dordrecht Hengelo Deventer
De grootste groep in Dordrecht werkzame personen van buiten Dordrecht is afkomstig uit de overige Drechtsteden (17%). Dit aandeel is door de jaren heen nauwelijks veranderd. Het aandeel in Dordrecht werkzame personen uit de regio Rijnmond ligt met 10% in 2003 2 procentpunten hoger dan in 2000. Ook uit de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden is de pendel naar Dordrecht met 1 procentpunt toegenomen. Alleen vanuit Noord-Brabant is de pendel naar Dordrecht tussen 2000 en 2003 gedaald. In 2000 werd nog 9% van de banen in Dordrecht bezet door personen uit Noord-Brabant. In 2003 was dit aandeel gedaald naar 6%.
Tilburg M aast richt Venlo Nijmegen Arnhem Schiedam Lelystad Helmond Heerlen Emmen Leeuwarden Almelo Enschede Groningen
Nederland
0
5
10
15
20
25
Bron: CBS
Tabel 3.24 In Dordrecht werkzame personen naar herkomst
woonomgeving/gebied
1990
1992
1994
1997
2000
2003
Dordrecht
60%
58%
57%
61%
55%
56%
overige Drechtsteden
17%
17%
17%
15%
17%
17%
Rijnmond
6%
7%
7%
6%
8%
10%
Hoeksche Waard
2%
2%
2%
2%
2%
2%
Alblasserwaard/Vijfheerenlanden
3%
3%
3%
3%
2%
3%
overig Zuid-Holland
3%
3%
3%
2%
2%
2%
Noord-Brabant
7%
7%
7%
5%
9%
6%
elders
3%
3%
3%
6%
4%
4%
45.557
49.157
48.347
50.544
53.807
53.919
totaal aantal werkzame personen Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
Monitor Economie Dordrecht 2004
35
Werkgelegenheid versus beroepsbevolking In de vorige paragrafen in dit hoofdstuk hebben we laten zien hoe de werkgelegenheid en de beroepsbevolking zich in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. Via een confrontatie van deze vraag- en aanbodontwikkelingen op de Dordtse arbeidsmarkt kan meer inzicht worden verkregen in de determinanten van de ontwikkeling van de werkloosheid. Sinds 2000 is de werkgelegenheid in Dordrecht maar licht toegenomen (+100), terwijl de beroepsbevolking duidelijk in omvang is gegroeid (+2.100). Door deze ontwikkelingen aan de vraag- en aanbodzijde op de Dordtse arbeidsmarkt steeg de werkloze beroepsbevolking (+1.100).
In symbolen: ∆ wlb = ∆ bb - ∆ w + ∆ Pin - ∆ Puit wlb bb w pin puit ∆
Tabel 3.25 geeft de situatie weer van de woonwerkbalans voor Dordrecht in 2004 en de ontwikkelingen sinds 2000. Uit de tabel kunnen we het volgende afleiden: • •
Pendelstromen benadrukken het verschil tussen werkgelegenheid en beroepsbevolking. Bij werkgelegenheid gaat het om mensen die in een gebied werken, bij de beroepsbevolking om mensen die daar wonen. De beroepsbevolking is niet uitsluitend georiënteerd op de Dordtse arbeidsmarkt, maar ook erbuiten. Andersom zijn er ook veel mensen in Dordrecht werkzaam die van buiten Dordrecht afkomstig zijn. In welke mate de relatieve discrepantie tussen vraag en aanbod op de lokale arbeidsmarkt leidt tot een minder gunstige ontwikkeling van de lokale werkloosheid, wordt mede bepaald door de regionale arbeidsmarktsituatie en de concurrentiepositie van de Dordtse beroepsbevolking op de regionale arbeidsmarkt. Aannemelijk is dat ook de regionale beroepsbevolking zal worden beïnvloed, zowel wat betreft ontwikkeling van de werkloosheid als wat betreft werkgemeente. In dit verband is de pendel een ´regulerende´ variabele. Per definitie geldt dat de absolute verandering van de werkloze beroepsbevolking gelijk is aan de absolute verandering van de totale beroepsbevolking, minus de absolute verandering van de werkgelegenheid, plus de absolute verandering van de inkomende pendel, minus de absolute verandering van de uitgaande pendel.
= werkloze beroepsbevolking = totale beroepsbevolking = werkgelegenheid = inkomende pendel = uitgaande pendel = absolute verandering tussen t0 en t1
• • • •
•
in 2004 heeft 56% van de werkende Dordtenaren een werkkring in Dordrecht; 44% van de werkende Dordtenaren werkt dus buiten de stad, dit is de uitgaande pendel; van de arbeidsplaatsen in Dordrecht wordt in 2004 58% bezet door de eigen bevolking; de resterende 42% wordt ingenomen door mensen van buiten de stad: de inkomende pendel; sinds 2000 is de uitgaande pendel met 1.000 personen afgenomen; onder invloed van de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Dordrecht (eerste geringe groei, daarna daling) nam de inkomende pendel (-1.900) nog meer af; hierdoor is het negatieve pendelsaldo (-1.000 in 2000) verder toegenomen tot -1.900 in 2004.
Tabel 3.25 laat ook de ontwikkeling van de werkloze beroepsbevolking zien. In een open arbeidsmarkt met de pendel als ‘regulerende’ ruimtelijke variabele, is de werkloze beroepsbevolking met 1.100 gegroeid. Sinds 2000 is de stijging van de werkloze beroepsbevolking het gevolg van de volgende ontwikkelingen op de (Dordtse) arbeidsmarkt: een groei van de beroepsbevolking met 2.100, een groei van de werkgelegenheid met 100 en een per saldo met 900 personen toegenomen negatief pendelsaldo.
Tabel 3.25 Ontwikkeling van de woon- werkbalansen in Dordrecht 2000-2004
woont en werkt in Dordrecht woont in Dordrecht, werkt elders (uitgaande pendel) woont elders, werkt in Dordrecht (inkomende pendel) pendelsaldo werkgelegenheid totale beroepsbevolking werkzame beroepsbevolking werkloze beroepsbevolking Bron: SGB, Stadspanelonderzoek
36
2000
2002
2004
2000-2004 abs.
27.300 24.000 23.000 -1.000 50.300
29.800 22.800 21.300 -1.500 51.100
29.300 23.000 21.100 -1.900 50.400
+2.000 -1.000 -1.900 -900 +100
+7,3 -4,2 -8,3 -90,0 +0,2
54.900 51.300 3.600
55.200 52.600 2.600
57.000 52.300 4.700
+2.100 +1.000 +1.100
+3,8 +1,9 +30,6
%
Monitor Economie Dordrecht 2004
3.6 Verwachte ontwikkelingen Hoe zal de Dordtse arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelen? Hieronder gaan we eerst in op de te verwachten ontwikkeling van het arbeidsaanbod, de beroepsbevolking. Vervolgens komt de ontwikkeling van de vraag naar arbeid, de werkgelegenheid aan de orde. Daarna zetten we vraag en aanbod tegen elkaar af. Tabel 3.26 geeft een cijfermatig overzicht van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in Dordrecht volgens het middenscenario van het CPB8. Het middenscenario van het CPB gaat uit van een economische groei van 1% in 2005 en van 2,25% per jaar voor de periode 2006 tot en met 2010. Beroepsbevolking De ontwikkeling van de beroepsbevolking is afhankelijk van de groei en leeftijdsopbouw van de bevolking en van de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie. Volgens de meest recente bevolkingsprognose van het SGB9 groeit de potentiële beroepsbevolking in de periode 2004-2010 met 600 (+0,7%). Op grond van alleen de ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking, dat wil zeggen bij een constante arbeidsparticipatie (71%), zal de omvang van de Dordtse beroepsbevolking tot 2010 met 400 personen groeien. Wanneer de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie in Dordrecht, uitgesplitst naar geslacht en leeftijd, gelijk is aan de verwachte ontwikkeling in Nederland dan groeit de Dordtse beroepsbevolking van 57.000 in 2004 naar 59.600 in 2010, een groei van 5%. Deze toename wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van de brutoparticipatiegraad, van 71% in 2004 naar 74% in 2010. Mede door het aantrekken van de economie zal de arbeidsdeelname van vrouwen blijven toenemen. Daarnaast wordt een groei verwacht van de arbeidsdeelname van mannen ouder dan 55 jaar. Naast een ‘feminisering’ van de beroepsbevolking zal door de vergrijzing van de gehele bevolking en een toenemende participatiegraad in de oudere leeftijdsgroepen de beroepsbevolking ook gaan vergrijzen. Dit heeft ook negatieve gevolgen voor het arbeidsaanbod. Dit zou de werkgelegenheidsontwikkeling remmen. De potentiële beroepsbevolking zal afnemen en bovendien zal ook nog eens een forse daling optreden in het
Monitor Economie Dordrecht 2004
aantal 25-44 jarigen. Juist deze leeftijdsgroep heeft momenteel de hoogste arbeidsparticipatie. Van belang is dan ook dat de arbeidsparticipatie van vooral de 45-plussers blijft toenemen. Werkgelegenheid Centraal in de ontwikkelingen aan de vraagkant van de arbeidsmarkt staat de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Andere factoren zijn de arbeidsproductiviteit en de mate van deeltijdarbeid. De ontwikkeling van de werkgelegenheid is over het algemeen moeilijk te voorspellen. Deze wordt namelijk vooral bepaald door de economische ontwikkeling die weer sterk samenhangt met ontwikkelingen die ook onzeker zijn (zoals internationale handel, technologie, Europese integratie, gevoerde overheidsbeleid, sociale culturele trends). In tabel 3.26 wordt de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Dordrecht weergegeven volgens het middenscenario van het CPB voor de ontwikkeling in Nederland. Wanneer het aantal banen in Dordrecht zich ontwikkelt gelijk aan de verwachte ontwikkeling voor Nederland volgens het middenscenario dan stijgt de werkgelegenheid in 2004 met 0,1% en in 2005 met 0,7%. Voor de periode 2006-2010 wordt een gemiddelde jaarlijkse procentuele groei van 1,8% verwacht. Dit zou betekenen dat de werkgelegenheid in Dordrecht de komende jaren met 4.000 (+8%) groeit tot 54.400 personen in 2010. Door de groei van het aantal banen neemt ook de dynamiek op de arbeidsmarkt toe. Werkloosheid In tabel 3.26 wordt ook de ontwikkeling van de werkloosheid weergegeven. Op basis van de verwachte ontwikkeling van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid en gelijkblijvende pendelsaldo (-1.900) zal de werkloosheid in Dordrecht afnemen. De verwachting voor de komende jaren (volgens het middenscenario) is dus dat tot 2010 de werkgelegenheidsgroei (+4.000) in Dordrecht, ondanks een verwachte toename van de arbeidsdeelname, hoger ligt dan de groei van de beroepsbevolking (+2.600). Verwacht wordt dat de werkloosheid zal afnemen (-1.400). Van groot belang hierbij is dat de groei van de werkgelegenheid in kwalitatieve zin moet aansluiten op het aanbod.
37
Tabel 3.26 Toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen Dordrecht
beroepsbevolking werkgelegenheid werkloosheid Bron: SGB en ECORYS-NEI
2004
2010
57.000 50.400 4.700
59.600 54.400 3.300
2004-2010 absoluut 2.600 4.000 -1.400
% 5 8 -21
Noten: 1 Alblasserdam, Dordrecht, ´s-Gravendeel, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht 2 Regionaal Meerjaren Ontwikkelingsprogramma 2005-2009 Dordrecht/Drechtsteden; 2004 3 Atlas voor gemeenten 2004; Stichting Atlas voor gemeenten; april 2004 4 Beroepsbevolking, arbeid, pendel en woon-werkverkeer Dordrecht 1992; SGB; oktober 1993 5 per 1.1.2004 is WWB (Wet Werk en Bijstand) in werking getreden 6 WAO, WAZ of Wajong 7 Om inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar te maken wordt het inkomen gestandaardiseerd. Het gestandaardiseerd inkomen wordt ook wel het koopkrachtinkomen genoemd. Het koopkrachtinkomen geeft niet het geldbedrag aan dat een huishouden besteden kan, maar geeft aan op welk welvaartsniveau de huishoudensleden zich bevinden, waarbij een eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden gehanteerd wordt. 8 Arbeidsmarktprognose 2005-2010; Centrum voor Werk en Inkomen; 2005 9 Bevolkingsprognose per wijk Dordrecht 2004-2020; Sociaal Geografisch Bureau; oktober 2004
38
Monitor Economie Dordrecht 2004
4 Ruimte voor bedrijvigheid Verspreid over de stad (en regio) liggen tal van bedrijventerreinen, kantoorparken en winkellocaties. Voor de toekomst van de stad (en regio) is het veiligstellen van voldoende kwalitatieve en kwantitatieve ruimte voor economische ontwikkelingen van het grootste belang. In dit hoofdstuk brengen we ontwikkelingen op de commerciële vastgoedmarkt in Dordrecht (en Drechtsteden) in kaart. Centraal staan de vastgoedontwikkelingen in de markt voor bedrijventerreinen en bedrijfsruimte, kantoorruimte en winkelruimte.
4.1 Bedrijventerreinen en bedrijfsruimte Bedrijventerreinen
Voorraad Een groot deel van de bedrijvigheid is gehuisvest op bedrijventerreinen. Begin 2004 heeft Dordrecht 543,5 hectare aan bedrijventerreinen. Ruim de helft, zo’n 290 hectare bestaat uit zeehaventerrein, de overige 253 hectare kan worden getypeerd als gemengd. Op deze terreinen zijn geen eisen gesteld aan het type bedrijvigheid dat op het terrein gevestigd is of zich wil vestigen1. Van de totale voorraad is 454,9 hectare (=83,7%) in gebruik. Het aanbod bedraagt 88,6 hectare waarvan alles direct uitgeefbaar. Dit aanbod bevindt zich vooral op Dordtse Kil III (61,3 ha) en Amstelwijck (20,3 ha). Daarnaast is er nog enige ruimte op Krabbegors (5 ha) en Vissersdijk-Beneden (2 ha). Bedrijventerreinen die volledig zijn uitgegeven zijn overigens niet altijd vol in de zin dat er geen nieuwe bedrijvigheid op dat terrein meer mogelijk is. Vaak is op deze terreinen sprake van enige leegstand. In Dordrecht is in 2003 slechts 1,5 hectare aan bedrijventerrein uitgegeven waarmee de dalende trend sinds 2001 verder is doorgezet.
In de hele Drechtsteden bedraagt de voorraad bedrijventerreinen 1150,4 hectare. Hiervan is 1000,5 hectare (87%) in gebruik. Het aanbod in de Drechtsteden heeft een totale omvang van 149,9 hectare. Hiervan is 137,5 hectare direct uitgeefbaar. Naast de 88,6 hectare in Dordrecht is er in Alblasserdam veel aanbod in het distributiepark Polder Het Nieuwland (32 ha). Dit bedrijventerrein is specifiek bestemd voor transport, distributie en groothandelsbedrijven. In 2003 is in de Drechtsteden 20,8 hectare uitgegeven waarvan 18 in het zojuist genoemde Polder Het Nieuwland in Alblasserdam. Figuur 4.2 laat zien hoeveel bedrijventerrein in de afgelopen 10 jaar is uitgegeven. In de periode 1994-2003 is er in Dordrecht 69,2 hectare uitgegeven met 1999 (13,5 ha) en 2001 (14,5 ha) als beste jaren. In de Drechtsteden (inclusief Dordrecht) is in dezelfde periode ongeveer het dubbele (135,3 ha) uitgegeven. In 1998 en 2003 werd het meest uitgegeven, respectievelijk 24,6 en 20,8 hectare.
Figuur 4.1 Bedrijventerreinen Dordrecht naar type, 2004
46,6 53,4
zeehaven
gemengd
Bron: Provincie Zuid-Holland
Monitor Economie Dordrecht 2004
39
Figuur 4.2 Uitgifte droge bedrijventerreinen Dordrecht en Drechtsteden 30 25 20 15 10 5 0 '94
'95
'96
'97
'98
Do rdrecht
Bron: IBIS
'99
'00
'01
'02
'03
Drechtsteden
Figuur 4.3 Voorraad (netto) bedrijventerreinen per 1.000 inwoners G26, 2003
Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo 's-Hertogenbosch Leeuwarden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam Tilburg Venlo Zaanstad Zwolle
G26 0
2
4
6
8
10
Bron: IBIS
40
Monitor Economie Dordrecht 2004
Afgezet tegen de omvang van de totale bevolking ligt er in Dordrecht 4,6 hectare bedrijventerrein per 1.000 inwoners. Hiermee ligt Dordrecht boven het gemiddelde van de G26 (zie figuur 4.3). Binnen de G26 zijn het vooral gemeenten buiten de Randstad met veel ruimte die een relatief grote voorraad bedrijventerreinen hebben (Almelo, Emmen, Lelystad en Venlo). Met bijna 10 hectare per 1.000 inwoners heeft Venlo de grootste voorraad.
Tabel 4.1
Vestigingen en werkzame personen bedrijventerreinen Dordrecht
vestigingen aantal
%
werkzame personen aantal %
2000 749 17,2 2001 754 18,7 2002 792 19,2 2003 810 19,6 2004 835 19,3 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
20.266 20.758 20.727 20.913 21.117
40,3 41,1 40,6 40,8 41,9
Prijzen De prijs per vierkante meter bedrijventerrein bedraagt in Dordrecht en de regio gemiddeld zo’n €157 (peildatum 1.1.2003)2. Hiermee behoort de Dordtse regio bij de top 5 van de 25 stadsgewesten in Nederland. Alleen in regio’s als Rotterdam (€200), Den Haag (€199), Leiden (€195) en Amersfoort (€190) is de gemiddelde prijs hoger. Er bestaat dus een duidelijk verband tussen bevolkingsdichtheid en daarmee druk op de ruimte en de prijzen van bedrijventerreinen.
Werkgelegenheid Sinds 2000 groeit het aantal bedrijven (vestigingen) op bedrijventerreinen in Dordrecht. Ook ten opzichte van alle vestigingen in Dordrecht is er sprake van een stijgende ontwikkeling. De groei van het aantal bedrijven op bedrijventerreinen gaat gepaard met een groei van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen. In de periode 2000-2004 is het aantal werkzame personen op bedrijventerreinen met ruim 4% gegroeid, terwijl de totale werkgelegenheid in Dordrecht nagenoeg gelijk is gebleven, waardoor ook het aandeel toeneemt. Bijna 42% van de werkgelegenheid bevindt zich momenteel op bedrijventerreinen.
Monitor Economie Dordrecht 2004
Figuur 4.4 laat zien hoe de werkgelegenheid over de bedrijventerreinen in Dordrecht is verdeeld. Tevens is hierin per bedrijventerrein de ontwikkeling tussen 2000 en 2004 weergegeven. Op Dordtse Kil I bevindt zich de meeste werkgelegenheid (4.800 werkzame personen), gevolgd door Dordtse Kil II (2.510 werkzame personen) en de 2e Merwedehaven (2.440 werkzame personen). Op zowel Dordtse Kil I als II is de werkgelegenheid sinds 2000 gegroeid. De grootste groei is gerealiseerd op het nieuwe bedrijventerrein Krabbepolder. De werkgelegenheid op de bedrijventerreinen in de zeehavens is over het algemeen gedaald.
41
Figuur 4.4 Werkgelegenheid bedrijventerreinen Dordrecht
Dordtse Kil I Dordtse Kil II 2e Merwedehaven Julianahaven Krabbepolder 1e Merwedehaven Amstelwijck-West Handelskade/'s Gravendeelsedijk Groene Zoom Louterbloemen Vissersdijk Dordtse Kil III-Oostkil Schotman terrein Egstraat e.o. Amstelwijck Bastionlokatie Wilhelminahaven 3e Merwedehaven Weeskinderendijk-Dokweg Krabbegors Maasstraat e.o. Voltastraat e.o. Wieldrecht 0
1000
2000
3000
2004
2000
4000
5000
6000
Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
Toekomst Momenteel is de voorraad beschikbare bedrijventerreinen in de regio aan de lage kant. In de komende jaren zal er nieuw aanbod bijkomen en vindt er bovendien een omvangrijk herstructureringsprogramma plaats. Dit zal nodig zijn omdat verwacht wordt dat met het langzaam aantrekken van de economie ook de vraag naar bedrijventerreinen weer zal toenemen. Volgens ramingen van de provincie Zuid-Holland bedraagt de toekomstige vraag (tot 2020) naar bedrijventerreinen in de Drechtsteden 230 hectare, terwijl het aanbod niet meer dan 150 hectare bedraagt. Een tekort van 80 hectare. Het aanbod van 150 hectare kan worden bestempeld als ´hard´ wat betekent dat er geen knelpunten meer zijn en dat het goedgekeurde/vastgestelde bestemmingsplan hierin voorziet. Het ‘zachte’aanbod bedraagt 30 hectare. Ook als dit zachte aanbod wordt verwezenlijkt is er dus nog een tekort om in de totale behoefte te voorzien3. Hierin is echter geen rekening gehouden met mogelijke ontwikkelingen als het nog beter benutten van de ruimte door bedrijven waardoor de behoefte aan
42
ruimte minder wordt én het opvangen van extensieve bedrijvigheid op nog te ontwikkelen bedrijventerreinen buiten de Drechtsteden (Moerdijk, Hoekse Waard). Als deze ontwikkelingen zich gaan voordoen is er mogelijkerwijs in de Drechtsteden niet of nauwelijks sprake van een tekort aan bedrijventerreinen. Naast groei van de voorraad bedrijventerreinen is sprake van een ontwikkeling van een sterk toenemende werkgelegenheid op bedrijventerreinen. Voor een deel door groei van de bestaande bedrijven op bedrijventerreinen, maar ook door de voortdurende verplaatsing van bedrijven in de industrie en distributie, maar ook de detailhandel. Bedrijfsruimte In de afgelopen jaren is het aanbod aan bedrijfsruimten in Nederland fors toegenomen. Eind 2000 bedroeg het aanbod nog 3 miljoen m2, in 2004 is dat gestegen naar 7,5 miljoen m2. De stijging van het aanbod is het gevolg van efficiencyslagen, het toenemende aantal faillissemen-
Monitor Economie Dordrecht 2004
ten en verplaatsingen van productieactiviteiten naar goedkopere productielanden. In combinatie met een stagnerende nieuwbouwproductie heeft dit er toe geleid dat het aanbod alleen in het bestaande segment is toegenomen. In Nederland werd in 2004 ongeveer 2 miljoen m2 bedrijfsruimte opgenomen, ongeveer evenveel als in voorgaande jaren4. Ondanks een ruim aanbod in kwantitatieve zin is er sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod in kwalitatief opzicht. Zo is veel van het aanbod inmiddels verouderd. Daarnaast zijn bedrijfsruimten met een gebruikersspecifieke indeling en die met een hoge kantoorcomponent moeilijk te verhuren.
Figuur 4.5 Tophuren bedrijfsruimte Nederland, 1.1.2005 Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen
Tabel 4.2
Aanbod bedrijfsruimte Drechtsteden, januari 2005
aantal m2 Dordrecht Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
133.900 20.100 17.200 3.200 8.700 36.500
Haarlem Heerlen Helmond Hengelo 's-Hertogenbosch Leeuwarden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen
Drechtsteden 219.600 Bron: Rom-d, Property, Ooms, Jones Lang Lasalle
Schiedam Tilburg Venlo
Aanbod Begin 2005 bedraagt het aanbod van bedrijfsruimte in Dordrecht in totaal 134.000 m2. Een deel hiervan is bestaand, een deel hiervan betreft nog te realiseren nieuwbouw (wel al in aanbouw). In de overige Drechtsteden is het aanbod aan bedrijfsruimte 86.000 m2.
Huurprijzen Door de verruiming van de markt staat het huurprijsniveau van bedrijfsruimten onder druk. Dit geldt dan vooral voor de verouderde bedrijfspanden. In Dordrecht bedraagt de tophuur voor bedrijfsruimte momenteel zo’n € 57 per m2. Hiermee is de huur in Dordrecht even hoog als in steden als Eindhoven en Breda en hoger dan gemiddeld in Nederland. Gemiddeld liggen de huren in Nederland op € 47.
Monitor Economie Dordrecht 2004
Zaanstad Zwolle
Utrecht Rotterdam Den Haag Amsterdam
0
20
40
60
80
100
Bron: DTZ Zadelhoff
4.2 Kantoorruimte In de afgelopen jaren heeft de kantorenmarkt in Nederland te maken met een terugval van de vraag en een toename van het aanbod. Uitstel van verhuisbeslissingen, het afslanken van bedrijven en bedrijfsbeëindigingen zijn hiervoor belangrijke oorzaken. Het laatste jaar valt op door een stijging van zowel het aanbod als de opname. Het aanbod in de belangrijkste kantorensteden5 steeg met 11% tot 4,9 miljoen vierkante meter. Doordat zowel de opname als het aanbod zijn toegenomen bleef de verhouding tussen aanbod en opname ongeveer even groot: het aanbod is vier keer zo groot als de opname. De magere economische groei zorgt ervoor dat de kantorenmarkt momenteel vooral bepaald
43
wordt door de verhuismotieven concentratie en verplaatsing6. Kenmerkend voor het huidige aanbod is de daling van het aandeel nieuwbouw: van 35% naar 25%. Deze trend, die al enkele jaren geleden is ingezet, komt voort uit enerzijds opname van nieuwbouw (in ruil van oudere kantoorgebouwen naar nieuwere) en anderzijds uit een zeer minimale toevoeging van nieuwbouw aan de voorraad. In veel steden is de voorraad niet of nauwelijks toegenomen. Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat het aanbod steeds meer bestaat uit oudere, incourante en moeilijk verhuurbare objecten. Soms worden deze kantoren herbestemd voor woonruimte.
Sliedrecht en Papendrecht de grootste voorraad (zie tabel 4.3).
Aanbod Begin 2005 bedraagt het totale directe aanbod aan kantoorruimte in Dordrecht 45.000 vierkante meter en in de Drechtsteden bijna het dubbele. Figuur 4.6 Kantorenvoorraad per inwoner G26, 2003 (in m2 vvo)
Alkmaar Almelo
Omdat de kantorenmarkt in de afgelopen jaren een vragersmarkt is geworden zijn de huurprijzen onder druk komen te staan, in het bijzonder in de bestaande bouw. Door de verwachte geringe groei van de Nederlandse economie in 2005 zal de vraag voorlopig een vervangingsvraag blijven.
Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven
DTZ Zadelhoff verwacht dat op zijn vroegst in 2008 evenwicht op de kantorenmarkt wordt bereikt, met andere woorden dat het aanbod ongeveer anderhalf keer zo groot is als de opname en de leegstand op het niveau ligt van 4 tot 5% van de voorraad. De ontwikkelingen op de vastgoedmarkt lopen immers één tot anderhalf jaar achter op de algemene economische tendensen. De Nederlandse economie laat in 2004 de eerste voorzichtige tekenen van herstel zien, een herstel dat in 2005 een voorzichtig vervolg krijgt.
Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo 's-Hertogenbosch Leeuwarden Leiden Lelystad Maastricht
Voorraad
Nijmegen
Eind 2003 heeft Dordrecht een totale voorraad aan zelfstandige kantoorruimte van 266.000 vierkante meter. Afgezet tegen het aantal inwoners is de voorraad aan kantoorruimte in Dordrecht gering. Figuur 4.6 geeft dit duidelijk aan. Alleen steden als Emmen, Helmond en Zaanstad hebben relatief gezien een nog geringere voorraad aan kantoorruimte.
Schiedam Tilburg Venlo Zaanstad Zwolle
G26
0
In de Drechtsteden heeft de kantorenvoorraad een omvang van meer dan 450.000 vierkante meter waarvan ongeveer 60% in Dordrecht. Van de andere Drechtsteden hebben Zwijndrecht,
Tabel 4.3
4
6
8
Bron: KFN
Voorraad kantoorruimte, ultimo jaar (in m2 vvo)
Dordrecht Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Bron: Bak
44
2
1999
2000
2001
2002
2003
221.000 46.000 37.000 62.000
233.000 46.000 46.000 62.000
242.000 46.000 46.000 65.000
255.000 13.000 47.000 56.000 72.000
266.000 -
Monitor Economie Dordrecht 2004
Tabel 4.4
Aanbod kantoorruimte Drechtsteden, januari 2005
Figuur 4.7 Leegstand van de kantorenvoorraad
aantal m2 Dordrecht Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
45.700 6.100 200 1.500 17.400 15.500
Alkmaar Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven
Drechtsteden 86.500 Bron: Rom-d, Property, Ooms, Jones Lang Lasalle
Enschede Groningen Haarlem
Al enige jaren houdt DTZ Zadelhoff de fysieke leegstand bij. Leegstand wordt gedefinieerd als: aangeboden ruimte in opgeleverde gebouwen, die op het moment van inventarisatie niet (meer) in gebruik is. Het verschil tussen aanbod en leegstand wordt dan ook gevormd door aangeboden panden die nog in gebruik zijn en door de beschikbare in aanbouw zijnde kantoren. In Dordrecht is de leegstand van kantoorruimte toegenomen, van 7,7% in 2003 naar 10,5% in 2004. Hierin volgt Dordrecht de landelijke ontwikkeling. De leegstand in Dordrecht ligt onder het landelijke gemiddelde van 12,1%7.
Heerlen Helmond Hengelo 's-Hertogenb. Leeuwarden Maastricht Nijmegen Schiedam Tilburg Zwolle Utrecht Rotterdam
Opname Het opnameniveau van kantoorruimte in Dordrecht en de Drechtsteden is na het slechte jaar 2003 weer enigszins hersteld. Het afgelopen jaar is er in Dordrecht 8.900 vierkante meter kantoorruimte opgenomen. In de Drechtsteden is 13.300 vierkante meter opgenomen. Veel gerealiseerde transacties betroffen kleinere metrages. In 2003 werd in de hele Drechtsteden nog geen 4.000 vierkante meter opgenomen8. Vooral de non-profit sector was verantwoordelijk voor de opname in de Drechtsteden. Het aandeel van de opname in het aanbod, de kantorenmarktratio, bedraagt voor Dordrecht 22% en voor de Drechtsteden 17%. Evenals in Nederland (een ratio van 26%) hebben we hier te maken met een ruime kantorenmarkt. Voor zowel Dordrecht als Drechtsteden geldt dat deze ratio het afgelopen jaar is toegenomen. Dit betekent dat de markt iets krapper is geworden, maar nog niet zo krap als in 2003 (zie figuur 4.8).
Den Haag Amsterdam Nederland 0
5
10 2004
15
20
2003
Bron: DTZ Zadelhoff
Figuur 4.8 Kantorenmarktratio 70 60 50 40 30 20 10 0 Dordrecht
Drechtsteden
2003
2004
Nederland 2005
Bron: Dynamis
Monitor Economie Dordrecht 2004
45
25
Huurprijzen De huurprijzen voor eersteklas kantoorruimte staan in Nederland licht onder druk, zo ook in Dordrecht. Momenteel bedraagt de huurprijs voor eersteklas kantoorruimte in Dordrecht € 135 per vierkante meter. Ten opzichte van veel andere vergelijkbare steden is dit een gemiddeld niveau (zie figuur 4.9).
Figuur 4.9 Tophuren kantoorruimte Nederland, 1.1.2005
Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda
Toekomst Alle gemeenten binnen de Drechtsteden hebben plannen voor nieuwbouw van kantoren in de toekomst. Na inventarisatie van al deze plannen9, zowel hard als zacht, blijkt dat in de Drechtsteden meer dan 400.000 m2 aan nieuwe kantoorruimte staat gepland. Een deel, zo’n 160.000 m2, betreft zogeheten ‘harde’ planvoorraad, waarvan ruim 100.000 m2 in Dordrecht: Amstelwijck (100.000 m2), Rivierstaete (2.143 m2) en Spuiboulevard/Sluisweg (1.200 m2). Verder bestaan er voor Dordrecht de volgende ‘zachte’ plannen voor nieuwe kantoorruimte: Leerpark (10.000 m2), Gezondheidspark (10.000 m2), Stadswerven (25.000 m2) en de Spoorzone (75.000 m2).
Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo 's-Hertogenb. Leeuwarden Leiden
4.3 Winkelruimte De afgelopen jaren is de koopkracht van Nederlandse huishoudens door de zwakke economische conjunctuur sterk onder druk komen te staan. Hierdoor kwam het consumentenvertrouwen in 2003 op het laagste niveau in de laatste 20 jaar. In 2004 echter zijn de consumptieve bestedingen weer licht toegenomen en is het consumentenvertrouwen weer gegroeid. In Nederland is het afgelopen jaar de winkelmarkt verruimd. De opname van winkelvastgoed is in 2004 met 1,5% gestegen naar iets meer dan 700.000 vierkante meter verhuurbaar winkeloppervlak. Het aanbod aan winkelruimte is echter met een kwart gestegen tot een recordniveau van meer dan 1 miljoen m2 verhuurbaar winkeloppervlak. In Nederland staat bijna 8% van de winkelruimte leeg, waarvan de helft al meer dan twee jaar. De leegstand en met name winkelruimte die al wat langer leegstaat, bevindt zich hoofdzakelijk op B en C locaties.
46
Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam Tilburg Venlo Zaanstad Zwolle
Utrecht Rotterdam Den Haag Amsterdam 0
100
200
300
Bron: DTZ Zadelhoff
Monitor Economie Dordrecht 2004
400
Voorraad In 2004 heeft het winkelbestand in Dordrecht een omvang van 160.000 vierkante meter winkel vloeroppervlakte. Sinds 2001 is deze voorraad met ruim 13.000 m2 (+9%) gegroeid. De groei heeft hoofdzakelijk plaatsgevonden in de niet-dagelijkse sector, waarmee het aandeel van de niet-dagelijkse sector verder is gestegen naar 78,3% van het totale winkelbestand. Het totale winkelbestand in de Drechtsteden bedraagt 394.000 vierkante meter winkelvloeroppervlak, waarvan 80% voor niet-dagelijkse artikelen. In de Drechtsteden is de winkelvoorraad gegroeid met 18%. Opvallend is de geringe groei van het winkelbestand voor de nietdagelijkse artikelen in Dordrecht in vergelijking met het winkelbestand in de Drechtsteden. Hierdoor is het aandeel van Dordrecht in de Drechtsteden aanmerkelijk gedaald, van 43,8% in 2001 naar 39,7% in 2004. Het aandeel van de winkelruimte in Dordrecht voor de dagelijkse artikelen blijft redelijk stabiel (44%).
Tabel 8 in bijlage 1 geeft voor de periode 20012004 een volledig overzicht van het totale winkelbestand in de Drechtsteden per gemeente en uitgesplitst naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. Opvallend is de enorme groei in gemeenten als Hendrik-Ido-Ambacht en Sliedrecht. Laatstgenoemde gemeente heeft in vergelijking met de andere gemeenten veel winkelruimte op niet-dagelijks niveau. Een belangrijke verklaring hiervoor is de sterke vertegenwoordiging van meubelzaken in deze gemeente. Het verzorgingsniveau, uitgedrukt in de verzorgingsindex10, is voor Sliedrecht dan ook zeer hoog. Dordrecht scoort in dit opzicht gemiddeld.
Figuur 4.10 Winkelbestand Dordrecht (in m2 vvo) 500000 400000 m2 vvo
In diverse branches (supermarkten, drogisterijen, sportzaken, elektronicaspeciaalzaken, telecombranche) in de detailhandel is momenteel sprake van schaalvergroting met een toenemende vraag naar grotere winkelpanden tot gevolg. Naast deze schaalvergroting spelen nog enkele andere ontwikkelingen die van invloed zijn op het winkelvastgoed, zoals het herstel van de uitzendbranche en de tendens van banken om meer klantgericht te opereren door het openen van bankshops op A2 winkelstraten.
300000 200000 100000 0 2001
Dordrecht
2003
2004
Drechtsteden
Bron: Basisregister Verkooppunten van Locatus
Tabel 4.5
Groei winkelbestand, 2001-2004
dagelijks niet-dagelijks totaal Bron: Locatus
Monitor Economie Dordrecht 2004
2002
Dordrecht
Drechtsteden
+1% +11% +9%
+4% +23% +18%
47
Figuur 4.11 Winkelvoorraad per1.000 inwoners G26, 2004 (in m2 wvo)
Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht
Aanbod Begin 2005 bedroeg het aanbod aan winkelruimte in Dordrecht bijna 15.000 m2 en in de Drechtsteden ruim 22.000 m2. Een groot deel van het aanbod in Dordrecht bevindt zich in de binnenstad. De leegstand in de Dordtse Binnenstad is de afgelopen jaren gestegen en is net als in Breda vrij fors vergeleken met een aantal andere gemeenten. Volgens Locatus stonden per april 2004 105 verkooppunten in de binnenstad leeg. Dit is 9% van het totale aantal verkooppunten11.
Eindhoven Emmen
Tabel 4.6
Enschede Groningen
Aanbod winkelruimte Drechtsteden, januari 2005
aantal m2
Haarlem
Dordrecht Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
Heerlen Helmond Hengelo 's-Hertogenb. Leeuwarden
14.950 530 70 6.790 -
Leiden
Drechtsteden 22.330 Bron: Rom-d, Property, Ooms, Jones Lang Lasalle
Lelystad Maastricht Nijmegen
Huurprijzen
Schiedam Tilburg Venlo Zaanstad Zwolle G26 0
500
1000
1500
2000
2500
Bron: Locatus
Huurprijzen van winkelvastgoed zijn over het algemeen gestabiliseerd. De huurprijs voor eersteklas winkelruimte in Dordrecht bedraagt begin 2005 € 550 per vierkante meter verhuurbaar oppervlak. In vergelijking met veel andere steden in Nederland is de huurprijs van winkelruimte in Dordrecht laag. De binnensteden van Amsterdam (€1.600) en Maastricht (€1.350) hebben 3000 gemiddeld de hoogste winkelhuurprijzen in Nederland.
In vergelijking met andere steden en afgezet tegen de omvang van de bevolking moeten we constateren dat Dordrecht weinig winkelruimte heeft (zie figuur 4.11). Alleen Leiden en Schiedam scoren hierop nog lager.
48
Monitor Economie Dordrecht 2004
Figuur 4.12 Tophuren winkelruimte Nederland, 1.1.2005
Alkmaar Almelo Amersfoort Arnhem Breda Deventer Dordrecht Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hengelo 's-Hertogenb. Leeuwarden Leiden Lelystad Maastricht Nijmegen Schiedam Tilburg Venlo Zaanstad Zwolle Utrecht Rotterdam Den Haag Amsterdam 0
500
1000
1500
2000
Bron: DTZ Zadelhoff
Noten: 1 Gemengde terreinen zijn terreinen met een hindercategorie 1,2,3 of 4 bestemd voor reguliere bedrijvigheid en niet behorend tot de terreinen die zijn getypeerd als hoogwaardige bedrijvenpark of distributiepark. Deze terreinen kennen een gevarieerd aanbod aan bedrijvigheid voornamelijk bestaande uit licht moderne industrie en overige (“modale”) industrie. 2 Economische monitor Zuid-Holland 2004; Provincie Zuid-Holland; september 2004 3 Meerjarenprogramma Bedrijventerreinen 2004-2007 Stappen vooruit!; Provincie Zuid-Holland; november 2004 4 De Nederlandse markt voor commercieel vastgoed 2005; DTZ Zadelhoff; januari 2005 5 Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Eindhoven, Arnhem, Almere, Amersfoort, Maastricht, Den Bosch, Apeldoorn, Breda, Nijmegen, Groningen, Drechtsteden, Enschede, Deventer, Zwolle, Hengelo, Heerlen, Leeuwarden, Tilburg, Assen 6 Sprekende Cijfers 2005; Dynamis; januari 2005 7 Cijfers in perspectief, De Nederlandse markt voor commercieel vastgoed 2005; DTZ Zadelhoff; januari 2005 8 Sprekende Cijfers 2005 Kantorenmarkten; Dynamis; januari 2005 9 Het gaat hier om solitaire gebouwen, bedrijfsgebonden kantoorruimten zijn hierin niet meegenomen. 10 De verzorgingsindex geeft de verhouding weer tussen het totaal winkelverkoopvloeroppervlak en het aantal inwoners. 11 Monitor Binnenstad 2004; Sociaal Geografisch Bureau; augustus 2005
Monitor Economie Dordrecht 2004
49
50
Monitor Economie Dordrecht 2004
Bijlagen
Monitor Economie Dordrecht 2004
51
52
Monitor Economie Dordrecht 2004
Bijlage 1 Overzichtstabellen Tabel 1
Vestigingen naar bedrijfstak en grootteklasse in Dordrecht, 2000 en 2004
bedrijfstak
1-9 werkzame personen 2000 2004
2000
2004
landbouw/delfstoffenwinning industrie/nutsbedrijven bouwnijverheid handel horeca vervoer/opslag zakelijke dienstverlening overige dienstverlening
76 179 243 1.218 197 267 809 584
58 152 312 1.076 185 255 823 658
2 73 57 186 29 40 122 204
3 60 59 191 19 40 115 238
12 7 5 9 12 31
9 9 7 1 7 11 28
78 264 307 1.409 226 316 943 819
61 221 380 1.274 205 302 949 924
totaal Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
3.573
3.519
713
725
76
72
4.362
4.316
Tabel 2
> 100 werkzame personen 2000 2004
totaal
Startende ondernemingen in Dordrecht en de Drechtsteden, 2004
Dordrecht aantal landbouw en visserij industrie bouw groothandel detailhandel horeca vervoer financiën adviesdiensten facilitaire diensten persoonlijke diensten algemene diensten totaal Bron: Kamer van Koophandel
Tabel 3
10-99 werkzame personen 2000 2004
Drechtsteden aantal
aandeel
aandeel
5 28 65 71 115 25 33 10 66 68 63 20
0,9 4,9 11,4 12,5 20,2 4,4 5,8 1,8 11,6 12,0 11,1 3,5
12 32 111 93 142 37 63 11 141 153 111 35
1,3 3,4 11,8 9,9 15,1 3,9 6,7 1,2 15,0 16,3 11,8 3,7
569
100,0
941
100,0
Werkgelegenheid naar bedrijfstak en grootteklasse in Dordrecht, 2000 en 2004
bedrijfstak
1-9 werkzame personen 2000 2004
2000
2004
landbouw/delfstoffenwinning industrie/nutsbedrijven bouwnijverheid handel horeca vervoer/opslag zakelijke dienstverlening overige dienstverlening
172 503 580 3.196 569 701 1.790 1.567
124 416 610 3.059 602 652 1.840 1.772
37 2.019 2.031 4.319 606 1.252 3.331 5.961
49 1.767 1.731 4.382 348 1.382 3.120 7.115
6.607 1.353 632 1.659 2.198 9.223
5.299 1.815 795 100 1.466 1.886 10.078
209 9.129 3.964 8.147 1.175 3.612 7.312 16.751
173 7.482 4.156 8.236 1.050 3.500 6.846 18.965
totaal Bron: Bedrijvenregister Dordrecht
9.078
9.075
19.556
19.894
21.672
21.439
50.299
50.408
Monitor Economie Dordrecht 2004
10-99 werkzame personen 2000 2004
> 100 werkzame personen 2000 2004
totaal
53
Tabel 4
Werkgelegenheid naar bedrijfstak in Dordrecht, Drechtsteden en Nederland, 2000 en 2004
Dordrecht 2000 2004
Drechtsteden 2000 2004
209 9.129 3.964 8.147 1.175 3.612 7.312 16.751
173 7.482 4.156 8.236 1.050 3.500 6.846 18.965
830 19.085 12.639 20.640 2.182 8.154 14.486 28.356
1.037 16.446 13.021 20.460 2.124 7.970 14.679 30.127
272.466 1.039.581 475.445 1.082.766 190.304 432.574 1.116.066 1.769.262
238.377 933.561 457.502 1.071.745 191.303 432.463 1.166.510 2.000.424
totaal 50.299 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht en Lisa
50.408
106.372
105.864
6.378.464
6.491.915
bedrijfstak landbouw/delfstoffenwinning industrie/nutsbedrijven bouwnijverheid handel horeca vervoer/opslag zakelijke dienstverlening overige dienstverlening
Tabel 5
Nederland 2004
Werkgelegenheid in Dordrecht per bedrijfsklasse, 2000-2004
sbi-code
bedrijfsklasse
01/14 15/16 17/18/19 20/21 22 23/24 25 26 27/28 29 30/31/32 33 34/35 36/37 40/41 45 50 51 52 55 60 61 62 63 64 65/66 67 70 71 72 73 74 75 80 85 90 91 92 93
landbouw/zand, grind en kleiwinning voedingsmiddelenindustrie textiel en kledingindustrie houtindustrie (excl. meubels)/ papier- en kartonindustrie uitgeverijen aardolieverwerkende industrie, chemische industrie rubber- en kunststofindustrie glas, aardewerk en cement industrie metaalindustrie/metaalproductenindustrie machines en apparatenindustrie elektrische machines en apparatenindustrie/ audio, medische apparatenindustrie auto-industrie/transportmiddelenindustrie overige industrie productie elektriciteit, gas, water en stroom/ winning, bouwnijverheid handel en reparatie auto’s, benzinestations groothandel detailhandel en reparatie horeca vervoer over land vervoer over water vervoer door de lucht dienstverlening t.b.v. vervoer post en telecommunicatie financiële instellingen, verzekeringswezen en pensioen aanverwante financiële instellingen verhuur, handel in onroerend goed verhuur roerende goederen computerservice bureau speur en ontwikkelingswerk overige zakelijke dienstverlening openbaar bestuur onderwijs gezondheidszorg en welzijnszorg milieudienstverlening beroepsorganisaties cultuur, sport & recreatie overige dienstverlening
totaal Bron: SGB, Bedrijvenregister Dordrecht
54
2000
2000
2002
2004
209 515 25 83 902 1.740 59 125 1.019 1.115 94 650 369 2.148 285 3.964 815 3.654 3.678 1.175 1.133 1.052 623 804 522 296 517 260 612 4 5.101 3.920 2.796 7.726 858 372 665 414
168 348 21 51 793 1.676 47 123 815 1.139 60 539 131 2.097 171 3.906 952 3.986 3.787 1.217 1.042 969 649 983 378 262 465 204 579 5 4.862 4.066 3.244 8.931 905 509 599 420
173 -36 451 -64 18 -7 49 -34 755 -147 1.476 -264 47 -12 99 -26 522 -497 1.003 -112 62 -32 597 -53 121 -248 2.272 +124 10 -275 4.156 +192 996 +181 3.738 +84 3.502 -176 1.050 -125 1.032 -101 919 -133 2 +2 693 +70 854 +50 424 -98 237 -59 511 -6 180 -80 411 -201 10 +6 5.073 -28 4.036 +116 3.400 +604 9.252 +1.526 896 +38 393 +21 524 -141 464 +50
50.299 51.099 50.408
2000 – 2004 absoluut index (2000
+109
83 88 72 59 84 85 80 79 51 90 66 92 33 106 4 105 122 102 95 89 91 87 111 106 81 80 99 69 67 250 99 103 122 120 104 106 79 112 100
Monitor Economie Dordrecht 2004
Tabel 6
Verandering werkgelegenheid in Dordrecht naar oorzaak en sector, 2002-2003 stand oprichting/ ∆ uit- opheffing/
inkrimping (-)
stand 2003
0
4
170
80 0 93 351 95 105
0 146 0 8 0 0
329 0 110 690 94 362
7.691 173 4.063 8.575 1.145 3.614
61 640
45 613
0 0
44 529
649 6.047
0
313
50
0
256
4.141
110 125 61
0 0 28
145 1.162 87
36 122 57
0 13 40
213 691 222
3.250 9.392 2.290
totaal 51.099 1.548 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht (bewerking SGB)
238
3.719
1.653
207
3.544
51.200
∆
inkrimping (-)
stand 2004
land/bosbouw/ visserij/delfstoffen industrie nutsbedrijven bouwnijverheid handel/reparatie horeca vervoer/opslag/ communicatie financiële instellingen zakelijke dienstverlening overheid/verplichte sociale verzekeringen onderwijs gezondheid/welzijn cultuur/recreatie/ overige diensten
Tabel 7
∆
2002
vestiging (+)
bedrijfssectie (+)
breiding (+)
vertrek (-)
bedrijfssectie (-)
168
5
0
7
6
7.840 171 3.906 8.725 1.217 3.643
51 0 149 266 33 209
48 146 0 16 0 0
161 2 211 617 84 229
640 6.115
37 434
0 0
4.066
68
3.244 8.931 2.433
Verandering werkgelegenheid in Dordrecht naar oorzaak en sector, 2003-2004 stand oprichting/ ∆ uit- opheffing/
2003
vestiging (+)
bedrijfssectie (+)
breiding (+)
vertrek (-)
bedrijfssectie (-)
170
3
0
16
4
0
12
173
7.691 173 4.063 8.575 1.145 3.614
128 1 226 371 32 74
52 0 1 35 0 0
344 0 206 486 57 204
435 146 44 252 32 185
54 0 0 42 0 4
254 18 297 937 152 203
7.472 10 4.156 8.236 1.050 3.500
649 6.047
15 345
0 43
61 727
13 334
22 175
29 467
661 6.185
4.141
0
97
102
119
0
185
4.036
3.250 9.392 2.290
103 425 59
138 74 40
134 629 97
67 96 30
17 12 25
141 1.160 154
3.400 9.252 2.277
totaal 51.200 1.782 Bron: Bedrijvenregister Dordrecht (bewerking SGB)
480
3.063
1.757
351
4.009
50.408
land/bosbouw/ visserij/delfstoffen industrie nutsbedrijven bouwnijverheid handel/reparatie horeca vervoer/opslag/ communicatie financiële instellingen zakelijke dienstverlening overheid/verplichte sociale verzekeringen onderwijs gezondheid/welzijn cultuur/recreatie/ overige diensten
Monitor Economie Dordrecht 2004
55
Tabel 8
Winkelbestand in Dordrecht en de Drechtsteden, 2001-2004 (m2 wvo)
2001
2002
2003
2004
2001-2004
34.182 4.756 2.591 5.353 7.534 6.867 14.907 76.190
33.886 4.200 2.723 7.182 8.068 5.828 15.639 77.526
34.449 4.095 2.723 7.260 8.113 6.056 15.762 78.458
34.633 4.423 2.720 7.560 8.029 6.610 15.252 79.227
+451 -333 +129 +2.207 +495 -257 +345 +3.037
112.440 11.127 7.456 11.615 23.560 64.873 25.746 256.817
119.007 14.071 12.270 16.067 26.156 69.938 28.171 285.680
124.009 13.298 12.270 23.866 26.085 79.050 29.684 308.262
125.082 14.258 11.339 24.084 28.137 82.419 29.839 315.158
+12.642 +3.131 +3.883 +12.469 +4.577 +17.546 +4.093 +58.341
146.622 15.883 10.047 16.968 31.094 71.740 40.653 333.007
152.893 18.271 14.993 23.249 34.224 75.766 43.810 363.206
158.458 17.393 14.993 31.126 34.198 85.106 45.446 386.720
159.715 18.681 14.059 31.644 36.166 89.029 45.091 394.385
+13.093 +2.798 +4.012 +14.676 +5.072 +17.289 +4.438 +61.378
index
dagelijks Dordrecht Alblasserdam ’s-Gravendeel HI-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Drechtsteden
niet-dagelijks Dordrecht Alblasserdam ’s-Gravendeel HI-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Drechtsteden
totaal Dordrecht Alblasserdam ’s-Gravendeel HI-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Drechtsteden Bron: Locatus
56
gemiddeld laag hoog gemiddeld laag zeer hoog laag
Monitor Economie Dordrecht 2004
Bijlage 2 Vragen Enquête beroepsbevolking Dordrecht B.
ARBEIDSMARKT
Inzicht in de samenstelling van de beroepsbevolking is belangrijk voor het arbeidsmarktbeleid. De volgende vragen gaan over het verrichten van betaald werk. Wilt u onderstaande vragen ook invullen als het gaat om een baantje voor een paar uur per week? En ook als u niet werkt is een aantal vragen van toepassing. 1.
Hebt u op dit moment betaald werk, in loondienst of als zelfstandige of meewerkende in eigen bedrijf? (ook een paar uur per week telt mee)
ja nee 2.
---> gaat u verder met vraag 2 ---> gaat u verder met vraag 6
In wat voor soort dienstverband werkt u op dit moment?
in loondienst uitgezonden via een uitzendbureau via een detacheringsbedrijf voor eigen rekening of risico in eigen bedrijf of praktijk (zelfstandige) meewerkend in bedrijf of praktijk van echtgeno(o)t(e) of partner als freelancer via de WIW anders, namelijk: 3a. In welke gemeente is het bedrijf/de instelling waarbij u formeel in dienst bent, of - indien van toepassing - uw eigen bedrijf gevestigd?
Dordrecht Zwijndrecht Papendrecht Hendrik-Ido-Ambacht
Alblasserdam Sliedrecht Rotterdam elders, namelijk:
3b. Is die gemeente ook uw vaste werkadres?
ja nee
---> gaat u verder met vraag 3d ---> gaat u verder met vraag 3c
3c. In welke gemeente werkt u daadwerkelijk? (als u in meerdere gemeenten werkt, a.u.b. de gemeente aankruisen waar u momenteel werkt)
Dordrecht Zwijndrecht Papendrecht Hendrik-Ido-Ambacht
Alblasserdam Sliedrecht Rotterdam elders, namelijk:
3d. Indien u in Dordrecht werkt, in welk deel van Dordrecht is dat?
Historische Binnenstad 19e Eeuwse Schil Industriegebied Staart
Monitor Economie Dordrecht 2004
Industriegebied West ergens anders in Dordrecht
57
4a. Hoe gaat u meestal naar uw werk? (als u meerdere vervoermiddelen gebruikt, a.u.b. het vervoermiddel aankruisen waarmee u de grootste afstand aflegt)
auto, rij alleen motor/scooter auto, carpoolen hele afstand te voet
hele afstand per fiets/bromfiets met de bus met de trein anders/bedrijfsvervoer
4b. Wat is bij benadering de afstand die u moet afleggen om op uw werk te komen? (enkele reis)
5 km of minder 6-10 km 5.
Hoeveel uur per week werkt u gemiddeld?
1-11 uur per week 12 uur of meer per week, namelijk: 6.
11-20 km meer dan 20 km ---> gaat u verder met vraag 6 uur per week
---> gaat u verder met vraag 9a
Zou u betaald werk willen hebben voor 12 uur of meer per week?
ja reeds gevonden, maar nog niet begonnen nee
---> gaat u verder met vraag 7a ---> gaat u verder met vraag 9a ---> gaat u verder met vraag 9a
7a. Als u nu een geschikte baan zou vinden, zou u dan binnen 2 weken kunnen beginnen?
ja nee
---> gaat u verder met vraag 8a ---> gaat u verder met vraag 7b
7b. Indien nee, waarom zou u dan niet binnen 2 weken kunnen beginnen?
wegens opzegging huidige betaalde werkkring van minder dan 12 uur per week wegens afronden vrijwilligerswerk wegens het volgen van een opleiding/een studie om kinderopvang te regelen wegens vakantie wegens ziekte wegens iets anders, namelijk: 7c. Is het waarschijnlijk dat u wèl binnen 3 maanden kunt beginnen?
ja nee 8a. Hebt u de afgelopen 4 weken iets gedaan om aan werk te komen van 12 uur of meer per week? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
ja, gesolliciteerd ja, geïnformeerd bij werkgever(s) en/of bekenden ja, krantenadvertenties bekeken ja, zelf advertentie laten zetten ja, geïnformeerd en/of gezocht bij het Arbeidsbureau ja, geïnformeerd bij een uitzendbureau ja, iets anders, namelijk: nee, want wacht op uitslag sollicitatieprocedure nee, niets gedaan ---> 8b. Waarom niet?
58
Monitor Economie Dordrecht 2004
9a. Staat u als werkzoekend ingeschreven bij het Arbeidsbureau?
nee ja ---> 9b. Hoelang?
Monitor Economie Dordrecht 2004
maanden
59
60
Monitor Economie Dordrecht 2004
Bijlage 3 Begrippen en definities Algemene Bijstandswet (ABW) Betreft personen die in zodanige omstandigheden verkeren dat niet in de noodzakelijke kosten van het bestaan kan worden voorzien. Sinds 1 januari 1996 valt hier ook de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (RWW) onder. Arbeidsparticipatie (bruto en netto) De bruto arbeidsparticipatie is het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de totale potentiële beroepsbevolking (=bevolking van 15-64 jaar). De netto arbeidsparticipatie is het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de totale potentiële beroepsbevolking. Beroepsbevolking Alle mensen die minstens twaalf uur per week werken, of minstens twaalf uur per week willen werken, daarvoor direct beschikbaar zijn en bovendien actief zoeken naar werk. EBB Enquête beroepsbevolking. Een doorlopende enquête op steekproefbasis van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In deze enquête worden naast persoons- en huishoudenskenmerken gegevens verzameld over de arbeidssituatie, uitkeringen, opleiding en woon-werk verkeer. Weergegeven aantallen zijn jaargemiddelden waarbij rekening moet worden gehouden met een onnauwkeurigheid door het steekproefkarakter van het onderzoek. Deze onnauwkeurigheid wordt meestal beschreven aan de hand van de 95%betrouwbaarheidsmarges. I/A-ratio Het aantal niet-actieven gedeeld door het aantal actieven. LISA LISA staat voor Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen en vestigingen. Het betreft een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaald werk wordt verricht. Gegevens uit alle regionale bedrijvenregisters worden hier ingebracht. Dit landsdekkende bestand biedt mogelijkheden tot vergelijking met andere regio’s. De kerngegevens per vestiging hebben een ruimtelijke component (adresgegevens) en een sociaal-economische component (werkgelegenheid en economische activiteit). LISV Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen Potentiële beroepsbevolking Bevolking van 15 t/m 64 jaar Standaard bedrijfsindeling (SBI 1993) De indeling van bedrijven en instellingen naar hun economische activiteit. De indeling is overeenkomstig de Standaard bedrijfsindeling 1993. De SBI 1993 kent bedrijfstakken, die onderverdeeld zijn in bedrijfsklassen. UWV Uitvoering Werknemersverzekeringen Vestiging Elk(e) afzonderlijk gelegen fabriek, werkplaats, winkel, kantoor of andere bedrijfsruimte c.q. complex van bedrijfsruimten waar minimaal 1 persoon werkzaam is. WW Werkloosheidswet Werkloze beroepsbevolking Alle mensen zonder werk (of met werk van minder dan twaalf uur per week) die minstens twaalf uur per week willen werken, daarvoor direct beschikbaar zijn en bovendien actief zoeken naar werk.
Monitor Economie Dordrecht 2004
61
Werkzame beroepsbevolking Alle mensen die tenminste twaalf uur per week werken (werknemers en zelfstandigen). Werkzame personen Werkzame personen volgens het Bedrijven- en Instellingen Register. Personen die op 1 januari van het betreffende jaar vanuit het vestigingsadres 12 uur of meer per week werkzaam zijn. Meegeteld worden meewerkende eigenaren en meewerkende gezinsleden en thuiswerkers voor zover zij voorkomen op de loonlijst van de vestiging. Niet meegeteld worden langdurig zieken (langer dan 1 jaar), militairen op eerste oefening, stagiair(e)s, uitzendkrachten (voor zover ze geen arbeidsovereenkomst met een uitzendorganisatie hebben) en personen werkzaam in WSW-verband (Wet Sociale Werkvoorziening). Wet Werk en Bijstand (WWB) Opvolger van de Algemene Bijstandswet (ABW). Per 1 januari 2004 in werking getreden.
62
Monitor Economie Dordrecht 2004
Publicaties van het Sociaal Geografisch Bureau Openbare orde en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid in Dordrecht 2003 Benchmark leefbaarheid en veiligheid 2001 Leefbaarheid en veiligheid in de Drechtsteden anno 2002 Overzicht bestaande leefbaarheidsonderzoeken Jeugdcriminaliteitskaart Zuid-Holland Zuid 2000 Eind evaluatie Veiligheidsnetwerk Zwijndrecht Veiligheidsbeleving op school 2004 Leefbaarheid en veiligheid in de Gemeente Zwijndrecht anno 2002 Verkeer en vervoer Parkeerregulering Groenedijk/Oranjelaan Autobezit, verplaatsingsgedrag en vervoermiddelgebruik van de Dordtse bevolking anno 2001
2004 2002 2003 2000 2001 2002 2004 2003 2003 2003
Sociaal-economisch beleid Monitor Binnenstad Dordrecht 2000/2001 2002 Monitor werk 2002 2003 De Sociale Staat van Dordrecht 2003 2004 De markt voor benzinepompen in Dordrecht 2001 Horecabezoek en beoordeling van de Dordtse horeca door de Dordtse bevolking anno 2004 2004 Onderzoek draagvlak vrijdagmiddagmarkt 2003 Monitor vraagzijde arbeidsmarkt havengebonden cluster Rijnmond 2004 Onderwijs Kiezen voor beroepsonderwijs ROC’s Albeda College en Da Vinci College in de Hoeksche Waard Behoefte onderzoek kinderopvang Dordrecht Integrale leerlingenprognose gemeente Dordrecht 2002-2018 Vrije tijd, cultuur, sport en recreatie Gebruikers en deelnemers over gemeentelijke sportvoorzieningen Dordtenaren over recreatie in het buitengebied Vrijwilligerswerk in Dordrecht 2003 Meningspeiling theatervoorziening in Dordrecht Publieksonderzoek Wantijpop/Rainbowpark 2002 Kerstmarkt Dordrecht 2001 Boekenmarkt Dordrecht 2002 Opinies over en waardering voor evenementen in Dordrecht Toervaarders over Dordrecht Onderzoek Openbare Bibliotheek Dordrecht Publieksonderzoek Zomerkermis 2003 Evaluatie Dordt in Stoom Evaluatie Rhythm & Blues Festival
2005 2003 2004 2003
2004 2004 2004 2004 2002 2002 2002 2003 2004 2003 2003 2004 2004
Sociale voorzieningen en maatschappelijk werk Onze buurt aan zet, tussenevaluatie Jeugdbeleid in de Drechtsteden Behoefte-onderzoek Dubbeldam Jongeren Dordrecht 2003 Monitor Sociaal Programma Oud-Krispijn Zuid-3 Doelgroepenonderzoek Bureau Schuldhulpverlening Dordrecht deel III Uitvallersonderzoek Bureau Schuldhulpverlening Dordrecht Evaluatie Gezondheidsmanagement Monitor ouderen 2003 Wijkpanel Staart Groen Wijkpanel Staart Veilig
2003 2004 2004 2004 2005
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Woonmonitor Dordrecht 2004 Woonmonitor Drechtsteden 2004 Evaluatie project dynamisch wonen
2004 2004 2004
Monitor Economie Dordrecht 2004
2004 2003 2004 2004 2004 2004
Evaluatie woonkeus Drechtsteden Verslag Geschikt Wonen Migratie-onderzoek 2002
2001 2003 2003
Algemeen bestuur en maatschappelijke verkenningen Dit is Dordt Bekend maakt bemind Monitor Beeld van Dordrecht Vertrouwen in het bestuur en oordeel over raadscommunicatie Evaluatie inspraakbeleid Succesvol lokaal ouderenhuisvestingsbeleid Gezondheidsmonitor Zuid-Holland Zuid hoofdrapport en deelrapport: Dordrecht Omnibusonderzoek Barendrecht 2000 Prognose Essenhof 2000-2015 (crematies en begravingen) Bereik/waardering voor info gem. Dordrecht Herhalingsmeting beeld van en belangstelling voor de Drechtsteden De stem van de burger Bezoekersonderzoek Dag van Dordt Evaluatie Dualisme 1e fase Feiten, belevingen en trends Papendrecht Milieu Gebruik toegangssysteem ondergrondse containers Onderzoek naar achtergronden onkruidbestrijdingsmiddelengebruik door particulieren Evaluatie proef mini-container papier Evaluatie hondenbeleid Milieumonitor Dordrecht 2003 Ruimte voor de rivier Belevingswaardeonderzoek oppervlaktewater Krimpenerwaard Belevingswaardeonderzoek oppervlaktewater Ridderkerk
2004 2005 2004 2002 2001 2001 2001 2000 2002 2002 2002 2003 2003 2003 2004 2003 2005 2004 2004 2003 2004 2003
Bevolking Bevolkingsprognose per wijk gemeente Dordrecht 2004-2020 Huishoudenprognose 1998-2010
2004 1998
Klanttevredenheid Basisscholen over Weizigt NMC Klanttevredenheidsonderzoek Wijklijn Klanttevredenheidsonderzoek Maaltijdservice Klanttevredenheidsonderzoek Personenalarmering Klanttevredenheidsonderzoek Onderwijs en Welzijn Elektronische Dienstverlening Gemeente Dordrecht Klanttevredenheidsonderzoek Groenvoorziening 2003 Klanttevredenheidsonderzoek WVG Dordrecht Klanttevredenheidsonderzoek WVG Zwijndrecht Klanttevredenheidsonderzoek Brandweer Dordrecht Klanttevredenheidsonderzoek Stafdiensten Medewerkerstevredenheidsonderzoek Stafdiensten
2004 2003 2004 2004 2004 2003 2004 2003 2003 2003 2004 2004
Bovenstaande lijst bevat een selectie van publicaties van het SGB Algemeen Dordt op z’n droogst jaarlijks Staat van de wijken meerjarig Tabellenboek Bedrijvenregister Dordrecht jaarlijks Meer cijfers en trends kunt u vinden op onze website www.sociaalgeografischbureau.nl Informatie/bestellen: telefoon: (078) 639 64 65 schriftelijk: Sociaal Geografisch Bureau Postbus 8 - 3300 AA DORDRECHT e-mail
[email protected] website www.sociaalgeografischbureau.nl fax 078 -639 80 80
63