BELGISCH MONITEUR STAATSBLAD BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005.
Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005.
Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :
Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :
www.staatsblad.be
www.moniteur.be
Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme
Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme
Gratis tel. nummer : 0800-98 809
Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 N. 297
178e JAARGANG
178e ANNEE
DONDERDAG 25 SEPTEMBER 2008
Het Belgisch Staatsblad van 24 september 2008 bevat twee uitgaven, met als volgnummers 295 en 296.
INHOUD Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Federale Overheidsdienst Financiën
JEUDI 25 SEPTEMBRE 2008
Le Moniteur belge du 24 septembre 2008 comporte deux éditions, qui portent les numéros 295 et 296.
SOMMAIRE Lois, décrets, ordonnances et règlements Service public fédéral Finances
9 SEPTEMBER 2008. — Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van zilveren herdenkingsmuntstukken van 5 euro ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de creatie van de stripfiguren « De Smurfen » door Peyo, bl. 49896.
9 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté royal relatif à l’émission de pièces commémoratives de 5 euros en argent à l’occasion du 50e anniversaire de la création des personnages de bande dessinée « Les Schtroumpfs » par Peyo, p. 49896.
9 SEPTEMBER 2008. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitgifteprijs van zilveren herdenkingsmuntstukken van 5 euro ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de creatie van de stripfiguren « De Smurfen » door Peyo, bl. 49897.
9 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté ministériel fixant le prix d’émission des pièces commémoratives de 5 euro en argent à l’occasion du 50e anniversaire de la création des personnages de bande dessinée « Les Schtroumpfs » par Peyo, p. 49897.
1 JUNI 2008. — Wet houdende de invoering van een belastingsvermindering voor aandelen in ontwikkelingsfondsen voor microfinanciering in ontwikkelingslanden en houdende de vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning als ontwikkelingsfonds. Erratum, bl. 49897.
1er JUIN 2008. — Loi instaurant une réduction d’impôt pour les participations sous la forme d’actions dans des fonds de développement du microfinancement dans les pays en développement et fixant les conditions d’agrément en tant que fonds de développement. Erratum, p. 49897.
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale
29 JUNI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het brugpensioen vanaf 58 jaar, bl. 49898.
29 JUIN 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension à partir de 58 ans, p. 49898.
29 JUNI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het halftijds brugpensioen, bl. 49899.
29 JUIN 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension à mi-temps, p. 49899.
148 bladzijden/pages
49892
BELGISCH STAATSBLAD − 25.09.2008 − MONITEUR BELGE
29 JUNI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het brugpensioen na ontslag, bl. 49901.
29 JUIN 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension après licenciement, p. 49901.
1 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds, bl. 49902.
1er JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la cotisation au fonds social, p. 49902.
1 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, bl. 49904.
1er JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la modification et coordination des statuts du fonds social, p. 49904.
30 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, bl. 49913.
30 JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 9 octobre 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, concernant la modification et la coordination du régime de pension sectoriel social, p. 49913.
30 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere ontslagen werknemers in geval van nachtprestaties, bl. 49942.
30 JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 juin 2007, conclue au sein de la Souscommission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant l’octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés licenciés en cas de prestations de nuit, p. 49942.
30 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van maaltijdcheques, bl. 49946.
30 JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 juin 2007, conclue au sein de la Souscommission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant l’attribution de chèques-repas, p. 49946.
12 AUGUSTUS 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds genaamd ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ de dato 1 januari 2005, bl. 49949.
12 AOUT 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 novembre 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant la modification et la coordination du fonds social dénommé ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ à la date du 1er janvier 2005, p. 49949.
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
Service public fédéral Sécurité sociale
12 AUGUSTUS 2008. — Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de wijziging van de statuten van « ACERTA Kinderbijslagfonds », bl. 49956.
12 AOUT 2008. — Arrêté royal portant approbation de la modification des statuts de « ACERTA Caisse d’Allocations familiales », p. 49956.
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement
16 SEPTEMBER 2008. — Ministerieel besluit tot vaststelling voor het jaar 2008 van de materie van het vergelijkend examen voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen, bl. 49957.
16 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté ministériel fixant pour l’année 2008 la matière du concours de sélection des kinésithérapeutes agréés qui obtiennent le droit d’accomplir des prestations qui peuvent faire l’objet d’une intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, p. 49957.
Gemeenschaps- en Gewestregeringen
Gouvernements de Communauté et de Région
Vlaamse Gemeenschap
Communauté flamande
Vlaamse overheid
Autorité flamande
10 JULI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende klassering van afwateringsgrachten op het grondgebied van de gemeente Holsbeek tot onbevaarbare waterlopen van derde categorie, bl. 49959.
10 JUILLET 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand portant classement d’un fossé sur le territoire de la commune d’Holsbeek comme cours d’eau non navigable de troisième catégorie, p. 49960.
10 JULI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende klassering van grachten op het grondgebied van de stad Lokeren tot onbevaarbare waterlopen van de derde categorie, bl. 49962.
10 JUILLET 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand portant classement de fossés sur le territoire de la commune de la ville de Lokeren comme cours d’eau non navigable de troisième catégorie, p. 49962.
BELGISCH STAATSBLAD − 25.09.2008 − MONITEUR BELGE
49893
10 JULI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de modellen van overeenkomst voor de erkende bodemsaneringsorganisatie Vlabotex VZW, bl. 49963.
10 JUILLET 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant les modèles de convention pour l’organisation agréée d’assainissement du sol Vlabotex ASBL, p. 49964.
18 JULI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende overdracht en klassering van de waterloop, bekend als Antitankgracht op het grondgebied van de gemeenten Stabroek, Kapellen, Brasschaat, Schoten, Brecht, Schilde en Ranst, tot onbevaarbare waterloop van de eerste categorie, bl. 49964.
18 JUILLET 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand portant transfert et classement du cours d’eau, connu sous le nom ″Fossé antichar″ sur le territoire des communes de Stabroek, Kapellen, Brasschaat, Schoten, Brecht, Schilde et Ranst, comme cours d’eau non navigable de la première catégorie, p. 49965.
Franse Gemeenschap
Communauté française
Ministerie van de Franse Gemeenschap
Ministère de la Communauté française
28 AUGUSTUS 2008. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 januari 1996 tot oprichting van de Pedagogische Gemeenschapscommissie, bepaald bij artikel 80 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen, bl. 49967.
28 AOUT 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 8 janvier 1996 créant la Commission communautaire pédagogique prévue à l’article 80 du décret du 5 août 1995 fixant l’organisation générale de l’enseignement supérieur en Hautes Ecoles, p. 49966.
28 AUGUSTUS 2008. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen, bl. 49969.
28 AOUT 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 2 juillet 1996 fixant l’organisation de l’année académique et les conditions de refus d’une inscription et portant règlement général des examens dans les Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté franc¸ aise, p. 49967.
Waals Gewest
Région wallonne
Waalse Overheidsdienst
Service public de Wallonie
11 SEPTEMBER 2008. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 25 oktober 2007 tot wijziging van de vervoerprijzen die van toepassing zijn op het net van de maatschappijen van openbaar vervoer in het Waalse Gewest, bl. 49972.
11 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l’arrêté du Gouvernement wallon du 25 octobre 2007 modifiant les prix à percevoir pour le transport des voyageurs sur le réseau des sociétés de transport en commun de la Région wallonne, p. 49970.
Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region ¨ ffentlicher Dienst der Wallonie O 11. SEPTEMBER 2008 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 25. Oktober 2007 zur Abänderung der Tarife für die Personenbeförderung auf dem Netz der Verkehrsgesellschaften der Wallonischen Region, S. 49971.
Andere besluiten
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. Ontslagverlening. Benoeming, bl. 49973. — Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Technische raad voor rolstoelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. Ontslag en benoeming van leden, bl. 49973.
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Autres arrêtés
Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d’assurance maladie-invalidité. Commission de remboursement des médicaments, instituée auprès du Service des soins de santé. Démission. Nomination, p. 49973. — Institut national d’assurance maladie-invalidité. Conseil technique des voiturettes, institué auprès du Service des soins de santé. Démission et nomination de membres, p. 49973.
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie
5 SEPTEMBER 2008. — Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een plaatsvervangend lid van de Hoge Raad voor Normalisatie, bl. 49973.
5 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté ministériel portant démission et nomination d’un membre suppléant du Conseil supérieur de la Normalisation, p. 49973.
Personeel en Organisatie. Benoemingen in de hoedanigheid van Rijksambtenaar, bl. 49974. — Personeel en Organisatie. Benoeming door verhoging naar de hogere klasse, bl. 49974. — Personeel en Organisatie. Overplaatsing, bl. 49974.
Personnel et Organisation. Nominations en qualité d’agent de l’Etat, p. 49974. — Personnel et Organisation. Nomination par avancement à une classe supérieure, p. 49974. — Personnel et Organisation. Transfert, p. 49974.
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten Personeel. Benoeming, bl. 49975.
Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santé Personnel. Nomination, p. 49975.
49894
BELGISCH STAATSBLAD − 25.09.2008 − MONITEUR BELGE
Gemeenschaps- en Gewestregeringen
Gouvernements de Communauté et de Région
Franse Gemeenschap
Communauté française
Ministerie van de Franse Gemeenschap
Ministère de la Communauté française
4 AUGUSTUS 2008. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2005 houdende benoeming van de leden en van de voorzitter van de Hoge Raad voor studietoelagen en studieleningen, bl. 49976.
4 AOUT 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 2 septembre 2005 portant nomination des membres et du président du Conseil supérieur des allocations et prêts d’études, p. 49975.
Waals Gewest
Région wallonne
Waalse Overheidsdienst
Service public de Wallonie
4 SEPTEMBER 2008. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 22 maart 2007 tot vernieuwing van de leden van de Afvalcommissie ingesteld bij artikel 33 van het decreet van 27 juni 1966 betreffende de afvalstoffen, bl. 49977.
4 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l’arrêté du Gouvernement wallon du 22 mars 2007 portant renouvellement des membres de la Commission des déchets instituée par l’article 33 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, p. 49976. Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets AT 010476, p. 49978. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets CH 0004140, p. 49978. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350158078, p. 49979. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350158726, p. 49979. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350162937, p. 49980. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350162938, p. 49980. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350166131, p. 49981. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350166512, p. 49981. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 2774075039, p. 49982. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 2774075332, p. 49982. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 2774075334, p. 49983. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 4081000025, p. 49983. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets ES 0011132, p. 49984. — Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IT 010162, p. 49984.
Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region ¨ ffentlicher Dienst der Wallonie O 4. SEPTEMBER 2008 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 22. März 2007 zur Erneuerung der Mitglieder der durch Artikel 33 des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle eingesetzten ″Commission des déchets″ (Abfallkommisssion), S. 49977.
Officiële berichten Rechterlijke Macht Rechtbank van eerste aanleg te Ieper, bl. 49985. — Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, bl. 49985. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Beslissingen van de Minister van Binnenlandse Zaken. Errata, bl. 49985.
Avis officiels Pouvoir judiciaire Tribunal de première instance d’Ypres, p. 49985. — Tribunal de première instance de Courtrai, p. 49985. Service public fédéral Intérieur Décisions du Ministre de l’Intérieur. Errata, p. 49985.
BELGISCH STAATSBLAD − 25.09.2008 − MONITEUR BELGE Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Bericht betreffende een nieuwe regeling van de werkingssfeer van een paritair comité, bl. 49985. — Neerlegging van collectieve arbeidsovereenkomsten, bl. 49986. Federale Overheidsdienst Justitie Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. Bekendmakingen, bl. 49992. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Erkende certificeringsinstellingen, bl. 49993. — Validatie van gidsen, bl. 49993.
49895
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale Avis concernant une réglementation nouvelle du champ d’application d’une commission paritaire, p. 49985. — Dépôt de conventions collectives de travail, p. 49986. Service public fédéral Justice Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, p. 49992. Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire Organismes certificateurs agréés, p. 49993. — Validation de guides, p. 49993.
Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid Landbouw en Visserij 24 JULI 2008. — Omzendbrief 42c. Boekhoudkundige opvolging van de VLIF-beslissingen m.b.t. rentesubsidies, kapitaalpremies en waarborg, bl. 49993. De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 50009 tot bl. 50038.
Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 50009 à 50038.
49896
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN N. 2008 — 3310
[C − 2008/03378]
9 SEPTEMBER 2008. — Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van zilveren herdenkingsmuntstukken van 5 euro ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de creatie van de stripfiguren « De Smurfen » door Peyo ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 106, § 2; Gelet op artikel 112 van de Grondwet;
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES F. 2008 — 3310
[C − 2008/03378]
9 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté royal relatif à l’émission de pièces commémoratives de 5 euros en argent à l’occasion du 50e anniversaire de la création des personnages de bande dessinée « Les Schtroumpfs » par Peyo ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu le traité instituant la Communauté européenne, notamment l’article 106, § 2; Vu l’article 112 de la Constitution;
Gelet op de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van Muntfonds, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wet van 10 december 2001;
Vu la loi du 12 juin 1930 portant création d’un Fonds monétaire, notamment l’article 2 modifié par la loi du 10 décembre 2001;
Gelet op de beschikking van de Europese Centrale Bank van 23 november 2007 inzake de goedkeuring met de betrekking tot de omvang van de muntuitgifte in 2008;
Vu la décision de la Banque Centrale Européenne du 23 novembre 2007 relative à l’approbation du volume de l’émission de pièces en 2008;
Gelet op de advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 juni 2008;
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 9 juin 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 25 juli 2008;
Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 25 juillet 2008;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1,vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3 § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;
Overwegende dat de 50e verjaardag van de creatie van de stripfiguren « De Smurfen » door Peyo dit jaar wordt gevierd.
Considérant que le 50e anniversaire de la création des personnages de bande dessinée « Les Schtroumpfs » par Peyo sera commémoré cette année;
Overwegende dat de munten in september 2008 dienen te worden uitgegeven.
Considérant que les pièces de monnaie doivent être émises en septembre 2008;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de creatie van de stripfiguren « De Smurfen » door Peyo, worden in 2008, zilverstukken van 5 euro in proof-uitvoering uitgegeven.
Vu la proposition de Notre Ministre des Finances, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. A l’occasion du 50e anniversaire de la création des personnages de bande dessinée « Les Schtroumpfs » par Peyo sont émises en 2008, des pièces de 5 euros en argent de qualité « proof ».
Art. 2. De stukken hebben de hiernavolgende kenmerken :
Art. 2. Les pièces ont les caractéristiques suivantes :
1) gehalte aan zilver : 925 duizendsten;
1) titre en argent : 925 millièmes;
2) gewicht : 14 gram;
2) poids : 14 grammes;
3) diameter : 30 millimeter.
3) diamètre : 30 millimètres;
4) max. oplage : 25.000.
4) tirage max. : 25.000.
De muntrand is glad.
La tranche est lisse.
De muntstukken in proof-uitvoering zijn gepolijst en worden geproduceerd in medailleslag.
Les pièces de qualité « proof » sont polies et sont produites en frappe médaille.
Art. 3. Het stuk draagt op de voorzijde, de afbeelding van een door Peyo gecreëerd strippersonage « De Smurfen ».
Art. 3. La pièce porte à l’avers la reproduction d’un des personnages de BD « Les Schtroumpfs » créés par Peyo.
De keerzijde vertoont een kaart van de Europese Unie, de twaalf sterren, de nominale waarde « 5 EURO », het jaartal 2008 en de drietalige landsaanduiding.
Le revers représente la carte de l’Union européenne, douze étoiles, la valeur nominale « 5 EURO », le millésime 2008 et l’indication trilingue du pays émetteur.
49897
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Art. 4. Het in dit besluit bedoelde stuk is in België wettig betaalmiddel.
Art. 4. La pièce visée par le présent arrêté a cours légal en Belgique.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 6. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6. Notre Ministre des Finances est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Athene, 9 september 2008.
Donné à Athènes, le 9 septembre 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Financiën, D. REYNDERS
Le Ministre des Finances, D. REYNDERS
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES
N. 2008 — 3311 [C − 2008/03379] 9 SEPTEMBER 2008. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitgifteprijs van zilveren herdenkingsmuntstukken van 5 euro ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de creatie van de stripfiguren « De Smurfen » door Peyo
F. 2008 — 3311 [C − 2008/03379] 9 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté ministériel fixant le prix d’émission des pièces commémoratives de 5 euros en argent à l’occasion du 50e anniversaire de la création des personnages de bande dessinée « Les Schtroumpfs » par Peyo
De Minister van Financiën,
Le Ministre des Finances,
Gelet op de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wet van 10 december 2001; Gelet op het koninklijk besluit van 9 september 2008 betreffende het slaan van zilveren herdenkingsmuntstukken van 5 euro ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de creatie van de stripfiguren « De Smurfen » door Peyo; Gelet op het akkoord van Minister van Begroting van 25 juli 2008; Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Overwegende dat de munten in 2008 dienen te worden uitgegeven,
Vu la loi du 12 juin 1930 portant création d’un Fonds monétaire, notamment l’article 2, modifié par la loi du 10 décembre 2001; Vu l’arrêté royal du 9 septembre 2008 relatif à la frappe de pièces commémoratives de 5 euros en argent à l’occasion du 50e anniversaire de la création des personnages de bande dessinée « Les Schtroumpfs » par Peyo; Vu l’accord du Ministre du Budget donné le 25 juillet 2008; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi 4 août 1996; Considérant que les pièces doivent être émises en 2008, Arrête :
Besluit : Artikel 1. De uitgifteprijs van de herdenkingsmunt van 5 euro proof-kwaliteit, is vastgesteld op 25 euro per stuk voor de gewone stukken en 32,50 euro per stuk voor de ingekleurde stukken.
Article 1er. Le prix d’émission de la pièce commémorative de 5 euros en qualité proof est fixé à 25 euros par pièce pour les pièces normales et 32,50 euros par pièce pour les pièces colorées.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
D. REYNDERS
D. REYNDERS
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN N. 2008 — 3312 (2008 — 2211)
[C − 2008/03393]
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES F. 2008 — 3312 (2008 — 2211)
[C − 2008/03393]
1 JUNI 2008. — Wet houdende de invoering van een belastingsvermindering voor aandelen in ontwikkelingsfondsen voor microfinanciering in ontwikkelingslanden en houdende de vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning als ontwikkelingsfonds. — Erratum
1er JUIN 2008. — Loi instaurant une réduction d’impôt pour les participations sous la forme d’actions dans des fonds de développement du microfinancement dans les pays en développement et fixant les conditions d’agrément en tant que fonds de développement. — Erratum
In het Belgisch Staatsblad nr. 207 van 4 juli 2008, blz. 35625, dient in de Nederlandstalige tekst van artikel 145/32, § 3, b, 1°, vierde gedachtestreepje, te worden gelezen ″- Het aantal maanden dat in aanmerking komt voor de terugname van de belastingvermindering; ″ in plaats van ″- Het aantal maanden dat in aanmerking komt voor;″.
Au Moniteur belge n° 207, du 4 juillet 2008, page 35625, dans le texte néerlandais de l’article 145/32, § 3, b, 1°, quatrième tiret, il y a lieu de lire : ″- Het aantal maanden dat in aanmerking komt voor de terugname van de belastingvermindering; ″ au lieu de ″- Het aantal maanden dat in aanmerking komt voor;″.
49898
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2008 — 3313
[C − 2008/12832]
29 JUNI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het brugpensioen vanaf 58 jaar (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
F. 2008 — 3313
[C − 2008/12832]
29 JUIN 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension à partir de 58 ans (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Vu la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du travail, instaurant un régime d’indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie;
Op de voordracht van De Minister van Werk,
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het brugpensioen vanaf 58 jaar.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension à partir de 58 ans.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 29 juni 2008.
Donné à Bruxelles, le 29 juin 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
(1) Références au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arrêté royal du 16 janvier 1975, Moniteur belge du 31 janvier 1975.
Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor het koetswerk
Sous-commission paritaire pour la carrosserie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007
Convention collective de travail du 21 juin 2007
Brugpensioen vanaf 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83813/CO/149.02) In uitvoering van artikel 16, § 1, van het nationaal akkoord 2007-2008 van 24 mei 2007
Prépension à partir de 58 ans (Convention enregistrée le 11 juillet 2007 sous le numéro 83813/CO/149.02) En exécution de l’article 16, § 1er, de l’accord national 2007-2008 du 24 mai 2007
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, aux ouvriers et aux ouvrières des entreprises relevant de la compétence de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder ″werklieden″ verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
Pour l’application de la présente convention collective de travail, on entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières.
er
49899
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK II. — Brugpensioen vanaf 58 jaar Art. 2. In toepassing van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, wordt de regeling brugpensioen uitgebreid tot de werklieden van 58 jaar en ouder die worden afgedankt om elke andere dan een dringende reden. Art. 3. De regeling zoals bepaald in artikel 2 doet geen afbreuk aan bestaande sectorale regelingen, die het brugpensioen onder bepaalde voorwaarden mogelijk maken vanaf een lagere leeftijd.
CHAPITRE II. — Prépension à partir de 58 ans Art. 2. En application de l’article 3 de la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d’indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975, le régime de prépension est étendu aux ouvriers âgés de 58 ans et plus, licenciés pour toute autre raison que le motif impérieux.
HOOFDSTUK III. — Geldigheid Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2007 en treedt buiten werking op 30 juni 2010. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2008.
CHAPITRE III. — Validité Art. 4. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juillet 2007 et cesse d’être en vigueur le 30 juin 2010. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 29 juin 2008.
ALBERT
ALBERT
Art. 3. La disposition prévue à l’article 2 ne porte pas préjudice aux dispositions sectorielles existantes qui permettent le départ en prépension sous certaines conditions à partir d’un âge inférieur.
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2008 — 3314
[C − 2008/12833]
29 JUNI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het halftijds brugpensioen (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2008 — 3314
[C − 2008/12833]
29 JUIN 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension à mi-temps (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie;
Op de voordracht van De Minister van Werk,
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het halftijds brugpensioen.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension à mi-temps.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 29 juni 2008.
ALBERT
Donné à Bruxelles, le 29 juin 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
49900
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor het koetswerk
Sous-commission paritaire pour la carrosserie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007
Convention collective de travail du 21 juin 2007
Halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83812/CO/149.02) In uitvoering van artikel 16, § 3, van het nationaal akkoord 2006-2007 van 24 mei 2007.
Prépension à mi-temps (Convention enregistrée le 11 juillet 2007 sous le numéro 83812/CO/149.02) En exécution de l’article 16, § 3, de l’accord national 2006-2007 du 24 mai 2007.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder ″arbeiders″ verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1 . La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, aux ouvriers et aux ouvrières des entreprises relevant de la compétence de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.
HOOFDSTUK II. — Algemene beschikkingen Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : - overeenkomstig en in uitvoering van de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, hierna collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 genoemd; - overeenkomstig het wettelijk kader.
CHAPITRE II. — Dispositions générales La présente convention collective de travail est conclue : - conformément à et en exécution des dispositions reprises dans la convention collective de travail n° 55 du 13 juillet 1993, conclue au niveau du Conseil national du travail et rendue obligatoire par arrêté royal du 17 novembre 1993, visant l’instauration d’un régime d’indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de réduction de moitié des prestations de travail, appelée ci-après convention collective de travail n° 55; - conformément au cadre légal.
HOOFDSTUK III. — Leeftijdsvoorwaarde Art. 3. In de sector koetswerk wordt een recht op halftijds brugpensioen ingevoerd en overeenkomstig artikel 112 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999), wordt de leeftijd voor de werklieden bepaald op 55 jaar.
CHAPITRE III. — Condition d’âge Art. 3. Dans le secteur carrosserie est instaurée une prépension à mi-temps et conformément à l’article 112 de la loi du 26 mars 1999 relative le plan d’action belge pour l’emploi 1998 et portant des dispositions diverses (Moniteur belge du 1er avril 1999), l’âge des ouvriers est fixé à 55 ans.
HOOFDSTUK IV. — Toepassingsmodaliteiten op ondernemingsniveau Art. 4. Op ondernemingsniveau dient een collectieve arbeidsovereenkomst te worden gesloten, die de concrete modaliteiten vastlegt voor invoering binnen de onderneming van de regeling bedoeld bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, inzonderheid voor al deze modaliteiten die niet expliciet worden geregeld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55. Deze collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het Paritair Subcomité voor het koetswerk. Art. 5. Bovendien zal voor alle betrokken werklieden, afzonderlijk en schriftelijk, een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid worden vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), en dit uiterlijk op de dag waarop de betrokken werklieden in halftijds brugpensioen worden gesteld. De inhoud van en de modaliteiten voor deze individuele arbeidsovereenkomst zullen worden vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau bedoeld in artikel 4.
CHAPITRE IV. — Modalités d’application au niveau des entreprises Art. 4. Au niveau de l’entreprise doit être conclue une convention collective de travail, fixant les modalités concrètes pour l’instauration dans l’entreprise d’une disposition comme prévue dans la convention collective de travail n° 55, et plus particulièrement pour toutes ces modalités qui ne sont pas réglées de fac¸ on explicite par la convention collective de travail n° 55. Cette convention collective de travail au niveau de l’entreprise doit être soumise pour approbation à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. Art. 5. En outre, il sera établi par écrit et pour chaque ouvrier séparément, un contrat de travail à temps partiel conformément aux modalités fixées à l’article 11bis de la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail (Moniteur belge du 22 août 1978), et ce au plus tard le jour où les ouvriers concernés sont mis en prépension à mi-temps.
HOOFDSTUK V. — Betaling van de aanvullende vergoeding Art. 6. In uitvoering van artikel 9, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 wordt de betaalplicht van de aanvullende vergoeding van de werkgever overgedragen aan het ″Sociaal Fonds voor het koetswerk″. Het ″Sociaal Fonds voor het koetswerk″ zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken.
CHAPITRE V. — Paiement de l’indemnité complémentaire Art. 6. En exécution de l’article 9, § 1er, de la convention collective de travail n° 55, l’obligation de paiement de l’indemnité complémentaire de l’employeur est transférée au ″Fonds social pour la carrosserie″. A cette fin, le ″Fonds social pour la carrosserie″ élaborera les modalités nécessaires.
HOOFDSTUK VI. — Overgang naar het voltijds brugpensioen Art. 7. De overgang van het halftijdse naar het voltijdse brugpensioen is mogelijk volgens de voorwaarden en modaliteiten bepaald in het artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55.
CHAPITRE VI. — Passage vers la prépension à temps plein Art. 7. Le passage de la prépension à mi-temps vers la prépension à temps plein est possible aux conditions et modalités fixées à l’article 11 de la convention collective de travail n° 55.
HOOFDSTUK VII. — Geldigheid Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en treedt buiten werking op 31 december 2008. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2008.
CHAPITRE VII. — Validité Art. 8. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 2007 et cesse d’être en vigueur le 31 décembre 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
er
Pour l’application de la présente convention collective de travail, on entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières.
Le contenu et les modalités de ce contrat de travail individuel seront fixés par la convention collective de travail conclue au niveau de l’entreprise, précisée à l’article 4.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 29 juin 2008.
49901
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2008 — 3315 [C − 2008/12824] 29 JUNI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het brugpensioen na ontslag (1)
F. 2008 — 3315 [C − 2008/12824] 29 JUIN 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension après licenciement (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het brugpensioen na ontslag.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension après licenciement.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 29 juni 2008.
Donné à Bruxelles, le 29 juin 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en van Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor het koetswerk
Sous-commission paritaire pour la carrosserie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007
Convention collective de travail du 21 juin 2007
Brugpensioen na ontslag (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83814/CO/149.02)
Prépension après licenciement (Convention enregistrée le 11 juillet 2007 sous le numéro 83814/CO/149.02)
In uitvoering van artikel 16, § 2, van het nationaal akkoord 2007-2008 van 24 mei 2007
En exécution de l’article 16, § 2, de l’accord national 2007-2008 du 24 mai 2007
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, aux ouvriers et aux ouvrières des entreprises relevant de la compétence de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.
HOOFDSTUK II. — Algemene beschikkingen Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het brugpensioen na ontslag, geregistreerd op 17 juni 2005 onder het nummer 75208/CO/149.02. Deze collectieve arbeidsovereenkomst brengt geen wijziging aan de leeftijdsvoorwaarden vermeld in de bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst.
CHAPITRE II. — Dispositions générales Art. 2. La présente convention collective de travail proroge la convention collective de travail du 26 mai 2005, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la prépension après licenciement, enregistrée le 17 juin 2005 sous le numéro 75208/CO/149.02. La présente convention collective de travail n’apporte pas de modification aux conditions d’âge prévues par la convention collective de travail susmentionnée.
HOOFDSTUK III. — Toepassingsmodaliteiten Art. 3. Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden en conform de criteria vastgelegd in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen wordt de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst verlengd voor de periode van 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2010.
CHAPITRE III. — Modalités d’application Art. 3. Sans préjudice de situations plus favorables existant dans les entreprises et conformément aux critères fixés par l’arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l’octroi d’allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle, la convention collective de travail existante est prorogée pour la période du 1er juillet 2007 jusqu’au 30 juin 2010.
49902
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Art. 4. De brugpensioenleeftijd voor mannelijke en vrouwelijke werklieden bedraagt 57 jaar, mits voldaan aan de voorwaarden inzake brugpensioen- en werkloosheidsreglementering. Art. 5. De leeftijd bedoeld bij artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet ten laatste bereikt zijn bij het effectief verstrijken van de opzegtermijn.
Art. 4. L’âge de la prépension est fixé à 57 ans pour les ouvriers et ouvrières, pour autant que les conditions en matière de réglementation prépension et chômage soient respectées. Art. 5. L’âge visé à l’article 4 de la présente convention collective de travail doit être atteint au plus tard à la fin effective du délai de préavis.
HOOFDSTUK IV. — Hoofdelijke bijdrage van de werkgever per bruggepensioneerde en per maand Art. 6. Het ″Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen″ neemt de betaling van de bijkomende hoofdelijke bijdrage, ten laste van de werkgever, op zich volgens door het fonds bepaalde modaliteiten.
CHAPITRE IV. — Cotisation capitative de l’employeur par prépensionné et par mois Art. 6. Le ″Fonds social pour les entreprises de carrosserie″ prend à charge le paiement de la cotisation capitative supplémentaire à charge de l’employeur et ce selon les modalités déterminées par lui.
HOOFDSTUK V. — Geldigheid Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2007 en treedt buiten werking op 30 juni 2010. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2008.
CHAPITRE V. — Validité Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juillet 2007 et cesse d’être en vigueur le 30 juin 2010. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 29 juin 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2008 — 3316
[C − 2008/12820]
1 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2008 — 3316
[C − 2008/12820]
1er JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la cotisation au fonds social (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, notamment l’article 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative la cotisation au fonds social.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 1 juli 2008.
Donné à Bruxelles, le 1er juillet 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Références au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
49903
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor het koetswerk
Sous-commission paritaire pour la carrosserie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007
Convention collective de travail du 21 juin 2007
Bijdrage aan het sociaal fonds (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83815/CO/149.02)
Cotisation au fonds social (Convention enregistrée le 11 juillet 2007 sous le numéro 83815/CO/149.02)
In uitvoering van artikel 6 van het nationaal akkoord 2007-2008 van 24 mei 2007.
En exécution de l’article 6 de l’accord national 2007-2008 du 24 mai 2007.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, aux ouvriers et aux ouvrières des entreprises relevant de la compétence de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder ″arbeiders″ verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
Pour l’application de la présente convention collective de travail, on entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières.
HOOFDSTUK II. — Bijdrage
CHAPITRE II. — Cotisation
Art. 2. In uitvoering van artikel 35, § 1, van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, gecoördineerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, wordt de bijdrage voor het sociaal fonds vanaf 1 januari 2008 gebracht op 3,84 pct. van de niet geplafonneerde brutolonen van de arbeiders.
Art. 2. En exécution de l’article 35, § 1er, des statuts du fonds de sécurité d’existence, coordonnés par la convention collective de travail du 21 juin 2007, la cotisation du fonds social est portée, à partir du 1er janvier 2008, à 3,84 p.c. des rémunérations brutes non plafonnées des ouvriers.
Art. 3. Van hoger vermelde bijdrage wordt 1,6 pct. van de brutobezoldigingen van de arbeiders voorbestemd om het sociaal sectoraal pensioenfonds te financieren, zoals werd bepaald in artikel 6 van het nationaal akkoord 2007-2008 van 24 mei 2007.
Art. 3. 1,6 p.c. de la cotisation susmentionnée des rémunérations brutes des travailleurs est prédestiné à financer le fonds de pension sectoriel social, comme cela a été prévu dans l’article 6 de l’accord national 2007-2008 du 24 mai 2007.
Art. 4. De bijdrage van 1,6 pct. van de brutolonen van de arbeiders voorbestemd om het sociaal sectoraal pensioenstelsel te financieren, wordt als volgt verdeeld :
Art. 4. La cotisation de 1,6 p.c. des rémunérations brutes des travailleurs prédestinée à financer le fonds de pension sectoriel social, est répartie comme suit :
- 1,53 pct. wordt aangewend ter financiering van de opbouw van de pensioentoezegging;
- 1,53 p.c. est affecté au financement constitutif de l’engagement de pension;
- 0,07 pct. wordt aangewend ter financiering van het solidariteitsluik.
- 0,07 p.c. est affecté au financement du volet solidarité.
HOOFDSTUK III. — Inning en invordering
CHAPITRE III. — Perception et recouvrement
Art. 5. De inning en invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958).
Art. 5. La perception et le recouvrement des cotisations sont assurés par l’Office national de Sécurité sociale en application de l’article 7 de la loi du 7 janvier 1958 relative aux fonds de sécurité d’existence (Moniteur belge du 7 février 1958).
HOOFDSTUK IV. — Slotbepalingen
CHAPITRE IV. — Dispositions finales
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de bijdrage aan het sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 76428/CO/149.02 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit op 1 mei 2006 (Belgisch Staatsblad van 5 juli 2006).
Art. 6. Cette convention collective de travail remplace la convention collective de travail du 26 mai 2005, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la cotisation au fonds social, enregistrée sous le numéro 76428/CO/149.02 et rendue obligatoire par l’arrêté royal du 1er mai 2006 (Moniteur belge du 5 juillet 2006).
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2008, en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.
Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2008 pour une durée indéterminée.
Ze kan opgezegd worden door één van de partijen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden, kenbaar gemaakt door een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Elle peut être dénoncée par l’une des parties moyennant un préavis de six mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 1er juillet 2008.
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
49904
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2008 — 3317 [C − 2008/12858] 1 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1)
F. 2008 — 3317 [C − 2008/12858] 1er JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la modification et coordination des statuts du fonds social (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 relative aux fonds de sécurité d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 21 juin 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, relative à la modification et coordination des statuts du fonds social.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 1 juli 2008.
ALBERT
Donné à Bruxelles, le 1er juillet 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Références au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor het koetswerk
Sous-commission paritaire pour la carrosserie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007
Convention collective de travail du 21 juin 2007
Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83816/CO/149.02)
Modification et coordination des statuts du fonds social (Convention enregistrée le 11 juillet 2007 sous le numéro 83816/CO/149.02)
In uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2006-2007 van 24 mei 2007. Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder ″arbeiders″ verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. Art. 2. De statuten van het ″Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen″ zijn bijgevoegd in bijlage. Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2007 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk. Art. 4. De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2006, betreffende het ″Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen″, geregistreerd op 23 juni 2006 onder het nummer 80144/CO/149.02, wordt opgeheven. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2008. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
En exécution de l’article 5 de l’accord national 2006-2007 du 24 mai 2007. Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, aux ouvriers et aux ouvrières des entreprises relevant de la compétence de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. Pour l’application de la présente convention collective de travail, on entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières. Art. 2. Les statuts du ″Fonds social des entreprises de carrosserie″ sont joints en annexe. Art. 3. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juillet 2007 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par une des parties moyennant un préavis de six mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. Art. 4. La convention collective de travail du 29 mai 2006, concernant le ″Fonds social des entreprises de carrosserie″, enregistrée le 23 juin 2006 sous le numéro 80144/CO/149.02, est abrogée. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 1er juillet 2008. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds
49905
Annexe à la convention collective de travail du 29 juin 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la modification et coordination des statuts du fonds social
STATUTEN
STATUTS
HOOFDSTUK I. — Benaming, zetel, opdrachten, duur
CHAPITRE Ier. — Dénomination, siège, missions, durée
Afdeling 1. — Benaming Artikel 1. Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1967, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1968 (Belgisch Staatsblad van 5 april 1968) genaamd het ″Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen″, verder in deze statuten het fonds genoemd.
Section 1re. — Dénomination Article 1 . Il est institué par la convention collective de travail du 30 novembre 1967, rendue obligatoire par arrêté royal du 15 mars 1968 (Moniteur belge du 5 avril 1968) un fonds de sécurité d’existence, dénommé ″Fonds social des entreprises de carrosserie″, appelé ci-après le fonds.
Afdeling 2. — Zetel Art. 2. De maatschappelijke zetel van het fonds is te 1200 Brussel, Woluwedal 46 gevestigd. Hij kan, bij beslissing van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, naar elke andere plaats in België worden overgebracht.
Section 2. — Siège Art. 2. Le siège social du fonds est établi à 1200 Bruxelles, boulevard de la Woluwe 46. Il peut être transféré, par décision de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, à tout autre endroit en Belgique.
Afdeling 3. — Opdrachten Art. 3. Het fonds heeft als opdracht : 3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren; 3.2. de toekenning en de uitkering van aanvullende sociale voordelen te regelen en te verzekeren; 3.3. de vakbondsvorming van de werklieden te bevorderen; 3.4. de vorming en informatie van de werkgevers te bevorderen; 3.5. een deel van de werking en sommige initiatieven van de VZW Educam te financieren volgens door de raad van bestuur vastgestelde regels; 3.6. het ten laste nemen van bijzondere bijdragen; 3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en inrichting van een sectoraal pensioenstelsel.
Section 3. — Missions Art. 3. Le fonds a pour missions : 3.1. la perception et le recouvrement des cotisations à charge des employeurs visés à l’article 5; 3.2. l’octroi et le versement d’avantages sociaux complémentaires;
Afdeling 4. — Duur Art. 4. Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde tijd.
er
3.3. de favoriser la formation syndicale des ouvriers; 3.4. de stimuler la formation et l’information des employeurs; 3.5. le financement d’une partie du fonctionnement et certaines des initiatives de l’ASBL Educam, selon les règles fixées par le conseil d’administration; 3.6. la prise en charge de certaines cotisations spéciales; 3.7. la perception de la cotisation prévue pour le financement et la mise en place d’un fonds de pension sectoriel. Section 4. — Durée Art. 4. Le fonds est institué pour une durée indéterminée.
HOOFDSTUK II. — Toepassingsgebied Art. 5. Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk. Met ″arbeiders″ wordt bedoeld : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
CHAPITRE II. — Champ d’application Art. 5. Les présents statuts s’appliquent aux employeurs, aux ouvriers et ouvrières des entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. Par ″ouvriers″, on entend : les ouvriers et les ouvrières.
HOOFDSTUK III. — Statutaire opdrachten van het fonds
CHAPITRE III. — Missions statutaires du fonds
Afdeling 1. — Inning en invordering van de bijdragen Art. 6. Het fonds is gelast de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren.
Section 1re. — Perception et recouvrement des cotisations Art. 6. Le fonds est chargé de régler et d’assurer la perception et le recouvrement des cotisations à charge des employeurs visés à l’article 5.
Afdeling 2. — Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoedingen Art. 7. Vanaf 1 juli 2007 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexering op 1 februari 2006 en de herberekende loonindexering van 1 februari 2007 (de sociale index van de maand januari van het kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand januari van het voorgaande kalenderjaar). Door deze berekening, met name 2,02 pct. op 1 februari 2006 en 1,92 pct. op 1 februari 2007, worden de aanvullende vergoedingen met 3,98 pct. geïndexeerd. 2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid Art. 8. § 1. De bij artikel 5 bedoelde werklieden hebben, voor elke werkloosheidsuitkering of halve werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en voorzien bij de artikelen 28, 1° en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (schorsing van de overeenkomst in geval van sluiting van de onderneming tijdens de jaarlijkse vakantie en volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of invoering van een regeling van tijdelijke arbeid omwille van economische redenen) recht, ten laste van het fonds, op de bij artikel 8, § 2, voorziene vergoeding, voor zover zij volgende voorwaarden vervullen : — de werkloosheidsuitkeringen bij toepassing van de reglementering op de werkloosheidsuitkering genieten; — op het ogenblik van de werkloosheid, in dienst van de werkgever zijn.
Section 2. — Octroi et versement des indemnités complémentaires Art. 7. A partir du 1er juillet 2007 toutes les indemnités complémentaires seront indexées sur base des indexations réelles des salaires au 1er février 2006 et de l’indexation salariale du 1er février 2007 (l’index social du mois de janvier de l’année calendrier est comparé à l’index social du mois de janvier de l’année calendrier précédente). Suite à ce calcul, à savoir 2,02 p.c. au 1er février 2006 et 1,92 p.c. au 1er février 2007, les indemnités complémentaires sont indexées avec 3,98 p.c. 2.1. Indemnité complémentaire de chômage temporaire Art. 8. § 1er. Les ouvriers visés à l’article 5 ont droit, à charge du fonds, pour chaque indemnité de chômage ou demi-indemnité de chômage reconnue par l’Office national de l’Emploi et prévue par les articles 28, 1° et 51 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail (suspension du contrat en cas de fermeture de l’entreprise pendant les vacances annuelles et suspension totale de l’exécution du contrat ou instauration d’un régime de travail temporaire pour raisons économiques), à l’indemnité prévue à l’article 8, § 2, dans la mesure où ils remplissent les conditions suivantes : — bénéficier des allocations de chômage en application de la réglementation sur les allocations de chômage; — être au service de l’employeur au moment du chômage.
49906
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
§ 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheids-vergoeding wordt vanaf 1 juli 2007 vastgesteld op : — 8,32 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; — 4,16 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering. Art. 9. Vanaf 1 juli 2007 hebben de schoolverlaters, die nog geen recht hebben op werkloosheidsuitkeringen in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering, tijdens hun wachtperiode recht op de aanvullende werkloosheidsvergoeding van 8,32 EUR bij tijdelijke werkloosheid omwille van sluiting van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie of bij tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen, conform artikel 28, 1° en artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. 2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid Art. 10. § 1. De bij artikel 5 bedoelde werklieden hebben, ten laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 10, § 2 voorziene vergoeding, met een maximum van respectievelijk 200 dagen en 300 dagen per geval, al naargelang zij op de eerste werkloosheidsdag minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn, en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen : 1. werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op de werkloosheidsverzekering; 2. door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn; 3. op het ogenblik van het ontslag, tenminste vijf jaar tewerkgesteld zijn in één of meerdere ondernemingen die onder een van de volgende paritaire comités of paritaire subcomités ressorteren : — Paritair Comité voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104); — Paritair Comité voor non-ferro metalen (Paritair Comité 105); — Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111); — Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (Paritair Subcomité 149.01); — Paritair Subcomité voor het koetswerk (Paritair Subcomité 149.02); — Paritair Subcomité voor de edele metalen (Paritair Subcomité 149.03); — Paritair Subcomité voor de metaalhandel (Paritair Subcomité 149.04); — Paritair Comité voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112); — Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01); — Paritair Comité voor de wapensmederij met de hand (Paritair Comité 147). § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt vanaf 1 juli 2007 vastgesteld op : — 5,39 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; — 2,70 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering. 2.3. Aanvullende ziektevergoeding Art. 11. § 1. De bij artikel 5 bedoelde werklieden hebben na ten minste zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, met uitsluiting van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van beroepsziekte of arbeidsongeval recht, ten laste van het fonds, op een vergoeding ter aanvulling van de uitkeringen voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, voor zover zij volgende voorwaarden vervullen : — de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering genieten bij toepassing van de wetgeving terzake; — op het ogenblik waarop de ongeschiktheid zich voordoet, in dienst van een in artikel 5 bedoelde werkgever zijn. § 2. Het forfaitair bedrag van de bij artikel 11 bedoelde vergoeding wordt vanaf 1 juli 2007 als volgt vastgesteld : — 80,18 EUR na de eerste 60 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 80,18 EUR meer na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
§ 2. A partir du 1er juillet 2007 le montant de l’indemnité complémentaire de chômage est fixé à : — 8,32 EUR par indemnité complète de chômage payée en application de la réglementation sur l’assurance-chômage; — 4,16 EUR par demi-indemnité de chômage payée en application de la réglementation sur l’assurance-chômage. Art. 9. A partir du 1er juillet 2007, les jeunes qui quittent l’école et qui n’ont pas encore droit aux allocations de chômage en application de la réglementation d’assurance-chômage, toucheront pendant leur période d’attente une allocation complémentaire de 8,32 EUR en cas de chômage temporaire pour raisons économiques ou pour fermeture de l’entreprise pendant les vacances annuelles, conformément aux articles 28, 1° et 51 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail. 2.2. Indemnité complémentaire en cas de chômage complet Art. 10. § 1er. Les ouvriers visés à l’article 5 ont droit à charge du fonds, pour chaque indemnité de chômage, à l’indemnité prévue à l’article 10, § 2, pour un maximum de respectivement 200 jours et 300 jours par cas, selon qu’ils sont, au premier jour du chômage, âgés de moins de 45 ans ou de 45 et plus, et dans la mesure où ils remplissent les conditions suivantes : 1. bénéficier des indemnités de chômage en application de la législation sur l’assurance-chômage; 2. avoir été licenciés par un employeur visé à l’article 5; 3. au moment du licenciement, avoir été occupés pendant cinq années au moins dans une ou plusieurs entreprises ressortissant à une des commissions paritaires ou sous-commissions paritaires suivantes : — Commission paritaire de l’industrie sidérurgique (Commission paritaire 104); — Commission paritaire des métaux non-ferreux (Commission paritaire 105); — Commission paritaire des constructions métallique, mécanique et électrique (Commission paritaire 111); — Sous-commission paritaire des électriciens : installation et distribution (Sous-commission paritaire 149.01); — Sous-commission paritaire pour la carrosserie (Sous-commission paritaire 149.02); — Sous-commission paritaire pour les métaux précieux (Souscommission paritaire 149.03); — Sous-commission paritaire pour le commerce du métal (Souscommission paritaire 149.04); — Commission paritaire des entreprises de garage (Commission paritaire 112); — Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux (Sous-commission paritaire 142.01); — Commission paritaire de l’armurerie à la main (Commission paritaire 147). § 2. A partir du 1er juillet 2007 le montant de l’indemnité de chômage est fixé à : — 5,39 EUR par indemnité de chômage complète, payée en application de la réglementation sur l’assurance-chômage; — 2,70 EUR par demi-indemnité payée en application de la réglementation sur l’assurance-chômage. 2.3. Indemnité complémentaire de maladie Art. 11. § 1er. Les ouvriers visés à l’article 5 ont droit, à charge du fonds après soixante jours au moins d’incapacité ininterrompue de travail pour cause de maladie ou d’accident, à l’exclusion de l’incapacité de travail pour cause de maladie professionnelle ou d’accident de travail, à une indemnité complémentaire aux indemnités de l’assurance maladie-invalidité dans la mesure où ils remplissent les conditions suivantes : — bénéficier des indemnités d’incapacité de travail de l’assurance maladie-invalidité en application de la législation en la matière; — au moment où débute l’incapacité, être au service d’un employeur visé à l’article 5. § 2. A partir du 1er juillet 2007 le montant forfaitaire de l’allocation visée à l’article 11 est fixé comme suit : — 80,18 EUR après les 60 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 80,18 EUR en plus après les 120 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 180 premiers jours d’incapacité ininterrompue;
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE — 104,40 EUR meer na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 300 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 365 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 455 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 545 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 635 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 725 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104, 40 EUR meer na de eerste 815 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 905 dagen ononderbroken ongeschiktheid; — 104,40 EUR meer na de eerste 995 dagen ononderbroken ongeschiktheid. § 3. Een arbeidsongeschiktheid kan, ongeacht de duur ervan, slechts aanleiding geven tot de toekenning van een enkele reeks vergoedingen; het hervallen in eenzelfde ziekte wordt beschouwd als integraal deel uitmakend van de vorige ongeschiktheid wanneer die zich voordoet binnen de eerste veertien dagen volgend op het einde van die periode van arbeidsongeschiktheid. 2.4. Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen Art. 12. § 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die volledig werkloos worden gesteld, hebben voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 12, § 2 voorziene vergoeding, onder de volgende voorwaarden : — ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de werkloosheid; — uitkeringen voor volledige werkloosheid genieten; — 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector koetswerk (PSC 149.02). § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt vanaf 1 juli 2007 vastgesteld op : — 5,39 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; — 2,70 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering. 2.5. Aanvullende vergoeding voor oudere zieken Art. 13. § 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders die verkeren in een toestand van blijvende arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, met uitsluiting van arbeidsongeschiktheid wegens beroepsziekte of arbeidsongeval, hebben voor elke ziekte-uitkering recht op de bij artikel 13, § 2, voorziene vergoedingen, onder de volgende voorwaarden : — ten minste 55 jaar oud zijn op de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid; — uitkeringen van ziekte- en invaliditeitsverzekering genieten; — een carenstijd van dertig kalenderdagen hebben vervuld, ingaande op de eerste dag van de ongeschiktheid; — 20 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen waarvan 5 jaar in de sector koetswerk (PSC 149.02). § 2. Het bedrag van de aanvullende ziektevergoeding wordt vanaf 1 juli 2007 vastgesteld op : — 5,39 EUR per volledige ziekte-uitkering betaald in toepassing van de reglementering op de ziekteverzekering; — 2,70 EUR per halve ziekte-uitkering betaald in toepassing van de reglementering op de ziekteverzekering. 2.6. Aanvullende vergoeding bij sluiting van de onderneming Art. 14. § 1. De in artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht op een aanvullende vergoeding in geval van sluiting van onderneming, volgens de hierna bepaalde voorwaarden : 1. op het ogenblik van de sluiting van de onderneming ten minste 45 jaar oud zijn; 2. op het ogenblik van de sluiting van de onderneming een anciënniteit van minimum vijf jaar in de onderneming hebben; 3. het bewijs leveren niet opnieuw krachtens een arbeidsovereenkomst te zijn aangeworven binnen een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van ontslag.
49907
— 104,40 EUR en plus après les 240 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 300 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 365 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 455 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 545 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 635 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 725 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 815 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 905 premiers jours d’incapacité ininterrompue; — 104,40 EUR en plus après les 995 premiers jours d’incapacité ininterrompue. § 3. Quelle que soit sa durée, une incapacité de travail ne peut donner lieu à l’octroi que d’une seule série d’indemnités; la rechute est considérée comme faisant partie intégrante de l’incapacité précédente si elle survient dans les quatorze premiers jours suivant la fin de cette période d’incapacité de travail. 2.4. Indemnité complémentaire pour les ouvriers âgés en chômage Art. 12. § 1er. Les ouvriers visés à l’article 5, mis en chômage complet, ont droit pour chaque indemnité de chômage aux indemnités prévues à l’article 12, § 2, aux conditions suivantes : — être âgés de 55 ans au moment du premier jour de chômage; — bénéficier des indemnités de chômage complet; — justifier une ancienneté de 20 ans dont 5 ans dans le secteur de la carrosserie (SCP 149.02). § 2. A partir du 1er juillet 2007 le montant de l’indemnité de chômage est fixé à : — 5,39 EUR par indemnité de chômage complète, payée en application de la réglementation sur l’assurance-chômage; — 2,70 EUR par demi-indemnité payée en application de la réglementation sur l’assurance-chômage. 2.5. Indemnité complémentaire pour malades âgés Art. 13. § 1er. Les ouvriers visés à l’article 5 qui se trouvent en état d’incapacité permanente de travail pour cause de maladie ou d’accident, à l’exclusion de l’incapacité de travail pour cause de maladie professionnelle ou d’accident de travail, ont droit pour chaque indemnité de maladie aux indemnités prévues à l’article 13, § 2, aux conditions suivantes : — être âgés de 55 ans au moins au moment du premier jour d’incapacité de travail; — bénéficier des indemnités de l’assurance maladie-invalidité; — avoir accompli une période de carence de trente jours calendrier débutant le premier jour de l’incapacité; — justifier une ancienneté de 20 ans dont 5 ans dans le secteur de la carrosserie (SCP 149.02). § 2. A partir du 1er juillet 2007 le montant de l’indemnité de chômage est fixé à : — 5,39 EUR par indemnité de maladie complète, payée en application de la réglementation sur l’assurance-maladie; — 2,70 EUR par demi-indemnité de maladie, payée en application de la réglementation sur l’assurance-maladie. 2.6. Indemnité complémentaire en cas de fermeture d’entreprise Art. 14. § 1er. Les ouvriers visés à l’article 5 ont droit à une indemnité complémentaire en cas de fermeture d’entreprise, aux conditions fixées ci-après : 1. au moment de la fermeture de l’entreprise, avoir au moins 45 ans; 2. avoir, au moment de la fermeture de l’entreprise, une ancienneté de minimum cinq ans dans la firme; 3. apporter la preuve de ne pas être réengagé aux termes d’un contrat de travail dans un délai de 30 jours calendrier à dater du jour du licenciement.
49908
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
§ 2. Onder ″sluiting van onderneming″ in de zin van § 1 van dit artikel, verstaat men : de totale en definitieve stopzetting van de activiteiten van de onderneming. § 3. Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt vanaf 1 juli 2007 bepaald op 266,92 EUR. Dit bedrag wordt met 13,46 EUR verhoogd per bijkomend jaar anciënniteit, met een maximum van 880,41 EUR. 2.7. Aanvullende vergoeding bij brugpensioen na ontslag
§ 2. Par ″fermeture d’entreprise″ au sens du § 1er du présent article, on entend : la cessation totale et définitive des activités de l’entreprise.
— de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1998 betreffende de berekeningswijze van de aanvullende vergoeding brugpensioen, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk,
§ 3. A partir du 1er juillet 2007, le montant de l’indemnité complémentaire est fixé à 266,92 EUR. Ce montant est majoré de 13,46 EUR par année d’ancienneté supplémentaire, avec un maximum de 880,41 EUR. 2.7. Indemnité complémentaire en cas de prépension après licenciement Art. 15. § 1er. En application de et conformément à : — la convention collective de travail du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d’indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975 (Moniteur belge 31 janvier 1975); — la convention collective de travail du 21 juin 2007 valable du 1er juillet 2007 au 30 juin 2010 relative à la prépension à partir de 58 ans, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie; — la convention collective de travail du 21 juin 2007 valable du 1er juillet 2007 au 30 juin 2010 relative à la prépension après licenciement, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie; — la convention collective de travail du 5 octobre 1998 relative au mode de calcul de l’indemnité complémentaire prépension, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie,
neemt het fonds de helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkering te zijnen laste.
le fonds prend à sa charge la moitié de la différence entre la rémunération nette de référence et l’indemnité de chômage.
Deze vergoeding wordt berekend op het ogenblik van de op brugpensioenstelling en blijft ongewijzigd onder voorbehoud van het feit dat zij gebonden is aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten van toepassing op het vlak van werkloosheidsuitkeringen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971.
Cette indemnité est calculée au moment de la mise à la prépension et demeure invariable, sous réserve d’être liée à l’évolution de l’indice des prix à la consommation suivant les modalités applicables en matière d’allocations de chômage, conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971.
Bovendien wordt het bedrag van deze vergoeding elk jaar op 1 januari herzien door de Nationale Arbeidsraad in functie van de conventionele evolutie van de lonen.
En outre, le montant de cette indemnité complémentaire est révisé au 1er janvier de chaque année par le Conseil national du travail, en fonction de l’évolution conventionnelle des salaires.
§ 2. De aanvullende werkloosheidsvergoedingen voorzien in artikel 10 worden in aanmerking genomen voor de berekening van de aanvullende vergoeding voorzien in artikel 15, § 1.
§ 2. Les indemnités complémentaires de chômage prévues à l’article 10 sont prises en considération pour le calcul de l’indemnité complémentaire prévue à l’article 15, § 1er.
§ 3. De betrokken arbeiders moeten een anciënniteitvoorwaarde van 5 jaar in de sector koetswerk (PSC 149.02) voorleggen.
§ 3. Les ouvriers concernés doivent prouver une ancienneté de 5 ans dans le secteur de la carrosserie (SCP 149.02).
Indien een arbeider een anciënniteit heeft opgebouwd in eenzelfde onderneming, die een bepaalde periode niet tot het Paritair Subcomité voor het koetswerk behoorde, of die opgedeeld is in verschillende technische entiteiten behorend tot verschillende paritaire comités, dan wordt deze anciënniteit als één geheel beschouwd.
Lorsqu’un ouvrier a acquis une ancienneté dans une seule et même entreprise qui à un moment donné ne ressortissait pas à la Souscommission paritaire pour la carrosserie ou qui est scindée en différentes entités techniques relevant de différentes commissions paritaires, cette ancienneté sera considérée comme constituant un ensemble.
§ 4. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op brugpensioen in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen het recht op de aanvullende vergoeding :
§ 4. Sous les conditions et selon les modalités définies dans la convention collective de travail n° 17, les ouvriers licenciés en vue de leur prépension dans le cadre de ces conventions collectives de travail ou dans le cadre d’une convention collective de travail en matière de prépension conclue au niveau de l’entreprise, gardent le droit à l’indemnité complémentaire :
— wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen;
— lorsqu’ils reprennent le travail en tant que salarié chez un employeur autre que celui qui les a licenciés, et qui n’appartient pas à la même unité technique d’exploitation que l’employeur qui les a licenciés;
— ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
— au cas où une activité indépendante est pratiquée à titre d’activité principale, à condition que cette activité ne soit pas exercée pour le compte de l’employeur qui les a licenciés ou pour le compte d’un employeur appartenant à la même unité technique d’exploitation que l’employeur qui les a licenciés.
§ 5. De ondernemingen die bij ondernemingsovereenkomst de leeftijd voor het brugpensioen bepalen tussen 50 en 58 jaar kunnen ten laatste op het ogenblik waarop de bedoelde overeenkomst tot stand komt, een aanvraag indienen bij het dagelijks bestuur van het fonds, omtrent de overname door het fonds van de betaalplicht van deze aanvullende vergoeding met ingang van de leeftijd van 58 jaar.
§ 5. Les entreprises où l’âge de la prépension a été fixé par convention d’entreprise entre 50 et 58 ans peuvent, au plus tard au moment où ladite convention est signée, introduire une demande auprès du bureau journalier du fonds en vue de la reprise par le fonds de l’obligation de paiement de cette indemnité complémentaire dès l’âge de 58 ans.
De werkgever dient een kopie van de ondernemingsovereenkomst over te maken aan het sociaal fonds en dient de bijdrage, zoals voorzien in artikel 37, te vereffenen.
L’employeur doit transmettre copie de la convention d’entreprise au fonds social et doit régler la cotisation, comme prévu à l’article 37.
Deze aanvragen worden beantwoord uiterlijk binnen de zestig werkdagen na de ontvangst van de voormelde aanvraag.
Réponse sera donnée au plus tard dans les soixante jours ouvrables après la réception de ladite demande.
Art. 15. § 1. In toepassing van en overeenkomstig : — de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad 31 januari 1975); — de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende brugpensioen vanaf 58 jaar van 21 juni 2007 met een looptijd van 1 juli 2007 tot 30 juni 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk; — de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende brugpensioen na ontslag van 21 juni 2007 met een looptijd van 1 juli 2007 tot 30 juni 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49909
§ 6. Het fonds kan voorschotten betalen aan bruggepensioneerden die hun aanvraag tot brugpensioen indienden bij het ″Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers″ bij toepassing van artikel 4 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het ″Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers″.
§ 6. Le fonds peut verser des avances aux prépensionnés ayant introduit leur demande de prépension auprès du ″Fonds d’indemnisation des travailleurs licenciés en cas de fermeture d’entreprises″, en application de l’article 4 de la loi du 30 juin 1967 portant extension de la mission du ″Fonds d’indemnisation des travailleurs licenciés en cas de fermeture d’entreprises″.
Deze voorschotten worden uitgekeerd tot op het ogenblik waarop het ″Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers″ zijn verplichtingen werkelijk uitvoert.
Ces avances sont payées jusqu’au moment où le ″Fonds d’indemnisation des travailleurs licenciés en cas de fermeture d’entreprises″ acquitte effectivement ses obligations.
De betaling van de voorschotten is onderworpen aan de ondertekening door de betrokkene van een verbintenis van indeplaatsstelling ten voordele van het fonds.
Le paiement des avances est soumis à la signature par l’intéressé d’une subrogation en faveur du fonds.
§ 7. In toepassing van en overeenkomstig :
§ 7. En application de et conformément à :
— de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 gesloten op 13 juli 1993, in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties;
— la convention collective de travail n° 55 du 13 juillet 1993, conclue au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d’indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de réduction de moitié des prestations de travail;
— de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007 betreffende het halftijds brugpensioen tussen 1 januari 2007 en 31 december 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk,
— la convention collective du 21 juin 2007, relative à la prépension à mi-temps entre le 1er janvier 2007 et le 31 décembre 2008, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie,
neemt het fonds de aanvullende vergoeding ten laste. Deze aanvullende vergoeding wordt berekend op het ogenblik van de op halftijdsbrugpensioenstelling en blijft ongewijzigd, onder voorbehoud dat zij gekoppeld is aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de modaliteiten van toepassing op de werkloosheidsuitkeringen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971.
le fonds prend l’indemnité complémentaire à sa charge. Cette indemnité complémentaire est calculée au moment de la mise à la prépension à mi-temps et demeure invariable sous réserve d’être liée à l’évolution de l’indice des prix à la consommation suivant les modalités applicables aux allocations de chômage conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971.
Het bedrag van deze aanvullende vergoeding wordt berekend volgens de formule zoals omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55.
Le montant de cette indemnité complémentaire est calculé suivant la formule décrite dans la convention collective de travail n° 55.
Voormelde bepalingen zijn van toepassing op arbeiders en arbeidsters vanaf de leeftijd van 55 jaar.
Les dispositions précitées s’appliquent aux ouvriers et ouvrières à partir de l’âge de 55 ans.
2.8. Aanvullende vergoeding bij vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
2.8. Indemnité complémentaire en cas de réduction des prestations de travail à un travail à mi-temps
Art. 16. Vanaf 1 juli 2007 betaalt het fonds een aanvullende vergoeding van 66,73 EUR per maand gedurende 60 maanden aan werklieden van 53 jaar en meer die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 en de hieraan aangebrachte wijzigingen en in dit kader van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een uitkering ontvangen.
Art. 16. A partir de 1er juillet 2007 le fonds paie une indemnité complémentaire de 66,73 EUR par mois pendant 60 mois aux ouvriers de 53 ans et plus qui réduisent leurs prestations de travail à un travail à mi-temps conformément à la convention collective de travail n° 77bis du 19 décembre 2001 et les modifications y apportées et qui touchent dans ce cadre une indemnité de l’Office national de l’Emploi.
2.9. Aanvullende sociale vergoeding
2.9. Indemnité sociale complémentaire
Art. 17. § 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht ten laste van het fonds, op een aanvullende sociale vergoeding, voor zover zij voldoen aan volgende voorwaarden :
Art. 17. § 1er. Les ouvriers visés à l’article 5 ont droit à charge du fonds à une indemnité sociale complémentaire pour autant qu’ils remplissent les conditions suivantes :
1. sedert ten minste een jaar lid zijn van één van de interprofessionele representatieve werknemersorganisaties welke op nationaal niveau verbonden zijn;
1. être depuis un an au moins membres de l’une des organisations de travailleurs représentatives interprofessionnelles qui sont fédérées sur le plan national;
2. op 1 oktober van het lopende jaar ingeschreven zijn op de personeelslijst van de bij artikel 5 bedoelde werkgevers.
2. au 1er octobre de l’année en cours, être inscrits sur la liste du personnel des employeurs visés à l’article 5.
§ 2. Het bedrag van de bij artikel 17, § 1, bedoelde aanvullende sociale vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur.
§ 2. Le montant de l’indemnité sociale complémentaire visée à l’article 17, § 1er, est fixé annuellement par le conseil d’administration.
2.10. Betalingsmodaliteiten
2.10. Modalités de paiement
Art. 18. § 1. De in de artikelen 8 en 9 (aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid), 10 (aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid), 11 (aanvullende ziektevergoeding), 12 (aanvullende vergoeding voor oudere werklozen), 13 (aanvullende vergoeding voor oudere zieken), 14 (aanvullende vergoeding bij sluiting van de onderneming), 15 (aanvullende vergoeding bij brugpensioen na ontslag) en 16 (aanvullende vergoeding bij vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) bedoelde vergoedingen worden rechtstreeks door het fonds aan de betrokken werklieden betaald, in zover zij het bewijs leveren dat zij recht hebben op de aanvullende vergoedingen voorzien in voormelde artikelen, volgens de modaliteiten vastgesteld door de raad van bestuur.
Art. 18. § 1er. Les indemnités visées aux articles 8 et 9 (indemnités complémentaires de chômage en cas de chômage temporaire), 10 (indemnité complémentaire de chômage en cas de chômage complet), 11 (indemnité en cas d’incapacité de travail), 12 (indemnité complémentaire pour ouvriers âgés), 13 (indemnité complémentaire pour malades âgés), 14 (indemnité de fermeture d’entreprise), 15 (indemnité complémentaire de prépension après licenciement) et 16 (indemnité complémentaire en cas de réduction des prestations de travail à un travail à mi-temps) sont payées directement par le fonds aux ouvriers intéressés, pour autant qu’ils fassent la preuve de leur droit aux indemnités prévues par lesdits articles suivant les modalités fixées par le conseil d’administration.
§ 2. De in artikel 17 bedoelde vergoeding (aanvullende sociale vergoeding) wordt betaald door de interprofessionele representatieve werknemersorganisaties welke op nationaal niveau verbonden zijn.
§ 2. L’indemnité visée à l’article 17 (indemnité sociale complémentaire) est payée par les organisations de travailleurs représentatives interprofessionnelles qui sont fédérées sur le plan national.
49910
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Art. 19. De raad van bestuur bepaalt de datum en de modaliteiten van betaling van de door het fonds toegekende vergoedingen. In geen geval mag de betaling van de vergoedingen afhankelijk zijn van de storting der bijdragen die door de aan het fonds onderworpen werkgever verschuldigd zijn. 3. Bevorderen van de vakbondsvorming Art. 20. Het fonds betaalt aan de werkgevers, die het voorschot hebben verleend en op hun verzoek, de lonen (verhoogd met de patronale lasten) terug, uitgekeerd aan de werklieden die afwezig waren in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vakbondsvorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 december 2002 (Belgisch Staatsblad van 27 maart 2003). Art. 21. Het bedrag tot inrichting van deze syndicale vorming wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur van het fonds. 4. Bevorderen van de patronale informatie Art. 22. § 1. Het fonds betaalt aan de representatieve werkgeversorganisatie, de ″Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en Bijhorende Ambachten VZW », afgekort Febelcar VZW een vergoeding voor informatiekosten. § 2. Deze vergoeding wordt door het fonds rechtstreeks betaald aan de representatieve werkgeversorganisatie, overeenkomstig de door de raad van bestuur bepaalde modaliteiten. 5. Financiering van een deel van de werking en van sommige initiatieven van de VZW Educam Art. 23. § 1. In uitvoering van artikel 2 en artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 21 juni 2007 financiert het fonds een deel van de werking en sommige van de initiatieven van de VZW Educam. § 2. De VZW Educam organiseert voor de subsector van het koetswerk de beroepsopleiding en vorming voor de arbeiders zoals omschreven in de statuten van de VZW Educam. 6. Ten laste nemen van bijzondere bijdragen Art. 24. De bijzondere bijdragen ten laste van de werkgevers op het conventioneel brugpensioen en ingevoerd enerzijds door de programmawet van 22 december 1989 en anderzijds door de programmawet van 29 december 1990, respectievelijk verschuldigd aan de Rijksdienst voor werknemerspensioenen en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden door het fonds ten laste genomen. Art. 25. § 1. De bedoelde bijzondere bijdragen worden vanaf 1 januari 1993 ten laste genomen voor de arbeiders die een aanvullende vergoeding betaald krijgen in toepassing van artikel 15 van deze overeenkomst vastgelegde voorwaarden, en voor zover het brugpensioen een aanvang heeft genomen tussen 1 januari 1993 en 30 juni 2010. § 2. De bijzondere bijdragen worden ten laste genomen onder bovenvermelde voorwaarden tot de op pensioenstelling van de arbeiders. Art. 26. De raad van bestuur van het fonds bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten van artikel 25. Art. 27. De voorwaarden van toekenning van de aanvullende vergoedingen en de financiële tegemoetkomingen welke door het fonds worden verleend evenals het bedrag daarvan, kunnen op voorstel van de raad van bestuur gewijzigd worden, bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
Art. 19. Le conseil d’administration détermine la date et les modalités de paiement des allocations accordées par le fonds. En aucun cas, le paiement des indemnités ne peut dépendre du versement des cotisations dues par l’employeur assujetti au fonds. 3. Encouragement de la formation syndicale Art. 20. Le fonds rembourse aux employeurs qui en ont fait l’avance, et à leur demande, les salaires payés (majorés des charges patronales) aux ouvriers qui se sont absentés en application de la convention collective de travail du 8 juillet 1999, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, concernant la formation syndicale, rendue obligatoire par arrêté royal du 27 décembre 2002 (Moniteur belge du 27 mars 2003). Art. 21. Le montant affecté à l’organisation de cette formation syndicale est fixé annuellement par le conseil d’administration du fonds. 4. Encouragement de l’information patronale Art. 22. § 1er. Le fonds paie à l’organisation patronale représentative, la ″Royale Fédération belge de la Carrosserie et des Métiers connexes ASBL », abrégée Febelcar ASBL une indemnité pour coûts d’information. § 2. Cette indemnité est directement versée par le fonds à l’organisation patronale représentative, conformément aux modalités définies par le conseil d’administration. 5. Financement d’une partie du fonctionnement de l’ASBL Educam et de certaines de ses initiatives Art. 23. § 1er. En exécution des articles 2 et 5 de la convention collective de travail du 21 juin 2007, relative à la formation, le fonds finance une partie du fonctionnement de l’ASBL Educam et certaines de ses initiatives. § 2. L’ASBL Educam organise pour le sous-secteur des carrosseries la formation professionnelle des ouvriers, comme décrit dans les statuts de l’ASBL Educam. 6. Prise en charge de certaines cotisations spéciales Art. 24. Les cotisations spéciales à charge des employeurs sur la prépension conventionnelle et instaurées d’une part par la loiprogramme du 22 décembre 1989 et d’autre part par la loi-programme du 29 décembre 1990, dues respectivement à l’Office national des pensions pour travailleurs salariés et à l’Office national de Sécurité sociale, sont prises en charge par le fonds. Art. 25. § 1er. A partir du 1er janvier 1993, les cotisations spéciales visées sont prises en charge pour les ouvriers qui rec¸ oivent une indemnité complémentaire en application des conditions précisées à l’article 15 de la présente convention et pour autant que la prépension ait débuté entre le 1er janvier 1993 et le 30 juin 2010. § 2. Les cotisations spéciales sont prises en charge sous les conditions précitées jusqu’à la mise à la pension des ouvriers. Art. 26. Le conseil d’administration du fonds fixe les modalités d’exécution de l’article 25. Art. 27. Les conditions d’octroi des indemnités complémentaires et des interventions financières accordées par le fonds, de même que le montant de celles-ci, peuvent être modifiés sur proposition du conseil d’administration, par convention collective de travail conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, rendue obligatoire par arrêté royal.
HOOFDSTUK IV. — Beheer van het fonds Art. 28. § 1. Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. § 2. Deze raad van bestuur bestaat uit zestien leden, hetzij acht vertegenwoordigers van de werkgevers en acht vertegenwoordigers van de werknemers. § 3. De leden van de raad van bestuur worden voorgedragen door de respectievelijke representatieve organisaties, zoals opgenomen in § 1 van dit artikel, en worden benoemd door het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
CHAPITRE IV. — Gestion du fonds Art. 28. § 1er. Le fonds est géré par un conseil d’administration composé paritairement de représentants des organisations représentatives des employeurs et des travailleurs. § 2. Ce conseil d’administration est composé de seize membres soit huit représentants des employeurs et huit représentants des travailleurs. § 3. Les membres du conseil d’administration sont présentés par les organisations représentatives respectives, comme indiqué au § 1er de cet article, et sont nommés par la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.
Art. 29. Het voorzitterschap wordt door de werkgeversafgevaardigden waargenomen. De 1e en 3e ondervoorzitter behoren tot de werknemersgroep en worden jaarlijks aangeduid door de raad van bestuur. De 2e ondervoorzitter behoort tot de werkgeversgroep en wordt jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid.
Art. 29. La présidence est assurée par les représentants des employeurs. Le 1er et le 3eme vice-présidents appartiennent au groupe des travailleurs et sont désignés chaque année par le conseil d’administration. Le 2e vice-président fait partie du groupe des employeurs et est désigné chaque année par le conseil d’administration.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Art. 30. § 1. De raad van bestuur wordt door zijn voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad van bestuur ten minste eenmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van de raad van bestuur erom verzoeken. § 2. De uitnodiging vermeldt de agenda.
49911
Art. 30. § 1er. Le conseil d’administration se réunit sur convocation de son président. Le président est tenu de convoquer le conseil au moins une fois chaque semestre et chaque fois que le demandent deux membres au moins du conseil d’administration. § 2. La convocation mentionne l’ordre du jour.
§ 3. De notulen worden door de raad van bestuur aangeduide directeur opgesteld.
§ 3. Les procès-verbaux sont établis par le secrétaire désigné par le conseil d’administration.
§ 4. Wanneer tot stemming moet overgegaan worden, dient een gelijk aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de jongste leden).
§ 4. Lorsqu’il y a lieu de procéder à un vote, un nombre égal de membres de chaque délégation doit prendre part au vote. Si le nombre est inégal, le ou les membres les moins âgés s’abstient/s’abstiennent.
§ 5. De raad van bestuur kan slechts geldig beslissen over de op de agenda gestelde kwesties en in aanwezigheid van ten minste de helft van de leden die tot de werknemersafvaardiging en ten minste de helft van de leden die tot de werkgeversafvaardiging behoren. De beslissingen worden met een meerderheid van twee derden van de stemgerechtigden genomen.
§ 5. Le conseil d’administration ne peut décider valablement que sur les questions figurant à l’ordre du jour et en présence d’au moins la moitié des membres appartenant à la délégation des travailleurs et d’au moins la moitié des membres appartenant à la délégation des employeurs. Les décisions sont prises à la majorité des deux tiers.
Art. 31. § 1. De raad van bestuur heeft tot taak het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking zijn vereist. Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het beheer en de leiding van het fonds.
Art. 31. § 1er. Le conseil d’administration a pour mission de gérer le fonds et de prendre toutes les mesures nécessaires à son bon fonctionnement. Il dispose des pouvoirs les plus étendus pour la gestion et la direction du fonds.
§ 2. De raad van bestuur treedt in rechte op in naam van het fonds op vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigde-bestuurder.
§ 2. Le conseil d’administration subroge le fonds dans ses droits de poursuite sur interpellation de président ou d’un administrateur délégué à cette fin.
§ 3. De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of meer van zijn leden of zelfs aan derden. Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad van bestuur speciale volmachten heeft verleend, volstaan de gezamenlijke handtekeningen van twee bestuurders (één van werknemerszijde en één van werkgeverszijde).
§ 3. Le conseil d’administration peut déléguer des pouvoirs spéciaux à un ou plusieurs de ses membres ou même à des tiers. Pour tous les actes autres que ceux pour lesquels le conseil a donné des délégations spéciales, les signatures conjointes de deux administrateurs (un du côté des travailleurs et un du côté des employeurs) suffisent.
§ 4. De verantwoordelijkheid van de bestuurders beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de verplichtingen van het fonds.
§ 4. La responsabilité des administrateurs se limite à l’exécution de leur mandat et ils ne contractent aucune obligation personnelle relative à leur gestion vis-à-vis des engagements du fonds.
§ 5. Een lid dat voor de vergadering van de raad van bestuur belet is, kan schriftelijk of per telefax volmacht verlenen aan een van zijn collega’s behorende tot dezelfde groep (werknemers- of werkgeversgroep) om hem te vervangen. Nochtans mag geen enkel lid meer dan één andere bestuurder vertegenwoordigen.
§ 5. Le membre qui est dans l’impossibilité d’assister à une réunion du conseil d’administration peut donner procuration, par lettre ou par fax, à l’un de ses collègues appartenant au même groupe (groupe des travailleurs ou des employeurs) pour le remplacer. Aucun membre ne peut toutefois représenter plus d’un administrateur.
Art. 32. § 1. De raad van bestuur richt in zijn schoot een bureau op dat is paritair samengesteld uit de voorzitter en 7 bestuurders.
Art. 32. § 1er. Le conseil d’administration érige en son sein un bureau composé paritairement du président et de 7 administrateurs.
§ 2. Het bureau staat in voor de politieke beslissingen van het fonds en werkt volgens de beslissingen of richtlijnen van de raad van bestuur. Het bureau kan zich eveneens laten bijstaan door derden of deskundigen.
§ 2. Le bureau est responsable des décisions politiques du fonds et travaille en fonction des décisions ou directives du conseil d’administration. Le bureau peut également se faire assister par des tiers ou des experts.
§ 3. Het bureau wordt door de voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden het bureau ten minste eenmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van het bureau erom verzoeken. § 4. De uitnodiging vermeldt de agenda.
§ 3. C’est le président qui convoque le bureau. Le président est tenu de convoquer le bureau au moins une fois par semestre et chaque fois qu’au moins deux membres du bureau le demandent. § 4. L’ordre du jour est mentionné dans l’invitation.
§ 5. De notulen worden door de door het bureau aangeduide directeur opgesteld. De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of door twee bestuurders ondertekend.
§ 5. Le procès-verbal est établi par le directeur désigné par le bureau. Les extraits des procès-verbaux sont signés par le président ou par deux administrateurs.
§ 6. De beslissing van het bureau is slechts geldig over de kwesties die op de agenda vermeld staan en bij minimum de helft van de leden van de werknemersafvaardiging en de helft van de leden van de werkgeversafvaardiging.
§ 6. Une décision du bureau n’est valable que si elle porte sur une question inscrite à l’ordre du jour et pour autant que soient présents au moins la moitié des membres des délégués des travailleurs et la moitié des membres des délégués des employeurs.
§ 7. De beslissingen worden bij unanimiteit genomen.
§ 7. Les décisions se prennent à l’unanimité.
§ 8. Het bureau rapporteert aan de raad van bestuur over zijn activiteiten en beslissingen.
§ 8. Le bureau fait rapport au conseil d’administration de ses activités et décisions.
§ 9. De directeur van het fonds is belast met het dagelijks beheer van het fonds in samenspraak met het bureau.
§ 9. Le directeur du fonds est chargé de la gestion journalière du fonds, en concertation avec le bureau.
§ 10. De directeur van het fonds staat onder meer in voor volgende taken :
§ 10. Le directeur du fonds assure notamment les tâches suivantes :
— tekenen van kwijtingen en ontlastingen tegenover de publieke administraties;
— signer des quittances et des décharges vis-à-vis des administrations publiques;
— uitvoeren van financiële verrichtingen bij eender welke bank of financieel organisme voor de rekeningen van het fonds;
— effectuer des opérations financières auprès de toute banque ou tout organisme financier pour les comptes du fonds;
— uitvoeren van beleggingen of terugname van fondsen onder zijn handtekening en die van de voorzitter samen of deze van de twee ondervoorzitters samen.
— effectuer des placements ou des retraits de fonds, soit sous sa signature et celle du président, soit sous la signature des deux vice-présidents ensemble.
49912
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK V. — Financiering van het fonds
CHAPITRE V. — Financement du fonds
Art. 33. Om de financiering van de in de artikelen 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 23, 24 en 25, bedoelde voordelen te verzekeren, beschikt het fonds over de bijdragen welke door de bij artikel 5 bedoelde werkgevers verschuldigd zijn.
Art. 33. Pour assurer le financement des avantages prévus aux articles 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 23, 24 et 25, le fonds dispose de cotisations dues par les employeurs visés à l’article 5.
Art. 34. § 1. Vanaf 1 januari 2006 wordt de bijdrage van de werkgevers bepaald op 3,54 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 1,3 pct. is voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
Art. 34. § 1er. A partir du 1er janvier 2006 la cotisation des employeurs est fixée à 3,54 p.c. des salaires bruts des ouvriers et dont 1,3 p.c. est réservé au financement du régime de pension sectoriel social.
Vanaf 1 januari 2008 wordt de bijdrage van de werkgevers bepaald op 3,84 pct. van de brutolonen van de arbeiders, waarvan 1,6 pct. is voorzien voor de financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
A partir du 1er janvier 2008 la cotisation des employeurs est fixée à 3,84 p.c. des salaires bruts des ouvriers et dont 1,6 p.c. est réservé au financement du régime de pension sectoriel social.
§ 2. Een buitengewone bijdrage kan door de raad van bestuur van het fonds worden bepaald, die eveneens de innings- en verdelingsmodaliteiten vaststelt.
§ 2. Une cotisation exceptionnelle peut être fixée par le conseil d’administration du fonds qui en détermine également le mode de perception et de répartition.
§ 3. Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst bekrachtigd bij koninklijk besluit.
§ 3. Cette cotisation exceptionnelle doit faire l’objet d’une convention collective de travail séparée et rendue obligatoire par arrêté royal.
Art. 35. § 1. In toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, worden de inning en de invordering van de bijdragen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd.
Art. 35. § 1er. En application de l’article 7 de la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, la perception et le recouvrement des cotisations sont assurés par l’Office national de Sécurité sociale.
§ 2. Van de aldus door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het fonds gestorte som, worden vooraf de door de raad van bestuur vastgestelde kosten afgetrokken.
§ 2. De la somme ainsi versée par l’Office national de Sécurité sociale au fonds, sont préalablement déduits les frais fixés par le conseil d’administration.
§ 3. De raad van bestuur bepaalt de verdeling van de bijdragen voorzien in de artikelen 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20 en 25.
§ 3. Le conseil d’administration détermine la répartition des montants prévus aux articles 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20 et 25.
Art. 36. § 1. Een bijdrage van 2,24 pct., gebaseerd op de laatste brutobezoldiging aan 108 pct. verdiend door de arbeiders, bedoeld bij artikel 15, § 5 wordt rechtstreeks aan het fonds betaald door de werkgever. Zij wordt berekend vanaf de aanvang van het brugpensioen in de onderneming tot de sectorale leeftijd brugpensioen.
Art. 36. § 1er. Une cotisation de 2,24 p.c. basée sur la dernière rémunération brute à 108 p.c. gagnée par les ouvriers visés à l’article 15, § 5 est directement versée par l’employeur au fonds. Elle est calculée à partir du début de la mise en prépension par l’entreprise jusqu’à l’âge sectoriel de la prépension.
§ 2. De bijdrage bedoeld onder § 1 wordt betaald door de werkgever vóór de datum van het brugpensioen van de arbeiders. Zij wordt forfaitair berekend en betaald volgens de modaliteiten, bepaald door de raad van bestuur van het fonds.
§ 2. La cotisation visée au § 1er est payée par l’employeur avant la date de départ en prépension des ouvriers. Elle est calculée forfaitairement et payée suivant les modalités fixées par le conseil d’administration du fonds.
HOOFDSTUK VI. — Begroting en rekeningen van het fonds
CHAPITRE VI. — Budget et comptes du fonds
Art. 37. Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 december.
Art. 37. L’exercice prend cours le 1er janvier et se clôture le 31 décembre.
Art. 38. Elk jaar, uiterlijk gedurende de maand december, wordt een begroting voor het volgend jaar aan het Paritair Subcomité voor het koetswerk ter goedkeuring voorgelegd.
Art. 38. Chaque année, au plus tard en décembre, un budget pour l’année suivante est soumis à l’approbation de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.
Art. 39. De rekeningen van het afgelopen jaar worden op 31 december afgesloten.
Art. 39. Les comptes de l’année écoulée sont clôturés le 31 décembre.
De raad van bestuur evenals de door het Paritair Subcomité voor het koetswerk aangeduide revisor of accountant maken jaarlijks elk een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht gedurende het afgelopen jaar.
Le conseil d’administration ainsi que le réviseur ou l’expertcomptable, désignés par la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, rédigent annuellement chacun un rapport écrit concernant l’accomplissement de leur mission pendant l’année écoulée.
De balans, samen met de hierboven bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de maand juni aan het Paritair Subcomité voor het koetswerk worden voorgelegd.
Le bilan et les rapports annuels écrits visés ci-dessus, doivent être soumis pour approbation à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie.
HOOFDSTUK VII. — Ontbinding, vereffening van het fonds
CHAPITRE VII. — Dissolution, liquidation du fonds
Art. 40. Het fonds kan slechts bij eenparige beslissing van het Paritair Subcomité voor het koetswerk worden ontbonden. Dit laatste dient tegelijkertijd de vereffenaars te benoemen, hun bevoegdheden en hun bezoldiging vast te stellen en de bestemming van de activa van het fonds te bepalen.
Art. 40. Le fonds ne peut être dissous que par décision unanime de la Sous-Commission paritaire pour la carrosserie. Celle-ci devra nommer en même temps les liquidateurs, déterminer leurs pouvoirs et leur rémunération et définir la destination de l’actif du fonds.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 1er juillet 2008.
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
49913
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2008 — 3318 [C − 2008/13109] 30 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (1)
F. 2008 — 3318 [C − 2008/13109] 30 JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 9 octobre 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, concernant la modification et la coordination du régime de pension sectoriel social (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 9 octobre 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie, concernant la modification et la coordination du régime de pension sectoriel social.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.
Donné à Bruxelles, le 30 juillet 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor het koetswerk
Sous-commission paritaire pour la carrosserie
Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007
Convention collective de travail du 9 octobre 2007
Wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder het nummer 85656/CO/149.02) In uitvoering van hoofdstuk III, artikel 6, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007 betreffende het nationaal akkoord 2007-2008
Modification et coordination du régime de pension sectoriel social (Convention enregistrée le 8 novembre 2007 sous le numéro 85656/CO/149.02) En exécution du chapitre III, article 6, de la convention collective de travail du 24 mai 2007 relative à l’accord national 2007-2008
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité 149.02 voor het koetswerk. § 2. Worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze overeenkomst, de buiten België gevestigde werkgevers waarvan de werknemers in België gedetacheerd worden in de zin van de bepalingen van titel II van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad. § 3. Onder ″arbeiders″ wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1 . § 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et ouvriers ressortissant à la Souscommission paritaire 149.02 pour la carrosserie. § 2. Sont exclus du champ d’application de la présente convention les employeurs établis hors de la Belgique dont les travailleurs sont détachés en Belgique au sens des dispositions du titre II du Règlement (CEE) n° 1408/71 du Conseil. § 3. Par ″ouvriers″, il faut entendre : les ouvriers et les ouvrières.
HOOFDSTUK II. — Voorwerp Art. 2. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel om vanaf 1 januari 2008, en dit in uitvoering van artikel 6 van het nationaal akkoord 2007-2008 afgesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk op 24 mei 2007, de bijdragen te verhogen die worden gestort in het kader van het sociaal sectoraal pensioenstelsel dat werd ingesteld in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2001-2002 afgesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk op 7 mei 2001 en conform artikel 10 van de wet betreffende de aanvullende pensioenen (wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingsstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, ed. 2., p. 26.407, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003) en diens uitvoeringsbesluiten.
CHAPITRE II. — Objet Art. 2. § 1er. En exécution de l’article 6 de l’accord national 2007-2008 signé en Sous-commission paritaire pour la carrosserie le 24 mai 2007, la présente convention collective de travail a pour objet d’augmenter, à partir du 1er janvier 2008, les cotisations qui sont versées dans le cadre du régime de pension sectoriel social instauré conformément à l’article 5 de l’accord national 2001-2002 conclu en Sous-commission paritaire pour la carrosserie le 7 mai 2001 et conformément à l’article 10 de la loi sur les pensions complémentaires (loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale (Moniteur belge du 15 mai 2003, ed. 2, p. 26.407, err. Moniteur belge du 26 mai 2003) et ses arrêtés royaux d’exécution.
er
49914
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
§ 2. De begrippen die in het vervolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen zijn, moeten worden opgevat in hun betekenis zoals verduidelijkt in artikel 3 (definities) van de voormelde wet. § 3. De wet zal in het vervolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst « W.A.P. » worden genoemd.
§ 2. Les notions qui ont été reprises dans la suite de cette convention collective de travail doivent être prises dans la signification précisée à l’article 3 (définitions) de la loi précitée.
HOOFDSTUK III. — Aanduiding van de inrichter Art. 3. § 1. Overeenkomstig artikel 3, § 1, 5° van de W.A.P. werd het fonds voor bestaanszekerheid via de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002 door de representatieve organisaties van het voormelde paritair subcomité aangeduid als inrichter van dit sociaal sectoraal pensioenstelsel. § 2. Deze aanduiding blijft uiteraard gelden in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
CHAPITRE III. — Désignation de l’organisateur Art. 3. § 1er. Conformément à l’article 3, § 1er, 5° de la L.P.C., le fonds de sécurité d’existence a été désigné, via la convention collective de travail du 5 juillet 2002, par les organisations représentatives de la sous-commission paritaire précitée comme l’organisateur du présent régime de pension sectoriel social. § 2. Cette désignation continue naturellement à être valable dans le cadre de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
HOOFDSTUK IV. — Aansluitingsvoorwaarden Art. 4. § 1. Alle arbeiders die op of na 1 januari 2002 met de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1, § 1, van deze overeenkomst verbonden zijn of waren via een arbeidsovereenkomst (ongeacht de aard van arbeidsovereenkomst), worden ambtshalve aangesloten bij onderhavig sociaal sectoraal pensioenplan. § 2. Worden evenwel niet aangesloten bij onderhavig pensioenplan : — de personen tewerkgesteld via een overeenkomst van studentenarbeid; — de personen tewerkgesteld via een overeenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van de werknemers ten behoeve van gebruiken; — de personen tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst gesloten in het kader van een speciaal met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinspannings-, en omscholingsprogramma.
CHAPITRE IV. — Conditions d’affiliation Art. 4. § 1er. Tous les ouvriers qui sont ou étaient sous contrat de travail au ou après le 1er janvier 2002 chez les employeurs visés à l’article 1er, § 1er, de cette convention (quelle que soit la nature de ce contrat de travail), sont affiliés d’office au présent régime de pension sectoriel social. § 2. Ne sont cependant pas affiliées au présent plan de pension : — les personnes occupées via un contrat de travail d’étudiant;
HOOFDSTUK V. — Voordeel Art. 5. § 1. In het voordeel van de in artikel 4 bedoelde personen zullen er maandelijks door de inrichter één of meerdere bijdragen gestort worden ter financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling. § 2. De totale jaarlijkse bijdrage per aangeslotene bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel wordt vanaf 1 januari 2008 vastgesteld op 1,6 procent van diens jaarlijkse brutoloon waarop RSZ-inhoudingen worden gedaan. § 3. Deze bijdrage wordt als volgt verdeeld : 1,53 procent wordt aangewend ter financiering van individuele pensioenrechten in hoofde van de bij het sociaal sectoraal stelsel aangeslotenen en de overige 0,07 procent wordt gebruikt ter financiering van een solidariteitstoezegging zoals bedoeld in titel 2, hoofdstuk IX van de W.A.P.
CHAPITRE V. — Avantage Art. 5. § 1er. Dans l’intérêt des personnes visées à l’article 4, une ou plusieurs cotisations mensuelles seront versées par l’organisateur pour financer le régime de pension sectoriel social, complémentaire au régime de pension légal. § 2. La cotisation annuelle totale de chaque affilié au régime de pension sectoriel social sera fixée, à partir du 1er janvier 2008, à 1,6 pour cent de son salaire annuel brut sur lequel les cotisations ONSS sont prélevées. § 3. Cette cotisation est répartie comme suit : 1,53 pour cent est utilisé pour financer les droits de pension individuels dans le chef des personnes affiliées au régime sectoriel social et le 0,07 pour cent restant pour financer un engagement de solidarité tel que prévu au titre 2, chapitre IX de la L.P.C.
HOOFDSTUK VI. — Pensioentoezegging : beheer en pensioeninstelling Art. 6. § 1. Het financieel, boekhoudkundig, actuarieel en administratief beheer van de pensioentoezegging werd door de inrichter toevertrouwd aan Sepia CVBA, erkend door de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen, onder nummer 1529, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Livingstonelaan 6 (hierna genoemd pensioeninstelling). Gezien binnen de juridische structuur van de pensioeninstelling het mogelijk is dat de inrichter er voor opteert om één of meerdere deelaspecten van het beheer uit te besteden aan derden, worden de werkzaamheden in het kader van het administratief beheer deels toevertrouwd aan de VZW Sefocam. § 2. De beheersregels van de pensioentoezegging zijn vastgelegd in een pensioenreglement dat wordt opgenomen als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst waarvan het integraal deel uitmaakt. Het pensioenreglement zal door de pensioeninstelling aan de aangeslotenen ter beschikking worden gesteld op hun eenvoudig verzoek.
CHAPITRE VI. — Engagement de pension: gestion et organisme de pension Art. 6. § 1er. La gestion financière, comptable, actuarielle et administrative de l’engagement de pension a été confiée par l’organisateur à la SCRL Sepia, reconnue par la Commission bancaire, financière et des Assurances, sous le numéro 1529, établie au n° 6 de l’avenue Livingstone à 1000 Bruxelles et dénommée ci-après l’organisme de pension. Puisque la structure juridique de l’organisme de pension permet à l’organisateur de confier un ou plusieurs de ces aspects à des tiers, les activités déployées dans le cadre de la gestion administrative sont partiellement confiées à l’ASBL Sefocam.
§ 3. Er werd binnen de pensioeninstelling (in overeenstemming met artikel 41, § 2, van de W.A.P.) een toezichtcomité opgericht dat voor de helft is samengesteld uit werknemersvertegenwoordigers (die het personeel vertegenwoordigen aan wie de onderhavige pensioentoezegging wordt gedaan) en voor de andere helft uit werkgevers zoals bedoeld in artikel 1, § 1, van deze overeenkomst. Dit toezichtcomité ziet toe op de goede uitvoering van het beheer van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling en wordt door voormelde jaarlijks in het bezit gesteld van een zogenaamd ″transparantieverslag″ alvorens de pensioeninstelling dit ter beschikking stelt van de inrichter van het pensioenstelsel, evenals ″the statement of principles″.
§ 3. Un comité de surveillance a été créé au sein de l’organisme de pension (conformément à l’article 41, § 2, de la L.P.C.). Il se compose pour moitié de représentants des travailleurs (qui représentent le personnel au profit duquel l’engagement de pension a été instauré), et pour moitié d’employeurs tel que prévu à l’article 1er, § 1er, de la présente convention. Ce comité de surveillance contrôle la bonne exécution de la gestion de l’engagement de pension par l’organisme de pension, qui lui remettra chaque année son ″rapport de transparence″, avant de mettre celui-ci à la disposition de l’organisateur du régime de pension, ainsi que ″the statement of principles″.
§ 3. La loi sera dénommée « L.P.C. » dans la présente convention collective de travail.
— les personnes occupées via un contrat de travail intérimaire, tel que prévu au chapitre II de la loi du 24 juillet 1987 relative au travail temporaire, au travail intérimaire et à la mise à disposition de travailleurs pour des utilisateurs; — les personnes occupées via un contrat de travail conclu dans le cadre d’un programme spécial de formation, de promotion et de reconversion soutenu par les pouvoirs publics.
§ 2. Les règles de gestion de l’engagement de pension sont définies dans un règlement de pension, qui figure en annexe à la présente convention collective de travail et qui en fait partie intégrante. Le règlement de pension sera mis à la disposition des affiliés par l’organisme de pension sur simple demande.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49915
§ 4. Onder de naam ″transparantieverslag″ stelt de pensioeninstelling of, in voorkomend geval, de derde aan wie een deelaspect van het beheer werd uitbesteed, jaarlijks een verslag op over het door haar gevoerde (deelaspect van het) beheer van de pensioentoezegging. Na raadpleging van het toezichtcomité stelt de pensioeninstelling het transparantieverslag ter beschikking van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. Het verslag betreft de elementen zoals beschreven in de W.A.P.
§ 4. L’organisme de pension ou, le cas échéant, le tiers qui se sera vu confier un des aspects de la gestion, établit chaque année un rapport, dit ″rapport de transparence″, au sujet des aspects de sa gestion de l’engagement de pension. Après avoir consulté le comité de surveillance, l’organisme de pension transmettra le rapport de transparence à l’organisateur du régime de pension qui le communiquera aux affiliés sur simple demande. Ce rapport contiendra les éléments précisés dans la L.P.C.
§ 5. De raad voor aanvullende pensioenen kan de uitvoering van het pensioenstelsel onderzoeken op voorwaarde dat 10 procent van de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1, § 1, van deze overeenkomst of van de aangeslotenen zulks vraagt. Indien het rendement ondermaats zou zijn, kan de raad aanbevelen van pensioeninstelling te veranderen of het beheer geheel of gedeeltelijk uit te besteden aan andere beheerders.
§ 5. Le conseil des pensions complémentaires peut vérifier l’exécution du régime de pension à condition que 10 pour cent des affiliés ou des employeurs visés à l’article 1er, § 1er, de la présente convention en fasse la demande. Si le rendement devait s’avérer insuffisant, le conseil pourrait conseiller de changer d’organisme de pension ou de confier la gestion, en tout ou en partie, à d’autres gestionnaires.
HOOFDSTUK VII. — Opting-out
CHAPITRE VII. — Opting-out
Art. 7. § 1. De werkgevers die op 1 januari 2002 nog niet werkzaam waren onder het ressort van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, kunnen in afwijking van artikel 6 van deze overeenkomst, gedurende een in de tijd beperkte periode er voor opteren om de uitvoering van de pensioentoezegging zelf te organiseren. Deze mogelijkheid staat enkel open voor de werkgevers binnen wiens onderneming er reeds een collectieve arbeidsovereenkomst of collectief akkoord bestond vóór 31 december 2000 betreffende een ondernemingspensioenstelsel. In dit geval zal de in artikel 5 van deze overeenkomst voorziene bijdrage voor de financiering van de individuele pensioenrechten van de betrokken arbeiders worden aangewend tot uitbreiding van het bewuste ondernemingspensioenstelsel. De in artikel 5 van deze overeenkomst voorziene bijdrage voor de solidariteitstoezegging blijft daarentegen verschuldigd op sectorvlak.
Art. 7. § 1er. Les employeurs qui, au 1er janvier 2002, ne ressortissaient pas encore à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, peuvent, par dérogation à l’article 6 de la présente convention, décider de se charger eux-mêmes de l’organisation de l’engagement de pension durant une période limitée dans le temps. Cette possibilité ne s’adresse qu’aux employeurs qui avaient, avant le 31 décembre 2000, une convention collective de travail ou un accord collectif sur un régime de pension au niveau de leur entreprise. Dans ce cas-là, la cotisation visée à l’article 5 de la présente convention utilisée pour financer les droits de pension individuels dans le chef des personnes affiliées, sera affectée à l’extension de ce régime de pension d’entreprise. Par contre, la cotisation visée à l’article 5 de la présente convention utilisée pour financer l’engagement de solidarité reste due au niveau sectoriel.
§ 2. Indien voormelde ondernemingsregeling om de één of andere redenen wordt stopgezet, dan zijn de werkgever en zijn arbeiders verplicht om vanaf het tijdstip van de stopzetting, aan te sluiten bij de sectorale pensioentoezegging.
§ 2. S’il est mis fin au régime d’entreprise précité pour une raison ou l’autre, l’employeur et ses ouvriers seront obligés, dès la cessation du régime, de s’affilier auprès de l’engagement de pension sectoriel.
§ 3. De minimale voorwaarden waaraan een ″opting-outplan″ dient te voldoen en de te volgen procedure, zijn opgenomen als bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst waarvan ze integraal deel uitmaken.
§ 3. Les conditions minimales requises auxquelles un plan ″optingout″ doit répondre, ainsi que la procédure à suivre, sont reprises en annexe de la présente convention collective de travail et en font partie intégrante.
HOOFDSTUK VIII. — Uitbetaling van de voordelen
CHAPITRE VIII. — Paiement des avantages
Art. 8. De procedure, de modaliteiten en de vorm van de uitbetaling van de voordelen worden beschreven in artikel 7 tot en met artikel 13 van het bijgevoegde pensioenreglement.
Art. 8. La procédure, les modalités et la forme du paiement des avantages, sont décrites dans les articles 7 à 13 du règlement de pension ci-joint.
HOOFDSTUK IX. — Solidariteitstoezegging : beheer- en solidariteitsinstelling
CHAPITRE IX. — Engagement de solidarité : gestion et organisme de solidarité
Art. 9. § 1. Vanaf 1 januari 2004 wordt een gedeelte van de in artikel 5 van deze overeenkomst bepaalde bijdrage (in overeenstemming met artikel 43 van de W.A.P.) aangewend ter financiering van de solidariteitstoezegging die deel uitmaakt van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Het deel van de globale bijdrage dat hiertoe wordt aangewend, wordt vastgesteld op 0,07 procent.
Art. 9. § 1er. A partir du 1er janvier 2004, une part de la cotisation visée à l’article 5 de la présente convention (conformément à l’article 43 de la L.P.C.) est affectée au financement de l’engagement de solidarité qui fait partie du régime de pension sectoriel social. La part de la cotisation globale qui y est affectée est fixée à 0,07 pour cent.
§ 2. Deze bijdrage wordt aangewend ter financiering van de solidariteitsprestaties, waaronder met name de financiering van de opbouw van de pensioentoezegging gedurende bepaalde periodes van inactiviteit en de vergoeding van inkomstenverlies in bepaalde gevallen. De exacte inhoud van deze solidariteitstoezegging alsook de financieringswijze ervan, werd uitgewerkt in een solidariteitsreglement (zie hierna in artikel 10).
§ 2. Cette cotisation est affectée au financement des prestations de solidarité parmi lesquelles figure notamment le financement constitutif de l’engagement de pension durant certaines périodes d’inactivité et d’indemnisation de la perte de revenus dans certaines situations. Le contenu exact de cet engagement de solidarité, ainsi que sa méthode de financement, a été mis au point dans le règlement de solidarité (voir article 10 ci-après).
§ 3. In tegenstelling tot de pensioentoezegging, hebben de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1, § 1 van deze overeenkomst, inzake de solidariteitstoezegging niet de mogelijkheid om deze geheel of gedeeltelijk zelf te organiseren.
§ 3. Contrairement à l’engagement de pension, il est interdit aux employeurs visés à l’article 1er, § 1er de la présente convention, d’organiser eux-mêmes, en tout ou en partie, l’engagement de solidarité.
49916
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
§ 4. Het beheer van de solidariteitstoezegging werd door de inrichter toevertrouwd aan Sepia CVBA, erkend door de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen, onder het nummer 1529, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Livingstonelaan 6 (hierna genoemd solidariteitsinstelling). Gezien binnen de juridische structuur van de solidariteitsinstelling het mogelijk is dat de inrichter er voor opteert om enig deelaspect van het beheer uit te besteden aan derden, worden de werkzaamheden in het kader van het administratief beheer deels toevertrouwd aan de VZW Sefocam. § 5. Inzake de solidariteitstoezegging zal de solidariteitsinstelling een ″transparantieverslag″ opstellen betreffende het door haar gevoerde beheer van de solidariteitstoezegging. Na raadpleging van het toezichtscomité zal de solidariteitsinstelling dit transparantieverslag ter beschikking stellen van de Inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. Het verslag betreft de elementen zoals beschreven in de W.A.P.
§ 4. La gestion de l’engagement de solidarité a été confiée par l’organisateur à la SCRL Sepia, reconnue par la Commission bancaire, financière et des Assurances, sous le numéro 1529, établie au n° 6 de l’avenue Livingstone à 1000 Bruxelles et dénommée ci-après l’organisme de solidarité. Puisque la structure de l’organisme de solidarité permet à l’organisateur de confier certains aspects à des tiers, les activités déployées dans le cadre de la gestion administrative sont partiellement remises aux soins de l’ASBL Sefocam.
HOOFDSTUK X. —Solidariteitsreglement Art. 10. § 1. Het solidariteitsreglement expliciteert de modaliteiten van de solidariteitstoezegging en werd als bijlage opgenomen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst waarvan het integraal deel uitmaakt. § 2. Het solidariteitsreglement zal door de solidariteitsinstelling op hun eenvoudig verzoek ter beschikking worden gesteld aan de bij onderhavig pensioenstelsel aangesloten werknemers.
CHAPITRE X. — Règlement de solidarité Art. 10. § 1er. Le règlement de solidarité explicite les modalités de l’engagement de solidarité et a été annexé à cette convention collective de travail dont il fait partie intégrante. § 2. Le règlement de solidarité sera fourni par l’organisme de solidarité aux ouvriers affiliés au présent régime de pension sur simple demande de leur part.
HOOFDSTUK XI. — Procedure in geval van uittreding van een arbeider Art. 11. De procedure van uittreding uit het sectoraal pensioenstelsel wordt geregeld door artikel 17 van het hierna bijgevoegde pensioenreglement.
CHAPITRE XI. — Procédure en cas de sortie d’un ouvrier Art. 11. La procédure en cas de sortie du régime de pension sectoriel est réglée par l’article 17 du règlement de pension ci-joint.
HOOFDSTUK XII. — Inningsmodaliteiten Art. 12. § 1. Teneinde de bijdragen zoals voorzien in artikel 5 van deze overeenkomst in te vorderen zal door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid een voorlopige bijdrage worden geïnd. Deze voorlopige bijdrage zal na de terbeschikkingstelling ervan aan de inrichter door laatstgenoemde worden doorgestort aan de pensioeninstelling. § 2. Van zodra de pensioeninstelling over definitieve loongegevens beschikt, zal de voorlopige bijdrage worden vergeleken met de effectief verschuldigde bijdrage. Indien de voorlopige bijdrage groter is dan de effectief verschuldigde bijdrage, wordt de reserve die voortvloeit uit het verschil, in mindering gebracht van de eerstvolgende voorschotbijdrage. In het omgekeerde geval, zal het reservetekort ten laste gelegd worden van de inrichter. § 3. Gezien de inrichter ervoor wist te opteren om voor wat betreft de inhouding van deze bijdragen geen onderscheid te maken tussen de werkgevers die overeenkomstig artikel 7 van deze overeenkomst voor de opting-out hebben gekozen en de werkgevers waarvoor dit niet het geval is, stort hij de bijdragen ingehouden bij de werkgevers die, overeenkomstig artikel 7 van deze overeenkomst, er voor geopteerd hebben om de uitvoering van dit pensioenstelsel zelf te organiseren, aan hen terug na inhouding (en doorstorting ervan aan de solidariteitsinstelling) van de bijdrage ter financiering van de solidariteitsprestaties zoals voorzien in artikel 9 van deze overeenkomst. § 4. De in het vorige lid bedoelde terugstortingen zullen gebeuren binnen een tijdsspanne van één maand te rekenen vanaf de dag waarop de inrichter hiertoe de nodige gegevens ter beschikking heeft, dan wel vanaf de dag waarop de stortingen aan de inrichter ter beschikking zouden worden gesteld door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid indien deze datum zich na de terbeschikkingstelling van de gegevens zou situeren. Op de terugstortingen worden geen verwijlintresten toegekend.
CHAPITRE XII. — Modalités d’encaissement Art. 12. § 1er. Afin de réclamer les cotisations visées à l’article 5 de la présente convention, l’Office national de Sécurité sociale encaissera une cotisation provisoire, conformément à l’article 7 de la loi du 7 janvier 1958 relative aux fonds de sécurité d’existence. Après avoir été mise à la disposition de l’organisateur, cette cotisation provisoire sera rétrocédée par ce dernier à l’organisme de pension.
HOOFDSTUK XIII. — Algemeen verbindend verklaring Art. 13. Ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlagen, zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.
CHAPITRE XIII. — Force obligatoire Art. 13. Les parties signataires demandent que la présente convention collective de travail ainsi que les annexes, soient rendues obligatoires le plus rapidement possible par arrêté royal.
HOOFDSTUK XIV. — Inwerkingtreding en opzeggingsmogelijkheden Art. 14. § 1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 september 2006 (Belgisch Staatsblad van 16 oktober 2006) en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2006, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 juni 2007 (Belgisch Staatsblad van 9 juli 2007) worden opgeheven vanaf 1 januari 2008.
CHAPITRE XIV. — Date d’effet et possibilités de résiliation Art. 14. § 1er. La convention collective de travail du 26 mai 2005 portant modification et coordination du régime de pension sectoriel social dans la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, rendue obligatoire par arrêté royal du 24 septembre 2006 (Moniteur belge du 16 octobre 2006) et modifiée par la convention collective de travail du 5 septembre 2006, rendue obligatoire par arrêté royal du 13 juin 2007 (Moniteur belge du 9 juillet 2007), sont abrogées à partir du 1er janvier 2008.
§ 5. L’organisme de solidarité établira aussi un ″rapport de transparence″ sur sa gestion de l’engagement de solidarité. L’organisme de solidarité mettra ce rapport de transparence à la disposition de l’Organisateur après avoir consulté le comité de surveillance. L’organisateur le communiquera aux affiliés sur simple demande de leur part. Ce rapport comportera les éléments précisés dans la L.P.C.
§ 2. Dès que l’organisme de pension dispose des données salariales définitives, la cotisation provisoire sera comparée avec la cotisation effectivement due. Si la cotisation provisoire est supérieure à la cotisation effectivement due, la prochaine cotisation provisoire sera diminuée de la réserve découlant de la différence. Dans le cas contraire, la réserve déficitaire sera imputée à l’organisateur. § 3. Vu que l’organisateur a opté pour ne pas faire de distinction au niveau des cotisations entre les employeurs qui, en vertu de l’article 7 de la présente convention collective de travail, ont choisi l’opting-out et ceux qui ne l’ont pas fait, il restituera les cotisations retenues chez les employeurs qui, conformément à l’article 7 de la présente convention, ont choisi d’organiser eux-mêmes la mise en œuvre de ce régime. Cette restitution s’effectuera après avoir prélevé (et transféré à l’organisme de solidarité) les cotisations de financement des prestations de solidarité visées à l’article 9 de cette convention. § 4. La restitution de ces cotisations, visée au paragraphe précédent, interviendra dans une période d’un mois à partir du jour où l’organisateur dispose des données permettant cette restitution, ou du jour où l’Office national de Sécurité sociale aura réellement transféré les fonds à l’organisateur si cette date devait être postérieure à celle de la transmission des données. Le remboursement des cotisations ne donnera lieu à aucun intérêt de retard.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49917
§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 3. Zij kan worden beëindigd mits opzegging van zes maanden en wordt betekend per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het voormelde paritair subcomité. Voorafgaandelijk aan de opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst moet het paritair subcomité de beslissing nemen om het sectoraal pensioenstelsel op te heffen. Deze beslissing tot opheffing is enkel geldig wanneer zij wordt genomen in overeenstemming met de bepalingen in artikel 10, § 1, 3°, W.A.P. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
§ 2. La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 2008 et est conclue pour une durée indéterminée. § 3. Elle peut être dénoncée moyennant un préavis de six mois, signifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la sous-commission paritaire précitée. Avant de résilier la convention collective de travail, la sous-commission paritaire doit décider de supprimer le régime de pension sectoriel. Cette décision ne sera valable que si elle est prise conformément aux dispositions de l’article 10, § 1er, 3°, L.P.C.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel
Annexe 1re à la convention collective de travail du 9 octobre 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, concernant la modification et la coordination du régime de pension sectoriel social
AANVULLEND PENSIOENPLAN ten gunste van de arbeiders van het Paritair Subcomité voor het koetswerk
PLAN DE PENSION COMPLEMENTAIRE en faveur des ouvriers de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie RE`GLEMENT DE PENSION SECTORIELLE
SECTORAAL PENSIOENREGLEMENT afgesloten in uitvoering van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 30 juillet 2008.
conclu en exécution de l’article 6 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007
HOOFDSTUK I. — Voorwerp Artikel 1. § 1. Dit sectoraal pensioenreglement wordt opgemaakt in uitvoering van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. § 2. Dit pensioenreglement beoogt het pensioenreglement dat als bijlage opgenomen was bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 aan te passen enerzijds aan de verhoging van de bijdragen waartoe besloten werd in uitvoering van hoofdstuk III, artikel 6, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007 betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 en aan de reglementaire evoluties die sindsdien plaatsgrepen anderzijds. § 3. Dit pensioenreglement bepaalt de rechten en de plichten van de inrichter, de pensioeninstelling, de werkgevers die behoren tot het ressort van het voormelde paritair subcomité, de aangeslotenen en hun rechtverkrijgenden. Tevens worden de aansluitingsvoorwaarden alsook de regels inzake de uitvoering van de pensioentoezegging vastgelegd.
CHAPITRE Ier. — Objet Article 1 . § 1 . Le présent règlement de pension sectoriel est établi en exécution de l’article 6 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. § 2. Ce règlement de pension vise d’une part à adapter le règlement de pension annexé à la convention collective de travail du 26 mai 2005 à l’augmentation des cotisations décidée en exécution du chapitre III, article 6, de la convention collective de travail du 24 mai 2007 relative à l’accord national 2007-2008 et aux évolutions réglementaires qui se sont produites depuis lors d’autre part.
HOOFDSTUK II. — Begripsomschrijvingen Art. 2. 1. Het aanvullend pensioen Het rust- en/of overlevingspensioen bij overlijden van de aangeslotene (vóór of na pensionering), of de ermee overeenstemmende kapitaalswaarde, die op basis van de in dit pensioenreglement bepaalde verplichte stortingen worden toegekend ter aanvulling van een krachtens een wettelijke sociale zekerheidsregeling vastgesteld pensioen. 2. De pensioentoezegging De toezegging van een aanvullend pensioen gedaan door de inrichter aan de aangeslotenen en/of hun rechtverkrijgende(n) in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. 3. Het pensioenstelsel Een collectieve pensioentoezegging. 4. W.A.P. De wet van 28 april 2003 (betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003). De begrippen die in het vervolg van dit reglement opgenomen zijn, moeten worden opgevat in hun betekenis zoals verduidelijkt in artikel 3 (definities) van de voormelde wet. De wet zal in het vervolg van dit pensioenreglement « W.A.P. » worden genoemd.
CHAPITRE II. — Définition des notions Art. 2. 1. La pension complémentaire La pension de retraite et/ou de survie en cas de décès de l’affilié (avant ou après la retraite), ou la valeur correspondante en capital, octroyées sur base des versements obligatoires prévus dans ce règlement de pension en complément d’une pension fixée en vertu d’un régime légal de sécurité sociale.
er
er
§ 3. Ce règlement de pension définit les droits et obligations de l’organisateur, de l’organisme de pension, des employeurs ressortissant à la sous-commission paritaire susmentionnée, des affiliés et de leurs ayants droit. Il fixe en outre les conditions d’affiliation ainsi que les règles d’exécution de l’engagement de pension.
2. L’engagement de pension L’engagement de l’organisateur de constituer une pension complémentaire pour les affiliés et/ou leur(s) ayant(s) droit en application de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. 3. Le régime de pension Un engagement de pension collectif. 4. L.P.C. La loi du 28 avril 2003 (relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale, telle que publiée au Moniteur belge du 15 mai 2003, erratum Moniteur belge du 26 mai 2003, et ses arrêtés royaux d’exécution). Les notions reprises dans la suite de ce règlement doivent être prises au sens précisé à l’article 3 (définitions) de la loi précitée. La loi sera dénommée « L.P.C. » dans la suite de ce règlement de pension.
49918
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
5. De inrichter Conform artikel 3, § 1, 5°, van de W.A.P. werd door de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor het koetswerk 149.02, het fonds voor bestaanszekerheid van het koetswerk aangeduid als inrichter van het sectoraal aanvullende pensioenstelsel en dit via de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002. 6. De werkgevers De werkgevers zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, die niet geopteerd hebben voor opting-out zoals bedoeld in artikel 6 ervan. 7. De arbeider De persoon die in uitvoering van een arbeidsovereenkomst tot het hoofdzakelijk verrichten van handenarbeid is tewerkgesteld door een werkgever als bedoeld in artikel 2.6. 8. De aangeslotene De werknemer die behoort tot de categorie van personeel waarvoor de inrichter onderhavig pensioenstelsel heeft ingevoerd en die aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoet en de gewezen werknemer die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig dit pensioenreglement. 9. De uittreding De beëindiging van een arbeidsovereenkomst (anders dan door overlijden of pensionering) voor zover de werknemer geen nieuwe arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever die eveneens behoort tot het ressort van het Paritair Subcomité voor het koetswerk (P.S.C. 149.02) die daarenboven niet geopteerd heeft voor opting-out. 10. De pensioeninstelling Sepia CVBA, erkend door de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen, onder nr. 1529, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Livingstonelaan 6. 11. De verworven prestaties Wanneer de aangeslotene in geval van uittreding ervoor kiest om zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten, dan is de verworven prestatie de prestatie waarop de aangeslotene aanspraak kan maken op zijn pensioenleeftijd. 12. De verworven reserves De reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig dit pensioenreglement. Deze reserves zijn het resultaat van de sommatie van 1) de persoonlijke rekening (nettobijdragen gestort door de inrichter), 2) de prestaties toegewezen in het kader van de solidariteitstoezegging en 3) in voorkomend geval, de deelname in de winst. De hierboven vermelde bedragen worden opgerend aan het gewaarborgd minimumrendement, zoals bepaald in de W.A.P. 13. De jaarbezoldiging Het jaarlijkse brutoloon waarop de inhoudingen voor de sociale zekerheid worden gedaan (dus verhoogd met 8 pct.).
5. L’organisateur Conformément à l’article 3, § 1er, 5°, de la L.P.C., le fonds de sécurité d’existence de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie a été désigné comme organisateur du régime de pension complémentaire sectoriel par les organisations représentatives représentées au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie 149.02 et ce, via la convention collective de travail du 5 juillet 2002. 6. Les employeurs Les employeurs visés à l’article 1er de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social, qui n’ont pas choisi un opting-out comme défini à l’article 6. 7. L’ouvrier La personne occupée par un employeur comme visé à l’article 2.6. en exécution d’un contrat de travail, à du travail principalement manuel. 8. L’affilié L’ouvrier qui appartient à la catégorie du personnel pour laquelle l’organisateur a instauré le présent régime de pension et qui remplit les conditions d’affiliation prévues dans le règlement de pension, ainsi que l’ancien ouvrier qui continue à bénéficier de droits actuels ou différés conformément à ce règlement de pension. 9. La sortie L’expiration d’un contrat de travail (autrement que par décès ou mise à la retraite) pour autant que l’ouvrier n’ait pas conclu un nouveau contrat de travail avec un employeur qui relève également du champ d’application de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie (S.C.P. 149.02), qui n’a pas au demeurant choisi l’opting-out. 10. L’organisme de pension Sepia SCRL, agréée par la Commission bancaire, financière et des Assurances, sous le n° 1529, ayant son siège social à 1000 Bruxelles, avenue Livingstone 6. 11. Les prestations acquises Lorsqu’en cas de sortie l’affilié a choisi de laisser ses réserves acquises à l’organisme de pension, la prestation acquise est la prestation à laquelle l’affilié peut prétendre à l’âge de sa pension. 12. Les réserves acquises Les réserves auxquelles l’affilié a droit, à un moment donné, conformément au présent règlement de pension. Ces réserves constituent le résultat de la somme 1) du compte personnel (cotisations nettes versées par l’organisateur), 2) des prestations accordées dans le cadre de l’engagement de solidarité et 3) le cas échéant, de la participation bénéficiaire. Les montants ci-dessus sont capitalisés au rendement minimum garanti, tel que défini dans la L.P.C. 13. La rémunération annuelle La rémunération annuelle brute sur laquelle sont prélevées les cotisations de sécurité sociale (donc majorée de 8 p.c.).
14. De pensioenleeftijd
14. L’âge de la pension
Met de ″pensioenleeftijd″ wordt de wettelijke pensioenleeftijd bedoeld.
Par ″âge de la pension″, il faut entendre : l’âge légal de la pension.
1) Deze pensioenleeftijd bedraagt in principe 65 jaar.
1) Cet âge de la pension est en principe 65 ans.
2) Voor specifieke beroepsgroepen (ex-mijnwerkers) zal de uitbetaling van het aanvullend pensioen kunnen gebeuren van zodra de aangeslotene de wettelijke pensionering kan aantonen en dit zonder enige beperking qua leeftijd. 15. De vervroegde pensioenleeftijd Leeftijd waarop iemand met brugpensioen gaat in overeenstemming met de wettelijke of conventionele bepalingen terzake of de leeftijd in geval van vervroegd pensioen (wettelijke pensionering vóór de leeftijd van 65 jaar). 16. De einddatum De einddatum wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de 65ste verjaardag van de aangeslotene. 17. De tarieven De door de pensioeninstelling gebruikte technische grondslagen neergelegd bij de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen.
2) Pour des groupes professionnels spécifiques (anciens mineurs), le paiement de la pension complémentaire pourra avoir lieu dès l’instant où l’affilié peut démontrer le départ à la retraite légale et ce, sans aucune restriction d’âge. 15. L’âge de la pension anticipée L’âge auquel quelqu’un part en prépension conformément aux dispositions légales ou conventionnelles ou l’âge en cas de retraite anticipée (retraite légale avant l’âge de 65 ans). 16. La date d’échéance La date d’échéance est fixée au premier jour du mois qui suit la date du 65e anniversaire de l’affilié. 17. Les tarifs Les références techniques utilisées par l’organisme de pension, déposées à la Commission bancaire, financière et des Assurances.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49919
18. Het verzekeringsjaar De vervaldag van dit pensioenreglement wordt vastgesteld op 1 januari. Een verzekeringsjaar valt dan ook steeds samen met de tijdsspanne gelegen tussen 1 januari en de daaropvolgende 31 december. 19. Het financieringsfonds Het collectieve tak 21-fonds dat bij de pensioeninstelling in het kader van onderhavig pensioenstelsel wordt gevormd. 20. Het kind Elk wettig geboren of verwekt kind van de aangeslotene alsook elk erkend natuurlijk kind of elk geadopteerd kind van de aangeslotene evenals elk kind van de echtgeno(o)t(e) of partner van de gehuwde, respectievelijk wettelijk samenwonende aangeslotene dat gedomicilieerd is op het adres van de aangeslotene. 21. Het premievrij contract Dit is de waarde van het verzekeringscontract waarvoor de aangeslotenen verzekerd blijven zonder enige verdere premiebetaling. 22. De onthaalstructuur § 1. Dit pensioenstelsel voorziet in een onthaalstructuur in de zin van de W.A.P. De verzekeringsovereenkomst onderschreven in het kader van deze onthaalstructuur gaat uit van een verzekeringscombinatie uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves met een gewaarborgde intrestvoet verhoogd met winstdeelname. In dit kader waarborgt de pensioeninstelling een intrestvoet gelijk aan het gewaarborgd minimumrendement zoals bepaald in de W.A.P. De door de pensioeninstelling in dit kader gebruikte tarieven zijn opgemaakt conform de technische basissen die door de pensioeninstelling krachtens het van kracht zijnde uitvoeringsbesluit Leven bij de C.B.F.A. werden neergelegd. § 2. In de onthaalstructuur kunnen volgende reserves worden ondergebracht : enerzijds verworven reserves (in voorkomend geval aangevuld tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van de minimumrendementsgarantie zoals voorzien in de W.A.P.) die toebehoren aan uittreders en anderzijds overgedragen reserves van nieuwe aangeslotenen. § 3. De volgende reserves kunnen hierin aldus gestort worden : 1) de reserves van de ″intreders″ die ervoor gekozen hebben om hun opgebouwde reserves in het pensioenplan van hun vorige werkgever of sectorale inrichter over te dragen naar het sectoraal pensioenstelsel voor het koetswerk; 2) de reserves van de uittreders gevormd door bijdragen gefinancierd door afhoudingen van het loon verworven bij hun nieuwe werkgever, uiteraard overeenkomstig de voorwaarden en de grenzen bepaald in de W.A.P. 23. Het afgezonderd fonds Dit zijn activa op de balans van de pensioeninstelling die van haar andere activa worden afgezonderd en aldus een afgescheiden fonds vormen. De winstdelingsresultaten in dit pensioenstelsel hangen af van de opbrengst van de contracten verbonden aan het afgezonderd fonds. 24. De wettelijk samenwonende De persoon die samen met zijn of haar samenwonende partner een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek. 25. De VZW Sefocam Het administratief en logistiek coördinatiecentrum van de sociale sectorale pensioenstelsels voor de arbeiders uit het garagebedrijf, het koetswerk, de metaalhandel en de terugwinning van metalen. De maatschappelijke zetel van de VZW Sefocam is gevestigd op het Woluwedal 46/7, te 1200 Brussel. De VZW Sefocam is telefonisch bereikbaar op het nummer 00.32.2.761.00.70. en per mail op het adres
[email protected]. De VZW Sefocam beschikt evenzeer over een website met name www.sefocam.be.
18. L’année d’assurance L’échéance annuelle du présent règlement de pension est fixée au 1er janvier. L’année d’assurance correspond donc toujours à la période se situant entre le 1er janvier et le 31 décembre qui suit.
HOOFDSTUK III. — Aansluiting Art. 3. § 1. Het pensioenreglement is verplicht van toepassing op alle arbeiders, die op of na 1 januari 2002 met de werkgevers, zoals bepaald in artikel 2.6., verbonden zijn of waren via een arbeidsovereenkomst, ongeacht de aard van deze arbeidsovereenkomst; met uitzondering van deze vermeld onder artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst ter wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel van 9 oktober 2007. § 2. Voormelde personen worden onmiddellijk aangesloten bij onderhavige solidariteitstoezegging, dit wil zeggen vanaf de datum dat zij voldoen aan de hiervoor vermelde aansluitingsvoorwaarden.
CHAPITRE III. — Affiliation Art. 3. § 1er. Le règlement de pension s’applique de manière contraignante à tous les ouvriers qui sont ou étaient liés aux employeurs visés à l’article 2.6., au ou après le 1er janvier 2002 par un contrat de travail, quelle que soit la nature de ce contrat de travail; à l’exception de ceux mentionnés à l’article 4, § 2, de la convention collective de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social du 9 octobre 2007. § 2. Les personnes susmentionnées sont affiliées immédiatement au présent engagement de solidarité, c’est-à-dire à partir de la date à laquelle ils remplissent les conditions d’affiliation susmentionnées.
19. Le fonds de financement Le fonds collectif branche 21 constitué auprès de l’organisme de pension dans le cadre du présent régime de pension. 20. L’enfant Tout enfant légitime de l’affilié, né ou conc¸ u; tout enfant naturel reconnu ou tout enfant adopté de l’affilié ainsi que tout enfant du/de la conjoint(e) ou partenaire du/de la marié(e), ou cohabitant(e) légal(e) domicilié à l’adresse de l’affilié. 21. Le contrat réduit La valeur du contrat d’assurances pour laquelle les affiliés restent assurés sans plus aucun autre paiement de prime. 22. La structure d’accueil § 1er. Le présent régime de pension prévoit une structure d’accueil dans le sens de la L.P.C. Le contrat d’assurance souscrit dans le cadre de la structure d’accueil part d’une combinaison d’assurance capital différé avec contre-assurance des réserves avec un taux d’intérêt garanti augmenté d’une participation bénéficiaire. Dans ce cadre l’organisme de pension garantit un taux d’intérêt égal au rendement minimum garanti comme fixé dans la L.P.C. Les tarifs utilisés par l’organisme de pension dans ce cadre, sont établis conformément aux références techniques déposées par l’organisme de pension à la C.B.F.A. en vertu de l’arrêté royal d’exécution Vie. § 2. Les réserves suivantes peuvent être placées dans la structure d’accueil : d’une part les réserves acquises (le cas échéant complétées jusqu’aux montants garantis en application du rendement minimum garanti comme prévu dans la L.P.C.) appartenant aux désaffiliés et les réserves transférées des nouveaux affiliés d’autre part. § 3. De cette manière, les réserves suivantes peuvent y être versées : 1) les réserves des ″entrants″ qui ont choisi de transférer les réserves constituées dans le plan de pension de leur ancien employeur ou organisateur sectoriel vers le régime de pension sectoriel de la carrosserie; 2) les réserves des sortants constituées par les cotisations financées par des retenues salariales obtenues chez le nouvel employeur, certes conformément aux conditions et limites fixées par la L.P.C. 23. Le fonds cantonné Ce sont les actifs au bilan de l’assureur qui sont séparés de ses autres actifs, formant ainsi un fonds cantonné. Les participations bénéficiaires dans ce régime de pension dépendent du bénéfice des contrats liés au fonds cantonné. 24. Le cohabitant légal La personne qui a fait avec son partenaire cohabitant une déclaration conformément à l’article 1476 du Code civil. 25. L’ASBL Sefocam Le centre de la coordination administrative et logistique des régimes de pension sectoriels des ouvriers des entreprises de garage, de la carrosserie, du commerce de métal et de la récupération de métaux. Le siège social de l’ASBL Sefocam est établi à 1200 Bruxelles, boulevard de la Woluwe 46/7. L’ASBL Sefocam peut être jointe par téléphone au numéro 00.32.2.761.00.70. et par e-mail à l’adresse
[email protected]. L’ASBL Sefocam dispose également d’un site internet : www.sefocam.be.
49920
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK IV. — Rechten en plichten van de inrichter
CHAPITRE IV. — Droits et obligations de l’organisateur
Art. 4. § 1. De inrichter gaat tegenover alle aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat voor de goede uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, vereist is.
Art. 4. § 1er. L’organisateur s’engage à l’égard de tous les affiliés à tout mettre en œuvre pour la bonne exécution de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
§ 2. De bijdrage die de inrichter verschuldigd is ter financiering van de pensioentoezegging wordt door de inrichter zonder verwijl aan de pensioeninstelling overgemaakt. Dit geschiedt minimaal 4 maal per kwartaal.
§ 2. La cotisation due par l’organisateur en vue du financement de l’engagement de pension est transférée sans tarder par l’organisateur à l’organisme de pension. Ce transfert a lieu au moins 4 fois par trimestre.
§ 3. De inrichter zal via het intermediair van de VZW Sefocam op regelmatige tijdstippen alle nodige gegevens overmaken aan de pensioeninstelling.
§ 3. Par le biais de l’ASBL Sefocam, l’organisateur fournira tous les renseignements nécessaires à intervalles réguliers à l’organisme de pension.
§ 4. De pensioeninstelling is slechts tot uitvoering van haar verplichtingen gehouden voor zover haar, tijdens de duur van dit pensioenreglement volgende gegevens meegedeeld werden :
§ 4. L’organisme de pension n’est tenu à l’exécution de ses obligations que dans la mesure où, pendant la durée du présent règlement de pension, toutes les données suivantes lui ont été fournies :
1) de naam, de voorna(a)m(en) en de geboortedatum van de aangeslotene alsook geslacht, taalstelsel, burgerlijke staat en identificatienummer in de sociale zekerheid;
1) les nom, prénom(s), date de naissance et sexe de l’affilié ainsi que son régime linguistique, son état civil et son numéro d’identification de la sécurité sociale;
2) het adres van de aangeslotene; 3) de benaming, de maatschappelijke zetel en het nummer van de werkgever, waarmee de aangeslotene via een arbeidsovereenkomst verbonden is, bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid/de Kruispuntbank van Ondernemingen;
2) l’adresse de l’affilié; 3) la dénomination, le siège social et le numéro de l’employeur, auquel l’affilié est lié par un contrat de travail, auprès de l’Office national de Sécurité sociale/la Banque-Carrefour des Entreprises;
4) aansluitingsdatum bij het sectoraal pensioenstelsel;
4) la date d’affiliation au régime de pension sectoriel;
5) het brutokwartaalloon van de aangeslotene;
5) la rémunération trimestrielle brute de l’affilié;
6) enige andere terzake doende gegevens zoals gevraagd door de pensioeninstelling.
6) toute autre information ad hoc, comme demandée ultérieurement par l’organisme de pension.
Naderhand: de wijzigingen welke, tijdens de duur van de aansluiting, in voormelde gegevens voorkomen.
Par la suite : les modifications survenant, pendant la durée de l’affiliation, dans les données sus-mentionnées.
§ 5. De inrichter wist ten voordele van de aangeslotenen een ″helpdesk″ te organiseren waarbij de coördinatie werd toevertrouwd aan de VZW Sefocam. Deze VZW zal een vraag enkel doorspelen aan de pensioeninstelling indien zij de bewuste vraag niet zelf beantwoorden kan. In uitzonderlijke gevallen, wanneer zulks het proces aanzienlijk kan versnellen en vergemakkelijken, heeft de helpdesk de mogelijkheid de aangeslotene rechtstreeks contact te laten opnemen met de pensioeninstelling.
§ 5. L’organisateur a mis sur pied, à l’usage des affiliés un ″helpdesk″ dont la coordination a été confiée à l’ASBL Sefocam. Cette ASBL ne transmettra des questions à l’organisme de pension que si elle ne peut y répondre elle-même. Exceptionnellement, lorsque cela peut accélérer et faciliter considérablement le processus, le helpdesk peut inviter l’affilié à prendre contact directement avec l’organisme de pension.
HOOFDSTUK V. — Rechten en plichten van de aangeslotenen
CHAPITRE V. — Droits et obligations des affiliés
Art. 5. § 1. De aangeslotene onderwerpt zich aan de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst ter invoering van het sectoraal pensioenstelsel afgesloten op 5 juli 2002, van - in voorkomend geval de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van dit pensioenreglement. Deze documenten maken één geheel uit.
Art. 5. § 1er. L’affilié se soumet aux dispositions de la convention collective de travail portant sur l’instauration du régime de pension sectoriel conclue le 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social et du présent règlement de pension. Ces documents forment un tout.
§ 2. De aangeslotene machtigt de inrichter de nodige verzekeringen op zijn leven af te sluiten.
§ 2. L’affilié autorise l’organisateur à souscrire sur sa vie les assurances qu’il jugerait nécessaires.
§ 3. De aangeslotene machtigt de inrichter om via de VZW Sefocam aan de pensioeninstelling alle inlichtingen en bewijsstukken over te maken die nodig zijn zodat de pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of tegenover de recht-verkrijgende(n) kan nakomen zonder uitstel.
§ 3. L’affilié autorise l’organisateur à transmettre à l’organisme de pension, par le canal de l’ASBL Sefocam, tous les renseignements et justificatifs nécessaires pour que l’organisme de pension puisse respecter sans délai ses obligations à l’égard de l’affilié ou de son (ses) ayant(s) droit.
§ 4. De aangeslotene maakt in voorkomend geval de ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken over via VZW Sefocam aan de pensioeninstelling zodat deze zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of tegenover zijn rechtverkrijgende(n) kan nakomen.
§ 4. L’affilié transmettra le cas échéant les informations et justificatifs manquants à l’organisme de pension par l’intermédiaire de l’ASBL Sefocam de sorte que l’organisme de pension puisse satisfaire à ses obligations à l’égard de l’affilié ou de son (ses) ayant(s) droit.
§ 5. Mocht de aangeslotene een hem door dit pensioenreglement of door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, opgelegde voorwaarde niet nakomen, en mocht daardoor voor hem enig verlies van recht ontstaan, dan zullen de inrichter en de pensioeninstelling in dezelfde mate ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene in verband met het bij dit pensioenreglement geregeld aanvullend pensioen.
§ 5. Si l’affilié venait à ne pas respecter une condition qui lui est imposée par le présent règlement de pension ou par la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social, et à perdre de ce fait la jouissance d’un quelconque droit, l’organisateur et l’organisme de pension seront dans la même mesure déchargés de leurs obligations à l’égard de l’affilié dans le cadre de la pension complémentaire réglé par le présent règlement de pension.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49921
HOOFDSTUK VI. — Gewaarborgde prestaties
CHAPITRE VI. — Prestations assurées
Art. 6. § 1. De pensioentoezegging heeft, ter aanvulling van een krachtens een wettelijke sociale zekerheidsregeling vastgesteld pensioen, tot doel :
Art. 6. § 1er. L’engagement de pension a pour objectif, en complément d’une pension fixée en vertu d’une réglementation légale en matière de sécurité sociale :
— een kapitaal (of een hiermee overeenstemmende rente) samen te stellen dat vanaf de pensioenleeftijd aan de ″aangeslotene″ wordt uitgekeerd indien hij in leven is;
— de constituer un capital (ou une rente correspondante), qui sera versé à l’″affilié″ à partir de l’âge de la pension s’il est en vie;
— een overlijdenskapitaal uit te keren aan de rechtverkrijgende(n) indien de ″aangeslotene″ overlijdt vóór of na de pensioenleeftijd, in dit laatste geval, zo het aanvullend pensioen nog niet werd opgevraagd door de aangeslotene zelf.
— de verser un capital décès à l’/aux ayant(s) droit, si l’″affilié″ décède avant ou après l’âge de la pension, dans ce dernier cas, si l’affilié n’avait pas encore réclamé sa pension complémentaire lui-même.
§ 2. De oprenting aan het wettelijk gegarandeerde minimumrendement geschiedt vanaf het ogenblik dat de bijdragen juridisch verschuldigd zijn.
§ 2. La capitalisation au rendement minimum légal garanti s’effectue dès le moment où les montants sont juridiquement dus.
§ 3. Deze oprenting loopt tot op de dag waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen gebeurt.
§ 3. Cette capitalisation s’effectue jusqu’au jour du paiement de la pension complémentaire.
§ 4. Bovenvermelde kapitalen worden verhoogd met een winstdeling zoals beschreven in het hierna weergegeven winstdelingsreglement. Deze winstdeling wordt gekoppeld aan de resultaten van het afgezonderd fonds bij de pensioeninstelling. De winstdeling wordt jaarlijks toegekend in de vorm van een kapitaalsverhoging en is aldus definitief verworven door de aangeslotenen. Het percentage van jaarlijkse onmiddellijke toekenning wordt bepaald door het toezichtcomité. Enige winstdeling die niet onmiddellijk wordt toegekend aan de contracten, zal worden aangewend ter financiering van een collectief sectoraal winstdelingsfonds.
§ 4. Les capitaux susmentionnés sont majorés d’une participation aux bénéfices comme décrit dans le règlement des participations bénéficiaires figurant ci-après. Cette participation bénéficiaire est liée aux résultats du fonds cantonné auprès de l’organisme de pension. La participation bénéficiaire est allouée annuellement sous forme d’une augmentation de capital et est définitivement acquise aux affiliés. Le pourcentage d’attribution directe annuel est fixé par le comité de surveillance. Toute participation bénéficiaire non attribuée directement aux contrats, sera affectée au financement d’un fonds sectoriel collectif de participation bénéficiaire.
Het winstdelingsreglement van het afgezonderd fonds ″Sefocam Pensioen″ :
Règlement de participation bénéficiaire du fonds cantonné ″Sefocam - Pension″:
De bijdragen worden geïnvesteerd in een afgezonderd fonds ″Sefocam - Pensioen″, dat hoofdzakelijk is samengesteld uit financiële activa die afkomstig zijn van de euro-zone. Ieder jaar kan de pensioeninstelling aan de contracten een winstdeelneming toekennen die bepaald wordt in functie van de resultaten van dit afgezonderd fonds. Deze winstdeelneming wordt pas toegekend op voorwaarde dat de verrichtingen van het fonds rendabel zijn. De winstdeelneming is gelijk aan een bijkomend rendementspercentage dat toegekend wordt aan de contracten die op 31 december van het afgelopen boekjaar van kracht zijn. Het bijkomend rendementspercentage is gelijk aan het positieve verschil tussen het nettorendementspercentage van het afgezonderd fonds en de gewaarborgde rentevoet zoals bepaald in artikel 24, § 2, eerste lid, van de W.A.P.
Les cotisations sont investies dans un fonds cantonné dénommé ″Sefocam - Pension″, composé principalement d’actifs financiers provenant de la zone euro. Chaque année, l’organisme de pension peut attribuer aux contrats une participation bénéficiaire déterminée en fonction des résultats du fonds cantonné. L’octroi de cette participation bénéficiaire est subordonné à la condition que les opérations du fonds soient rentables. La participation bénéficiaire correspond à un taux de rendement complémentaire octroyé aux contrats en vigueur au 31 décembre de l’exercice écoulé. Le taux de rendement complémentaire est égal à la différence positive entre le taux de rendement net du fonds cantonné et le taux d’intérêt garanti comme déterminé à l’article 24, § 2, premier alinéa, de la L.P.C.
Het netto rendementspercentage van het fonds is het in procent uitgedrukte resultaat ten opzichte van de gemiddelde waarde van het fonds in de loop van het afgelopen boekjaar, van 100 procent van de financiële winsten die door het fonds gerealiseerd worden, vrij van financiële lasten, fiscale en parafiscale inhoudingen. De financiële winsten worden bepaald overeenkomstig de evaluatie - en waarderingsregels van de pensioeninstelling. Ten einde de financiële prestaties gerealiseerd door het afgezonderd fonds te stabiliseren, kan een quotiteit van de uitzonderlijke opbrengsten (zie hierna) elk jaar een reserve stijven waarop door de inrichter aanspraak kan gemaakt worden het jaar nadien. Een gedeelte van de uitzonderlijke opbrengsten kan dus van jaar tot jaar overgedragen worden. De uitzonderlijke opbrengsten zijn samengesteld uit de meer- en minwaarden van obligaties en aandelen, de eventuele monetaire aanpassingen op rentedragende activa, alsook de waardeverminderingen of terugnames van waardeverminderingen. De investeringspolitiek van het afgezonderd fonds heeft tot doel de veiligheid, het rendement en de liquiditeit van de beleggingen te waarborgen.
Le taux de rendement net du fonds est le résultat, exprimé en pourcentage de la valeur moyenne du fonds au cours de l’exercice écoulé, de 100 pour cent des bénéfices financiers réalisés par le fonds, nets de charges financières et de prélèvements fiscaux et parafiscaux. Les bénéfices financiers sont déterminés conformément aux règles d’évaluation et de valorisation de l’organisme de pension. Afin de lisser les performances financières réalisées par le fonds cantonné, une quotité des revenus exceptionnels (voir plus loin) pourra alimenter chaque année une réserve à laquelle l’organisateur peut prétendre l’année suivante. Une part des revenus exceptionnels pourra donc être reportée d’année en année. Les revenus exceptionnels sont constitués des plus-values et des moins-values réalisées sur obligations et actions, des éventuels ajustements monétaires sur actifs productifs d’intérêts, ainsi que des réductions de valeur ou reprises de réductions de valeur. La politique d’investissement du fonds cantonné a pour objectif de garantir la sécurité, le rendement et la liquidité des investissements.
Hierbij wordt rekening gehouden met een oordeelkundige diversificatie en spreiding van de beleggingen. De beleggingsportefeuille is voor minimaal 75 procent belegd in obligaties waarvan de emittenten van uitstekende kwaliteit zijn. Het gaat hoofdzakelijk om Staatsobligaties van de euro-zone. Het fonds investeert ook een minderheidsaandeel ten belope van maximaal 25 procent van de waarde van het fonds in aandelen van de euro-zone en van diverse sectoren van de economie om op gemiddelde termijn een financiële winst te realiseren die hoger ligt dan deze die enkel zou gebaseerd zijn op investeringen met vaste opbrengst. Het fonds beschikt tevens over een veranderlijk bedrag aan liquiditeiten voor maximum 20 procent van de waarde van het fonds.
Pour atteindre cet objectif il est tenu compte d’une diversification et d’un étalement judicieux des placements. Le portefeuille est investi pour minimum 75 pour cent en obligations dont les émetteurs sont d’une qualité excellente. Il s’agit principalement d’obligations d’état de la zone euro. Une partie minoritaire de maximum 25 pour cent est également investie en actions de la zone euro et de divers secteurs de l’économie afin de réaliser, à moyen terme, un gain financier plus élevé que le résultat qui pourrait être obtenu sur base d’investissements exclusivement à rendement fixe. Le fonds dispose également d’un montant variable de liquidités d’un maximum de 20 pour cent de sa valeur.
49922
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
HOOFDSTUK VII. — Uitbetaling van de aanvullende pensioenen
CHAPITRE VII. — Paiement des pensions complémentaires
Art. 7. Al de in dit hoofdstuk vermelde formulieren kunnen bekomen worden via de helpdesk van de VZW Sefocam, Woluwedal 46/7, te 1200 Brussel, telefoonnummer 02-761 00 70 of kunnen worden gedownload via de website www.sefocam.be.
Art. 7. Tous les formulaires mentionnés dans ce chapitre peuvent être obtenus auprès du helpdesk de l’ASBL Sefocam, boulevard de la Woluwe 46/7, à 1200 Bruxelles, numéro de téléphone 02-761 00 70 ou peuvent être téléchargés via le site internet : www.sefocam.be.
Afdeling 1. — Uitbetaling bij wettelijk (of vervroegd) pensioen
Section 1re. — Paiement en cas de retraite légale (ou anticipée)
Art. 8. § 1. Elke aangeslotene kan zijn aanvullend pensioen opvragen vanaf dat hij het statuut van gepensioneerde geniet.
Art. 8. § 1er. Chaque affilié peut demander sa pension complémentaire dès qu’il bénéfice du statut de pensionné.
§ 2. Het recht tot opvragen van het aanvullend pensioen vervalt, conform de wet op de landsverzekeringsovereenkomsten, na 30 jaar in geval van leven. Bij ontstentenis van enige aanvraag binnen de voormelde termijn wordt het voordeel overgemaakt aan het financieringsfonds.
§ 2. Conformément à la loi sur le contrat d’assurance terrestre, le droit de demander la pension complémentaire s’éteint après 30 ans en cas de vie. Faute de demande de pension dans le délai précité, l’avantage est transféré au fonds de financement.
§ 3. Twee maanden vóór het bereiken van de pensioenleeftijd ontvangt de aangeslotene via het intermediair van de VZW Sefocam, een schrijven van de irichter waarin deze wordt herinnerd aan het bedrag van zijn thans verworven reserves binnen het sociaal sectoraal pensioenstelsel en de te vervullen formaliteiten teneinde de uitbetaling van het aanvullend pensioen te concretiseren.
§ 3. Deux mois avant d’atteindre l’âge légal de la pension, l’affilié recevra, par l’intermédiaire de l’ASBL Sefocam, un courrier de l’organisateur lui rappelant le montant de ses réserves acquises à ce moment-là dans le régime de pension sectoriel social et les formalités à remplir afin de concrétiser le paiement de la pension complémentaire.
§ 4. Om een aanvullend pensioen te kunnen ontvangen dient de aangeslotene het aanmeldingsformulier ″S1″ volledig en correct ingevuld en voorzien van de hierna vermelde bijlagen over te maken aan de VZW Sefocam :
§ 4. Pour recevoir une pension complémentaire, l’affilié doit envoyer à l’ASBL Sefocam le formulaire de déclaration ″S1″ dûment et correctement complété et accompagné des annexes mentionnées ci-après :
— een kopie van de kennisgeving van de beslissing inzake het toekennen van de pensioendatum (uitgereikt door de Rijksdienst voor Pensioenen);
— une copie de la notification de la décision concernant l’attribution de la date de pension (remise par l’Office national des pensions);
— een kopie recto/verso van de identiteitskaart van de aangeslotene;
— une copie recto/verso de la carte d’identité de l’affilié;
— een attest welke de activiteit weergeeft die de aangeslotene kende tijdens een referteperiode van 3 jaar voorafgaand aan de wettelijke pensioenleeftijd :
— une attestation indiquant l’activité de l’affilié jusqu’à l’âge de la pension légale au cours d’une période de référence de trois ans :
• ofwel een tewerkstellingsattest al dan niet met vermelding van verminderde prestaties ingevolge de opname van tijdskrediet;
• soit une attestation d’emploi indiquant le cas échéant des prestations réduites suite à l’exercice du crédit-temps;
• ofwel een werkloosheidsattest met vermelding dat het gaat om een onvrijwillige werkloze die geen werk en/of opleiding wist te weigeren en dat de werkloosheid niet valt binnen de brugpensioenregeling;
• soit une attestation de chômage indiquant qu’il s’agit d’un chômeur involontaire qui n’a pas refusé de formation et/ou d’emploi proposé et que ce chômage ne ressort pas à la réglementation de la prépension;
• ofwel een invaliditeitsattestering.
• soit une attestation d’invalidité.
§ 5. Mocht de aangeslotene in aanvulling op zijn pensioen nog prestaties leveren bij een werkgever zoals vermeld onder artikel 2.6 en geschiedt er op dat ogenblik nog een verdere premiebetaling voor het aanvullend pensioen, dan kan deze aangeslotene pas zijn aanvullend pensioen opvragen vanaf het ogenblik van stopzetting van de werkzaamheden bij die werkgever.
§ 5. Au cas où l’affilié effectuerait encore, en complément de sa pension, des prestations chez un employeur comme décrit à l’article 2.6. et si le paiement de prime pour la pension complémentaire se poursuit encore à ce moment-là, l’affilié ne pourra demander sa pension complémentaire qu’au moment où il cesse ses activités chez cet employeur.
§ 6. Het voordeel bij leven dat wordt uitgekeerd vóór het bereiken van de einddatum is gelijk aan de theoretische afkoopwaarde van het contract, dit is de reserve die bij de pensioeninstelling gevormd werd door de kapitalisatie van de in het voordeel van de aangeslotene gestorte bijdragen en toegekende winstdeling, rekening houdend met de verbruikte sommen.
§ 6. L’avantage en cas de vie payé avant la date d’échéance correspond à la valeur de rachat théorique du contrat, à savoir la réserve constituée auprès de l’organisme de pension par la capitalisation des cotisations versées en faveur de l’affilié et des participations bénéficiaires qui lui sont attribuées, en tenant compte des sommes consommées.
Afdeling 2. — Uitbetaling bij brugpensioen
Section 2. — Paiement en cas de prépension
Art. 9. § 1. Indien de aangeslotene op brugpensioen wordt gesteld, in overeenstemming met de afspraken hieromtrent gemaakt in het voormelde Paritair Subcomité, kan hij zijn aanvullend pensioen opvragen, conform de wetgeving terzake.
Art. 9. § 1er. Si un affilié est mis à la prépension, conformément aux accords à ce sujet conclus au sein de la sous-commission paritaire susmentionnée, il peut demander sa pension complémentaire, conformément à la législation en la matière.
— In toepassing van artikel 61, § 1, van de W.A.P. kan een aangeslotene tot 31 december 2009 zijn aanvullend pensioen opvragen op het moment van zijn brugpensionering, ook onder de leeftijd van 60 jaar.
— En application de l’article 61, § 1er, de la L.P.C., un affilié peut, jusqu’au 31 décembre 2009, demander sa pension complémentaire au moment de sa mise à la prépension, même s’il n’a pas atteint l’âge de 60 ans.
— Vanaf 1 januari 2010 kan de aangeslotene zijn aanvullend pensioen, ook in geval van brugpensionering (op vroegere leeftijd), slechts opvragen vanaf de leeftijd van 60 jaar.
— A partir du 1er janvier 2010, l’affilié ne peut demander sa pension complémentaire, même en cas de prépension (à un âge antérieur), qu’à partir de l’âge de 60 ans.
§ 2. Het recht tot opvragen van het aanvullend pensioen vervalt, conform de wet op de landsverzekeringsovereenkomsten, na 30 jaar in geval van leven. Bij ontstentenis van enige aanvraag binnen de voormelde termijn wordt het voordeel overgemaakt aan het financieringsfonds.
§ 2. Conformément à la loi sur le contrat d’assurance terrestre, le droit de demander la pension complémentaire s’éteint après 30 ans en cas de vie. Faute de demande de pension dans le délai précité, l’avantage est transféré au fonds de financement.
§ 3. De inrichter informeert maandelijks de VZW Sefocam over de nieuwe brugpensioendossiers in haar sector. De VZW Sefocam schrijft desgevallend de betrokken aangeslotenen aan met vermelding van de mogelijkheid tot opvraging van het aanvullend pensioen in het kader van zijn brugpensionering.
§ 3. Mensuellement, l’organisateur informe l’ASBL Sefocam de l’existence des nouveaux dossiers prépension dans son secteur. L’ASBL Sefocam rédige, le cas échéant, un courrier aux affiliés concernés mentionnant la possibilité de réclamer la pension complémentaire dans le cadre de sa prépension.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49923
§ 4. Om een aanvullend pensioen te kunnen ontvangen dient de aangeslotene het aanmeldingsformulier ″S2″ volledig en correct ingevuld en voorzien van de hierna vermelde bijlagen over te maken aan de VZW Sefocam : — een kopie van de C4-Voltijds Brugpensioen of de C4ASR - Voltijds Brugpensioen (uitgereikt door de werkgever); — een kopie recto/verso van de identiteitskaart van de aangeslotene. § 5. Het voordeel bij leven dat wordt uitgekeerd vóór het bereiken van de einddatum is gelijk aan de theoretische afkoopwaarde van het contract, dit is de reserve die bij de pensioeninstelling gevormd werd door de kapitalisatie van de in het voordeel van de aangeslotene gestorte bijdragen en toegekende winstdeling, rekening houdend met de verbruikte sommen.
§ 4. Pour recevoir une pension complémentaire, un affilié doit envoyer à l’ASBL Sefocam le formulaire de déclaration ″S2″ dûment et correctement complété et accompagné des annexes mentionnées ci-après :
Afdeling 3. — Uitbetaling bij overlijden Art. 10 § 1. Indien de aangeslotene overlijdt en mocht hij zijn aanvullend pensioen nog niet of onvolledig hebben uitgekeerd gekregen, wordt het aanvullend pensioen uitgekeerd aan zijn rechtverkrijgende(n), volgens onderstaande volgorde : 1) ten bate van zijn of haar echtgeno(o)t(e) op voorwaarde dat de betrokkenen : — niet uit de echt gescheiden zijn (alsook niet in aanleg tot echtscheiding); — niet gerechtelijk gescheiden van tafel en bed (alsook niet in aanleg tot gerechtelijke scheiding van tafel en bed); 2) bij ontstentenis, ten bate van de wettelijk samenwonende partner (in de zin van artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek); 3) bij ontstentenis, ten bate van (een) andere natuurlijke perso(o)n(en) die door de aangeslotene door middel van een aangetekend schrijven kenbaar werd gemaakt aan de pensioeninstelling. Het bewuste aangetekend schrijven dient zowel voor de pensioeninstelling als voor de aangeslotene als bewijs van de aanduiding. De aangeslotene kan ten alle tijden deze aanduiding herroepen door middel van een nieuw aangetekend schrijven. Indien de aangeslotene na deze aanduiding zou huwen of hij samen met zijn /haar partner een wettelijk samenlevingscontract zou onderschrijven, en er dus een persoon is zoals beschreven in punt 1) hiervoor, wordt deze aanduiding geacht definitief herroepen te zijn; 4) bij ontstentenis, ten bate van zijn kinderen of van hun rechtverkrijgenden, bij plaatsvervulling; 5) bij ontstentenis, ten bate van zijn ascendenten, voor gelijke delen; 6) bij ontstentenis, ten bate van zijn broers en zusters; 7) bij ontstentenis aan de andere wettelijke erfgena(a)m(en) met uitzondering van de Staat; 8) bij ontstentenis van de hiervoor vermelde begunstigden wordt het voordeel aan het financieringsfonds gestort. § 2. Het recht tot opvragen van het aanvullend pensioen vervalt, conform de wet op de landsverzekeringsovereenkomsten, na 3 jaar in geval van overlijden (dus datum overlijden + 3 jaar). Deze termijn kan verlengd worden tot maximum 5 jaar conform de bepalingen van artikel 34, § 1, van diezelfde wet. Bij ontstentenis van enige aanvraag binnen de voormelde termijn(en) wordt het voordeel overgemaakt aan het financieringsfonds. § 3. De inrichter zal, nadat hij op de hoogte is van een overlijdensdatum, via het intermediair van de VZW Sefocam een schrijven richten op het domicilie van de overleden aangeslotene waarbij hij de rechtverkrijgende(n) oproept tot het vervullen van de nodige formaliteiten met het oog op de uitbetaling van het aanvullend pensioen. § 4. Om een aanvullend pensioen te kunnen ontvangen dient/dienen de rechtverkrijgende(n) het aanmeldingsformulier ″S3″ volledig en correct ingevuld en voorzien van de hierna vermelde bijlagen over te maken aan de VZW Sefocam : 1. De rechtverkrijgende is de weduwe(naar) van de aangeslotene — een kopie van de overlijdensakte van de aangeslotene; — een kopie recto/verso van de identiteitskaart van de rechtverkrijgende. 2. De rechtverkrijgende is niet de weduwe(naar) van de aangeslotene — een kopie van de overlijdensakte van de aangeslotene; — een kopie recto/verso van de identiteitskaart van de rechtverkrijgende; — een kopie van de akte van bekendheid of van de erfrechtverklaring of van de akte van erfopvolging; — het bewijs van geblokkeerde bankrekening (enkel in het geval dat de rechtverkrijgende minderjarig is).
Section 3. — Paiement en cas de décès Art. 10. § 1er. Si l’affilié décède et qu’il n’a pas encore rec¸ u sa pension complémentaire ou une partie de celle-ci, la pension complémentaire sera attribuée à son (ses) ayant(s) droit suivant l’ordre défini ci-dessous : 1) au profit de son conjoint à condition que les intéressés :
— une copie du C4-Prépension temps plein ou du C4DRS Prépension temps plein (remis par l’employeur); — une copie recto/verso de la carte d’identité de l’affilié. § 5. L’avantage en cas de vie payé avant la date d’échéance correspond à la valeur de rachat théorique du contrat, à savoir la réserve constituée auprès de l’organisme de pension par la capitalisation des cotisations versées en faveur de l’affilié et des participations bénéficiaires qui lui sont attribuées, en tenant compte des sommes consommées.
— ne soient pas divorcés (ou en instance de divorce); — ne soient pas judiciairement séparés de corps (ou en instance judiciaire de séparation de corps); 2) à défaut, au profit de son partenaire cohabitant légal (au sens des articles 1475 à 1479 du Code civil); 3) à défaut, au profit d’une autre personne physique que l’affilié a désignée à l’organisme de pension au moyen d’une lettre recommandée. Aussi bien pour l’organisme de pension que pour l’affilié, la lettre recommandée en question vaut preuve de la désignation. L’affilié peut en tout temps révoquer cette désignation au moyen d’une nouvelle lettre recommandée. Si l’affilié devait se marier ou s’il souscrivait un contrat de cohabitation légale avec son/sa partenaire après cette désignation et qu’il y ait donc une personne comme décrit au point 1) ci-dessus, cette désignation est considérée comme définitivement révoquée; 4) à défaut, au profit de son/ses enfants ou de leurs ayants droit, par subrogation; 5) à défaut, au profit de ses ascendants, en parts égales; 6) à défaut, au profit de ses frères et sœurs; 7) à défaut, au profit des autres héritiers légaux, à l’exception de l’Etat; 8) à défaut des bénéficiaires susmentionnés, l’avantage est versé au fonds de financement. § 2. Conformément à la loi sur le contrat d’assurance terrestre, le droit de demander la pension complémentaire s’éteint après 3 ans en cas de décès (donc date du décès + 3 ans). Conformément aux dispositions de l’article 34, § 1er, de cette même loi, ce délai peut être prolongé jusqu’à 5 ans au maximum. Faute de demande de pension dans le délai précité, l’avantage est transféré au fonds de financement. § 3. Après avoir été informé de la date de décès, l’organisateur adressera un courrier par l’intermédiaire de l’ASBL Sefocam au domicile de l’affilié décédé appelant l’/les ayant(s) droit à remplir les formalités nécessaires en vue du paiement de la pension complémentaire. § 4. Pour recevoir une pension complémentaire, l’/les ayant(s) droit doi(ven)t envoyer à l’ASBL Sefocam le formulaire de déclaration ″S3″ dûment et correctement complété et accompagné des annexes mentionnées ci-après : 1. L’ayant droit est la veuve ou le veuf de l’affilié — une copie de l’acte de décès de l’affilié; — une copie recto/verso de la carte d’identité de l’ayant droit. 2. L’ayant droit n’est pas la veuve ou le veuf de l’affilié — une copie de l’acte de décès de l’affilié; — une copie recto/verso de la carte d’identité de l’ayant droit; — une copie de l’acte de notoriété ou de la déclaration de dévolution héréditaire ou de l’acte de succession; — une attestation de compte bancaire bloqué (seulement si l’ayant droit est mineur).
49924
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
§ 5. Elke rechtverkrijgende dient een aanmeldingsformulier ″S3″ over te maken aan de VZW Sefocam. HOOFDSTUK VIII. — Modaliteiten van de uitbetaling
§ 5. Chaque ayant droit est tenu de transmettre à l’ASBL Sefocam le formulaire de déclaration ″S3″. CHAPITRE VIII. — Modalités de paiement er
Art. 11. § 1. Opdat de pensioeninstelling tot de effectieve betaling van het aanvullend pensioen kan overgaan, dient ze te beschikken over de loongegevens van de ganse aansluitingsduur bij het sectoraal pensioenstelsel.
Art. 11. § 1 . Afin que l’organisme de pension puisse effectivement procéder au paiement de la pension complémentaire, il doit disposer des données salariales concernant toute la durée d’affiliation au régime de pension sectoriel.
§ 2. De aangeslotene, respectievelijk de rechtverkrijgende, zal een voorschot ontvangen binnen de 5 werkdagen nadat de pensioeninstelling de nodige stukken en de keuzemodaliteit van opname, zoals bepaald in respectievelijk artikel 8 of 9 of 10 en artikelen 12 en 13, heeft ontvangen en dit op basis van de beschikbare loongegevens op het ogenblik van de aanvraag.
§ 2. L’affilié ou l’ayant droit recevra un acompte dans les 5 jours ouvrables après que l’organisme de pension ait rec¸ u les documents nécessaires et les modalités de choix, comme décrit respectivement à l’article 8 ou 9 ou 10 et l’article 12 et 13 et ce, sur base des données salariales disponibles au moment de la demande.
§ 3. Het eventueel resterende saldo van het aanvullend pensioen zal uitbetaald worden in de maand september van het jaar volgend op de datum waarop de aanmelding wist te geschieden.
§ 3. Le solde éventuel de la pension complémentaire sera payé dans le mois de septembre de l’année qui suit à la date à laquelle la demande a été effectuée.
HOOFDSTUK IX. — Uitbetalingsvorm
CHAPITRE IX. — Forme de paiement
Art. 12. De aangeslotene of in voorkomende geval diens rechtverkrijgende(n) kan/kunnen kiezen voor :
Art. 12. L’affilié ou le cas échéant son/ses ayant(s) droit peu(ven)t choisir entre :
1) hetzij een éénmalige uitbetaling in kapitaal,
1) soit un paiement unique en capital,
2) hetzij een omzetting in een jaarlijks levenslange rente.
2) soit une conversion en rente viagère annuelle.
Art. 13. § 1. Een omvorming is echter niet mogelijk wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang ervan niet meer bedraagt dan 500 EUR bruto. Dit bedrag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, bijdragen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Art. 13. § 1er. Une conversion n’est toutefois pas possible lorsque le montant annuel de la rente de départ ne dépasse pas 500 EUR bruts. Ce montant est indexé suivant les dispositions de la loi du 2 août 1971, instaurant un régime de liaison à l’indice des prix à la consommation, des traitements, salaires, pensions, cotisations et subventions à charge du trésor public, de certaines prestations sociales, des limites de rémunération à prendre en considération pour le calcul de certaines cotisations de sécurité sociale des ouvriers, ainsi que des obligations imposées en matière sociale aux indépendants.
§ 2. De pensioeninstelling brengt de aangeslotene of, in voorkomend geval, diens recht-verkrijgende(n) van dit recht op de hoogte twee maanden vóór de pensionering of binnen de twee weken nadat hij van de vervroegde of de brugpensionering of van het overlijden kennis wist te nemen.
§ 2. L’organisme de pension informe l’affilié ou, le cas échéant, son/ses ayant(s) droit, de ce droit deux mois avant la mise à la retraite ou dans les deux semaines après qu’il ait été mis au courant de la prépension, de la pension anticipée ou du décès.
§ 3. Indien binnen de maand te rekenen vanaf de hiervoor vermelde kennisgeving, geen aanvraag in deze zin door de aangeslotene aan de pensioeninstelling wordt betekend, wordt verondersteld dat hij geopteerd heeft voor de éénmalige kapitaalsuitkering. De rechtverkrijgende(n) van het voordeel bij overlijden zullen, in voorkomend geval, hun keuze voor een rente-uitkering kenbaar maken op de aanvraag tot uitbetaling van het voordeel, zoniet wordt (worden) hij/zij geacht te hebben geopteerd voor de éénmalige kapitaaluitkering.
§ 3. Si l’affilié n’a pas notifié de demande en ce sens à l’organisme de pension dans le mois à partir de la notification susmentionnée, il est censé avoir opté pour le paiement du capital unique. L’(les) ayant(s) droit de l’avantage en cas de décès indiquera(ont), le cas échéant, son(leur) choix pour un paiement en rente sur la demande de paiement de l’avantage, à défaut de quoi il(s) sera(seront) censé(s) avoir opté pour le paiement du capital unique.
HOOFDSTUK X. — Verzekeringscombinatie
CHAPITRE X. — Combinaison d’assurance
Art. 14. De dekking van de twee risico’s, zoals vermeld in artikel 6 hiervoor, wordt tot stand gebracht door het afsluiten van een levensverzekering van het type uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserve, welke een kapitaal leven waarborgt dat op de einddatum vervalt enerzijds en een overlijdenskapitaal waarborgt dat bij overlijden van de aangeslotene onmiddellijk betaalbaar is, anderzijds. Het kapitaal overlijden dat door die verzekering gewaarborgd wordt, is gelijk aan de reserve opgebouwd op het ogenblik van overlijden verhoogd met de rendementsgarantie en in voorkomend geval de winstdeelname en dit tot op datum van de uitbetaling.
Art. 14. La couverture des deux risques, comme stipulé à l’article 6 ci-avant, est réalisée par la conclusion d’une assurance vie du type capital différé avec contre-assurance de la réserve, garantissant un capital vie qui échoit à la date d’échéance, d’une part, et un capital décès qui est payable immédiatement au décès de l’affilié, d’autre part. Le capital décès couvert par cette assurance correspond à la réserve constituée au moment du décès augmentée par le rendement garanti et le cas échéant la participation bénéficiaire et ce, jusqu’à la date du paiement.
HOOFDSTUK XI. — Bijdragen
CHAPITRE XI. — Cotisations
Art. 15. § 1. Alle vereiste uitgaven tot het waarborgen van de voordelen vermeld in artikel 6 hiervoor vallen geheel ten laste van de inrichter. Deze bijdrage bedraagt per actieve aangeslotene 1,53 procent van diens jaarbezoldiging.
Art. 15. § 1er. Tous les frais nécessaires à la garantie des avantages décrits à l’article 6 ci-avant sont entièrement à charge de l’organisateur. Cette cotisation s’élève par affilié actif à 1,53 pour cent de la rémunération annuelle de celui-ci.
§ 2. Deze bijdrage wordt bepaald door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
§ 2. Cette cotisation est fixée en vertu de l’article 5 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
§ 3. De inrichter zal de globale bijdrage maandelijks aan de pensioeninstelling storten.
§ 3. L’organisateur versera la cotisation globale mensuellement à l’organisme de pension.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49925
HOOFDSTUK XII. — Verworven reserves en verworven prestaties Art. 16. § 1. Overeenkomstig artikel 17 van de W.A.P., moet een aangeslotene minstens gedurende een al dan niet onderbroken periode van één jaar aangesloten geweest zijn bij onderhavig pensioenstelsel, alvorens hij aanspraak kan maken op verworven reserves en verworven prestaties. § 2. Is deze minimumaansluitingstermijn niet voldaan ten tijde van de uittreding van de aangeslotene, dan worden, in voorkomend geval de maanden aansluiting bij onderstaande sociale sectorale pensioenstelsels meegeteld teneinde uit te maken of er al dan niet sprake is van een minimum aansluitingstermijn van 12 maanden. Aansluitingen bij : — het sociaal sectoraal pensioenstelsel van het Paritair Comité voor het garagebedrijf (P.C. 112); — het sociaal sectoraal pensioenstelsel van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel (P.S.C. 149.04); — het sociaal sectoraal pensioenstelsel van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen (P.S.C. 142.01). § 3. Dit heeft tot gevolg voor wat betreft de verworvenheid van de reserves : — In het geval er sprake is van een totale aansluitingstermijn van minimaal 12 maanden, al dan niet onderbroken, dan worden de latente rechten die de betrokkene bezit - dit wil zeggen de rechten en de reserves die overeenstemmen met een aansluitingstermijn van minder dan 12 maanden - in het kader van de respectievelijke sectorale pensioenstelsels toch verworven voor de aangeslotene. Dit heeft eveneens tot gevolg dat ingeval van herintreding van de aangeslotene in één van de 4 sectorale pensioenstelsels, hij op dat ogenblik reeds beschikt over verworven rechten waardoor er niet wederom aan een minimumaansluitingstermijn van 12 maanden dient te worden voldaan. — In het geval er geen sprake is van een totale aansluitingstermijn van minimaal 12 maanden, al dan niet onderbroken, dan zal de tot op dit moment gevormde reserve in het financieringsfonds gestort worden. Indien de aangeslotene echter naderhand wederom zou toetreden tot onderhavig pensioenstelsel, dan zal de ten tijde van de uittreding in hoofde van de aangeslotene gevormde reserve uit het financieringsfonds worden gehaald om opnieuw te worden toegewezen aan de bewuste aangeslotene. Indien de aangeslotene opnieuw zou uittreden, dan zal deze procedure worden herhaald indien de totale aansluitingstermijn van de betrokkene de 12 maanden nog steeds niet overschrijdt. De aangeslotene behoudt in voorkomend geval zijn latente rechten in het kader van de 4 sectorale pensioenstelsels. § 4. Indien de aangeslotene ten tijde van diens uittreding beschikt over verworven reserves in het kader van onderhavig sectoraal pensioenstelsel, is de inrichter er op dit tijdstip tegenhouden om enige tekorten aan te zuiveren. De tekorten ten opzichte van de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24, § 2, van de W.A.P., worden ten laste genomen door de pensioeninstelling.
CHAPITRE XII. — Réserves acquises et prestations acquises Art. 16. § 1er. Conformément à l’article 17 de la L.P.C., un affilié doit avoir été affilié pendant au moins une période interrompue ou non d’un an, au présent régime de pension, avant de pouvoir prétendre aux réserves et prestations acquises.
HOOFDSTUK XIII. — Procedure ingeval van uittreding Art. 17. § 1. Ingeval van uittreding van een aangeslotene, stelt de inrichter, via het intermediair van de VZW Sefocam, de pensioeninstelling hiervan electronisch in kennis. Deze kennisgeving zal minimaal vier maal per jaar gebeuren. § 2. De pensioeninstelling zal, via het intermediair van de VZW Sefocam uiterlijk binnen de 30 dagen na deze kennisgeving het bedrag van de verworven reserves en prestaties en de hierna opgesomde keuzemogelijkheden schriftelijk meedelen aan de betrokken uittreder. § 3. De betrokken aangeslotene heeft op zijn beurt 30 dagen de tijd (te rekenen vanaf de kennisgeving door de pensioeninstelling) om zijn keuze te bepalen uit de hierna volgende mogelijkheden inzake de aanwending van diens verworven pensioenreserves, desgevallend aangevuld tot de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24, § 2, van de W.A.P. : 1. de verworven reserves overdragen naar de pensioeninstelling van : a) ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst gesloten heeft, zo hij aangesloten wordt bij de pensioentoezegging van die werkgever; b) ofwel de nieuwe inrichter van een sectoraal pensioenstelsel waaronder de werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst gesloten heeft, zo hij aangesloten wordt bij de pensioentoezegging van die inrichter; 2. de verworven reserves overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning;
CHAPITRE XIII. — Procédure en cas de sortie Art. 17. § 1er. En cas de sortie d’un affilié, l’organisateur, par l’intermédiaire de l’ASBL Sefocam, en informe l’organisme de pension de fac¸ on électronique. Cette communication se fera au minimum quatre fois par an. § 2. Au plus tard 30 jours après cette notification, l’organisme de pension, par l’intermédiaire de l’ASBL Sefocam, communiquera par écrit à la personne sortante concernée le montant des réserves et prestations acquises ainsi que les options possibles énumérées ci-dessous. § 3. L’affilié concerné dispose à son tour d’un délai de 30 jours (à compter de la notification de l’organisme de pension) pour indiquer son choix parmi les options mentionnées ci-dessous en matière d’utilisation de ses réserves de pension acquises, éventuellement complétées jusqu’aux minima garantis en exécution de l’article 24, § 2, de la L.P.C. : 1. transférer les réserves acquises à l’organisme de pension : a) soit du nouvel employeur avec lequel il a signé un contrat de travail, s’il est affilié à l’engagement de pension de cet employeur;
§. 2. Si ce délai minimum d’affiliation n’est pas atteint au moment de la sortie de l’affilié, les mois d’affiliation aux régimes de pension sectoriels sociaux ci-après sont, le cas échéant, ajoutés, afin de déterminer si le délai minimal d’affiliation de 12 mois est respecté ou non. Affiliations au : — régime de pension sectoriel social de la Commission paritaire pour les entreprises de garage (C.P. 112); — régime de pension sectoriel social de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal (S.C.P. 149.04); — régime de pension sectoriel social de la Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux (S.C.P. 142.01). § 3. Au niveau de l’acquisition des réserves, la conséquence est la suivante : — S’il est question d’un délai d’affiliation total d’au moins 12 mois, interrompus ou non, les droits latents que l’intéressé possède c’est-à-dire les droits et les réserves qui correspondent à un délai d’affiliation de moins de 12 mois - dans le cadre des régimes de pension sectoriels respectifs sont quand même acquis à l’affilié. Cela a aussi pour conséquence qu’en cas de réaffiliation de l’affilié à l’un des 4 régimes de pension sectoriels, il dispose déjà à ce moment des réserves acquises par lesquelles il n’est plus nécessaire de répondre de nouveau à une période d’affiliation d’au moins 12 mois.
— S’il n’est pas question d’un délai d’affiliation total d’au moins 12 mois, interrompus ou non, les réserves formées à ce moment seront versées dans le fonds de financement. Si toutefois l’affilié devait ultérieurement à nouveau adhérer au présent régime de pension, la réserve constituée dans le chef de l’affilié au moment de la sortie, sera retirée du fonds de financement pour être de nouveau affectée à l’affilié concerné. Si l’affilié devait à nouveau sortir, cette procédure se répéterait si la durée totale de l’affiliation de l’intéressé ne dépasse pas 12 mois. L’affilié conserve le cas échéant ses droits latents dans le cadre des 4 régimes de pension sectoriels.
§ 4. Si au moment de sa sortie, l’affilié dispose de réserves acquises dans le cadre du présent régime de pension sectoriel, l’organisateur est alors tenu de régler les déficits éventuels. Les déficits à l’égard des minima couverts en application de l’article 24, § 2, de la L.P.C. sont à charge de l’organisme de pension.
b) soit du nouvel organisateur d’un régime de pension sectoriel auquel ressortit l’employeur avec qui il a signé un contrat de travail, s’il est affilié à l’engagement de pension de cet organisateur; 2. transférer les réserves acquises à un organisme de pension qui répartit le bénéfice total entre les affiliés, proportionnellement à leurs réserves et limite les frais suivant les règles définies par le Roi;
49926
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
3. de verworven reserves bij de pensioeninstelling laten en behouden zonder wijziging van de pensioentoezegging (vanzelfsprekend zonder verdere premiebetaling); 4. de verworven reserves laten bij de pensioeninstelling — en via de nieuwe werkgever verder gaan met de premiebetaling; — enkel indien minstens 42 maanden aangesloten bij één of meerdere van de in artikel 16, § 2, opgesomde sociale sectorale pensioenstelsels; — enkel indien er geen pensioentoezegging bij de nieuwe werkgever bestaat; — deze premiebetalingen mogen niet meer dan 1.500 EUR per jaar bedragen (niet geïndexeerd); — indien de aangeslotene hiervoor wist te opteren, zal de inrichter de aangeslotene voor de inning van de nieuwe premies afleiden naar de onthaalstructuur opgericht binnen de pensioeninstelling waarvan sprake in artikel 2.22. van dit reglement (de pensioeninstelling zal hierbij een rechtstreekse relatie aangaan met de nieuwe werkgever van de uitgetreden werknemer). § 4. Wanneer de aangeslotene de voormelde termijn van 30 dagen laat verstrijken, wordt hij verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid bedoeld in artikel 17, § 3, 3. Na het verstrijken van deze termijn kan de aangeslotene evenwel ten allen tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een pensioeninstelling bedoeld in artikel 17, § 3, 1., 2. of 4., hiervoor. § 5. De pensioeninstelling zal er voor zorgen dat de door de aangeslotene gemaakte keuze binnen de 30 daaropvolgende dagen gerealiseerd wordt. De over te dragen verworven reserve van de keuze bedoeld in artikel 17, § 3, 1. en 2. zal geactualiseerd worden tot op de datum van de effectieve overdracht rekening houdend met de inventarisgrondslagen die door de pensioeninstelling bij de Commissie voor Bank, Financie- en Assurantiewezen werden neergelegd. § 6. Wanneer een gewezen deelnemer wist te opteren voor één van de keuze vermeld onder artikel 17, § 3, 1. of 2., en nadien herintreedt tot het sectorplan wordt hij als een nieuwe deelnemer beschouwd. § 7. Afkoop van het contract is enkel mogelijk conform de wettelijke bepalingen terzake. § 8. De onthaalstructuur zal worden gebruikt om de overgedragen reserves van de nieuwe aangeslotenen onder te brengen en de nieuwe premies zoals vermeld in artikel 17, § 3, 4. te beheren.
3. laisser les réserves acquises à l’organisme de pension et maintenir l’engagement de pension sans modification (bien entendu sans autre paiement de prime); 4. laisser les réserves acquises à l’organisme de pension — et poursuivre le paiement des primes par l’intermédiaire du nouvel employeur; — uniquement s’il a été affilié durant au moins 42 mois auprès d’un ou plusieurs régimes de pension sectoriels sociaux énumérés à l’article 16, § 2; — uniquement s’il n’existe aucun engagement de pension chez le nouvel employeur; — les primes versées ne peuvent excéder 1.500 EUR par an (montant non indexé); — si l’affilié a opté pour cela, l’organisateur aiguillera l’affilié pour la perception des nouvelles primes vers la structure d’accueil créée au sein de l’organisme de pension dont question à l’article 2.22. du présent règlement (ce faisant, l’organisme de pension entrera en relation directe avec le nouvel employeur du travailleur ayant quitté le régime). § 4. Lorsque l’affilié laisse expirer le délai précité de 30 jours, il est censé avoir opté pour la possibilité visée à l’article 17, § 3, 3. A l’expiration de ce délai, l’affilié peut toutefois solliciter en tout temps le transfert de ses réserves à un organisme de pension tel que décrit à l’article 17, § 3, 1., 2. ou 4., ci-avant. § 5. L’organisme de pension veillera à ce que le choix fait par l’affilié soit réalisé dans les 30 jours suivants. La réserve acquise à transférer du choix visé à l’article 17, § 3, 1. et 2., sera actualisée jusqu’à la date du transfert effectif, en tenant compte des bases d’inventaire déposées par l’organisme de pension auprès de la Commission bancaire, financière et des Assurances. § 6. Lorsqu’un ancien participant qui a choisi une des options mentionnées à l’article 17, § 3, 1. ou 2., se réaffilie par la suite au plan sectoriel, il est considéré comme un nouveau participant. § 7. Le rachat du contrat n’est possible que conformément aux dispositions légales en la matière. § 8. La structure d’accueil sera utilisée pour placer les réserves transférées des nouveaux affiliés et pour gérer les nouvelles primes tel que mentionné à l’article 17, § 3, 4.
HOOFDSTUK XIV. — Beëindiging van het pensioenstelsel Art. 18. Ingeval van stopzetting van het pensioenstelsel of bij liquidatie van een werkgever, verwerven de (bewuste) aangeslotenen, die minstens één jaar aangesloten waren bij onderhavig pensioenstelsel, de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24, § 2, van de W.A.P.
CHAPITRE XIV. — Fin du régime de pension Art. 18. En cas de cessation du régime de pension ou de liquidation d’un employeur, les affiliés (concernés) qui étaient affiliés depuis au moins un an au présent régime de pension, rec¸ oivent les réserves acquises, éventuellement complétées jusqu’aux minima garantis en application de l’article 24, § 2, de la L.P.C.
HOOFDSTUK XV. — Financieringsfonds Art. 19. § 1. Door de inrichter wordt overgegaan tot de oprichting van een financieringsfonds. Het financieringsfonds wordt beheerd door de pensioeninstelling als een wiskundige inventarisreserve. § 2. Het fonds wordt gefinancierd door eventuele stortingen van de inrichter, alsook sommen die bij toepassing van artikelen 6, 8, § 2, 10 en 16 beschikbaar komen. § 3. In geval van liquidatie van een werkgever zonder dat die werkgever wordt overgenomen door een andere werkgever zoals bedoeld in artikel 2, 6., zullen de gelden van het fonds die proportioneel slaan op de verplichtingen van die bepaalde werkgever, noch volledig noch gedeeltelijk worden teruggestort aan de Het zal daarentegen onder de aangeslotenen van die bepaalde werkgever worden verdeeld in verhouding met hun wiskundige reserve, desgevallend aangevuld tot de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24, § 2, van de W.A.P. § 4. In geval van stopzetting van onderhavig pensioenplan, zullen de gelden van het fonds in geen geval noch volledig noch gedeeltelijk worden teruggestort aan de inrichter. Het zal daarentegen onder alle aangeslotenen worden verdeeld in verhouding met hun wiskundige reserve, desgevallend aangevuld tot de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24, § 2, van de W.A.P.
CHAPITRE XV. — Fonds de financement Art. 19. § 1er. L’organisateur instaurera un fonds de financement. Le fonds de financement est géré par l’organisme de pension comme une réserve mathématique d’inventaire. § 2. Le fonds de financement est alimenté par les versements éventuels de l’organisateur, ainsi que par des sommes devenant disponibles en exécution des articles 6, 8, § 2, 10 et 16. § 3. En cas de liquidation d’un employeur sans que cet employeur soit repris par un autre employeur dans le sens de l’article 2, 6., l’argent du fonds qui concerne proportionnellement les obligations de cet employeur, ne sera ni entièrement ni partielle-ment remboursé à l’organisateur. Il sera par contre réparti entre les affiliés de cet employeur proportionnellement à leur réserve mathématique, éventuellement complété jusqu’aux minima garantis en application de l’article 24, § 2, de la L.P.C.
HOOFDSTUK XVI. — Toezichtcomité Art. 20. § 1. In overeenstemming met artikel 41, § 2, van de W.A.P., werd er binnen de pensioeninstelling een toezichtcomité opgericht dat voor de helft is samengesteld uit leden die het personeel vertegenwoordigen aan wie de onderhavige pensioentoezegging wordt gedaan en voor de andere helft uit werkgevers.
CHAPITRE XVI. — Comité de surveillance Art. 20. § 1er. Conformément à l’article 41, § 2, de la L.P.C., un comité de surveillance a été créé au sein de l’organisme de pension, composé pour moitié de membres représentant le personnel en faveur duquel le présent engagement de pension a été instauré et pour moitié d’employeurs.
§ 4. En cas de cessation du présent plan de pension, l’argent du fonds ne sera ni entièrement ni partiellement remboursé à l’organisateur. Il sera par contre réparti entre tous les affiliés proportionnellement à leur réserve mathématique, éventuellement complété jusqu’aux minima garantis en application de l’article 24, § 2, de la L.P.C.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49927
§ 2. Dit toezichtcomité ziet toe op de goede uitvoering van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling en wordt door voormelde jaarlijks in het bezit gesteld van het transparantieverslag alvorens zij dit ter beschikking stelt aan de inrichter. § 3. Bovendien beslist het toezichtscomité jaarlijks over het percentage winstdeling gerealiseerd in het afgezonderd fonds dat aan de aangeslotene zal toegekend worden.
§ 2. Ce comité de surveillance veille à la bonne exécution de l’engagement de pension par l’organisme de pension et ce dernier lui fait parvenir annuellement le rapport de transparence avant de le mettre à la disposition de l’organisateur. § 3. En outre, le comité de surveillance décide annuellement du pourcentage de participation bénéficiaire, réalisé dans le fonds cantonné, à verser à l’affilié.
HOOFDSTUK XVII. — Transparantieverslag Art. 21. § 1. Onder de naam ″transparantieverslag″ zal de pensioeninstelling of enig andere derde indien de inrichter beslist om een deelaspect van het beheer uit te besteden, jaarlijks een verslag opstellen over het door haar gevoerde beheer van de pensioentoezegging en dit na raadpleging van het toezichtcomité - ter beschikking stellen van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. § 2. Het verslag betreft de volgende elementen : — de financieringswijze van de pensioentoezegging en de structurele wijzigingen in die financiering; — de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten; — het rendement van de beleggingen; — de kostenstructuur; — in voorkomend geval, de winstdeling.
CHAPITRE XVII. — Rapport de transparence Art. 21. § 1er. Sous le nom de ″rapport de transparence″ l’organisme de pension, ou tout autre tiers s’il est décidé par l’organisateur de confier une partie de la gestion à un sous-traitant, rédigera un rapport annuel sur sa gestion de l’engagement de pension et - après consultation du comité de surveillance - le mettra à disposition de l’organisateur qui le communiquera aux affiliés sur simple requête de leur part. § 2. Le rapport concerne les éléments suivants : — le mode de financement de l’engagement de pension et les modifications structurelles dans ce financement; — la stratégie d’investissement à long et court terme et la mesure dans laquelle sont pris en compte les aspects sociaux, éthiques et environnementaux; — le rendement des placements; — la structure des frais; — le cas échéant, la participation bénéficiaire.
HOOFDSTUK XVIII. — Jaarlijkse informatie aan de aangeslotenen : de pensioenfiche Art. 22. § 1. Elk jaar (november-december) verstuurt de pensioeninstelling de pensioenfiche aan elke aangeslotene die beschikt over verworven reserves, met uitzondering van de lentegenieters, de aangeslotenen die overleden zijn en van de aangeslotenen die reeds een voorschot op hun aanvullend pensioen wisten te ontvangen zoals bedoeld in artikel 11, § 2.
CHAPITRE XVIII. — Information annuelle aux affiliés : la fiche de pension er Art. 22. § 1 . Chaque année (novembre-décembre), l’organisme de pension enverra la fiche de pension aux affiliés qui disposent des réserves acquises, à l’exclusion des rentiers, des affiliés qui sont décédés et des affiliés qui ont déjà rec¸ u un acompte sur leur pension complémentaire visé à l’article 11, § 2.
§ 2. Deze pensioenfiche bevat volgende informatie :
§ 2. Cette fiche de pension contient les informations suivantes :
1) de persoonlijke gegevens van de aangeslotene;
1) les données personnelles de l’affilié;
2) het bedrag van de verworven reserves, in voorkomend geval met vermelding van het bedrag dat overeenstemt met de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24, § 2, van de W.A.P.; 3) het bedrag van de verworven prestaties;
2) le montant des réserves acquises, le cas échéant avec indication du montant correspondant aux minima garantis en application de l’article 24, § 2, de la L.P.C.; 3) le montant des prestations acquises;
4) de variabele elementen waarmee bij de berekening van de hiervoor vermelde bedragen wordt rekening gehouden;
4) les éléments variables dont il est tenu compte pour le calcul des montants susmentionnés;
5) het bedrag van de (herrekende) verworven reserves van het vorige jaar;
5) le montant des réserves acquises (recalculées) de l’année précédente;
6) het bedrag van de te verwachten brutorente bij einddatum;
6) le montant de la rente brute prévue à la date d’échéance;
7) het actuele financieringsniveau van de verworven reserves en van de waarborg bedoeld in artikel 24, § 2, van de W.A.P.;
7) le niveau de financement actuel des réserves acquises et de la garantie visée à l’article 24, § 2, de la L.P.C.;
8) andere gegevens die in dit kader worden nuttig geacht door het toezichtcomité.
8) les autres données qui seront jugées nécessaires dans ce cadre par le comité de surveillance.
§ 3. Voor elk brutokapitaal zal ook een nettokapitaal vermeld worden.
§ 3. Pour chaque montant brut, le capital net sera également mentionné.
§ 4. In het kader van de rentebedragen zoals hiervoor vermeld (onder 6) gaat men er terzake van uit dat de huidige premies zullen worden doorbetaald en voor wat betreft de ″slapers″ (dit zijn de personen bedoeld in artikel 17, § 3, 3., van dit pensioenreglement) zullen hun verworven reserves worden opgerent aan de minimale rentevoet.
§ 4. Dans le cadre des montants de rente mentionnés ci-dessus (point 6), on considère qu’il y a continuation du paiement des primes actuelles et quant aux ″dormeurs″ (à savoir les personnes visées à l’article 17, § 3, 3., de ce règlement de pension), leurs réserves acquises seront capitalisées au taux d’intérêt minimal.
HOOFDSTUK XIX. — Fiscale bepaling (80 procentregel)
CHAPITRE XIX. — Disposition fiscale (règle 80 pour cent)
Art. 23. § 1. Het pensioen dat uit onderhavig pensioenstelsel voortvloeit, winstdelingen inbegrepen, verhoogd met het wettelijk pensioen dat geschat wordt in functie van het aantal jaren dienst bij een werkgever of elders, mag in geen geval 80 procent overschrijden van de laatste normale bruto jaarbezoldiging van de aangeslotene, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het aantal werkelijk gepresteerde jaren bij de werkgever of elders is, en de noemer het aantal jaren van de normale duurtijd van de beroepsactiviteit die vastgesteld wordt op 40 jaar.
Art. 23. § 1er. La pension qui découle du présent régime de pension, participations bénéficiaires comprises, augmentée de la pension légale qui est estimée en fonction du nombre d’années de service chez un employeur ou ailleurs, ne peut en aucun cas dépasser 80 pour cent de la dernière rémunération annuelle brute normale de l’affilié, multipliée par une fraction dont le numérateur représente le nombre réel d’années prestées chez l’employeur ou ailleurs, et le dénominateur le nombre d’années de la durée normale d’activité professionnelle, fixée à 40 ans.
§ 2. De laatste normale bruto jaarbezoldiging is de bruto jaarbezoldiging die, gelet op de vorige bezoldigingen van de aangeslotene, als normaal kan worden beschouwd en die hem betaald of toegekend werd gedurende het laatste jaar vóór zijn oppensioenstelling waarin hij een normale beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.
§ 2. La dernière rémunération annuelle brute normale est la rémunération annuelle brute qui, au vu des rémunérations précédentes de l’affilié, peut être considérée comme normale et qui lui a été payée ou attribuée pendant la dernière année au cours de laquelle il a exercé une activité professionnelle normale avant sa mise à la retraite.
49928
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
HOOFDSTUK XX. — Wijzigingsrecht Art. 24. § 1. Dit pensioenreglement wordt afgesloten in uitvoering van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Het is dan ook onlosmakelijk verbonden met de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Bijgevolg zal dit pensioenreglement worden gewijzigd en/of worden stopgezet indien en in de mate dat ook deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd en/of stopgezet.
CHAPITRE XX. — Droit de modification Art. 24. § 1er. Ce règlement de pension est conclu en exécution de l’article 6 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. Il est dès lors indissociable de la convention collective de travail précitée.
HOOFDSTUK XXI. — Niet-betaling van de premies Art. 25. § 1. Alle premies die in uitvoering van onderhavig pensioenreglement (met inbegrip van de beheersovereenkomst zoals afgesloten tussen de pensioeninstelling en de inrichter ter toelichting van de dienstverlening van de pensioeninstelling) verschuldigd zijn of zullen worden, dienen door de inrichter maandelijks voldaan. Zij maken één geheel uit voor alle verzekerde risico’s en voor alle aangeslotenen. § 2. Bij niet-betaling van de premies door de inrichter, zal deze door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven in gebreke gesteld worden. § 3. Deze ingebrekestelling, die de inrichter aanmaant tot betaling en hem op de gevolgen van de niet-betaling wijst, wordt ten vroegste 30 dagen na de vervaldag van de onbetaalde premie verzonden. Indien, om welke reden ook, deze ingebrekestelling niet zou zijn verzonden aan de inrichter, dan zal iedere aangeslotene uiterlijk drie maanden na de vervaldag van de premies van de niet-betaling op de hoogte gebracht worden. § 4. Indien de premiebetaling wordt stopgezet voor het geheel van de contracten van onderhavig pensioenstelsel worden die contracten premievrij gemaakt conform artikel 2.21. Zij blijven onderworpen aan dit pensioenreglement en delen verder in de winst. De vordering waarover de pensioeninstelling beschikt wegens het niet betalen van de bijdragen door de inrichter, verjaren drie jaar na de datum waarop de bijdragen opeisbaar werden. § 5. De contracten kunnen echter worden afgekocht met het doel de afkoopwaarden over te dragen naar een andere toegelaten onderneming. Deze beslissing dient echter te worden genomen bij sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. De inrichter licht de aangeslotenen in over de verandering van pensioeninstelling en de eventueel daaruit volgende overdracht van de pensioenreserves, na hieromtrent de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen op de hoogte te hebben gebracht.
CHAPITRE XXI. — Non-paiement des primes Art. 25. § 1er. Toutes les primes qui sont ou qui seront à acquitter en exécution du présent régime de pension (y compris dans le cadre de la convention de gestion conclue entre l’organisme de pension et l’organisateur, explicitant les services qui incombent à l’organisme de pension) devront être acquittées mensuellement par l’organisateur. Elles constituent un tout pour l’ensemble des risques assurés et pour l’ensemble des affiliés. § 2. En cas de non-paiement des primes par l’organisateur, celui-ci sera mis en demeure par l’organisme de pension au moyen d’une lettre recommandée. § 3. Cette mise en demeure, sommant l’organisateur de payer et attirant son attention sur les conséquences du non-paiement, est envoyée au plus tôt 30 jours après l’échéance de la prime impayée. Si, pour quelque raison que ce soit, cette mise en demeure n’était pas envoyée à l’organisateur, chaque affilié sera informé du non-paiement au plus tard trois mois après l’échéance des primes.
HOOFDSTUK XXII. — De bescherming op de persoonlijke levenssfeer Art. 26. § 1. De partijen verbinden zich ertoe de wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer te eerbiedigen. Zij zullen de persoonsgegevens waarvan zij in kennis gesteld worden in het kader van de huidige overeenkomst slechts mogen verwerken in overeenstemming met het voorwerp van deze overeenkomst. De partijen verbinden zich ertoe om de gegevens bij te werken, te verbeteren, alsook de onjuiste of overbodige gegevens te verwijderen. § 2. Zij zullen de gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, het toevallig verlies, de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet-toegelaten verwerking van persoonsgegevens. § 3. Voor wat betreft de gegevens betreffende de gezondheid en de gevoelige gegevens in de zin van de wet van 8 december 1992 op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wijzen partijen de categorieën van personen aan die deze gegevens kunnen verwerken, waarbij de hoedanigheid van deze personen ten opzichte van de verwerking van de betrokken gegevens nauwkeurig wordt omschreven. Partijen zullen een lijst van de aldus aangewezen personen ter beschikking houden van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer en zullen ervoor zorgen dat de aangewezen personen door een wettelijke, statutaire of evenwaardige contractuele bepaling ertoe gehouden zijn het vertrouwelijk karakter van de betrokken gegevens in acht te nemen. § 4. Partijen zullen de nodige middelen aanwenden ter eerbiediging van de onder dit artikel aangegane verbintenissen derwijze dat ieder gebruik voor andere doeleinden of door andere personen dan deze die bevoegd zijn om de gevoelige gegevens en de gegevens betreffende de gezondheid te verwerken, uitgesloten is. Aangezien de inbreuken op de wetgeving ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer eveneens personen kan treffen die geen partij zijn bij de huidige overeenkomst, maar die de aansprakelijkheid van een van de partijen kunnen inroepen, zal de andere partij de aldus aangesproken partij vrijwaren tegen vorderingen gebaseerd op een inbreuk op deze wetgeving.
CHAPITRE XXII. — La protection de la vie privée Art. 26. § 1er. Les parties s’engagent à respecter la législation sur la protection de la vie privée. Elles ne pourront traiter les données personnelles, dont elles ont pris connaissance dans le cadre de la présente convention, que conformément à l’objet de cette convention. Elles s’engagent à actualiser les données, à les corriger et à supprimer les données fausses ou superflues.
§ 2. Par conséquent, ce règlement de pension ne peut être modifié et/ou annulé que si cette convention collective de travail est également modifiée et/ou annulée.
§ 4. En cas de cessation de paiement des primes pour l’ensemble des contrats du présent régime de pension, ces contrats seront libérés conformément à l’article 2.21. Ils restent soumis à ce règlement de pension et continuent à participer aux bénéfices. La créance de l’organisme de pension pour non-paiement des cotisations par l’organisateur, est prescrite trois ans après la date à laquelle les cotisations sont devenues exigibles. § 5. Les contrats pourront toutefois être rachetés afin de transférer leur valeur de rachat à une autre entreprise agréée. Toutefois, cette décision doit être prise par convention collective de travail sectorielle. L’organisateur informe les affiliés du changement d’organisme de pension et de l’éventuel transfert des réserves de pension que celui-ci entraîne, après en avoir informé la Commission bancaire, financière et des Assurances.
§ 2. Elles prendront les mesures adaptées d’un point de vue technique et organisationnel qui sont nécessaires pour la protection des données personnelles contre la destruction illicite ou accidentelle, la perte accidentelle, la modification ou l’accès et d’autres traitements non autorisés de ces données personnelles. § 3. Pour ce qui concerne les données concernant la santé et les données sensibles au sens de la loi du 8 décembre 1992 sur la protection de la vie privée, les parties désignent les catégories de personnes qui peuvent traiter ces données, en décrivant avec précision l’aptitude des personnes qui traitent les données concernées. Les parties tiendront à la disposition de la Commission pour la Protection de la Vie privée une liste des personnes ainsi désignées et veilleront à ce que ces personnes soient tenues de prendre en compte le caractère confidentiel des données concernées en vertu d’une disposition légale, statutaire ou contractuelle équivalente.
§ 4. Les parties mettront en œuvre les moyens nécessaires au respect des engagements pris en vertu de cet article de sorte que soit exclu tout usage pour d’autres buts ou par d’autres personnes que celles qui sont compétentes pour traiter les données sensibles et les données concernant la santé. Vu que des infractions à la législation sur la protection de la vie privée peuvent aussi concerner les personnes qui ne font pas partie de cette convention mais qui peuvent invoquer la responsabilité d’une des parties, l’autre partie n’intentera pas d’action en justice sur base d’infractions à cette législation contre la partie ainsi citée en justice.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49929
HOOFDSTUK XXIII. — Aanvang Art. 27. § 1. Het pensioenreglement dat als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 was gevoegd, wordt opgeheven vanaf 1 januari 2008. Dit pensioenreglement vangt aan op 1 januari 2008 en wordt voor onbepaalde duur aangegaan. Het bestaan van dit pensioenreglement is gekoppeld aan het bestaan van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. § 2. Beide partijen kunnen dit reglement in haar geheel opzeggen tegen het einde van ieder verzekeringsjaar. Deze opzegging geschiedt bij een aangetekend schrijven, te richten aan de zetel van de medecontractant en op het postkantoor af te geven ten laatste zes maanden voor het einde van het verzekeringsjaar. Deze opzeg is onderworpen aan de modaliteiten zoals voorzien in artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
CHAPITRE XXIII. — Entrée en vigueur Art. 27. § 1er. Le règlement de pension qui était annexé à la convention collective de travail du 26 mai 2005, est abrogé à partir du 1er janvier 2008. Le présent règlement de pension entre en vigueur le 1er janvier 2008 et est conclu pour une durée indéterminée. Son existence est toutefois liée à celle de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. § 2. Les deux parties peuvent résilier ce règlement dans son ensemble à la fin de chaque année d’assurance. Cette résiliation se fera par lettre recommandée, adressée au siège du cocontractant et remise à la poste au plus tard six mois avant la fin de l’année d’assurance. Cette résiliation est soumise aux modalités prévues à l’article 14 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel
Annexe 2 à la la convention collective de travail du 9 octobre 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, concernant la modification et la coordination du régime de pension sectoriel social RE`GLEMENT DE SOLIDARITE SECTORIEL
SECTORAAL SOLIDARITEITSREGLEMENT
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 30 juillet 2008.
HOOFDSTUK I. — Voorwerp Artikel 1. § 1. Dit sectoraal solidariteitsreglement wordt opgemaakt in uitvoering van artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. § 2. Dit solidariteitsreglement beoogt het solidariteitsreglement dat was opgenomen als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 en deze bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2006 tot wijziging van de bedragen toegekend in het solidariteitsluik van het sociaal sectoraal pensioenstelsel aan te passen enerzijds aan de verhoging van de bijdragen waartoe besloten werd in uitvoering van hoofdstuk III, artikel 6, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007 betreffende het nationaal akoord 2007-2008 en aan de reglementaire evoluties die sindsdien plaatsgrepen anderzijds. § 3. Dit reglement bepaalt de rechten en de verplichtingen van de inrichter, de solidariteitsinstelling, de werkgevers die behoren tot het ressort van het voormelde paritair subcomité, de aangeslotenen en hun rechtverkrijgenden. Tevens worden de aansluitingsvoorwaarden alsook de regels inzake de uitvoering van de solidariteitstoezegging vastgelegd. § 4. In overeenstemming met artikel 10, § 1, van de W.A.P. (zie hierna artikel 2.15), strekt deze solidariteitstoezegging er mede toe het sectoraal pensioenstelsel te doen genieten van het bijzonder statuut vastgesteld door artikel 1762, 4°bis, van het Wetboek van de met zegel gelijkgestelde taksen en door artikel 10 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot vrijwaring van het concurrentievermogen. Deze solidariteitstoezegging maakt een integrerend onderdeel uit van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
CHAPITRE Ier. — Objet Article 1 . § 1 . Le présent règlement de solidarité sectoriel est établi en exécution de l’article 9 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. § 2. Ce règlement de solidarité vise d’une part à adapter le règlement de solidarité annexé à la convention collective de travail du 26 mai 2005, et celui annexé à la convention collective de travail du 5 septembre 2006 portant sur la modification des montants octroyés dans le volet de solidarité du régime de pension sectoriel social à l’augmentation des cotisations décidée en exécution du chapitre III, article 6, de la convention collective de travail du 24 mai 2007 relative à l’accord national 2007-2008 et aux évolutions réglementaires qui se sont produites depuis lors d’autre part.
HOOFDSTUK II. — Begripsomschrijvingen Art. 2. 1. De solidariteitstoezegging De toezegging van de in dit solidariteitsreglement bepaalde prestaties door de inrichter (zie hierna 2.2.) aan de aangeslotenen (zie hierna 2.7.) en/of hun rechtverkrijgenden. De solidariteitstoezegging dient beschouwd te worden als een aanvullende dekking of een bijkomend risico op de pensioentoezegging. 2. De inrichter Conform artikel 3, § 1, 5°, van de W.A.P. (zie hierna 2.15.) werd door de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor het koetswerk 149.02, het fonds voor bestaanszekerheid aangeduid als inrichter van het sectoraal pensioenstelsel en van onderhavig solidariteitsstelsel en dit via de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002.
CHAPITRE II. — Définition des notions Art. 2. 1. L’engagement de solidarité L’engagement des prestations définies par le présent règlement de solidarité, pris par l’organisateur (voir 2.2. ci-après) en faveur des affiliés (voir 2.7. ci-après) et/ou de leurs ayants droit. L’engagement de solidarité est à considérer comme une couverture complémentaire ou comme un risque accessoire vis-à-vis de l’engagement de pension. 2. L’organisateur Conformément à l’article 3, § 1er, 5°, de la L.P.C. (voir 2.15. ci-après), le fonds de sécurité d’existence a été désigné comme organisateur du régime de pension sectoriel et du présent régime de solidarité par les organisations représentatives représentées au sein de la Souscommission paritaire pour la carrosserie 149.02 et ce, via la convention collective de travail du 5 juillet 2002.
er
er
§ 3. Ce règlement définit les droits et obligations de l’organisateur, de l’organisme de solidarité, des employeurs qui relèvent de la souscommission paritaire précitée, des affiliés et de leurs ayants droit. Il fixe en outre les conditions d’affiliation ainsi que les règles d’exécution de l’engagement de solidarité. § 4. Conformément à l’article 10, § 1er, de la L.P.C. (voir article 2.15 ci-après), l’engagement de solidarité vise également à faire bénéficier le régime de pension sectoriel du statut particulier défini à l’article 1762, 4°bis, du Code des taxes assimilées au timbre et à l’article 10 de la loi du 26 juillet 1996 visant à promouvoir l’emploi et à préserver la compétitivité. Cet engagement de solidarité fait partie intégrante du régime de pension sectoriel social.
49930
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
3. Het toezichtscomité Het comité opgericht binnen de solidariteitsinstelling (zie 2.9. hierna) dat voor de helft is samengesteld uit leden die het personeel vertegenwoordigen aan wie de onderhavige solidariteitstoezegging wordt gedaan en voor de andere helft uit werkgevers zoals bedoeld in 2.5. hierna. 4. Het transparantieverslag Het jaarlijks verslag opgesteld door de solidariteitsinstelling (zie 2.9. hierna) over het door haar gevoerde (deelaspect) van het beheer van de solidariteitstoezegging. 5. De werkgevers De werkgevers zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Hieronder zijn eveneens de werkgevers begrepen die in uitvoering van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, hebben geopteerd voor opting-out. 6. De arbeider De persoon die in uitvoering van een arbeidsovereenkomst tot het hoofdzakelijk verrichten van handenarbeid is tewerkgesteld door een werkgever als bedoeld in artikel 2.5. 7. De aangeslotene De werknemer die behoort tot de categorie van personeel waarvoor de inrichter het sectoraal pensioenplan en dus deze solidariteitstoezegging heeft ingevoerd en die aan de aansluitingsvoorwaarden van het solidariteitsreglement voldoet. 8. De uittreding De beëindiging van de arbeidsovereenkomst (anders dan door overlijden of pensionering) voorzover de werknemer geen nieuwe arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever zoals bedoeld in 2.5. 9. De solidariteitsinstelling De rechtspersoon belast met de uitvoering van de solidariteitstoezegging, namelijk Sepia CVBA, erkend door de Commissie van Bank-, Financie- en Assurantiewezen, onder nr. 1529, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Livingstonelaan 6. 10. De jaarbezoldiging Het jaarlijkse brutoloon waarop de inhoudingen voor de sociale zekerheid worden gedaan (dus verhoogd met 8 pct.). 11. Het solidariteitsfonds Het collectieve fonds dat bij de solidariteitsinstelling in het kader van deze solidariteitstoezegging, alsook van de respectievelijke solidariteitstoezeggingen gedaan in het kader van de sociale sectorale pensioenstelsels van het Paritair Comité voor het garagebedrijf (P.C. 112), het Paritair Subcomité voor de metaalhandel (P.S.C. 149.04) en het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen (P.S.C. 142.01), wordt gevormd en afgescheiden van diens overige activiteiten wordt beheerd. 12. Het verzekeringsjaar De vervaldag van dit solidariteitsreglement wordt vastgesteld op 1 januari. Een verzekeringsjaar valt dan ook steeds samen met de tijdsspanne gelegen tussen 1 januari en de daaropvolgende 31 december. 13. De collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 De collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. 14. Het pensioenreglement Het pensioenreglement genomen in uitvoering van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. 15. W.A.P. De wet van 28 april 2003 (betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003). De begrippen die in het vervolg van dit reglement opgenomen zijn, moeten worden opgevat in hun betekenis zoals verduidelijkt in artikel 3 (definities) van de voormelde wet. De wet zal in het vervolg van dit solidariteitsreglement « W.A.P. » worden genoemd.
3. Le comité de surveillance Le comité créé au sein de l’organisme de solidarité (voir 2.9. ci-après), composé pour moitié de membres représentant le personnel en faveur duquel le présent engagement de solidarité a été instauré, et pour moitié d’employeurs comme mentionné au point 2.5. ci-après. 4. Le rapport de transparence Le rapport annuel rédigé par l’organisme de solidarité (voir 2.9 ci-après), relatif à sa gestion (partielle) concernant l’engagement de solidarité. 5. Les employeurs Les employeurs visés à l’article 1er de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. Sont également compris les employeurs qui ont choisi un opting-out tel que défini à l’article 6 de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. 6. L’ouvrier La personne occupée par un employeur comme visé à l’article 2.5., en exécution d’un contrat de travail, à du travail principalement manuel. 7. L’affilié L’ouvrier qui appartient à la catégorie du personnel pour laquelle l’organisateur a instauré le plan de pension sectoriel et donc le présent engagement de solidarité, et qui remplit les conditions d’affiliation prévues dans le règlement de solidarité. 8. La sortie L’expiration du contrat de travail (autrement que par décès ou mise à la retraite) pour autant que l’ouvrier n’ait pas conclu un nouveau contrat de travail avec un employeur comme visé à l’article 2.5. 9. L’organisme de solidarité La personne morale chargée de l’exécution de l’engagement de solidarité. Ce rôle est assumé par la SCRL Sepia, agréée par la Commission bancaire, financière et des Assurances, sous le n° 1529, ayant son siège social à 1000 Bruxelles, avenue Livingstone 6. 10. La rémunération annuelle La rémunération annuelle brute sur laquelle sont prélevées les cotisations de sécurité sociale (donc majorée de 8 p.c.). 11. Le fonds de solidarité Le fonds collectif instauré auprès de l’organisme de solidarité dans le cadre du présent engagement de solidarité, ainsi que des engagements de solidarité respectivement pris dans le cadre des régimes de pension sectoriels sociaux de la Commission paritaire pour les entreprises de garage (C.P. 112), la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal (S.C.P. 149.04) et la Sous-commission paritaire pour la récupérationde métaux (S.C.P. 142.01). L’organisme de solidarité gère ce fonds séparément de ses autres activités. 12. L’année d’assurance L’échéance annuelle du présent règlement de solidarité est fixée au 1er janvier. L’année d’assurance correspond donc toujours à la période se situant entre le 1er janvier et le 31 décembre qui suit. 13. La convention collective de travail du 9 octobre 2007 La convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. 14. Le règlement de pension Le règlement de pension conclu en exécution de l’article 6 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. 15. L.P.C. La loi du 28 avril 2003 (relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale, telle que publiée au Moniteur belge du 15 mai 2003, erratum Moniteur belge du 26 mai 2003 et ses arrêtés royaux d’exécution). Les notions reprises dans la suite de ce règlement doivent être conc¸ ues au sens précisé à l’article 3 (définitions) de la loi précitée. La loi sera dénommée « L.P.C. » dans la suite de ce règlement de solidarité.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49931
16. Het solidariteitsbesluit Koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels (Belgisch Staatsblad van 14 november 2003, 2e ed., bl. 55.263). 17. Het financieringsbesluit Koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging (Belgisch Staatsblad van 14 november 2003, 2e ed., bl. 55.258). 18. De C.B.F.A. De Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen. 19. De VZW Sefocam Het administratief en logistiek coördinatiecentrum van de sociale sectorale pensioenstelsels voor de arbeiders uit het garagebedrijf, het koetswerk, de metaalhandel en de terugwinning van metalen. De maatschappelijke zetel van de VZW Sefocam is gevestigd op het Woluwedal 46/7 te 1200 Brussel. De VZW Sefocam is telefonisch bereikbaar op het nummer 00.32.2.761.00.70. en per mail op het adres
[email protected]. De VZW Sefocam beschikt evenzeer over een website met name www.sefocam.be. Gezien deze solidariteitstoezegging een integrerend onderdeel uitmaakt van het sectoraal pensioenstelsel, dienen de hierna in het reglement gehanteerde termen die niet zouden opgenomen zijn in de hiervoor vermelde begrippenlijst te worden opgevat in hun betekenis in het licht van de W.A.P. of de in artikel 2 van het pensioenreglement opgenomen begrippenlijst.
16. L’arrêté de solidarité Arrêté royal du 14 novembre 2003 fixant les prestations de solidarité liées aux régimes de pension complémentaires sociaux (Moniteur belge du 14 novembre 2003, 2e ed., p. 55.263). 17. L’arrêté de financement Arrêté royal du 14 novembre 2003 fixant les règles concernant le financement et la gestion de l’engagement de solidarité (Moniteur belge du 14 novembre 2003, 2e ed., p. 55.258). 18. La C.B.F.A. La Commission bancaire, financière et des Assurances. 19. L’ASBL Sefocam Le centre de la coordination administratif et logistique des régimes de pension sectoriels des ouvriers des entreprises de garage, de la carrosserie, du commerce de métal et de la récupération de métaux. Le siège social de l’ASBL Sefocam est établi à 1200 Bruxelles, boulevard de la Woluwe 46/7. L’ASBL Sefocam peut être jointe par téléphone au numéro 00.32.2.761.00.70. et par e-mail à l’adresse
[email protected]. L’ASBL Sefocam dispose également d’un site internet : www.sefocam.be. Comme cet engagement de solidarité fait partie intégrante du régime de pension sectoriel, chaque terme utilisé dans ce règlement, sans être repris dans la liste des définitions ci-avant, doit être interprété selon la même acception que celle donnée par la L.P.C. ou la liste des définitions reprise à l’article 2 du règlement de pension.
HOOFDSTUK III. — Aansluiting Art. 3. § 1. Het solidariteitsreglement is verplicht van toepassing op alle arbeiders die op of na 1 januari 2004 met de werkgevers, zoals bepaald in artikel 2.5. verbonden zijn of waren via een arbeidsovereenkomst, ongeacht de aard van deze arbeidsovereenkomst. § 2. Voormelde personen worden onmiddellijk aangesloten bij onderhavige solidariteitstoezegging, dit wil zeggen vanaf de datum dat zij voldoen aan de hiervoor vermelde aansluitingsvoorwaarden. § 3. In afwijking van de eerste paragraaf van dit artikel, is het solidariteitsreglement niet van toepassing op de arbeiders vermeld onder artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst ter wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel van 9 oktober 2007.
CHAPITRE III. — Affiliation Art. 3. § 1er. Le règlement de solidarité s’applique de manière contraignante à tous les ouvriers qui sont ou étaient liés aux employeurs, comme mentionné à l’article 2.5., au ou après le 1er janvier 2004 par un contrat de travail, quelle que soit la nature de ce contrat de travail. § 2. Les personnes susmentionnées sont affiliées immédiatement au présent engagement de solidarité, c’est-à-dire à partir de la date à laquelle ils remplissent les conditions d’affiliation susmentionnées. § 3. En dérogation du 1er paragraphe de cet article, le règlement de solidarité n’est pas d’application aux ouvriers mentionnés dans l’article 4, § 2, de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
HOOFDSTUK IV. — Rechten en plichten van de inrichter Art. 4. § 1. De inrichter gaat tegenover alle aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat voor de goede uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, vereist is. § 2. De bijdrage die de inrichter verschuldigd is ter financiering van de solidariteitstoezegging wordt door de inrichter zonder verwijl aan de solidariteitsinstelling overgemaakt. Dit geschiedt minimaal 4 maal per kwartaal. § 3. De inrichter zal via het intermediair van de VZW Sefocam op regelmatige tijdstippen alle nodige gegevens overmaken aan de solidariteitsinstelling. § 4. De solidariteitsinstelling is slechts tot uitvoering van haar verplichtingen gehouden voor zover haar, tijdens de duur van dit solidariteitsreglement - en buiten de gegevens haar meegedeeld in het kader van het pensioenluik - volgende gegevens meegedeeld werden : — per aangeslotene, het aantal dagen van economische werkloosheid zoals omschreven in artikel 7 hierna; — per aangeslotene, het aantal dagen van arbeidsongeschiktheid tengevolge van (beroeps)ziekte en/of (arbeids)ongeval zoals omschreven in artikel 8 hierna; — enige andere terzake doende gegevens zoals gevraagd door de solidariteitsinstelling. Naderhand : de wijzigingen die, tijdens de duur van de aansluiting, in voormelde gegevens voorkomen. § 5. De inrichter wist ten voordele van de aangeslotenen een ″helpdesk″ te organiseren waarbij de coördinatie werd toevertrouwd aan de VZW Sefocam. Deze VZW zal een vraag enkel doorspelen aan de solidariteitsinstelling indien zij de bewuste vraag niet zelf beantwoorden kan. In uitzonderlijke gevallen, wanneer zulks het proces aanzienlijk kan versnellen en vergemakkelijken, heeft de helpdesk de mogelijkheid de aangeslotene rechtstreeks contact te laten opnemen met de solidariteitsinstelling.
CHAPITRE IV. — Droits et obligations de l’organisateur Art. 4. § 1er. L’organisateur s’engage à l’égard de tous les affiliés à tout mettre en œuvre pour la bonne exécution de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. § 2. La cotisation due par l’organisateur en vue du financement de l’engagement de solidarité sera transférée sans tarder par l’organisateur à l’organisme de solidarité. Ce transfert s’effectue au moins 4 fois par trimestre. § 3. L’organisateur fournira régulièrement à l’organisme de solidarité tous les renseignements nécessaires et ce, par le biais de l’ASBL Sefocam. § 4. L’organisme de solidarité n’est tenu à l’exécution de ses obligations que dans la mesure où, pendant la durée du présent règlement de solidarité les informations suivantes lui ont été fournies hormis les informations qui lui auront été communiquées dans le cadre du volet de pension : — pour chaque affilié, le nombre de jours de chômage économique tel que défini à l’article 7 ci-après; — pour chaque affilié, le nombre de jours d’incapacité de travail pour cause de maladie (professionnelle) et/ou d’accident (de travail) tel que défini à l’article 8 ci-après; — toute autre information ad hoc demandée par l’organisme de solidarité. Par la suite : les modifications survenant, pendant la durée de l’affiliation, dans les données sus-mentionnées. § 5. L’organisateur a ouvert au profit des affiliés un ″helpdesk″ dont la coordination a été confiée à l’ASBL Sefocam. Cette ASBL ne transmettra des questions à l’organisme de solidarité que si elle ne peut y répondre elle-même. Exceptionnellement, lorsque cela peut accélérer et faciliter considérablement le processus, le helpdesk peut inviter l’affilié à prendre contact directement avec l’organisme de solidarité.
49932
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
HOOFDSTUK V. — Rechten en plichten van de aangeslotenen Art. 5. § 1. De aangeslotene onderwerpt zich aan de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst ter invoering van het sectoraal pensioenstelsel afgesloten op 5 juli 2002, van - in voorkomend geval de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, van het pensioenreglement en van dit solidariteitsreglement. Deze documenten maken één geheel uit. § 2. De aangeslotene machtigt de inrichter de nodige verzekeringen af te sluiten op zijn hoofd. § 3. De aangeslotene machtigt de inrichter om via de VZW Sefocam aan de solidariteitsinstelling alle inlichtingen en bewijsstukken over te maken die nodig zijn zodat de solidariteitsinstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of tegenover de rechtverkrijgende(n) kan nakomen zonder uitstel. § 4. De aangeslotene maakt in voorkomend geval de ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken over via VZW Sefocam aan de solidariteitsinstelling zodat deze zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of tegenover zijn rechtverkrijgende(n) kan nakomen. § 5. Mocht de aangeslotene een hem door dit solidariteitsreglement of door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, opgelegde voorwaarde niet nakomen, en mocht daardoor voor hem enig verlies van recht ontstaan, dan zullen de inrichter en de solidariteitsinstelling in dezelfde mate ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene in verband met de bij dit solidariteitsreglement geregelde solidariteitsprestaties.
CHAPITRE V. — Droits et obligations des affiliés Art. 5. § 1er. L’affilié se soumet aux dispositions de la convention collective de travail portant sur l’instauration du régime de pension sectoriel conclue le 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social, du règlement de pension et du présent règlement de solidarité. Ces documents forment un tout. § 2. L’affilié autorise l’organisateur à souscrire sur sa tête les assurances qu’il jugerait nécessaires. § 3. L’affilié autorise l’organisateur à transmettre à l’organisme de solidarité, par le canal de l’ASBL Sefocam tous les renseignements et justificatifs nécessaires pour que l’organisme de solidarité puisse respecter sans délai ses obligations à l’égard de l’affilié ou de son (ses) ayant(s) droit. § 4. L’affilié transmettra le cas échéant les informations et justificatifs manquants à l’organisme de solidarité par l’intermédiaire de l’ASBL Sefocam de sorte que l’organisme de solidarité puisse satisfaire à ses obligations à l’égard de l’affilié ou de son (ses) ayant(s) droit. § 5. Si l’affilié venait à ne pas respecter une condition qui lui est imposée par le présent règlement de solidarité ou par la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social, et à perdre de ce fait la jouissance d’un quelconque droit, l’organisateur et l’organisme de solidarité seront dans la même mesure déchargés de leurs obligations à l’égard de l’affilié dans le cadre des prestations de solidarité réglées par le présent règlement de solidarité.
HOOFDSTUK VI. — Gewaarborgde prestaties Art. 6. § 1. In overeenstemming met artikel 43, § 1, van de W.A.P., zoals uitgevoerd door het solidariteitsbesluit, heeft onderhavig solidariteitsreglement tot doel de hierna volgende solidariteitsprestaties te waarborgen. § 2. Voor de uitvoering van de solidariteitsprestaties zoals omschreven in de artikelen 7 en 8 hierna, worden enkel de gegevens in aanmerking genomen die de inrichter via de VZW Sefocam verkrijgt vanuit het netwerk van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Enige individuele aangiften van aangeslotenen zullen niet in aanmerking worden genomen. § 3. De aangeslotenen hebben slechts recht op de effectieve uitvoering van de solidariteitsprestaties op voorwaarde dat de solidariteitsinstelling in hun voordeel bijdragen ontvangen heeft ter financiering van deze solidariteitstoezegging.
CHAPITRE VI. — Prestations assurées Art. 6. § 1er. Conformément à l’article 43, § 1er, de la L.P.C. et à l’arrêté de solidarité, le présent règlement de solidarité a pour but de garantir les prestations de solidarité suivantes.
Afdeling 1. — Premievrijstelling gedurende periodes van economische werkloosheid Art. 7. § 1. Gedurende de periodes waarin de aangeslotene tijdelijk werkloos zou zijn in de zin van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (code type 71 in de gegevensstroom van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid), wordt de opbouw van het pensioenluik tijdens de voormelde periodes verder gefinancierd door de solidariteitsinstelling op forfaitaire basis. § 2. In dit kader zal per dag van economische werkloosheid zoals hiervoor beschreven in hoofde van de aangeslotene, een forfaitair bedrag van 0,50 EUR worden toegekend aan de individuele pensioenreserve van de bewuste aangeslotene. § 3. De toepassing van de premievrijstelling geldt ongeacht de arbeidsduur bepaald in de arbeidsovereenkomst.
Section 1re. — Exonération du paiement de la prime durant les périodes de chômage économique Art. 7. § 1er. Durant les périodes de chômage temporaire de l’affilié, au sens de l’article 51 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail (code type 71 dans les flux de données de la Banque-Carrefour de la Sécurité sociale), l’organisme de solidarité se charge de poursuivre le financement du volet pension sur base forfaitaire pendant les périodes précitées. § 2. Dans ce contexte, un forfait de 0,50 EUR par jour de chômage économique de l’affilié comme défini ci-dessus sera affecté à la réserve individuelle de pension de l’affilié en question.
Afdeling 2. — Premievrijstelling gedurende periodes van arbeidsongeschiktheid tengevolge van (beroeps) ziekte en/of (arbeids)ongeval Art. 8. § 1. Gedurende de vergoede periodes van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval en de periodes die worden gedekt door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, (code typen 10, 50, 60 of 61 in de gegevensstroom van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) waarmee een aangeslotene zich geconfronteerd ziet, wordt de financiering van de opbouw van het pensioenluik tijdens de voormelde periodes verder gefinancierd door de solidariteitsinstelling op forfaitaire basis. § 2. In dit kader zal per dag dat de aangeslotene zich bevindt in één van de periodes zoals hiervoor beschreven, een forfaitair bedrag van 0,50 EUR worden toegekend aan de individuele pensioenreserve van de bewuste aangeslotene. § 3. De toepassing van de premievrijstelling geldt ongeacht de arbeidsduur bepaald in de arbeidsovereenkomst.
Section 2. — Exonération du paiement de la prime durant les périodes d’incapacité de travail pour cause de maladie (professionnelle) et/ou d’accident (de travail) Art. 8. § 1er. Durant les périodes d’indemnisation dans le cadre d’une incapacité de travail pour cause de maladie ou d’accident, et dans le cadre d’une incapacité de travail temporaire pour cause d’accident de travail ou de maladie professionnelle de l’affilié (code types 10, 50, 60 ou 61 dans les flux de données de la Banque-Carrefour de la Sécurité Sociale) auxquelles un affilié est confronté, l’organisme de solidarité se charge de poursuivre le financement du volet pension sur base forfaitaire pendant les périodes précitées. § 2. Dans ce contexte, un forfait de 0,50 EUR sera affecté à la réserve individuelle de pension de l’affilié, pour chaque jour que l’affilié en question s’est trouvé dans une période définie ci-dessus.
§ 2. Les prestations de solidarité définies aux articles 7 et 8 ci-après ne s’exécutent qu’en fonction des données de la Banque-Carrefour de la Sécurité sociale que l’organisateur obtient par l’intermédiaire de l’ASBL Sefocam. Toute déclaration individuelle faite par l’affilié ne saurait être prise en considération. § 3. Les affiliés n’ont droit à l’exécution effective des prestations de solidarité qu’à condition que l’organisme de solidarité ait rec¸ u les cotisations en leur faveur pour le financement de cet engagement de solidarité.
§ 3. L’exonération du paiement de la prime est d’application quelle que soit la durée de travail stipulée dans le contrat de travail.
§ 3. L’exonération du paiement de la prime est d’application quelle que soit la durée de travail stipulée dans le contrat de travail.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49933
Afdeling 3. — Rente-uitkering ingeval van overlijden
Section 3. — Paiement d’une rente en cas de décès
Art. 9. § 1. Ingeval van overlijden van een aangeslotene wordt er door de solidariteitsinstelling aan de rechtverkrijgende(n) zoals aangeduid in het pensioenluik een vergoeding toegekend onder de vorm van een rente-uitkering, evenwel op voorwaarde dat ofwel :
Art. 9. § 1er. En cas de décès d’un affilié, l’organisme de solidarité octroie au(x) bénéficiaire(s) désigné(s) dans le volet pension une indemnité sous forme de rente, à condition :
— er in hoofde van de aangeslotene tijdens het verzekeringsjaar waarin het overlijden zich situeert bijdragen gestort zijn geweest zoals bedoeld in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007;
— que des cotisations aient été versées pour l’affilié durant l’année d’assurance où se situe le décès comme défini à l’article 5 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007;
— het overlijden van de aangeslotene zich situeert binnen de 365 dagen na de begindatum van de vergoede periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval.
— que le décès de l’affilié se situe dans les 365 jours suivant la date du début de la période indemnisée d’incapacité de travail pour cause de maladie ou accident.
§ 2. Het vestigingskapitaal ter financiering van de voormelde rente-uitkering bedraagt 1.500 EUR (winstdeling inbegrepen). Dit kapitaal zal worden gebezigd ter vestiging van een niet-geïndexeerde levenslange rente op het hoofd van de rechtverkrijgende(n).
§ 2. Le capital constitutif de cette rente est de 1.500 EUR (participation bénéficiaire comprise) et sera affecté à la constitution d’une rente viagère non indexée sur la tête du ou des bénéficiaire(s).
§ 3. Indien evenwel het jaarbedrag van de rente - na de wettelijk verschuldigde fiscale en parafiscale inhoudingen - kleiner is dan 300 EUR, dan zal het netto-vestigingskapitaal worden uitbetaald. Dit bedrag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, bijdragen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
§ 3. Toutefois, si la rente annuelle - après déduction des charges fiscales et parafiscales légales - est inférieure à 300 EUR, le capital net constitutif sera versé. Ce montant est indexé suivant les dispositions de la loi du 2 août 1971, instaurant un régime de liaison à l’indice des prix à la consommation des traitements, salaires, pensions, cotisations et subventions à charge du trésor public, de certaines prestations sociales, des limites de rémunération à prendre en considération pour le calcul de certaines cotisations de sécurité sociale des ouvriers, ainsi que des obligations imposées en matière sociale aux indépendants.
HOOFDSTUK VII. — Uitvoering van de gewaarborgde prestaties
CHAPITRE VII. — Exécution des prestations assurées
Afdeling 1. — Solidariteitsprestaties zoals beschreven in artikel 7 en 8
Section 1re. — Prestations de solidarité telles que décrites aux articles 7 et 8
Art. 10. § 1. De uitkeringen van de solidariteitsprestaties zoals beschreven in artikel 7 en 8 van het solidariteitsreglement, worden jaarlijks in de maand september gestort op de binnen de solidariteitsinstelling beheerde individuele polissen in kwestie.
Art. 10. § 1er. Les prestations de solidarité telles que décrites aux articles 7 et 8 du règlement de solidarité seront annuellement imputées en septembre aux contrats individuels qui sont gérés au sein de l’organisme de solidarité.
§ 2. Deze storting heeft betrekking op de risico’s die zich hebben voorgedaan tussen 1 januari en 31 december van het voorgaande jaar.
§ 2. Il s’agit en l’occurrence des risques encourus pendant la période du 1er janvier au 31 décembre de l’année écoulée.
§ 3. Bij de toekenning wordt er rekening gehouden met een kapitalisatie van de solidariteitsprestaties aan een intrestvoet van 3,25 procent alsof alle solidariteitsprestaties uit de beschouwde periode zouden betaald zijn op 1 juli van dat jaar.
§ 3. Les prestations de solidarité seront capitalisées en tenant compte d’un taux d’intérêt de 3,25 pour cent dans l’hypothèse où toutes les prestations de solidarité de la période considérée seraient imputées au 1er juillet de cette année.
Art. 11. § 1. In hoofde van de aangeslotenen wiens werkgever gekozen heeft voor opting-out in uitvoering van artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, worden de gekapitaliseerde solidariteitsprestaties gestort aan de pensioeninstelling die het opting-outplan beheert binnen de 5 dagen nadat de solidariteitsinstelling door de pensioeninstelling in kwestie, in kennis is gesteld van alle daartoe nodige gegevens.
Art. 11. § 1er. S’il s’agit d’affiliés dont l’employeur a choisi l’optingout en vertu de l’article 7 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social, les prestations de solidarité capitalisées seront versées à l’organisme de pension qui gère le plan d’opting-out, dans les 5 jours après que l’organisme de solidarité ait rec¸ u de l’organisme de pension visé toutes les données qui lui sont nécessaires pour effectuer le versement.
§ 2. De solidariteitsinstelling neemt jaarlijks hiertoe contact op met de pensioeninstelling in kwestie ten laatste op 1 oktober volgend op het refertejaar.
§ 2. A cette fin, l’organisme de solidarité se mettra annuellement en rapport avec l’organisme de pension en question, au plus tard le 1er octobre suivant l’année de référence. ` cette fin, l’organisateur fournira par le biais de l’ASBL Sefocam § 3. A à l’organisme de solidarité un aperc¸ u des employeurs qui ont usé de la faculté d’opting-out, au plus tard le 1er septembre de chaque année.
§ 3. De inrichter stelt via de VZW Sefocam hiertoe de solidariteitsinstelling jaarlijks een lijst ter beschikking van de werkgevers die gekozen hebben voor opting-out, en dit ten laatste per 1 september. Art. 12. Wist een aangeslotene die zich tijdens het afgelopen jaar bevond in een situatie zoals beschreven in artikel 7 of 8, tijdens dat jaar zelf of diens rechtverkrijgende(n) het voorschot op aanvullend pensioen uitgekeerd te krijgen, dan zullen de solidariteitsprestaties zoals bedoeld in artikel 7 of 8 waarop de betrokkene recht heeft, worden verwerkt in het saldo dat hem in het kader van het pensioenluik zal worden toegekend.
Art. 12. Si, au cours de l’année écoulée, un affilié s’est trouvé, dans une des situations visées à l’article 7 ou 8 et s’il ou son (ses) ayant(s) droit a touché l’acompte sur la pension complémentaire dans la même année, les prestations de solidarité visées à l’article 7 ou 8, et auxquelles l’intéressé peut prétendre, seront imputées sur le solde qui lui sera attribué dans le cadre de son volet de pension.
Afdeling 2. — Solidariteitsprestatie zoals beschreven in artikel 9
Section 2. — Prestation de solidarité telle que définie à l’article 9
Art. 13. § 1. Om tot de uitbetaling van de solidariteitsprestatie zoals beschreven in artikel 9 hiervoor te kunnen overgaan dient/dienen de rechtverkrijgende(n) dezelfde procedure te volgen als deze voorzien voor de uitbetaling van de voordelen bij overlijden in het kader van het pensioenluik.
Art. 13. § 1er. Pour pouvoir verser la prestation de solidarité comme indiqué à l’article 9 ci-dessus, il faut que le ou les bénéficiaires suivent la même procédure que celle prévue pour le paiement des avantages en cas de décès dans le volet de pension.
§ 2. De inrichter zal, indien nodig, via de VZW Sefocam een tewerkstellingsattest opvragen bij de werkgever van de aangeslotene, zoals bedoeld in artikel 2.5. van dit solidariteitsreglement, waaruit moet blijken of de prestatie zoals beschreven in artikel 9 gewaarborgd is.
§ 2. A la rigueur, l’organisateur réclame, par le biais de l’ASBL Sefocam, une attestation d’emploi auprès de l’employeur de l’affilié, tel que visé à l’article 2.5. du présent règlement de solidarité. Il doit ressortir de cette attestation que la prestation décrite à l’article 9 est assurée.
49934
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK VIII. — Technische grondslagen
CHAPITRE VIII. — Bases techniques
Art. 14. § 1. Voor de dekking van de solidariteitsprestaties zoals vermeld in artikelen 7 en 8 hiervoor, sluit de inrichter een verzekeringsovereenkomst af met de solidariteitsinstelling. De solidariteitsinstelling onderschrijft terzake een resultaatsverbintenis.
Art. 14. § 1er. Pour garantir les prestations de solidarité définies à l’article 7 et 8, l’organisateur souscrit un contrat d’assurance auprès de l’organisme de solidarité qui prend, en l’occurrence, un engagement de résultat.
§ 2. De solidariteitstoezegging wordt gefinancierd overeenkomstig de tariferingregels die door de solidariteitsinstelling gebruikt wordt voor de bewuste risico’s, rekening houdende met de verplichtingen terzake voorzien in het financieringsbesluit.
§ 2. L’engagement de solidarité est financé conformément aux règles tarifaires utilisées par l’organisme de solidarité pour les risques concernés en tenant compte des obligations prévues par l’arrêté de financement.
Art. 15. Ter dekking van de solidariteitsprestaties zoals beschreven in :
Art. 15. Pour garantir les prestations de solidarité définies à :
— artikel 7 en 8 wordt telkens een tijdelijke verzekering van een jaar onderschreven in hoofde van elke aangeslotene;
— l’article 7 et 8, une assurance temporaire d’un an est chaque fois souscrite sur la tête de chaque affilié;
— artikel 9 wordt een tijdelijke overlijdensverzekering onderschreven waarbij de solidariteitsinstelling op het hoofd van elke aangeslotene een vestigingskapitaal ter financiering van een rente-uitkering in geval van een eventueel vroegtijdig overlijden verzekert.
— l’article 9, une assurance temporaire de décès est souscrite par laquelle l’organisme de solidarité assure sur la tête de chaque affilié un capital constitutif pour financer le paiement d’une rente en cas de décès prématuré de l’affilié.
HOOFDSTUK IX. — Bijdragen
CHAPITRE IX. — Cotisations
Art. 16. § 1. Alle vereiste uitgaven tot het waarborgen van de solidariteitsprestaties vermeld in artikelen 7, 8 en 9 hiervoor vallen geheel ten laste van de inrichter.
Art. 16. § 1er. Toutes les dépenses requises pour assurer les prestations de solidarité visées aux articles 7, 8 et 9 sont entièrement à charge de l’organisateur.
§ 2. Deze bijdrage vormt per aangeslotene 0,07 procent van diens jaarbezoldiging. Deze bijdrage wordt bepaald door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
§ 2. Cette cotisation est de 0,07 pour cent du salaire annuel de chaque affilié. Cette cotisation est fixée en vertu de l’article 5 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
§ 3. De inrichter zal de globale bijdrage per maand aan de solidariteitsinstelling storten.
§ 3. L’organisateur versera tous les mois l’ensemble des cotisations à l’organisme de solidarité.
HOOFDSTUK X. — Solidariteitsfonds
CHAPITRE X. — Fonds de solidarité
Art. 17. § 1. In de schoot van de solidariteitsinstelling wordt een solidariteitsfonds ingericht, genaamd het Sefocam Solidariteitsfonds.
Art. 17. § 1er. Au sein de l’organisme de solidarité, un fonds de solidarité est créé, dénommé le Fonds de Solidarité Sefocam.
§ 2. De bijdragen voor de solidariteitstoezegging alsook de bijdragen gestort door de respectievelijke inrichters van de solidariteitstoezeggingen gedaan in het kader van de sectorale pensioenstelsels van het Paritair Comité voor het garagebedrijf (P.C. 112), het Paritair Subcomité voor de metaalhandel (P.S.C. 149.04), alsook deze van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen (P.S.C. 142.01), worden gestort in dit solidariteitsfonds.
§ 2. Les organisateurs respectifs de l’engagement de solidarité, dans le cadre des régimes de pension sectoriels de la Commission paritaire pour les entreprises de garage (C.P. 112), la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal (S.C.P. 149.04) et la Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux (S.C.P. 142.01), verseront également leurs cotisations à ce fonds de solidarité.
§ 3. Het solidariteitsfonds wordt door de solidariteitsinstelling afzonderlijk van zijn overige activiteiten beheerd als een wiskundige inventarisreserve.
§ 3. Le fonds de solidarité est géré par l’organisme de solidarité en dehors de ses autres activités comme une réserve mathématique d’inventaire.
§ 4. De solidariteitsinstelling verbindt er zich toe om bovenop de tariefgrondslagen, de gerealiseerde winst afkomstig uit de verzekeringen en de beleggingen in bepaalde hiervoor aangewezen activa, integraal als winstdeling te verdelen en toe te kennen. Deze activa worden van de andere activa van de solidariteitsinstelling afgezonderd en vormen bijgevolg een afgezonderd fonds. Evenwel zal het rendement van het fonds maar toegekend worden indien de verrichtingen van het fonds rendabel zijn.
§ 4. L’organisme de solidarité s’engage, en plus des bases tarifaires, à répartir et à attribuer intégralement, sous forme de participation bénéficiaire, le bénéfice réalisé provenant des assurances et des placements dans certains actifs désignés à cette fin. Ces actifs sont séparés des autres actifs de l’organisme de solidarité et constituent un fonds cantonné. Toutefois, l’octroi du rendement du fonds est subordonné à la condition que les opérations du fonds soient rentables.
§ 5. Er wordt een inventaris bijgehouden die alle bestanddelen van het vermogen van het fonds bevat. Deze inventaris wordt opgemaakt voor elke dag waarop een wijziging van de samenstelling van het fonds plaatsheeft. Daarenboven werd er het hierna weergegeven winstdelingsreglement opgesteld.
§ 5. Il est tenu un inventaire de la composition du fonds comportant tous les éléments du patrimoine du fonds. Cet inventaire est établi chaque jour où a lieu une modification de la composition du fonds. De plus, le règlement de participation bénéficiaire ci-après a été élaboré.
Winstdelingreglement van het afgezonderd fonds ″Sefocam - Solidariteit″ :
Règlement de participation bénéficiaire du fonds cantonné ″Sefocam - Solidarité″ :
De tegoeden die in dit kader worden aangehouden, worden geïnvesteerd in een afgezonderd fonds ″Sefocam - Solidariteit″ dat hoofdzakelijk is samengesteld uit financiële activa die afkomstig zijn van de euro- zone. De beleggingsportefeuille is voor minimaal 75 procent belegd in obligaties waarvan de emittenten van uitstekende kwaliteit zijn. Het gaat hoofdzakelijk om Staatsobligaties van de euro-zone. Het fonds investeert ook een minderheidsaandeel ten belope van maximaal 25 procent van de waarde van het fonds in aandelen van de euro - zone en van diverse sectoren van de economie om op gemiddelde termijn een financiële winst te realiseren die hoger ligt dan deze die enkel zou gebaseerd zijn op investeringen met vaste opbrengst. Het fonds beschikt tevens over een veranderlijk bedrag aan liquiditeiten voor maximum 20 procent van de waarde van het fonds.
Les crédits qui sont poursuivis dans ce cadre, sont investis dans un fonds cantonné dénommé ″Sefocam - Solidarité″, composé principalement d’actifs financiers provenant de la zone euro. Le portefeuille de placements est investi pour minimum 75 pour cent en obligations dont les émetteurs sont d’une qualité excellente. Il s’agit principalement d’obligations d’état de la zone euro. Une partie minoritaire de maximum 25 pour cent est également investie en actions de la zone euro et de divers secteurs de l’économie afin de réaliser, à moyen terme, un gain financier plus élevé que le résultat qui pourrait être obtenu sur base d’investissements exclusivement à rendement fixe. Le fonds dispose également d’un montant variable de liquidités d’un maximum de 20 pour cent de sa valeur.
De resultaten van dit afgezonderd fonds worden gereserveerd binnen het fonds en worden besteed aan de financiering van de toekomstige verplichtingen van het solidariteitsstelsel.
Les résultats de ce fonds cantonné sont réservés au sein du fonds et sont destinés au financement des engagements futurs du régime de solidarité.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49935
De financiële winsten worden bepaald overeenkomstig de evaluatie en waarderingsregels van de solidariteitsinstelling. Ten einde de financiële prestaties gerealiseerd door het afgezonderd fonds te stabiliseren, kan een quotiteit van de uitzonderlijke opbrengsten (zie hierna) elk jaar een reserve stijven waarop door de inrichter aanspraak kan gemaakt worden het jaar nadien. Een gedeelte van de uitzonderlijke opbrengsten kan dus van jaar tot jaar overgedragen worden. De uitzonderlijke opbrengsten zijn samengesteld uit de meer- en minwaarden van obligaties en aandelen, de eventuele monetaire aanpassingen op rentedragende activa, alsook de waardeverminderingen of terugnames van waardeverminderingen. De investeringspolitiek van het afgezonderd fonds heeft tot doel de veiligheid, het rendement en de liquiditeit van de beleggingen te waarborgen. Hierbij wordt rekening gehouden met een oordeelkundige diversificatie en spreiding van de beleggingen.
Les bénéfices financiers sont déterminés conformément aux règles d’évaluation et de valorisation de l’organisme de solidarité. Afin de lisser les performances financières réalisées par le fonds cantonné, une quotité des revenus exceptionnels (voir plus loin) pourra alimenter chaque année une réserve à laquelle l’organisateur peut prétendre l’année suivante. Une part des revenus exceptionnels pourra donc être reportée d’année en année. Les revenus exceptionnels sont constitués des plus et des moins-values réalisées sur obligations et actions, des éventuels ajustements monétaires sur actifs productifs d’intérêts, ainsi que des réductions de valeur ou reprises de réductions de valeur. La politique d’investissement du fonds cantonné a pour objectif de garantir la sécurité, le rendement et la liquidité des investissements. Pour atteindre cet objectif il est tenu compte d’une diversification judicieuse des investissements.
§ 6. De solidariteitsinstelling stelt een financieel jaarverslag op dat toelaat na te gaan of het gedeelte van de aan de overeenkomsten toegekende winsten en de uitgevoerde beleggingen aan de bepalingen van het winstdelingsreglement beantwoorden. Dit verslag wordt ter beschikking gesteld van het toezichtcomité.
§ 6. L’organisme de solidarité établit un rapport financier annuel permettant de vérifier si la part des bénéfices attribués aux contrats et si les placements effectués sont conformes aux dispositions du règlement de participation bénéficiaire. Ce rapport est tenu à la disposition du comité de surveillance.
§ 7. Het solidariteitsfonds kan slechts worden gedebiteerd door betaling van verzekeringspremies die de betrokken risico’s dekken en van de kosten verbonden aan deze solidariteitstoezeggingen.
§ 7. Le fonds de solidarité ne peut être débité que pour payer les primes d’assurances couvrant les risques en question et les frais liés à ces engagements de solidarité.
§ 8. In geval van liquidatie van een werkgever, zullen de gelden van het solidariteitsfonds die proportioneel slaan op de verplichtingen van die bepaalde werkgever, noch geheel noch gedeeltelijk worden teruggestort aan de inrichter. Deze gelden zullen daarentegen worden aangewend ter financiering van de solidariteitsprestaties ten gunste van de overige aangeslotenen.
§ 8. En cas de liquidation d’un employeur, les sommes du fonds de solidarité proportionnelles aux obligations de cet employeur ne seront restituées à l’organisateur ni en tout ni en partie. Elles seront par contre affectées au financement des prestations de solidarité en faveur des autres affiliés.
§ 9. In geval van stopzetting van het sectoraal pensioenplan, zullen de gelden van het fonds in geen geval noch volledig noch gedeeltelijk worden teruggestort aan de inrichter. Het zal daarentegen onder alle aangeslotenen die minstens één jaar aangesloten waren bij het sectoraal pensioenstelsel, beschouwd op het moment van de stopzetting ervan, worden verdeeld in verhouding met de verworven reserve waarover de betrokkenen beschikken in het kader van het pensioenstelsel, desgevallend aangevuld tot de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24, § 2, van de W.A.P.
§ 9. En cas de cessation du régime de pension sectoriel, les sommes du fonds ne seront restituées ni en tout ni en partie à l’organisateur mais seront partagées entre tous ceux qui, au moment même où il y est mis un terme, sont affiliés depuis au moins un an; ce partage serait proportionnel à la réserve acquise par chacun d’entre eux dans le cadre du régime de pension, majorée le cas échéant jusqu’à ce que les sommes minimales, garanties en application de l’article 24, § 2, de la L.P.C., soient atteintes.
§ 10. Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen zal ten laste worden gelegd van de aangeslotenen of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserves worden afgetrokken.
§ 10. Aucune indemnité et aucune perte de participation bénéficiaire ne seront ni imputées aux affiliés, ni déduites des réserves acquises au moment du transfert.
HOOFDSTUK XI. — Toezichtcomité
CHAPITRE XI. — Comité de surveillance
Art. 18. § 1. Er werd binnen de solidariteitsinstelling een toezichtcomité opgericht dat voor de helft is samengesteld uit leden die het personeel vertegenwoordigen aan wie de onderhavige solidariteitstoezegging wordt gedaan en voor de andere helft uit werkgevers.
Art. 18. § 1er. Un comité de surveillance a été créée au sein de l’organisme de solidarité, composé pour moitié de membres représentant le personnel en faveur duquel le présent engagement de solidarité a été instauré, et pour moitié d’employeurs.
§ 2. Dit toezichtcomité ziet toe op de goede uitvoering van de solidariteitstoezegging door de solidariteitsinstelling en wordt door laatstgenoemde voorafgaandelijk geraadpleegd over :
§ 2. Ce comité de surveillance veille à la bonne exécution de l’engagement de solidarité par l’organisme de solidarité qui prendra soin de consulter d’abord ce comité à propos de :
— de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten;
— la stratégie d’investissement à long et à court terme et la mesure dans laquelle sont pris en compte les aspects sociaux, éthiques et environnementaux;
— het rendement van de beleggingen;
— le rendement des placements;
— de kostenstructuur;
— la structure des frais;
— in voorkomend geval, de winstdeling.
— le cas échéant, la participation bénéficiaire.
HOOFDSTUK XII. — Transparantieverslag
CHAPITRE XII. — Rapport de transparence
Art. 19. § 1. Onder de naam ″transparantieverslag ″ zal de solidariteitsinstelling jaarlijks een verslag opstellen over het door haar gevoerde (deelaspect) van het beheer van de solidariteitstoezegging en dit - na raadpleging van het toezichtcomité - ter beschikking stellen van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen.
Art. 19. § 1 . Sous le nom ″rapport de transparence″, l’organisme de solidarité rédigera un rapport annuel relatif à sa gestion (partielle) de l’engagement de solidarité et - après consultation du comité de surveillance - le mettra à disposition de l’organisateur qui le communiquera aux affiliés sur simple requête de leur part.
§ 2. Het verslag betreft de volgende elementen :
er
§ 2. Le rapport abordera les aspects suivants :
— de financieringswijze van de solidariteitstoezegging en de structurele wijzigingen in die financiering;
— le mode de financement de l’engagement de solidarité et les modifications structurelles dans ce financement;
— de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten;
— la stratégie d’investissement à long et court terme et la mesure dans laquelle sont pris en compte les aspects sociaux, éthiques et environnementaux;
— het rendement van de beleggingen;
— le rendement des placements;
— de kostenstructuur;
— la structure des frais;
— in voorkomend geval, de winstdeling.
— le cas échéant, la participation bénéficiaire.
49936
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
HOOFDSTUK XIII. — Informatieverstrekking aan de aangeslotenen Art. 20. § 1. De solidariteitsinstelling zal ten minste een maal per jaar aan de aangeslotenen meedelen op welke solidariteitsprestaties zij voor wat betreft het bewuste verzekeringsjaar recht hadden. § 2. Deze gegevens worden geïncorporeerd op de pensioenfiche die de pensioeninstelling (die tevens de solidariteitsinstelling is) jaarlijks in uitvoering van artikel 22 van het pensioenreglement - aan de aangeslotenen dient te bezorgen. § 3. Volgende informatie wordt aldus opgenomen in de pensioenfiche voor wat betreft de solidariteitsprestaties : 1. Het aantal weerhouden gelijkgestelde dagen bij tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen; 2. Het aantal weerhouden gelijkgestelde dagen bij arbeidsongeschiktheid ingevolge (beroeps) ziekte en/of (arbeids)ongeval; 3. Het forfaitair bedrag toegekend per gelijkgestelde dag zijnde 0,50 EUR; 4. Het toegekend nettobedrag gedurende het refertejaar aan het pensioenluik zijnde het aantal weerhouden gelijkgestelde dagen vermenig-vuldigd met het forfaitair bedrag van 0,50 EUR. § 4. De tekst van dit solidariteitsreglement zal door de inrichter ter beschikking worden gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek.
CHAPITRE XIII. — Informations destinées aux affiliés Art. 20. § 1er. L’organisme de solidarité avisera les affiliés, au moins une fois par an, des prestations de solidarité auxquelles ils avaient droit pour l’année d’assurance considérée. § 2. Ces données figurent sur la fiche de pension que l’organisme de pension (qui est aussi l’organisme de solidarité) est tenu de fournir chaque année aux affiliés, en vertu de l’article 22 du règlement de pension. § 3. Les informations suivantes seront donc incorporées dans la fiche de pension en ce qui concerne les prestations de solidarité : 1. Nombre de jours assimilés retenus en cas de chômage temporaire pour cause économique; 2. Nombre de jours assimilés retenus en cas d’incapacité de travail pour cause de maladie (professionnelle) et/ou d’accident (de travail); 3. Le montant forfaitaire affecté par jour assimilé, soit 0,50 EUR;
HOOFDSTUK XIV. — Fiscaliteit Art. 21. § 1. Deze solidariteitstoezegging wordt door de solidariteitsinstelling op een gedifferentieerde wijze beheerd zodat voor elke aangeslotene of diens rechtverkrijgende(n) de toepassing van het specifieke regime inzake inkomstenbelastingen en met het zegel gelijkgestelde taksen gewaarborgd is, zowel inzake de behandeling van de bijdragen als van de prestaties. § 2. Het pensioen dat - in voorkomend geval - uit de toepassing van deze solidariteitstoezegging voortvloeit, winstdelingen inbegrepen, verhoogd met het wettelijk pensioen dat geschat wordt in functie van het aantal jaren dienst bij een werkgever of elders, mag in geen geval 80 procent overschrijden van de laatste normale brutojaarbezoldiging van de aangeslotene, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het aantal werkelijk gepresteerde jaren bij de werkgever of elders is en de noemer het aantal jaren van de normale duurtijd van de beroepsactiviteit die vastgesteld wordt op 40 jaar. § 3. De laatste normale bruto jaarbezoldiging is de brutojaarbezoldiging die, gelet op de vorige bezoldigingen van de aangeslotene, als normaal kan worden beschouwd en die hem betaald of toegekend werd gedurende het laatste jaar voor zijn oppensioenstelling waarin hij een normale beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.
CHAPITRE XIV. — Fiscalité Art. 21. § 1er. L’organisme de solidarité gère ledit engagement de solidarité de fac¸ on différenciée de sorte qu’à tout moment, pour chaque affilié ou son/ses ayant(s) droit, l’application du régime spécifique en matière d’impôt sur les revenus et de taxes assimilées au timbre est garantie tant en ce qui concerne le traitement des cotisations que des prestations. § 2. La pension qui découle - le cas échéant - de l’engagement de solidarité, participations bénéficiaires comprises, majorée de la pension légale, estimée en fonction du nombre d’années de carrière chez un employeur ou ailleurs, ne peut jamais dépasser 80 pour cent de la dernière rémunération annuelle brute normale de l’affilié, multipliés par une fraction dont le numérateur représente le nombre d’années de carrière effective chez l’employeur ou ailleurs, et le dénominateur le nombre d’années d’une carrière professionnelle normale, à savoir 40 ans. § 3. La dernière rémunération annuelle brute normale est la rémunération annuelle brute qui, au vu des rémunérations précédentes de l’affilié, peut être considérée comme normale et qui lui a été payée ou attribuée pendant la dernière année au cours de laquelle il a exercé une activité professionnelle normale avant sa mise à la retraite.
HOOFDSTUK XV. — Wijzigingsrecht Art. 22. § 1. Dit solidariteitsreglement wordt afgesloten in uitvoering van artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en is er dan ook onlosmakelijk mee verbonden. § 2. Bijgevolg zal dit solidariteitsreglement worden gewijzigd en zelfs worden stopgezet indien en in de mate dat de collectieve arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd of stopgezet. § 3. Er wordt een uitzondering voorzien voor de bepaling van het bedrag van de forfaits zoals bepaald in artikelen 7 en 8, alsook voor het bedrag van het vestigingskapitaal van de rente-uitkering bij overlijden zoals voorzien in artikel 9. Deze bedragen kunnen door de inrichter worden gewijzigd zonder te moeten overgaan tot een wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. § 4. In voorkomend geval licht de inrichter de aangeslotenen, alsook de C.B.F.A. in over de wijziging van solidariteitsinstelling.
CHAPITRE XV. — Droit de modification Art. 22. § 1er. Cet engagement de solidarité est souscrit en exécution de l’article 9 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social et est donc indissociable de cette dernière. § 2. En conséquence, si et dans la mesure où la convention collective de travail était modifiée ou supprimée, l’engagement de solidarité le serait aussi. § 3. Une exception est prévue en ce qui concerne la définition du montant des forfaits visés aux articles 7 et 8 et de celui du capital constitutif de la rente à verser en cas de décès, visée à l’article 9. Ces montants et ce capital peuvent être modifiés par l’organisateur sans qu’il faille modifier pour autant la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. § 4. Le cas échéant, l’organisateur avisera les affiliés ainsi que la C.B.F.A. du changement d’organisme de solidarité.
HOOFDSTUK XVI. — Niet betaling van de bijdragen Art. 23. § 1. Alle bijdragen die in uitvoering van onderhavig solidariteitsreglement (met inbegrip van de beheersovereenkomst zoals afgesloten tussen de solidariteitsinstelling en de inrichter ter toelichting van de dienstverlening van de solidariteitsinstelling) verschuldigd zijn of zullen worden, dienen door de inrichter voldaan op de gestelde vervaldagen. Zij maken één geheel uit voor alle verzekerde risico’s en voor alle aangeslotenen. § 2. Bij niet-betaling van bijdragen door de inrichter, zal deze door de solidariteitsinstelling door middel van een aangetekend schrijven in gebreke gesteld worden. § 3. Deze ingebrekestelling, die de inrichter aanmaant tot betaling en hem op de gevolgen van de niet-betaling wijst, wordt ten vroegste 30 dagen na de vervaldag van de onbetaalde bijdrage verzonden.
CHAPITRE XVI. — Défaut de paiement des cotisations Art. 23. § 1er. Toutes les cotisations qui sont ou qui seront à acquitter en exécution du présent régime de solidarité (y compris dans le cadre de la convention de gestion conclue entre l’organisme de solidarité et l’organisateur, explicitant les services qui incombent à l’organisme de solidarité) devront être acquittées par l’organisateur aux échéances fixées. Elles constituent un tout pour l’ensemble des risques assurés et pour l’ensemble des affiliés. § 2. En cas de non-paiement des cotisations par l’organisateur, celui-ci sera mis en demeure par l’organisme de solidarité au moyen d’un pli recommandé. § 3. Cette mise en demeure, sommant l’organisateur de payer et attirant son attention sur les conséquences du non-paiement, est envoyée au plus tôt 30 jours après l’échéance de la cotisation impayée.
4. Le montant net attribué au volet de pension au cours de l’année de référence, soit le total des jours assimilés retenus multiplié par le montant forfaitaire de 0,50 EUR. § 4. L’organisateur tiendra le texte du règlement de solidarité à la disposition des affiliés qui pourront l’obtenir sur simple demande.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49937
Indien, om welke reden ook, deze ingebrekestelling niet zou zijn verzonden aan de inrichter, dan zal iedere aangeslotene uiterlijk drie maanden na de vervaldag van de niet-betaalde bijdragen op de hoogte gebracht worden.
Si cette mise en demeure n’était pas expédiée pour quelque raison que ce soit, chaque affilié serait avisé du défaut de paiement des cotisations, au plus tard trois mois après leur échéance.
§ 4. Indien de bijdragebetaling wordt stopgezet voor het geheel van de contracten van het sectoraal pensioenstelsel, vervalt het recht van de aangeslotenen op enige uitbetaling in het kader van de solidariteitsprestaties. In dit geval zijn de modaliteiten van het laatste lid van artikel 17 van dit solidariteitsreglement van toepassing.
§ 4. Si le paiement des cotisations s’arrête pour l’ensemble des contrats du régime de pension sectoriel, les affiliés seront privés de leur droit aux prestations de solidarité. En pareil cas s’appliqueront les modalités du dernier alinéa de l’article 17 du présent règlement de solidarité.
HOOFDSTUK XVII. — De bescherming van de persoonlijke levenssfeer
CHAPITRE XVII. — La protection de la vie privée
Art. 24. § 1. De partijen verbinden zich ertoe de wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer te eerbiedigen. Zij zullen de persoonsgegevens waarvan zij in kennis gesteld worden in het kader van de huidige overeenkomst slechts mogen verwerken in overeenstemming met het voorwerp van deze overeenkomst. De partijen verbinden zich ertoe om de gegevens bij te werken, te verbeteren, alsook de onjuiste of overbodige gegevens te verwijderen.
Art. 24. § 1er. Les parties s’engagent à respecter la législation sur la protection de la vie privée. Elles ne pourront traiter les données personnelles, dont elles ont pris connaissance dans le cadre de la présente convention, que conformément à l’objet de cette convention. Elles s’engagent à actualiser les données, à les corriger et à supprimer les données fausses ou superflues.
§ 2. Zij zullen de gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, het toevallig verlies, de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van persoonsgegevens.
§ 2. Elles prendront les mesures techniques et organisationnelles appropriées pour protéger les données personnelles contre la destruction illicite ou accidentelle, la perte accidentelle, la modification ou l’accès, et d’autres traitements non autorisés, de ces données personnelles.
§ 3. Voor wat betreft de gegevens betreffende de gezondheid en de ″gevoelige″ gegevens in de zin van de wet van 8 december 1992 op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, wijzen partijen de categorieën van personen aan die deze gegevens kunnen verwerken, waarbij de hoedanigheid van deze personen ten opzichte van de verwerking van de betrokken gegevens nauwkeurig wordt omschreven. Partijen zullen een lijst van de aldus aangewezen personen ter beschikking houden van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer en zullen ervoor zorgen dat de aangewezen personen door een wettelijke, statutaire of evenwaardige contractuele bepaling ertoe gehouden zijn het vertrouwelijk karakter van de betrokken gegevens in acht te nemen.
§ 3. Pour ce qui concerne les données médicales et celles ″sensibles″ au sens de la loi du 8 décembre 1992 sur la protection de la vie privée, les parties désignent les catégories de personnes qui peuvent traiter ces données, en précisant rigoureusement la qualité de celles-ci par rapport aux données à traiter. Les parties tiendront la liste de ces personnes à la disposition de la Commission pour la Protection de la Vie privée et veilleront à ce que ces personnes soient tenues à respecter la confidentialité de ces données par une disposition légale, statutaire ou contractuelle équivalente.
§ 4. Partijen zullen de nodige middelen aanwenden ter eerbiediging van de onder dit artikel aangegane verbintenissen derwijze dat ieder gebruik voor andere doeleinden of door andere personen dan deze die bevoegd zijn om de gevoelige gegevens en de gegevens betreffende de gezondheid te verwerken, uitgesloten is. Aangezien de inbreuken op de wetgeving ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer eveneens personen kan treffen die geen partij zijn bij de huidige overeenkomst, maar die de aansprakelijkheid van een van de partijen kunnen inroepen, zal de andere partij de aldus aangesproken partij vrijwaren tegen vorderingen gebaseerd op een inbreuk op deze wetgeving.
§ 4. Les parties mettront en œuvre les moyens nécessaires au respect des engagements pris en vertu de cet article afin d’exclure tout usage à des fins autres ou par des personnes autres que celles qui sont compétentes pour traiter les données sensibles ou se rapportant à la santé. Vu que des infractions à la législation sur la protection de la vie privée peuvent aussi concerner les personnes qui ne sont pas partie prenante dans cette convention mais qui peuvent invoquer la responsabilité d’une des parties, l’autre partie s’abstiendra de poursuivre la partie incriminée pour cause d’infraction à cette législation.
HOOFDSTUK XVIII. — Verplichtingen ten opzichte van de C.B.F.A.
CHAPITRE XVIII. — Obligations vis-à-vis de la C.B.F.A.
Art. 25. § 1. De solidariteitsinstelling stelt op het einde van ieder boekjaar een resultatenrekening op, evenals een balans met activa en passiva van het solidariteitsfonds en zendt die stukken binnen de maand na hun goedkeuring aan de C.B.F.A.
Art. 25. § 1er. L’organisme de solidarité établit en fin d’année un compte de résultats et le bilan de l’actif et du passif du fonds de solidarité et transmet ces documents à la C.B.F.A. dans le mois qui suit leur approbation.
§ 2. De activa van het solidariteitsfonds moeten worden belegd en geëvalueerd overeenkomstig de regels van toepassing op de dekkingswaarden van de voorzorgsinstellingen in uitvoering van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. Een gedetailleerde staat van die waarden zal samen met de balans vermeld in het eerste lid, worden toegezonden aan de C.B.F.A.
§ 2. Les actifs du fonds de solidarité doivent être investis et évalués conformément aux règles qui découlent de la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d’assurances, d’application aux institutions de prévoyance. Un relevé détaillé de ces valeurs devra accompagner le bilan (visé au premier alinéa) qui sera transmis à la C.B.F.A.
§ 3. De solidariteitsinstelling duidt een actuaris aan die voldoet aan de voorwaarden vastgelegd in het koninklijk besluit van 22 november 1994 houdende uitvoering van artikel 40bis van de voormelde wet van 9 juli 1975 met betrekking tot het bepalen van de voorwaarden waaraan actuarissen moeten voldoen.
§ 3. L’organisme de solidarité désignera un actuaire remplissant les conditions de l’arrêté royal du 22 novembre 1994 portant exécution de l’article 40bis de cette loi du 9 juillet 1975 qui définit les conditions à remplir par les actuaires.
§ 4. De aangeduide actuaris brengt jaarlijks advies uit over de financiering evenals over de resultatenrekening en de balans zoals bedoeld in het eerste lid. Dat advies bevat ook zijn oordeel over de toeslagen. Het advies wordt toegezonden aan het toezichtcomité.
§ 4. L’actuaire désigné émettra chaque année un avis à propos du financement, du compte de résultats et du bilan visé au premier alinéa. Dans cet avis, il donnera aussi son appréciation à propos des suppléments. Cet avis sera adressé au comité de surveillance. CHAPITRE XIX. — Plan de redressement
HOOFDSTUK XIX. — Herstelplan er
Art. 26. § 1. In geval van een tekort moet de inrichter een plan aan de C.B.F.A. voorleggen waarin hij de maatregelen preciseert om het evenwicht te herstellen. Deze maatregelen kunnen bij-voorbeeld een bijkomende storting inhouden of een verlaging van de prestaties.
Art. 26. § 1 . En cas de déficit, l’organisateur devra soumettre à la C.B.F.A. un plan détaillé des mesures qu’il compte prendre pour rétablir l’équilibre; ces mesures peuvent se traduire par un versement supplémentaire ou par une réduction des prestations.
§ 2. Dit herstelplan dient aan de C.B.F.A. te worden opgestuurd binnen de door haar gestelde termijn.
§ 2. Ce plan de redressement est à transmettre à la C.B.F.A. dans les délais qu’elle a fixés.
49938
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
§ 3. Indien uit het daaropvolgende jaarlijkse advies van de aangewezen actuaris blijkt dat dit herstelplan niet geleid heeft tot het financieel evenwicht van het solidariteitsfonds, dan zal de inrichter een nieuwe herstelplan voorstellen. Ook het nieuwe herstelplan zal aan de C.B.F.A. worden opgestuurd binnen de door haar gestelde termijn. § 4. Indien uit het daaropvolgende jaarlijkse advies van de aangewezen actuaris blijkt dat ook het nieuwe herstelplan niet geleid heeft tot het financieel evenwicht van het solidariteitsfonds, dan zal de inrichter aan de C.B.F.A. verzoeken om een herstelplan op te leggen. § 5. Ingeval van een eventuele vereffening van het solidariteitsfonds zijn de modaliteiten van het laatste lid van artikel 17 van dit solidariteitsreglement van toepassing.
§ 3. Si l’actuaire désigné indique dans son avis l’année suivante que ce plan de redressement n’a pas permis de rééquilibrer les finances du fonds de solidarité, l’organisateur proposera un nouveau plan de redressement qu’il devra transmettre également à la C.B.F.A. dans les délais qu’elle a fixés. § 4. Si l’actuaire désigné indique dans son avis l’année suivante que ce nouveau plan de redressement n’a pas non plus permis de rééquilibrer les finances du fonds de solidarité, l’organisateur demandera à la C.B.F.A. d’imposer un plan de redressement. § 5. Toute liquidation éventuelle du fonds de solidarité se fera selon les modalités du dernier alinéa de l’article 17 de ce règlement de solidarité.
HOOFDSTUK XX. — Aanvang Art. 27. § 1. Het solidariteitsreglement dat als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 was gevoegd evenals deze bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2006 tot wijziging van de bedragen toegekend in het solidariteitsluik van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, worden opgeheven vanaf 1 januari 2008. Dit solidariteitsreglement vangt aan 1 januari 2008 en wordt voor onbepaalde duur aangegaan. Haar bestaan is echter gekoppeld aan het bestaan van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. § 2. Beide partijen kunnen dit reglement in haar geheel opzeggen tegen het einde van ieder verzekeringsjaar. Deze opzegging geschiedt bij een aangetekend schrijven, te richten aan de zetel van de medecontractant en op het postkantoor af te geven ten laatste zes maanden voor het einde van het verzekeringsjaar. Deze opzeg is onderworpen aan de modaliteiten zoals voorzien in artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
CHAPITRE XX. — Entrée en vigueur Art. 27. § 1er. Le règlement de solidarité qui était annexé à la convention collective de travail du 26 mai 2005 ainsi que celui annexé à la convention collective de travail du 5 septembre 2006 portant sur la modification des montants octroyés dans le volet de solidarité du régime de pension sectoriel social, sont abrogés à partir du 1er janvier 2008. Le présent règlement de solidarité prend effet au 1er janvier 2008 pour une durée indéterminée. Son existence est toutefois liée à l’existence de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social. § 2. Les deux parties peuvent résilier ce règlement dans son ensemble à la fin de chaque année d’assurance. Cette résiliation se fera par lettre recommandée, adressée au siège du cocontractant et remise à la poste au plus tard six mois avant la fin de l’année d’assurance. Cette résiliation est soumise aux modalités prévues à l’article 14 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Bijlage 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel
Annexe 3 à la convention collective de travail du 9 octobre 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, concernant la modification et la coordination du régime de pension sectoriel social
MINIMALE VOORWAARDEN WAARAAN EEN OPTING-OUT PLAN DIENT TE VOLDOEN ter uitvoering van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002 kunnen de werkgevers die op 1 januari 2002 nog niet werkzaam waren onder het ressort van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, gedurende een in de tijd beperkte periode, er voor opteren om de uitvoering van een pensioenstelsel zelf te organiseren. Deze mogelijkheid staat enkel open voor de werkgevers binnen wiens onderneming er reeds een collectieve arbeidsovereenkomst of collectief akkoord bestond vóór 31 december 2000 betreffende een ondernemingspensioenstelsel. In voorkomend geval zal de in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel voorziene bijdrage worden aangewend tot uitbreiding van het bewuste ondernemingspensioenstelsel. Het ondernemingsstelsel dient minstens te voldoen aan de hierna volgende voorwaarden :
CONDITIONS MINIMALES OBLIGATOIRES D’UN PLAN OPTING-OUT en vertu de l’article 6 de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, les employeurs qui, au 1er janvier 2002, ne ressortissaient pas encore à la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, ont la faculté d’organiser eux-mêmes, durant un court laps de temps, l’application d’un régime de pension. Cette faculté n’existe que pour les employeurs chez qui s’appliquaient une convention collective de travail ou un accord collectif concernant un régime de pension d’entreprise dès avant le 31 décembre 2000. Le cas échéant, la cotisation visée à l’article 5 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social sera affectée à l’élargissement du régime de pension d’entreprise concerné. Le régime d’entreprise doit remplir au moins les conditions suivantes :
HOOFDSTUK I. — Ondernemingspensioenstelsel
CHAPITRE Ier. — Régime de pension d’entreprise
Afdeling 1. — Aansluitingsvoorwaarden Artikel 1. § 1. Alle arbeiders die op of na 1 januari 2002 met een werkgever die gebruik gemaakt heeft van de opting-outmogelijkheid zoals bedoeld in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, verbonden zijn of waren via een arbeidsovereenkomst (ongeacht de aard van deze arbeidsovereenkomst), moeten aangesloten worden bij het ondernemingsplan. § 2. Dit houdt ondermeer in dat : — ook de arbeiders die tewerkgesteld worden op basis van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, dienen aan te sluiten; — de aansluiting onmiddellijk gebeurt ten tijde van het afsluiten van de arbeidsovereenkomst, waardoor de aansluiting dus niet kan uitgesteld worden tot een bepaalde leeftijd zoals bijvoorbeeld de 25e verjaardag van de aangeslotene.
Section 1re. — Conditions d’affiliation Article 1 . § 1 . Tous les ouvriers qui sont ou étaient sous contrat de travail au ou après le 1er janvier 2002 chez un employeur (quelle que soit la nature de ce contrat de travail) usant de cette faculté d’opting-out visée à l’article 7 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007, doivent être affiliés au régime de pension d’entreprise.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 30 juillet 2008.
er
er
§ 2. Cela implique notamment : — que les ouvriers embauchés sous contrat de travail à durée déterminée doivent être affiliés également; — que l’affiliation et la signature du contrat de travail doivent être simultanées, empêchant ainsi le report de l’affiliation jusqu’à un âge donné, par exemple jusqu’au 25e anniversaire de l’intéressé.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE § 3. Moeten evenwel niet aangesloten worden bij het ondernemingsplan : — de personen tewerkgesteld via een overeenkomst van studentenarbeid;
49939
§ 3. Ne doivent cependant pas être affiliées au régime de pension d’entreprise : — les personnes occupés via un contrat de travail d’étudiant;
— de personen tewerkgesteld via een overeenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van de werknemers ten behoeve van gebruiken;
— les personnes occupées via un contrat de travail intérimaire, tel que prévu au chapitre II de la loi du 24 juillet 1987 relative au travail temporaire, au travail intérimaire et à la mise à disposition de travailleurs pour des utilisateurs;
— de personen tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst gesloten in het kader van een speciaal met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinspannings-, en omscholingsprogramma.
— les personnes occupées via un contrat de travail conclu dans le cadre d’un programme spécial de formation, de promotion et de reconversion soutenu par les pouvoirs publics.
Afdeling 2. — Recht op verworven reserves en verworven prestaties
Section 2. — Droit aux réserves acquises et aux prestations acquises
Art. 2. § 1. Het ondernemingsstelsel mag voorzien dat de aangeslotene minstens gedurende een al dan niet onderbroken periode van één jaar dient te zijn aangesloten geweest bij het ondernemingsstelsel alvorens hij aanspraak kan maken op verworven reserves en verworven prestaties.
Art. 2. § 1er. Le régime de pension d’entreprise peut exiger que l’intéressé ait été affilié au régime de pension d’entreprise durant au moins une période - continue ou discontinue - d’un an avant qu’il puisse prétendre aux réserves acquises et aux prestations acquises.
§ 2. Niettegenstaande het voorgaande dient het ondernemingsstelsel te bepalen dat de aangeslotene wel degelijk verworven reserves verwerft (zelfs ingeval van uitdiensttreding binnen het jaar) :
§ 2. Nonobstant ce qui précède, le régime de pension d’entreprise devra stipuler que l’affilié bénéficiera réellement des réserves acquises (même s’il quitte son employeur en cours d’année) :
— indien hij of zij een nieuwe dienstbetrekking aanvaardt bij een werkgever zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel;
— s’il accepte un nouvel emploi chez un employeur de la catégorie visée à l’article 1er de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social;
— wanneer door het mee in aanmerking nemen van de maanden aansluiting bij het sectoraal pensioenstelsel van :
— si l’addition des mois d’affiliation au régime de pension sectoriel :
• het Paritair Comité voor het garagebedrijf (P.C. 112); • het Paritair Subcomité voor de metaalhandel (P.S.C. 149.04);
• de la Commission paritaire pour les entreprises de garage (C.P. 112); • de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal (S.C.P. 149.04);
• alsook het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen (P.S.C. 142.01),
• ainsi que de la Sous-commission paritaire pour la récupération de métaux (S.C.P. 142.01),
de minimale aansluitingstermijn van 12 maanden wel overschreden wordt. Voor wat betreft de verworvenheid van de reserves heeft dit het volgende gevolg : 1. In het geval er sprake is van een totale aansluitingstermijn van minimaal 12 maanden, al dan niet onderbroken, dan worden de latente rechten die de betrokkene bezit - dit wil zeggen de rechten en de reserves die overeenstemmen met een aansluitingstermijn van minder dan 12 maanden - in het kader van de respectievelijke sectorale pensioenstelsels toch verworven voor de aangeslotene. Dit heeft eveneens tot gevolg dat ingeval van herintreding van de aangeslotene in één van de vier sectorale pensioenstelsels, hij op dat ogenblik reeds beschikt over verworven rechten waardoor hij niet wederom aan een minimumaansluitingstermijn van 12 maanden al dan niet onderbroken in één of meerdere van de hiervoor vermelde sectoren dient te worden voldaan alvorens er wederom sprake zou zijn van verworven rechten. 2. In het geval er geen sprake is van een totale aansluitingstermijn van minimaal 12 maanden, al dan niet onderbroken, dan zal de tot op dit moment gevormde reserve in het financieringsfonds gestort worden. Indien de aangeslotene echter naderhand wederom zou toetreden tot onderhavig pensioenstelsel, dan zal de ten tijde van de uittreding in hoofde van de aangeslotene gevormde reserve uit het financieringsfonds worden gehaald om opnieuw te worden toegewezen aan de bewuste aangeslotene. Indien de aangeslotene opnieuw zou uittreden, dan zal deze procedure worden herhaald indien de totale aansluitingstermijn van de betrokkene de 12 maanden niet overschrijdt. De aangeslotene behoudt in voorkomend geval zijn latente rechten in het kader van de drie andere hiervoor vermelde sectorale pensioenstelsels.
donne une somme totale supérieure aux 12 mois minimum d’affiliation. La conséquence de cette situation est la suivante au niveau de l’acquisition des réserves : 1. S’il est question d’un délai d’affiliation total d’au moins 12 mois, interrompus ou non, les droits latents que l’intéressé possède c’est-à-dire les droits et les réserves qui correspondent à un délai d’affiliation de moins de 12 mois - dans le cadre des régimes de pension sectoriels respectifs sont quand même acquis à l’affilié. Cela a aussi pour conséquence qu’en cas de réaffiliation de l’affilié à l’un des quatre régimes de pension sectoriels, il dispose déjà à ce moment des droits acquis par lesquels il n’est plus nécessaire d’avoir de nouveau une période d’affiliation d’au moins 12 mois, interrompus ou non, dans un ou plusieurs des régimes précités avant qu’il soit de nouveau question de droits acquis. 2. S’il n’est pas question d’un délai d’affiliation total d’au moins 12 mois, interrompus ou non, les réserves constituées à ce moment seront versées dans le fonds de financement. Si toutefois l’affilié devait ultérieurement à nouveau adhérer au présent régime de pension, la réserve constituée dans le chef de l’affilié au moment de la sortie serait retirée du fonds de financement pour être de nouveau affectée à l’affilié concerné. Si l’affilié devait à nouveau sortir, cette procédure se répéterait si la durée d’affiliation de l’intéressé ne dépasse pas 12 mois. L’affilié conserve le cas échéant ses droits latents dans le cadre des trois autres régimes de pension sectoriels mentionnés ci-avant.
Afdeling 3. — Financiering
Section 3. — Financement er
Art. 3. § 1. Het bestaande ondernemingsstelsel dient te worden verhoogd met de bijdrage zoals voorzien in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en dit vanaf de daarin voorziene datum van inwerkingtreding.
Art. 3. § 1 . Le régime de pension d’entreprise existant doit être majoré de la cotisation visée à l’article 5 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social et ce, à partir de la date d’entrée en vigueur prévue.
§ 2. Deze bijdrage kan enkel aangewend worden als premie voor een verzekering in de combinatie ″uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserve″.
§ 2. La cotisation ne peut servir que de prime d’assurance dans le cadre d’une assurance ″à capital différé avec contre-assurance de la réserve″.
49940
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Afdeling 4. — Beperking van de kosten en de integrale winstverdeling Art. 4. De in het ondernemingspensioenstelsel aangerekende kosten en de winstverdeling van het pensioenstelsel dienen te voldoen aan de bepalingen van artikel 11, § 1, 4 °, van de W.A.P.
Section 4. — Limitation des frais et répartition intégrale des bénéfices Art. 4. Les frais imputés et la répartition des bénéfices dans le régime de pension d’entreprise doivent être conformes aux dispositions de l’article 11, § 1er, 4°, de la L.P.C.
Afdeling 5. — Rendementsgarantie Art. 5. Op de in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 voorziene bijdrage, dient een resultaatsverbintenis te worden aangegaan dat deze op een zodanige manier zal worden opgerent dat minimaal steeds voldaan zal zijn aan de bepalingen van artikel 24, § 2, van de W.A.P.
Section 5. — Garantie de rendement Art. 5. La cotisation visée à l’article 5 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 doit s’accompagner d’une garantie de résultat certifiant que cette cotisation sera capitalisée de manière à ce que les dispositions du § 2 de l’article 24 de la L.P.C. soient toujours au moins respectées.
Afdeling 6. — Vastgoedverrichtingen Art. 6. Zolang de aangeslotene via een arbeidsovereenkomst verbonden is met de werkgever die gebruik gemaakt heeft van de opting-out mogelijkheid zoals bedoeld in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, kan hij geen voorschot bekomen op zijn contract, noch het afkopen, noch het voordeel ervan afstaan of in pand geven.
Section 6. — Opérations foncières Art. 6. Tant que l’affilié est lié par un contrat de travail à un employeur qui use de la faculté d’opting-out comme prévu à l’article 7 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007, l’affilié ne pourra pas obtenir une avance sur son contrat, ni procéder au rachat de celui-ci, ni en céder le bénéfice, ni le donner en gage.
Afdeling 7. — Toezichtcomité Art. 7. § 1. Indien de pensioeninstelling aan wie het beheer van het ondernemingsstelsel werd toevertrouwd niet op paritaire wijze beheerd wordt, dient er een toezichtcomité te worden opgericht in uitvoering van artikel 41, § 2, van de W.A.P. § 2. Het aan de basis van het ondernemingsstelsel liggende pensioenreglement vermeldt deze verplichting en de wijze waarop het toezichtcomité samengesteld wordt.
Section 7. — Comité de surveillance Art. 7. § 1er. Si l’organisme de pension auquel a été confiée la gestion du régime de pension d’entreprise n’est pas géré de fac¸ on paritaire, il faudra, en vertu de l’article 41, § 2, de la L.P.C., créer un comité de surveillance. § 2. Cette obligation ainsi que la manière dont ce comité est à constituer sont par ailleurs stipulées dans le règlement de pension qui sous-tend le régime de pension instauré par l’entreprise.
Afdeling 8. — Afkoopwaarden Art. 8. De theoretische en praktische afkoopwaarden bedragen in alle gevallen 100 procent van de opgebouwde reserves met inbegrip van 100 procent van de al toegekende winstdeling.
Section 8. — Valeurs de rachat Art. 8. Les valeurs de rachat théorique et pratique représentent dans tous les cas 100 pour cent des réserves constituées, incluant 100 pour cent des participations bénéficiaires déjà allouées.
HOOFDSTUK II. — Informatie Art. 9. § 1. Een werkgever die gebruik gemaakt heeft van de opting-out mogelijkheid zoals bedoeld in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, alsook - in voorkomend geval van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, deelt minstens eenmaal per jaar een lijst van de aangeslotenen van het ondernemingsstelsel die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, mee aan de inrichter. § 2. Daarenboven zal de hiervoor vermelde werkgever de inrichter op de hoogte houden van elke wijziging die doorgevoerd wordt aan het ondernemingsstelsel door middel van het opsturen van een afschrift van het gewijzigde pensioenreglement binnen de twee maanden te rekenen vanaf de begindatum van het gewijzigde ondernemingsstelsel. § 3. De pensioeninstelling die het ondernemingsstelsel beheert dient bij deze gelegenheid een verklaring op te stellen dat de rechten van de aangeslotenen in het kader van het gewijzigde ondernemingsstelsel minstens evenwaardig zijn aan deze van de aangeslotenen van het sectorstelsel (zie hierna). § 4. Tenslotte zal de werkgever op eenvoudig verzoek van de inrichter aan deze laatste alle gegevens overmaken die hem toelaten om de juiste uitvoering van de verplichtingen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel te (laten) controleren.
CHAPITRE II. — Information Art. 9. § 1er. L’employeur qui use de la faculté d’opting-out, visée à l’article 6 de la convention collective de travail du 5 juillet 2002, ainsi que - le cas échéant - de(s) (la) convention(s) collective(s) de travail modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social, transmettra au moins une fois l’an à l’organisateur du régime de pension la liste des affiliés qui répondent aux critères d’affiliation visés à l’article 4 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
HOOFDSTUK III. — Minimale evenwaardigheid van rechten Art. 10. § 1. Het wijzigen van het ondernemingspensioenstelsel kan enkel via een collectief akkoord of een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak en mag er niet toe leiden dat de rechten van de aangeslotenen van het ondernemingsstelsel minder zouden bedragen dan deze van de aangeslotenen van het sectorstelsel. § 2. Dit houdt in dat : — voor vaste bijdragen stelsels, de jaarlijks te storten bijdrage niet minder kan bedragen dan de bijdrage zoals voorzien in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel; — voor vaste prestaties stelsels, de verworven reserves op geen enkel ogenblik lager mogen zijn dan de verworven reserves die voortvloeien uit het sectoraal pensioenstelsel. § 3. De inrichter heeft het recht om de evenwaardigheid te (laten) controleren.
CHAPITRE III. — Equivalence minimale des droits Art. 10. § 1er. Le régime de pension instauré par l’entreprise ne peut être modifié que par le biais d’un accord collectif ou une convention collective de travail conclue au niveau de l’entreprise et ne peut avoir pour effet de réduire les droits des affiliés au dit régime par rapport aux droits des affiliés au régime de pension sectoriel. § 2. Cela implique : — que pour les régimes à contributions définies, la contribution annuelle ne peut être inférieure à celle visée à l’article 5 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social; — que pour les régimes à prestations définies, les réserves acquises ne peuvent à aucun moment être inférieures aux réserves acquises qui découlent du régime de pension sectoriel. § 3. L’organisateur a le droit de (faire) vérifier cette équivalence.
§ 2. En outre, l’employeur précité avisera l’organisateur de tout remaniement du régime de pension d’entreprise, en lui adressant dans les deux mois à dater du remaniement du régime de pension d’entreprise, une copie du règlement de pension modifié. § 3. L’organisme de pension qui gère le régime de pension d’entreprise est tenu à cette occasion de rédiger une attestation certifiant que les droits des affiliés à la suite de ce remaniement, sont au moins équivalents à ceux des affiliés au régime de pension sectoriel (voir ci-après). § 4. Enfin, sur simple requête de l’organisateur, l’employeur lui transmettra toutes les données lui permettant de (faire) vérifier si les obligations stipulées dans la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social sont scrupuleusement respectées.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49941
HOOFDSTUK IV. — Procedure in geval van niet-betaling van de premies of van stopzetting van het ondernemingspensioenstelsel Art. 11. § 1. Het ondernemingsstelsel dient te voorzien in een procedure die ingeval van niet-betaling van de premies door de werkgever die gebruik gemaakt heeft van de opting-out mogelijkheid zoals bedoeld in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007, minstens de volgende elementen voorziet : — in geval van niet-betaling van de premies binnen een termijn van 30 dagen na de vervaldag ervan, zal de bewuste werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven in gebreke gesteld worden en aangemaand worden om over te gaan tot betaling van de premies; — indien de premies binnen een termijn van 60 dagen na de vervaldag ervan nog niet betaald zijn, zal de bewuste werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven nogmaals in gebreke gesteld worden en aangemaand worden om over te gaan tot betaling van de premies. De pensioeninstelling brengt de inrichter hiervan schriftelijk op de hoogte; — indien de premies binnen een termijn van 90 dagen na de vervaldag ervan nog niet betaald zijn, zal de bewuste werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven op de hoogte worden gesteld dat de contracten binnen de drie weken premievrij zullen worden gemaakt. De pensioeninstelling brengt de inrichter, alsook de aangeslotenen van het ondernemingspensioenstelsel hiervan schriftelijk op de hoogte. § 2. In geval van blijvende niet-betaling van de in het kader van het ondernemingsstelsel verschuldigde premies, of ingeval van stopzetting van het ondernemingsstelsel, is de werkgever verplicht om vanaf het tijdstip van de stopzetting van de premiebetaling of van het ondernemingsstelsel, aan te sluiten bij het sectorale pensioenstelsel.
CHAPITRE IV. — Procédure en cas de non-paiement des primes ou en cas de suppression du régime de pension d’entreprise Art. 11. § 1er. Le régime de pension d’entreprise doit prévoir une procédure pour le non-paiement des primes par l’employeur qui use de la faculté d’opting-out visée à l’article 7 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007; cette procédure devra comporter au moins les éléments suivants : — en cas de non-paiement des primes dans les 30 jours qui suivent leur échéance, l’organisme de pension adressera à l’employeur une mise en demeure par pli recommandé le sommant de s’acquitter des primes;
HOOFDSTUK V. — Procedure Art. 12. § 1. De werkgever die in uitvoering van artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel wenst gebruik te maken van de opting-out mogelijkheid, dient volgende procedure te volgen :
CHAPITRE V. — Procédure Art. 12. § 1er. L’employeur qui voudrait user de la faculté d’optingout en vertu de l’article 7 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social doit respecter la procédure suivante :
Afdeling 1. — Inlichtingen te verstrekken aan de inrichter § 2. Ter controle en goedkeuring dienen een aantal documenten te worden voorgelegd aan de inrichter bij wege van een aangetekend schrijven uiterlijk binnen een tijdsspanne van 9 maanden te rekenen vanaf het tijdstip waarop men startte met de activiteiten die behoren tot het ressort van het voormelde paritair subcomité. § 3. Het gaat meer bepaald over de volgende stukken : — de collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord waarop het vóór 31 december 2000 bestaande ondernemingspensioenstelsel gebaseerd is, alsook het bijhorende pensioenreglement;
Section 1re. — Renseignements à fournir à l’organisateur § 2. Plusieurs documents doivent être adressés par pli recommandé à l’organisateur pour vérification et approbation; ils devront lui être adressés dans un délai de 9 mois à compter de la date de démarrage des activités qui relèvent de la sous-commission paritaire précitée.
— de collectieve arbeidsovereenkomst waarin de sociale partners op ondernemingsniveau - in uitvoering van artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel - ervoor opteren om de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren; — en het nieuwe pensioenreglement dat voldoet aan de voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
— si les primes ne sont toujours pas payées dans les 60 jours qui suivent leur échéance, l’organisme de pension adressera à l’employeur concerné une nouvelle mise en demeure par pli recommandé le sommant de s’acquitter des primes, et avisera par courrier l’organisateur de cette situation; — si les primes ne sont toujours pas payées dans les 90 jours qui suivent leur échéance, l’organisme de pension adressera à l’employeur concerné une nouvelle mise en demeure par pli recommandé l’avisant que les contrats feront l’objet d’une réduction dans les trois semaines. L’organisme de pension en avisera également par courrier l’organisateur ainsi que les affiliés au régime de pension d’entreprise. § 2. Si les primes dues dans le cadre du régime de pension d’entreprise restent impayées ou si le régime de pension est supprimé, l’employeur sera tenu de s’affilier au régime de pension sectoriel à partir de la date de cessation de paiement ou de suppression du régime de pension.
§ 3. Il s’agit notamment des documents suivants : — la convention collective de travail ou accord collectif antérieur(e) au 31 décembre 2000 qui a servi de base au régime de pension d’entreprise, ainsi que le règlement de pension qui découle de cette convention collective de travail; — la convention collective de travail dans laquelle les partenaires sociaux décident - en vertu de l’article 7 de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social - d’organiser eux-mêmes au niveau de l’entreprise l’exécution du régime de pension; — et le nouveau règlement de pension remplissant les conditions de la convention collective de travail du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social.
Afdeling 2. — Beraadslaging door de inrichter § 4. Binnen de twee maanden na de hiervoor vermelde kennisgeving door de werkgever, laat de inrichter ofwel zijn akkoord ofwel zijn weigering ofwel een vraag om meer inlichtingen geworden aan de werkgever. § 5. De inrichter kan enkel een aanvraag tot opting-out van een werkgever weigeren indien niet voldaan is aan de voorwaarden die terzake worden gesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2007 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Art. 13. Enige geschillen terzake zullen worden voorgelegd aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
Section 2. — Délibération de l’organisateur § 4. Dans les deux mois qui suivent la production de ces documents par l’employeur, l’organisateur lui signifiera son accord ou son refus ou lui réclamera des renseignements supplémentaires.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
§ 5. Toute requête d’opting-out émanant d’un employeur ne pourra être rejetée par l’organisateur que si les conditions définies en la matière dans la convention collective du 9 octobre 2007 modifiant et coordonnant le régime de pension sectoriel social ne sont pas remplies. Art. 13. Tout différend s’y rapportant sera soumis au président de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 30 juillet 2008.
49942
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2008 — 3319 [C − 2008/13163] 30 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere ontslagen werknemers in geval van nachtprestaties (1)
F. 2008 — 3319 [C − 2008/13163] 30 JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 juin 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant l’octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés licenciés en cas de prestations de nuit (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van bepaalde oudere ontslagen werknemers in geval van nachtprestaties, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 28 juin 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant l’octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés licenciés en cas de prestations de nuit, à l’exception des dispositions contraires à l’article 4, § 1er, de la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974 instituant un régime d’indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.
ALBERT
Donné à Bruxelles, le 30 juillet 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers
(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Annexe Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers
Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007
Convention collective de travail du 28 juin 2007
Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige ontslagen oudere werknemers in geval van nachtprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 16 januari 2008 onder het nummer 86362/CO/120.01)
Octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés licenciés en cas de prestations de nuit (Convention enregistrée le 16 janvier 2008 sous le numéro 86362/CO/120.01)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied van de overeenkomst Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textielondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01) en op de werknemers die zij tewerkstellen.
CHAPITRE Ier. — Champ d’application de la convention Article 1er. La présente convention collective de travail est applicable à toutes les entreprises textiles relevant de la compétence de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers (SCP. 120.01) et aux travailleurs qu’elles occupent.
HOOFDSTUK II. — Draagwijdte van de overeenkomst Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers in geval van ontslag en die, volgens de regels opgesteld door de Minister van Werk, kunnen bewijzen dat zij, op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, gedurende ten minste 20 jaar tewerkgesteld waren in een arbeidsstelsel bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.
CHAPITRE II. — Portée de la convention Art. 2. La présente convention collective de travail règle l’octroi d’une indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement et qui peuvent prouver, selon les règles établies par le Ministre de l’Emploi, qu’au moment de la cessation du contrat de travail, ils avaient été occupés pendant 20 années minimum dans un régime de travail visé à l’article 1er de la convention collective de travail n° 46 du 23 mars 1990, conclue au sein du Conseil national du travail, rendue obligatoire par arrêté royal du 10 mai 1990.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49943
Bovendien moeten deze werknemers, op het moment van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, een beroepsverleden kunnen aantonen van 33 jaar als loontrekkende, in de zin van artikel 114, § 4, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 betreffende de werkloosheidsreglementering en van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid en de uitvoeringsbesluiten.
En outre, ces travailleurs doivent pouvoir justifier, au moment de cessation du contrat de travail, d’un passé professionnel de 33 années en tant que salarié, au sens de l’article 114, § 4, de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 relatif à la réglementation du chômage et de la loi du 26 mars 1999 relative au plan d’action belge pour l’emploi et les arrêtés d’exécution.
Art. 3. Overeenkomstig voormelde wet is dit stelsel van aanvullende vergoeding van toepassing op alle werknemers die worden ontslagen in de periode van 1 januari 2008 tot 31 december 2008 vanaf de leeftijd van 56 jaar.
Art. 3. Conformément à la loi précitée, ce régime d’indemnité complémentaire est applicable à tous les travailleurs qui sont licenciés dans la période du 1er janvier 2008 au 31 décembre 2008 dès l’âge de 56 ans.
Art. 4. In uitvoering van de bepalingen van artikel 5 van de statuten, bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1981, gesloten in het vroegere Paritair Comité voor de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers, tot oprichting van een ″Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers″ en tot vaststelling van de statuten ervan, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 september 1981, wordt een aanvullende vergoeding toegekend aan de werklieden bedoeld in de artikelen 2 en 3, ten laste van het fonds, waarvan het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering hierna zijn vastgesteld.
Art. 4. En exécution des dispositions de l’article 5 des statuts, fixés par la convention collective de travail du 21 avril 1981, conclue au sein de l’ancienne Commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, instituant un ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ et en fixant ses statuts, rendue obligatoire par arrêté royal du 14 septembre 1981, une indemnité complémentaire est accordée aux travailleurs visés aux articles 2 et 3 à charge du fonds, dont le montant et les conditions d’octroi et de liquidation sont définis ci-après.
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen, opgelegd door de artikelen 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989 en door artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten door het fonds ten laste genomen.
De plus, les cotisations patronales spéciales imposées par les articles 268 à 271 de la loi-programme du 22 décembre 1989, par l’article 141 de la loi du 29 décembre 1990 portant des dispositions sociales, par la loi relative au plan d’action belge pour l’emploi et par les arrêtés d’exécution, sont prises en charge par le fonds.
HOOFDSTUK III. — Rechthebbenden op de aanvullende vergoeding
CHAPITRE III. — Bénéficiaires de l’indemnité complémentaire
Art. 5. De aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 2, heeft betrekking op de toekenning van gelijkaardige voordelen als bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974 op de werknemers bedoeld in de artikelen 2 en 3, die de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst en op het moment van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dit wil zeggen hetzij op het ogenblik waarop de werknemers hun prestaties beëindigen na afloop van de opzeggingstermijn, hetzij, indien er geen opzeggingstermijn is of als er voortijdig een einde wordt gesteld aan de betekende opzegging, op het ogenblik waarop de werknemers de onderneming verlaten.
Art. 5. L’indemnité complémentaire visée à l’article 2 concerne l’octroi d’avantages semblables à ceux prévus par la convention collective de travail n° 17 conclue au sein du Conseil national du travail le 19 décembre 1974 aux travailleurs visés dans les articles 2 et 3, qui ont atteint l’âge de 56 ans pendant la durée de validité de la présente convention collective de travail et au moment de la cessation du contrat de travail, c’est-à-dire soit au moment où les travailleurs terminent leurs prestations après écoulement du délai de préavis, soit, en l’absence de délai de préavis ou lorsqu’il est mis fin anticipativement au préavis notifié, au moment où les travailleurs quittent l’entreprise.
Art. 6. Ongeacht de anciënniteitsvoorwaarden vastgelegd door artikel 2 moeten de werknemers, om het conventioneel brugpensioen te kunnen genieten, aan één van de volgende anciënniteitsvoorwaarden voldoen :
Art. 6. Sans préjudice des conditions d’ancienneté fixées par l’article 2 ci-dessus, les travailleurs doivent pour pouvoir bénéficier de la prépension conventionnelle, satisfaire à une des conditions d’ancienneté suivantes :
— hetzij 15 jaar bezoldigde arbeid in de sectoren textiel, breiwerk, kleding, confectie en/of vlasbereiding;
— soit 15 années de travail salarié dans les secteurs textile, bonneterie, habillement, confection et/ou préparation du lin;
— hetzij 5 jaar bezoldigde arbeid in de sectoren textiel, breiwerk, confectie en/of vlasbereiding tijdens de laatste 10 jaren, waarvan ten minste 1 jaar tijdens de laatste 2 jaren.
— soit 5 années de travail salarié dans le secteur textile, bonneterie, habillement, confection et/ou préparation du lin au cours des 10 dernières années dont au moins 1 an dans les 2 dernières années.
Wat de gelijkgestelde arbeidsdagen betreft dient verwezen naar reglementaire bepalingen ter zake.
En ce qui concerne les jours de travail assimilés, il y a lieu de se référer aux dispositions réglementaires en la matière.
Art. 7. De werknemers bedoeld in artikel 5 hebben, voor zover zij de wettelijke werkloosheidsuitkeringen genieten, recht op de aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de voorwaarden vastgelegd door de pensioenreglementering.
Art. 7. Les travailleurs visés à l’article 5 ont, dans la mesure où ils bénéficient des allocations de chômage légales, droit à l’indemnité complémentaire jusqu’à la date à laquelle ils atteignent l’âge requis pour pouvoir bénéficier de la pension légale et dans les conditions établies par la réglementation relative aux pensions.
Het stelsel geldt eveneens voor de werklieden die tijdelijk uit het stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van het stelsel wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen.
Le régime bénéficie également aux travailleurs qui seraient sortis temporairement du régime et qui, par après, demandent à nouveau de bénéficier de celui-ci, pour autant qu’ils rec¸ oivent à nouveau des allocations de chômage légales.
Art. 7bis. In afwijking van artikel 7 hebben de werknemers, waarop artikel 5 van toepassing is, die hun hoofdverblijfplaats hebben in een land van de Europese Economische Ruimte eveneens recht op een aanvullende vergoeding ten laste van hun laatste werkgever voor zover zij de werkloosheidsuitkeringen in het kader van de reglementering inzake conventioneel brugpensioen niet kunnen genieten of kunnen blijven genieten, enkel omdat zij hun hoofdverblijfplaats niet of niet meer in België hebben in de zin van artikel 66 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en voor zover zij de werkloosheidsuitkeringen genieten krachtens de wetgeving van hun land van verblijf.
Art. 7bis. En dérogation à l’article 7, les travailleurs concernés par l’article 5 qui ont leur lieu de résidence principale dans un pays de l’Espace économique européen ont également droit à une indemnité complémentaire à charge de leur dernier employeur pour autant qu’ils ne puissent bénéficier ou qu’ils ne puisse continuer à bénéficier d’allocations de chômage dans le cadre de la réglementation en matière de prépension conventionnelle, uniquement parce qu’ils n’ont pas ou n’ont plus leur résidence principale en Belgique au sens de l’article 66 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage et pour autant qu’ils bénéficient des allocations de chômage en vertu de la législation de leur pays de résidence.
Deze vergoeding moet berekend worden alsof de werknemers werkloosheidsuitkeringen zouden genieten op basis van de Belgische wetgeving.
Cette indemnité doit être calculée comme si les travailleurs bénéficiaient d’allocations de chômage sur base de la législation belge.
49944
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Art. 7ter. § 1. In afwijking van artikel 7, eerste lid, en artikel 7bis blijft het recht op aanvullende vergoeding dat toegekend wordt aan de werklieden die ontslagen worden in het raam van deze collectieve arbeidsovereenkomst ten laste van de laatste werkgever wanneer de werklieden het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dans die welke hen ontsloeg en die niet tot dezelfde technische bedrijfseenheid behoort als de werkgever die ontsloeg.
Art. 7ter. § 1er. En dérogation à l’alinéa premier de l’article 7 et à l’article 7bis, le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux ouvriers licenciés dans le cadre de la présente convention collective de travail est maintenu à charge du dernier employeur lorsque ces ouvriers reprennent le travail comme salariés auprès d’un employeur autre que celui qui les a licenciés et n’appartenant pas à la même unité technique d’exploitation que l’employeur qui les a licenciés.
§ 2. In afwijking van 1e lid van artikel 7, en artikel 7bis blijft het recht op aanvullende vergoeding dat toegekend wordt aan de werklieden die ontslagen worden in het raam van deze collectieve arbeidsovereenkomst ten laste van de laatste werkgever wanneer een zelfstandige bedrijvigheid in hoofdactiviteit wordt uitgeoefend, op voorwaarde dat die bedrijvigheid niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen ontsloeg of voor rekening van een werkgever die tot dezelfde technische bedrijfseenheid behoort als de werkgever die ontsloeg.
§ 2. En dérogation à l’alinéa premier de l’article 7 et à l’article 7bis, le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux ouvriers licenciés dans le cadre de la présente convention collective de travail est maintenu à charge du dernier employeur en cas d’exercice d’une activité indépendante à titre principal à condition que cette activité ne soit pas exercée pour le compte de l’employeur qui les a licenciés ou pour le compte d’un employeur appartenant à la même unité technique d’exploitation que l’employeur qui les a licenciés.
§ 3. Wanneer de in §§ 1 en 2 bedoelde werklieden het werk hervatten in de tijdspanne die gedekt wordt door het vakantiegeld hebben zij slechts recht op de aanvullende vergoeding ten vroegste vanaf de dag waarop zij recht zouden gehad hebben op werkloosheidsuitkeringen indien zij het werk niet hervat hadden.
§ 3. Dans les cas visés au §§ 1er et 2, lorsque les ouvriers licenciés reprennent le travail pendant la période couverte par l’indemnité de congé, ils n’ont droit à l’indemnité complémentaire qu’au plus tôt à partir du jour où ils auraient eu droit aux allocations de chômage s’ils n’avaient pas repris le travail.
§ 4. In de in §§ 1 en 2 bedoelde gevallen blijft het recht op aanvullende vergoeding behouden tijdens de hele duur van de tewerkstelling onder arbeidscontract of gedurende de hele duur van de zelfstandige bedrijvigheid als hoofdactiviteit, volgens de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde voorwaarden en voor de hele tijdspanne waarin de werklieden die recht hebben op aanvullende vergoeding geen werkloosheidsuitkeringen meer genieten als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze.
§ 4. Dans les cas visés au §§ 1er et 2, le droit à l’indemnité complémentaire est maintenu pendant toute la durée de l’occupation dans les liens d’un contrat de travail ou pendant toute la durée de l’exercice d’une activité indépendante à titre principal, selon les modalités prévues par la présente convention collective de travail et pour toute la période où les ouvriers ayant droit à l’indemnité complémentaire ne bénéficient plus d’allocations de chômage en tant que chômeur complet indemnisé.
De in §§ 1 en 2 bedoelde werklieden bezorgen hun laatste werkgever het bewijs van hun werkhervatting onder arbeidscontract of van de uitoefening van een zelfstandige bedrijvigheid als hoofdactiviteit.
Les ouvriers visés au §§ 1er et 2 fournissent à leur dernier employeur la preuve de leur réengagement dans les liens d’un contrat de travail ou de l’exercice d’une activité indépendante à titre principal.
HOOFDSTUK IV. — Bedrag van de aanvullende vergoeding
CHAPITRE IV. — Montant de l’indemnité complémentaire
Art. 8. Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkering.
Art. 8. Le montant de l’indemnité complémentaire est égal à la moitié de la différence entre la rémunération nette de référence et l’allocation de chômage.
Art. 8bis. De aanvullende vergoeding, waarvan het brutobedrag lager is dan 99,16 EUR per maand, toegekend in het kader van het conventioneel brugpensioen voor arbeiders, wordt verhoogd tot 99,16 EUR bruto per maand. Deze verhoging van het bedrag van de aanvullende vergoeding mag niet als gevolg hebben dat het totale bruto-maandbedrag van deze aanvullende vergoeding en van de werkloosheidsuitkeringen de drempel overschrijdt die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de persoonlijke afhouding van de werknemer zonder familielasten die moet gestort worden aan de Rijksdienst voor pensioenen.
Art. 8bis. L’indemnité complémentaire, dont le montant brut est inférieur à 99,16 EUR par mois, accordée dans le cadre de la prépension conventionnelle pour ouvriers, est majorée jusqu’à 99,16 EUR brut par mois. Cette augmentation du montant de l’indemnité complémentaire ne peut pas avoir comme conséquence que le montant mensuel brut total de cette indemnité complémentaire et des allocations de chômage dépasse le seuil pris en considération pour le calcul de la retenue personnelle du travailleur sans charge de famille à verser à l’Office national des pensions.
Art. 9. Het netto referteloon is gelijk aan het bruto maandloon begrensd tot 940,14 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding.
Art. 9. La rémunération nette de référence correspond à la rémunération mensuelle brute plafonnée à 940,14 EUR et diminuée de la cotisation personnelle à la sécurité sociale et de la retenue fiscale.
De grens van 940,14 EUR is gekoppeld aan het indexcijfer 134,52 (1971 = 100) en bedraagt 3.253,42 EUR op 1 januari 2007. Zij is gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze grens wordt bovendien herzien op 1 januari van elk jaar, door rekening te houden met de evolutie van de conventionele lonen overeenkomstig hetgeen hierover is beslis in de Nationale Arbeidsraad.
La limite de 940,14 EUR est rattachée à l’indice 134,52 (1971 = 100) et atteint 3.253,42 EUR au 1er janvier 2007. Elle est liée aux fluctuations de l’indice des prix à la consommation, conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971 organisant un régime de liaison à l’indice des prix à la consommation. Cette limite est en outre révisée au 1er janvier de chaque année en tenant compte de l’évolution des salaires conventionnels conformément à ce qui est décidé à ce sujet au Conseil national du travail.
Het netto referteloon wordt afgerond naar de hogere euro.
La rémunération nette de référence est arrondie à l’euro supérieur.
Art. 10. 1. Het brutoloon omvat de contractuele premies die rechtstreeks gebonden zijn aan de door de werklieden verrichte prestaties, waarop inhoudingen gebeuren voor de sociale zekerheid en waarvan de betalingsperiodiciteit geen maand overschrijdt.
Art. 10. 1. La rémunération brute comprend les primes contractuelles qui sont directement liées aux prestations fournies par les travailleurs, qui font l’objet de retenues de sécurité sociale et dont la périodicité de paiement n’est pas supérieure à un mois.
Het omvat eveneens de voordelen in natura die onderworpen worden aan inhoudingen van de sociale zekerheid.
Elle comprend aussi les avantages en nature qui sont soumis aux retenues de sécurité sociale.
De premies of vergoedingen die worden toegekend als tegenwaarde voor werkelijke kosten worden daarentegen niet in aanmerking genomen.
Par contre, les primes ou indemnités qui sont accordées en contrepartie de frais réels ne sont pas prises en considération.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE 2. Voor de werknemer die per maand betaald wordt is het brutoloon het loon dat hij (zij) verdient voor de refertemaand bepaald in punt 6 hieronder. 3. Voor de werknemer die niet per maand betaald wordt, wordt het brutoloon berekend in functie van het normale uurloon. Het normale uurloon wordt bekomen door het loon van de normale prestaties van de refertemaand te delen door het aantal normale uren gepresteerd tijdens deze periode. Het bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren bepaald door het wekelijkse arbeidsstelsel van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12 komt overeen met het maandloon. 4. Het brutoloon van een werknemer die niet gewerkt heeft tijdens de ganse refertemaand wordt berekend alsof hij (zij) alle werkdagen die in de beschouwde maand begrepen zijn, aanwezig zou geweest zijn. Als, omwille van de bepalingen in zijn contract, een werknemer niet kan werken tijdens een gedeelte van de refertemaand en gedurende deze tijd niet heeft gewerkt, wordt zijn brutoloon berekend in functie van het aantal werkdagen die in zijn contract zijn vastgelegd. 5. Bij het brutoloon dat de werknemer ontvangt, of hij nu per maand of anders wordt betaald, wordt een twaalfde gevoegd van het totaal van de contractuele premies en van het variabel loon waarvan de betalingsperiodiciteit geen maand overschrijdt, apart ontvangen door de werknemer tijdens de twaalf maanden die de ontslagdatum voorafgaan. 6. Bij het overleg, bepaald door artikel 14, zal in onderling akkoord beslist worden welke de refertemaand is die in aanmerking moet genomen worden. Als er geen refertemaand wordt bepaald, zal het de kalendermaand zijn die voorafgaat aan de ontslagdatum.
49945
2. Pour les travailleurs payés par mois, la rémunération brute est la rémunération obtenue par eux pour le mois de référence défini au point 6. ci-après. 3. Pour les travailleurs qui ne sont pas payés par mois, la rémunération brute est calculée en fonction de la rémunération horaire normale. La rémunération horaire normale s’obtient en divisant la rémunération des prestations normales du mois de référence par le nombre d’heures normales fournies dans cette période. Le résultat ainsi obtenu est multiplié par le nombre d’heures de travail prévu par le régime de travail hebdomadaire de l’ouvrier; ce produit multiplié par 52 et divisé par 12 correspond à la rémunération mensuelle. 4. La rémunération brute des travailleurs qui n’ont pas travaillé pendant tout le mois de référence est calculée comme s’ils avaient été présents tous les jours de travail compris dans le mois considéré. Lorsqu’en raison des stipulations de leur contrat, des travailleurs ne sont tenus de travailler que pendant une partie du mois de référence et n’ont pas travaillé pendant tout ce temps, leur rémunération brute est calculée en fonction du nombre de jours de travail prévu dans leur contrat. 5. A la rémunération brute obtenue par les travailleurs, qu’ils soient payés par mois ou autrement, il est ajouté un douzième du total des primes contractuelles et de la rémunération variable dont la périodicité de paiement n’est pas supérieure à un mois, perc¸ ues distinctement par les travailleurs au cours des douze mois qui précèdent la date du licenciement. 6. A l’occasion de la concertation prévue par l’article 15, il sera décidé de commun accord quel est le mois de référence à prendre en considération. Lorsqu’il n’est pas fixé de mois de référence, celui-ci sera le mois civil qui précède la date du licenciement.
HOOFDSTUK V. — Aanpassing van het bedrag van de aanvullende vergoeding Art. 11. Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen wordt gekoppeld aan de schommeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de toepassingsmodaliteiten inzake werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971). Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen herzien op 1 januari van elk jaar, in functie van de evolutie van de conventionele lonen, overeenkomstig hetgeen hierover beslist wordt in de Nationale Arbeidsraad. Voor de werklieden die tot het stelsel toetreden tijdens het jaar wordt de aanpassing krachtens de evolutie van de conventionele lonen uitgevoerd, rekening houdend met het moment van het jaar waarop de toegang tot het stelsel plaatsvindt; elk kwartaal wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing.
Art. 11. Le montant des indemnités complémentaires payées est lié aux fluctuations de l’indice des prix à la consommation suivant les modalités d’application en matière d’allocations de chômage, conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971 (Moniteur belge du 20 août 1971). En outre, le montant de ces indemnités est révisé au 1er janvier de chaque année en fonction de l’évolution des salaires conventionnels, conformément à ce qui est décidé à ce sujet au Conseil national du travail. Pour les travailleurs qui entrent dans le régime dans le courant de l’année, l’adaptation en vertu de l’évolution des salaires conventionnels est opérée en tenant compte du moment de l’année où a lieu l’entrée dans le régime; chaque trimestre est pris en considération pour le calcul de l’adaptation.
HOOFDSTUK VI. — Betalingsperiodiciteit van de aanvullende vergoeding
CHAPITRE VI. — Périodicité du paiement de l’indemnité complémentaire
Art. 12. De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt maandelijks.
Art. 12. Le paiement de l’indemnité complémentaire a lieu mensuellement.
HOOFDSTUK VII. — Cumulatie van de aanvullende vergoeding en andere voordelen
CHAPITRE VII. — Concours de l’indemnité complémentaire et d’autres avantages
Art. 13. De aanvullende vergoeding mag niet gecumuleerd worden met andere toeslagen of speciale vergoedingen, die voortvloeien uit het ontslag, die worden toegekend krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen. De werklieden, die onder de in artikel 5 voorziene voorwaarde zullen ontslagen worden zullen dus eerst de uit die bepalingen voortvloeiende rechten moeten uitputten, alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel 2 voorziene vergoeding.
Art. 13. L’indemnité complémentaire ne peut être cumulée avec d’autres indemnités ou allocations spéciales, résultant du licenciement, accordées en vertu de dispositions légales ou réglementaires. Dès lors, les travailleurs licenciés dans les conditions prévues par l’article 5 devront d’abord épuiser leurs droits découlant de ces dispositions, avant de pouvoir prétendre à l’indemnité complémentaire visée à l’article 2.
CHAPITRE V. — Adaptation du montant de l’indemnité complémentaire
HOOFDSTUK VIII. — Overlegprocedure
CHAPITRE VIII. — Procédure de concertation
Art. 14. Vooraleer een of meerdere werklieden, bedoeld bij artikel 5, te kunnen ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met de vakbondsafvaardiging.
Art. 14. Avant de licencier un ou plusieurs travailleurs à visés à l’article 5, l’employeur se concertera avec les représentants du personnel au sein du conseil d’entreprise ou à défaut, avec la délégation syndicale.
Ongeacht de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, inzonderheid van artikel 12, heeft deze beraadslaging tot doel in onderling overleg te beslissen of, afgezien van de in de onderneming van kracht zijnde ontslagcriteria, werklieden die aan het in artikel 3 bepaalde leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regeling kunnen genieten.
Sans préjudice des dispositions de la convention collective de travail n° 9 du 9 mars 1972 conclue au sein du Conseil national du travail, notamment de son article 12, cette concertation a pour but de décider de commun accord si, indépendamment des critères de licenciement en vigueur dans l’entreprise, des travailleurs, répondant au critère d’âge prévu par l’article 3 peuvent être licenciés par priorité et, dès lors, bénéficier du régime complémentaire.
49946
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Bij ontstentenis van ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging heeft dit overleg plaats met de vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties of, bij ontstentenis, met de werklieden van de onderneming. Vooraleer een beslissing tot ontslag te nemen, nodigt de werkgever daarenboven de betrokken werklieden per aangetekende brief uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Dit onderhoud heeft tot doel aan de werklieden de gelegenheid te geven hun bezwaren tegen het door de werkgever voorgenomen ontslag kenbaar te maken. Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging, inzonderheid op artikel 7, kunnen de werklieden zich bij dit onderhoud laten bijstaan door hun vakbondsafgevaardigde. Het ontslag kan ten vroegste gebeuren vanaf de tweede werkdag die volgt op de dag van het onderhoud of waarop dit onderhoud voorzien was. De ontslagen werklieden hebben de mogelijkheid de aanvullende regeling te aanvaarden of deze te weigeren en derhalve deel uit te maken van de arbeidsreserve.
A défaut de conseil d’entreprise ou délégation syndicale, cette concertation a lieu avec les organisations représentatives des travailleurs, ou à défaut, avec les travailleurs de l’entreprise. Avant de prendre une décision en matière de licenciement, l’employeur invite en outre les travailleurs concernés par lettre recommandée, à un entretien au siège de l’entreprise pendant les heures de travail. Cet entretien a pour but de permettre aux travailleurs de communiquer à l’employeur leurs objections vis-à-vis du licenciement envisagé.
HOOFDSTUK IX. — Betaling van de aanvullende vergoeding Art. 15. De betaling van de aanvullende vergoeding valt ten laste van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers″. Daarom zijn de werkgevers verplicht gebruik te maken van het gepast formulier dat kan verkregen worden op de zetel van het fonds, rue de Bruxelles 41, te 4800 Verviers. De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van het fonds moeten nageleefd worden.
CHAPITRE IX. — Paiement de l’indemnité complémentaire Art. 15. Le paiement de l’indemnité complémentaire est à charge du ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″. A cet effet, les employeurs sont tenus de faire usage du formulaire adéquat qui peut être obtenu au siège du fonds, rue de Bruxelles 41, à 4800 Verviers. Les directives administratives du conseil d’administration du fonds doivent être observées.
HOOFDSTUK X. — Slotbepalingen Art. 16. De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van deze overeenkomst worden door de raad van beheer van het in artikel 4 bedoelde fonds vastgesteld. Art. 17. De algemene interpretatiemoeilijkheden van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers″ beslecht in de geest van en verwijzend naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van het Nationale Arbeidsraad. Art. 18. Deze overeenkomst is geldig voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
CHAPITRE X. — Dispositions finales Art. 16. Les formalités administratives nécessaires à l’exécution de la présente convention sont fixées par le conseil d’administration du fonds visé à l’article 4. Art. 17. Les difficultés d’interprétation générale de la présente convention collective de travail sont réglées par le conseil d’administration du ″Fonds de sécurité d’existence pour l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ par référence à et dans l’esprit de la convention collective de travail n° 17 du Conseil national du travail. Art. 18. La présente convention est valable pour la période du 1er janvier 2008 jusqu’au 31 décembre 2008 inclus. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 30 juillet 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Conformément à la convention collective de travail du 3 mai 1972 conclue au sein du Conseil national du travail, concernant le statut de la délégation syndicale, notamment en son article 7, les travailleurs peuvent, lors de cet entretien, se faire assister par leur délégué syndical. Le licenciement peut avoir lieu au plus tôt à partir du deuxième jour de travail qui suit le jour où l’entretien a eu lieu ou était projeté. Les travailleurs licenciés ont la faculté soit d’accepter le régime complémentaire, soit de le refuser et de faire dès lors partie de la réserve de main-d’œuvre.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2008 — 3320
[C − 2008/13150]
30 JULI 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van maaltijdcheques (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2008 — 3320
[C − 2008/13150]
30 JUILLET 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 juin 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant l’attribution de chèquesrepas (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;
Vu la demande de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de toekenning van maaltijdcheques.
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 28 juin 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant l’attribution de chèques-repas.
49947
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 30 juillet 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers
Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers
Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007
Convention collective de travail du 28 juin 2007
Toekenning van maaltijdcheques (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2008 onder het nummer 86640/CO/120.01)
Attribution de chèques-repas (Convention enregistrée le 31 janvier 2008 sous le numéro 86640/CO/120.01)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters (ook ″werklieden″ genoemd) die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01).
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique à toutes les entreprises du textile et à tous les ouvriers et ouvrières qui y sont occupés (ci-après dénommés les ouvriers) qui relèvent de la compétence de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers (SCP 120.01).
HOOFDSTUK II. — Toekenning van maaltijdcheques
CHAPITRE II. — Attribution de chèques-repas
Art. 2. Vanaf 1 juni 2007 worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, maaltijdcheques toegekend.
Art. 2. A partir du 1er juin 2007, des chèques-repas sont instaurés conformément aux dispositions de l’article 19bis, § 2 de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs.
Art. 3. § 1. Aan de voltijds tewerkgestelde arbeiders, wordt per effectief gepresteerde dag een maaltijdcheque toegekend, met volgende nominale waarde :
Art. 3. § 1er. Aux ouvriers occupés à temps plein, il est attribué un chèque-repas par jour effectivement presté, dont la valeur nominale est fixée comme suit :
— met ingang van 1 juni 2007 : 2,50 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 1,41 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR;
— à partir du 1er juin 2007 : 2,50 EUR, en ce compris une contribution patronale de 1,41 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR;
— met ingang van 1 oktober 2008 : 3,40 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 2,31 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR;
— à partir du 1er octobre 2008 : 3,40 EUR, en ce compris une contribution patronale de 2,31 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR;
— met ingang van 1 april 2010 : 4,20 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 3,11 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR.
— à partir du 1er avril 2010 : 4,20 EUR, en ce compris une contribution patronale de 3,11 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR.
§ 2. Op ondernemingsvlak kunnen de nodige maatregelen genomen worden om voor de in § 1 hiervoor bedoelde werknemers het aantal maaltijdcheques vast te stellen op basis van de alternatieve telling, zoals bedoeld in artikel 19bis, § 2, 2° van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969. De ondertekenende partijen zullen hiertoe een model van collectieve arbeidsovereenkomst ter beschikking stellen. Voor de ondernemingen die noch een ondernemingsraad, noch een comité voor preventie en bescherming op het werk noch een syndicale delegatie hebben opgericht, zullen de ondertekenende partijen een model tot aanpassing van het arbeidsreglement ter beschikking stellen.
§ 2. Au niveau de l’entreprise, les mesures nécessaires peuvent être prises concernant les travailleurs visés au § 1er en vue de déterminer le nombre de chèques-repas sur la base du comptage alternatif, tel que défini par l’article 19bis, § 2, 2° de l’arrêté royal précité du 28 novembre 1969. A cet effet, les parties signataires mettront à disposition un modèle de convention collective de travail. Pour les entreprises qui n’ont pas institué de conseil d’entreprise, ni de comité pour la prévention et la protection au travail, ni de délégation syndicale, les parties signataires mettront à disposition un modèle d’adaptation du règlement de travail.
49948
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
§ 3. Met het oog op de alternatieve telling wordt het normale aantal arbeidsuren per dag van de maatpersoon vastgesteld op basis van het arbeidsregime waarin betrokkene werkzaam is, verwijzend naar onderstaande tabel :
§ 3. En vue du comptage alternatif, le nombre normal d’heures de travail par jour de la personne de référence est déterminé sur la base du régime de travail dans lequel le travailleur concerné est occupé, en se référant au tableau ci-dessous : Nombre normal d’heures de travail par jour de la personne de référence
Arbeidsregime
Normaal aantal uren per dag van de maatpersoon
Régime de travail
(gemiddeld) 38 u./week
7,60
(en moyenne) 38 h/semaine
7,60
Nacht 37,75 u./week
7,55
Nuit 37,75 h/semaine
7,55
Nacht 37,50 u./week
7,50
Nuit 37,50 h/semaine
7,50
Nacht 37,00 u./week
7,40
Nuit 37,00 h/semaine
7,40
Nacht 36,50 u./week
7,30
Nuit 36,50 h/semaine
7,30
Het maximum aantal werkbare dagen van de maatpersoon in het kwartaal wordt berekend op basis van het theoretische aantal werkbare dagen in het betrokken kwartaal, dit wil zeggen alle kalenderdagen in het betrokken kwartaal verminderd met de dagen van collectieve sluiting voor vakantie, supplementaire vakantie en inhaalrust arbeidsduurvermindering. Art. 4. § 1. Voor de deeltijds tewerkgestelde arbeiders wordt het aantal maaltijdcheques, met dezelfde nominale waarde als voor de voltijdse arbeiders, bedoeld in artikel 3 hiervoor, vastgesteld op basis van de alternatieve telling, zoals bedoeld in artikel 19bis, § 2, 2°, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969. § 2. Op ondernemingsvlak dienen de nodige maatregelen genomen te worden om deze alternatieve telling toe te passen. De ondertekenende partijen zullen hiertoe een model van collectieve arbeidsovereenkomst ter beschikking stellen. Voor de ondernemingen die noch een ondernemingsraad, noch een comité voor preventie en bescherming op het werk noch een syndicale delegatie hebben opgericht, zullen de ondertekenende partijen een model tot aanpassing van het arbeidsreglement ter beschikking stellen. § 3. Met het oog op de alternatieve telling wordt het normale aantal arbeidsuren per dag van de maatpersoon vastgesteld overeenkomstig hetgeen bepaald werd in artikel 3, § 3. Art. 5. § 1. In afwijking op artikel 3, § 1 wordt voor de arbeiders, tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, de nominale waarde van de maaltijdcheque als volgt vastgesteld : — met ingang van 1 juni 2007 : 2,86 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 1,77 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR; — met ingang van 1 oktober 2008 : 3,99 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 2,90 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR; — met ingang van 1 april 2010 : 5,00 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 3,91 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR. § 2. Indien de onderneming, in uitvoering van artikel 3, § 2, kiest voor de alternatieve telling voor de voltijds tewerkgestelde arbeiders, wordt in afwijking op § 1 hiervoor, voor de arbeiders, tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, de nominale waarde van de maaltijdcheque als volgt vastgesteld : — met ingang van 1 juni 2007 : 2,95 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 1,86 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR; — met ingang van 1 oktober 2008 : 4,14 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 3,05 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR; — met ingang van 1 april 2010 : 5,19 EUR, met daarin een patronaal aandeel van 4,10 EUR en een persoonlijk aandeel van de werknemer van 1,09 EUR. § 3. In afwijking op artikel 3, § 1 en § 2, wordt voor de arbeiders, tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen, het aantal maaltijdcheques vastgesteld op basis van de alternatieve telling, zoals bedoeld in artikel 19bis, § 2, 2°, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969. § 4. Op ondernemingsvlak dienen de nodige maatregelen genomen te worden om deze alternatieve telling voor de (halve) overbruggingsploegen toe te passen. De ondertekenende partijen zullen hiertoe een model van collectieve arbeidsovereenkomst ter beschikking stellen. Voor de ondernemingen die noch een ondernemingsraad, noch een comité voor preventie en bescherming op het werk noch een syndicale delegatie hebben opgericht, zullen de ondertekenende partijen een model tot aanpassing van het arbeidsreglement ter beschikking stellen.
Le nombre maximal de jours prestables de la personne de référence durant le trimestre est calculé sur la base du nombre théorique de jours prestables durant le trimestre concerné, c’est-à-dire tous les jours calendriers durant ce trimestre, diminué des jours de fermeture collective pour cause de vacances annuelles, de vacances supplémentaires et de repos compensatoires pour la diminution de la durée du travail. Art. 4. § 1er. Pour les ouvriers occupés à temps partiel, le nombre de chèques-repas, ayant la même valeur nominale que pour les ouvriers à temps plein telle que fixée à l’article 3 ci-dessus, est déterminé sur la base du comptage alternatif, tel que visé à l’article 19bis, § 2, 2°, de l’arrêté royal précité du 28 novembre 1969. § 2. Au niveau de l’entreprise, les mesures nécessaires doivent être prises pour appliquer ce comptage alternatif. A cet effet, les parties signataires mettront à disposition un modèle de convention collective de travail. Pour les entreprises qui n’ont pas institué de conseil d’entreprise, ni de comité pour la prévention et la protection au travail, ni de délégation syndicale, les parties signataires mettront à disposition un modèle d’adaptation du règlement de travail. § 3. En vue du comptage alternatif, le nombre normal d’heures de travail par jour de la personne de référence est déterminé conformément aux dispositions de l’article 3, § 3. Art. 5. § 1er. Par dérogation à l’article 3, § 1er, aux ouvriers occupés dans les (semi) équipes-relais, il est attribué un chèque-repas dont la valeur nominale est fixée comme suit : — à partir du 1er juin 2007 : 2,86 EUR, en ce compris une contribution patronale de 1,77 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR; — à partir du 1er octobre 2008 : 3,99 EUR, en ce compris une contribution patronale de 2,90 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR; - à partir du 1er avril 2010 : 5,00 EUR, en ce compris une contribution patronale de 3,91 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR. § 2. Si l’entreprise, en exécution de l’article 3, § 2, choisit pour le comptage alternatif pour les ouvriers occupés à temps plein, la valeur nominale du chèque-repas pour les ouvriers occupés dans les (semi) équipes-relais, est fixée en dérogation au § 1er ci-dessus, comme suit : — à partir du 1er juin 2007 : 2,95 EUR, en ce compris une contribution patronale de 1,86 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR; — à partir du 1er octobre 2008 : 4,14 EUR, en ce compris une contribution patronale de 3,05 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR; — à partir du 1er avril 2010 : 5,19 EUR, en ce compris une contribution patronale de 4,10 EUR et une contribution personnelle du travailleur de 1,09 EUR. § 3. Par dérogation à l’article 3, § 1er et § 2, pour les ouvriers occupés dans les (semi) équipes-relais, le nombre de chèques-repas est déterminésur la base du comptage alternatif, tel que visé à l’article 19bis, § 2, 2° de l’arrêté royal précité du 28 novembre 1969. § 4. Au niveau de l’entreprise, les mesures nécessaires doivent être prises pour appliquer ce comptage alternatif aux (semi) équipes-relais. A cet effet, les parties signataires mettront à disposition un modèle de convention collective de travail. Pour les entreprises qui n’ont pas institué de conseil d’entreprise, ni de comité pour la prévention et la protection au travail, ni de délégation syndicale, les parties signataires mettront à disposition un modèle d’adaptation du règlement de travail.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49949
§ 5. Met het oog op de alternatieve telling voor de (halve) overbruggingsploegen wordt het normale aantal arbeidsuren per dag van de maatpersoon vastgesteld op 7,60 uren. Art. 6. In de ondernemingen die reeds maaltijdcheques toekennen, al dan niet ter hoogte van het maximumbedrag, zal een gelijkwaardig voordeel toegekend worden op bedrijfsniveau. Dat voordeel zal kostenneutraal zijn ten opzichte van de sectorale maaltijdchequeregeling zoals zij bepaald wordt door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007 betreffende de toekenning van maaltijdcheques. Art. 7. In de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 1975 betreffende de door de vakbonden georganiseerde opleiding wordt een artikel 3bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 3bis. a) Voor de toepassing van het sectoraal stelsel inzake maaltijdcheques, dat ingevoerd werd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007 betreffende de toekenning van maaltijdcheques, worden de dagen vakbondsopleiding, zoals zij door deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaald worden, gelijkgesteld met werkelijk gewerkte dagen. Er wordt voor die dagen eveneens een maaltijdcheque toegekend. b) Het werkgeversaandeel in die maaltijdcheque kan door de werkgever in zijn in artikel 3, littera b), van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde vraag tot terugbetaling opgenomen worden. » . HOOFDSTUK III. — Opschortende voorwaarde Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid schriftelijk bevestigt dat deze overeenkomst conform in aan de reglementering met betrekking tot de maaltijdcheques, voorzien in artikel 19bis, § 2, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969.
§ 5. En vue du comptage alternatif pour les (semi) équipes-relais, le nombre normal d’heures de travail par jour de la personne de référence est fixé à 7,60 heures. Art. 6. Dans les entreprises qui accordaient déjà des chèques-repas, à concurrence ou non du montant maximal, un avantage équivalent sera accordé au niveau de l’entreprise, qui soit neutre en termes de coûts par rapport au règlement sectoriel des chèques-repas, tel que prévu par la convention collective de travail du 28 juin 2007 portant attribution de chèques-repas. Art. 7. Dans la convention collective de travail du 1er avril 1975 relative à la formation organisée par les syndicats, un article 3bis est inséré, avec le texte suivant : « Art. 3bis. a) Pour l’application du régime sectoriel concernant les chèques-repas, introduit par la convention collective de travail du 28 juin 2007 portant attribution de chèques-repas, les jours de formation syndicale, tels que visés par la présente convention collective de travail, sont assimilés à des jours effectivement prestés. Pour ces jours, un chèque-repas est également attribué.
HOOFDSTUK IV. — Algemeen verbindend Art. 9. De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.
CHAPITRE IV. — Déclaration obligatoire Art. 9. Les parties signataires demandent que la présente convention collective de travail soit rendue obligatoire par arrêté royal.
HOOFDSTUK V. — Duur van de overeenkomst Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 2007. Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair subcomité en aan de ondertekenende partijen. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
CHAPITRE V. — Durée de la convention Art. 10. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juin 2007. Elle est conclue pour une durée indéterminée et peut être dénoncée par chacune des parties signataires, moyennant le respect d’un délai de préavis de trois mois notifié par lettre recommandée au président de la Sous-commission paritaire et aux parties signataires.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
b) La part patronale dans ce chèque-repas peut être reprise par l’employeur dans sa demande de recouvrement, telle que visée à l’article 3, littera b), de la présente convention collective de travail. » CHAPITRE III. — Condition suspensive Art. 8. La présente convention collective de travail est conclue sous la condition suspensive que l’Office national de Sécurité sociale confirme par écrit que cette convention est conforme à la réglementation matière de chèques-repas, telle que prévue par l’article 19bis, § 2, de l’arrêté royal précité du 28 novembre 1969.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 30 juillet 2008.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2008 — 3321 [C − 2008/13171] 12 AUGUSTUS 2008. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds genaamd ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ de dato 1 januari 2005 (1)
F. 2008 — 3321 [C − 2008/13171] 12 AOUT 2008. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 novembre 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant la modification et la coordination du fonds social dénommé ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ à la date du 1er janvier 2005 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 relative aux fonds de sécurité d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het
Vu la demande de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 30 novembre 2007, reprise en annexe, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement
49950
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
administratief arrondissement Verviers, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds genaamd ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ de dato 1 januari 2005.
administratif de Verviers, concernant la modification et la coordination du fonds social dénommé ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ à la date du 1er janvier 2005.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. La Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Nice, 12 augustus 2008.
Donné à Nice, le 12 août 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Références au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers
Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers
Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2007
Convention collective de travail du 30 novembre 2007
Wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds genaamd ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ de dato 1 januari 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 16 januari 2008 onder het nummer 86366/CO/120.01) Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder ″werklieden″ verstaan : de werklieden en de werksters. Art. 2. De gecoördineerde statuten van het sociaal fonds genaamd ″Fond de sécurité d’existence de l’industrie textiele de l’arrondissement adminsitratief de Verviers″ zijn bijgevoegd in bijlage. Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekent bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers. Art. 4. De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1981 tot oprichting van het sociaal fonds genaamd ″Fond de sécurité d’existence de l’industrie textiele de l’arrondissement administratief de Verviers″ en tot vaststelling van zijn statuten (koninklijk besluit van 14 september 1981 - Belgisch Staatsblad van 2 oktober 1981) gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1986 (koninklijk besluit van 10 juli 1986 - Belgisch Staatsblad van 8 augustus 1986), door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 november 1987 (koninklijk besluit van 12 april 1988 - Belgisch Staatsblad van 29 april 1988) door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 1988 (koninklijk besluit van 8 december 1988 - Belgisch Staatsblad van 28 december 1988), door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 1993 (koninklijk besluit van 11 juli 1994 - Belgisch Staatsblad van 21 september 1994), en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2001 (koninklijk besluit van 2 maart 2004 - Belgisch Staatsblad 27 april 2004) wordt opgeheven. Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst annuleert en vervangt het arbeidsovereenkomst van 26 september 2006. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2008.
Modification et coordination du fonds social dénommé ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ à la date du 1er janvier 2005 (Convention enregistrée le 16 janvier 2008 sous le numéro 86366/CO/120.01)
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, aux ouvriers et aux ouvrières des entreprises textiles ressortissant à la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers. Pour l’application de la présente convention, on entend par ″ouvriers″ : les ouvriers et les ouvrières. Art. 2. Les statuts coordonnés du fonds social dénommé ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ sont joints en annexe. Art. 3. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2005 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par une des parties moyennant un préavis de six mois, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers. Art. 4. La convention collective de travail du 21 avril 1981 instituant le fonds social dénommé ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ et en fixant les statuts (arrêté royal du 14 septembre 1981 - Moniteur belge du 2 janvier 1981) modifiée par la convention collective de travail du 3 février 1986 (arrêté royal du 10 juillet 1986 - Moniteur belge du 8 août 1986), par la convention collective de travail du 23 novembre 1987 (arrêté royal du 12 avril 1988 - Moniteur belge du 29 avril 1988), par la convention collective de travail du 26 septembre 1988 (arrêté royal du 8 décembre 1988 - Moniteur belge du 28 décembre 1988), par la convention collective de travail du 22 novembre 1993 (arrêté royal du 11 juillet 1994 - Moniteur belge du 21 septembre 1994) et par la convention collective de travail du 28 novembre 2001 (arrêté royal du 2 mars 2004 - Moniteur belge du 27 avril 2004) est abrogée.
Art. 5. La présente convention remplace et annule la convention collective de travail du 26 septembre 2006. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 12 août 2008. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49951
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds genaamd ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ de dato 1 januari 2005
Annexe à la convention collective de travail du 30 novembre 2007, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, concernant la modification et la coordination du fonds social dénommé ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″ à la date du 1er janvier 2005
Gecoördineerde statuten
Statuts coordonnés
HOOFDSTUK I. — Benaming en sociale zetel
CHAPITRE Ier. — Dénomination et siège social
Artikel 1. Met ingang van 1 januari 1981 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genoemd ″Fond de sécurité d’existence de l’industrie textiele de l’arrondissement administratief de Verviers″. Art. 2. De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Verviers op het volgende adres : rue de Bruxelles 41, 4800 Verviers.
Article 1er. Le 1er janvier 1981 est institué un fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds de sécurité d’existence de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers″. Art. 2. Le siège social du fonds est établi à Verviers, à l’adresse suivante : rue de Bruxelles 41, 4800 Verviers.
HOOFDSTUK II. — Doel Art. 3. Het fonds heeft tot doel : — het innen van de bijdrage die nodig zijn voor zijn werking; — het toekennen van aanvullende sociale voordelen aan de werklieden en werksters bedoeld in artikel 4; — het verzekeren van de uitkering van deze voordelen; — het ten laste nemen van de bijzondere werkgeversbijdragen op het voltijds en halftijds conventioneel brugpensioen; — het betalen aan de representatieve organisaties van de administratieen beheerskosten in verband met de betaling van de sociale voordelen.
CHAPITRE II. — Objet Art. 3. Le fonds a pour objet : — de percevoir les cotisations nécessaires à son fonctionnement; — d’octroyer des avantages sociaux complémentaires aux ouvriers, visés à l’article 4; — d’assurer la liquidation de ces avantages; — la prise en charge des cotisations spéciales patronales sur la prépension conventionnelle à temps plein et à mi-temps; — de rétribuer aux organisations représentatives les charges d’administration et de gestion relatives au paiement des avantages sociaux.
HOOFDSTUK III. — Toepassingsgebied Art. 4. Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingendie onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (P.S.C. 120.01) vallen. In deze statuten wordt onder ″werklieden″ verstaan : de arbeiders en arbeidsters.
CHAPITRE III. — Champ d’application Art. 4. Les présents statuts s’appliquent aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers (S.C.P. 120.01). Il est entendu dans les présents statuts par ″ouvriers″ : les ouvriers et ouvrières.
HOOFDSTUK IV. — Toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen Art. 5. De in artikel 4 bedoelde werklieden hebben recht op aanvullende sociale voordelen ten laste van het fonds waarvan de aard, het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten worden vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. Art. 6. De uitkering van de aanvullende sociale voordelen mag in geen geval afhankelijk zijn van de storting door de werkgever van de bijdragen die hem zijn opgelegd.
CHAPITRE IV. — Octroi et liquidation des avantages sociaux complémentaires Art. 5. Les ouvriers visés à l’article 4 ont droit à des avantages sociaux complémentaires à charge du fonds dont la nature, le montant, les conditions d’octroi et les modalités de liquidation sont fixés par une convention collective de travail conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers et rendue obligatoire par arrêté royal.
HOOFDSTUK V. — Beheer
CHAPITRE V. — Gestion
Beheerscomité Art. 7. Het fonds wordt beheerd door een beheerscomité dat paritair is samengesteld uit een gelijk aantal werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers (minimaal 4 en maximaal 8). De leden van het beheerscomité worden aangeduid voor elk van de twee groepen de helft - door de representatieve beroepsorganisaties van, respectievelijk, de werkgevers en de werknemers die de leden van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers vertegenwoordigen, hetzij momenteel Febeltex en de regionale afdelingen van Verviers van het Algemeen Belgisch Vakverbond Textiel, Kleding en Diamant (A.B.V.V. Textiel, Kleding en Diamant) en van het A.C.V. Textura.
Comité de gestion Art. 7. Le fonds est géré par un comité de gestion, composé paritairement d’un nombre pair de représentants d’employeurs et d’ouvriers (minimum 4 et maximum 8). Les membres du comité de gestion sont désignés - et ce, à concurrence d’une moitié pour chacun des deux groupes - respectivement par les organisations professionnelles représentatives des employeurs et des travailleurs qui sont appelés à présenter des membres de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, à savoir actuellement : Febeltex et les sections régionales verviétoises de la Fédération générale des Travailleurs de Belgique, Textile, Vêtement et Diamant (F.G.T.B., Textile, Vêtement et Diamant) et de la C.S.C. Textura. La durée du mandat des membres est de quatre ans. Le mandat prend fin lorsqu’ils cessent d’être membre de la Souscommission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers (S.C.P. 120.01). Dans ce cas, ils sont remplacés par un membre de la sous-commission paritaire appartenant au même groupe que le membre dont le mandat prend fin. Art. 8. Le comité de gestion désigne chaque année en son sein un président et un vice-président. Par alternance annuelle, la présidence est assurée les années paires, par un membre du comité de gestion représentant les organisations syndicales et les années impaires, par un membre du comité de gestion représentant les employeurs. Pour la vice-présidence, l’alternance est inversée.
De duur van het mandaat van de beheerders bedraagt vier jaar. Het mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (P.S.C. 120.01). In dat geval worden zij vervangen door een lid van het paritair subcomité dat behoort tot dezelfde groep als het lid waarvan het mandaat een einde neemt. Art. 8. Elk jaar duidt het beheerscomité in zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan. Via een jaarlijkse beurtrol zijn het voorzitterschap tijdens de even jaren worden waargenomen door een lid van het beheerscomité dat de vakorganisaties vertegenwoordigt en de oneven jaren door een lid van het beheerscomité dat de werkgevers vertegenwoordigt. Voor het ondervoorzitterschap is de beurtrol omgekeerd.
Art. 6. En aucun cas, la liquidation des avantages sociaux complémentaires ne peut être subordonnée au versement par l’employeur des cotisations qui lui incombent.
49952
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Art. 9. Het beheerscomité vergadert wanneer de belangen van het fonds dit vereisen op uitnodigding van de Voorzitter. Hij is verplicht het comité bijeen te roepen op vraag van drie van zijn leden. De uitnodigingen moeten de agenda vermelden.
Art. 9. Le comité de gestion se réunit aussi souvent que les intérêts du fonds l’exigent, sur la convocation de son président. Celui-ci est tenu de convoquer le comité à la demande de trois de ses membres. Les convocations doivent mentionner l’ordre du jour.
De notulen van de vergaderingen van het beheerscomité worden opgemaakt door de secretaris, die aangesteld werd door het beheerscomité, en ondertekend door de voorzitter van de vergadering en ter goedkeuring voorgelegd aan het beheerscomité. De uittreksels of kopieën van deze notulen, die door rechtbanken of andere instanties kunnen worden geëist, worden ondertekend door de voorzitter of door twee leden van het beheerscomité.
Les procès-verbaux des réunions du comité de gestion sont établis par le secrétaire désigné par le comité de gestion, signés par le président de séance et soumis à l’approbation du comité de gestion. Les extraits ou copies de ces procès-verbaux, à produire en justice ou ailleurs, sont signés par le président ou deux membres du comité de gestion.
De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen der aanwezige leden.
Les décisions sont prises à la majorité absolue des voix des membres présents.
De stemming die enkel geldig indien twee derden van de leden die de werkgevers vertegenwoordigen en twee derden van de leden die de werknemers vertegenwoordigen aanwezig zijn.
Le vote n’est valable que si les deux tiers des membres représentant les employeurs et les deux tiers des membres représentant les travailleurs sont présents.
Een lid van het comité dat verhinderd is kan schriftelijk een mandaat geven aan een van zijn collega’s om het te vertegenwoordigen, zonder dat een lid van dit comité meer dan één afwezige collega kan vervangen.
Un membre du comité empêché pourra donner mandat par écrit à un de ses collègues de le représenter, sans qu’un membre de ce comité puisse remplacer plus d’un collègue absent.
Art. 10. Het beheerscomité delegeert aan de werkgeversfederatie van de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers de administratie van het fonds. Zij verzekert het dagelijks beheer en voert de beslissingen uit die genomen worden door het beheerscomité.
Art. 10. Le comité de gestion délègue à la fédération patronale de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers l’administration du fonds. Elle en assure la gestion journalière et exécute les décisions prises par le comité de gestion.
Art. 11. Het beheerscomité onderzoekt en spreekt zich uit over de verslagen en de documenten die worden meegedeeld door de administrateur van het fonds. Het beheerscomité heeft meer bepaald als taak :
Art. 11. Le comité de gestion examine et se prononce sur les rapports et documents qui lui sont communiqués par le secrétariat du fonds. Le comité de gestion a notamment pour mission de :
— het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers bij het verstrijken van elk kalenderjaar voor te stellen, indien nodig, het cijfer van de bijdrage vast te stellen, door dit paritair subcomité voor het volgende kalenderjaar;
— proposer à la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers et ce, à l’échéance de chaque année civile, le taux de la cotisation à fixer par ladite sous-commission paritaire, pour l’année civile suivante s’il échet;
— daarvoor neemt het beheerscomité enerzijds het volume van de vergoedingen in aanmerking die als basis dienen voor de berekening van de bijdragen en anderzijds de kosten van de sociale voordelen waarvoor het fonds de dienstverlening moet verzekeren, evenals de administratiekosten;
— à cet effet, le comité de gestion prend en considération d’une part, le volume des rémunérations qui servent de base au calcul des cotisations et d’autre part, le coût des avantages sociaux dont le fonds doit assurer le service, ainsi que le coût des frais d’administration;
— het fonds beheren en alle nodige maatregelen nemen voor de goede werking ervan;
— administrer le fonds et prendre toutes les mesures nécessaires à son bon fonctionnement;
— het bedrag van de administratiekosten bepalen, evenals het evenredig bedrag van de jaarlijkse ontvangsten die moeten dienen om deze te dekken;
— déterminer le montant des frais d’administration ainsi que la quotité des recettes annuelles qui serviront à les couvrir;
— elk jaar, in de loop van de maand juni, een schriftelijk verslag voorleggen aan het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers over het beheer tijdens het afgelopen boekjaar.
— présenter chaque année, dans le courant du mois de juin, à la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, un rapport écrit sur sa gestion de l’exercice écoulé.
Art. 12. De leden van het beheerscomité gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan betreffende de verbintenissen van het fonds.
Art. 12. Les membres du comité de gestion ne contractent aucune obligation personnelle relative aux engagements du fonds.
Hun verantwoordelijkheid is beperkt tot de uitvoering van het beheersmandaat dat hen is toegekend.
Leur responsabilité se limite à l’exécution du mandat de gestion qui leur est imparti.
Art. 13. De gerechtelijke handelingen, zowel als eiser als verweerder, worden ondernomen uit naam van het fonds op vervolging en benaarstiging van de voorzitter of van een lid van het beheerscomité.
Art. 13. Les actions judiciaires, tant en demandant qu’en défendant, sont soutenues au nom du fonds et à la poursuite et la diligence du président du comité ou d’un membre du comité de gestion.
Het beheerscomité kan bijzondere en welomschreven bevoegdheden overdragen aan een of meer van zijn leden of zelfs aan derden.
Le comité de gestion peut déléguer des pouvoirs spéciaux et déterminésà un ou plusieurs de ses membres, ou même à des tierces personnes.
De handelingen van dagelijks beheer worden ondertekend door de personen die daartoe aangewezen zijn door het beheerscomité.
Les actes de gestion journalière sont signés par les personnes désignées à cet effet par le comité de gestion.
Voor alle andere handelingen dan die waarvoor het comité bijzondere opdrachten heeft gegeven, volstaat de gezamenlijke handtekening van twee beheerders, één van iedere groep, zonder dat dez beheerders van enige beraadslaging of machtiging moeten laten blijken, opdat het fonds geldig vertegenwoordigd zou zijn tegenover derden.
Pour tous les actes autres que ceux pour lesquels le comité a donné un mandat spécial, il suffit, afin que le fonds soit valablement représenté envers des tiers, d’apposer les signatures conjointes de deux membres, un de chaque groupe sans que ces membres ne doivent témoigner d’une délibération ou d’une autorisation.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49953
Art. 14. Het fonds kan juridisch optreden voor de inning van de bijdragen en daarvoor laten overgaan tot bewarend en uitvoerend beslag, met inbegrip van de volgende fondsen :
Art. 14. Le fonds peut procéder juridiquement pour le recouvrement des cotisations et à cette fin, peut faire procéder aux saisies d’exécution, y compris pour les fonds suivants :
— ″Fonds voor aanvullende verzekering voor de textielnijverheid in Verviers″;
— ″Fonds d’assurance complémentaire de l’industrie textile verviétoise″;
— ″Paritaire compensatiekas voor de sociale instellingen van de textielnijverheid in Verviers″.
— ″Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l’industrie textile de Verviers″.
Art. 15. Het beheerscomité heeft de meest uitgebreide bevoegdheden voor het bestuur en het beheer van de materiële en juridische belangen van het fonds, ongeacht die welke door de wet of door deze statuten aan het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers voorbehouden zijn.
Art. 15. Le comité de gestion a les pouvoirs les plus étendus pour l’administration et la gestion des intérêts matériels et moraux du fonds, sans préjudice toutefois de ceux réservés à la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, par la loi ou par les présents statuts.
Het beheerscomité mag hiervoor in het bijzonder alle contracten en overeenkomsten sluiten en verlijden, alle roerende en onroerende goederen die nodig zijn om het sociaal doel te bereiken, kopen, verkopen, ruilen, verwerven, overdragen, huren en verhuren, alle leningen op korte of lange termijn aangaan, alle werkelijke rechten zowel op de roerende als onroerende goederen toestaan, zoals voorrechten, hypotheken, panden en andere, toestemmen in de dagelijkse uitwinning, handlichting verlenen van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, alsmede alle opdrachten tot betaling, overschrijving, beslaglegging of andere beletsels, met of zonder vaststelling van betaling, doen betekenen, afzien van de rechtsvordering tot ontbinding, alle directeurs of medewerkers benoemen en afzetten, hun wedden en hun bevoegdheden vaststellen en desnoods, hun borgstelling, alle huishoudelijke reglementen vastleggen, dadingen treffen en compromissen aangaan.
Le comité de gestion peut notamment faire passer tous contrats et marchés, acheter, vendre, échanger, acquérir, aliéner, prendre et donner à bail tous biens et immeubles nécessaires à la réalisation du but social, faire tous emprunts à court et à long terme, consentir tous droits réels sur les biens sociaux tant mobiliers qu’immobiliers, tels que privilèges, hypothèques, gages et autres, consentir la voie parée, donner mainlevée de toutes inscriptions privilèges ou hypothécaires, ainsi que tous commandements, transcriptions privilégiées ou hypothécaires, ainsi que tous commandements, transcriptions, saisies et autres empêchements, avec ou sans constatation du paiement, renoncer à l’action résolutoire, nommer et révoquer tous directeurs ou collaborateurs, fixer leurs traitements, leurs attributions et le cas échéant, leur cautionnement, arrêter tous règlements d’odre intérieur, compromettre et transiger.
HOOFDSTUK VI. — Financiering
CHAPITRE VI. — Financement
De financiering van de aanvullende sociale voordelen gebeurt als volgt :
Art. 16. Le financement des avantages sociaux se fait comme suit :
a) voor de rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode 1981-1985, door renteloze voorschotten ten laste van het Ministerie van Economische Zaken en door een werkgeversbijdrage; deze werkgeversbijdrage dekt tot 31 december 1985, 1 pct. van de jaarlijkse uitgaven en wordt vanaf 1 januari 1986 aangewend tot terugbetaling van de renteloze voorschotten;
a) pour les bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période 1981-1985, sous forme d’avances sans intérêt à charge du Ministère des Affaires économiques et par une cotisation patronale; cette cotisation patronale couvre jusqu’au 31 décembre 1985, 1 p.c. des dépenses annuelles et est, à partir du 1er janvier 1986, affectée au remboursement des avances sans intérêt;
b) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 1986 tot 31 december 1990, door de begroting van het Ministerie van Economische Zaken;
b) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 1986 au 31 décembre 1990, par le budget du Ministère des Affaires économiques;
c) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 1990 tot 31 december 1990 door een werkgeversbijdrage van 0,20 pct. van de brutolonen;
c) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 1990 au 31 décembre 1990, par une cotisation patronale de 0,20 p.c. des salaires bruts;
d) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 1990 tot 31 december 1990 door een aanvullende werkgeversbijdrage van 0,10 pct. van de brutolonen, geïnd vanaf 1 januari 1991, zodat de totale bijdrage bepaald in c) en d) 0,30 pct. bedraagt;
d) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 1990 au 31 décembre 1990, par une cotisation patronale complémentaire de 0,10 p.c. des salaires bruts, perc¸ ue à partir du 1er janvier 1991, de sorte que la cotisation totale prévue aux c) et d) est de 0,30 p.c.;
e) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 1992 tot 31 december 1992, door een aanvullende werkgeversbijdrage van 0,30 pct. van de brutolonen, geïnd vanaf 1 januari 1992, zodat de totale bijdrage bepaald in c), d) en e) 0,60 pct. bedraagt;
e) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 1992 au 31 décembre 1992, par une cotisation patronale complémentaire de 0,30 p.c. des salaires bruts, perc¸ ue à partir du 1er janvier 1992, de sorte que la cotisation totale prévue aux c), d) et e) est de 0,60 p.c.;
f) voorde nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 1993 tot 31 december 1994, door een aanvullende werkgeversbijdrage van 0,35 pct. van de brutolonen, geïnd vanaf 1 juli 1993, zodat de totale bijdrage bepaald in c), d), e) en f) 0,95 pct. bedraagt;
f) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 1993 au 31 décembre 1994, par une cotisation patronale complémentaire de 0,35 p.c. des salaires bruts, perc¸ ue à partir du 1er juillet 1993, de sorte que la cotisation totale prévue aux c), d), e) et f) est de 0,95 p.c.;
g) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1996 door de werkgeversbijdrage van 0,95 pct. waarvan sprake in littera f);
g) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 1995 au 31 décembre 1996, par une cotisation patronale complémentaire de 0,95 p.c. dont question au littera f) ci-dessus;
h) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 1997 tot 31 december 1998, door een aanvullende bijdrage van 0,40 pct. van de brutolonen, geïnd vanaf 1 januari 1998, zodat de totale bijdrage bepaald in c), d), e), f), g) en h) 1,35 pct. bedraagt;
h) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 1997 au 31 décembre 1998, par une cotisation patronale complémentaire de 0,40 p.c. des salaires bruts, perc¸ ue à partir du 1er janvier 1998, de sorte que la cotisation totale prévue aux c), d), e), f), g) et h) est de 1,35 p.c.;
49954
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
i) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000 door de werkgeversbijdrage van 1,35 pct. waarvan sprake in littera h);
i) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 1999 au 31 décembre 2000, par la cotisation patronale de 1,35 p.c. dont question au littera h);
j) vanaf 1 januari 1999 gebeurt de berekening van het nettoreferteloon op basis van het normale loon aan 100 pct.
j) à partir du 1er janvier 1999, le calcul de la rémunération nette de référence s’effectue sur base du salaire normal à 100 p.c.;
k) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2002 door de werkgeversbijdrage van 1,35 pct. waarvan sprake in littera h);
k) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 2001 au 31 décembre 2002, par la cotisation patronale de 1,35 p.c. dont question au littera h);
l) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2005 door de werkgeversbijdrage van 1,35 pct. waarvan sprake in littera h);
l) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er janvier 2003 au 30 juin 2005, par la cotisation patronale de 1,35 p.c. dont question au littera h);
m) voor de nieuwe rechthebbenden die op brugpensioen gingen tijdens de periode van 1 juli 2005 tot 31 december 2007 door de werkgeversbijdrage van 1,35 pct. waarvan sprake in littera h);
m) pour les nouveaux bénéficiaires, prépensionnés au cours de la période du 1er juillet 2005 au 31 décembre 2007, par la cotisation patronale de 1,35 p.c. dont question au littera h).
Art. 17. a) De renteloze voorschotten, waarvan sprake in artikel 16, a), worden trimestrieel en bij voorbaat op basis van een jaarlijkse begroting ter beschikking gesteld van het fonds. De renteloze voorschotten dekken 90 pct. van de uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 5.
Art. 17. a) Les avances sans intérêt, dont question à l’article 16, a), sont mises trimestriellement et anticipativement sur base d’un budget annuel à la disposition du fonds. Les avances sans intérêt couvrent 99 p.c. des dépenses découlant de l’exécution de la convention collective de travail visée à l’article 5.
b) De werkgeversbijdragen bepaald in artikel 16, a), worden volgens de bepalingen van artikel 19 geïnd en worden op het einde van ieder kalenderkwartaal op de rekening van het Ministerie van Economische Zaken gestort tot op het ogenblik dat de renteloze voorschotten terugbetaald zijn.
b) Les cotisations patronales prévues à l’article 16, a), sont perc¸ ues selon les dispositions de l’article 19 et sont versées à la fin de chaque trimestre civil sur le compte du Ministère des Affaires économiques jusqu’au moment où les avances sans intérêt seront remboursées.
Art. 18. a) De werkgeversbijdrage bepaald in artikel 16, a), bedraagt 1 pct. van de jaarlijkse uitgaven die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld bij artikel 5, ten aanzien van de rechthebbende bruggepensioneerde aangeduid in artikel 16, a).
Art. 18. a) La cotisation patronale prévue à l’article 16, a), s’élève à 1 p.c. des dépenses annuelles découlant de la convention collective de travail visée à l’article 5, eu égard aux prépensionnés bénéficiaires désignés à l’article 16, a).
Zij moet berekend worden op de brutolonen aan 100 pct. De bijdragevoet wordt vastgesteld op 0,025 pct.
Elle est à calculer sur les salaires bruts à 100 p.c.. Le taux de cotisation est fixé à 0,025 p.c..
b) De werkgeversbijdrage van 0,025 pct. waarvan sprake in littera a) wordt hierboven trimestrieel geïnd door het fonds en wordt berekend op 1/4e van het volume van de brutolonen van de vier kwartalen van het vorig jaar.
b) La cotisation de 0,025 p.c. dont question au littera a) ci-dessus est perc¸ ue trimestriellement par le fonds et est calculée sur 1/4e du volume des salaires bruts des quatre trimestres de l’année précédente.
c) De bijdrage waarvan sprake in artikel 16, h), wordt trimestrieel geïnd door het fonds en wordt berekend op de brutolonen van het vorige kwartaal.
c) La cotisation dont question à l’article 16, h) est perc¸ ue trimestriellement par le fonds et est calculée sur les salaires bruts du trimestre échu.
Art. 19. a) De bijdragen worden geïnd door het fonds voor bestaanszekerheid van Verviers.
Art. 19. a) Les cotisations sont perc¸ ues par le fonds de sécurité d’existence de Verviers.
Het bedrag van de bijdragen wordt geïnd op de vier volgende data van elk jaar : 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december.
Le montant des cotisations est appelé aux quatre dates suivantes de chaque année : les 1er mars, 1er juin, 1er septembre et 1er décembre.
De verschuldigde bijdragen voor elk kwartaal moeten door de werkgever betaald worden uiterlijk op de laatste dag van het lopende kwartaal.
Les cotisations dues pour chaque trimestre doivent être payées par l’employeur au plus tard le dernier jour du trimestre en cours.
De verschuldigde sommen voor elk kwartaal moeten door de werkgever betaald worden uiterlijk op de laatste dag van het lopende kwartaal.
Les sommes dues pour chaque trimestre doivent être versées par l’employeur auprès d’une banque déterminée par le comité de gestion.
b) De werkgever bezorgt het fonds, per kwartaal en binnen dezelfde termijn bepaald in het vorige artikel, een kopie van de aflossing van de kwartaalaangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
b) L’employeur fait parvenir au fonds, par trimestre et dans le même délai prévu à l’article précédent, une copie du relevé de la déclaration trimestrielle à l’O.N.S.S.
Art. 20. De bijdragen die niet betaald zijn bij het aflopen van de 30 dagen die volgen op de oproepdatum die het fonds aan de werkgever richt, geven bovendien recht op een verhoging van 10 pct. op het bedrag van de verschuldigde bijdragen, verhoogd met een nalatigheidsinterest van 10 pct. op hetzelfde bedrag, zonder dat hiervoor een ingebrekestelling nodig is.
Art. 20. Les cotisations non payées à l’expiration des 30 jours qui suivent la date de l’appel de fonds adressé à l’employeur donnent, en outre, lieu à une majoration de 10 p.c. sur le montant des cotisations dues, augmentée d’un intérêt de retard de 10 p.c. sur le même montant, sans qu’une mise en demeure ne soit nécessaire à cet effet.
Zowel voor de inning van de bijdragen als voor de verjaringstermijn overeen met deze die wordt toegepast door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Aussi bien pour la perception des cotisations que pour le paiement des allocations sociales, le délai de prescription correspond à celui appliqué par l’Office national de Sécurité sociale.
Art. 21. Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid kan het bedrag van de bijdragen slechts gewijzigd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
Art. 21. Sans préjudice de l’application de l’article 14 de la loi du 7 janvier 1958, concernant les fonds de sécurité d’existence, le montant des cotisations ne peut être modifié que par convention collective de travail conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers et rendue obligatoire par arrêté royal.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49955
HOOFDSTUK VI. — Begroting en rekeningen
CHAPITRE VII. — Budgets et comptes
Art. 22. De rekeningen van het fonds, zullen jaarlijks ter plaatse worden nagezien door de inspectie van Financiën bij het Ministerie van Economische Zaken en door de bevoegde diensten van dat Ministerie.
Art. 22. Les comptes du fonds seront vérifiés, annuellement et sur place, par l’Inspection des Finances auprès du Ministère des Affaires économiques et par les services compétents de ce ministère.
Het fonds zal elk jaar vóór 28 februari de stand van de rekeningen voorleggen aan het Ministerie van Economische Zaken. De begroting van het volgend jaar zal voor 31 december voorgelegd worden aan het Ministerie van Economische Zaken. Een herziening van de begroting is mogelijk vóór 1 juli.
Le fonds soumettra chaque année avant le 28 février, la situation des comptes au Ministère des Affaires économiques. Le budget pour l’année suivante sera soumis au Ministère des Affaires économiques avant le 31 décembre. Une révision du budget est possible avant le 1er juillet.
Art. 23. Het boek jaar begint op 1 januari en sluit op 31 december.
Art. 23. L’exercice prend cours le 1er janvier et se clôture le 31 décembre.
Art. 24. Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand december, een begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring aan het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers voorgelegd.
Art. 24. Chaque année, au plus tard, pendant le mois de décembre, un budget pour l’année suivante est soumis à l’approbation de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers.
Art. 25. Op 31 december worden de rekeningen van het afgelopen jaar afgesloten. De afsluiting en de balans dienen boekhoudkundig voldoende omschreven te zijn.
Art. 25. Les comptes de l’année révolue sont clôturés le 31 décembre. La clôture et le bilan doivent être suffisamment précisés en matière comptable.
HOOFDSTUK VIII. — Toezicht
CHAPITRE VIII. — Contrôle
Art. 26. Het beheerscomité, alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers aangewezen revisor of accountant, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.
Art. 26. Le comité de gestion, ainsi que le réviseur ou expertcomptable, désignés par la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, en application de l’article 12 de la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, font annuellement chacun un rapport écrit concernant l’accomplissement de leur mission pendant l’année révolue.
Art. 27. De balans, samen met voornoemde schriftelijke jaarlijkse verslagen, dienen uiterlijk tijdens de maand juni ter goedkeuring aan het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers voorgelegd te worden.
Art. 27. Le bilan conjointement avec les rapports annuels écrits visés ci-dessus, doivent être soumis pour approbation à la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers pendant le mois de juin au plus tard.
HOOFDSTUK IX. — Uitbetaling
CHAPITRE IX. — Liquidation
Art. 28. De in artikel 17 bepaalde renteloze voorschotten worden terugbetaald door het fonds. De terugbetaling zal jaarlijks gebeuren en begint na een periode van vijf jaar. Ze zal gelijk zijn aan de opbrengst van een bijkomende werkgeversbijdrage, die vanaf 1 januari 1986 zal geheven worden. De bijdragevoet van deze bijkomende bijdrage zal minstens gelijk zijn aan de gemiddelde bijdragevoet vastgesteld voor de jaren 1981 tot en met 1985.
Art. 28. Les avances sans intérêt prévues à l’article 17 sont remboursées par le fonds. Le remboursement se fera annuellement et commencera après une période de cinq ans. Il sera égal au produit de la cotisation patronale supplémentaire qui sera prélevée à partir du 1er janvier 1986. Le taux de cette cotisation supplémentaire sera au moins égal au taux de cotisation moyen fixé pour les années 1981 jusque et y compris 1985.
HOOFDSTUK X. — Ontbinding
CHAPITRE X. — Dissolution
Art. 29. Het fonds kan ontbonden worden bij eenparige beslissing van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers nadat het zijn verplichtingen voortvloeiend uit de protocollaire overeenkomst van 17 maart 1981 tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties, de Minister van Economische Zaken en de Minister van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg tot toekenning van een aanvullende vergoeding door middel van een conventioneel brugpensioen en na terugbetaling van de in artikel 28 bedoelde voorschotten heeft vervuld.
Art. 29. La dissolution du fonds peut avoir lieu sur décision unanime de la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers, lorsqu’il a satisfait à ses obligations résultant de l’accord protocolaire du 17 mars 1981 entre les organisations patronales et syndicales, le Ministre des Affaires économiques et le Ministre du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, octroyant une indemnité complémentaire sous forme d’une prépension conventionnelle, et après que les avances visées à l’article 28 ont été remboursées.
Art. 30. Indien bij de ontbinding van het fonds gelden beschikbaar blijven, wijst het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers de vereffenaars aan en bepaalt hun bevoegdheden en bezoldiging.
Art. 30. Lorsque des liquidités restent disponibles lors de la dissolution du fonds, la Sous-commission paritaire de l’industrie textile de l’arrondissement administratif de Verviers désigne les liquidateurs, détermine leurs pouvoirs et fixe leur rémunération.
Het overblijvend vermogen van het fonds krijgt dan volgende bestemming :
Les capitaux restants du fonds sont répartis comme suit :
De rechthebbende werklieden ontvangen vanaf de datum van het in vereffening stellen van het fonds en tot volledige uitputting van het overblijvende vermogen van het fonds de aanvullende sociale voordelen die vastgesteld worden bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in toepassing van artikel 5 van deze statuten.
Les ouvriers bénéficiaires rec¸ oivent les avantages sociaux complémentaires, fixés par convention collective de travail conclue en application de l’article 5 de ces statuts, à partir de la date de la mise en liquidation du fonds et jusqu’à épuisement complet des capitaux restants du fonds.
Art. 31. De partijen vragen dat deze statuten algemeen verbindend verklaard worden bij koninklijk besluit.
Art. 31. Les parties demandent que les présents statuts soient rendus obligatoires par arrêté royal.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2008. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 12 août 2008.
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, Mme J. MILQUET
49956
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
N. 2008 — 3322
[C − 2008/22510]
12 AUGUSTUS 2008. — Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de wijziging van de statuten van « ACERTA Kinderbijslagfonds »
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2008 — 3322
[C − 2008/22510]
12 AOUT 2008. — Arrêté royal portant approbation de la modification des statuts de « ACERTA Caisse d’Allocations familiales »
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, artikel 26, derde lid;
Vu les lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, l’article 26, alinéa 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2006 tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van « ACERTA Kinderbijslagfonds »;
Vu l’arrêté royal du 3 mai 2006 portant approbation de la modification des statuts de « ACERTA Caisse d’Allocations familiales »;
Gelet op de beslissingen van de buitengewone algemene vergaderingen van « ACERTA Kinderbijslagfonds » van 20 juni 2007 en 19 december 2007;
Vu les décisions des assemblées générales extraordinaires de « ACERTA Caisse d’Allocations familiales » des 20 juin 2007 et 19 décembre 2007;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Sur la proposition de la Ministre des Affaires sociales, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. De wijziging van de statuten van « ACERTA Kinderbijslagfonds » zoals aangenomen bij de beslissingen van zijn buitengewone algemene vergaderingen van 20 juni 2007 en 19 december 2007 wordt goedgekeurd.
Article 1er. Est approuvée la modification des statuts de « ACERTA Caisse d’Allocations familiales » telle qu’adoptée par décisions de ses assemblées générales extraordinaires des 20 juin 2007 et 19 décembre 2007.
Art. 2. In artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 3 mei 2006 tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van « ACERTA Kinderbijslagfonds » wordt het eerste lid vervangen als volgt :
Art. 2. Dans l’article 2 de l’annexe à l’arrêté royal du 3 mai 2006 portant approbation de la modification des statuts de « ACERTA Caisse d’Allocations familiales », l’alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :
« De zetel van de vereniging is gevestigd te 1020 Brussel, Buro & Design Center, Heizel Esplanade, Postbus 65 en ressorteert onder het gerechtelijk arrondissement Brussel ».
« De zetel van de vereniging is gevestigd te 1020 Brussel, Buro & Design Center, Heizel Esplanade, Postbus 65 en ressorteert onder het gerechtelijk arrondissement Brussel ».
Art. 3. In artikel 11, eerste lid, van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt de zin « Elk jaar, zal de gewone algemene vergadering, ook jaarvergadering genoemd, gehouden worden op de derde woensdag van de maand juni, om 18 uur, op de zetel van de vereniging » vervangen als volgt :
Art. 3. Dans l’article 11, alinéa 1er, de l’annexe au même arrêté, la phrase « Elk jaar, zal de gewone algemene vergadering, ook jaarvergadering genoemd, gehouden worden op de derde woensdag van de maand juni, om 18 uur, op de zetel van de vereniging » est remplacée par la phrase :
« Elk jaar zal de algemene vergadering, ook jaarvergadering genoemd, gehouden worden op de derde woensdag van de maand juni, om 18 uur, te 2610 Antwerpen-Wilrijk, Sneeuwbeslaan 20 ».
« Elk jaar zal de algemene vergadering, ook jaarvergadering genoemd, gehouden worden op de derde woensdag van de maand juni, om 18 uur, te 2610 Antwerpen-Wilrijk, Sneeuwbeslaan 20 ».
Art. 4. In artikel 12.3 van de bijlage bij hetzefde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
Art. 4. A l’article 12.3 de l’annexe au même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° in het eerste lid worden de woorden « een derde van de » vervangen door het woord « twee »;
1° dans l’alinéa 1er, les mots « een derde van de » sont remplacés par le mot « twee »;
2° in het tweede lid worden de woorden « twee derden van de » en « drie » respectievelijk vervangen door de woorden « drie » en « twee ».
2° dans l’alinéa 2, les mots « twee derden van de » et « drie » sont remplacés respectivement par les mots « drie » et « twee ».
Art. 5. In artikel 13 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
Art. 5. A l’article 13 de l’annexe au même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° in het eerste lid wordt het woord « zestien » vervangen door het woord « vijftien »;
1° dans l’alinéa 1er, le mot « zestien » est remplacé par le mot « vijftien »;
2° in het tweede en het derde lid wordt het woord « zes » vervangen door het woord « vier »;
2° dans les alinéas 2 et 3, le mot « zes » est remplacé par le mot « vier »;
3° in het vierde lid wordt het woord « vier » vervangen door de woorden « ten hoogste zeven ».
3° dans l’alinéa 4, le mot « vier » est remplacé par les mots « ten hoogste zeven ».
Art. 6. In artikel 15, achtste en negende lid, van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt het woord « drie » vervangen door het woord « twee ».
Art. 6. Dans l’article 15, alinéas 8 et 9, de l’annexe au même arrêté, le mot « drie » est remplacé par le mot « twee ».
Art. 7. De Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7. La Ministre des Affaires sociales est chargée de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Nice, 12 augustus 2008.
Donné à Nice, le 12 août 2008.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX
La Ministre des Affaires sociales, Mme L. ONKELINX.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49957
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT
N. 2008 — 3323 [C − 2008/22462] 16 SEPTEMBER 2008. — Ministerieel besluit tot vaststelling voor het jaar 2008 van de materie van het vergelijkend examen voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen
F. 2008 — 3323 [C − 2008/22462] 16 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté ministériel fixant pour l’année 2008 la matière du concours de sélection des kinésithérapeutes agréés qui obtiennent le droit d’accomplir des prestations qui peuvent faire l’objet d’une intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, inzonderheid op artikel 35novies, § 1, 2° en 4°; Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 2005 tot vaststelling van de criteria en de regels voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikelen 1, § 3, 2, § 1 en § 8; Gelet op het advies van de Examencommissie voor kinesitherapie, gegeven op 26 augustus 2008, Besluit : Artikel 1. § 1. De materie van het vergelijkend examen voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die hun recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen voor het jaar 2008 is beperkt tot de elementen bedoelt in §§ 2, 3 en 4 van huidig artikel. § 2. Onderdeel Kennis : 1. Koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (Tekstbijwerking tot 25 april 2008):
La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Vu l’arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l’exercice des professions de la santé, notamment l’article 35novies, § 1er, 2° et 4°; Vu l’arrêté royal du 20 juin 2005 fixant les critères et les modalités de sélection des kinésithérapeutes agréés qui obtiennent le droit d’accomplir des prestations qui peuvent faire l’objet d’une intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, notamment l’article 1er, § 3, 2, § 1er et § 8; Vu l’avis de la Commission du concours en kinésithérapie, donné le 26 août 2008, Arrête : Article 1er. § 1er. La matière du concours de sélection des kinésithérapeutes agréés qui obtiennent le droit d’accomplir des prestations qui peuvent faire l’objet d’une intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités pour l’année 2008 est limitée aux éléments visés aux §§ 2, 3 et 4 du présent article. § 2. Partie connaissance : 1. Arrêté Royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l’exercice des professions de santé (dernière mise à jour 25 avril 2008) :
➢ Hoofdstuk Ibis : De uitoefening van de kinesitherapie.
➢ Chapitre Ierbis : L’exercice de la kinésithérapie.
➢ Hoofdstuk IIbis : Bijzondere beroepsbekwaamheden, bijzondere beroepstitels, aanbodsbeheersing, eindeloopbaan, evaluatie, structuur en organisatie van de praktijk, organen en federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen.
➢ Chapitre IIbis : Qualifications professionnelles particulières, titres professionnels particuliers, maîtrise de l’offre, fin de carrière, évaluation, structure et organisation de la pratique, organes et banque de données fédérale des professionnels des soins de santé.
➢ Hoofdstuk III : De geneeskundige commissies.
➢ Chapitre III : Les commissions médicales.
2. Koninklijk besluit van 15 april 2002 betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere bekwaamheden.
2. Arrêté Royal du 15 avril 2002 relatif à l’agrément en qualité de kinésithérapeute et à l’agrément des titres particuliers et des qualifications particulières.
3. Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 (Tekstbijwerking tot 9 mei 2008) :
3. Loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994 (dernière mise à jour 9 mai 2008) :
➢ Titel I : Algemene bepalingen.
➢ Titres I : Généralistes.
➢ Titel II : Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
➢ Titres II : De l’institut national de d’assurance maladie-invalidité.
➢ Titel III : Verzekering voor geneeskundige verzorging
➢ Titre III : De l’assurance soins de santé
C Hoofdstuk I : Organen.
C Chapitre Ier : Des institutions
• Afdeling I : Dienst voor geneeskundige verzorging.
• Section I : Du Services des soins de santé
• Afdeling II : Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging.
• Section II : Du Conseil général de l’assurance soins de santé
• Afdeling III : Commissie voor begrotingscontrole.
• Section III : De la commission de contrôle budgétaire
• Afdeling IV : De Wetenschappelijke raad.
• Section IV : Du Conseil scientifique
• Afdeling V : Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging.
• Section V : Du Comité de l’assurance soins de santé
• Afdeling VI : Raad voor advies inzake revalidatie.
• Section VI : Du Conseil consultatif de la rééducation fonctionnelle
• Afdeling VIII : Overeenkomsten- en akkoordencommissies.
• Section VIII : Des commissions de conventions ou d’accords
• Afdeling IX : Technische raden.
• Section IX : Des Conseils techniques
• Afdeling X : Profielencommissies.
• Section X : Des Commissions de profils
C Hoofdstuk II : Toepassingssfeer
C Chapitre II : Du champ d’application
C Hoofdstuk III : Geneeskundige verstrekkingen
C Chapitre III : Des prestations de santé
• Artikelen 34, 35 en 37, § 1
• Articles 34, 35 et 37, § 1er
C Hoofdstuk IIIbis : Maximumfactuur
C Chapitre IIIbis : Du maximum à facturer
C Hoofdstuk V : Betrekkingen met de zorgverleners, de diensten en de instellingen.
C Chapitre V : Des rapports avec les dispensateurs de soins, les services et les établissements
49958
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
• Afdeling I : Overeenkomsten. (A, B, F)
• Section I : Des conventions (A, B, F)
• Afdeling III : Bepalingen gemeenschappelijk aan de afdelingen I en II betreffende andere geneeskundige verstrekkingen.
• Section III : Dispositions communes aux sections I et II relatives à d’autres prestations de santé
• Afdeling IV : Sociaal statuut van de geneesheren, tandheelkundigen, apothekers en kinesitherapeuten en andere voordelen die aan sommige geneesheren kunnen worden toegekend.
• Section IV : Du statut social des médecins, des praticiens de l’art dentaires, des pharmaciens, des kinésithérapeutes et des autres avantages qui peuvent être accordés à certains médecins
• Afdeling Vbis : Vergoeding om zorgaanbod inzake kinesitherapie te wijzigen.
• Section Vbis : Indemnité de modification de l’offre de soins de kinésithérapeutes
4. Koninklijk besluit van 15 juli 2002 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van Titel III van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (tekstbijwerking tot 21 juni 2007).
4. Arrêté royal du 15 juillet 2002 portant exécution du Chapitre IIIbis du Titre III de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 (dernière mise à jour 21 juin 2007).
5. Nationale overeenkomst tussen de kinesitherapeuten en de verzekeringsinstellingen (vanaf 1 januari 2008).
5. Convention nationale entre les kinésithérapeutes et les organismes assureurs (à partir du 1er janvier 2008).
➢ http://www.riziv.fgov.be/care/nl/kines/general-information/ circulars/2007/pdf/20076annexe1.pdf
➢ http://www.inami.fgov.be/care/fr/kines/general-infortion/ circulars/2007/pdf/20076annexe1.pdf
6. Geschiedenis van de sociale zekerheid in België en financieringsmiddelen van de sociale zekerheid (pagina’s 1 tot 14).
6. Histoire et financement de la sécurité sociale en Belgique (page 1 à 14).
➢ http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/alwa/ alwa2008_nl.pdf
➢ http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/fr/publicaties/alwa/ alwa2008_fr.pdf
7. De sociale verzekerden en de toegankelijkheid tot de zorgen:
7. Les assurés sociaux et l’accessibilité aux soins :
➢ Koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, § 1, negende lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (tekstbijwerking tot 30 mei 2008).
➢ Arrêté royal du 10 octobre 1986 portant exécution de l’article 53, § 1er, alinéa 9, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 (dernière mise à jour 30 mai 2008).
➢ Koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut (tekstbijwerking tot 22 april 2008).
➢ Arrêté royal du 1er avril 2007 fixant les conditions d’octroi de l’intervention majorée de l’assurance visée à l’article 37, § § 1er et 19 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, et instaurant le statut OMNIO (dernière mise à jour 22 avril 2008).
8. Koninklijk besluit van 7 december 1999 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de beroepsorganisaties van kinesitherapeuten moeten voldoen om als representatief te worden erkend evenals van de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de kinesitherapeuten in sommige beheersorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. (Tekstbijwerking tot 21 februari 2008).
8. Arrêté royal du 7 décembre 1999 déterminant les conditions auxquelles les organisations professionnelles doivent répondre pour être considérées comme représentatives ainsi que les modalités de l’élection des représentants des kinésithérapeutes au sein de certains organes de gestion de l’Institut national d’assurance maladie - invalidité (dernière mise à jour 21 février 2008).
9. Ministerieel besluit van 17 december 1998 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de vroedvrouwen, de verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden, de kinesitherapeuten, logopedisten en orthoptisten (Tekstbijwerking tot 23 mei 2007) en bijlagen 1 en 3.
9. Arrêté ministériel du 17 décembre 1998 déterminant le modèle et l’usage du rec¸ u-attestation de soins et du livre journal à utiliser par les accoucheuses, les infirmières, hospitalières et assimilées, les kinésithérapeutes, logopèdes et orthoptistes (dernière mise à jour 23 mai 2007) et ses annexes 1er et 3.
10. Bestellingen van getuigschriften voor verstrekte hulp :
10. Commande d’attestations de soins :
➢ https://www.medattest.be/riziv/folder_NL.pdf
➢ https://www.medattest.be/riziv/folder_FR.pdf
➢ https://www.medattest.be/site/nl/applications/Riziv/content/ tariffs.html
➢ https://www.medattest.be/site/fr/applications/Riziv/content/ tariffs.html
11. Koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (Artikel 7) :
11. Arrêté Royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé (Article 7) :
➢ http://www.riziv.fgov.be/care/nl/nomenclature/pdf/art07.pdf
➢ http://www.inami.fgov.be/care/fr/nomenclature/pdf/art07.pdf
➢ Kennisgevingformulier in Acute ’F-lijst’ : http://www.riziv.fgov.be/care/nl/kines/general-information/ circulars/2005/pdf/20051annexe3.pdf
➢ Formulaire de notification liste F aigüe : http://www.inami.fgov.be/care/fr/kines/general-informtion/ circulars/2005/pdf/20051annexe3.pdf
➢ Kennisgevingformulier in chronische ’F-lijst’ : http://www.riziv.fgov.be/care/nl/kines/general-information/ circulars/2007/pdf/20071annexe1.pdf
➢ Formulaire de notification liste F chronique : http://www.inami.fgov.be/care/fr/kines/general-informtion/ circulars/2007/pdf/20071annexe1.pdf
➢ Lijst van zware aandoeningen - E-lijst : http://www.riziv.fgov.be/care/nl/kines/general-information/ nomenclature/article7/listeE.htm
➢ Liste des pathologies lourdes - Liste E : http://www.inami.fgov.be/care/fr/kines/general-information/ nomenclature/article7/listeE.htm
12. Koninklijk besluit van 18 februari 2005 tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regels overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de kinesitherapeuten voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van dossiers (Tekstbijwerking tot 11 februari 2008).
12. Arrêté royal du 18 février 2005 fixant les conditions et les modalités selon lesquelles l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités accorde une intervention financière aux kinésithérapeutes pour l’utilisation de la télématique et pour la gestion électronique des dossiers (dernière mise à jour 11 février 2008).
49959
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE 13. Beroepsethiek : Artikel 458 van het Strafwetboek.
13. Déontologie : Article 458 du Code pénal.
14. Koninklijk besluit van 23 januari 2004 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige kinesitherapeuten (Tekstbijwerking tot 14 augustus 2007).
14. Arrêté royal du 23 janvier 2004 instituant un régime d’avantages sociaux pour certains kinésithérapeutes. (dernière mise à jour 14 août 2007).
15. Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt (Tekstbijwerking tot 22 december 2006).
15. Loi relative du 22 août 2002 aux droits du patient (dernière mise à jour au 22 décembre 2006).
§ 3. Onderdeel ″situatieproef″ :
§ 3. Partie ″ test de situation ″ :
In de situationele proef krijgen de kandidaten een schriftelijke beschrijving van een werksituatie, dit uit de praktijk van een zelfstandige kinesitherapeut (casus).
Dans le test de situation les candidats rec¸ oivent une description écrite d’une situation de travail, émanant de la pratique d’un kinésithérapeute indépendant (cas).
De kandidaten moeten, op basis van de informatie die in de casus gegeven wordt, voor elke casus twee vragen beantwoorden :
Sur base des informations qui sont données dans les cas, les candidats doivent, pour chaque cas, répondre à deux questions :
1. Wat zou jij doen ?
1. Que feriez-vous ?
2. Wat zou jij NIET doen ?
2. Que ne feriez-vous pas ?
Ze moeten hierbij een keuze maken tussen een beperkt aantal mogelijke antwoorden, dit zowel voor de eerste vraag als voor de tweede vraag.
Ils doivent ici faire un choix entre un nombre limité de réponses possibles, et ce, tant pour la première question que pour la deuxième question.
De casussen zijn opgebouwd rond vaardigheden die belangrijk zijn bij de uitoefening van het beroep van zelfstandig kinesitherapeut.
Les cas ont été élaborés sur base des aptitudes qui sont importantes dans l’exercice de la profession de kinésithérapeute indépendant.
In totaal zullen de kandidaten een 20-tal situaties aangeboden krijgen. § 4. Onderdeel ″houdingsproef″ :
Au total, les candidats recevront une vingtaine de situations. § 4. Partie ″ test d’attitudes ″ :
Bij het invullen van de vragenlijst, zullen de kandidaten paren van houdingen krijgen. Voor elk paar moeten ze tussen twee voorgestelde mogelijkheden van houding kiezen, diegene die het meest beantwoord aan hun gewoonlijke zijn, manier van denken of gedrag in de beroepsomgeving. Voor elkeen van de paren moet verplicht een keuze gemaakt worden : er mag geen enkele onbeantwoord blijven.
Lors de la complétion de ce questionnaire, les candidats seront confrontés à des paires d’attitudes. Pour chacune de ces paires, ils devront choisir, parmi les deux possibilités proposées, l’attitude qu’ils préfèrent, celle qui correspond le plus à leur manière habituelle d’être, de penser ou de se comporter dans la sphère professionnelle. Pour chacune des paires, le choix sera obligatoire; aucune non-réponse n’est permise.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Brussel, 16 september 2008.
Bruxelles, le 16 septembre 2008.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX
La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Mme L. ONKELINX
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2008 — 3324
[2008/203302]
10 JULI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende klassering van afwateringsgrachten op het grondgebied van de gemeente Holsbeek tot onbevaarbare waterlopen van derde categorie. De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, aangevuld met het decreet van 21 april 1983 houdende de ruiming van onbevaarbare waterlopen; Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo voorgeschreven door de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen; Overwegende het verzoek van de provincie Vlaams-Brabant van 25 juni 2007, op vraag van de gemeente Holsbeek, verscheidene afwateringsgrachten te klasseren in de 3de categorie; Overwegende dat het waterbekken van de afwateringsgrachten evenwel geen 100 ha bedraagt; Overwegende dat artikel 4 van de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen de mogelijkheid voorziet om waterlopen waarvan het waterbekken geen 100 ha bedraagt, bij de onbevaarbare waterlopen te rangschikken om redenen van algemeen nut; Overwegende dat het stroomgebied van de Molenbeek/Winge zeer gevoelig is voor wateroverlast op het grondgebied van de gemeente Holsbeek door de steile hellingen; dat de waterloop die het gebied gekend onder de naam ″Bekaf″ afwatert momenteel niet geklasseerd is; dat op de bovenloop van deze gracht een wachtbekken zal gebouwd worden door het gemeentebestuur in samenwerking met de watering van de Molenbeek; dat het beheer van deze gracht bijgevolg beter door een openbaar bestuur gebeurt; dat daarom een klassering van de gracht in 3de categorie aangewezen is;
49960
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Overwegende dat in opdracht van de watering van de Molenbeek en in samenwerking met het gemeentebestuur reeds verschillende wachtbekkens aangelegd werden waarvan de grachten afwateren naar de Grote Lossing, onbevaarbare waterloop van 3e categorie; dat op sommige van deze grachten knijpleidingen voorzien zijn; dat deze grachten met andere woorden opstuwing ondergaan; dat het beheer van dit volledige bovenstrooms gebied beter door een openbaar bestuur gebeurt; dat daarom een klassering van deze verschillende afwateringsgrachten aangewezen is; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 27 september 2007 tot en met 19 oktober 2007 werd gehouden in de gemeente Holsbeek en tijdens hetwelk twee bezwaarschriften werden ingediend met name van de heer van Calster Jean en de heer Wilbert Storms; dat beide gaven te kennen dat ze geen bezwaar hadden tegen de klassering maar hun bezorgheid wensten te uiten met betrekking tot de periode van ruiming meer bepaald bij afwezigheid van vruchten op het veld; dat de watering en het gemeentebestuur hierop dienen toe te zien; dat de bezwaren geen voorwerp uitmaken van de administratieve beslissing tot klassering; Overwegende het gunstig advies van de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 21 juni 2007; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 15 april 2008; Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. De gracht gesitueerd onmiddellijk stroomafwaarts de gemeenteweg Guldendelle tussen de percelen kadastraal gekend Holsbeek 4e afdeling St. Pieters Rode, sectie B nummers 162 en 153b tot aan de uitmonding in de Winge, onbevaarbare waterloop van 2de categorie en zoals aangeduid in roze kleur op het bij dit besluit horende situatieplan, wordt geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de 3e categorie en krijgt de naam ″Horstloop″ en het nummer 3.191. Art. 2. De gracht gesitueerd tussen de percelen kadastraal gekend Holsbeek 3e afdeling Nieuwrode, sectie D nummers 133a en 133b tot aan de uitmonding in de Grote Losting, onbevaarbare waterloop van 3e categorie en zoals aangeduid in roze kleur op het bij dit besluit horende situatieplan, wordt geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de 3e categorie en krijgt de naam ″Rodeloop″ en het nummer 3.192. Art. 3. De gracht gesitueerd vanaf de samenvloeiing van de Bogaerdenloop en de Mostingbeek, zoals respektievelijk gedefinieerd in art. 4 en 5, tot aan het punt van oorsprong van de Grote Losting, onbevaarbare waterloop van 3e categorie en zoals aangeduid in roze kleur op het bij dit besluit horende situatieplan, wordt geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de 3de categorie en krijgt de naam ″Vliet″ en het nummer 3.193. Art. 4. De gracht gesitueerd op het perceel kadastraal gekend Holsbeek 3e afdeling Nieuwrode, sectie B nummer 135g tot aan de samenvloeiing met de Bogaerdenloop, zoals gedefinieerd in art. 4 en aangeduid in roze kleur op het bij dit besluit horende situatieplan, wordt geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de 3e categorie en krijgt de naam ″Mostingbeek″ en het nummer 3.194. Art. 5. De gracht gesitueerd onmiddellijk stroomafwaarts de gemeenteweg Nijsstraat tussen de percelen kadastraal gekend Holsbeek 3e afdeling Nieuwrode, sectie C nummers 171k en 171L tot aan de samenvloeiing met de Mostingbeek, zoals gedefinieerd in art. 5 en aangeduid in roze kleur op het bij dit besluit horende situatieplan, wordt geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de 3de categorie en krijgt de naam ″Bogaerdenloop″ en het nummer 3.195. Art. 6. De gracht gesitueerd tussen de percelen kadastraal gekend Holsbeek 3e afdeling Nieuwrode, sectie C nummers 171e en 166v2 tot aan uitmonding in de Bogaerdenloop, zoals gedefinieerd in art. 4 en aangeduid in roze kleur op het bij dit besluit horende situatieplan, wordt geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de 3e categorie en krijgt de naam ″Kleine Bogaerdenloop″ en het nummer 3.196. Art. 7. De gracht gesitueerd tussen de percelen kadastraal gekend Holsbeek 3e afdeling Nieuwrode, sectie B nummers 97r en 98d tot aan de uitmonding in de Vliet, zoals gedefinieerd in art. 3 en zoals aangeduid in roze kleur op het bij dit besluit horende situatieplan, wordt geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de 3e categorie en krijgt de naam ″Begijnenloop″ en het nummer 3.197. Art. 8. Dit besluit kan bestreden worden binnen zestig dagen na kennisname door een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State. Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 10 juli 2008. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS
TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2008 — 3324 [2008/203302] 10 JUILLET 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand portant classement d’un fossé sur le territoire de la commune d’Holsbeek comme cours d’eau non navigable de troisième catégorie Le Gouvernement flamand, Vu la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables, complétée par le décret du 21 avril 1983 relatif au curage des cours d’eau non navigables; Vu l’arrêté royal du 29 novembre 1968 fixant la procédure des enquêtes de commodo et incommodo prévues par la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables; Considérant la demande de la province du Brabant flamand du 25 juin 2007, sur la demande de la commune de Holsbeek de classer divers fossés d’évacuation des eaux dans la 3e catégorie; Considérant que le bassin hydrographique du fossé n’excède cependant pas 100 ha;
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Considérant que l’article 4 de la loi relative aux cours d’eau non navigables prévoit la possibilité de classer les cours d’eau dont le bassin hydrographique est inférieur à 100 ha parmi les cours non navigables pour des raisons d’utilité publique; Considérant que le bassin de la ″Molenbeek/Winge″ est très sensible aux crues sur le territoire de la commune de Holsbeek étant donné la présence de pentes raides; que le cours d’eau connu dans la région sous le nom ″Bekaf″ y diverse ses eaux et n’est actuellement pas classé; qu’un bassin d’attente sera construit sur le cour supérieur de ce fossé par l’administration en collaboration avec la wateringue de la ″Molenbeek″; que par conséquent il est préférable que la gestion de ce fossé se fasse par une administration publique; que pour cette raison un classement dans la catégorie 3 est indiqué; Considérant que différents bassins d’attente ont déjà été aménagés sur ordre de la wateringue de la ″Molenbeek″ dont les fossés déversent leurs eaux vers le ″Grote Lossing″, cours d’eau non-navigable de la 3me catégorie; que des conduits à diamètre réduit sont prévus sur certains de ces fossés; qu’en d’autres termes ces fossés subissent un refoulement; que la gestion de l’ensemble de ce bassin en amont se fait de préférence par une administration publique; que pour cette raison un classement de ces divers fossés d’évacuation est indiqué; Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommode tenue du 27 septembre 2007 au 19 octobre 2007 inclus dans la commune de Holsbeek et pendant laquelle deux objections ont été introduites, notamment de Monsieur Calster Jean et de Monsieur Storms Wilbert; que ces deux personnes ont fait savoir qu’elles n’ont pas d’objections contre le classement mais qu’elles veulent exprimer leur inquiétude en ce qui concerne la période de curage notamment en absence de cultures sur les champs; que la wateringue et l’administration doivent y veiller; que les objections ne font pas partie de la décision administrative de classement; Considérant l’avis favorable de la Députation permanente de la province du Brabant flamand du 21 juin 2007; Vu l’avis de l’Inspection des Finances du 15 avril 2008; Sur la proposition de la Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature; Après délibération, Arrête : Article 1er. Le fossé situé immédiatement en aval de la voie communale ″Guldendelle″ entre les parcelles connues au cadastre Holsbeek 4e division, Sint-Pieters-Rode, section B, numéros 162 et 153b jusqu’à l’embouchure dans la ″Winge″, cours d’eau non navigable de la 2me catégorie et tel qu’indiqué en couleur rose sur le plan de situation annexé au présent arrêté, est classé comme cours d’eau non navigable de 3e catégorie et obtient le nom ″Horstloop″ et le numéro 3.191. Art. 2. Le fossé situé entre les parcelles connues au cadastre Holsbeek 3e division, Nieuwrode, section D, numéros 133a et 133b jusque dans l’embouchure du ″Grote losting″, cours d’eau non navigable de la 3e catégorie et tel qu’indiqué en couleur rose sur le plan de situation annexé au présent arrêté, est classé comme cours d’eau non navigable de 3e catégorie et obtient le nom ″Rodeloop″ et le numéro 3.192. Art. 3. Le fossé situé à partir du confluent du ″Bogaerdenloop″ et de la ″Mostingbeek″, tels que respectivement définis aux articles 4 et 5, jusqu’au point d’origine du ″Grote Losting″ entre les parcelles connues au cadastre Holsbeek 3me division, cours d’eau non navigable de la 3e catégorie et tel qu’indiqué en couleur rose sur le plan de situation annexé au présent arrêté, est classé comme cours d’eau non navigable de 3me catégorie et obtient le nom ″Vliet″ et le numéro 3.193. Art. 4. Le fossé situé sur la parcelle connue au cadastre Holsbeek, 3e division, Nieuwrode, section B, numéro 135g jusqu’au confluent avec le ″Bogaerdenloop″, tel que défini à l’article 4, indiqué en couleur rose sur le plan de situation annexé au présent arrêté, est classé comme cours d’eau non navigable de 3e catégorie et obtient le nom ″Mostingbeek″ et le numéro 3.194. Art. 5. Le fossé situé immédiatement en aval de la voie communale ″Nijsstraat″ entre les parcelles connues au cadastre Holsbeek, 3e division, Nieuwrode, section C, numéros 1371k et 171L jusqu’au confluent avec la ″Mostingbeek″, tel que défini à l’article 5, indiqué en couleur rose sur le plan de situation annexé au présent arrêté, est classé comme cours d’eau non navigable de 3e catégorie et obtient le nom ″Bogaerdenloop″ et le numéro 3.195. Art. 6. Le fossé situé entre les parcelles connues au cadastre Holsbeek, 3e division, Nieuwrode, section C, numéros 171e et 166v2 jusqu’à l’embouchure du ″Bogaerdenloop″, tel que défini à l’article 4, indiqué en couleur rose sur le plan de situation annexé au présent arrêté, est classé comme cours d’eau non navigable de 3e catégorie et obtient le nom ″Kleine Bogaerdenloop″ et le numéro 3.196. Art. 7. Le fossé situé entre les parcelles connues au cadastre Holsbeek, 3e division, Nieuwrode, section B, numéros 97r et 98d jusqu’à l’embouchure dans le ″Vliet″, tel que défini à l’article 3, indiqué en couleur rose sur le plan de situation annexé au présent arrêté, est classé comme cours d’eau non navigable de 3e catégorie et obtient le nom ″Begijnenloop″ et le numéro 3.197. Art. 8. Le présent arrêté peut être contesté dans les soixante jours après notification par un recours d’annulation devant le Conseil d’Etat. Art. 9. Le Ministre flamand ayant l’Environnement et la Politique des Eaux dans ses attributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 10 juillet 2008. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS La Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature, H. CREVITS
49961
49962
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID N. 2008 — 3325 [2008/203303] 10 JULI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende klassering van grachten op het grondgebied van de stad Lokeren tot onbevaarbare waterlopen van de derde categorie De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, aangevuld met het decreet van 21 april 1983 houdende de ruiming van onbevaarbare waterlopen; Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo voorgeschreven door de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen; Overwegende het verzoek van de polder van Moervaart en Zuidlede aan de bevoegde minister van 3 september 2002, op vraag van de stad Lokeren, de aangelegde en ontworpen waterbergingsgrachten in de industrieparken E17/2 en E17/3 op het grondgebied van de stad Lokeren in de derde categorie te klasseren; Overwegende de bijkomende vraag van de stad Lokeren van 7 januari 2003 ter klassering van de grachten in de industrieparken E17/2 en E17/3 gezien deze niet allemaal binnen de omschrijving van de polder van Moervaart en Zuidlede vallen; Overwegende dat de vraag van de stad Lokeren ingegeven is door het feit dat de grachten instaan voor de regenafvoer van beide industrieparken en klassering aangewezen is teneinde het onderhoud te verzekeren; Overwegende dat de noordelijke gracht van aan de Nieuwe Straat tot aan de aansluiting met de bestaande derde categorie waterloop de hertracering van de Rolandbeek vormt; dat de grachten parallel met de autosnelweg E17 behoren tot het domein van het Vlaams Gewest en vooral dienen voor de afwatering hiervan; Overwegende dat omwille van de omvangrijke bijkomende verharding in de industrieparken er een aanzienlijke verzwaring van het debiet van de overige grachten is; dat via het gescheiden rioleringsstelsel het hemelwater naar deze grachten wordt afgevoerd; dat enkel bij extreme neerslag dit water naar de nabijgelegen Rolandbeek met nr. 1.035a wordt afgevoerd; dat deze waterloop uitmondt in de Beerbakbeek met nr. 1.036 die op haar beurt in het vijzelgemaal van de Ledebeek van eerste categorie uitmondt; Overwegende dat de grachten er momenteel onbeheerd bijliggen gezien het private karakter; dat een bijkomend voordeel van de klassering het tot stand komen van een erfdienstbaarheidstrook betekent wat de toegankelijkheid en het onderhoud vergemakkelijkt; Overwegende dat het beheer van de grachten voor een groot deel de facto door het polderbestuur zal gebeuren; dat de hieraan verbonden kosten door het polderbestuur kunnen teruggevorderd worden van het stadsbestuur en door de inning van de geschotten; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 3 september 2007 tot en met 23 september 2007 werd uitgevoerd in de stad Lokeren en tijdens hetwelk geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende het gunstig advies van de polder van Moervaart en Zuidlede van 6 november 2007; Overwegende het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van de stad Lokeren van 3 december 2007; Overwegende het gunstig advies van de bestendige deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen van 27 maart 2008; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 15 april 2008; Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. De grachten op het grondgebied van de stad Lokeren, zoals aangeduid op het bij dit besluit horende situatieplan en in rood gemarkeerd, worden geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de derde categorie en krijgen de nummers 1.036 d, e, f, g, h, i, j. Art. 2. Dit besluit kan bestreden worden binnen zestig dagen na kennisname door een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State. Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 10 juli 2008. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS
TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2008 — 3325 [2008/203303] 10 JUILLET 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand portant classement de fossés sur le territoire de la commune de la ville de Lokeren comme cours d’eau non navigable de troisième catégorie Le Gouvernement flamand, Vu la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables, complétée par le décret du 21 avril 1983 relatif au curage des cours d’eau non navigables; Vu l’arrêté royal du 29 novembre 1968 fixant la procédure des enquêtes de commodo et incommodo prévues par la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables; Considérant la demande du polder de la ″Moervaart″ et de ″Zuilede″ au Ministre compétent du 3 septembre 2002, sur la demande de la ville de Lokeren, de classer les fossés de retenue d’eau projetés et aménagés dans les parcs industriels E17/2 et E17/3 sur le territoire de la ville de Lokeren dans la troisième catégorie;
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Considérant la demande supplémentaire de la ville de Lokeren du 7 janvier 2003 classant les fossés dans les parcs industriels E17/2 et E17/3 étant donné qu’ils ne se situent pas tous dans le polder de la ″Moervaart″ et de ″Zuilede″; Considérant que la demande de la ville de Lokeren est inspirée par le fait que les fossés assurent l’évacuation des eaux pluviales des deux parcs industriels et qu’un classement est indiqué en vue d’assurer leur entretien; Considérant que le fossé côté nord allant de la ″Nieuwe Straat″ jusqu’à l’embranchement avec le cours d’eau existant de troisième catégorie constitue le nouveau tracé de la ″Rolandbeek″; que les fossés parallèles à l’autoroute E17 appartiennent au domaine de la Région flamande et servent principalement à l’évacuation des eaux de l’autoroute; Considérant qu’à cause des nombreux revêtements durcis supplémentaires dans les parcs industriels, il y a une considérable augmentation du débit des autres fossés; que le réseau d’égouts séparé évacue les eaux pluviales vers ces fossés; que seul en cas de fortes averses ces eaux sont évacuées vers la ″Rolandbeek″ portant le numéro 1.035a; que ce cours d’eau déverse ses eaux dans la ″Beerbakbeek″ portant le numéro 1.036 qui à son tour déverse ses eaux par une pompe d’épuisement dans la ″Ledebeek″ de première catégorie; Considérant que les fossés se trouvent actuellement dans un état non gérés étant donné leur caractère privé; qu’un avantage supplémentaire de classement est la réalisation d’une bande de servitude ce qui facilité l’accessibilité et l’entretien; Considérant que la gestion des fossés se fera de facto en majeure partie par l’administration du polder; que les frais qui y sont liés peuvent être réclamés par l’administration du polder de l’administration communale et par la perception des redevances; Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommodo ayant eu lieu du 3 septembre 2007 au 23 septembre 2007 compris dans la ville de Lokeren et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Considérant l’avis favorable du polder de la ″Moervaart″ et de ″Zuilede″, rendu le 6 novembre 2007; Considérant l’avis favorable du collège des bourgmestre et échevins de la ville de Lokeren du 3 décembre 2007; Considérant l’avis défavorable de la Députation permanente du conseil provincial de la Flandre orientale du 27 mars 2008; Vu l’avis de l’Inspection des Finances du 15 avril 2008; Sur la proposition de la Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature; Après délibération, Arrête : Article 1er. Les fossés sur le territoire de la ville de Lokeren, tels qu’indiqués sur le plan de situation annexé au présent arrêté et tels qu’indiqués en couleur rouge, sont classés comme cours d’eau non navigable de la troisième catégorie et obtiennent les numéros 1.036 d, e, f, g, h, i, j. Art. 2. Le présent arrêté peut être contesté dans les soixante jours après notification par un recours d’annulation devant le Conseil d’Etat. Art. 3. Le Ministre flamand ayant l’Environnement et la Politique des Eaux dans ses attributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 10 juillet 2008. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS La Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature, H. CREVITS
* VLAAMSE OVERHEID N. 2008 — 3326 [2008/203300] 10 JULI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de modellen van overeenkomst voor de erkende bodemsaneringsorganisatie Vlabotex VZW De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 tot aanduiding van de activiteiten waarvoor een individueel bodempreventie- en bodembeheersplan moet worden voorgelegd aan de OVAM; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2007 houdende de erkenning als bodemsaneringsorganisatie van Vlabotex VZW; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, hierna Vlarebo genoemd; Gelet op het verzoek van Vlaams Bodemsaneringsfonds voor de Textielverzorging VZW, afgekort Vlabotex VZW, met zetel President Kennedypark 31A, 8500 Kortrijk, tot wijziging van de modellen van overeenkomst zoals bedoeld in artikel 132, § 1 en § 2 van het Vlarebo, dat op 13 juni 2008 werd ontvangen op het kabinet van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 4 juli 2008; Overwegende dat de Inspectie van Financiën besluit dat er geen budgettaire gevolgen zijn voor de Vlaamse overheid en derhalve een akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, niet vereist is; Overwegende dat aan het verzoek van Vlabotex VZW aangepaste ontwerpen van de modellen van overeenkomst zoals bedoeld in artikel 132, § 1 en § 2 van het Vlarebo, toegevoegd zijn; Overwegende dat voormelde aangepaste ontwerpen van de modellen van overeenkomst alle elementen bevatten, vermeld in artikel 132, § 1 en § 2 van het Vlarebo; Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. De aan het verzoek van Vlabotex VZW toegevoegde ontwerpen van modellen van overeenkomst zoals bedoeld in artikel 132, § 1 en § 2 van het Vlarebo, worden goedgekeurd.
49963
49964
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 juli 2008. Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 10 juli 2008. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS
TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2008 — 3326 [2008/203300] 10 JUILLET 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant les modèles de convention pour l’organisation agréée d’assainissement du sol Vlabotex ASBL Le Gouvernement flamand Vu le décret du 27 octobre 2006 relatif à l’assainissement du sol et à la protection du sol; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 avril 2007 précisant les activités pour lesquelles un plan individuel de prévention et de gestion du sol doit être soumis à l’OVAM; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 septembre 2007 relatif à l’agrément de Vlabotex ASBL comme organisation d’assainissement du sol; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 14 décembre 2007 fixant le règlement flamand relatif à l’assainissement du sol et à la protection du sol, appelé Vlarebo ci-après; Vu la demande du ″Vlaams Bodemsaneringsfonds voor de Textielverzorging VZW″, en abrégé ″Vlabotex VZW″, ayant son siège à President Kennedypark 31A, 8500 Courtrai, de modification des projets de modèles de convention, tels que visés à l’article 132, §§ 1er et 2 du Vlarebo qui a été reçue au cabinet de la Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature; Vu l’avis favorable de l’Inspection des Finances, donné le 4 juillet 2008; Considérant que l’Inspection des Finances décide qu’il n’y a pas d’impact budgétaire pour l’autorité flamande et que par conséquent, un accord du Ministre flamand chargé du budget n’es pas requis; Considérant que des projets de modèles de convention adaptés, tels que visés à l’article 132, §§ 1er et 2 du Vlarebo, sont joints à la demande de Vlabotex ASBL; Considérant que les projets de modèles de convention adaptés contiennent tous les éléments visés à l’article 132, §§ 1er et 2 du Vlarebo, Sur la proposition de la Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature; Après délibération, Arrête : Article 1er. Les projets de modèles de convention adaptés, tels que visés à l’article 132, §§ 1er et 2 du Vlarebo, joints à la demande de Vlabotex VZW, sont approuvés. Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets à partir du 10 juillet 2008. Art. 3. Le Ministre flamand ayant l’Environnement dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 10 juillet 2008. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS La Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature, H. CREVITS
* VLAAMSE OVERHEID N. 2008 — 3327 [2008/203301] 18 JULI 2008. — Besluit van de Vlaamse Regering houdende overdracht en klassering van de waterloop, bekend als Antitankgracht op het grondgebied van de gemeenten Stabroek, Kapellen, Brasschaat, Schoten, Brecht, Schilde en Ranst, tot onbevaarbare waterloop van de eerste categorie De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, inzonderheid op artikel 3, § 2 en artikel 4, 1; Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo, voorgeschreven door de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen; Overwegende de overdracht van de Antitankgracht aan het Ministerie van Openbare Werken door het Aankoopcomité in Antwerpen in 1973; Overwegende het akkoord van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, gegeven op 31 augustus 2005 met betrekking tot de overdracht van de Antitankgracht van de huidige beheerder, NV De Scheepvaart, naar de afdeling Water van de Vlaamse Milieumaatschappij; Overwegende dat de Antitankgracht een kunstmatig kanaal is dat in de jaren 30 van vorige eeuw werd aangelegd ten noordoosten van Antwerpen waarop geen scheepvaart plaatsvindt en dat er door de beperkte diepte ook geen scheepvaart kan plaatsvinden;
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Overwegende dat deze waterloop een belangrijke waterafvoerende functie heeft en bovendien een functie vervult als ecologische verbinding en een aantrekkingspool is voor zachte recreatie; Overwegende dat het derhalve wenselijk is deze waterloop te klasseren bij de onbevaarbare waterlopen; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 2 juli 2007 tot en met 21 juli 2007 werd uitgevoerd in de gemeente Ranst en tijdens hetwelk geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 27 juni 2007 tot en met 16 juli 2007 werd uitgevoerd in de gemeente Schilde en tijdens hetwelk geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 28 juni 2007 tot en met 17 juli 2007 werd uitgevoerd in de gemeente Brecht en tijdens hetwelk geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 4 juli 2007 tot en met 24 juli 2007 werd uitgevoerd in de gemeente Schoten en tijdens hetwelk geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 21 juni 2007 tot en met 10 juli 2007 werd uitgevoerd in de gemeente Brasschaat en tijdens hetwelk geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 27 juni 2007 tot en met 16 juli 2007 werd uitgevoerd in de gemeente Kapellen en tijdens hetwelk geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende de stukken betreffende het onderzoek de commodo et incommodo dat van 29 juni 2007 tot en met 18 juli 2007 werd uitgevoerd in de gemeente Stabroek en tijdens hetwelk geen bezwaarschriften werden ingediend; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 januari 2008; Gelet op het begrotingsakkoord, gegeven op 17 juli 2008; Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. De zogenaamde ″Antitankgracht″, zoals aangeduid op de bij dit besluit horende kadasterplannen (1-36), wordt overgedragen van NV De Scheepvaart naar de Vlaamse Milieumaatschappij. Art. 2. De zogenaamde ″Antitankgracht″, zoals aangeduid op de bij dit besluit horende kadasterplannen (1-36), wordt geklasseerd als onbevaarbare waterloop van de eerste categorie. Art. 3. Het punt van waar af de Antitankgracht geklasseerd wordt in de eerste categorie bevindt zich ter hoogte van de autosnelweg E34 zoals aangeduid op het bij dit besluit horende kadasterplan met nummer 35. Art. 4. Het afwaartse waterloopgedeelte, met name de afwateringsgracht, gekend onder Opstalbeek of Zoete beek, onbevaarbare waterloop AS012 van tweede categorie tot aan de monding in de Voorgracht van het Schijn, onbevaarbare waterloop van eerste categorie, wordt aldus geherklasseerd tot onbevaarbare waterloop van eerste categorie. Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 18 juli 2008. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS
TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2008 — 3327 [2008/203301] 18 JUILLET 2008. — Arrêté du Gouvernement flamand portant transfert et classement du cours d’eau, connu sous le nom ″Fossé antichar″ sur le territoire des communes de Stabroek, Kapellen, Brasschaat, Schoten, Brecht, Schilde et Ranst, comme cours d’eau non navigable de la première catégorie Le Gouvernement flamand, Vu la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables, notamment l’article 3, § 2 et l’article 4, 1; Vu l’arrêté royal du 29 novembre 1968 fixant la procédure des enquêtes de commodo et incommodo prévues par la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables; Considérant le transfert du Fossé antichar au Ministère des Travaux publics par le Comité d’Achat à Anvers en 1973; Considérant l’accord du Ministre flamand des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature, donné le 31 août 2005 relatif au transfert du Fossé antichar du gestionnaire actuelle, la ″NV De Scheepvaart″, vers la division des Eaux de la Société flamande de l’Environnement; Considérant que le Fossé antichar est un canal artificiel qui a été aménagé pendant les années 30 du siècle précédent au nord-est d’Anvers sur lequel il n’y a pas de navigation et sur lequel la navigation est impossible à cause de sa faible profondeur; Considérant que ce cours d’eau à une importe fonction d’évacuation des eaux et qu’il a en outre une fonction de jonction écologique et qu’il constitue un pôle d’attraction pour la récréation douce; Considérant qu’il est par conséquent souhaitable que ce cours d’eau soit classé sous les cours d’eau non navigables; Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommodo ayant eu lieu du 2 juillet 2007 au 21 juillet 2007 compris dans la commune de Ranst et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommodo ayant eu lieu du 27 juin 2007 au 16 juillet 2007 compris dans la commune de Schilde et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommodo ayant eu lieu du 28 juin 2007 au 17 juillet 2007 compris dans la commune de Brecht et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommodo ayant eu lieu du 4 juillet 2007 au 24 juillet 2007 compris dans la commune de Schoten et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite;
49965
49966
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommodo ayant eu lieu du 21 juin 2007 au 10 juillet 2007 compris dans la commune de Brasschaat et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommodo ayant eu lieu du 27 juin 2007 au 16 juillet 2007 compris dans la commune de Kapellen et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Considérant les documents relatifs à l’enquête de commodo et incommodo ayant eu lieu du 29 juin 2007 au 18 juillet 2007 compris dans la commune de Stabroek et pendant laquelle aucune objection n’a été introduite; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 9 janvier 2008; Vu l’accord budgétaire, donné le 17 juillet 2008; Sur la proposition de la Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature; Après délibération, Arrête : Article 1er. Le dit ″Fossé antichar″, tel qu’indiqué sur le plans cadastraux (1-36) annexés au présent arrêté, est transféré de la ″NV De Scheepvaart″ à la Société flamande de l’Environnement. Art. 2. Le dit ″Fossé antichar″, tel qu’indiqué sur le plans cadastraux (1-36) annexés au présent arrêté, est classé comme cours d’eau non navigable de la première catégorie. Art. 3. Le point à partir duquel le fossé antichar est classé dans la première catégorie se trouve au droit de l’autoroute E34 tel qu’indiqué sur le plan cadastral no 35 joint au présent arrêté. Art. 4. La partie aval du cours d’eau, notamment le fossé d’évacuation des eaux, connu sous le nom ″Opstalbeek″ ou ″Zoetebeek″, cours d’eau non navigable AS012 de deuxième catégorie jusqu’à lembouchure dans la ″Voorgracht″ de la ″Schijn″, cours d’eau non navigable de la première catégorie, est ainsi à nouveau classé comme cours d’eu non navigable de la première catégorie. Art. 5. Le Ministre flamand ayant l’Environnement et la Politique des Eaux dans ses attributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 18 juillet 2008. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS La Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature, H. CREVITS
COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE F. 2008 — 3328 [C − 2008/29447] 28 AOUT 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 8 janvier 1996 créant la Commission communautaire pédagogique prévue à l’article 80 du décret du 5 août 1995 fixant l’organisation générale de l’enseignement supérieur en Hautes Ecoles Le Gouvernement de la Communauté franc¸ aise, Vu le décret du 5 août 1995 fixant l’organisation générale de l’enseignement supérieur en Hautes Ecoles, notamment les articles 80 et 81; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 8 janvier 1996 créant la Commission communautaire pédagogique prévue à l’article 80 du décret du 5 août 1995 fixant l’organisation générale de l’enseignement supérieur en Hautes Ecoles; Vu la concertation avec les organisations représentatives des étudiants reconnues au niveau communautaire du 18 juin 2008; Vu l’avis n° 44.776/2 du Conseil d’Etat, donné le 14 juillet 2008, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de la Vice-Présidente, Ministre de l’Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales; Après délibération, Arrête : Article 1er. Un article 2bis, rédigé comme suit, est inséré dans l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 8 janvier 1996 créant la Commission communautaire pédagogique prévue à l’article 80 du décret du 5 août 1995 fixant l’organisation générale de l’enseignement supérieur en Hautes Ecoles : « Le Président du Collège des Commissaires du Gouvernement auprès des Hautes Ecoles ou son Délégué assiste aux réunions de la Commission avec voix consultative ». Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 15 septembre 2008. Art. 3. La Ministre ayant l’Enseignement supérieur dans ses attributions est chargée de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 28 août 2008. Par le Gouvernement de la Communauté franc¸ aise : La Vice-Présidente, Ministre de l’Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales, Mme M.-D. SIMONET
49967
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP N. 2008 — 3328 [C − 2008/29447] 28 AUGUSTUS 2008. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 januari 1996 tot oprichting van de Pedagogische Gemeenschapscommissie, bepaald bij artikel 80 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 tot vaststelling van de algemene regeling van het hoger onderwijs in hogescholen, inzonderheid op de artikelen 80 en 81; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 januari 1996 tot oprichting van de pedagogische gemeenschapscommissie, bepaald bij artikel 80 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen; Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau van 18 juni 2008; Gelet op het advies 44.776/2 van de Raad van State gegeven op 14 juli 2008, bij toepassing van artikel 84, §1, 1e lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van de Vice-Presidente, Minister van Hoger onderwijs, Wetenschappelijk onderzoek en Internationale betrekkingen; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Een artikel 2bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 januari 1996 tot oprichting van de pedagogische gemeenschapscommissie, bepaald bij artikel 80 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen : « De Voorzitter van het College van Commissarissen van de Regering bij de Hogescholen of zijn afgevaardigde woont de vergaderingen van de Commissie met raadgevend stem bij. » Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 15 september 2008. Art. 3. De Minister bevoegd voor het Hoger Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 28 augustus 2008. Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET
* MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE F. 2008 — 3329
[C − 2008/29448]
28 AOUT 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 2 juillet 1996 fixant l’organisation de l’année académique et les conditions de refus d’une inscription et portant règlement général des examens dans les Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté franc¸ aise Le Gouvernement de la Communauté franc¸ aise, Vu le décret du 5 août 1995 fixant l’organisation générale de l’enseignement supérieur en Hautes Ecoles; l’article 27, alinéa 3, 1°, l’article 39, alinéa 1, modifié par le décret du 30 juin 2006 et l’article 42, modifié par les décrets du 17 juillet 1998 et 30 juin 2006; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 2 juillet 1996 fixant l’organisation de l’année académique et les conditions de refus d’une inscription et portant règlement général des examens dans les Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté franc¸ aise; Vu l’avis de l’Inspection des Finances donné le 27 mai 2008; Vu l’accord du Ministre du Budget donné le 5 juin 2008; Vu la concertation avec les organisations représentatives des étudiants reconnues au niveau communautaire du 18 juin 2008; Vu l’avis 44.838/2/V du Conseil d’Etat donné le 29 juillet 2008, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur proposition du Ministre de l’Enseignement supérieur; Après délibération, Arrête : Article 1er. A l’article 4bis, alinéa 2, de l’arrêté du 2 juillet 1996 fixant l’organisation de l’année académique et les conditions de refus d’une inscription et portant règlement général des examens dans les Hautes Ecoles organisées ou subventionnées par la Communauté franc¸ aise, sont apportées les modifications suivantes : a) les mots « Les activités d’enseignement visées au 4°, a), de l’article 2 sont suspendues : » sont remplacés par les mots « Les activités d’enseignement visées à l’article 2, 4° sont suspendues : »; b) au 4°, les mots « fixées par le Gouvernement » sont remplacés par les mots « coïncidant avec les vacances en vigueur dans l’enseignement obligatoire ».
49968
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Art. 2. A l’article 6 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes : a) dans le paragraphe 2, alinéa 3, les mots « Ces critères sont mentionnés dans le règlement des examens. » sont remplacés par les mots « Ces critères sont mentionnés dans le règlement des études de la Haute Ecole. »; b) le paragraphe 4 est abrogé. Art. 3. A l’article 7, alinéa 1er, du même arrêté, les mots « Ces coefficients figurent dans le règlement des examens. » sont remplacés par les mots « Ces coefficients sont mentionnés dans le règlement des études de la Haute Ecole. » Art. 4. A l’article 8 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : a) A l’alinéa 1er, les mots « Le règlement des examens » sont remplacés par les mots « Le règlement des études de la Haute Ecole »; b) l’alinéa 2 est remplacé par ce qui suit : « La note inférieure à 50 % des points, attribuée pour les activités qui ne sont évaluées qu’une seule fois par année académique, est reportée en seconde session, en application de l’article 39, alinéa 3, du décret, pour l’étudiant dont le jury d’examens prononce l’ajournement. » Art. 5. Dans l’article 9 du même arrêté, le paragraphe 1er est remplacé par ce qui suit : « Art. 9. § 1er. L’étudiant qui, pour un motif légitime, ne peut participer à un examen à la date prévue, peut subir cet examen au cours de la même session d’examens pour autant que l’organisation des examens le permette et moyennant l’accord du Président et des membres concernés du jury d’examens. L’étudiant qui ne présente pas un examen est assimilé en première session aux étudiants ajournés et en seconde session aux étudiants refusés. » Art. 6. Dans l’article 11 du même arrêté, l’alinéa 2, est remplacé par ce qui suit : « Les pré-requis nécessaires à la poursuite des études sont arrêtés annuellement par les autorités de la Haute Ecole, sur avis du Conseil de catégorie, et mentionnés dans le programme des études de l’année académique. » Art. 7. Dans l’article 11bis du même arrêté, l’alinéa 2, est remplacé par ce qui suit : « Les pré-requis nécessaires à la finalisation des études sont arrêtés annuellement par les autorités de la Haute Ecole, sur avis du Conseil de catégorie, et mentionnés dans le programme des études de l’année académique. » Art. 8. Dans l’article 13 du même arrêté, l’alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit : « La présentation et la défense d’un travail de fin d’études ou d’un mémoire, s’il est prévu par le règlement des études de la Haute Ecole, constituent le dernier examen de la dernière année d’études. L’étudiant choisit de le présenter en première session ou en deuxième session. » Art. 9. L’article 14 du même arrêté est remplacé par ce qui suit : « Art. 14. Par dérogation à l’article 13, alinéa 1er, l’étudiant qui a réussi tous les autres examens figurant au programme de la dernière année d’études peut présenter, représenter et défendre son travail de fin d’études ou son mémoire ainsi qu’accomplir ses stages, jusqu’au plus tard le 1er février de l’année académique suivante. Pour bénéficier de cette faculté, l’étudiant doit communiquer sa décision avant le 1er octobre. Pour cet étudiant, assimilé aux étudiants ajournés, la session d’examens est alors prolongée jusqu’au 1er février de l’année académique suivante. » Art. 10. Dans l’article 17, § 1er, alinéa 1er, du même arrêté, les mots « de la Haute Ecole » sont insérés entre les mots « règlement des études » et les mots « le prévoit explicitement ». Art. 11. Dans l’article 18, alinéa 1er, du même arrêté, les mots « lors de l’inscription aux épreuves » sont remplacés par les mots « , au plus tard un mois avant le début des épreuves », Art. 12. Dans l’article 23, alinéa 4, du même arrêté, les mots « le détail des résultats des évaluations des enseignements » sont remplacés par les mots « le détail de ses résultats relatif aux évaluations des enseignements ». Art. 13. Le présent arrêté entre en vigueur à partir du 15 septembre 2008. Art. 14. Le Ministre ayant l’Enseignement supérieur sans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 28 août 2008. Par le Gouvernement de la Communauté franc¸ aise : La Vice-Présidente et Ministre de l’Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales, Mme M.-D. SIMONET
49969
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP N. 2008 — 3329
[C − 2008/29448]
28 AUGUSTUS 2008. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 tot vaststelling van de algemene regeling van het hoger onderwijs in hogescholen; artikel 27, 3e lid, 1°, artikel 39, 1e lid, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2006 en artikel 42, gewijzigd bij de decreten van 17 juli 1998 en 30 juni 2006; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 mei 2008; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 5 juni 2008; Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau van 18 juni 2008; Gelet op het advies 44.838/2/V van de Raad van State gegeven op 29 juli 2008, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 4bis, 2e lid, van het besluit van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « De in 4°, a), van artikel 2 bedoelde onderwijsactiviteiten worden opgeschort : » worden vervangen door « de in artikel 2, 4° bedoelde onderwijsactiviteiten worden opgeschort : »; b) in 4° worden de woorden « bepaald door de Regering » vervangen door de woorden « die samenvalt met de vakantie van kracht in het leerplichtonderwijs ». Art. 2. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 2, 3e lid, worden de woorden « Deze criteria worden in het examenreglement vermeld. » vervangen door de woorden « Deze criteria worden vermeld in het studiereglement van de Hogeschool. »; b) paragraaf 4 wordt opgeheven. Art. 3. In artikel 7, 1e lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « Bedoelde coëfficiënten worden in het examenreglement vermeld » vervangen door de woorden « Bedoelde coëfficiënten worden in het Studiereglement van de Hogeschool vermeld ». Art. 4. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In het 1e lid worden de woorden « Het examenreglement » vervangen door de woorden « Het studiereglement van de Hogeschool »; b) Het 2e lid wordt vervangen door het volgende : « Indien het resultaat, dat toegekend wordt voor activiteiten die slechts een keer per academiejaar worden geëvalueerd, minder dan 50 % van de punten bedraagt, wordt het naar de tweede zittijd overgedragen, bij toepassing van artikel 39, 3e lid, van het decreet, voor de student voor wie de examencommissieleden de verdaging uitspreken. ». Art. 5. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door het volgende : « Art. 9. § 1. De student die om een wettige reden niet op de bepaalde datum kan deelnemen aan een examen, mag in de loop van dezelfde zittijd dat examen afleggen voor zover de inrichting van de examens zulks toelaat en mits de voorzitter en de betrokken examencommissieleden hun toestemming geven. De student die geen examen aflegt, wordt bij de eerste zittijd gelijkgesteld met de verdaagde studenten en bij de tweede zittijd met de afgewezen studenten. ». Art. 6. In artikel 11 van hetzelfde besluit, wordt het 2e lid vervangen door hetgeen volgt : « De voorkennis die nodig is voor het doorzetten van de studies, wordt jaarlijks bepaald door de overheden van de Hogeschool, op advies van de Categoriale raad en vermeld in het studieprogramma van het academiejaar. ». Art. 7. In artikel 11bis van hetzelfde artikel, wordt het 2e lid vervangen door hetgeen volgt : « De voorkennis die nodig is voor de beëindiging van de studies, wordt jaarlijks bepaald door de overheden van de Hogeschool, op advies van de Categoriale raad en vermeld in het studieprogramma van het academiejaar. ».
49970
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Art. 8. In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt het 1e lid vervangen door hetgeen volgt : « Het laatste examen van het laatste studiejaar bestaat in het voorleggen en verdedigen van een afstudeerwerk of een eindscriptie, mits het studiereglement van de Hogeschool zulks oplegt. De student kiest zijn scriptie voor te leggen bij de eerste zittijd of bij de tweede zittijd. » Art. 9. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door hetgeen volgt : « Art. 14. In afwijking van artikel 13, 1e lid, kan de student die geslaagd is voor alle examens, voorkomend op het programma van het laatste studiejaar, zijn afstudeerwerk of de scriptie voorleggen en verdedigen of de stages volbrengen tot een datum die niet later mag vallen dan de 1e februari van het volgende academiejaar. Om in aanmerking te komen voor deze mogelijkheid moet de student zijn beslissing vóór 1 oktober meedelen. Voor deze student, gelijkgesteld met de verdaagde studenten, wordt de examenzittijd aldus tot 1 februari van het volgende academiejaar verlengd. » Art. 10. In artikel 17, § 1, 1e lid van hetzelfde besluit worden de woorden « van de Hogeschool » ingevoegd tussen de woorden « Als het reglement van de studies » en « dat uitdrukkelijk bepaalt, ». Art. 11. In artikel 18, 1e lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « wordt wanneer zij zich voor het examen inschrijven. » vervangen door de woorden « , ten laatste een maand vóór het begin van de proeven ». Art. 12. In artikel 23, 4e lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de gedetailleerde resultaten van de evaluaties van het onderwijs » vervangen door « de gedetailleerde resultaten met betrekking tot de onderwijsevaluaties ». Art. 13. Dit besluit treedt in werking vanaf 15 september 2008. Art. 14. De Minister bevoegd voor het Hoger Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 28 augustus 2008. Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET.
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST SERVICE PUBLIC DE WALLONIE F. 2008 — 3330
[2008/203406]
11 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l’arrêté du Gouvernement wallon du 25 octobre 2007 modifiant les prix à percevoir pour le transport des voyageurs sur le réseau des sociétés de transport en commun de la Région wallonne Le Gouvernement wallon, Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, notamment l’article 6, § 1er, X, 8o; Vu le décret du 21 décembre 1989 relatif au service de transport public de personnes en Région wallonne, notamment l’article 2, 1o, a); Vu l’arrêté royal no 174 du 30 décembre 1982 instaurant l’adaptation annuelle des tarifs pour le transport de voyageurs appliqués par les sociétés de transports en commun, modifié par l’arrêté royal no 238 du 31 décembre 1983, notamment l’article 3; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 26 novembre1992, fixant la formule et les modalités d’adaptation annuelle des tarifs pour le transport des voyageurs appliqués par les sociétés de transports en commun en Région wallonne, modifié le 1er septembre 1994, le 14 septembre 1995 et le 11 janvier 2001; Vu l’arrêté ministériel du 30 juin 1993 fixant la procédure et le calendrier de transmission des propositions de structures tarifaires pour le transport en commun en Région wallonne; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 25 octobre 2007 modifiant les prix à percevoir pour le transport des voyageurs sur le réseau des sociétés de transport en commun de la Région wallonne; Sur la proposition du Ministre des Transports, Arrête : Article 1er. Au point 8.1 de l’annexe à l’arrêté du Gouvernement wallon du 25 octobre 2007, la mention ″moins de 6 ans″ est à remplacer par ″moins de 12 ans″.
49971
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Art. 2. Au point 2.1.2 de l’annexe à l’arrêté du Gouvernement wallon du 25 octobre 2007, la phrase ″La carte à réduction est attribuée aux personnes bénéficiaires du droit à une réduction sur les transports en commun″ doit être remplacée par : « Sans préjudice de tout autre tarif commercial, la carte Inter à réduction est réservé aux personnes suivantes : — les titulaires des statuts VIPO et OMNIO, en possession de la carte délivrée par la S.N.C.B.; — les membres d’une famille nombreuse, en possession de la carte délivrée par la S.N.C.B. ou la Ligue des Familles; — les militaires en activité, en possession de la carte délivrée par le SPF Défense; — à partir du 1er décembre 2008, les enfants de 6 à moins de 12 ans qui ne sont pas en possession du titre de transport gratuit spécifique; — les grands chiens. » Art. 3. Le Ministre des Transports est chargé de l’exécution du présent arrêté. Art. 4. Le présent arrêté produit ses effets le 1er septembre 2008. Namur, le 11 septembre 2008. Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial, A. ANTOINE
ÜBERSETZUNG ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE D. 2008 — 3330
[2008/203406]
11. SEPTEMBER 2008 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 25. Oktober 2007 zur Abänderung der Tarife für die Personenbeförderung auf dem Netz der Verkehrsgesellschaften der Wallonischen Region Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 über institutionelle Reformen, insbesondere des Artikels 6 § 1 X, 8; Aufgrund des Dekrets vom 21. Dezember 1989 über die öffentlichen Verkehrsbetriebe in der Wallonischen Region, insbesondere des Artikels 2 1o, a); Aufgrund des Königlichen Erlasses Nr. 174 vom 30. Dezember 1982 zur Einführung der jährlichen Anpassung der von den Gesellschaften für den öffentlichen Personennahverkehr angewandten Fahrpreise, abgeändert durch den Königlichen Erlass Nr. 238 vom 31. Dezember 1983, insbesondere des Artikels 3; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 26. November 1992 zur Festlegung der Formel und der Modalitäten hinsichtlich der jährlichen Anpassung der durch die öffentlichen Verkehrsbetriebe in der Wallonischen Region im öffentlichen Personennahverkehr angewandten Tarife, abgeändert am 1. September 1994, am 14. September 1995 und am 11. Januar 2001; Aufgrund des Ministerialerlasses vom 30. Juni 1993 zur Festlegung des Übermittlungsverfahrens und -zeitplans der Tarifstrukturvorschläge für den öffentlichen Personennahverkehr in der Wallonischen Region; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 25. Oktober 2007 zur Abänderung der Tarife für die Personenbeförderung auf dem Netz der Verkehrsgesellschaften der Wallonischen Region; Auf Vorschlag des Ministers des Transportwesens, Beschließt: Artikel 1 - In Punkt 8.1 der Anlage zum Erlass der Wallonischen Regierung vom 25. Oktober 2007 wird der Wortlaut ″unter 6 Jahren″ durch ″unter 12 Jahren″ ersetzt. Art. 2 - In Punkt 2.1.2 der Anlage zum Erlass der Wallonischen Regierung vom 25. Oktober 2007 wird der Satz ″Die verbilligte Karte ist den Personen vorbehalten, die Anspruch auf eine Ermäßigung der Tarife für die Personenbeförderung haben″, durch folgenden Wortlaut ersetzt: «Unbeschadet jedes anderen kommerziellen Tarifs wird die verbilligte ″Inter″-Karte folgenden Personen vorbehalten: — den Inhabern des Status VIPO oder OMNIO, die im Besitz der von der S.N.C.B.-N.G.B.E. ausgestellten Karte sind; — den Mitgliedern einer kinderreichen Familie, die im Besitz der von der S.N.C.B.-N.G.B.E. oder dem Bund der Familien ausgestellten Karte sind;
49972
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE — den Militärpersonen im aktiven Dienst, die im Besitz der von dem Föderalen Öffentlichen Dienst Verteidigung ausgestellten Karte sind; — ab dem 1. Dezember 2008, den Kindern von 6 bis unter 12 Jahren, die nicht im Besitz des spezifischen kostenlosen Fahrausweises sind; — den großen Hunden.» Art. 3 - Der Minister des Transportwesens wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Art. 4 - Der vorliegende Erlass tritt am 1. September 2008 in Kraft. Namur, den 11. September 2008 Der Minister-Präsident, R. DEMOTTE Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung, A. ANTOINE
VERTALING WAALSE OVERHEIDSDIENST N. 2008 — 3330
[2008/203406]
11 SEPTEMBER 2008. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 25 oktober 2007 tot wijziging van de vervoerprijzen die van toepassing zijn op het net van de maatschappijen van openbaar vervoer in het Waalse Gewest De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, X, 8o; Gelet op het decreet van 21 december 1989 betreffende de diensten voor het openbaar vervoer in het Waalse Gewest, inzonderheid op artikel 2, 1o, a); Gelet op het koninklijk besluit nr. 174 van 30 december 1982 houdende invoering van een jaarlijkse aanpassing van de tarieven toegepast door de maatschappijen voor gemeenschappelijk vervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 238 van 31 december 1983, inzonderheid op artikel 3; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 november 1992 tot vaststelling van de formule en de modaliteiten voor de jaarlijkse aanpassing van de in het Waalse Gewest door de maatschappijen voor openbaar vervoer toegepaste tarieven voor personenvervoer, gewijzigd op 1 september 1994, 14 september 1995 en 11 januari 2001; Gelet op het ministerieel besluit van 30 juni 1993 tot vaststelling van de procedure en het overdrachtsschema van de voorstellen inzake tariefstructuren voor het openbaar vervoer in het Waalse Gewest; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 oktober 2007 tot wijziging van de vervoerprijzen die van toepassing zijn op het net van de maatschappijen van openbaar vervoer in het Waalse Gewest. Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Besluit : Artikel 1. De vermelding ″onder 6 jaar″ onder punt 8.1 van de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 25 oktober 2007 wordt vervangen door ″onder 12 jaar″. Art. 2. De zin ″De verminderingskaart is voorbehouden aan de personen die recht hebben op een vermindering op het openbaar vervoer″ onder punt 2.1.2 van de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 25 oktober 2007 moet worden vervangen door : « Onverminderd elk ander commercieel tarief, is de Inter-verminderingskaart voorbehouden aan de volgende personen : — de houders van het WIGW- of van het OMNIO-statuut, in het bezit van de door de N.M.B.S. afgeleverde kaart; — de leden van een groot gezin, in het bezit van de door de N.M.B.S. of door de ″Ligue des Familles″ afgeleverde kaart; — de militairen in actieve dienst, in het bezit van de door de FOD Defensie afgeleverde kaart; — vanaf 1 december 2008, de kinderen van 6 tot minder dan 12 jaar die niet in het bezit zijn van een bijzonder gratis vervoerbewijs; — de grote honden. » Art. 3. De Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2008. Namen, 11 september 2008. De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49973
ANDERE BESLUITEN — AUTRES ARRETES FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE
[C − 2008/22521] Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Ontslagverlening. — Benoeming
[C − 2008/22521] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Commission de remboursement des médicaments, instituée auprès du Service des soins de santé. — Démission. — Nomination
Bij koninklijk besluit van 9 september 2008, dat in werking treedt de dag van deze bekendmaking, wordt eervol ontslag uit zijn functies van lid van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, verleend aan de heer Devillers, J., werkend lid. Bij hetzelfde besluit, wordt de heer Wilmet, E., benoemd in de hoedanigheid van werkend lid bij genoemde Commissie, als vertegenwoordiger van een verzekeringsinstelling, ter vervanging van de heer Devillers, J., wiens mandaat hij zal voleindigen.
Par arrêté royal du 9 septembre 2008, qui entre en vigueur le jour de la présente publication, démission honorable de ses fonctions de membre de la Commission de remboursement des médicaments, instituée auprès du Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, est accordée à M. Devillers, J., membre effectif. Par le même arrêté, M. Wilmet, E., est nommé en qualité de membre effectif à ladite Commission, au titre de représentant d’un organisme assureur, en remplacement de M. Devillers, J., dont il achèvera le mandat.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE
[C − 2008/22526] Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Technische raad voor rolstoelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Ontslag en benoeming van leden
[C − 2008/22526] Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil technique des voiturettes, institué auprès du Service des soins de santé. — Démission et nomination de membres
Bij koninklijk besluit van 9 september 2008, dat in werking treedt de dag van deze bekendmaking, wordt eervol ontslag uit zijn functies van lid van de Technische raad voor rolstoelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, verleend aan de heer Thiange, P., plaatsvervangend lid. Bij hetzelfde besluit wordt de heer Angelo, C., benoemd tot plaatsvervangend lid bij genoemde Raad, als vertegenwoordiger van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap, ter vervanging van de heer Thiange, P., wiens mandaat hij zal voleindigen.
Par arrêté royal du 9 septembre 2008, qui entre en vigueur le jour de la présente publication, démission honorable de ses fonctions de membre du Conseil technique des voiturettes, institué auprès du Service des soins de santé de l’Institut national d’assurance maladieinvalidité, est accordée à M. Thiange, P., membre suppléant. Par le même arrêté, M. Angelo, C., est nommé membre suppléant dudit Conseil, au titre de représentant du Conseil supérieur national des personnes handicapées, en remplacement de M.Thiange, P., dont il achèvera le mandat.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
[C − 2008/11395] 5 SEPTEMBER 2008. — Ministerieel besluit houdende ontslag en benoeming van een plaatsvervangend lid van de Hoge Raad voor Normalisatie
[C − 2008/11395] 5 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté ministériel portant démission et nomination d’un membre suppléant du Conseil supérieur de la Normalisation
De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Gelet op de wet van 3 april 2003 betreffende de normalisatie, de artikelen 22, 24 en 25; Gelet op het ministerieel besluit van 10 maart 2005 houdende benoeming van de leden van de Hoge Raad voor Normalisatie, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 27 maart 2006, 8 mei 2006, 14 september 2007 en 18 april 2008, Besluit :
Le Ministre pour l’Entreprise et la Simplification, Vu la loi du 3 avril 2003 relative à la normalisation, les articles 22, 24 et 25; Vu l’arrêté ministériel du 10 mars 2005 portant nomination des membres du Conseil supérieur de la Normalisation, modifié par les arrêtés ministériels des 27 mars 2006, 8 mai 2006, 14 septembre 2007 et 18 avril 2008, Arrête :
Artikel 1. Ontslag uit zijn mandaat van plaatsvervangend lid van de Hoge Raad voor Normalisatie als vertegenwoordiger van een representatieve ondernemingsorganisatie wordt verleend aan de heer Gijs Kooken.
Article 1er. Démission de son mandat de membre suppléant du Conseil supérieur de la Normalisation en tant que représentant d’une organisation représentative des entreprises est accordée à M. Gijs Kooken.
Art. 2. Wordt tot plaatsvervangend lid van de Hoge Raad voor Normalisatie als vertegenwoordigster van een representatieve ondernemingsorganisatie benoemd, Mevr. Sarah Depreeuw, ter vervanging van de heer Gijs Kooken, wiens mandaat zij voltooit.
Art. 2. Est nommée membre suppléante du Conseil supérieur de la Normalisation, en tant que représentante d’une organisation représentative des entreprises, Mme Sarah Depreeuw, en remplacement de M. Gijs Kooken dont elle achève le mandat.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Brussel, 5 september 2008. V. VAN QUICKENBORNE
Bruxelles, le 5 septembre 2008. V. VAN QUICKENBORNE
49974
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
[2008/11335] Personeel en Organisatie Benoemingen in de hoedanigheid van Rijksambtenaar
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE [2008/11335] Personnel et Organisation Nominations en qualité d’agent de l’Etat
Bij koninklijke besluiten van 24 april 2008 werden, met ingang van 1 februari 2008 in de hoedanigheid van Rijksambtenaar benoemd tot de titel van attaché in de klasse A1, met ranginneming op 1 februari 2007 : — de heer Antonio FIORDALISO; — Mevr. Maria-Caterina BRAMATI. Bij koninklijk besluit van 24 april 2008 werd, met ingang van 10 januari 2008, de heer Noël NACHTEGAEL, in de hoedanigheid van Rijksambtenaar benoemd tot de titel van attaché in de klasse A2, met ranginneming op 1 oktober 2006. Bij koninklijke besluiten van 18 mei 2008 werden in de hoedanigheid van Rijksambtenaar benoemd tot de titel van attaché in de klasse A1 : met ingang van 1 december 2007 en met ranginneming op 1 december 2006 : — de heer Vincent LANGEROCK; — Mevr. Kris REYNDERS. met ingang van 1 oktober 2007 en met ranginneming op 1 oktober 2006 : — Mevr. Nathalie VERELST. met ingang van 1 januari 2008 en met ranginneming op 1 januari 2007 : — de heer Kevin BRUYNOOGHE.
Par arrêtés royaux du 24 avril 2008, ont été nommés en qualité d’agent de l’Etat au titre d’attaché dans la classe A1 à partir du er 1 février 2008, avec prise de rang au 1er février 2007 : — M. Antonio FIORDALISO; — Mme Maria-Caterina BRAMATI. Par arrêté royal du 24 avril 2008, M. Noël NACHTEGAEL a été nommé en qualité d’agent de l’Etat au titre d’attaché dans la classe A2 à partir du 10 janvier 2008, avec prise de rang au 1er octobre 2006.
Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel te worden toegezonden.
Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours peut être introduit endéans les soixante jours après cette publication.
Par arrêtés royaux du 18 mai 2008, ont été nommés en qualité d’agent de l’Etat au titre d’attaché dans la classe A1 : à partir du 1er décembre 2007 et avec prise de rang au 1er décembre 2006 : — M. Vincent LANGEROCK; — Mme Kris REYNDERS. à partir du 1er octobre 2007 et avec prise de rang au 1er octobre 2006 : — Mme Nathalie VERELST. à partir du 1er janvier 2008 et avec prise de rang au 1er janvier 2007 : — M. Kevin BRUYNOOGHE.
La requête doit être envoyée sous pli recommandé à la poste, au Conseil d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
[2008/11336] Personeel en Organisatie Benoeming door verhoging naar de hogere klasse
[2008/11336] Personnel et Organisation Nomination par avancement à une classe supérieure
Bij koninklijk besluit van 9 mei 2008 werd, met ranginneming op 1 oktober 2007, de heer Philippe HAUMONT, door verhoging naar de hogere klasse benoemd tot de titel van adviseur. Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel te worden toegezonden.
Par arrêté royal du 9 mai 2008, monsieur Philippe HAUMONT a été nommé par avancement à une classe supérieure au titre de conseiller, avec prise de rang au 1er octobre 2007. Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours peut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée sous pli recommandé à la poste, au Conseil d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE [2008/11320]
[2008/11320] Personeel en Organisatie. — Overplaatsing
Personnel et Organisation. — Transfert
Bij koninklijk besluit van 18 mei 2008 werd met ingang van 16 april 2008, mevrouw Mirielle HERMAN, attaché bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, in het kader van de vrijwillige mobiliteit in dezelfde hoedanigheid van attaché, overgeplaatst naar de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Par arrêté royal du 18 mai 2008, madame Mirielle HERMAN, attaché au Service public fédéral Mobilité et Transports, a été transférée dans le cadre de la mobilité volontaire en la même qualité d’attaché au Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, à partir du 16 avril 2008.
Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel, te worden toegezonden.
Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours peut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée sous pli recommandé à la poste, au Conseil d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.
49975
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELEN EN GEZONDHEIDSPRODUCTEN
AGENCE FEDERALE DES MEDICAMENTS ET DES PRODUITS DE SANTE
[2008/18201]
[2008/18201]
Personeel. — Benoeming
Personnel. — Nomination
Bij ministerieel besluit van 3 juli 2008 wordt met ingang van 1 juli 2008, de heer Ballegeer, Paul, adviseur A3 in dezelfde hoedanigheid benoemd als diensthoofd van de Juridische Dienst van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten - hoofdbestuur - in het Nederlands tweetalig kader.
Par arrêté ministériel du 3 juillet 2008, M. Ballegeer, Paul, conseiller A3, est nommé en la même qualité en tant que chef de service du Service juridique de l’Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santé - Administration centrale - dans le cadre bilingue néerlandais, à partir du 1er juillet 2008.
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE [C − 2008/29451] 4 AOUT 2008. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 2 septembre 2005 portant nomination des membres et du président du Conseil supérieur des allocations et prêts d’études Le Gouvernement de la Communauté franc¸ aise, Vu le décret réglant, pour la Communauté franc¸ aise, les allocations et les prêts d’études, coordonné le 7 novembre 1983, notamment les articles 21, 22 et 23; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 20 mars 2008, fixant la répartition des compétences entre les Ministres du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 27 août 2004, portant règlement du fonctionnement du Gouvernement; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 2 septembre 2005, portant nomination des membres et du président du Conseil supérieur des Allocations et Prêts d’études, tel que modifié à ce jour; Vu l’urgence motivée par la nécessité de régulariser au plus tôt la composition du Conseil supérieur des Allocations et prêts d’études; Sur proposition de la Ministre de l’Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales, Arrête : Article 1er. L’article 1er de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté franc¸ aise du 2 septembre 2005 portant nomination des membres et du président du Conseil supérieur des Allocations et prêts d’études, est modifié comme suit : Sous A : « Membres effectifs » : 5° Deux membres effectifs représentant les associations d’étudiants de l’enseignement supérieur officiel et de l’enseignement artistique de niveau supérieur officiel : — M. Willy VAN HOEF, représentant la F.E.F., est remplacé par Mlle Sophie REINKIN, représentant la F.EF. Art. 2. Le présent arrêté prend ses effets le 1er septembre 2008. Bruxelles, le 4 août 2008. Pour le Gouvernement de la Communauté franc¸ aise, La Ministre de l’Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales Mme M.-D. SIMONET
49976
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP [C − 2008/29451] 4 AUGUSTUS 2008. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2005 houdende benoeming van de leden en van de voorzitter van de Hoge Raad voor studietoelagen en studieleningen De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet tot regeling, voor de Franse Gemeenschap, van de toekenning van de studietoelagen en studieleningen, gecoördineerd op 7 november 1983, inzonderheid op de artikelen 21, 22 en 23; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 maart 2008 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 augustus 2004 houdende regeling van haar werking; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2005 houdende benoeming van de leden en van de voorzitter van de Hoge Raad voor studietoelagen en studieleningen, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de dringende noodzakelijkheid om ten vroegste de samenstelling van de Hoge raad voor studietoelagen en studieleningen te regelen; Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen; Besluit : Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 september 2005 houdende benoeming van de leden en van de voorzitter van de Hoge Raad voor studietoelagen en studieleningen, wordt gewijzigd als volgt : Onder A : « Werkende leden » : 5° Twee werkende leden die de studentenverenigingen van het officieel hoger onderwijs en het officieel hoger kunstonderwijs vertegenwoordigen : — de heer Willy VAN HOEF, vertegenwoordiger van de F.E.F., wordt vervangen door Mej. Sophie REINKIN, vertegenwoordiger van de F.E.F. Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008. Brussel, 4 augustus 2008. Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203396] 4 SEPTEMBRE 2008. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l’arrêté du Gouvernement wallon du 22 mars 2007 portant renouvellement des membres de la Commission des déchets instituée par l’article 33 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets Le Gouvernement wallon, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 17 octobre 1996 relatif à la composition et au fonctionnement de la Commission des déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 22 mars 2007 portant renouvellement des membres de la Commission des déchets instituée par l’article 33 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets; Vu le courrier du 28 février 2008 par lequel AQUAWAL propose de remplacer M. Philippe Guillaume par M. Jean-Pol Lebrun en qualité de membre effectif de la Commission des déchets; Sur la proposition du Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, Arrête : Article 1er. A l’article 1er de l’arrêté du Gouvernement wallon du 22 mars 2007 portant renouvellement des membres de la Commission des déchets instituée par l’article 33 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets est apportée la modification suivante : dans la rubrique ″Organismes chargés de la production et de la distribution d’eau″, M. Philippe Guillaume est remplacé par M. Jean-Pol Lebrun en qualité de membre effectif. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Art. 3. Le Ministre de l’Environnement est chargé de l’exécution du présent arrêté. Namur, le 4 septembre 2008. Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre de l’Agriculture, de la Ruralité, de l’Environnement et du Tourisme, B. LUTGEN
49977
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE ÜBERSETZUNG ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE [2008/203396] 4. SEPTEMBER 2008 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 22. März 2007 zur Erneuerung der Mitglieder der durch Artikel 33 des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle eingesetzten ″Commission des déchets″ (Abfallkommisssion) Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 17. Oktober 1996 über die Zusammensetzung und die Arbeitsweise der Kommission für Abfälle; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 22. März 2007 zur Erneuerung der Mitglieder der durch Artikel 33 des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle eingesetzten Kommission für Abfälle; Aufgrund des Schreibens vom 28. Februar 2008, durch das ″AQUAWAL″ vorschlägt, Herrn Philippe Guillaume durch Herrn Jean-Pol Lebrun als effektives Mitglied der Kommission für Abfälle zu ersetzen; Auf Vorschlag des Ministers der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten, der Umwelt und des Tourismus, Beschließt: Artikel 1 - In Artikel 1 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 22. März 2007 zur Erneuerung der Mitglieder der durch Artikel 33 des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle eingesetzten Kommission für Abfälle wird folgende Abänderung vorgenommen: in der Rubrik ″Einrichtungen für die Wasserproduktion bzw. -versorgung″ wird Herr Philippe Guillaume durch Herrn Jean-Pol Lebrun als effektives Mitglied ersetzt. Art. 2 - Der vorliegende Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft. Art. 3 - Der Minister der Umwelt wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Namur, den 4. September 2008 Der Minister-Präsident, R. DEMOTTE Der Minister der Landwirtschaft, der ländlichen Angelegenheiten, der Umwelt und des Tourismus, B. LUTGEN
VERTALING WAALSE OVERHEIDSDIENST [2008/203396] 4 SEPTEMBER 2008. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 22 maart 2007 tot vernieuwing van de leden van de Afvalcommissie ingesteld bij artikel 33 van het decreet van 27 juni 1966 betreffende de afvalstoffen De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 1996 betreffende de samenstelling en de werking van de Afvalcommissie; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 maart 2007 tot vernieuwing van de leden van de Afvalcommissie ingesteld bij artikel 33 van het decreet van 27 juni 1966 betreffende de afvalstoffen; Gelet op het schrijven van 28 februari 2008, waarin ″AQUAWAL″ voorstelt dat de heer Philippe Guillaume vervangen wordt door de heer Jean-Pol Lebrun als gewoon lid van de Afvalcommissie; Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Besluit : Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 22 maart 2007 tot vernieuwing van de leden van de Afvalcommissie ingesteld bij artikel 33 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen worden de volgende wijzigingen aangebracht : in rubriek ″instellingen belast met waterproductie en -voorziening″ wordt de heer Philippe Guillaume vervangen door de heer Jean-Pol Lebrun als gewoon lid. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. Art. 3. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit. Namen, 4 september 2008. De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN
49978
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203375] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets AT 010476 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, AT 010476, de l’Autriche vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Poussières de convertisseur contenant Cu, Zn, Pb, Bi 100603 600 tonnes 01/06/2008 au 31/05/2009 MONTANWERKE BRIXLEGG A-6230 BRIXLEGG SIDECH SA 1495 TILLY
Namur, le 28 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203373] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets CH 0004140 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, CH 0004140, de la Suisse vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Charbon actif industriel usagé 150202 216 tonnes 01/04/2008 au 31/03/2009 NOVARTIS PHARMA STEIN 4332 STEIN CHEMVIRON CARBON 7181 FELUY
Namur, le 18 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
49979
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203365] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350158078 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350158078, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Déchets prémélangés avec de la sciure 190209 3 000 tonnes 01/07/2008 au 30/06/2009 G.V.E. GMBH & CO D-33334 GUTERSLOH RECYFUEL 4480 ENGIS
Namur, le 10 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203369] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350158726 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350158726, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Résidus de broyage contenant : métal, verre, textile, caoutchouc 191006 15 000 tonnes 01/06/2008 au 31/05/2009 TSR RECYCLING GMBH & CO 14770 BRANDENBURG RECYVAL 6200 CHATELET
Namur, le 18 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
49980
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203368] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350162937 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350162937, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Solutions acides usagées contenant du zinc 110105 150 tonnes 01/07/2008 au 30/06/2009 VERZINKEREI ALSDORF VOIGT & SCHULZE 52477 ALSDORF FLORIDIENNE CHIMIE 7800 ATH
Namur, le 15 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203362] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350162938 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350162938, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Solutions acides usagées contenant du zinc 110105 300 tonnes 01/07/2008 au 30/06/2009 VERZINKEREI CASTROP RAUXEL 44579 CASTROP RAUXEL FLORIDIENNE CHIMIE 7800 ATH
Namur, le 10 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
49981
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203361] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350166131 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350166131, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Déchets prémélangés à base de peintures, encres, colles,.. 191211 4 000 tonnes 01/07/2008 au 30/06/2009 KMW GMBH & CO KG 41812 ERKELENZ GEOCYCLE 7181 FAMILLEUREUX
Namur, le 10 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203366] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 1350166512 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 1350166512, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Résidus de broyage légers 191004 5 000 tonnes 12/07/2008 au 11/07/2009 TSR RECYCLING GMBH & CO. KG 46242 BOTTROP COMET TRAITEMENTS 6200 CHATELET
Namur, le 11 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
49982
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203372] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 2774075039 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 2774075039, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Déchets de peinture, vernis, etc. 190209 1 000 tonnes 10/07/2008 au 09/07/2009 REMONDIS INDUSTRIE SERVICE GMBH & CO. KG NIEDERLASSUNG KÖLN D-50735 KÖLN RECYFUEL 4480 ENGIS
Namur, le 2 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203363] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 2774075332 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 2774075332, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Charbon actif usagé de type industriel 150202 1 050 tonnes 01/06/2008 au 31/05/2009 ZWECKVERBAND ABFALLDEPONIE FRIESLAND/WITTMUND D-26434 WANGERLAND CHEMVIRON CARBON 7181 FELUY
Namur, le 11 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
49983
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203370] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 2774075334 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 2774075334, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Charbon actif usagé 150202 1 050 tonnes 01/06/2008 au 31/05/2009 LANDKREIS NORTHEIM D-37154 NORTHEIM CHEMVIRON CARBON 7181 FELUY
Namur, le 18 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203359] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets DE 4081000025 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, DE 4081000025, de l’Allemagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Boues de peinture 080113 1 500 tonnes 01/07/2008 au 30/06/2009 HUNSRUCK-SONDERTRANSPORT 55768 HOPPSTÄDTEN-WEIERSBACH GEOCYCLE 7181 FAMILLEUREUX
Namur, le 11 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
49984
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203374] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets ES 0011132 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, ES 0011132, de l’Espagne vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Charbon actif industriel saturé 061302 125 tonnes 01/08/2008 au 31/07/2009 DEN HARTOGH PARETS 08150 PARETS DEL VALLES CHEMVIRON CARBON 7181 FELUY
Namur, le 18 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2008/203376] Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets IT 010162 L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets, Vu le Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006 concernant les transferts de déchets; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets, pris en application du Règlement 1013/2006/CE du Parlement et du Conseil européen du 14 juin 2006, concernant les transferts de déchets; Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant; Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable; Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur, Décide : Article 1er. L’autorisation de transfert, IT 010162, de l’Italie vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2 est accordée. Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes : Nature des déchets : Code * : Quantité maximum prévue : Validité de l’autorisation : Notifiant : Centre de traitement :
Résidus de broyage légers 191004 12 000 tonnes 01/08/2008 au 31/07/2009 BORGOTTI TERESA 28922 VERBANIA COMET TRAITEMENTS 6200 CHATELET
Namur, le 15 juillet 2008. * A.G.W. du 10/07/1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.
49985
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
OFFICIELE BERICHTEN — AVIS OFFICIELS POUVOIR JUDICIAIRE
RECHTERLIJKE MACHT [C − 2008/09803] Rechtbank van eerste aanleg te Ieper
[C − 2008/09803] Tribunal de première instance d’Ypres
De rechtbank, verenigd in algemene vergadering op 30 april 2008, heeft de heer Vulsteke, K., onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, aangewezen tot ondervoorzitter, voor een termijn van drie jaar, met ingang van 4 september 2008.
Le tribunal, réuni en assemblée générale le 30 avril 2008, a désigné M. Vulsteke, K., juge d’instruction au tribunal de première instance d’Ypres, comme vice-président, pour une période de trois ans prenant cours le 4 septembre 2008.
* POUVOIR JUDICIAIRE
RECHTERLIJKE MACHT [C − 2008/09804] Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk
[C − 2008/09804] Tribunal de première instance de Courtrai
De rechtbank, verenigd in algemene vergadering op 31 maart 2008, heeft de heer Casier, G., rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, aangewezen tot ondervoorzitter, voor een termijn van drie jaar, met ingang van 4 september 2008.
Le tribunal, réuni en assemblée générale le 31 mars 2008, a désigné M. Casier, G., juge au tribunal de première instance de Courtrai, comme vice-président, pour une période de trois ans prenant cours le 4 septembre 2008.
De rechtbank, verenigd in algemene vergadering op 31 maart 2008, heeft de heer Deltour, J., onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, aangewezen tot ondervoorzitter, voor een termijn van drie jaar, met ingang van 4 september 2008.
Le tribunal, réuni en assemblée générale le 31 mars 2008, a désigné M. Deltour, J., juge d’instruction au tribunal de première instance de Courtrai, comme vice-président, pour une période de trois ans prenant cours le 4 septembre 2008.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR
[2008/00822] Beslissingen van de Minister van Binnenlandse Zaken. — Errata
[2008/00822] Décisions du Ministre de l’Intérieur. — Errata
In het Belgisch Staatsblad van 22 september 2008, bl. 49323, berichten nrs. 2008/00725, 2008/00726 en 2008/00727, moet de ondertekening gelezen worden als volgt :
Au Moniteur belge du 22 septembre 2008, p. 49323, avis n°s 2008/00725, 2008/00726, 2008/00727, la signature doit être lue comme ci-dessous :
Voor de Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
Pour le Ministre de l’Intérieur, P. DEWAEL
De Minister van Migratie- en Asielbeleid, Mevr. A. TURTELBOOM
La Ministre de la Politique de Migration et d’Asile, Mme A. TURTELBOOM
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [C − 2008/13224]
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE [C − 2008/13224]
Bericht betreffende een nieuwe regeling van de werkingssfeer van een paritair comité
Avis concernant une réglementation nouvelle du champ d’application d’une commission paritaire
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, wiens kantoren gevestigd zijn te 1210 Brussel, Kunstlaan 7, brengt ter kennis van de betrokken organisaties dat zij overweegt de Koning voor te stellen om het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen (nr. 327), vastgesteld bij het koninklijk besluit van 15 januari 1991 (Belgisch Staatsblad van 23 januari 1991), gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 oktober 1998 (Belgisch Staatsblad van 28 oktober 1998), te wijzigen als volgt :
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des Chances, dont les bureaux sont situés à 1210 Bruxelles, avenue des Arts 7, informe les organisations intéressées qu’elle envisage de proposer au Roi de modifier le champ de compétence de la Commission paritaire pour les entreprises de travail adapté et les ateliers sociaux (n° 327), fixé par l’arrêté royal du 15 janvier 1991 (Moniteur belge du 23 janvier 1991), modifié par l’arrêté royal du 13 octobre 1998 (Moniteur belge du 28 octobre 1998), comme suit :
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 januari 1991 tot oprichting et tot vaststelling van de benaming en de bevoegheid van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 oktober 1998, wordt aangevuld met een lid, luidende :
L’article 2 de l’arrêté royal du 15 janvier 1991 instituant la Commission paritaire pour les entreprises de travail adapté et les ateliers sociaux et fixant sa dénomination et sa compétence, modifié par l’arrêté royal du 13 octobre 1998, est complété par un alinéa rédigé comme suit :
« Het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen is eveneens bevoegd voor de werknemers in het algemeen, tewerkgesteld in het kader van een « Initiative de Développement de l’Emploi dans le Secteur des Services de proximité à finalité sociale » (Initiatief tot Ontwikkeling van de Werkgelegenheid in de Sector van de Buurtdiensten met een maatschappelijk doel), erkend
« La Commission paritaire pour les entreprises de travail adapté et les ateliers sociaux est également compétente pour les travailleurs en général occupés dans le cadre d’une Initiative de Développement de l’Emploi dans le Secteur des Services de proximité à finalité sociale agréée et/ou subsidiée par la Région wallonne, à l’exception des travailleurs précités occupés par des employeurs relevant de la
49986
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
en/of gesubsidieerd door het Waals Gewest, met uitzondering van de voornoemde werknemers tewerkgesteld door werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp of onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. »
Commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors ou de la Commission paritaire pour le secteur socio-culturel. »
De Minister, Mevr. J. MILQUET
La Ministre, Mme J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
[2008/203422]
[2008/203422]
Neerlegging van collectieve arbeidsovereenkomsten
Dépôt de conventions collectives de travail
De hierna vermelde collectieve arbeidsovereenkomsten werden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De teksten van de ter Griffie neergelegde collectieve arbeidsovereenkomsten zijn beschikbaar op de website van de FOD. Zij kunnen eveneens gratis afgeprint worden. Er kunnen evenwel voor eensluidend verklaarde afschriften van deze overeenkomsten worden verkregen mits voorafgaande betaling van een retributie van 1 EUR per bladzijde. Het afleveren van delen van kopieën wordt niet toegestaan.
Les conventions collectives de travail désignées ci-après ont été déposées au Greffe de la Direction générale Relations collectives du travail du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale. Les textes des conventions déposées au Greffe sont disponibles sur le site Internet du SPF. Ceux-ci peuvent également être imprimés gratuitement. On peut toutefois se faire délivrer des copies certifiées conformes de ces conventions moyennant le paiement préalable d’une redevance de 1 EUR par page. La délivrance de reproduction partielle n’est pas autorisée.
De retributie is te betalen in handen van het daartoe afgevaardigd personeelslid van de Griffie.
La redevance est payable entre les mains de l’agent du Greffe désigné à cet effet.
Zij mag ook, vóór de uitreiking van de documenten, worden gestort op postrekening IBAN-nr. BE36 6792 0058 4781, ″Collectieve arbeidsovereenkomsten″, met vermelding van de registratienummers van de gewenste overeenkomsten.
Elle peut aussi être versée, préalablement à la délivrance des documents au compte postal no IBAN BE36 6792 0058 4781, ″Conventions collectives de travail″, en mentionnant les numéros d’enregistrement des conventions souhaitées.
Adres : Ernest Blerotstraat 1, te 1070 Brussel, lokaal 4195.
Adresse : rue Ernest Blerot 1, à 1070 Bruxelles, local 4195.
Telefoon : 02-233 41 48 en 41 21 van 9 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur.
Téléphone : 02-233 41 48 et 41 21 de 9 à 12 heures et de 14 à 16 heures.
Fax : 02-233 41 45.
Télécopie : 02-233 41 45.
E-mail :
[email protected]
Courriel :
[email protected]
Internetsite : http://www.werk.belgie.be
Site Internet : http://www.emploi.belgique.be
PARITAIR COMITE VOOR HET VERVOER EN DE LOGISTIEK Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 25/06/2008, neergelegd op 09/07/2008 en geregistreerd op 18/08/2008. - toepassingsgebied : - ondernemingen van bijzondere vormen van geregeld vervoer - voertuigen van meer dan 9 plaatsen (chauffeur inbegrepen) - onderwerp : vaststelling van de anciënniteit - geldigheidsduur : m.i.v. 01/09/2008, voor onbepaalde duur - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89025/CO/1400000. PARITAIR COMITE VOOR HET TUINBOUWBEDRIJF Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 07/07/2008, neergelegd op 29/07/2008 en geregistreerd op 18/08/2008. - niet van toepassing op : - werknemers bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28/11/1969 tot uitvoering van de wet van 27/06/1969 tot herziening van de besluitwet van 28/12/1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders - onderwerp : tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking - geldigheidsduur : van 01/07/2007 tot 30/06/2009 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89026/CO/1450000.
COMMISSION PARITAIRE DU TRANSPORT ET DE LA LOGISTIQUE Convention collective de travail conclue le 25/06/2008, déposée le 09/07/2008 et enregistrée le 18/08/2008. - champ d’application : - entreprises de services réguliers spécialisés - véhicules de plus de 9 places (chauffeur compris) - objet : détermination de l’ancienneté - durée de validité : à partir du 01/09/2008, pour une durée indéterminée - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89025/CO/1400000. COMMISSION PARITAIRE POUR LES ENTREPRISES HORTICOLES Convention collective de travail conclue le 07/07/2008, déposée le 29/07/2008 et enregistrée le 18/08/2008. - hors du champ d’application : - travailleurs visés à l’article 8bis de l’arrêté royal du 28/11/1969, en exécution de la loi du 27/06/1969 révisant l’arrêté-loi du 28/12/1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs - objet : crédit-temps, diminution de carrière et réduction des prestations de travail à mi-temps - durée de validité : du 01/07/2007 au 30/06/2009 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89026/CO/1450000.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49987
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE HAVEN VAN ANTWERPEN, ″NATIONAAL PARITAIR COMITE DER HAVEN VAN ANTWERPEN″ GENAAMD
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LE PORT D’ANVERS, DENOMMEE ″NATIONAAL PARITAIR COMITE DER HAVEN VAN ANTWERPEN″
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 23/06/2008, neergelegd op 18/07/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 23/06/2008, déposée le 18/07/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- havenarbeiders van het logistiek contingent
- personnel ouvrier portuaire du contingent logistique
- onderwerp : loon- en arbeidsvoorwaarden - CODEX logistiek contingent
- objet : conditions de travail et de rémunération - ″CODEX logistiek contingent″
- wijziging van overeenkomst nummer 074130 van 06/12/2004
- modification de la convention numéro 074130 du 06/12/2004
- geldigheidsduur : m.i.v. 01/01/2008, voor onbepaalde duur
- durée de validité : à partir du 01/01/2008, pour une durée indéterminée
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : nee
- force obligatoire demandée : non
- registratienummer : 89027/CO/3010100.
- numéro d’enregistrement : 89027/CO/3010100.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE HAVEN VAN ANTWERPEN, ″NATIONAAL PARITAIR COMITE DER HAVEN VAN ANTWERPEN″ GENAAMD
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LE PORT D’ANVERS, DENOMMEE ″NATIONAAL PARITAIR COMITE DER HAVEN VAN ANTWERPEN″
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 23/06/2008, neergelegd op 18/07/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 23/06/2008, déposée le 18/07/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- havenarbeiders van het algemeen contingent
- personnel ouvrier portuaire du contingent général
- onderwerp : loon- en arbeidsvoorwaarden - CODEX algemeen contingent
- objet : conditions de travail et de rémunération - ″CODEX algemeen contingent″
- wijziging van overeenkomst nummer 073552 van 06/12/2004
- modification de la convention numéro 073552 du 06/12/2004
- geldigheidsduur : m.i.v. 01/01/2008, voor onbepaalde duur
- durée de validité : à partir du 01/01/2008, pour une durée indéterminée
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : nee
- force obligatoire demandée : non
- registratienummer : 89028/CO/3010100.
- numéro d’enregistrement : 89028/CO/3010100.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE HAVEN VAN ANTWERPEN, ″NATIONAAL PARITAIR COMITE DER HAVEN VAN ANTWERPEN″ GENAAMD
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LE PORT D’ANVERS, DENOMMEE ″NATIONAAL PARITAIR COMITE DER HAVEN VAN ANTWERPEN″
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 23/06/2008, neergelegd op 18/07/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 23/06/2008, déposée le 18/07/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- vaklui
- gens du métier
- onderwerp : loon- en arbeidsvoorwaarden - CODEX vaklui
- objet : conditions de travail et de rémunération - ″CODEX vaklui″
- wijziging van overeenkomst nummer 073712 van 06/12/2004
- modification de la convention numéro 073712 du 06/12/2004
- geldigheidsduur : m.i.v. 01/01/2008, voor onbepaalde duur
- durée de validité : à partir du 01/01/2008, pour une durée indéterminée
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : nee
- force obligatoire demandée : non
- registratienummer : 89029/CO/3010100.
- numéro d’enregistrement : 89029/CO/3010100.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LES SERVICES DES AIDES FAMILIALES ET DES AIDES SENIORS DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 29/04/2008, neergelegd op 29/07/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 29/04/2008, déposée le 29/07/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- verzorgenden en logistieke hulpen, inbegrepen diegenen die tewerkgesteld worden in een GESCO-statuut en diegenen die betaald worden uit de middelen Sociale Maribel - niet van toepassing op :
- soignants et aides logistiques, y compris les travailleurs dont le remploi est financé par les moyens du Maribel social et les travailleurs occupés sous le régime des contractuels subventionnés - ACS - hors du champ d’application :
- werknemers tewerkgesteld in het kader van de dienstencheques, inclusief het omkaderingspersoneel
- travailleurs occupés dans le cadre de titres-services, y compris le personnel d’encadrement
- onderwerp : vergoeding van de wagenvervoerskosten voor verzorgenden en logistieke hulpen
- objet : indemnisation des frais de transport en voiture pour les aides soignants et les aides logistiques
- wijziging van overeenkomst nummer 079439 van 22/03/2006
- modification de la convention numéro 079439 du 22/03/2006
- geldigheidsduur : van 01/01/2008 tot 30/09/2010
- durée de validité : du 01/01/2008 au 30/09/2010
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89030/CO/3180200.
- numéro d’enregistrement : 89030/CO/3180200.
49988
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
PARITAIR COMITE VOOR DE KOOPVAARDIJ
COMMISSION PARITAIRE POUR LA MARINE MARCHANDE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 22/07/2008, neergelegd op 31/07/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 22/07/2008, déposée le 31/07/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- ondernemingen die toetreden tot deze collectieve arbeidsovereenkomst door middel van de in bijlage gevoegde toetredingsakte, voor de schepen vermeld op de toetredingsakte
- entreprises qui adhèrent à la présente convention collective du travail par le biais de l’acte d’adhésion ci-annexé pour les navires figurant dans l’acte d’adhésion
- alle officieren andere dan Stafofficieren, ingeschreven in de Belgische Pool van de Zeelieden, en door een Luxemburgse maatschappij tewerkgesteld door middel van ″equal terms″
- tous les officiers autres que les officiers d’État-major, inscrits au Pool belge des marins et employés par une compagnie luxembourgeoise sur base ″d’equal terms″
- niet van toepassing op :
- hors du champ d’application :
- stand-by prestaties en gelijkgestelde prestaties
- prestations de stand-by et assimilées
- ondernemingen die zeeschepen uitbaten die hoofdzakelijk opereren in de ″shortsea″ en die voor deze schepen zijn toegetreden tot de overeenkomst van 14/12/2005 [78220/CO/316] en die worden tewerkgesteld op ″shortsea″ schepen die de Belgische vlag voeren
- entreprises exploitant des navires opérant principalement dans le domaine ″shortsea″ et qui ont adhéré pour ces navires à la convention du 14/12/2005 [78220/CO/316] et qui sont employés à bord de navires ″shortsea″ battant pavillon belge
- ondernemingen die sleepboten exploiteren waarvan de verrichte sleepacttiviteit ″zeevervoer″ is
- entreprises qui exploitent des remorqueurs dont l’activité de remorquage effectuée est le ″transport en mer″
- onderwerp : loon- en arbeidsvoorwaarden
- objet : conditions de travail et de rémunération
- geldigheidsduur : van 01/01/2008 tot 31/12/2008, met verlengingsbeding
- durée de validité : du 01/01/2008 au 31/12/2008, avec clause de reconduction
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89031/CO/3160000.
- numéro d’enregistrement : 89031/CO/3160000.
PARITAIR COMITE VOOR DE KOOPVAARDIJ
COMMISSION PARITAIRE POUR LA MARINE MARCHANDE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 22/07/2008, neergelegd op 31/07/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 22/07/2008, déposée le 31/07/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- ondernemingen die toetreden tot deze collectieve arbeidsovereenkomst door middel van de in bijlage gevoegde toetredingsakte, voor de schepen vermeld op de toetredingsakte
- entreprises qui adhèrent à la présente convention collective du travail par le biais de l’acte d’adhésion ci-annexé pour les navires figurant dans l’acte d’adhésion
- alle officieren andere dan Stafofficieren, ingeschreven in de Belgische Pool van de Zeelieden, en door een Belgische maatschappij tewerkgesteld door middel van ″equal terms″
- tous les officiers autres que les officiers d’état-major, inscrits au Pool belge des marins et employés par une compagnie belge sur base ″d’equal terms″
- niet van toepassing op :
- hors du champ d’application :
- stand-by prestaties en gelijkgestelde prestaties
- prestations de stand-by et prestations assimilées
- ondernemingen die zeeschepen uitbaten die hoofdzakelijk opereren in de ″shortsea″ en die voor deze schepen zijn toegetreden tot de overeenkomst van 14/12/2005 [78220/CO/316] en die worden tewerkgesteld op ″shortsea″ schepen die de Belgische vlag voeren
- entreprises exploitant des navires opérant principalement dans le domaine ″shortsea″ et qui ont adhéré pour ces navires à la convention du 14/12/2005 [78220/CO/316] et qui sont employés à bord de navires ″shortsea″ battant pavillon belge
- ondernemingen die sleepboten exploiteren waarvan de verrichte sleepactiviteit ″zeevervoer″ is
- entreprises qui exploitent des remorqueurs dont l’activité de remorquage effectuée est le ″transport en mer″
- onderwerp : loon- en arbeidsvoorwaarden
- objet : conditions de travail et de rémunération
- geldigheidsduur : van 01/01/2008 tot 31/12/2008, met verlengingsbeding
- durée de validité : du 01/01/2008 au 31/12/2008, avec clause de reconduction
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89032/CO/3160000.
- numéro d’enregistrement : 89032/CO/3160000.
PARITAIR COMITE VOOR DE KOOPVAARDIJ
COMMISSION PARITAIRE POUR LA MARINE MARCHANDE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 07/08/2008, neergelegd op 08/08/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 07/08/2008, déposée le 08/08/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- alle officieren andere dan Stafofficieren, ingeschreven in de Belgische Pool van de Zeelieden, en door een Luxemburgse maatschappij tewerkgesteld door middel van ″equal terms″
- tous les officiers autres que les officiers d’état-major, inscrits au Pool belge des marins et employés par une compagnie luxembourgeoise sur base ″d’equal terms″
- ondernemingen die toetreden tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 22/07/2008 betreffende het raamakkoord aangaande de loonsvoorwaarden
- entreprises qui adhèrent à la convention collective du travail du 22/07/2008 relative à l’accord-cadre fixant des conditions de rémunération
- onderwerp : interpretatie van de arbeidsovereenkomst betreffende loon- en arbeidsvoorwaarden
- objet : interprétation de la convention relative aux conditions du travail et de rémunération
- geldigheidsduur : van 01/01/2008 tot 31/12/2008, met verlengingsbeding
- durée de validité : du 01/01/2008 au 31/12/2008, avec clause de reconduction
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : nee
- force obligatoire demandée : non
- registratienummer : 89033/CO/3160000.
- numéro d’enregistrement : 89033/CO/3160000.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49989
PARITAIR COMITE VOOR DE KOOPVAARDIJ
COMMISSION PARITAIRE POUR LA MARINE MARCHANDE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 07/08/2008, neergelegd op 08/08/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 07/08/2008, déposée le 08/08/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- alle officieren andere dan Stafofficieren, ingeschreven in de Belgische Pool van de Zeelieden, en door een Belgische maatschappij tewerkgesteld door middel van ″equal terms″
- tous les officiers autres que les officiers d’état-major, inscrits au Pool belge des marins et employés par une compagnie belge sur base ″d’equal terms″
- ondernemingen die toetreden tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 22/07/2008 betreffende het raamakkoord aangaande de loonsvoorwaarden
- entreprises qui adhèrent à la convention collective du travail du 22/07/2008 relative à l’accord-cadre fixant des conditions de rémunération
- onderwerp : interpretatie van de arbeidsovereenkomst betreffende loon- en arbeidsvoorwaarden
- objet : interprétation de la convention relative aux conditions du travail et de rémunération
- geldigheidsduur : van 01/01/2008 tot 31/12/2008, met verlengingsbeding
- durée de validité : du 01/01/2008 au 31/12/2008, avec clause de reconduction
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : nee
- force obligatoire demandée : non
- registratienummer : 89034/CO/3160000.
- numéro d’enregistrement : 89034/CO/3160000.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE OPVOEDINGS- EN HUISVESTINGSINRICHTINGEN EN -DIENSTEN VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP, HET WAALSE GEWEST EN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
SOUS-COMMISSION PARITAIRE DES ETABLISSEMENTS ET SERVICES D’EDUCATION ET D’HEBERGEMENT DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE, DE LA REGION WALLONNE ET DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 26/06/2008, neergelegd op 04/08/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 26/06/2008, déposée le 04/08/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- opvoedings- en huisvestigingsinrichtingen en diensten die erkend en/of gesubsidieerd zijn door het Waalse Gewest, alsook voor de inrichtingen en diensten die dezelfde activiteiten uitoefenen en die noch erkend noch gesubsidieerd zijn en waarvan de hoofdactiviteit gevestigd is in het Waalse Gewest
- établissements et services d’éducation et d’hébergement agréés et/ou subventionnés par la Région wallonne ainsi que les établissements et services exerçant les mêmes activités et qui ne sont ni agréés ni subventionnés et dont l’activité principale se situe en Région wallonne
- onderwerp : syndicale premie
- objet : prime syndicale
- wijziging van overeenkomst nummer 086804 van 03/12/2007
- modification de la convention numéro 086804 du 03/12/2007
- geldigheidsduur : m.i.v. 26/06/2008, voor onbepaalde duur
- durée de validité : à partir du 26/06/2008, pour une durée indéterminée
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89035/CO/3190200.
- numéro d’enregistrement : 89035/CO/3190200.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE OPVOEDINGS- EN HUISVESTINGSINRICHTINGEN EN -DIENSTEN VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP, HET WAALSE GEWEST EN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
SOUS-COMMISSION PARITAIRE DES ETABLISSEMENTS ET SERVICES D’EDUCATION ET D’HEBERGEMENT DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE, DE LA REGION WALLONNE ET DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 10/05/2007, neergelegd op 04/08/2008 en geregistreerd op 18/08/2008.
Convention collective de travail conclue le 10/05/2007, déposée le 04/08/2008 et enregistrée le 18/08/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- inrichtingen en diensten die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Duitstalige Gemeenschap
- établissements et services agréés et/ou subventionnés par la Communauté germanophone
- onderwerp : loon voor de arbeidsprestaties verricht op zon- en feestdagen
- objet : rémunération des prestations effectuées les dimanches et jours fériés
- geldigheidsduur : m.i.v. 01/01/2007, voor onbepaalde duur
- durée de validité : à partir du 01/01/2007, pour une durée indéterminée
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89036/CO/3190200.
- numéro d’enregistrement : 89036/CO/3190200.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE HAVENS VAN OOSTENDE EN NIEUWPOORT
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LES PORTS D’OSTENDE ET DE NIEUPORT
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 05/06/2008, neergelegd op 21/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008.
Convention collective de travail conclue le 05/06/2008, déposée le 21/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- erkende havenarbeiders uit het contingent
- personnel ouvrier portuaire du contingent reconnus
- onderwerp : sectoraal akkoord 2007-2008
- objet : accord sectoriel 2007-2008
- geldigheidsduur : van 01/04/2007 tot 31/03/2009
- durée de validité : du 01/04/2007 au 31/03/2009
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : nee
- force obligatoire demandée : non
- registratienummer : 89177/CO/3010400.
- numéro d’enregistrement : 89177/CO/3010400.
49990
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
PARITAIR COMITE VOOR DE MAKELARIJ EN VERZEKERINGSAGENTSCHAPPEN
COMMISSION PARITAIRE POUR LES ENTREPRISES DE COURTAGE ET AGENCES D’ASSURANCES
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 24/06/2008, neergelegd op 25/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008.
Convention collective de travail conclue le 24/06/2008, déposée le 25/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008.
- onderwerp : brugpensioen op 58 jaar
- objet : prépension à 58 ans
- verlenging van overeenkomst nummer 054529 van 23/02/2000
- prolongation de la convention numéro 054529 du 23/02/2000
- geldigheidsduur : van 01/01/2009 tot 31/12/2011
- durée de validité : du 01/01/2009 au 31/12/2011
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89178/CO/3070000.
- numéro d’enregistrement : 89178/CO/3070000.
PARITAIR COMITE VOOR DE MAKELARIJ EN VERZEKERINGSAGENTSCHAPPEN
COMMISSION PARITAIRE POUR LES ENTREPRISES DE COURTAGE ET AGENCES D’ASSURANCES
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 24/06/2008, neergelegd op 25/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008.
Convention collective de travail conclue le 24/06/2008, déposée le 25/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008.
- onderwerp : loon- en arbeidsvoorwaarden
- objet : conditions de travail et de rémunération
- vervanging van overeenkomst nummer 060643 van 27/04/2001
- remplacement de la convention numéro 060643 du 27/04/2001
- vervanging van overeenkomst nummer 070343 van 09/12/2003
- remplacement de la convention numéro 070343 du 09/12/2003
- vervanging van overeenkomst nummer 085002 van 22/08/2007
- remplacement de la convention numéro 085002 du 22/08/2007
- geldigheidsduur : m.i.v. 01/07/2008, voor onbepaalde duur
- durée de validité : à partir du 01/07/2008, pour une durée indéterminée
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89179/CO/3070000.
- numéro d’enregistrement : 89179/CO/3070000.
PARITAIR COMITE VOOR DE BEWAKINGS- EN/OF TOEZICHTSDIENSTEN
COMMISSION PARITAIRE POUR LES SERVICES DE GARDIENNAGE ET/OU DE SURVEILLANCE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 25/08/2008, neergelegd op 28/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008.
Convention collective de travail conclue le 25/08/2008, déposée le 28/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008.
- toepassingsgebied :
- champ d’application :
- bewakingsondernemingen die een activiteit zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 10 april 1990 op de private en bijzondere veiligheid uitoefenen
- entreprises de gardiennage exerçant une activité telle que définie à l’article 1er de la loi du 10 avril 1990 sur la sécurité privée et part
- onderwerp : opleidingsinitiatieven
- objet : initiatives de formation
- geldigheidsduur : van 01/01/2008 tot 31/12/2008
- durée de validité : du 01/01/2008 au 31/12/2008
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89180/CO/3170000.
- numéro d’enregistrement : 89180/CO/3170000.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINSEN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LES SERVICES DES AIDES FAMILIALES ET DES AIDES SENIORS DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 18/06/2008, neergelegd op 22/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008.
Convention collective de travail conclue le 18/06/2008, déposée le 22/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008.
- onderwerp : opleidingsinitiatieven
- objet : initiatives de formation
- geldigheidsduur : van 01/01/2007 tot 31/12/2008
- durée de validité : du 01/01/2007 au 31/12/2008
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89181/CO/3180200.
- numéro d’enregistrement : 89181/CO/3180200.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINSEN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LES SERVICES DES AIDES FAMILIALES ET DES AIDES SENIORS DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 18/06/2008, neergelegd op 25/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008.
Convention collective de travail conclue le 18/06/2008, déposée le 25/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008.
- onderwerp : oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd ″sociaal fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler″ - wijziging
- objet : institution d’un fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds social 318.02 de financement complémentaire du second pilier de pension″ - modification
- wijziging van overeenkomst nummer 088375 van 31/03/2008
- modification de la convention numéro 088375 du 31/03/2008
- geldigheidsduur : m.i.v. 01/01/2008, voor onbepaalde duur
- durée de validité : à partir du 01/01/2008, pour une durée indéterminée
- algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja
- force obligatoire demandée : oui
- registratienummer : 89182/CO/3180200.
- numéro d’enregistrement : 89182/CO/3180200.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
49991
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE OPVOEDINGS- EN HUISVESTINGSINRICHTINGEN EN DIENSTEN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27/06/2008, neergelegd op 27/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - onderwerp : opleidingsinitiatieven - geldigheidsduur : van 01/01/2007 tot 31/12/2008 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89183/CO/3190100.
SOUS-COMMISSION PARITAIRE DES ETABLISSEMENTS ET SERVICES D’EDUCATION ET D’HEBERGEMENT DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE Convention collective de travail conclue le 27/06/2008, déposée le 27/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - objet : initiatives de formation - durée de validité : du 01/01/2007 au 31/12/2008 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89183/CO/3190100.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE BESCHUTTE WERKPLAATSEN VAN HET WAALSE GEWEST EN VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 21/08/2008, neergelegd op 26/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - toepassingsgebied : - enkel van toepassing op erkende beschutte werkplaatsen in de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerd door de ″Dienststelle für Personen mit Behinderung″ - onderwerp : aanvullende inspanningen voor vorming - geldigheidsduur : van 01/01/2007 tot 31/12/2008 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89184/CO/3270300.
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LES ENTREPRISES DE TRAVAIL ADAPTE DE LA REGION WALLONNE ET DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE Convention collective de travail conclue le 21/08/2008, déposée le 26/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - champ d’application : - s’applique exclusivement aux entreprises de travail adapté de la Communauté germanophone reconnues et subsidiées par la ″Dienststelle für Personen mit Behinderung″ - objet : efforts supplémentaires de formation - durée de validité : du 01/01/2007 au 31/12/2008 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89184/CO/3270300.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE SOCIO-CULTURELE SECTOR VAN DE FRANSTALIGE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP EN HET WAALSE GEWEST Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 25/08/2008, neergelegd op 29/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - onderwerp : opleidingsinitiatieven - geldigheidsduur : van 01/01/2008 tot 31/12/2008 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89185/CO/3290200.
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LE SECTEUR SOCIOCULTUREL DE LA COMMUNAUTE FRANCAISE ET GERMANOPHONE ET DE LA REGION WALLONNE Convention collective de travail conclue le 25/08/2008, déposée le 29/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - objet : initiatives de formation - durée de validité : du 01/01/2008 au 31/12/2008 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89185/CO/3290200.
PARITAIR COMITE VOOR DE VLAAMSE WELZIJNS- EN GEZONDHEIDSSECTOR Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 26/08/2008, neergelegd op 27/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - onderwerp : opleidingsinitiatieven - geldigheidsduur : van 01/01/2007 tot 31/12/2008 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89186/CO/3310000.
COMMISSION PARITAIRE POUR LE SECTEUR FLAMAND DE L’AIDE SOCIALE ET DES SOINS DE SANTE Convention collective de travail conclue le 26/08/2008, déposée le 27/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - objet : initiatives de formation - durée de validité : du 01/01/2007 au 31/12/2008 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89186/CO/3310000.
PARITAIR COMITE VOOR HET VERMAKELIJKHEIDSBEDRIJF Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 26/08/2008, neergelegd op 28/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - onderwerp : opleidingsinitiatieven - geldigheidsduur : van 01/01/2008 tot 01/01/2010 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89187/CO/3040000.
COMMISSION PARITAIRE DU SPECTACLE Convention collective de travail conclue le 26/08/2008, déposée le 28/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - objet : initiatives de formation - durée de validité : du 01/01/2008 au 01/01/2010 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89187/CO/3040000.
PARITAIR COMITE VOOR HET DRUKKERIJ-, GRAFISCHE KUNSTEN DAGBLADBEDRIJF Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 28/08/2008, neergelegd op 08/09/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - niet van toepassing op : - ondernemingen die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen afgesloten op 25/10/1995 (koninklijk besluit van 25/06/1997), geregistreerd onder het nr. 42115/CO/130 - onderwerp : brugpensioen op 56 jaar
COMMISSION PARITAIRE DE L’IMPRIMERIE, DES ARTS GRAPHIQUES ET DES JOURNAUX Convention collective de travail conclue le 28/08/2008, déposée le 08/09/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - hors du champ d’application : - entreprises tombant sous l’application de la convention collective du travail pour les quotidiens belges conclue le 25/10/1995 (arrêté royal du 25/06/1997), enregistrée sous le no 42115/CO/130
-
vervanging van overeenkomst nummer 086378 van 22/11/2007 geldigheidsduur : van 01/01/2007 tot 31/12/2008 algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja registratienummer : 89188/CO/1300000.
-
objet : prépension à 56 ans remplacement de la convention numéro 086378 du 22/11/2007 durée de validité : du 01/01/2007 au 31/12/2008 force obligatoire demandée : oui numéro d’enregistrement : 89188/CO/1300000.
49992
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
PARITAIR COMITE VOOR HET VERVOER EN DE LOGISTIEK Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 18/08/2008, neergelegd op 18/08/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - toepassingsgebied : - taxi-ondernemingen of diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeurs - onderwerp : tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen - vervanging van overeenkomst nummer 084375 van 15/06/2007 - geldigheidsduur : van 18/08/2008 tot 31/12/2008 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89189/CO/1400000.
COMMISSION PARITAIRE DU TRANSPORT ET DE LA LOGISTIQUE Convention collective de travail conclue le 18/08/2008, déposée le 18/08/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - champ d’application : - entreprises de taxis ou services de location de voitures avec chauffeurs - objet : emploi et formation des groupes à risque - remplacement de la convention numéro 084375 du 15/06/2007 - durée de validité : du 18/08/2008 au 31/12/2008 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89189/CO/1400000.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE ERKENDE ONDERNEMINGEN DIE BUURTWERKEN OF -DIENSTEN LEVEREN Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 25/08/2008, neergelegd op 05/09/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - onderwerp : syndicale vorming - geldigheidsduur : m.i.v. 01/09/2008, voor onbepaalde duur - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89190/CO/3220100.
SOUS-COMMISSION PARITAIRE POUR LES ENTREPRISES AGREEES FOURNISSANT DES TRAVAUX OU SERVICES DE PROXIMITE Convention collective de travail conclue le 25/08/2008, déposée le 05/09/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - objet : formation syndicale - durée de validité : à partir du 01/09/2008, pour une durée indéterminée - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89190/CO/3220100.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR HET STADS- EN STREEKVERVOER VAN HET VLAAMSE GEWEST Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 03/09/2008, neergelegd op 05/09/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - onderwerp : aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties - geldigheidsduur : van 01/01/2009 tot 31/12/2010 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89191/CO/3280100.
SOUS-COMMISSION PARITAIRE DU TRANSPORT URBAIN ET REGIONAL DE LA REGION FLAMANDE Convention collective de travail conclue le 03/09/2008, déposée le 05/09/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - objet : allocation complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de réduction des prestations de travail à mi-temps - durée de validité : du 01/01/2009 au 31/12/2010 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89191/CO/3280100.
PARITAIR SUBCOMITE VOOR HET STADS- EN STREEKVERVOER VAN HET VLAAMSE GEWEST Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 03/09/2008, neergelegd op 05/09/2008 en geregistreerd op 16/09/2008. - onderwerp : brugpensioen op 55 jaar of op 58 jaar - verlenging van overeenkomst nummer 010380 van 03/09/1978 - verlenging van overeenkomst nummer 010379 van 03/09/1978 - geldigheidsduur : van 01/01/2009 tot 31/12/2010 - algemeen verbindend verklaring gevraagd : ja - registratienummer : 89192/CO/3280100.
SOUS-COMMISSION PARITAIRE DU TRANSPORT URBAIN ET REGIONAL DE LA REGION FLAMANDE Convention collective de travail conclue le 03/09/2008, déposée le 05/09/2008 et enregistrée le 16/09/2008. - objet : prépension à 55 ans ou à 58 ans - prolongation de la convention numéro 010380 du 03/09/1978 - prolongation de la convention numéro 010379 du 03/09/1978 - durée de validité : du 01/01/2009 au 31/12/2010 - force obligatoire demandée : oui - numéro d’enregistrement : 89192/CO/3280100.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [2008/09788] Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. — Bekendmakingen Bij koninklijk besluit van 9 september 2008 is machtiging verleend aan de heer Bangisa Ngando Zi Moko, Serge Gaëtan, geboren te Etterbeek op 26 mei 1981, wonende te Charleroi, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Bangisa » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.
Bij koninklijk besluit van 9 september 2008 is machtiging verleend aan : de genaamde De Luca, Maëva, geboren te Anderlecht op 31 mei 2000, en de genaamde De Luca, Carla, geboren te Eigenbrakel op 2 juli 2004, beiden wonende te Anderlecht, om, behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « De Luca Pérez » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking.
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [2008/09788] Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. — Publications Par arrêté royal du 9 septembre 2008, M. Bangisa Ngando Zi Moko, Serge Gaëtan, né à Etterbeek le 26 mai 1981, demeurant à Charleroi, est autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Bangisa », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.
Par arrêté royal du 9 septembre 2008 : la nommée De Luca, Maëva, née à Anderlecht le 31 mai 2000, et la nommée De Luca, Carla, née à Braine-l’Alleud le 2 juillet 2004, toutes deux demeurant à Anderlecht, sont autorisées, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « De Luca Pérez » après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion.
49993
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN
AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE
[C − 2008/18236] Erkende certificeringsinstellingen Krachtens artikel 10 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen is de certificeringsinstelling « PROCERVIQ SA – rue de l’Economie 4 – 4431 Loncin – Tel. 04/263 56 29 » – erkenningsnummer CI-005 tot 31 december 2008 erkend in het kader van de validatie van autocontrolesystemen op basis van de gids :
[C − 2008/18236] Organismes certificateurs agréés En vertu de l’article 10 de l’arrêté royal du 14 novembre 2003 relatif à l’autocontrôle, à la notification obligatoire et à la trac¸ abilité dans la chaîne alimentaire, est agréé jusqu’au 31 décembre 2008, l’organisme certificateur PROCERVIQ SA – rue de l’Economie 4 – 4431 Loncin – Tél. 04/263 56 29 – n° d’agrément CI-005, dans le cadre de la validation des systèmes d’autocontrôle basés sur le guide : G-013 « Guide d’autocontrôle pour la filière des poulets de chair ».
G-013 « Autocontrolegids voor de braadkippenkolom ».
* FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN
AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE
[C − 2008/18227]
[C − 2008/18227]
Validatie van gidsen
Validation de guides
Krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen, wordt de goedkeuring van 21 december 2005 (Belgisch Staatsblad 20 januari 2006) door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van de versie 1 van de « Sectorale gids gewasbescherming » gedateerd op 16 december 2005, opgeschort.
En vertu de l’article 9 de l’arrêté royal du 14 novembre 2003 relatif à l’autocontrôle, à la notification obligatoire et à la trac¸ abilité dans la chaîne alimentaire, l’approbation du 21 décembre 2005 (Moniteur belge 20 janvier 2006) par l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire de la version 1 du « Guide sectoriel protection des plantes », datée du 16 décembre 2005, est suspendue.
Krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen, wordt de goedkeuring van 24 juli 2006 (Belgisch Staatsblad 7 augustus 2006) door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van de versie 1 van de « Sectorgids autocontrole voor de primaire plantaardige productie » gedateerd op 18 juli 2006, opgeschort.
En vertu de l’article 9 de l’arrêté royal du 14 novembre 2003 relatif à l’autocontrôle, à la notification obligatoire et à la trac¸ abilité dans la chaîne alimentaire, l’approbation du 24 juillet 2006 (Moniteur belge 7 août 2006) par l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire de la version 1 du « Guide sectoriel de l’autocontrôle pour la production primaire végétale », datée du 18 juillet 2006, est suspendue.
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID Landbouw en Visserij
[C − 2008/36066] 24 JULI 2008. — Omzendbrief 42c. — Boekhoudkundige opvolging van de VLIF-beslissingen m.b.t. rentesubsidies, kapitaalpremies en waarborg Aansluitend bij de omzendbrief 42a inzake de VLIF-regelgeving (1) voor land- en tuinbouwproducenten en de omzendbrief 42b inzake de VLIF-regelgeving voor de coöperatieve vennootschappen voor afzet, verwerking en dienstverlening, is deze omzendbrief de opvolger van omzendbrief 28c van 13 juni 2001 met betrekking tot de boekhoudkundige opvolging van de VLIF-beslissingen. Onverminderd de bepalingen van de overeenkomst tussen de erkende kredietinstellingen en het VLIF, zijn er concreet enkele actualiseringen van de geldende richtlijnen noodzakelijk : — weglaten van voorbijgestreefde bepalingen m.b.t. de regionalisering in 1993; — naar aanleiding van bepaalde praktijkervaringen; — naar aanleiding van aanbevelingen door het Rekenhof of andere controle-instanties; — ingevolge de invoering van de elektronische gegevensuitwisseling met de erkende kredietinstellingen (project e-VLIF).
49994
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE De elektronische gegevensuitwisselingen slaan op : — de mededeling door het VLIF van de toegekende steun (″notificaties″); — het doorsturen door de kredietinstellingen van kredietgegevens (″verrichtingen″); — opvragingen van rentesubsidie (″betalingen″). Dit gebeurt door middel van XML-bestanden in het voorgeschreven formaat. Momenteel zijn enkel KBC Bank, Landbouwkrediet en Fortis Bank hierbij actief betrokken. Andere kredietinstellingen die geïnteresseerd zijn voor deze vorm van gegevensuitwisseling kunnen, in afwachting van een mogelijke verplichting, voor de details i.v.m. het formaat van de te leveren gegevens contact opnemen met de cel ″Boekhouding en Ondersteuning″ van het VLIF in afwachting van een veralgemening van deze werkwijze (weliswaar na overleg en praktische afspraken met de kredietinstellingen). Deze omzendbrief richt zich niet alleen tot de kredietinstellingen, maar ook tot de aanvragers van VLIF-steun in de vorm van kapitaalpremies (2) voor verrichtingen uitgevoerd met eigen middelen (3). Op eenvoudig verzoek kan de tekst van deze omzendbrief in elektronische vorm bezorgd worden zodat belanghebbenden die dan zelf actueel kunnen houden. De volgende hoofdstukken komen in deze omzendbrief aan bod : — mededeling van de VLIF-beslissing; — aan het VLIF door te sturen gegevens en wijzigingen; — berekening van de rentesubsidie; — opvraging van rentesubsidies; — controle en uitbetaling van opgevraagde rentesubsidies; — uitbetaling van kapitaalpremies; — stopzetting van de VLIF-tussenkomsten; — opvolging inzake VLIF-waarborg en achterstallige kredieten. 1. TOEPASSINGSGEBIED Ingevolge de regionalisering van het Landbouwinvesteringsfonds met ingang van de begroting 1993 is het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) bevoegd voor de dossiers die werden ingediend vanaf 1 april 1992, hierna ″VLIF-dossiers″ genoemd. Deze dossiers hebben een VLIF-nummer als volgt : — formaat xxx-xxx/xx vanaf 854.472/96 (ingediend tussen 1 april 1992 en 31 maart 1993); — formaat x-xx-xxxx/x waarbij het eerste cijfer 1, 3 of 5 is naargelang het type van aanvraag (resp. van productiebedrijven, van coöperatieven voor afzet, verwerking en afzet en voor speciale kredieten of overbruggingskredieten). De meeste passages in deze omzendbrief zijn van toepassing op alle VLIF-dossiers, tenzij anders vermeld. 2. MEDEDELING VAN DE VLIF-BESLISSING Na goedkeuring van de VLIF-steun en de budgettaire vastlegging (4) ervan (ook na herziening van een beslissing) deelt het VLIF de genomen beslissing mee : 1. aan de VLIF-buitendienst met het oog op verdere stappen (bv. factuurcontrole,…); 2. aan de begunstigde zelf door middel van een brief met een bijlage die vergelijkbaar is met het notificatiedocument aan de kredietinstellingen; 3. aan de kredietinstelling als er gefinancierd is met een krediet. De kredietinstellingen ontvangen deze melding : — elektronisch door middel van een XML-bestand voor zij die bij het project ″e-VLIF″ betrokken zijn. — op papier met het formulier ″NOTIFICATIE″ (zie model in bijlage 1) Op basis van de toegekende rentesubsidie informeren de kredietinstellingen hun cliënten over de jaarlijks te ontvangen rentesubsidie door opname ervan in het kredietaflossingsplan. Naast de identificatiegegevens van het dossier bevat het formulier ″NOTIFICATIE″ de volgende vermeldingen en/of rubrieken : Beslissing : datum waarop het notificatieformulier is opgemaakt en de steuntoekenning wordt meegedeeld. Dit is een cruciale datum voor een VLIF-dossier omdat in alle correspondentie hiernaar verwezen wordt. Kredieten Deze rubriek omvat de kredietgegevens zoals ze bij het VLIF gekend zijn (cfr. o.a. aanvraagformulier) met : — de duur : looptijd van het krediet uitgedrukt in aantal periodes; — de duur van een periode : geeft aan hoeveel maanden er tussen de vastgestelde kapitaalvervaldagen liggen : 1 maand, 3 maand, 6 maand of 12 maand; — de rente : de jaarlijkse kredietrentevoet. Bij de berekeningen neemt het VLIF voor de eenvoud een gelijk deel van de jaarlijkse rentevoet als het kapitaal semestrieel, trimestrieel of maandelijks afneemt. — Vrijstelling : het door de kredietinstelling toegekende uitstel van kapitaalaflossing bij het begin (5) van het krediet (uitgedrukt in aantal periodes). — Waarborg : de door de kredietinstelling gevraagde VLIF-waarborg (bedrag).
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Investeringen (zowel de gangbare als diversificatie-investeringen worden in deze rubriek vermeld) • Nr. : volgnummer van de betreffende investering. • Type : korte omschrijving van de betreffende investering. • Steun : steunvolume uitgedrukt in percent van de subsidiabele investeringskost : 10 %, 20 %, 30 % of 40 % naargelang de aard van de investering (desgevallend 0 % bij een door de regelgeving voor subsidiëring a priori uitgesloten investering). • Voorziene kosten : het netto bedrag van de investering (exclusief BTW, kosten, …) zoals vermeld op de aanvraag om VLIF-tussenkomst (of aangepast tijdens het onderzoek van de aanvraag). • Subs. kosten : het bedrag van de investering waarop steun verleend wordt. Hier wordt 0 vermeld als de verrichting om een bepaalde reden niet subsidieerbaar is. • Kr. : volgnummer van het krediet waarmee deze investering geheel of gedeeltelijk is gefinancierd. • Geleende subs. kost : het deel van subsidiabele kosten dat met (een deel van) het genoemde krediet werd gefinancierd. Installatie (komen in aanmerking voor vestigingssteun) Zelfde kenmerken als de rubriek ″Investeringen″, met uitzondering van het steunvolume. De vestigingssteun is niet gebaseerd op een vast percentage van de subsidiabele kost, maar behelst een vestigingspremie van maximaal 25.000 euro, eventueel vermeerderd met een rentesubsidie. Rentesubsidies Elke subsidie wordt apart weergegeven, weliswaar samengebracht per steuncategorie (investeringen communautair (6), diversificatie communautair, installatie communautair en louter regionale steun) met de volgende kenmerken : • Nr. : volgnummer van de subsidie. • Subsidie : percentage rentesubsidie. • Duur : uitgedrukt in periodes. • Bedrag :gesubsidieerde kredietschijf. • Omschrijving : korte omschrijving van de aard van de verrichting. • Vrijst. :aantal periodes vrijstelling van kapitaalaflossing bij het begin van de looptijd van het krediet (inbegrepen in de totale duurtijd onder ″Duur″). • Stelsel. : nummer van het steunstelsel (voor de betekenis zie verder in deze omzendbrief). • Nr. Kr. : volgnummer van het krediet (zie bovenaan rubriek ″Kredieten″) waarop de rentesubsidie wordt gegeven. • Oud : geeft bij herzieningen aan uit welke subsidie deze nieuwe subsidie voortkomt (zie Berekening van de VLIF-rentesubsidies, punt 4.2.). De gekapitaliseerde rentesubsidie : is de actuele waarde van de toegekende rentesubsidie die in verschillende schijven wordt uitbetaald gedurende een aantal jaren na de toekenning. Dit bedrag en de investeringspremie vormen samen, per verrichting, het totaal toegekende steunvolume, nl. het gesubsidieerd bedrag x percentage steun (zie kolom ″Steun″ onder de rubriek ″Investeringen″). Opgelet : Het is mogelijk dat er (een) volgnummer(s) niet vermeld is (zijn) : als een rentesubsidie wijzigt (door een herziening bvb.) krijgt een nieuwe subsidie een volgend ongebruikt volgnummer en worden de herziene subsidies niet meer weergegeven. Kapitaalpremies Per type premie en per verrichting worden hier de respectievelijke bedragen weergegeven. Waarborgen • Nr : volgnummer van de waarborg. • Bedrag van de effectief toegekende VLIF-waarborg : — maximaal 90 % van de gesubsidieerde kredietschijven voor dossiers ingediend van 1 januari 1994 tot 31 december 2000; — maximaal 80 % van de gesubsidieerde kredietschijven voor dossiers ingediend vanaf 1 januari 2001. • Duur van de waarborg • + Vrijstelling : aantal periodes met vrijstelling van kapitaalaflossing bij het begin van de looptijd. Deze dienen toegevoegd te worden bij de vermelde waarborgduur onder ″Duur″ om te komen tot de totale waarborgduur. * Nr. Krediet : nummer van het krediet waarop de toegekende waarborg betrekking heeft. Te betalen waarborgbijdrage : Het vermelde bedrag is de totale te betalen waarborgbijdrage die betrekking heeft op de voorliggende beslissing. Deze bijdrage dient voldaan te zijn (= ontvangen door het VLIF) uiterlijk 60 kalenderdagen na de beslissingsdatum op de notificatie. Deze bijdrage is door de kredietinstelling te betalen met vermelding van het VLIF-dossiernummer. Als er een gegroepeerde betaling wordt gedaan van bijdragen voor verschillende dossiers, dan dient de vermelding op de overschrijving de referentie van een lijst te bevatten (lijstnummer). Om elke bijdrage te kunnen registreren uit hoofde van een individuele beslissing dient de kredietinstelling, parallel aan de betaling, een lijst aan het VLIF te bezorgen met voor elke bijdrage het VLIF-dossiernummer, de kredietnemer, het betaalde bedrag.
49995
49996
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Opmerkingen en/of voorwaarden : Voorwaarden gehecht aan de betreffende steunverlening, gevolgd door de melding waarop deze voorwaarde slaat (″geldig voor : …″). Indien er helemaal geen steun wordt verleend, staat hier de vermelding ″ONGUNSTIG″. De reden hiervan staat dan vermeld onder de volgende rubriek ″Commentaar″. Commentaar : Geeft de bij de behandeling vastgestelde specifieke bemerkingen, zoals bijvoorbeeld : reden van geheel of gedeeltelijke ongunstige beslissing, reden van herziening, toelichting bij gestelde voorwaarden, …. 3. AAN HET VLIF DOOR TE STUREN GEGEVENS Na ontvangst van dit notificatieformulier dient de kredietinstelling de kredietgegevens betreffende dit dossier aan het VLIF mede te delen in geval van een gunstige beslissing binnen de maand na ontvangst van de VLIF-beslissing : — langs elektronische weg door middel van XML-bestanden voor wat KBC Bank, Landbouwkrediet en Fortis Bank betreft; — schriftelijk (eventueel in tabelvorm) voor de andere kredietinstellingen. Dienen per betreffende krediet (cfr volgnummer op de notificatie) te worden opgegeven : — contractdatum; — datum eerste kapitaalvervaldag (waarbij effectief kapitaal dient te worden terugbetaald); — kredietopnemingen : datum + bedrag van alle opnemingen voor de betreffende kredieten. Deze gegevens worden in de VLIF-databank ingelezen of ingevoerd. Als blijkt dat deze gegevens, of de verwijzingen, niet correct zijn, dan zal het VLIF de bank hiervan verwittigen en verduidelijkingen vragen met de bedoeling de gegevens van de bank af te stemmen op die van het VLIF, of omgekeerd. Voor elektronisch ontvangen gegevens zal dit met elektronische berichtjes gebeuren, zgn. memo’s in XML-formaat. Met het oog op een correcte opvolging van de verleende steun door het VLIF door middel van het informaticasysteem dient elke wijziging aan de kredietmodaliteiten gedurende de looptijd aan het VLIF te worden meegedeeld, zoals bijvoorbeeld : — wijziging van de aflossingsperiode; — wijziging duurtijd van het krediet; — wijziging van vervaldag; — wijziging van kredietrentevoet; — uitzonderlijke (gedeeltelijke) vervroegde terugbetalingen (niet de gewone contractuele kapitaalaflossingen); — kredietopnemingen nadat de kredietgegevens al zijn doorgegeven net na de VLIF-beslissing. —… De kredietinstellingen die via e-VLIF gegevens uitwisselen, geven de 3 laatst genoemde zaken (rentevoetwijzigingen, uitzonderlijke terugbetalingen en verlate kredietopnemingen) door via het periodieke XML-bestand ″Verrichtingen″. Als de (werkelijke) kredietmodaliteiten (duur, rentevoet, bedrag) bij het begin van het krediet (= eerste opneming) afwijken van wat in de aanvraag om VLIF-tussenkomst is opgegeven, dan wordt dit onmiddellijk schriftelijk meegedeeld aan het VLIF zodat hiermee rekening kan gehouden worden bij de steunverlening. Dit om een onnodige herziening te voorkomen als dit pas na de beslissing gebeurt. Het is evident dat het VLIF ingelicht wordt van elke wijziging in de contactgegevens van de aanvrager, het bedrijf of bedrijfsleiders (statuut aanvrager, adreswijziging, …). Met het oog op een vlotte verwerking van alle correspondentie met het VLIF dient hierin steeds het VLIF-dossiernummer te worden vermeld. 4. BEREKENEN VAN DE VLIF-RENTESUBSIDIE (cfr. art. 9 van de Overeenkomst) 4.1. Principes Elke rentesubsidie wordt berekend op basis van een gesubsidieerd bedrag dat wordt afgebouwd per aflossingsperiode in een fictief (7) lineair aflossingsplan dat loopt over de duurtijd van de toegekende rentesubsidie ongeacht hoe en over welke periode het betreffende krediet wordt terugbetaald, ongeacht vrijstellingen van kapitaalaflossingen op kredietniveau zonder dat het VLIF hiermee akkoord ging bij de steunbeslissing.
Opgelet : — De intresten moeten berekend worden naar het aantal dagen, waarbij de maanden aan 30 dagen en het jaar aan 360 dagen worden geteld. — De dag van opneming zal niet meegerekend worden, de dag van aflossing wel. — De rentesubsidies worden berekend na vervallen termijn. — Uitsluitend de werkelijk uitstaande bedragen komen in aanmerking. De duur van de aflossingsperiode wordt bepaald door de berekeningsbasis van de intresten. Als het kapitaal effectief trimestrieel wordt afgelost, met intrestberekening op een trimestrieel afnemend kapitaalsaldo, is dit 3 maanden. Wordt echter de intrest berekend op jaarbasis, maar trimestrieel betaald in 4 gelijke delen, dan is dit 12 maanden (= jaarlijkse aflossing).
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE 4.2. Keuze van kapitaalvervaldag In principe valt de eerste kapitaalvervaldag één periode na de eerste opneming (= theoretische vervaldag). Het staat de bank echter vrij om deze, in samenspraak met de kredietnemer, te kiezen op een andere datum die valt binnen de periode van een jaar vóór tot een jaar na de theoretische jaarvervaldag. Voorbeelden : 1. maandelijks terugbetaalbaar krediet met opnemingen op 19 oktober 2007, 22 november 2007 en 2 december 2007. → theoretische vervaldag = 19 november 2007 en theoretische jaarvervaldag = 19 oktober 2008 →gekozen jaarvervaldag kan zich situeren tussen 19 oktober 2007 en 19 oktober 2009. 2. jaarlijks terugbetaalbaar krediet met opnemingen op 17 november 2007 en 22 januari 2008. → theoretische jaarvervaldag= 17 november 2008 → gekozen jaarvervaldag kan zich situeren tussen 17 november 2007 en 17 november 2009. 4.3. Start van de rentesubsidie (cfr. art 9,§ 1, van de Overeenkomst) De rentesubsidie start 1 periode vóór de eerste kapitaalvervaldag. Als in de VLIF-beslissing een initiële vrijstelling van kapitaalaflossing wordt goedgekeurd (met VLIF-rentesubsidie), dan gaat de start van de steun deze perode van vrijstelling extra vooraf. Toegepast op in vorig punt vermelde voorbeelden betekent dit : — voor voorbeeld 1 → bij keuze eerste jaarvervaldag op 30 november 2008 (eerste maandvervaldag op 31 december 2007) start de rentesubsidie op 1 december 2007 op het op dat ogenblik openomen kredietgedeelte. Op de intresten tussen de eerste kredietopneming en 1 december 2007 is er geen VLIF-rentesubsidie. → bij keuze eerste jaarvervaldag op 30/09/2008 (eerste maandvervaldag op 31 oktober 2007) start de rentesubsidie theoretisch op 1 oktober 2007, maar in werkelijkheid zal dat pas vanaf 20 oktober 2007 zijn omdat er pas op 19 oktober 2007 een eerste kredietopneming is. De eerste VLIF-maand zal dan geen volledige maand zijn. — voor voorbeeld 2 → bij keuze eerste vervaldag op 31 december 2008 start de rentesubsidie op 1 januari 2008 op het op dat ogenblik openomen kredietgedeelte. Op de intresten tussen de eerste kredietopneming en 1 januari 2008 is er geen VLIF-rentesubsidie. → bij keuze eerste jaarvervaldag op 30 juni 2008 de rentesubsidie theoretisch op 1 juli 2007, maar in werkelijkheid zal dat pas vanaf 18 november 2007 zijn omdat er pas op 17 november 2007 een eerste kredietopneming is. Het eerste VLIF-jaar zal dan geen volledig jaar zijn. 4.4 Gespreide en onvolledige kredietopnemingen Bij een gespreide kredietopneming dienen de verschillende opnemingen te worden aangerekend op de gesubsidieerde schijven van het betreffende krediet in de volgorde van het volgnummer (kolom ″Nr. ″ ) bij een eerste beslissing, ongeacht de volgorde van afdrukken. Als een VLIF-beslissing herzien wordt, behouden de nieuwe subsidies de oorspronkelijke rangorde als de subsidie waaruit deze nieuwe subsidie voortkomt (zie kolom ″Oud″). Indien bij de eerste kapitaalaflossing de som van de reeds opgenomen bedragen lager blijft dan het gesubsidieerde bedrag en er geen opneming meer is vóór de 3de vervaldag, en voor zover de financiële instelling het VLIF niet heeft verwittigd dat het toegestane krediet wordt teruggebracht tot het reeds opgenomen bedrag, zijn de volgende beginselen van toepassing bij het berekenen van het bedrag van de VLIF-subsidie : 1. Bij de eerste vervaldag in kapitaal zal de door het fictief aflossingsplan voorziene terugbetaling in mindering worden gebracht van het gesubsidieerd kapitaal op dat ogenblik; 2. Bij de tweede vervaldag in kapitaal zal, rekening gehouden met het nog niet opgenomen bedrag en de reeds gedane aflossing, een nieuw fictief plan worden opgesteld op grond van het uitstaande saldo en het aantal overblijvende vervaldagen (zie hiernavolgende voorbeelden A in hypothese 1 voor integrale betoelaging en in hypothese 2 voor gedeeltelijke betoelaging). Daarentegen wordt, in de gevallen waarin na de eerste vervaldag de nog niet opgenomen kredietschijf wel wordt opgenomen, het oorspronkelijk voorzien fictief aflossingsplan behouden (zie hiernavolgende voorbeelden B in hypothese 1 voor integrale subsidiëring en in hypothese 2 voor gedeeltelijke subsidiëring). Bij de tweede vervaldag dient dezelfde handelswijze zoals hiervoor beschreven te worden gevolgd. Hypothese 1 : een door het VLIF integraal gesubsidieerde lening. Door het VLIF verleende rentesubsidie : 4 % gedurende 10 jaar op 100.000 euro Bij de eerste vervaldag in kapitaal werd al 82.000 euro opgenomen. Voorbeeld A : geen enkele opneming meer nà de eerste vervaldag in kapitaal. Voorbeeld B : na de eerste vervaldag in kapitaal, en vóór de tweede, is er nog een bijkomende opneming van 18.000 euro.
49997
49998
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Hypothese 2 : een door het VLIF slechts gedeeltelijk gesubsidieerde lening. Door de financiële instelling toegestaan krediet : 100.000 euro gedurende 10 jaar met rentevoet van 6,75 %. Door het VLIF verleende rentesubsidie :4 % gedurende 10 jaar op 82.000 euro. Bedrag door de begunstigde bij de eerste vervaldag opgenomen : 82.000 euro. Voorbeeld : Plan A - geen bijkomende opneming na 1e vervaldag. Plan B - bijkomende opneming na 1e vervaldag.
* buitengewone aflossing. ** de opneming van 18.000 euro mag slechts voor 1800 euro in aanmerking komen voor het VLIF-plan, gezien de door het VLIF-begunstigde lening slechts 82.000 euro beliep, met een normaal saldo van maximum 73.800 euro na de 1e vervaldag. Bij een buitengewone aflossing worden eerst de niet-gesubsidieerde gedeelten van het krediet gedelgd, vervolgens de door het VLIF gesubsidieerde gedeelten in omgekeerde volgorde van het volgnummer (initiële beslissingen) en van het nummer onder de rubriek ″Oud″ bij herziene beslissingen (zie NOTIFICATIE). Hierdoor ontstaat voor elke betrokken kredietschijf een nieuw fictief saldo dat terug lineair daalt over de nog resterende duurtijd van de rentesubsidie. Als evenwel een ander aflossingsplan wordt aangenomen (bvb. met dezelfde aflossingen over een kortere duur), dan dient het VLIF hiervan te worden ingelicht. Zodra duidelijk is dat een kredietopneming beperkt zal blijven tot de op dat moment onvolledige opneming, dan dient het VLIF hiervan op de hoogte gebracht te worden. Afhankelijk van de verleende subsidies t.o.v. het initieel kredietbedrag, zal het VLIF het met de aanvraag doorgegeven kredietbedrag herleiden of de geldende beslissing herzien in functie van dit herleide kredietbedrag. Op die manier worden de aflossingsplannen bekomen volgens de bovenstaande methode vervangen door nieuwe (gewone) aflossingsplannen. 4.5 Uitstellen van kapitaalaflossing Als er door de kredietinstelling vrijstelling van kapitaalaflossing is toegestaan bij het begin van de looptijd van het krediet, en het VLIF nam deze op in de steuntoekenning voor n periodes, dan wordt de rentesubsidie berekend op het initieel gesubsidieerd bedrag gedurende n+1 periodes. Daarna neemt het gesubsidieerd bedrag elke vervaldag af over de resterende duurtijd. In dit geval wordt de rentesubsidie als één geheel berekend onder het stelsel van de toegekende steun. Voor uitstellen van kapitaalaflossing die door de kredietinstelling worden toegekend gedurende de looptijd van het krediet : — waarmee het VLIF niet akoord ging, blijft het initieel aflossingsplan geldig voor de berekening van de rentesubsidie; — waarmee het VLIF wel akkoord ging, maar zonder bijkomende kosten voor het VLIF, blijft het initieel aflossingsplan geldig voor de berekening van de rentesubsidie; er is alleen effect op het aflossingsplan van de toegekende VLIF-waarborg; waarmee het VLIF akkoord ging met of zonder verlening van de VLIF-steun, dient de steun berekend te worden in twee delen : de initiële steun enerzijds, en de meerkost n.a.v. dit uitstel anderzijds. De meerkost t.o.v. het oorspronkelijk plan ingevolge een uitstel van aflossing is steeds louter regionale steun, ongeacht het steunstelsel van de oorspronkelijk toegekende steun. Voorbeelden van aflossingsplannen : krediet van 120.000 EUR over 15 periodes waarop rentesubsidie gedurende 10 periodes op 100.000 EUR. Subsidiabele saldi per vervaldag
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE 5. OPVRAGEN VAN DE VLIF-RENTESUBSIDIES Bij het begin van elk kwartaal wordt de rentesubsidie ten spoedigste, en uiterlijk op 10 januari, 10 april, 10 juli of 10 oktober, opgevraagd bij het VLIF voor de dossiers met een jaarvervaldag in het betreffende kwartaal (cfr. art. 9, § 3, van de Overeenkomst) : — schriftelijk door middel van een afrekeningsstaat in 1 exemplaar volgens het model in bijlage 2. — langs elektronische weg door middel van XML-bestanden voor wat KBC Bank, Landbouwkrediet en Fortis Bank betreft. Tot nader order sturen zij ook nog de opvragingslijsten op papier op als informatiebron bij het nazicht van de elektronisch opgevraagde steun. De afrekeningsstaten voor het 4e kwartaal mogen echter reeds in september worden doorgestuurd opdat de betreffende rentesubsidies nog met de begrotingsmiddelen van het lopende jaar zouden kunnen uitbetaald worden. Indien het krediet wordt terugbetaald door middel van maandelijkse, trimestriële of semestriële kapitaalaflossingen dient de afrekeningsstaat 12, 4 of 2 periodes te omvatten van respectievelijk 30, 90 of 180 dagen waarbij het gesubsidieerd bedrag maandelijks, trimestrieel of semestrieel afneemt. De steun kan maar opgevraagd worden voor de dossiers waarvoor de kredietinstelling een VLIF-beslissing ontving. Zodra deze er is, kan onmiddellijk steun opgevraagd worden voor de periode(s) met een verstreken jaarvervaldag, ongeacht het kwartaal waarin die viel. Moet de eerste jaarvervaldag nog komen, dan dient deze eerste opvraging opgenomen te worden in de afrekeningsstaten van het kwartaal waarin de eerste jaarvervaldag valt. Alle afrekeningsstaten moeten volgende gegevens vermelden (zie model in bijlage 2) : 1. Identificatie van het dossier a. VLIF-dossiernummer b. naam en woonplaats van de begunstigde c. brutorentevoet van het krediet d. looptijd van het krediet (in periodes) 2. VLIF-beslissing e. datum van de beslissing f. gesubsidieerd(e) bedrag(en) zoals weergegeven in de ministeriële beslissing g. percentage rentesubsidie h. duur van de rentesubsidie met tussen haakjes aantal jaren uitstel van kapitaalaflossing (in periodes) i. volgnummer van de rentesubsidie (zie notificatie van de beslissing met eventueel vermelding van de betreffende omzendbrief bij speciale tussenkomsten. 3. Opneming van het krediet j. datum (data) van opneming k. bedrag van elke opneming l. einddatum van rentesubsidie 4. Terugbetaling van het krediet m. frequentie van de kapitaalaflossingen : M = maandelijks, T = trimestrieel, S = semestrieel en J = jaarlijks n,o,p : datum, de aard evenals het bedrag van de kapitaalaflossing. Deze drie kolommen worden slechts ingevuld wanneer een wijziging van het fictief aflossingsplan optreedt : aanduiding A bij vervroegde buitengewone aflossing, S bij opheffing van de rentesubsidie en R bij intrekking van de aanvraag. 5. Berekening van de rentesubsidie q. aantal dagen waarover de intrest loopt r. saldo van het gesubsidieerd kapitaal volgens het fictief aflossingsplan s. bedrag van de opgevraagde rentesubsidie Daar waar tot nu toe de steun van de verschillende steunstelsels moesten worden opgevraagd met aparte afrekeningsstaten, kunnen deze nu allemaal tegelijk in één lijst worden opgevraagd. Op basis hiervan kan het VLIF-informaticasysteem zelf bepalen in welke uitbetaling (wel nog steeds per steunstelsel apart) kan ondergebracht worden en op welk vastleggingsjaar deze moet worden aangerekend.
49999
50000
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Hiertoe moet voortaan ook het volgnummer van de rentesubsidie vermeld worden. Dit neemt niet weg dat er nog steeds meerdere opvragingen per bank kunnen binnenkomen zoals voorheen. Deze worden dan apart ingelezen of ingevoerd voor controle (zie verder), maar samengebracht in de betreffende betaling (wel nog per steunstelsel apart). Minimumrente ten laste van de kredietnemer a) Voor de VLIF-aanvragen ingediend t.e.m. 31 december 1999 Wanneer de kredietinstelling de nominale rentevoet van een krediet met VLIF-tussenkomst vermindert, dient zij er zorg voor te dragen dat de richtlijnen aangaande de rentevoet die ten laste moet blijven van de betrokkene gerespecteerd wordt en is zij er ambtshalve toe gehouden, daar waar het nodig is, de opgevraagde VLIF-rentesubsidie te beperken. Ter herinnering wordt in onderstaande tabel de minimumrentevoet gegeven die ten laste van de kredietnemer moet blijven, afhankelijk van de indieningsdatum van het dossier en het steunstelsel :
(*) De bijkomende steun ingevolge uitstellen van aflossing of herziening op federale dossiers is ten laste van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds en hiervoor dienen de toenmalige minima ten laste te worden nageleefd. (**) Stelsel 8 omvat — de steun voor speciale kredieten (overbruggingskredieten bvb) waarvoor de minimumlast voor de kredietnemer wordt vermeld in de desbetreffende omzendbrieven; — de bijkomende steun voor uitstellen van aflossing : de minimumlast voor de basissteun is bepalend. b) Voor de VLIF-aanvragen ingediend vanaf 1 januari 2000 geldt er geen minimumrente ten laste van de kredietnemer meer. Uiteraard kan de toegekende rentesubsidie niet hoger zijn dan de kredietrentevoet bij het begin van het krediet. Anderzijds dient de kredietinstelling zelf de opgevraagde steun te beperken mocht de kredietrente tijdens de looptijd van het krediet dalen beneden de toegekende rentesubsidie.
6. CONTROLE EN UITBETALING VAN DE RENTESUBSIDIES Alle elektronisch binnengekomen opvragingen worden ingelezen en deze die uitsluitend op papier binnenkomen worden door het VLIF ingevoerd in het VLIF-informaticasysteem. Met de daartoe ontwikkelde programma’s worden alle opvragingen, per afzonderlijke rentesubsidie, getest op hun juistheid door vergelijking ervan met wat in het VLIF-aflossingsplan staat. Dit wordt gevormd door de geldende VLIF-beslissing enerzijds en door de van de bank ontvangen kredietgegevens anderzijds. Als het systeem geen afwijkingen detecteert, dan wordt de betreffende subsidie vrijgegeven voor betaling (zie verder). Bij één of meer ″machinale″ afwijkingen, wordt de betreffende opvraging geanalyseerd door VLIF-medewerkers, met de volgende mogelijke stappen : — opvraging is toch in orde, maar kon niet gelinkt worden aan het aflossingsplan : de VLIF-medewerker geeft dan na analyse toch goedkeuring en komt de betreffende opvraging alsnog in de uitbetaling aan het einde van het kwartaal. Voorbeelden hiervan zijn : → regularisatie-opvragingen (na herziening of stopzetting van de steun,….) → bijkomende steun ingevolge een door het VLIF goedgekeurd uitstel van aflossing → opvraging op basis van een beslissing die op dat moment in herziening is of waarvan de herziening aan de bank is meegedeeld na het indienen van de opvraging, of heel kort ervoor. Het VLIF gaat er hierbij van uit dat een beslissing na 1 maand toch moet kunnen geregistreerd worden door de banken. — opvraging is bij de analyse niet correct bevonden, dan wordt de bank hiervan ingelicht per elektronisch bericht (XML) of op een andere manier (mail, brief,…) met vermelding van de vastgestelde afwijking. Deze opvraging komt dan niet in uitbetaling. Het is dan aan de bank om de bron van de fout in haar eigen administratie weg te nemen en de verbeterde opvraging opnieuw in te dienen. Voor zover dit gebeurt tegen de 15e van de laatste maand van het kwartaal, kan deze verbetering nog ingelezen of ingevoerd worden, getest en eventueel in betaling komen voor hetzelfde kwartaal. Anders zal de betaling een kwartaal later gebeuren.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Enkele voorbeelden hiervan zijn : → een verkeerde registratie van de VLIF-beslissing (duurtijd rentesubsidie, al dan niet vrijstelling van kapitaalaflossing, verkeerd % rentesubsidie,…..) → geen kredietgegevens opgestuurd na de ontvangst van de VLIF-beslissing, of niet allemaal. → subsidie is te vroeg opgevraagd Op het einde van het kwartaal worden enkel de goedgekeurde opvragingen samengebracht in de onderscheiden betalingsopdrachten per steuncategorie en kredietinstelling. De betalingen volgen dan tegen de tweede helft van de maand volgend op het betreffende kwartaal. De regionale steun wordt door het VLIF zelf uitbetaald aan de kredietinstellingen. Voor de steun met Europese cofinanciering (stelsels 1, 5 en 11) stort het VLIF het Vlaams gedeelte van de steun aan de dienst Betalingen en Inningen (Betaalorgaan) van het Agentschap voor Landbouw en Visserij. Deze instantie vult dit Vlaams deel aan met het Europees deel en betaalt de volledige steun aan de kredietinstellingen. Dit betekent dat de verschillende categorieën rentesubsidie (cfr. steunstelsels) voor een zelfde dossier op verschillende data kan worden uitbetaald. 7. UITBETALING VAN KAPITAALPREMIES Na factuurcontrole door de VLIF-buitendiensten bezorgen deze aan de VLIF-hoofddienst hun bevindingen voor elk type kapitaalpremie apart, waardoor de betreffende premie wordt vrijgemaakt voor uitbetaling. Als er door de factuurcontrole nog een herziening van de oorspronkelijke beslissing nodig is, dan vertraagt dit het vrijmaken van de premie voor uitbetaling. Het VLIF werkt met groepsgewijze en periodiek opgestelde betalingspakketten van premies die vrijgegeven zijn voor betaling, en dit apart voor elk van de 3 premietypes : vestigingspremies, investeringspremies, diversificatiepremies. Er wordt tweewekelijks een betalingsopdracht gegeven. Deze kapitaalpremies worden in 2 gelijke delen rechtstreeks aan de aanvrager van de steun uitbetaald op het rekeningnummer dat bekend is in de identificatiedatabank bij de afdeling Markt- en Inkomensbeheer van het Agentschap van Landbouw en Visserij. De betaling van de 2e helft volgt een jaar na de betaling van de 1e helft. Premies tot 1000 EUR worden in één keer volledig uitbetaald. De banken hebben hierin geen actieve rol. De aanvrager zelf moet hiervoor geen specifieke opvraging indienen. Hij/zij ontvangt van het VLIF een brief met de aankondiging van een eerste (of enige) uitbetaling. 8. STOPZETTING VAN DE VLIF-TUSSENKOMSTEN Om uiteenlopende redenen dient de VLIF-steun te worden stopgezet : — kredietopzegging (zie verder) — permanente voorwaarden niet meer vervuld : landbouwactiviteiten stopgezet, gesubsidieerd goed niet meer aanwezig, …. — krediet vervroegd terugbetaald (m.b.t. de rentesubsidies) — omvorming naar een rechtspersoon die niet voldoet aan de VLIF-voorwaarden of zonder inbreng van de gesubsidieerde kredieten en goederen —... Voor het al dan niet behouden van de rentesubsidie zijn de VLIF-voorwaarden primordiaal. Krachtens de overeenkomst tussen de erkende kredietinstellingen en het VLIF, zijn de banken ertoe gehouden het VLIF in te lichten als de permanente voorwaarden voor VLIF-steun niet meer vervuld zijn, en de steun stop te zetten vanaf de datum dat deze niet meer vervuld zijn, ook als het krediet nog verder loopt. De meldingsplicht geldt voor de begunstigde zelf als er alleen financiering is met eigen middelen. Op basis van andere informatie (van VLIF-buitendiensten, van de aanvrager zelf, enz…) kan ook het VLIF de steun stopzetten. Rentesubsidies Rentesubsidies lopen ten einde op de datum : — dat de voorwaarden om steun te genieten niet meer vervuld zijn (zie algemene regel hierboven); — dat het betreffende krediet volledig vervroegd wordt terugbetaald, ongeacht of de permanente voorwaarden al dan niet nog vervuld zijn; — van de laatste vervaldag van de toegekende duur van de steun. Als de bank van het VLIF een bericht krijgt met een stopzettingsbeslissing, dan dient zij de rentesubsidie te berekenen tot aan de stopzettingsdatum en de opvraging te beperken, of een mindering in de opvragingen op te nemen wanneer al meer is uitbetaald dan zou mogen. Kapitaalpremies Een kapitaalpremie, al dan niet aanvullend bij een rentesubsidie, is slechts definitief en volledig verworven wanneer de voorwaarden voor het verkrijgen van de steun gedurende een bepaalde termijn (referentieperiode) vervuld zijn. Voor een investerings- of diversificatiepremie bedraagt deze referentieperiode 5 jaar voor roerend goed en 10 jaar voor onroerende goederen. Voor een vestigingspremie bedraagt deze 10 jaar. Bij stopzetting van de steun mag de premie behouden worden naar rato van de verhouding van de actieve periode tegenover de referentieperiode, waarbij de ″actieve periode″ de termijn is tussen de indieningsdatum van het dossier en het tijdstip van stopzetting. Is deze actieve periode minder dan 1 jaar, dan is geen premie verschuldigd.
50001
50002
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE 9. OPVOLGING INZAKE WAARBORG - ACHTERSTALLIGE DOSSIERS 9.1. Wijzigingen van het onroerend bezit van de begunstigde De kredietnemers verbinden zich ertoe alle verwervingen van onroerende goederen ter kennis te brengen van de kredietinstelling en haar op het eerste verzoek hypotheek te verlenen. Het is aan de kredietinstelling om te bepalen of hypotheekvestiging vereist is zonder dat het akkoord van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds over deze beslissing moet gevraagd worden. De kredietinstelling zal er evenwel over waken dat haar beslissing beantwoordt aan de regels van beheer van het dossier ″als een goede huisvader″. 9.2. Vrijgeven van verpande onroerende goederen De algemene regel is dat de aan het krediet gehechte zekerheden niet mogen worden gewijzigd gedurende de ganse duurtijd van de VLIF-waarborg zonder voorafgaand akkoord van het VLIF. Nochtans, in de volgende gevallen dient dit akkoord niet te worden gevraagd : * Vrijgeven van verpande onroerende goederen Het gaat om gevallen van uitbaters die, na een lening met waarborg van het VLIF te hebben bekomen, een deel van hun eigendom verkopen of onteigend worden — wanneer de verkoopprijs of de onteigeningsvergoeding integraal op het krediet wordt afgelost; — wanneer kleine perceeltjes worden onteigend, bvb. voor de verbreding van een straat, of minieme perceeltjes worden verkocht, bvb. voor de rechttrekking van een perceel of voor de plaatsing van een electriciteitscabine, en de vergoeding de 1250 euro niet overschrijdt. Deze vergoeding wordt niet afgelost omdat ze meestal opgeslorpt wordt door de bedragen welke de eigenaars voor de verharding van de wegen moeten betalen, zodat de oorspronkelijk verleende VLIF-tussenkomst kan behouden blijven. 9.3. Achterstallen van 6 maand (cfr. art. 10 van de Overeenkomst) Als er een achterstalligheid op een door het VLIF gewaarborgd krediet is van 6 maanden dient de kredietinstelling het VLIF hiervan in kennis te stellen binnen de 7e maand na de vervaldag door middel van een zgn. ″staat van bevinding″. Naast de identificatiegegevens moet deze melding ook een korte beschrijving bevatten van de financiële toestand van de begunstigde, de beschikbaarheid van de waarborgen van het krediet en de genomen of beoogde maatregelen tot instandhouding van deze waarborgen (zie model in bijlage 3). In geval van achterstallige betalingen van vennootschappen, zowel coöperatieve als andere, dient de beschrijving van de financiële toestand van de begunstigde voldoende elementen van beoordeling te bevatten, bij voorkeur in de vorm van een boekhoudkundig verslag. Indien voor een achterstallige vervaldag geen staat van bevinding wordt opgestuurd, zal deze vervaldag als vereffend beschouwd worden : de VLIF-waarborg wordt voor deze vervaldag afgebouwd. De aanzuivering van gemelde achterstalligheden dient zonder verwijl aan het VLIF gemeld te worden. 9.4. Berekening saldo VLIF-waarborg (cfr. art. 5, § 5, van de Overeenkomst) Voor dossiers ingediend vanaf 1 januari 1994, neemt de toegekende initiële VLIF-waarborg bij elke kapitaalvervaldag af volgens het kredietaflossingsritme, en dit gedurende de toegekende waarborgperiode. Voorbeeld : Krediet van 150.000 EUR op 15 jaar. Toegekende VLIF-waarborg : 120.000 EUR gedurende 10 jaar. Jaarlijkse aflossingen : de VLIF-waarborg neemt elk jaar af met 1/15e (of 8.000 EUR) en valt na de 10e vervaldag op nul. Maandelijkse aflossingen : de VLIF-waarborg neemt elke maand af met 1/180e (of 666,67 EUR) en valt na de 120e vervaldag op nul. Met andere woorden : het saldo aan VLIF-waarborg gedurende de toegekende waarborgperiode is het kredietsaldo x toegekende waarborg / initieel kredietbedrag. 9.5. Kredietopzeggingen (cfr. art. 11 en 12 van de Overeenkomst) Elke kredietopzegging, ook als er geen VLIF-waarborg is verleend, dient onmiddellijk aan het VLIF te worden medegedeeld met vermelding van : — de reden en/of een korte beschrijving van de omstandigheden die leidden tot de beëindiging van het krediet en de eis tot volledige terugbetaling ervan; — de uitstaande schulden in kapitaal en intresten op dat ogenblik van alle kredieten; — de datum van stopzetting van de rentesubsidie. De rentesubsidie voor deze dossiers wordt uiterlijk 6 maanden na de kredietopzegging stopgezet. Elk beslagleggingsexploot of voorafgaand bevel tot een beslag brengt onmiddellijke stopzetting van de rentesubsidie met zich mee. Elke minnelijke verkoop van de in pand gegeven goederen alsook het verlies van de hoedanigheid van landbouwer in hoofdberoep heeft dezelfde uitwerking. De kredietinstelling stelt het VLIF onmiddellijk in kennis van de datum van bovenvermelde handelingen en gebeurtenissen. Als er VLIF-waarborg verleend is voor het (de) betreffend(e) krediet(en), dan wordt ook het saldo aan VLIF-waarborg per betreffend krediet opgegeven. Tevens is het noodzakelijk om het volgende toe te voegen : — een realistische benadering (beschrijving) van de te verwachten bedragen bij verkoop van de goederen waarop de zekerheden van het krediet zijn gevestigd, met vermelding van de geplande realisatiemaatregelen en de eventueel te voorziene hinderpalen daarbij; — alle documentatie met betrekking tot de zekerheden, zoals krediet- en koopakten, eventuele rechtsplegingsstukken die dan al beschikbaar zijn (bv. inzake faillissement, collectieve schuldenregelingen, briefwisseling met advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen, griffies, enz…). Het VLIF bezorgt het (de) betreffende VLIF-dossier(s) aan een jurist van het Agentschap voor Landbouw en Visserij die advies uitbrengt over de uitwinningsprocedure zodra de uitbetaling van VLIF-waarborg wordt aangevraagd (zie verder). Alle correspondentie over achterstalligheden en opgezegde kredieten wordt gericht aan het VLIF zelf, tenzij het een specifiek antwoord op een vraag van de jurist zelf betreft, bijvoorbeeld om bijkomende inlichtingen te verstrekken. Wanneer de som van de saldi aan VLIF-waarborg van alle kredieten samen bij opzegging een substantieel belangrijk bedrag uitmaakt, zal het VLIF desgevallend ambtshalve, maar bij voorkeur op vraag van de kredietinstelling, een provisie aan VLIF-waarborg uitbetalen, te berekenen op basis van de uitstaande schulden bij opzegging en de verwachte opbrengsten. Deze provisie is door de kredietinstelling aan te rekenen op het (de) betreffende krediet(en) met VLIF-waarborg.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE 9.6. Regularisatie van opgezegde kredieten Als, om welke reden dan ook (voldoende recuperatie bij uitwinning bvb.), de schulden op een opgezegd krediet met VLIF-waarborg volledig zijn vereffend, dan dient de kredietinstelling het VLIF hiervan in te lichten zodat een dossier zonder verder gevolg kan geklasseerd worden bij het VLIF. 9.7. Terug in omloop brengen van opgezegde kredieten Indien een vereffening van de achterstallige bedragen en/of andere factoren het eventueel terug in omloop brengen van het opgezegd krediet zouden verantwoorden, kan de kredietinstelling bij het VLIF per brief een gemotiveerde aanvraag indienen om het krediet terug in omloop te mogen brengen (= aspect VLIF-waarborg) en eventueel de rentesubsidie terug in werking te laten treden vanaf de stopzetting ervan door de kredietopzegging of vanaf een andere voorgestelde datum. Na onderzoek wordt de kredietinstelling van de beslissing ter zake in kennis gesteld. 9.8. Uitwinningsprocedure Na de kredietopzegging dient de kredietinstelling bij de uitwinning op te treden als een goed huisvader, zoals trouwens in elke fase van een dossier. Gelet op het aanvullend karakter van de VLIF-waarborg, dienen de erkende kredietinstellingen erover te waken dat de goederen waarop zekerheden gevestigd zijn, niet vervreemd worden en dat, indien nodig, alle handelingen vereist voor hun realisatie met de meeste ijver volbracht worden. De kredietinstellingen nemen de voorzorg om, van zodra een verduistering of enig bedrog vanwege de kredietnemer wordt vastgesteld, klacht neer te leggen met burgerlijke partijstelling overeenkomstig artikel 63 van het wetboek van strafvordering. Bij het neerleggen van een klacht met burgerlijke partijstelling dienen, na onderzoek van het dossier, in samenwerking met het VLIF, de volgende voorwaarden samen vervuld zijn : 1. de klacht is zonder gevolg gebleven door het Parket, terwijl toch de bewijselementen van de overtreding voorzien bij artikel 4 bis van de wet van 15 april 1884 op de landbouwleningen, aanwezig blijken te zijn; 2. geen enkele reden van juridische aard, zoals bijvoorbeeld het bestaan van een uitvoerende titel tegen de ontlener, dreigt de ondernomen actie te verwerpen wegens niet ontvankelijk; 3. rekening gehouden met de toestand van het fortuin van de betrokken landbouwer blijkt het mogelijk later een som te recupereren te zijne laste, die minstens gelijk is aan het bedrag van de diverse procedurekosten en van de opgelopen verwijlintresten tijdens deze procedure. In geval van een openbare verkoop is de prijsvorming van het goed onweerlegbaar maar bij een onderhandse verkoop van onroerende goederen dient altijd het akkoord van het VLIF i.v.m. de prijs te worden gevraagd. Er dient dan als volgt gehandeld te worden : * Zodra geopteerd wordt voor een onderhandse verkoop, zelfs al is er nog geen bod, dient deze intentie aan het VLIF gemeld te worden met een motivering en de kadastrale gegevens. Hiermee kan het VLIF een schatting van de goederen laten uitvoeren door het plaatselijke Comité tot Aankoop van Onroerende goederen van de FOD Financiën en kan een principiële beslissing genomen worden. Is er wel een concreet bod, dan kan meteen een beslissing worden genomen die schriftelijk wordt meegedeeld. * Is er een bod, zelfs wanneer de principiële beslissing nog niet is genomen, dan vraagt de kredietinstelling aan het VLIF akkoord te gaan met de geboden prijs. Na toetsing van de geboden prijs aan de geschatte minimumwaarde zal het VLIF al dan niet akkoord gaan en dit schriftelijk meedelen. Deze procedure dient niet te worden gevolgd voor een onderhandse verkoop van roerende goederen. Vanzelfsprekend moet de kredietinstelling alles in het werk stellen om de hoogst mogelijke prijs te bekomen. Tijdens de uitwinningsprocedure lichten de kredietinstellingen het VLIF in over belangrijke stappen die gezet werden (zgn. mijlpalen) of van nieuwe wendingen. 9.9. Beroep op de VLIF-waarborg In principe vraagt de kredietinstelling binnen de 3 maanden na de laatste ontvangst uit de zekerheden, de uitbetaling van de VLIF-waarborg aan als alle zekerheden, andere dan de VLIF-waarborg, zijn gerealiseerd en als niet alle schulden op kredieten met VLIF-waarborg zijn vereffend. Alle stukken in verband met de realisatie van de zekerheden (rechtsplegingsstukken, correspondentie met advocaten, deurwaarders, notarissen, enz...) moet worden bijgevoegd. Als er geen ambtshalve provisie is uitbetaald (zie punt 9.4. hiervoor), dan is het aangewezen dat de kredietinstelling toch een provisie aanvraagt (cfr. art. 15 van de overeenkomst tussen de erkende kredietinstellingen en het VLIF) wanneer de formele afhandeling van de uitwinning nog lang kan uitblijven, of wanneer er desbetreffend nog geschillen hangende zijn, en zeker wanneer de nog verwachte opbrengsten de uit te betalen VLIF-waarborg niet meer wezenlijk zullen beïnvloeden. Dit om de intresten niet onnodig te laten oplopen. Hierbij wordt een voorlopige afrekening voorgelegd gebaseerd op de bekomen en/of nog te verwachten opbrengsten. Op basis van de tussentijds ontvangen informatie (zie vorig punt) kan het VLIF zelf ook beslissen tot het uitbetalen van een provisie, uiteraard na contactname met de kredietinstelling om bijkomende informatie te verkrijgen. Zodra de definitieve afrekening is opgemaakt zal het VLIF op verzoek van de kredietinstelling een eindafrekening opmaken, rekening houdend met de reeds betaalde provisie(s). Indien de uitbetaalde provisie(s) hoger is (zijn) dan het definitief bedrag, dan geeft dit aanleiding tot terugbetaling door de kredietinstelling van het teveel ontvangen bedrag vermeerderd met de wettelijke intresten vanaf de uitbetalingsdatum. Om het uit te betalen bedrag te kunnen bepalen, zowel bij provisies als bij definitieve afrekeningen, wenst het VLIF, naast de historiek van de uitwinningsprocedure, een overzicht te ontvangen met alle ontvangen terugvorderingen (datum, bedrag en oorsprong) en hun aanwending. De ontvangen gelden die voortvloeien uit verkopen van goederen belast als zekerheid, moeten worden toegerekend op de kredieten waarvoor deze zekerheid genomen is, op voorwaarde dat deze zekerheid zich in nuttige rang bevindt.
50003
50004
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Bovendien zijn de volgende gegevens van belang : — onbetaald kapitaalsaldo bij opzegging — onbetaald saldo intresten — de toegepaste rentevoeten vóór en na de opzegging De intresten op de door de VLIF-waarborg gedekte sommen lopen tot de werkelijke uitbetaling door het VLIF zodat bijkomende intresten vanaf de datum afsluiting van de VLIF-afrekening ook nog worden uitbetaald nadien. 9.10. Recuperatie van de uitbetaalde VLIF-waarborg/dadingen Na de uitbetaling van elk bedrag aan VLIF-waarborg wordt dit bedrag teruggevorderd bij de hoofdelijk aansprakelijke kredietnemer door middel van een aangetekende brief, tenzij bij de afsluiting van een faillissement voor de Rechtbank van Koophandel de gefailleerde verschoonbaar verklaard is. Na verloop van de betalingstermijn van 30 dagen wordt door de VLIF-rekenplichtige een herinneringsbrief gestuurd. In laatste instantie wordt het betreffende dossier doorgestuurd naar de centrale invorderingscel (CIC) voor niet-fiscale schuldvorderingen bij de Vlaamse Belastingsdienst (beleidsdomein Financiën en Begroting) die de uitbetaalde sommen terugvordert bij de kredietnemer en hiervoor alle mogelijke wettelijke middelen kan gebruiken. Hierbij is het mogelijk om bij bijzondere omstandigheden uitstel van betaling te verkrijgen of te bekomen dat gedeeltelijke betalingen vooreerst op het kapitaal worden aangerekend. Wanneer de schuldenaar kennelijk onvermogend is kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de schuld in intresten worden bekomen. In de gevallen waarin de toestand van de schuldenaar te goeder trouw dat wettigt kan de Vlaamse Regering met hem dadingen aangaan. Voor elk van deze gunstmaatregelen dient de schuldenaar een aanvraag in te dienen bij de genoemde centrale invorderingscel, waarvan de gegevens zullen vermeld staan op het invorderingsbevel. 9.11. Collectieve schuldenregeling Zodra de kredietinstelling ervan in kennis gesteld wordt dat een kredietnemer een collectieve schuldenregeling heeft aangevraagd, dient zij dit mee te delen aan het VLIF opdat het VLIF desgevallend ook een (voorlopige) aangifte van schuldvordering kan indienen m.b.t. eventueel terug te vorderen kapitaalpremies en/of VLIF-waarborg. Is er nog geen VLIF-waarborg uitbetaald, dan zal de kredietinstelling in haar aangifte van schuldvordering de gehele schuld opnemen, maar toch aangeven dat ook het VLIF nog schuldeiser kan worden. Als het VLIF dan uitbetaalt, dan wordt het VLIF gesubrogeerd in de rechten van de bank ten belope van de uitbetaalde VLIF-waarborg waarbij de schuld bij de bank daalt met dit bedrag en het VLIF schuldeiser wordt voor dat bedrag. Als de VLIF-waarborg al is uitbetaald, dan zullen zowel de kredietinstelling als het VLIF schuldeiser zijn, elk voor zijn eigen deel.
Aan specifieke problemen die niet expliciet geregeld zijn bij deze omzendbrief, zal afzonderlijk een oplossing gegeven worden als die zich voordoen en gemeld worden aan het VLIF. De inhoud van deze omzendbrief is dus niet limiterend. K. PEETERS, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid Nota (1) VLIF-regelgeving : cfr. besluit van de Vlaamse Regering en ministerieel besluit van 24 november 2000 en van toepassing op VLIF-aanvragen ingediend vanaf 1 januari 2000 (VLIF-nummer vanaf 1-00-0874/2), en wijzigingsbesluiten. (2) Kapitaalpremies : de in de VLIF-regelgeving bedoelde premies, nl. vestigingspremies, vestigingspremies en diversificatiepremies. (3) Eigen middelen : de volledige verrichting wordt gefinancierd met eigen middelen. Zodra er een krediet is, dient een kredietinstelling de aanvraag in te dienen en de opvolging van de beslissing op zich te nemen. (4) Budgettaire vastlegging : een bedrag toegekende steun dat in de begroting wordt voorbehouden voor uitbetaling later, eventueel in verschillende schijven. (5) Begin van het krediet : bij de eerste opneming (6) Communautair : steun met EU-medefinanciering : — vanaf 2007 uit het ELFPO (Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling); — voorheen uit het EOGFL (Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw). (7) Fictief : altijd lineair over de duurtijd van de subsidie, ongeacht de duur van het krediet en de manier van kapitaalaflossing (vaste aflossingen + dalende intresten of constante annuïteiten met veranderende verhouding kapitaal/intresten)
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
50005
50006
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
50007
50008
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
50009
WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN
UNIVERSITE LIBRE DE BRUXELLES
PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS
L’Université libre de Bruxelles annonce l’ouverture de la vacance, à partir du 1er octobre 2008, du poste suivant :
FACULTE UNIVERSITAIRE DES SCIENCES AGRONOMIQUES DE GEMBLOUX
M. Monticelli, David, ingénieur agronome, défendra publiquement le 9 octobre 2008, à 14 heures, en l’auditorium de Chimie analytique, passage des Déportés 2, à 5030 Gembloux, une thèse de doctorat intitulée : « Demographic traits of tropical roseate terns on Aride Island (Sechelles, Indian Ocean) in relation to oceanographic and breeding habitat conditions ». (80637)
UNIVERSITE DE LIEGE
Faculté des sciences
Doctorat en sciences Mlle Nadia El Mjiyad, licence en sciences biologiques (biologie animale), présentera le jeudi 2 octobre 2008, à 16 heures, à l’auditorium Welsch, CHU, bâtiment B36, au Sart Tilman, l’examen en vue de l’obtention du grade académique de docteur en sciences. Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertation intitulée : « Modulation of the pro-inflammatory cytokines response by the varicella-zoster virus (VZV) ». (80638)
Audrey Schrijnemakers, licencié en sciences chimiques, présentera le vendredi 3 octobre 2008, à 14 h 30 m, à l’amphithéâtre 142, bâtiment B7b (petits amphithéâtres), au Sart Tilman, l’examen en vue de l’obtention du grade académique de docteur en sciences. Cette épreuve consistera en la défense publique d’une dissertation intitulée : « La projection plasma, une technique adaptée au revêtement de réfractaires ? ». (80639)
Ouverture de vacance
DSAA - Bibliothèque Bibli/Service : XF10A - Bibliothèques 1 poste d’assistant chargé d’exercices temps partiel à 0.10 ETP Discipline concernée : Formation documentaire Auprès du directeur des Bibliothèques Poste(s) au cadre : 08-Y-ASS-005 (Y) (0.10 ETP) Profil des candidats : être porteur d’une licence (ou master 120 crédits) belge ou équivalente dans le domaine des sciences de l’information et de la documentation ou tout diplôme universitaire équivalent. Description des tâches : faciliter l’accès aux archives littéraires de la réserve précieuse de l’ULB en encadrant les lecteurs et en assurant l’inventorisation des collections d’archives. Enseignement(s) concerné(s) : sciences du livre et des bibliothèques. Le poste d’assistant vacant repris ci-dessus est destiné à des candidats porteurs d’un diplôme de second cycle. Cependant, un candidat détenteur d’une thèse de doctorat pressenti pour une nomination à un poste d’assistant, pourra, à titre exceptionnel, être nommé en qualité d’assistant intérimaire pour une durée d’un an. Ce mandat ne pourra toutefois pas être reconduit. Les candidat(e)s sont invité(e)s à retirer un modèle de présentation du curriculum vitae au secrétariat de la Faculté de philosophie et lettres (heures d’ouverture : du lundi au vendredi de 8 h 30 m à 12 heures, et de 14 heures à 17 h 30 m, ou bien sur le site internet : http://www.ulb.ac.be/tools/CV-type.rtf La candidature, accompagnée dudit curriculum vitae, doit être adressée, en deux exemplaires, à M. Philippe Vincke, recteur de l’Université libre de Bruxelles, avenue F.D. Roosevelt 50, 1050 Bruxelles. La date limite du dépôt des candidatures est fixée au 17 octobre 2008. Important : L’attention de tous (toutes) les candidat(e)s est attirée sur le fait que certains tâches logistiques (telle que la participation à la surveillance des examens écrits) leurs seront confiées dans le cadre de leur mandat. Conditions générales : L’U.L.B. n’autorise pas le cumul des mandats d’assistant chargé d’exercices. Les mandats cumulés d’assistants chargés d’exercices ne peuvent dépasser un total de 0,20 ETP. (80644)
Vacance d’un poste académique temps plein Domaine : Sciences de l’ingénieur Ingénierie biomédicale Faculté des sciences appliquées Service : List Titre requis : Le/La candidat(e) sera docteur en sciences de l’ingénieur après soutenance d’une thèse.
UNIVERSITE DE MONS-HAINAUT
M. Thierry Castermans, licencié en sciences physiques de l’Université de Mons-Hainaut, et titulaire d’un DEA en astrophysique, géophysique et sciences spatiales de l’Université de Liège, défendra publiquement le 10 octobre 2008, à 15 heures, à la salle 025 (bâtiment Vésale), sis avenue du Champ de Mars 8, à Mons, une dissertation pour l’obtention du grade de docteur en sciences intitulée : « Transient Waveform Recorder measurements from the Amanda-II detector : an application to ultrahigh energy neutrino point sources ». (80643)
Compétences requises : Il/elle aura développé ses compétences dans le domaine de l’ingénierie biomédicale, impliquant des connaissances approfondies soit en informatique et imagerie biomédicale, soit en biomécanique et instrumentation. Un séjour post-doctoral à l’étranger ou une expérience industrielle dans le domaine sera considérée comme un atout. Vacance n° 2008/045 Renseignements complémentaires à l’adresse http://www.ulb.ac.be/docs/greffe/vacances/academique/index.html (80645)
50010
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Vacance d’un poste académique temps partiel (correspondant à 1/10 de temps plein) Domaine : Sciences juridiques Discipline : Droit civil comparé
Faculté de droit Département ou section : Faculté de droit de l’ULB Titre requis : de préférence, le titre de docteur en sciences juridiques après soutenance d’une thèse. Compétences requises : maîtrise du domaine de spécialisation. Vacance n° 2008/046 Renseignements complémentaires à l’adresse http://www.ulb.ac.be/docs/greffe/vacances/academique/index.html (80646)
Het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan stationsomgeving Diest wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek van 29 september 2008 tot en met 28 november 2008. Het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan ligt ter inzage in het Provinciehuis, Provincieplein 1, 3010 Leuven, en in het stadhuis van Diest. Eventuele bezwaren of opmerkingen op het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan moeten uiterlijk op 28 november 2008 bij een ter post aangetekende brief, ingediend worden bij de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening, Provincieplein 1, 3010 Leuven. De bezwaren en opmerkingen kunnen eveneens uiterlijk op 28 november 2008 op bovenvermeld adres alsook aan het stadsbestuur van Diest worden afgegeven tegen ontvangsbewijs tijdens de kantooruren. Indien echter de stad deze niet binnen de drie werkdagen na afloop van het openbaar onderzoek aan de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening heeft bezorgd, zijn deze onontvankelijk volgens artikel 45, 4 van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Leuven, 9 september 2008. (35705)
Vacance d’un poste académique temps plein Domaine : Sciences
Gemeente Glabbeek
Discipline : Géométrie différentielle Faculté des sciences Département de Mathématique Titre requis : le/la candidat(e) sera docteur en sciences après soutenance d’une thèse ou titulaire d’un grade correspondant. Compétences requises : le/la candidat(e) devra faire état d’une activité de recherche soutenue à un très haut niveau scientifique en géométrie différentielle. Il/elle aura acquis une réputation internationale dans le domaine de la géométrie différentielle et sera amené(e) d’une part, à s’intégrer dans une équipe de recherche et d’autre part, à dispenser un enseignement de qualité en mathématiques. Cette personne viendra étoffer l’équipe de recherche en géométrie différentielle, topologie et algèbre du département de Mathématiques. Vacance n° 2008/047 Renseignements complémentaires à l’adresse http://www.ulb.ac.be/docs/greffe/vacances/academique/index.html (80647)
Vacance d’un poste académique temps partiel (correspondant à 1/10 de temps plein)
Ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de inplanting van een RWZI langs de Tiensesteenweg te Glabbeek (Bunsbeek) — Openbaar onderzoek Het gemeentebestuur van Glabbeek kondigt aan dat het openbaar onderzoek over het ontwerp van voormeld gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan loopt van donderdag 2 oktober 2008 tot en met dinsdag 2 december 2008. De volledige tekst van het ontwerp is ter inzage bij de dienst ruimtelijke ordening op het gemeentehuis, Grotestraat 33, te 3380 Glabbeek, alle werkdagen van 9 tot 12 uur, en maandagavond van 18 tot 20 uur. Alle bedenkingen, opmerkingen en bezwaren over het ontwerp dienen uiterlijk op 2 december 2008 per aangetekende brief of afgifte tegen ontvangstbewijs toe te komen bij de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO), p/a gemeentehuis Glabbeek, dienst ruimtelijke ordening, Grotestraat 33, te 3380 Glabbeek. Er dient te worden verwezen naar het deel en de bladzijde(n) waarop het bezwaar, de opmerking of suggestie betrekking heeft. Glabbeek, 30 september 2008. (35706)
Domaine : Sciences de l’ingénieur Faculté des sciences appliquées Titre requis : de préférence docteur en sciences de l’ingénieur; ingénieur civil.
Aankondigingen − Annonces
Compétences requises : il/elle aura une bonne expérience dans le domaine du recyclage matières.
VENNOOTSCHAPPEN − SOCIETES
Vacance n° 2008/048 Renseignements complémentaires à l’adresse http://www.ulb.ac.be/docs/greffe/vacances/academique/index.html (80648)
Etablissement Demat, société anonyme, avenue des Saisons 100-102, bte 30, 1050 Ixelles Numéro d’entreprise 0401.529.718
Decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening Provincie Vlaams-Brabant Openbaar onderzoek over het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan « Stationsomgeving Diest » De deputatie van de provincie Vlaams-Brabant deelt mee dat de provincieraad op 9 september 2008, het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan stationsomgeving Diest voorlopig heeft vastgesteld.
Mmes et MM. les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale extraordinaire qui se tiendra en l’étude des notaires Geoffroy Stas de Richelle & Dominique Roulez, chaussée de Bruxelles 95, à 1410 Waterloo, le 16 octobre 2008, à 14 h 30 m. Ordre du jour : 1. Rapport du conseil d’administration relatif à la proposition de dissolution de la société. Etat relatif à la situation active et passive de la société au 31 juillet 2008. Rapport établi par un réviseur d’entreprises relatif à cet état. Approbation des comptes de la société au 31 juillet 2008. 2. Décharge aux administrateurs.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE 3. Décision relative à la dissolution de la société et désignation d’un liquidateur, mandaté pour faire une requête de confirmation de sa nomination de liquidateur, auprès du tribunal de commerce de Bruxelles. (Signé) Françoise, Delroisse, administrateur délégué. (35707)
THENERGO, société anonyme, avenue Louise 505/2, 1050 Bruxelles (Ixelles) RPM (Bruxelles) 0477.032.538 (ci-après la “Société”) Convocation à l’assemblée générale extraordinaire de Thenergo SA du 20 octobre 2008 Par la présente, nous avons le plaisir de convoquer les actionnaires et les détenteurs de warrants de la Société à l’assemblée générale extraordinaire, qui se tiendra le 20 octobre 2008, à 10 heures, à Anvers, Brusselstraat 59, Gateway House. L’assemblée générale extraordinaire aura pour ordre du jour : 1. Augmentation du capital social par apports en nature. 1.1. Rapport spécial du conseil d’administration. Rapport spécial du conseil d’administration, conformément à l’article 602 du Code des sociétés, exposant l’intérêt que représentent tant l’apport en nature que l’augmentation de capital dont question aux points 1.3 et 1.4 de l’ordre du jour. 1.2. Rapport du commissaire. Rapport du commissaire, conformément à l’article 602 du Code des sociétés, décrivant l’apport en nature et les modes d’évaluation adoptés ainsi que la rémunération effectivement attribuée en contrepartie de l’apport en nature dont question au point 1.3 de l’ordre du jour. 1.3. Approbation de l’apport en nature. Approbation de l’apport en nature, par les personnes mentionnées ci-après au point 3.3 de l’ordre du jour, d’une créance d’un montant principal de dix-sept millions neuf cent nonante-neuf mille neuf cent nonante-huit euros et quatre-vingt-deux cents (17.999.998,82 EUR) qu’elles détiennent à l’encontre d’une filiale de la Société, la société anonyme de droit belge “Thenergo F+L”, dont le siège social se situe Gateway House, Brusselstraat 59, à 2018 Anvers, inscrite au registre des personnes morales d’Anvers sous le numéro d’entreprise 0892.239.355. 1.4. Augmentation du capital social. Augmentation du capital social, suite à l’apport en nature dont question au point 1.3 de l’ordre du jour, à concurrence d’un montant de treize millions cinquante-sept mille six cent vingt-quatre euros et septante-sept cents (13.057.624,77 EUR), par la création d’un million neuf cent quarante-trois mille huit cent quarante-quatre (1.943.844) nouvelles actions jouissant des mêmes droits et avantages que les actions existantes et participant aux bénéfices à compter du 1er janvier 2008, le solde de quatre millions neuf cent quarante-deux mille trois cent septante-quatre euros et cinq cents (4.942.374,05 EUR) étant affecté au compte indisponible “Primes d’émission”. 2. Augmentation du capital social par apports en nature. 2.1. Rapport spécial du conseil d’administration. Rapport spécial du conseil d’administration, conformément à l’article 602 du Code des sociétés, exposant l’intérêt que représentent tant l’apport en nature que l’augmentation de capital dont question aux points 2.3 et 2.4 de l’ordre du jour. 2.2. Rapport du commissaire. Rapport du commissaire, conformément à l’article 602 du Code des sociétés, décrivant l’apport en nature et les modes d’évaluation adoptés ainsi que la rémunération effectivement attribuée en contrepartie de l’apport en nature dont question au point 2.3 de l’ordre du jour.
50011
2.3. Approbation de l’apport en nature. Approbation de l’apport en nature, par la société anonyme de droit hollandais “Amsterdams Effectenkantoor B.V.”, dont le siège social se situe Herengracht 208-214, 1016 BS Amsterdam, Pays-Bas, inscrite au registre de la Chambre de Commerce d’Amsterdam sous le numéro 33211649, d’une créance d’un montant d’un million vingt mille euros (1.020.000 EUR) qu’elle détient à l’encontre de la Société. 2.4. Augmentation du capital social. Augmentation du capital social, suite à l’apport en nature dont question au point 2.3 de l’ordre du jour, à concurrence d’un montant de six cent cinquante-deux mille cinq cent cinquante euros et septante-cinq cents (652.550,75 EUR), par la création de nonante-sept mille cent quarante-trois (97.143) nouvelles actions jouissant des mêmes droits et avantages que les actions existantes et participant aux bénéfices à compter du 1er janvier 2008, le solde de trois cent soixante-sept mille quatre cent quarante-neuf euros et vingt-cinq cents (367.449,25 EUR) étant affecté au compte indisponible “Primes d’émission”. 3. Augmentation du capital social par apports en numéraires 3.1. Rapport spécial du conseil d’administration. Rapport spécial du conseil d’administration, conformément aux articles 596 et 598 du Code des sociétés, justifiant la suppression du droit de préférence en faveur de personnes déterminées qui ne sont pas membres du personnel de la Société ou d’une de ses filiales dans le cadre de l’augmentation de capital proposée au point 3.4 de l’ordre du jour. 3.2. Rapport du commissaire. Rapport du commissaire, conformément aux articles 596 et 598 du Code des sociétés, déclarant les informations financières et comptables contenues dans le rapport spécial du conseil d’administration dont question au point 3.1 de l’ordre du jour fidèles et suffisantes et donnant un avis détaillé sur les éléments de calcul du prix d’émission et sur sa justification dans le cadre de l’augmentation de capital proposée au point 3.4 de l’ordre du jour. 3.3. Suppression du droit de préférence. Suppression du droit de préférence des actionnaires existants de la Société et des détenteurs de warrants existants en faveur des personnes suivantes : - M. Luc Leysen; - M. Guy Leysen; - M. Benjamin Simon; - M. Philippe Winant; - Mme Marleen Allaerts et M. Didier Versmissen; - M. Nico Verbaeten; - M. Peter van de Kerkhof; - la société anonyme de droit belge “Beheers-Advieskantoor Van Vaerenbergh en Co”, dont le siège social se situe Zoerselhofdreef 40, à 2980 Zoersel, inscrite au registre des personnes morales d’Anvers sous le numéro d’entreprise 0428.267.569; et - M. Willy Van Den Heuvel. 3.4. Augmentation du capital social. Augmentation du capital social, par apports en numéraires d’un montant de deux millions d’euros (2.000.000 EUR), par la création d’actions nouvelles jouissant des mêmes droits et avantages que les actions existantes et participant aux bénéfices à compter du 1er janvier 2008, à un prix d’émission égal à la moyenne des cours des trente (30) jours précédant l’émission, le montant de l’augmentation du capital social étant déterminé en multipliant le nombre d’actions nouvelles à émettre par le pair comptable des actions existantes et, le solde, correspondant à la différence entre le montant de l’augmentation du capital social tel que déterminé ci-avant et le montant total des apports en numéraires, à savoir deux millions d’euros (2.000.000 EUR), étant affecté au compte indisponible “ Primes d’émission”. 4. Modification de l’article 5 des statuts. Modification de l’article 5 des statuts conformément aux résolutions à prendre sur les points 1.4, 2.4 et 3.4 de l’ordre du jour.
50012
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Les rapports spéciaux du conseil d’administration et les rapports spéciaux du commissaire visés aux points 1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 3.1 et 3.2 de l’ordre du jour sont disponibles sur simple demande, gratuitement, au siège d’exploitation de la Société situé Gateway House, Brusselstraat 59, B-2018 Anvers, Belgique (Tél. : +32 (0) 3 292 96 96) et sur le site internet de la Société : www.thenergo.eu.
La communication au conseil d’administration et/ou le dépôt de l’attestation constatant l’indisponibilité des titres doit parvenir au plus tard trois (3) jours ouvrables avant la tenue de l’assemblée générale extraordinaire à l’adresse suivante : Gateway House, Brusselstraat 59, B-2018 Anvers, Belgique.
Pour pouvoir assister à l’assemblée générale extraordinaire, les actionnaires sont priés de se conformer aux dispositions de l’article 29 des statuts de la Société selon lequel : - tout propriétaire de titres nominatifs doit communiquer par écrit au conseil d’administration son intention de participer à l’assemblée générale, et
Conformément à l’article 30 des statuts de la Société, tout actionnaire peut donner procuration, par lettre, télécopie, courrier électronique ou par toute autre moyen écrit, pour se faire représenter lors de l’assemblée générale extraordinaire. Le mandataire ne doit pas être actionnaire et peut représenter plusieurs actionnaires. Un formulaire de procuration est disponible sur le site Internet de la Société : www.thenergo.eu.
- tout propriétaire de titres dématérialisés doit effectuer le dépôt d’une attestation, établie par le teneur de compte agrée ou l’organisme de liquidation, constatant l’indisponibilité, jusqu’à la date de l’assemblée générale, des actions dématérialisées.
Pour le conseil d’administration : M. Jacques Putzeys, président du conseil d’administration. (35708)
Dexia Allocation, bevek naar Belgisch recht – I.C.B.E. Koningsstraat 180, 1000 Brussel Ondernemingsnummer 0443.513.001 Oproepingsbericht De aandeelhouders van de hieronder vermelde compartimenten worden uitgenodigd, ieder waarvoor ze betrokken zijn, op de hierna gedetailleerde buitengewone algemene vergaderingen (BAV) die plaats zullen vinden op 4 november 2008, Koningsstraat 180, te 1000 Brussel, om er te beraadslagen en te stemmen over de punten op hun agenda : Agenda’s : Fusies door overneming : 1. BAV van het compartiment EMU Equities, om 10 uur. Voorstel tot fusie van het compartiment EMU Equities door overneming in het compartiment Europe van de bevek Dexia Equities B. 2. BAV van het compartiment European Bonds, om 10 u. 15 m. Voorstel tot fusie van het compartiment European Bonds door overneming in het compartiment Euro Bonds van de bevek Dexia Sustainable. De aandeelhouders worden ervan in kennis gesteld dat de BAV van het overnemende compartiment eveneens zal beraadslagen over de fusie door overneming van de compartimenten International Bonds en European Bonds van de bevek Dexia Index. De BAV van de aandeelhouders van elk van de hierboven vermelde compartimenten worden uitgenodigd om er te beraadslagen en te stemmen over hun agenda. A. Documenten en verslagen : kennisname en bespreking van de hierna genoemde documenten. ✓ van het fusievoorstel opgesteld onder de vorm van een onderhandse akte door de betrokken raden van bestuur. Dit fusievoorstel bevat de vermeldingen voorgeschreven door artikel 693 van het Wetboek van vennootschappen, en werd neergelegd op 16 september 2008 ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel; ✓ van de verslagen opgesteld overeenkomstig de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van vennootschappen, met name : — het omstandig schriftelijk verslag van de raad van bestuur, hetwelk de boekhoudkundige staten van de betrokken compartimenten, vastgesteld op 30 mei 2008, bevat; — het verslag van de commissaris over het fusievoorstel. Deze documenten zijn gratis ter beschikking van de aandeelhouders op de zetel van de vennootschap. De verslagen van de bestuurders en de verslagen van de commissaris met betrekking tot de laatste drie maatschappelijke boekjaren van de vennootschap alsook de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren en een boekhoudkundige staat van de betrokken compartimenten opgesteld overeenkomstig het artikel 697, § 2, 5°, van het Wetboek van vennootschappen zijn ook ter beschikking van de aandeelhouders op dezelfde plaats. In zijn bijzonder verslag acht de raad van bestuur het opportuun om over te gaan tot die fusie teneinde aan de aandeelhouders betere beleggingsopportuniteiten en een grotere spreiding van het beleggingsrisico te bieden en dit door het bijeenbrengen van een omvangrijker kapitaal. B. Voorstel tot besluit : B.1. Voorstel tot fusie : Voorstel tot fusie door overneming van alle activa en passiva van heel het vermogen van het over te nemen compartiment door het overnemende compartiment en overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden bepaald in het fusievoorstel vermeld onder punt A. Onder voorbehoud van de goedkeuring van de fusie, vaststelling van de ontbinding zonder vereffening van het over te nemen compartiment. Voorstel tot schrapping uit de statuten van de verwijzingen naar het over te nemen compartiment en aanpassing van de betreffende artikels. B.2. Bepaling van de ruilverhouding en vergoeding van de aandeelhouders van het over te nemen compartiment : Voorstel tot goedkeuring van de onderstaande ruilverhouding op basis van de hieronder vermelde formule en van de creatie van aandelen van het corresponderende overnemende compartiment van hetzelfde type als deze die de aandeelhouders van het over te nemen compartiment reeds bezaten, te weten hetzij kapitalisatieaandelen, hetzij distributieaandelen. Als vergoeding voor de overgang van de activa- en passivabestanddelen van het over te nemen compartiment en op grond van de netto-inventariswaarden en de daaruit voortvloeiende ruilverhouding alsook overeenkomstig de volgende modaliteiten, zullen die aandelen aan de aandeelhouders van het aldus over te nemen compartiment toegekend worden : Dexia Allocation EMU Equities Kap./Dis.
=>
Dexia Equities B Europe Kap./Dis.
Dexia Allocation European Bonds Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap./Dis.
50013
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Het aantal toe te kennen aandelen per aandeelhouder van het over te nemen compartiment zal volgens de volgende formule, toe te passen op de bovenvermelde modaliteiten, worden berekend. A = het aantal nieuw te verkrijgen aandelen A =
B × C D
B = het aantal aandelen gehouden in het over te nemen compartiment C = de netto-inventariswaarde* per aandeel van het over te nemen compartiment D = de netto-inventariswaarde* per aandelen van het overnemende compartiment**
* Het betreft de laatste netto-inventariswaarde die zal worden berekend voor de algemene vergaderingen die de fusie van de betreffende compartimenten definitief zullen goedkeuren. ** Rekening houdende met de eventuele splitsing van de waarde van het aandeel op het ogenblik van de fusie van de betreffende compartimenten. Indien, ingevolge de ruilverhouding, de aandeelhouder een fractie van een aandeel toegekend krijgt, kan hij ofwel deze fractie door het overnemende compartiment laten inkopen zonder kosten, met uitzondering van de eventuele taksen, ofwel zijn fractie vervolledigen, middels betaling, om een volledig aandeel te bekomen. C. Gelijktijdige inwerkingtreding van de beslissingen betreffende de punt sub. 2 : Voorstel om de beslissingen te laten gelden vanaf de dag dat zij genomen worden en in werking te laten treden vanaf het nemen van de overeenkomstige beslissingen door de BAV van de compartimenten die aan de fusie deelnemen. De verwezenlijking van een fusie tussen twee compartimenten zal niet afhangen van de verwezenlijking van de fusie tussen de andere compartimenten. D. Machten : voorstel om alle machten te verlenen aan de raad van bestuur die nodig zijn voor de uitvoering van de te nemen beslissingen op de agenda en aan de instrumenterende notaris om de statuten van de vennootschap te coördineren en de gecoördineerde tekst neer te leggen op de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel. De BAV kunnen slechts geldig beslissen indien de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders minstens de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Wanneer deze voorwaarde niet vervuld is, worden nieuwe vergaderingen bijeengeroepen, die rechtsgeldig zullen beslissen ongeacht het deel van het kapitaal dat aanwezig of vertegenwoordigd is. De ruilverhouding van de hierboven vermelde operaties zal gebaseerd worden op het aantal aandelen vastgesteld op 27 oktober 2008, om 12 uur, en de netto-inventariswaarde van de betrokken compartimenten gedateerd op 27 oktober 2008. De aandeelhouders van de compartimenten, die betrokken zijn bij de operatie, worden geïnformeerd dat de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging zal geblokkeerd worden vanaf 27 oktober 2008, na 12 uur, tot aan de BAV. Bijgevolg, zal de bepaling van de netto-inventariswaarde geschorst worden. Indien bij het verlopen van de uiterste datum van neerlegging van de aandelen om deel te nemen aan de BAV, blijkt dat die Vergaderingen niet geldig kunnen beraadslagen, zal de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging opnieuw aanvaard worden vanaf 29 oktober 2008 en de berekening van de netto-inventariswaarde van de betrokken compartimenten zal op de bankwerkdag na die datum opnieuw worden bepaald. Het beheer van de beleggingsportefeuille van de betrokken compartimenten wordt door Dexia Asset Management NV verzekerd. De aandeelhouders van de over te nemen compartimenten worden er eveneens van op de hoogte gebracht dat de beleggingspolitiek van de corresponderende overnemende compartiment substantieel verschillend kan zijn. Die beleggingspolitieken worden tevens beschreven in de prospectussen alsook in het fusievoorstel waarvan sprake in het punt A. Een tabel met een vergelijking van het totale kostenpercentage over de laatste 12 maanden en het gemiddelde cumulatieve rendement van de compartimenten beoogd in de punten sub 1. en 2., is beschikbaar op aanvraag van de aandeelhouder. De aandeelhouders van het compartiment European Bonds worden op de hoogte gebracht dat de raad van bestuur, in functie van de momenteel geldende reglementering en de verschillende inlichtingen waarover de raad beschikt, het redelijk acht om de fusie te beschouwen als een belastbaar feit voor de toepassing van de Woonstaatheffing in het kader van de Europese Spaarrichtlijn en voor de toepassing van de roerende voorheffing. De latente belastingschuld van elke belegger zal echter door de paying agent gearchiveerd worden en op het moment van de latere inkoop ingehouden worden. De paying agent die technisch niet in staat is om de latente belastingschuld van elke belegger te archiveren teneinde zo de integrale belastbare basis bij een latere inkoop correct te kunnen berekenen, behoudt de vrijheid om toch een voorheffing toe te passen op het moment van de fusie. De aandeelhouders van de over te nemen compartimenten die een fractie van een aandeel toegekend krijgen, kunnen ofwel deze fractie door het overnemende compartiment laten inkopen zonder kosten, met uitzondering van de eventuele taksen, ofwel hun fractie vervolledigen, middels betaling, om een volledig aandeel te bekomen. De aandeelhouders die aan de BAV willen deel nemen worden verzocht om zich aan de statutaire bepalingen te conformeren. Na de fusie zullen de aandeelhouders, die nog aandelen aan toonder van de overgenomen compartimenten bezitten, uitgenodigd worden om hun fysieke effecten aan te bieden aan de loketten van Dexia Bank België, teneinde over te gaan tot de verplichte omruiling. De nieuwe toegekende aandelen zullen gedematerialiseerde aandelen zijn, of op aanvraag van de aandeelhouder, aandelen op naam. De aandeelhouders die niet akkoord gaan met deze operatie kunnen, gedurende een maand vanaf de onderhavige publicatie, de terugbetaling vragen van hun aandelen, zonder kosten (met uitzondering van de taksen en belastingen die worden geheven door de overheden van de landen waar de aandelen verkocht worden). De prospectussen, de vereenvoudigde prospectussen en de laatste periodieke verslagen zijn gratis beschikbaar op de zetel van de vennootschap. De raad van bestuur. (35709)
50014
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Dexia Allocation, sicav de droit belge - O.P.C.V.M. rue Royale 180, à 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise 0443.513.001 Avis de convocation
Les actionnaires des compartiments mentionnés ci-dessous sont priés d’assister, chacun pour ce qui les concerne, aux assemblées générales extraordinaires (AGE) détaillées ci-après qui se tiendront le 4 novembre 2008, rue Royale 180, à 1000 Bruxelles, afin de délibérer et de statuer sur les points mentionnés à leur ordre du jour. Ordres du jour : Fusions par absorption. 1. AGE du compartiment EMU Equities, à 10 heures. Proposition de fusion du compartiment EMU Equities par absorption au sein du compartiment Europe de la sicav Dexia Equities B. 2. AGE du compartiment European Bonds, à 10 h 15 m. Proposition de fusion du compartiment European Bonds par absorption au sein du compartiment Euro Bonds de la sicav Dexia Sustainable. Les actionnaires sont informés que l’AGE du compartiment absorbant se prononcera également sur la fusion par absorption des compartiments International Bonds et European Bonds de la sicav Dexia Index. Les AGE des actionnaires précitées sont invitées à délibérer et à statuer sur leur ordre du jour. A. Documents et rapports : prise de connaissance et examen des documents ci-après ✓ du projet de fusion établi sous forme d’acte sous seing privé par les conseils d’administration concernés contenant les mentions prescrites par l’article 693 du Code des sociétés. Ce projet de fusion a été déposé au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, le 16 septembre 2008; ✓ des rapports y afférant établis conformément aux articles 694 et 695 du Code des sociétés, à savoir : — le rapport écrit et circonstancié du conseil d’administration, contenant notamment les états comptables des compartiments concernés en date du 30 mai 2008; — le rapport du commissaire concernant le projet de fusion. Ces documents peuvent être obtenus gratuitement par les actionnaires au siège social de la société. Les rapports des administrateurs et les rapports du commissaire concernant les trois derniers exercices sociaux de la société ainsi que les comptes annuels des trois derniers exercices et un état comptable arrêté conformément à l’article 697, § 2, 5°, du Code des sociétés des compartiments concernés sont également mis à la disposition des actionnaires au même endroit. Dans son rapport spécial, le conseil d’administration juge opportun de procéder à la fusion afin d’offrir aux actionnaires de meilleures opportunités d’investissement et une plus grande diversification du risque d’investissement, grâce au regroupement d’un capital plus important. B. Proposition de résolution : B.1. Proposition de fusion : Proposition de fusion par absorption de tous les éléments de l’actif et du passif de l’ensemble du patrimoine du compartiment à absorber par le compartiment absorbant, selon les modalités et conditions fixées dans le projet de fusion dont question au point A. Sous réserve de l’approbation de la fusion, constatation de la dissolution sans liquidation du compartiment à absorber. Proposition de radiation dans les statuts des références du compartiment à absorber et adaptation des articles y référant. B.2. Détermination du rapport d’échange et indemnisation des actionnaires du compartiment à absorber : Proposition d’approbation du rapport d’échange établi sur base de la formule reprise ci-après et de la création d’actions du compartiment absorbant correspondant du même type que celles détenues antérieurement par les actionnaires du compartiment à absorber, à savoir soit des actions de capitalisation, soit des actions de distribution. Ces actions seront attribuées en rémunération du transfert des éléments actifs et passifs du compartiment à absorber, aux actionnaires dudit compartiment à absorber, en vertu des valeurs nettes d’inventaire et du rapport d’échange en découlant et selon les modalités suivantes : Dexia Allocation EMU Equities Cap./Dis.
=>
Dexia Equities B Europe Cap./Dis.
Dexia Allocation European Bonds Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap./Dis
Le nombre d’actions à attribuer par actionnaire du compartiment à absorber se calculera selon la formule suivante à appliquer aux modalités ci-dessus : A = le nombre d’actions nouvelles à obtenir A =
B × C D
B = le nombre d’actions détenues dans le compartiment à absorber C = la valeur nette d’inventaire* par action du compartiment à absorber D = la valeur nette d’inventaire* par action du compartiment absorbant**
* Il s’agit de la dernière valeur nette d’inventaire qui aura été calculée avant les assemblées générales qui approuveront définitivement la fusion des compartiments concernés. ** Compte tenu de la division éventuelle de la valeur de l’action au moment de la fusion des compartiments concernés. Si, suite à l’échange, l’actionnaire se voit attribuer une fraction d’action, il pourra soit se faire racheter par le compartiment absorbant cette fraction d’action sans frais, sauf taxes éventuelles, soit compléter sa fraction d’action moyennant paiement, pour obtenir un nombre entier d’actions. C. Entrée en vigueur simultanée pour les décisions concernant le point sub. 2. : Proposition que les décisions auront effet à partir du jour où elles sont prises et entreront en vigueur à partir de l’adoption des décisions correspondantes par les AGE des compartiments participant à la fusion. La réalisation d’une fusion entre deux compartiments ne dépendra pas de la réalisation de la fusion entre les autres compartiments.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
50015
D. Pouvoirs : Proposition de conférer tous pouvoirs au conseil d’administration pour l’exécution des décisions à prendre à l’ordre du jour et au notaire instrumentant pour coordonner les statuts de la société et en déposer le texte coordonné au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles. Les AGE ne pourront prendre de décisions valables que si les actionnaires présents ou représentés représentent au moins la moitié du capital. Si cette condition n’est pas remplie, de nouvelles AGE seront convoquées et décideront de manière valable quelle que soit la part du capital présente ou représentée. Le rapport d’échange, pour les opérations ci-dessus détaillées, sera basé sur le nombre d’actions constaté le 27 octobre 2008, à 12 heures, et la valeur nette d’inventaire des compartiments concernés datée au 27 octobre 2008. Les actionnaires des compartiments liés aux opérations sont informés que l’exécution des demandes d’émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment sera suspendue, à dater du 27 octobre 2008, après 12 heures, jusqu’aux AGE. Il en résulte la suspension de la détermination de la valeur nette d’inventaire. Si, à l’expiration de la date limite de dépôt des titres en vue de participer aux AGE, il s’avère que ces AGE ne peuvent pas délibérer valablement, l’exécution des demandes d’émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment sera à nouveau acceptée à partir du 29 octobre 2008 et le calcul de la valeur nette d’inventaire des compartiments concernés sera à nouveau déterminé le jour bancaire ouvrable suivant cette date. La gestion du portefeuille d’investissement des compartiments concernés est assurée par Dexia Asset Management SA. Les actionnaires des compartiments absorbés sont également informés que la politique d’investissement des compartiments absorbants correspondants peut être substantiellement différente. Ces politiques d’investissement sont toutefois disponibles dans les prospectus et les projets de fusion dont question au point A. Un tableau reprenant une comparaison du total des frais sur encours pour les douze derniers mois et de la performance moyenne cumulée des compartiments visés sub. 1. et 2. est disponible sur demande de l’actionnaire. Les actionnaires du compartiment European Bonds sont informés que le conseil d’administration, en fonction de la réglementation actuellement en vigueur et des diverses informations dont il dispose, estime raisonnable de considérer la fusion comme un fait imposable pour l’application du prélèvement pour l’Etat de résidence dans le cadre de la Directive européenne sur l’épargne et du précompte mobilier. La dette fiscale latente de chaque investisseur sera toutefois archivée par l’agent payeur et sera retenue au moment du remboursement ultérieur. Si l’agent payeur n’est techniquement pas en mesure d’archiver la dette fiscale latente de chaque investisseur afin de pouvoir calculer correctement la base imposable intégrale lors du rachat ultérieur, il garde toutefois la liberté d’appliquer un précompte au moment de la fusion. Les actionnaires des compartiments à absorber qui se verront attribuer une fraction d’action, pourront soit se faire racheter cette fraction d’action sans frais, sauf taxes éventuelles par le compartiment absorbant correspondant, soit compléter leur fraction d’action moyennant paiement, pour obtenir un nombre entier d’actions. Les actionnaires désireux de participer aux AGE sont priés de se conformer aux prescriptions statutaires. Après la fusion, les actionnaires qui possèdent encore des actions au porteur des compartiments absorbés seront invités à présenter leurs titres physiques aux guichets de Dexia Banque Belgique afin de procéder à l’échange obligatoire. Les nouvelles actions obtenues seront des actions dématérialisées, ou à la demande de l’actionnaire, des actions nominatives. Les actionnaires qui n’acceptent pas les opérations peuvent, durant un délai d’un mois à dater de cette publication, demander le remboursement de leurs actions, sans aucun frais (à l’exception des taxes et impôts prélevés par les autorités des pays où les actions sont vendues). Les prospectus, les prospectus simplifiés et les derniers rapports périodiques sont disponibles gratuitement au siège social de la société. Le conseil d’administration. (35709) Dexia Index, sicav de droit belge - O.P.C.V.M., rue Royale 180, 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise 0459.951.432 Avis de convocation Les actionnaires des compartiments mentionnés ci-dessous sont priés d’assister, chacun pour ce qui les concerne, aux assemblées générales extraordinaires (AGE) détaillées ci-après qui se tiendront le 4 novembre 2008, rue Royale 180, à 1000 Bruxelles, afin de délibérer et de statuer sur les points mentionnés à leur ordre du jour. Ordres du jour : Fusions par absorption : 1. AGE du compartiment US, à 11 heures. Proposition de fusion du compartiment US par absorption au sein du compartiment North America de la sicav Dexia Sustainable. 2. AGE du compartiment European Bonds, à 11 h 15 m. Proposition de fusion du compartiment European Bonds par absorption au sein du compartiment Euro Bonds de la sicav Dexia Sustainable. Les actionnaires sont informés que l’AGE du compartiment absorbant se prononcera également sur la fusion par absorption du compartiment European Bonds de la sicav Dexia Allocation, ainsi que du compartiment International Bonds de Dexia Index. 3. AGE du compartiment Japan, à 11 h 30 m. Proposition de fusion du compartiment Japan par absorption au sein du compartiment Pacific de la sicav Dexia Sustainable. 4. AGE du compartiment World, à 11 h 45 m. Proposition de fusion du compartiment World par absorption au sein du compartiment World de la sicav Dexia Sustainable. 5. AGE du compartiment International Bonds, à 12 heures. Proposition de fusion du compartiment International Bonds par absorption au sein du compartiment Euro Bonds de la sicav Dexia Sustainable. Les actionnaires sont informés que l’AGE du compartiment absorbant se prononcera également sur la fusion par absorption du compartiment European Bonds de la sicav Dexia Allocation, ainsi que du compartiment European Bonds de Dexia Index. Les AGE des actionnaires précitées sont invitées à délibérer et à statuer sur leur ordre du jour. A. Documents et rapports : prise de connaissance et examen des documents ci-après : ✓ du projet de fusion établi sous forme d’acte sous seing privé par les conseils d’administration concernés contenant les mentions prescrites par l’article 693 du Code des sociétés.
50016
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Ce projet de fusion a été déposé au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles, le 16 septembre 2008; ✓ des rapports y afférant établis conformément aux articles 694 et 695 du Code des sociétés, à savoir : — le rapport écrit et circonstancié du conseil d’administration, contenant notamment les états comptables des compartiments concernés en date du 30 mai 2008; — le rapport du commissaire concernant le projet de fusion. Ces documents peuvent être obtenus gratuitement par les actionnaires au siège social de la société. Les rapports des administrateurs et les rapports du commissaire concernant les trois derniers exercices sociaux de la société ainsi que les comptes annuels des trois derniers exercices et un état comptable arrêté conformément à l’article 697, § 2, 5°, du Code des sociétés des compartiments concernés sont également mis à la disposition des actionnaires au même endroit. Dans son rapport spécial, le conseil d’administration juge opportun de procéder à la fusion afin d’offrir aux actionnaires de meilleures opportunités d’investissement et une plus grande diversification du risque d’investissement, grâce au regroupement d’un capital plus important. B. Proposition de résolution : B.1. Proposition de fusion : Proposition de fusion par absorption de tous les éléments de l’actif et du passif de l’ensemble du patrimoine du compartiment à absorber par le compartiment absorbant, selon les modalités et conditions fixées dans le projet de fusion dont question au point A. Sous réserve de l’approbation de la fusion, constatation de la dissolution sans liquidation du compartiment à absorber. Proposition de radiation dans les statuts des références du compartiment à absorber et adaptation des articles y référant. B.2. Détermination du rapport d’échange et indemnisation des actionnaires du compartiment à absorber : Proposition d’approbation du rapport d’échange établi sur base de la formule reprise ci-après et de la création d’actions du compartiment absorbant correspondant du même type que celles détenues antérieurement par les actionnaires du compartiment à absorber, à savoir soit des actions de capitalisation, soit des actions de distribution. Ces actions seront attribuées en rémunération du transfert des éléments actifs et passifs du compartiment à absorber, aux actionnaires dudit compartiment à absorber, en vertu des valeurs nettes d’inventaire et du rapport d’échange en découlant et selon les modalités suivantes : Dexia Index US Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable North America Cap./Dis.
Dexia Index European Bonds Classe C Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap./Dis
Dexia Index European Bonds Classe I Cap.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap.
Dexia Index International Bonds Classe C Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap./Dis.
Dexia Index International Bonds Classe I Cap.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap.
Dexia Index Japan Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Pacific Classe C Cap./Dis.
Dexia Index World Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable World Classe C Cap./Dis.
Le nombre d’actions à attribuer par actionnaire du compartiment à absorber se calculera selon la formule suivante à appliquer aux modalités ci-dessus : A = le nombre d’actions nouvelles à obtenir A =
B × C D
B = le nombre d’actions détenues dans le compartiment à absorber C = la valeur nette d’inventaire* par action du compartiment à absorber D = la valeur nette d’inventaire* par action du compartiment absorbant**
* Il s’agit de la dernière valeur nette d’inventaire qui aura été calculée avant les assemblées générales qui approuveront définitivement la fusion des compartiments concernés. ** Compte tenu de la division éventuelle de la valeur de l’action au moment de la fusion des compartiments concernés. Si, suite à l’échange, l’actionnaire se voit attribuer une fraction d’action, il pourra soit se faire racheter par le compartiment absorbant cette fraction d’action sans frais, sauf taxes éventuelles, soit compléter sa fraction d’action moyennant paiement, pour obtenir un nombre entier d’actions. C. Entrée en vigueur simultanée pour les décisions concernant les points sub 2. et 5. : Proposition que les décisions auront effet à partir du jour où elles sont prises et entreront en vigueur à partir de l’adoption des décisions correspondantes par les AGE des compartiments participant à la fusion. La réalisation d’une fusion entre deux compartiments ne dépendra pas de la réalisation de la fusion entre les autres compartiments. D. Pouvoirs : Proposition de conférer tous pouvoirs au conseil d’administration pour l’exécution des décisions à prendre à l’ordre du jour et au notaire instrumentant pour coordonner les statuts de la société et en déposer le texte coordonné au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles. Les AGE ne pourront prendre de décisions valables que si les actionnaires présents ou représentés représentent au moins la moitié du capital. Si cette condition n’est pas remplie, de nouvelles AGE seront convoquées et décideront de manière valable quelle que soit la part du capital présente ou représentée. Le rapport d’échange, pour les opérations ci-dessus détaillées, sera basé sur le nombre d’actions constaté le 27 octobre 2008, à 12 heures, et la valeur nette d’inventaire des compartiments concernés datée au 27 octobre 2008. Les actionnaires des compartiments liés aux opérations sont informés que l’exécution des demandes d’émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment sera suspendue, à dater du 27 octobre 2008, après 12 heures, jusqu’aux AGE. Il en résulte la suspension de la détermination de la valeur nette d’inventaire. Si, à l’expiration de la date limite de dépôt des titres en vue de participer aux AGE, il s’avère que ces AGE ne peuvent pas délibérer valablement, l’exécution des demandes d’émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment sera à nouveau acceptée à partir du 29 octobre 2008 et le calcul de la valeur nette d’inventaire des compartiments concernés sera à nouveau déterminé le jour bancaire ouvrable suivant cette date. La gestion du portefeuille d’investissement des compartiments concernés est assurée par Dexia Asset Management SA. Les actionnaires des compartiments absorbés sont également informés que la politique d’investissement des compartiments absorbants
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
50017
correspondants peut être substantiellement différente. Ces politiques d’investissements sont toutefois disponibles dans les prospectus et les projets de fusion dont question au point A. Un tableau reprenant une comparaison du total des frais sur encours pour les douze derniers mois et de la performance moyenne cumulée des compartiments visés sub. 1. à 5. est disponible sur demande de l’actionnaire. Les actionnaires des compartiments European Bonds et International Bonds sont informés que le conseil d’administration, en fonction de la réglementation actuellement en vigueur et des diverses informations dont il dispose, estime raisonnable de considérer les fusions comme un fait imposable pour l’application du prélèvement pour l’Etat de résidence dans le cadre de la Directive européenne sur l’épargne et du précompte mobilier. La dette fiscale latente de chaque investisseur sera toutefois archivée par l’agent payeur et sera retenue au moment du remboursement ultérieur. Si l’agent payeur n’est techniquement pas en mesure d’archiver la dette fiscale latente de chaque investisseur afin de pouvoir calculer correctement la base imposable intégrale lors du rachat ultérieur, il garde toutefois la liberté d’appliquer un précompte au moment de la fusion. Les actionnaires des compartiments à absorber qui se verront attribuer une fraction d’action, pourront soit se faire racheter cette fraction d’action sans frais, sauf taxes éventuelles par le compartiment absorbant correspondant, soit compléter leur fraction d’action moyennant paiement, pour obtenir un nombre entier d’actions. Les actionnaires désireux de participer aux AGE sont priés de se conformer aux prescriptions statutaires. Après la fusion, les actionnaires qui possèdent encore des actions au porteur des compartiments absorbés seront invités à présenter leurs titres physiques aux guichets de Dexia Banque Belgique afin de procéder à l’échange obligatoire. Les nouvelles actions obtenues seront des actions dématérialisées, ou à la demande de l’actionnaire, des actions nominatives. Les actionnaires des compartiments concernés par les fusions qui n’acceptent pas les modifications peuvent, durant un délai d’un mois à dater de cette publication, demander le remboursement de leurs actions, sans aucun frais (à l’exception des taxes et impôts prélevés par les autorités des pays où les actions sont vendues). Les prospectus, les prospectus simplifiés et les derniers rapports périodiques sont disponibles gratuitement au siège social de la société. Le conseil d’administration. (35710)
Dexia Index, bevek naar Belgisch recht - I.C.B.E., Koningsstraat 180, 1000 Brussel Ondernemingsnummer 0459.951.432 Oproepingsbericht De aandeelhouders van de hieronder vermelde compartimenten worden uitgenodigd, ieder waarvoor ze betrokken zijn, op de hierna gedetailleerde buitengewone algemene vergaderingen (BAV) die plaats zullen vinden op 4 november 2008, Koningsstraat 180, te 1000 Brussel, om er te beraadslagen en te stemmen over de punten op hun agenda : Agenda’s : Fusies door overneming : 1. BAV van het compartiment US, om 11 uur. Voorstel tot fusie van het compartiment US door overneming in het compartiment North America van de bevek Dexia Sustainable. 2. BAV van het compartiment European Bonds, om 11 u. 15 m. Voorstel tot fusie van het compartiment European Bonds door overneming in het compartiment Euro Bonds van de bevek Dexia Sustainable. De aandeelhouders worden ervan in kennis gesteld dat de BAV van het overnemende compartiment eveneens zal beraadslagen over de fusie door overneming van het compartiment European Bonds van de bevek Dexia Allocation, alsook van het compartiment International Bonds van Dexia Index. 3. BAV van het compartiment Japan, om 11 u. 30 m. Voorstel tot fusie van het compartiment Japan door overneming in het compartiment Pacific van de bevek Dexia Sustainable. 4. BAV van het compartiment World, om 11 u. 45 m. Voorstel tot fusie van het compartiment World door overneming in het compartiment World van de bevek Dexia Sustainable. 5. BAV van het compartiment International Bonds, om 12 uur. Voorstel tot fusie van het compartiment International Bonds door overneming in het compartiment Euro Bonds van de bevek Dexia Sustainable. De aandeelhouders worden ervan in kennis gesteld dat de BAV van het overnemende compartiment eveneens zal beraadslagen over de fusie door overneming van het compartiment European Bonds van de bevek Dexia Allocation, alsook van het compartiment European Bonds van Dexia Index. De BAV van de aandeelhouders van elk van de hierboven vermelde compartimenten worden uitgenodigd om er te beraadslagen en te stemmen over hun agenda. A. Documenten en verslagen : kennisname en bespreking van de hierna genoemde documenten : ✓ van het fusievoorstel opgesteld onder de vorm van een onderhandse akte door de betrokken raden van bestuur. Dit fusievoorstel bevat de vermeldingen voorgeschreven door artikel 693 van het Wetboek van vennootschappen, en werd neergelegd op 16 september 2008, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel; ✓ van de verslagen opgesteld overeenkomstig de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van vennootschappen, met name : — het omstandig schriftelijk verslag van de raad van bestuur, hetwelk de boekhoudkundige staten van de betrokken compartimenten, vastgesteld op 30 mei 2008, bevat; — het verslag van de commissaris over het fusievoorstel. Deze documenten zijn gratis ter beschikking van de aandeelhouders op de zetel van de vennootschap. De verslagen van de bestuurders en de verslagen van de commissaris met betrekking tot de laatste drie maatschappelijke boekjaren van de Vennootschap alsook de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren en een boekhoudkundige staat van de betrokken compartimenten opgesteld overeenkomstig het artikel 697, § 2, 5°, van het Wetboek van vennootschappen zijn ook ter beschikking van de aandeelhouders op dezelfde plaats. In zijn bijzonder verslag acht de raad van bestuur het opportuun om over te gaan tot die fusie teneinde aan de aandeelhouders betere beleggingsopportuniteiten en een grotere spreiding van het beleggingsrisico te bieden en dit door het bijeenbrengen van een omvangrijker kapitaal.
50018
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
B. Voorstel tot besluit : B.1. Voorstel tot fusie : Voorstel tot fusie door overneming van alle activa en passiva van heel het vermogen van het over te nemen compartiment door het overnemende compartiment en overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden bepaald in het fusievoorstel vermeld onder punt A. Onder voorbehoud van de goedkeuring van de fusie, vaststelling van de ontbinding zonder vereffening van het over te nemen compartiment. Voorstel tot schrapping uit de statuten van de verwijzingen naar het over te nemen compartiment en aanpassing van de betreffende artikelen. B.2. Bepaling van de ruilverhouding en vergoeding van de aandeelhouders van het over te nemen compartiment : Voorstel tot goedkeuring van de onderstaande ruilverhouding op basis van de hieronder vermelde formule en van de creatie van aandelen van het corresponderende overnemende compartiment van hetzelfde type als deze die de aandeelhouders van het over te nemen compartiment reeds bezaten, te weten hetzij kapitalisatieaandelen, hetzij distributieaandelen. Als vergoeding voor de overgang van de activa- en passivabestanddelen van het over te nemen compartiment en op grond van de netto-inventariswaarden en de daaruit voortvloeiende ruilverhouding alsook overeenkomstig de volgende modaliteiten, zullen die aandelen aan de aandeelhouders van het aldus over te nemen compartiment toegekend worden : Dexia Index US Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable North America Kap./Dis.
Dexia Index European Bonds Klasse C Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap./Dis.
Dexia Index European Bonds Klasse I Kap.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap.
Dexia Index International Bonds Klasse C Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap./Dis.
Dexia Index International Bonds Klasse I Kap.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap.
Dexia Index Japan Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Pacific Klasse C Kap./Dis.
Dexia Index World Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable World Klasse C Kap./Dis.
Het aantal toe te kennen aandelen per aandeelhouder van het over te nemen compartiment zal volgens de volgende formule, toe te passen op de bovenvermelde modaliteiten, worden berekend : A = het aantal nieuw te verkrijgen aandelen A =
B × C D
B = het aantal aandelen gehouden in het over te nemen compartiment C = de netto-inventariswaarde* per aandeel van het over te nemen compartiment D = de netto-inventariswaarde* per aandelen van het overnemende compartiment**
* Het betreft de laatste netto-inventariswaarde die zal worden berekend voor de algemene vergaderingen die de fusie van de betreffende compartimenten definitief zullen goedkeuren. ** Rekening houdende met de eventuele splitsing van de waarde van het aandeel op het ogenblik van de fusie van de betreffende compartimenten. Indien, ingevolge de ruilverhouding, de aandeelhouder een fractie van een aandeel toegekend krijgt, kan hij ofwel deze fractie door het overnemende compartiment laten inkopen zonder kosten, met uitzondering van de eventuele taksen, ofwel zijn fractie vervolledigen, middels betaling, om een volledig aandeel te bekomen. C. Gelijktijdige inwerkingtreding van de beslissingen betreffende de punten sub. 2. en 5. : Voorstel om de beslissingen te laten gelden vanaf de dag dat zij genomen worden en in werking te laten treden vanaf het nemen van de overeenkomstige beslissingen door de BAV van de compartimenten die aan de fusie deelnemen. De verwezenlijking van een fusie tussen twee compartimenten zal niet afhangen van de verwezenlijking van de fusie tussen de andere compartimenten. D. Machten : voorstel om alle machten te verlenen aan de raad van bestuur die nodig zijn voor de uitvoering van de te nemen beslissingen op de agenda en aan de instrumenterende notaris om de statuten van de vennootschap te coördineren en de gecoördineerde tekst neer te leggen op de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel. De BAV kunnen slechts geldig beslissen indien de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders minstens de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Wanneer deze voorwaarde niet vervuld is, worden nieuwe vergaderingen bijeengeroepen, die rechtsgeldig zullen beslissen ongeacht het deel van het kapitaal dat aanwezig of vertegenwoordigd is. De ruilverhouding van de hierboven vermelde operaties zal gebaseerd worden op het aantal aandelen vastgesteld op 27 oktober 2008, om 12 uur, en de netto-inventariswaarde van de betrokken compartimenten gedateerd op 27 oktober 2008. De aandeelhouders van de compartimenten, die betrokken zijn bij de operatie, worden geïnformeerd dat de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging zal geblokkeerd worden vanaf 27 oktober 2008, na 12 uur, tot aan de BAV. Bijgevolg, zal de bepaling van de netto-inventariswaarde geschorst worden. Indien bij het verlopen van de uiterste datum van neerlegging van de aandelen om deel te nemen aan de BAV, blijkt dat die vergaderingen niet geldig kunnen beraadslagen, zal de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging opnieuw aanvaard worden vanaf 29 oktober 2008 en de berekening van de netto-inventariswaarde van de betrokken compartimenten zal op de bankwerkdag na die datum opnieuw worden bepaald. Het beheer van de beleggingsportefeuille van de betrokken compartimenten wordt door Dexia Asset Management NV verzekerd. De aandeelhouders van de over te nemen compartimenten worden er eveneens van op de hoogte gebracht dat de beleggingspolitiek van de corresponderende overnemende compartiment substantieel verschillend kan zijn. Die beleggingspolitieken worden tevens beschreven in de prospectussen alsook in het fusievoorstel waarvan sprake in het punt A. Een tabel met een vergelijking van het totale kostenpercentage over de laatste twaalf maanden en het gemiddelde cumulatieve rendement van de compartimenten beoogd in de punten sub 1. tot 5. 1.1 tot 1.13., is beschikbaar op aanvraag van de aandeelhouder. De aandeelhouders van de compartimenten European Bonds en International Bonds worden op de hoogte gebracht dat de raad van bestuur, in functie van de momenteel geldende reglementering en de verschillende inlichtingen waarover de raad beschikt, het redelijk acht om de fusie te beschouwen als een belastbaar feit voor de toepassing van de Woonstaatheffing in het kader van de Europese Spaarrichtlijn en voor de toepassing van de roerende voorheffing. De latente belastingschuld van elke belegger zal echter door de paying agent gearchiveerd worden en op het moment van de latere inkoop ingehouden worden. De paying agent die technisch niet in staat is om de latente belastingschuld van elke belegger te archiveren teneinde zo de integrale belastbare basis bij een latere inkoop correct te kunnen berekenen, behoudt de vrijheid om toch een voorheffing toe te passen op het moment van de fusie.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
50019
De aandeelhouders van de over te nemen compartimenten die een fractie van een aandeel toegekend krijgen, kunnen ofwel deze fractie door het overnemende compartiment laten inkopen zonder kosten, met uitzondering van de eventuele taksen, ofwel hun fractie vervolledigen, middels betaling, om een volledig aandeel te bekomen. De aandeelhouders die aan de BAV willen deel nemen worden verzocht om zich aan de statutaire bepalingen te conformeren. Na de fusie zullen de aandeelhouders die nog aandelen aan toonder van de overgenomen compartimenten bezitten, uitgenodigd worden om hun fysieke effecten aan te bieden aan de loketten van Dexia Bank België, teneinde over te gaan tot de verplichte omruiling. De nieuwe toegekende aandelen zullen gedematerialiseerde aandelen zijn, of op aanvraag van de aandeelhouder, aandelen op naam. De aandeelhouders van de bij de fusie betrokken compartimenten die niet akkoord gaan met deze operatie kunnen, gedurende een maand vanaf de onderhavige publicatie, de terugbetaling vragen van hun aandelen, zonder kosten (met uitzondering van de taksen en belastingen die worden geheven door de overheden van de landen waar de aandelen verkocht worden). De prospectussen, de vereenvoudigde prospectussen en de laatste periodieke verslagen zijn gratis beschikbaar op de zetel van de vennootschap. De raad van bestuur. (35710) Dexia Equities B, bevek naar Belgisch recht - I.C.B.E., Pachecolaan 44, 1000 Brussel Ondernemingsnummer 0444.229.910 Oproepingsbericht De aandeelhouders van de hieronder vermelde compartimenten worden uitgenodigd, ieder waarvoor ze betrokken zijn, op de hierna gedetailleerde buitengewone algemene vergaderingen (BAV) die plaats zullen vinden op 4 november 2008, Koningsstraat 180, te 1000 Brussel, jom er te beraadslagen en te stemmen over de punten op hun agenda : 1. BAV van het compartiment Europe om, 10 u. 30 m. Fusie door overneming : Voorstel tot fusie van het compartiment EMU Equities van de bevek Dexia Allocation door overneming in het compartiment Europe. A. Documenten en verslagen : kennisname en bespreking van de hierna genoemde documenten : ✓ van het fusievoorstel opgesteld onder de vorm van een onderhandse akte door de betrokken Raden van Bestuur. Dit fusievoorstel bevat de vermeldingen voorgeschreven door artikel 693 van het Wetboek van vennootschappen, en werd neergelegd op 16 september 2008 ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel; ✓ van de verslagen opgesteld overeenkomstig de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van vennootschappen, met name : — het omstandig schriftelijk verslag van de raad van bestuur, hetwelk de boekhoudkundige staten van de betrokken compartimenten, vastgesteld op 30 mei 2008, bevat; — het verslag van de commissaris over het fusievoorstel. Deze documenten zijn gratis ter beschikking van de aandeelhouders op de zetel van de vennootschap. De verslagen van de bestuurders en de verslagen van de commissaris met betrekking tot de laatste drie maatschappelijke boekjaren van de vennootschap alsook de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren en een boekhoudkundige staat van de betrokken compartimenten opgesteld overeenkomstig het artikel 697, § 2, 5°, van het Wetboek van vennootschappen zijn ook ter beschikking van de aandeelhouders op dezelfde plaats. In zijn bijzonder verslag acht de raad van bestuur het opportuun om over te gaan tot die fusie teneinde aan de aandeelhouders betere beleggingsopportuniteiten en een grotere spreiding van het beleggingsrisico te bieden en dit door het bijeenbrengen van een omvangrijker kapitaal. B. Voorstel tot besluit : B.1. Voorstel tot fusie : Voorstel tot fusie door overneming van alle activa en passiva van heel het vermogen van het over te nemen compartiment door het overnemende compartiment en overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden bepaald in het fusievoorstel vermeld onder punt A. B.2. Bepaling van de ruilverhouding en vergoeding van de aandeelhouders van het over te nemen compartiment : Voorstel tot goedkeuring van de onderstaande ruilverhouding op basis van de hieronder vermelde formule en van de creatie van aandelen van het corresponderende overnemende compartiment van hetzelfde type zijn als deze die de aandeelhouders van het over te nemen compartiment reeds bezaten, te weten hetzij kapitalisatieaandelen, hetzij distributieaandelen. Als vergoeding voor de overgang van de activaen passivabestanddelen van het over te nemen compartiment en op grond van de netto-inventariswaarden en de daaruit voortvloeiende ruilverhouding, zullen die aandelen aan de aandeelhouders van het aldus over te nemen compartiment toegekend worden. Deze aandelen zullen van hetzelfde type zijn als deze die de aandeelhouders van het over te nemen compartiment reeds bezaten, te weten hetzij kapitalisatieaandelen, hetzij distributieaandelen. Het aantal toe te kennen aandelen per aandeelhouder van het over te nemen compartiment zal volgens de volgende formule worden berekend : A = het aantal nieuw te verkrijgen kapitalisatie/distributieaandelen A =
B × C D
B = het aantal kapitalisatie/distributieaandelen gehouden in het over te nemen compartiment C = de netto-inventariswaarde* per kapitalisatie/distributieaandeel van het over te nemen compartiment D = de netto-inventariswaarde* per kapitalisatie/distributieaandeel van het overnemende compartiment**
* Het betreft de laatste netto-inventariswaarde die zal worden berekend voor de algemene vergaderingen die de fusie van de betreffende compartimenten definitief zullen goedkeuren.
50020
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
** Rekening houdende met de eventuele splitsing van de waarde van het aandeel op het ogenblik van de fusie van de betreffende compartimenten. Indien, ingevolge de ruilverhouding, de aandeelhouder een fractie van een aandeel toegekend krijgt, kan hij ofwel deze fractie door het overnemende compartiment laten inkopen zonder kosten, met uitzondering van de eventuele taksen, ofwel zijn fractie vervolledigen, middels betaling, om een volledig aandeel te bekomen. C. Machten : voorstel om alle machten te verlenen aan de raad van bestuur die nodig zijn voor de uitvoering van de te nemen beslissingen op de agenda. 2. BAV van het compartiment European Consumer Goods, om 10 u. 45 m. Statutenwijziging : a) Voorstel tot wijziging van de benaming van het compartiment in Leading Brands en bijgevolg aanpassing van de betreffende artikelen van de statuten. b) Voorstel tot wijziging van de beleggingspolitiek van het compartiment als volgt : « De activa van dit compartiment worden voornamelijk belegd in aandelen en/of in met aandelen gelijk te stellen effecten die worden uitgegeven door vennootschappen die erkende merken uitbaten en waarvan het merendeel onder hen actief is in de sector van de consumptiegoederen. De drie voornaamste streken van de wereld (Amerika, Europa, Azië) zullen vertegenwoordigd worden. De eventuele beleggingen in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging mogen niet meer dan tien percent (10 %) van de activa van het compartiment vertegenwoordigen. » Bijgevolg, aanpassing van het betreffende artikel van de statuten. c) Voorstel om alle machten te verlenen aan de raad van bestuur die nodig zijn voor de uitvoering van de te nemen beslissingen op de agenda en aan de instrumenterende notaris om de statuten van de vennootschap te coördineren en de gecoördineerde tekst neer te leggen op de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel. De BAV kunnen slechts geldig beslissen indien de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders minstens de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Wanneer deze voorwaarde niet vervuld is, worden nieuwe vergaderingen bijeengeroepen, die rechtsgeldig zullen beslissen ongeacht het deel van het kapitaal dat aanwezig of vertegenwoordigd is. De ruilverhouding van de fusie zal gebaseerd worden op het aantal aandelen vastgesteld op 27 oktober 2008, om 12 uur, en de nettoinventariswaarde van de betrokken compartimenten gedateerd op 27 oktober 2008. De aandeelhouders van het compartiment Europe worden geïnformeerd dat de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging zal geblokkeerd worden vanaf 27 oktober 2008, na 12 uur, tot aan de BAV. Bijgevolg, zal de bepaling van de netto-inventariswaarde geschorst worden. Indien bij het verlopen van de uiterste datum van neerlegging van de aandelen om deel te nemen aan de BAV, blijkt dat die vergadering niet geldig kan beraadslagen, zal de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging opnieuw aanvaard worden vanaf 29 oktober 2008 en de berekening van de netto-inventariswaarde zal op de bankwerkdag na die datum opnieuw worden bepaald. De aandeelhouders die aan de Vergadering willen deelnemen worden verzocht om zich aan de statutaire bepalingen te conformeren. De aandeelhouders van het compartiment European Consumer Goods die niet akkoord gaan met de wijzigingen kunnen, gedurende één maand vanaf de onderhavige publicatie, de terugbetaling vragen van hun aandelen, zonder kosten (met uitzondering van de taksen en belastingen die worden geheven door de overheden van de landen waar de aandelen verkocht worden). De prospectussen, de vereenvoudigde prospectussen en de laatste periodieke verslagen zijn gratis beschikbaar op de zetel van de vennootschap. De raad van bestuur. (35711)
Dexia Equities B, sicav de droit belge - O.P.C.V.M., boulevard Pachéco 44, 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise 0444.229.910 Avis de convocation Les actionnaires des compartiments mentionnés ci-dessous sont priés d’assister, chacun pour ce qui les concerne, aux assemblées générales extraordinaires (AGE) détaillées ci-après qui se tiendront le 4 novembre 2008, rue Royale 180, à 1000 Bruxelles, afin de délibérer et de statuer sur les points mentionnés à leur ordre du jour. 1. AGE du compartiment Europe, à 10 h 30 m. Fusion par absorption. Proposition de fusion du compartiment EMU Equities de la sicav Dexia Allocation par absorption au sein du compartiment Europe. A. Documents et rapports : prise de connaissance et examen des documents ci-après ✓ du projet de fusion établi sous forme d’acte sous seing privé par les conseils d’administration concernés contenant les mentions prescrites par l’article 693 du Code des sociétés. Ce projet de fusion a été déposé au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles le 16 septembre 2008; ✓ des rapports y afférant établis conformément aux articles 694 et 695 du Code des sociétés, à savoir : — le rapport écrit et circonstancié du conseil d’administration, contenant notamment les états comptables des compartiments concernés en date du 30 mai 2008; — le rapport du commissaire concernant le projet de fusion. Ces documents peuvent être obtenus gratuitement par les actionnaires au siège social de la société. Les rapports des administrateurs et les rapports du commissaire concernant les trois derniers exercices sociaux de la société ainsi que les comptes annuels des trois derniers exercices et un état comptable arrêté conformément à l’article 697, § 2, 5°, du Code des sociétés des compartiments concernés sont également mis à la disposition des actionnaires au même endroit.
50021
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Dans son rapport spécial, le conseil d’administration juge opportun de procéder à la fusion afin d’offrir aux actionnaires de meilleures opportunités d’investissement et une plus grande diversification du risque d’investissement, grâce au regroupement d’un capital plus important. B. Proposition de résolution : B.1. Proposition de fusion : Proposition de fusion par absorption de tous les éléments de l’actif et du passif de l’ensemble du patrimoine du compartiment à absorber par le compartiment absorbant, selon les modalités et conditions fixées dans le projet de fusion dont question au point A. B.2. Détermination du rapport d’échange et indemnisation des actionnaires du compartiment à absorber : Proposition d’approbation du rapport d’échange établi sur base de la formule reprise ci-après et de la création d’actions du compartiment absorbant correspondant. Ces actions seront attribuées en rémunération du transfert des éléments actifs et passifs du compartiment à absorber, aux actionnaires dudit compartiment à absorber, en vertu des valeurs nettes d’inventaire et du rapport d’échange en découlant. Ces nouvelles actions seront du même type que celles détenues antérieurement par les actionnaires du compartiment à absorber, à savoir soit des actions de capitalisation, soit des actions de distribution. Le nombre d’actions à attribuer par actionnaire du compartiment à absorber se calculera selon la formule suivante : A = le nombre d’actions de capitalisation/distribution nouvelles à obtenir A =
B × C D
B = le nombre d’actions de capitalisation/distribution détenues dans le compartiment à absorber C = la valeur nette d’inventaire* par action de capitalisation/distribution du compartiment à absorber D = la valeur nette d’inventaire* par action de capitalisation/distribution du compartiment absorbant**
* Il s’agit de la dernière valeur nette d’inventaire qui aura été calculée avant les assemblées générales qui approuveront définitivement la fusion des compartiments concernés. ** Compte tenu de la division éventuelle de la valeur de l’action au moment de la fusion des compartiments concernés. Si, suite à l’échange, l’actionnaire se voit attribuer une fraction d’action, il pourra soit se faire racheter par le compartiment absorbant cette fraction d’action sans frais, sauf taxes éventuelles, soit compléter sa fraction d’action moyennant paiement, pour obtenir un nombre entier d’actions. C. Pouvoirs : Proposition de conférer tous pouvoirs au conseil d’administration pour l’exécution des décisions à prendre à l’ordre du jour. 2. AGE du compartiment European Consumer Goods, à 10 h 45 m. Modifications statutaires : a) Proposition de modifier la dénomination du compartiment en Leading Brands et par conséquent adaptation des articles des statuts y référant. b) Proposition de modifier la politique d’investissement du compartiment comme suit : « Les actifs de ce compartiment seront investis essentiellement en actions et/ou en valeurs mobilières assimilables aux actions émises par des sociétés exploitant des marques reconnues et actives, pour la plupart d’entre elles, dans le secteur des biens de consommation. Les trois principales régions du monde (Amérique, Europe, Asie) seront représentées. Les éventuels placements en parts d’organismes de placement collectif ne représenteront pas plus de dix pourcent (10 %) des actifs du compartiment. » Par conséquent, adaptation de l’article des statuts y référant. c) Proposition de conférer tous pouvoirs au conseil d’administration pour l’exécution des décisions à prendre à l’ordre du jour et au notaire instrumentant pour coordonner les statuts de la Société et en déposer le texte coordonné au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles. Les AGE ne pourront prendre de décisions valables que si les actionnaires présents ou représentés représentent au moins la moitié du capital. Si cette condition n’est pas remplie, de nouvelles AGE seront convoquées et décideront de manière valable quelle que soit la part du capital présente ou représentée. Le rapport d’échange de la fusion sera basé sur le nombre d’actions constaté le 27 octobre 2008, à 12 heures, et la valeur nette d’inventaire des compartiments concernés datée au 27 octobre 2008. Les actionnaires du compartiment Europe sont informés que l’exécution des demandes d’émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment sera suspendue, à dater du 27 octobre 2008, après 12 heures, jusqu’aux AGE. Il en résulte la suspension de la détermination de la valeur nette d’inventaire. Si, à l’expiration de la date limite de dépôt des titres en vue de participer à l’AGE, il s’avère que cette AGE ne peut pas délibérer valablement, l’exécution des demandes d’émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment sera à nouveau acceptée à partir du 29 octobre 2008 et le calcul de la valeur nette d’inventaire sera à nouveau déterminé le jour bancaire ouvrable suivant cette date. Les actionnaires désireux de participer aux AGE sont priés de se conformer aux prescriptions statutaires. Les actionnaires du compartiment European Consumer Goods qui n’acceptent pas les modifications peuvent, durant un délai d’un mois à dater de cette publication, demander le remboursement de leurs actions, sans aucun frais (à l’exception des taxes et impôts prélevés par les autorités des pays où les actions sont vendues). Les prospectus, les prospectus simplifiés et les derniers rapports périodiques sont disponibles gratuitement au siège social de la société.
Le conseil d’administration. (35711)
50022
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Dexia Sustainable, bevek naar Belgisch recht - I.C.B.E., Koningsstraat 180, 1000 Brussel Ondernemingsnummer 0471.368.431 Oproepingsbericht
De aandeelhouders van de hieronder vermelde compartimenten worden uitgenodigd, ieder waarvoor ze betrokken zijn, op de hierna gedetailleerde buitengewone algemene vergaderingen (BAV) die plaats zullen vinden op 4 november 2008, Koningsstraat 180, te 1000 Brussel, om er te beraadslagen en te stemmen over de punten op hun agenda : Agenda’s : Fusies door overneming. 1. BAV van het compartiment Euro Bonds, om 12 u. 15 m. Voorstel tot fusie van de compartimenten European Bonds en International Bonds van de bevek Dexia Index en European Bonds van de bevek Dexia Allocation door overneming in het compartiment Euro Bonds. 2. BAV van het compartiment North America, om 12 u. 30 m. Voorstel tot fusie van het compartiment US van de bevek Dexia Index door overneming in het compartiment North America. 3. BAV van het compartiment Pacific, om 12 u. 45 m. Voorstel tot fusie van het compartiment Japan van de bevek Dexia Index door overneming in het compartiment Pacific. 4. BAV van het compartiment World, om 13 uur Voorstel tot fusie van het compartiment World van de bevek Dexia Index door overneming in het compartiment World. De BAV van de aandeelhouders van elk van de hierboven vermelde compartimenten worden uitgenodigd om er te beraadslagen en te stemmen over hun agenda. A. Documenten en verslagen : kennisname en bespreking van de hierna genoemde documenten : ✓ van het fusievoorstel opgesteld onder de vorm van een onderhandse akte door de betrokken raden van bestuur. Dit fusievoorstel bevat de vermeldingen voorgeschreven door artikel 693 van het Wetboek van vennootschappen, en werd neergelegd op 16 september 2008 ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel; ✓ van de verslagen opgesteld overeenkomstig de artikelen 694 en 695 van het Wetboek van vennootschappen, met name : — het omstandig schriftelijk verslag van de raad van bestuur, hetwelk de boekhoudkundige staten van de betrokken compartimenten, vastgesteld op 30 mei 2008, bevat; — het verslag van de commissaris over het fusievoorstel. Deze documenten zijn gratis ter beschikking van de aandeelhouders op de zetel van de vennootschap. De verslagen van de bestuurders en de verslagen van de commissaris met betrekking tot de laatste drie maatschappelijke boekjaren van de Vennootschap alsook de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren en een boekhoudkundige staat van de betrokken compartimenten opgesteld overeenkomstig het artikel 697, § 2, 5°, van het Wetboek van vennootschappen zijn ook ter beschikking van de aandeelhouders op dezelfde plaats. In zijn bijzonder verslag acht de raad van bestuur het opportuun om over te gaan tot die fusie teneinde aan de aandeelhouders betere beleggingsopportuniteiten en een grotere spreiding van het beleggingsrisico te bieden en dit door het bijeenbrengen van een omvangrijker kapitaal. B. Voorstel tot besluit : B.1. Voorstel tot fusie : Voorstel tot fusie door overneming van alle activa en passiva van heel het vermogen van het over te nemen compartiment door het overnemende compartiment en overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden bepaald in het fusievoorstel vermeld onder punt A. B.2. Bepaling van de ruilverhouding en vergoeding van de aandeelhouders van het over te nemen compartiment : Voorstel tot goedkeuring van de onderstaande ruilverhouding op basis van de hieronder vermelde formule en van de creatie van aandelen van het corresponderende overnemende compartiment van hetzelfde type als deze die de aandeelhouders van het over te nemen compartiment reeds bezaten, te weten hetzij kapitalisatieaandelen, hetzij distributieaandelen. Als vergoeding voor de overgang van de activa- en passivabestanddelen van het over te nemen compartiment en op grond van de netto-inventariswaarden en de daaruit voortvloeiende ruilverhouding alsook overeenkomstig de volgende modaliteiten, zullen die aandelen aan de aandeelhouders van het aldus over te nemen compartiment toegekend worden : Dexia Index European Bonds Klasse C Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap./Dis.
Dexia Index European Bonds Klasse I Kap.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap.
Dexia Index International Bonds Klasse C Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap./Dis.
Dexia Index International Bonds Klasse I Kap.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap.
Dexia Allocation European Bonds Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Klasse C Kap./Dis.
Dexia Index US Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable North America Klasse C Kap./Dis.
Dexia Index Japan Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Pacific Klasse C Kap./Dis.
Dexia Index World Kap./Dis.
=>
Dexia Sustainable World Klasse C Kap./Dis.
Het aantal toe te kennen aandelen per aandeelhouder van het over te nemen compartiment zal volgens de volgende formule, toe te passen op de bovenvermelde modaliteiten, worden berekend.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
50023
A = het aantal nieuw te verkrijgen aandelen A =
B × C D
B = het aantal aandelen gehouden in het over te nemen compartiment C = de netto-inventariswaarde* per aandeel van het over te nemen compartiment D = de netto-inventariswaarde* per aandeel van het overnemende compartiment**
* Het betreft de laatste netto-inventariswaarde die zal worden berekend voor de algemene vergaderingen die de fusie van de betreffende compartimenten definitief zullen goedkeuren. ** Rekening houdende met de eventuele splitsing van de waarde van het aandeel op het ogenblik van de fusie van de betreffende compartimenten. Indien, ingevolge de ruilverhouding, de aandeelhouder een fractie van een aandeel toegekend krijgt, kan hij ofwel deze fractie door het overnemende compartiment laten inkopen zonder kosten, met uitzondering van de eventuele taksen, ofwel zijn fractie vervolledigen, middels betaling, om een volledig aandeel te bekomen. C. Gelijktijdige inwerkingtreding van de beslissingen betreffende de punt sub 1. : Voorstel om de beslissingen te laten gelden vanaf de dag dat zij genomen worden en in werking te laten treden vanaf het nemen van de overeenkomstige beslissingen door de BAV van de compartimenten die aan de fusie deelnemen. De verwezenlijking van een fusie tussen twee compartimenten zal niet afhangen van de verwezenlijking van de fusie tussen de andere compartimenten. D. Machten : voorstel om alle machten te verlenen aan de raad van bestuur die nodig zijn voor de uitvoering van de te nemen beslissingen op de agenda. De BAV kunnen slechts geldig beslissen indien de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders minstens de helft van het kapitaal vertegenwoordigen. Wanneer deze voorwaarde niet vervuld is, worden nieuwe vergaderingen bijeengeroepen, die rechtsgeldig zullen beslissen ongeacht het deel van het kapitaal dat aanwezig of vertegenwoordigd is. De ruilverhouding van de hierboven vermelde operaties zal gebaseerd worden op het aantal aandelen vastgesteld op 27 oktober 2008, om 12 uur, en de netto-inventariswaarde van de betrokken compartimenten gedateerd op 27 oktober 2008. De aandeelhouders van de compartimenten, die betrokken zijn bij de operatie, worden geïnformeerd dat de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging zal geblokkeerd worden vanaf 27 oktober 2008, na 12 uur, tot aan de BAV. Bijgevolg, zal de bepaling van de netto-inventariswaarde geschorst worden. Indien bij het verlopen van de uiterste datum van neerlegging van de aandelen om deel te nemen aan de BAV, blijkt dat die vergaderingen niet geldig kunnen beraadslagen, zal de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging opnieuw aanvaard worden vanaf 29 oktober 2008 en de berekening van de netto-inventariswaarde van de betrokken compartimenten zal op de bankwerkdag na die datum opnieuw worden bepaald. De aandeelhouders die aan de vergadering willen deel nemen worden verzocht om zich aan de statutaire bepalingen te conformeren. De prospectussen, de vereenvoudigde prospectussen en de laatste periodieke verslagen zijn gratis beschikbaar op de zetel van de vennootschap. De raad van bestuur. (35712)
Dexia Sustainable, sicav de droit belge - O.P.C.V.M., rue Royale 180, 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise 0471.368.431 Avis de convocation Les actionnaires des compartiments mentionnés ci-dessous sont priés d’assister, chacun pour ce qui les concerne, aux Assemblées Générales Extraordinaires (AGE) détaillées ci-après qui se tiendront le 04/11/2008, rue Royale 180 à 1000 Bruxelles, afin de délibérer et de statuer sur les points mentionnés à leur ordre du jour. Ordres du jour : Fusions par absorption. 1. AGE du compartiment Euro Bonds, à 12 h 15 m. Proposition de fusion des compartiments European Bonds et International Bonds de la sicav Dexia Index et European Bonds de la sicav Dexia Allocation par absorption au sein du compartiment Euro Bonds. 2. AGE du compartiment North America, à 12 h 30 m. Proposition de fusion du compartiment US de la sicav Dexia Index par absorption au sein du compartiment North America. 3. AGE du compartiment Pacific, à 12 h 45 m. Proposition de fusion du compartiment Japan de la sicav Dexia Index par absorption au sein du compartiment Pacific. 4. AGE du compartiment World, à 13 heures. Proposition de fusion du compartiment World de la sicav Dexia Index par absorption au sein du compartiment World. Les AGE des actionnaires précitées sont invitées à délibérer et à statuer sur leur ordre du jour. A. Documents et rapports : prise de connaissance et examen des documents ci-après ✓ du projet de fusion établi sous forme d’acte sous seing privé par les conseils d’administration concernés contenant les mentions prescrites par l’article 693 du Code des sociétés. Ce projet de fusion a été déposé au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles le 16 septembre 2008; ✓ des rapports y afférant établis conformément aux articles 694 et 695 du Code des sociétés, à savoir : — le rapport écrit et circonstancié du conseil d’administration, contenant notamment les états comptables des compartiments concernés en date du 30 mai 2008; — le rapport du commissaire concernant le projet de fusion. Ces documents peuvent être obtenus gratuitement par les actionnaires au siège social de la société.
50024
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Les rapports des administrateurs et les rapports du commissaire concernant les trois derniers exercices sociaux de la société ainsi que les comptes annuels des trois derniers exercices et un état comptable arrêté conformément à l’article 697, § 2, 5°, du Code des sociétés des compartiments concernés sont également mis à la disposition des actionnaires au même endroit. Dans son rapport spécial, le conseil d’administration juge opportun de procéder à la fusion afin d’offrir aux actionnaires de meilleures opportunités d’investissement et une plus grande diversification du risque d’investissement, grâce au regroupement d’un capital plus important. B. Proposition de résolution : B.1. Proposition de fusion : Proposition de fusion par absorption de tous les éléments de l’actif et du passif de l’ensemble du patrimoine du compartiment à absorber par le compartiment absorbant, selon les modalités et conditions fixées dans le projet de fusion dont question au point A. B.2. Détermination du rapport d’échange et indemnisation des actionnaires du compartiment à absorber : Proposition d’approbation du rapport d’échange établi sur base de la formule reprise ci-après et de la création d’actions du compartiment absorbant correspondant du même type que celles détenues antérieurement par les actionnaires du compartiment à absorber, à savoir : soit des actions de capitalisation, soit des actions de distribution. Ces actions seront attribuées en rémunération du transfert des éléments actifs et passifs du compartiment à absorber, aux actionnaires dudit compartiment à absorber, en vertu des valeurs nettes d’inventaire et du rapport d’échange en découlant et selon les modalités suivantes : Dexia Index European Bonds Classe C Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap./Dis.
Dexia Index European Bonds Classe I Cap.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap.
Dexia Index International Bonds Classe C Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap./Dis.
Dexia Index International Bonds Classe I Cap.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap.
Dexia Allocation European Bonds Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Euro Bonds Classe C Cap./Dis.
Dexia Index US Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable North America Classe C Cap./Dis.
Dexia Index Japan Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable Pacific Classe C Cap./Dis.
Dexia Index World Cap./Dis.
=>
Dexia Sustainable World Classe C Cap./Dis.
Le nombre d’actions à attribuer par actionnaire du compartiment à absorber se calculera selon la formule suivante à appliquer aux modalités ci-dessus : A = le nombre d’actions nouvelles à obtenir A =
B × C D
B = le nombre d’actions détenues dans le compartiment à absorber C = la valeur nette d’inventaire* par action du compartiment à absorber D = la valeur nette d’inventaire* par action du compartiment absorbant**
* Il s’agit de la dernière valeur nette d’inventaire qui aura été calculée avant les assemblées générales qui approuveront définitivement la fusion des compartiments concernés. ** Compte tenu de la division éventuelle de la valeur de l’action au moment de la fusion des compartiments concernés. Si, suite à l’échange, l’actionnaire se voit attribuer une fraction d’action, il pourra soit se faire racheter par le compartiment absorbant cette fraction d’action sans frais, sauf taxes éventuelles, soit compléter sa fraction d’action moyennant paiement, pour obtenir un nombre entier d’actions. C. Entrée en vigueur simultanée pour les décisions concernant le point sub 1. : Proposition que les décisions auront effet à partir du jour où elles sont prises et entreront en vigueur à partir de l’adoption des décisions correspondantes par les AGE des compartiments participant à la fusion. La réalisation d’une fusion entre deux compartiments ne dépendra pas de la réalisation de la fusion entre les autres compartiments. D. Pouvoirs : Proposition de conférer tous pouvoirs au conseil d’administration pour l’exécution des décisions à prendre à l’ordre du jour. Les AGE ne pourront prendre de décisions valables que si les actionnaires présents ou représentés représentent au moins la moitié du capital. Si cette condition n’est pas remplie, de nouvelles AGE seront convoquées et décideront de manière valable quelle que soit la part du capital présente ou représentée. Le rapport d’échange, pour les opérations ci-dessus détaillées, sera basé sur le nombre d’actions constaté le 27 octobre 2008, à 12 heures, et la valeur nette d’inventaire des compartiments concernés datée au 27 octobre 2008. Les actionnaires des compartiments liés aux opérations sont informés que l’exécution des demandes d’émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment sera suspendue, à dater du 27 octobre 2008, après 12 heures, jusqu’aux AGE. Il en résulte la suspension de la détermination de la valeur nette d’inventaire. Si, à l’expiration de la date limite de dépôt des titres en vue de participer aux AGE, il s’avère que ces AGE ne peuvent pas délibérer valablement, l’exécution des demandes d’émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment sera à nouveau acceptée à partir du 29 octobre 2008 et le calcul de la valeur nette d’inventaire des compartiments concernés sera à nouveau déterminé le jour bancaire ouvrable suivant cette date. Les actionnaires désireux de participer aux AGE sont priés de se conformer aux prescriptions statutaires. Les prospectus, les prospectus simplifiés et les derniers rapports périodiques sont disponibles gratuitement au siège social de la société. Le conseil d’administration. (35712)
50025
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE ALGEMENE BOUWONDERNEMING HEYLEN, naamloze vennootschap,
WERKHUIZEN DAMMAN – CROES, naamloze vennootschap, Spanjestraat 55, 8800 ROESELARE
Oude Aarschotsebaan 86, 2221 HEIST-OP-DEN-BERG Ondernemingsnummer 0405.546.211 Ondernemingsnummer 0400.845.669
Algemene vergadering ter zetel op 15/10/2008 om 20 u. Agenda : Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Divers.
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone algemene vergadering die zal gehouden worden op woensdag 15 oktober 2008, om 10 uur, ten kantore van geassocieerd notarissen Lucas Vanden Bussche – Thomas Dusselier, te Knokke-Heist, Van Bunnenlaan 57, met als dagorde : - Wijziging boekjaar.
(AOPC1807486/ 25.09)
(35741) - Wijziging jaarvergadering. - Aanpassing en coördinatie van de statuten.
GRANDE RESERVE ALEXANDRE KETIN, en abrégé : ″GRAK″, société anonyme,
Zich schikken naar de statuten.
place Willem 4/002, 4032 CHENEE
De raad van bestuur. (AXPC-1-8-08248/ 25.09)
RPM 0861.879.444
(35745)
SYRACUSE, naamloze vennootschap, L’assemblée générale ordinaire se tiendra le 13 octobre 2008 à 11 h 30 m, au siège social. Ordre du jour : 1. Lecture et examen des rapports. 2. Examen et approbation des comptes annuels. 3. Affectation des résultats de l’exercice. 4. Décharge aux administrateurs. 5. Divers. (AOPC-1-8-08276/ 25.09)
Beukenlaan 2, 9130 KIELDRECHT (BEVEREN) Ondernemingsnummer 0430.979.809
(35742) Buitengewone algemene vergadering van 8/10/2008, om 17 uur. Agenda :
MEIER TIMBER, naamloze vennootschap,
1. Vaststellen en verbetering van de materiële vergissing opgenomen in de laatste publicatie m.b.t. het maatschappelijk kapitaal (S 170.000 i.p.v. S 171.000).
Gistelsesteenweg 1d, bus 2.1, te 8400 Oostende Ondernemingsnummer 0448.866.312
Buitengewone algemene vergadering op de zetel op 15 oktober 2008 om 18 uur. Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Maatregelen tot herstel van de financiële situatie (art. 96-6 en 633 Ven. Wb.) 3. Goedkeuring jaarrekening. 4. Bestemming resultaat. 5. (Her)benoeming bestuurders. 6. Kwijting bestuurders. 7. Varia. Er wordt gewezen naar de bepalingen van de statuten en het Wetboek vennootschappen tot het vervullen van de formaliteiten tot deelname aan deze buitengewone algemene vergadering. (AXPC-1-8-08269/ 25.09)
(35743)
2. Kapitaalverhoging met een bedrag van 96.000 euro, om het kapitaal te brengen van 170.100 euro naar 266.100 euro, door de uitgifte van 2.370 nieuwe aandelen, zonder nominale waarden, in de winsten delend vanaf de dag van de verwezenlijking van de kapitaalsverhoging, pro rata temporis. Op deze 2.370 nieuwe aandelen zal onmiddellijk worden ingeschreven in geld, en volledige volstorting bij de inschrijving door de Naamloze Vennootschap HORIZON, onder de opschortende voorwaarde van de verzaking aan het voorkeurrecht tot inschrijving, voorbehouden aan het geheel der aandeelhouders. 3. Vaststelling dat de termijn binnen dewelke het voorkeurrecht zoals bepaald in artikel 593 WB. Venn. en artikel 7 van de statuten, kan worden uitgeoefend door de bestaande aandeelhouders zal lopen gedurende vijftien dagen vanaf de datum van openstelling van de inschrijving.
avenue de Fré 219, 1180 BRUXELLES
Deze openstelling van de inschrijving en de termijn binnen dewelke het voorkeurrecht kan worden uitgeoefend, zullen worden aangekondigd in een bericht dat, ten minste acht dagen voor de openstelling wordt gepubliceerd, zoals wettelijk voorzien.
Numéro d’entreprise 0464.744.519
4. Inbreng, volstorting en vaststelling van de effectieve verwezenlijking van de kapitaalsverhoging.
ORGANICA, société anonyme,
5. Bepalen van overgangsmaatregelen mbt de aandelen aan toonder. L’assemblée générale extraordinaire se réunira au siège social le 13/10/2008 à 15 heures. Ordre du jour : 1. Démission d’un administrateur. 2. Nomination d’un administrateur. Pour assister à l’assemblée, se conformer aux statuts. (AXPC-1-8-08274/ 25.09)
(35744)
6. Aanpassing van de statuten aan de genomen beslissingen en de recentste wetswijzigingen. 7. Machten aan de raad van bestuur voor de vaststelling van de verwezenlijking van de kapitaalverhoging bij notariële akte en voor de coördinatie der statuten. (AXPC-1-8-08277/ 25.09)
(35746)
50026
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Arendonk, geveld op 11 september 2008, werd Sans, Karlos Achiel August, geboren te Roeselare op 26 februari 1941, gepensioneerde, wonende te 2370 Arendonk, RVT Sint-Isabella, Vrijheid 100, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Hoet, Hans Ludo Ferdinand Maria, geboren te Westmalle op 13 mei 1964, advocaat, met kantoor te 2300 Turnhout, Graatakker 103, bus 4.
Actes judiciaires et extraits de jugements
Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek
Arendonk, 17 september 2008. De griffier, (get.) Van Der Veken, Marianne. (70499)
Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil
Aanstelling voorlopig bewindvoerder Désignation d’administrateur provisoire
Vredegerecht van het achtste kanton Antwerpen
Vredegerecht van het kanton Aarschot
Bij beschikking van 4 september 2008, werd vastgesteld dat Limbos, Adriana Josepha Apolonia, geboren te Lubbeek op 28 juli 1927, wonende te 3210 Lubbeek, Kroonstraat 29, verblijvende in het rusthuis Dommelhof, Halensebaan 25, te 3390 Tielt-Winge (Sint-Joris-Winge), niet in staat is haar goederen te beheren, en werd aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toegevoegd, Collin, Luc, advocaat, met kantoor te 3200 Aarschot, Gijmelsesteenweg 81. Aarschot, 18 september 2008. De hoofdgriffier, (get.) Anckaert, Luc. (70495)
Bij beschikking van 11 september 2008, werd vastgesteld dat Van Der Elst, Linsy, geboren te Leuven op 13 mei 1987, wonende te 2223 Heist-op-den-Berg (Schriek), Ommeweg 3, verblijvende in Huize Eigen Haard, Herseltsesteenweg 35, te 3200 Aarschot, niet in staat is haar goederen te beheren en werd aan deze persoon als voorlopig bewindvoerder toegevoegd, Cortoos, Monique, geboren te Lubbeek op 10 augustus 1956, bediende, wonende te 2223 Heist-op-den-Berg (Schriek), Ommeweg 3. Aarschot, 18 september 2008. De hoofdgriffier, (get.) Anckaert, Luc. (70496)
Bij vonnis van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, verleend op 18 september 2008, werd Greizis, Arturs, geboren te Riga (Letland) op 15 september 1986, ongehuwd, wonende te 2640 Mortsel, Antwerpsestraat 140, bus 1, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, zijn moeder, Greize, Diana, geboren te Riga (Letland) op 13 maart 1967, wonende te 2900 Schoten, Ed. De Backerstraat 17. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 22 augustus 2008. Berchem (Antwerpen), 18 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Arthur Jespers. (70500)
Vredegerecht van het kanton Boom
Bij vonnis van de heer vrederechter van het kanton Boom, verleend op 17 september 2008, werd Wyn, Constant, geboren te Hemiksem op 25 juni 1923, wonende te 2620 Hemiksem, RVT Hoghe Cluyse, Bouwerijstraat 50, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, De Troetsel, Maria, advocate en plaatsvervangend vrederechter, kantoorhoudende te 2845 Niel, Kerkstraat 18. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 4 september 2008.
Vredegerecht van het kanton Arendonk
Boom, 17 september 2008. Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Arendonk, geveld op 11 september 2008, werd Lazar, Menno Edward, geboren te Eindhoven (Nederland) op 3 april 1975, arbeider, wonende te 2360 Oud-Turnhout, Jef Claesenstraat 44, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Hoet, Hans Ludo Ferdinand Maria, geboren te Westmalle op 13 mei 1964, advocaat, met kantoor te 2300 Turnhout, Graatakker 103, bus 4.
De griffier, (get.) Schippers, Chantal. (70501)
Vredegerecht van het kanton Heist-op-den-Berg
Arendonk, 17 september 2008. De griffier, (get.) Van Der Veken, Marianne. (70497)
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Arendonk, geveld op 11 september 2008, werd Peeters, Kim Maria, geboren te Turnhout op 29 februari 1984, arbeidster, wonende te 2360 Oud-Turnhout, Jef Claesenstraat 44, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Hoet, Hans Ludo Ferdinand Maria, geboren te Westmalle op 13 mei 1964, advocaat, met kantoor te 2300 Turnhout, Graatakker 103, bus 4. Arendonk, 17 september 2008. De griffier, (get.) Van Der Veken, Marianne. (70498)
Bij vonnis van de vrederechter Heist-op-den-Berg, verleend op 16 september 2008, werd Van Woensel, Suzy, geboren te Heist-op-denBerg op 28 mei 1971, wonende te 2221 Booischot, Klein Pijpelstraat 4, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Van Herck, Maria, geboren te Booischot op 6 juli 1949, wonende te 2221 Booischot, Klein Pijpelstraat 4. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 1 september 2008. Heist-op-den-Berg, 18 september 2008. Bij uittreksel : de griffier, (get.) Geert De Bondt. (70502)
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Vredegerecht van het kanton Jette
50027
Vredegerecht van het kanton Meise
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Jette, d.d. 3 september 2008, ingevolge het verzoekschrift neergelegd op 22 augustus 2008, werd de genoemde Pauline Deblander, geboren te Sint-Jans-Molenbeek op 3 september 1913, wonende te 1081 Koekelberg, M.L. Uytroeverstraat 1, Home Aldante, onbekwaam haar goederen te beheren en voorzien van een voorlopig bewindvoerder, zijnde Mr. Klaas Rosseel, advocaat, te 1050 Brussel, Livornostraat 45. Jette, 17 september 2008.
Beschikking d.d. 17 september 2008. De heer Dooms, Alfons Maurice, van Belgische nationaliteit, geboren te Opwijk op 5 juni 1932, gepensioneerde, wonende te 1780 Wemmel, Neo Sanitate vzw, Koningin Elisabethlaan 5-7, werd bij beschikking van 17 september 2008, van de vrederechter van het kanton Meise, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg Mr. Van Driessche, Iwein, advocaat, met kantoor te 1745 Opwijk, Nanovestraat 26, aangewezen als voorlopige bewindvoerder.
De hoofdgriffier, (get.) Hubrich, Veronica. (70503)
Meise (Wolvertem), 18 september 2008. De hoofdgriffier, (get.) Peeters, Lieve. (70507)
Vredegerecht van het kanton Leuven-3
Vredegerecht van het kanton Merelbeke
Vonnis d.d. 11 september 2008. Verklaart Belet, Karel Mariette, wonende te 3012 Wilsele, Jan Van Avondstraat 13, bus 101, verblijvende UZ Gasthuisberg, Herestraat 49, te 3000 Leuven, niet in staat zelf de goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder, Vandenbempt, Marc, wonende te 3001 Heverlee, Van Arenbergplein 3. Leuven, 17 september 2008. De hoofdgriffier, (get.) Van Der Borght, Celina. (70504)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Merelbeke, verleend op 4 september 2008, werd Bovaert, Lucienne, geboren te Denderwindeke op 13 februari 1933, gedomicilieerd te 9400 Ninove, Heirebaan 128, huidige verblijfplaats : PC Caritas, 9090 Melle, Caritasstraat 76, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, De Becker, Ann, advocate, wonende en kantoor te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 219. Merelbeke, 17 september 2008.
Vredegerecht van het kanton Mechelen
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Mechelen, verleend op 16 september 2008, werd Van Kerckhoven, Godelieva Maria Francisca Carolina, geboren te Hasselt op 31 oktober 1927, verblijvende in het Milsenhof, te 2800 Mechelen, Onze-Lieve-Vrouwekerkhof 11, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Van Hecke, Lutgarde Augusta Hyppoliet Maria, geboren te Mechelen op 4 oktober 1957, zelfstandige, wonende te 2270 Herenthout, Bevelse Steenweg 25. Het verzoekschrift tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder werd ingediend op 3 september 2008. Mechelen, 18 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : e.a. adjunct-griffier, (get.) Wim Heremans. (70505)
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Mechelen, verleend op 16 september 2008, werd Verstrael, Maria Louisa Andreas, geboren te Mechelen op 2 juli 1927, wonende te 2800 Mechelen, Papenhofstraat 44, verblijvende in het Sint-Maartenziekenhuis, te 2800 Mechelen, Leopoldstraat 2, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Verstrael, Maria Christina, geboren te Duffel op 28 november 1952, wonende te 2900 Schoten, Van Beethovenlei 20, bus 001. Het verzoekschrift tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder werd ingediend op 5 september 2008. Mechelen, 18 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : e.a. adjunct-griffier, (get.) Wim Heremans. (70506)
Voor eensluidend afschrift : de hoofdgriffier, (get.) C. De Veirman. (70508)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Merelbeke, verleend op 4 september 2008, werd Vanmarcke, Blandina, geboren te Gent op 28 juli 1915, gedomicilieerd te 9000 Gent, Uilkensstraat 99, huidige verblijfplaats : provinciaal zorgcentrum Lemberge, 9820 Merelbeke, Salisburylaan 100, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Herssens, Marc, advocaat, wonende en kantoor te 9000 Gent, Recollettenlei 3. Merelbeke, 16 september 2008. Voor eensluidend afschrift : de hoofdgriffier, (get.) C. De Veirman. (70509)
Vredegerecht van het eerste kanton Oostende
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Oostende, verleend op 15 september 2008, werd Baert, Eugenie, geboren te Ninove op 18 januari 1926, wonende te 8400 Oostende, te RVT Duinpieper, De Rudderstraat 2, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Sercu, Ivan, advocaat, met kantoor te 9400 Oostende, te Torhoutsesteenweg 206. Oostende, 15 september 2008. De hoofdgriffier, (get.) Wybo, Marleen. (70510)
50028
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Vredegerecht van het kanton Ronse
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Ronse, verleend op 17 september 2008, werd Mariaulle, Hélène, geboren te Barry op 30 mei 1924, gedomicilieerd te 7890 Ellezelles, rue du Pont 49, met huidige verblijfplaats te 9600 Ronse, Glorieuxlaan 55 (A.Z. Zusters van Barmhartigheid), niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, Vuye, Nicole, huishoudster, wonende te 9600 Ronse, Moortelstraat 66.
Par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Binche, en date du 11 septembre 2008, Devillez, Murielle, avocat, domiciliée à 7141 Mont-Sainte-Aldegonde, rue de Namur 73, a été désignée en qualité d’administrateur provisoire de Parent, Louis Gustave, né à Waudrez le 2 juillet 1921, résidant à 7134 Leval-Trahegnies « La Charbonneraie », rue d’Anderlues 80, cette personne étant incapable de gérer ses biens. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Marie-Claire Pierronne. (70515)
Ronse, 18 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Armand Coppens. (70511)
Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden
Het vonnis van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden, verleend op 16 september 2008, verklaren Mevr. Sauwens, Ghislaine, geboren te Sint-Truiden op 30 juli 1932, wonende te 3800 Sint-Truiden, Hasseltsesteenweg 282, deels onbekwaam om haar goederen te beheren, en in zonderheid, zeggen voor recht dat ze alleszins volledig onbekwaam is inzake het aangaan van schulden. Zeggen voor recht dat ze voor de strikte dagdagelijkse verrichtingen nl. deze die organisatie van haar dagelijkse huishouding uitmaken, bekwaam is, onder voorbehoud van samenspraak met de voorlopige bewindvoerder, en dit alles in beperkende zin, stellen aan als bewindvoerder, Ramakers, Els, advocate, te 3800 Sint-Truiden, Tongersesteenweg 328. Sint-Truiden, 16 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Marina Derwael. (70512)
Par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Binche, en date du 11 septembre 2008, Devillez, Murielle, avocat, domiciliée à 7141 Mont-Sainte-Aldegonde, rue de Namur 73, a été désignée en qualité d’administrateur provisoire de Wespe, Alberte Paula, née à Leval-Trahegnies le 2 mai 1928, résidant à 7130 Binche, résidence (Jeanne Mertens », rue du Moulin Blanc 15, cette personne étant incapable de gérer ses biens. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Marie-Claire Pierronne. (70516)
Justice de paix du premier canton de Bruxelles
Par jugement du juge de paix du premier canton de Bruxelles, en date du 18 septembre 2008, la nommée Mme Harram, Aouatif, domiciliée à 1000 Bruxelles, rue des Tanneurs 140, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire étant : Mme Zarouiali, Zoubida, domiciliée à 1000 Bruxelles, rue des Tanneurs 140. Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Nelis, Jacques. (70517)
Justice de paix du premier canton d’Anderlecht
Justice de paix du deuxième canton de Charleroi
Par ordonnance du juge de paix suppléant du premier canton d’Anderlecht, en date du 9 septembre 2008, faisant suite à la requête du 13 août 2008, le nommé Renard, Ernest, né à Welkenraedt le 11 mars 1925, résidant actuellement à 1070 Anderlecht, hôpital Bracops, rue Docteur Huet 79, domicilié à 1070 Anderlecht, rue Docteur Zamenhof 14, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire étant : Renard, Dominique, domicilié à 1050 Bruxelles, rue de la Cité 22A.
Par ordonnance de M. le juge de paix du deuxième canton de Charleroi en date du 17 septembre 2008, la nommée Bosse, Georgette, née à Ransart le 11 mai 1927, domiciliée à 6040 Jumet (Charleroi), rue des Verreries 14, actuellement hospitalisée à l’I.M.T.R., rue de Villers 1, à 6280 Loverval, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire de biens en la personne de : Me Eric Herinne, avocat, à 6000 Charleroi, rue Tumelaire 23/18.
Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Séverine Hubert. (70513)
Justice de paix du canton de Binche
Par ordonnance de Mme le juge de paix du canton de Binche, en date du 11 septembre 2008, Devillez, Murielle, avocat, domiciliée à 7141 Mont-Sainte-Aldegonde, rue de Namur 73, a été désignée en qualité d’administrateur provisoire de Fontignies, Agnes Philomène Palmyre Ghislaine, née à Binche le 30 octobre 1941, résidant à 7130 Binche, Résidence « Jeanne Mertens », rue du Moulin Blanc 15, cette personne étant incapable de gérer ses biens. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Marie-Claire Pierronne. (70514)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Jean-Marie Demarteau. (70518)
Justice de paix du premier canton de Huy
Suite à la requête déposée le 5 septembre 2008, par jugement du juge de paix du premier canton de Huy, rendu le 17 septembre 2008, Mme Patars, Josette Lucienne Alberte, de nationalité belge, née le 28 février 1925, à Liège, pensionnée, divorcée, domiciliée rue l’Apleit 10/51, à 4500 Huy, résidant Home Notre-Dame de Lourdes, avenue de la Croix Rouge 1, à 4500 Huy, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de : M. Patars, Jean Luc, né le 1er octobre 1955, à Rocourt, domicilié rue de Beaufays 113, à 4050 Chaudfontaine. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Fleussu, Nicole. (70519)
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Justice de paix du canton de Jette
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jette, en date du 29 août 2008, suite à la requête déposée au greffe le 8 août 2008, la nommée Mayne, Elisa, née le 21 mars 1928, domiciliée à 1080 Bruxelles, boulevard Louis Mettewie 491, mais résidant actuellement à 1080 Bruxelles, rue Ferdinand Elbers 20, « Résidence Arcadia », a été déclarée incapable de gérer ses biens et pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Klaas Rosseel, avocat, à 1050 Bruxelles, rue de Livourne 45. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Hubrich, Veronica. (70520)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jette, en date du 3 septembre 2008, suite à la requête déposée au greffe le 8 août 2008, la nommée Hana Solomon, née le 14 octobre 1910, domiciliée à 1083 Ganshoren, avenue de la Basilique 385, a été déclarée incapable de gérer ses biens et pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Klaas Rosseel, avocat, à 1050 Bruxelles, rue de Livourne 45.
50029
sous conseil judiciaire, ... en la personne et la nouvelle fonction, restreinte cette fois, de son administrateur provisoire, Me Dandenne, Paulina, avocate, ayant son cabinet à 4830 Limbourg, rue Guillaume Maisier 17. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Chantal Houyon. (70524)
Justice de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, siège de Saint-Hubert
Suite à la requête déposée le 9 septembre 2008, par jugement du juge de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, siège de SaintHubert, rendu le 18 septembre 2008, Mme Honnay, Cécilia, née le 23 février 1921, domiciliée à Tellin , au « Home Les Alouins », rue Grande, a été déclarée totalement et définitivement incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Degeye, Jacques, domicilié rue de la Gare 76, à 5580 Eprave.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Hubrich, Veronica. (70521)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Jean-Louis Florence. (70525)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jette, en date du 3 septembre 2008, suite à la requête déposée au greffe le 8 août 2008, le nommé Van Bever, Christophe, né le 11 septembre 1959, domicilié à 1853 Strombeek-Bever, Temsesteenweg 147, mais résidant actuellement à 1090 Jette, avenue du Laerbeek 101, « UZB », a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Klaas, Rosseel, avocat à 1050 Bruxelles, rue de Livourne 45.
Suite à la requête déposée le 18 juillet 2008, par jugement du juge de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul, siège de SaintHubert, rendu le 18 septembre 2008, Mme Mahin, Jeanine, née le 6 avril 1933, domiciliée à 6921 Chanly, « Home Val des Seniors », a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mahin, Odette, sa soeur, domiciliée rue Grande 21, à 6927 Resteigne.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Hubrich, Veronica. (70522)
Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Jean-Louis Florence. (70526)
Justice de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg Justice de paix du canton de Sprimont Par ordonnance du juge de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg, en date du 17 septembre 2008, les pouvoirs de Me Ransy, Jean-Luc, administrateur provisoire des biens de Mme Frenay, MarieEve, née à Saint-Josse-ten-Noode le 6 juin 1963, domiciliée à 4837 Baelen, route d’Eupen 2 D, ont été modifiés comme suit : « décidons, ... de rendre à la personne protégée, Mme Frenay, Marie-Eve, ... la gestion temporaire de la totalité de ses revenus pour une période probatoire d’un an, du 17 septembre 2008, au 17 septembre 2009, ... que Mme Frenay, Marie-Eve, sera mise temporairement sous conseil judiciaire, ... en la personne et la nouvelle fonction, restreinte cette fois, de son administrateur provisoire, Me Ransy, Jean-Luc, avocat, ayant son cabinet à 4840 Welkenraedt, rue Lamberts 36. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Chantal Houyon. (70523)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Limbourg-Aubel, siège de Limbourg, en date du 17 septembre 2008, les pouvoirs de Me Dandenne, Paulina, administrateur provisoire des biens de M. Soares Andrade Dos Santos, Armando, né à Rio Tinto (Portugal) le 8 octobre 1963, actuellement domicilié à 4800 Verviers, rue des Raines 79/2, ont été modifiés comme suit : « décidons, ... de rendre à la personne protégée, M. Soares Andrade Dos Santos, Armando, ... la gestion temporaire de la totalité de ses revenus pour une période probatoire d’un an, du 17 septembre 2008, au 17 septembre 2009, ... que M. Soares Andrade Dos Santos, Armando, sera mis temporairement
Par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont, en date du 12 septembre 2008, Bellin, Nadine Yvon Julia Ghislaine, épouse de Noirhomme, Olivier, née à Liège le 20 novembre 1966, domiciliée et résidant avenue de la Porallée 11, bte 3, à 4920 Aywaille (Remouchamps), a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir : Gillet, Valérie, avocate, domiciliée hameau de Hotchamps 14-16, à 4141 Sprimont (Louveigné). Sprimont, le 18 septembre 2008. Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Frédérique Seleck. (70527)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont, en date du 12 septembre 2008, Van Gasse, Marie-Claire, divorcée, née à Liège le 9 mai 1940, domiciliée et résidant « Home Le Bon Air », rue de Lillé 2, à 4140 Sprimont, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir : Gillet, Valérie, avocate, domiciliée hameau de Hotchamps 14-16, à 4141 Sprimont (Louveigné). Sprimont, le 18 septembre 2008. Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Frédérique Seleck. (70528)
50030
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Justice de paix du canton de Verviers 1-Herve, siège de Verviers 1
Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind Vredegerecht van het eerste kanton Aalst
er
Suite à la requête déposée le 1 août 2008, par ordonnance du juge de paix du canton de Verviers 1-Herve, siège de Verviers 1, rendue le 10 septembre 2008, M. Carré, Léonard Jean Joseph, né le 6 mai 1930 à Battice, coffreur, domicilié chaussée de la Seigneurie 117, à 4800 Verviers (Petit-Rechain), et résidant à la « Résidence Le Châlet », rue du Châlet 41, à 4821 Dison (Andrimont), a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Dumoulin, Nathalie, avocat, dont les bureaux sont établis place Albert Ier 4, à 4800 Verviers. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Heinrichs, Chantal. (70529)
Beschikking d.d. 17 september 2008, van de vrederechter van het eerste kanton Aalst, verklaart, Roels, Godelieve, wonende te 9320 Aalst (Erembodegem), Alfons Van De Maelestraat 23, aangewezen tot voorlopig bewindvoerder over Mevr. De Pelsmaeker, Elsa, geboren te Erembodegem op 17 juni 1912, verblijvende in het RVT Avondzon, te 9420 Erpe-Mere, met ingang van 31 december 2006, ontslagen van de opdracht. Maakt op heden een einde aan de opdracht van Roels, Godelieve, als voorlopig bewindvoerder van de Pelsmaeker, Elsa, die overleden is te Aalst op 31 december 2006. Aalst, 17 september 2008. (Get.) De griffier, (get.) Luc Renneboog. (70533)
Suite à la requête déposée le 4 août 2008, par ordonnance du juge de paix du canton de Verviers 1-Herve, siège de Verviers 1, rendue le 10 septembre 2008, Mme Wéris, Rosalie Marie Jeanne Henriette, née le 16 septembre 1919 à Verviers, pensionnée, domiciliée à la « Résidence Le Couquemont », rue de la Station 29, à 4820 Dison, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Leroy, Bernard, avocat, dont les bureaux sont établis rue du Palais 64, à 4800 Verviers. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Heinrichs, Chantal. (70530)
Justice de paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Ardenne et Houffalize, siège de Vielsalm
Vredegerecht van het zevende kanton Antwerpen
Bij beschikking van de vrederechter van het zevende kanton Antwerpen, verleend op 17 september 2008, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind over Huyghebaert, Peter, geboren te Antwerpen op 9 mei 1969, wonende te 2000 Antwerpen, Apostelstraat 8, door Kholina, Tatiana, geboren te Orel (USSR) op 14 oktober 1973, zonder beroep, wonende te 2000 Antwerpen, Apostelstraat 8, daartoe aangewezen bij vonnis uitgesproken door de vrederechter van het zevende kanton Antwerpen op 16 juli 2008 (rolnummer 08A1922 - Rep.R. nr. 2797/2008), en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2008, blz. 41407 en onder nummer 68916, daar de beschermde persoon terug zelf in staat is zijn goederen te beheren. Antwerpen, 17 september 2008. De griffier, (get.) Verbessem, Nicole. (70534)
Suite à la requête déposée le 19 juin 2008, par ordonnance du juge de paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Famenne, et Houffalize, siège de Vielsalm, rendue le 2 septembre 2008, Mme Lobet, Marie, veuve, née le 22 août 1919 à Vielsalm, domiciliée rue des Chasseurs Arennais 4, à 6690 Vielsalm, résidant « M.R.S. Saint-Gengoux », rue de la Clinique 15, à 6690 Vielsalm, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Rasquin, Nicole, domiciliée rue des Chasseurs Ardennais 2, à 6690 Vielsalm. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Noens, Emmanuel. (70531)
Bij beschikking van de vrederechter van het zevende kanton Antwerpen, verleend op 15 september 2008, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind over Waem, Christel, Maria Florent, geboren te Antwerpen op 15 september 1957, zonder beroep, in leven laatst wonende te 2610 Wilrijk (Antwerpen), Sint-Sebastiaanstraat 76, door Smits, Rudy François Josephine, geboren te Wilrijk op 16 mei 1967, wonende te 2610 Wilrijk (Antwerpen), Sint-Sebastiaanstraat 76, daartoe aangewezen bij vonnis uitgesproken door de vrederechter van het zevende kanton Antwerpen, op 8 september 2004 (rolnummer 04A1762 - Rep.R. nr. 2607/2004), en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 oktober 2004, blz. 70592 en onder nummer 68639, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon te Wilrijk (Antwerpen) op 2 oktober 2007. Antwerpen, 17 september 2008.
Justice de paix du second canton de Wavre
Suite à la requête déposée le 21 août 2008, par ordonnance du juge de paix du second canton de Wavre, rendue le 10 septembre 2008, Mme Collet, Marie, née à Fontaine-l’Evêque le 16 décembre 1922, domiciliée à 1325 Dion-Valmont, avenue des Chevaliers 15, résidant « Résidence Les Sittelles », rue Provinciale 121, à 1450 Chastre, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Houze, Ginette, domiciliée à 1325 Dion-Valmont, avenue des Chevaliers 25. Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Detilleux, Chantal. (70532)
De griffier, (get.) Verbessem, Nicole. (70535)
Vredegerecht van het achtste kanton Antwerpen
Bij beschikking van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, verleend op 18 september 2008, werd Mommen, Herwig, geboren te Vilvoorde op 5 april 1971, ongehuwd, wonende te 2830 Willebroek, Nonnenvijverstraat 1, bus 101, opnieuw in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren vanaf heden zodat het vonnis verleend door de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, op 6 juni 2007 (rolnummer 07A315 - Rep.R. 1706), ophoudt uitwerking te hebben en er met ingang van heden een einde komt aan de opdracht als voorlopig bewindvoerder van Mr. Karin Goris.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 26 augustus 2008. Berchem (Antwerpen), 18 september 2008. De hoofdgriffier, (get.) Arthur Jespers. (70536)
50031
uitwerking te hebben en er met ingang vanaf heden, 18 september 2008, een einde komt aan de opdracht als voorlopig bewindvoerder van Haesevoets, Ann, advocate, met kantoor te 3512 Stevoort, Hasseltse Dreef 110. Houthalen-Helchteren, 18 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Vrolix, Marleen. (70540)
Vredegerecht van het eerste kanton Brussel
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Brussel, verleend op 16 september 2008, werd vastgesteld dat het mandaat van de voorlopige bewindvoerder,, Mevr. Bordo-Haverkate, Johanna, een einde genomen heeft ten gevolge van het overlijden van de te beschermen persoon Mevr. Taffala, Marie, op 4 juli 2008, in leven verblijvende te 1120 Brussel, Sint-Pieter en Pauwelstraat 15, tehuis « De Wilde Rozen ». Brussel, 18 september 2008. De afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) Huyssen, Annie. (70537)
Vredegerecht van het kanton Halle
Vredegerecht van het kanton Kontich
Beschikking d.d. 16 september 2008, stelt vast dat de opdracht van De Herdt, Dirk, advocaat, wonende te 2640 Mortsel, Molenstraat 34, tot voorlopig bewindvoerder over Aerts, Victor, geboren te Ranst op 24 februari 1921, in leven wonende te 2530 Boechout, Huize Stracke, Borsbeeksesteenweg 45, daartoe aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter Kontich, op 6 mei 2008 (rolnummer 08A419 - Rep. R. 1303/2008), van rechtswege beëindigd is op 24 juli 2008, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon. Kontich, 18 september 2008.
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Halle verleend op 17 september 2008, verklaart, Vansteenbrugge, Peter, geboren te Halle op 16 december 1985, wonende te 1500 Halle, Beertsestraat 28, opnieuw in staat zelf zijn goederen te beheren vanaf 17 september 2008, zodat de beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Halle, op 9 mei 2007 (rolnummer 07A771 - Rep.R. 1395/2007 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 mei 2007, blz. 28392 en onder nr. 65456), ophoudt uitwerking te hebben en er met ingang van 17 september 2008 een einde komt aan de opdracht als voorlopig bewindvoerder van Mr. Nowe, Cynthia, advocaat, met kantoor te 1653 Dworp, Alsembergsesteenweg 646A. Halle, 18 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) De Ridder, Verena. (70538)
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert. (70541)
Beschikking d.d. 16 september 2008, stelt vast dat de opdracht van De Bie, Elza, zonder beroep, wonende te 2530 Boechout, Mussenhoevelaan 10, bus 4, tot voorlopig bewindvoerder over Dewolf, Jozef, geboren te Boechout op 13 september 1936, wonende te 2530 Boechout, Mussenhoevelaan 10, bus 4, daartoe aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter Kontich op 30 november 2004 (rolnummer 04A591 Rep. R. 2757/2004 - gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 juli 2008, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon. Kontich, 17 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert. (70542)
Vredegerecht van het kanton Hoogstraten
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Hoogstraten, verleend op 18 september 2008, werd Vekemans, Giovanni, advocaat, kantoorhoudende te 2275 Lille, Rechtestraat 4, bus 1, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter van het kanton Hoogstraten, op 7 augustus 2006 (rolnummer 06A713 - Rep.R. 1651/2006), tot voorlopig bewindvoerder over Vlaminckx, Jacobus Constant, geboren te Meerle op 1 november 1917, gepensioneerde, wonende te 2320 Hoogstraten, Heilig Bloedlaan 250 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2006, blz. 43746 en onder nr. 68560), ontslagen van zijn opdracht ingevolge het overlijden van de beschermde persoon op 8 september 2008. Hoogstraten, 18 september 2008. De hoofdgriffier, (get.) Van Gils, Herman.
Beschikking d.d. 16 september 2008, stelt vast dat de opdracht van Van Loon, Christine, advocaat, kantoorhoudende te 2550 Kontich, Antwerpsesteenweg 92, tot voorlopig bewindvoerder over Dyckhoff, Paul Emiel Mattheus, geboren te Antwerpen op 11 juni 1931, gepensioneerde, in leven wonende te 2530 Boechout, Borsbeeksesteenweg 45, daartoe aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter Kontich op 6 november 2007 (rolnummer 07B1414 - Rep. R. 4107/2007), van rechtswege beëindigd is 6 augustus 2008, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon. Kontich, 17 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert. (70543)
(70539)
Vredegerecht van het kanton Houthalen-Helchteren
De beschikking van de vrederechter van het kanton HouthalenHelchteren, verleend op 18 september 2008, verklaart Bielen, Nadia Maria Augustinus, geboren te Hasselt op 7 september 1956, invalide, wonende te 3520 Zonhoven, Pleinstraat 15, opnieuw in staat zelf haar goederen te beheren vanaf heden, zodat de beschikking verleend door de vrederechter van het eerste kanton Hasselt, op 27 januari 2005 (rolnummer 05B54 - Rep.R. 551/2005 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 februari 2005, blz. 3849 en onder nr. 61075), ophoudt
Beschikking d.d. 16 september 2008, stelt vast dat de opdracht van Van Loon, Christine, advocaat, kantoorhoudende te 2550 Kontich, Antwerpsesteenweg 92, tot voorlopig bewindvoerder over Guldentops, Simon, geboren te Viersel op 13 november 1916, in leven wonende te 2547 Lint, verzorgingstehuis « Zonnestraal », Liersesteenweg 52, daartoe aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter Kontich op 19 september 2006 (rolnummer 06A953 - Rep. R. 2934/ 2006), van rechtswege beëindigd is op 16 augustus 2008, ingevolge het overlijden va de beschermde persoon. Kontich, 17 september 2008. Voor eenluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert. (70544)
50032
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Beschikking d.d. 16 september 2008, stelt vast dat de opdracht van Bosmans, Luc August Maria, geboren te Mortsel op 1 juni 1957, zonder beroep, wonende te 2060 Antwerpen, Rotterdamstraat 9, tot voorlopig bewindvoerder over Oliviers, Constantia Ludovica, geboren te Hove op 17 maart 1932, zonder beroep, in leven wonende te 2540 Hove, Weldadigheidsstraat 14, verblijvende RVT « Cantershof », René Verbeecklaan 5/7, te 2540 Hove, daartoe aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter Kontich op 28 maart 2006 (rolnummer 06A435 - Rep. R. 1040/2006), van rechtswege beëindigd is op 30 augustus 2008, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon.
Vredegerecht van het kanton Willebroek
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Willebroek, verleend op 17 september 2008, werd Debecker, Jean Eugene Henri, wonende te 2640 Mortsel, Lusthovenlaan 35, in hoedanigheid van voorlopige bewindvoerder over De Frangh, Anna Helena Jacqueline, in leven wonende te 2880 Bornem, Egied De Jonghestraat 74, geboren te Antwerpen op 3 mei 1928, met ingang van 8 augustus 2008, ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Willebroek, 17 september 2008. De waarnemend hoofdgriffier, (get.) Borgonie, Mike.
Kontich, 18 september 2008.
(70549)
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert. (70545) Justice de paix du canton de Forest Bij beschikking d.d. 16 september 2008, stelt vast dat de opdracht van Delbaere, Bob, advocaat, wonende te 2018 Antwerpen, Justitiestraat 31, tot voorlopig bewindvoerder over Van Brussel, Fernanda Marguerite, geboren te Cambrai (Frankrijk) op 14 september 1930, in leven « Home Huize Breughel », Tony Berghmansstraat 7, te 2650 Edegem, daartoe aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter negende kanton Antwerpen, op 12 november 2002 (rolnummer 02B133 Rep. R. 1672/2002 - gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 november 2002), van rechtswege beëindigd is op 17 augustus 2008, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon.
Par ordonnance du juge de paix du canton de Forest, en date du 17 septembre 2008, il a été mis fin au mandat de Godinas, Jeannine, comédienne, domiciliée à 1190 Forest, avenue Van Volxem 89, en sa qualité d’administrateur provisoire de Van Steenkiste, Albert, né à Gand le 16 septembre 1941, de son vivant domicilié à 1190 Forest, avenue Van Volxem 89/01+2, cette personne est décédée à Forest, en date du 5 septembre 2008. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Patrick De Clercq. (70550)
Kontich, 18 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert. (70546)
Beschikking d.d. 16 september 2008, stelt vast dat de opdracht van Bosmans, Elisabeth, geboren te Mortsel op 9 april 1931, zonder beroep, wonende te 2540 Hove, Mortselsesteenweg 90, tot voorlopig bewindvoerder over Verhoeven, Gaston, geboren te Boechout op 5 augustus 1927, in leven wonende te 2540 Hove, Mortselsesteenweg 90, verblijvende RVT « Cantershof », René Verbeecklaan 5, te 2540 Hove, daartoe aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter Kontich op 24 juli 2007 (rolnummer 07A548 - Rep. R. 3048/2007), van rechtswege beëindigd is op 24 juli 2008, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon. Kontich, 18 september 2008.
Justice de paix du premier canton de Huy
Suite à la requête déposée le 5 septembre 2008, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Huy, rendue le 17 septembre 2008, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par jugement du 18 août 2005, à l’égard de Mme Lentz, Anita Henriette Alphonsine Angèle Ghislaine, de nationalité belge, née le 14 juin 1962 à Hotton, veuve, domiciliée à 4500 Huy, rue Léopold II 14, cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Véronique Tordeur, avocat, dont l’étude est établie à 4500 Huy, rue de la Motte 41. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Fleussu, Nicole. (70551)
Justice de paix du canton de Tubize
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Nuffel, Geert. (70547)
Vredegerecht van het kanton Landen-Zoutleeuw
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton LandenZoutleeuw, verleend op 18 september 2008, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind over Vanslype, Clara, geboren te Jeuk op 30 juli 1916, in leven wonende te 3800 Sint-Truiden, Luikersteenweg 84, verblijvende rusthuis O.L.V. Lourdes, Stationsstraat 36, te 3440 Zoutleeuw, door Charlier, Carmen, wonende te 3400 Landen, Stationsstraat 86, daartoe aangewezen bij vonnis van de vrederechter van het kanton Landen-Zoutleeuw, op 5 november 2007 (rolnummer 07A294, rep. nr. 946/2007), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, van 21 november 2007), met ingang van 17 augustus 2008, ontslagen in opdracht ingevolge het overlijden van de beschermde persoon te Zoutleeuw, op 17 augustus 2007. Zoutleeuw, 18 september 2008. De adjunct-griffier, (get.) Gaens, Sandy. (70548)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Tubize, en date du 12 septembre 2008, il a été mis fin au mandat de Bayraktar, Sezaï, né à Debre (Yougoslavie) le 24 mars 1957, indépendant, domicilié à 1480 Tubize, chaussée d’Hondzocht 488B/R1, en sa qualité d’administrateur provisoire de Bayraktar, Hanife, née à Debre (Yougoslavie) le 7 mai 1933, domiciliée à 1480 Tubize, chaussée d’Hondzocht 488, bte 101, résidant « Résidence Goffin », rue des Déportés 51, à 1480 Clabecq, en raison du décès de la personne protégée, le 9 août 2008. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Bruylant, Anne. (70552)
Justice de paix du canton de Verviers 1-Herve, siège de Herve
Suite à la requête déposée le 6 août 2008, par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Verviers 1-Herve, siège de Herve, du 16 septembre 2008, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 1er juin 2004, et publiée au Moniteur belge du 23 juin 2004, à l’égard de Mme Lemaire, Henriette Julia, née le 1er octobre 1921 à Jupille-sur-Meuse, pensionnée, domiciliée à la maison de repos « Le Clos des Bouleaux », rue des Xhawirs 115, à 4652 Herve
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE (Xhendelesse), cette personne étant décédée le 2 août 2008, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Jean Baivier, avocat, dont les bureaux sont établis rue des Martyrs 38, à 4800 Verviers. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Heinrichs, Chantal. (70553)
50033
te 8800 Roeselare, Westlaan 123, en benoemd tot opvolgende voorlopige bewindvoerder : de heer Lefere, Pieter, advocaat, met kantoor te 8800 Roeselare, Jan Mahieustraat 10. Roeselare, 16 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Sorina Segers. (70557)
Justice de paix du canton de Virton-Florenville-Etalle, siège de Virton
Par ordonnance du juge de paix du canton de Virton-FlorenvilleEtalle, siège de Virton, rendue le 17 septembre 2008, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 20 juillet 2005, et publiée au Moniteur belge du 10 août 2005, à l’égard de Godard, Maxime, né à Willancourt le 2 août 1933, pensionné, domicilié à Musson, section Willancourt, rue J.F. Bailleux 13, cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Wolff, Daniel, domicilié à Musson, section Baranzy, rue Marcel Niessen 16. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Gonry, Paul. (70554)
Justice de paix du premier canton de Wavre
Suite à l’ordonnance rendue le 17 septembre 2008, par le juge de paix du premier canton de Wavre, il a été mis fin à la mission de M. Dalmeiren, Jean-Luc, avocat, domicilié à 1495 Marbais, rue du Berceau 31, en sa qualité d’administrateur provisoire de M. Marcq, Michel, né à Wavre le 12 avril 1947, domicilié à 1300 Wavre, avenue Bruyère Saint-Job 5, et décédé à Wavre le 12 avril 2008. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Filleux, Jeannine. (70555)
Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder
Bij beschikking van de vrederechter over het kanton Roeselare van 9 september 2008, verleend op verzoekschrift dat ter griffie werd neergelegd op 21 augustus 2008, werd akte genomen van het ontslag van Mevr. Demeestere, Katrien, advocaat, met kantoor te 8800 Roeselare, Westlaan 358, aangesteld als voorlopige bewindvoerder bij vonnis van dezelfde zetel op 8 november 2007 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 26 november 2007, blz. 58770, onder nummer 72021) over : Mevr. Rogiers, Chantal, geboren te Kortrijk op 14 juli 1959, wonende te 8760 Meulebeke, Veldstraat 55, thans verblijvende in het « Psychiatrisch Ziekenhuis Heilige Familie », Groeningestraat 4, te 8500 Kortrijk, en benoemd tot opvolgende voorlopige bewindvoerder : de heer Lefere, Pieter, advocaat, met kantoor te 8800 Roeselare, Jan Mahieustraat 10. Roeselare, 16 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Sorina Segers. (70558)
Bij beschikking van de vrederechter over het kanton Roeselare van 9 september 2008, verleend op verzoekschrift dat ter griffie werd neergelegd op 21 augustus 2008, werd akte genomen van het ontslag van Mevr. Demeestere, Katrien, advocaat, met kantoor te 8800 Roeselare, Westlaan 358, aangesteld als voorlopige bewindvoerder bij beschikking van dezelfde zetel op 13 september 2007 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 8 oktober 2007, blz. 52623, onder nummer 70213) over Mevr. Seys, Maria, geboren te Rumbeke op 23 februari 1931, wonende te 8800 Roeselare, Zijstraat 59, en benoemd tot opvolgende voorlopige bewindvoerder : de heer Lefere, Pieter, advocaat, met kantoor te 8800 Roeselare, Jan Mahieustraat 10.
Vredegerecht van het achtste kanton Antwerpen
Roeselare, 16 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Sorina Segers. (70559)
Bij beschikking van de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, verleend op 18 september 2008, werd Mr. Johan Van Steenwinkel, advocaat, kantoorhoudende te 2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 164, aangewezen bij vonnis verleend door de vrederechter van het achtste kanton Antwerpen op 9 juli 2008 (rolnummer 08A545Rep.R. 2255) tot voorlopig bewindvoerder over Firlefyn, René, geboren te Antwerpen op 26 februari 1921, wonende te 2600 Berchem (Antwerpen), Fruithoflaan 6, bus 3, met ingang van heden ontslagen van zijn opdracht, werd toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder over : Firlefyn, René, zijn echtgenote Colen, Maria, geboren te Antwerpen op 30 Augustus 1922, wonende te 2600 Berchem (Antwerpen), Fruithoflaan 69, bus 3. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 18 september 2008.
Bij beschikking van de vrederechter over het kanton Roeselare van 9 september 2008, verleend op verzoekschrift dat ter griffie werd neergelegd op 27 augustus 2008, werd akte genomen van het ontslag van Mevr. Demeestere, Katrien, advocaat, met kantoor te 8800 Roeselare, Westlaan 358, aangesteld als voorlopige bewindvoerder bij beschikking van dezelfde zetel op 1 juli 2008 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 18 juli 2008, blz. 38273, onder nummer 68266) over Mevr. Vantomme, Gerarda, geboren te Staden op 25 oktober 1919, gepensioneerde, wonende te 8830 Hooglede, Kleine Stadenstraat 119, doch verblijvende te 8830 Hooglede, Kleine Stadenstraat 117, en benoemd tot opvolgende voorlopige bewindvoerder : de heer Lefere, Pieter, advocaat, met kantoor te 8800 Roeselare, Jan Mahieustraat 10.
Berchem (Antwerpen), 18 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Arthur Jespers. (70556)
Roeselare, 16 september 2008. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Sorina Segers. (70560)
Vredegerecht van het kanton Roeselare
Bij beschikking van de vrederechter over het kanton Roeselare van 9 september 2008, verleend op verzoekschrift dat ter griffie werd neergelegd op 28 augustus 2008, werd akte genomen van het ontslag van Mevr. Demeestere, Katrien, advocaat, met kantoor te 8800 Roeselare, Westlaan 358, aangesteld als voorlopige bewindvoerder bij vonnis van dezelfde zetel op 26 juni 2008 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 18 juli 2008, blz. 38273, onder nummer 68265) over Mevr. Danneels, Anna, geboren te Roeselare op 30 juni 1910, wonende
Tribunal de première instance de Bruxelles
Par jugement prononcé le 15 septembre 2008, la quatorzième chambre du tribunal de première instance de Bruxelles siégeant en degré d’appel, dit l’appel recevable et fondé, réforme la décision entreprise en ce qu’elle désigne Me Anne Six, en qualité d’administratrice des biens de M. Constant Honings, né à Uccle le 12 octobre 1943, domicilié à Molenbeek-Saint-Jean, rue Mommaerts 26, met immédiatement fin à cette mission, désigne en cette qualité, Mme Claire Pierrette
50034
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Van Meuter, née à Bruxelles le 4 mars 1943, domiciliée à 1080 Molenbeek-Saint-Jean, rue Mommaerts 62, renvoie la cause à M. le juge de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, en ce qui concerne l’exécution de la mission. Bruxelles, le 17 septembre 2008. Pour extrait conforme : le greffier Ch. Sauvage.
adjoint
délégué,
Curator : Mr. De Maeseneer, Dirk. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Eylenbosch, J.-M. (35715)
(signé) (70561)
Tribunal de première instance de Huy II-Hannut, siège de Huy
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Centre de Publication commerciale, NV, Hof te Bollebeeklaan 5, 1730 Asse (O.N. 0439.483.739). Curator : Mr. Van Buggenhout, Christian.
Conformément aux dispositions de la loi du 18 juillet 1991, par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Huy II-Hannut, siège de Huy, rendue le 8 septembre 2008, Me Weijenberg, Raphaël, avocat à 4540 Amay, rue Joseph Wauters 19, a été désigné en remplacement de Me Etienne Guiot, en qualité d’administrateur provisoire des biens de M. Gilsoul, Michel Ghislain Christian, né à Huy le 9 décembre 1958, domicilié rue Joseph Durbuy 8/22, à 4500 Huy, incapable de gérer ses biens. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Dizier, Philippe. (70562)
Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Eylenbosch, J.-M. (35716)
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij gebrek aan actief, het faillissement van Prologistics, BVBA, Ninoofsesteenweg 219A, 1700 Dilbeek (O.N. 0462.637.045). Curator : Mr. Asscherickx, Bertrand. Vereffenaar : Calin Mihai.
Justice de paix du canton de Jette
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jette, en date du 3 septembre 2008, la nommée Yvonne Donis, née à Liège le 27 février 1937, domiciliée à Ganshoren, avenue Marie de Hongrie 141, « Résidence Granvelle », a été pourvue d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de Me Klaas Rosseel, avocat à 1050 Bruxelles, rue de Livourne 45, en remplacement de M. Aldo Pantano. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Hubrich, Veronica. (70563)
Faillissement − Faillite
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Papieren De Cree, BVBA, Mechelsesteenweg 55, 1800 Vilvoorde, (O.N. 0418.739.397).
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Eylenbosch, J.-M. (35717)
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Vernor Anno 1946, NV, Frans Walravensstraat 104, 1650 Beersel (O.N. 0412.733.911). Curator : Mr. De Mot, Lodewijk. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Eylenbosch, J-.M. (35718)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de la SA Au Faisan doré, rue Agrafe 103, 1070 Anderlecht. Numéro d’entreprise 0430.297.641.
Curator : Mr. Dehandschutter, Bert.
Curateur : Me Van Buggenhout, Christian.
Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Eylenbosch, J.-M. (35713)
Liquidateur : inconnu.
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Do-It, CVOHA, Abstraat 44, 3090 Overijse (O.N. 0464.439.166). Curator : Mr. Walravens, Jean-Pierre. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Eylenbosch, J.-M. (35714)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35719)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van de NV Au Faisan doré, Gespstraat 103, 1070 Anderlecht. Ondernemingsnummer 0430.297.641. Curator : Mr. Van Buggenhout, Christian.
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard, bij vereffening, het faillissement van Verhulst-Thibaut, BVBA, Dekenstraat 7, 1500 Halle, (O.N. 0465.018.790).
Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35719)
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Tribunal de commerce de Bruxelles
50035
Curateur : Me Heethem, Wim. Liquidateur : Lemaire, Francis, Kerselaarstraat 10, te 1700 Dilbeek.
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de Intertransport T.V.W., boulevard de Limbourg 52, 1070 Anderlecht.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35722)
Numéro d’entreprise 0405.035.574. Rechtbank van koophandel te Brussel
Curateur : Me De Mot, Lodewijk. Liquidateur : inconnu. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35720)
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij gebrek aan actief, het faillissement van de NV Vlaamse Onafhankelijke Radio-Omroep, Oorlogskruisenlaan 94, 1120 Neder-over-Heembeek (Brussel-Stad). Ondernemingsnummer 0475.016.423.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Curator : Mr. Heethem, Wim. Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van Intertransport T.V.W., Limbourglaan 52, 1070 Anderlecht.
Vereffenaar : Lemaire, Francis, Kerselaarstraat 10, te 1700 Dilbeek. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35722)
Ondernemingsnummer 0405.035.574. Tribunal de commerce de Bruxelles
Curator : Mr. De Mot, Lodewijk. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35720)
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par faute d’actif, la faillite de la SPRL A.D.G. Proficonstruct, rue Liverpool 22/32, 1080 Molenbeek-Saint-Jean. Numéro d’entreprise 0423.360.953.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Curateur : Me De Mot, Lodewijk.
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par faute d’actif, la faillite de la SPRL Eurostani, avenue de Broqueville 297/5, 1200 Woluwe-Saint-Lambert.
Liquidateur : Marinus Windmeyer, Eisenhowerlaan 11, te 3255 Oud Tonge, Nederland. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35723)
Numéro d’entreprise 0450.949.832. Curateur : Me De Maeseneer, Dirk. Rechtbank van koophandel te Brussel
Liquidateur : inconnu. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35721)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij gebrek aan actief, het faillissement van de BVBA A.D.G. Profilconstruct, Liverpoolstraat 22/32, 1080 Sint-Jans-Molenbeek. Ondernemingsnummer 0423.360.953.
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij gebrek aan actief, het faillissement van de BVBA Eurostani, de Broquevillelaan 297/5, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe. Ondernemingsnummer 0450.949.832.
Curator : Mr. De Mot, Lodewijk. Vereffenaar : Marinus Windmeyer, Eisenhowerlaan 11, te 3255 Oude Tonge (Nederland). Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35723)
Curator : Mr. De Maeseneer, Dirk. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35721)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par faute d’actif, la faillite de la SPRL Verlab, chaussée de Wavre 614, 1040 Etterbeek. Numéro d’entreprise 0476.880.704.
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par faute d’actif, la faillite de la SA Vlaamse Onafhankelijke Radio Omroep, avenue Croix de Guerre 94, 1120 NederOver-Heembeek (Brussel-Stad). Numéro d’entreprise 0475.016.423.
Curateur : Me Dehandschutter, Bert. Liquidateur : Paul Leliaert. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35724)
50036
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Rechtbank van koophandel te Brussel
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij gebrek aan actief, het faillissement van de BVBA Verlab, Waversesteenweg 614, 1040 Etterbeek.
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij ontoereikend actief, het faillissement van de BVBA Jilmetal, Waverloosesteenweg 382, 1060 Sint-Gillis. Ondernemingsnummer 0480.327.172.
Ondernemingsnummer 0476.880.704.
Curator : Mr. Verraes, Michiel.
Curator : Mr. Dehandschutter, Bert. Vereffenaar : Paul Leliaert. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35724)
Vereffenaar : Rachid Belmamoun, Karreveldlaan 29, te 1080 Brussel. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35726)
Tribunal de commerce de Bruxelles Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par faute d’actif, la faillite de De Klippel, Denis, rue des Floralies 83, bte 148, 1200 Woluwe-Saint-Lambert.
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de la SA Sonovit, chaussée de Jette 222, 1081 Koekelberg. Numéro d’entreprise 0442.562.302. Curateur : Me De Mot, Lodewijk.
Numéro d’entreprise 0745.250.010.
Liquidateur : inconnu.
Curateur : Me Dehandschutter, Bert.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35727)
Liquidateur : De Klippel, Denis. N’a pas été déclaré excusable. Rechtbank van koophandel te Brussel
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35725)
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van de NV Sonovit, Jetsesteenweg 222, 1081 Koekelberg.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Ondernemingsnummer 0442.562.302. Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij gebrek aan actief, het faillissement van De Klippel, Denis, Floraliënstraat 83, bus 148, 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe.
Curator : Mr. De Mot, Lodewijk. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35727)
Ondernemingsnummer 0745.250.010. Curator : Mr. Dehandschutter, Bert. Tribunal de commerce de Bruxelles Vereffenaar : De Klippel, Denis. Werd niet verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35725)
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de la SA Bosteels & Bosteels, chaussée de Jette 222, 1081 Koekelberg. Numéro d’entreprise 0446.366.581. Curateur : Me De Mot, Lodewijk.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Liquidateur : inconnu. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35728)
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par insuffisance d’actif, la faillite de la SPRL Jilmetal, chaussée de Waterloo 382, 1060 Saint-Gilles. Rechtbank van koophandel te Brussel
Numéro d’entreprise 0480.327.172. Curateur : Me Verraes, Michiel. Liquidateur : Rachid Belmamoun, avenue de Karreveld 29, à 1080 Bruxelles. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35726)
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van de NV Bosteels & Bosteels, Jetsesteenweg 222, 1081 Koekelberg. Ondernemingsnummer 0446.366.581.
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE Curator : Mr. De Mot, Lodewijk.
50037
Tribunal de commerce de Bruxelles
Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35728)
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de la SPRL Navima, square Riga 35, 1030 Bruxelles. Numéro d’entreprise 0462.934.478.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Curateur : Me De Maeseneer, Dirk. Liquidateur : inconnu.
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de la SPRL Asselman Contractors, rue Saint-Denis 164, 1190 Forest.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35731)
Numéro d’entreprise 0471.127.020. Rechtbank van koophandel te Brussel
Curateur : Me Van Buggenhout, Christian. Liquidateur : inconnu. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35729)
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van de BVBA Navima, Rigasquare 35, 1030 Brussel-3. Ondernemingsnummer 0462.934.478. Curator : Mr. De Maeseneer, Dirk.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van de BVBA Asselman Contractors, Sint-Denijsstraat 164, 1190 Vorst.
Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35731)
Intrekking faillissement − Faillite rapportée
Ondernemingsnummer 0471.127.020. Curator : Mr. Van Buggenhout, Christian.
Gloria, société privée à responsabilité limitée, rue Nicolas Doyen 10, 1080 Bruxelles
Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35729)
Numéro d’entreprise 0480.132.175 Extrait du jugement rendu par la quatrième chambre, salle A, du tribunal de commerce de Bruxelles, en date du 8 septembre 2008.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par ces motifs, statuant contradictoirement (...), déclare l’opposition recevable et fondée.
Par jugement du 16 septembre 2008, le tribunal de commerce de Bruxelles a déclaré close par liquidation, la faillite de la SA M Media, Jetsesteenweg 222, 1081 Koekelberg.
Rapporte la faillite de la SPRL Gloria prononcée le 22 juillet 2008 (...). (Signé) Alex Daneli, gérant de la SPRL Gloria. (35732)
Numéro d’entreprise 0459.629.649. Gerechtelijke ontbinding — Dissolution judiciaire
Curateur : Me De Mot, Lodewijk. Liquidateur : inconnu.
Tribunal de première instance de Mons
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (35730)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis van 16 september 2008, gewezen door de rechtbank van koophandel te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening, het faillissement van de NV M Media, Jetsesteenweg 222, 1081 Koekelberg. Ondernemingsnummer 0459.629.649. Curator : Mr. De Mot, Lodewijk. Vereffenaar : onbekend. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (35730)
Par jugement du 10 juillet 2008, le tribunal de première instance de Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’association sans but lucratif « Satori F.I.S.C.O. », ayant son siège social à 7370 Dour, rue Grande 66/B, B.C.E. n° 0866.301.555, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (35733)
Par jugement du 10 juillet 2008, le tribunal de première instance de Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’association sans but lucratif « L’Entraide », ayant son siège social à 7390 Quaregnon, rue du Bout de la Haut 159, B.C.E. n° 0445.442.806, T.V.A. 445.442.806, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (35734)
50038
BELGISCH STAATSBLAD — 25.09.2008 — MONITEUR BELGE
Par jugement du 10 juillet 2008, le tribunal de première instance de Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’association sans but lucratif « Centre d’Expression et de Créativité — La Coccinelle », ayant son siège social à 7340 Pâturages, « Résidence Jean Jaurès », Building « Les Rouges-Gorges », app. 2, B.C.E. n° 0429.767.903, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (35735)
Par jugement du 10 juillet 2008, le tribunal de première instance de Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’association sans but lucratif « Amicale des Diplômés Anciens Elèves et Elèves de l’Ecole industrielle et commerciale, moyenne et supérieure de Saint-Ghislain », ayant son siège social à 7330 Saint-Ghislain, rue des Ecoles 1, inscrite sous le n° 463059, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (35736)
Par jugement du 10 juillet 2008, le tribunal de première instance de Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’ASBL « Tennis Club Aubépines Saint-Ghislain », ayant son siège social à 7330 Saint-Ghislain, rue du Moulin 68, B.C.E. n° 0429.725.938, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (35737)
Par jugement du 10 juillet 2008, le tribunal de première instance de Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’ASBL « Comité du Monument régional de la Résistance », ayant son siège social à 7330 Saint-Ghislain, B.C.E. n° 0413.650.956, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (35738)
Par jugement du 10 juillet 2008, le tribunal de première instance de Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’ASBL « La Boîte à Rimes », ayant son siège social à 7334 Hautrage (Saint-Ghislain), rue Henri Dufour 9, B.C.E. n° 0451.449.282, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (35739)
Par jugement du 10 juillet 2008, le tribunal de première instance de Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’ASBL « Le Gaillet », ayant son siège social à 7333 Tertre (Saint-Ghislain), rue Louis Glineur 18, B.C.E. 0430.309.420, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (35740)
Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. − Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. Adviseur/Conseiller : A. VAN DAMME