Mondelinge geschiedenis Uitleg bij de powerpoint – Tips & tricks
1. Wat is mondelinge geschiedenis? 1.1. Korte historiek Erfgoed is alles wat mensen ons uit het verleden overleveren en wat wij belangrijk genoeg vinden om door te geven aan de generaties na ons. Dat kunnen tastbare zaken zijn zoals gebouwen en voorwerpen. Maar erfgoed omvat ook zaken die we niet kunnen vastnemen zoals dialecten en verhalen. Het verhaal achter een object vertelt vaak meer dan het object zelf. Dankzij een verhaal krijgt een voorwerp meer waarde of meer betekenis. Op die manier krijgt het een context of een kader en komt het tot leven. Mondelinge geschiedenis is het verleden registeren en [re]construeren door het interviewen van getuigen. Het gaat dan om de reconstructie van de recente geschiedenis. Want uniek aan het nabije verleden is het feit dat er nog mensen leven die het hebben meegemaakt en er uit eerste hand over kunnen vertellen. In de jaren 1950 raakt mondelinge geschiedenis in trek. Vooral in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk kent mondelinge geschiedenis een snelle opmars als onderzoeksmethode. Vanaf de jaren 1960 stijgt de populariteit omdat met de taperecorder een toestel op de markt komt dat makkelijk te hanteren is. In Vlaanderen komt mondelinge geschiedenis op vanaf het begin van de jaren 1980. Ondertussen is mondelinge geschiedenis als onderzoeksmethode al goed ingeburgerd. De belangstelling om het recente verleden te documenteren aan de hand van mondelinge getuigenissen groeit nog steeds. Dit komt omdat mondelinge getuigenissen bij het grote publiek op veel sympathie kunnen rekenen. Het is immers een zeer toegankelijke manier om terug te gaan naar het verleden. Mensen kunnen interviews goed volgen. Ook voor de onderzoeker is mondelinge geschiedenis een interessante onderzoeksmethode. Niet alleen professionelen zoals universiteiten, radio- of televisiemakers, maar ook heemkundigen, studenten, scholieren,… hebben hun weg naar de mondelinge geschiedenis gevonden. Maar omdat steeds meer mensen mondelinge geschiedenis gebruiken als onderzoeksmethode, stijgt de nood aan knowhow, dus theoretische en praktische ondersteuning. Een goed interview is belangrijk, want het is de kern van de mondelinge geschiedenis. En interviewen lijkt misschien eenvoudig, maar het omvat veel meer dan enkel vragen stellen en antwoorden krijgen.
1
Mondelinge geschiedenis heeft lange tijd kritiek gekregen, want is het niet zo dat het menselijke geheugen de werkelijkheid na verloop van tijd vervormt? Is herinneren niet een vorm van vergeten? Heel wat onderzoek heeft ondertussen uitgewezen dat mondelinge geschiedenis weldegelijk een betrouwbare methode is. Tests toonden aan dat het autobiografisch geheugen van de mens wel correct onthoudt. Bovendien kan het geheugen makkelijk gestimuleerd worden door het historische kader in herinnering te brengen. Geschreven bronnen staan evenmin garant voor een onvervormde realiteit. Dankzij het wetenschappelijk bewijs raakte mondelinge geschiedenis aanvaard als onderzoeksmethode.
1.2. Mondelinge geschiedenis ≠ mondelinge bron ≠ interview Mondelinge geschiedenis ≠ Mondelinge bron Mondelinge geschiedenis is een methode om te onderzoeken. Het is een verzameling van activiteiten gekoppeld aan het ondervragen van getuigen om het verleden te [re]construeren. Een mondelinge geschiedenis omvat een pakket van stappen: 1. Wie zijn mijn getuigen? Waar zijn ze te vinden? 2. Welke getuigen ga ik interviewen? Vervolgens het contacteren van de geselecteerde getuigen. 3. Opstellen van een vragenlijst 4. Afnemen van de interviews 5. Bruikbaar maken [= ontsluiten] van de interviews voor mezelf en de anderen 6. Het gebruiken van de verzamelde informatie voor een tentoonstelling, website,… Een mondelinge bron is het product van een onderzoek. Mondelinge geschiedenis is de procedure van onderzoek. Interview ≠ Mondelinge bron Een interview is niet hetzelfde als een mondelinge bron, maar maakt er deel van uit. Een mondelinge bron omvat dus veel meer. Zo verzamelt een onderzoeker in de voorbereidingsfase van het interview zoveel mogelijk andere relevante historische bronnen [archiefstukken, persartikelen, literatuur,…] over het onderwerp waarover de informanten worden geïnterviewd. Voor, tijdens en na het interview worden verschillende randdocumenten aangemaakt, bijvoorbeeld een identificatiefiche, een thema- en vragenlijst, een bandinhoudsfiche. Deze
2
documenten geven een context aan het interview waardoor het een bron wordt en voor onderzoek gebruikt kan worden. Al het materiaal samen vormt de mondelinge bron. Een mondelinge bron bestaat uit: 1. Een themalijst 2. Een vragenlijst 3. Het verzamelde materiaal uit andere historische bronnen en literatuur 4. Een identificatiefiche van de getuige 5. Het interview op band of een andere beeld- of geluidsdrager 6. Een bandinhoudsfiche 7. Een contract tussen interviewer en getuige waarin wederzijdse rechten en plichten worden vastgelegd.
2. De basis voor mondelinge geschiedenis: het interview Het interview of vraaggesprek vormt de kern voor mondelinge geschiedenis. Hierbij gaat een interviewer in gesprek met een getuige: de interviewer stelt vragen en de getuige vertelt op basis van deze vragen zijn/haar verhaal. Om een interview tot een goed einde te brengen en opdat het bruikbaar zou zijn voor onderzoek of publieksontsluiting, zijn er heel wat aandachtspunten zowel voor, tijdens als na het interview.
2.1. Voor het interview Uitzetten van de krijtlijnen Wie aan een onderzoeksproject mondelinge geschiedenis begint, doet dat niet onbezonnen. Er gaat heel wat voorbereiding vooraf aan de interviews. Het is eerst en vooral belangrijk te bepalen wat onderzocht moet worden. Dit is de probleemstelling. 1. Wat wil je als onderzoeker met jouw project bereiken? 2. Zijn de doelstellingen van het project realistisch?
3
Vanuit de probleemstelling kunnen dan de onderzoeksvragen opgesteld worden. De onderzoeksvragen en de probleemstelling zijn bepalend voor de keuze van de getuigen. Een onderzoeker bekijkt dus eerst wat hij/zij wil onderzoeken en dan pas wie hij/zij wil interviewen en niet omgekeerd! Inhoudelijke voorbereiding Een interviewer moet ingewerkt zijn in het thema. Een goed en kwalitatief interview kan enkel met een goede voorbereiding. Mondelinge geschiedenis met de herinneringen en ervaringen van mensen volstaan niet als basis. De interviewer kan zich voorbereiden door allerlei bronnen te raadplegen zoals krantenknipsels, foto’s en documenten, maar ook door een bezoekje te brengen aan een bedrijf of museum of eens rond te surfen op het internet. Als je zelf voldoende weet over het onderwerp en de thema’s die je in jouw interview wil behandelen, kan je veel beter inspelen op wat de getuige vertelt, gerichte vragen stellen en je mee inleven in de getuigenis. Ook voor het opstellen van goede vragenlijsten en themalijsten, is voldoende achtergrondkennis een noodzakelijke voorwaarde. Contacteren van de getuigen Wat je wil onderzoeken, bepaalt welke getuigen je als interviewer zal bevragen en niet omgekeerd. De interviewer of onderzoeker moet ervoor zorgen dat de geselecteerde getuigen typerend zijn voor de hele groep die onderzocht wordt. Alle getuigenissen samen moeten een compleet beeld vormen, vanuit verschillende invalshoeken. Als je de geschiedenis van een bedrijf wil illustreren met getuigenissen, ga je dus praten met arbeiders, bedienden, onderhoudspersoneel, vakbondsafgevaardigden en directie. Als je het hebt over de landbouw, neem je interviews af van mannen, vrouwen, jongeren en ouderen, telers van vee of van gewassen, … Een goede getuige vinden, is soms moeilijker dan het lijkt. Niet alleen is het soms moeilijk om de juiste mensen op te sporen, ook niet iedereen wil zomaar zijn/haar verhaal op band laten opnemen. Mensen zijn soms snel geïntimideerd wanneer ze horen dat het om een echt interview gaat dat later door heel wat mensen beluisterd kan worden. Als onderzoeker heb je soms wat overtuigingskracht nodig om getuigen te laten meewerken. Het
4
helpt als je heel goed kan uitleggen wat de getuige precies kan verwachten en waarom zijn/haar verhaal zo belangrijk is. Blijf hierbij echter steeds eerlijk, een getuige overtuigen met ‘niemand gaat dat ooit horen’ gaat niet helpen als je hem/haar daarna een contract wil laten tekenen waarin staat dat het interview in een museum of op het internet te beluisteren mag zijn… Ook als iemand anders de getuige voor jou heeft uitgezocht, moet je de getuige op voorhand contacteren voor duidelijke afspraken met betrekking tot het interview, onder meer over het tijdstip en de plaats van het interview. Tijdens zo’n voorafgaandelijk gesprek kan de getuige zelf ook al een aantal vragen en bezorgdheden aan de interviewer kwijt. Een vlot eerste contact vergemakkelijkt alvast de kennismaking bij het eigenlijke interview. Uitproberen opnameapparatuur Strikt genomen heb je niet meer nodig dan pen en papier om een getuigenis te registeren, je kan immers noteren tijdens het gesprek. Bij voorkeur leg je jouw interview[s] echter vast op een geluidsdrager. Zo kan je als onderzoeker achteraf steeds terugvallen op de volledige en letterlijk uitgesproken getuigenis. Tegenwoordig worden heel wat interviews digitaal opgenomen [bijvoorbeeld met een minidisc-recorder of op video], maar ook de analoge opname met een klassieke taperecorder, op voorwaarde dat die voldoende kwaliteit biedt, blijft een optie. Voor lange termijnbewaring en -gebruik is het uiteraard cruciaal dat de geluidskwaliteit van de opname gegarandeerd is. Het is belangrijk dat de interviewer zijn opnameapparatuur door en door kent vooraleer hij/zij op interview gaat. 1. De interviewer krijgt zo een idee over hoe dicht hij/zij en de getuige bij de micro en opnameapparatuur moeten zitten om een duidelijk en kwalitatief goede opname te hebben. 2. De interviewer vermijdt geknoei bij de start van het interview. Een interviewer die vlot met zijn apparatuur kan omgaan, oogt professioneler en dat geeft de getuige meer vertrouwen. 3. De interviewer heeft een beter idee van de impact van achtergrondgeluiden. 4. De interviewer kan rustig vragen stellen en luisteren naar de getuige zonder zich voortdurend zorgen te moeten maken of de apparatuur wel werkt.
5
2.2. Randdocumenten Een getuigenis op zich, zonder enige verdere context, heeft heel weinig waarde. Als je niet weet wie de getuige is, wanneer hij/zij geïnterviewd werd en wat het onderwerp van het gesprek nu eigenlijk is, mis je de informatie om met de getuigenis iets te kunnen doen. Daarom is het noodzakelijk dat de onderzoeker of interviewer voldoende aandacht besteedt aan het opstellen van de randdocumenten. Randdocumenten zijn onlosmakelijk verbonden met het interview: ze geven er een context en waarde aan. Vooraleer een interview af te nemen, moet de interviewer een aantal essentiële documenten opstellen! Themalijst De themalijst geeft een overzicht van de onderwerpen die tijdens het interview aan bod moeten komen. Dit betekent dat tijdens het interview alle opgesomde thema’s behandeld moeten worden. Als niet alle thema’s besproken zijn, plant de interviewer een tweede interview. De thema’s zijn de rode draad doorheen de interviews. Omdat de interviewer vaak meerdere getuigen bevraagt, is het van groot belang dat tijdens die verschillende interviews dezelfde zaken behandeld worden. Wanneer iedere getuige over een ander onderwerp bevraagd wordt, is het niet mogelijk om te vergelijken. Dit geeft dan een versnipperd en vertekend beeld. Het onderzoek is dan niet betrouwbaar. Vragenlijst De vragenlijst zet de themalijst om in concrete vragen. Het is een leidraad die de interviewer helpt om tijdens het interview de getuige te ondervragen over de vooropgestelde thema’s. Wanneer een getuige graag en goed praat, zal de interviewer weinig vragen moeten stellen. De getuige zal vanzelf veel informatie geven over de thema’s. Bij getuigen die weinig zeggen, kan de vragenlijst de interviewer helpen om de nodige informatie van de getuige los te krijgen. Het is dus niet erg wanneer op het einde van het interview niet alle vragen [letterlijk] aan bod zijn gekomen zolang alle thema’s maar zijn behandeld.
6
De thema- en vragenlijst behoren tot de randdocumenten die samen met het eigenlijke interview [interviewopname en/of transcriptie van het gesprek] deel uitmaken van de historische bron. Identificatiefiche Deze identificatiefiche geldt als een soort paspoort voor het geluidsfragment. Hierin worden de gegevens van de getuige opgenomen zoals de naam, geboortedatum, geboorteplaats, adres, opleiding[en], uitgeoefend[e] beroep[en], … Aan de hand van de identificatiefiche krijgen de onderzoekers ook later een perfect beeld van getuigen en weten we wat zijn/haar positie binnen de maatschappij was. Een identificatiefiche vul je als interviewer samen met de getuige in bij de start van je interview. Neem het invullen van de identificatiefiche ook op. Zo blijft voor altijd duidelijk wie als getuige te horen is in het geluidsfragment. Het invullen van de identificatiefiche biedt ook de ideale gelegenheid om te testen of de opnameapparatuur werkt. De interviewer vermeldt ook zijn/haar eigen naam op de identificatiefiche zodat steeds achterhaald kan worden wie het interview heeft afgenomen. De datum van het interview moet eveneens genoteerd worden. Contract Het is van belang om bij het interview een contract op te maken. Hierin staan de rechten en plichten van de getuige, maar ook van de interviewer. De interviewer laat het contract ondertekenen voor het interview van start gaat. Misschien zullen sommige getuigen een contract wat bedreigend vinden. De interviewer kan de getuige uiteraard geruststellen: het contract is voor de getuige een bewijs van de ernst van het onderzoek. Een contract is nodig om later, bijvoorbeeld het verwerken van het interview in een publieksgerichte activiteit, geen problemen te hebben met auteursrechten. Daarom moet de interviewer bij het contract letten op een aantal zaken. 1. De interviewer/onderzoeker moet de vrije beschikking hebben over het gebruik van het interview. 2. De getuige moet duidelijk weten wat zijn/haar rechten en plichten zijn. Zo moet de getuige de toestemming geven om het interview te gebruiken buiten het oorspronkelijke project. Indien de getuige niet wil dat bepaalde passages worden vrijgegeven, dan moet hij/zij duidelijk aangeven welke passages dat zijn.
7
3. Een interviewer dient zich te houden aan een gedragscode. Respect voor de getuige en zijn/haar positie in de eigen leefgemeenschap vallen daar zeker onder. De interviewer moet steeds in het achterhoofd houden dat hij/zij op zoek is naar informatie, niet naar sensatie. Een contract zorgt voor goede afspraken en beperkt misverstanden.
3. Tips & tricks voor een geslaagd interview Er bestaat geen vaste interviewhandleiding. Elke interviewsituatie, elke interviewer en elke getuige zijn immers anders. Het is aan de interviewer om de sfeer te bepalen waarin het interview zal verlopen. De strategie voor het interview past de interviewer aan aan de situatie en de getuige. Bij een getuige die makkelijk vertelt, zal de sfeer veel losser zijn. Bij een getuige die weinig informatie lost, is de sfeer vaak meer gespannen. De interviewer moet hierop inspelen. Veel hangt dus af van het moment zelf, maar een aantal tips kunnen de interviewer helpen om de omstandigheden voor het interview zo ideaal mogelijk te maken.
3.1. Omgeving Kies een vertrouwde omgeving voor de getuige Een interview wordt best afgenomen in een omgeving die voor de getuige natuurlijk is, meestal is dat bij de getuige thuis. De interviewer en getuige zijn de enige personen in de ruimte. Aanwezigheid van andere mensen beïnvloedt onmiskenbaar het verhaal van de getuige die zich misschien geremd voelt om vrijuit te spreken. Het is voor de andere aanwezigen ook vaak moeilijk om zich niet te mengen en zich van commentaar te onthouden. Word het interview toch gestoord en valt dit niet meteen te negeren, zet als interviewer het gesprek even stop en de opnameapparatuur uit tot de andere persoon de kamer verlaten heeft. Vergeet bij het hernemen van het gesprek niet de apparatuur opnieuw aan te zetten! Een plaats met een symbolische waarde voor de getuige in kader van het onderzoek [bijvoorbeeld een oud fabrieksgebouw, de vroegere school van de getuige] kan eventueel ook. De kwalitatieve geluidsopname moet ook daar mogelijk zijn.
8
Het interview moet in comfortabele omstandigheden kunnen verlopen. De omgeving moet rustig zijn. Achtergrondgeluiden zijn problematisch voor een goede geluidskwaliteit. Pas dus op voor straatgeluiden, klokken in de kamer, huisdieren, … Laat de radio of televisie uitschakelen als die speelt. Ramen die openstaan, laat je best sluiten. Als de ruimte niet voldoende stil is of gemaakt kan worden, vraag dan voor het interview start aan de getuige om ergens anders te gaan zitten. Maak het de getuige comfortabel Voorzie dat je anderhalf uur ongestoord kan praten. Leg de getuige vooraf nog even kort uit waarom je hem/haar interviewt. Teken het contract voor het interview start. Zo weet de getuige waar hij/zij aan toe is en dat het om een serieus onderzoek gaat waarin de getuigenis met respect behandeld zal worden. Vul als start van het interview de identificatiefiche in. De getuige raakt zo vertrouwd met jou als interviewer en met de aanwezigheid van de opnameapparatuur. Dit breekt het ijs. Bovendien is de identiteit van de getuige zo ook onlosmakelijk verbonden met het interview. Neem het interview af op een moment dat het voor de getuige past. Start nooit een interview als je weet dat de getuige moet gaan eten, slapen, onverwacht moet vertrekken, … Heb oog voor de routine van de getuige. Neem je het interview af in een rusthuis, hou dan rekening met de bezoekuren en eetmomenten. Kan je tijdens het interview gestoord worden? Hang indien nodig een bordje met ‘niet storen’ op de deur. Laat voor aanvang van het interview drank (en eventueel een versnapering) klaarzetten. Dit praat vaak niet alleen makkelijker, het zorgt er ook voor dat je tijdens het interview niet gestoord wordt. Een glaasje water bij de hand hebben, is zeker een must. Van praten krijg je immers een droge mond! Als de getuige beeldmateriaal heeft om zijn/haar verhaal te staven, vraag dan om dit bij de hand te houden. Zo moet de getuige zich niet verplaatsen midden in het interview.
9
Als je merkt dat de getuige moe is, stop dan het interview en maak een afspraak om het op een later tijdstip verder te zetten. Zorg dat de opnameapparatuur geen storend element is. Bekijk zeker goed de handleiding en experimenteer vooraf eens met het opnamemateriaal. Plaats nooit de micro rechtstreeks op een harde ondergrond zoals een houten of glazen blad van een tafel. Voorzie een sjaal, doek of tafellaken om ertussen te leggen en zo weergalm te beperken. Schakel alle aandachtstrekkers rond de opnameapparatuur uit: vermijd een gespannen draad van de microfoon, zet de microfoon uit het zicht, los irritante geluiden op, … De getuige zal zo vergeten dat het interview effectief wordt opgenomen. Verstop de micro echter niet, want dat heeft gevolgen voor de opnamekwaliteit. Als om een bepaalde reden de microfoon afgenomen of verzet moet worden, test dan eerst opnieuw of alles correct is teruggeplaatst om een optimale geluidskwaliteit te hebben. Zorg er voor dat je opnametoestel vooraf helemaal opgeladen is, voorzie eventueel een reservebatterij of een verlengkabel om je opnameapparatuur aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk. Vermijd dat de getuige al met zijn/haar verhaal begint als de opnameapparatuur nog niet in werking is.
3.2. Cruciale rol van de interviewer tijdens het interview De getuigenis van de geïnterviewde is het belangrijkste onderdeel van een interview. Maar de houding van de interviewer is van cruciaal belang om deze getuigenis van iemand te kunnen verkrijgen. Een goede interviewer kan door de juiste vragen te stellen en goed te reageren op de getuige, een zwijgzame getuige een uitgebreid relaas laten vertellen, terwijl een slechte interviewer het soms zelfs voor een vlot pratende getuige moeilijk kan maken om zijn/haar verhaal goed te doen. Hoe jij je als interviewer opstelt en hoe je reageert op de getuige, zal telkens verschillend zijn. Als interviewer zal je dit vaak op het moment zelf moeten inschatten.
10
Houding tegenover de getuige Leg écht contact met jouw getuige. Rammel niet droogweg je vragen af. Pas je spreeksnelheid aan aan de getuige. Als de getuige een dialect spreekt dat jij ook beheerst, kan je daar gerust een beetje in volgen. Praat de getuige mooi algemeen Nederlands, doe dat dan ook. Een interview is geen dialoog. De getuige moet zo veel mogelijk aan het woord zijn. Onderbreek de getuige niet en laat hem/haar uitspreken, tenzij de getuige te ver afdwaalt. Als interviewer blijf je steeds neutraal. Bewaar steeds je positie als onderzoeker, ook bij emotionele momenten of wanneer er dingen gezegd worden waar je zelf niet mee akkoord gaat. De getuige is de expert, niet de interviewer. De interviewer respecteert wat de getuige vertelt en komt niet betweterig over. De interviewer moet er zich voortdurend van bewust zijn dat de getuige beschikt over informatie die hij/zij als onderzoeker niet heeft. Het is aan de interviewer om die informatie los te krijgen. Vragen stellen Stel duidelijke en korte vragen. Vermijd vragen die je met ja of nee kan beantwoorden. Ga van algemeen naar specifiek, van niet-controversieel naar controversieel. Zorg ervoor dat getuige niet te veel uitweidt over zaken die niets met de thema’s te maken hebben. Onderbreek indien nodig. Breng de getuige met gerichte vragen terug tot de essentie. Durf bijvragen! Stel gerust meer vragen als je voelt dat een getuige veel weet over een bepaald onderwerp, maar niet alles prijsgeeft.
11
Schakel over naar een volgend onderwerp als je merkt dat de getuige ergens weinig of niets over weet. Tracht bij belangrijke informatie steeds te achterhalen waarop de getuige zich baseert [eigen ervaring, van horen zeggen, …]. Confronteer de getuige met tegenstrijdigheden in zijn/haar verhaal. Probeer toch informatie los te krijgen, wanneer je merkt dat een getuige wat verzwijgt. Doe dit echter op een respectvolle manier. Gebruik de vragenlijst op een slimme manier. Hou je voorbeeldvragenlijst bij de hand, maar durf hiervan af te wijken. De vragenlijst is enkel een leidraad. Bekijk de vragenlijst niet te nadrukkelijk tijdens het gesprek. Reageren Moedig de getuige tijdens het interview aan zodat je de getuige te kennen geeft dat je volgt wat er wordt verteld. Doe dit stilzwijgend bijvoorbeeld via oogcontact met de getuige, knikken of glimlachen. Vermijd verbale reacties tijdens het interview zoals mmm’s en jaja’s. Die zijn uiterst storend als het interview bijvoorbeeld achteraf gebruikt wordt voor publieksontsluiting. Geef tijdens het interview de stilte een kans. Soms zoekt de getuige gewoon naar de juiste woorden of poogt de getuige zich bepaalde dingen te herinneren. Als je elke stilte meteen opvult, komt dat vaak agressief over. Als interviewer kan je ook zelf materiaal meenemen, bijvoorbeeld krantenartikels, foto’s, aankondigingen, … Dit roept bij de getuige vaak interessante herinneringen op wat het interview ten goede komt. Je kan ze op de juiste momenten boven halen. Hou een notitieboekje bij de hand, maar schrijf tijdens het interview niet te veel op. Uitzonderingen zijn eigennamen en onbekende woorden, de relevante non-verbale reacties van de getuige, gebeurtenissen tijdens het interview, ... Deze elementen kunnen later bij het uitschrijven van het interview of het opmaken van de bandinhoudsfiche verwerkt worden.
12
Noteer duidelijke non-verbale reacties van de getuige tijdens het interview. Bijvoorbeeld wanneer een getuige tijdens een bepaald verhaal tranen in de ogen krijgt, maar deze emotie minder blijkt uit zijn/haar stem. Groepsinterview Meestal vindt een interview plaats tussen één interviewer en één getuige, maar dit is niet altijd het geval. Een groepsinterview heeft voor- en nadelen, maar kan soms een meerwaarde hebben. Als je als interviewer meerdere getuigen gaat interviewen, moet je met een aantal extra zaken rekening houden. Maak goede afspraken op voorhand, zo vermijd je bijvoorbeeld dat de getuigen door elkaar praten. Zorg ervoor dat alle getuigen evenveel aan het woord komen, sommige getuigen zullen dominanter zijn waardoor rustigere getuigen minder aan het woord kunnen komen. Ook stille getuigen hebben waardevolle verhalen. Bij een groepsinterview ben je niet alleen interviewer, maar ook moderator. Dat wil zeggen dat je het gesprek wat moet begeleiden: sprekers onderbreken wanneer ze door elkaar praten, anderen aanmoedigen om het woord te nemen, gericht vragen stellen aan één persoon,… Indien mogelijk is het goed om de getuigen eerst eens apart te zien en eventueel al te bevragen, zo kan je de getuigen beter inschatten. Een groepsinterview heeft alleen maar nut als de verschillende getuigen over hetzelfde onderwerp kunnen vertellen. De verschillende verhalen kunnen de getuigen helpen om zich dingen te herinneren. Twee interviewers Wanneer je met twee interviewers een getuige gaat interviewen, is het eveneens van belang op voorhand duidelijke afspraken te maken. Spreek een duidelijke taakverdeling af. Stelt één iemand de vragen terwijl de andere noteert? Of wisselen jullie elkaar af per thema? Wie zorgt voor de identificatiefiche? Wie voor het contract?... Indien beide interviewers vragen zullen stellen, zorg er dan voor dat ze allebei even duidelijk verstaanbaar zijn. Onderbreek elkaar niet, stel jouw vragen pas als je ziet dat je collega-interviewer geen vragen meer heeft rond het onderwerp.
13
Zorg dat de getuige met jullie allebei oogcontact kan hebben zonder zijn hoofd te draaien. Leg vooraf duidelijk uit aan de getuige dat jullie met twee zullen komen, zodat hij niet te veel geïntimideerd is. Meer dan twee interviewers samen is echt teveel van het goede!
3.3. Na het interview Nazorg voor de getuige Een geslaagd interview moet je ook goed afronden, op die manier blijft de getuige met een tevreden gevoel over het interview zitten. Sluit het gesprek duidelijk af. Bekijk de themalijst voor je de opname afrondt: zijn alle onderwerpen aan bod gekomen in de loop van het gesprek? Kondig aan dat je het gesprek afsluit voor je de opname stopzet, zo heeft de getuige nog de kans om eventueel nog iets toe te voegen. Ga na of je alle documenten hebt om het interview goed te kunnen beëindigen: is het contract getekend en de identificatiefiche goed ingevuld? Bedank de getuige hartelijk voor zijn/haar medewerking! Ga niet onmiddellijk lopen na het interview, de getuige heeft misschien nood aan een losse babbel over het interview of over de gebeurtenis waarover hij/zij net heeft getuigd. Vermijd dat er tijdens het gemoedelijk gesprek achteraf, wanneer de opnameapparatuur al is opgeborgen, nog off the record belangrijke informatie wordt meegegeven door de getuige. Gebeurt dit toch, vraag dan of je de informatie ook mag gebruiken. Vraag eventueel of je een foto mag nemen van de getuige die je achteraf bij het interview kan steken. Zeker als je meerdere getuigen geïnterviewd hebt, is dit een handig hulpmiddel om je achteraf te herinneren wie wie ook weer was. Stuur achteraf nog een briefje of neem na enkele dagen eens opnieuw contact op om te zien hoe de getuige het interview heeft verwerkt.
14
4. Van interview tot mondelinge bron Nu het interview is afgenomen, kan je als onderzoeker beginnen aan de verwerking ervan zodat het interview echt een mondelinge bron kan worden. Het is van cruciaal belang dat alle informatie op de juiste manier wordt opgeslagen en bewaard. Het interview mag nog zo geslaagd zijn, als er in dit stadium iets fout loopt, is alles misschien voor niets geweest. Wees dus voorzichtig en vooruitziend!
4.1. Moederversie vs. werkversie Vóór je ook maar iets doet met je audio-opname, moet je de opname van het toestel overzetten op een computer of een externe drager als een CD-rom, USB-stick of externe harde schijf. Sla hierbij steeds een moederversie en enkele kopieën op. De moederversie is de versie waar je nooit in werkt. De kopieën zijn de werkversies die je kan beluisteren en eventueel bewerken. Beluister de op je computer opgeslagen versie vóór je de opname van het opnametoestel wist, zodat je zeker bent dat de opname goed is overgezet. Let op het formaat waarin je het bestand opslaat: het populaire MP3-formaat biedt geen garanties voor bewaring op lange termijn, .WAV is op dat vlak beter geschikt.
4.2.Transcriptie: volledig vs. thematisch De transcriptie of het uitschrijven van [delen van] het interview is noodzakelijk om van een interview een echte mondelinge bron te maken, die ook op termijn ook nog eens vlot consulteerbaar is. Het transcriberen of uitschrijven van een interview is het meest tijdrovende onderdeel van een project mondelinge geschiedenis. Eén uur interview staat gelijk met acht à negen uren transcriptietijd. Elke onderzoeker bepaalt in functie van het eigen budget en/of de eigen onderzoekstijd de gepaste transcriptiemethode. Sommigen kiezen voor een volledige transcriptie, anderen gaan selectief te werk. In het laatste geval worden enkel de relevante passages, in het licht van de onderzoeksvragen, getranscribeerd.
15
Transcriptie gebeurt best binnen een standaarddocument en binnen vooraf opgestelde richtlijnen. Zo ben je er zeker van dat ook andere onderzoekers met de transcriptie kunnen werken. Het is mogelijk om transcriptie te laten doen door iemand anders dan de interviewer, maar dit is zeker niet aan te raden. Bij onduidelijke passages heeft de interviewer immers meer zicht op wat eventueel bedoeld zou kunnen worden omdat hij/zij de hele context van het gesprek kent. Bovendien kan enkel de interviewer ook non-verbale gedragingen in de transcriptie verwerken, tenzij er een video-opname van het interview werd gemaakt. Het valt niet te ontkennen dat transcriptie een vrij saai werk kan zijn, maar het nut ervan mag niet onderschat worden. Van zodra een interview getranscribeerd is, wordt het verwerken van de inhoudelijke informatie uit het interview immers een pak eenvoudiger!
4.3. Opstellen van een bandinhoudsfiche Voor de verwerking van een interview is ook het opstellen van een goede bandinhoudsfiche cruciaal. Een bandhoudsfiche vermeldt welke thema’s er in een interview op welk moment aan bod komen. Dit maakt het doorzoeken van een interview heel wat gemakkelijker: je weet perfect wanneer een getuige over een bepaald onderwerp gepraat heeft. Om ze voor andere onderzoekers eveneens bruikbaar te maken, gebeurt het opstellen van een bandinhoudsfiche ook best volgens een standaarddocument en vooraf opgestelde richtlijnen. De thema’s die je vermeldt in de bandinhoudsfiche, haal je uit de themalijst die je in het kader van jouw onderzoek vooraf opgesteld hebt. Bij elk fragment kan je dan nog verder specificeren over wat het precies gaat. Als je een interview volledig transcribeert, kan je de bandinhoudsfiche beter achteraf opstellen op basis van de transcriptie. Maar wanneer je enkel één of een paar thema’s transcribeert, doe je dit best vooraf. Zo vind je bij de transcriptie gemakkelijk alle relevante fragmenten terug.
16
4.4. Bewaren op lange termijn Een mondelinge bron is pas bruikbaar als ze bewaard wordt op een plaats toegankelijk voor onderzoekers en wanneer ze is vergezeld van de nodige randdocumenten. Relevante documenten [identificatiefiche, vragenlijst, ingescand contract, gedigitaliseerd beeldmateriaal, …] worden bewaard samen met een kopie van de originele audio-opname op zodat deze steeds makkelijk terug te vinden zijn. Zorg ervoor dat de documenten zowel op papier als digitaal beschikbaar zijn. Maak minstens één, maar liever meerdere kopies van de mondelinge bron met alle bijhorende documenten. Zo kan niet alles in één klap verloren gaan. Je kan uiteraard zelf instaan voor de bewaring, maar je kan al het originele materiaal van je project voor langetermijnbewaring best overbrengen naar een bewaarinstelling zoals het archief in jouw lokale gemeente- of stadsarchief of bij de heemkundige kring. Zij hebben een goede notie van hoe je alles zowel op papier als digitaal het best bewaard zodat ook komende generaties nog van jouw werk kunnen genieten.
5. Zelf aan de slag? 5.1. Voorbeelddocumenten - Identificatiefiche -> Nog link leggen naar voorbeeldfiche -> De Erfgoedcel Land van Dendermonde maakte een voorbeeld op dat je voor jouw project kan gebruiken en/of aanpassen. - Contract -> Nog link leggen naar voorbeeldfiche -> De Erfgoedcel Land van Dendermonde maakte een voorbeeld op dat je voor jouw project kan gebruiken en/of aanpassen. - Vragenlijst -> Voorbeeld FARO: http://www.faronet.be/files/pdf/pagina/vragenlijst_bezetting.pdf - Themalijst
17
-> Voorbeeld FARO: http://www.faronet.be/files/pdf/pagina/vragenlijst_bezetting.pdf. De grote thema’s zijn aangegeven als titel van de verschillende vragenreeksen. - Bandinhoudsfiche -> Voorbeeld FARO: http://www.faronet.be/files/pdf/pagina/bandinhoudsfiche.pdf
5.2. Nog meer weten? www.mondelingegeschiedenis.be www.egclandvandendermonde.be -> Nog link leggen naar subpagina DVD Van horen zeggen, Centrum voor Volkscultuur (nu FARO), 2005 -> Te ontlenen bij de Erfgoedcel Land van Dendermonde DE WITTE N., SIMONS J., DE MEESTER K. en VAN HEDDEGEM I., Leren van horen zeggen. Draaiboek voor een vakoverschrijdend project mondelinge geschiedenis in het secundair onderwijs, een initiatief van de Erfgoedcellen Waasland en Mechelen, FARO en Lessius Mechelen, 2012 -> Te ontlenen bij de Erfgoedcel Land van Dendermonde
5.3. Bewaring op lange termijn http://www.expertisecentrumdavid.be/ Of neem contact op met de Erfgoedcel Land van Dendermonde!
© Erfgoedcel Land van Dendermonde, 2013 Gebaseerd op documenten en lessen mondelinge geschiedenis van onder meer de Erfgoedcel Waasland en FARO.
18