Mondeling Presenteren door Nederlandse ingenieurs
Mondelinge presentatie: ruim gedefinieerd In deze enquête wordt onder mondelinge presentatie verstaan: elke toespraak of presentatie van minstens tien minuten voor minimaal drie luisteraars. Het gaat in dit onderzoek dus niet alleen om voordrachten voor een volle zaal; ook een uiteenzetting van plannen tijdens een vergadering is een mondelinge presentatie. U houdt geen mondelinge presentaties? Niet iedereen geeft mondelinge presentaties. Als u de afgelopen twee jaar dergelijke presentaties niet verzorgde, dan stellen we het op prijs als u de vraag hieronder zou willen beantwoorden. Wilt u bovendien vraag 1 t/m 4 van de enquête (Persoonlijke gegevens) invullen? De rest van de vragen hoeft u niet te beantwoorden. Ik hoef nooit / zelden mondelinge presentaties te houden, want [graag een toelichting]:
Terugsturen van de vragenlijst Voor het terugsturen van de ingevulde vragenlijst kunt u gebruikmaken van de bijgeleverde antwoordenvelop. Een postzegel is niet nodig. Mocht u de antwoordenvelop niet meer bij de hand hebben, wilt u de enquête dan retourneren aan: TU Delft Toegepaste Communicatiewetenschap Onderzoek Mondeling Presenteren Antwoordnummer 10189 2628 EB DELFT
Hartelijk dank voor uw medewerking!
Persoonlijke gegevens 1
Aan welke hogeschool en / of universiteit bent u afgestudeerd? Hbo: ……………………………………………………………… Universiteit: ………………………………………………………
1a
Kruis de studierichting aan van uw hoogst genoten opleiding. ! Aardwetenschappen ! Industrieel Ontwerpen ! Bedrijfskunde ! Informatica ! Bestuurskunde ! Land- en Tuinbouw ! Bosbouw ! Landmeetkunde ! Bouwkunde ! Levensmiddelen-techn. ! Civiele Techniek ! Lucht- en ruimtevaart ! Elektrotechniek ! Materiaalkunde
1b
In welk jaar bent u afgestudeerd? Vul het betreffende jaartal in.
1
! ! ! ! ! !
Natuurkunde Scheikundige technologie Scheepsbouwkunde Werktuigbouwkunde Wiskunde Anders, namelijk …
2
Tot welke branche behoort het bedrijf waar u werkt? Kruis het meest passende antwoord aan. ! Bouwmaterialen ! Metaal- en machine-industrie ! Bouwnijverheid / bouwinstallatie ! Onderwijs ! Chemische industrie ! Overheid ! Delfstoffenwinning / aardolie-industrie ! Researchinstellingen ! Elektrotechniek ! Transport / Opslag / Communicatie ! Hout- en Papierindustrie ! Voedings- en genotmiddelen ! Grafische industrie / uitgeverijen ! Welzijn / gezondheidszorg ! Groot- / tussen- / detailhandel ! Anders, namelijk ! Landbouw / visserij
2a
Werkt u in een internationaal bedrijf?
2b
Hoeveel werknemers zijn er werkzaam in uw bedrijf? Kruis het juiste hokje aan. Indien het bedrijf buitenlandse vestigingen heeft, geef dan alleen de hoeveelheid werknemers in Nederlandse vestigingen aan. ! 1 t/m 9 personen ! 100 t/m 199 personen ! 10 t/m 19 personen ! 200 t/m 499 personen ! 20 t/m 49 personen ! 500 t/m 999 personen ! 50 t/m 99 personen ! 1000 of meer personen
2c
Ja
Nee
Welke van de hier beschreven 25 functies lijkt het meest op uw functie? Kruis één optie aan. Automatisering ! EDP manager /hoofd informatieverwerking ! Systeemanalist / -programmeur ! Systeem-/ database- beheerder ! Automatiseringsadviseur / -specialist ! Systeemontwerper / informatie-analist Directie / management ! (Algemeen) directeur ! Directeur divisie /afdeling
! Management consultant
Productie / techniek ! Hoofd Technische Dienst / bedrijfsleider / projectleider ! Senior projectmanager afdelingshoofd / supervisor /coördinator ! Technicus / technoloog ! Architect / ontwerper ! Process engineer
! Werkvoorbereider / productievoorbereider / projectplanner
! Onderhouds-/ service engineer / kwaliteitsdienst
! Constructeur / tekenaar ! Productiemedewerker ! Technisch Commercieel medewerker / calculator / verkoopvoorbereider
Verkoop / inkoop ! Directeur verkoop divisie- manager / hoofd afd. verkoop ! Sales manager / area manager / verkoopleider ! Sales engineer / techn. comm. Medewerker
! Export manager / productgroep manager / rayonmanager / hoofd verkoop binnendienst
! Verkoopmedewerker / sales representative
Onderzoek (R&D) en onderwijs ! Onderzoeker ! Docent / trainer 3
Wat is uw geboortejaar? Vul het jaartal in.
4
Bent u man of vrouw? Kruis het juiste vakje aan.
2
M
V
Let op! • Bij een deel van de volgende vragen wordt met plussen en minnen gewerkt. De plussen en minnen hebben in de vragenlijst de volgende betekenis:
•
--
-
+/-
+
++
Ik ben het met deze uitspraak helemaal oneens
Ik ben het met deze uitspraak meer oneens dan eens
Ik ben het niet eens met deze uitspraak maar ook niet oneens.
Ik ben het met deze uitspraak meer eens dan oneens
Ik ben het met deze uitspraak helemaal eens
Onder een mondelinge presentatie verstaan we: elke toespraak of presentatie van minstens 10 minuten voor minstens 3 personen.
Scholing in presenteren 5
Hoeveel tijd (college-uren) hebt u tijdens uw ingenieursopleiding besteed aan een cursus / module mondeling presenteren? Kruis het juiste antwoord aan. ! geen ! 1 - 2 dagen ! 0 – 1 dag ! meer dan 2 dagen
5a 5b
6
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen. Ik vond de aandacht tijdens mijn opleiding voor mondeling presenteren voldoende. Ik vind dat studenten tijdens de ingenieursopleiding minstens één cursus mondeling presenteren moeten volgen.
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
Hoeveel tijd (college-uren) hebt u na uw hbo- of universitaire opleiding besteed aan een cursus / module mondeling presenteren? (Bijvoorbeeld in het kader van een bedrijfsopleiding, aio-training, post hbo- of post academisch onderwijs.) Kruis het juiste antwoord aan. ! geen ! 1 - 2 dagen ! 0 – 1 dag ! meer dan 2 dagen
6a 6b
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling. Ik vind het de verantwoordelijkheid van werkgevers om hun werknemers de mogelijkheid te bieden zich te scholen in mondeling presenteren. Ik vind het de verantwoordelijkheid van de werknemer om zich te scholen in mondeling presenteren.
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
Huidige praktijk 7 7a 7b
Hoeveel keer presenteerde u de afgelopen drie jaar gemiddeld per jaar? Beschouw een training, instructie, demonstratie etc. als één presentatie. Vul een getal in. Tijdens de beroepspraktijk Buiten de beroepspraktijk (in uw vrije tijd)
8 8a 8b 8c
Bij hoeveel procent van uw presentaties (vul een percentage in) leest u voor? gebruikt u enkele aantekeningen? spreekt u uit het hoofd?
3
% % %
De volgende vraag gaat over de laatste twee presentaties die u binnen de beroepspraktijk gehouden hebt. 9
Beschrijf in trefwoorden wat de aard / inhoud én het publiek van iedere presentatie waren. Bijvoorbeeld: ‘Verslag gedaan van lopend project voor collega’s’ of ‘Advies uitgebracht over aanpassing ontwerp aan management en uitvoerders’. Presentatie 1
Presentatie 2
9a
Geef aan tot welk type presentatie de twee bovenstaande presentaties behoorden. Voor het gemak onderscheiden we vier typen. Kruis per presentatie slechts één type aan. Type presentatie Presentatie 1 Presentatie 2 Informeren Instrueren Adviseren Verkopen Als u een andersoortige presentatie gehouden heeft, typeer die dan hier.
9b
Uit welke onderdelen bestond de inleiding van uw presentatie. Vul voor beide presentaties het antwoord in. Bijvoorbeeld: Allereerst een introductie van mijzelf en mijn bedrijf, vervolgens een verwijzing naar de actualiteit: ‘Prins Willem Alexander als watermanager’, dan de introductie van het onderwerp: ‘trends in het projectbeheer’, en tot slot een overzicht van de hoofdpunten van de presentatie. Na deze inleiding begon ik met de kern van de presentatie. Presentatie 1 begon ik met: 1 2 3 4 5 Presentatie 2 begon ik met: 1 2 3 4 5
10
Geef aanvullende informatie over de beide presentaties aan de hand van de volgende vragen. Presentatie 1
10a 10b 10c 10d
Hoe lang duurde de presentatie? Hoe lang bedroeg de voorbereidingstijd? Hoeveel luisteraars waren er ongeveer aanwezig? Maakte u gebruik van sheets of andere visaliseringsmiddelen (bijvoorbeeld flipovers, programma’s als Powerpoint)
4
Ja
min uur pers. Nee
Presentatie 2
Ja
min. uur pers. Nee
Waardering voor presentaties 11
Waaraan ergert u zich in presentaties van anderen? Noem maximaal drie zaken. 1 2 3
12
Wat waardeert u vooral in presentaties van anderen? Noem maximaal drie zaken. 1 2 3
13
Welk cijfer zou u uzelf geven voor uw eigen presentaties? Geef een cijfer tussen de 1 en 10
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen. 14a Ik vind het houden van een presentatie een plezierige activiteit. 14b 14c
14d
Het houden van mondelinge presentaties is belangrijk voor mijn professioneel functioneren. Ik krijg op mijn presentatievaardigheden vaak reactie van collega’s. Indien uw antwoord [- -] was, ga dan verder naar vraag 15. De reacties die ik krijg op mijn presentatievaardigheden zijn vaak nuttig voor een volgende presentatie.
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
Technieken 15
Hieronder vindt u 12 aspecten van de inhoud van een mondelinge presentatie. Kruis bij ieder aspect aan in hoeverre u het belangrijk en moeilijk vindt. Belangrijk
Inhoud Bepalen van de doelstelling (wat u wilt bereiken met uw presentatie) Bepalen van relevante informatie / gegevens Afstemmen van de informatie op het publiek Selecteren van overtuigende argumenten
Moeilijk
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
g)
Afstemmen van de lengte van de presentatie op de beschikbare tijd Aanbrengen van een structuur (lijn in het verhaal) Bedenken van een pakkende opening
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
h)
Bedenken van een pakkend slot
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
i)
Verduidelijken van de voordracht met sheets en andere visuele middelen Verlevendigen van de presentatie met voorbeelden Vasthouden van de lijn van de presentatie (niet uitweiden en geen onderdelen vergeten) Voorbereiden op mogelijke vragen uit het publiek
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
a) b) c) d) e) f)
j) k) l)
5
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/-
+
++
16
Hieronder vindt u 10 aspecten van de presentatie van een voordracht. Kruis bij ieder aspect aan in hoeverre u het belangrijk en moeilijk vindt. Belangrijk
Presentatie a)
Ontspannen, niet-zenuwachtig overkomen
--
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
b)
Enthousiast overkomen
--
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
c)
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
d)
Contact leggen met het publiek (oogcontact, vragen -aan publiek, interactie) -Vlot en duidelijk formuleren
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
e)
Overtuigend presenteren van argumenten
--
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
f)
Effectief gebruiken van hulpmiddelen als microfoon, -sheets, dia’s en videobeamer -Beantwoorden van vragen uit het publiek
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
--
-
+/-
+
++
--
-
+/- +
++
g) h) i) j)
17
--
-
+/- +
++
--
-
+/- +
++
d)
een opening met een aandachtstrekker erin (bijvoorbeeld een prikkelende stelling, citaat of vraag) een doelstelling (aanduiding van wat de spreker wil bereiken met zijn presentatie) een structuuraankondiging (overzicht van de hoofdpunten van het verhaal)
--
-
+/- +
++
e)
een passage over de spreker en zijn professionele achtergrond
--
-
+/- +
++
f)
anders, namelijk
--
-
+/- +
++
--
-
+/- +
++
Een goed slot bevat doorgaans (Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling): -+/- + a) een grap of een anekdote
++
c)
19
20
Afronden van de presentatie binnen de beschikbare tijd Presenteren met professionele lichaamshouding en gebaren Uit het hoofd of slechts van enkele aantekeningen presenteren
Een goede inleiding bevat doorgaans (Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling): -+/- + ++ a) een grap of een anekdote b)
18
Moeilijk
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling. Als ik een presentatie voorbereid, maak ik veel werk van de inleiding
b)
een samenvatting van de belangrijkste punten of argumenten
--
-
+/- +
++
c)
een conclusie
--
-
+/- +
++
d)
een aanbeveling
--
-
+/- +
++
e)
een prikkelende slotzin
--
-
+/- +
++
f)
anders, namelijk
--
-
+/- +
++
--
-
+/- +
++
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling. Als ik een presentatie voorbereid, maak ik veel werk van het slot.
6
Publiek 21
22
Voor welk publiek presenteert u doorgaans? Kruis de juiste optie aan. Voorkennis
!
terzakekundigen
!
niet-terzakekundigen
!
Opleidingsniveau
!
op mbo-niveau
!
op hbo-niveau
!
Taal
!
Hiërarchie
!
alleen Nederlandstaligen lager in de hiërarchie
! !
overwegend Nederlandstaligen gelijk in de hiërarchie
! !
gemengd publiek op universitair niveau overwegend anderstaligen hoger in de hiërarchie
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen. Ik vind het moeilijk om mijn presentatie af te stemmen op: a) een publiek dat voornamelijk uit niet-terzakekundigen bestaat
!
gemengd niveau
!
alleen anderstaligen
!
hiërarchisch gemengd
--
-
+/-
+
++
b)
een publiek met gemengde voorkennis
--
-
+/-
+
++
c)
een publiek met een lager opleidingsniveau dan ik
--
-
+/-
+
++
d)
een publiek met een hoger opleidingsniveau dan ik
--
-
+/-
+
++
e)
een publiek met een gemengd opleidingsniveau
--
-
+/-
+
++
f)
een publiek bestaande uit overwegend anderstaligen
--
-
+/-
+
++
g)
een publiek bestaande uit mensen die lager staan in de hiërarchie dan ik
--
-
+/-
+
++
h)
een publiek bestaande uit mensen die hoger staan in de hiërarchie dan ik
--
-
+/-
+
++
i)
een publiek bestaande uit mensen uit verschillende lagen van de hiërarchie
--
-
+/-
+
++
Andere taal 23
Presenteert u ook in een andere taal? Kruis het juiste antwoord aan. Als u Nee geantwoord hebt, ga dan verder naar vraag 25.
23a
Zo ja, hoeveel procent van uw presentaties houdt u in welke taal? Vul bij elke taal het betreffende percentage in. Nederlands Duits anders, namelijk:
24
Engels
Spaans
Frans
Italiaans
Ja
Nee
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen. Neem de vreemde taal in gedachten die bij vraag 23a het hoogste scoorde. Ik ervaar veel problemen bij het presenteren in een andere taal dan het Nederlands, -- +/- + ++ a) op het vlak van taalvaardigheid (d.w.z. uitspraak, zinsbouw, woordkeus) -- +/- + ++ b) op het vlak van presentatieconventies in een andere cultuur (d.w.z. beleefdheid, directheid van aanspreken van publiek, aankijken van publiek, conclusies impliciet houden of expliciet trekken)
7
Behoefte aan ondersteuning 25
26
27
28
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling. Ik heb in mijn werk behoefte aan ondersteuning (informatie, adviezen of begeleiding) bij mijn mondelinge presentaties. Bij het antwoord Nee, ga verder naar vraag 27
Ja
Nee
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling. Ik heb specifiek behoefte aan informatie, adviezen of begeleiding op het gebied van mondeling presenteren in de vorm van -- +/a) schriftelijke training
+
++
b)
adviezen en voorbeelden op cd-rom (bijvoorbeeld korte filmpjes)
--
-
+/-
+
++
c)
begeleiding door een persoonlijke coach
--
-
+/-
+
++
d)
groepstraining met persoonlijke aandacht voor elke deelnemer
--
-
+/-
+
++
e)
anders, namelijk
--
-
+/-
+
++
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling. Ik heb in mijn werk behoefte aan ondersteuning op het gebied van mondelinge presentaties in een andere taal.
--
-
+/-
+
++
Geef aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling. Ik heb in mijn werk behoefte aan extra kennis op het gebied van conventies in andere culturen.
--
-
+/-
+
++
Extra informatie 29
Bent u bereid om telefonisch nadere informatie te verschaffen over mondeling presenteren in uw beroepspraktijk?
Ja
Nee
Zo ja, wilt u dan de volgende gegevens verstrekken? Naam …………………………………………………………………………….. Tel.nr. overdag…………………………..………………………………………. 30
Heeft u nog opmerkingen over het onderwerp van deze enquête?
Hartelijk dank voor uw medewerking aan deze enquête. 31
De resultaten van deze enquête zullen dit jaar worden gepubliceerd in De Ingenieur. Als u per e-mail geïnformeerd wilt worden over de resultaten van de enquête, vul dan hier uw naam en e-mailadres in: naam: ……………………………………………………………...………………………….. e-mailadres: ………………………………………………………………………………….
Wilt u deze enquête in de antwoordenvelop doen en voor 8 februari terugzenden? Mocht u de antwoordenvelop niet bij de hand hebben, wilt u de enquête dan retourneren aan (een postzegel is niet nodig): TU Delft, Toegepaste Communicatiewetenschap Onderzoek Mondeling Presenteren Antwoordnummer 10189, 2628 EB Delft
8