Mogelijke vragen mondeling examen Wat moet er allemaal aanwezig zijn in refter? - 18,5 m2 / 25 WN gelijktijdig - goed verlicht, verlucht, verwarmd - afwasmogelijkheid - tafels + stoelen met rugleuning - drinkbaar water - opwarmmogelijkheid - vuilbak - dagelijks gereinigd, liefst VOOR shift - rookverbod - indien < 10 WN: refter mag in privéwoning WG - indien < 3 WN bij bedienden: bureau mag als refter gebruikt w. Wie moet op Medisch onderzoek? - Veiligheidsfunctie - activiteit verbonden met Voedingswaren - functie met Verhoogde waakzaamheid = permanent toezicht ve install. . Gebrek à waakzaamheid = gevaar - Functie met welbepaald Risico • fysische, chemische en biologische agentia • mentale en fysieke belasting, tgv : o ergonomisch risico o monotoon en tijdsgebonden werk • psychosociale belasting Waarom medisch toezicht ? = GH bevorderen en behouden: • arbeidsgeschiktheid controleren • opsporen van BZ => verplichting AG om beroepsziekte aan te geven • opsporen risicofactoren • te zware belasting vermijden (belasting spieren, AG stelt voor om ander te werken waardoor belasting ↘) • tewerkstellingskansen van iedereen bevorderen • informeren mbt aandoeningen ad patiënt zelf • besmettelijke ziekten: zelfde taak als een gewone arts = aangeven à Volks GH Opm. AG schrijft normaal gezien niets voor : AG ≠ ‘gratis apotheek’ ≠ ‘gratis dokter’ Medisch dossier bijhouden tot 15 jaar na verlaten bedrijf, tenzij asbest: dannog langer
Geef de verschillende soorten gezondheidstoezicht: • voorafgaand (VH functie, voeding, verhoogde waakzaamheid, welbepaald risico) = aanwerving onderzoek : binnen de 14 d. na aanvang • periodiek GHT • bij werkhervatting • spontane consultatie • voortgezet GHT (= je bent eraan blootgesteld + je moet verder opvolging krijgen, vb. asbest) • re-integratie (voor WN die definitief arbeidsongeschikt is voor die functie => andere functie) • uitgebreid van het GHT (vb. X doet werk, Y staat ernaast: Y ook GHT, want ook blootgesteld) • bijzondere werknemerscategorieën (jongere, uitzendkrachten, zwangere, stagiaris + leerl. + jobstudenten, PWA, minder validen) Opmerking: criterium voor WN bij WWW = werken onder gezag => is niet meer ‘werken voor betaling’ Taken van de AG: • GHT • deelnemen ad RA’s • deelnemen à CPB • PBM’s goedkeuren Wat is een VHfunctie + voorbeelden geven (minstens 3): = als je interne / externe WN in gevaar kunt brengen door het uitoefenen van jouw functie •
• •
besturen van motorvoertuigen (= alle voertuigen met motor), alle hijswerktuigen. Vb. heftruckbestuurder, bestuurder van hoogwerker, kranen, rolbruggen, … besturen van machines die gevaarlijke installatie of toestellen in werking zetten dragen van dienstwapens
Wat moet een WG doen omtrent een veiligheidsfunctie? 1. lijst van machines voorleggen aan het CPBW (machines die vallen onder VH functies) 2. selectie en aanduiding (stuur- en bedieningsvaardigheid ; psychische stabiliteit = basisvoorwaarde:
moeilijkheden + onregelmatigheden kunnen voorzien + houding daarop afstellen, zich niet laten meeslepen door productiedruk)
3. medische geschiktheid + toezicht => verplicht M.O. door AG: a. bij aanvang van de functie b. jaarlijks 4. adequate opleiding = aangepast qua inhoud + tijdsduur aan de uit te voeren taken (België : flexibele regelgeving. Gaat van 1 dag (klein bedrijf of eisen minder dwingend) tot 5 dagen (vb. metaalsector)
5. VH instructies 6. Opvolging door HL : moet de VH functies opvolgen + bijsturen
Geef de definitie van WN met een verhoogd risico + som een aantal machines op die hier van toepassing zijn Verhoogd risico = VH functie ? Indien ja, zie hierboven Verhoogd risico = verhoogde waakzaamheid: permanent toezicht ve installatie . Gebrek à waakzaamheid betekent gevaar. Vb. mensen ie kerncentrale, vliegtuigleiders
2
Het fonds voor beroepsziekten: wat is dat? Geef situaties waarbij het fonds tussenkomt? Concrete dingen? FBZ vergoedt de kosten bij beroepsziekte of beroepsgerelateerde ziekte, als zij door het FBZ als dusdanig erkend worden. - beroepsziekte = er is een oorzaak + gevolg ; is gebonden aan 1 persoon - beroepsgerelateerde ziekte: • gaat om multi-factoriële ziekten: werk is maar 1 van de oorzaken • enkel op groepsniveau aantonen dat er een verband is, vb. verplegers • 80% van de oorzaken met te maken hebben met het werk - Wettelijk erkende beroepsziekte (komt vaak overeen met beroepsziekte), vb. asbestkanker Tussenkomst door FBZ: • GH zorgen • tijdelijke arbeidsongeschiktheid • blijvende “ • overlijden (kist, rente 30% voor partner, 15% voor kinderen) • tijdelijk en blijvende verwijdering uit het schadelijk milieu (bent nog niet ziek, maar wel als je blijft) • preventieve GH zorgen = vaccinaties: hepatitis A, B, … • Open lijst systeem = als je erin slaagt om aan te tonen dat je ziekte op een ‘determinerende en rechtstreekse wijze’ het gevolg is van de beroepsuitoefening • FBZ komt ook tussen in vroegtijdige verwijdering in kader van ZW vb. kleuterleidsters, verpleegkundigen • FBZ betaalt ook voor bepaalde beroepscategorieën vb. vaccins terug vb; hepatitis A en B voor verpleegkundigen • Betaalt vergoedingen uit n.a.v. AO’s , ook indien WG niet verzekerd is Wat is coördinatiestructuur? (bron: NAVB) = overlegplatform op bouwplaats. Doel: • doel: uitwisseling van informatie (o.a. naleven preventiemtrgln, adviezen ivm VH en GH, …) • wie? Alle partijen (OG, bouwdirectie uitvoering + controle uitvoering, aannemers, vertegenwoordiging van elk CPB (of syndicale afvaardiging) vd op de bouwplaats aanwezige aannemers)
• voorzitter = coördinator verwezenlijking • enkel voor de uitvoerende fase. Zeker coördinatiestructuur als: • > 3 aannemers OF • > 500 m² OF • als TWW het vraagt Opm. : bouwdirectie belast met ontwerp = architect, studiebureau
bouwdirectie belast met uitvoering = hoofdaannemer (indien geen HA: arch., OG of zijn afgevaardigde, vb. PA) bouwdirectie belast met controle op de uitvoering = architect, studiebureau of bureau belast met controle
3
Welke documenten bij Bouw + wat houden ze in? 1. Coördinatiedagboek: o verz. documenten door de coördinators (ontwerp/verwezenlijking) bijgehouden o vermeldt de gegevens + aantekeningen mbt de coördinatie en gebeurtenissen op de bouwplaats (op genummerde blz.) o noteer alle adviezen: uitvoeringstechnieken, VH, gebreken qua wetgeving + technisch, … o Opm.: je bent aangesteld als coördinator VOOR het lastenboek: VH plan moet mee met lastenboek! Coördinator moet advies geven, vb. ladderhaken voorzien in daken voor later OH.
2. VH- en GHplan = belangrijkste document voor uitoefening van coördinatie (vooral bij uitvoering bouwwerk) => onmiddellijk opgestart / opgesteld w. (= voor lastenboek, cfr. opm. hierboven) = RA van de verschillende werken: a) kijken naar de overdraagbare risico’s + aan iedereen melden (vb. Hoofdaannemer moet stelling laten staan gedurende de volledige werken. Trouwens: hoofdaann. is VA voor de OA’s => best laten staan)
b) hoofdaannemer is ook VA voor de sociale voorzieningen
Werf: 1 toilet / 10 man (norm.: 15 man), wasplaats per 3 p. gelijktijdig aanwezig, …
c) keet laten staan + sleutels beschikbaar d) planning bekijken: wie komt wanneer op bouw (vb. niet voegen als dag gelegd wordt) + welke risico’s brengt hij mee + melden aan de andere OA’s. 3. Postinterventiedossier = bevat alle zaken belangrijk qua V&G voor latere werkzaamheden of OH (o.a. As Built plannen, gebruikte materialen (kwarts, rotswol gemaakt van metaalslakken = gevaarlijk, …). Is verplicht op alle bouwwerken met coördinator na 2001 => ook voor particulieren (nieuwbouw) Opm. VH plan aannemer = doc. dat aantoont dat hij voldoet ah VH en GH plan vd coördinator ontwerp. VHplan aannemer ≠ VH plan coörd. ontwerp (is het echte)
Wat doet Coördinator ontwerp, Coördinator verwezenlijking? • Coördinator Ontwerp: Coördinatiedagboek openen, bijhouden en aanvullen + V&G plan opstellen en aanvullen + PID openen en aanvullen + Offertes controleren (voldoet aannemer à VG plan?) + Advies à OG + architect (vb. OA weren waarvan hij vermoedt dat ze onveilig werken: vragen à die OA dat hij zijn statistiek Fg en Eg geeft)
• Coördinator verwezenlijking: V&G plan + normen toepassen (controleren naleving) + idem ARAB en Codex + As Built plan + Coördinatie bij verschuiving timing aannemers + PID aanvullen Wat moet ik weten als PA ? • controleren plannen qua VH + conform à eisen gesteld door WG ? • wanneer moet coördinator aangesteld w + door wie (zie hieronder) • controleren van coördinator als hij door mijn baas (OG) aangesteld is • V&G plan krijgen indien slechts 1 aannemer (=> geen coördinator) • risico’s eigen bedrijf geven à coördinator of aan die 1 aannemer • PID opvragen indien er een coördinator is • PID aanvullen ingeval er geen coördinator is (= bij 1 aannemer) Opm. : diegene die de coördinator aanstelt, moet hem ook controleren
4
Indirecte kosten? - voor WN: deel loon niet verzekerd (indien > dan barema) - voor WG: productieverlies, materiële schade (machine, producten, materiaal, …), admin. kosten ste (AO aangifte, verhoor, onderzoek), kosten WV (1 maand), extra WN, imagoverlies, verlies klanten, … - Niet verzekerd - 1 à 5 x directe kosten Directe kosten= verzekerbaar: loonverlies, medische kosten (geneeskundige zorgen + protheses, enkel RIZIV tarief=
basis, vb. geen eenpersoonskamer), andere kosten (vb. verplaatsingskosten, hulp van 3den voor zelfredzaamheid, begrafeniskosten, ...). Opm.: overlijden = rente à nabestaanden, blijvende ongeschiktheid = rente à jezelf i.f.v. % arbeidsongeschiktheid.
Explosiegrenzen = de concentratie ve brandbare stof/gas/damp in de lucht die bij ontsteking leidt tot een explosie. (gas,
fijn stof of dampen van ontvlambare vloeistoffen in hun verhouding met lucht)
LEL = lowest explosion level = concentratie onder dewelke het mengsel te arm is aan brandstof om ontbranding mogelijk te maken (=> laagste gas/stofconcentratie in de lucht waarbij explosie mogelijk is) UEL = upper explosion level = concentratie boven dewelke het mengsel te rijk is aan brandstof om ontbranding mogelijk te maken (=> gas/stofconcentratie in de lucht waarbij er nog juist voldoende zuurstof aanwezig is om een explosiemengsel te vormen)
Ontbranding of explosie is maar mogelijk tussen de LEL en UEL.
Tx
EXPLOSIEGEBIED TE ARM MENGSEL
Explosie
Vlam
TE RIJK MENGSEL
0 % gas/stof/damp LEL UEL 100% gas/stof/damp 100 % lucht 0% lucht Explosiegrenzen i.f.v. de temperatuur: zie rode lijn hierboven (Tx = temperatuur) : is dan een schuine lijn ipv een rechte (groen). Wat is explosie, geef de verschillende soorten? Explosie = plotse, hevige vrijzetting van energie met als gevolg een snelle drukstijging (omvang en hevigheid afh. vd hoeveelheid energie + snelheid waarmee zij vrijkomt)
5
Soorten explosies 1.Fysische explosies • Vb. compressor die uit elkaar vliegt, warme en koude vloeistof bij elkaar => stoom, water in frietpot die brand,... 2.Chemische explosies • = de energie die vrijkomt wordt geleverd door snelle chemische reacties HOMOGEEN
HETEROGEEN •
• •
THERMISCHE (stof/gas overal tegelijk op de zelfontbrandingst° brengen) FOTOCHEMISCH (explosie tgv sterke belichting) DEFLAGRATIE (voortplantingssnelheid veel << dan snelheid drukverdeling) DETONATIE (voortplantingssnelheid veel >> dan snelheid drukverdeling)
Opsplitsing chemische reacties naargelang: - voortplantingssnelheid reactiefront - aard brandbare stof - plaats explosie HOMOGEEN : = chemische explosie waarbij de verbranding overal in het brandbare materiaal tegelijkertijd plaatsvindt. HETEROGEEN: = chemische explosie: verbranding begint op een punt begint + plant zich van daar uit als een smalle zone doorheen het brandbare materiaal voor.
Zones explosieVH
Gas / damp / nevel in combinatie met lucht Wolk stof in combinatie met lucht Te gebruiken apparaten in deze zone {groep II (AREI?)}
Bescherming bij fouten
Aanwezigheid van explosieve atmosferen Voortdurend/langdurig, Af en toe dikwijls ( > 1000 uren) (10 – 1000 uren)
Zelden + van korte duur ( < 10 uren)
O
1
2
20
21
22
1
2
3
zeer hoog
Hoog
Normaal
Ontstekingsbronnen • Mechanische vonken • Vlammen en hete gassen • Hete oppervlakken • Elektrische installaties • Statische elektriciteit
6
• • • • • •
Hoogfrequente elektromagnetische golven (cfr. GSMbatterij, microgolf) Exotherme reacties Ioniserende straling Straling in optische gebied Ultrasoon geluid Adiabatische compressie en schokgolven (cfr. fietspomp die dichtzit en geen T kan afgeven aan
omgeving)
• Bliksem • Zwerfstromen ste => 1 plaats: mech. vonken, vlammen, hete opp.; 2de plaats: elektr. installaties + statische elektriciteit Wat zijn de wettelijke plichten van de werkgever? 1. Risico’s voorkomen 2. Restrisico’s evalueren 3. Risico’s wegnemen aan de bron 4. Risico’s vervangen door ongevaarlijke / minder gevaarlijke 5. Voorrang aan collectieve (CBM) boven individuele bescherming (PBM) 6. Werk aanpassen aan de mens (ergonomie) (WP, uitrusting, prod.methoden: monotoon werk,…) 7. Risico’s beheersen volgens stand vd techniek 8. Indien risico (ernstig letsel): voorkeur aan materiële beheersing boven organisatorische 9. Preventiebeleid beheersen met systeembenadering (techniek, organisatie werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen, omgevingsfactoren)
10. WN informeren (aard v.h. werk, aanwezige risico’s, noodzakelijke mtrgln) op het moment van indiensttreding en bij elke noodzaak 11. Hanteren van instructies, incl. controle op naleving ervan 12. Signalisatie m.b.t. restrisico’s Wat zijn de vier hoekstenen (peilers) van het Preventiebeleid? + leg uit - BELEID (Auditeren): 1. Integratie beleid 2. Beleidsverklaring = engagement directie 3. Objectieven = beantwoorden ad concrete behoeften 4. Strategieën = realisatie doeleinden + objectieven, vertaald in GPP + JAP 5. Middelen = organisatorische, materiële en financiële 6. Dynamische opvolging = systematisch - ORGANISATIE (Opleiding) in de operationele organisatie 1. Implementatie 2. Medeverantwoordelijkheid HL 3. Actieve betrokkenheid WN 4. Coaching door de: 5. Dienst Preventie en Bescherming 6. Overleg CPBW 7. Regelgeving en Procedures
Preventiehandboek: beleid, organisatie, programmatie, procedures, vergunningen, … => actualisatie! Regelgeving doorzichtig houden
7
- RISICOBEHEER (Controlling/ informatie) 1. Integrale werkpost 2. 3. 4. 5.
= organisatie (AP, intern transport, energie, brandVH, …), werkpost (AM, PBM, ergonomie, omgev. factoren, …), niet- werkpost gebonden functies (OH, …), individu (jobstudenten, jongeren, …)
Inventarisatie + Identificatie RA Risico-evaluatie 2, 3 en 4: multidisciplinair Preventiemaatregelen => koppelen aan de actieplannen: GPP en JAP
Preventiehiërarchie: R voorkomen, schade voorkomen, schade beperken Algemene preventiebeginselen Beheer restrisico’s => info + instructies à WN omtrent omgaan met deze restrisico’s
6. - SCHADEBEHEERSING (Reactief) 1. Rapportering ( incidenten, schierongevallen, ongevallen) 2. Analyse onderzoek + analyse in teamverband 3. Maatregelen primaire + secundaire 4. Terugkoppeling = feedback, o.a. naar GPP en JAP
Wat is een TT, IT, en TN net? + wat betekenen de letters, waar toegepast (voorbeelden) en de beveiliging van ieder net tegen onrechtstreekse aanraking. => ZIE blaadjes ex. Voorbereiding aub Wat moet je allemaal doen als er een ernstig AO voorvalt? Chronologisch alles opsommen van melding tot en met de maatregelen die in het GPP en JAP worden ingebracht. -
-
-
EH: checken dat slachtoffer EH gehad heeft en naar ziekenhuis, … is Checken dat familie, … verwittigd is + opvang getuigen, collega’s, … Reden: PA moet meewerken aan de organisatie van de EH Aangifte - Aangifte TWW: dodelijk + ZEAO = onmiddellijk - Ongevallenverzekering binnen 8 dagen. Voor AO < 4 d. WV: verkorte aangifte mogelijk via website Sociale Zaken - AOS opstellen (want EAO is normaal ≥ 4 d. WV, excl. dag ongeval) + 10 jaar bewaren + kopie in GH dossier v.h. slachtoffer => kopie à EDPB als zij het medisch onderz. doen Onderzoek - oorzaken zoeken, beste manier = feitenboom - asap na feiten + omstandig verslag binnen de 10 dagen à TWW (want EAO) - onderzoek ter plaatse (want EAO is normaal ≥ 4 d. WV, excl. dag ongeval) door IDPB of door EDPB bij Cz of D-bedrijven - bij WV > 30 d. of bij invaliditeit: CPB betrekken bij onderzoek Preventie - Maatregelen voorstellen om gelijkaardige ongevallen in de toekomst te voorkomen - Melding in het maandverslag - Bespreking AO + maatregelen op het comité PBW - Bijsturing JAP, GPP - Bijhouden ongevallenstatistieken
8
Wat zijn machines? (DRIE ANTWOORDEN GEVEN!) 1. samenstel van onderling verbonden onderdelen waarvan er minstens 1 kan bewegen + aandrijfmechanismen en schakelaars in hun samenhang bestemd voor verwerking, bewerking , verplaatsing en verpakking van materiaal 2. samenstel van machines die zodanig opgesteld zijn en bediend worden dat zij in samenhang functioneren (samenhang: de ene machine geeft impuls/bevel aan de andere => machines afh. van elkaar) 3. verwisselbaar uitrustingsstuk waardoor de functie van de machine gewijzigd w (is geen vervangingsonderdeel noch werktuig! Vb. ploeg aan tractor) Wat is een economische richtlijn en een sociale richtlijn? uitleggen + voorbeelden Richtlijn = dwingend voor de lidstaten: moeten die omzetten in hun eigen rechtssysteem. Is niet van toepassing op de Europese burgers, zolang niet omgezet in nationale wetgeving. Voor wie zijn RL bedoeld? voor de lidstaten o
o
Economische RL vb. MRL, ATEX 95 o DOEL: vrij verkeer van goederen, o Maximale eisen (= lidstaat mag niets toevoegen => in alle lidstaten dezelfde eisen) o behandelt het ontwerp / de productie o doelgroep: constructeurs (= machines maken of samenbouw van machines) o onderwerp: producten (vb. machines, elektrische toestellen, …) o technische eisen via normen, keuring, certificering o opsplitsing: - kaderrichtlijn: algemene principes, vb. MRL, ATEX 95 - specifieke RL: voor welbepaalde machine Sociale RL vb. AM, ATEX 137 o DOEL: bevordering VH en GH o Minimum eisen (lidstaat moet dit minimum doen, overheid kan meer vragen) o behandelt het gebruik (installatie, afstelling, gebruik, OH en herstelling) o doelgroep: gebruikers (WG + WN) o onderwerp: werksituaties (vb. beeldschermwerk, AM, PBM, ATEX 137, …) o geleidelijke harmonisatie, geen economische weerslag o opsplitsing: - kaderrichtlijn: bep. de alg. principes ivm VH en GH, vb. wat zit er in de opleiding PA, WWW - specifieke RL : bep. per domein de min. VS vr V & G, vb. AM, beeldschermwerk, PBM
Verschil tussen AM en MRL • Zie hierboven: algemeen verschil tussen economische en sociale RL • MRL: is voor machines – ontwerp + bouw • doelgroep: constructeur • omschreven en beperkt aantal machines => uitzond. mogelijk, vb. tank in leger; machines door • • •
menselijke kracht aangedreven
gebruik beperkt door constructeur (vb. voor RA opmaken van medische toestellen kun je niet
terugvallen op constructeur)
enkel voor nieuwe middelen (gemaakt in Europa of in Europa ingevoerd) goedkeuring/papier: attest II a, II b , II c (EG verklaring van overeenkomst)
9
•
AM: is voor machines – gebruik (installatie, afstelling, gebruik, OH + herstelling) • doelgroep: gebruiker = WG • ALLE machines/toestellen/ installaties => NOOIT uitzonderingen, steeds RA maken • gebruik te bezien door gebruiker; vb. kettingzaak: is voor bomen en niet voor boterhammen • alle arbeidsmiddelen = oud en nieuw • goedkeuring/papier: verslag voor indienstname (VID)
CE keurmerk
EG verklaring van overeenstemming (= conformiteitsattest)
JA
JA: II A
neen
Neen, wel II B = fabrikantenverklaring => als je mij wil keuren,
neen
eerst geheel op II A brengen
JA: II C
WAT - zelfstandige machines: zelf ku werken - hef- en hijs werktuig - verwisselbaar uitrustingsstuk - niet-zelfstandige machines = inbouw (vb. motor)
- hef- en hijs componenten - VH componenten (vermogen schakelaars,
overdrukventielen, slagbomen: sturen + werking => vooral bij elektronica
Opm.: hef- en hijswerktuigen = incl. diegene die manueel werken (vb. omhoog dr draaien à hendel)
Is een PBM Economisch of Sociale RL? Beide: je hebt een economische RL i.v.m. fabricatie (KB Fabricatie 1992) en een sociale RL voor het gebruik (KB Gebruik 2005). Is een machine Economisch of Sociale RL? Beide: je hebt de MRL i.v.m. fabricatie en het KB Arbeidsmiddelen voor het gebruik. Welke basiswet wordt gebruikt om de RL om te zetten in KB’s? • sociale RL: de Wet op het Welzijn (ter vervanging van de wet VH en GH van 1952) • economische RL: de wet van 1961 voor Machines Wanneer in voege en regularisatie? AM: vanaf 08/10/1993 – regularisatie tot 01/01/1997 MRL: vanaf 01/01/1995 (BS 05/05/1995) Moet bij machines volgens MRL ook rekening gehouden worden met de AM? JA ! Waar ligt het verschil dan? In principe moet er bij een machine met CE markering geen IDV meer opgemaakt worden voor machine zelf, enkel een RA naar gebruik toe (installatie, afstelling, gebruik, OH + herstelling). In
10
praktijk zie je wel best de 19 minimum controlepunten na van de AM voor de machine zelf (leraar: “een CE heeft maar waarde volgens het land van herkomst: Tsjechië is bv. niet Duitsland”). Wat zegt de arbeidsmiddelen RL nog los van bijlage 1? in ELKE specifieke wetgeving keert hetzelfde terug: • • • •
risico’s zoeken preventiemaatregelen treffen opvolgen blijven controleren of ze voldoen
Oefening: een machine staat in 1953 in Amerika, Waaraan moet ze voldoen? => niets want buiten EEG. Dezelfde machine komt via Am. multinational in 1990 in België, waaraan moet ze voldoen? Dezelfde w doorverkocht aan VTI Izegem in 1992: waaraan voldoen?, W 5 jaar later ontdaan van motor,... en er w een werkblad opgelegd: waaraan voldoen = strikvraag is geen machine meer. Waaraan wel voldoen vb ergonomische principes,... Toepassing van ARM of MRL bij een aanpassing van een oude cirkelzaag voor het snijden van diepgevroren vlees. (volledige systematiek van RA-VID-VIK-OPleiding) Occasie uit Amerika = nieuwe machine in Europa => MRL occasie uit Europees land = oude machine => AM Waar moet ik als PA op letten bij MRL? Wat is mijn VA als PA op dat gebied? • bestaan + inhoud verklaring van overeenkomst • mogelijke opvallende VH tekorten (19 min. eisen AM nagaan) • naleving bijzondere VH eisen of aanvullende eisen bestelbon • instructies fabrikant in taal gebruiker + inhoud OK ? • gebruik van de machine (installatie, afstelling, gebruik, OH + herstelling) • naleving instructies fabrikant : gebruiksgrenzen, correct gebruik, … • onderzoek instructies vanuit de eigen specifieke omstandigheden • opleiding personeel + eventueel bijzondere selectie Aan welke reglementering moet zelfgemaakt hijsgereedschap voldoen? MRL => technisch dossier, afzonderlijke procedure conformiteit (kennismaking, controle of prototype), verificatie met merktekens, EG verklaring van overeenstemming, handleiding, CE label Wanneer er een nieuwe machine is: wat moet men doen vooraleer ze te gebruiken? • Controle : II A attest + handleiding + CE markering) • VID (PA) + RA op gebruik Gezondheid van de werknemer. Geef de definitie • WHO = een toestand van algeheel lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden • Operationele def.: = functioneel evenwicht tss. wat de mens kan zijn (zijn capaciteit, belastbaarheid) en wat de maatschappij als gangbare eis stelt (belasting zelf)
11
Wat is Ernstgraad? = indicator voor ernst AO’s = aantal dagen WV x 1 000 / aantal gepresteerde uren • werkelijke ernstgraad: berekend op basis van aantal dagen werkverlet • globale ernstgraad: berekend op basis van aantal dagen werkverlet + invaliditeit (forfait) • woon-werk wordt niet meegerekend Wat is Frequentiegraad? = indicator aantal AO’s = aantal AO x 1 000 000 / aantal gepresteerde uren • Enkel AO met min. 1 dag WV, dag van het ongeval niet meegerekend • Hoe hoger (groter) de Fg, Ew en Eg, hoe onveiliger het bedrijf. Fg w vgl. met sectorgemiddelde => te vinden bij FOD WASO – Ministerie van Tewerkstelling of in jaarlijks boekje Prevent (bevat alle Fg’s).
Wat zijn de verplichtingen van Hierachische Lijn? • Voorstellen formuleren i.v.m. DRBS = actief meewerken (met ideeën afkomen) • Ongevallen en incidenten onderzoeken + voorstellen van preventieve maatregelen (want HL heeft de info, kennis en gezag)
•
• •
Controle op Arbeidsmiddelen, CBM en PBM (doel: risico’s detecteren + preventieve maatregelen
voorstellen)
Tijdig advies inwinnen van IDPBW (HL = ter plaatse => kunnen risico’s tijdig zien) Controle op taakverdeling i.f.v. : bekwaamheid en opleiding WN + ontvangen instructies (juiste man op de juiste plaats)
• •
•
Controle op naleving instructies (= begrepen + toegepast) Controle op kennis instructies (= geassimileerd = eigen gemaakt) Onthaal en peterschap organiseren
Wat is de Observatie methode? = wanneer observeren? • controleren op Veilige Uitvoering (= onveilige handelingen zoeken) • BEDRIJFSBLINDHEID opsporen (kan onveilige uitvoering veroorzaken) • uitvoerder er zich niet van bewust • onderschatting risico’s door gewoonte • observeren = geconcentreerd waarnemen => is meer dan ‘zien’ STAPPENPLAN = HOE GAAN WE OBSERVEREN ? • STAP 1: Informeren van WN mbt methode + doel ervan (vb. kijken wat jullie aan handelingen doen, om evt. risico’s te zien). Vb.tijdens CPBW, OR, afd.vergadering => voorkomt irritatie + niet meedelen waar en wanneer (anders gaat men zich voorbereiden terwijl jij de bedrijfsblindheid juist wilt detecteren) • STAP 2: bepalen WAT en WIE observeren? = bepalen plaats en handeling van observatie • Nieuwe of probleem WN (vb. OH mensen): meeste AO => opl. onthaal dan bijsturen • Ongeplande taken (technische storing) => wat doen ze + hoe ? • Nieuwe taken, kritieke taken • Taken met veelvuldige schade, vb. rijden met vorklift
12
• STAP 3: Observeren • Observator moet correcte wijze kennen => gelijkwaardige gesprekspartner zijn • Niet stiekem opstellen! => zichtbaar zijn • Vier domeinen controleren: handeling, procedure, omgeving, AM • Stel jezelf vragen: waarom wordt zo gewerkt, wat kan er misgaan, kan het veiliger? • Richtlijnen: WN niet hinderen of afleiden, max. 10 min. observeren! • STAP 4: Bij detectie risico: WN hierop attent maken (= wat heb je gezien) + SAMEN oplossing zoeken (bevordert motivatie, is de meerwaarde v. observatie) . Directeur meenemen op werkvloer (observatie) is zeer motiverend voor WN (doen voorstellen + er kan soms direct beslist worden) • STAP 5: Observatierapport opstellen voor: • de opvolging: PDCA cirkel • de informatiedoorstroming (vb. kopie bevindingen afd. A geven aan chef afd. B) • bewijs van uitvoering (vb. voor arbeidsinspecteurs) Wat is te doen bij omstandig verslag? In te vullen door IDPB / EDPB (Cz en D) · Identificatie van WG (bedrijf) + slachtoffer · Gedetailleerde beschrijving ongeval: plaats + datum, omstandigheden (betrokken voorw., afwijkende gebeurtenis, voorziene WV, letsel, feiten + foto’s) · Oorzaken: primaire (rechtstr.), secundaire (organisat.) en tertiaire (mater. + organisat. oorzaken door derden) + Analyse. Feitenboom mag hier ook bij · Aanbevelingen om herhaling te vermijden · Identificatie betrokken personen bij opmaak verslag: SO, PA, (externe PA), afgevaardigden CPB, WG, ander personen (HL, …) · Debriefing (met wie wordt deze AO analyse besproken) + datum · Verslag opgesteld door + data onderzoek en verslaggeving · Verslag AO analyse verspreid à : SO, PA, (externe PA), afgevaardigden CPB, WG, ander personen (HL, HR, …) · Aanvulling door WG: · Beslissingen : actieplan (maatregelen + VA) + uitvoeringstermijn · Advies CPBW of syndicale delegatie · Datum + Handtekening WG · opsturen naar met Toezicht belaste ambtenaar AO moet vermeld worden op het CPBW + genomen preventiemaatregelen toegelicht. In geval van AO met interim of OA: IDPB van hen ook betrekken, want moeten evt. ook mtrgln treffen Alle betrokkenen moeten betrokken worden! Mag niet worden opgesteld door iemand in opleiding => indien geen niveau I of II, moet het door de externe dienst gebeuren ...
13
Wat is JAP & GPP? Wat is het verschil tussen JAP en GPP? JaarActiePlan: • finale uitwerking binnen het GPP ifv de doelstelling (DRBS) = middel om de strategie (GPP) in realisaties om te zetten • is jaarlijks • is verplicht voor iedereen (elk bedrijf) Globaal PreventiePlan: • doel: continuïteit van acties in JAP verzekeren + voldoende omvang voor visie • op basis van RA’s, voor een periode van 5 jaar Hoe kom je tot een jaaractieplan (JAP) • GPP • Risico inventarisatie, -identificatie, - analyse, - evaluatie • Aanpassing n.a.v. Advies Comité, AO, Nieuwe gebeurtenissen (machines, reglementering, situaties), Jaarverslag Verband tussen JAP en Jaarverslag • Laatste punt in jaarverslag (onder info) = JAP • Jaarverslag kan aanleiding geven tot aanpassen JAP • JAP en jaarverslag moeten besproken w in CPB • Jaarverslag: verwezenlijking acties voorbije jaar: staat normaal in JAP huidig jaar (JAP moet besproken w in maandverslag -> maandverslagen zijn basis voor jaarverslag) Hoe maak ik mijn GPP actueel? = door jaarlijkse evaluatie van zaken: • waarmee ze afgekomen zijn in het CPB • die je leerde uit AO • afkomstig van nieuwe gebeurtenissen (machines, reglementering, situaties) • die je leert uit/over het jaarverslag (= evaluatie van al wat voorbije jaar gebeurd is)
Wat zijn de types elektriciteitclasses? - Klasse 0: Enkel basisisolatie, niets voorzien om genaakbare delen te verbinden met beschermingsgeleider vb. schakelaar - Klasse 01: ten minste een basisisolatie voor al zijn delen + beschermingsklem ( om ev. een beschermingsgeleider te bevestigen, maar is niet aanwezig!) - Klasse 1: Basisisolatie + beschermingsgeleider vb. koffiemolen - Klasse 2: hetzij dubbele isolatie, hetzij versterkte isolatie - Klasse 3: voeding op zeer lage veiligheidsspanning vb. speelgoed, deurbel
14
Art 52: wat is dat en uitleg in vogelvlucht? = Wetgeving uit ARAB over brandpreventie. Aanleiding: brand Inno Brussel in 1967. 1. Verplichting WG: verplicht nodige mtrgln te treffen voor: o preventie = brand voorkomen o previsie = begin van brand snel + doeltreffend bestrijden o interventie = in geval van brand: waarschuwen + alarmeren, personen evacueren + onmiddellijk brandweer 2. 3. 4. 5.
verwittigen
Voorschrijven Rf = résistance au Feu. 3 parameters: stabiliteit + thermische isolatie + vlamdichtheid van element Indeling van lokalen in groepen. Naargelang de groep: specifieke VH mtrgln naar opslag toe. Specifieke bouwvoorschriften voor lokalen groep 1 en 2. Verdere voorschriften voor gebouwen m.b.t. brandpreventie: toegang, uitgangswegen (breedte, #), gasinstallatie, verwarming lokalen, brandvoorkoming (vonken vermijden, …), brandbestrijding (waarschuwing, alarm, mtrgln voor interventie en evacuatie, …), periodieke controles, informatie van het personeel, noodverlichting, …
Wanneer interne brandweerploeg = interne interventieploeg? • 50 WN • gebouw bevat lokaal groep 1: o vlampunt ≤ 21° C : > 50 L o 21°C ≤ VP ≤ 55°C : > 500 L o zeer ontvlambare vaste stoffen (+ water = brandbare gassen): > 50 kg (vb. magnesium, natrium)
o lokalen met EX zones (= waar ontploffing mogelijk is tijdens het werken) o verkooplokalen incl. opslag voor kleinhandel: > 2000 m² opp. Opm. : alle volumes van eenzelfde categorie worden samengevoegd. Geldt niet voor brandstoffen in tank voertuig + voor opslag voor verkoop (verf, alcohol, vernis) • bij grote risico’s qua activiteit bedrijf Hoe deze interne interventieploeg opleiden? De WG raadpleegt de bevoegde brandweer voor de samenstelling en de manier van werken. Verschil tussen waarschuwen en alarm slaan (def.) + bij welke 3 vw. moet je alarm kunnen slaan • Waarschuwing = de inlichtingen gegeven aan bepaalde personen van het bestaan van een begin van een brand of van een gevaar. • Alarm = de verwittiging gegeven aan het geheel van personen, die in een bepaalde plaats verblijven, om deze plaats te ontruimen • WG moet waarschuwing- en alarmmiddelen aanbrengen: o vanaf 50 WN o OF hij heeft een lokaal van GROEP 1 o OF hij bezet verschillende verdiepingen van een gebouw • De eisen gesteld aan waarschuwing- en alarmmiddelen: o Verschillend elektrisch net voor beiden, Geen verwarring mogelijk tussen beide, Goed hoorbaar, Pictogram ( witte telefoonhoorn op rode achtergrond), Voldoende # en oordeelkundig verdeeld, Gemakkelijk bereikbaar, In goede staat , Goed onderhouden
15
• •
Def. brand = geheel van verschijnselen behorend bij een niet-gecontroleerde schadebrengende verbranding Bevoegde brandweer verwittigen: verplicht bij elk begin van brand.
Wat heeft verschil tussen waarschuwing en alarm als gevolg? • Elektrische netten voor waarschuwing en alarm moeten verschillend zijn! • Waarschuwing- en alarmsignalen mogen geen verwarring kunnen stichten onderling en met andere signalen • De signalen moeten door de belanghebbenden waargenomen kunnen worden. Lichtsignalen zonder geluidssignaal is niet toegestaan Hoe ga ik als bezoeker weten dat het brand? Ik ken nl. de signalen niet. De WG moet eigenlijk aan iedere bezoeker het Intern Noodplan (INP) kenbaar maken (iedere bezoeker moet op hoogte zijn van INP). Daarin staan de noodprocedures = beschrijving van procedures te volgen bij noodsituatie, o.a. brand => waarschuwing, alarm en evacuatie is daar een deel van. Bij grote bedrijven: deel van onthaalvideo voor bezoekers. Als ik dat niet gehad heb: mij richten tot WN. Indien geen WN: geen risico: bij signalen de evacuatieborden volgen.
Minimale punten van AMRL ( ja ja alle 19 ! ) 1. Bedieningssystemen • Duidelijke zichtbaar, duidelijk waarvoor ze dienen, buiten gevaarlijke zones (tenzij onmogelijk elders), bediening = geen extra gevaar, bediening kan niet onopzettelijk • Bedienaar moet kunnen vaststellen of mensen in gevaarlijke zone zijn, zoniet inschakelen voorafgegaan door licht- of accoustisch signaal => WN in gevaarlijke zone kan gevaar ontlopen • Storing of beschadiging bedieningssysteem mag niet tot gevaar leiden (vb.kortsluiting), Moet veilig uitgevoerd zijn. 2. Bereikbaarheid Alle punten op veilige wijze bereikbaar 3. Bescherming tegen brand of verhitting, gas-, stof- of dampontwikkeling of vrijkomende vloeistoffen en andere stoffen alsook tegen schadelijke stralingen 4. Beveiliging tegen bewegende delen=> stevig uitgevoerde beveiliging, moeilijk te omzeilen!, voldoende ver van gevaarlijke zone verwijderd, laat noodzakelijke handelingen toe 5. Het inwerkingstelling (ev. na stilstand of belangrijke wijziging) • Enkel met opzettelijke handeling met juiste bedieningsmiddel • NIET: indien geen gevaar voor blootgestelde WN, indien opnieuw in werking stellen kadert in normale programma automatische cyclus 6. Stabiele opstelling of bevestiging van het arbeidsmiddel en zijn onderdelen 7. Bedieningssysteem om stop te zetten • Elk AM moet op kortst mogelijke tijd en op veilige wijze stoppen • Voorrang STOP op andere functies • Binnen handbereik bedienaar + op elke werkpost 8. Waarschuwingen en signaleringen zijn aangebracht = aanduiding restrisico’
16
9. Beveiliging tegen warmte en koude (oppervlakken) 10. Alarmsignalen: duidelijk, waarneembaar, makkelijk te begrijpen 11. Een arbeidsmiddel uitsluitend gebruiken waarvoor het geschikt is (verantw. van WN!) => opleiding en instructies 12. Onderhoudswerken • Na uitschakeling • Bij onmogelijkheid buiten gevaarlijk zone werken 13. Noodstopinrichting • I.f.v. gevaren AM • Normale uitschakeltijd • + na stilstand: onderbreking energievoorziening 14. Veiligheidsinrichting => afscherming, afzuiging,... 15. Verlichting => zichtbaarheid! 16. Beveiliging tegen contact met rondvliegende delen 17. Risico’s van ontploffing van vrijkomende, gebruikte of opgeslagen stoffen voorkomen (explosieveiligheid 18. Bescherming tegen rechtstreeks of onrechtstreeks contact met elektriciteit. 19. Krachtbronnen • Duidelijk geïdentificeerde inrichtingen/E –toevoer : mogelijk om elke krachtbron los te koppelen + herverbinding mag niet gevaarlijk zijn Hazop: leg uit. Noem alle kernwoorden WAT? = nagaan van alle nadelige invloeden op een installatie HOE? Stappenplan STAP 1: Vorm HAZOP team: engineering, operator, PA => creatief ku. denken is noodzakelijk STAP 2: Bepalen van functionele onderdelen • INPUT engineering!!!! • Wat is zelfstandig functionerend? (vb. pomp, afsluiter, tank,...) • Niet in detail treden! (vb. niet: scharnier, pneumatische cilinder) STAP 3: Bepaal de functie van elk functionerend onderdeel • Input engineering!!! •
vb. functie van afsluiter = starten en stoppen productstroom
STAP 4: Laat gidswoorden inwerken op functie • Inbreng PA belangrijk • Functie in twijfel trekken • Gevolg van afwijking functie? Is dat gevolg gevaarlijk = risico • Gidswoorden (voorgedefinieerd) 1. Geen of niet (functie afwezig) 2. Meer of minder (functie neemt kwantitatief toe of af) 3. Evenals (functie is aanwezig, maar ook bijkomende activiteit) 4. Gedeeltelijk (functie slechts deels aanwezig) 5. Omgekeerd (tegenovergestelde functie is aanwezig) 6. Anders dan ( functie volledig vervangen door andere functie) 7. Vroeger of later (functie op verkeerd tijdstip)
17
STAP 5: Bepaal de gevolgen van de afwijking STAP 6: Is afwijking = risico => oorzaak zoeken (=> Kinney of MMMMMO) STAP 7: Plaats oorzaken onder controle STAP 8: Herhaal vanaf stap 3 voor de overige functionele onderdelen. Conventionele en forfaitaire verletdagen Conventioneel = de verletdagen zoals opgelijst in de tabel. Vb. DOOD= 7500 dagen verlet, verlies van een hand :
4.450 dagen, verlies van één vinger : 825 dagen
Forfaitair = waarde gebruikt als het % invaliditeit toegekend is (vb. inval. 2% => 2% van 7500). Welke lijsten bijhouden? - overzicht Documenten: procedures, formulieren, VIK’s, … + versienummer - Actielijst - Materiaal: keuring + interne nazichten + OH - Gevaarlijke producten - Register Onthaal - beschikbare PBM + PBM per WN - Personeel + interims, stagiairs, jongeren, bijzondere WN - Opleidingen - Medische keuringen - Asbest + asbesthoudende materialen + beschermingsmiddelen ertegen - AO + incidenten + EH + meldingen - Lijst en lokalisatie van emissiepunten - … Hoe kan je als PA animeren? En waarom? GEEN IDEE => coachen? Verschil tussen individuele, persoonlijke en collectieve beveiliging Individueel: Beschermt 1 persoon, kan door verschillende personen gebruikt w, vb. valharnas Persoonlijk: beschermt 1 persoon, toegekend aan 1 persoon vb. veiligheidsschoenen, veiligheidsbril,... Collectief: Beschermt meerdere personen tegelijk, vb. afscherming, leuning, … NIOSH (manueel hanteren van lasten) WAT? = controle op potentieel risico voor rugletsel (beroepsziekte). Alles becijferen + werken op slechtste score om RWL en LI te verbeteren • Basisvoorwaarden (zonder deze sowieso slecht => geen zin om Niosh uit te rekenen) • tillen moet rustig gebeuren • tillen met 2 handen voor het lichaam • last of afstand tss. handvaten: max. 75 cm breed • tilhouding is ongehinderd • enkel tillen, niet verdragen (max. 1 stap!) • RWL= 23 x HM x VM x DM x AM x FM x CM (recommanded weight limit) • MW = 3 x RML ( maximum weight) • LI = gewicht van de last / RWL (lifting index)
18
HOE ? STAPPENPLAN: STAP 1: Bepaal de 6 Niosh- parameters (formules niet kennen van parameters) • horizontale factor = HM, H = horizontale afstand bij aanvang tillen van midden handen tot midden enkels, min. 15 cm (0 cm= achterover vallen), max. 80 cm (armlengte). Aanbevolen: ≤ 25 cm. • verticale factor = VM, V = verticale afstand bij aanvang tillen van midden handen tot vloer (verschil is altijd positief)
•
verplaatsingsfactor = DM, D = verplaatsing vd last in verticale richting, is altijd positief. Min. 25 cm, max. (200 cm – V)
• asymetrische factor = AM, A = torsie (= hoekverdraaiing) vh lichaam tussen aanvang en einde tilbeweging. Min. 0°, max. 180°, loodlijn vanuit je borst • frequentiefactor = FM. Tabel: aantal (gemiddelde) tilhandelingen per minuut + aantal uren tillen per dag. Wordt omgezet in cijfer afh. van V<75 of V≥75 • contactfactor = CM: goed (= met twee handvaten), redelijk of slecht (vb. voetbal in olie). Afhankelijk van V<75 of V≥75
STAP 2: Bereken RWL en MW STAP 3: Situeer de reële toestand (wit/grijs/zwart) • witte zone ( < RWL) = geen rugletsel + matig energieverbruik • grijze zone (tussen RWL en MW) = potentieel rugletsel • zwarte zone ( > MW) = rugletsel + te hoog energieverbruik STAP 4: Stel preventieve maatregelen voorop indien noodzakelijk: • arbeidsproces aanpassen (vb. robots plaatsen) • basisgewicht verlagen • hulpmiddelen gebruiken • jobrotatie (mag niet bij zwarte zone, enkel bij grijze): FM • HM ↘ (vb. hindernis weg zodat je dichter komt), DM: last hoger zetten ipv vb. op grond STAP 5: Bepaal de invloed van uw preventieve maatregelen (resultaat : wit, grijs, zwart?) Wat houdt de wet manueel heffen en tillen in? (MHL = manueel hanteren van lasten) 1. WG verplicht MHL te vermijden (organis. mtrgln) of te beperken (mechanische hulpmiddelen) 2. Als MHL niet vermeden kan worden: WG RA opstellen ivm V&G aspecten 3. + de WN informeren over de risico’s + de genomen maatregelen Aansprakelijkheid • Burgerlijke aansprakelijkheid = wie betaalt? => is verzekerbaar. AO verzekering sluit BA uit, wel 4 uitzonderingen: AO verkeer, SO niet getrouwd, WG grove fout + aangetekend TWW, werken met 3den of interims • Strafrechtelijk aansprakelijkheid = wie is schuldig = wie w gestraft => is niet verzekerbaar, geldt voor iedereen. 3 principes: • • •
legaliteitsprincipe (moet in de wet staan) personaliteitsprincipe (persoonlijk schuld hebben, uitz. rechtspersonen) schuldtoerekening: 1. algemeen strafrecht (= gemeenstrafrecht): AO = letsel, geldt voor iedereen; 2. sociaal strafrecht: strafbaar voor WG, lasthebbers (= bestuurders+mandatarissen) en aangestelden (HL: ondergeschikt + beslissingbevoegdheid) • inbreuk op de welzijnswet: o WG, lasthebbers of HL wet overtreden o geen IDPB of CPB willen oprichten of werking verhinderen o anti-pestwet: na veroordeling, toch nog verder pesten
19
•
inbreuk inzake arbeidsinpectie o toezicht verhinderen o WG die opgelegde maatregelen bij gevaar niet naleeft
Er is een serieus arbeidsongeval . Wie betaalt de schade? De AO verzekeraar Kan de WG hiervoor opdraaien? Ja, maar enkel bij grove fout Wie stelt er dat vast: de ambtenaar TWW (arbeidsinspecteurà Wie gaat hem veroordelen? De arbeidsauditor op basis van de door TWW opgemaakte PV 3 basisprincipes i.v.m. de aansprakelijkheid PA Algemeen principe: de WG is aansprakelijk voor het welzijn vd WN in zijn onderneming
Hij moet daartoe de nodige maatregelen treffen, middelen + VA’s bepalen, DRBS + actief risico’s opsporen en uitschakelen. Hij mag dat delegeren. Voorwaarde: bevoegd persoon + beslissingsbevoegdheid + middelen + respect voor beslissing
3 basisprincipes i.v.m. aansprakelijkheid PA: 1. PA is niet meer of min aansprakelijk dan gelijk welke andere WN in de onderneming.
Door arbeidsovereenkomst bep.: de WN is tegenover de WG en alle andere personen BA als het gaat om: • bedrog • zware schuld • eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomende lichte fout bij gewone fout: WN niet BA, WG is dan BA.
Hij moet zijn door de wet opgelegde taken met zorg vervullen. 3. PA moet wel beslissing nemen bij zeer groot risico + als de directie niet bereikbaar is. Als hij dan verzuimt of verkeerde beslissing neemt: wel aansprakelijk volgens sociaal recht 2.
Opm. als PA verkeerd advies geeft: kan aansprakelijk gesteld worden door het gemeenstrafrecht (als er een AO uit voortvloeit, wegens letsel = slagen en verwondingen Praktijk: sociaal recht weegt het zwaarst door: inbreuken daartegen bepalen de strafmaat.
Wat is de belangrijkste taak van de PA? Veelvuldig werkplaatsbezoeken doen Wat doen arbeidsauditoren met een PV Arbeidsauditeur: sociaal strafrecht, vb. AO te wijten aan inbreuk op WWW Openbaar ministerie: seponeert- minnelijke schikking – correctionele rechtbank Correctionele rechtbank: vrijspraak – veroordelen- opschorting verlenen Uitleg: de arbeidsauditeur (sociaal strafrecht = arbeidsgerelateerde zaken) = evenknie van de Procureur des Koning (strafrechtelijke zaken). Het verloop : Een ambtenaar met politionele bevoegdheid = niet alleen politie maar ook arbeidsinspecteur, de medewerkers van de
sociale inspectie, de medewerkers van voedselveiligheid, …. 1.Stelt een PV op en zendt deze naar de arbeidsauditeur. 2.De arbeidsauditeur onderzoekt de zaak en verzamelt indien nog nodig meer bewijzen tegen de verdachte, ondersteund door ambtenaren met een politiebevoegdheid. Hij kan: a. seponeren = bij gebrek aan bewijzen of indien de arbeidsauditeur oordeelt dat de klacht niet gewichtig genoeg is b. minnelijke schikking voorstellen (min. 50 euro)
20
c.
dagvaarden voor de correctionele RB van eerste aanleg of voor AR = bij voldoende bewijzen zijn en de
klacht voldoende gewichtig. In functie van de soort inbreuk zal dit de correctionele kamer van de rechtbank van eerste aanleg of de arbeidsrechtbank zijn. Deze kunnen: • veroordelen, als rechtbank de verdachte schuldig bevindt: - effectieve straf = zonder meer kan uitgevoerd worden - straf met uitstel voor een bepaalde tijd (= wordt enkel uitgevoerd wanneer betrokkene voor andere feiten wordt veroordeeld binnen deze tijd) • opschorting van straf verlenen (= betrokkene is schuldig, maar krijgt daarvoor geen straf – kan slechts 1 maal)
• vrijspreken: verdachte is onschuldig • Hof van Beroep is nog mogelijk + daarna Cassatie
Keuringen: wat, door wie en wanneer? - Hef- en hijstoestellen: o grondige keuring met belastingsproeven: voor indienststelling o periodiek: verslijtdelen: 3-maandelijks (visuele keuring) aanslagmateriaal: 3-maandelijks (visuele keuring) ophangstructuren: 12-maandelijks (visuele keuring) o Uitzondering: hefbruggen: 12-maandelijks (visuele keuring) - Elektrische installaties o hoogspanning: voor indienstname + jaarlijks o laagspanning: voor indienstname + 5-jaarlijks - Druk- en aanverwante toestellen : keuring variabel volgens toestel (5 à 6 jaarlijks) - Centrifuges : jaarlijks - Stoomtoestellen : keuring variabel volgens toestel Opm.: personenliften vallen onder een andere wetgeving Door wie? de EDTC voert de keuringen uit. De WG blijft wel aansprakelijk (zorgen dat ze gebeuren). Verschil tussen keuring en controle Keuring = extern uitgevoerd door EDTC ; controle = intern uitgevoerd door bevoegd persoon Verschil tussen tijdelijke en blijvende ongeschiktheid + t.o.v. wat heeft dit invloed Blijvend: onomkeerbaar • wordt in % uitgedrukt • jaarlijkse vergoeding op basis van basisloon (= 365d voor AO) volgens functie op dag van AO. Loon = vast loon, EJ, vak.geld, commissies, fooien, voord.in natura, overuren, feestdagen. Loon ≠ verplaatsingskosten, maaltijdcheques, … (=> vallen weg = fin. verlies voor WN) • cumuleerbaar met werkloosheidsuitkering/ inkomsten uit arbeid (Vb. 10% => 10% loon bijpassing) • steeds herzienbaar, geen consolidatie (= bij stabiliteit gaat verzekering afsluiten => consolidatie) Tijdelijk: moet min. 15 d. duren, omkeerbaar • wordt in aantal dagen/maand uitgedrukt • ongeschiktheid > 30 dagen => 90% van het gemiddeld dagbedrag van het basisloon (365d voor AO/365*90) volgens functie op dag van AO • ongeschiktheid < 30 dagen: gewaarborgd loon door WG = normaal loon • cumuleerbaar indien gedeeltelijk AO ongeschikt (aangepast werk) => bijpassing met verschil tot 100%
21
Taken en opdrachten van de PA Opdrachten: = actiedomeinen waar MW vereist is om doelstellingen te behalen - Algemene opdracht: bijstaan WG, HL, WN bij PDCA van DRBS (bijstaan = adviseren + helpen realiseren) - Specifieke opdrachten: zie nota’s Taken: acties nodig als onderbouw vd opdrachten Zie nota’s Hoe kan warmte zich verplaatsen + geef voorbeelden - Geleiding, vb. metalen: steel van steelpannetje: wordt warm als pan op vuur staat - Convectie = warmtestroming, cfr. warmte die stijgt uit centrale verwarming - Straling = infraroodstraling, vb. zon => geen medium nodig om zich te verplaatsen. Infraroodstraling voelt aan als warmtestraling door mens en dier
Opm. bij brandontwikkeling speelt ventilatie een belangrijke rol. Ventilatie = aanvoer van verse lucht + afvoer van rookgassen Licht: begrippen uitleggen, waar staat de lichtsterkte, in wat is lichtsterkte uitgedrukt, 1. Lichtstroom (eenheid Lumen = lm) = de hoeveelheid licht (energie) die een lichtbron per seconde in alle richtingen uitstraalt. 2. Lichtsterkte (symbool I, eenheid: candela = cd) = hoeveelheid licht die door een lichtbron of verlicht opp. ie bepaalde richting uitgezonden w. 3. Verlichtingssterkte (eenheid Lux = lx) = hoeveelheid licht die invalt op een oppervlak (=> is invallend licht, niet uitgestraald licht) 2 4. Luminantie (symbool: L, eenheid: cd/m ) = de lichtsterkte per m2 schijnbaar oppervlak. Het is een maat voor de helderheid. Bij eenzelfde verlichtingssterkte hebben donkere oppervlakken een kleinere luminantie dan heldere oppervlakken. Hoe groter de luminantie, hoe meer licht er op ons netvlies valt en hoe beter we zien, tenzij de bron ons verblindt.
5. Luminantieverhouding = de verhouding van twee luminanties in het gezichtsveld van de waarnemer •
beste verhouding 1 < 3 < 10 aanvaardbaar, anders veel te vermoeiend. Vb. beeldscherm 10
3
1
Bureau
1
2
5
Omgeving 10 : waar je naar kijkt 3 : rond je bureau 1 : verder 6. Verblinding = door te hoge luminanties in gezichtsveld ontstaat een gevoel van onbehagen of een vermindering van taakzichtbaarheid 7. Contrast = verhouding van de luminanties ve waar te nemen detail en zijn ondergrond in de visuele taak
22
8. Kleurtemperatuur = maat voor de kleur van een lichtbron (associatie met warmte) • T ≤ 3000 K : warm • 3000 K < T ≤ 5300 K neutraal • T > 5300 K : koel 9. Kleurweergave = weergave van de opp. kleuren als die belicht w met licht ve bepaalde lichtbron 10. Kleurweergave-index (Ra) => veiligheid!!! => signalisatie => kleur = maat voor de mate waarin de kleuren van oppervlakken die verlicht worden door een bepaalde lichtbron nauwkeurig worden weergegeven. • best Ra > 80 (staat niet in wet want is 40 j oud!!!) • is gekoppeld aan kleurtemperatuur => nooit afzonderlijk hanteren Wat is goede verlichting? 1. Voldoende licht (lichtstroom) + lichtefficiëntie (vb. spaarlampen ipv gewone: minder vervangen => risico ↘) 2. Minimale verlichtingssterkte => voldoende lux • 20 lx – 200 lx: oriëntatieverlichting • 200 lx-750 lx: normale werkverlichting. Vb. Kantoor: 400 (beeldsch.) à 500 lux (lezen + schrijven) • 750lx – 5000 lx: speciale verlichting: vb. zeer kleine details. meer dan 750 lx zal niet wezenlijk meer bijdragen tot betere zichtbaarheid van het werk.
• METING:met luxmeter • Opm.: oudere WN meer licht nodig om zelfde werk te doen
3. Luminantieverhoudingen = de verhouding van twee luminanties in het gezichtsveld van de waarnemer • wat interesseert me: de hoeveelheid licht die ik krijg in mijn oog. Wordt bepaald door de reflectie van het werkoppervlak • beste verhouding 1 < 3 < 10 aanvaardbaar, anders veel te vermoeiend. Vb. beeldscherm 10
3
1
Bureau
1
2
5
Omgeving 10 : waar je naar kijkt 3 : rond je bureau 1 : verder • luminantie meter = erg duur => luxmeter gebruikt: wat zijn grote en kleine lichtbronnen? • bij lokale verlichting: algemene verlichting toch nog min. 200 lux, omwille van luminantie ≠.
23
4. Verblinding => geen heldere lichtbron in je gezichtsveld: hindering van taakwaarneming (lamp, raam, refl. massa) 5. Spiegeling (weerspiegeling heldere objecten in beeldscherm) => oogvermoeidheid + spierklachten 6. Glans => verlaagt zichtbaarheid werk 7. Algemene kleurweergave-index (Ra) = maat voor de mate waarin de kleuren van oppervlakken die verlicht worden door een bepaalde lichtbron nauwkeurig weergegeven w. Als Ra = 100 : volledige overeenstemming in de weergave van de (test)kleuren. • is gekoppeld aan kleurtemperatuur => nooit afzonderlijk hanteren • kunstmatige verlichting mag de kleuren van de VH signalen niet vervalsen • Eisen afh van taak: - Nauwkeurige kleurbeoordeling en kleurvergelijking : Ra ≥ 90 - Natuurlijke kleurweergave + goed visueel comfort: Ra ≥ 80 8. Kleurtemperatuur = maat voor de kleur van een lichtbron (associatie met warmte) • voor werkruimten: tussen 3300 en 5300 K, meeste waardering voor 3300 – 4000 K 9. Daglicht en uitzicht • wetgeving: bij voorkeur daglicht. Indien echt niet mogelijk: wit kunstlicht • WN hebben liefst zicht op omgeving (venster): psychologisch effect: gelukkiger Zon- en helderheidswering • warmte-instraling en visuele hinder => afscherming 10. Vluchtwegverlichting / Noodverlichting (snel gebouw verlaten bij brand, …) • aangesloten op aparte elektriciteitsvoorziening • geen minimum sterkte voorgeschreven: m voldoende zijn om te ku. ontruimen • aangebracht op: o uitgangen van werklokalen o trappen, gangen en portalen o hellingbanen o liftkooien Wat met oudere werknemers en verlichting Hoe ouder je wordt, hoe meer licht je nodig hebt om hetzelfde te kunnen zien. Wat met gloeilampen versus spaarlampen Spaarlampen gaan langer mee dan gloeilampen waardoor ze minder snel moeten vervangen worden en je zo een gevaarlijke situatie met ladders kunt vermijden.
24
Beeldschermwerk:Wettelijke vermelding van werken met een laptop ( ?! ) Map PVI: Reglementering RL 90/270 EEG van 29/5/1990 BSW: een van de uitzonderingen= “draagbare systemen die niet permanent gebruikt worden op de werkpost”. Valt laptop hieronder??? Wat staat er in de wetgeving rond het werken met beeldschermen? = van RA en beheersmaatregelen tot medische keuring en opleiding, … 1. RA (ergonomie + verlichting + binnenklimaat) Hoe? checken: IPA (checklist) of EPA (zijn dat meer gewoon, wel betalend, vb. tijdens jaarl. rondgang) Folder geven à WN + hen laten melden als er iets niet OK is (=> betrokkenheid + voldoen à punt 3) 2. mtrgln nemen 3. info + opleiding geven aan de WN ivm de risico’s + de genomen mtrgln 4. rustpauzes (= bewegen: rondlopen, opstaan, …) 5. medisch onderzoek: indien > 4u/dag : 5-jaarlijks (WN < 50jr) of 3-jaarlijks (WN ≥ 50 jr). Met de huidige ergonomische burelen + stoelen: indien > 6u/dag. WG moet speciale bril verschaffen indien nodig, w bepaald dr AG Gezondheidsproblematiek bij beeldschermwerk • visuele problemen: pijnlijke, branderige, tranende ogen; verandering in visuele perceptie (flikkerende beeld, gewijzigde kleuren), hoofdpijn, gevoel van druk in het oog. Verdwijnen na lange rustperiode • muskoloskeletale problemen: aangehouden spierspanning (nek, schouders, rug), verstoring bloedcirculatie, • •
klachten ter hoogte van de vingers (wijsvinger + duim), pols, armen, nek + rug huidproblemen: jeuk + roodheid in aangezicht (zeldzaam) door elektrostatische ladingen + te droge lucht
mentale belasting => emotionele + psychosomat. klachten (gebrek à info, opl., comm.; tijdsdruk; …)
Kenmerken bij het inrichten van een beeldschermwerk werkpost • ergonomie: stoel + bureel (tafel) • verlichting • binnenklimaat (tocht, verluchting, geen storende geluiden, warmte van printers, …) Hoe plaats ik best een beeldscherm? • recht voor het beeldscherm zitten • bovenzijde beeldscherm maximaal op ooghoogte => kijkhoek ± 15° • plaats het beeldscherm dwars t.o.v. het raam => kijkrichting evenwijdig met het raam • staat op > 2 meter afstand van het raam om strooilicht op het scherm te vermijden • zorg dat er geen hinderlijke spiegelingen in het beeldscherm zijn. Waar moet ik allemaal op letten naar ergonomie toe? • zithoogte, rugleuning, armleuning, werktafel of bureau (hoogte, voetbank), beeldscherm, toetsenbord, documenthouder, veilig met muis werken (RSI), binnenklimaat De 4 wetenschappen aan de basis van Ergonomie: 1. anatomie = wetenschap vh menselijk lichaam 2. antropometrie = kennis van de lichaamsmaten 3. fysiologie = wetenschap van functies vh menselijk lichaam 4. biomechanica = wetenschap betreffende evenwicht en beweging vh menselijk lichaam 5. psychologie = wetenschap vd menselijke geest
25
Geef de 7 aspecten bij ergonomie: 1. fysieke aspecten: o.a. antropometrie, anatomie, fysiologie, biomechanica, … 2. werkplekinrichting: reikwijdte, werkhoogte, stoelen, tafels, … 3. bedieningsmiddelen: knoppen, hendels, handvaten, … 4. informatiemiddelen: tekst, beeldscherm, software, … 5. fysische omgevingsfactoren: lawaai, trillingen, verluchting, klimaat, chemische stoffen, … 6. werkorganisatie: tempo, werk- en rusttijden, monotoon werk, … 7. psychologische aspecten = incl. stress, motivatie, ... Hoe pak ik ergonomie aan? Globale systeembenadering, multidisciplinair, participatief Wat is van belang bij een werkpostopstelling? 1. werkhoogte = plaats waar handen zich bevinden 2. reikwijdte = van belang bij tillen of langdurig ver reiken 3. blikveld = heel belangrijk bij beeldschermwerk 4. been/voetruimte => bij onvoldoende: 1. Staan: ongunstige werkhouding; 2. Zitten: afknelling 5. lichaamsondersteuning = goede, liefst instelbare stoel of stasteun, voetsteun Waardoor komt de belasting (mentale / psychosociale en fysieke)? Snelheid van uitvoering, Kwaliteit vh werk, Monotoon werk, Beperkte beweging, Statische belasting Hoe ontstaat lokale overbelasting? 1. Repetitieve belasting = Dynamisch 2. Continue belasting = Statisch Wat is RSI = verzamelnaam voor werkgebonden aandoeningen van nek, schouders of bovenste ledematen die spier-, pees- of zenuw gerelateerd zijn. RSI ontstaat door 2 soorten belasting: repetitieve belasting of continue belasting RA bij RSI = risicofactoren identificeren, analyseren + evalueren; mtrgln nemen + evalueren; borging + efficiëntie Risicofactoren: repeterende bewegingen, korte cyclystijd, verkeerde werkhoogte, ver reiken, klikbewegingen, trillingen, hoog werktempo, wring- en draaibewegingen, extreme polsstanden, verkeerd gereedschap, geen pauzes, stress.
Hoe werknemers beschermen tegen koude, wat bij 0°C, vanaf wanneer mag het werk gestaakt worden, ... • gesloten lokalen: afh van werk: zeer licht: 20°, licht: 18°, halfzwaar: 15°, zwaar: 12° minimum • open lokalen: tss. 1/11 en 31/3: o voldoende verwarmingsinrichtingen voorzien o beschermende kledij o aanleggen verwarmingstoestellen indien < 5° (voor winkelbanken < 10°C) Pauzes + warme dranken voorzien Afwijkingen: toegestaan door CPBW na advies PA-AG
26
Maandverslag - comitéverslag: wanneer uitdelen, aan wie verdelen, agendapunten: wanneer doorgeven, ... - Maandverslag: binnen 10 dagen na verstrijken van de maand => WG en CPWB - Notulen CPBW: min. 8 d voor volgende vergadering => PA Med, CPBW - Agenda CPBW: min. 8 d op voorhand, 14 d indien JAP aan bod komt => CPBW, Pa Med + afficheren –alt. - Adviezen CPBW: max. 8 d na vergadering => directie - Conclusies CPBW: max. 8 d na vergadering => afficheren/alt. Wat is rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking - elektriciteit? Rechtstreekse aanraking: 2 voorwaarden: stroomvoerende geleider vastnemen + voeten op de grond Onrechtsreekse: aanraking van toevallig onder spanningstaand omhulsel. Hoe beveiligen tegen onrechtstr. aanraking: isoleren, afschermen, hindernissen, verwijderen, ADSI Hoe isoleren? => Wat isoleren? Elektriciteit???? Beveiliging = Bescherming Tegen elektrische schokken (mens) Rechtstreekse aanraking Onrechtstreekse aanraking • • • • •
Omhulsel Hindernissen Isolatie Bijkomend door differentieelschak elaar Enz.
• • • • •
Aarding Equipotentiaalverbinding Differentieelschakelaar Andere: zeer lage veiligheidsspanning, dubbele isolatie,.. Gescheiden stroombanen = scheidingstransformator
Tegen overstroom (machine) Tegen Tegen overbelasting kortsluiting • Smeltveiligheden • installatieautomaten
Gevaar van statische elektriciteit: • gevaarlijk voor stofexplosies • gevaarlijk bij brandbare mengsels • gevaarlijk bij elektrische componenten (fouten in elektr.comp. door statische elektriciteit zijn heel moeilijk op te sporen) • bliksem = dodelijk • onbehagen in de buurt van statische elektriciteit • ribbeldijen (= er gaat precies elektrische stroom door uw benen = dé computerkwaal. 1 of meer deuken in dij. Elektrisering: stroomdoorgang met de dood tot gevolg Elektrocutie: zonder dood of dood secundair (vb. door val na schok)
27
Het D.R.B.S, kunnen uitleggen. • 7 welzijnsdomeinen. • DRBS = POES • D = dynamisch (P: permanent) 1. steeds beter doen dan vroeger = continu verbeteren 2. evolueren volgens de stand van techniek (vb. detectiegordijn: nu betaalbaar, vroeger niet) + verwachtingen van de mij. (schrijnwerker: nu nog alle vingers) Uitwerking, programmatie, uitvoering, evaluatie (PDCA) + borging • R = risico voor de WN in zijn Activiteit (O: observatie) op 3 niveaus: geheel vd organisatie, groepen werkposten, individu RIE: inventarisatie, analyse (= bewoorden, benoemen vh risico) en evaluatie • B = beheersing = beheersen van de risico’s + elimineren (E) => het nemen van maatregelen • S = systeem => doel zoeken + kijken hoe je dat realiseert (S: strategie). Koppelen à zorgsysteem
Bij strategie is multiplicatie factor belangrijk: vb. 10000 € à probleem goed voor 1 persoon of 10000 € goed voor 20 p.
• VA’s bepalen HL ; info + vorming WN • Preventiemaatregelen vertalen naar GPP (5-jaarlijks) en JAP (jaarlijks) DRBS = POES: Opsporing: risico’s onderneming -> RIE + observatie Ordening: GPP -> strategie. Uitvoering: JAP -> aanpassing aan nieuwe situaties Permanent (dynamisch) + Elimineren (beheersing)
Het Comité, de uitnodiging en de vergadering kunnen uiteenzetten. Wanneer, aan wie, wat zet je erop, van wie moet je de agendapunten krijgen (WG). Comité = overlegorgaan. WG (of gevolmachtigde) = voorzitter. Taak voorzitter: agendapunten opstellen + notulen goedkeuren Samenstelling = paritair : delegatie WG ≤ delegatie WN Secretariaat = hoofd IDPB (hoofd PA). Adjunct PA = enkel bij bespreking JAP of voor toelichting aspecten van zijn specifiek domein 2 zaken bij CPB even belangrijk : veldwerk + vergaderen Uitnodiging: • versturen 8 dagen voor CPBW naar leden van CPBW + evt. AG • afficheren voor de WN => evt. opmerkingen mogelijk • op uitnodiging vermelden: datum, tijd, plaats + agenda • de agenda moet je krijgen van de WG!! Vergadering: • notulen = hoe is de vergadering verlopen => max. 8 d. VOOR volgende vergadering • adviezen = moeten bekend zijn bij de WG => max. 8 d. NA de vergadering • conclusies = moeten bekend zijn bij de WN => max. 8 d. NA de vergadering
28
Wanneer komt het CPBW samen? - aandelijks (praktijk : 9 à 10x/jaar) - op vraag van 1/3 WN afgevaardigden - op vraag van inspecteur FOD WASO – TWW (kan dan ook voorzitter zijn) Wat moet je allemaal doen bij werken met jongeren - voorafgaande RA uitvoeren - resultaten RA opnemen in GPP - jongere inlichten over de gevaren - uitrusting nakijken - PLICHT samen met IDPB + CPB : mtrgln voor onthaal + begeleiding vd jongeren (peter) - Medisch toezicht organiseren - verplichte voorafgaande gezondheidsbeoordeling als: - begin van tewerkstelling voor 18 jaar - nachtarbeid - blootstelling à procedés of agentia die gevaar ku. betekenen voor de GH Kost voor de WG - besturen gemotoriseerde voertuigen verboden tss. 16 en 18 jr. Uitz.: max. 6km/h meelopen + geringe hefhoogte
- bijzondere eisen (OK als aan 1 vd 3 voorw. voldaan wordt) - voortdurende naleving van de grenswaarden - max. 25% vd 8-uur grenswaarde - procedé als zodanig erkend door het ministerie Uitzondering: o werk dat onontbeerlijk is voor de beroepsopleiding o + toezicht door HL op preventie mtrgln o + uitvoering in bijzijn van ervaren WN Stagiairs: idem jongere, maar: - eerste WG : voorafgaande GH beoordeling - volgende WG : enkel voorafgaand GHT bij nieuw risico - als stage > 6 m. : periodiek onderzoek - onderzoek door AG van de school Geen voorafgaand GHT: - < 18 jaar, maar negatieve RA (= geen risico’s) - vooral beeldschermwerk + attest dat hij de laatste 5 jaar wel schooltoezicht had Geef de plichten van de werknemer - Zorg dragen voor eigen VH + VH van anderen (naar best vermogen) Juist gebruik maken van machines (+ gereedschappen, gevaarlijke stoffen en transportmiddelen) - Juist gebruik maken van PBM’s + er zorg voor dragen - VH voorzieningen niet willekeurig uitschakelen, verplaatsen of veranderen - Risico’s onmiddellijk melden à HL en/of IDPB - Bijstand verlenen aan HL, PA, WG, AG - Niet Pesten, OGS, GW + procedure hieromtrent niet misbruiken
29
Wat bij onenigheid bij voorstelling (aanstelling) of ontslag van PA en CPB is niet akkoord met aanstelling / ontslag van die persoon Procedure FOD WASO (= advies vragen aan bevoegd ambtenaar FOD WASO) - Verzoeningspoging door hem - Advies aangetekend aan WG binnen de 3 d., advies is niet bindend - Binnen 30 d. à CPBW voorleggen - De beslissing ligt uiteindelijk bij de WG Geef 3 redenen om een directe tussenkomst met een beperkt comité / beperkte delegatie Opm.: verandert telkens per sociale verkiezing. Samenstelling beperkte delegatie: PA, 1 WG afgevaardigde, 1 WN afgevaardigde 3 redenen: - jaarlijkse grondige rondgang werkplaatsbezoek (samen met AG) Vraag: is dit het enige onderzoek: neen, vb. nav. EAO - directe tussenkomst: - bij ernstig AO - bij ernstig risico met directe dreiging - op verzoek van 1/3de vd WN afgevaardigden - contact met ambtenaar TWW Ze vroegen om minstens 5 van de 10 zaken op te noemen ivm beroepsziekten, maar daar kon ik niets op antwoorden; ik begreep de vraag niet en kon mij niet inbeelden wat ze juist moesten horen. Volgens Veerle gaat het hier om de gezondheidsrisico’s • chemische agentia (opname via inademing, huid, maag/darmkanaal) • biologische agentia (virus, schimmel, bact., insect, legionella, … => ziekteverwekkende micro-organismen) • fysische agentia o lawaai o trillingen (hand-arm trillingen, vb. witte vingersyndroom ; lichaamstrillingen) o ultrasonen en infrasonen o klimaatfactoren (luchttemperatuur, luchtvochtigheid, luchtstroomsnelheid, stralingswarmte) o licht (onvoldoende of teveel)f o luchtdruk (voor duikers: max. 4 bar) o elektrische stroom o ioniserende stralen (vb. lasers) o niet-ioniserende stralen (elektromagnetische en optische straling: UV, IR, laser, microgolf, radiogolven, ELF, statische magnetische velden
o G-krachten (gevechtspiloten en astronauten) • fysieke belasting: energetische belasting (vb. zwaar werk), muskoloskeletale belasting (vb. RSI), lokale druk (vb. vloerders op hun knieën)
• psychosociale belasting (stress) • bioritmeverstoring = bioritmestoornis (vb. nachtarbeid: 50% meer kans op hartinfarct, o.a. door bioritme) Welke wetgeving zegt wat je moet doen ivm elektrische installaties ARAB: keuring van elektrische installaties gebouwd voor 1981 AREI: keuring van elektrische installaties gebouwd voor 1981. Zie verdere uitleg hieronder
30
Geef de verschillende keuringen van elektriciteit + ook van het nazicht • Hoogspanning: Keuring, door EDTC : voor indienststelling + jaarlijkse keuring (ARAB + AREI) Nazicht: intern, maandelijks (ARAB) /driemaandelijks (AREI = na 1981) • Gemiddelde spanning (ARAB): zie hoogspanning • Laagspanning: Keuring, door EDTC: voor indienststelling (ARAB + AREI) + 5-jaarlijks (AREI). Nazicht: jaarlijks intern (ARAB + AREI) Blanco verslag door EDTC => geen inbreuken op de wetgeving! (ARAB en na 1981: AREI) Waar vind je de frequenties terug? In ARAB en AREI (zie 1ste vraag hierboven in kader) Jaarlijks nazicht van laagspanning: waar vind je dat terug? ARAB art. 52.11: brandbestrijding, detectie, alarm, elektrische installaties, gas- en verwarmingsinstallatie regelmatig gecontroleerd. Data + vaststellingen in boekje. Geef de 6 factoren die een rol spelen bij stof in de longen Oplosbaarheid in het bloed, Luchtconcentratie, Duur blootstelling, Ventilatiedebiet, Deeltjesgrootte en Gradiënt partiële dampspanning (dampspanning = druk die een stof op de wanden ve gesloten ruimte uitoefent; gradiënt = verloop: toename of afname; partiële = actuele druk)
Wat zijn de kenmerken van een goede geluidsomkapseling van een machine. = de geluidsbron omkapselen met isolerend + absorberend materiaal Wat is het verschil tussen isolatie en absorptie? Welke materialen komen hiervoor in aanmerking? - Geluidsisolatie zorgt ervoor dat geluid niet van de ene plek naar de andere plek kan komen, maw geluid blijft binnen omkapseling (voorbeeld: dikke staalplaten, beton, dubbel glas (enkel glas is minder effectief), metselwerk, hout (zonder kieren) - Geluidsabsorptie treedt op als geluid een materiaal tegenkomt dat de beweging van de luchtdeeltjes omzet in warmte. Hierdoor verdwijnt het geluid gedeeltelijk. Slorpt geluid op (voorbeeld: mousse, gordijnen, tapijt, steenwol, stoffen stoelzittingen (leder niet!), gaatjesplafonds) Elektriciteit : welke factoren bepalen het gevaar van elektrocutie? Leg ze elk afzonderlijk uit. Stroomsterkte , duur, weg door het lichaam(over de hartstreek de gevaarlijkste) , freq, ,(bij hoge frequentie van 5000Hz loopt de stroom over de huid), lichaamsweerstand (nl. 1000 ohm), contacteigenschappen (nat-droog) Welke gezondheidsklachten komen voor bij beeldschermwerk? visuele problemen, musculoskeletaal, huidproblemen, stress, ribbeldijen
31
Wat is stress? = "ongezonde spanning", overbelasting of onderbelasting van psychische en sociale vermogens. = “Het negatieve gevoel dat je ervaart als je (volgens jou) niet effectief kunt reageren op een moeilijke situatie” . Dit kan zich uiten in klachten of disfunctioneren op lichamelijk, psychisch en/of sociaal gebied Preventie hiërarchie en pas dit toe op gevaarlijk producten 1. Risico uitschakelen: vb. product gebruiken dat niet schadelijk is, ander procedé,.. 2. Risico verminderen: vb. een minder schadelijk product gebruiken 3. Collectief afschermen: vb. lokale afzuiging 4. PBM’s: vb. beschermkledij, ademhalingsbescherming, VH bril, VH schoenen, … 5. Instructie + signalisatie: VH fiche gevaarlijke stof, pictogrammen, … Preventie hiërarchie en pas dit toe op toxische stoffen 1. risico uitschakelen / verminderen, vb. product wel nodig, ↘ schadelijk product gebruiken, ander procedé,.. 2. afzondering WN: # blootgestelde WN zo laag mogelijk houden Afzondering in ruimte (nucleair), tijd (OH ander tijdstip), naar leeftijd, naar geslacht, persoonl. criteria (vb. allergie)
3. collectief afschermen: afschermen aan de bron 4. algemene ventilatie (= inademlucht regelmatig verversen): natuurlijke of kunstmatige. Nadeel: verspreiding toxische stof in tijd en ruimte => controle ↘ en andere WN ook blootgesteld 5. PBM’s: omgevingsafhankelijke en omgevingsonafhankelijke toestellen. Hoofdkap (voll. hoofd), volgelaatsmasker (incl. ogen) of halfgelaatsmasker (kin, neus en mond)
6. Instructies 7. Signalisatie mbt restrisico’s
Geef uitleg over primaire, secundaire en tertiaire preventie bij toxische stoffen • Primaire preventie = verhinderen dat er schade optreedt
•
•
voorkomen dat meer gevoelige WN GH schade oplopen door in bepaalde omstandigheden tewerkgesteld te worden eliminatie of vervanging product giftig (vb. solvent vervangen dr waterverf), CBM (afzuiging), PBM
Secundaire preventie = vroegtijdig detecteren van schade
Eventuele blootstelling geweest, maar door vroegtijdige opsporing tracht men te voorkomen dat er onherstelbare letsels gaan komen vb. jaarlijkse werkplaats atmosfeermeting (op gassen, dampen, stof, …)
Tertiaire preventie = opgelopen schade beperken vb. EH organisatie uitbouwen, rampenplan, revalidatie na ziekte, werkaanpassing, …
Europese richtlijn? = voor de lidstaten moeten dit omzetten in hun eigen wetgeving Verschil met verordening = een verordening onmiddellijk van kracht
32
Hoe moet je mensen motiveren tot veilig werken? = door ze te coachen (= systeem om te motiveren) op gebied van veiligheid. Beleid UITSCHRIJVEN (is trouwens ook wettelijk bepaald). Coachen: 1. duidelijke perspectieven + doelen vooropstellen (MW daarbij betrekken) => concreet resultaat + duidelijkere beoordeling mogelijk 2. VA gevoel geven (enkel mensen die weten waar naartoe, zijn te sturen) 3. competenties laten uitbouwen 4. ervaring laten opdoen 5. erkenning, feedback (pos. + neg.), begeleiding + follow-up geven 6. geen ondergeschikte positie Procedure werken met derden ZIJN WN De Opdrachtgever (OG)
De Werkgever (WG)
De zelfstandige
ZIJN WN = 1. informatie overdacht tss de ≠ partijen: risico’s + mtrgln ivm uit te voeren werkzaamheden 2. controle of vergewissing, voor aanvang + tijdens de werken: info ontvangen + gekend, inspecties, naleving Codex, …
3. coördinatie door OG (niet verplicht, wel aan te raden) - verplicht bij T & M bouwplaatsen Rol (taak) PA bij derden : toezien op 3hoeksverhouding => MOET op hoogte zijn van werken door derden Wie zijn derden? = van zodra iemand arbeid komt verrichten die: • geen WN is binnen het bedrijf • niet ingeschreven is in het eigen bedrijf WN van buitenaf: OA, contractors, zelfstandigen geen jobstudenten, stagiairs, interims, bezoekers, klanten, vrijwilligers Interim krachten: zelfde schema. OG= Inlener; WG = uitzendkantoor; Zelfst. = interimkracht Info overdracht = werkpostfiche, verplicht te geven à uitzendkantoor + onthaalbrochure
33
Waarvoor dient een smeltveiligheid, een automaat en een differentieel Smeltveiligheid en automaat: bescherming van installatie tegen overbelasting en kortsluiting Differentieel: bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Smeltveiligheid: beschermt uw installatie (= rechtstreeks) (daardoor onrechtstreeks de mensen) Automaat: beschermt het toestel Alleen werken… Iemand werkt alleen bij het reinigen van een vat…. Mag niet: moet bewaakt zijn Geef de belangrijkste risicofactoren in het kader van de gezondheid van de werknemer. • chemische agentia (opname via inademing, huid, maag/darmkanaal) • biologische agentia (virus, schimmel, bact., insect, legionella, … => ziekteverwekkende micro-organismen) • fysische agentia o lawaai o trillingen (hand-arm trillingen, vb. witte vingersyndroom ; lichaamstrillingen) o ultrasonen en infrasonen o klimaatfactoren (luchttemperatuur, luchtvochtigheid, luchtstroomsnelheid, stralingswarmte) o licht (onvoldoende of teveel) o luchtdruk (voor duikers: max. 4 bar) o elektrische stroom o ioniserende stralen (vb. lasers) o niet-ioniserende stralen (elektromagnetische en optische straling: UV, IR, laser, microgolf, radiogolven, ELF, statische magnetische velden
o G-krachten (gevechtspiloten en astronauten) • fysieke belasting: energetische belasting (vb. zwaar werk), muskoloskeletale belasting (vb. RSI), lokale druk (vb. vloerders op hun knieën)
• psychosociale belasting (stress) • bioritmeverstoring = bioritmestoornis (vb. nachtarbeid: 50% meer kans op hartinfarct, o.a. door bioritme)
Wat zijn de criteria waaraan afscherming moet voldoen? - Stevig uitgevoerd (impact wegvliegende delen,…). Lichtgordijn = bescherming van de personen die in het veld komen, niet van diegenen die al in het veld staan. Is een bescherming tegen bewegende delen
-
Geen bijkomend risico veroorzaken (vb. knelpunten) Geen scherpe hoeken, kanten, opp. Niet eenvoudig te omzeilen of buiten werking te stellen (saboteren) Op voldoende afstand vh risico (ook rekening houden met VH afstanden) Zo weinig mogelijk hinder (zicht, handelingen, …) Werken moet mogelijk blijven (vb. toevoer stukken, gereedschappen), OH ook.
34
Welk advies zou je geven aan een schilder die zegt dat hij 's avonds zijn handen wast met thinner? 1) minder schadelijk product zoeken en gebruiken vb. verven op waterbasis 2) handschoenen(HS) gebruiken 3) indien niet mogelijk om HS te dragen => beschermende crème gebruiken,verf wast beter af 4) best na wassen (met licht zure pH zeep), regenerende crème aanbrengen op de handen Wat zijn goede instructies? Wat vind je er op terug? Instructies moeten steeds SCHRIFTELIJK zijn. Gaan over de risico’s + maatregelen bij het bedienen ve machine of het uitvoeren van een taak: hoe werkt de machine? 1. werking 2. gebruik hoe machine gebruiken? 3. OH machine stilleggen, … 4. inspectie wanneer en hoe 5. VH toestellen = alle soorten afscherming + bescherming 6. ervaring WN dingen die op andere machines gebeurd zijn 7. voorzienbare abnormale omstandigheden vb. elektriciteit slaat af in atelier door kortsluiting 8. restrisico’s instructies uit in totaal 8 hoofdstukken
Wat zijn de gevaren van elektriciteit? Voor individu: gevaarlijke ladingen, elektrisering, elektrocutie, verbrandingsgevaar Voor omgeving: brand- en ontploffingsgevaar Feitenboomanalyse, wanneer gebruikt en wat? • ideale analysemethode voor alle ongewenste gebeurtenissen (AO, EH, incident, oef, …) • zoeken naar oplossing die niet voor de hand liggen => onderliggende oorzaken zoeken • verschilt van foutenboom. Bij foutenboom: en /of poort = de “geschiedenis” van het ongeval (alleen EN poorten + enkel feiten)= het verleden. De onderliggende oorzaken zijn allemaal “en”: moeten allemaal gebeuren voor het feit zich kan voordoen. Iedere gebeurtenis heeft meestal meerdere oorzaken, die dan elk hun eigen oorzaak hebben => we krijgen een boomstructuur. Team: alg.directeur, SO, chef SO, PA, … . Opzoeken oorzaken = ervaring => besluiten in team. Geef de 3 voorwaarden voor een correcte feitenboomanalyse • geen oordeel vellen • geen feiten bevoorrechten • zo ver mogelijk teruggaan in de tijd en ons niet beperken tot duidelijke feiten
35
(Hoe feitenboom? Stappenplan) 1. bepaal de omstandigheden = gerichte vragen stellen (wie, wat, wanneer, waar, hoe, …). Onregelmatigheden bekijken: WP, ploeg, diensten, onderneming + omgeving 2. construeer de feitenboom. Rechts = ongew. gebeurtenis, naar links teruggaan, volledigheid zijn! 3. onderliggende oorzaken met elkaar verbinden: 3 SOORTEN verbanden tss. elementen: o ketting : 1 feit heeft 1 oorzaak o verbinding : 1 feit heeft meerdere oorzaken o splitsing : 1 oorzaak veroorzaakt meerdere feiten 4. er is geen feit dat de voornaamste oorzaak is: alle feiten nodig om AO te veroorzaken 5. 1 feit uitschakelen = geen AO. Hoe linkser oorzaak aanpakken, hoe meer impakt Wat is het verschil tussen preventieadvies en beleid? Wat ze willen horen is dat preventieadvies van de PA komt en beleid van de werkgever. Beleid is opgelegd en kan door WG worden afgedwongen, advies is vrijblijvend en kan de werkgever naast zich neerleggen. Machinerichtlijn: wat moet de constructeur en de PA doen bij bestelling en levering van een nieuwe machine? Geef mij in een notendop het voorkomingbeleid /aankoopbeleid/ bestelprocedure: WIE? 1. Voorstudie / RA
HL + PA + PA-AG (enkel PBM) + deskundige indien nodig geacht Aankoopdienst /HL
2. Bestelbon (1e groene licht) 3. Leveranciersattest Leverancier /fabrikant (2e groene licht) PA 4. Verslag VOOR e indienstname (3 groene licht) 5. instructies
HL
6. Opleiding
WG
/
VISUM? (handtekening van...?)
AKD/HL + PA PA-AG bij PBM Leverancier / fabrikant PA + HL + WG (enkel W-VL + PA-AG (bij PBM) + deskundige indien nodig geacht
HL + PA + PA-AG (bij PBM) HL (onthaalbeleid)
AAN WIE? WG + PA
WG (+ leverancier) WG + PA WG +HL
WG + WN HL + WN
Mag een PA onderaan tekenen bij het VID ? (= dat hij de machine goedkeurt) Neen, NOOIT: is de opdracht van de WG, anders ben jij VA als PA.
36
Frequentie en decibel, uitleggen. • Frequentie = snelheid waarmee de drukschommelingen zich herhalen => Hz (# drukschomm./sec.) => toonhoogte vh geluid. Menselijk oor tussen 20Hz- 20.000 Hz tot 30 j, daarna neemt frequentiebereik af. • dB = eenheid voor de geluidssterkte (= amplitude: grootte vd drukschommelingen), is een logaritmische eenheid. dB(A) : maat voor de luidheid (en de schadelijkheid) zoals dr de mens ervaren (A = soort vd filter) Wat heeft decibel te maken met de GH? Bij langdurige blootstelling aan te hoog aantal decibel: lawaaidoofheid (>85 dB): haartjes in het slakken huis gaan door overbelasting kapot. Haartjes: geluid door à zenuwen, zenuwen geven door à hersenen. Welke factor is er nog belangrijk i.v.m. met de schade die er kan zijn = frequentie v.h. geluid. Wij horen het best 4000 Hz, maar de gehoorcellen die 4000 Hz verwerken, zijn de meest kwetsbare. Vanaf daar ↘ het, na verloop van tijd: spraak niet meer horen (rond 1000 Hz), nog later: doof. Wat is het gevaar van lawaai = risico’s van lawaai 1. doofheid, gehoorbeschadiging, hartkloppingen, hartaandoeningen, misselijkheid, … 2. concentratieverlies 3. verstoring van de communicatie => brengen de VH in het gedrang, punt 1 ook (vb. WN hoort claxon niet dr ↘ gehoor). Wat is lawaaidoofheid? Wanneer merk je dit bij een werknemer? Waarom komt dit voor? = doofheid tgv langdurige blootstelling aan te hoog aantal decibel (>85 dB) en frequenties. Haartjes in het slakken huis gaan door overbelasting kapot. Haartjes: geluid door à zenuwen, zenuwen geven door à hersenen. Wanneer lawaaidoofheid: je merkt dit op een audiogram als er een dip te zien is ter hoogte van 4000 Hz. De gehoorcellen van 4000Hz zijn het meest kwetsbaar en gaan dus als eersten kapot. Daarna volgen de lagere Hz frequenties tot uiteindelijk volledige doofheid. Waarom lawaaidoofheid: geen lawaaibestrijding. Lawaaibestrijding: 1. aan de bron 2. in de overbrengingsweg o omkapselen: isolatie + absorptie => luchtgeluid↘ o trillingsisolatie => voortplanting ↘ o akoestiek: nagalmtijd doen ↘ (vb. T60 = tot het geluid met 60 dBA ↘) 3. PBM 4. Organisatorische maatregelen, info, … Geef de wettelijke bepalingen rond lawaai: Wetgeving: tabel met maatregelen (80, 85 en 87 dBA). Zie eindwerk
37
KB Lawaai (2006): meten + juist meten. Risico’s aanpakken: • aan de bron • door inkapseling • gehoorbeschermers = laatste niveau. Verplicht ≥ 85 dBA + opleiding geven + vragen à leverancier wat de demping is van de PBM. Vb. hoogfrequent lawaai 34 dBA => demping halveren = 17 dBA (hiermee rekening houden) Hoe kan je rollen die naar elkaar toedraaien beveiligen? 1. Hoekje zetten, rekening houdend met de VH afstanden 2. Scherm ervoor zetten 3. Voldoende afstand tussen de rollen
Inhoud maandverslag = Wat? Wat = reilen en zeilen van wat er de laatste maand gebeurd is op gebied van V & G Doel = - communicatie over VH gebeuren à WG + CPB - bijhouden van gegevens activiteiten Document te personaliseren zodat het effect heeft Schema: (basis: Codex) 1. risicovaststellingen + onderzoeken 2. AO: oorzaken + preventie mtrgln + evolutie VH cijfers 3. externe contacten: EDPB, EDTC, TWW, … 4. belangrijke realisaties: aankoopbeleid, JAP (= de 2 peilers om à VH te doen) 5. organisatorische afspraken (vb. nieuw personeel, veranderingen organigram, … Wanneer maandverslag: - 1 x/maand - indien < 50 WN en geen A of B-bedrijf: 3-maandelijks verslag mag Aan wie en wanneer verstuur je het maandverslag? Aan WG en leden CPWB, binnen de 10 dagen na verstrijken van de maand Officiële benamingen van keuringsorganisaties en medische keuring? EDTC, EDPBW Indien je medisch afgekeurd wordt wat kan je ondernemen? • bij voorafgaand GHT: geen betwisting mogelijk • bij periodiek GHT : wel. Je kan beroep aantekenen. Enkel voor veiligheidsfunctie kan je niet opnieuw aan de slag voor beroep is uitgesproken.
38
Je hebt 3 soorten monitoring: lucht-, biologische en effectmonitoring? Wat is dat precies? En geef de voordelen van de eerste tov de twee laatste Luchtmonitoring: meten van conc. van bepaalde stof in de lucht => niet invasief voor personen, minder duur, snel resultaat, ev. nog geen overschrijding van waarden in mensen zelf. Biologische monitoring: nagaan wat de conc. van bepaalde stof is in bloed/urine van blootgestelde WN (bloedname is invasief) Zo kan nagegaan worden of de biologische waarden niet worden overschreden. Het duurt even voor de resultaten van het labo binnen zijn. Effectmonitoring??? Is misschien nagaan op bepaalde effecten van bepaalde stof reeds optreden bij iemand. Lijkt me een langdurig proces+ slechts secundaire of tertiaire preventie... Werken onder spanning, wat, wanneer, hoe en wie? - vitale 7 - speciale beschermmiddelen: onontvlambare kledij (best onderkledij in katoen), geïsoleerd materiaal gebruiken (bijv. schroevendraaier met speciaal handvat dat niet geleidend is), isolerende mat Wat is goede informatie? = de wet schrijft niet voor hoe je informatie moet geven, maar dat doe je best schriftelijk. Goede informatie moet o.a.: 1. correct zijn 2. herkenning (persoonlijk aangesproken voelen) 3. niet teveel ineens = rode draad 4. verstaanbaar = woordenschat aanpassen 5. in taal vd gebruiker => ook voor anderstaligen + ongeschoolden 6. oproep tot VA, beroepsfierheid 7. rustige omgeving (≠ productieomgeving) + moment 8. alle beschikbare middelen gebruiken 9. (zeer) belangrijke info evt. door derden laten brengen 10. HERHALEN - HERHALEN – HERHALEN 11. prioriteit geven aan belangrijke zaken Hoe kan je je beschermen tegen rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking: zie hierboven: Hoe isoleren? Ladders: enkel gebruiken bij (= Codex) - beperkte duur - gering risico - geen veiliger middel mogelijk door omstandigheden van de arbeidsplaats Veiliger middel: stelling, rolstelling, hoogtewerker, schaarlift
39
ARAB: wat staat er in over ladders • Algemeen : a. voor het gebruik, steeds de ladder controleren op defecten b. enkel gebruiken binnen de mogelijkheden van het ontwerp van de ladder c. de stabiliteit tijdens het betreden of de werken moet gewaarborgd zijn d. de sporten of trappen moeten horizontaal blijven e. de werknemers moeten steeds een veilige steun en houvast hebben mogen enkel lichte lasten dragen die het veilig houvast niet belemmeren 3 verankerpunten, vb. 2 voeten en 1 hand
vastmaken vanaf > 25 sporten
• Draagbare ladders : f. onbeweeglijkheid garanderen door te ondersteunen + laten rusten op stabiele en stevige steunpunten g. wegglijden wordt vermeden door : vastzetten van de (boven- of) onderkant van de ladderbomen of : antislipinrichting • Hangladders worden stevig vastgemaakt, zodat : h. ze niet kunnen verschuiven i. heen en weer zwaaien vermeden wordt • Toegangsladders : steken min. 1 m boven het toegangsniveau van het hoger gelegen vlak uit • Meervoudige ladders en schuifladders : zorg ervoor dat de verschillende delen niet ten opzichte van elkaar kunnen bewegen • Beweegbare ladders : zet ze vast voor je ze betreedt. • VGS = certificaat voor ladders => is gemaakt vlgs. bepaalde VS. • Jaarlijks nazicht houden van de ladders • Ladder onder 70 à 75°. Hoe weet je dat (75°): o je zet elke voet tegen 1 boom onderaan de ladder + strekt je handen loodrecht uit. Als je de ladder kunt vastpakken = ok: 75° o je zet je voet onderaan de onderste sport en zet je zijdelings van de trap. Als je dan je elleboog loodrecht uitsteekt, moet je elleboog de sport raken = 75° (zie tek. les 12 PVI) • Hout (> 50cm H: voeten doen pijn), Alu (nadeel: geleidend), Kunststof (versterft onder UV) • Ladderkooi: enkel nog bij brandladders => anders vervangen door valharnas
Wat met een schildersladder (= dubbele ladder) Bovenste deel van de trapladder is groot (hoog) genoeg zodat de knieën eronder kunnen als je op de bovenste trede staat. Het deksel (= waar je op staat) mag geen variabele sport hebben die los komt bij het opplooien: klemgevaar vingers: KLAPT echt tegen elkaar bij het opendoen + stabiel opstellen + nazicht voor elk gebruik + jaarlijks nazicht + …
40
Rolstellingen waaraan denk je dan, aankoop en gebruik Aankoop: sterkte- en stabiliteitsberekening + handleiding en gebruiksaanwijzing ontvangen van de stellingbouwer + keuring door EDTC voor indienstname Gebruik: • opleiding WN • bevoegd persoon aanstellen + handleiding toepassen (vb. niet gebruiken bij teveel wind) + controleren of de gebruiksaanwijzingen toegepast worden • montage- en demontageschema ter beschikking hebben • stelling moet stabiel staan => alle poten rusten op de grond • vastzetten wielen (d.m.v. remmen) • verankeren: nodig als stelling breder is dan 3 x de smalste basis. Verankeren d.m.v. stabilisatievoet (zie tekening les 12 PVI) • afstand tussen de stelling en de gevel: max. 20 cm => indien meer (vb. goot steekt 40 cm over): extra uitsprong maken op de stelling • nooit rolstelling verplaatsen met personen op • langs binnen beklimmen indien mogelijk (luik in stelling nodig): langs buiten kun je de stelling omtrekken als je bovenaan bent en erin kruipt
Welke mensen kunnen niet strafrechterlijk vervolgd worden? Niemand: iedereen is strafrechtelijk vervolgbaar. Verzekerbaar: NEEN Wat staat er in een jaarverslag? - per jaar overzicht v.h. gebeuren i.v.m. welzijn - eigen activiteiten + activiteiten externen - positieve (= realisaties) en negatieve (= AO) aspecten Doel jaarverslag: - info à directie - inlichten v.h. CPBW - beleidsondersteuning => o.a. aanpassen JAP binnen het kader v.h. GPP Wanneer jaarverslag: - jaarlijks met de gegevens v.h. vorig jaar, asap op te stellen - voorleggen à CPBW voor 14/02 (= 14 d. voor CPBW vergadering van februari) - opsturen à TWW voor 1 april Hoe jaarverslag: 2 soorten jaarverslagen: 1. vereenvoudigd = opgestuurd door TWW 2. volledige versie volgens schema bijl. III, KB IDPB = voor intern gebruik. Reden: vermelding van de CPB leden Wie jaarverslag: principe: > 1 WN – praktijk : 10 – 20 WN ifv sector Wie maakt jaarverslag: PA Wie ondertekent jaarverslag: WG + PA Wie verstuurt jaarverslag naar TWW: WG Waarom jaarverslag: 1. Intern: zien dat AO ↘; 2. TWW: kijken of er vooruitgang is Rubrieken: 10; 4 grote delen: identificatie, AO, acties, info (o.a. opleidingen)
41
AO: wat moet je vermelden in het jaarverslag? - aantal werkelijk gepresteerde arbeidsuren - aantal AO: dodelijke, blijvende ongeschiktheid + tijdelijke ongeschiktheid - aantal verloren kalenderdagen - aantal dagen forfaitaire ongeschiktheid - de Fg, Weg (werkel. Eg) + Geg (globale Eg = kalenderd. + forfait) - aantal AO van en naar het werk - aantal gepresteerde arbeidsuren door + aantal AO bij interims, jobstudenten en WN van OA Wat doe je met die Fg en Eg? - vergelijken met sectorgemiddelde - statistisch voorstellen + verloop t.o.v. vorige jaren evalueren + acties + bijsturen - verder opnemen in maandverslag, JAP, GPP Aan wat moet een goede afscherming voldoen? Zie blaadjes examenvoorbereiding Preventie maatregelen bij overmatig geluid van een machine - aanpakken bij de bron / isolatie / absorberen / trillingsvrij monteren Waarvoor dient een ideeënbus? werknemers zelf risico's en preventiemaatregelen melden
KB PBM 2 KB’s: KB gebruik (2005) en KB Fabricatie (1992) KB Gebruik: • voorwaarden waaraan PBM’s moeten voldoen • procedure te volgen bij keuze + aankoop PBM’s • verplichtingen WG en WN i.v.m. gebruik PBM’s • verplichtingen ivm info + opleiding v.d. WN => sensibiliseren + registratie + toetsen van de kennis • bijz. bepalingen over de PBM’s tegen het vallen (= cat. 3) • Bijlage 1 = indicatief schema voor inventarisatie vd gevaren m.h.oog op PBM’s • Bijlage 2 : lijst v. activiteiten + arbeidsomstand. waarvoor PBM’s noodzakelijk zijn (=> ter beschikking stellen) KB Fabricatie Cat. I = EG verklaring v. overeenkomst + CE label + technische info en gebruiksaanwijzing Cat. II = idem + typeonderzoek Cat. III = idem + typeonderzoek + Q controle m.b.t. productieproces
42
Cat. I = eenvoudig ontwerp + zeer geringe risico’s (vb. tuinhandschoenen, schort, …) Cat. II = al wat niet tot I en III behoort => overgrote meerderheid Cat. III = complex ontwerp + ernstig, onherstelbaar of dodelijk risico • ademhalingsapparatuur met filters tegen: o vaste en vloeibare aërosols o irriterende, gevaarlijke, giftige of radiotoxische gassen • ademhalingsapp. die buitenlucht volledig afsluit (incl. duikapp.) • bescherming (tijdelijk) tegen chemische factoren of ioniserende straling • werkzaamheden luchtt° > 100° of die zo aanvoelen (vb. ovens) • werkzaamheden luchtt° < 50° of die zo aanvoelen (vb. labo’s) • bescherming tegen vallen van hoogten (vb. valharnas) • bescherming tegen elektriciteitsrisico’s (werken bij gevaarlijke spanning) + bescherming die isoleert bij hoogspanning Cat. 0: vallen niet onder de wettelijke regeling. Vb. BM à boord van schepen, vliegtuigen, … = geen Belgisch grondgebied Opname toxische stoffen ? 1. via ademhalingsstelsel : gassen, dampen, aërosolen (stof, rook, mist, nevel) is de belangrijkste 2. via huid (en slijmvliezen) 3. via maag/darmkanaal: a. primaire: eten, drinken, roken, slechte persoonlijke hygiëne b. secundaire: inslikken van deeltjes gevormd door verdedigingsmechanisme vd longen Wat is grenswaarde? = maximum concentratie van een gevaarlijke stof waarboven er geen enkele WN blootgesteld mag worden. Is een gemiddelde gedurende een bepaalde referteperiode (8u/dag, 40 u/week). TLV hoe lang meten? TLV = gemiddelde concentratie die gelden voor een 8-urige werkdag en een 40-urige week. TLV (Amerikaans) vormt de basis van onze grenswaarden => meeste WN veilig bij blootstelling ↘ dan TLV.
Piramide van Heinrich Vallen hoe voorkomen? Alle mogelijke manieren bespreken 1. vaste voorzieningen: aanpassen werkpost dmv balustrades, borstweringen (= volledig dichte balustrade), afschermingen, relingen, leuningen (= reling maar dalend), … 2. tijdelijke voorzieningen: dakreling systeem, netten, touwen, … 3. enkel als 1 en 2 niet mogelijk zijn: PBM voorzien = valharnas. Voorwaarden: a. verankeringpunt boven het hoofd + 3-maandelijkse keuring b. valdemping c. na val: harnas inleveren: opnieuw keuren door EDTC d. geen heupgordel (lijfband) : verboden
43
Antwoorden Ine Werken onder spanning: Staat in cursus van elektriciteit ergens achteraan = werken op plaatsen waar delen onder spanning genaakbaar zijn. Enkel voor BA4/BA5 Geïsoleerd materiaal gebruiken Vitale 7 in acht nemen PBM’s: helm, gelaatsscherm, handschoenen, kledij, schoenen.
Goede informatie: Teruggevonden in cursus waarvan ik dacht dat we die niet moesten kennen voor examen??? (communicatie) -
herkenbaar voor ontvanger woordenschat aangepast niet te veel ineens HERHALEN Prioriteiten leggen Juiste info Eventueel externen, deskundigen laten geven bij belangrijke info Juist moment Juiste plaats Gebruik maken van media (vb video, foto’s..)
Antwoorden Evelyn -
Het kader :
-
• Als PA ben jij via advies, coachen en ondersteuning de persoon die de welzijnswet moet laten ( dr WG & HL) integregeren in het bedrijf. Om dit te kunnen doen ga je in functie van het publiek en datgene die je wil uitleggen een aantal voorbereidingen doen. • Je gaat een stukje op papier zetten, mogelijk en presentatie maken. Daarna ga je je doelgroep uitnodigen en een woordje uitleg geven.
-
Animeren
-
• Je presentatie en de mannier van uitleg moet enthousiasme uitstralen want indien je er zelf niet in gelooft zal het er zeker niet komen. • Je houdt rekening met de verschillende persoonlijkheden die je uitgenodigd hebt. De auditieve persoonlijkheden willen iets horen, de visuele persoonlijkheden willen iets zien, de kinethische willen interactie.
-
44
-
-
-
• De ondertussen befaamde vuurtoren techniek : kijk naar de non verbale communicatie ( die meer dan 50% van de communicatie uitmaakt) en pas je toon ( die meer dan 80% van het gene die ze verstaan uitmaakt ) indien nodig aan, zet je zelf op het niveau van je publiek zodat iedereen je verstaat. • Maak het niet te lang, zorg dat ze zich niet gaan vervelen, ken je pappenheimers. Mijn CEO verveelt zich na 10 min.( als over preventie gaat), dus daarin moet alles gezegd worden. Bij de HL krijg ik niet langer dan 30 min. • Animeren is tevens = Goede informatie zoals in de lijst van vraag en antwoord van Kim en Inne.
Arbeidsongevallen 1.Wat is het : Arbeidsongeval : · Plotse gebeurtenis, letsel, oorzakelijk verband, tijdens en door het werk (NIET tenminste 1 werkdag WV, dag van het ongeval niet inbegrepen!!! Dat is enkel voor statistieken) · Woonweg is gelijk gesteld. Verkeersongeval zonder letsel = geen AO (want geen letsel) 2.Graden • AO = zie def. hierboven • Ernstig AO: gebeurt op de arbeidsplaats zelf Heeft dood tot gevolg OF blijvend letsel + (afwijkende gebeurtenis uit bijl. 1 OF betrokken voorwerp uit bijl. 2) OF tijdelijk letsel uit bijl.3 + (afwijkende gebeurt. uit bijl. 1 OF betrokken voorwerp uit bijl. 2) • Zeer ernstig AO = dood of blijvend letsel. Gebeurt op de arbeidsplaats zelf Heeft dood tot gevolg OF blijvend letsel + (afwijkende gebeurtenis uit bijl. 1 OF betrokken voorwerp uit bijl. 2) 3.Aangifte arbeidsinspectie / algemene directie toezicht welzijn op het werk Doe je via een omstandig verslag, binnen de 10 dagen. Woonweg verkeer valt hier niet onder. Dodelijk of zeer ernstig AO = onmiddellijk à TWW + IDPB (of EDPB bij Cz en D bedrijven) 4.Aangifte aan de arbeidsongevallenverzekeraar Binnen 8 kalenderdagen door de werkgever: formulier AO verzekeraar of portaalsite Sociale Zekerheid (kruispuntenbank: ASR = aangifte sociaal risico). 5.Omstandig verslag · zie hierboven 6.Ongevallen steekkaart · Intern document, 10 jaar door WG te bewaren + ter beschikking houden van TWW + AOS opnemen in het GH dossier van de betrokken WN => kopie naar EDPB (als zij medisch toezicht houden) · Opgesteld voor elk AO met WV > 4 dagen (op arbeidsplaats, geen woonweg) door IDPB, bij Cz en D-bedrijven MOET door EDPB.
45
·
Mag vervangen worden door een afschrift van de aangifte. Voorwaarde: volledig ingevulde AO aangifte + ondertekend door de PA (doel: geg. certifiëren)
7.AO maandverslag Alle AO met 1 dag werkverlet, dag van ongeval niet meegerekend, moeten opgenomen worden in het maandverslag en meegedeeld worden aan het CPBW + de genomen preventiemaatregelen. Verslag over de ongevallencijfers en hun evolutie = enkel de AO vanaf 1 dag werkverlet 8.AO & JAP WG moet op de hoogte gebracht worden van een AO om eventueel het jaaractieplan aan te passen aan de genomen preventiemaatregelen. 9.AO & GPP Idem JAP 10. AO Onderzoek = onderzoek v.d. diverse oorzaken v.h. AO, beste methode: feitenboom. Andere: MUOPO, Domino, … • doel: oorzaken vinden => preventieve maatregelen om herhaling te voorkomen • wanneer: verplicht na elk AO met > 1 dag WV ; nuttig bij incidenten,… omwille van Heinrich • hoe: - gesprek met betrokken: SO, getuigen, chef, … - asap na feiten, onderzoek ter plaatse verplicht bij AO > 4 d. WV door IDPB (of EDPB bij Cz en D- bedrijven) - indien WV > 30 d. of bij invaliditeit: CPBW betrekken bij onderzoek 11. FG & Ew Enkel de AO op het werk ( woon weg verkeer niet meerekenen) vanaf 1 dag werkverlet, dag van ongeval niet meerekenen. FG = AO X 1.000.000 : gepresteerde uren (indien maandelijks: cumulatief en doorlopend t/m die maand) EW = AO x 1.000 : gepresteerde uren (indien maandelijks: cumulatief en doorlopend t/m die maand)
46