Molenstichting Noord- Brabant Plan van aanpak Marloes van de Hei Molenconsulent 16-4-2013
1
Inleiding Voor een goed plan van aanpak is het noodzakelijk te weten wat er speelt en wat er aan vooraf ging. Daarom wordt eerst in beeld gebracht wat en wie Molenstichting Noord- Brabant is, en wat de reden is tot het aanstellen van een molenconsulent. Hierna worden de doelen toegelicht, waarna het plan van aanpak volgt. De hoofdtaak staat echter niet ter discussie;: het zorgen voor restauratieplannen die ingediend worden bij de restauratieregeling molens bij provincie noord- Brabant. Hiervoor is een uitvoeringsparagraaf opgesteld.
Inhoud 1. Molenstichting Noord- Brabant 2. De doelen 3. Plan van aanpak 4. Uitvoering restauratieregeling molens provincie noord- Brabant
3 4 5 8
Bijlagen
Bijlage 1: de instrumenten/ middelen Bijlage 2: SWOT- analyse
12 17
2
1. Molenstichting Noord-Brabant Missie: wie zijn wij? Molenstichting Noord-Brabant is een stichting die zich inzet voor de ongeveer 130 molens die nog herkenbaar in het Brabantse land staan. De stichting bestaat sinds 1994, maar heeft van tijd tot tijd een slapend bestaan gehad. Ons doel is het bevorderen van het behoud van molens en restanten van molens in Noord- Brabant. Wij proberen dit doel te bereiken door: Het stimuleren van de culturele en educatieve waarde van molens in Noord-Brabant; Het behouden van streekeigen eigenschappen en taalgebruik met betrekking tot molens; Het behoud en herstel van een passende molenomgeving; Het beïnvloeden van het algemeen molenbeleid van alle overheidsniveaus (gemeentelijk, provinciaal en landelijk); Het fungeren als "contactpersoon" tussen individu (molenaar) en/of lokale molenorganisaties enerzijds en overheid anderzijds; Het verlenen van medewerking aan provinciale activiteiten en/of evenementen op het gebied van molens. Het bestuur van de Molenstichting Noord-Brabant bestaat uit de onderstaande personen: Voorzitter : dhr. A.M.T. Naterop Vicevoorzitter : dhr. Mr. J.C.M. Pommer Penningmeester : dhr T.Poot Bestuurslid : dhr. A.B.Snoek Bestuurslid : dhr. H.G.M. van de Vondervoort Bestuurslid : dhr. J.A.M.Vos Bestuurslid : dhr. P.M.J.H. Bos
Het bestuur van de Molenstichting laat zich bijstaan door de adviesraad. De adviesraad bestaat uit de volgende personen: Jan-Willem van Beers Hub van Erve Carel van Herpt Bart Hoofs Riet Meijer Jan Scheirs Gerard Sturkenboom Ernst Thoolen Bart Tonies
Bergen op Zoom Tilburg Goirle Hilvarenbeek Nederwetten Hilvarenbeek Heeze Nederwetten Ravenstein
Molen de Assumburg te Nieuw- Vossemeer Kerkhovense Molen te Oisterwijk Molen de Wilde te Goirle Molen de Doornboom te Hilvarenbeek Hooidonkse watermolen te Nederwetten Kerkhovense Molen, te Oisterwijk Molen Sint Victor te Heeze Hooidonkse watermolen te Nederwetten Molen de Nijverheid te Ravenstein
Visie: bidbook Molenstichting NB heeft naar aanleiding van haar doelstellingen in 2009 het initiatief genomen voor het opstellen van een bidbook. Hierin wordt inzicht verschaft in het (achterstallig) onderhoud van de 130 geregistreerde molens in Noord Brabant. Uit het bidbook blijkt dat er een vrij grote onderhoudsachterstand is, maar dat er relatief weinig subsidieaanvragen worden ingediend. Met geld alleen zijn de Noord-Brabantse molens dus niet gered. Uit diverse aspecten zoals de verzekeringen, de windvang van molens, de beschikbaarheid van molenaars, de Monumentenwacht, het lage aantal moleneigenaren dat subsidies aanvraagt, blijkt dat het molenveld slecht is georganiseerd. Door moleneigenaren onderling te laten samenwerken en professionele hulp aan te bieden, zullen er meer initiatieven ontplooid worden die het Noord-Brabantse molenbehoud succesvol maken. Op basis van deze conclusie is de vacature voor molenconsulent ontstaan. Hier ging een gedegen actieplan aan vooraf waardoor de provincie restauratiesubsidie beschikbaar stelde, en financiën voor een consulent.
3
2. De doelen De hoofdtaak van de molenconsulent is het zorgen voor subsidieaanvragen voor de restauratieregeling Molens van de provincie Noord- Brabant. Door deze taak komt de molenconsulent in aanraking met tal van andere problemen en molen-aangelegenheden. Door de begeleiding bij de aanvragen en de contacten met diverse instanties is hier ook invloed op uit te oefenen. Om de taken mee te kunnen nemen in het plan van aanpak, moeten de doelen helder zijn. Deze staan hieronder kort beschreven. Voor elk doel zijn er diverse middelen om dit te bereiken. Om hiertussen een goede afweging te maken zijn deze eerst allemaal benoemd. Voor de lezer is het echter vooral relevant wat daadwerkelijk opgepakt wordt. Dit leest u in het plan van aanpak. Alle overige middelen vindt u in bijlage 1. De doelen zijn: 1. Behoud van wind- en watermolens en de restanten hiervan. Door het verlies van functie en economisch nut zijn er vele molens verloren gegaan. Gelukkig is dit een halt toegeroepen. De molens die er nog zijn hebben, uitzonderingen daargelaten, geen industriële of economische functie meer. Ze worden behouden omdat we ze van waarde vinden, zowel maatschappelijk, landschappelijk als cultuurhistorisch. Dit houdt ook in dat molens vaak een negatieve economische waarde hebben; er moet altijd geld bij. Molenbehoud bestaat dus voornamelijk uit draagvlak, vrijwilligers, giften en subsidies. Om molens te bewaren voor de toekomst moeten ze permanent onderhouden worden. 2. Bescherming en verbetering van de wind en watertoevoer van (complete)molens, ofwel zorg voor de biotoop. Molens zijn gebouwd om te draaien. Al zijn ze nog zo goed onderhouden, als er geen wind of water meer bij de molens komt kan deze niet draaien en malen. Een stilstaande molen krijgt minder aandacht en daarmee minder draagvlak. Hierdoor wordt ook het behoud van de molen steeds moeilijker. Het is dus van belang dat er aandacht is en blijft voor een goede biotoop van de molens. 3. Het bewaken van de authenticiteit van de molen en zijn omgeving. Naast een machine is de molen ook een monument, een overblijfsel uit het verleden. Elke molen heeft zijn eigen verhaal, en een deel hiervan is af te lezen in de molen. Oude onderdelen en verschillende reparaties laten zien dat de molen leeft. Dit verleden en verhaal geeft de molen extra waarde en moet gekoesterd worden. Dit geldt ook voor de omgeving van de molen. Bij watermolens is bijvoorbeeld een unieke flora en fauna ontstaan door het eeuwenlang beïnvloeden van het waterpeil. Bij windmolens kunnen de kleinschalige inrichting van het molenerf of de oorspronkelijke toegangsweg nog aanwezig zijn. Dit geeft meerwaarde aan de molen.
4
3 Plan van Aanpak Hieronder staan de taken van de molenconsulent. Natuurlijk zijn er nog veel meer taken denkbaar bij de doelen, maar de functie van molenconsulent is voor 24 uur per week en voor een beperkte periode Er moeten dus prioriteiten worden gesteld, en relatief snel successen worden geboekt. Dit wil niet zeggen dat alle andere middelen vergeten worden, wel dat hier minder tijd en aandacht voor is. Een overzicht van middelen en taken vindt u in bijlage 1. De hoofdtaak voor de molenconsulent is zorgen dat er restauratieplannen worden gemaakt voor de restauratieregeling molens van de provincie Noord- Brabant. Dit is een omvangrijke taak; het is de reden van het aanstellen van een molenconsulent. Deze taak wordt daarom apart behandeld in het volgende hoofdstuk: Uitvoering restauratieregeling Molens provincie Noord- Brabant door Molenstichting Noord-Brabant. Behoud van wind- en watermolens en de restanten hiervan. Molens moeten onderhouden worden om restauratie in de toekomst te kunnen voorkomen. Daarom zet de consulent zich ook in voor het zo veel mogelijk benutten van de instandhoudingsregeling (BRIM) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en de aanvullende regeling van de provincie. o Moleneigenaren die geen Brim-subsidie hebben aangevraagd benaderen om een subsidieaanvraag te laten maken. Hoe: De RCE publiceert jaarlijks zijn BRIM-beschikkingen. Hieruit is een lijst te maken welke molens geen subsidie aanvragen. Deze eigenaren via brief en waar nodig persoonlijk benaderen . Target: 15% eigenaren daadwerkelijk spreken naar aanleiding van de brief o Lobby voor goede provinciale aanvulling en genoeg budget Hoe: Signalen uit het veld verzamelen en doorgeven, zoeken naar praktische oplossingen Target: Geluid van de eigenaren hoorbaar maken bij de provincie. o Aandacht voor BRIM-subsidie bij aanvraag restauratiesubsidie Hoe: Wanneer de aanvraag voor de restauratiesubsidie is ingediend, of wanneer er gewacht moet worden op stukken zoals een omgevingsvergunning, kan er samen met de eigenaar gekeken worden naar de instandhoudingssubsidies voor na de restauratie. Target: Instandhoudingsubsidie meenemen in het plan van aanpak voor de restauratiesubsidie.
Molens bewegen, en het gaande werk is grotendeels van hout. Het risico dat er iets gebeurt met molens is dan ook vrij groot, evenals de kosten wanneer dit gebeurt. Het is dus van belang dat de verzekeringen van alle molens op orde zijn. Vanwege de waarde en het risico is de verzekeringspremie echter ook vrij hoog. o Molens een betere verzekering aanbieden Hoe: Een collectieve verzekering aanbieden, waardoor zoveel mogelijk molens (goed) verzekerd zijn. Vanuit de adviesraad kan een werkgroep opgezet worden die een aantrekkelijke en goede gezamenlijke verzekering met collectiviteitsvoordeel ontwikkelt via Molenstichting Noord-Brabant. Target: Werkgroep oprichten, eerste resultaten in 2013.
Molens behouden kun je (bijna) niet alleen. Je hebt een omgeving nodig die zich in wil zetten voor het behoud van de molen. Bijvoorbeeld een gemeente, of een vrijwillig molenaar die wekelijks komt draaien en malen, of de buren die een oogje in het zeil houden. Vaak wordt bij bedreiging van de molen pas duidelijk hoe groot het draagvlak voor de molen is. Bewoners gaan groepen vormen
5
en maken bezwaar. Deze betrokkenheid moet eigenlijk eerder gemobiliseerd worden, juist om de dreiging te voorkomen. o Draagvlak verkrijgen en mobiliseren bij restauraties. Hoe: Bij aanvragen voor de restauratieregeling molens moet er samen met de eigenaar gekeken worden wat er al gebeurt voor de communicatieparagraaf. Hier kan ook gekeken worden hoe er meer draagvlak verkregen kan worden, en hoe er meer uit de betrokkenheid gehaald kan worden. Target: Bij begeleiding van restauratieplannen altijd aandacht hebben voor draagvlak en nieuwe mogelijkheden. Bescherming en verbetering van de wind- en watertoevoer van (complete)molens, oftewel de biotoop. Molenbiotoop meenemen in restauratieaanvraag Hoe: Wanneer de aanvraag voor de restauratiesubsidie is ingediend, of wanneer er gewacht moet worden op stukken zoals een omgevingsvergunning, kan er samen met de eigenaar gekeken worden naar de molenbiotoop en de verbetering daarvan. Target: De molenbiotoop meenemen in het plan van aanpak voor de restauratiesubsidie.
Werkgroep maken voor molenbiotopen Hoe: Vanuit de adviesraad en/of andere molenliefhebbers kan een werkgroep gevormd worden rond molenbiotopen. Target: Huidige geïnteresseerden samenbrengen, in 2013 hiervan een werkgroep vormen.
Brainstormen over problematiek molenbiotopen en oplossingen Hoe: Samen met de adviesraad brainstormen om te bezien of er andere (snelle) middelen zijn om de molenbiotopen te beschermen en te verbeteren. Target: Thema molenbiotopen bediscussiëren met molenadviesraad.
Het bewaken van de authenticiteit van de molen en zijn omgeving. Discussies over aandacht voor de molenbiotoop en authenticiteit Hoe: In de adviesraadvergadering brainstormen over concrete mogelijkheden voor dit onderwerp. Target: Komen tot minimaal 2 praktische en uitvoerbare doelstellingen. Communicatie Om zaken aan te pakken, moet je wel mensen bereiken. Hiervoor is het belangrijk dat de stichting en de molenconsulent bekend zijn, zodat informatie opgepakt en gevonden wordt. De communicatiedoelen van de stichting zijn: Bekendheid van Molenstichting Noord- Brabant Bekendheid van de molenconsulent Informatie delen, zoals restauratieregeling Ook hiervoor zijn middelen opgesteld. In een zogenaamde SWOT analyse(bijlage 2), worden de sterke en zwakke kanten evenals de kansen en bedreigingen geanalyseerd.
Presentatie externe bijeenkomsten Hoe: De stichting en de molenconsulent moeten zichtbaar zijn bij molenbijeenkomsten en daar hun boodschap uitdragen, denk aan bijeenkomsten van vereniging De Hollandsche Molen (DHM), het Gilde van Vrijwillige Molenaars, maar ook bij regionale bijeenkomsten zoals die van de West Brabantse Molenstichting.
Nieuwsbrief ontwerpen en met regelmaat uitbrengen 6
Hoe: Via daarvoor bestemd programma. Target: 4 Keer per jaar nieuwsbrief uitbrengen.
Website uitbreiden met kennisbank met informatie over subsidies, verzekeringen biotopen etc. Hoe: Website aan laten passen; website vullen. Target: In 2014 moet de kennisbank up to date zijn.
Signaleren en aankaarten Hoe: Klachten en signalen van individuele moleneigenaren moeten gehoord en verzameld worden. Wanneer meerdere eigenaren last hebben van een zelfde probleem is er wellicht meer aan de hand en moet er actie ondernomen worden.
Publiciteit genereren voor Molenstichting Noord- Brabant en de restauratieregeling van provincie Noord- Brabant Hoe: Zorgen voor media-aandacht: persberichten schrijven en successen vieren. Target: Minimaal éénmalig op tv, en 3 artikelen over projecten.
7
4 Uitvoering restauratieregeling Molens provincie Noord- Brabant door Molenstichting Noord-Brabant Stand van zaken Veel molens in Noord- Brabant hebben een restauratieachterstand. Vaak gaat het om achterstallig onderhoud, soms om meerdere grote onderhoudswerkzaamheden die samenvallen. Nadat de noodzaak was aangetoond door Molenstichting Noord- Brabant heeft Provinciale staten besloten van 2012 tot 2016 geld in te zetten voor restauratie van molens. Het gaat om een subsidieregeling voor restauraties van rijksmonumentale wind- en watermolens en molenrestanten. Er is in totaal 3,4 miljoen euro beschikbaar. Het subsidiepercentage is 70% van de subsidiabele kosten. De regeling is bedoeld voor sober en doelmatig restaureren; reconstructie, verplaatsing of verhoging is niet subsidiabel. Maar wanneer is iets nu een restauratie? De definitie wanneer het een restauratie is en wanneer het onder regulier onderhoud valt, is moeilijk. De RCE maakt het volgende onderscheid: normaal onderhoud: noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van monumentale waarde; restauratie: werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor het herstel van het beschermde monument; De scheidslijn blijft ook met deze definitie moeilijk. Wij baseren ons op het gemiddelde onderhoudsbedrag per molen van €15.000 per jaar. Voor zes jaar is dit een bedrag van €90.000. Met een kleine marge houdt dit in dat molens met meer dan een ton aan onderhoudskosten niet alleen regulier onderhoud hebben. Boven €100.000,- aan kosten voor zes jaar kunnen we spreken van een (deel)restauratie.
Analyse Voor de komende jaren is €3,4 miljoen euro beschikbaar aan subsidie voor molens. Het subsidiepercentage is 70%, dus de totale in te dienen restauratiekosten zijn € 4,9 miljoen. Uit de enquête bleek een onderhoudsachterstand van €5,1 miljoen. Niet alle molens hebben meegedaan; het bidbook gaat dan ook uit van een werkelijke restauratieachterstand van 7 tot 10 miljoen euro. De huidige subsidie zou dus 50 tot 70% van de achterstanden op kunnen lossen. Molenstichting Noord- Brabant gaat voor 100% van de molens. Natuurlijk zijn er altijd molens en moleneigenaren waarbij de problematiek groter is dan alleen een restauratieachterstand, en zullen niet alle molens te helpen zijn. Wij willen deze echter niet bij voorbaat al uitsluiten. Om in de toekomst alle molens te kunnen helpen is het noodzakelijk dat de huidige subsidie volledig besteed wordt; wanneer deze om wat voor reden dan ook niet geheel benut wordt, zal dit als bewijs dienen dat er geen achterstand is. Molenstichting Noord- Brabant kiest ervoor geen extra selectiecriteria in te stellen maar juist zoveel mogelijk plannen in te dienen die aan de provinciale criteria voldoen.
8
Rol Molenstichting Noord-Brabant bij de restauratieregeling De restauratieregeling van Provincie Noord- Brabant is mede tot stand gekomen door de inzet van Molenstichting Noord- Brabant. Het is dan ook niet vreemd dat er bij deze regeling meerdere taken zijn voor de stichting. De molenconsulent heeft als taak te zorgen dat er restauratieplannen komen, en de restauratieplannen worden alleen in behandeling genomen wanneer ze instemming hebben van de stichting. De molenconsulent heeft met behulp van diverse betrokkenen een lijst opgesteld met molens waarbij de onderhoud/ restauratiebehoefte groter is dan € 100.000,-. De molenconsulent gaat deze eigenaren benaderen om een afspraak te maken. Gezamenlijk kan worden bekeken hoe de toestand van de molen is en of deze inderdaad aan de regeling deel kan nemen. Wanneer dit zo is wordt er een stappenplan opgesteld, specifiek voor die molen. Daarmee wordt met behulp van de consulent het restauratieplan gecomplementeerd. Omdat de lijst wellicht niet compleet is, moet er daarnaast op diverse manieren aandacht gevraagd worden voor deze regeling, zodat eigenaren de Molenstichting ook zelf kunnen benaderen. Daarnaast moet de Molenstichting instemming verlenen. De provincie gaat ervan uit dat de stichting ervoor zorgt dat er alleen volledige en kwalitatief goede plannen worden ingediend bij de provincie. De consulent zal de meeste aanvragers begeleiden en kan de aanvraag zo enigszins sturen. Er zal om instemming gevraagd worden wanneer de molenconsulent denkt dat het plan gereed is. De adviesraad van Molenstichting Noord- Brabant zal beoordelen of het plan in voldoende mate aan de indieningseisen van de provincie voldoet, en maakt hiervoor een advies op. Dit advies wordt daarna voorgelegd aan het bestuur van Molenstichting Noord- Brabant. Het bestuur kan bij uitzondering beargumenteerd afwijken van het advies. Wanneer de adviesraad twijfelt of er niet gezamenlijk uitkomt wordt er extern advies gevraagd. De procedure voor de begeleiding en instemming wordt hierna nader toegelicht:
Procedure uitvoering restauratieregeling Contact leggen met eigenaren Op basis van de gegevens van de enquête, de bezoeken van de bestuursleden aan alle gemeenten, en gesprekken met molenmakers en adviseurs is een lijst opgesteld met molens waarvan de onderhoudskosten voor de komende 6 jaar hoger liggen dan €100.000. Deze eigenaren worden benaderd door de molenconsulent om een afspraak te maken en de situatie omtrent de molen door de spreken. Het is waarschijnlijk dat de lijst niet compleet is. De regeling moet op diverse manieren onder de aandacht gebracht worden om alle eigenaren te bereiken. De methoden zijn media, internet en reclame van mond tot mond. Eigenaren moeten zelf contact opnemen met de Molenstichting, waarna een gesprek kan volgen. Gesprek met eigenaren van molens met een potentiële restauratieachterstand In het gesprek wordt bekeken wat de daadwerkelijke situatie is. De molen moet rijksmonument zijn, de kosten van de werkzaamheden moeten groter zijn dan €100.000,- en subsidiabel, wat een aantal werkzaamheden uitsluit. Wanneer de situatie geschikt is, wordt er een stappenplan voor de molen gemaakt. Stappenplan voor het restauratieplan De eisen waar de restauratieplannen aan moeten voldoen zijn als volgt: a. de molen is gelegen binnen het grondgebied van de provincie Noord-Brabant; 9
b. de molen wordt opengesteld voor publiek; c. in het geval van een complete molen draait de molen en waar mogelijk maalt de molen; d. het project heeft de instemming van de Molenstichting Noord-Brabant; e. voor het project is een omgevingsvergunning verleend; f. aan het project liggen ten grondslag: 1°. een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze voldaan wordt aan de vereisten in deze paragraaf; 2°. een positief advies van de monumentencommissie voor het restauratieplan, inclusief communicatieparagraaf; 3°. een bouwhistorische verkenning; 4°. een sluitende begroting. Op basis hiervan wordt een stappenplan opgesteld en uitgevoerd. De volgorde van het stappenplan is in de basis altijd hetzelfde en ziet er als volgt uit: 1. Allereerst moet er een bouwhistorische verkenning gemaakt worden. Dit is de basis voor het restauratieplan. 2. In de meeste gevallen is er al een vrij nauwkeurige analyse gemaakt van de gebreken ten behoeve van het Periodiek Instandhoudingsplan (PIP). Met de bouwhistorische verkenning erbij kan er een afweging worden gemaakt van de wijze waarop de gebreken aangepakt worden. 3. Als het restauratieplan gereed is, moet er een omgevingsvergunning aangevraagd worden. 4. Al dan niet samen met de molenconsulent kan er nagedacht worden over het projectplan en de communicatieparagraaf. Wat gebeurt er al rondom de molen en hoe wordt dit gecommuniceerd? Hoe wordt dit in de toekomst aangepakt? 5. Met deze stukken kunnen andere subsidies aangevraagd worden. De mogelijkheden worden hiervoor in beeld gebracht , evenals de beste aanvraagmethode. In sommige gevallen kan het helpen wanneer een gemeente bestuurlijk benaderd wordt. Ook wordt er gekeken naar publieksacties om het draagvlak én de eigen bijdrage te vergroten. 6. Wanneer alle bovenstaande stappen doorlopen zijn kan er om instemming door de molenstichting gevraagd worden. 7. Restauratie zorgt ervoor dat de molen weer in goede staat komt, maar dat moet deze ook blijven. Wanneer de aanvraag ingediend is, of wanneer er een periode is waarin gewacht moet worden op de stukken, kan er gekeken worden naar instandhoudingssubsidies en de bescherming van de molenbiotoop. Bestuur en adviesraad Molenstichting Noord- Brabant Maandelijks ontvangen het bestuur en de adviesraad een update over de stand van zaken. Hierin staat welke molens welke stappen hebben gezet en welke ze nu gaan ondernemen. Beoordeling restauratieplannen Wanneer de plannen compleet zijn, kan er om instemming worden gevraagd. De beoordeling van de plannen gebeurt door de adviesraad; de leden toetsen de plannen aan de eisen van de provincie. Door de maandelijkse updates hebben zij het proces kunnen volgen, en eventueel kunnen bijstellen. Als de plannen toch niet compleet zijn, kunnen deze beargumenteerd afgewezen worden. Ook kan de raad extra informatie opvragen of tips geven, waarop de plannen aangevuld kunnen worden. Wanneer de adviesraad er niet uitkomt of twijfelt, doet zij beroep op een extern adviseur. Het advies van de adviesraad is altijd beargumenteerd. Om zoveel mogelijk plannen te ontvangen, worden er geen extra regels toegevoegd aan de eisen van de provincie. De informatie aan en de adviezen van de adviesraad worden door alle betrokkenen vertrouwelijk behandeld.
10
Instemming Molenstichting Noord - Brabant De restauratieplannen worden met advies van de adviesraad behandeld in de bestuursvergadering van Molenstichting Noord-Brabant. Zij kunnen alleen beargumenteerd afwijken van het advies van de adviesraad. Vervolg Nadat een plan instemming heeft gekregen kan het plan ingediend worden bij de provincie NoordBrabant. De molenconsulent houdt contact tijdens de restauratie, en zorgt ervoor dat successen gevierd worden. Indieningstermijnen De indieningstermijnen voor 2013 zijn april tot en met juni voor plannen die in de tweede helft van 2013 worden uitgevoerd, en september voor plannen die in de eerste helft van 2014 worden uitgevoerd. Voor indiening moeten de plannen zijn beoordeeld door de adviesraad en behandeld door het bestuur. Deze vergaderingen staan voor dit jaar al vast, wat inhoudt dat de laatste indieningsmogelijkheid voor de periode april- juni op 1 juni is en voor de periode september geldt als uiterste indieningsdatum 13 september.
11
Bijlagen Bijlage1. De instrumenten/middelen A. Behoud van wind en watermolens en de restanten hiervan. Voor het behoud van de molens zijn diverse middelen nodig, die hieronder worden uitgewerkt. De middelen waar de molenconsulent en Molenstichting op kunnen sturen zijn: 1. Voldoende geld voor instandhouding en restauratie, 2. Plannen laten maken voor restauratieregeling molens Provincie Noord-Brabant, 3. Makkelijke regelingen en goede regels, 4. Meer aanvragen van eigenaren, 5. Verzekering, 6. Draagvlak (innovatieve financiering), 7. Samenwerking.
1. Voldoende geld voor instandhouding en restauratie Molens zijn door al hun bewegende onderdelen onderhoudsgevoelige objecten. De gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten zijn €15.000,-. Dit geldt voor molens zonder onderhoudsachterstand. Dit bedrag is voor veel eigenaren niet jaarlijks op te brengen. Omdat het veelal rijksmonumenten zijn, is verwaarlozing strafbaar1, de molens moeten dus onderhouden worden. Om de eigenaar te steunen zijn er subsidieregelingen, namelijk: - Instandhoudingssubsidies Het rijk heeft een subsidieregeling voor instandhouding. De maximale subsidie bedraagt € 30.000 euro voor 6 jaar. Dit bedrag is bedoeld voor sober en doelmatig onderhoud. Provincie Noord- Brabant heeft hierbij nog een aanvullende subsidie van maximaal € 10.000,- voor 6 jaar voor rijksmonumenten. Ook is er een provinciale regeling voor niet rijksmonumentale molens waarbij 50% van de kosten met een maximum van €25.000,- vergoed wordt. - Restauratiesubsidie Met instandhoudingssubsidie kan het achterstallig onderhoud niet worden aangepakt. Daarom heeft de provincie naar aanleiding van het bidbook van Molenstichting Noord-Brabant besloten een restauratiesubsidie voor molens beschikbaar te stellen. - Overige subsidies Diverse instanties stellen voor bijzondere projecten kleinere bedragen beschikbaar. Zo kan het Prins Bernard cultuurfonds een bijdrage doen bij een restauratie, en beheert DHMdiverse fondsen. Deze subsidies zijn op projectbasis. Doel: afdoende financiële middelen voor het behoud van molens, en bekendheid hiervan. Hoe: 1. De hoofdtaak van de molenconsulent is het uitvoeren van de restauratieregeling van provincie Noord-Brabant. Hier wordt uitgebreid op in gegaan in de uitvoeringsregeling restauratiesubsidie. 2. Lobby voor structureel geld bij overheid instanties. 3. Eigenaren gebruik laten maken van de regelingen door persoonlijk contact, informeren via de website, nieuwsbrief en presentaties. Bij restauraties kijken naar aanvullende financiering, door het mee te nemen bij de begeleiding voor de restauratieregeling van de provincie te maken.
1
De raad van state heeft op 1 februari 2012 besloten dat verwaarlozing van een monument strafbaar is. (zaaknr.
201101486/1/A2, LJN: BV2414)
12
2. Plannen laten maken voor restauratieregeling molens Provincie Noord- Brabant In april is de restauratieregeling voor molens vastgesteld door provinciale staten. De provincie heeft subsidie beschikbaar gesteld voor een molenconsulent omdat eigenaren in Brabant de weg naar subsidies niet of niet voldoende kennen. De consulent moet ervoor zorgen dat er meer subsidieaanvragen worden ingediend. Doel: Per jaar zorgen voor zoveel mogelijk restauratieplannen voor molens, en deze in laten dienen. Hoe: Eigenaren van molens met een achterstand worden actief benaderd. Er wordt ook een lijst gemaakt met de toestand van de molens. De eigenaar wordt actief begeleid bij het laten opstellen van plannen. Eigenaren bekend maken met de regelingen door informeren via de website, nieuwsbrief en presentaties. 3. Makkelijke regelingen en goede regels De subsidieregelingen en andere regelingen als bestemmingsplannen moeten begrijpelijk zijn voor de betrokkenen. Wanneer deze moeilijk zijn of lijken, wordt er geen gebruik gemaakt van de regelingen waardoor de staat van de molen achteruit (zal) gaan. Doel: Regelingen en regels die begrepen worden, en waar goed gebruik van gemaakt wordt. Hoe: Problemen/onduidelijkheden signaleren en doorgeven aan de desbetreffende partij, lobby voor andere regelingen. 4. Verzekering Molens bewegen en het gaande werk is grotendeels van hout. Het risico dat er iets gebeurt met molens is dan ook vrij groot, evenals de kosten wanneer dit gebeurt. Dit risico is vaak te groot voor de eigenaar om te dragen, terwijl het wel zaak is dat de molen gerepareerd wordt. Het is dus van belang dat alle molens goed verzekerd zijn. Vanwege de waarde en het risico is de verzekeringspremie echter ook vrij hoog. Doel: Een collectieve goede verzekering aanbieden, waardoor zoveel mogelijk molens (goed) verzekerd zijn. Hoe: Vanuit adviesraad werkgroep opzetten die een aantrekkelijke en goede gezamenlijke verzekering met collectiviteitsvoordeel kan ontwikkelen via Molenstichting Noord-Brabant. 5. Draagvlak (innovatieve financiering) Molens behouden kun je (bijna) niet alleen. Je hebt een omgeving nodig die zich in wil zetten voor het behoud van de molen. Bijvoorbeeld een gemeente, maar ook een vrijwillig molenaar die wekelijks komt draaien en malen, of de buren die een oogje in het zeil houden. Vaak wordt bij bedreiging van de molen pas duidelijk hoe groot het draagvlak voor de molen is. Bewoners gaan groepen vormen en maken bezwaar. Deze betrokkenheid moet eigenlijk eerder gemobiliseerd worden, juist om de dreiging te voorkomen. Onderhoud zou bijvoorbeeld deels vanuit de omgeving gefinancierd kunnen worden, het is immers ook “hun” molen. Daarnaast zorgt zichtbaar en gemobiliseerd draagvlak ervoor dat de situatie eerder erkend wordt, waardoor instanties het probleem niet terzijde schuiven. Zo zullen aanvragen met draagvlak meer financiële steun krijgen, waardoor de kans op subsidie ook weer groter wordt. Doel: Betrokkenheid omzetten in activiteiten zoals praktische hulp of financiële bijdragen, bij 3 van de 4 aanvragen per jaar. Hoe: Nadere brainstorm met adviesraad. Bij aanvragen voor de restauratieregeling met de eigenaar omgeving benaderen, noodzaak en hulpvraag toelichten. Plannen en activiteiten opzetten om draagvlak te verkrijgen, en plannen en activiteiten opzetten om bijdragen te verkrijgen. 6. Samenwerking Samen weet je meer dan alleen. Dit geldt bijvoorbeeld voor subsidieaanvragen en technische oplossingen in de molen. Misschien zijn er wel andere, makkelijkere en betere methoden dan wat nu gebeurt. Misschien worden er zaken uitgesteld omdat het niet duidelijk is hoe iets het beste aangepakt 13
kan worden. Samen optrekken kan ook financiële voordelen hebben; soms is er korting te verkrijgen wanneer meerdere molens samen een offerte vragen. Meer overleg en meer kennisdeling zorgen dus voor beter behoud. Doel: Meer samenwerking en overleg om voordelen te behalen. Hoe: Nog niet duidelijk. Discussie in adviesgroep om mogelijkheden te bekijken. Denk aan het veranderen van de jaarvergadering in een interessante ontmoetingsdag, een forum opzetten voor technische vragen, etc.
B. Bescherming en verbetering van de wind- en watertoevoer van (complete)molens, oftewel de biotoop. Om de biotoop te verbeteren en beschermen zijn er diverse middelen: 1. Heldere informatie, 2. Biotopen beschermen in bestemmingsplan, 3. Hulp (werkgroep), 4. Kennisdeling, 5. Draagvlak in de omgeving. Waarschijnlijk is deze lijst niet compleet. Daarom wordt het thema “molenbiotopen” in de naaste toekomst in de adviesraad behandeld. Bovenstaande lijst wordt hieronder uitgewerkt. 1. Heldere informatie Om de omgeving van de molen te beschermen en te verbeteren moet het eerst duidelijk zijn welke mogelijkheden en beperkingen de omgeving nu heeft. Dit is vastgesteld in diverse instrumenten en regelingen in de ruimtelijke ordening. Het is van belang dat eigenaren weten waar ze kunnen zoeken en waar ze op moeten letten. Hiervoor is duidelijke informatie een noodzaak. Daarnaast is het bij biotoopverbetering belangrijk niet enkel in het belang van de molen te denken. De beste optie voor de molen is wellicht geen optie voor de omgeving. Welke mogelijkheden en voorbeelden zijn er die zowel voor de molen als zijn omgeving acceptabel zijn? Doel: Heldere informatie die goed toegankelijk is over biotopen en hun problemen op de website. Hoe: informatie / link op website. 2.Biotopen in bestemmingsplan Door een cirkel op te nemen in het bestemmingsplan waarin nieuwe bebouwing (en eventueel beplanting) aan hoogteregels is gebonden, wordt de biotoop van windmolens beschermd. Doel: Alle molens hebben in het bestemmingsplan ruimtelijke bescherming van hun molenbiotoop. Hoe: Wanneer dit door de provincie in de verordening ruimte verplicht wordt gesteld, hebben alle molens binnen 10 jaar een beschermde biotoop. Hier kan voor gelobbyd worden, maar de kans is niet heel groot dat het lukt. In dat geval of tot die tijd moeten de gemeenten benaderd en aangesproken worden op de noodzaak van een biotoop. 3. Hulp (werkgroep) Ook als je weet waar je op moet letten kan ruimtelijke ordening erg ingewikkeld zijn. Dit kan er toe leiden dat een eigenaar of belanghebbende er liever niet naar kijkt, en gewoon hoopt dat er niets verandert. Uitleg over het bestemmingsplan of hulp om een molenbiotoop in een bestemmingsplan opgenomen te krijgen, zou helpen bij de bescherming en verbetering van biotopen. Daarnaast is hulp wenselijk om te bepalen hoe de omgeving verbeterd kan worden, en welke andere belangen er spelen. Doel: Een biotoopwerkgroep; eigenaren kunnen hulp inroepen bij biotoopzaken en weten wie ze daarvoor kunnen benaderen. 14
Hoe: Opzetten werkgroep molenbiotopen, zorgen voor bekendheid daarvan via website, tijdschriften, molenprikbord etc.
4. Kennisdeling Door de ervaringen rond biotoopzaken met elkaar te delen kan een ander er voordeel mee doen. Doel: Kennisdeling over molenbiotopen. Hoe: Nog niet duidelijk. Discussie in adviesgroep om mogelijkheden te bekijken. Denk aan de jaarvergadering veranderen in een interessante ontmoetingsdag, een forum opzetten voor vragen etc. 5. Draagvlak in de omgeving: Wanneer omwonenden het belang van de biotoop niet kennen en erkennen, kunnen ze er ook geen rekening mee houden. Het is belangrijk dat omwonenden begrijpen dat veranderingen in de omgeving van de molen effecten hebben voor de molen. Doel: Draagvlak en kennis voor de molen en molenbiotoop vergroten. Hoe: Eigenaren en molenaars gaan hun omgeving benaderen en informeren. Dit kan door een molendag, flyers, etc.
C. Het bewaken van de authenticiteit van de molen en zijn omgeving. Om de authenticiteit van de molens en zijn omgeving te bewaken zijn er diverse middelen, namelijk: 1. Cultuurhistorisch onderzoek 2. Risico inventarisatie en evaluatie/ arbo, 3. Kennisuitwisseling, 4. Draagvlak, 5. Authenticiteit omgeving. 1. Cultuurhistorisch onderzoek Om de authenticiteit van molens te kunnen bewaken moet eerst in beeld worden gebracht wat de historie van de molen is, en welke onderdelen en omgevingselementen daarvan nog aanwezig zijn. In een cultuurhistorisch onderzoek en een bouwhistorisch onderzoek of verkenning wordt dit duidelijk. Bij een restauratie of reparatie is het onderzoek het startpunt; een bijzondere oude balk die slecht is kan beter worden aangeheeld, terwijl een slechte recente balk gewoon vervangen kan worden. Doel: Bij (grote) wijzigingen moet een cultuurhistorisch onderzoek de basis zijn, dit bevorderen door informeren over de noodzaak. Hoe: De noodzaak van cultuurhistorisch onderzoek waaronder bouwhistorisch onderzoek moet erkend worden door alle partijen. Hierover moet geïnformeerd worden. Dit kan via de website etc, maar moet ook uitgedragen worden door de Molenstichting en haar adviesraad. Daarnaast kan het als eis worden opgenomen bij regelingen. 2. Risicoinventarisatie/ARBO Veiligheid staat natuurlijk hoog in het vaandel, en molens blijven draaiende machines uit een periode dat er nog weinig regelgeving voor veiligheid was. Vanuit het oogpunt van veiligheid zou er in de molen veel aangepast moeten worden. Aan de andere kant willen we de molen authentiek houden. Doel: Balans tussen veiligheid en authenticiteit zoeken en bevorderen. Hoe: Nog onduidelijk, veiligheidsmap van DHM en RCE speelt duidelijk een rol, evenals de veiligheidscoaches. Discussie hierover in adviesraad gewenst. Denk aan discussieplatform bieden, (goede) voorbeelden uitlichten etc.
3. Kennisuitwisseling 15
Bij het bewaken van authenticiteit is er angst dat er niets meer kan en de molen stil komt te staan. De bedoeling is echter dat de molen en zijn gebruiken behouden blijven. Het doel is dat de authenticiteit behouden blijft, en dat molen ook kan draaien en de benodigde reparaties krijgt. Oplossingen die in de ene molen werken, werken in de andere molen wellicht ook. Dit geldt overigens ook voor ARBOaanpassingen. Doel: Goede oplossingen met elkaar delen. Hoe: Nog niet duidelijk. Discussie in adviesgroep om mogelijkheden te bekijken. Denk aan de jaarvergadering veranderen in een interessante ontmoetingsdag, een forum opzetten voor vragen etc. 4. Authenticiteit omgeving Molens stonden en staan nooit op een toevallige plek. Er is van oudsher een sterke binding en interactie met de omgeving, die bijvoorbeeld tot uiting komt in de manier waarop die omgeving is ingericht. Zo liggen korenmolens gunstig ten opzichte van een dorp of stad en vaak aan een doorgaande weg of waterloop, staan poldermolens op plekken waar het waterbeheer daarom vroeg, en hangt de plaats van watermolens samen met specifieke eisen aan de beschikbaarheid van water. Bovendien werd het omringende landschap ingericht en aangepast om het gebruik van de molen mogelijk te maken en te optimaliseren: het werd opengehouden ten behoeve van de windvang, en aanvoerroutes, watergangen en molenkommen werden aangelegd en groeiden mee met de functie en capaciteit van de molen. Zoals ieder monument verleent een molen een locatie identiteit en verankering in het verleden. Doel: Behoud authenticiteit omgeving door aandacht voor en waardering van de omgeving. Hoe: Authenticiteit van de omgeving is een relatief nieuw onderwerp. Bekendheid geven aan het onderwerp zou een goede eerste stap zijn.
16
Bijlage 2: SWOT- analyse Strengths: Het netwerk van de consulent; Het netwerk van het bestuur; De betrokkenheid en het netwerk van de molenadviesraad; Aanstelling molenconsulent- persoonlijke contacten; Eigen website. Weaknesses: Netwerk van consulent en bestuur is in het professionele veld, dus weinig verbindingen in het veld behalve via de adviesraad; Het “veld” is niet één, maar is gefragmenteerd. Verschillende kanalen worden door een select gezelschap gebruikt. Opportunities: Via netwerk tv/ radio inschakelen voor bekendheid stichting/ consulent/ regelingen; Via adviesraad en andere contacten leggen (via-via); Verschillende “regio- stichtingen” bezoeken; Lijst probleemmolens opstellen en deze benaderen; Bij molenbijeenkomsten gezicht laten zien/ presenteren; Nieuwsbrief maken. Threats: Door radio en tv bereik je niet iedereen en kun je een drempel opwerpen; Niet iedereen is persoonlijk te benaderen; Door bekende van bekende benaderen mis je wellicht hele groepen of individuen; Eigenaren probleemmolens zijn moeilijk te bereiken of staan niet open voor hulp; Website functioneert nog niet optimaal; Niet iedereen raadpleegt een website regelmatig.
17