Stage Piano
Gefeliciteerd met de aanschaf van de Medeli SP5500. De SP5500 is een gebruiksvriendelijke piano met moderne functies en een geweldig geluid! Daarnaast kun je hem ook als Midi controller gebruiken, en zit er zelfs automatische begeleiding is. Een SD kaart opent mogelijkheden wat betreft het afspelen van Midi files.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Bij het gebruik van elektrische apparatuur moet je altijd een aantal dingen in acht nemen. Waaronder het volgende: 1. Lees de handleiding door voordat je de piano gaat gebruiken. 2. Blijf in de buurt als kinderen van het apparaat gebruik maken. 3. Pas op met water. Regen, bier, thee, dat soort dingen. Als die in je instrument terechtkomen gaat ie zeer waarschijnlijk kapot. Ook vocht kan funest zijn. 4. Zet de piano neer op een veilige stabiele plek. 5. Pas op met hoge volumes, dat kan je oren blijvend beschadigen. 6. De piano moet zodanig worden opgesteld dat hij zijn warmte kwijt kan. 7. Let ook op met hittebronnen zoals verwarming, vuur, zon. 8. Gebruik alleen een stroomaansluiting die bedoelt is voor deze piano. 9. Wanneer je de piano lange tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact. 10. Laat de piano nakijken wanneer: A. Het stroomsnoer op enigerlei wijze beschadigd is, B. Er iets van vloeistof in de piano terecht is gekomen (vaas bloemen, glas ranja…), C. De piano in de regen heeft gestaan, D. De piano vreemde dingen doet, niet goed functioneert, of E. Het instrument gevallen is of op andere wijze ernstig beschadigt. 11. Probeer geen storingen op te lossen, waarvan de oplossingen niet beschreven zijn in deze handleiding. 12. Om de piano schoon te maken gebruik je een zachte droge doek. Bij wat hardnekkiger vuil (vingers) kun je een licht vochtige doek gebruiken, eventueel met een heel klein beetje afwasmiddel. Gebruik in geen geval agressieve middelen zoals benzine of thinner. Wat ook goed werkt is gitaar polish. Of eventueel interieur reiniger voor auto's. Dat is ook ontwikkeld om kunststoffen te reinigen. 13. Plaats de piano op voldoende afstand van de televisie, om storingen te vermijden. 14. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer het gaat onweren. Stel dat de bliksem inslaat, dan kan je piano onherstelbaar beschadigt worden.
LET OP Een verandering / modificatie aan de piano zonder toestemming van de fabrikant doet het recht op garantie vervallen.
2
4 6 9 11 14 19 21 22 24 25 26 28 32 33 35 37 39 40 45 47 49 50 51
De Buitenkant Aansluitingen Bediening Instrumenten en effecten Automatische begeleiding Functie menu Mixer menu Geheugen One Touch setting (OTS) Opnemen Afspelen Begeleiding componeren Songs Lessen SD kaart Midi Specificaties Appendix; instrumenten Appendix; begeleidingen Appendix; songs Appendix; akkoorden Midi Implementatie Tabel Garantie
3
Bedieningspaneel: 1. Helderheid 2. Volume 3. Stijl keuze 4. Tempo +/5. Volume Begeleiding 6. Transponeren 7. Fingered 8. Hele klavier 9. in STYLE mode: -start/stop -sync stop -sync start -intro/einde -Fill A -Fill B -Fade -akkoorden mode in SONG mode - Start/stop -pauze -herhalen A/B -terugspoelen - vooruit spoelen 10. LCD beeldscherm 11. Linker hand 12. Rechter hand 13. Akkoorden boek 14. Studie knop 15. Functie terug 16. Functie vooruit 17. Mengpaneel 18. Bank 19. Geheugen M1~M6 20. OneTouchSetting M1~M4 21. OTS 22. Begeleiding stijl 23. Instrument 24. Song 25. Piano 26. Metronoom 27. Data draaischijf 28. -/Nee 29. +/Ja 30. Instrument kiezen 31. Begeleiding opnemen
32. Sequencer -opnemen -afspelen/stop -begeleiding -melodie 1 -melodie 2 -melodie 3 -melodie 4 -melodie5
33. Tweede instrument 34. linker instrument 35. DSP 36. Aanslaggevoeligheid 37. SD kaart menu 38. SD kaart Uitvoeren 39. SD kaart sleuf
4
LCD Beeldscherm 1. Tweede instrument 2. linker instrument 3. aanslaggevoeligheid 4. DSP 5. instrument/stijl/demo/song 6. opnemen/begeleiding opnemen 7. maat 8. tel 9. tempo 10. akkoorden 11. geheugen, one touch setting 12. linkerhand, rechter hand studie functie 13. Noten 14. Fill A / B 15. G sleutel 16. F sleutel
Achterkant 1. Aan / uit 2. Aansluiting stroomsnoer 3. Audio uit L/mono 4. Audio uit R 5. Audio in 6. Sustain pedaal 7. Toewijsbaar pedaal 8. Midi in 9. Midi uit 10. USB aansluiting
Voorkant 1. Pitchbend/Modulatie joystick 2. Hoofdtelefoon 1 2. Hoofdtelefoon 2
5
ADAPTER Deze piano werkt op een 12v adapter die je in het stopcontact steekt. Zorg dat je altijd de juiste adapter gebruikt. Voordat je de adapter aansluit, kijk je of de piano uitstaat. Dus eerst aansluiten, dan aanzetten. Wanneer je de piano lange tijd niet gebruikt, dan haal je de adapter voor de zekerheid uit het stopcontact. Dat doe je ook als het gaat onweren.
MUZIEKSTANDAARD In de doos vind je ook een bladmuziekstandaard. Die kun je bevestigen aan de piano, middels de twee uitsparingen die daarvoor zijn gemaakt.
HOOFDTELEFOON Deze piano aansluitingen.
heeft
twéé
hoofdtelefoon
1. Wanneer je een (los te verkrijgen) hoofdtelefoon aansluit op ingang 2, dan worden de speakers uitgeschakeld. 2. Gebruik je aansluiting 1, dan komt het geluid door zowel de hoofdtelefoon als de luidsprekers.
6
AUDIO UITGANG Wanneer je de piano op een versterker wilt aansluiten, doe je dat via de AUX uitgangen. Voor een mono signaal gebruik je alleen de linker uitgang. Het volume regel je met de volumeknop van de piano, en natuurlijk met die van de externe versterker.
AUDIO INGANG De audio ingang gebruik je om bijvoorbeeld een CD speler, of mp3 speler af te spelen via de luidsprekers van de piano. Het volume regel je met de volume knop. Of op het apparaat zelf.
SUSTAIN PEDAAL Op iedere piano zit een zogeheten sustain pedaal. Wanneer je dat intrapt blijven de tonen doorklinken. Deze sluit je aan op de sustain ingang die je hiernaast op het plaatje ziet. Moet je wel los bijkopen.
TOEWIJSBAAR PEDAAL Deze ingang kun je gebruiken voor bijvoorbeeld een volume pedaal. Verschillende functies zijn aan dit pedaal toe te kennen
7
MIDI in/uit Met Midi kun je andere instrumenten die een Midi aansluiting hebben bespelen via de piano (Midi out), of je kunt de piano laten spelen vanaf een computer of sequencer (Midi in).
USB Hiermee kun je de piano op een computer aansluiten. De USB aansluiting vervang de Midi aansluiting. Je hebt geen aparte Midi interface meer nodig. In je muzieksoftware zal deze Midi interface verschijnen als : USB audio device'.
8
AAN/UIT Met de knop [POWER] zet je de piano aan en uit. Als hij aan staat zie je in het beeldscherm [001] staan.
VOLUME en BRILLIANCE Het volume stel je in met de [VOLUME] schuif. Naar links is zachter, naar rechts is harder. Zet de piano zacht voordat je hem aanzet. Met de schuif 'brilliance' kun je instellen of je een fel pianogeluid wilt, of een wat ronder. RESET Om alle instellingen weer terug te zetten naar hoe ze in de fabriek waren gemaakt (initiëren/resetten) zet je de piano aan terwijl je de [+] en [-] toetsen TEGELIJK ingedrukt houdt. Je kunt ook alleen de opgenomen data wissen door tijdens het aanzetten de knoppen [RECORD] en [PLAY/STOP] ingedrukt te houden, of alleen de geheugeninstellingen door de knoppen [STORE] en de [M1} knop ingedrukt te houden.
Druk op de [POWER] knop
TEGELIJK indrukken
* Wanneer het beeldscherm donker blijft na het aanzetten, kijk even of de adapter wel goed zit, en in orde is. * Als de piano geen geluid geeft, staat de volume schuif misschien wel helemaal naar links. * Wanneer de piano uit staat, staat er nog steeds stroom op!!
9
Deze piano heeft een heleboel functies, maar gelukkig is de bediening best wel eenvoudig. Ook omdat alle verschillende onderdelen zoals de instrumenten, begeleidingen en sequencer uiteindelijk op een vergelijkbare manier werken wat betreft de bediening. De SP5500 heeft een aantal elementen die je steeds weer gebruikt. Dat is zijn de hoofdmenu knoppen, de [+/Yes] en [-/No] knoppen én het DATA draai wiel. Instrumenten en begeleidingstijlen kunnen daarnaast ook via direct keuze knoppen snel geselecteerd worden. In principe werkt het altijd als volgt:
1. Je kiest wat je wilt gaan doen. Dus een geluid/instrument uitzoeken, een stijl selecteren of een functie veranderen. 2. Met het [DATA] wiel kun je de mogelijkheden doorlopen. Of met de [+/yes] / [-/no] knoppen. Maar draaien aan het wiel gaat vlotter. 3. Klaar. Bij sommige functies moet je nog iets bevestigen, maar het beeldscherm informeert je daar dan over.
óf
10
In deze piano zitten 559 instrumenten. 28 daarvan zijn direct vanaf het bedieningspaneel te kiezen. Voor de namen van alle instrumenten kun je kijken achteraan in deze handleiding bij Appendix 1. Instrumenten kiezen Wanneer je de piano aanzet dan zie je VOICE 1 geselecteerd staan in het beeldscherm. 'VOICE' is het woord voor 'instrument' dat hier gebruikt wordt. Om een ander instrument te kiezen druk je op [VOICE]. Je kunt nu met het [DATA] wiel en of met de [DIRECT KEUZE] knoppen een ander instrument (een andere voice) kiezen.
Direct Keuze knoppen
Met de [DIRECT KEUZE] knoppen kun je meteen het instrument kiezen met de knop waar de naam van dat instrument bij staat. Eén keer drukken is de bovenste rij instrumenten, de tweede keer drukken is de onderste rij instrumenten.
Tweede instrument. Het kan mooi zijn om twee instrumenten tegelijk te laten klinken (bijvoorbeeld piano en strijkorkest). Daarvoor is de knop [DUAL]. Druk op [DUAL] en kies dan het instrument dat je erbij wilt hebben, dat kun je op dezelfde manieren doen als dat je het eerste instrument kunt kiezen. Druk nogmaals op [DUAL] om deze functie weer uit te zetten.
11
Transponeren Je kunt de piano in 12 stappen van een halve toonafstand omhoog of omlaag transponeren. Bijvoorbeeld voor het samenspelen met (getransponeerde) blaasinstrumenten of een zanger(es) die er nét niet bij kan. Op het beeldscherm zie je als je de [TRANSPOSE] knoppen gebruikt welke waarde je instelt. Wanneer je op beide [TRANSPOSE] knoppen tegelijk drukt, springt de waarde weer op nul. Aanslaggevoeligheid (touch) Met de functie 'touch' kun je instellen hoe de piano reageert op hard en zacht spelen. Er zijn vier niveaus. Standaard staat deze piano op '2'. Er is ook een stand 'Off'. De piano is dan niet aanslaggevoelig. Druk gewoon op de knop [TOUCH] net zo vaak totdat de gewenste waarde in het beeldscherm te zien is. Daarna floept het beeldscherm vanzelf weer terug naar het basisscherm. DSP DSP is de afkorting voor 'digital signal processor'. Voor de SP5500 betekend dat Galm en Chorus. Met Galm en Chorus kun je de instrumenten wat voller laten klinken. Galm is het effect dat je hoort als je in een grote ruimte (bijvoorbeeld een kerk) in je handen klapt. Chorus is het effect dat je hoort als een aantal dezelfde instrumenten één melodie samen spelen. Met de knop [DSP] kun je de sterkte van deze twee effecten instellen. Kies eerst of je iets met reverb of met chorus wilt doen, daarna kun je op de gebruikelijke manier de hoeveelheid instellen.
12
Split punt Om de piano in twee delen (een linker en een rechter gedeelte) op te splitsen gebruik je de knop [SPLIT]. Je kunt dan aan de linkerkant van de split de akkoorden voor de automatische begeleiding spelen, rechts de melodie. Met deze functie kies je WAAR het splitpunt komt te liggen. 1. Druk op [SPLIT]. 2. Gebruik de [+] en [-] knoppen of het [DATA] wiel om het splitpunt te plaatsen. Standaard staat het op 34, en dat is vrijwel altijd al goed. Is zo'n beetje de standaard plek voor het splitpunt van een automatische begeleiding bij vrijwel alle home keyboards.
Piano Met de knop [PIANO] zet je de SP5500 in een klap weer terug in piano mode, wat je eerder ook gedaan hebt. Dat is handig, want anders zou je linker instrument, tweede instrument en begeleiding allemaal apart weer uit moeten zetten.
Met één druk op de knop is de SP5500 weer een gewone piano.
13
Wanneer je een liedje op de radio hoort, dan is dat nooit van het begin tot het einde steeds hetzelfde, of steeds hetzelfde ritme. Het begint, dan is er een couplet, dan komt het refrein, nog eens een couplet, refrein en dan komt het einde. Dit kun je met de SP5500 ook zo doen. Daarvoor heeft het keyboard een aantal speciale knoppen waarmee je de automatische begeleiding bedient. - Basisbegeleiding en variaties: Het keyboard heeft een aantal variaties voor de automatische begeleiding. Van de basis begeleiding zijn er twee versies, versie A en versie B. Ook wel 'normal' en 'variation' genoemd. A is wat rustiger, bijvoorbeeld geschikt voor het couplet, B is wat steviger en enthousiaster, prima dus voor een refrein. - Fill in: Voor de overgang van A naar B, of om een kort tussenspel in te voegen zijn er de 'Fill in A' en 'Fill in B' knoppen. - Begin en einde: Verder heb je de intro, waarbij het keyboard een voorspel speelt voordat hij naar de basisbegeleiding gaat, en een ending. Wanneer je tijdens het spelen op ending drukt, dan maakt het keyboard een einde aan het liedje op een manier die past bij de gekozen stijl.
Fill in
Fade
Tijdens het spelen van een liedje gebruik je af en toe een tussenspel, of korte onderbreking. Bijvoorbeeld om aan te geven dat je van het couplet naar het refrein toe gaat. Daar gebruik je de [B] knop voor. De piano heeft voor iedere stijl twee variaties. Normaal en Variatie. Normaal is wat rustiger en variatie wat drukker. Door deze af te wisselen en gebruik te maken van de [A] en [B] knoppen kun je een liedje levendiger maken. Met [B] ga je van Normaal naar Variatie, met [A] van variatie naar normaal, Of, als je bijvoorbeeld al in variatie zit blijf je na het tussenspel ook op variatie.
Met start/stop, Intro en Ending kun je de begeleiding starten. Soms is het ook mooi om niet gewoon te stoppen of te starten, maar de muziek langzaam weg te laten sterven, of op te laten komen. Daarvoor is de knop [FADE]. . Druk eerst op {FADE] en start dan de style, de muziek wordt langzaam harder. . Wanneer de begeleiding speelt druk je op [FADE] en de muziek wordt steeds zachter.
14
Begeleiding kiezen Er zijn 203 begeleidingstijlen om uit te kiezen, waarvan je er drie ook zelf kunt programmeren. Het kiezen van een begeleiding gaat hetzelfde als het kiezen van instrumenten, alleen druk je nu eerst op de knop [STYLE] natuurlijk. Of je gebruikt de direct select knoppen.
Keyboard mode Om de begeleiding te laten weten wat die moet spelen geef je op het toetsenbord akkoorden in. Dat kan op twee verschillende manieren. Fingered en Full Range . Het eerste betekent dat het toetsenbord in twee delen wordt gesplitst en je aan de linkerkant van die split de akkoorden speelt. Het tweede betekent dat je de akkoorden pakt zoals je dat ook op een piano zou doen. Je kunt daarbij alle toetsen gebruiken.
15
Vingerzetting Om de piano in Fingered of Full Range te zetten gebruik je de knop [CHORD MODE]. Eén keer drukken is 'fingered', de tweede keer drukken zit je in 'Full Range', nogmaals drukken en de automatische begeleiding staat weer uit. Om de begeleiding in fingered mode te laten weten wat die moet spelen geef je aan de linkerzijde van het toetsenbord akkoorden in. Dat kan op twee verschillende manieren. Single finger detect en multi finger detect. Het eerste betekent dat je met één vinger al een akkoord kunt spelen, de meeste speel je met een of twee vingers. Het tweede betekent dat je de akkoorden pakt zoals je dat ook op een piano zou doen. Je gebruikt daarbij alle toetsen waaruit het akkoord bestaat.
EEN VINGER SYSTEEM: Bij het een vinger systeem hoef je niet te weten hoe een akkoord is opgebouwd. Je hoeft alleen te weten hoe het heet, en hoe de toetsen heten. Wil een een C akkoord spelen, dan druk je de C op het toetsenbord in. Wil je een G akkoord spelen, dan druk je de G in. Dit zijn de majeur akkoorden Als je wat moeilijkere akkoorden wilt spelen kan dat ook. Voor een mineur akkoord speel je de grondtoon én de eerste zwarte toets links daarvan. Voor een septiem akkoord speel je de grondtoon én de eerste witte toets links daarvan. Voor een mineurseptiem speel je dan de grondtoon én tegelijk de eerste witte en de eerste zwarte toets links. Zie tabel op de volgende bladzijde.
splitpunt
grondtonen
HET 'HELE AKKOORDEN' SYSTEEM: Wanneer je al wat keyboard kunt spelen, of gewoon alle gangbare akkoorden wilt kunnen gebruiken, dan is het 'multi finger detect' systeem beter geschikt. Je moet even weten uit welke tonen ieder akkoord is opgebouwd, maar eigenlijk is dat best goed te doen. Zie ook de tabel op de volgende bladzijde. De SP5500 begrijpt niet alle akkoorden die er mogelijk zijn, maar wel een hoop. Hieronder in de tabel zie je welke. Er worden alleen de voorbeelden in C gegeven. Voor alle andere toonsoorten zijn dezelfde akkoorden mogelijk.. In je leerboek wordt verteld hoe dat allemaal werkt.
16
Multi finger detect
Single vinger detect
Speel de grondtoon voor het majeur akkoord.
Speel de grondtoon plus de eerste zwarte toets links daarvan voor het mineur akkoord.
Speel de grondtoon en de eerste witte toets links daarvan voor het septiem akkoord
Speel de grondtoon en de eerste zwarte én witte toets links daarvan voor het mineur septiem akkoord.
LET OP! Je hoeft de piano niet apart in multi of single mode te zetten. Wanneer de ABC aanstaat (door op [CHORD MODE] te drukken) herkent de piano vanzelf of je multi of single vingerzetting gebruikt.
De toetsen tussen haakjes zijn optioneel. De akkoorden worden ook al herkend zónder deze noten.
17
Volume van de begeleiding Om in alle situaties een mooie balans te kunnen maken tussen de melodie die je aan de rechterkant van de split speelt, en de automatische begeleiding kun je het volume van de automatische begeleiding instellen. Dat doe je met de knop [ACCOMP +] en [ACCOMP -] knoppen. Wanneer je deze knoppen tegelijk indrukt, wordt het volume van de automatische begeleiding in een keer op nul gezet. Doe dat nogmaals en je hoort de begeleiding weer spelen. Tempo Het ene liedje gaat sneller dan het andere. Het tempo van de automatische begeleiding stel je in met de [TEMPO +] en [TEMPO -] knoppen, of met de [DIAL]. Druk op beide [TEMPO] knoppen tegelijk en de piano springt naar de standaard waarde voor de gekozen begeleiding. Dat doet de piano ook iedere keer als je een andere stijl kiest en als daarbij de begeleiding niet speelt. .
Metronoom De metronoom kun je gebruiken om goed te leren tellen, en ook om ritmes beter te leren lezen en begrijpen. De metronoom speelt in hetzelfde tempo als je hebt ingesteld voor de begeleiding. Je ziet de metronoom ook in het beeldscherm aftellen. Druk op [METRONOME] om de metronoom aan of uit te zetten.
18
Op een moderne piano als de SP5500 zitten heel veel mogelijkheden. De instrumenten en de begeleiding hebben we al besproken. Daarnaast kun je nog allerlei instellingen maken, bijvoorbeeld wáár de split tussen het linker instrument en het hoofd instrument moet komen. Dat soort instellingen kun je maken in het 'functie menu'. Functie menu 1. Je komt in het Functie Menu door op [FUNCTION+/NEXT] te drukken. Als eerste zie je dan 'tune' op het beeldscherm staan. Dit is de eerste functie die je kunt aanpassen. 2. Door weer op [FUNCTION+/NEXT] te drukken kom je bij de andere programmeerbare functies van dit keyboard. 3. Ben je er voorbij geschoten, je wilt een stapje terug dan gebruik je de [FUNCTION-/BACK] knop. 4. Wanneer je bij de functie bent aangekomen die je wilt veranderen dan doe je dat door op de [+/YES] en de [-/NO] knoppen te drukken. Of je gebruikt de draaischijf [DIAL].
Hieronder een schema met alle dingen die je in het functie menu kunt instellen, samen met wát daarvan en hoe veel je kunt instellen. Verderop in de handleidingen worden alle functies kort toegelicht. De bediening is steeds hetzelfde.
19
Een keyboard hoef je eigenlijk niet te stemmen. Het is altijd goed op toon. Maar ook hier is het handig voor als je met anderen samenspeelt, die wat moeilijker even iets hoger of lager kunnen. Of wanneer je wilt meespelen met een CD of zo, waarvan de stemming nét iets anders is dan de standaard 440 Hz. Je kunt in totaal 50ct omhoog of omlaag stemmen, wat neerkomt op ongeveer één halve toon.
Met BEAT wordt hier 'maatsoort' bedoelt. Hier stel je de maatsoort in voordat je gaat opnemen in de recorder van de SP5500. De metronoom geeft op de eerste tel een accent. Keuze uit 9 verschillende maatsoorten.
Hier zie je het nummer van de toets waar de split nu zit.
Met deze functie kun je instellen waar het splitpunt tussen de melodie (rechts) en het begeleiding gedeelte (links) van het toetsenbord zit. Dit splitpunt kun je ook instellen door op de toets te drukken waar je het splitpunt wilt hebben. Dit splitpunt geldt meteen ook voor het linker instrument ('lower voice'.)
Met deze functie kun je instellen wat het aangesloten voetpedaal doet. Standaard staat dit pedaal op 'soft' (de klank wordt zachter en wat ronder), maar je kunt hier instellen dat je het bijvoorbeeld liever als start/stop pedaal (voor de automatische begeleiding) of geheugenkeuze pedaal wilt gebruiken.
Galm (reverb) is wat je hoort wanneer je in een grote hall of een kerk hard in je handen klapt. Het geluid komt via de muren bij je terug. In de SP5500 zit een digitale galm, waarmee de geluiden veel echter lijken, doordat het net is alsof ze echt in een ruimte spelen. Hoeveel galm je hoort in verhouding tot het instrument zelf hangt af van hoe ver je van het instrument afstaat. Dat kun je met de functie REV LEV goed nabootsen. Standaard waarde is 40.
20
Chorus is wat lastiger uit te leggen. Het klinkt een beetje alsof een aantal dezelfde instrumenten samenspelen. Dat klinkt altijd wat voller en omdat er altijd wel wat verschillen zijn wat zweveriger. Zo ook als je de Chorus functie aanzet. Ook hier kun je het niveau instellen met de functie Cho Lev. Standaard staat deze functie op nul, dus dan hoor je géén chorus. Wil je wel chorus horen dan zul je het chorus level open moeten zetten.
Wanneer je MIDI wilt gebruiken, zul je soms wat instellingen moeten maken wat betreft de zend en de ontvangst kanalen. Dat doe je hier in het functie menu bij 'Receive' en 'Transmit'. Receive gaat over op welk kanaal het keyboard Midi informatie kan ontvangen, transmit gaat over op welk midi kanaal de MD500 kan uitzenden. Standaard staat ontvangen op 'all' (is dus kanaal 01 t/m 16) en uitzenden op kanaal 01.
Omdat de SP5500 zoveel instrumenten tegelijk kan spelen (instrument, tweede instrument (dual), linker instrument (split), automatische begeleiding) is het soms nodig dat de verhouding tussen al deze instrumenten bijgesteld wordt. Voor een beter evenwicht, of om een speciaal arrangement te maken dat speciaal geschikt is voor een bepaalde melodie en begeleiding. Hiervoor is het mixer menu. De bediening hiervan gaat weer op dezelfde manier als met de andere functies van de SP5500. manier.
1. Druk op [MIXER], en dat net zo vaak als nodig is tot je bij het juiste onderdeel komt, waarvan je het volume wilt aanpassen. 2. Gebruik de [+] en [-] knop, of de draaischijf [DIAL] natuurlijk, om het volume aan te passen. 3. Zo ga je door tot alles naar tevredenheid is. Wanneer je gedurende vijf seconden niets aanraakt, springt het beeldscherm terug naar waar je vandaan kwam. 4. Op de volgende bladzijde staat een schema met alle onderdelen van de mixer.
21
Mixer Menu: Onderdeel
Beeldscherm
bereik
Standaard
Omschrijving
Als je dan een liedje hebt leren spelen, dan heb je daar op een gegeven moment ook een mooie combinatie van begeleiding en melodie instrument voor gevonden. Misschien zet je de begeleiding ook wal wat langzamer dan dat ie standaard staat ingesteld en gebruik je de dual voice. Om al die instellingen te onthouden en steeds weer te maken is omslachtig. Bovendien als je eens optreedt met je keyboard is het wel vreemd als het steeds een halve minuut stil is tussen de nummers door terwijl jij alle instellingen zit te veranderen. Daar is iets op gevonden: een geheugenbank.
Banken Er zijn in totaal acht geheugenbanken en iedere geheugenbank heeft zes geheugenlocaties. Die zie je zo zitten op je keyboard onder het beeldscherm, dat zijn de knoppen [M1] tot en met [M6].
22
Kiezen: 1. Druk op [BANK]. je ziet heb 'banknummer' op het beeldscherm staan. 2. Met de [+/YES] en [-/NO] knoppen, of met de [DIAL] kies je de bank die je wilt.
Data die wordt opgeslagen is: hoofdinstrument, tweede instrument, linkerinstrument, sustain instellingen, begeleiding, tempo, functie instellingen, mixer instellingen, volume van de begeleiding en de oktaverings instelling.
Bewaren en oproepen 1. Druk op de knop [STORE] en terwijl je die ingedrukt houdt druk je ook op een van de geheugenlokatieknoppen. Bijvoorbeeld [M1], maar dat kan net zo goed [M3] of een andere zijn. 2. Om een geheugen weer op te roepen, druk je gewoon op de geheugenknop waaronder je de instellingen die je wilt gebruiken zijn opgeslagen. LET OP: Wanneer je [STORE] en [M1] tegelijk ingedrukt houdt terwijl je het keyboard aanzet, dan worden alle geheugens gewist en zijn de geheugens weer zoals ze waren toen het keyboard net uit de fabriek kwam.
23
Een handige functie op de SP5500 is de O.T.S.. Deze neemt je een hoop werk uit handen, want als je deze functie gebruikt dan kiest het keyboard welk instrument er mooi past bij de begeleidingsstijl die je gekozen hebt. O.T.S. is de afkorting van 'One Touch Setting' oftewel: 'met één knop alle instellingen maken'. Per begeleiding zijn er vier O.T.S. instellingen, die je eenvoudig kiest door op [M1] ~[M4] te drukken.
1. Druk op de knop [O.T.S.]. De geheugenlokatieknoppen zijn nu de O.T.S. knoppen. De knoppen [M1] en [M2] zijn voor de normale begeleiding, en de knoppen [M3] en [M4] zijn voor de variatie. Dit kun je goed gebruiken om de spanningsboog van je liedje op te bouwen.
2. Deze O.T.S. knoppen bedienen ook de 'fill ins'. Om een fill in naar normal A te maken druk je op [M1] of [M2], door een fill in naar variatie B te maken gebruik je [M3] en [M4].
3. Je zet O.T.S weer uit door op de knop [O.T.S] te drukken. Nu zijn de knoppen [M1] ~[M6] weer beschikbaar als geheugenknoppen.
O.T.S. werkt op de volgende instellingen: Instrumenten, octavering, volume, reverb type en level, chorus type en level.
24
Song opnemen In het geheugen van de piano kun je drie songs opnemen. Die bestaan ieder uit maximaal zes sporen, één begeleiding en vijf melodie sporen. Opnemen doe je als volgt: 1. Druk op [RECORD]. Met de [DIAL] kies je welke song je gaat opnemen. 2. Druk nogmaals op [RECORD]. De metronoom lampjes gaan knipperen in het gekozen tempo. Kies het spoor waarop je wilt gaan opnemen door erop te drukken. . 3. Begin te spelen, of druk op [START/STOP] om met opnemen te beginnen. 4. Druk nogmaals op [RECORD] als je klaar bent. Geheugen. Wanneer het geheugen van de piano vol is, geeft hij dat aan met de mededeling 'FULL' op het beeldscherm. Je kunt aan de verlichting van de track knoppen zien wat de status van een bepaald spoor is. Wanneer een spoor niet verlicht is, zit er geen muziek in. Wanneer het knippert, dan ben je erin aan het opnemen. Een verlicht spoor heeft een opname in zich.
25
Song afspelen De opgenomen song afspelen eenvoudig. Je drukt op [PLAY/STOP], dan selecteer je welke Song je wilt horen, vervolgens weer [PLAY/STOP]om het afspelen te starten. Je kunt kiezen welke tracks je wilt afspelen door ze aan of uit te zetten. Het afspelen kun je stoppen door weer op [PLAY/STOP] te drukken of door op [START/STOP] te drukken. Let wel, dat zijn dus twéé verschillende knoppen. De [START/STOP] knop gebruik je voornamelijk voor de automatische begeleiding, de [PLAY/STOP] knop hoort bij de SONGS. De twee sporen (TRACK 1 en TRACK 2) kun je tijdens het afspelen naar believen aan en uit zetten.
Song wissen Soms wil je een Song gewoon helemaal wissen. Eerst zet je de piano in 'song mode' door op [PLAY/STOP] te drukken. Dan kies je de song uit die je wilt wissen. Wanneer je nu op [RECORD] drukt, merkt de SP5500 dat er al een song in zijn geheugen zit. Hij zal dan vragen: "DelUser"? (zal ik deze song wissen?) Wanneer je dat inderdaad wilt, druk je op [+/YES], de song wordt dan gewist en het display zegt: "OK!"
26
De SP5500 heeft een bijzondere functie aan boord, die het mogelijk maakt om zelf een automatische begeleiding te maken. Zo kun je dus een begeleiding maken die precies past bij het hitnummer dat je leuk vind om te spelen. Het vergt wel enige voorbereiding en wat toelichting. Iedere begeleiding van de SP5500 bestaat uit een aantal onderdelen, die ieder weer uit acht sporen bestaan. Die onderdelen zijn: Onderdelen: Begeleiding A Begeleiding B Intro (majeur) Intro (mineur) Fill A Fill B Einde (majeur) Einde (mineur)
Sporen: Drums Drums 2 (percussie) Bas Akkoorden 1 Akkoorden 2 Akkoorden 3 Riffs 1 Riffs 2
Hoe je deze verschillende onderdelen het beste kunt invullen kun je afkijken bij de bestaande stijlen in de SP5500. Je eigen gemaakte begeleiding zal ook altijd op basis van een bestaande begeleiding zijn, dus dan heb je houvast genoeg.
Het daadwerkelijke opnemen gaat wat betreft bediening eigenlijk hetzelfde als zoveel dingen in dit instrument en lijkt erg op het opnemen van een song. Waar je wél rekening mee moet houden tijdens het opnemen is dat je de begeleiding speelt ALLEEN in het akkoord CM7. Dit akkoord wordt door de automatische begeleiding gebruikt om de andere akkoorden op basis van je vingerzetting te berekenen. Dus als je een ander akkoord dan CM7 zou spelen bij het opnemen van de automatische begeleiding, komt er een verkeerd akkoord uit wanneer je deze begeleiding gaat gebruiken in een liedje.
27
Instellingen en functies: 1. Druk op de knop [STYLE RECORD]. Op het beeldscherm zie je het nummer van de huidige user Style (user betekent dat je hem zelf kunt opnemen) 2. Met de [DIAL] zou je een andere user Style kunnen kiezen. Er zijn er in totaal drie. 3. Met de [FUNCTION/NEXT] knop ga je naar de 'record' pagina. Met de [DIAL] kun je door de diverse andere opties van de Style recording lopen. Dat zijn: Record, Copy, Quantize (er staat 'Quantify' op je beeldscherm, maar dat is 'Chinees'), Edit en Delete. Het ligt voor de hand dat functies zoals 'copy' alleen werken als er ook iets te kopiëren valt. 4. Wanneer je weer op [STYLE RECORD] drukt ga je weer terug naar de normale toestand van de piano, en wat je gedaan hebt wordt dan niet bewaard.
Een stijl opnemen: 1. Druk op de knop [STYLE RECORD]. Zorg dat je in het opname menu en dan druk je weer op {FUNCTION/NEXT].Terug kun je indien nodig met [FUNCTION/BACK] 2. Met de [DIAL] kun je een manier van opnemen kiezen, keuze tussen 'vervangen' (replace) en 'eroverheen zetten' (overdub). Kies je 'replace', dan worden bestaande data gewist en vervangen door de nieuwe data, kies je voor 'overdub' dan wordt jouw opname toegevoegd aan de reeds bestaande data. 3. Weer met de [FUNCTION/NEXT] knop ga je naar het ritme keuze menu. Hier kies je een ritme.
28
4. Na ritme selectie komt het 'onderdeel' menu. Ze noemen dat hier 'paragraph'. Kies het onderdeel dat je gaat opnemen. 5. En via [FUNCTION/NEXT] kom je nu bij 'record ready' Het keyboard is nu klaar voor opname. Maar je kunt hier ook nog even een ander instrument kiezen, of een andere drumkit als je een ritmespoor gaat opnemen 6. Druk op [START/STOP] om de opname te starten. De begeleiding begint te spelen, het akkoord dat gespeelt wordt is CM7, jouw opname MOET ook alleen met de noten van dat akkoord (die er bij passen) gespeeld worden. De begeleiding blijft zich steeds herhalen, in een 'loop' (oftewel een 'lus'). Foute noten kun je wissen door ze nogmaals die toets in te drukken als de foute noot voorbij komt in de herhaling. 7. Druk op stop om het opnemen te beëindigen. Je kunt uit 'Style recording' gaan door weer op {STYLE RECORD] te drukken. De opname blijft in het geheugen, ook als het keyboard uitgezet wordt.
29
Een stijl kopiëren: 1. Kies eerst een User Song waarin je de te kopiëren stijl wilt plaatsten. Druk eerst op [FUNCTION/NEXT] en kies dan met de [DIAL] 'copy'. 2. Weer met de [FUNCTION/NEXT] knop ga je naar het ritme keuze menu. Hier kies je de te kopiëren stijl. 3. Nogmaals [FUNCTION/NEXT] en het beeldscherm vraagt '"Sure?". 4. Druk [+YES] en nogmaals [+/YES] om te bevestigen, anders druk je op [-/NO].
Corrigeren: Het kan zijn dat jouw opname niet zo strak is als je zou willen. Sommige noten komen te vroeg, anderen weer iets te laat. Met 'Quantify' kun je dat recht trekken. De correcte term in het Engels is overigens 'Quantize'', maar we weten wat de mensen van Medeli bedoelen.
Ergens in de menu structuur kom je tegen welke nootwaarde je wilt gebruiken als basis voor de correctie. Wanneer je een 'quarter note' kiest, worden alle noten met een kleinere waarde dan een kwart noot omgezet naar een kwartnoot, en in de maat gezet, precies op de tel. Dus als je opname ook snellere noten bevat, kun je beter een andere waarde kiezen. Meestal werkt een zestiende noot prima.
30
Quantify 1. De bediening gaat wederom op dezelfde manier: met [FUNCTION/NEXT] en met de [DIAL] loop je door de diverse opties heen, en nu kies je dan 'Quantify'. 2. Belangrijke keuzen hierbij zijn: op welke notenwaarde wil je corrigeren (met andere woorden, wat wordt de kleinste notenwaarde die je nog kunt horen), welk onderdeel van de stijl en welk spoor van dat onderdeel wil je corrigeren! Dat kun je allemaal kiezen (met de [DIAL]) in de menu's die je tegenkomt (met de [FUNCTION/NEXT). Edit (tempo en naam geven) Het geven van een naam aan je zelfgemaakte stijl doe je met de 'edit' functie. Ook pas je in dit menu het standaard tempo aan. Je komt weer op dezelfde manier bij alle beschikbare parameters. De letters, die je nodig hebt voor het geven van een naam, zitten onder de toetsen van je pianoklavier.
Delete Je kunt een hele stijl wissen, maar ook een onderdeel daarvan. Bijvoorbeeld alleen spoor 'Melodie 1' van onderdeel 'Main B'. Zie 'Quantity' voor bediening.
31
In de SP5500 zitten 100 songs. Daarvan zijn er 57 song met een linker en rechter melodie partijen, 33 songs met automatische begeleiding en 10 piano songs. Afspelen Het afspelen van een Song gaat eigenlijk hetzelfde als een Cd'tje afspelen in je CD speler. Eerst moet je op [SONG] drukken om aan te geven dat je iets met de Songs wilt gaan doen. Daarna wijst het zichzelf. Herhalen Wanneer je dezelfde Song steeds maar wilt herhalen druk je op [START/STOP] om de Song te starten. Druk je dan weer op [START/STOP] om de Song te stoppen, en dat nogmaals om te starten, blijft de huidige Song zich steeds herhalen. . Loopen Je kunt een bepaald stukje van een Song steeds laten herhalen, dat heet 'loopen'. Dat doe je door terwijl de Song speelt op [REPEAT A/B] te drukken. Druk twéémaal op [REPEAT A/B] om het einde van de loop aan te geven. Je kunt de loop wissen door nogmaals op [REPEAT A/B] te drukken. Exit Wanneer de Song niet afspeelt, en je drukt op [STYLE], [VOICE] of [DEMO] knop, dan ga je uit de Song mode.
32
Behalve zelf Songs opnemen, of de ingebouwde Songs beluisteren, kun je die laatste ook gebruiken om jezelf met behulp van de piano les te geven. Dat gaat heel simpel.
LES 1. Druk op [LESSON] en het keyboard staat nu in de 'studie mode les 1'. Kies ook welke hand je gaat oefenen, (links of rechts) In les 1 kijkt het keyboard alleen maar of je het ritme van de noten goed speelt. Dus een halve noot moet ook twee tellen duren, en een achtste noot een halve tel. Het keyboard kijkt (nog) niet of het de juiste toonhoogte is. LES 2. Druk je weer [LESSON] dan kom je in 'studie mode les 2'. In les 2 kijkt het keyboard alleen maar de juiste noten (toonhoogte). Dus een C moet een C zijn en een F# een F# Het keyboard kijkt niet of het ritme goed is.
LES 3. Druk je weer [LESSON] dan kom je in 'studie mode les 3'. In les 3 kijkt het keyboard zowel naar het juiste ritme als naar de juiste noten. Kortom, je moet het in les 3 echt spelen zoals het liedje gaat.
33
AKKOORDENBOEK: Bij het keyboard spelen zijn akkoorden heel belangrijk. Hoe meer je er kent en kunt spelen, hoe meer liedjes je gemakkelijk kunt leren. De MD500 biedt de mogelijkheid akkoorden te leren en het keyboard kan ze ook 'overhoren'.
DICT 1. Druk op [CHORD DICTIONARY] (akkoorden' boek'). Je zit nu in DICT1 mode. In deze mode geef je aan het keyboard op van welk akkoord je de noten en de vingerzetting wilt weten. Dat doe je door de toetsen vanaf C4 te gebruiken om het soort akkoord aan te geven, en de toetsen vanaf C6 om de grondtoon te bepalen. Als je deze twee gegevens hebt bevestigd dan zie je op het beeldscherm de noten op de notenbalk en de vingerzetting op het klavier aangegeven staan. Grondtoon van het akkoord:
Akkoord type:
DICT 2. Druk weer op [CHORD DICTIONARY] Je zit nu in DICT2 mode. In deze mode geef het keyboard jou een opdracht in de vorm van een willekeurig akkoord. Jij moet dat dan binnen drie seconden op het klavier spelen. Het keyboard gaat dan door naar het volgende akkoord. Speel je niets, dan laat het keyboard zien wat het had moeten zijn.
34
De SD kaart lezer kan gebruikt worden om Midifiles af te spelen, en om opgenomen Songs als Midi file op te slaan en om andere data die door de SP5500 gebruikt wordt te bewaren zoals User Styles. . Er kunnen SD kaarten van 16M tot en met 2 G gebruikt worden.
SD kaart functies Druk op de knop [MENU] bij de SD control sectie op het bedieningspaneel. Nu kun je de submenus van de SD kaart bereiken. Dat zijn: PLAY, LOAD, SAVE, DELETE en FORMAT. Gebruik de [DIAL] om het menu te kiezen dat je wilt. Bevestig je keuze met [EXECUTE]. Zo kun je alle SD kaart functies bedienen, zoals het opzoeken en afspelen van midifiles, of het formatteren van de kaart. Je kunt ook stijlen en geheugenbanken op de SD kaart bewaren, en vanaf de kaart weer inlezen in de SP5500. Hiernaast zie je een voorbeeld van de volgorde van de menu's. Formateren Wanneer je net een nieuwe kaart hebt gekocht, of je wilt alles wissen van een kaart, dan moet je de kaart 'formatteren'. Dat doe je in het menu 'format'. Tijdens het formatteren, en sowieso nooit als de kaart in gebruik is, moet je de kaart NIET uit het slot halen.
35
Naamgeving Je moet de bestanden die je op de SD kaart wilt bewaren natuurlijk een naam geven. Het pianoklavier dient daarbij als typemachine.
[SHIFT]: hetzelfde als shift op je computer, druk deze in en je hebt hoofdletters. [DELETE]: Je wist de letter waar de cursor op staat te knipperen. [BACK]: verplaats de cursor een stapje naar links. [NEXT]: verplaats de cursor naar rechts.
36
De afkorting MIDI komt van Musical Instrument Digital Interface. Wat vrij vertaalt zoiets betekend als: ‘afspraak betreffende digitale gegevensoverdracht voor muziekinstrumenten’. Dit maakt het mogelijk om verschillende elektronische muziekinstrumenten, maar ook computers en andere apparatuur met elkaar ‘te laten communiceren’ Midi kent drie soorten aansluitingen: - MIDI IN Informatie van andere MIDI apparatuur kan hier ontvangen worden. - MIDI OUT De informatie die een keyboard, computer of sequencer maakt, komt er hier uit. - MIDI THRU De informatie die binnenkomt bij de MIDI IN wordt ongewijzigd doorgegeven. MIDI THRU is dus bedoelt voor het doorschakelen van verschillende apparaten.
MIDI is oorspronkelijk ontwikkeld om met het ene instrument te kunnen spelen op het andere… Je verbindt altijd de midi-in met de midi out. De Midi thru is een doorgeefluik. Wat er binnen komt bij de Midi-in wordt ongewijzigd door de Midi-thru uitgezonden. Zo kun je dus een hele rij van Midi spullen aan elkaar hangen.
Al snel bleek dat MIDI ook heel interessant was in combinatie met computers en sequencers. Omdat Midi met 16 verschillende kanalen werkt, kunnen ook zestien verschillende instrumenten tegelijk spelen. Tegenwoordig zelfs vanuit één keyboard. Zoals de SP5500
37
De SP5500 heeft twee midi aansluitingen én een USB aansluiting, die ook als Midipoort gebruikt kan worden in combinatie met een computer.
Systeemeisen: . CPU: 300 MHz of meer, Pentium II . Geheugen: 64MB of meer . Harde Schijf: Minimaal 2 MB vrije ruimte . OS: Win 2000/XP
Aansluiten: Gebruik een standaard USB kabel, en sluit maak de verbinding door de kabel in de USB aansluiting van de piano te steken, en vervolgens in een USB aansluiting van de Computer. De computer mag aanstaan. Daarna zet je, als de computer is opgestart, de piano aan. De computer herkend de piano automatisch en zal de juiste drivers installeren. Hierna vind je de piano terug in je Midi software als toewijsbare midipoort. Je kunt de piano nu gebruiken om Midi op te nemen in je software sequencer, of om via de computer Midi af te laten spelen op de piano.
38
Beeldscherm Toetsenbord Polyfonie Instrumenten Begeleidingen Songs Demo Functies
Aansluitingen
Afmetingen Gewicht
Multi functioneel LCD scherm 88 gewogen toetsen, aanslaggevoelig Maximaal 64 noten tegelijk 599 203, waarvan 3 programeerbaar. 100 2 Song opnemen, begeleiding opnemen, SD kaart voor opslag eigen opnames en midifiles, 48 geheugens voor instellingen. Adapter, 2x hoofdtelefoon, audio uit, audio in, Sustain pedaal, programeerbaar pedaal, USB, Midi in en uit. 1360x370x143 19,5 kg
PROBLEEM Of de piano nou aan of uit staat, er is steeds een ploppend geluid hoorbaar. Er is geen geluid, ook niet als de piano wordt bespeelt of als er een begeleiding of song wordt afgespeeld.
MOGELIJKE OORZAAK EN OPLOSSING Dit is normaal, het geeft aan dat het instrument stroom ontvangt. Controleer of er misschien een kabel in de hoofdtelefoonaansluiting zit. Wanneer dat het geval is, worden de speakers uitgeschakeld.
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Service centrum:
Calimex B.V. Windmolen 32 3642 DB Mijdrecht www.calimex.nl Garantietermijn: 1 jaar
Vertaling: Allard Krijger www.fraknoise.nl
51