Modernisering Utrechts Bibliotheekwerk Sociaal Plan Utrecht 28 oktober 2005
Stationsplein 1
Modernisering Utrechts Bibliotheekwerk
Postbus 907 3800 AX Amersfoort
Sociaal Plan Utrecht
Telefoon 033 4677777 www.twynstragudde.nl Twynstra Gudde Management Consultants KvK 31031754
28 oktober 2005 374615/TGI/RGO
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1
2
Wederzijdse rechten en plichten
5
3
Arbeidsvoorwaardelijke regelingen
6
4
Bezwaren en onbillijkheid
9
5
Overige bepalingen Bijlagen CAO's Artikelen 662-666 uit het Burgerlijk Wetboek Sociaal Statuut gemeente Utrecht
1. 2. 3.
374615
11
1
Inleiding
De ondergetekenden: - Stichting Openbare Bibliotheek Amersfoort, gevestigd te Amersfoort (OB Amersfoort) - Stichting Openbare Bibliotheek Baarn, gevestigd te Baarn (OB Baarn) - Stichting Openbare Bibliotheken gemeente de Bilt, gevestigd te de Bilt (OB de Bilt) - Stichting Openbare Bibliotheek IJsselstein, gevestigd te IJsselstein (OB IJsselstein) - Stichting Openbare Bibliotheek Nieuwegein, gevestigd te Nieuwegein (OB Nieuwegein) - Stichting Provinciale Bibliotheek Centrale Utrecht, gevestigd te Houten (PBCU) - Gemeentelijke Bibliotheek Utrecht, gevestigd te Utrecht (GBU) - Stichting IDEA, gevestigd te Soest (OB Soest) - Stichting Openbare Bibliotheek Veenendaal, gevestigd te Veenendaal (OB Veenendaal) - Stichting Openbare Bibliotheek Woerden, gevestigd te Woerden (OB Woerden) - Stichting Zeister Openbare Bibliotheek, gevestigd te Zeist (ZOB Zeist) enerzijds en - Vereniging ABVAKABO/FNV, gevestigd te Zoetermeer - Vereniging CNV Publieke Zaak, gevestigd te ’s-Gravenhage anderzijds, komen volgend Sociaal Plan overeen. Preambule Dit Sociaal Plan is tussen partijen overeengekomen naar aanleiding van het initiatief van de huidige werkgevers om in het kader van het rapport van de Commissie Meijer “Open poort tot kennis” (april 2000) het openbare bibliotheekwezen (op provinciaal niveau) te moderniseren. Dit heeft tot gevolg dat er vanaf 1 januari 2006 sprake zal zijn van een nieuwe situatie. In de nieuwe situatie zal sprake zijn van een aantal nieuwe organisaties, te weten: een aantal regiobibliotheken en een service organisatie. Zij zullen door een juridische organisatievorm worden gevormd. Het formele werkgeverschap zal in die context vanaf 1 januari 2006 en/of in de periode daarna worden overgedragen aan de nieuw op te richten organisaties. De huidige werkgever zal van de (nieuwe) werkgever bedingen dat de nieuwe werkgever in de individuele arbeidsovereenkomsten met de huidige werknemers van de huidige werkgever alle voorwaarden op zal nemen (zoals in dit Sociaal Plan vermeld). Dit, met de toevoeging dat de nieuwe werkgever verplicht zal zijn deze voorwaarden op te leggen aan haar eventuele rechtsopvolger(s), alsmede om deze rechtsopvolger(s) te verplichten de bewuste verplichtingen weer aan haar (hun) rechtsopvolger(s) op te leggen.
374615
1/17
Als gevolg van de modernisering en de daarmee samenhangende reorganisatie zullen de betrokken werkgevers en werknemers op wie dit Sociaal Plan van toepassing is zich tot het uiterste inspannen om het uitgangspunt van dit Sociaal Plan: “werknemer zal van werk naar werk gaan” op basis van gezamenlijk en wederzijdse harmonie te realiseren.
Artikel 1
Algemeen Er bestaat één Sociaal Plan voor het openbare bibliotheekwerk binnen de provincie Utrecht. Hieronder wordt verstaan een algemeen geldend reglement waarin de in de aanhef genoemde partijen afspraken hebben gemaakt ten behoeve van de werknemers1.
Artikel 2
Werkingssfeer Dit Sociaal Plan is van toepassing op de werkgevers die genoemd worden in de aanhef en de werknemers van de door deze werkgevers bekostigde en in stand gehouden personeelsformatie. Dit Sociaal Plan geldt voor werknemers die op 31 december 2005 een dienstverband hebben met de betrokken werkgevers. Onder werknemers wordt in dit Sociaal Plan bedoeld:
1. werknemers met een dienstverband voor onbepaalde duur 2. werknemers met een dienstverband voor bepaalde duur Daarbij wordt ten overvloede gesteld dat de werknemers uit categorie 1 én 2 op 31 december 2005 in dienst dienen te zijn bij de hiervoor genoemde werkgevers. Voor werknemers uit categorie 2 geldt dat de werkingsduur van dit Sociaal Plan nimmer boven de tijdelijkheid van de duur van het dienstverband prevaleert. Rechten voortvloeiend uit dit sociaal plan en behorende bij de plaatsing van de medewerker blijven van kracht ook nadat de werkingsduur van het sociaal plan is verstreken.
Artikel 3
Begripsbepaling In dit Sociaal Plan wordt een aantal begrippen gehanteerd. Deze begrippen worden hiernavolgend gedefinieerd. a.
Werkgever: de rechtspersoonlijkheid bezittende privaatrechtelijke instellingen zoals genoemd in de aanhef en zoals bedoeld in artikel 1. van de CAO Openbare Bibliotheken.
1.
Werknemer: degene die in de zin van de CAO artikel 1f. een arbeidsovereenkomst met de werkgever is aangegaan. Géén werknemer in de zin van dit Sociaal Plan is degene die:
- incidenteel werkzaamheden op afroep verricht - werkzaam is uitsluitend ter vervulling van een stage - door derden is gedetacheerd. 1
Met “werknemer” worden zowel mannen als vrouwen bedoeld
374615
2/17
c.
Leidinggevende: werknemer in wiens arbeidsovereenkomst expliciete melding wordt gemaakt van de (te bekleden) leidinggevende positie waarbij tevens wordt verwezen naar de CAO Openbare Bibliotheken en die overeenkomstig is ingeschaald.
d.
Salaris: het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maandloon, exclusief vergoedingen en/of toelagen en exclusief de vakantietoeslag.
e.
Salarisperspectief: de periodieken die in de oude functie nog te gaan zijn, worden gegarandeerd.
f
Plaats van tewerkstelling: de plaats waar de werknemer gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.
g.
Vervallen functie: een functie die in de nieuwe situatie niet meer voorkomt.
h.
Gelijkwaardige functie: een afgerond geheel van taken op hetzelfde niveau die qua inhoud en taken kan verschillen van de huidige functie doch waarvoor een zelfde opleiding en ervaring vereist zijn.
i.
Nieuwe functie: een functie die voorheen in deze hoedanigheid (in de situatie vóór de herstructurering) niet voorkwam en voortvloeit uit de wijzigingen in de organisatiestructuur.
j.
Passende functie: een afgerond geheel van taken, welke in voldoende mate aansluit bij de opleiding en ervaring van de werknemer en die voor leidinggevende functies maximaal twee salarisschalen lager is dan de huidige/oude functie en voor de overige functies maximaal 1 schaal lager.
k.
Geschikte functie: een afgerond geheel van taken waarvan zowel werkgever als werknemer van mening zijn dat deze in principe door werknemer uitgevoerd kunnen worden.
l.
Ongewijzigde functie: een functie die niet valt onder h. i of j.
m.
Data en tijdsbegrippen: het moment waarop besluiten formeel in werking treden.
n.
Niveau-indicatie: de gegarandeerde salarisschaal voor een ongewaardeerde functie, vastgesteld aan de hand van de over de functie beschikbare informatie met behulp van het geldende functiewaarderingssysteem.
o.
CAO Openbare Bibliotheken: de Collectieve Arbeids Overeenkomst voor de openbare bibliotheek sector.
p.
Bovenwettelijke uitkering: de aanvullende en de nawettelijke uitkeringen als bedoeld in de regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid, ingegaan per 1 januari 2001.
q.
Plaatsingscommissie: een commissie die het innerlijke en onafhankelijke
374615
3/17
toetsingsorgaan is namens de werkgevers, vakbonden en medewerkers die zorgdraagt voor de zorgvuldigheid over alle plaatsingen van de ene organisatie naar de andere. In die hoedanigheid geeft zij advies over de plaatsingen van de ene organisatie naar de andere. Daarnaast heeft deze commissie de rol van procesbewaker bij moeilijk plaatsbare werknemers waarover de vakbonden tijdig zullen worden geïnformeerd. De commissie is paritair samengesteld en bestaat uit een vertegenwoordiger namens de werkgevers en een vertegenwoordiger namens de vakbonden. Zij kiezen samen een onafhankelijke voorzitter. r.
Anciënniteit: het aantal dienstjaren bij de huidige werkgever en diens rechtsvoorgangers.
s.
Ondernemingsraad Platform: een medezeggenschapsplatform bestaande uit leden van de bestaande (formele) ondernemingsraden en personeels vertegenwoordigingen van de ondertekenaars. Het platform is een platform van afstemming en overleg zonder formele bevoegdheden.
t.
Bezwarencommissie: de ondertekenaars richten een paritaire bezwarencommissie op, bestaande uit drie personen (zie `Plaatsingscommissie´, art. 3.q. voor paritair beginsel).
u.
Mobiliteitscentrum: een door de werkgevers in te richten organisatie (of ondergebracht bij een van de bestaande organisaties) die alle mobiliteitsbevorderende maatregelen en vacatureprocedures voor het netwerk coördineert.
374615
4/17
2
Wederzijdse rechten en plichten
Artikel 4
662 t/m 666 van het Burgerlijk Wetboek De bepalingen van dit Sociaal Plan laten onverlet de verplichtingen van de nieuwe werkgever ex artikel 7:662 tot en met 666 van het Burgerlijk Wetboek. Voor de inhoud van deze artikelen wordt verwezen naar bijlage 2 van dit Sociaal Plan.
Artikel 5
Artikel 6
Gedragsregels samenwerking (fusie, federatie etc.) a.
De bepalingen van dit Sociaal Plan zijn direct afgeleid uit de CAO´s die van kracht zijn voor de medewerkers voor wie dit Sociaal Plan geldt. Dit Sociaal Plan houdt derhalve rekening met de verplichtingen uit voornoemde CAO´s. Er is gekeken naar de grootste gemene deler, die geldt als uitgangspunt voor dit sociaal plan.
b.
In de arbeidsovereenkomst van de werknemer met de nieuwe werkgever zal een artikel worden opgenomen met de volgende tekst: "De arbeidsovereenkomst met (de werknemer) is een voortzetting van de op (datum) met de (naam oude werkgever) gesloten arbeidsovereenkomst".
c.
De gedragsregels zoals opgetekend en overeengekomen in dit Sociaal Plan zijn eveneens van toepassing voor de nieuwe werkgever die zal ontstaan uit een samenwerkingsvorm anders dan in dit Sociaal Plan genoemd.
Plichten van de werknemer en werkgever De werkgevers en werknemers op wie dit Sociaal Plan van toepassing is verplichten zich volledige medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit Sociaal Plan.
Artikel 7
Medezeggenschap Totdat een nieuwe ondernemingsraad (OR) is gekozen door de nieuwe organisatie, blijven de huidige medezeggenschapsorganen in functie conform het bepaalde in de CAO Openbare Bibliotheken (zie ook artikel 46, lid 5.) .
374615
5/17
3
Arbeidsvoorwaardelijke regelingen
Artikel 8
Plaatsingsprocedure Voor plaatsing van de werknemer voor wie dit Sociaal Plan van toepassing is wordt het volgende uitgangspunt gehanteerd: werknemer volgt functie. Daarnaast gelden de volgende uitgangspunten. a.
Overplaatsing of verandering van standplaats geschiedt (indien mogelijk) in een gelijkwaardige functie waaraan een gelijk niveau is verbonden als aan de oorspronkelijke functie. Daarbij zal steeds het uitgangspunt van de “passendheid op gelijkwaardig niveau” van de functie worden gehanteerd.
Daarnaast verdient het aanbeveling dat een gelijkwaardige functie dicht bij de woonplaats prevaleert bóven een gelijkwaardige functie op een andere locatie verder weg van de woonplaats tenzij de werknemer aangeeft, géén (woon - werk) mobiliteitsbeperkingen te hebben. Indien bij de plaatsing van werknemers voor een gelijkwaardige functie het aanbod van werknemers de hoeveelheid functies overtreft zal bij plaatsing de volgende volgordelijkheid gelden: 1. vrijwilligheid 2. anciënniteit 3. woonplaats b
Als aan een werknemer geen gelijkwaardige functie kan worden aangeboden, wordt een passende functie aangeboden waarvan het niveau één niveau lager kan liggen dan dat van de oorspronkelijke functie.
c.
Als aan een werknemer geen passende functie kan worden aangeboden, wordt er overleg gevoerd met de werknemer over een geschikte functie.
d.
In context met de modernisering van het bibliotheekwerk op provinciaal niveau kan zich een herstructurering van taken voordoen met overeenkomstige gevolgen voor medewerkers, verbonden aan deze taken. Mocht deze situatie zich voordoen, dan verplichten de ondertekenaars van dit Sociaal Plan zich om tot harmonieuze oplossingen te komen in overeenstemming met de inhoud van dit Sociaal Plan.
e.
Indien de werkgever/werknemer het oneens zijn over de passendheid van de aangeboden functie zal dit worden voorgelegd aan de bezwarencommissie. Indien de commissie oordeelt dat het geen passende functie is, zal de werkgever opnieuw eenmaal een andere passende functie aanbieden. Mocht de bezwarencommissie van oordeel zijn dat de aangeboden functie passend is, dan zal deze functie opnieuw aan de werknemer worden aangeboden. Mocht de werknemer dit weigeren dan kan de werkgever ontslag aanvragen.
374615
6/17
Artikel 9
f.
Indien de werknemer ermee instemt een nieuwe functie te aanvaarden met een lager niveau, dan behoudt hij het salaris en het salarisperspectief behorend bij de oude functie.
g.
Indien de werknemer ermee instemt een passende functie te aanvaarden met een lager niveau dan neemt de betreffende leidinggevende van de werknemer het initiatief tot een gesprek met de werknemer binnen drie maanden na de benoeming van de werknemer. Hierbij staan de mogelijkheden voor het vervullen van opnieuw een gelijkwaardige functie in de toekomst centraal. Een en ander zal gemeld worden bij het mobiliteitscentrum.
h.
De werknemer zal in de gelegenheid worden gesteld, dan wel worden verplicht, om her- of bijscholing te volgen indien dit voor het vervullen van de nieuwe functie, noodzakelijk is. De daaraan verbonden kosten komen ten laste van de werkgever. Mocht na een jaar na plaatsing blijken dat de werknemer ongeschikt is voor de functie, dan zal opnieuw worden gezocht naar een gelijkwaardige, passende of geschikte functie.
i.
In dit Sociaal Plan is een plaatsingsprocedure opgenomen. De plaatsingsprocedure eindigt wanneer alle werknemers geplaatst zijn en de bezwarenprocedures in het kader van dit plan zijn afgehandeld.
Interne vacaturestelling Indien blijkt dat na de feitelijke effectuering van dit Sociaal Plan een vacature ontstaat, nemen de werkgevers de volgende bepalingen in acht: - De werkgevers richten voor 1 juli 2006 een mobiliteitscentrum in. Dit centrum coördineert de uitvoering van artikel 16 en de algehele vacatureprocedures. Daarnaast kunnen werknemers hun belangstelling voor andere functies en/of andere bibliotheken hier kenbaar maken. De nieuw op te richten organisaties melden bij dit mobiliteitscentrum alle werknemers die niet kunnen worden geplaatst, alsmede alle werknemers die gebruik maken van een van de regelingen uit art. 16. Ook melden zij hier alle interne vacatures aan. - de Ondernemingsraad wordt geïnformeerd - de vacature wordt eerst intern gepubliceerd2 - werknemers (als bedoeld in artikel 8. lid b. en c.) die werkzaam zijn in een passende/geschikte functie en voor wie deze vacante functie een gelijkwaardige (conform de oorspronkelijke) functie is, zijn verplicht om te reageren gedurende drie jaar na afloop van dit sociaal plan - indien binnen een termijn van twee weken de genoemde vacature intern geen geschikte kandidaten heeft opgeleverd, is de werkgever gerechtigd over te gaan tot externe werving.
Artikel 10.
Plaats van tewerkstelling
2
Met “intern” wordt in deze context bedoeld: binnen het Utrechtse bibliotheekwerk, zijnde alle ondertekenaars van dit Sociaal Plan.
374615
7/17
Als gevolg van de modernisering (artikel 2.) hoeft de werknemer geen functie te accepteren op een andere standplaats als er binnen de “oude” standplaats een andere passende alternatieve functie te accepteren valt.
Artikel 11
Artikel 12
Salaris bepalingen bij functieverandering a.
Een werknemer die in een lagere functie wordt geplaatst, behoudt zijn oorspronkelijke salaris en salarisperspectief.
b.
Tot aan de plaatsing behouden de werknemers de aan hun oorspronkelijke functie verbonden rechten.
Overplaatsing Reistijd Indien er sprake is van een uur extra reistijd per dag, boven op de huidige reistijd, dan zal de feitelijke extra reistijd gedurende 2 jaar na datum van de overplaatsing worden gecompenseerd in werktijd. De te compenseren tijd en de wijze van compensatie zal in overleg worden vastgesteld op het moment van overplaatsing.
Reiskosten Indien de werknemer door de overplaatsing méér reiskosten krijgt dan de maximum vergoeding uit de CAO (op basis van openbaar vervoerstarief) vervalt de medewerker na twee jaar in de gewone reiskostenregeling woon-werkverkeer uit de CAO. Ook indien gebruik wordt gemaakt van de eigen auto dan zal de OV-kilometer prijs worden gehanteerd.
374615
8/17
4
Bezwaren en onbillijkheid
Artikel 13
Bezwaren a.
De bezwarencommissie wordt geïnstalleerd op het moment dat het 1e bezwaar wordt ingediend. De samenstelling van de bezwarencommissie geschiedt als volgt: - een lid wordt benoemd door de betrokken werkgevers - een lid wordt benoemd door de werknemersorganisatie gezamenlijk - beide leden benoemen een derde lid als onafhankelijk voorzitter. Direct na de samenstelling van de commissie wordt het secretariaatsadres bekend gemaakt aan werkgevers en werknemers.
b.
De leden van de bezwarencommissie ontvangen een vergoeding van ε 100 per bijeenkomst/vergadering, exclusief eventuele reiskosten.
c.
Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door de commissie zelf.
d.
De werknemer kan binnen zes weken (vanaf het door de werk nemer geconstateerde “bezwaar”) een schriftelijk bezwaar indienen bij de bezwarencommissie inzake: - de inhoud van de toebedeelde functie en/of plaats van deze functie binnen de regiobibliotheek of de service organisatie - de individuele toepassing van dit Sociaal Plan op bezwaarde
e.
De mondelinge behandeling van het bezwaar vindt zo spoedig mogelijk plaats, doch uiterlijk binnen 4 weken na indiening van het bezwaarschrift. Tijdens de behandeling worden de bezwaarde en de werkgever in elkaars tegenwoordigheid gehoord, waarbij elke partij zich door een raadsman kan laten bijstaan.
f.
De mondelinge behandeling geschiedt niet in het openbaar, tenzij de bezwarencommissie anders besluit nadat de bezwaarde en de werkgever zijn gehoord. De beraadslagingen van de bezwaren commissie geschieden in een voltallige vergadering, welke niet openbaar is. De werkgever en bezwaarde zijn verplicht alle gevraagde medewerking aan de bezwarencommissie te verlenen.
g.
De bezwarencommissie doet een uitspraak over het al dan niet gegrond zijn van het ingediende bezwaar. De uitspraak vindt uiterlijk binnen vier weken na behandeling plaats. De uitspraak is met redenen omkleed en wordt bij aangetekend schrijven aan de bezwaarde en de werkgever medegedeeld.
h.
De uitspraak van de bezwarencommissie is bindend. De werkgever en werknemer zijn verplicht de consequenties van de uitspraak op te volgen.
374615
9/17
Artikel 14.
i.
De werknemer die zich tot de bezwarencommissie heeft gewend, kan zich niet óók en tegelijkertijd zijn bezwaar bij de rechter aanhangig maken. Dit is wel mogelijk nadat de bezwarencommissie uitspraak heeft gedaan.
j.
De leden van de bezwarencommissie zijn tot geheimhouding verplicht.
Onbillijkheid Er kunnen zich situaties voordoen waarin de inhoud van dit Sociaal Plan tot een onbillijke situatie voor de werknemer leidt. Mocht een dergelijke situatie zich voordoen dan kan de werkgever in een voor de werknemer gunstige zin van dit sociaal plan afwijken. De bezwarencommissie is bevoegd om te beoordelen of een situatie onbillijk is. Het ter beoordeling voorleggen van een zodanige situatie kan uitsluitend plaatsvinden door een van de partijen bij deze overeenkomst.
374615
10/17
5
Overige bepalingen
Artikel 15
Schadeloosstelling bij beëindiging dienstverband Voor werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd, waarvoor geen gelijkwaardige, passende of geschikte functie binnen een (andere) regiobibliotheek (i.o.o.) of de service organisatie beschikbaar is gelden de volgende regels met betrekking tot beëindiging van het dienstverband en schadeloosstelling3. a.
Betrokkene ontvangt een schriftelijke mededeling van het feit dat zijn functie komt te vervallen en dat geen gelijkwaardige, passende of geschikte functie binnen een (andere) regiobibliotheek (i.o.o.) of de service organisatie binnen de provincie Utrecht beschikbaar is. In deze brief wordt duidelijk aangegeven wat de datum is waarop het werk komt te vervallen.
b.
Vanaf het moment dat betrokkene de schriftelijke mededeling heeft ontvangen, wordt de ontslag procedure gestart. In onderling overleg kunnen afspraken worden gemaakt over het starten met outplacementbegeleiding. Outplacementbegeleiding kan dus al aanvangen voordat de functie komt te vervallen.
c.
De werkgevers kiezen in gezamenlijkheid voor één extern bureau dat de loopbaan (her)oriëntatie van werknemers begeleidt, inclusief outplacement begeleiding. De kosten van dit bureau worden vergoed door de werkgever.
d.
Wanneer betrokkene voor het vervallen van de functie (doch na de schriftelijke mededeling) extern een andere functie vindt, dan kan in overleg de geldende opzegtermijn worden bekort. In voornoemde situatie ontvangt de werknemer het salaris (plus alle wettelijke verplichtingen) over de resterende periode van vertrek tot de datum van het vervallen van de functie alsnog ineens uitgekeerd. Als schadeloosstelling, zoals in dit artikel beschreven, geldt de wachtgeldregeling conform artikel 76. en bijlage D. ex CAO Openbare Bibliotheken.
3
Dit artikel (art. 15) is onderhevig aan te verwachten Wetswijzigingen, voortvloeiend uit discussies tussen de Sociale Partners op dit moment (11/2004). Mocht de Wet veranderen vóór de effectuering of gedurende de looptijd van dit Sociaal Plan aangaande hetgeen in dit artikel is opgenomen, dan zullen de ondertekenaars van dit Sociaal Plan opnieuw in gesprek treden over de inhoud van dit artikel.
374615
11/17
Artikel 16
Mobiliteitsbevorderende maatregelen De werknemer met een arbeidscontract voor onbepaalde tijd die in de zin van dit Sociaal Plan herplaatsingkandidaat is geworden, komt in aanmerking voor de volgende mobiliteitsbevorderende maatregelen. Het mobiliteitscentrum heeft in deze context een adviserende, bemiddelende, regisserende en coördinerende rol. a.
Detachering: ter voorbereiding op de gekozen samenwerkingsvorm kan de werkgever de werknemer, indien deze daarmee instemt, detacheren bij een andere werkgever. In geval van detachering wordt er in de arbeidsvoorwaarden geen wijziging aangebracht. De eventueel door de werknemer te maken kosten, die direct verband houden met de detachering, komen voor rekening van de werkgever. In de detacheringovereenkomst wordt de duur van de detachering geregeld (voor maximaal zes maanden eenmalig) en de voorwaarden waaronder de detachering tussentijds kan worden beëindigd.
b.
Outplacement: gedurende de werkingssfeer van het Sociaal Plan wordt specifieke aandacht gegeven aan werknemers die vrijwillig kiezen voor oriëntatie op de externe arbeidsmarkt. De doelstelling is om optimale ondersteuning te bieden voor werknemers voor wie de volgende voorwaarden gelden: - de werknemer wiens functie in de toekomst vervalt, én - de werknemer volgens artikel 2. sub 1. Een verzoek tot ondersteuning bij oriëntatie op de externe arbeidsmarkt zal worden ingewilligd als de betrokken leidinggevende een positief advies hierover heeft uitgebracht. Afwijzing van een dergelijk verzoek zal gemotiveerd plaatsvinden. Het organisatiebelang, het kostenaspect en het persoonlijke belang van de betrokken werknemer zijn hierbij de toetsingselementen.
c.
Nadat de werknemer als herplaatsingkandidaat is aangemerkt dient hij 9 maanden van mobiliteitsbevorderende maatregelen gebruik te maken. Het dienstverband zal worden beëindigd indien na deze 9 maanden géén andere functie voor de herplaatsingkandidaat is gevonden. In dergelijke situaties zal de plaatsingscommissie vanuit haar rol als procesbewaker de vakbonden tijdig informeren. Eventuele verlenging in overleg met de werkgever en het outplacementbureau is mogelijk, indien dit vroegtijdig (na 3 maanden vanaf de intake) is vastgesteld. Voor de schadeloosstelling wordt verwezen naar artikel 15.e. Zodra er duidelijkheid is over de personele gevolgen van de modernisering vindt er overleg plaats tussen betrokken partijen over mogelijke stimuleringsregelingen voor oudere werknemers. De doelstelling hierbij is het voorkomen van gedwongen ontslagen.
Artikel 17
Beschikbaarstelling Sociaal Plan De werkgevers zullen er voor zorgdragen dat iedere werknemer een exemplaar ontvangt van dit Sociaal Plan, onmiddellijk nadat het door partijen definitief is getekend.
374615
12/17
Artikel 18
Inwerkingtreding Deze regeling kan worden aangehaald als “Sociaal Plan Utrecht” en treedt in werking per 1 januari 2006. De looptijd van het Sociaal Plan Utrecht eindigt op het moment dat de laatste werknemer definitief is geplaatst maar uiterlijk op 1 januari 2008. Dit sociaal plan wordt geëvalueerd in september 2007.
Artikel 19
Continuïteit secundaire arbeidsvoorwaarden De geldigheid van de secundaire arbeidsvoorwaarden zal worden gecontinueerd tot het moment waarop de nieuwe werkgevers met de nieuwe medezeggenschapsorganen aanpassingen/wijzigingen conform de WOR zijn overeengekomen.
Artikel 20
Ondernemingsraad Platform De werkgevers verplichten zich tot het creëren van voorwaarden (d.w.z.: het verlenen van tijd, middelen en mensen) die leiden tot de oprichting van een ondernemingsraad platform om er zorg voor te dragen dat de samenwerking tussen werkgevers en ondernemingsraden/personeelsvertegenwoordigingen zoveel mogelijk te kunnen intensiveren, afspraken daartoe te kunnen maken en desgewenst vast te leggen. De ondertekenaars beogen de oprichting van dit platform vóór 1 januari 2006. Dit platform behartigt de belangen richting werkgevers namens alle medewerkers die onder de werkingssfeer van het Sociaal Plan vallen ten behoeve van het proces van de basisvorming én de vernieuwing. In concreto betekent dit het volgende: 1.
2.
3. 4. 5.
4
De werkgevers zullen ervoor zorg dragen dat de ondernemingsraden4 de mogelijkheid krijgen om gedurende de looptijd van dit Sociaal Plan zoveel mogelijk te participeren bij de realisatie van alle organisatorische, sociale en personele gevolgen van het reorganisatie – en vernieuwingsproces. Iedere ondernemingsraad zal een tweetal afgevaardigden namens de (huidige) ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging zitting laten nemen in een op te richten platform. Voor zover in dit Sociaal Plan niet anders is bepaald behoudt iedere (huidige) ondernemingsraad zijn rechten. Het platform zal gebruik maken van de ondersteuning van een te benoemen ambtelijk secretaris. De werkgevers zullen uit hun midden een voorzitter aanwijzen die als aanspreekpunt fungeert voor het platform
Dit geldt tevens voor bestaande personeelsvertegenwoordigingen (PVT´s)
374615
13/17
Aldus overeengekomen
Stichting Openbare Bibliotheek Amersfoort ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Stichting Openbare Bibliotheek Baarn ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Stichting Openbare Bibliotheken gemeente de Bilt ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
374615
(datum)
14/17
Stichting Openbare Bibliotheek Nieuwegein ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Stichting Openbare Bibliotheek IJsselstein ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Stichting Provinciale Bibliotheek Centrale Utrecht ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Gemeentelijke Bibliotheek Utrecht ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
374615
(datum)
15/17
Stichting IDEA ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Stichting Openbare Bibliotheek Veenendaal ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Stichting Openbare Bibliotheek Woerden ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Stichting Zeister Openbare Bibliotheek ............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
374615
(datum)
16/17
Vereniging ABVAKABO/FNV
............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
(datum)
Vereniging C.N.V. Publieke Zaak
............................…………………………................
(plaats)
............................…………………………................ ............................…………………………................ (naam en handtekening)
374615
(datum)
17/17
Bijlagen
374615
CAO's
1. 2. 3. 4.
CAO Bibliotheken CAO Welzijn CAO Kunstzinnige Vorming CAR (GBU)
374615
Bijlage 1
Artikelen 662-666 uit het Burgerlijk Wetboek
Artikel 662 (BW) Voor de toepassing van deze afdeling wordt a. onder onderneming: een dienst of instelling begrepen b. onder overgang van een onderneming verstaan: overgang van een onderneming of een onderdeel daarvan ten gevolge van een overeenkomst, inzonderheid een overeenkomst tot verkoop, verhuur verpachting, of uitgifte in vruchtgebruik, of ten gevolge van een splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2. Artikel 663 (BW) Door de overgang van een onderneming gaan de rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever in die onderneming voort vloeien uit een arbeidsovereenkomst tussen hem en een daar werkzame werknemer van rechtswege over op de verkrijger. Evenwel is die werkgever nog gedurende een jaar na de overgang naast de verkrijger hoofdelijk verbonden voor de nakoming van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, die zijn ontstaan voor dat tijdstip. Artikel 664 (BW) 1. Artikel 663 is niet van toepassing op rechten en verplichtingen van de werkgever die voortvloeien uit een toezegging omtrent pensioen als omschreven in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Pensioen - en spaarfondsenwet, dan wel uit een spaarregeling als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van die wet. 2. Voor de nakoming van verplichtingen van de werkgever die op het tijdstip van de overgang van de onderneming voor hem voortvloeien uit een pensioentoezegging of spaarregeling zoals bedoeld in lid l, waarop artikel 2, eerste lid, onderscheidenlijk 3, eerste lid, van de Pensioen - en spaarfondsenwet ingevolge het bij of krachtens die wet bepaalde niet van toepassing is, is de verkrijger hoofdelijk verbonden naast de eerstgenoemde. Lid 2 is niet van toepassing voor wat betreft verplichtingen jegens een werknemer die op het tijdstip van de overgang middellijk of onmiddellijk houder is van aandelen die ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal van de onderneming vertegenwoordigen.
374615
Bijlage 2
blad 1
Artikel 665 (BW) Indien de overgang van een onderneming een wijziging van de omstandigheden ten nadele van de werknemer tot gevolg heeft en de arbeidsovereenkomst deswege wordt ontbonden ingevolge artikel 685, geldt zij met het oog op de toepassing van lid 8 van dat artikel als ontbonden wegens een reden welke voorrekening van de werkgever komt. Artikel 666 (BW) 1. Deze afdeling is niet van toepassing op de overgang van een onderneming indien de werkgever in staat van faillissement is verklaard en de onderneming tot de boedel behoort. 2. Deze afdeling is niet van toepassing met betrekking tot de bemanning van een zeeschip.
374615
Bijlage 2
blad 2
Sociaal Statuut gemeente Utrecht
p.m.
374615
Bijlage 3