Mindervalide kinderen en gezinsbijslag

Mindervalide kinderen en gezinsbijslag

3

maart 2012

Dat gezinsbijslag in menig huishouden een niet onbelangrijk onderdeel vormt van het maandelijks budget is zonder meer een gegeven. Een correcte berekening en een stipte uitbetaling is voor Acerta Kinder-­ bijslagfonds dan ook een constante uitdaging. Maar meer nog wil Acerta Kinderbijslagfonds je blijvend op de hoogte houden van de specifieke regelgeving die deze materie beheerst. Zo willen we het in dit nummer hebben over de verhoogde kinderbijslag voor mindervalide kinderen. Je vindt hier informatie over de voorwaarden om van deze extra bijslag te genieten, over het bedrag waarop je recht hebt en over de manier waarop je een dergelijke aanvraag kan indienen. We overlopen de stappen die je kan ondernemen wanneer je het niet eens bent met de uitgekeerde bijslag. Tot slot nog meegeven dat 1 mei 2003 voor deze problematiek zal geboekstaafd blijven als een absolute mijlpaal. Geen alles-of-niets-principe meer waarbij enkel een ongeschiktheidspercentage van minstens 66% recht geeft op verhoogde bijslag. Voortaan speelt bij de beoordeling ook de familiale belasting mee van die ziekte op het gezin. Deze nieuwe aanpak is gefaseerd om budgettaire redenen. Kwam in eerste instantie enkel de jongste categorie kinderen aan bod geboren na 1 januari 1996, dan breidde de wetgever met ingang van januari 2007 de toepassing hiervan uit tot kinderen geboren tussen 1 januari 1993 en 1 januari 1996. Sinds mei 2009 is de cirkel rond: ook jongeren tussen 16 en 21 jaar (geboren vóór 1993) kunnen genieten van de nieuwe evaluatieregeling.

Mindervalide kinderen hebben recht op verhoogde kinderbijslag Geconfronteerd worden met de handicap van je kind is voor ouders ongetwijfeld een harde noot om kraken. Leren leven met de beperkingen van hun oogappel heeft onmiskenbaar een weerslag op hun eigen leven. Steeds meer ouders kiezen er voor om hun kind een zo normaal mogelijk leven te bieden binnen het eigen gezin. Een kind met een handicap verzorgen en opvoeden in eigen huiselijke kring is niet niks en laat sporen na, zowel emotioneel als financieel. Verhoogde kinderbijslag is één van de hulpmiddelen die ouders aangereikt worden om de extra financiële druk op het gezinsbudget verlicht te zien en tegelijk een ruggensteun om je kind zo goed en geïntegreerd mogelijk op te voeden. Acerta Kinderbijslagfonds gaat geen inspanning uit de weg om deze dossiers snel en discreet te voorzien van een passende afhandeling.

Wanneer heeft je kind recht op die verhoogde kinderbijslag? Vroeger systeem Een aantal basisvoorwaarden moetentegelijkertijd vervuld zijn: – de geestelijke of lichamelijke onge schiktheid van je kind bedraagt min stens 66 %; – het had recht op gewone kinderbijslag bij aanvang van de ongeschiktheid en – het is jonger dan 21 jaar. Noteer dat wie geboren werd vóór 1 juli 1966 onder een aparte regeling valt, waar we binnen het bestek van dit artikel niet verder over uitweiden. Kritiek De handicap blijft hoe dan ook geplaatst in een eng medische context, waarbij bovendien de lat met 66 % cijfermatig erg hoog ligt. Kinderen die net niet de ongeschiktheidskaap van 66 % halen, vallen onherroepelijk uit de boot. Bovendien gaat men voorbij aan de sociaal-economische dimensie van de aandoening. Bezwarende elementen vonden critici in: – het feit dat de beoordeling berust op een onaangepaste schaal, waar sommige aandoeningen niet eens in voorkwamen; – de vaststelling dat geen rekening wordt gehouden met de gevolgen van de handicap voor het gezin; – het gegeven dat de bestaande reglementering de revalidatie als hetware tegenwerkt vermits net door een doorgedreven behandeling de toestand van het kind kon verbeteren zodat de fameuze grens van 66 % net niet meer wordt gehaald. Vandaar dat men af wou van dit “alles-of-

2

niets”principe. Het was een zoeken naar een nieuw meetsysteem waarbij een globale evaluatie werd betracht van de toestand van het kind in zijn omgeving, niet alleen op grond van de aandoeningen op zich maar ook rekening houdend met de sociale gevolgen ervan binnen de familiale omgeving. Ouders die zich inspannen op het vlak van integratie en revalidatie van hun kind verdienen een soort graduele aanmoedigingspremie.

In de mate dat je kind die functies aankan, worden punten toegekend: absoluut geen hulp nodig: 0 punten sporadische hulp nodig: 1 punten geen voortdurende hulp vereist: 2 punten voortdurende hulp vereist: 3 punten Alleen de functies met de drie hoogste noteringen worden in aanmerking genomen en samengeteld tot een resultaat van 0 tot maximum 9 punten. Dit getal bepaalt de zelfredzaamheid van je kinden het bedrag van de verhoogde kinderbijslag. Samengevat fungeert de ongeschiktheid als instapcriterium en dient de zelfredzaamheid om de hoegrootheid van het supplement te bepalen. Nieuw stelsel (geschraagd op drie pijlers) * vanaf mei 2003 voor kinderen geboren na 1 januari 1996; * vanaf januari 2007 voor kinderen geboren tussen 1 januari 1993 en 1 januari 1996 ; * vanaf mei 2009 voor kinderen geboren vóór 1993.

Hoe bepaalt de geneesheer de mindervaliditeitsgraad? Vroeger systeem Bij het onderzoek van je kind evalueert de geneesheer niet zozeer de ziekte zelf dan wel de functionele weerslag ervan op de mogelijkheden van je kind. Hierbij steunt hij zich op de medische rapporten of schoolverslagen, alsook op de ondervraging van de ouders. Het is dus in je eigen belang om zoveel mogelijk attesten te verzamelen over de handicap van je kind. Deze verslagen benadrukken best wat je kind niet kan in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten. Voor de vaststelling van de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van je kind gelden twee toepassingscriteria: feitelijke ongeschiktheid en zelfredzaamheid. 1. Feitelijke ongeschiktheid Deze ongeschiktheid wordt bepaald volgens de Officiële Belgische Schaal voor het vaststellen van Invaliditeit, aangevuld met een lijst van specifieke kinderziekten (OSBI).

Het feit dat het kind moet getroffen zijn door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minimum 66 % is het enige toekenningscriterium voor deze bijkomende bijslag. De schaal waarvan sprake is daarbij nog steeds het doorslaggevend evaluatie-instrument. Ingeval van chronische aandoeningen kan in bepaalde omstandigheden een percentagevermeerdering doorgevoerd worden van maximaal 20 %. Op die manier zijn ouders, die dankzij een doorgedreven therapie en verregaande financiële inspanningen de ziekteverschijnselen van hun kind wisten terug te dringen, niet langer gedupeerd. 2. Zelfredzaamheid Voor de raming van de graad van zelfredzaamheid worden niet de ongeschiktheden zelf, maar wel hun gevolgen gemeten. Deze zelfredzaamheid wordt getoetst aan 6 functies: gedrag, communicatievaardigheid, lichaamsverzorging, voortbeweging, lichaamsbeheersing in bepaalde omstandigheden en aanpassingsvermogen aan de omgeving.

3

Om de gevolgen van het disfunctioneren van het kind uit te drukken zal een inschatting gemaakt worden op drie vlakken, wat telkens resulteert in een zogenaamde puntentoekenning. (1) Op het vlak van lichamelijke ofgeestelijke ongeschiktheid van hetkind, waarbij de ongeschiktheidzelf uiteraard nog altijd een mede-bepalend element blijft: 0 tot 24 % 0 punten 25 tot 49 % 1 punt 50 tot 65 % 2 punten 66 tot 79 % 4 punten 80 tot 100 % 6 punten (2) Op het vlak van activiteit en participatie van het kind (met een maximaal quotum van 12 punten): met welke problemen wordt het kind binnen zijn eigen leefwereldje geconfronteerd? Wat is de weerslag ervan op leren en opleidingskansen? Quid met de gevolgen qua communicatie, mobiliteit en zelfverzorging? (3) Op het vlak van de familiale omgeving (met een maximum van 18 punten): welke inspanning getroostte de eigen familiekring zich door leefmilieu en leefgewoonten aan te passen aan de thuisbehandeling? Hoe belastend zijn verplaatsingen voor medisch toezicht en behandeling?

maart 2012

Deze laatste pijler is het meest innoverend, wat zich overigens vertaalt in een maximum even groot als dat van de twee andere pijlers samen. Een totalisatie van de toegekende punten met een maximum van 36 geeft de zogenaamde socialemedische schaal weer en zal leiden tot een zesvoudige gradatie en zich weerspiegelen in zes mogelijke supplementen per maand. De nieuwe regeling kende dus een dubbel instapcriterium: – ofwel behaalt men minstens 6 punten in de drie pijlers samen, – ofwel behaalt men minstens 4 punten in pijler 1: dit stemt overeen met een ongeschiktheid van minimum 66 %, zodat bij nulscore in pijlers 2 en 3 deze jongeren toch ook in het nieuwe stelsel worden opgenomen. De bekommernis dit nieuwe concept regelmatig en blijvend te evalueren leidde vanaf mei 2006 tot een verfijning. Vooreerst werd het bedrag van de laagste drie categorieën opgetrokken, waardoor de kloof met de zwaarder getroffen kinderen vernauwde. Verder krijgen nu ook kinderen met 4 punten in pijler 1 een stevige financiële opwaardering wanneer hun totaalscore ligt tussen de 6 en de 11 punten; ligt die totaalscore daarentegen lager dan 6 punten is het toegekend supplement niet langer van dezelfde orde als wie 6 tot 8 punten haalde over de 3 pijlers samen.

Hoe vraag je die verhoogde kinderbijslag aan? Voor de verhoogde bijslag richt je je schriftelijk tot je kinderbijslagfonds. Dit kan een vrij fonds zijn zoals Acerta, dit kan de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers zijn of nog een sociaal-verzekeringsfonds als het om een zelfstandige gaat. Komt een dergelijke aanvraag toe bij Acerta Kinderbijslagfonds, dan sturen wij onmiddellijk langs elektronische weg een bericht naar de Federale Overheidsdiensten (afgekort FOD) Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een handicap. Administratief Centrum Kruidtuin, Finance Tower, Kruidtuinlaan 50, 1000Brussel. Door hun toedoen ontvangt u een inlichtingenformulier, bestaande uit 2 luiken. De medische gegevens zijn uiteraard in te vullen door de behandelende geneesheer, de psychosociale en familiale gegevens door jezelf of een vertrouwensper-

soon. Langs deze weg zal de onderzoekende geneesheer een beter beeld krijgen in welke mate de aandoening van je kind ook familiale consequenties met zich meebrengt. De bevoegde dokter nodigt jou en je kind uit voor een onderzoek op zijn kantoor en maakt een medische evaluatie. Daarenboven houdt hij rekening met alle mogelijke verslagen die hem enig inzicht kunnen verstrekken omtrent de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid en de zelfredzaamheid van het kind en/of omtrent de gevolgen van de aandoening. Indien de gevraagde informatie hem binnen de 30 dagen niet wordt toegezonden, stuurt hij een herinneringsschrijven. De geneesheer zal daarenboven gesprekken hebben én met de ouders, die zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon én in de mate van het mogelijke met het kind zelf. Laat men na gevolg te geven aan een tweede oproeping, dan neemt de geneesheer een beslissing op grond van de elementen waarover hij beschikt. Zijn die elementen onvoldoende, informeert hij ons over dit negatief resultaat. De geneesheer beschikt over negentig dagen om het resultaat van de vaststelling mede de delen aan de Bestuursdirectie van de FOD. Eens die in ons bezit, spelen wij u die uiteraard onverwijld door. In zeer specifieke omstandigheden kan de geneesheer een beslissing treffen alleen op basis van medische stukken, zonder onderzoek van het kind. Het moet dan wel lijden aan een aandoening die op korte termijn de levensprognose bedreigt en bovendien * ofwel een zware behandeling ondergaan met gevolgen voor de immuniteit, * ofwel een chirurgische ingreep doorstaan in de loop van de 6 maanden na geboorte of ongeval, * ofwel gedurende minstens 6 maanden gehospitaliseerd geweest zijn of posttraumatisch gerevalideerde hebben in een instelling, * ofwel palliatieve verzorging behoeven. Tevens nog meegeven dat deze versnelde procedure niet voorbestemd is voor ambtshalve herzieningen en niet meermaals naeen toe te passen. Overigens geldt de beslissing tot maximaal 1 jaar na de aanvraagdatum.

4

Hoeveel bedraagt de verhoogde kinderbijslag? De mindervaliditeitstoeslag is een bedrag dat je maandelijks bovenop de gewone kinderbijslag krijgt, al naargelang de toegekende graad van zelfredzaamheid (oud systeem) of het aantal punten op basis van het medisch-sociaal onderzoek (nieuw systeem).

Bijslag mindervalide kinderen (bedragen vanaf februari 2012 in het oude evaluatiesysteem) Zelfredzaamheid 0-3

398,18 euro

Zelfredzaamheid 4-6

435,87 euro

Zelfredzaamheid 7-9

465,94 euro

Bijslag mindervalide kinderen (bedragen vanaf februari 2012 in het nieuwe evaluatiesysteem) 4 punten in pijler 1

(max. 5 p over 3 pijlers)

6-8 punten 9-11 punten 12-14 punten 6-11 punten over 3 pijlers EN 4 p in pijler 1 15-17 punten 18-20 punten + 20 punten

77,62 103,37 241,22 398,18

euro euro euro euro

398,18 452,76 485,10 517,44

euro euro euro euro

Bij de toekenning van de verhoogde kinderbijslag kan Acerta Kinderbijslagfonds 5 jaar teruggaan vanaf het begin van het kwartaal waarin jij je aanvraag deed. Voorbeeld: Een onderzoek van de 8-jarige Lotte op 15 december 2009 leidt tot een score van 12 punten op de medisch-sociale schaal en dit voor een periode vanaf de geboorte tot 31 december 2010. De eerste aanvraag kwam bij Acerta Kinderbijslagfonds op 11 september 2009 binnen. Wij kunnen bijgevolg maar verhoogde kinderbijslag betalen vanaf 1 juli 2004 in plaats vanaf de geboorte.

Eerste fase: kinderen geboren na 1 januari 96

Voor welke periode geldt de beslissing? De geneesheer bepaalt de periode van ongeschiktheid op basis van zijn onderzoek. Het is dus in je eigen belang dat je hem hierbij zoveel mogelijk gegevens aanreikt, ook met betrekking tot het verleden. Het mechanisme waarbij sinds september 2005 bij het ontstaan van een recht een vertragingseffect van één maand is ingebouwd speelt ook hier bij eerste aanvragen. Voor een kindje, geboren op 10 oktober 2005, dat 9-11 punten toegewezen kreeg vanaf 1 november kunnen wij maar een toeslag toekennen vanaf de maand december, betaald in januari. Dit geldt niet bij ambtshalve herzieningen. Daar gaat de nieuwe beslissing in de eerste dag van de maand die volgt op de einddatum van de vorige beslissing. Inderdaad, meestal valt de einddatum van de toegekende periode vóór de 21ste verjaardag van je kind. In dat geval zorgt de FOD Sociale Zekerheid automatisch en tijdig voor een verlenging zonder bijkomende tussenkomst van de kinderbijslagfondsen. Je kind zal door de geneesheer van de FOD uitgenodigd worden voor een nieuw onderzoek. Voorbeeld: Arne (12 jaar) kreeg 12 punten toegekend op de medisch-sociale schaal tot 31 december 2009. In de loop van november 2009 neemt de FOD ambtshalve een herzieningsbeslissing ten belope van 16 punten. Het hoger bedrag mag pas toegekendworden vanaf januari 2010.

Riskeer je minder te ontvangen vanafde invoering van de nieuwe regeling? Men zorgde ervoor dat niemand omwille van het nieuwe systeem er op achteruit gaat. Als iemand op 1 mei 2003 al verhoogde kinderbijslag krijgt en het nieuwe systeem is niet voordeliger, dan is er behoud van rechten. De kinderen blijven dan in het oude systeem tot maximaal drie jaar na het verstrijken van de geldigheid van de einddatum bepaald door de lopende beslissing. Vanaf wanneer geniet je van het nieuwe systeem? Je geniet op 1 mei 2003 nog geen verhoogde kinderbijslag Je zendt vanaf 1 mei 2003 een aanvraag naar je kinderbijslaginstelling. Deze aanvraag wordt automatisch onderzocht in het nieuwe systeem. Een eenvoudige brief volstaat. De geneesheer van de Federale Overheidsdienst doet dan een onderzoek. Als aan de voorwaarden voldaan is krijg je verhoogde kinderbijslag vanaf de maand waarin de aanvraag is gebeurd. Als je echter al voldeed aan de voorwaarden gedurende een periode vóór de aanvraag kan terugwerkende kracht (vijf jaar, maximaal evenwel tot 1 oktober 1999). Je maakt met andere woorden aanspraak op de verhoogde bijslag voor een voorbije periode waarbij je kind wel voldeed aan de voorwaarden.

5

Je geniet op 1 mei 2003 reeds verhoogde kinderbijslag Hier heb je de keuze: je dient vanaf 1 mei 2003 een herzieningsaanvraag in of wacht tot de geldigheid van je lopende beslissing verstrijkt, waarna de kinderbijslaginstelling je verhoogde kinderbijslag automatisch herziet. Je dient een herzieningsaanvag in vanaf 1 mei 2003 Als je vanaf 1 mei 2003 een herzieningsaanvraag indient, doet de geneesheer van de Federale Overheidsdienst een nieuw onderzoek. * Als het nieuwe systeem voordeliger is, dan geldt het nieuwe systeem onmiddellijk. Je kan dan niet meer terugkeren naar het oude systeem. * Als het oude systeem voordeliger is, blijf je voorlopig in het oude systeem. Je kan blijven genieten van het oude systeem tot maximaal drie jaar na het verstrijken van de geldigheid van de einddatum van de lopende beslissing. Je dient geen herzieningsaanvraag in Als je geen herzieningsaanvraag indient, doet de FOD op het einde van de geldigheidsduur van de lopende beslissing automatisch een herziening op basis een nieuw onderzoek. * Als dan blijkt dat het nieuwe systeem voordeliger is, geldt dit definitief. Een bijpassing zal volgen, met eenmaximale retroactiviteit van 3 jaar, tetellen vanaf de einddatum van deherziene beslissing. * Als het oude systeem voordeliger isblijf je in het oude systeem tot maximaal drie jaar na het verstrijken van de geldigheid van de lopende beslissing. Voorbeeld: De 2-jarige Dimitri kreeg in 2002 een zelfredzaamheidsgraad 4 toegekend en dit tot 30 juni 2006. Bij een ambtshalve herziening in 2006 wordt die beslissing verlengd tot 30 juni 2010 tegelijk met een 12-puntentoekenning in het nieuwe systeem. Omdat hier het oude systeem voordeliger is mag dit nog verder toegepast worden 3 jaar na 30 juni 2006: tot 30 juni 2009.

maart 2012

Tweede fase: kinderen geboren tussen 1 januari 1993 en 1 januari1996 Voor deze leeftijdscategorie, op wie vanaf januari 2007 de nieuwe procedure toepasselijk werd, gelden niet diezelfde specifieke overgangsmaatregelen als voor hun jongere lotgenoten. Hier is geen sprake van een dubbele evaluatie, de uitwerking is afhankelijk van de soort aanvraag. Voor eerste aanvragen of herzieningsaanvragen, die je kan indienen vanaf 1 januari 2007 zal voor de periode vanaf 1 mei 2003 hoe dan ook het nieuwe stelsel toepasselijk zijn. Ambtshalve herzieningen met het oog op een verlenging van een op 31 december 2006 lopende beslissing geven alleen nog uitsluitsel op basis van de nieuwe regeling. Wel zal de FOD voor deze categorie, wanneer nog het oude systeem loopt en een eerste ambtshalve herziening in de nieuwe schaal sinds 1 januari 2007 aan de orde is ten vroegste in mei 2009, automatisch ook met 5 jaar terugwerkende kracht evalueren op basis van het nieuwe systeem. Voorbeeld: Donaat (geboren in 1995) kreeg een zelfredzaamheidsgraad van 3 punten toegewezen van 01 maart 2006 tot 31 augustus 2010. Bij de eerste ambtshalve herziening evalueert de FOD ook op basis van het nieuwe systeem vanaf 1 juli 2005.

Laatste fase:

oude regeling van toepassing, voor die vanaf 1 mei 2009 de nieuwe. Genereert een herzieningsaanvraag voor het verleden een hoger bedrag, is deze bonus bij te passen. Omgekeerd, valt men terug op een lager bedrag, dient wat eerder betaald was niet teruggevorderd. De eerste ambtshalve herziening na 30 april 2009 met betrekking tot een jongere voor wie er op dat moment nog een beslissing liep in het oude systeem impliceert automatisch een herziening met een terugwerkende kracht van 5 jaar, ingaand de eerste dag van het trimester in de loopwaarvan de vorige medische beslissing ten einde loopt. Ook hier tot april 2009 op basis van de oude regeling, vanaf mei 2009 op basis van de nieuwe. Voor ambtshalve herzieningen die nadien volgen gebeurt het medisch onderzoek alleen voor de toekomst, uiteraard op basis van de nieuwe evaluatiemethode. Voorbeeld: Stel dat voor Jempi, geboren in 1992, een zelfredzaamheidsgraad van 3 punteng eldt (oud systeem) tot 31 augustus 2009, dan past men bij de eerste ambtshalve herziening de oude regeling toe van 1 juli 2004 tot 30 april 2009 en de nieuwe vanaf 1 mei 2009: • zelfredzaamheid 3 punten van 1 juli 2004 tot 31 november 2006, • van 6 punten van 1 november 2006 tot 31 augustus 2008, • en van 8 punten van 1 september 2008 tot 30 april 2009, waarna 20 punten op medisch-sociale schaal van 1 mei 2009 tot 31 augustus 2011.

Vanaf mei 2009 kunnen ook jongeren tussen 16 en 21 jaar genieten van de nieuwe evaluatieregeling. De beoordeling op basis van de medisch-sociale schaal krijgt zodoende algemene draagkracht, de oude evaluatieregeling is herleid tot een uitdovende overgangsregeling. Dit concept biedt alsnog perspectieven voor jongeren die zich in de ouderegeling met een negatieve beslissing geconfronteerd zagen.

Ook hier zijn desgevallend terugvorderingen voor het verleden niet aan de orde, bijpassingen wel, zij het met in acht name van het gebruikelijk wettelijk vertragingsmechanisme van een maand. Dit betekent voor Jempi een bijpassing vanafdecember 2006, respectievelijk oktober 2008. Hogere toekenningen als gevolg van nieuwe wetsbepalingen daarentegen gelden meteen, vandaar al vanaf mei 2009 en niet pas vanaf juni 2009 de nieuwe beschaling. Noteer dat de hieropvolgende herziening enkel zal evalueren vanaf 1 september 2011 in de nieuwe regeling.

Voor nieuwe aanvragen of herzieningsaanvragen ingediend vanaf 1 mei 2009 vindt een medisch onderzoek plaats binnen de grenzen van de verjaring met maximaal een terugwerkende kracht van vijf jaar, ingaand de eerste dag van het trimester van de aanvraag. Voor de periode voorafgaand aan 1 mei 2009 is de

Voor jongeren, die nog een beslissing lopen hebben in de oude regeling, kan steeds een herziening op verzoek ingediend worden met het oog op de toepassing van de nieuwe regeling. Niet zonder enig risico want bij ongunstiger bescheid kan niet meer naar de oude regeling worden teruggekeerd.

jongeren geboren vóór 1993

6

Wat na de leeftijd van 21 jaar? De maand na de 21ste verjaardag van je kind vervalt hoe dan ook het recht op de bijkomende bijslag. Enkel indien je kind studeert, een leerovereenkomst heeft of ingeschreven is als werkzoekende kan er nog maximaal recht zijn op de gewone kinderbijslag tot de leeftijd van 25 jaar. In alle andere gevallen valt de jongere vanaf de maand na zijn 21ste verjaardag uit de kinderbijslagregeling. Je kind kan dan wel bij de gemeente een inkomensvervangende en een integratietegemoetkoming aanvragen. Rond de 20ste verjaardag geven wij een seintje. Zo kan je tijdig je aanvraag indienen.

Je bent het niet eens met de beslissing... Als je het niet eens bent met de vaststelling van het ongeschiktheidspercentage, de zelfredzaamheid of de voor je kind toegekende punten op de medische-sociale schaal, heb je twee mogelijkheden. Als niet alle inlichtingen aan de geneesheer werden verstrekt of wanneer er zich nieuwe me­ dische feiten voor doen, vraag je best een herziening aan. Je stuurt hiervoor een brief naar je kinderbijslagfonds samen met een recent medisch verslag (maximaal een maand oud) met vermelding van nieuwe medische gegevens. Nadien verloopt de procedure zoals bij een eerste aanvraag. Uiteindelijk evalueert de overheid opnieuw het ongeschiktheidspercentage en de graad van zelfredzaamheid of de punten op de socialemedische schaal. Voorbeeld: Joris werd 70 % mindervalide erkend tot 31 december 2008. Hij kreeg een zelfredzaamheidsgraad toebedeeld van 0 tot 3 punten. Zijn fysieke toestand gaat er evenwel op achteruit, wat de ouders noopt tot een herzieningsaanvraag in april 2006. Ten gevolge hiervan beslist de geneesheer tot toekenning van een hogere zelfredzaamheidsgraad, nl. van 4 tot 6 punten. Je kan dan al op een hoger bedrag aanspraak maken vanaf de daaropvolgende maand, dus vanaf mei 2006. Indien de geneesheer een percentage beneden de 66 % toekent en dit nog in de maand augustus 2006 meedeelt, vervalt

het recht op bijkomende bijslag vanaf 1 september 2006. Het recht op bijkomende bijslag blijft nl. behouden tot en met de maand waarin de nieuwe beslissing met een lager percentage wordt meegedeeld. Als echter alle medische feiten gekend zijn maar je desondanks niet akkoord bent met de genomen beslissing, kan je beroep aantekenen bij de Arbeidsrechtbank. De Arbeidsrechtbank stelt een geneesheer-deskundige aan die je kind opnieuw onderzoekt. Tijdens dit onderzoek is ook een geneesheer, aangeduid door de overheid, aanwezig. De rechter doet op basis van hun verslagen uitspraak over het percentage van ongeschiktheid, de graad van zelfredzaamheid of de punten op de socialemedische schaal. Hij bepaalt ook de periode van mindervaliditeit. Acerta Kinderbijslagfonds neemt de kosten van het nieuwe onderzoek en de gerechtskosten op zich. Enkel de kosten van je advocaat als je er beroep op deed zijn voor eigen rekening, zij het dat je voor de Arbeidsrechtbank ook personlijk kunt optreden of je laten vertegenwoordigen door je vakbond.

Mag je kind werken? Een tewerkstelling van je kind dienen wij aan de FOD te signaleren. Daar oordeelt men of dit signaal relevant genoeg is om tot een herziening over te gaan. Let wel, dit is niet aan de orde bij een tewerkstelling in een beschutte werkplaats of om een bijzondere leerovereenkomst meteen vergoeding beneden de 509,87 euro per maand waarbij de tussenkomst van het VAPH niet mee te tellen is.

In deze uitzonderingssituaties behoud je zonder meer de gewone kinderbijslag én mindervaliditeitstoeslag. In alle andere gevallen drong zich wel een herzieningsaanvraag op. Tot juli 2008 maakte het niet uit of het gaat om een specifiek studentencontract dan wel om klassieke arbeidsovereenkomst of om een activiteit als zelfstandige. Zelfs het volgen van een alternerende beroepsopleiding noopte ons tot het introduceren van een mogelijke herzieningsaanvraag bij de FOD, waarbij een nieuw medisch verslag niet hoeft. In afwachting van die beslissing was de mindervaliditeitstoeslag jammer genoeg in beraad te houden. Deze zware procedure betekende een onverantwoorde last voor de gezinnen en was voor velen al jaren een doorn in het oog. Tot in juli 2008 hieraan een mouw werd gepast: GEEN herziening meer voor tewerkstellingen niet onderworpen aan de sociale zekerheid, zoals beroepsopleiding in een bedrijf of een specifiek studentencontract, waarbij de zogenaamde solidariteitsbijdragen niet bezwarend zijn. Belangrijk is te weten welk bedrag het kinderbijslagfonds kan toekennen, eens een tewerkstelling aan de FOD gesignaleerd in afwachting van een eventuele herzieningsbeslissing. Sinds 2010 is voorlopig terugschroeven naar het gewone tarief niet langer a priori de boodschap en gelden soepeler voorwaarden. Tot 31 augustus van het jaar waarin de jongere achttien wordt, stelt zich geen probleem: verder recht op bijkomende bijslag, tewerkstelling of niet. Zelfs nadien kan dat supplement onder bepaalde voorwaarden nog verder doorbetaald worden. Daarvoor volstaat het voor de gehandicapte jongere ook nog op andere basis rechtgevend te zijn bv. als student, als leerjongen of als werkzoekende in de wachttijd. Voorbeeld: Op de medisch-sociale schaal kreeg Jeroen 16 punten toegewezen tot maart 2012, de maand waarin hij 21 wordt. Hij begint te werken op 9 oktober 2010: dat gegeven signaleren wij aan de FOD, die zal beslissen ja dan neen tot een herziening over te gaan. Wat intussen? Heeft Jeroen in de hoedanigheid van student recht, wat ondermeer inhoudt dat hij per kwartaal niet meer werkt dan 240 uur, dan blijft het supplement doorbetaald zolang geen herzieningsbeslissing binnenkomt. En de ervaring leert dat de FOD meestal niet tot een herziening beslist. Is dit uitzonderlijkerwijze toch het geval, zijn er twee mogelijkheden:

7

-> wordt de handicap bevestigd, dan loopt ook het supplement ongehinderd door; -> weerhoudt de FOD niet langer de hoedanigheid van gehandicapte, betekent dit terugschroeven naar het gewone barema. Anders liggen de kaarten voor Jaak, enkel rechtgevend op basis van zijn hoedanigheid van mindervalide. Begint die te werken, dan vallen we van meet af aan terug op het gewone barema. Vanaf september 2008 volstaat ook één enkele herzieningsaanvraag bij opeenvolgende kortstondige tewerkstellingen. Als een tewerkstelling al eindigt voor het einde van de maand waarin ze werd opgestart, is zelfs niets te ondernemen. Immers, bij tegenstrijdige gegevens tijdens eenzelfde maand, primeert de laatste, dwz. de stopzetting ervan.

Kan je kind zich laten in­schrijven als werkzoekende? Als je kind zich als werkzoekende laat inschrijven, dienen wij niet langer meer een herzieningsprocedure op te starten. Bij de ontvangst van de allereerste wachtuitkering evenmin. Bovendien blijven in beide situaties gewone kinderbijslag én mindervaliditeitstoeslag combineerbaar. Uitkeringen en renten als gevolg van een arbeidsongeval of een beroepsziekte zijn wel telkens mee te delen aan de FOD. Handhaaft de FOD hier bij herziening de ongeschiktheid, dan dienen wij terug te schroeven naar de gewone kinderbijslag.

Zijn er nog andere sociale voordelen ? Op de beslissing van de overheid wordt duidelijk vermeld of je van de volgende voordelen kan genieten: – vermindering van de inkomstenbelasting; – vermindering inzake de onroerende voorheffingen; – vrijstelling van de belastingen op autovoertuigen; – sociaal telefoontarief. Gas- en elektriciteitsmaatschappijen, maar ook vervoersmaatschappijen zoals “De Lijn” kennen vaak een vermindering toe. Bij je gemeentebestuur kan je terecht voor het bekomen van een parkeerkaart. Vraag hiervoor best inlichtingen bij deze diensten.

maart 2012

Acerta Kinderbijslagfonds vzw

Accent

Acerta Kinderbijslagfonds betaalt als sociale dienstverlener op vraag van aangesloten werkgevers correct en tijdig kinderbijslag aan rechthebbende gezinnen. Daarenboven biedt het deskundige sociale begeleiding via gerichte en betrouwbare informatie- en adviesverstrekking.

is een inforeeks van Acerta over het sociaal recht.

Enig cijfermateriaal: -

meer dan 31 400 aangesloten werkgevers 146 600 rechthebbende gezinnen 263 800 rechtgevende kinderen circa 120 medewerkers 9 kantoren

Deze reeks bevat de volgende brochures over de gezinsbijslag voor werknemers, uitgegeven door Acerta Kinderbijslagfonds: nr. 1 Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad

Met deze Accent-brochures willen we diverse aspecten van de kinderbijslag toelichten. De regelgeving omtrent verhoogde kinderbijslag is vrij complex. Voor meer informatie kan u altijd terecht in één van onze kantoren. Leg gerust uw concrete situatie voor aan onze medewerkers ter plaatse. Zij maken graag tijd voor u. E-mailen kan uiteraard ook:

nr. 2 Kinderbijslag zonder grenzen: internationale overeenkomsten nr. 3 Mindervalide kinderen en gezinsbijslag nr. 4 Samen ouder blijven: co-ouderschap nr. 5 Het gezin: een voldongen feit? Over samenwonen

[email protected] [email protected] [email protected]

nr. 6 Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan! nr. 7 Geboorte- en adoptiepremie nr. 8 Sociale toeslagen U kunt deze downloaden via onze website.

Acerta Kinderbijslagfonds heeft kantoren in: 2610 Antwerpen-Wilrijk Groenenborgerlaan 16 tel. 078 15 92 99 fax 03 829 22 44

3000 Leuven Diestsevest 14 tel. 078 15 92 99 fax 016 24 53 70

1020 Brussel BDC Heizel Esplanade PB 64 tel. 078 15 92 99 fax 02 773 16 30

5100 Namur-Jambes Chaussée de Liège 140-142 tel. 078 15 92 99 fax 081 25 06 20

9000 Gent Opgeëistenlaan 8/202 tel. 078 15 92 99 fax 09 264 12 89

9100 Sint-Niklaas Industriepark Noord 27 tel. 078 15 92 99 fax 03 780 74 47

3500 Hasselt Kunstlaan 16 tel. 078 15 92 99 fax 011 23 19 71

2300 Turnhout Patersstraat 100 tel. 078 15 92 99 fax 014 40 02 38

Colofon Redactie: Juridische Zaken KBF Eindredactie: Guy Van Wolvelaer Grafische realisatie: Marketing Acerta Verantwoordelijk uitgever: Paul Roosen BDC Heizel Esplanade PB 64 1020 Brussel

8500 Kortrijk Nijverheidskaai 3 bus 11 tel. 078 15 92 99 fax 056 26 67 59

Publicatiedatum: maart 2012

Bezoek onze site acerta.be

8