Kinderen en Energie
Hoe energiebewust zijn kinderen en tieners?
Juli 2012
Kinderen en Energie
B14394 / mei 2012
Pag. 1
Copyright © 2012 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Blauw Research. Dit rapport is geleverd onder de leveringsvoorwaarden van de MOA. All rights are reserved. Nothing from this report may be copied, saved in an authorised data bank or be made public in any form, whether it be electronically, mechanically or through photocopies without prior consent from Blauw Research. This report has been created following MOA conditions. Kinderen en Energie B14394 / mei 2012
Pag. 2
Voorwoord In 2005 heeft Nuon door Blauw Research een onderzoek laten uitvoeren onder kinderen in leeftijd van 6 tot en met 12 jaar naar hun kennis en gedrag ten aanzien van energieverbruik. Nu, zeven jaar later, achtte Nuon de tijd rijp voor een herhaling van het onderzoek onder kinderen. Deze herhalingsmeting is wederom uitgevoerd onder kinderen van 6 tot en met 12 jaar. Bovendien is de steekproef uitgebreid met kinderen van 13 tot en met 18 jaar, zodat ook de houding en gedrag van de tieners van nu (in feite de kinderen van 7 jaar geleden) inzichtelijk wordt gemaakt. Voor deze onderzoeksgroep is geen vergelijking mogelijk met de vorige meting.
Inhoudsopgave Kort & Krachtig Conclusies
4 4
Beschrijving van de resultaten
5
Bijlage Verantwoording
9
Wij wensen de lezer veel leesplezier!
Rotterdam, juli 2012
Projectteam: Wessel Roose, Project Manager Marlies Kerklaan, Business Cell Manager
Blauw Research Weena 125 3013 CK Rotterdam Tel: 010-4000900 www.blauw.com Kinderen en Energie
B14394 / mei 2012
Contactpersonen: Wessel Roose,
[email protected]
Pag. 3
Kort en krachtig Het energie- en milieu bewustzijn onder kinderen (6 tot en met 12 jaar) is in de afgelopen 7 jaar toegenomen. Het kennisniveau over milieu en energie stijgt naarmate de kinderen ouder worden. Het energie- en milieubewustzijn is daarom nog groter onder tieners (13 tot en met 18 jaar). Zowel onder kinderen als tieners is een redelijk bewustzijn van de herkomst van energie, het stroomverbruik van apparaten, de bekendheid met groene stroom is groot. Onder kinderen speelt de school de belangrijkste rol in de informatievoorziening over energie en milieu. De rol van de ouders op dit gebied is de afgelopen 7 jaar kleiner geworden. Echter, wanneer de kinderen eenmaal tieners zijn, pakken de ouders deze rol wel op. Mogelijk vinden zij de materie te lastig om met kleinere kinderen te bespreken. Voor tieners geldt dat zowel de school als de ouders een even grote rol spelen in de informatievoorziening over energie en milieu. Helaas zien we ondanks de toegenomen kennis onder kinderen geen vertaling van dit bewustzijn naar het gedrag. Ten opzichte van de kinderen van 7 jaar geleden is de enige zichtbare verandering in het gedrag dat het aandeel lang-douchers wat is afgenomen. En de reden voor deze afname zou ook tijd-gerelateerd kunnen zijn in plaats van milieu-gerelateerd. Onder tieners ligt het energieverbruik zelfs weer hoger dan onder kinderen. Zij lijken vooral hun eigen plan te trekken, ze zetten de verwarming hoog als ze het koud hebben en douchen net zo lang als ze willen. Ouders lijken geen sterke rol te pakken als het gaat om het aanpakken van het gedrag. Ofschoon zij vrijwel allemaal van mening zijn dat kinderen zuiniger zijn met energie als de ouders het goede voorbeeld geven, geeft slechts een derde deel van de ouders aan dat zij bij de aanschaf van elektronische apparaten bestemd voor de kinderen op het stroomverbruik hebben gelet. Het aantal apparaten dat in de afgelopen 5 jaar in de kinder- en tienerkamers terecht is gekomen is overigens aanzienlijk. In de kinderkamer staan gemiddeld drie stroomverbruikende apparaten, in de tienerkamer loopt dit aantal op naar vierenhalf.
Kinderen en Energie
B14394 / mei 2012
Pag. 4
Energie- en milieubewustzijn kinderen gestegen, milieu belangrijkste argument voor tieners om stroom te besparen • Bijna twee op de drie kinderen (62%) geven aan dat het belangrijk is om minder stroom te verbruiken omdat dit beter is voor het milieu. Dit aandeel is in de afgelopen jaren flink toegenomen. In 2005 noemde minder dan de helft (45%) het milieu als reden om minder stroom te verbruiken. Het milieu is echter niet de enige argumentatie. Kostenbesparing wordt net zo vaak als reden genoemd. • Onder tieners is het milieu veruit het belangrijkste argument om minder stroom te gebruiken (80%). Het aandeel tieners dat kostenbesparing noemt is vergelijkbaar met dat van de kinderen (62%). • Zowel tieners als kinderen denken ook aan de toekomst. Voor beide groepen geeft een derde deel aan dat het belangrijk is om energie te besparen om in de toekomst ook nog stroom te hebben omdat de energie anders opraakt. • Het energiebewustzijn van kinderen lijkt te zijn toegenomen. Kinderen noemen vaker dan 7 jaar geleden het feit dat het energie kost om apparaten aan te laten, als motivatie om apparaten uit te zetten (20% vs. 12%). Maar nog altijd wordt vooral gehandeld vanuit een opdracht van de ouders of vanuit kostenoverwegingen (resp. 63% en 29%). Vooral jongens handelen vaak energiebewust omdat het moet van hun ouders (68% vs. 58% onder meisjes). • Onder tieners ligt het aandeel dat aangeeft dat apparaten worden uitgezet omdat het energie kost met 42% aanzienlijk hoger. Maar zelfs bij de jongeren is de druk van de ouders de meest genoemde motivatie om de apparaten uit te zetten (44%). Ook het financieel bewustzijn stijgt naarmate de kinderen ouder worden, kostenoverwegingen worden door 38% van de jongeren als argument genoemd. Meisjes geven vaker dan jongens aan dat apparaten worden uitgezet omdat het energie (36% vs. 47%) en/of geld (29% vs. 45%) kost.
Kinderen en Energie
B14394 / mei 2012
Pag. 5
Onder kinderen school belangrijkste bron van informatie als het gaat om energie, rol ouders ondergeschikt • Zes op de tien kinderen geven aan dat ze weten waar energie vandaan komt. Vooral school speelt een belangrijke rol in het verspreiden van deze kennis (46%). Iets meer dan een kwart (28%) geeft aan dat zij van hun ouders hebben gehoord hoe het zit met energie. Hiermee is de rol van de ouders aanzienlijk kleiner dan die van school. In vergelijking met 2005 is de rol van school in de informatieverschaffing over energie toegenomen (van 38% naar 46%) en die van de ouders afgenomen (van 38% naar 28%). • Voor de tieners geldt dat rol van school nog altijd groot is (49%), maar dat ook de ouders een belangrijke rol spelen in de informatievoorziening (44%). Wellicht gaan ouders pas als de kinderen wat ouder zijn met kinderen in gesprek over energie. • Kinderen weten heel goed dat apparaten met een stekker energie gebruiken. Bij apparaten die werken op een batterij wordt die link met energieverbruik wat minder snel gelegd. Maar ook voor de stekkerloze apparaten geldt dat het merendeel wel scherp heeft dat het opladen van een batterij ook energie kost. Jongens lijken zich iets vaker dan meisjes te realiseren welke apparaten stroom verbruiken. Veel kinderen weten dat je stroom kunt besparen door het niet in het stopcontact laten zitten van de oplader (77%) en door de televisie niet op stand-by te laten staan (59%). Wel is er onduidelijkheid over het gebruik van gewone of oplaadbare batterijen, een derde deel van de kinderen weet niet wat beter is. Onder tieners ligt het kennisniveau vanzelfsprekend aanzienlijk hoger. • Ook groene stroom is bekend, tweederde van de kinderen heeft er wel eens van gehoord (niet gevraagd in 2005). Als ze het zelf voor het zeggen zouden hebben, zouden zeven op de tien kinderen voor groene energie kiezen. Jongens geven vaker dan meisjes aan dat ze weten wat de herkomst van energie is en wat groene energie is; 40% van de meisjes heeft nog nooit van groene stroom gehoord versus 28% van de jongens. • Onder tieners ligt het aandeel dat bekend is met groene stroom op maar liefst op 94%. Hier kiest 77% voor groene stroom, indien zij zelf de keuze zouden maken.
Kinderen en Energie
B14394 / mei 2012
Pag. 6
Ondanks verhoogde kennis en bewustzijn bij kinderen, lijkt het gedrag nauwelijks te veranderen • Eerder zagen we al dat het kennisniveau van kinderen tussen 6 en 12 haar is verbeterd. Echter, wanneer we kijken naar het gedrag is hierin niet of nauwelijks een verandering te constateren. Vier op de tien kinderen doen alle apparaten op hun slaapkamer uit als zij hun kamer verlaten. En de helft van de kinderen doet altijd koelkastdeur dicht tijdens het inschenken van het drinken. Tijdens het tandenpoetsen de kraan dicht doen is voor driekwart van de kinderen de normaalste zaak van de wereld. De enige echt zichtbare verandering in het gedrag ten opzichte van 2005 is dat minder kinderen langer dan 15 minuten douchen (7% vs. 12%). • Onder tieners is het aandeel dat alle apparaten uitdoet als zij hun kamer verlaten vergelijkbaar met dat van de kinderen (bijna vier op tien). Ook onder tieners doet iets meer dan de helft de koelkast dicht bij het inschenken van drinken en draait driekwart van hen de kraan dicht tijdens het tandenpoetsen. De tijd die tieners onder de douche doorbrengen is wel wat langer dan onder kinderen. Een op de vijf staat langer dan een kwartier onder de douche. • Overigens gaan jongens op een andere manier om met energie dan meisjes. Jongens laten vaker alle apparaten aan staan op hun kamer als ze geroepen worden (kinderen 17% vs. 10% / tieners 16% vs. 8%). Daar staat tegenover dat jongens korter douchen. Ze douchen vaker maximaal 5 minuten dan meisjes (19% vs. 10%), terwijl meisjes juist vaker 10 minuten tot een kwartier douchen (33% vs. 23%). Ook onder tieners zien we dat meisjes langer douchen dan jongens. Een kwart van de tienermeisjes staat langer dan een kwartier onder douche versus 13% van de tienerjongens.
Kinderen en Energie
B14394 / mei 2012
Pag. 7
Kinderen worden meer verwend ten koste van het milieu, tieners verbruiken de meeste energie • Waar in 2005 9% van de kinderen hun zin kregen als zij vroegen of de verwarming hoger mocht, is dit aandeel inmiddels opgelopen naar 17%. De kinderen worden tegenwoordig dus meer verwend, ten koste van het milieu. Ook onder tieners ligt dit percentage op 17%. Echter, tieners nemen meer het heft in eigen hand, want naast de tieners die aan de ouders vragen of de verwarming hoger mag, zet een op de vijf gewoon zelf de verwarming hoger. Het energieverbruik onder tieners zal daarom hoger liggen dan onder kinderen. • Dat verwennen van de kinderen ten koste van het milieu blijkt ook uit de aanschaf van energieverbruikende apparaten. Tweederde van de ouders heeft in de afgelopen 5 jaar een spelcomputer voor hun kinderen gekocht. Daarnaast zijn met name mobiele telefoons, televisies en mp3-spelers/iPods voor de kinderen aangeschaft. Voor de tieners staat de mobiele telefoon op de eerste plaats, deze is door ruim twee op de drie ouders aangeschaft, op de voet gevolgd door de laptop, spelcomputer, TV en mp3-spelers/iPods. Energiezuinigheid is niet echt een issue bij dergelijke aankopen, aangezien de meerderheid (57%) van de ouders (zowel van kinderen als van tieners) hier niet op let. Echter, ouders dichten zichzelf een grote rol toe in de voorbeeldfunctie als het gaat om energieverbruik. Vrijwel alle ouders van kinderen en van tieners zijn van mening zijn dat kinderen zuiniger met energie omgaan als ouders het goede voorbeeld geven (resp. 93% en 84%). • Een ruime meerderheid van de kinderen (86%) heeft elektronische apparaten in de eigen kamer staan. Vier op de tien kinderkamers zijn voorzien van TV’s, stereo/cd spelers en radio’s. Naast deze apparaten worden ook de spelcomputer, de DVD-speler, de gewone computer en opladers voor de diverse apparaten genoemd. Gemiddeld hebben kinderen bijna 3 stroomverbruikende apparaten op hun kamer staan. Dit aandeel is vergelijkbaar met 7 jaar geleden. Jongens hebben vaker TV’s, gewone computers en spelcomputers op de kamer staan, terwijl meisjes vaker kiezen voor een stereo/cd speler. • Onder tieners zijn er nog maar enkelingen die geen elektronische apparaten op de eigen kamer hebben (2,6%). Gemiddels staan er in de Nederlandse tienerkamer ruim 4 (4,6) stroomverbruikende apparaten. In ruim 80% van de tienerkamers ligt een oplader voor de mobiele telefoon, bij 60% staat een televisie op de kamer (vaker bij jongens dan bij tienermeisjes (65% vs. 54%)). En er klinkt muziek in de Nederlandse tienerkamer, want ongeveer de helft van de tieners heeft een radio, stereo of MP3-speler op de kamer. Kinderen en Energie
B14394 / mei 2012
Pag. 8
Onderzoeksverantwoording Inleiding Blauw Research is door Nuon gevraagd om het in 2005 uitgevoerde onderzoek over de energiebewustheid van kinderen te herhalen. Doel van het onderzoek is een persbericht te kunnen schrijven over het energiebewustzijn onder de doelgroep en de ontwikkeling hierin gedurende de afgelopen 7 jaar, om hiermee publiciteit te genereren voor Nuon. Methode en steekproef De doelgroep voor dit onderzoek is onderverdeeld in twee groepen. Net als in 2005 zijn kinderen van 6 tot en met 12 jaar ondervraagd, daarnaast is het onderzoek uitgebreid met een groep kinderen van 13 tot en met 18 jaar. De respondenten zijn geworven door panelbureau SSI. Kinderen van 14 jaar en ouder zijn direct benaderd, jongere kinderen zijn via de ouders benaderd. In totaal zijn 1420 respondenten aan de vragenlijst begonnen, waarvan 849 binnen de doelgroepen vielen én de vragenlijst volledig hebben ingevuld. Naar aanleiding van de kwaliteitscontrole zijn er 48 cases verwijderd, waardoor de repons is uitgekomen op n=801. Om de representativiteit te optimaliseren is er door middel van poststratificatie gewogen naar de referentiecijfers uit De Gouden Standaard 2011 .
Kinderen en Energie
Veldwerk De vragenlijst bestond uit 28 vragen. De eerste 20 vragen moesten door het kind worden ingevuld en betrof naast enkele achtergrondvragen grotendeels vragen over het energiegebruik en de mate van de energiebewustheid. De laatste acht vragen werden door de ouders ingevuld en gingen over de aanschaf van elektrische apparaten en nog enkele achtergrondvariabelen. Bij de constructie van de vragenlijst is zo veel mogelijk uit gegaan van de vragenlijst uit 2005. Waar nodig is deze geüpdatet. Waar mogelijk zijn antwoordcategorieën gerandomiseerd om volgorde-effecten te voorkomen. De gemiddelde invulduur bedroeg iets langer dan 6 minuten. Analyse en rapportage Analyse heeft plaatsgevonden aan de hand van de meest gangbare statistische toetsen. Waar we spreken over een verschil, een daling of een stijging in dit rapport is er sprake van een statistisch significant verschil met een significantieniveau van 5%, tenzij anders aangegeven.
B14394 / mei 2012
leeftijd 6 jaar
m
v
totaal
26
29
57
7 jaar
25
31
56
8 jaar
27
35
62
9 jaar
28
32
60
10 jaar
29
31
60
11 jaar
34
32
66
12 jaar
37
30
67
13 jaar
25
42
67
14 jaar
34
31
65
15 jaar
25
37
62
16 jaar
19
41
60
17 jaar
30
31
61
18 jaar
23
37
60
Totaal
362
439
801
Pag. 9