KINDEREN EN TIENERS AAN HET WOORD OVER GEMEENTELIJKE JEUGDINFORMATIE Algemene besluiten uit de bevraging van kinderen en jonge tieners Juli 2008 Pablo Van Schel m.m.v. Sevi Golinvaux
KINDEREN EN TIENERS AAN HET WOORD OVER GEMEENTELIJKE JEUGDINFORMATIE Participatie bij gemeentelijke jeugdinformatie
Samenstelling: Pablo Van Schel m.m.v. Sevi Golinvaux Eindredactie: Pablo Van Schel Met dank aan Hilde Lauwers en Jan Van Gils
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
1
INHOUDSTAFEL
Inleiding ......................................................................................................................................... 3 1. Stellingen over de informatiebehoeften van kinderen en tieners ......................................... 4 Kinderen van derde en vierde leerjaar gaan zelden of nooit zelf actief op zoek naar informatie in het algemeen of naar informatie over het activiteitenaanbod voor hun leeftijd in het bijzonder ....................... 4 Jonge tieners hebben een zeer grote behoefte aan algemene informatie over "hoe ze moeten leven" ..... 5 Het gemeentelijk activiteitenaanbod voor jonge tieners is vaak weinig bekend. Nochtans betonen ze wel interesse voor activiteiten in hun gemeente ............................................................................................... 6 Aanbevelingen voor de gemeenten ............................................................................................................ 6
2. Stellingen over de effectiviteit van enkele informatiedragers voor kinderen....................... 7 Kinderen van het derde en vierde leerjaar lezen geen brochures, ook niet indien ze op kindermaat werden geschreven. ................................................................................................................................... 7 Flyers of kleine folders worden in heel wat gevallen opgemerkt en gelezen .............................................. 8 Mondelinge promotie van activiteiten via de scholen blijkt bijzonder efficiënt........................................... 11 Affiches en spandoeken blijken weinig succesvol..................................................................................... 11 Aanbevelingen voor de gemeenten .......................................................................................................... 11
3. Stellingen over de effectiviteit van informatiedragers voor jonge tieners (13-14-jaar) ..... 12 Tieners zoeken vooral naar informatie via hun vrienden en hun ouders................................................... 12 Tieners worden het liefst mondeling geïnformeerd, bij voorkeur op school en door de initiatiefnemers... 12 Tieners zien een website voor hun leeftijdsgroep wel zitten ..................................................................... 13 Tieners verkiezen geen info per sms te ontvangen, tenzij ze de afzender persoonlijk kennen ................ 13 Tieners vinden e-mail ok, maar niet als eerste of enige informatiekanaal Folders en affiches lijken (zonder bijkomende promotie) weinig efficiënt ................................................. 13 Aanbevelingen voor de gemeenten .......................................................................................................... 16
4. Stellingen over de gewenste vormgeving van grafische producten voor kinderen en tieners .......................................................................................................................................... 17 Illustraties zijn zeer belangrijk, maar mogen niet willekeurig gekozen zijn! .............................................. 17 Kinderen voelen zich aangetrokken tot kleuren, grappige tekeningen en spelletjes................................. 19 Tieners houden van een jonge, flashy stijl: niet te volwassen, niet te kinderachtig .................................. 19 De boodschap van de informatiedrager moet duidelijk zijn ...................................................................... 20 Tieners willen over het algemeen graag meewerken aan de vormgeving van de producten ................... 20 Tieners wensen aparte communicatie eigen aan hun leeftijd ................................................................... 20 Aanbevelingen voor de gemeenten .......................................................................................................... 20
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
2
KINDEREN EN TIENERS AAN HET WOORD OVER GEMEENTELIJKE JEUGDINFORMATIE Participatie bij gemeentelijke jeugdinformatie Inleiding In dit document vindt u de algemene conclusies van de bevraging van kinderen en jonge tieners in het kader van het project “participatie bij gemeentelijke jeugdinformatie”, in maart en april 2008 uitgevoerd door Onderzoekscentrum Kind & Samenleving in opdracht van de Vlaamse Overheid, meer bepaald het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen, in 8 gemeenten (Halle, Leuven, Staden, De Panne, Lochristi, Oudenaarde, Edegem en Meeuwen-Gruitrode). Voor het project werden 122 kinderen bevraagd (van 3de en 4de leerjaar, dus ca. tussen 8 en 11 jaar oud) en 116 jonge tieners (2de jaar secundair, of 13 tot 14 jaar oud). De details vindt u in achteraan in bijlage bij dit verslag. Als we het verder over kinderen hebben, betreft het 8-11-jarigen; gaat het over tieners, dan spreken we over 13tot 14-jarigen. Dit onderzoek gaat over de informatie die de gemeente bezorgt of zou kunnen bezorgen aan kinderen en tieners. De term ‘informatie’ verwijst in dit verslag naar die specifieke informatie van de gemeentelijke diensten. Het gaat dus niet over andere informatiebehoeften van kinderen en tieners. Dat betekent dat de hier verzamelde besluiten ook enkel de informatiestroom van de gemeente naar kinderen en tieners betreffen en hoe dezen ermee omgaan. Volgende thema’s kwamen aan bod: - wat zijn de behoeften aan informatie van kinderen en tieners? - wat zijn de meest gekende en gebruikte informatiekanalen bij kinderen van 8-11 jaar? - welke informatiekanalen worden door tieners gebruikt en verkozen? - in welke mate is informatie die door gemeentelijke diensten wordt verspreid naar kinderen en jonge tieners, gekend?1 - welke vormgeving spreekt de kinderen en de tieners aan? Als antwoord op deze vragen werden telkens één of meer stellingen ontwikkeld die dan geïllustreerd werden aan de hand van lokale voorbeelden. Zij illustreren en onderbouwen (al dan niet) de stelling.
1
Voor alle duidelijkheid: het gaat hier hoofdzakelijk over informatie verspreid door de gemeente over het lokale vrijetijdsaanbod (steekproef van activiteiten die plaats vonden in de maanden voor de bevraging). In de marge komt ook andere informatie aan bod, maar daar lag de nadruk niet op.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
3
De bevraging van de kinderen en tieners gebeurde d.m.v. focusgroepen. Dat zijn relatief kleine groepen (gemiddeld 8 kinderen of tieners) waarin de diverse vragen beantwoord en bediscussieerd worden. Het grote voordeel van deze werkwijze is dat binnen een korte tijdspanne veel informatie verzameld kan worden over de motieven van de respondenten. Onderling stellen de groepsleden elkaar vaak relevante vragen die de discussie aanzwengelen en verdiepen. Het werken met kleine groepen laat toe om uitspraken van de kinderen en tieners te verifiëren. Voor dit project werden per leeftijdsgroep en per gemeente twee groepjes kinderen en tieners bevraagd. In een eerste fase werd gepeild naar de spontane kennis van activiteiten die de voorbije maanden voor de leeftijdsgroep werden georganiseerd in de gemeente en naar de spontane kennis van (gemeentelijke) diensten voor de leeftijdsgroep. In een tweede fase werden de activiteiten besproken a.d.h.v. het beschikbare promotiemateriaal en kon getoetst worden of dit gekend was. De conclusies van het onderzoek zijn gebundeld in vier hoofdstukken: 1. Stellingen over de informatiebehoeften van kinderen en tieners 2. Stellingen over de effectiviteit van enkele informatiedragers voor kinderen 3. Stellingen over de effectiviteit van informatiedragers voor jonge tieners (13-14 jaar) 4. Stellingen over de gewenste vormgeving van grafische producten voor kinderen en tieners Na elke stelling worden aanbevelingen geformuleerd voor de gemeenten en helemaal op het einde volgen nog enkele algemene besluiten. Er werden ook een aantal voorbeelden van informatieproducten toegevoegd om één en ander meer concreet te maken.
1. Stellingen over de informatiebehoeften van kinderen en tieners •
Kinderen van derde en vierde leerjaar gaan zelden of nooit zelf actief op zoek naar informatie in het algemeen of naar informatie over het activiteitenaanbod voor hun leeftijd in het bijzonder. Ouders vervullen in vele gevallen de rol van sluiswachter voor informatie, niet in het minst omdat zij in zeer grote mate bepalen aan welke activiteiten hun kind deelneemt. Hoewel heel wat kinderen surfen, bezoekt slechts een zeer klein aantal kinderen websites voor informatieve doeleinden (bv. Karrewiet.be of gemeentelijke websites). De meeste kinderen kunnen geen webadressen van informatieve sites vernoemen.
-
-
-
-
In Wilsele (Leuven) surfen de kinderen ongeveer allemaal op het internet, maar haast uitsluitend voor spelletjes (sites met spelletjes). Vooral bij de keuze van sportkampen bleek in Boven-Lo (Leuven) de grote rol van de ouders. Gevraagd naar of en hoe ze zoeken naar informatie over activiteiten in Leuven, zeggen de meeste kinderen dat een ouder inkomende informatie (folder) bekijkt en dan een keuze maakt, samen met het kind. Edegem : de meeste kinderen zoeken zelf geen informatie op, maar vernemen via hun ouders wat er te doen is. Zowel in Edegem als Leuven zeggen de kinderen dat ze niet zelf op zoek gaan naar informatie (over activiteiten voor hun leeftijd). In Lochristi gaven enkele kinderen aan dat ze wel op de hoogte waren van een bepaalde activiteit, maar er niet heen mochten, omdat ze “reeds aan voldoende activiteiten deelnemen”. Heel wat kinderen surfen af en toe op internet en doen dit meestal samen met een ouder. De kinderen van de gemeenteschool geven aan dat ze zelf mogen kiezen wat ze willen doen in vakantieperiodes, maar dat hun ouders wel akkoord moeten gaan met de keuze. Enkele kinderen van de vrije school geven aan dat hun mama voorleest uit informatiefolders.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
4
•
Oudenaarde : niet alle kinderen hebben een mailadres of surfen dagelijks op internet. In Halle zeggen de bevraagde kinderen dat ze informatie in eerste instantie via hun ouders, school en jeugdbeweging zoeken. In De Panne geven de kinderen aan dat ze hun informatie vooral mondeling ontvangen, via hun mama, juf of sportcoach. Dit is eveneens zo in Meeuwen-Gruitrode. In Staden kent ongeveer de helft van de bevraagde kinderen de jeugdsportactiviteiten en de sportkampen, allen via vrienden en familie. Jonge tieners (13-14 jaar) hebben een zeer grote behoefte aan algemene informatie over de “dingen van het leven”, over “hoe ze moeten leven”. In alle bevraagde klassen middelbaar onderwijs (op één na: de Leuvense Miniemenschool) wordt de inhoud van de brochure Life@12-15 positief onthaald2, zowel in klassen waar men de eerste editie van de publicatie (eind 2006 verschenen) reeds had gezien of gekregen als in klassen waar niemand vertrouwd was met de publicatie. De tieners laten weten dat ze “nog niet alles weten”, dat de brochure nuttige contactgegevens bevat en dat ze nood hebben aan informatie over relaties, vriendschappen, vrije tijd … . Heel wat bevraagde tieners geven aan heel graag Joepie te lezen, om “mee te zijn”, “te weten hoe je moet leven”, … . In Halle kennen de bevraagde tieners het JIP niet. Wanneer hen wordt uitgelegd wat het JIP is, betreuren ze het niet te kennen en stellen ze zelf voor om het te verhuizen naar het centrum van de stad. In Leuven vinden enkele tieners dat ze “niks van politiek kennen”.
2 De brochure (met bijhorende website) werd ontwikkeld door een samenwerkingsverband van Delta, CJP, In Petto, Jeugdwerknet, KJT en de Kinderrechtswinkels i.s.m. tieners van het tweede jaar secundair onderwijs, d.m.v. een webenquête naar 11-16-jarigen en op basis van de vragen waarover jongeren van die leeftijd contact opnemen met de Kinder- en Jongerentelefoon.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
5
•
Het gemeentelijk activiteitenaanbod voor jonge tieners is vaak weinig bekend. Nochtans betonen ze wel interesse voor activiteiten in hun gemeente.
In alle gemeenten blijkt een deel van het (recente) aanbod aan activiteiten voor jonge tieners niet goed gekend. Sommige activiteiten zijn in de deelnemende gemeenten wel goed gekend, maar wij hebben vastgesteld dat heel wat recente activiteiten nauwelijks gekend zijn. Dat geldt bv. voor de activiteiten van de tienerwerking in Lochristi, de swapactiviteiten in Edegem, Meeuwen en Oudenaarde, de swapwerking bij de tieners van het buurthuis in Halle, een uitstap naar Phantasialand in De Panne, de kennis van de programmatie voor de 12-15-jarigen in Leuven, de activiteit “Vreemdgaan toegestaan” in Staden,… . De tieners die werden bevraagd in De Panne stellen dat ze “te weinig [folders] krijgen”. De activiteit “Expeditie Natuur” bv. kenden ze niet. Na uitleg van de jeugdconsulent (aanwezig tijdens de bevraging) over wat er tijdens deze expeditie te beleven valt, blijken ze enthousiast … . In de Leuvense Miniemenschool had geen enkele tiener de brochure met de voorjaarsactiviteiten 2008 van de jeugddienst gekregen of opgemerkt. Bij het tonen ervan bleek duidelijk dat heel wat tieners dit jammer vonden. In heel wat gemeenten peilden we ook naar de verwachtingen van tieners over het aanbod (“welke activiteiten zouden er in de gemeente moeten bestaan voor jongeren van jullie leeftijd?”). Spontaan vernoemen de tieners dan vnl. commerciële activiteiten (“meer winkels” en “grote dancings” komt zeer frequent voor); na wat doorvragen blijkt bv. in Staden dat er wel interesse is voor een actieve tienerwerking. AANBEVELINGEN VOOR DE GEMEENTEN OP HET VLAK VAN DE INFORMATIEBEHOEFTEN VAN KINDEREN EN TIENERS 1. Kinderen gaan zelden zelf op zoek naar informatie over het aanbod aan vrijetijdsactiviteiten. Hun ouders doen dat wel. Zij overleggen vaak met hun kinderen over de activiteiten, maar hebben zelf de beslissende stem. Informatie die deze groep van kinderen dient te bereiken, moet dus ook de ouders bereiken. 2. Het internet speelt voor de kinderen bij hun eventueel zoeken naar informatie over vrijetijdsactiviteiten amper een rol. Internet is voor hen hoofdzakelijk interessant omwille van de spelletjes. Een website voor deze leeftijdsgroep is dus niet evident. 3. Tieners gaan wel zelf op zoek naar informatie; zij zoeken vooral ‘algemene informatie’, of misschien correcter: informatie omtrent het ontwikkelen van hun levensstijl, ‘om te weten hoe je moet leven’.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
6
2. Stellingen over de effectiviteit van enkele informatiedragers voor kinderen •
Kinderen van het derde en vierde leerjaar lezen geen brochures (=publicaties van meer dan 2 blz. of kleinere publicaties met veel tekst ), ook niet indien ze op kindermaat werden geschreven. Deze stelling wordt gestaafd door volgende voorbeelden:
-
-
-
-
-
-
Het boekje over de grabbelpas in Edegem werd slechts door een tweetal kinderen gelezen, hoewel ongeveer de helft van de bevraagde kinderen (7) het gezien hebben. Infokrant Flashke van IBO Edegem (vnl. naar kinderen geschreven): gezien door de helft van de kinderen, maar door minder dan de helft daadwerkelijk ingekeken en dan vnl. voor spelletjes en grapjes. Folder Daguitstap - Dagvlinder - Paddestoel van IBO Staden: de helft van de bevraagde kinderen kent de folder, maar niemand las er iets in. In Halle herinnert een kwart van de bevraagde kinderen zich de roze folder van de Roefeldag 2007 gezien te hebben (geschreven op kindermaat), maar niemand las er iets in. In Lochristi kent geen van de kinderen van de focusgroepen spontaan de naam van het speelpleinkrantje “Pleizant”, hoewel ze allen het speelplein kennen en de meesten het bezoeken. Het krantje wordt elke vrijdag uitgedeeld aan alle kinderen die op het speelplein aanwezig zijn. Het begrip “Roefeldag” kan in de gemeentelijke basisschool van Lochristi niet worden uitgelegd, hoewel de leerlingen zeker een kleine brochure over deze dag en het overkoepelende “weekend van de jeugd” hebben ontvangen. In De Panne ontvingen de kinderen vlak voor de bevraging een brief met plooifolder op naam in de bus i.v.m. Dranouter aan Zee. Spontaan kent minder dan de helft echter Dranouter aan Zee en herinnert slechts één kind zich de brief gekregen te hebben. De jeugddag Staden op stelten blijkt niet gekend bij de bevraagde kinderen; geholpen herkent meer dan de helft de kleine folder en de affiche. In Staden is de creawedstrijd “sprookjes” voor kinderen van de lagere school door de helft van de bevraagde kinderen gekend, maar minder dan de helft kent de kleine folder (vanop school). In Oudenaarde ontvingen de kinderen vlak voor de bevraging de paasbrochure Zap Krullewiet op school. Minder dan helft van de kinderen kent ZAP spontaan en Krullewiet blijkt totaal onbekend. Geholpen herkent ongeveer de helft van de kinderen de folder (toch deels op kindermaat geschreven en heel wat foto’s bevattend). Meeuwen-Gruitrode: iets minder dan helft van de bevraagde kinderen had iets opgevangen van een uitstap naar Toverland (eind maart 2008), vooral “via via”, hoewel de uitstap in een recente vrijetijdsfolder (van 4 pagina’s) was aangekondigd. In dezelfde gemeente weten slechts enkele kinderen waar “de grabbelpas” voor staat, hoewel die ook in verschillende edities van de op kindermaat geschreven VET-gids aan bod is gekomen.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
7
In Leuven verschijnt het informatiekrantje Hinkedoe tweemaandelijks (wordt in alle lagere scholen verdeeld). Het boekje wordt niet of nauwelijks gelezen (behalve dan voor spelletjes); twee kinderen gaven aan er in te lezen, maar geen van beiden kon zich een onderwerp herinneren. In één focusgroep kon geen enkel kind spontaan vertellen wat Hinkedoe is. De brochure kinderprogramma voorjaar 2008 (zowel op maat van de kinderen als de ouders) werd door de meeste kinderen opgemerkt (verdeling via klassen), maar niet gelezen.
Informatiekrantje Hinkedoe (Leuven): mooi gemaakt, kleurrijk, niet teveel tekst per pagina, tekst op kindermaat … maar toch nauwelijks gelezen door de bevraagde kinderen.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
8
-
In de basisschool van Wilsele (Leuven) was het infokrantje over het Rode Hond Festival aan alle kinderen uitgedeeld, maar geen van de kinderen kon spontaan vertellen waar De Rode Hond naar verwijst. De kinderen zeggen zelf dat ze niet in het krantje gelezen hebben.
•
Flyers of kleine folders (publicaties met max. 2 pagina’s, met kleuren en weinig tekst) worden in heel wat gevallen opgemerkt en gelezen door kinderen van het derde en vierde leerjaar.
-
In Edegem zijn de flyers van de speelpleinwerking (SPED) goed gekend en worden ze door vele kinderen gelezen, behalve wanneer er teveel tekst op staat. Ook de gekleurde flyers van de jeugdsportdagen zijn er gekend en worden gelezen. De kinderen weten spontaan dat de flyers elke maand een andere kleur hebben. In De Panne organiseert de jeugddienst driewekelijks een activiteit voor kinderen. Net voor de bevraging werd de “Doem Doem Shop” georganiseerd. Deze activiteit werd gepromoot via A5-flyers op school. Alle bevraagde kinderen bleken deze te kennen.
-
-
Enkele uitzonderlijke activiteiten van de speelpleinwerking in Lochristi worden met aparte flyers gepromoot: ze worden op school meegegeven (tekenwedstrijd, sinterklaasbezoek, kinderfuif, …) en blijken zeer goed gekend. Deze A4flyer (recto) is een goed voorbeeld van hoe de aandacht van kinderen op een bepaalde activiteit gevestigd kan worden. Ouders vinden links onderaan de nodige praktische informatie.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
9
-
In Staden is de vakantieplanner van vorige zomer (A5 recto verso in kleur met vele figuurtjes) bijzonder goed gekend bij de kinderen, ook bij diegenen die niet deelnamen aan een activiteit.
Vakantieplanner Staden (recto verso A5): ook kinderen die niet aan activiteiten deelnemen, hangen de kalender thuis op en bekijken hem regelmatig. Nota bene: één uitzondering bevestigt de regel: de flyer over de kinderateliers in Oudenaarde (hoewel in kleur en weinig tekst bevattend) is niet bekend. Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
10
•
Mondelinge promotie van activiteiten via de scholen (mondelinge promotie door leerkrachten in de klas of middels een plaatsbezoek) blijkt bijzonder efficiënt.
-
De spontane kennis van de jeugdboekenweek (thema Mooi) en van de kinder- en jongerentelefoon (via de les godsdienst) bevestigt dit in Leuven. De leerkrachten besteedden daar aandacht aan. In Lochristi weten alle bevraagde kinderen de gemeentelijke bibliotheek liggen; ze bezoeken die binnen de schooluren. Alle speciale activiteiten van de bibliotheek zijn gekend in De Panne (tekenwedstrijd bv.). De school promoot ze actief.
•
Affiches en spandoeken blijken weinig succesvol.
-
In Lo (Leuven) hadden 4 kinderen de recente affiche over het Pepernootfestival opgemerkt, in Wilsele 2. De kinderen geven allen aan deze niet gelezen te hebben. In Oudenaarde vinden de kinderen de affiche voor de recente familievoorstelling Pinokki-oh heel leuk (verspreid in de stad en in de scholen, er zijn een 5-tal voorstellingen per jaar), maar niemand heeft ze opgemerkt. In Staden is de affiche van “spelzoekers” niet bekend bij de kinderen. In De Panne vinden de kinderen de affiche van de Luisterlezerbus zeer aantrekkelijk, maar niemand had ze opgemerkt.
-
-
Nota bene: één voorbeeld spreekt deze stelling tegen: de affiches en spandoeken voor de openstraatdag in Halle (september 2007!) bleken dan wel weer gezien door de helft van de kinderen (deze werden ook in jeugdbewegingen e.d. verspreid). Er werden echter al heel wat edities van de openstraatdag gehouden (het gaat dus om een bekend initiatief) en de kinderen ontvangen er op school ook een foldertje over.
AANBEVELINGEN VOOR DE GEMEENTEN OP HET VLAK VAN INFORMATIEDRAGERS VOOR KINDEREN 1) Een folder of brochure moet eerst en vooral gekend zijn, en daarna gelezen worden. Het ‘gekend’ zijn is al een hele opdracht. Het wijst op het belang van continuïteit in de vormgeving; zo bouw je een herkenbaarheid op. 2) Veel tekst op een publicatie is een onoverkomelijke hindernis voor kinderen. 3) Kleine flyers (maximaal 1 pagina recto verso) hebben meer kans om gelezen of minstens opgemerkt te worden. Het recept: weinig tekst, kleur, veel illustraties. 4) Wil men er zeker van zijn dat bepaalde informatie de kinderen bereikt, dan moet men de medewerking van de leerkrachten hebben die er extra aandacht aan besteden in de klas of via een bezoek ter plekke. Een enthousiaste medewerker die alle klassen bezoekt, is een andere (geapprecieerde) werkwijze. 5) Affiches op straat en spandoeken werken niet. Het is evenwel bekend dat een boodschap versterkt wordt indien ze via diverse kanalen wordt verspreid. Op die manier kunnen affiches en spandoeken wel ondersteunend werken.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
11
3. Stellingen over de effectiviteit van informatiedragers voor jonge tieners (13-14-jaar) •
Tieners zoeken vooral naar informatie via hun vrienden en hun ouders.
Haast alle bevraagde tieners surfen op het internet, maar slechts de helft van hen gebruikt dit kanaal om informatie op te zoeken (zeer vaak enkel in opdracht van de school) en van deze groep zoekt nog een kleiner deel op het internet naar activiteiten voor de eigen leeftijd, in de eigen gemeente. Om te weten wat er te doen is, gaan tieners meestal te rade bij vrienden/vriendinnen. Ook de ouders spelen nog een grote rol. Dit informatiekanaal is dominant t.o.v. het internet. Het internet wordt vaak niet eens geciteerd als kanaal om informatie over activiteiten te bekomen. In De Panne gaan de tieners vooral bij vrienden te rade om te weten wat er te doen valt. Folders op school en affiches komen op de tweede plaats. Het internet wordt er niet spontaan vermeld. In Edegem vermelden de bevraagde tieners dat ze in eerste instantie mondeling vernemen aan welke activiteiten ze kunnen deelnemen, meer bepaald via vrienden, verenigingen en familie. Idem dito in Halle. In Lochristi surfen alle bevraagde tieners, maar slechts één tiener geeft aan actief op zoek te gaan naar activiteiten voor de leeftijdsgroep in de gemeente. Geconfronteerd met een denkbeeldige probleemsituatie zouden de meeste tieners in Lochristi informatie inwinnen bij hun ouders of bij leerkrachten. •
Tieners worden het liefst mondeling geïnformeerd, bij voorkeur op school en door de initiatiefnemers; dit kanaal wordt boven alle andere verkozen.
-
In Edegem worden tieners het liefst geïnformeerd via de school, mensen die komen vertellen over een activiteit (of folders, of via leerkrachten of aan de schoolpoort). Voorstel in Edegem: samen met de klas deelnemen aan een swapactiviteit, om de monitoren beter te leren kennen. In Meeuwen-Gruitrode willen de tieners ook graag informatie die live wordt voorgesteld op school, folders kunnen ook wel (maar dan graag op tijd). Ze vragen dat de voorstelling bij voorkeur gebeurt door de initiatiefnemers (van activiteiten), desnoods door leeftijdsgenoten van de leerlingenraad. In De Panne krijgen de bevraagde tieners ook graag mondelinge informatie via monitoren en jeugdwerkers, zoals de SWAP-brochure die in alle scholen door jeugdwerkers wordt verdeeld en toegelicht. Wat bijzonder succesvol blijkt te zijn. Een folder via de school en per post willen ze ook wel. Wanneer de jeugdconsulent van De Panne uitleg geeft over Expeditie Natuur blijken de bevraagde tieners direct gemotiveerd om deel te nemen, hoewel de activiteit gewoonlijk maar weinig bijval kent. In Oudenaarde verkiezen de tieners ook communicatie via de school en worden ze bij voorkeur face to face geïnformeerd. “Halle buurtsport” wordt gepromoot via de buurtwerkers (+ folder in de bus). Tieners uit de buurt komen spontaan naar de buurtwerkers om “te weten wat er te doen is”. In Halle bleken de tieners van de swapwerking tijdens de lentevakantie heel enthousiast over het feit dat swap aan de uitgang van scholen werd gepromoot (vlak voor de lentevakantie).
-
-
-
Verspreiding van informatie via de school (op een persoonlijke manier) blijkt ook bij tieners bijzonder efficiënt. In de Leuvense Miniemenschool citeren heel wat tieners spontaan de Kinder- en Jongerentelefoon als te raadplegen informatiebron bij problemen. Er wordt hen gevraagd een zelfklever met o.a. het nummer van de KJT in hun agenda te kleven aan het begin van het schooljaar. In beide Leuvense middelbare scholen zijn bepaalde cultuurlocaties gekend dankzij bezoeken in klasverband. De kennis van de SWAPwerking in De Panne (zie hierboven) is ook een goed voorbeeld van zeer actieve en gesmaakte promotie.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
12
•
Tieners (13-14 jaar) zien een website voor hun leeftijdsgroep wel zitten. - Een website voor hun eigen leeftijdsgroep zien tieners wel zitten, bv. in Edegem, Oudenaarde en Meeuwen. Dit op voorwaarde dat het een aantrekkelijke site betreft, in de stijl van facebook, my space, met veel foto’s van activiteiten en op voorwaarde dat je er makkelijk heen kan surfen (lees : gemakkelijke url). - In Oudenaarde zien de tieners een toffe site met foto’s en details over de activiteiten zeker zitten. Ook in Halle vinden ze een website met info voor hun leeftijd wel een leuk idee, op voorwaarde dat er veel foto’s en filmpjes van de activiteiten kunnen bekeken worden. In De Panne zouden de bevraagde tieners surfen naar een site voor 12-15-jarigen “mocht die bestaan” en “veel foto’s van activiteiten bevatten”. Nota bene: slechts een beperkt deel van de tieners surft voor informatieve doeleinden (zie hoger) en bv. in het Leuvense Miniemeninstituut beschikken heel wat tieners niet over toegang tot het internet.
•
Tieners verkiezen geen info per sms te ontvangen, tenzij ze de afzender persoonlijk kennen.
Tegenover informatie per sms staan de meeste tieners negatief of nemen ze een dubbelzinnige houding aan: ze lijken het een inbreuk op de privacy te vinden. Dit is bv. het geval in Oudenaarde, Edegem, Lochristi en Leuven. Ze zeggen wel dat ze zelf hun vrienden via sms optrommelen om naar een activiteit te komen. Indien ze een jeugdwerker of monitor persoonlijk kennen, dan kan info via sms eventueel wel. •
Tieners vinden e-mail OK, maar niet als eerste of enig informatiekanaal.
E-mail kan, maar niet als eerste of enige kanaal. Ook in Oudenaarde en Lochristi wordt dit van e-mail gezegd. In Halle vindt slechts één tiener dat e-mail ook een goed kanaal is. In Staden willen de tieners dan weer wel via e-mail geïnformeerd worden. In het Leuvense Miniemeninstituut staat men resoluut afwijzend tegenover dit informatiekanaal. Heel wat leerlingen van deze school zouden thuis niet over een internetaansluiting kunnen beschikken: ze bleken hun mails niet dagelijks te raadplegen. •
Folders en affiches lijken (zonder bijkomende promotie) weinig efficiënt.
-
De Panne : de affiches van De Week van de Zee zijn goed gekend, SWAP brochure wordt gebruikt (maar deze wordt in de klassen voorgesteld). Edegem : tieners zeggen dat ze regelmatig naar de plakzuilen kijken,… . Halle : de affiches en spandoeken van openstraatdag zijn goed gekend van in het straatbeeld, de SWAP folder werd er gelezen, maar die werd bijkomend gepromoot aan de schoolpoort. In Staden is de affiche van de tienersportbeurs nauwelijks gekend. De vakantieplanner (zie pagina 10) is dan weer wel zeer goed gekend en de tieners vinden die qua vormgeving ook geslaagd. In Lochristi kennen alle bevraagde tieners de voorstellingsfolder van het speelplein (“de zomer van 2007”), maar slechts 3 (op 9) hebben er iets in gelezen. De affiche voor het seizoen 2007-2008 van Leuvens cultuurcentrum 30CC is door alle tieners van de Miniemenschool opgemerkt (“ze hing overal”), maar geen van de tieners weet waar ze voor staat. In Oudenaarde ontvingen de tieners een flyer over de swapwerking in de bus; de helft van de bevraagde tieners herkent hem, maar slecht een kwart van de tieners weet spontaan waar swap voor staat. In Oudenaarde ontving elke leerling uit het middelbaar onderwijs een tijdje voor de bevraging een flyer van de theatervoorstelling Broers. Die blijkt niet gekend. De voorstelling werd bijkomend gepromoot met affiches in de klassen.
-
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
13
-
-
-
In De Panne zeggen de bevraagde tieners dat ze de promotieflyer voor een uitstap naar Phantasialand niet hebben ontvangen, hoewel ze die per post gekregen moeten hebben (december 2007). Een net voor de bevraging verstuurde folder met activiteiten voor de tienerwerking in Lochristi, blijkt, hoewel die per post en op naam verstuurd werd, nagenoeg onbekend.
In Meeuwen-Gruitrode blijken de helft van de bevraagde tieners de vrijetijdsgids (die ze via de post hebben ontvangen) te kennen (zomervakantie). De swapwerking blijkt haast totaal onbekend, hoewel ze onder meer in diezelfde gids werd gepromoot. De infokrant in Meeuwen-Gruitrode wordt door heel wat tieners ingekeken en de vormgeving ervan wordt geapprecieerd: heel veel foto’s en kleur. Sommige tieners lezen er artikels in. In de meeste andere gemeenten wordt weinig of niet gelezen in gemeentelijke informatiebladen, hoewel ze zeker gekend zijn.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
14
De infokrant van Meeuwen-Gruitrode is de enige die door heel wat bevraagde tieners als informatiebron wordt gebruikt en waarvan de vormgeving (kleur en zeer veel fotomateriaal) wordt geapprecieerd.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
15
AANBEVELINGEN VOOR DE GEMEENTEN OP HET VLAK VAN INFORMATIEDRAGERS VOOR TIENERS 1. Tieners gaan, in tegenstelling tot kinderen, zelf op zoek naar informatie, maar meestal via vrienden of via hun ouders. Dit wijst op het belang van het informele kanaal en dus op netwerking. Verenigingen kunnen daarbij een stevige rol spelen. 2. Tieners krijgen de informatie liefst op school en wel rechtstreeks van de organisator: een begeleider die een initiatief promoot in de klas heeft meer succes dan wanneer zijn folders uitgedeeld worden door de leerkracht. 3. Een website op maat van de tieners wordt gunstig onthaald, maar hij moet wel heel levendig zijn en voortdurend geactualiseerd worden. Toch moet de kracht van dit medium voldoende gerelativeerd worden; het interesseert de tieners wel, maar daarom gebruiken ze het nog niet om zelf op zoek te gaan naar informatie. 4. Informatie via e-mail kan, op voorwaarde dat dezelfde informatie ook op andere manieren aangereikt wordt. 5. SMS is niet geschikt voor het doorgeven van algemene informatie. 6. Folders en affiches kunnen een rol spelen bij informatieverspreiding, maar wellicht is ook hier de herkenbaarheid en de complementariteit met andere media heel belangrijk.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
16
4. Stellingen over de gewenste vormgeving van grafische producten voor kinderen en tieners •
Illustraties zijn zeer belangrijk, maar ze mogen niet willekeurig gekozen zijn! Zowel kinderen als tieners voelen zich het meest aangetrokken tot foto’s van de activiteit zelf, op gekende plaatsen en met leeftijdsgenoten (die ze eventueel herkennen).
-
-
-
-
-
-
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
Affiches/Folders met realistische kleurenfoto’s worden gesmaakt, zoals bv. in De Panne, Edegem, … Halle : Blauwe folder Joepiespeelplein. Ook de brochure “Zomervakantie 2007” is een qua vormgeving aantrekkelijk boekje waar kinderen spontaan in beginnen bladeren en zoeken, hoewel de inhoud naar volwassenen is gericht. In Oudenaarde vinden kinderen de folder van het Kinderatelier niet aantrekkelijk, omdat er geen foto’s van de ateliers en van wat je er kan doen werden weergegeven. De Panne : Affiche Expeditie Natuur : liever hadden de tieners foto’s van de vorige editie dan van een fotomodel op het strand (dat laatste spreekt hen niet aan). Een aantal kinderen bladert graag door “De Panne Leeft” op zoek naar foto’s van zichzelf of andere bekenden. Staden : kinderen vragen naar foto’s over de activiteiten in de folder m.b.t. de buitenschoolse opvang. Ze vragen ook naar een webpagina met foto’s van de activiteiten die op de vakantieplanner vermeld staan. In Lochristi wordt de folder van de creaateliers leuk bevonden (veel foto’s, veel informatie, resultaat van wat je er leert, staat op foto, het letterype is ok …), maar vooraan zou volgens enkele kinderen ook een foto van het knutselen moeten verschijnen (nu lijkt men alleen te kunnen koken in de ateliers).
17
-
Hoewel de brochure zomervakantie 2007 van de stad Halle (onder) inhoudelijk voor volwassenen bestemd is, spreekt de vormgeving de bevraagde kinderen héél sterk aan. Heel wat kinderen hadden in de brochure gebladerd, anderen bleken heel enthousiast wanneer we de brochure toonden.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
18
•
Kinderen voelen zich aangetrokken tot kleuren, grappige tekeningen en spelletjes.
-
Halle : affiche Openstraatdag met kleurrijke titel. Oudenaarde : De MAX is succesvol dankzij grappige tekeningen en spelletjes. De Affiche “Pinokki-oh” valt in de smaak omdat ze grappig en kleurrijk is (hoewel de activiteit er niet gekend is, zie hoger). Het reglement van de bib lezen ze liever in de vorm van een stripverhaal dan in doorlopende tekst. Edegem : als kinderen in Flashke bladeren, dan alleen voor de spelletjes en de grapjes. Staden : affiche Kindertheater Frustater wordt zo goed als unaniem verkozen tot meest aantrekkelijke affiche omwille van leuke foto’s en grappige tekeningen. Staden : de vakantieplanner (zie pagina 10) is een echte topper : iedereen kent en gebruikt de kalender in de vakantie, ook kinderen die niet deelnemen aan activiteiten. In Leuven vinden de kinderen het grappig dat een groene hond werd afgebeeld in het krantje over het Rode Hond Festival. Dit merken ze direct op bij het tonen van het krantje. Speelpleinkrantje “Pleizant” zou meer ludieke elementen (grapjes, spelletjes, strips, cartoons, …) moeten bevatten, vinden de kinderen in Lochristi, naast de activiteiten die op het speelplein worden georganiseerd. Sommige kinderen dringen aan op kleur voor de frontpagina en minder tekst.
-
•
Tieners houden van een jonge, flashy stijl: niet te volwassen, niet te kinderachtig.
Naast de inhoud wordt ook de vormgeving van de Life@12-15-brochure door haast alle jonge tieners gewaardeerd. Dat mag niet verbazen, want de vormgeving gebeurde i.s.m. tieners van het tweede jaar secundair onderwijs. -
-
-
-
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
Oudenaarde : life@1215 scoort goed qua opmaak, kleuren en inhoud, ook de publicaties van In Petto zijn geliefd. De Panne : tieners hebben behoefte aan afwisseling, de steeds terugkerende huisstijl vinden zij saai. De affiche Phantasialand, Swap brochure en life@1215 scoren het hoogst. Halle : SWAP flyer is al OK, maar mag nog meer flashy. In Leuven wil men eveneens veel foto’s, grote koppen, een opvallende cover en “flashy kleuren”. Joepie wordt er in beide focusgroepen als voorbeeld geciteerd. In Staden valt de vakantieplanner ook bij jonge tieners in de smaak (zie pagina 10).
19
•
De boodschap van de informatiedrager moet duidelijk zijn.
Waar een folder of affiche naar verwijst, moet duidelijk zijn. Info moet kort en bondig met eventueel een (gemakkelijke) website waar de tieners meer informatie kunnen opzoeken. -
-
De Panne : De affiche van Expeditie Natuur geeft niet echt weer wat de activiteit is. Wanneer de jeugdconsulent de activiteit toelicht, reageren de tieners enthousiast en willen ze deelnemen. Ook de affiche van de Jeugdraad (met koe) vinden ze maar niets: “wat heeft die koe te maken met het krijgen van 300 €?” In Halle vragen de tieners dat de folders duidelijk weergeven wat de activiteit inhoudt.
•
Participatie : Tieners willen over het algemeen graag meewerken aan de vormgeving van de producten.
-
-
In Halle willen ze graag meewerken en stellen ze een ontwerpwedstrijd voor de affiche van de Openstraatdag voor. Dergelijke ontwerpwedstrijden worden in Halle al georganiseerd (preventieidenst) en blijken succesvol. In Edegem en Meeuwen willen tieners ook meewerken.
•
Tieners wensen aparte communicatie, eigen aan hun leeftijd.
Apart communiceren naar 12-15-jarigen wordt gevraagd in Edegem en Meeuwen-Gruitrode. Niet combineren met activiteiten voor kinderen, daar knappen sommigen op af. In Oudenaarde vinden ze het Infomagazine saai en willen ze liever een aparte brochure voor hun leeftijd. AANBEVELINGEN VOOR DE GEMEENTEN OP HET VLAK VAN VORMGEVING VAN GRAFISCHE PRODUCTEN 1. De vormgeving is zonder meer erg belangrijk. Foto’s, kleur, tekeningen, grapjes en dergelijke meer zijn teasers. Evenwel, het is moeilijk te voorspellen welke illustraties in de smaak zullen vallen en welke niet. Foto’s van de activiteiten zelf, met kinderen uit de eigen omgeving, slaan zeker aan. 2. Lay-out is niet iets wat iedereen kan: het vergt enige opleiding en aanleg. Een geregelde toetsing bij de kinderen of tieners is aangewezen (eerder dan de toetsing bij volwassenen). Dat kan door een ontwerp of een product voor te leggen in enkele klassen of door een gebruikersgroep samen te brengen twee keer per jaar. 3. Breng de informatie kort, kernachtig, en terzake. Geen plaats voor bla-bla. 4. Tieners kunnen zeker aangesproken worden i.v.m. vormgeving, niet alleen om er feedback over te geven, maar ook om er aan mee te werken.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
20
NOG ENKELE ALGEMENE BESLUITEN VOOR DE GEMEENTEN: 1. De nieuwe media zijn aantrekkelijk en goed bekend bij de kinderen en tieners, toch mag hun invloed niet overschat worden. Als informatiedragers voor activiteiten op lokaal niveau is hun gebruik beperkt. Hun nut is vooral aanvullend t.o.v. andere informatiedragers. 2. Ouders zijn een belangrijke doelgroep als men informatie over activiteiten voor kinderen en tieners wil verspreiden. Zij zijn -voor de kinderen én tieners- een zeer belangrijke informatiebron. 3. De verspreiding van informatie verdient veel aandacht. Het persoonlijk overbrengen van een boodschap is steeds efficiënt (maar vergt veel tijd). Eenzelfde boodschap via verschillende dragers (folders, affiches, websites, artikels, …) aanbrengen is een basisregel in de communicatie. 4. De bevraging van kinderen en tieners rond dit thema is zeker relevant. Zowel de informatiedrager zelf als de distributie als de vormgeving kunnen daarbij ter sprake komen. Door elk jaar bij een andere leeftijd, in een andere school (of jeugdgroep) een gesprek op te zetten aan de hand van het verspreide materiaal, krijg je een berg bruikbare informatie.
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
21
LIJST BEVRAAGDE FOCUSGROEPEN IN HET KADER VAN HET PROJECT PARTICIPATIE BIJ GEMEENTELIJKE JEUGDINFORMATIE
Oudenaarde (15 april 2008) 18 kinderen (6 meisjes en 12 jongens) derde en vierde leerjaar Freinetschool 9 jongens en 6 meisjes uit het tweede middelbaar De Panne (23 april 2008) Twee groepjes kinderen (8-10 jaar), in totaal 11, van wie 5 meisjes 4 tieners in De Jutter (12-15 jaar) Bijkomende bevraging door de jeugddienst zelf
Halle (1 en 10 april 2008)
16 kinderen: 2 groepjes van acht 8-9 jarigen (3de of 4de leerjaar) op Speelplein Joepie 1 groep van zeven 13-15 jarigen (5 van 13 jaar) deelnemend aan de swapwerking 1 groep van 6 jongens uit het buurthuis (11 tot 14 jaar) Staden (16 april en 20 mei 2008) 2 groepjes van 8 kinderen van 3de en 4de leerjaar van de vrije basisschool Tieners: 8 jongeren van 14-16 (chiro), 5 jongeren van 12-13 jaar en 3 van 13-14 jaar (scouts) Meeuwen-Gruitrode (18 april 2008) 7 kinderen van 10-11 jaar van de katholieke school 8 kinderen van 9-11 jaar in de Boomgaard 10 tieners van 13-14 jaar (tweede jaar middelbaar) Leuven (14, 17 en 18 april 2008) Twee groepjes van 8 kinderen van derde of vierde leerjaar (basisscholen Boven-Lo en Wilsele) 9 leerlingen van het derde jaar middelbaar onderwijs Mater Dei school en 14 leerlingen tweede jaar middelbaar van het Miniemeninstituut Lochristi (20 maart en 10 april 2008) 9 leerlingen van het derde jaar middelbaar (Edugoschool, 10 april 2008) Twee groepjes van 8 kinderen basisscholen Lochristi en Zaffelare Edegem (3 en 17 april) 14 kinderen (speelclub buitenschoolse opvang en speelplein SPED) 9 tieners O.L.V.E-school (tweede jaar), 7 tieners KTA (tweede jaar) en 3 tieners (12-13 jaar) speelplein speelpleinwerking SPED
Kinderen en tieners over gemeentelijke jeugdinformatie
22