abcdefgh Rijkswaterstaat
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk? RIZA rapport 2004.023
Dit rapport is te bestellen à € 12,50 per stuk bij Cabri Mailservice, Postbus 431, 8200 AK Lelystad, Tel. 0320-285333, Fax. 0320-285311, E-mail
[email protected] Betaling na levering; een acceptgiro wordt bijgevoegd. Het rapport is gratis voor dienstonderdelen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. This publication can be ordered at € 12,50 per copy through Cabri Mailservice, PO Box 431, 8200 AK Lelystad, The Netherlands, Tel. +31 320 285333, Fax, +31 320 285311, E-mail
[email protected] Payment on delivery.
abcdefgh Rijkswaterstaat
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk? RIZA rapport 2004.023 ISBN 9036956803 Auteur: J. van Klaveren RIZA Lelystad, augustus 2004
........................................................................................
Colofon Uitgegeven door: RIZA, Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling Postbus 17 8200 AA Lelystad
2
Informatie: Telefoon: Fax:
Kirsten van Dijk (0320) 29 89 22 (0320) 29 89 32
Uitgevoerd door:
Prisma Communicatie Jacqueline van Klaveren
m.m.v.:
Ingrid Zeegers Sonja Rasenberg en Kirsten van Dijk
Datum:
september 2004
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
Inhoudsopgave ........................................................................................
Inhoudsopgave 3 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding 4 Aanleiding van het onderzoek 4 Doel van het onderzoek 4 De doelgroep 4 De geïnterviewden 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Verstrekte hulpmiddelen 6 Handreiking validatie milieujaarverslagen 6 Wvo-checklist meet- en registratiesystemen 8 Andere hulpmiddelen 9 Conclusie hoofdstuk 10
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Valideren 11 Wanneer valideren? 11 Uniformiteit 11 Opstellen beoordelingsbrief 12 Knelpunten 12 Rol coördinerend bevoegd gezag 12 Handhaven 13 Conclusie hoofdstuk 13
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Samenwerking 14 Interne samenwerking 14 Externe samenwerking 14 Waarheen met vragen? 15 Ervaringen uitwisselen 15 Conclusie hoofdstuk 16
5
Aandachtspunten 17
6 6.1 6.2
Conclusies en aanbevelingen 19 Conclusies 19 Aanbevelingen 20
Bijlage 1 Vragenlijst 22 Bijlage 2 Individuele constateringen 24
3
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
1 Inleiding ........................................................................................
1.1 Aanleiding van het onderzoek Medewerkers van Rijkswaterstaat valideren niet eenduidig en vinden het valideren moeilijk, zo bleek in 2001 uit een RIZA-onderzoek naar het valideren van milieujaarverslagen. Uit landelijk onderzoek bleek dat dit ook gold voor andere overheden. Daarom is in 2002 door de gezamenlijke overheden een verbetertraject gestart. In het kader daarvan is in 2003 de Handreiking validatie milieujaarverslagen ontwikkeld. De Handreiking biedt de overheden ondersteuning bij het valideren van milieujaarverslagen. Door het RIZA was al eerder een Wvo-checklist meet- en registratiesystemen voor waterbeheerders ontwikkeld, die aanvullend op de Handreiking kan worden gebruikt. Deze checklist is een hulpmiddel om het totstandkomingsproces van de emissies naar water in het milieujaarverslag te kunnen beoordelen. De validatie van de milieujaarverslagen van 2003 is achter de rug. Reden om te evalueren hoe het valideren dit jaar is vergaan en om te kijken of de ontwikkelde hulpmiddelen voldoende zijn.
1.2 Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is om te weten te komen of de hulpmiddelen die zijn ontwikkeld ook voldoende zijn voor Rijkswaterstaat om volgens een uniforme werkwijze milieujaarverslagen te valideren.
1.3 De doelgroep In eerste instantie is de evaluatie primair bedoeld voor de mensen van Rijkswaterstaat die meedraaien in het landelijk verbetertraject Validatie milieujaarverslagen. Dit rapport geeft hen informatie en munitie om hun werk beter te kunnen doen. Daarnaast levert deze evaluatie ook interessante informatie op voor andere betrokkenen, zoals de Divisie Water van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en het Hoofdkantoor van Rijkswaterstaat.
1.4 De geïnterviewden Negen mensen van acht verschillende regionale directies van Rijkswaterstaat zijn geïnterviewd over hun bevindingen met het valideren van de milieujaarverslagen van 2003. De groep geïnterviewden bestaat uit acht handhavers en één vergunningverlener. Eén directie heeft het valideren uitbesteed, bij de andere directies gebeurt het valideren door Rijkswaterstaatmedewerkers zelf. Het aantal mensen dat bij het valideren van milieujaarverslagen is betrokken, is afhankelijk van het aantal milieujaarverslagen dat een directie moet
4
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
beoordelen. Uiteenlopend van één handhaver en één vergunningverlener tot een heel team van mensen. De meeste geïnterviewden vervullen een regierol in het proces en hebben op drie mensen na ook zelf milieujaarverslagen beoordeeld. Deze drie personen zijn opgetreden als coördinator.
5
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
2 Verstrekte hulpmiddelen ........................................................................................
2.1 Handreiking validatie milieujaarverslagen Een handig naslagwerk, dat is wat de meeste geïnterviewden van de Handreiking validatie milieujaarverslagen vinden. Alles staat gestructureerd bij elkaar. Met handige stroomschema's. Ook al is de Handreiking niet tijdbesparend. Wil je iets weten, dan zoek je het hier op, maar het boek van A tot Z doorlezen, gebeurt niet. Dat zou wellicht handig zijn voor mensen die voor het eerst gaan valideren, maar de geïnterviewden zijn stuk voor stuk mensen die al vaker met dit bijltje gehakt hebben. Mensen die weten waar ze op moeten letten. Gebruikt is vooral de checklist Beoordelingscriteria. a) Het cijfermatige gedeelte Met uitzondering van één persoon vindt iedereen de richtlijnen om de betrouwbaarheid van de cijfers mee te kunnen beoordelen helder. Ook al constateert men dat de betrouwbaarheid van de cijfers voor een deel afhangt van de vrachthoogte. Als het gaat om parameters in hele lage hoeveelheden, is de procentuele afwijking vaak enorm groot. Vijf kilo meer of minder op een emissie van duizend kilo geeft een foutenmarge van minder dan 1%, maar op een emissie van een paar kilo, kan dat zomaar een foutenmarge zijn van 100%. Het zou daarom handig zijn als er een tabel was waar per parameter en per hoeveelheid in zou staan tot welk percentage een geconstateerde afwijking van de cijfers nog betrouwbaar is. Nu hanteert men hiervoor zijn eigen richtlijnen. Voor de één is een afwijking van 25% nog toelaatbaar, voor de ander moet de afwijking tussen de 10 en 20% blijven. Weer anderen stellen vast dat een afwijking vaak te maken heeft met een andere methode van berekenen of met de frequentie van het meten. Het beoordelen van de verschillen is een kwestie van vakmanschap van de beoordelaar. De methode voor het omgaan met detectiegrenzen bij het berekenen van de jaarvrachten, wordt ook wel de methode “Volkert Bakker” genoemd. Als erom gevraagd wordt, wordt deze methode door de bedrijven na enige uitleg ook wel gebruikt. Maar niet iedereen vraagt ernaar. De geïnterviewden zijn van mening dat je de methode niet kunt afdwingen omdat deze geen officiële status heeft. Zelf gebruiken de beoordelaars de methode wel. Zo lang de cijfers van het bedrijf en Rijkswaterstaat maar ongeveer hetzelfde zijn. Pas als de cijfers van het bedrijf afwijkend zijn, wordt gevraagd welke methode is gebruikt voor het berekenen van de jaarvracht. Een aantal regionale directies valideert door de jaarvrachten te vergelijken met de eigen berekende vrachten. Vreemd vinden de geïnterviewden dat Wvo-Info meerdere cijfers produceert voor dezelfde parameter (verschillende berekeningsmethode), waaronder één voor het milieujaarverslag en één voor de verontreinigingsheffing. Dat is verwarrend.
6
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
b) Het beschrijvende gedeelte Het toetsingskader voor de begrippen 'volledigheid' en 'betrouwbaarheid' vindt men over het algemeen goed beschreven. Maar je moet niet blind de lijst doornemen, want niet alles is even relevant. Sterker nog, het is allemaal wel erg uitgebreid. Met name als het gaat over het thema Milieuzorg, is de gevraagde informatie over de audits bijzonder vergaand. Eén persoon valt voor het toetsingskader voor de 'volledigheid' en 'betrouwbaarheid' volledig terug op de werkmap Overheidsverslag van FO-Industrie. Deze beoordelaar mist de overzichtelijke lijsten met aandachtspunten (bij volledigheid) en 'wat te doen als'-lijsten (bij betrouwbaarheid) die wel in de werkmap van FOIndustrie aanwezig zijn. Wanneer een bedrijf voor het eerst beoordeeld wordt of er zijn problemen geconstateerd, is de checklist Beoordelingscriteria erg handig. Maar juist als alles goed zit bij een bedrijf, is een ingekorte checklist gewenst. c) Voldoende of onvoldoende? De meningen lopen uiteen als het gaat om het kunnen beoordelen van het milieujaarverslag als voldoende of onvoldoende. Op één persoon na vindt men de verdeling in de categorieën A, B en C erg volledig.1 Maar dan? Wat doe je met al die minnetjes en plusjes? "Het minimale niveau is in de checklist Beoordelingscriteria duidelijker maar het blijft vrij subjectief of het een aanvulling, uitstel of een afkeuring wordt", zegt iemand. "De checklist is slechts een hulpmiddel en heeft geen officiële status", zegt een ander. Heel ander punt vormt de D-categorie (niet verplicht in het kader van het Besluit milieuverslaglegging). De D-categorie roept discussie op. Donderwerpen worden 'vrijblijvend' genoemd, iemand vindt dat ze beter kunnen verdwijnen omdat er geen regelgeving onder ligt en een ander vindt dat A- en D-zaken soms erg dicht bij elkaar liggen. Terwijl A of D qua beoordeling een wereld van verschil is. Zo vallen de milieuzorgplannen onder categorie A, terwijl het milieubeleid een Donderwerp is. Het betekent ook dat beoordelaars D-onderwerpen niet altijd in de beoordelingsbrief zetten, maar in een apart memo, omdat ze niet het gevaar willen lopen dat het jaar erna een milieujaarverslag wordt afgekeurd op een 'futiliteit', zoals iemand dat noemt. d) De handhavingsprocedure Men is voor het handhaven op de milieujaarverslagen afhankelijk van de provincie, die over het algemeen het coördinerend bevoegd gezag is. Door één regionale directie wordt niet actief gehandhaafd, want zegt de beoordelaar: "Wij kunnen er wel wat van vinden, maar we kunnen bij een milieujaarverslag niet sanctionerend optreden. Ik heb niks te handhaven." Ook anderen vragen zich af waar de regionale directies voor verantwoordelijk zijn. "Wat als wij een tekortkoming constateren en het verslag afkeuren en de provincie keurt het goed en
1
In de checklist Beoordelingscriteria zijn de onderwerpen in vier categorieën ondergebracht.
Aan de categorieën is een verschillende mate van belangrijkheid toegekend.
7
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
doet niks. Moeten wij dan wat doen? Mogen we zelf optreden? Hoe streng?" Dat wordt niet duidelijk in de Handreiking.
2.2 Wvo-checklist meet- en registratiesystemen Binnen Rijkswaterstaat bestaat de afspraak om vanaf april 2004 de Wvo-Checklist meet- & registratiesystemen van het RIZA in ieder geval te gebruiken voor het valideren van die bedrijven waar onduidelijkheden bestaan over de verstrekte cijfers. Die afspraak is totaal onbekend. Over het nut van een formele brief over deze afspraak lopen de meningen uiteen. Voor de ene helft is een brief een pressiemiddel: wat moet, moet. De status wordt zo duidelijk en het is handig als de uitvoerders op de hoogte zijn wat er van hen verwacht wordt. De andere helft zal bij het ontvangen van zo'n brief zelf bepalen hoe belangrijk zij de afspraak vinden ten opzichte van het gewone handhavingswerk. Want als er aan de ene kant van het bordje iets bijkomt, valt er aan de andere kant hoe dan ook iets af. Dat er een verschil is tussen de Checklist meet- en registratiesystemen die als bijlage in de Handreiking is opgenomen en de Wvo-checklist meet- en registratiesystemen die door het RIZA is uitgereikt, is aan praktisch niemand duidelijk geworden. Iedereen denkt dat het één en dezelfde lijst is. De ene groep gebruikt de RIZA-checklist ("Dat stond in de opdracht."). De andere groep gebruikt de checklist uit de Handreiking ("Die is recenter, dus die vervangt volgens mij de andere checklist."). Maar noch de ene noch de andere checklist is veelvuldig gebruikt. Het controleren van de meet- en registratiesystemen van bedrijven maakt geen deel uit van het validatietraject. Hier en daar is de checklist gebruikt voor een enkel bedrijf of als pilot maar dat gaat dit jaar wel veranderen, want men is zich ervan bewust dat voor het einde van 2005 de meet- en registratiesystemen van alle milieujaarverslagplichtige bedrijven gecontroleerd moeten zijn. Vijf regionale directies hebben de checklist al enkele keren gebruikt of doorgekeken. "Alles waarvan je denkt dat je het zou kunnen vinden in deze checklist, staat er ook in. Maar je hebt niet alles nodig. Ik mis niets. Kan er iets af?" Daar is eigenlijk iedereen het mee eens. Je kunt met deze checklist gestructureerd te werk gaan en je kunt niets meer over het hoofd zien, maar de lijst is te uitgebreid. Men is ervoor om een gelaagdheid aan te brengen in hoofd- en bijzaken. "Anders krijg je 84 aandachtspunten. Dan denkt zo'n bedrijf ook, 't is wel prima zo." Al met al kost het nu vreselijk veel tijd, maar iedereen realiseert zich dat het in de jaren hierna steeds makkelijker en wellicht ook tijdbesparend zal worden. a) De controleformulieren Het controleformulier Documentatie vindt iedereen erg uitvoerig. "Is het niet mogelijk om het formulier samen te voegen met het controleformulier Inhoud", oppert iemand. Ook al omdat er wel erg veel punten uit het controleformulier Documentatie in het
8
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
controleformulier Inhoud terugkomen. "Is de documentatie aanwezig, dan bekijk je die meteen ook inhoudelijk." Voor één geïnterviewde zijn niet alle documenten die aanwezig moeten zijn even belangrijk. Voor deze persoon gaat het om zaken die geregistreerd moeten zijn voor de Wvo-vergunning en –heffing. Ook wordt gewaarschuwd niet alleen de lijsten af te vinken maar kritisch te blijven. "Je moet niet alleen kijken of een document aanwezig is, maar ook of het voldoet." Twee directies hebben het controleformulier Documentatie toegestuurd aan de bedrijven om het opsturen van de informatie makkelijker te maken. b) Hoe omgaan met de resultaten? Wat als een bedrijf onvoldoende scoort of er tekortkomingen worden geconstateerd? Wat doe je daar dan mee? Welke status heeft het geheel? Kan een bedrijf rechten ontlenen aan de resultaten? Dat is nog onderbelicht, vinden verschillende beoordelaars. Eén persoon benadrukt dat ook hier geen wettelijk kader is, maar dat je wel iets van de resultaten moet vinden. "Je moet komen tot iets dat voldoende is voor dát ene bedrijf. Bij een klein bedrijf is soms één man verantwoordelijk voor het meet- en registratiesysteem, bij een groot bedrijf gaat dat heel anders. Daar moet je wel rekening mee houden." Eén beoordelaar vindt het duidelijk hoe je met de resultaten moet omgaan. "Wij leggen schriftelijk vast waar het bij de bedrijven aan ontbreekt en dat koppelen we terug naar het bedrijf, inclusief verbeterpunten. "In de controleformulieren Inhoud en Werking kun je alles handig afvinken en er is ruimte voor opmerkingen."
2.3 Andere hulpmiddelen Behalve de verstrekte hulpmiddelen zijn er weinig andere bestaande documenten gebruikt. Iedereen werkt met Wvo-Info. Verder hebben verschillende directies aanvullende documenten ontwikkeld. Zoals Excel-spreadsheets waarin de voortgang per milieujaarverslag wordt bijgehouden (van dossiernummer tot en met de wijze van inleveren – schriftelijk of digitaal) en spreadsheets waar alle gegevens in staan van de contactpersonen waarmee bij de diverse provincies, gemeenten en waterschappen wordt samengewerkt. In één geval is sprake van een aangepaste checklist Beoordelingscriteria waarin alle Wmaangelegenheden zijn geschrapt. Eén directie heeft speciaal voor de nieuwe beoordelaars in het team een eigen plan van aanpak geschreven met vragen en tijdbesteding erin. Er zijn twee directies waar de werkmap Overheidsverslag van FO-Industrie nog gebruikt wordt. De ene directie gebruikt de werkmap voor het beschrijvende gedeelte omdat, zoals zij zeggen, bedrijven deze map ook als uitgangspunt gebruiken, terwijl de Handreiking validatie milieujaarverslagen voor overheden is geschreven. De andere directie mist in het beschrijvende gedeelte van de Handreiking de overzichtelijke checklists waarmee de volledigheid en betrouwbaarheid getoetst kunnen worden. Eén directie kijkt ook op de website van FO-Industrie want "daar staat ook alles".
9
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
2.4 Conclusie hoofdstuk De Handreiking validatie milieujaarverslagen is hét achtergronddocument voor iedereen die zich met het valideren van de milieujaarverslagen bezighoudt. Desalniettemin is bij de beoordeling van de cijfers het vakmanschap van de beoordelaar doorslaggevend. Te meer daar er geen duidelijke tabel bestaat waarin is aangegeven wanneer een geconstateerde afwijking van de cijfers nog betrouwbaar is en wanneer niet. Een aantal regionale directies valideert door vrachten te vergelijken en nog niet door het totstandkomingsproces van de door het bedrijf opgegeven getallen als leidraad te laten fungeren. De veel gebruikte checklist Beoordelingscriteria is dusdanig volledig dat een specifieke Wvo-variant en een verkorte versie daarvan gemist worden. Die laatste zou gebruikt kunnen worden voor bedrijven waarvan bekend is dat de cijfers kloppen. De onderwerpen in de checklist die tot de D-categorie behoren, worden in de praktijk heel anders uitgelegd dan in de toelichting van de checklist is verwoord. Wil het Wvo-bevoegd gezag kunnen handhaven, dan moeten haar verantwoordelijkheden duidelijk zijn. Het is niet duidelijk wat de verschillen zijn tussen de Wvo-checklist meet- en registratiesystemen van het RIZA en de Checklist meet- en registratiesystemen die in de Handreiking is opgenomen. Het gebruik van de checklist wordt niet gezien als een onderdeel van het validatietraject en is daarom tot op heden nog weinig gebruikt. Ook al is men zich ervan bewust dat voor het einde van 2005 de meet- en registratiesystemen van alle milieujaarverslagplichtige bedrijven doorgelicht moeten zijn. De controleformulieren zijn erg uitgebreid. Door de controleformulieren Documentatie en Inhoud samen te voegen wordt tijdwinst voor de beoordelaars behaald. Een wettelijk kader om de resultaten te kunnen beoordelen, ontbreekt. Naast deze twee tools wordt ook de werkmap Overheidsverslag van FO-Industrie nog gebruikt door een tweetal regionale directies.
10
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
3 Valideren ........................................................................................
3.1 Wanneer valideren? Wat is dat eigenlijk: valideren? Is het de controle van het meten en registreren door het bedrijf? Dus het hele jaar door. Of is puur en alleen de checklist invullen tussen 1 april en 1 juni? En ga je in die periode wel of niet langs bij de bedrijven? Hoe betrouwbaar zijn de cijfers van een bedrijf als je het meet- en registratiesysteem nog niet tegen de lamp hebt gehouden? Kun je dan eigenlijk wel valideren? Het zijn enkele van de vragen die naar voren komen en die ook maken dat er flink uiteenlopende tijdsbestedingen worden opgegeven voor het valideren van de milieujaarverslagen. Variërend van 4 uur bij de directie die door omstandigheden niet zoveel tijd heeft voor de milieujaarverslagen en het belangrijker vindt om door het jaar heen goed te meten tot 40 uur bij de directie die alle bedrijven bezoekt tijdens de validatieperiode. Daartussen wordt van alles genoemd: 8 (2x), 10, 15, 16 en 25 uur. En dan is het beoordelen van het meet- en registratiesysteem nog niet meegenomen. Omdat het onderdeel is van het (regulier) toezicht staat het daardoor los van het valideren. a) Concept-jaarverslagen Op één regionale directie na ontvangt en beoordeelt iedereen conceptjaarverslagen. Dat heeft diverse voordelen. Namelijk: door in een vroegtijdig stadium omissies en fouten te constateren, hebben bedrijven de gelegenheid om hun milieujaarverslagen aan te passen en er is tijd voor discussie. Daardoor gaat de kwaliteit van het eindverslag omhoog en wordt voorkomen dat er gehandhaafd moet worden. Voor de regionale directies zorgt het vooral voor spreiding van de werkzaamheden. Vóór 1 april moet er nu meer gebeuren, maar de beoordeling van het eindverslag gaat sneller. Al met al levert het geen tijdwinst maar kwaliteitswinst op.
3.2 Uniformiteit Er wordt getwijfeld als de vraag gesteld wordt of de uniformiteit van het valideren verbeterd is door de aangereikte hulpmiddelen. Eigenlijk vinden de geïnterviewden dat er al een redelijke uniformiteit bestond en dat er niet vreselijk veel veranderd is. Een aantal mensen vindt dat de checklist Beoordelingscriteria maakt dat er nu stap voor stap wordt beoordeeld en niet langer hapsnap. "De punten in de checklist zijn vrij hard met die plussen en minnen, daar kun je niet meer omheen." Toch zijn er ook andere geluiden te horen. "De checklist is zo uitgebreid dat het minder overzichtelijk en daardoor minder makkelijk wordt om uniform te valideren." En: "Het beoordelen van het beschrijvende deel blijft subjectief, iedereen legt andere accenten. Maar dat geeft niet, want het gebeurt door mensen die inhoudelijk betrokken zijn bij de
11
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
bedrijven." Of: "Juist doordat bedrijven nu kunnen kiezen voor een schriftelijk of elektronisch milieujaarverslag is de uniformiteit afgenomen." Al met al vinden drie geïnterviewden de uniformiteit toegenomen, drie personen twijfelen en drie mensen vinden de uniformiteit afgenomen.
3.3 Opstellen beoordelingsbrief Terwijl bij de ene regionale directie de beoordelingsbrief aan die van de provincie is geniet, neemt bij de andere regionale directie de provincie alleen stukken uit de brief over, waardoor de tekst niet goed meer uit de verf komt. Maar er is ook een directie waar de provincie een concept-beoordelingsbrief opstelt en voorlegt aan Rijkswaterstaat. "Het is nooit voorgekomen dat we het niet eens waren." Er zijn inmiddels diverse directies die in navolging van het elektronisch milieujaarverslag rechtstreeks hun beoordelingsbrief naar het bedrijf sturen en een kopie naar de provincie sturen. "De bedrijven vinden dat geen probleem, die kunnen Wvo- en Wm-zaken scheiden."
3.4 Knelpunten Grootste knelpunt bij het valideren vormt, door de korte doorlooptijd, de tijdsdruk. Andere knelpunten die genoemd worden, zijn onder andere dat er bij het valideren altijd twijfelgevallen tussenzitten. Hoe belangrijk zijn dan categorie D-onderwerpen? En verder: hoe krijg je op een leesbare manier de cijfers uit Wvo-Info? Hoe betrouwbaar mag je de cijfers vinden als je het meet- en registratiesysteem van een bedrijf nog niet gecontroleerd hebt? Je beoordeelt dan cijfers waarvan je niet weet hoe ze tot stand zijn gekomen." Tot slot waarschuwen twee beoordelaars dat je op papier kunt zetten wat je wilt en dat je daarom altijd moet gaan kijken of wat ze zeggen ook klopt. "Je kunt niet valideren als je in het verslagjaar niet bent langs geweest bij het bedrijf."
3.5 Rol coördinerend bevoegd gezag Waar de ene directie als die zelf afkeurt ook het handhavingstraject inzet, daar verbaast de andere directie zich erover dat de provincie niet altijd hun advies overneemt of dat niet het meest negatieve oordeel doorslaggevend is. "Als de provincie hiermee doorgaat, dan moeten we nieuwe afspraken maken, zodat we zelf kunnen gaan handhaven." De afspraken met het coördinerend bevoegd zijn niet altijd duidelijk en lopen nogal uiteen. "Soms zegt de provincie tegen mij handhaaf jij er maar op, maar dat staat nergens expliciet." Een aantal directies geeft aan het hun eigen verantwoordelijkheid te vinden om betere afspraken met de provincie te maken. Maar in sommige gevallen worden er helemaal geen afspraken gemaakt. Of heeft men zich bij de situatie neergelegd. "In het verleden kostte het wel eens moeite om het Wm-
12
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
bevoegd gezag te overtuigen en dat kun je jammer vinden maar daar houdt het dan op." Eén regionale directie heeft samen met de provincie - in navolging van het elektronisch milieujaarverslag – besloten dat er geen coördinerend bevoegd gezag meer is. Een andere directie beschouwt dat juist als een enorm slechte zaak van het elektronisch milieujaarverslag. "Want wil je A's en B's kunnen optellen, dan moet er juist gecoördineerd worden."
3.6 Handhaven Niemand heeft dit jaar strafrechtelijk opgetreden of het bestuursrechtelijke handhavingstraject ingezet. Twee regionale directies keuren nooit af, waarvan er in ieder geval één vindt dat Rijkswaterstaat daartoe ook niet bevoegd is. Eén directie heeft wel één op de vier milieujaarverslagen onvoldoende beoordeeld, maar die weet nog niet wat het coördinerend bevoegd gezag met hun beoordelingsbrief heeft gedaan. Een andere directie beoordeelde één verslag onvoldoende, de provincie ook. Maar waar de Rijkswaterstaat-medewerker vond dat er voor 1 juli opheldering van het bedrijf moest komen, heeft de provincie het bedrijf tot volgend jaar gegeven. Kortom, hetzelfde oordeel alleen de maatregel is anders. "Een gemiste kans" in de woorden van de geïnterviewde. Wel zijn er allerlei waarschuwingsbrieven de deur uitgegaan en brieven waarin naar aanvullende informatie wordt gevraagd. Naar aanleiding van één zo'n waarschuwingsbrief heeft het bedrijf met de dreiging dat er bestuursrechtelijk zal worden opgetreden, aanpassingen gemaakt. Dat was nadat het bedrijf al jaren op de rand van het toelaatbare zat. Vorig jaar werden punten in de beoordelingsbrief gezet, dit jaar waren die onvoldoende opgevolgd. Een waarschuwingsbrief had succes. "In feite stel je goedkeuring uit via dwang."
3.7 Conclusie hoofdstuk Het is nog onduidelijk wat er allemaal precies moet gebeuren ten aanzien van het valideren, in welke volgorde en wat daarbij de rol is van het coördinerend bevoegd gezag. Blijkbaar is er naast de hulpmiddelen ook een duidelijkere instructie nodig over de procedure. Wil die het gewenste effect hebben, dan zullen deze procedureinstructies wel bindend moeten zijn voor de uitvoering. Dit betekent dat ze op het juiste niveau moeten worden gemaakt. Voor de implementatie en borging van deze afspraken zou gebruik kunnen worden gemaakt van het professionaliseringstraject van de handhaving en in de toekomst die van vergunningverlening.
13
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
4 Samenwerking ........................................................................................
4.1 Interne samenwerking De handhaver neemt het cijfermatige gedeelte voor zijn rekening. De vergunningverlener is of verantwoordelijk voor het hele beschrijvende gedeelte (drie gevallen) of voor het bedrijfsmilieuplan (drie gevallen), heeft alleen een adviserende rol (één directie) of heeft helemaal geen rol bij de validatie van milieujaarverslagen (één directie). Bij één directie is de vergunningverlener de coördinator maar in alle andere gevallen is het de handhaver. Drie coördinatoren hebben zelf geen milieujaarverslagen gevalideerd. De beoordelingsbrief wordt bij één directie door de vergunningverlener verzorgd, bij twee directies wisselt het per jaar wie het doet: de handhaver of de vergunningverlener en bij de overige directies is het de handhaver die de brief schrijft. Soms wordt de beoordelingsbrief samen ondertekend, soms door de gezamenlijke chef en soms alleen door de handhaver. Er vindt overleg plaats tussen degenen die verantwoordelijk zijn voor de validatie. Het oordeel van degene die voor dat specifieke onderdeel van de validatie aan de lat staat, is leidend. Samen komen ze eigenlijk altijd probleemloos tot een unaniem oordeel.
4.2 Externe samenwerking Over het algemeen is men nogal ontevreden over de relatie met het coördinerend bevoegd gezag. Een enkeling daargelaten, die juist goede contacten onderhoudt en samen met de provincie en het waterschap de bedrijven bezoekt, en de directie die in het kader van de komst van het elektronisch milieujaarverslag actief het coördinerend bevoegd gezag heeft benaderd. Er is ook een beoordelaar die vroeger intensief overleg had en nu tevreden is met het feit dat dit is teruggebracht tot alleen collegiale afstemming. Maar vaak ligt het anders en worden de contacten minimaal, lastig of onbevredigend genoemd. Eén geïnterviewde geeft desondanks aan geen behoefte te hebben aan meer contact. "De samenwerking heeft alleen betrekking op de procedure en daarover kun je kort zijn." Er zijn regionale directies waar men geen idee heeft wie de contactpersoon is bij het coördinerend bevoegd gezag en men met vragen van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Of waar het contact dusdanig is dat de provincie verzuimt te checken of Rijkswaterstaat een exemplaar van het milieujaarverslag heeft gekregen en dat pas weken na 1 april toestuurt of de beoordelingsbrief ongelezen achter hun eigen beoordeling vastniet. Het contact verschilt erg per provincie. Voor een deel wordt het onbevredigende contact geweten aan het feit dat bij Rijkswaterstaat een heel ander belang wordt gehecht aan het
14
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
milieujaarverslag dan bij de provincie. "De denkwijze en manier van omgaan met gegevens bij provincie en waterkwaliteitsbeheerders is heel anders. Wij zitten in het veld, zij vooral achter hun bureau. Zij hechten aan procedures, maar wat er in werkelijkheid gebeurt, interesseert ze niet. Bij ons is het verbeteren van de waterkwaliteit leidend. Het is lastig praten als een timmerman en een slager over hetzelfde onderwerp iets moeten zeggen." Behalve een korte alinea over het feit dat de provincie meestal optreedt als het coördinerend bevoegd gezag, is er in de Handreiking niets over samenwerking te lezen. Diverse geïnterviewden geven aan dat het wellicht zou helpen om in het voortraject bij elkaar te gaan zitten. Of om meer van bovenaf te lobbyen voor een echt gemeenschappelijk oordeel van Rijkswaterstaat, de provincie en de waterschappen.
4.3 Waarheen met vragen? De meeste geïnterviewden zijn zo vertrouwd met het valideren van milieujaarverslagen, die hebben weinig inhoudelijke vragen meer. De vragen die ze hebben, hebben vaak direct betrekking op het bedrijf in kwestie. Daarvoor wordt dan intern contact gezocht. Vaak met collega's van de afdeling vergunningverlening omdat die de beschikkingen goed kennen of met een andere regionale directie als dezelfde hoofdvestiging ook daar een milieujaarverslag moet indienen. De website van FO-Industrie is veelvuldig geraadpleegd, maar dat had voornamelijk betrekking op technische vragen over het elektronisch milieujaarverslag. Eigenlijk is er geen contact gezocht met andere instanties. Maar de verwachting is dat zowel het Steunpunt emissies als FO-Industrie eventuele vragen zouden kunnen beantwoorden of zouden doorspelen naar een andere vraagbaak. Ook het RIZA is een optie. "Wettelijk gezien is dat onze adviseur."
4.4 Ervaringen uitwisselen Erg grote animo om ervaringen uit te wisselen, is er niet. Kan nuttig zijn, is leerzaam, zegt men voorzichtig. Er bestaat de behoefte om met de handhavingspartners uit de regio om tafel te gaan zitten en te praten over de richtlijnen over hoe op te treden tegen bedrijven. Ook wordt geopperd om met Rijkswaterstaat, al dan niet met de provincies en de waterschappen erbij, ervaringen uit te wisselen over het milieujaarverslag en de Wvo-checklist meet- en registratiesystemen. Zo zijn de ervaringen positief over de uitreiking en toelichting bij Rijkswaterstaat van de Wvo-checklist meet- en registratiesystemen. Ook het coördinatorenoverleg over wat goed en fout ging in het coördinerende deel, na afloop van de validatieperiode, is opgeheven. Uitwisseling was prettig omdat de ervaring is dat bij diverse directies heel anders wordt omgegaan met de milieujaarverslagen. Al met al is er
15
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
tegenwoordig veel minder overleg over de milieujaarverslagen. Sommigen zijn daar rouwig maar lang niet iedereen.
4.5 Conclusie hoofdstuk De interne samenwerking bij Rijkswaterstaat verloopt in zijn algemeenheid goed. De werkafspraken verschillen wel, maar zijn voor iedereen duidelijk. De externe samenwerking is vaak onbevredigend en afstemming is niet altijd aanwezig. Het elektronisch milieujaarverslag versterkt dit alleen maar. Hierdoor zwakken de verschillende overheden elkaar af, in plaats van dat ze elkaar versterken en ondersteunen. Dit werkt demotiverend en is ook een inefficiënte manier van werken. De discussie over nut en noodzaak van het samenwerken wordt door de beoordelaars gevoerd, dus op de ‘werkvloer’. Op dit niveau lukt het niet de samenwerking naar wens te laten verlopen. Belangrijk is dan ook dat op een ‘hoger’ niveau duidelijke werkafspraken worden gemaakt. Hierbij kan wellicht gebruik worden gemaakt van de politieke actielijnen om de eigen organisatie beter te organiseren en de relaties met provincies en gemeenten te vernieuwen2. Rijkswaterstaat kan in haar beleving niet zelfstandig handhavend optreden richting de bedrijven. Dit is niet de bedoeling van het Besluit milieuverslaglegging geweest. Over de verdeling van de handhavingstaken zijn dus duidelijkere afspraken nodig waarbij wel geanticipeerd moet worden op het elektronisch milieujaarverslag. Nieuwe afspraken vormen een aanleiding om ervaring en kennis uit te wisselen tussen de beoordelaars van de regionale directies.
2
Uit het ondernemingsplan van Rijkswaterstaat Doorpakken wel degelijk, januari 2004,
Den Haag.
16
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
5 Aandachtspunten ........................................................................................
Tijdens de interviews zijn veel aandachtspunten naar voren gebracht. Veel hebben er te maken met het naast elkaar bestaan van de schriftelijke en elektronische versie van het milieujaarverslag. Hier volgt een aantal aandachtspunten. a) Het elektronisch milieujaarverslag "Vreemd dat alles in de Handreiking gericht is op het schriftelijke milieujaarverslag terwijl het merendeel van de bedrijven is overgegaan op het elektronisch indienen van het milieujaarverslag." "Een koppeling tussen de cijfers van bedrijven uit het elektronisch milieujaarverslag en de cijfers van Rijkswaterstaat uit Wvo-Info zou wel handig zijn." "Hoe kun je in het elektronisch milieujaarverslag de A's en B's optellen als je niet weet wat de anderen hebben ingevuld?" "Wij hebben dit jaar veel met de elektronische versie gewerkt en hebben veel meer aanvullende informatie moeten vragen. Dat gaat nu met een druk op de knop, dus veel makkelijker, maar in het verleden waren er gewoon niet zoveel vraagtekens dat er aanvullende informatie moest worden gevraagd." b) overige aandachtspunten "Bedrijven doen nu weinig met de opmerkingen die wij maken. Als we zelf zouden handhaven konden we veel meer dwang uitoefenen." "Kwartaal- en weekrapportages voor de milieujaarverslag-plichtige bedrijven hoeven niet meer, maar wij vinden het essentieel, dus vragen we bedrijven of ze die cijfers vrijwillig willen geven. Die cijfers hebben voor ons veel meer waarde dan het milieujaarverslag. Als je in het verslagjaar overschrijdingen ziet, dan handhaaf je op dat moment, daar heb je dat milieujaarverslag niet voor nodig. Het milieujaarverslag geeft wel een mooi integraal beeld voor vergunningverleners, maar voor handhavers bereik je er niets mee." "Bij afwijkende vrachten zou ik wel van FO-Industrie en ook van het RIZA willen horen wat ze vinden van onze bevindingen. Nu krijgen we helemaal geen terugkoppeling van FO-Industrie. "Het zou wel handig zijn als in de Handreiking wordt opgenomen bij welke instanties men terecht kan voor wat voor type vragen. Voor het geval het nodig mocht zijn."
17
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
18
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
6 Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................
6.1 Conclusies Zijn de ontwikkelde hulpmiddelen toereikend gebleken om milieujaarverslagen uniform te kunnen valideren? Algemeen kan gesteld worden dat de bestaande hulpmiddelen redelijk voldoen maar niet alleen doorslaggevend zijn voor het uniform valideren. Blijkbaar spelen ook andere zaken een rol. a) De verstrekte hulpmiddelen Naast de Handreiking validatie milieujaarverslagen worden - door een tweetal regionale directies - ook nog andere hulpmiddelen gebruikt. Verder gebruikt niet elke regionale directie de Wvo-checklist meet- en registratiesystemen. Dit staat een uniforme manier van valideren in de weg. De status van zowel de Handreiking validatie milieujaarverslagen als de Wvo-checklist meet- en registratiesystemen is onduidelijk. b) Valideren Het valideren kost veel tijd en zorgt voor flink wat onduidelijkheden. Hierdoor worden door sommige regionale directies nog extra bedrijfsafvalwaterrapportages aan bedrijven gevraagd, naast het milieujaarverslag. Dit is een ongewenste situatie en is strijdig met de politieke ontwikkeling om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verlichten. Afstemming van taken en bevoegdheden tussen Rijkswaterstaat en de provincie, dus tussen het Wvo- en het Wm-bevoegd gezag, moet goed geregeld en geborgd zijn. c) Samenwerking Door de vaak onbevredigende samenwerking en afstemming met de provincie ontstaan frustraties bij individuele medewerkers die valideren. Hierdoor werkt ‘de gezamenlijke overheid’ inefficiënt en verliest het milieujaarverslag aan waarde. Dit is strijdig met de politieke actielijnen die ook voor Rijkswaterstaat gelden - om de eigen organisatie beter te organiseren met minder arbeidsintensieve werkprocessen en zo min mogelijk zelf doen. Door de komst van het elektronisch milieujaarverslag wordt de neiging versterkt dat Wvo- en Wm-bevoegd gezag onafhankelijk opereren zonder dat duidelijk is of en waarvoor Rijkswaterstaat sanctionerend mag optreden.
19
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
6.2 Aanbevelingen Naar aanleiding van de evaluatie worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Op basis van de bestaande checklist Beoordelingscriteria uit de Handreiking validatie milieujaarverslagen een Wvo-checklist Beoordelingscriteria maken. 2. In de checklist Beoordelingscriteria de categorie met Donderwerpen onder de loep nemen, of verwijderen, of niet langer laten opnemen in de beoordelingsbrief. Of de status van de Donderwerpen en hoe er mee om te gaan, duidelijker beschrijven. 3. In de Wvo-checklist meet- en registratiesystemen de controleformulieren Documentatie en Inhoud samenvoegen, een gelaagdheid aanbrengen in hoofd- en bijzaken en uitwerken wat de status is van de resultaten. 4. Naast de Handreiking validatie milieujaarverslagen en de Wvochecklist wordt ook nog de werkmap Overheidsverslag van FOIndustrie gebruikt omdat bedrijven daarmee werken. In de werkmap staat een andere checklist met beoordelingscriteria. Via het landelijk verbetertraject Milieujaarverslagen moeten er afspraken gemaakt worden over het afstemmen van de inhoud van beide mappen, zodat overheid en bedrijven over dezelfde informatie beschikken. Die afspraken moeten vervolgens door de overheid naar de bedrijven worden gecommuniceerd. Via het landelijk verbetertraject moeten de afspraken ook worden afgestemd met het ministerie van VROM, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen. 5. De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en het hoofdkantoor van Rijkswaterstaat moeten meer duidelijkheid geven over de status van de beoordelingsbrief en bindende procedureafspraken maken. 6. Op het juiste niveau moeten duidelijkere afspraken gemaakt worden over de samenwerking en afstemming met het coördinerend bevoegd gezag. Door de komst van het elektronisch milieujaarverslag wordt de neiging versterkt dat Wvo- en Wmbevoegd gezag onafhankelijk opereren zonder dat duidelijk is of en waarvoor Rijkswaterstaat sanctionerend mag optreden. Daarom moet bij afspraken geanticipeerd worden op het elektronisch milieujaarverslag. 7. Uitwerken wie wanneer handhavend optreedt en welke procedure daarbij gevolgd wordt. De IVW zou de leiding kunnen nemen bij het opstellen en afstemmen van de procedureafspraken. 8. Zorg dat het beoordelen van de milieujaarverslagen sneller gaat door alle bedrijven hun milieujaarverslagen digitaal aan te laten leveren. Integreer de goede dingen van de aanwezige
20
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
hulpmiddelen in het elektronische milieujaarverslag, zodat direct en alleen het onderdeel dat van toepassing is, kan worden geraadpleegd. Verdeel de bevoegdheden tot handelen en handhaven duidelijk tussen de verschillende bevoegde gezagen. Zorg dat dit ingebracht wordt in het landelijk project Elektronisch milieujaarverslag. 9. Ondanks alle hulpmiddelen, blijkt dat er nog veel niet duidelijk is en komt de boodschap niet aan. Een andere manier van communiceren over de bedoelingen en vereisten is daarom gewenst. Daarbij is een centraal punt noodzakelijk van waaruit de gehele communicatie wordt gecoördineerd. Het RIZA zou hier voor de waterbeheerders een rol in kunnen vervullen. 10. Tot slot: bekijk of toekomstige (politieke) ontwikkelingen, zoals de Projectorganisatie administratieve lastenverlichting (PAL), het actieprogramma Andere Overheid, het ondernemingsplan van Rijkswaterstaat, de Kaderrichtlijn Water en de integrale waterwet effect hebben op het milieujaarverslag en speel daar nu alvast op in. Uit de aanbevelingen volgt een aantal verschillende acties. De verantwoordelijkheid voor die acties ligt bij verschillende onderdelen van Verkeer en Waterstaat. Hierdoor bestaat de kans dat er dubbelwerk verricht wordt of langs elkaar heen gewerkt wordt. Het heeft daarom de voorkeur om de acties te coördineren. Omdat het RIZA al een aantal diensten van Verkeer en Waterstaat vertegenwoordigt in landelijke projecten, ligt het voor de hand het RIZA dit te laten doen.
21
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
Bijlage 1 Vragenlijst ........................................................................................
De ontwikkelde hulpmiddelen 1. Zijn de ontwikkelde hulpmiddelen (Handreiking validatie milieujaarverslagen en Wvo-checklist meet- en registratiesystemen) door de medewerkers van Rijkswaterstaat gebruikt? 2. Zo nee, waarom niet? 3. Zo ja, welke meerwaarde bieden de hulpmiddelen en werken ze tijdbesparend? 4. Zijn de hulpmiddelen afdoende of is verbetering nodig? Wat moet er eventueel anders of duidelijker? 5. Is bekend wat de afspraken binnen Rijkswaterstaat zijn over het gebruik van de hulpmiddelen? 6. Is een formele brief over het gebruik van de hulpmiddelen nodig of gewenst? Handreiking validatie milieujaarverslagen Zijn de volgende punten helder of is daar verbetering nodig? 7. De richtlijnen om de betrouwbaarheid van de cijfers mee te beoordelen. 8. Wordt de berekeningsmethode voor jaarvrachten - de methode Volkert Bakker - zonder problemen toegepast? 9. Het toetsingskader voor het beschrijvend deel: met name voor de begrippen ‘volledigheid’ en ‘betrouwbaarheid’. 10.De criteria om het verslag als voldoende of onvoldoende te beoordelen? 11.Is de handhavingsprocedure duidelijk en in de praktijk ook werkbaar? Zijn er afspraken gemaakt met de provincie over wie wanneer handhavend optreedt en hoe zien deze afspraken eruit? Checklist meet- en registratiesystemen Zijn de volgende punten helder of is daar verbetering nodig? 12.De relatie met de Checklist meet- en registratiesystemen in de Handreiking validatie milieujaarverslagen. 13.De criteria waar het meet- en registratiesysteem aan moet voldoen. En dan met name de controleformulieren Documentatie, Inhoud en Werking. 14.Is duidelijk hoe met de resultaten van de checklisten moet worden omgegaan? 15.Welke inhoudelijke opmerkingen zijn er op de checklist? Zijn er tekortkomingen, wensen en aanvullingen? Andere hulpmiddelen 16.Worden er naast of in plaats van deze twee hulpmiddelen nog andere hulpmiddelen gebruikt? 17.Wordt er nog gewerkt met de werkmap Overheidsverslag van de FO-Industrie (de oranje-roze klapper)? Waarom wordt er nog met deze map gewerkt? Zo ja, met welke onderdelen ervan?
22
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
Valideren 18.Hoeveel uur neemt het valideren van een milieujaarverslag gemiddeld in beslag? 19.Worden de concept-jaarverslagen beoordeeld? Zo ja, levert het iets op? 20.Hoe is de taak- en rolverdeling tussen de afdeling vergunningverlening en handhaving van uw dienst? 21.Wordt er naar uw beleving binnen uw dienst nu meer uniform gevalideerd dan vorig jaar? 22.Worden er nog knelpunten bij het valideren ervaren? 23.Is er handhavend opgetreden op grond van het Besluit milieuverslaglegging en hoe is dit verlopen (denk aan: waarvoor is opgetreden, hoe reageerde het bedrijf, hoe is de samenwerking of afstemming met de provincie verlopen)? Samenwerking 24.Hoe wordt de externe samenwerking ervaren? 25.Is duidelijk bij wie men terecht kan met vragen? Welke vragen zijn aan wie (intern, FO-Industrie, steunpunt emissies, coördinator provincie, direct aan medewerker RIZA gesteld?) 26.Zijn die vragen duidelijk beantwoord en biedt het toegevoegde waarde om die informatie op de te nemen in de Handreiking? 27.Zijn er knelpunten bij de totstandkoming van de gezamenlijke beoordelingsbrief? Zo ja, welke waren dit dan en kan het RIZA iets betekenen bij het oplossen ervan? 28.Is er behoefte om onderling meer ervaringen uit te wisselen? Zo ja, met wie? Alleen RWS onderling of ook met provincies (Wm bevoegd gezag) en/of waterschappen. Hoe zou zo’n ervaringsuitwisseling eruit moeten zien?
23
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?
Bijlage 2 Individuele constateringen ...........................................................
Verschillende geïnterviewden hebben fouten of tekortkomingen geconstateerd. Handreiking evaluatie milieujaarverslagen • In paragraaf 9.3.2 wordt wel het bestuursrechtelijke spoor omschreven maar het is niet uitgewerkt; er zit geen voorbeeldbrief in de Handreiking. Checklist Beoordelingscriteria • Voor 'volledigheid' staat een goede lijst met aandachtspunten in FO-Industrie, zie bijlage 2 van het Besluit op bladzijde 21. • Voor 'betrouwbaarheid' staat in paragraaf 6.6 van FO-Industrie een handige opsomming. • "Voor mij begint de checklist pas op bladzijde 117 en niet op 115." Wvo-checklist meet- en registratiesystemen • "Het zou handig zijn als de drie controleformulieren niet in één bestand stonden maar digitaal ook los aangeleverd zouden kunnen worden. Met daarnaast een voorblad waar je bij kunt houden naam van het bedrijf, datum van de bezoeken, wanneer het verslag beoordeeld is." • In het controlefomulier Inhoud vraag 1.2 staat bij het eerste blok twee keer nee in plaats van een keer ja en een keer nee. • In het controleformulier Inhoud vraag 1.5a staat 'reinigingsmiddelen' dat zou uitgebreid moeten worden met 'chemicaliën' en 'koel- en ketelwaterstoffen'. Of je moet van 'reinigingsmiddelen' 'hulpstoffen' maken. • Over het controlefomulier Inhoud vraag 3.1 vroeg een bedrijf of het hun taak was of de onze om daar een document voor te hebben. Ik weet het niet. • In het controlefomulier Inhoud vraag 4.1 is de toelichting niet concreet genoeg. • In het controleformulier Werking vraag 3.1a en 3.1b zijn hetzelfde. • In het controleformulier Werking vraag 4.3 zijn in het tweede stappenblokje ja en nee omgedraaid.
24
Milieujaarverslagen beoordelen. Moeilijk of makkelijk?