MILIEU
Nummer 10 Jaargang 27 19 mei 2015
COMPACT
SELECTIE VAN HET BELANGRIJKSTE MILIEUNIEUWS
Uitgelicht
Wereldwijd tekort aan landbouwgrond in 2050
Subsidieregelingen energie-innovatie De tweede tranche subsidieregelingen voor de Topsector Energie is vanaf 1 juli 2015 open. Het ministerie van Economische Zaken stelt 19,5 miljoen euro beschikbaar voor energie-innovatieprojecten van privaat-publieke samenwerkingsverbanden. Het gaat om combinaties van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert de regelingen uit.
Waddenfonds investeert Het Waddenfonds verleent in totaal 4,7 miljoen euro subsidie voor tien projecten, waarmee in totaal 10 miljoen euro wordt geïnvesteerd in het Waddengebied. Het gaat onder meer om projecten voor het bestrijden van olievervuiling, projecten ter verbetering van de vogelstand en natuurherstelprojecten.
Prijs voor jonge ondernemers Jonge ondernemers met een duurzaam business model kunnen dit jaar voor het eerst meedingen naar een nieuwe ondernemersprijs: de JGO (Jonge Groene Ondernemer). De JGO is een initiatief van ondernemersvereniging De Groene Zaak, die jonge ondernemers met een duurzame visie extra wil gaan stimuleren de toekomst van Nederland vorm te geven. Tot eind mei kunnen ondernemers tot 32 jaar hun (idee voor een) duurzaam bedrijf aanmelden. Informatie: www.degroenezaak.com
Foto: Michiel Wijnbergh
Met een beperkte hoeveelheid landbouwgrond voldoende voedsel produceren voor een toenemende bevolking. Dat is de uitdaging waar de wereld de komende decennia voor staat. Uit onderzoek blijkt dat er tussen regio’s enorme verschillende zijn. Op sommige plaatsen is meer dan 5000 m2 landbouwgrond beschikbaar per persoon, maar met name in ontwikkelingslanden is dat minder dan 1000 m2. In 2050 zal dat gelden voor zo’n 70% van de wereldbevolking. Al die monden kunnen alleen gevoed worden door intensieve landbouw met gebruikmaking van veel kunstmest.
1
milieu
compact
INHOUD BEDRIJF AES breidt energieopslag uit naar Nederland ................................... 3 Offshore locatie ‘IJmuiden Ver’ pas na 2023 weer in beeld ............... 3 Bouwbedrijven onderschatten belang grondstofschaarste ................ 3 Luxe merken leiden weg naar duurzaamheid .................................... 4 Ladder voor duurzaam verpakken in ontwikkeling ............................ 4 Duurzaamheid leidt tot kostenbesparing bij Unilever ........................ 4 Exploitant kan meer doen aan veiligheid kerncentrale Borssele ....... 5 Goederenvervoer per spoor onder druk ............................................ 5 Introductie nieuw biobased melkpak ................................................. 5
Parlement wil vervuiling middelgrote stookinstallaties aanpakken ...... 12 Nederland krijgt standje van Brussel over Europese energieregels ........................................................................ 12 Licht aan de horizon voor Europees emissiehandelssysteem ............. 12 INTERNATIONAAL Nederland en Colombia kiezen voor verantwoorde steenkolensector ....13 Nieuw inzicht in vastlegging biomassa in Amazonegebied ............... 13 WETENSCHAP Baby’s in couveuse blootgesteld aan hormoon verstorende stoffen ......13 Projecten voor duurzame visvangst onvoldoende effectief ............... 14 Elektroden helpen vervuiling opsporen ............................................. 14 Wereldwijd tekort aan landbouwgrond in 2050 .................................. 15 Software kan energiezuiniger ............................................................ 15
SCHALIEGAS Europese studie naar effecten van winning schaliegas...................... 5 OVERHEID Blij met tegengas vanuit de Tweede Kamer ...................................... 6 Subsidieregelingen energie-innovatie 1 juli 2015 weer open ............ 6 Subsidie voor duurzame garnalenvisserij open ................................. 6 Gemeenten zamelen meer e-waste in ............................................... 6 Noord-Holland komt met subsidie voor agrarisch natuuren waterbeheer................................................................................... 7 Soepeler regels voor ‘mini drones’ in de maak .................................. 7
PUBLICATIES Sturing geven aan groene groei ........................................................ 15 Ecologische beoordeling bodemverontreiniging vergt meer aandacht ....16 Verbranden plastic effectiever dan recyclen ...................................... 16 Evaluatie gedragscode wind op land ................................................. 16 RECHTSPRAAK Bestemmingsplan en gebruik gewasbeschermingsmiddelen I .......... 17 Bestemmingsplan en gebruik gewasbeschermingsmiddelen II .......... 17 Omgevingsvergunning houden vleeskuikens en geurhinder ............. 18 Bestemmingsplan en NIBM-tool luchtkwaliteit.................................... 19 Afwijzing handhavend optreden ter zake van geurhinder pluimveehouderij ............................................................................... 19 Wijzigingsplan en richtlijnconforme interpretatie Natuurbeschermingswet .................................................................... 20 Tegemoetkoming in door kraaien en kauwen toegebrachte schade aan perceel maïs ................................................................... 20 Weigering vergunning Keur Rijnland 2009 voor onderbemaling percelen ............................................................................................. 20 Weigering omgevingsvergunning hondenschool en omgevingsgeluid ....20 Geurhinder veehouderij en bebouwde kom........................................ 20
KLIMAATBELEID CO2-concentratie in atmosfeer doorbreekt grens ............................. 7 Energieagentschap wil verdrievoudiging investeringen in duurzame energie .............................................................................. 8 Wereldnatuur is te bewapenen tegen klimaatverandering ................ 8 LUCHTKWALITEIT Luchtvervuiling leidt tot kleinere baby’s ............................................. 8 DUURZAME ONTWIKKELING Aantal huishoudens dat fairtrade producten koopt groeit .................. 9 ABN AMRO vindt meer investeringen in offshore windenergie nodig... 9 Start pilot ‘Flexibele laadtarieven’ ...................................................... 9 Nationaal Kennis- en innovatieprogramma water en klimaat van start .. 10 Innovatieve technieken voor gewasbescherming in kaart gebracht .... 10 Drie kwart Nederlanders wast nog niet op 30 graden ....................... 10
WET EN REGELGEVING Kamp vraag Raad van State advies over omkering bewijslast .......... 20 Regeling Europese afvalstoffenlijst ................................................... 20 Wijziging regels vervoer gevaarlijke stoffen ...................................... 20 Wijziging Waterbesluit ....................................................................... 21
HANDHAVING Advies Commissie m.e.r. over Rijksstructuurvisie Ondergrond ......... 10 Van Leeuwen Papier- en Metaalhandel krijgt boete voor verwijderen asbest ............................................................................. 11 Richtlijn afleverinstallaties voor waterstof .......................................... 11 Daling aantal adviezen Commissie m.e.r. .......................................... 11
BERICHTEN 850 miljoen batterijen in Nederlandse huishoudens .......................... 21 Peuken niet weggooien maar recyclen .............................................. 22 Zeeleven rond stenen bloeit zichtbaar op .......................................... 22 CO2-recycler haalt 200 miljoen dollar op voor ethanolfabriek ........... 22
EUROPESE UNIE Elektriciteitsprijzen dalen ruim 20 procent in 2014 ............................ 11
Jan de Graaf Hoofdredacteur
Robert Donkers (Oud) Coördinator Stedelijk Milieubeleid Directoraat-Generaal Milieu Europese Commissie, Brussel
Louise van den Broek Eindredacteur
John Zigenhorn Jurist Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening
Jan van den Broek Senior adviseur Omgevingsrecht
Wim Verhoog Senior medewerker Maurits Groen Milieu & Communicatie en hoofdredacteur Milieumagazine
0228-326068
[email protected]
Abonnementen Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Verveelvoudigen en openbaarmaking van Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande toestemming van de uitgever.
www.dgcommunicatie.nl www.milieucompact.nl
ISSN 1385-6464.
Redactieadres DG Communicatie Postbus 158 1600 AD Enkhuizen
Thieu Korten Special advisor Dutch Employers Coorperation Programma (DECP)
2
2
milieu
compact
Offshore locatie ‘IJmuiden Ver’ pas na 2023 weer in beeld
BEDRIJF
De offshore windenergie locatie IJmuiden Ver is te komen vervallen. Dit schrijft minister Henk Kamp (EZ) in een brief aan de Tweede Kamer. Er is niet aangetoond dat de kosten lager kunnen zijn dan de aangewezen windenergiegebieden dichter bij de kust. Initiatiefnemers Siemens en Van Oord die IJmuiden Ver willen ontwikkelen geven aan dat de locatie een optie is voor de periode na 2023, als de huidige doelstellingen voor offshore windenergie gehaald zijn. Nu start de ruimtelijke procedure voorde windenergiegebieden voor de kust van Zuid- en Noord-Holland. In dat kader wordt gewerkt aan een Rijksstructuurvisie Aanvulling Hollandse Kust. Binnenkort wordt een Notitie Reikwijdte en Detailniveau ter inzage gelegd, zo liet Kamp weten. windnu.nl
AES breidt energieopslag uit naar Nederland AES Europe gaat een 10 MW energieopslag in Nederland gebaseerd op batterijen realiseren. Deze opslag zal 20 MW aan flexibel inzetbare capaciteit toevoegen aan het elektriciteitsnet. Het initiatief betekent de eerste stap van het door AES ontwikkelde AdvancionTM-systeem op het vasteland van Europa. Het zal vanuit Zeeland in het net van regionaal netbeheerder DELTA Netwerkgroep het elektriciteitsnet ondersteunen door levering van snel inzetbaar regelvermogen aan landelijk netbeheerder TenneT. Dit project zal de efficiëntie en de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet verbeteren, de kosten verlagen en daarnaast het vermogen om hernieuwbare energie te integreren vergroten. Andere projectplannen van AES in Europa zijn onder meer een serie opslagsystemen met een totaal vermogen van 100 MW bij haar energiecentrale Kilroot in Noord-Ierland, waarvan op dit moment de eerste 10 MW gerealiseerd wordt.
Bouwbedrijven onderschatten belang grondstofschaarste ‘Milieu’ staat bovenaan de top drie van maatschappelijke thema’s die volgens bouwbedrijven een rol spelen in hun sector. Dit blijkt uit de MVO Monitor 2015. Maar liefst 83 procent van de bedrijven noemt dit thema. Op de tweede plek komt met 80 procent ‘goed werkgeverschap en arbeidsparticipatie’. Leefbaarheid staat met 68 procent op een derde plek. Pas op de zevende plek komt echter grondstofschaarste. Niet alleen vindt slechts 40 procent dat het speelt in de sector; ook rekent maar 19 procent het tot een relevant onderwerp voor het bedrijf. Een behoorlijke onderschatting, stelt MVO Nederland. Schaarste is wel degelijk reeel in de bouw, aangezien Nederland zelf steeds minder grondstoffen wint.
Het Advancion systeem van AES zorgt naast een ongeëvenaarde operationele flexibiliteit tegelijkertijd voor een verlaging van de systeemkosten en uitstoot. Het project gaat naar verwachting later dit jaar commercieel van start. De Advancion-oplossing is in lijn met de onlangs uitgebrachte Routekaart Energieopslag in Nederland, ontwikkeld door DNV GL in samenwerking met de TU Delft en Berenschot en faciliteert de introductie van hernieuwbare energiebronnen met energieopslag. Deze routekaart beschouwt energieopslag als een belangrijk onderdeel van de oplossing om de elektriciteitsinfrastructuur in Nederland, richting 2030, te moderniseren. “Een van de belangrijkste veranderingen voor het elektriciteitsnet is de toenemende rol van zon en wind. Energieopslag is een integraal onderdeel geworden van de betrouwbaarheid en de duurzaamheid van het net”, aldus Petra de Boer, opslagexpert bij DNV GL - Energy. “In onze routekaart bevelen we acties aan die nodig zijn voor meer flexibiliteit in het energienet, zoals energieopslag. Het is goed om te zien dat toonaangevende bedrijven als AES energieopslag in Nederland op grotere schaal introduceren.” Persbericht AES, 01-05-2015
3
Slechts 26 procent van de bouwbedrijven is bekend met het begrip circulaire economie, waarin ook de bouw kan spelen door producten of onderdelen terug te nemen en opnieuw in te zetten, of door materiaalstromen strikt gescheiden te houden bij sloop. Stefan van Uffelen, programmamanager MVO Netwerk Beton: “De focus van de bouwbedrijven ligt op milieu en daarmee het beperken van mogelijke schade. Bij circulaire economie ontstaan nieuwe verdienmodellen. De bedrijven die het begrip circulaire economie wél kennen vinden vrijwel allemaal dat het van belang is voor hun bedrijf. Ze geven aan dat het hét productieproces van de toekomst is of dat het concept de kern van het bedrijf raakt.” In
3
milieu
compact
2015 wil MVO Netwerk Beton met in totaal tien opdrachtgevers voorbeeldtrajecten realiseren.
ten zijn. Daarvoor is een ‘Ladder voor duurzaam verpakken’ in ontwikkeling. De nieuwe ladder kent vier treden: 1. Voorkom productuitval door die verpakking te kiezen met de houdbaarheid en probeer de keten dusdanig vorm te geven zoveel mogelijk wordt vermeden. 2. Minimaliseer het verpakkingsgewicht zonder de houdbaarheid teniet te doen 3. Gebruik hergebruikte materialen of hernieuwbare materialen 4. Ontwerp de verpakking dusdanig dat deze geschikt is voor materiaalhergebruik, dus eventueel herontwerp voor hergebruik.
Verder blijkt dat bedrijven de sociale en milieurisico’s van de producten die zij in verre landen laten maken onderschatten. Zo denkt slechts 20 procent van de bedrijven dat armoede in hun sector speelt, een derde dat grondstoffen schaarste speelt en de helft is zich bewust van mensenrechtenvraagstukken in de sector. Vooral bedrijven in de retail en producenten van consumentenproducten zijn te passief in het inspelen op internationale vraagstukken op het gebied van arbeid en milieu. Juist het sterke internationale karakter van de Nederlandse economie maakt ons kwetsbaar voor een te afwachtende houding. MVO Nederland, 30-04-2015
De ladder voor duurzaam verpakken heeft volgens Thoden van Velzen een voorlopig karakter. “Eigenlijk is het meer een uitnodiging om mee te denken hoe we het verpakken van voedingsmiddelen kunnen verduurzamen.” http://meat-co.nl
Luxe merken leiden weg naar duurzaamheid Een duurzame markt begint bij de luxe merken. Dat is het idee achter Positive Luxury, het bedrijf achter Trust Mark, een internationaal keurmerk voor duurzame merken. Het bedrijf focust specifiek op de luxueuze productsector. Sinds de oprichting in 2011 heeft Positive Luxury wereldwijd 200 luxueuze merken van het Trust Mark voorzien. Een adviesraad met daarin onder andere Better Cotton InitiativeCEO Patrick Laine overziet het proces. Onder de goedgekeurde merken zijn bedrijven als Dior, Louis Vuitton, Dom Pérignon, Nike en Radisson.
Duurzaamheid leidt tot kostenbesparing bij Unilever Unilever heeft sinds 2008 meer dan € 400 mln aan cumulatieve kosten bespaard vanwege eco-efficiente maatregelen in de fabrieken. Daarnaast heeft het was- en levensmiddelenbedrijf het afgelopen jaar meer dan € 200 mln kosten bespaard door efficiëntere productie, logistiek, afvoer- en verwerking. Dat blijkt uit het vierde progress report over de wereldwijde voortgang van unilevers zogenoemde sustainable living plan, dat eind 2010 werd gelanceerd. ‘we zien steeds meer dat het integreren van duurzaamheid in alles wat we doen, leidt tot groei en kostenefficiëntie en dat het ons een gezonde uitgangspositie geeft voor de toekomst’, aldus het bedrijf.
Het Trust Mark moet de luxe merken helpen hun toewijding aan duurzaamheid, kwaliteit, ontwerp, vakmanschap en service naar consumenten te communiceren. Volgens de organisatie is dit cruciaal voor bedrijven die het in de toekomst goed willen blijven doen. Een duurzame luxe-industrie moet vervolgens de rest van de markt inspireren. www.duurzaambedrijfsleven.nl
Veel van Unilevers merken die duurzaamheid integreren (waaronder Dove, Lifebuoy, Ben & Jerry’s en Comfort) behalen een bovengemiddelde groei met een hoge enkel- en dubbelcijferige omzetgroei in de afgelopen drie jaar. Deze merken waren, in 2014 goed voor de helft van de omzet, groeiden twee keer zo snel als de andere bedrijfsmerken. Verder stelt het concern dat binnen de hele leveranciersketen ‘veelbelovende vooruitgang’ is geboekt waarbij meer dan 55% van de agrarische grondstoffen nu duurzaam wordt geproduceerd. Na vier jaar zit Unilever over de helft, op weg de doelstelling van 100% voor 2020. Daarnaast is de co2-uitstoot uit energie in unilevers fabrieken verlaagd en er wordt minder water gebruikt
Ladder voor duurzaam verpakken in ontwikkeling Voor het duurzaam verpakken van voedingsmiddelen wordt vaak nog de ‘Ladder van Lansink’ gebruikt. Deze verbeeldt enkele een afvalverwerkingshiërarchie en geeft richting bij het verduurzamen van het afvalbeheer als: ‘Preventie is beter dan producthergebruik, is beter dan materiaalhergebruik, is beter dan verbranden met energieterugwinning, is beter dan verbranden en is beter dan storten’. Ulphard Thoden van Velzen, verpakkingstechnoloog van Wageningen UR, vindt dat voor levensmiddelen levenscyclusanalyses (LCA’s) leidend zouden moe-
4
4
milieu
compact
bij de productie. Deze zijn sinds 2008 respectievelijk met 37% en 32% per ton productie afgenomen. FD, 5-5-2015
hoog gaan: vanaf 2016 verhoogt het Kabinet de kosten voor het gebruik van het spoor met tien procent. Handels- en productiebedrijven, vooral de chemische industrie, worden daarnaast geconfronteerd met een verminderde capaciteit voor hun aan- en afvoer over het spoor gedurende de werkzaamheden aan het zogenoemde derde spoor in Duitsland. Bedrijven maken tijdens de bouwperiode tussen 2016 en 2022 daarom extra kosten maar krijgen hier geen compensatie voor. De spoorgoederenvervoerders krijgen dat wel. De belangenorganisatie wil daarom dat de staatssecretaris maatregelen neemt om bedrijven die op het spoor aangesloten zijn niet op kosten te jagen. Ook zou de staatssecretaris tijdens de werkzaamheden in Duitsland voldoende capaciteit kunnen garanderen via onder meer andere spoortrajecten. Deze maatregelen moeten de stijgende kosten drukken en de toenemende onzekerheid zoveel mogelijk wegnemen, aldus EVO. SpoorPro, 29-04-2015
Exploitant kan meer doen aan veiligheid kerncentrale Borssele Exploitant EPZ kan de veiligheid van de kerncentrale in Borssele nog verder verbeteren door meer aandacht te besteden aan de training van leidinggevenden en betere samenwerking tussen management en medewerkers. Dat staat in een rapport van het Internationale Atoom Energie Agentschap (IAEA). Ook heeft EPZ moeite om in het gewenste tempo de maatregelen te nemen die verplicht zijn na de ramp in de Japanse kerncentrale van Fukushima in maart 2011. Daarbij gaat het onder meer om het koel houden van het splijtstofstavenbassin. De Zeeuwse centrale is wel als ‘veilig’ bestempeld en presteert op een aantal punten beter dan veel andere nucleaire centrales in de wereld, aldus het rapport. In het rapport is de nucleaire waakhond vooral positief over het risicomanagement, grote ongevalsoefeningen die geregeld worden gehouden en het beheer van materieel voor de ongevalsbestrijding.
Introductie nieuw biobased melkpak FrieslandCampina gaat in de komende 1,5 jaar een nieuw biobased drankenkarton introduceren, te beginnen met dagverse melk en karnemelk van Campina in juni 2015. Voor de productie van de dop en de coating wordt gecertificeerd polyethyleen gemaakt van organisch restmateriaal ingekocht. Het karton in het pak was al hernieuwbaar, met de biobased coating en dop is dit nu het meest duurzame pak. De CO2-footprint van dit biobased melkpak is 20% lager dan voorheen. Dit is een primeur op de Nederlandse markt. Met deze innovatie willen FrieslandCampina en Elopak de standaard in de markt zetten en het aandeel biobased polyethyleen in drankenkartons aanmerkelijk laten groeien. Persbericht FrieslandCampina, 30-04-2015
EPZ erkent dat de kerncentrale nog veiliger kan worden gemaakt. De exploitant heeft inmiddels meer mensen uit de praktijk in het hogere management opgenomen. Ook wil EPZ nog meer investeren in onderhoud en controle van onderdelen van de centrale. Op onder meer roestvorming door beschadigde verflagen of sporen van oliedruppels gaat de exploitant strenger toezien. NU.nl Goederenvervoer per spoor onder druk Stijgende kosten, toenemende onzekerheid en onvoldoende prioriteit zorgen ervoor dat handels- en productiebedrijven hun goederen steeds minder over het spoor laten vervoeren, meldt verladersorganisatie EVO. Ze wil daarom dat staatssecretaris Mansveld (IenM) maatregelen neemt. Als belangenbehartiger van 15.000 handels- en productiebedrijven signaleert EVO dat bedrijven door alle obstakels overwegen om hun productie te verplaatsen of uit te wijken naar bijvoorbeeld vervoer over de weg. Eén van de pijnpunten betreft de spooraansluitingen. Omdat de NS deze van de hand wil doen, dreigen bedrijven het spoor dat hun productielocatie op het hoofdnet aansluit tegen aanzienlijke bedragen zelf te moeten overnemen. Terwijl de kosten sowieso al om-
5
SCHALIEGAS Europese studie naar effecten van winning schaliegas TNO coördineert één van de eerste grote Europese studies naar de effecten van schaliegaswinning op mens en milieu, in opdracht van Europese Commissie. In de maatschappij heersen veel vragen over
5
milieu
compact
Subsidieregelingen energie-innovatie 1 juli 2015 weer open
de effecten van winning van schaliegas op mens en milieu. De studie richt zich op de effecten van bovengrondse activiteiten en installaties op het landschap, het effect op het grondwater en het effect van de aanvoer van grote hoeveelheden vloeistof. Voor alle onderdelen van het schaliewinningsproces wordt onderzocht wat de risico’s zijn en hoe die te beperken zijn. Amerikaanse experts en operators worden geraadpleegd over hun ‘best practices’. Er komen verder experimenten om te achterhalen hoe Europese schaliegesteenten zich gedragen. Modellen worden gebruikt om de impact van fracking-methodes te bepalen en hoe de kans op milieuschade te verminderen.
De tweede tranche subsidieregelingen voor de Topsector Energie is vanaf 1 juli 2015 open. Het ministerie van Economische Zaken stelt 19,5 miljoen euro beschikbaar voor energie-innovatieprojecten van privaat-publieke samenwerkingsverbanden. Het gaat om combinaties van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie. In de tweede tranche is subsidie aan te vragen voor upstream gas, duurzame energie en energiebesparing in de gebouwde omgeving, en systeemintegratie. Nieuw zijn de systeemintegratiestudies. Het gaat daarbij om haalbaarheidsstudies of milieustudies die consortia de mogelijkheid bieden om hun idee, concept, product of dienst gezamenlijk te verkennen. Omdat het thema systeemintegratie nog in een pril stadium van onderzoek verkeert, schept het haalbaarheidsprogramma de mogelijkheid om een breed scala te verkennen, zonder dat het daarvoor nodig is om meteen grote onderzoeks- of investeringsprojecten op te tuigen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert de regelingen uit. Informatie: www.rvo.nl/topsector-energie Persbericht Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 06-05-2015
Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) zijn de VS hard op weg om de grootste energieproducent van de wereld te worden. Alleen al tussen 2000 en 2010 vertienvoudigde dit land zijn schaliegasproductie. De Europese situatie wijkt op veel punten af. Europa is veel dichter bevolkt dan de VS, waardoor er lang niet overal voldoende ruimte is voor grootschalige winning. www.engineeringnet.nl
OVERHEID
Subsidie voor duurzame garnalenvisserij open Garnalenvissers die hun vissersvaartuig willen verduurzamen of de kwaliteit van de aan te landen garnalen willen verbeteren of waarborgen, kunnen hiervoor een subsidie krijgen. Aanvragen kan tot en met 12 juni 2015. Men kan subsidie aanvragen voor investeringen in vier categorieën: blackbox, koelsystemen of bepaalde onderdelen van koelsystemen, spoelsorteer- of sorteerzeefsysteem of kookmachines. Voor deze subsidie is € 1.300.000 beschikbaar. Men krijgt maximaal 40% vergoed van de kosten die onder de subsidie vallen. Bij deze subsidie is de volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen bepalend voor wie subsidie krijgt. RVO beschouwt de aanvraag als ontvangen op de dag dat de aanvraag volledig is. rvo.nl
Blij met tegengas vanuit de Tweede Kamer De Tweede Kamer heeft ingestemd met een motie die de omstreden gasboringen op Terschelling voorlopig op de lange baan schuift. De motie verzoekt ‘de regering alle vergunningsaanvragen voor proefboringen of gaswinning in en nabij de Waddenzee en de Waddeneilanden op te schorten of aan te houden, in ieder geval tot de Energievisie 2015 en aanpassing van het gasgebouw met de Kamer zijn besproken’. Ook nam ze een amendement op de Mijnbouwwet aan dat het mogelijk maakt in het vervolg nieuwe olie- en gasboringen af te wijzen vanwege nadelige gevolgen voor milieu, veiligheid en volksgezondheid. De wijziging van de Mijnbouwwet is volgens Milieudefensie belangrijk omdat minister Kamp eindelijk milieuargumenten kan betrekken in zijn afweging of hij wel of niet een boorvergunning afgeeft. Onder de oude Mijnbouwwet kon de minister naast technische en financiële redenen alleen ‘een gebrek aan verantwoordelijkheidszin’ bij een boorbedrijf aanvoeren als weigergrond. Persbericht Milieudefensie, 28 04-2015
Gemeenten zamelen meer e-waste in Gemeenten die samenwerken met Wecycle geven gemiddeld 4,6 kilo per inwoner aan afgedankte elektrische apparaten en energiezuinige lampen (e-waste) af. De helft van deze gemeenten
6
6
milieu
compact
zamelde meer in dan vorig jaar. Dat blijkt uit de jaarlijkse benchmark van Wecycle. Deze stichting organiseert de inzameling en recycling van e-waste. De aangesloten gemeenten verzekeren zich via Wecycle van optimale recycling van alle ewaste dat inwoners inleveren bij de milieustraten. Wecycle laat grondstoffen maximaal hergebruiken en schadelijke stoffen veilig verwijderen. Ook wordt illegale export voorkomen en CO2-uitstoot vermeden. In totaal zamelde Wecycle 111 miljoen kilo in. Daarvan is 69 miljoen kilo afkomstig van de gemeenten, 42 miljoen kilo van winkels. Persbericht Wecycle, 29-04-2015
gen. Op dit moment kunnen particulieren zonder vergunning met een drone vliegen, terwijl commerciële gebruikers ontheffingen moeten aanvragen, omdat dit officieel nog niet toegestaan was. Dit leverde voor verschillende beroepsgroepen onpraktische situaties op. Met de nieuwe regels voor ‘mini drones’ (drones tot 4 kilo) wordt het voor commerciële gebruikers makkelijker om drones doelgericht en flexibel in te zetten. De beoogde regels worden de komende vier weken voorgelegd ter internetconsultatie. Voor particuliere gebruikers die hoger, verder of met zwaardere drones willen vliegen gelden straks dezelfde regels als voor commerciële gebruikers – tenzij ze op een modelvliegveldje bij een modelvliegvereniging vliegen.
Noord-Holland komt met subsidie voor agrarisch natuur- en waterbeheer Voor agrarisch natuur- en waterbeheer in NoordHolland is de komende zes jaar € 37,3 miljoen subsidie beschikbaar. Dit staat in het Natuurbeheerplan voor 2016, dat de provincie heeft vastgesteld. De komende zes jaar is voor collectief agrarisch natuurbeheer € 32,8 miljoen beschikbaar en voor het eerst ook € 4,5 miljoen voor collectief agrarisch waterbeheer. De waterbeheersubsidies worden via de provincie betaald door de waterschappen in Noord-Holland. De EU financiert de helft. Met de subsidies voor waterbeheer kunnen agrariërs bijvoorbeeld riet aanleggen om water te zuiveren dat naar een sloot loop of de bodemstructuur verbeteren zodat die meer water kan vasthouden.
Degene die de ‘mini drone’ bedient, moet zorgen voor een horizontale afstand tot bijvoorbeeld gebouwen en groepen mensen van minimaal 50 meter. De drone mag niet hoger dan 50 meter vliegen en niet verder dan 100 meter van de bestuurder. Drones moeten altijd voorrang verlenen aan ander luchtverkeer, 50 meter afstand van elkaar houden en mogen niet binnen een straal van 5 kilometer van luchthavens vliegen. Met het oog op veiligheid wordt gefaseerd gewerkt aan regelgeving voor het gebruik van drones. Hierdoor is het alle partijen binnen de sector mogelijk om op een veilige manier aan de onbemande vliegtuigen in het luchtruim te wennen en worden marktpartijen al wel in staat gesteld om commerciele vluchten uit te voeren. De gefaseerde aanpak betekent dat commerciële bestuurders van een drone per 1 juli al een brevet en vergunning kunnen krijgen na het afleggen van een theorie- en praktijkexamen. Hiermee kunnen ze structureel vliegen met drones. Dit vervangt de verplichting tot aanvragen van een ontheffing voor een vlucht. Persbericht Ministerie IenM, 30-04-2015
Subsidieaanvragen voor collectief agrarisch natuur- en waterbeheer kunnen bij de provincie worden ingediend van 1 juni tot en met 30 juni 2015. Sinds 2014 kunnen agrariërs alleen samen via een agrarisch collectief subsidie aanvragen. Door het natuurbeheer collectief te organiseren kunnen beheerders betere resultaten bereiken. Persbericht provincie Noord-Holland, 28-04-2015 Soepeler regels voor ‘mini drones’ in de maak
KLIMAATBELEID
Het gebruik van drones door commerciële gebruikers wordt eenvoudiger en toegankelijker. Gebruikers van zogeheten ‘mini drones’ hoeven vanaf 1 oktober niet langer een vergunning en ontheffing aan te vragen. Hiermee worden de regels voor commerciële en particuliere gebruikers van deze lichte categorie drones gelijkgetrokken. Wel worden de veiligheidseisen voor dit gebruik strenger, waardoor minder hoog en ver kan worden gevlo-
7
CO2-concentratie in atmosfeer doorbreekt grens In maart 2015 lag het aantal deeltjes CO2 in de atmosfeer permanent boven de 400 parts per million (ppm). Het is voor het eerst dat dit gebeurt sinds
7
milieu
compact
Wereldnatuur is te bewapenen tegen klimaatverandering
de metingen worden bijgehouden. Dat concludeert het Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) op basis van metingen. Het instituut heeft een wereldwijd netwerk aan sensoren waarmee het al enkele decennia metingen uitvoert. Om de opwarming van de aarde te beperken tot 2°C moet de CO2-concentratie in de atmosfeer beperkt blijven tot 450 ppm, volgens veel wetenschappers en instituten. Concentraties van boven de 400 ppm zijn eerder gemeten maar het ging altijd om lokale metingen of kortere tijdspannen. Het is voor het eerst dat het wereldwijd gemiddelde een maand boven de 400 uitkomt. De 400 grens is eerder een psychologische dan een wetenschappelijke grens, rapporteert Roz Pidcock in The Carbon Brief, een Britse kenniswebsite voor klimaat- en energiebeleid. Het nieuwe record zal op zichzelf niet leiden tot versnelde klimaatverandering, ook was het onvermijdelijk dat het zou gebeuren. Het toont vooral aan hoe hard de wereld hard op weg is de 2°C-grens te breken. www.energieoverheid.nl
Mondiaal beeldbepalende ecosystemen zoals het Groot Barrière Rif en het Amazonewoud lopen het risico op instorting door klimaatverandering. Dat risico kan echter fors worden verkleind door lokale maatregelen zoals het inperken van overbevissing, vervuiling en boskap. Dit stelt een internationaal team van wetenschappers onder leiding van prof. Marten Scheffer van Wageningen University in Science. Het onderzoeksteam laat zien dat lokale problemen zoals ontbossing of teruglopende waterkwaliteit door nutriëntenvervuiling, de effecten van klimaatveranderingen kunnen verergeren. Zulke lokale factoren verminderen het vermogen van ecosystemen om weerstand te bieden aan de gevolgen van wijzigingen in het klimaat zoals hittegolven en droogteperioden. Door de lokale druk te verminderen krijgt een ecosystemen ‘meer lucht’, zegt Scheffer. “Als het plaatselijke beheer slecht is, is het ecosysteem minder bestand tegen klimaatveranderingen. Het vermogen om effectief te blijven functioneren erodeert dan. We weten inmiddels hoe dat werkt voor ecosystemen variërend van meren tot koraalriffen en tropische bossen.” Uit het onderzoek blijkt volgens Scheffer dat het goed mogelijk is om met lokale maatregelen de veerkracht van de ecosystemen te verbeteren zodat ze beter bestand zijn tegen klimaatsverandering. “We hebben de kennis en er geen excuus voor landen om die kans te laten lopen voor deze iconen van wereld-natuur.” Scheffer benadrukt trouwens dat de aanpak niet alleen van toepassing is op de beroemde ecosystemen die als voorbeelden worden aangehaald. “Dichter bij huis is het zo dat de kans op problemen met giftige blauwalgen in onze wateren toeneemt als het klimaat opwarmt. Daar kunnen we wat aan doen door te zorgen dat er minder meststoffen in het water terecht komen.” www.wageningenur.nl
Energieagentschap wil verdrievoudiging investeringen in duurzame energie Overheden moeten flink meer gaan investeren in onderzoek naar duurzame energietechnologie om klimaatdoelstellingen te halen, aldus het Internationaal Energieagentschap (IEA). Om de opwarming van de aarde tot 2°C te beperken is het noodzakelijk dat er nieuwe duurzame energietechnologieën beschikbaar komen. Daarvoor is financiering nodig voor onderzoek naar en implementering van die technologieën. Op dit moment investeren overheden wereldwijd zo’n 17 miljard dollar in R&D, dat bedrag zou verdrievoudigd moeten worden. Dit blijkt uit het IEA-rapport Energy Technology Perspectives 2015. Het rapport, dat jaarlijks wordt uitgegeven, belicht de ontwikkelingen op lange termijn van de energiesector op het gebied van technologie. Er wordt met name gekeken of deze toereikend zijn om een betaalbaar, veilig en duurzaam energiesysteem te ontwikkelen en in stand te houden. Aangegeven wordt dat de 2°Cdoelstelling waarschijnlijk niet bereikt kan worden met politieke afspraken alleen. In december van dit jaar vindt de 21e jaarlijkse VN-klimaatconferentie plaats en naar verwachting zal daar een nieuw mondiaal klimaatverdrag gesloten worden. Maar daarnaast is het noodzakelijk in te zetten op technologische innovaties, aldus het rapport. www.energieoverheid.nl
LUCHTKWALITEIT Luchtvervuiling leidt tot kleinere baby’s Zwangere vrouwen die worden blootgesteld aan veel luchtvervuiling, krijgen kleinere baby’s. Dat
8
8
milieu
compact
ABN AMRO vindt meer investeringen in offshore windenergie nodig
blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd tijdens de Olympische Spelen in Peking in 2008, dat onlangs is gepubliceerd, meldt NewScientist. Vrouwen die tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Peking leefden en zwanger waren, kregen grotere baby’s dan vrouwen die tijdens een andere periode zwanger waren. Peking staat namelijk bekend om zijn slechte lucht, maar tijdens de Olympische Spelen nam de overheid strenge maatregelen om de kwaliteit van de lucht te verbeteren. Fabrieken werden bijvoorbeeld stil gezet en bouwprojecten gepauzeerd. Door de maatregelen bevatte de lucht zo’n 60 procent minder zwaveldioxide, 48 procent minder koolstofmonoxide en 43 procent minder stikstofdioxide. Baby’s die in 2008 geboren waren, wogen 23 gram zwaarder dan baby’s die in 2007 of 2009 ter wereld kwamen. Volgens de onderzoek komt dat mogelijk omdat kinderen minder voedingsstoffen opnemen wanneer de moeder vervuilde lucht ademt. www.nationalezorggids.nl
Er moet meer worden geïnvesteerd in efficiëntere technologie om de kosten te verlagen bij offshore windenergie, zo stelt Hans van Cleef, Senior Sector Econoom Energie bij ABN AMRO. Hierbij kan worden gedacht aan minder verliezen in het elektrische systeem (gelijkstroom in plaats van wisselstroom), efficiënter gebruik van staal voor fundering van offshore windmolens en het gebruik maken van lessen uit eerder gebouwde windparken. Deze maatregelen dragen bij aan de verwachte kostenreductie van 40% voor offshore windmolens tot 2020. De hogere energienota, de afname van de Nederlandse gasproductie en de toename van afhankelijkheid van energie-import leiden tot groeiende belangstelling voor duurzame energie. ABN AMRO verwacht dat de gunstige trends in zonneen windenergie nog lang zullen doorzetten en schat de vooruitzichten voor deze branches dan ook positief in. Om hernieuwbare energie te blijven stimuleren zijn en blijven subsidieregelingen wel cruciaal.
DUURZAME ONTWIKKELING
Aangezien de ontwikkeling van een windpark gemiddeld vijf tot zeven jaar kost begint de tijd wel te dringen om de Nederlandse doelstellingen voor 2020 en 2023 op tijd te realiseren. Discussies tussen lokale en nationale overheden rondom on-shore en offshore windenergie zullen aanhouden totdat de nationale overheden knopen doorhakken om het halen van de doelstellingen alsnog te waarborgen. windnu.nl
Aantal huishoudens dat fairtrade producten koopt groeit In 2014 was er sprake van een forse groei (+6%) van het aantal Nederlandse huishoudens dat fairtrade levensmiddelen koopt. 4,8 miljoen Nederlandse huishoudens (63%) heeft in 2014 één of meerdere fairtrade producten gekocht. Dit zijn bijna 500.000 huishoudens meer dan een jaar eerder. Sinds 2011 is het aantal huishoudens dat fairtrade producten koopt met 13% gegroeid. Dit blijkt uit onderzoek van GfK in opdracht van Stichting Max Havelaar, Fair Trade Original en de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels. De groei wordt vooral veroorzaakt door een stijging van het aantal kopers in de segmenten koffie. Een relatief klein maar sterk opkomend segment is ‘culinary’, waar Oosterse producten zoals kokosmelk en curry kruidenpasta’s onder vallen. Het aantal huishoudens dat fairtrade ‘culinary’ producten koopt, is sinds 2011 met 71% gestegen. Persbericht Gfk, 309-04-2015
9
Start pilot ‘Flexibele laadtarieven’ Netbeheerder Enexis en 36 Brabantse gemeenten zijn gestart met de pilot ‘Flexibele laadtarieven’. De pilot maakt goedkoper laden aan de laadpaal mogelijk door een laadsessie uit te stellen tot de stroomprijs laag is of tijdens een overaanbod van windenergie. Ook kunnen e-rijders aan de laadpaal kiezen tussen de tarieven van meer dan één leverancier. Nu zijn laadpalen in Nederland en elders in Europa nog gekoppeld aan één energieleverancier en bestaat die mogelijkheid niet. De pilot loopt tot eind november 2015. De pilot maakt deel uit van het programma ‘Slim Laden Brabant’. Daarbij werken de provincie Brabant, Enexis, gemeenten en marktpartijen samen aan de realisatie van een uitgebreid netwerk van slimme publieke laadpalen in Noord-Brabant. Persbericht Enexis, 06-05-2105
9
milieu
compact
Nationaal Kennis- en innovatieprogramma water en klimaat van start
Stichting HIER klimaatbureau onder 1.942 respondenten. De wasmachine verbruikt het meeste energie voor het verwarmen van het water. Kouder wassen scheelt dus enorm veel energie. Om vuile was goed schoon te krijgen op een lagere temperatuur, moet je wel langer wassen. Daarom duurt een was op de eco-stand vaak iets langer dan een gewoon programma. Mensen die het echt goed aan willen pakken, vervangen hun oude wasmachine voor een energiezuinige. Ruim drie kwart van de Nederlanders vervangt zijn wasmachine pas als deze kapot is, maar voor het klimaat én je portemonnee kun je dit beter eerder doen. Wasmachines van nu verbruiken ongeveer twee derde minder stroom dan tien jaar geleden. Omgerekend betekent dit da je met een nieuwe wasmachine tot bijna €100 per jaar op stroom kunt besparen. Persbericht Hier Klimaatbureau, 06-05-2015
Nu het Rijk de richting van de oplossingen heeft vastgelegd in het Deltaprogramma 2015 blijven nieuwe inzichten, innovaties én concrete toepassingen nodig voor een duurzame, waterbestendige inrichting van Nederland. Met het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma voor Water- en Klimaatvraagstukken (NKWK) zetten overheden, kennisinstellingen en bedrijven hiertoe een belangrijke volgende stap. Binnen dit programma bundelen het bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen hun kennis- en innovatievermogen om Nederland waterrobuust en klimaatbestendig te maken en houden. De focus ligt daarbij op de thema’s waterveiligheid, zoetwatervoorziening, zee- en kustbeleid en ruimtelijke adaptatie. Initiatiefnemers zijn TNO, Deltacommissaris, NWO, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, STOWA, waterschappen, Topsector Water, Deltares, Wageningen UR, Alterra, KNMI en het bedrijfsleven. www.groeneruimte.nl
HANDHAVING
Innovatieve technieken voor gewasbescherming in kaart gebracht
Advies Commissie m.e.r. over Rijksstructuurvisie Ondergrond
Het programma Schoon Water voor Brabant ontwikkelt innovaties die goed zijn voor de teelt én zorgen voor minder emissie van gewasbeschermingsmiddel naar het water. Om de innovaties breder bekend te maken, hebben CLM en DLV Plant zes informatiekaarten gemaakt. De kaarten beschrijven de techniek, voor- en nadelen, milieuwinst, kosten en praktijkervaringen Het gaat om de volgende innovaties en technieken: 1) mechanische onkruidbestrijding in asperges, 2) Laag volume Strooitechniek op de aardappelpoter, 3) pneumatisch schoffelen, 4) onkruidbranden, 5) phytophthora apps en 6) gebruik vliegtuigbeelden die inzicht geven in hoeveelheid biomassa, stikstof voorziening van de planten en vochttoestand van de bodem. Informatie: schoon-water.nl Persbericht Schoon Water voor Brabant, 28-042015
De Commissie m.e.r. heeft geadviseerd over de gewenste inhoud van het milieueffectrapport voor de Rijksstructuurvisie Ondergrond. De Commissie vindt het belangrijk dat het rapport met scenario’s mogelijke ontwikkelingen in het gebruik van de ondergrond laat zien. Voorbeelden van zulke scenario’s zijn ‘schoon fossiel’, ‘maximaal hernieuwbaar’ en ‘drinkwater centraal’. Voorzitter Lambert Verheijen: “Op basis van deze informatie kan het Rijk een volgende fase ingaan waarin het zelf of samen met andere partijen keuzes maakt over het gebruik van de ondergrond en waarin concrete locatiekeuzes aan bod kunnen komen.” De structuurvisie is bedoeld voor beheer en bescherming van nationale belangen in de ondergrond, namelijk de drinkwatervoorziening en mijnbouwactiviteiten (olie- en gaswinning, geothermie, zoutwinning). Doel is een afwegingskader op te stellen voor de besluitvorming hierover. Desgewenst kan daarmee voorrang aan functies in de ondergrond gegeven worden, of aan bovengrondse belangen. De ministers van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken besluiten over de Structuurvisie. Persbericht Commissie m.e.r., 29-04-2015
Drie kwart Nederlanders wast nog niet op 30 graden Veruit de meeste Nederlanders wassen het vaakst op 40 graden. Slechts een kwart kiest meestal voor de zuinigste optie; 30 graden. Limburgers zijn het zuinigst en ruim een kwart van de mannen doet de was nooit. naar het wasgedrag van Nederlanders. Dat blijkt uit onderzoek van Peil.nl in opdracht van
10
10
milieu
compact
Van Leeuwen Papier- en Metaalhandel krijgt boete voor verwijderen asbest
blijkt uit het jaarverslag van de Commissie. Belangrijkste oorzaak van de teruggang is de afname van de (verplichte) toetsingen bij milieueffectrapporten voor bestemmingsplannen. Ook de wijziging van de Wet milieubeheer, die halverwege 2014 voor Rijk, provincie en gemeente kostendekkende tarieven introduceerde, speelt mee. Deze tarieven blijken voor kleinere gemeenten een barrière om advies te vragen aan de Commissie. Directeur Veronica ten Holder: “Voor de Commissie m.e.r. stond en staat de kwaliteit van advisering voorop, ook nu we tarieven in rekening moeten brengen”. Het absolute aantal vrijwillige adviezen nam eveneens af. Het aandeel vrijwillige adviezen ten opzichte van het totaal aantal adviezen, bleef in 2014 met ongeveer 30% echter op peil.
Het bedrijf Van Leeuwen Papier- en Metaalhandel BV uit Katwijk heeft van de Inspectie SZW een boete gekregen van € 42.300,-. Het bedrijf heeft in oktober vorig jaar op onjuiste wijze asbesthoudende materialen verwijderd uit oude tramstellen. Bovendien was het bedrijf niet in het bezit van het certificaat om asbest te mogen verwijderen. De medewerkers zijn mogelijk blootgesteld aan asbestvezels. Het bedrijf heeft ook een waarschuwing ontvangen dat bij herhaling van eenzelfde of soortgelijke overtreding kan worden besloten de werkzaamheden van het bedrijf gedurende langere tijd (enkele maanden) te staken. Voor de Inspectie SZW is de aanpak van misstanden in de asbestsector een van de speerpunten. Daarom is een speciaal team geformeerd met inspecteurs, die zijn vrijgemaakt voor de aanpak van misstanden. In ons land zijn er ongeveer 300 bedrijven die gecertificeerd zijn om asbest te verwijderen, zie ‘www.ascert.nl’. Persbericht Inspectie SZW, 01-05-2105
Het jaarverslag 2014 geeft ook informatie over de advisering over milieueffectrapportage voor bijvoorbeeld schaliegaswinning en windenergie. Daarnaast is er aandacht voor de nieuwe Omgevingswet. De overheid wil in deze wet meer flexibiliteit, vrijheid en maatwerk bieden, waarbij vertrouwen in het bestuur uitgangspunt is. Voorzitter Kees Linse: “Ik vind het belangrijk dat de overheid ijkpunten inbouwt die borgen dat flexibiliteit en vrijheid niet ten koste gaan van milieukwaliteit en rechtszekerheid, zoals vroege participatie, onafhankelijke toetsing en goede monitoring.” Persbericht Commissie m.e.r., 06-05-2015
Richtlijn afleverinstallaties voor waterstof Om het rijden op waterstof veilig in Nederland te introduceren, zijn duidelijke (technische) veiligheidsvoorschriften nodig. De PGS-programmaraad heeft daarom besloten een nieuwe publicatie op te stellen met betrekking tot afleverinstallaties van waterstof voor wegvoertuigen. Met PGS 35 worden veiligheids- en milieubeschermende aspecten bij de aflevering van waterstof aan wegvoertuigen geborgd. Verder draagt de PGS bij aan het verduidelijken en vereenvoudigen van procedures ten behoeve van vergunningverlening op het gebied van de bouw, beheer en onderhoud van waterstofafleverinstallaties. PGS 35 is een richtlijn waarin de state-of-theart ontwikkelingen en ervaringen met waterstof zijn gevat in heldere voorschriften.
EUROPESE UNIE Elektriciteitsprijzen dalen ruim 20 procent in 2014 De gemiddelde jaarprijs voor een megawattuur elektriciteit lag in Nederland in 2014 op 41 euro; in 2013 was dat nog 52 euro. De marktprijzen tussen Nederland en Duitsland kruipen dus naar elkaar toe. Waren de marktprijzen in 2013 nog in 19 procent van de tijd gelijk aan elkaar, in 2014 is dat gegroeid naar bijna 30 procent. Dit alles blijkt uit de nieuwste Market Review van hoogspanningsnetbeheerder TenneT. Hierin bekijkt en analyseert TenneT de marktontwikkelingen, waaronder de prijsontwikkelingen op de Europese wholesale- elektriciteitsmarkt in 2014. De focus ligt op Nederland en de ons omringende landen Duitsland, België en Frankrijk.
Externe veiligheidsafstanden worden nog door het RIVM, in opdracht van het Ministerie IenM, bepaald. Naar verwachting worden die rond de zomer van 2015 bekendgemaakt. Voor interne veiligheidsafstanden wordt nog gewerkt aan een achtergronddocument. Persbericht NEN, 01-05-2015 Daling aantal adviezen Commissie m.e.r. De Commissie m.e.r. bracht in 2014 192 toetsingsadviezen uit, ongeveer 40% minder dan in 2013. Dit
11
11
milieu
compact
De oorzaken voor de prijsdaling op de Nederlandse markt in 2014 zijn divers. Zo lag de gasprijs gemiddeld lager, zijn er drie nieuwe kolencentrales aan het Nederlandse elektriciteitsproductiepark toegevoegd, werd een aantal gasgestookte centrales uit productie genomen en vond er grootschalig import plaats van goedkopere elektriciteit uit Noorwegen en Duitsland. Dit wordt mogelijk gemaakt door de uitstekende verbondenheid van Nederland met omringende landen via de elektriciteitsverbindingen over land en zee; interconnectoren. Nederland is op het gebied van elektriciteit een van de best internationaal verbonden landen ter wereld.
kansen voor een deel van de Nederlandse groene economie die ontstond is doordat Nederland de uitstoot van middelgrote installaties al eerder gereguleerd heeft. We hebben een koppositie die we, zodra heel Europa dezelfde regels heeft, buiten Nederland kunnen gaan benutten.” Wel is Eickhout kritisch over het ambitieniveau: “Dit is in lijn met wat we in Nederland hebben. Dat ontneemt ons een kans om luchtvervuiling in Nederland steviger aan te pakken.” Nu de eerste stemming is afgerond kunnen de onderhandelingen met de Raad van ministers beginnen. Persbericht GroenLinks Europa, 06-05-2015 Nederland krijgt standje van Brussel over Europese energieregels
De sterke groei van duurzame energiebronnen als zonne- en windenergie, die zorgen voor een fluctuerend aanbod van elektriciteit, vraagt om meer flexibiliteit: er moeten mogelijkheden zijn om elektriciteit ergens anders vandaan te halen als er geen of minder zonne- of windenergie is. Deze flexibiliteit komt van stroomverbindingen met andere landen, waardoor import (of export) van elektriciteit plaatsvindt. Duitsland exporteert direct meer als er veel productie van bijvoorbeeld zonne-energie is. Nederland profiteert hiervan door import van goedkopere (gesubsidieerde) stroom via de grensoverschrijdende verbindingen (interconnectoren). Duitsland profiteert eveneens doordat de zonne-energie door de exportmogelijkheden meer oplevert. Een ander deel van de flexibiliteit moet komen van elektriciteitscentrales in een land. In Duitsland wordt die rol meer en meer door kolencentrales ingenomen. In Nederland bepalen gascentrales veelal de prijs. tennet.nl
Nederland moet Europese regels over energie-efficiëntie van gebouwen volledig omzetten in nationale wetten. Tot nu toe is daar te weinig werk van gemaakt. Daarom kreeg Nederland een formeel standje van de Europese Commissie. Op grond van de Europese regels moet ons land onder meer minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen invoeren en toepassen. Daarnaast moet er een certificering zijn voor de energieprestatie van gebouwen en moeten er voorschriften komen voor een regelmatige keuring van het verwarmings- en airconditioningsysteem. Als Nederland niet binnen twee maanden voldoet aan de verplichting, dan kan Brussel besluiten Nederland voor de rechter te dagen. Nederland riskeert dan een eventuele boete. ANP.nl
Parlement wil vervuiling middelgrote stookinstallaties aanpakken
Licht aan de horizon voor Europees emissiehandelssysteem
De milieucommissie van het Europees Parlement heeft een belangrijke stap gezet in het beperken van de uitstoot van middelgrote stookinstallaties. Aan grote industriële installaties (vanaf 50 MW) stelt de EU al eisen, hetzelfde geldt voor installaties tot 1 MW, zoals huishoudelijke kachels en boilers. Tot dusver is de uitstoot van installaties die hier tussen vallen, bijvoorbeeld zeer vervuilende dieselgeneratoren, nooit aan enige Europese regulering onderhevig geweest. “Dit betekent dat een gat in de Europese regelgeving opgevuld gaat worden”, zegt parlementariër Bas Eickhout (GroenLinks). “Twintig tot dertig procent van de verbetering in Europese luchtkwaliteit moet via deze nieuwe wetgeving bereikt worden, geen klein bier dus. Tevens biedt het
De Raad van Ministers en de milieucommissie van het Europese Parlement hebben een overeenstemming bereikt over een mechanisme dat zal bijdragen aan het herstel van het Europese emissiehandelssysteem (ETS). Beide instituties bereikte overeenstemming over het instellen van een stabiliteitsmechanisme dat de ontbrekende wisselwerking tussen vraag en aanbod van emissierechten gaan reguleren. Medeonderhandelaar Bas Eickhout (GroenLinks) is tevreden: “Vandaag is een goede stap gezet, nu is het tijd voor een verdere hervorming van ETS. Een stijgende CO2-prijs toont dat de markt positief reageert op het nieuws.” De Raad van Ministers deed twee fikse concessies. Ten eerste gaat het stabiliteitsmechanisme twee jaar vroeger
12
12
milieu
compact
(in 2019) van start. Ten tweede wordt een gedeelte van het overschot aan ongebruikte emissierechten in een reserve geplaatst. Eickhout waarschuwt echter voor teveel optimisme: “Het emissiehandelssysteem bevat meerdere structurele problemen die ervoor zorgen dat er onvoldoende prijsprikkels voor groene innovatie ontstaan, zoals het overvloedig weggeven van gratis rechten.” De overgebleven structurele problemen zullen aangepakt moeten worden tijdens de grootschalige ETS-herziening die nu van start zal gaan. De Europese Commissie heeft toegezegd met een voorstel te komen. Persbericht GroenLinks Europa, 05-05-2015
sortium. Vooral de aantallen en groottes van bomen blijken bepalend voor de vastgelegde biomassa. De dichtheid van hout was veel minder belangrijk. Bovendien zijn de grootste bomen populair bij de legale houtkap. Deze verstoringen zorgen er voor dat het regenwoud minder koolstof vasthoudt. Dit maakt het tropisch regenwoud op de korte termijn waarschijnlijk kwetsbaarder voor verstoring. Op de lange termijn is het woud wel heel veerkrachtig, menen de onderzoekers omdat er andere soorten profiteren. De 99% andere aanwezige soorten gelden als een soort ‘verzekering’ voor veranderende omstandigheden. Het proces van herstel vraagt echter veel tijd. Het inzicht dat een klein aantal bomen zo bepalend is voor de biomassa maakt het wel makkelijker voor wetenschappers dit te simuleren. Het Amazonegebied is namelijk zeer divers. Volgens een schatting van onderzoekers herbergt het regenwoud wel 16.000 boomsoorten. Per hectare groeien er wel 300 verschillende soorten. De soorten die minder bepalend zijn voor de aanwezige biomassa hebben overigens wel een aantal andere belangrijke functies in het ecosysteem. Persbericht Wageningen UR, 30-04-2015
INTERNATIONAAL Nederland en Colombia kiezen voor verantwoorde steenkolensector Een steenkoolketen met aandacht voor arbeidsomstandigheden, milieu en mensenrechten. Met dat doel voor ogen hebben Nederland en Colombia een samenwerkingsovereenkomst, ondertekend. De overeenkomst houdt in dat Colombia en Nederland elkaar helpen bij het implementeren van internationale afspraken over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en technisch gaan samenwerken op het gebied van watermanagement, milieu en het verbeteren van de relatie tussen lokale gemeenschappen en mijnbouwbedrijven. Nederland heeft het vooraanstaande Institute for Human Rights and Business gevraagd onderzoek te doen naar de impact van de mijnbouwsector op lokale gemeenschappen. Met de resultaten kunnen mijnbouwbedrijven aan de slag om concrete verbeteringen te realiseren. Ook reist het Nederlandse Nationale Contactpunt voor de OESO-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten op verzoek van Colombia dit najaar naar het land om collega’s te adviseren op het gebied van MVO. duurzaamondernemen.nl
WETENSCHAP Baby’s in couveuse blootgesteld aan hormoon verstorende stoffen Baby’s in de couveuse worden blootgesteld aan hormoon verstorende stoffen, Bisfenol-A (BPA) en ftalaten, die uit het plastic lekken van de medische hulpmiddelen. Wetenschappers pleiten voor vervanging met hulpmiddelen zonder deze schadelijke stoffen. Een nieuw rapport laat zien dat ziekenhuizen in een aantal landen al volop bezig zijn met deze vervanging. Nederland blijft achter. Het rapport geeft een lijst van veiligere alternatieven voor deze medische hulpmiddelen. Daarnaast worden goede voorbeelden beschreven van landen als Oostenrijk waar ziekenhuizen al bezig zijn om die alternatieven toe te passen op nationaal niveau. In Nederland is het Westfriesgasthuis zo’n voorloper. De bevindingen worden bevestigd door een recent rapport van de EU Commissie voor beoordeling
Nieuw inzicht in vastlegging biomassa in Amazonegebied Slechts 1% van alle boomsoorten in het Amazonegebied bevat de helft van alle aanwezige biomassa. Dit blijkt uit een analyse van een internationaal con-
13
milieu
compact
van nieuwe gezondheidsrisico’s, SCENIHR. Hieruit blijkt dat met name te vroeg geboren baby’s in de intensive care en kleine kinderen die langdurig medische behandeling ondergaan risico’s lopen door blootstelling aan BPA en ftalaten. Het internationale gender- en duurzaamheidsnetwerk WECF roept alle EU-lidstaten op om onmiddellijke nationale actie te ondernemen om de hormoon verstorende stoffen uit medische hulpmiddelen uit te faseren. Persbericht WEFC, 30-04-2015
binnen een bepaalde termijn bereikt, dan moeten de verkoopmogelijkheden weer worden beperkt. Ook stellen ze dat er meer met vangstvergunningen voor bepaald visbestanden of visgebieden gewerkt moet worden. Een derde aanbeveling betreft de opzet van projecten. De visserijprojecten moeten meer oog gaan hebben voor het sociaaleconomische systeem waarin ze plaatsvinden, zegt Bush. “We weten nog niet in welke gemeenschappen verduurzamingsprojecten goed werken, we weten niet of de markt wel een echte pullfactor is, wie de voordelen plukt van het project en hoe de hogere kosten voor de duurzame visserij worden opgebracht. Maar dat is wel onmisbare informatie voor effectief beleid voor de langere termijn.” www.wageningenur.nl
Projecten voor duurzame visvangst onvoldoende effectief Projecten die duurzame visvangst stimuleren, blijven in ontwikkelingslanden vaak steken in goede bedoelingen. Van de geïmporteerde vis in Europese en Noord-Amerikaanse winkels is daardoor een deel minder duurzaam gevangen dan wordt beweerd. Om ondermijning van het Marine Stewardship Council (MSC) voor duurzame vangsten te voorkomen, moeten de eisen voor markttoegang omhoog. Dat stellen Simon Bush van Wageningen University en internationale collega’s in een artikel in Science van 1 mei.
Elektroden helpen vervuiling opsporen
De vraag naar wilde en gekweekte vis en schaaldieren is de afgelopen veertig jaar wereldwijd verdubbeld. Om het aanbod te vergroten, hebben inkopers, ngo’s en overheden projecten opgezet die moeten resulteren in meer vangsten met een duurzaamheidskeurmerk. Maar van alle visproducenten met MSC-keurmerk komt slechts zeven procent uit ontwikkelingslanden, terwijl van de vis die internationaal wordt verhandeld ongeveer de helft afkomstig is uit ontwikkelingslanden. Wel vindt de helft van de meer dan 130 visserijprojecten in ontwikkelingslanden plaats. De verwachting is dat er de komende twee jaar nog honderd projecten bij komen. Om de deelnemers te stimuleren, worden de vangsten al in de beginfase van het project ingekocht. De studie laat echter zien dat veel projecten in de fase van planontwikkeling blijven steken. Met vervolgstappen, zoals noodzakelijke aanpassingen van visserijbeleid of vispraktijken, is vaak na twee jaar nog geen begin gemaakt. Ook ontbreken eenduidige richtlijnen die de voortgang in de visserijprojecten beoordelen.
Geo-elektrische meetmethoden die uitwijzen of constructies zoals de verharding van een benzinestation vloeistofdicht is, kunnen ook bij bodemsaneringen worden ingezet. Volgens Walter de Koning van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) tonen proeven in NoordBrabant aan dat de techniek bruikbare gegevens oplevert tegen lagere kosten dan de gebruikelijke manier van peilbuizen slaan en met boringen bodemmonsters nemen. SIKB wil met protocol 6702 de toepassing van geo-elektrische methoden in goede banen leiden. De organisatie bereidt mede een informatiebrochure voor overheden voor die aangeeft hoe deze technieken ook bij bodemsaneringen kunnen worden gebruikt. De techniek komt neer op het slaan van twee elektroden in de bodem en er een elektrische spanning op te zetten. In het geval van lekdetectie wijzen gemeten afwijkingen in die spanning op bijvoorbeeld zwakke plekken in een verharding waar vloeistof doorlekt. In het geval van bodemsaneringen geeft de methode een indruk van de gelaagdheid van de bodem en van vervuiling die boven de afsluitende laag zit. “De aard van de vervuiling is nog niet af te lezen uit de bevindingen”, zegt Marc Rotmans van Texplor uit Breda. “Een milieukundig adviesbureau moet die aan de hand van monsters vaststellen.” De grootste diepte die er tot nog toe mee is bereikt is 65 meter. De bodemgesteldheid bepaalt hoe accuraat de metingen zijn.
Bush en zijn medeauteurs bevelen aan om vangsten van verduurzamingsprojecten slechts onder voorwaarden markttoegang te geven. Worden gestelde doelen op het pad naar certificering dan niet
De techniek werkt over goed in buitengebieden zonder al te veel ondergrondse infrastructuur en andere elementen die de meting kunnen verstoren. “In stedelijke centra is daar veel meer van
14
14
milieu
compact
en dat kan tot verkeerde conclusies leiden”, aldus De Koning. Het rendement is niet gebonden aan een bepaald meetoppervlak, al zal de inzet vooral op grote terreinen het best lonen. www.cobouw.nl
gio ook zijn eigen uitdagingen. De oplossing moet daarom op regionaal niveau uitgedacht worden.” Persbericht RUG, 28-04-2015
Wereldwijd tekort aan landbouwgrond in 2050
Het energieverbruik door ICT stijgt met een ongekende snelheid. Moderne datacentra bijvoorbeeld verbruiken grote hoeveelheden energie, terwijl de vraag naar technologie en dienstverlening de komende jaren verder zal toenemen. Hoewel hardware al grotendeels geoptimaliseerd is om minder energie te verbruiken, wordt efficiënt verbruik van energie niet in acht genomen bij de ontwikkeling en implementatie van moderne softwareapplicaties. Uit promotieonderzoek aan de VU blijkt dat het verbruik van hardware een waardevolle voorspellende factor is voor het energieverbruik van software. Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van de juiste softwareontwikkelingstechnieken kan leiden tot besparingen tot 25 procent voor individuele apparaten. Op grote schaal zijn de mogelijke besparingen zelfs nog groter: cloud computingdiensten draaien bijvoorbeeld dezelfde applicatie meerdere malen op een groot aantal apparaten. W-zine, 04-05-2015
Software kan energiezuiniger
In de komende decennia komt de wereld voor de uitdaging te staan met beperkte landbouwgrond en een toenemende bevolking voldoende voedsel te produceren. Dat kan alleen als er gebruik wordt gemaakt van intensieve landbouw met kunstmest, concludeert milieuwetenschapper María José Ibarrola Rivas in haar proefschrift. Zij berekende onder meer dat voor een Westers dieet vier keer zoveel kunstmest nodig is als voor een eenvoudig dieet. Wetenschappers proberen regelmatig voorspellingen te doen over de bevolkingsgroei óf het milieu óf de economie. “Ik heb die onderzoeken gecombineerd”, vertelt Ibarrola Rivas. “Vooral in armere landen zal de bevolking toenemen, terwijl daar ook de grootste verandering in eetgewoonten plaatsvindt. Daardoor is daar in de toekomst veel meer land nodig om voedsel te produceren.” Uit het onderzoek blijkt dat er tussen regio’s enorme verschillende zijn. Op sommige plaatsen is meer dan 5000 m2 landbouwgrond beschikbaar per persoon, op andere plaatsen minder dan 1000. In 2050 zal zo’n 70% van de wereldbevolking in gebieden wonen waar minder dan 1000 m2 grond per persoon beschikbaar is, vooral in ontwikkelingslanden. Ibarrola Rivas: “Alleen als ze daar zeer intensief gebruik gaan maken van kunstmest, zal aan de voedselbehoefte voldaan kunnen worden. Dat zal grote gevolgen hebben voor het milieu in die regio’s.” Omdat landbouwgrond niet te verplaatsen is, verwacht zij dat er veel handel in voedsel zal ontstaan vanuit het rijke Westen naar ontwikkelingslanden. Hiermee legt het onderzoek duidelijk een toekomstig wereldwijd probleem bloot: Er is geen enkel land waar je zonder kunstmest genoeg voedsel kunt produceren dat past bij het voedingspatroon ter plaatse. Milieukundigen maken zich nu al zorgen over het overmatig gebruik van meststoffen en zoeken manieren om het terug te dringen, terwijl er door de bevolkingsgroei en verandering in voedingspatroon juist steeds meer mest nodig is. Een mondiale oplossing is er volgens Ibarrola Rivas niet. “Omdat iedere regio zijn eigen voedingspatroon heeft, heeft iedere re-
PUBLICATIES Sturing geven aan groene groei Wat kan de overheid doen om groene groei te bevorderen? In de aanloop naar de tussenbalans Groene Groei van het kabinet (naar verwachting voor de zomer 2015), schetst het PBL beleidsuitdagingen voor de lange termijn. Het benutten van kansen vraagt volgens het PBL-rapport ‘Sturing geven aan groene groei; opties voor een groenegroeiagenda’ om domeinoverstijgende ideeën en oplossingen. De groene-groeibrief van het kabinet (maart 2013) identificeert vier pijlers daarvoor: innovatie, slimme inzet van marktprikkels, een stimulerend kader met dynamiek bevorderende wet- en regelgeving en de overheid als netwerkpartner. Deze pijlers geven terecht aan dat een mix aan instrumenten nodig is om groene groei te stimuleren. Wel is het raadzaam het bestaande beleid in deze vier pijlers specifiek te richten op groene innovatie. Daarbij gaat het zowel
15
milieu
compact
om R&D-beleid als om het creëren van prikkels die de toepassing van nieuwe schone technologie bevorderen.
ling hoger in de voedselketen te beperken. Voorbeelden van deze grote locaties zijn weilanden, waar verhoogde concentraties dioxines aanwezig zijn, en uiterwaarden waar cadmium aanwezig is. www.rivm.nl
Voor veel handelingsopties is een internationale aanpak nodig. Dit geldt bijvoorbeeld voor fiscale maatregelen, verplichte rapportages over het grondstoffengebruik door bedrijven en voor het opheffen van de afvalstatus van materialen, zodat ze kunnen worden ingezet als secundaire grondstof. Kortom: voor groene groei is een multi-level aanpak cruciaal. Waar een brede Europese aanpak niet mogelijk is, kan samenwerking met een ‘coalition of the willing’ een belangrijke eerste stap zijn.
Verbranden plastic effectiever dan recyclen Uit een analyse in het vakblad Economisch Statistische Berichten blijkt dat op dit moment het recyclen van plastic vanuit CO2-perspectief niet kosteneffectief is en het verbranden van plastic economisch gezien aantrekkelijker is. Het recyclen van plastic leidt weliswaar tot minder CO2-uitstoot dan het verbranden, maar daar staat tegenover dat het ophalen en verwerken van huishoudelijk plasticafval forse kosten met zich meebrengt. Bovendien verloopt het verbrandingsproces in Nederland zeer efficiënt en is de rookgasreiniging zodanig ontworpen dat NOx en SO2 worden afgevangen tot ver onder de Europese normen. Omdat uit de literatuur ook bekend is dat de emissies voor SO2 en NOx bij het verbranden van kunststof substantieel lager zijn dan bij het verbranden van restafval, wordt de milieu-impact alleen uitgedrukt in CO2. Berekend is dat de besparing van 1 ton CO2 door middel van kunststofrecycling de samenleving 172 euro kost, terwijl de huidige marktprijzen voor CO2 in het Europese emissiehandelssysteem (ETS) tussen 5 en 10 euro per ton liggen.
Boven alles is van belang dat de Nederlandse overheid nadrukkelijk een groene stip op de horizon zet en een duidelijke langetermijnambitie voor groene groei formuleert. Als zo’n concrete ambitie met overtuiging wordt uitgedragen, maakt dit daaraan direct of indirect gerelateerd beleid voorspelbaar. Een krachtig uitgedragen langetermijnambitie helpt de energieke samenleving te mobiliseren en geeft investeerders een handelingskader voor de lange termijn. www.pbl.nl Ecologische beoordeling bodemverontreiniging vergt meer aandacht Bij een bodemverontreiniging kunnen bepaalde schadelijke stoffen ‘doorwerken’ in de voedselketen. De effecten van de verontreiniging op organismen kunnen groter worden naarmate het organisme hoger in de voedselketen staat. Zo kan een stof in de bodem worden opgenomen in een worm, die vervolgens wordt opgegeten door een mol, die op zijn beurt gegeten wordt door een roofvogel. Hoewel de roofvogel in dit voorbeeld beperkt of niet direct in contact komt met de bodemverontreiniging op locaties, kan deze via zijn voedsel dus wel gevolgen ondervinden van de verontreiniging. Via dergelijke doorvergiftiging in de voedselketen kunnen chemische stoffen soms een groter risico vormen voor de ecologie dan door het directe effect op organismen. Dit blijkt uit een rapport van het RIVM. Bij
Het op deze manier reduceren van de CO2-uitstoot is dus aanmerkelijk duurder. De berekende 172 euro per ton ligt ook aanzienlijk hoger dan de gemiddelde externe kosten die de literatuur schat voor CO2 – iets minder dan 50 euro per ton in 2030. Ter vergelijking, een van de duurdere opties om CO2 te reduceren is het afvangen en ondergronds opslaan van CO2 bij kolencentrales (Carbon Capture and Storage, CCS). Deze technologie is pas rendabel als de CO2-prijs boven 80 euro ligt. Dit werd destijds onder meer afgewezen vanwege de hoge kosten. Met andere woorden er zijn kosteneffectievere manieren om CO2 te besparen. Een gevoeligheidsanalyse geeft bovendien aan dat de conclusie dat kunststofrecycling niet kosteneffectief is blijft staan in bijna alle scenario’s. Het Financieele Dagblad, 06-05-2015
kleine locaties blijkt het niet mogelijk om de bevindingen van het veldonderzoek te vertalen naar een realistisch doorvergiftigingsscenario. Voor grote locaties met kwetsbare voedselketens kan het zinvol en kosteneffectief zijn om via onderzoek in het veld doorvergiftigingsrisico’s vast te stellen en indien nodig beheersmaatregelen te nemen om blootstel-
Evaluatie gedragscode wind op land In september vorig jaar is de ‘Gedragscode draagvlak en participatie windenergie op land’ ondertekend.
16
16
milieu
compact
Hierin zijn eenduidige afspraken gemaakt over het betrekken van de omgeving bij de ontwikkeling van windenergie. Ruim een half jaar na de invoering hebben de ondertekenaars een Quick Scan uitgevoerd om de gedragscode te monitoren. Het doel hiervan was input verzamelen voor de Nationale Energie Verkenning en een eerste indruk te krijgen van de gedragscode onderdelen die goed werken en mogelijke verbeterpunten. Zestien initiatiefnemers, verantwoordelijk voor een groot deel van de lopende en komende windenergieprojecten op land, hebben input geleverd. Belangrijke onderwerpen die naar voren kwamen waren het tijdstip waarop de gedragscode ingaat, de verschillende codes die in omloop zijn, de betrokkenheid van natuur en milieuorganisaties en het communiceren van het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld voor omwonenden. De resultaten van deze Quick Scan worden gebruikt als voorbereiding op een uitgebreide evaluatie in september 2015.
kan niet worden afgeleid dat de gevoelige functies in het plan beperkt moeten worden tot de bedrijfswoning. Dat bedrijfsgebouwen, waar mensen langdurig verblijven en daarmee een grotere kans lopen op blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen, als gevoelige objecten kunnen worden aangemerkt lag ook ten grondslag aan de hiervoor onder 6. genoemde uitspraak van de Afdeling van 3 december 2008. Bovendien zijn de gronden van het bedrijfsperceel mede bestemd voor detailhandel en kantoren ten dienste van het landbouwmechanisatiebedrijf. De raad heeft voorts gesteld dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er vanuit de naastgelegen boomgaarden ter hoogte van de bedrijfshallen en bijbehorende erven sprake is van een relevante blootstelling aan druppeldrift van gewasbeschermingsmiddelen. Voor zover de raad daarbij wijst op het ontbreken van gevelopeningen in de bedrijfshallen aan de zijde van de boomgaarden en graanakker en de aanwezigheid van een schutting van 5 m hoog aan de zijde van de erven wordt vastgesteld dat dit niet is verzekerd in de planregels. Nu de raad voor de beoordeling van het woon- en leefklimaat in verband met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen niet alle gevoelige objecten in het plan heeft betrokken, zijn de bestreden besluiten in zoverre onzorgvuldig voorbereid. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 1-4-2015, nr. 201402301/1/R3
Het complete rapport met resultaten staat op de website van Natuur & Milieu. www.natuurenmilieu.nl
RECHTSPRAAK
Bestemmingsplan en gebruik gewasbeschermingsmiddelen II
Bestemmingsplan en gebruik gewasbeschermingsmiddelen I
Bij besluit van 21 januari 2014 heeft de raad van de gemeente Buren het bestemmingsplan “Buitengebied, reparatieplan” vastgesteld. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 26 maart 2014 in zaak nr. 201306395/1/R2), betekent het enkele gegeven dat een bestaande situatie aan de orde is niet dat in het geheel geen betekenis behoeft te worden toegekend aan de milieuhygiënische gevolgen van de fruitboomgaard voor de omgeving. Het laten voortbestaan van een historisch gegroeide situatie kan onder omstandigheden in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening, indien blijkt dat de nadelige gevolgen hiervan zo groot zijn dat deze in redelijkheid niet langer aanvaardbaar kunnen worden geacht. Dit kan het geval zijn indien de gezondheid van omwonenden niet langer kan worden gegarandeerd. Ter zitting heeft de raad toegelicht in dit geval geen aanleiding te hebben gezien tot het opleggen van beperkingen in de bestaande situaties. De raad stelt daartoe dat niet in algemene zin kan worden vastgesteld dat de nadelige gevolgen van het laten
Bij besluit van 21 januari 2014 heeft de raad van de gemeente Houten het bestemmingsplan “[locatie 1]/[locatie 2]” vastgesteld. De raad heeft voor zijn standpunt dat alleen de bedrijfswoning met bijbehorende tuin in het plan als spuitgevoelige functie moet worden aangemerkt en de bedrijfsgebouwen niet, aangesloten bij de omschrijving van gevoelige functies in milieuregelgeving zoals het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen), de Wet geluidhinder en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Deze regelgeving ziet echter op andere vormen van milieuhinder. Voor de bepaling van gevoelige functies in verband met blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen kan dan ook niet zonder meer bij deze milieuregelgeving worden aangesloten. Ook uit de door de raad aangehaalde brief van de Staatssecretaris van infrastructuur en milieu van 18 februari 2014 over het rapport van de Gezondheidsraad inzake de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen
17
milieu
compact
voortbestaan van een bestaande, historisch gegroeide, situatie zo groot zijn dat deze in redelijkheid niet langer aanvaardbaar kunnen worden geacht. Ter zitting heeft de raad in dit verband gewezen op het rapport “Gewasbescherming en omwonenden” van de Gezondheidsraad van 29 januari 2014, waarin onder meer staat dat nader onderzoek nodig is naar de effecten van gewasbeschermingsmiddelen voor de gezondheid van omwonenden. Voorts heeft de raad ter zitting gesteld dat de financiële middelen om de bestaande situaties te beëindigen ontbreken. Nu appellant sub 1 geen argumenten heeft aangevoerd die verband houden met de gezondheid van omwonenden, noch stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat deze door de aanwezigheid van de bestaande boomgaard kan worden geschaad, ziet de Afdeling in hetgeen hij heeft aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat in de onderhavige situatie geen sprake is van dusdanig nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat ter plaatse van nabijgelegen gevoelige objecten dat de aanwezigheid van de boomgaarden op de gronden rondom de woning van appellant sub 1 aan de Culekampseweg ruimtelijk onaanvaardbaar is. Voor zover appellant sub 1 betoogt dat de raad had moeten bezien of de aanwezigheid van de boomgaard aan de Culekampseweg vanwege het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wel ruimtelijk aanvaardbaar is, omdat deze weg wordt gebruikt door doorgaand verkeer, waaronder fietsende kinderen, overweegt de Afdeling dat zij reeds in haar uitspraak van 3 september 2014 (in zaak nr. 201310924/1/R3) heeft overwogen dat een fietspad niet hoeft te worden beschouwd als een functie die gevoelig is voor de gevolgen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 1-4-2015, nr. 201402655/1/R2
van meer dan 126.874 vleeskuikens en een nieuw voorschrift 8.1.1 aan de vergunning te verbinden. Vaststaat dat in het onderhavige geval, gelet op de wijze van ventilatie van de stallen, de uittreedsnelheid dient te worden berekend. Blijkens het stuk van 8 oktober 2013 is in de berekening van de geurbelasting uitgegaan van een uittreedsnelheid van 3,94 m/s. Ook in de aan het door de rechtbank vernietigde besluit ten grondslag gelegde berekening van 7 mei 2013 is van deze uittreedsnelheid uitgegaan. Het college stelt zich in het verweerschrift onder verwijzing naar de resultaten van 23 september 2014 van een herberekening van de geurbelasting bij 42.319 vleeskuikens per stal op het standpunt dat in de berekening van 8 oktober 2013 inderdaad is uitgegaan van een te hoge uittreedsnelheid. Volgens de door het college aan het bij de rechtbank bestreden besluit ten grondslag gelegde berekeningsresultaten van 7 mei 2013 wordt de uittreedsnelheid bepaald door het aantal vleeskuikens per stal te vermenigvuldigen met de ventilatiecapaciteit per vleeskuiken en het verkregen aantal OUE/s vervolgens te delen door de totale oppervlakte van de nokventilatie en de opening van de stofvangbak. De StAB heeft deze wijze van berekening juist geacht. De rechtbank heeft het aantal vleeskuikens per stal bepaald op 42.319, hoewel het alsnog vergunde totale aantal vleeskuikens 126.874 per stal neerkomt op 42.291 vleeskuikens. Wat daar ook van zij, uitgaande van 42.319 vleeskuikens per stal bedraagt bij de omschreven wijze van berekening de uittreedsnelheid 3,55 m/s. Deze uittreedsnelheid is lager dan de uittreedsnelheid van 3,94 m/s waarvan in de berekening van 8 oktober 2013 is uitgegaan. In het StAB-verslag staat dat hoe hoger de uittreedsnelheid, hoe hoger het zogenoemde ‘emissiepuntverhogende effect’, hetgeen resulteert in een lagere geurbelasting. Nu in de berekening van 8 oktober 2013 van een te hoge uittreedsnelheid is uitgegaan, is niet aannemelijk dat bij in totaal 126.874 vleeskuikens, waarvan ten hoogste 42.319 vleeskuikens per stal, anders dan waarvan de rechtbank is uitgegaan, de geurbelasting van de inrichting niet hoger is dan 14,0 OUE/m3. Voorts overweegt de Afdeling nog het volgende. In de berekening van 7 mei 2013 is per stal het geometrisch gemiddelde emissiepunt van de nokventilatoren en de gevelventilatoren berekend. De rechtbank heeft in haar uitspraak overwogen dat deze door het college gehanteerde rekenmethode onjuist is en dat daardoor mogelijk de geuremissie is onderschat. Tegen deze overweging zijn de hoger beroepen niet gericht. In de berekening van 8 oktober 2013 is het college, zo staat in de brief van het college van 14 oktober 2013 aan
Omgevingsvergunning houden vleeskuikens en geurhinder Bij besluit van 4 december 2012, zoals gewijzigd bij besluit van 4 juni 2013, heeft het college van B&W van Asten een omgevingsvergunning eerste fase verleend voor het veranderen en het in werking hebben van een inrichting. Bij uitspraak van 6 juni 2014 heeft de rechtbank het bestreden besluit vernietigd wat betreft het aan de daarbij verleende vergunning verbonden voorschrift 8.1.1 en voor zover vergunning is verleend voor het houden van meer dan 126.874 vleeskuikens, en zelf in de zaak voorzien door alsnog vergunning te weigeren voor het houden
18
18
milieu
compact
de rechtbank, eveneens uitgegaan van genoemde rekenmethode. Nu de rechtbank de rekenmethode onjuist heeft geacht om het gemiddelde emissiepunt te berekenen, had zij ook om die reden niet ervan mogen uitgaan dat de berekeningsresultaten van 8 oktober 2013 een juist beeld van de te verwachten geuremissie gaven. Gelet op het voren overwogene heeft de rechtbank wat betreft geur reeds hierom ten onrechte zelf in de zaak voorzien. Dat brengt met zich dat de rechtbank eveneens ten onrechte het besluit slechts heeft vernietigd wat betreft het aan de daarbij verleende vergunning verbonden voorschrift 8.1.1 en voor zover vergunning is verleend voor het houden van meer dan 126.874 vleeskuikens. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 1-4-2015, nr. 201406026/1/A4
voor een nader onderzoek naar de luchtkwaliteit. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 1-4-2015, nr. 201406880/1/R1 Afwijzing handhavend optreden ter zake van geurhinder pluimveehouderij Bij besluit van 25 april 2013 heeft het college van B&W van Asten het verzoek van appellant sub 1 om handhavend op te treden ter zake van geurhinder van een pluimveehouderij, afgewezen. Bij besluit van 10 oktober 2013 heeft het college het door appellant sub 1 daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 25 juni 2014 heeft de rechtbank het besluit van 10 oktober 2013 vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Niet in geschil is dat de omgevingsvergunningen, verleend bij de besluiten van 22 juli 2011 en 14 maart 2013, in rechte onaantastbaar zijn. Vaststaat dat in de voorschriften van de omgevingsvergunning van 22 juli 2011 geen concrete geurnormen zijn opgenomen. Aan het besluit tot vergunningverlening van 22 juli 2011 zijn de resultaten van een geurberekening van 1 maart 2011 ten grondslag gelegd. De verrichte geurberekening strekte ertoe om in het kader van de vergunningverlening te kunnen vaststellen of bij de aangevraagde activiteiten werd voldaan aan de ingevolge de Wet geurhinder en veehouderij voor geurgevoelige objecten geldende geurnormen, die door het bevoegd gezag bij vergunningverlening in acht dienen te worden genomen. Dit was volgens het college het geval, zodat vergunning is verleend. De berekende geurbelastingen van geurgevoelige objecten in de omgeving van de inrichting betreffen, anders dan appellant sub 1 heeft betoogd, geen maximale geurniveaus die belanghebbende bij het in werking zijn van de inrichting moet naleven. Het betoog van appellant sub 1 dat in de vergunning ten onrechte geen geurnormen zijn opgenomen, heeft geen betrekking op het bij de rechtbank bestreden besluit betreffende de weigering te handhaven, maar ziet op het, in rechte onaantastbare, besluit van 22 juli 2011 tot verlening van de omgevingsvergunning. Dit betoog kan dan ook niet leiden tot het oordeel dat de rechtbank het bij haar bestreden besluit om die reden ten onrechte niet heeft vernietigd. Nu bij het in werking zijn van de inrichting geen geurnormen behoeven te worden nageleefd, heeft de rechtbank terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het college ter beoordeling van de vraag of de omgevingsvergunningen werden nageleefd een berekening van de geurbelasting van geurgevoelige objecten had moeten verrichten.
Bestemmingsplan en NIBM-tool luchtkwaliteit Bij besluit van 21 mei 2014 heeft de raad van de gemeente Maasgouw het bestemmingsplan “Mispadenhof” vastgesteld. Niet in geschil is dat de beoogde ontwikkeling maximaal 238 extra verkeersbewegingen per dag ten gevolge zal hebben. De raad heeft een berekening overgelegd die is gemaakt met de zogenoemde NIBM-tool. De raad heeft hierbij terecht alleen de extra verkeersbewegingen in de berekening betrokken. Beoordeeld dient immers te worden of hetgeen met dit plan extra mogelijk wordt gemaakt ten opzichte van hetgeen vóór dit plan mogelijk was niet in betekenende mate bijdraagt aan de effecten op de luchtkwaliteit. De NIBM-tool is door het toenmalige Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in samenwerking met InfoMil ontwikkeld voor kleine ruimtelijke plannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit om te bepalen of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een stof in de buitenlucht. Gebruik van de NIBM-tool voor deze toepassing is onder meer aanvaard in de uitspraak van de Afdeling van 15 januari 2014, in zaak nr. 201305681/1/R1. Uit de door de raad overgelegde berekening volgt dat de concentratie stikstofdioxide (NO2) als gevolg van de toename van 238 verkeersbewegingen met 0,20 µg/m³ toeneemt. De concentratie zwevende deeltjes (PM10) neemt met 0,05 µg/m³ toe. Beide toenamen zijn minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarden. De berekening bevestigt derhalve hetgeen ook al in de plantoelichting staat. Gelet op het voorgaande heeft de raad zich terecht op het standpunt gesteld dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de effecten op de luchtkwaliteit en heeft de raad geen aanleiding hoeven zien
19
milieu
compact
De rechtbank heeft terecht overwogen dat als de inrichting in werking is overeenkomstig de aan de vergunning verbonden voorschriften en de van de vergunning onderdeel uitmakende stukken, de geursituatie in overeenstemming met de vergunning is. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 8-4-2015, nr. 201406248/1/A4
de Wet milieubeheer aangenomen. Hetzelfde geldt voor de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178), en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de omkering van de bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk. Daarbij zijn vier amendementen aangenomen. De amendementen betreffen fundamentele onderwerpen zoals de omkering van de bewijslast voor mijnbouwschade en de weigeringsgronden voor opsporings- en winningsvergunningen voor mijnbouwactiviteiten. Na overleg in de ministerraad heeft minister Kamp (EZ) de Afdeling advisering van de Raad van State voorlichting gevraagd over deze amendementen. Gelet op de geldende implementatietermijn is de Afdeling advisering van de Raad van State verzocht om deze voorlichting op zo kort mogelijke termijn te verstrekken. Eerste Kamer, 34041, 01-05-2015
Uitspraken op website Milieu Compact De volgende recente uitspraken zijn op de website van Milieu Compact in te zien (knop ‘Archief’): Wijzigingsplan en richtlijnconforme interpretatie Natuurbeschermingswet zie www.RaadvanState.nl; ABRS 1-4-2015, nr. 201402973/1/R3 Tegemoetkoming in door kraaien en kauwen toegebrachte schade aan perceel maïs zie www.RaadvanState.nl; ABRS 1-4-2015, nr. 201406699/1/A2
Regeling Europese afvalstoffenlijst
Weigering vergunning Keur Rijnland 2009 voor onderbemaling percelen zie www.RaadvanState.nl; ABRS 1-4-2015, nr. 201407250/1/A4
Op 1 juni 2015 zal de Regeling Europese afvalstoffenlijst worden gewijzigd. Deze regeling wijzigt de Regeling Europese afvalstoffenlijst ter uitvoering van het Besluit van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van de Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europese Parlement en de Raad (2014/955/EU) (PbEU 2014, L370) en hierna aan te duiden als: Besluit 2014/955/EU. Het Besluit is van toepassing met ingang van 1 juni 2015. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om de aanduiding van de in artikel 5 van de Regeling Europese afvalstoffenlijst opgenomen NEN-normen te actualiseren. Staatscourant 2015 nr. 12342, 04-05-2015
Weigering omgevingsvergunning hondenschool en omgevingsgeluid zie www.RaadvanState.nl; ABRS 8-4-2015, nr. 201401275/1/A4 Geurhinder veehouderij en bebouwde kom zie www.RaadvanState.nl; ABRS 8-4-2015, nr. 201402068/1/R1
Wijziging regels vervoer gevaarlijke stoffen
WET EN REGELGEVING
Op 1 mei 2015 zijn gewijzigd de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen, de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen, de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen en de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen in verband met de tweejaarlijkse revisie van internationale voorschriften inzake het vervoer van
Kamp vraag Raad van State advies over omkering bewijslast Op 28 april 2015 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wijziging van de Mijnbouwwet en
20
20
milieu
compact
gevaarlijke stoffen. Deze wijziging strekt in de eerste plaats tot aanpassing van vier ministeriele regelingen in verband met de tweejaarlijkse revisie van internationale voorschriften inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (ADR), over de binnenwateren (ADN) en over de spoorweg (RID). Het gaat om de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG), de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (VBG), de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG) en de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen. De wijzigingsregeling strekt daarnaast tot implementatie van richtlijn nr. 2014/103 van de Europese Commissie van 21 november 2014 tot derde aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PbEU L 335). Deze regeling strekt ten slotte tot enkele wijzigingen in VLG, VBG en VSG. Het betreft daarbij in hoofdzaak het schrappen van bestaande bepalingen. Staatscourant 2015 nr. 11506, 30-04-2015
een snelle uitrol mogelijk, omdat partijen in een vroeg stadium hun ontwerp en bouwactiviteiten af kunnen stemmen op de geldende regels. Dit versnelt de bouwfase van de windparken waardoor zij sneller operationeel zijn en duurzame energie leveren. Bij het opstellen van deze algemene regels is aansluiting gezocht bij de ervaringen van vergunningen die op grond van de Wet beheer rijkswater- staatswerken en de Waterwet zijn afgegeven voor windparken op zee. De in de loop der tijd opgedane inzichten zijn meegenomen in deze algemene regels. Zo is gebleken dat niet alle voorschriften voor de vergunning- houders gelijk zijn, terwijl een inhoudelijke verklaring voor de verschillen ontbreekt. Ook is gebleken dat er voorschriften zijn opgenomen die door voortschrijdend inzicht en recente ontwikkelingen thans niet meer gesteld hoeven te worden. Bovendien is in de praktijk gebleken dat de voorschriften thans niet meer aansluiten bij gewijzigde internationale normeringen. Staatsblad 2015, nummer 153
BERICHTEN
Wijziging Waterbesluit Op 1 juli 2015 treedt in werking de wijziging van het Waterbesluit in verband met de vereenvoudiging en uniformering van regels voor windparken op zee (algemene regels windparken op zee). Met dit besluit worden de aspecten die betrekking hebben op de bouw, de exploitatie en de verwijdering van een windpark algemeen geregeld in het Waterbesluit. Tot de inwerkingtreding van dit besluit bevatten de watervergunningen die tot nu toe zijn verleend voor windparken op zee de nodige voorschriften ter bescherming van de scheepvaart, luchtvaart en het milieu. In het Energieakkoord is afgesproken dat het kabinet zorg draagt voor een robuust wettelijk kader om de opschaling van windenergie op zee mogelijk te maken. De doelstelling van het Rijk is een snelle uitrol en kostenefficiënte realisatie van 4.450 MW opgesteld en operationeel vermogen in 2023. Gelet op deze doelstellingen zijn eenduidige en uniforme regels over de bouw, exploitatie en verwijdering van het park noodzakelijk. Door het vooraf opstellen van algemene regels worden investeringsrisico’s verminderd en ontstaat een aantrekkelijker investeringsklimaat voor het deel van de windsector dat windparken op zee wil realiseren. Daarnaast wordt door deze vooraf vastgestelde algemene regels
21
850 miljoen batterijen in Nederlandse huishoudens Het aantal lege en gebruikte batterijen en accu’s van huishoudens is de laatste 12 jaar flink gestegen: in 2003 bezat een huishouden nog gemiddeld 71 batterijen en in 2015 zijn dit maar liefst 113 batterijen. Doorgerekend bezitten Nederlanders er maar liefst 850 miljoen. Dit blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Panteia in opdracht van Stibat (Stichting Batterijen). Deze verbatterijrisering is mede mogelijk gemaakt door de opkomst van steeds meer huishoudelijke apparaten met batterijen en accu’s. Denk aan de vele afstandsbedieningen, (computer)spelletjes, mobiele telefoons, fietslampen, horloges, laptops en fotocamera’s. Opvallend is dat de meeste mensen hun huishoudelijke batterijenbezit schatten op slechts 25 tot 35 exemplaren. In werkelijkheid is dit aantal drie keer zoveel. Van de 113 batterijen worden er 73 gebruikt in allerlei huishoudelijke apparaten, 12 zitten in afgedankte apparaten op zolders, kelders en kasten (gezamenlijk
21
milieu
compact
87 miljoen) en 28 batterijen zijn nieuw of leeg. Informatie: www.stibat.nl en www.legebatterijen.nl. Persbericht Wecycle, 07-05-2015
Greenpeace-campagneleider Pavel Klinckhamers noemt het bizar dat de Klaverbank, een uniek natuurgebied dat slechts 2,5% van de Nederlandse Noordzee bestrijkt, nog steeds niet door de Nederlandse overheid wordt beschermd. Het gebied is weliswaar uitgeroepen tot Natura2000-gebied, maar in de praktijk stelt deze beschermde status niets voor. De maatregelen, die slechts voor delen van de Klaverbank zijn vastgesteld, zijn nog steeds niet ingevoerd. Uit protest tegen het gebrek aan daadkracht van de Nederlandse regering om de Noordzeenatuur te beschermen, heeft Greenpeace opnieuw een aantal grote zwerfkeien op de zeebodem gelegd. Persbericht Greenpeace, 12-05-2015
Peuken niet weggooien maar recyclen Het meest voorkomende afval ter wereld bestaat uit sigarettenfilters. Jaarlijks gooien rokers 4,5 triljoen filters weg op straat. Sigarettenfilters zijn gemaakt van celloseacetaat. Dit is niet biologisch afbreekbaar. Veel filters belanden in rivieren en oceanen, de gifstoffen komen in het water terecht. Het Foxwoods Resort Casino in de Amerikaanse staat Connecticut verzamelt om die reden sigarettenpeuken in voor recycling. Het casino stuurt ruim 4000 peuken per dag naar TerraCycle. Dit bedrijf zet ze om in plastic pellets of plastic voor de industrie. Voor het recyclen van sigarettenpeuken werkt het Terracycle vooral samen met casino’s en stadions. Plekken waar veel wordt gerookt. TerraCycle recyclet peuken, as, tabak en sigarettendoosjes. Het cellofaan wordt gerecycled en de tabak en het papier gecomposteerd. Recent hebben onderzoekers van de Seoul National University een methode ontwikkeld om de peuken om te zetten in een materiaal dat energie opslaat. www.duurzaambedrijfsleven.nl
CO2-recycler haalt 200 miljoen dollar op voor ethanolfabriek De Amerikaanse start-up Joule, dat water en CO2 omzet in hernieuwbare brandstoffen, heeft al 200 miljoen dollar aan investeringen binnengehaald en opent over twee jaar zijn eerste fabriek. Na een succesvolle financieringsronde ligt het bedrijf op schema voor de realisatie van een eerste productiefaciliteit op commerciële schaal. Bedoeling is om in 2017 een 400 hectare grote installatie te bouwen met een productiecapaciteit van bijna 100 miljoen liter hernieuwbare ethanol per jaar. De geproduceerde ethanol is te mengen met benzine en kan in sommige motoren ook puur gebruikt worden. Zo reduceert de hernieuwbare brandstof de CO2-impact van transport.
Zeeleven rond stenen bloeit zichtbaar op Het zeeleven op en rond de zwerfkeien die Greenpeace vier jaar geleden plaatste op de bodem van de Klaverbank in de Noordzee bloeit op. Dat blijkt uit onderzoek dat Greenpeace deed. De organisatie plaatste de stenen als bescherming tegen bevissing met schadelijke sleepnetten in de op papier beschermde Klaverbank. Tot onvrede van vissers en het betrokken ministerie, dat Greenpeace een dwangsom oplegde – ten onrechte, oordeelde de Raad van State later. Tijdens duikonderzoek vier jaar terug in het gebied was te zien dat de bodem vooral bestond uit grind waarop weinig leven zat. “In het gebied zien we nu een tapijt van uniek koudwaterkoraal, hydroïden en ander leven”, aldus onderzoeker Peter van Bragt. “De bodembewoning is vele malen rijker als tijdens de eerdere duiken. Veel van het koraal is vier, hooguit vijf jaar oud. Volgens Van Bragt ‘is er weinig fantasie nodig’ om te veronderstellen dat de door Greenpeace geplaatste stenen effect hebben. “Voor de ontwikkeling van een rijke fauna is stabiliteit nodig. Beroering van de bodem door sleepnetten verhindert dat. Het veroorzaakt een enorme schade die alleen kan herstellen met rust.”
Joule heeft onder meer autoproducent Audi als ontwikkelingspartner. Reiner Mangold, hoofd duurzaamheid bij Audi: “We zijn trots samen te werken met Joule. Met technologieën als deze kunnen we blijven rijden, zonder CO2 toe te voegen aan de atmosfeer.” In thuisland Duitsland werkt Audi zelf ook aan een technologie om CO2 direct in brandstoffen om te zetten. Bijzonder van het fabricageproces is dat microorganismen de CO2 met behulp van zonlicht direct omzetten in ethanol. De organismen hoeven daarom niet in extra stappen te worden verwerkt tot een biobrandstof. Joule scheidt de geproduceerde ethanol van het water met de levende katalysatoren en voert de organismen daarna opnieuw met CO2 de doorzichtige slangen in. Ze hebben een levensduur van een paar weken en blijven continu ethanol produceren. Informatie: www.jouleunlimited.com Duurzaamnieuws.nl
22
22
milieu
compact
Nationale omgevingswetgeving in behandeling Stand van zaken 8 mei 2015
Datum laatste stuk
Inwerkingtreding
Staatsblad
Mondelinge behandeling
Memorie van antwoord
(Eind)verslag
Wetsvoorstel EK
Aangenomen TK
Mondelinge behandeling
Nota n.a.v. het verslag
(Eind)verslag
Wetsvoorstel en MvT
TK/EK-nummer
Wetsvoorstel
Ingediend
Door mr.dr. J.H.G. van den Broek
Omgevingsvergunning 16-6-14
Omgevingswet
33962
23-04-15
13-2-14
Wijziging Wabo (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving)
33872
29-4-15
19-6-14
Wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting
33966
11-12-14
16-10-14
Regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee)
34058
26-3-15
11-12-14
Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed (Erfgoedwet)
34109
11-12-14
Wabo
Wet milieubeheer 9-11-94
Duurzaam geproduceerd hout
23982
9-7-02
3-2-00
Wijziging duurzaam geproduceerd hout
26998
14-9-00
14-10-02
Wijziging duurzaam geproduceerd hout
28631
17-12-13
Jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer, hernieuwbare brandstofeenheden en elektronisch register hernieuwbare energie vervoer
33834
27-1-05 455
Zie KB
28-11-14
1-4-14
Wijziging Wm en Wet VROM BES ivm TK 33 906
33907
24-6-14
24-9-14
Wijziging Mijnbouwwet, Wm en Wed ivm richtlijn 2013/30/EU (veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten)
34041
01-5-15
Herstel van wetstechnische gebreken alsmede andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op of in verband met het terrein van infrastructuur en milieu (Reparatiewet infrastructuur en milieu 2014)
33976
Waterwet 27-6-14
581
582 zie KB
31-12-14
419
Zie KB
6-2-15
Natuur 20-8-12
Wet natuurbescherming
33348
19-6-13
Wijz Nbw 1998 (PAS)
33669
20-3-15
2-2-15
Wet implementatie Nagoya Protocol
34141
6-3-15
2-2-15
Wet goedkeuring Nagoya Protocol
34142
2-2-15
33727
20-1-15
Algemene wet bestuursrecht 10-9-13
Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht
Overige 4-12-06
Grondwetswijziging zorgplicht dieren
30900
29-5-07
27-2-08
Voorstel Duyvendak beperking emissies kolencentrales
31362
20-5-10
5-7-12
Wet open overheid (Woo)
33328
15-8-13
1-9-14
Wet aanpak woonoverlast
34007
1-9-14
5-11-14
Wet bestrijding maritieme ongevallen
34069
5-12-14
1-12-14
Wijz Wet luchtvaart ivm invoering nieuw normen- en handhavingsstelsel geluidhinder Schiphol
34098
26-3-15
23
23
milieu
compact
05-06-2015: Seminar 100-100-100 Op 1 januari is ROVA gestart met het project 100-100-100. Gedurende 100 dagen hebben meer dan 100 gezinnen zich ingezet om 100% afvalvrij te leven. Op vrijdag 5 juni geeft ROVA tijdens een seminar antwoord op de vraag of het de deelnemers is gelukt om afvalvrij te leven.
AGENDA 02-06-2015: Provero Congres Verbind de Leefomgeving! Een van de belangrijke pijlers van het Provero Congres 2015 is de Omgevingswet. Door de verbreding die met de Omgevingswet gepaard gaat, is het thema voor dit jaar: Verbind de leefomgeving!
18/19-06-2015: Erasmus Energy Forum Op 18 en 19 juni vindt voor de vierde keer het Erasmus Energy Forum in Rotterdam plaats. Tijdens dit internationale forum bespreken energieprofessionals, beleidsmakers en onderzoekers uit uiteenlopende sectoren de uitdagingen binnen de overgang naar decentrale levering van duurzame energie.
03-06-2015: Kennisatelier ‘Natuurlijk groen werkt in de stad’ Kwalitatief goed aangelegd groen heeft tal van voordelen op klimatologisch, ecologisch, maatschappelijk en zeker ook op economisch vlak. Maar hoe maak je de vertaalslag van deze kennis naar de praktijk? Tijdens het kennisatelier ‘Natuurlijk, groen werkt in de stad’ op woensdag 3 juni wordt daarop ingegaan. Het vergroten van de biodiversiteit staat centraal.
22/24-06-2015: Fish Passage 2015 Van 22 tot en met 24 Juni 2015 is Groningen gastheer van een internationale conferentie over vismigratie. De conferentie wordt geopend door Minister Schultz van Haegen (IenM). Van over de hele wereld gaan zo’n 400 vismigratiedeskundigen, technici en projectleiders kennis delen en workshops en excursies bijwonen.
04-06-2015: Meet & Greet Klimaatneutraal Ondernemen Wilt u met uw organisatie bijdragen aan het verminderen van CO2-uitstoot? Heeft u ambities op het gebied van klimaatneutraal ondernemen en wilt u deze SMART formuleren of verder ontwikkelen? Kom dan op donderdag 4 juni naar de Meet & Greet Klimaatneutraal Ondernemen.
24-06-2015: Marketing Meets MVO Marketing en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen groeien steeds meer naar elkaar toe. De themasessie ‘Marketing meets MVO’ op woensdagmiddag 24 juni gaat de brug slaan tussen deze twee werelden.
04-06-2015: Seminar Leiders van de Toekomst Op donderdagavond 4 juni vindt de seminar ‘Leiders van de toekomst’ plaats. Het seminar vindt plaats op initiatief van de Groene Zaak. Als opvolging worden drie trainingen ‘Leiders van de Toekomst’ (11, 18 juni en 2 juli) georganiseerd. Tijdens deze seminar vindt ook de uitreiking plaats van de prijs voor ‘Jonge Groene Ondernemer 2015′.
25-06-2015: Dutch Energy Day 2015 Dutch Energy Day 2015, hét Nederlandse event voor energieprofessionals, vindt dit jaar plaats op donderdag 25 juni te Mövenpick Hotel Amsterdam. Initiatiefnemers Montel en Energeia hebben we een rijk gevuld programma samengesteld.
04/05-06-2015: Seminar Aardbevingsbestendig ontwerpen In Groningen is de dreiging van aardbevingen groter dan werd aangenomen. Tijdens dit seminar concentreert de aandacht zich op de bouw- en geotechnische facetten van deze omvangrijke maatschappelijke problematiek. Daarbij wordt gefocust op de constructieve veiligheid.
02-07-2015: PBL-Academielezing door Jason Shogren Op 2 juli 2015 houdt professor dr. Jason Shogren, hoogleraar aan de Universiteit van Wyoming (USA), de tweede PBL-lezing van dit jaar. Dit gebeurt onder de titel ‘Behavioral Underpinnings of Environmental Policy’. De voertaal is Engels.
05-06-2015: Nederland CO2 Neutraal Stichting Nederland CO2 Neutraal heeft als doel bedrijven en organisaties te stimuleren en te ondersteunen om te groeien naar een klimaatneutrale onderneming. Tijdens de bijeenkomst op 5 juni laat Katja Schuurman, oprichtster Return to Sender, haar licht laten schijnen op het thema duurzaamheid. Verder is er een groot aantal bedrijven aanwezig dat concrete diensten of producten aanbiedt om CO2 te reduceren.
6/8-10-2015: Energie 2015 De vakbeurs Energie 2015 in Den Bosch biedt alle facetten van energie een gedegen platform. Met een internationaal deelnemersveld en een jaarlijks groeiend aantal exposanten en bezoekers is Energie ‘the place to be’. De vakbeurs richt zich op duurzame energieopwekking en energiebesparing. Gelijktijdig vinden de vakbeurs Ecomobiel en het Passief Bouwen Event plaats.
Meer informatie over deze en andere bijeenkomsten: www.milieucompact.nl
24