Januari 2015
Uitgelicht
Sturen in het gewas [ 16 ]
Led of SON-T in de gerberateelt?
[ 30 ]
Aardbei smaakt beter door led
[ 36 ]
Artikelserie Plant Health Cure
[ 42 ]
Isolatiewaarde scherm omhoog
[ 46 ]
Kleikorrels als nieuwe troef
1
Speax All about identity
Welkom op de Tuinbouw Relaxdagen!
KAS TuinbouwCommunicatie Biopol Natural
Dit jaar heeft u nog een extra goede reden om naar ‘Gorinchem’ te komen. Want met de komst van de HortiLounge op het bovendek worden de Tuinbouw Relatiedagen in één klap ook de Tuinbouw Relaxdagen en voelt u zich voor even een echte VIP.
In de HortiLounge bieden de deelnemende bedrijven u overdag een informatief en ontspannend programma met interviews, discussies, lanceringen en live uitzendingen van Feel Good Radio. Vanaf zes uur ’s avonds verandert de HortiLounge in een ultieme loungebeleving met deephouse deejay Jill Kleinjan achter de draaitafels. Kijk op Hortilounge.nl voor het complete programma en informatie over de uitzendtijden van Feel Good Radio.
Q3 White Krijtmiddel Horti Bedrijfsschool wordt ‘Kas groeit’
Kom dus ook relaxen en breng dit jaar een bezoek aan de HortiLounge op het bovendek van de Evenementenhal. Wij wensen u hele relaxte beursdagen!
WestFlex Werkt overal
Horti Bedrijfsschool wordt Kas Groeit
De geboorte van iets moois Op het moment dat ik dit voorwoord schrijf, ben ik aan het aftellen. Eind januari/begin februari word ik voor de tweede keer vader. Een spannende gebeurtenis die ervoor zorgt dat ik mijn telefoon nauwgezet in de gaten houd om vooral maar niet dat belangrijke telefoontje van mijn vrouw te missen. Bijna zeven jaar geleden maakte ik deze periode voor het eerst mee, in aanloop naar de geboorte van mijn dochter. Toen was het de eerste keer dat ik vader werd, waardoor mijn gevoelens en gedachten werkelijk alle kanten op gingen. Het voelde alsof ik op het punt stond in het diepe te springen zonder zwemdiploma. Maar het is mij de afgelopen jaren toch aardig gelukt boven water te blijven.
Partners with Nature Koppert Biological Systems wil de gezondheid van mens en aarde verbeteren. In samenwerking met de natuur maakt dit bedrijf de landbouw gezonder, veiliger en productiever. We bieden een geïntegreerd systeem van specialistische kennis en natuurlijke, veilige oplossingen die de gezondheid, weerbaarheid en
Jacco Strating Hoofdredacteur KAS Magazine
[email protected]
Dat gevoel van ‘de eerste keer’ is er nu niet meer. Wel voel ik een zekere spanning, zo met de finish in zicht. En ik weet dat ik straks ook weer moet wennen aan alles wat een baby met zich mee brengt. Soms maakt het me onzeker, maar ik weet ook dat het uiteindelijk allemaal wel goed gaat komen. Uit ervaring weet ik immers dat ik het vaderschap aan kan, dus ook deze nieuwste uitdaging moet ik aankunnen.
productiviteit van gewassen verbeteren.
Fruit Logistica - Hal 1.2 | A-07 IPM Essen - Hal 3.0 | 3D51
B I O L O G I C A L S YS TEMS
Tel. +31 (0)10 514 04 44
[email protected] www.koppert.com
www.partnerswithnature.org
Dat uitgaan van eigen kracht en vertrouwen op ervaring is ook een eigenschap die de tuinbouw niet vreemd is. De sector is al jaren toonaangevend in de wereld. Maar als nieuwe uitdagingen zich plotseling voordoen, kan dat vertrouwen in eigen kunnen soms onder hoogspanning komen te staan. Twijfel slaat toe en de schouders gaan hangen. Want, zo is de eerste logische gedachte, kan die nieuwe hindernis ook weer worden genomen? Ja, zo blijkt veelal aan de eindstreep. Omdat de sector uiteindelijk dondersgoed weet waar haar ware kracht ligt. Want pas als het écht moeilijk wordt en het water de tuinbouw tot aan de lippen staat, worden vaak de beste ideeën geboren. Ik hoop dan ook dat mijn zoon niet het enige mooie is dat in 2015 het licht zal zien.
Columns
Rubrieken
Artikelen
5 Jacco Strating De geboorte van iets moois
8 Van alles wat Aantrekkelijke werkgevers gezocht!
12 Minder energie, meer licht Gelijke opbrengt met minder
15 Henk Verbakel Wat omlaag kan, kan ook…
10 Waar ben jij trots op? Paksoiteler Geert van den Berg
20 Serie: NethWork Het roer gaat om in Guatemala
16 Tuinen bij Proeftuin Zwaagdijk Andere ziekten duiken op 26 Energiek2020 Overstappen op bio-energie 40 Tuinen bij DLV GreenQ Recirculatie in amaryllis
6]
46 Nieuwe rubriek: Vragen uit de kas Tuinbouwexperts geven antwoord
35 Arjan Kouwenhoven Toekomstdroom
60 Tuinen bij WUR Glastuinbouw Voorkom giftige dampen
59 Sjaak Bakker Deadlines halen
56 Noviteiten en ontwikkelingen Nieuwigheden in klimaatsturing 61 (h)App je die al? Handige apps voor ondernemers
16 Gaat led SON-T vervangen? Gerberatelers doen vergelijking 30 Extra smaak door leds Belichting verbetert de aardbei
[7
36 Nieuwe serie: Plant Health Cure Verhalen over bemesting en biologie 42 Hogere isolatiewaarde scherm TNO en Wageningen UR vertellen hoe 52 Kleikorrels als nieuwe troef Lisianthusproef biedt perspectief
62 Goed om te weten KAS Potplantenkrant 48 ‘Discountvariant’ voor Q4 Hermadix introduceert Q3
Colofon
Adres redactie Middel Broekweg 3, 2671 ME Naaldwijk
[email protected] www.kasmagazine.nl
Fotografie: Hermadix, Horti-Images, Glenn Mostert, NethWork, Uko Reinders, Wageningen UR Glastuinbouw en KAS TuinbouwCommunicatie
Hoofdredacteur: Jacco Strating
Ontwerp/vormgeving: Glenn Mostert, Speax
Redactie: Ellis Langen en Jacco Strating
Druk: BDUprint
Aan dit nummer werkten mee: Sjaak Bakker, Tom Dueck, Peter Geelen, Silke Hemming, Frank Kempes, Arjan Kouwenhoven, Uko Reinders, Ed Smit, Renee Snijders, Henk Verbakel, Jan Voogt en Peter van Weel
Uitgever: Hans van Renssen
Sales: Martijn Haas,
[email protected], tel. 06 34 76 70 68 Hans van Renssen,
[email protected], tel. 06 81 02 76 88 Mail voor een jaarabonnement van € 29,50 naar:
[email protected]
KAS TuinbouwCommunicatie biedt een breed multimediaal pakket vakinformatie aan voor ondernemers in de glastuinbouw. Naast KAS Techniek worden onder andere ook aangeboden: KAS Magazine, HortiBiz Magazine, GroenteNet.nl, SierteeltNet.nl, HortiBiz.com, TuinbouwTV.nl en de (dagelijkse) digitale nieuwsbrieven vanuit de websites. Samenwerken met KAS TuinbouwCommunicatie? Neem contact op met
[email protected].
Disclaimer/copyright: De inhoud van KAS Magazine is zorgvuldig samengesteld. De uitgever, redactie en auteurs zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van beslissingen die worden genomen op basis van redactie, vormgeving en advertenties in KAS Magazine. Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever en auteur.
Van alles wat Aantrekkelijke werkgevers gezocht!
Gemist op GroenteNet en SierteeltNet… In elke editie van KAS selecteren wij voor u enkele interessante, opvallende of grappige nieuwsberichten die onlangs op GroenteNet en SierteeltNet te lezen waren. Dagelijks al het laatste tuinbouwnieuws in uw mailbox? Schrijf u gratis in voor een van de nieuwsbrieven via www.groentenet.nl/nieuwsbrief of www.sierteeltnet.nl/nieuwsbrief.
Het thema van Ranking the Grower 2015 is bekend. Dit jaar gaan wij op zoek naar de meest aantrekkelijke werkgevers in de tuinbouw. Gezocht wordt naar teeltbedrijven die op hun eigen manier een goed werkklimaat weten te bieden aan hun werknemers.
8]
Waar moet de meest aantrekkelijke werkgever aan voldoen? Het moet een teeltbedrijf zijn dat het thema arbeid goed heeft georganiseerd en daar op een serieuze en respectvolle manier mee omgaat. Een werkgever die tijd en aandacht besteedt aan de medewerkers en die een goede werksfeer weet te creëren voor hen. Bijvoorbeeld door speciale voorzieningen te treffen op de werkvloer, door aanvullende arbeidsvoorwaarden aan te bieden, door mogelijkheden te bieden voor scholing en ontwikkeling, door huisvesting en andere ondersteuning te bieden aan arbeidsmigranten, door zaken buiten het werk om te organiseren of door persoonlijke betrokkenheid te tonen bij de medewerkers.
Ranking 2.0
Bent of kent u een dergelijke werkgever? Meld hem of haar dan snel aan via ranking@tuinbouwcommunicatie. nl. Aanmelden kan tot 16 maart a.s. Uiteraard zullen wij aangemelde ondernemers altijd vooraf polsen of zij daadwerkelijk willen deelnemen, dus schroom niet om uw suggesties aan ons door te geven. Overigens zal Ranking the Grower dit jaar enkele nieuwe wedstrijdelementen krijgen, die de jaarlijkse verkiezing nog waardevoller én leuker zullen maken voor de deelnemers en de rest van de tuinbouwsector. Hier komen wij op een later moment uiteraard uitgebreid op terug.
Tuinbouw Relaxdagen
Jonge professionals in Essen en Berlijn
Florensis wint Tuinbouw ondernemersprijs
Op initiatief van Speax, het communicatiebureau dat onstond uit de fusie tussen Flint Creative en Narville, hebben zes bedrijven uit de tuinbouw de handen ineen geslagen voor een nieuw paviljoen op de Tuinbouw Relatiedagen in Gorinchem. De opvallende presentatie krijgt de naam HortiLounge.
Vorig jaar werd tijdens de eerste editie van GreenTech Amsterdam de Young Professionals Club (YPC) opgericht, een netwerkcollectief voor jonge tuinbouwondernemers. Tijdens de IPM Essen en de Fruit Logistica in Berlijn organiseert de YPC twee bijeen komsten.
Florensis, leverancier van hoogwaardig uitgangs materiaal, heeft begin januari de Tuinbouw Ondernemersprijs 2015 gewonnen. Volgens de jury van de jaarlijkse tuinbouwprijs heeft het bedrijf het vermogen om ‘groot te zijn in klein’.
Volgens Aad Tijsen en Arjen Kapel van Speax is het tijd voor een nieuw geluid op de grootste relatievakbeurs voor de Nederlandse markt. Juist de bovenverdieping van de Evenementenhal in Gorinchem biedt hiervoor uitstekende mogelijkheden, meent Tijsen. “Weg van de drukte beneden, bieden wij de bezoekers van de HortiLounge een vrijblijvend VIP-gevoel. ’s Middags creëren we een informatieve sfeer met live uitzendingen van FeelGoodRadio en door middel van verschillende presentaties. ’s Avonds schakelen we om en maken we plaats voor een ultieme loungebeleving met onder andere muziek van DJ Jill Kleinjan.” Deelnemers aan de HortiLounge zijn Biopol Natural, Hermadix Q3 White, Westflex werkt overal, Kas Groeit, Horti Bedrijfsschool, Speax en KAS TuinbouwCommunicatie. Kijk voor meer informatie over het initiatief op www.hortilounge.nl. Wij ontvangen u graag tijdens de Tuinbouw Relatiedagen in Gorinchem!
GreenTech Young Professionals nodigt jonge tuinbouwondernemers uit voor een gratis netwerksessies tijdens beide internationale vakbeurzen. Tevens zal een Skype-pitch plaatsvinden door Richard van Deventer, Business Developer bij Skycap. Skycap voorziet in onbemande vlieginstallaties, die helpen bij precisielandbouw, opsporing en redding, veiligheid, natuur en biomassabeheer. Ook de voorzitter en ambassadeurs van de YPC zullen aanwezig zijn in Essen en Berlin. Voorzitter is Jeannette den Boer, sales manager bij GreenTech, de ambassadeurs zijn Digna van Zanten van WPS Horti systems, John Lagerwerf van Certhon en Sebastiaan Breugem van Bayer. De GreenTech Young Professionals network drink vindt op woensdag 28 januari om 17.00 uur plaats in Essen en op donderdag 5 februari om 17.00 uur in Berlijn. Alle jonge professionals tot 35 jaar die actief zijn in de tuinbouwsector kunnen gratis deelnemen. Aanmelden kan via
[email protected].
Herman Hamer en Leo Hoogendoorn ontvingen de prijs namens Florensis uit handen van Cees ‘t Hart, CEO van FrieslandCampina. Andere genomineerden waren Arcadia, Artemis en Martens Asperges. Florensis laat weten uitermate trots en blij te zijn met de prestigieuze prijs in de tuinbouwsector en met de lovende woorden van de jury. De jury liet weten dat de kracht van Florensis zit in het vermogen om groot te zijn in klein. “Met een breed assortiment van ruim 4.000 producten in uitgangsmateriaal van snijbloemen, vaste planten en bloeiende pot- en perkplanten, beleveren zij 7.500 trouwe klanten in Europa. De productie vindt plaats in Europa en Afrika. Met een sterke groei en uitstekende resultaten weet het bedrijf toch het karakter van een familiebedrijf te behouden. Dat komt mede door een goede sociale agenda voor de medewerkers en de wijze waarop zij met haar klanten verbinding maakt. Florensis straalt openheid en kracht uit; het is een topbedrijf met hart voor medewerkers en klanten.”
[9
Waar benjij
trots op? Geert van den Berg, 55 jaar – getrouwd met Carla vader van Amy, Kelly en Twan teelt paksoi in Honselersdijk – 5.000 m2
10]
Waar ben jij trots op? “Op het product dat ik teel. Paksoi is een groente met veel mogelijkheden. Paksoi wordt te veel gezien als een wokgroente, maar is ook lekker in een salade of stamppot. De consument kent de gebruiksmogelijkheden amper. Maar de teelt in Nederland is te klein om het product goed voor het voetlicht te brengen. Daar hebben de telers de tijd en de middelen niet voor.” Wat is er zo mooi aan de teelt? “Dat de teelt ook na zeven jaar voor mij nog steeds uitdagingen biedt. De teelt is een vrij lastige teelt en telers hebben onderling maar weinig ruggenspraak. Ik kom elk jaar weer voor verrassingen in de teelt te staan. Dat boeit me. Zo was afgelopen jaar een warm jaar waardoor het gewas een flinke infectiedruk van Erwinia had.”
Tekst Jacco Strating
Hoe gaat dit jaar er voor jou uitzien? “Ik ga door met het verbeteren van de teelt en wil een topkwaliteit leveren. Afgelopen twee jaar hebben we redelijk gedraaid. Dat was wel weer eens nodig. Het is prettig te ervaren dat er ook nog goede jaren kunnen zijn. Als het goed is, komt mijn zoon Twan in de toekomst in het bedrijf. Hij roept dit al vanaf zijn 15e en blijft er enthousiast over. Mooi dat hij in deze tijd nog de uitdagingen van een bedrijf als deze ziet en hij zo’n stap aan durft. Ik stimuleer zijn ambitie, maar hij moet zelf initiatieven ondernemen, want dit bedrijf is te klein voor zijn tweeën. We zullen waarschijnlijk eerst wat gaan huren. Doordat we dan een groter teeltoppervlak hebben, kunnen we de afnemers jaarrond voorzien. Met dit huidige bedrijf is dat lastig; ik lever ongeveer twee maanden in het jaar niet. We telen het gros van de paksoi voor Versland Selection, maar leveren daarnaast aan nog twee afnemers. Je moet niet alles bij één afnemer willen afzetten, dat is te risicovol.”
‘Prettig te ervaren dat er ook goede jaren kunnen zijn’ [11
12]
Minder verbruik elektriciteit, meer licht voor de plant UITGELICHT STUREN IN HET GEWAS - Terwijl de laatste jaren het energieverbruik voor warmte in de glastuinbouw flink is gedaald, stijgt het elektriciteitsverbruik. Volgens de LEI energiemonitor was deze in 2005 4.6 miljard kWh en in 2013 7.6 miljard kWh. Aanleiding om in het onderzoeksprogramma Kas als Energiebron een halvering van het elektriciteitsverbruik voor groeilicht bij gelijkblijvende opbrengsten als één van de belangrijke doelstellingen te formuleren.
Tekst Silke Hemming, Wageningen UR Glastuinbouw
Om deze doelstelling te realiseren, moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Er moet meer natuurlijk licht in de kas worden gebracht, er moet meer licht uit een kWh elektriciteit worden gehaald, er moet sprake zijn van maximale licht onderschepping van het beschikbare licht door het gewas, er moeten maximale assimilaten worden geproduceerd uit het opgevangen licht en uit deze
assimilaten moet een maximale productie van vruchten of bloemen voortkomen. Meer natuurlijk licht in de kas brengen kan door nieuwe kasdek materialen en nieuwe kasconcepten die vooral meer molen PAR licht doorlaten tijdens de winter maanden waar licht de beperkende groeifactor is. Op dit moment wordt hiervoor door Wageningen UR Glastuinbouw samen met een consortium de ‘Winterlichtkas’ ontworpen, een proof of principle hiervan zal eind 2015 in het IDC Energie in Bleiswijk worden gerealiseerd. Deze kas bestaat uit een nieuwe vorm van het kasdek (eventueel zaagtand), een diffuus glas met aangepaste coating en sterk hydrofiele eigenschappen voor minder lichtverlies door condensatie en nieuwe spiegelende kas constructiedelen. Om meer mol licht uit een kWh elektriciteit te halen zijn energiezuinigere lampen belangrijk. leds zijn inmiddels efficiënter dan traditionele assimilatielampen, een rode led produceert nu 2,3 µmol per W elektriciteit, tegenover 1,9 µmol per W door een SON-T. Wellicht zijn in de toekomst andere lamptypes nog efficiënter? De beschikbare molen natuurlijk licht of kunst licht in de kas moeten vervolgens zo efficiënt mogelijk door het gewas onderschept worden. Hiervoor is een optimale plantdichtheid, LAI, blad structuur en bladstand nodig. Rassenkeuze en gewasmanagement zijn belangrijke maatregelen om de lichtonderschepping van een gewas in de tijd te sturen. In het lopende project ‘Het Nieuwe Gewas’ wordt gekeken met welke maatregelen het gewas zo veel mogelijk licht in de wintermaanden kan onderscheppen. Een eerder geïntroduceerde innovatie is diffuus glas. Een gewas onder diffuus glas onderschept meer licht dan een gewas onder helder glas, dit leidt uiteindelijk tot een hogere fotosynthese capaciteit en een tot 10 procent hogere opbrengst van tomaat en komkommer en een tot 25 procent snellere groei van potplanten zoals chrysant of anthurium. Het is verder bekend dat de lichtverdeling van assimilatielampen belangrijk is, verschillende armaturen verdelen het licht breed of juist diep in het gewas. Met ray-tracing lichtmodellen kan samen met 3D plantmodellen de optimale lichtverdeling door assimilatielampen
‘De Winter lichtkas wordt op dit moment ontworpen’
Op het juiste moment de juiste hoeveelheid licht bieden
worden berekend. Dit aspect kan voor led-installaties hoogstwaarschijnlijk nog verder geoptimaliseerd worden omdat leds een grotere vrijheid hebben om op de voor het gewas optimale plaats te installeren. De plant moet vervolgens uit de onderschepte molen licht zo veel mogelijk assimilaten maken en deze ook nog naar de gewenste plantdelen brengen. Hiervoor moet de juiste hoeveelheid licht voor de plant op elk moment worden aangeboden. Dit kan door het aanzetten van assimilatiebelichting of het sluiten van schermen. Nieuwe sensoren die continu de fotosynthese van een blad of juist hele planten meten, geven inzicht of de plant al de optimale fotosynthese efficiëntie op elk tijdstip heeft bereikt. Mocht de plant niet (meer) optimaal presteren, kan door aanpassing van de lichtsturing energie worden bespaard. Het effect van verschillende lichtkleuren op groei en ontwikkeling van diverse gewassen of resistentie tegen ziektes en plagen is veelal nog onbekend. Bekend is wel dat rood efficiënter gebruikt wordt voor het fotosyntheseproces dan blauw en groen. Morfologie en bloeiproces worden in veel planten sterk door de lichtkleur beïnvloed. Het geven van de juiste lichtkleur op het juiste moment kan dus hoogstwaarschijnlijk bij veel potplanten de productietijd verkorten. Gerberaproef In een lopende gerbera proef wordt op dit moment geprobeerd tot 30 procent op elektriciteit en warmte te besparen ten opzichte van de gangbare praktijk (zie artikel verderop in deze uitgave). Dit wordt gedaan door veel van de hier boven genoemde stappen toe te passen: gebruik van efficiënte led-lampen, verandering van lichtintensiteit, belichtingsduur en lichtkleur in combinatie met de kastemperatuur. Dit moet zorgen voor optimaal gebruik van het beschikbare licht, energiebesparing bij behoud van productie. Het onderzoek op het gebied van elektriciteits besparing wordt veelal gefinancierd door het programma Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma van het ministerie van Economische Zaken (EZ) en LTO Glaskracht Nederland.
[13
Zoekt u een transportoplossing?
Gewasverzorgingswagen Benomic Star
AGV oogstwagen bloementransport
AGV elektrotrekker intern transport
Column
Handgestuurde elektrotrekker intern transport
Wat omlaag kan, kan ook omhoog
new
www.steenks-service.nl
Henk Verbakel (
[email protected]) is directeur en mede-oprichter van Havecon Kassenbouw in Bleiswijk. Havecon verzorgt complete kassenbouwprojecten voor de tuinbouw in binnen- en buitenland.
Jan van Laarweg 1 2678 LH De Lier T 0174 510 266
[email protected]
BESPAAR WERELDWIJD OP UW BELKOSTEN!
OVER GOED B AL EREIK
OP HET STER NETWE KSTE RK
We zitten weer helemaal fris in een nieuw jaar en dus kijken we toch ook weer even terug op het jaar 2014. Iedereen zal het met me eens zijn dat de tijd erg hard gaat, maar aan de andere kant gebeurt er ook erg veel in een korte tijd. We spiegelen altijd veel ontwikkelingen en innovaties aan de dagelijkse feiten, zoals de steeds duurder en schaarser wordende energie. Als we bekijken wat energie en brandstof een jaar geleden kostte en wat de prijs van vandaag is, dan is het soms best lastig om getallen aan verbeteringen te hangen. Iedereen weet dat het belangrijk is om te blijven innoveren, maar wanneer er geen financiële druk achter zit, kan die innovatiedrang soms toch weer naar de achtergrond verdwijnen.
DELD
GEMID
40%
P UW REN O BESPA ATIONALE N INTER OSTEN BELK
TrendCall, al 10 jaar de beste roaming provider van Nederland!
Wanneer u veel internationaal belt, dan bent u bij TrendCall altijd goedkoper uit!
Voor meer info: Bel 020-2228334
of ga naar www.trendcall.nl Trendcall_205x135_Tuin.indd 1
Henk Verbakel
15.10.14 20:10
Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van de brandstofprijzen. Toen vorig jaar werd voorspeld dat de brandstofprijzen wel eens erg duur konden gaan worden, werd dat gezien als een gevaar voor de sector. Het is dan op zijn zachts gezegd best apart te noemen als vervolgens blijkt dat de brandstofprijs in 2014 juist meer dan halveert. Als gevolg van de aanvankelijk negatieve voorspellingen,
gingen veel bedrijven op zoek naar alternatieve energiebronnen. Maar omdat de brandstofprijzen uiteindelijk juist omlaag gingen, zie je dat die ontwikkeling toch niet wordt doorgezet en dat ondernemers andere prioriteiten stellen. Er zijn genoeg voorbeelden te noemen van onder nemers die fors inzetten op alternatieve energie vormen om besparingen te realiseren. En dat moet natuurlijk ook, want als de brandstofprijzen zo snel omlaag kunnen, kunnen ze ook weer net zo snel omhoog schieten. Veel bedrijven kunnen uit ervaring vertellen dat je in grote problemen kunt komen als je te afhankelijk bent van de energie prijzen. Dat ondervinden ondernemers op grote schaal, ook in landen elders in de wereld. Energie is nog altijd van grote invloed op de productiekosten en het zou voor veel ondernemers welkom zijn als die kosten weer op een ouderwets laag niveau kwamen te liggen. Ook in 2015 staat de tuinbouw weer het nodige te wachten. Ik hoop, en waarschijnlijk velen met mij, dat we in ieder geval te maken krijgen met lage energiekosten, hoge besparingen en hoge(re) opbrengsten. Want we weten: regent het bij de kwekers, dan…
[15
de beheersing van onder andere Botrytis. Als dit gecompenseerd moet worden door meer warmte in het gewas te brengen met de buisverwarming, zou dat mogelijk leiden tot een minder gunstig microklimaat met meer vocht in het gewas.
16]
Vervangt led straks SON-T in gerberateelt? UITGELICHT STUREN IN HET GEWAS - Veel belichtingsinstallaties in de gerberateelt bestaan nog uit 600W armaturen. Bij vervanging worden vaak 1000W SON-T lampen gebruikt. De praktijk laat zien dat onder een hogere lichtintensiteit, de gerbera meer toegevoegd groeilicht nodig heeft voor de afsplitsing en ontwikkeling van één enkele bloem. Het lijkt er dan ook op dat de efficiency van de plant terugloopt. Kan led een oplossing bieden voor energiebesparing en sturing van het gewas?
Tekst Tom Dueck en Frank Kempkes, Wageningen UR glastuinbouw
Led als topbelichting zou de energie-efficiëntie van de belichtingsinstallatie op dit moment met 23 procent en in de nabije toekomst met 30 procent kunnen verhogen in vergelijking met SON-T, zo is uit onderzoek gebleken. Echter, daar staat tegenover dat telers niet weten of zij de warmtestraling van SON-T kunnen missen bij
In het onderzoek 2013/2014 van Wageningen UR Glastuinbouw was er in de led-afdeling 8 procent meer warmtevraag. Berekend op basis van verminderde input zou dit echter maar 5 procent hoeven zijn. Bij inkoop van stroom blijft er dan toch 13 procent energiebesparing door led-belichting over, als de stroom met wkk wordt opgewekt zelfs nog 20 procent. In tegenstelling tot de verwachting heeft led-belichting tot een meer vegetatieve gewasstand geleid in plaats van een meer generatieve. De vraag is welke teeltmaatregelen een generatief gewas oplevert onder energie zuinige led-verlichting, zonder dat dit de besparing weer gedeeltelijk teniet doet. Oplossingen kunnen gezocht worden in lichtspectrum, hybride belichting, daglengte aanpassing, betere isolatie van de kas en lokaal verwarmingsnet voor beïnvloeding van het microklimaat. Naast de toekomstgerichte toepassing van ledsystemen is er ook een uitdaging om met de huidige SON-T-systemen de elektrische en warmte input te verminderen voor directe implementatie in de praktijk. In tabel 1 zijn de behandelingen weergegeven. Alle belichtingssystemen gaan aan en uit in twee stappen; nadat de eerste streng is aangegaan, gaat de tweede streng pas na een half uur aan. Het idee hierbij is dat de fotosynthese pas na enige tijd op maximale capaciteit kan komen. Door het gefaseerd aanschakelen is er een energiebesparing mogelijk. Er is ook een aantal variaties toegepast bij deze instellingen zoals duur van de belichting per dag, het tijdstip waarop de lampen aan en uitgaan. Om de teelt te laten profiteren van de stralingswarmte van SON-T-belichting voor de groei en ontwikkeling, is de ruimtetemperatuur bij de hybride en led-behandeling hoger ingesteld. Immers het gewas in de led- en hybride afdeling
ontvangt minder stralingswarmte, waardoor de gewastemperatuur achter zal blijven.
Pas in mei kan de balans volledig worden opgemaakt
Telers weten niet of zij de warmte van SON-T kunnen missen
Energie De doelstelling in het project, dat gefinancierd is door het programma Kas als Energiebron, is om tot een substantiële energiebesparing op zowel elektriciteit als warmte te komen. Om de warmte besparing te realiseren zijn er drie potentiele mogelijkheden: 1. Het gebruik van de minimumbuis afschaffen dan wel drastisch in te krimpen; 2. De ruimtetemperatuur verlagen oftewel kouder gaan telen; 3. De isolatie van de kas verhogen. Voor dit derde punt is een derde transparant scherm geïnstalleerd (een Svensson Luxous 1243) die bij lage buitentemperaturen ook overdag gesloten kan blijven. Alle maatregelen zullen een neveneffect op de vochthuishouding van de kas hebben. De vocht regeling wordt dan ook belangrijker, zeker als de luchtuitwisseling van de kas met de buitenlucht afneemt, zoals bij het schermen/verduisteren. Hiervoor is dan ook een VentilationJet geïnstalleerd. Op momenten dat er geschermd wordt, kan er wel gecontroleerd vocht worden afgevoerd. De VentilationJet zuigt koude maar droge kas lucht boven het scherm aan en blaast deze onder hert schermpakket uit. Om geen koude plek onder deze uitblaas te creëren, is er een ketsplaat en een nivolator geïnstalleerd die deze droge maar koude lucht in de kasruimte moet verdelen en mengen. In samenspraak met de begeleidingsgroep is een referentieteelt gedefinieerd die sterk op de huidige praktijk lijkt en gebruik maakt van SON-T-belichting met een geïnstalleerd capaciteit van 100 µmol/m2.s, een daglengte van 11,5 uur, beperkt gebruik van de minimumbuis, een teelttemperatuur van 18 oC dag en een nacht van ca. 15 oC. In het teeltjaar 2013 voor de periode 1 september tot en met 1 mei, het belichtingsseizoen, zou dit tot een energiegebruik van 105 kWh/m2 voor de belichting, welke in totaal
[17
Behandeling
SON-T (µmol/m2/s)
Led (µmol/m2/s)
Dag-lengte (uur)
Temp. (oC)
Elektra (%)
Warmte (%)
verwachting
Hybride R Hybride R/B 100% Led- R+R/B/W 100% Led- R/B/W 100% SON-T-optimaal
50 50 45 + 45
50 50 45 + 45 45 + 45
9.5 - 12 9.5 - 12 10.5 10.5 13 & 11
15 15 16 16 14
-23 -20 -33 -30 -20
-30 -30 -20 -20 -35
warmte vraag – bloemknoppen + warmte vraag – bloemknoppen + Referentie
1.987 vollast uur in gebruik is geweest, hebben geleid. Hier hoort een warmtegebruik van 21,7 m3/m2 bij. Doelstelling is om dit verbruik zeker met 25 á 30 procent terug te dringen. Daartoe zijn voor de verschillende behandelingen verschillende belichtings- en temperatuur-strategieën opgezet, zie tabel 1.
18]
Een deel van de elektrabesparing is afkomstig van het verschil in efficiency in omzetting van elektriciteit naar 14,0 µmol PAR licht. Voor 13,5 de SON-T wordt 13,0 hiervoor 1,88 µmol/J 12,5 aangehouden en 12,0 dit loopt op tot 11,5 2,38 µmol/J voor de 11,0 rode leds. Volledige 10,5 vervanging van 10,0 SON-T door volledig 9,5 9,0 rood ledlicht zou dan 8,5 ook al zo’n 25 procent 8,0 elektriciteit besparen bij gelijke gebruiks sep okt nov dec duur. Een ander deel referentie van de besparing 100% SON-T is afkomstig van de donkerperiode die in de verschillende behandelingen wordt aangehouden. Om de in tabel 1 aangegeven daglengte beter te duiden, is in figuur 1 de licht periode voor de verschillende behandelingen grafisch weergegeven. De daglengte is de licht periode van zonop tot zononder. In de aanloop naar dit project is beschreven dat een lichtsom van 10 mol/m2/dag ‘ideaal’ zou zijn. Ondanks de belichting zal in de periode tussen eind oktober en
half februari deze lichtsom niet gehaald worden. Dat is dan ook de periode dat de belichting meestal de volledige lichtperiode aanstaat. Om ook in de SON-T aan de besparingsdoelstelling te voldoen is er voor gekozen om de lampen, die in twee delen kunnen worden in- en uitgeschakeld al snel af te schakelen, 50 en 250 W/m2 globale straling. De verkorte belichtingsperiode in de SON-T behandeling van eind oktober en eind december is gedacht als stuur middel om twee oogstpieken te kunnen genereren. De resultaten tot nog toe zijn bemoedigend, hoewel we ten opzichte van het referentiejaar een wat warmer en lichtrijker najaar hebben gehad ten opzichte van het gekozen referentiejaar 2013. Voor de warmte zijn er in de periode 1 september tot 5 jan feb mrt apr mei jun jul aug januari 15 procent hybride daglengte minder graaddagen 100% Led geweest, zodat het gerealiseerde Figuur 1 energiegebruik ook met zo’n 15 procent verhoogd Lichtperiode van moet worden. In tabel 2 is dit ook gedaan. Het de verschillende elektriciteitsgebruik is in alle behandelingen zo’n 10 behandelingen. procent onder het geprognotiseerde gebruik. Voor het warmtegebruik zijn de onderlinge verschillen beduidend groter. Dat wordt vooral veroorzaakt door de wat warmere herfst en de gewenste etmaal temperaturen. In de SON-T-afdeling wordt de gewenste etmaal van ruim 14 oC pas bereikt
Figuur 2 Gedurende het gehele najaar is de uitgroeiduur van bloemen geregistreerd en de correlatie tussen een (lage) temperatuur bij SON-T en langere uitgroeiduur van de bloemen wordt hier duidelijk aangegeven
33 Uitbloeiduur (dagen)
Tabel 1 Behandelingen in de proef, geïnstalleerde belichtingsniveaus, toegepaste daglengte, temperatuur niveau en de te bereiken besparing op elektra en warmte.
32 31 30 29 28 27 Led
Led+Rood
in de weken dat de etmaaltemperatuur onder de 5 oC daalt, en dat is pas twee weken het geval geweest. Anders gezegd de noodzaak om daar te stoken is dan ook beperkt met dito gevolgen voor het warmtegebruik. Energetisch staan we er dan ook goed voor maar het winterseizoen is nog niet achter de rug. Productie Vanaf 1 oktober tot het einde van het jaar 2014 werden bloemen geoogst; onder SON-T werden 134 bloemen/m2 geoogst, onder de hybride 125 bloemen/m2 en onder led 129 bloemen/m2. In de hybride en led-behandelingen was ook de helft ervan belicht met rode leds in plaats van rood/ blauw of rood/wit/blauw. Op voorhand werd verwacht dat er onder rode leds meer bloem knoppen geïnitieerd zou worden, maar dat was niet het geval. Het verschil is niet groot maar bij de hybrid met rode led werd 1 bloem/m2 minder geoogst, en alleen rode led werd 5 bloemen/m2 minder geoogst tot nu toe.
Onder rode leds werden niet meer bloemkoppen geïnitieerd
Hybride
Hybride+Rood
SON-T
Met het voortschrijden van het najaar en kouder worden, is de kaslucht etmaal temperatuur gedaald in alle behandelingen: circa 1,3 °C in de hybride en led en circa 1,6 °C in de SON-T-behandeling. De laatste metingen geven een etmaal temperatuur aan van 14,8 °C bij SON-T, 15,7 °C bij de hybride en 16,5 °C bij de led-afdeling. Het kouder worden van de kaslucht heeft gevolgen voor de uitgroeiduur van de bloemen, zoals te zien is in figuur 2. Gedurende het gehele najaar is de uitgroeiduur van bloemen geregistreerd en de correlatie tussen een (lage) temperatuur bij SON-T en langere uitgroeiduur van de bloemen wordt hier duidelijk aangegeven. De gepresenteerde resultaten zijn een duidelijke tussenstand. Pas in mei kan de balans volledig worden opgemaakt.
Tabel 2 Prognose en gerealiseerde energiegebruik.
Verbruiken over de periode 1 september t/m 4 januari
Ref
Led
Hybride SON-T
prognose warmteverbruik (m /m ) gerealiseerd warmteverbruik (m3/m2) incl. graaddagen correctie prognose elektriciteitsgebruik (kWh/m2) totaal elektriciteitsgebruik (kWh/m2)
8.9
5.8 5.5 35.8 32.8
5.0 3.1 39.2 35.5
3
2
53.7
4.2 1.2 46.2 41.9
[19
misschien wel de belangrijkste van allemaal was dat we dingen anders wilden gaan doen. Veranderen, daar gaat het om bij NethWork.
20]
‘J2S’ gooit het roer met 180 graden om In elke uitgave van KAS wordt aandacht besteed aan NethWork, een innovatiecluster bestaande uit 17 complementaire tuinbouworganisaties. Vorige maand werd NethWork uitgebreid geïntroduceerd, in dit nummer kijken we specifiek naar Journey2Sustainability. Dit project moet een substantiële bijdrage leveren aan het inzichtelijk maken van duurzaamheid. Daartoe wordt samen met potplantenkwekerij Palki uit Guatemala het roer omgegooid.
Tekst Ed Smit en Renee Snijders
Het begon met de oprichting van NethWork. Als cluster van 17 bedrijven gingen we samenwerken. ‘Think Orange, Grow Green’, daar staan we voor. Maar hoe visualiseer je dat? Welke kernwaarden passen daarbij? Niet helemaal verrassend kwamen begrippen als ‘innovatie’ en ‘duurzaamheid’ steeds bovendrijven. Maar ook ‘transparantie’. En
Palki in Guatemala Onze pilotmarkt is Midden-Amerika. Een bescheiden markt, maar wel eentje met vooruitzicht op groei. En waar de sector ‘groene bladplanten’ inmiddels wereldwijd goed op de kaart staat. Dus richtten we onze allereerste pijlen juist op die sector. We gingen op zoek naar de meest innovatieve en duurzame potplantenkweker in Midden-Amerika. Daar waren de experts het snel over eens, dat was Palki uit Guatemala. Wereldmarktleider als producent van Beaucarnea guatemalensis en Yucca guatemalensis. Samen met Palki wilden we een geheel nieuw project starten dat zou excelleren op juist die twee fronten; innovatie en duurzaamheid. Maar na korte tijd werden we geconfronteerd met onszelf en ons Nederlandse vingertje: “Palki, we vinden dat jullie het heel goed doen hoor, maar het kan veel beter. Samen met jullie willen we graag iets nieuws starten.” Tijdens een bezoek aan Palki in Guatemala kwamen we tot de conclusie dat we onze mindset moesten aanpassen. Mooi moment was dat. Palki verbeteren was natuurlijk veel logischer en duurzamer dan een compleet nieuwe kwekerij neerzetten. En zo was de eerste stap op onze ‘Journey’ gezet. Objectief meetbaar Toen kwam het volgende vraagstuk. NethWork bestaat uit 17 complementaire bedrijven die vrijwel allen toonaangevend zijn in hun eigen vakgebied. Wanneer zo’n groep dan besluit om gezamenlijk de beste potplantenkweker van Midden-Amerika te upgraden, dan moet daar wel iets heel moois uit voortkomen. En zeker wanneer die kweker vanuit zaad en stekken producten kan maken die vrijwel rechtstreeks het handelskanaal in kunnen en ook nog eens hun oorsprongsgebied hebben in Midden-Amerika. Een zeer korte keten, een verhaal dat heel goed kan worden uitgelegd aan consumenten en ook nog eens een kwekerij
Palki krijgt toegang tot kennis en technologie én zicht op de consument
Lorena de Luna, eigenaresse van Palki
die klinkt als een klok. Waarom zouden we ons niet gaan profileren met Palki als ‘de meest duurzame potplantenkwekerij ter wereld’? Niet dus. Duurzaamheid is niet objectief meetbaar en daardoor is het afbreukrisico enorm. Natuurlijk, je kunt de carbon footprint meten, de water footprint en nog wel wat zaken. Maar niet ‘duurzaamheid’ in zijn totaliteit. We kwamen tot de conclusie dat wij, en velen met ons, eigenlijk niet goed onder woorden wisten te brengen wat ‘duurzaamheid’ nou precies inhield. Onze stip aan de horizon was geboren: We gaan met NethWork een substantiele bijdrage leveren aan het inzichtelijk maken van duurzaamheid. Zo zijn we definitief onze eigen weg ingeslagen. Een weg waarbij een kreet als ‘de meest duurzame kwekerij’ niet past. Het roer werd 180 graden omgegooid. We waren plotseling echt aan het veranderen. Onze ‘Journey2Sustainability’ (www.journey2sustainability.com) was gestart. Maar wat is ‘Journey2Sustainability’ (J2S) in de praktijk? J2S is een project dat een theoretische en een praktische component omvat. In de eerste plaats is J2S een ontmoetingspunt waar (de leden van) NethWork laten zien waar ze gezamenlijk toe in staat zijn. ‘Alles’ is onder handen genomen. Het verduurzamen van de energiehuishouding, waterverbruik, afvalverwerking, compostering. Verder zijn diverse sociale aspecten aan bod gekomen. Bij alle aspecten is eveneens een efficiencyslag gemaakt, waardoor steeds alle drie P’s (People, Planet en Profit) harmonieus aan bod zijn gekomen. Als bezoeker krijg je via een rondleiding te zien hoe de situatie voor 24 april 2014 was, wat we gedaan hebben om het te verbeteren en tenslotte, welke (kwantitatieve) doelen we onszelf gesteld hebben om alle deelaspecten verder te verbeteren. Het is een uithangbord, een vitrine van Nederlandse duurzame innovatiekracht in Midden-Amerika. Een bron van inspiratie voor iedereen die er is geweest. Al gebiedt de eerlijkheid wel te zeggen dat (de meeste) NethWork-leden zelf nog veel te weinig gebruik maken van hun eigen ‘demokwekerij’.
[21
En dat Palki zelf nog moet wennen aan de (inter nationale) status die ze aan het verwerven zijn.
Over NethWork NethWork (www.nethwork.info) bestaat momenteel uit Aweta, Best Fresh Group, Celtic, Formflex Metazet, GreenQ, Ideavelop, Javo, JConnecta, HAS Hogeschool, Koppert Biological Systems, Luiten, Lutgo Global, Modiform, Priva, Van Dongen & Heerschap, Van der Heide Foliekassen en de Van der Knaap Groep. Ideavelop is tevens coördinator van het cluster. Ed Smit is Director Ideas, Renee Snijders is Director Development. In KAS en HortiBiz geven zij maandelijks exclusieve updates over het project Journey2Sustainability.
Storytelling Het praktische belang voor Palki zelf is tweeledig. In de eerste plaats heeft het bedrijf continu toegang tot de nieuwste kennis en technologie afkomstig van 17 toonaangevende Nederlandse bedrijven. Anderzijds biedt J2S zicht op de consument. Palki was in het voorjaar van 2014 de eerste kweker die toetrad tot het Floricultural Sustainability Initiative (FSI), onderdeel van het Initiatief Duurzame Handel (IDH). Daarnaast bestaan er inmiddels intensieve contacten met retailers zoals IKEA. De potplantenketen is in rap tempo aan het veranderen. Producenten uit Guatemala kunnen probleemloos met retailers communiceren en zelfs gezamenlijk concepten ontwikkelen. Dat dit leidt tot ketenverkorting en een totaal nieuwe kijk op thema’s als ‘storytelling’, is wel duidelijk. Hier ligt voor Palki waarschijnlijk de grootste (toekomstige) winst.
22]
De theoretische kant ligt wat ingewikkelder en is ook moeilijker (op korte termijn) te vertalen in een verdienmodel. De centrale vraag is dus: Hoe gaan we duurzaamheid inzichtelijk maken? Hiertoe zijn twee wegen gedefinieerd, de alpha- en de beta-weg. Die laatste zoomt in op het meetbaar
Telers in Guatemala ontvangen een certificaat voor een bezoek aan de Nederlandse tuinbouw
maken van duurzaamheid. De alpha-benadering gaat uit van de gedachte dat ‘de crowd’ een steeds prominentere rol zal gaan vervullen in het proces van vaststellen van prijs en kwaliteit door de consument. J2S streeft er naar om beide wegen op een zo transparent mogelijk wijze te bewandelen waarbij we de verwachting uitspreken dat het ultieme doel, het inzichtelijk maken van duurzaamheid, uiteindelijk bereikt zal worden door de alpha en de beta weg samen te laten komen.
Krijt u met Redusol? Q3 White is ± 28% goedkoper! Bespaar
€ 1p8e0r 40,hectare!
Hectare
Scherm%
Bespaar! *
4
80%
± € 1800,-
4
65%
± € 1040,-
4
45%
± € 680,-
* Op basis van adviesprijzen januari 2015
Q3 White = Redusol Q3 White is een weerbestendig en instelbaar schermmiddel dat vergelijkbaar is met Redusol, maar tegen ± 28% minder kosten. Afhankelijk van verdunning is Q3 White slijtvast. Q3 White is altijd eenvoudig te verwijderen met Removit. Bij schermpercentages lager dan 65% adviseren wij Q4 White voor maximale weerbestendigheid. Meer weten? Neem contact met ons op, T 020 653 41 25 of
[email protected].
Think innovative
Q2 WHITE
Q3 WHITE
shadingagents.com
Q4 WHITE Q BLACK Q HEAT
Tekst Ellis Langen
Proeftuin Zwaagdijk is voor de glastuinbouw ‘de kraamkamer’ op het gebied van gewasbescherming. Er vindt vooral onderzoek plaats naar mogelijk nieuwe middelen voor de glasgroenten- en de sierteeltsector. En ook residu-onderzoek is er in zwang. In juli 2012 nam Proeftuin Zwaagdijk Demokwekerij Westland in Honselersdijk over. Normaliter neemt deze rubriek een kijkje in Honselersdijk, maar wat gebeurt er bij de collega’s in het noorden?
Tuinen bij
Proeftuin Zwaagdijk
‘Door Het Nieuwe Telen duiken plots andere ziekten op’
24]
“Voor Proeftuin Zwaagdijk blijft de Demokwekerij het gezicht naar buiten toe voor de glastuinbouw”, zegt Johan Kos, directeur van Proeftuin Zwaagdijk. Voor de meeste opdrachtgevers van het onderzoek dat in Zwaagdijk gebeurt - en veelal zijn dat de fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen - is het immers niet belangrijk of zelfs wenselijk dat telers de onderzoeksafdelingen in Zwaagdijk bezoeken. Er wordt namelijk veel gewerkt aan toelatings
onderzoeken voor chemische of ‘groene’ gewasbeschermingsmiddelen. Ongeveer tien jaar geleden gaven de klanten van Proeftuin Zwaagdijk echter wel aan behoefte te hebben aan een ‘demobedrijf’ in het Westland. “Een eigen bedrijf opzetten, had gekund, maar waarom niet aanhaken bij een bedrijf dat al zo’n demonstratiefunctie heeft?”, aldus Kos. Door de samenwerking tussen Proeftuin Zwaagdijk en de Demokwekerij versterken de twee elkaar nu. De Demokwekerij
focust zich op het (teelt)technisch onderzoek, het geven van demonstraties en kennisoverdracht. Het technische onderzoek in Zwaagdijk is nog maar minimaal en verschuift zo veel mogelijk naar de Demokwekerij. Kos: “Slechts een klein deel van het onderzoek in Zwaagdijk is bijvoorbeeld belichtingsonderzoek, teeltsystemen- en rassen onderzoek.” Op het moment dat er iets uit het vele gewasbeschermingsonderzoek dat in Zwaagdijk plaatsvindt ‘naar buiten kan’, gebeurt dat via de Demokwekerij. De gewasbeschermingsdagen voor telers die er twee keer per jaar worden gehouden, zijn daar een voorbeeld van. Dan zijn er verschillende gewasbeschermingsproeven te zien van middelen die marktpotentie hebben. Bij Proeftuin in Zwaagdijk wordt onderzoek gedaan in de gewassen over de gehele breedte van de glastuinbouw, zowel sierteelt- als de glasgroenteteelt. Ongeveer 60 procent bestaat uit werkingsonderzoek dat producenten van gewas beschermingsmiddelen er laten uitvoeren voor een toelatingsdossier. Dit is veelal niet openbaar en vergt vaak veel tijd. Kos ziet dat middelen fabrikanten zich meer en meer bezighouden met groene middelen. “Dit doen ze niet alleen voor hun imago. Ze moeten dit ook wel want er vallen steeds meer chemische middelen weg en daar komen dit soort middelen voor in de plaats.” Groene middelen hebben ook een toelating nodig, al wordt er wel gekeken naar de mogelijkheden van iets minder zware toelatingseisen. Onder groene middelen vallen bijvoorbeeld middelen waarvan een plant weerbaarder wordt, maar ook planteigen stoffen die kunnen worden ingezet voor bestrijding. De groene middelen zijn vaak wel minder effectief dan chemische middelen. In Zwaagdijk wordt
bijvoorbeeld gekeken hoe de werking van deze middelen verbeterd kan worden, bijvoorbeeld door aangepaste klimaatomstandigheden te creëren of de combinatie te zoeken met andere middelen of uitvloeiers. Naast werkingsonderzoek wordt in Zwaagdijk veel residuonderzoek gedaan. Daarbij wordt gekeken hoe lang een middel in de tijd achterblijft in of op de vrucht. Dit onderzoeksterrein groeit. Kos: “Voorheen was dit onderzoek alleen voor de producenten van middelen interessant om zo de veiligheidstermijn van het middel te bepalen. Maar omdat bijvoorbeeld retailers strengere residu-eisen stellen, betekent dit dat telers op een andere manier hun gewasbescherming moeten gaan doen. Dit is een belangrijk expertisegebied van ons geworden.” Opdrachtgevers voor het onderzoek zijn daarom ook steeds vaker telersgroepen, retailers en handelsorganisaties. In Zwaagdijk voert men ook onderzoek uit op het gebied van ziekten en plagen die ontstaan doordat telers door allerlei technieken anders gaan telen. Een goed voorbeeld is Het Nieuwe telen. “Wanneer minder gas wordt verstookt, duikt er opeens, bijvoorbeeld in de tomatenteelt, vaker phytophthora op, terwijl de teelt hier voorheen weinig last van had. Dat zie je bijvoorbeeld ook met de ziekte meeldauw in veel andere gewassen. Dan moet bekeken worden hoe deze nieuwe problemen snel kunnen worden opgelost.” Vaak pakt de sector dit zelf op en kijkt ze naar bestaande middelen die geen toelating hebben. Werkt het, dan klopt men aan bij de toelatingshouder. “Maar als de markt te klein is, doet men het meestal niet en het probleem wordt dan alleen maar groter.”
Proeftuin Zwaagdijk heeft drie locaties; de hoofdlocatie in Zwaagdijk, de locatie in de Wieringermeer (voor de akkerbouw) en de Demokwekerij Westland in Honselersdijk voor de glastuinbouw. In Zwaagdijk vindt in veertig onderzoeksafdelingen vooral onderzoek plaats op het gebied van ziekten en plagen in de glastuinbouw. De grootste klanten zijn gewas beschermingsmiddelenfabrikanten, de zaadveredelingsbedrijven en meststof fabrikanten. Ook voeren proeftuinmedewerkers onderzoek uit op zo’n 30 glastuinbouwbedrijven in heel Nederland. Ongeveer 20 keer per jaar houdt Proeftuin Zwaagdijk voor verschillende sectoren open dagen. [25
Proeftuin Zwaagdijk
Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost T +31 (0)228-563164
[email protected] www.proeftuinzwaagdijk.nl
Tekst Uko Reinders De glastuinbouwsector heeft de ambitie dat vanaf 2020 de teelt in nieuwe kassen klimaatneutraal en economisch rendabel zal zijn. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) en LTO Glaskracht Nederland werken samen in het programma Kas als Energiebron om deze ambitie waar te maken. KAS volgt de ontwikkelingen op de voet. Dit keer aandacht voor de uitdagingen op gebied van aardwarmte.
energiek2020.nu Opties voor overstap naar bio-energie 26] In de bio-energie zijn ontwikkelingen gaande die deze duurzame bron aantrekkelijker maakt voor glastuinders, zoals het winnen van zuivere CO2 uit rookgas van een houtketel of uit groengasproductie. Positieve business-cases maken duidelijk dat het bio-energie niet alleen om milieuredenen, maar ook vanwege het rendement een goede investering kan betekenen.
energie voor de glastuinbouw’ dat in opdracht van KaE is opgesteld en begin 2014 werd gepubliceerd. De ambities voor 2012 was 250 ha glasareaal met bio-energie, maar in 2013 bleef de teller op 132 ha steken. Vooral de bio-wkk bleef achter, terwijl het areaal met bio-ketels, met 115 ha, 25 procent van het streefareaal verwijderd bleef.
Vanwege het aanstaande energiebesparings systeem (EBS) kan bio-energie interessanter worden voor telers. In dit systeem moeten tuinders de CO2-uitstoot elk jaar met 2 procent omlaag brengen. Telers die daar niet aan kunnen voldoen, moeten het verschil afrekenen. Dat geld komt in een fonds om innovaties op het gebied van energiebesparing te stimuleren. In de regeling hoeven tuinders die al gebruik maken van duur zame energie in principe niet af te rekenen. En dat zal ook gelden voor telers die op bio-energie overstappen.
Meer houtstook Bijna een jaar later geldt de conclusie uit dat rapport nog steeds. Het aantal installaties is licht toegenomen. Vooral door houtstook ketels, waarvan het aantal in de tuinbouw de 40 is gepasseerd. Dat telers vooral in dit type ketel investeren is niet onlogisch, weet Sander Peeters van Energy Matters. Mede door de SDE+exploitatiesubsidie voor duurzame energie, de investeringssubsidies IMM/IRE en de zakkende houtprijs, zijn ze volgens hem rendabeler dan gasketels. Daartegenover staat een hogere investering en meer onderhoud. Ook een houtWKK kan volgens Peeters voor tuinders met SDE+ een interessantere optie zijn dan een WKK of ketel, maar de hoge investeringskosten staan de financiering in de weg. Omdat de hout-WKK
De groei van bio-energie in de glastuinbouw loopt vooralsnog achter bij de doelstellingen van het programma Kas als Energiebron (KaE). Dat bleek al uit het rapport ‘Herijking transitiespoor bio-
nog innovatief is, komt de investering hoogst waarschijnlijk wel in aanmerking voor de MEIinvesteringssubsidie van 40 procent. Die wordt in 2016 en 2017 weer opengesteld. Een andere mogelijkheid is het project van de hout-WKK uit te besteden. Hout-WKK-leverancier HoSt heeft een constructie waarin dit bedrijf de SDE+-aanvraag indient en de financiering regelt. De tuinder hoeft niet te investeren, maar alleen grond ter beschikking te stellen en warmte af te nemen. Verruiming emissienorm Een positieve recente ontwikkeling voor hout stookketels is dat de overheid, mede doordat vanuit KaE aandacht werd gevraagd voor enkele knelpunten, een aantal maatregelen heeft genomen waardoor gemakkelijker aan de emissie normen kan worden voldaan. De huidige emissie norm van NOx voor met een capaciteit van 1 tot 5 MW wordt halverwege 2015 van 200 mg/ m3 verhoogd naar 275 mg/m3. Verder is voor kleine ketels tot 400 kW de stofmeting komen te vervallen. Voor ketels kleiner dan 1 MW wordt de meetonzekerheidseis verruimd naar 40 procent van de emissiegrenswaarde. Een andere ontwikkeling die de houtstookketel interessanter kan maken, is de mogelijkheid om zuiver CO2 uit het rookgas te winnen voor het bemesten van gewassen. Cato Engineering werkt momenteel aan de ontwikkeling van zo’n installatie voor Vink Sion. De verwachting is dat de installatie in de eerste helft van 2015 gaat draaien. In het proces wordt met amines de CO2 in het rookgas gebonden. De gebonden CO2 kan vervolgens opgeslagen en met warmte weer worden
uitgedampt, waardoor het voor de gewassen gebruikt kan worden. Dit is oude en bewezen techniek, maar nog nauwelijks bij houtketels gebruikt. Voor de productie van 1 kg CO2 is 0,8 tot 1 kW warmte nodig. Plantaardig materiaal en mest Naast uit hout kan bio-energie ook gewonnen worden uit zachter plantaardig materiaal en dier lijke mest. Deze biomassa kan in een vergister worden omgezet in biogas, waarmee een WKK kan worden aangedreven of ketel worden gestookt. Belangrijk voor het vergistingsproces is dat het materiaal niet te houtachtig is omdat bacteriën dat minder goed in biogas kunnen omzetten. Afhankelijk van de grondstof zijn er verschillende soorten vergisters. Voor de tuin bouw zijn mono-, alles- en covergisters het meest relevant. De covergisters hebben de naam te danken aan hoogwaardig coproduct. Dat zijn onder meer plantaardige- en dierlijke vetten en gewassen, zoals energiemais, of een mengsel van deze producten die worden toegevoegd aan het laagwaardigere mest. Belangrijk voor een goede business case van een covergister-WKK is de inkoop van coproduct en afzet van het digestaat (het restproduct van de biogasproductie) zo gunstig mogelijk te organiseren en de warmte van de WKK maximaal te benutten. “Het is steeds lastiger om aan hoogwaardig coproduct te komen. Er zijn al veel partijen die het afnemen, waardoor de prijs ook behoorlijk is gestegen”, zegt Peeters. CO2-bemesting Bij het opwerken van biogas naar groengas wordt CO2 onttrokken, die afhankelijk van de
[27
28]
opwerktechniek, zuiver genoeg is om voor CO2bemesting te gebruiken. Momenteel zijn in de glastuinbouw twee covergistingsinstallaties in gebruik. Er komt een derde bij nu glastuinder Nico Karsten van Franico een tweede installatie gaat exploiteren. Monomestvergisting is een vorm van vergisting waarbij slechts een grond stof wordt gebruikt, vooral mest. Het voordeel van monomestvergisting zijn geen kosten voor coproduct en lagere afzetkosten voor digestaat, maar daartegenover staat een veel lagere biogasopbrengst. “In Nederland vindt monomestvergisting op zeer kleine schaal plaats en is ondanks de lagere gasopbrengst op lange termijn mogelijk toch kansrijker dan co-vergisting, waarvan de nadelen hierboven staan beschreven. Met alle beschikbare subsidies zijn beide soorten vergisting volgens hem rendabel te krijgen. Bij alles vergisting bestaat de grondstof uit een mengsel van allerlei groenafval, zoals gft. Hierin hebben de laatste jaren veel grote groeninzamelaars en -verwerkers in geïnvesteerd. Eerste stap Als je overweegt op bio-energie over te stappen, is volgens Peeters de eerste stap te onderzoeken of voor langere tijd biomassa in de buurt beschikbaar is, tegen een gunstige prijs. Vanwege de transportkosten is de vuistregel dat de bron binnen een straal van zo’n 60 km moet liggen. Door recent onderzoek vanuit KaE weet Peeters dat er voldoende bronnen in de nabijheid van glastuinbouwgebieden te vinden zijn en kan daarover informatie verstrekken.
Er zijn meer potentiële bronnen die nog benut kunnen worden, zoals de biomassa uit bossen en natuurterreinen. “Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten kunnen de oogst in deze gebieden verdubbelen”, schat Peeters in. Ook gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat en andere bos en natuurterrein-eigenaren zijn volgens hem een potentiële bron voor lokale biomassa. “Ze lijken ook meer aandacht te krijgen voor het lokaal duurzaam verwerken van dit materiaal, maar zien de glastuinbouw nog niet als logische afnemer. Het vraagt daarom extra inspanning om een match te realiseren. Daarbij zal het ook vaak nodig zijn om biomassa van het label ‘afval’ te ontdoen, want ‘afval’ mag binnen het Activiteitenbesluit niet gebruikt worden voor de productie van bio-energie en kun je geen SDE+ op aanvragen”, aldus Peeters. Kapers op de kust Maar er zijn meer kapers op de kust. Vooral in landen als Duitsland en Denemarken, waar het voor afnemers door gunstige subsidies rendabel is om de biomassa helemaal uit Nederland te halen. Op dit moment gaat zo’n 50 procent van de biomassa die in Nederland vrijkomt de grens over. “Als je de biomassa op lokaal niveau maximaal kunt benutten is dat veel duurzamer”, vindt Peeters. Bij het veranderen van energiebron is het ook verstandig om te onderzoeken of biogas, restwarmte of ‘groene’ CO2 van andere partijen betrokken kan worden. Recentelijk heeft Peeters vanuit KaE een inventarisatie van installaties dichtbij tuinbouwgebieden in het hele land gemaakt. “Daaruit blijkt dat er nog volop mogelijkheden zijn.” De actieradius voor biogas is, afhankelijk van een aantal factoren, circa 3 á 4 km en voor een warmwatertransportleiding is dat circa 1 km. Ook om hier meer over te weten kunnen telers bij EnergyMatters aankloppen.
Vlamvertragend verduisteringsdoek Eclipse is vlamvertragend (NTA 8825-klasse 1), verduistert op een tot nu toe ongekende manier, bespaart energie en is daadwerkelijk duurzaam. Het Eclipse verduisteringsdoek is ons antwoord op de vraag naar de hoogste kwaliteit en is verkrijgbaar vanaf april.
Bonar Industriestraat 39 / 9240 Zele / Belgium T +32 52 457 401 / F +32 52 445 604
[email protected] / www.bonar.com
gericht zijn op energiebesparing en productie verhoging, staat bij de aardbeien vooral het verbeteren van de smaak centraal, samen met het verhogen van het vitamine C-gehalte om de vruchten nog gezonder te maken. Het aardbeienproject wordt gefinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkelingen (EFRO) van de EU en moet ervoor zorgen dat de Nederlandse telers die buiten het seizoen aard beien in een kas telen een streepje voor krijgen op de markt. Dat kan met een betere smaak, want daarin kunnen Nederlandse telers zich profileren ten opzichte van telers in bijvoorbeeld Spanje. Uit onderzoek van Albert Heijn blijkt dat consumenten bereid zijn meer te betalen voor smaakvollere aardbeien. Dat zou ook kunnen gelden voor gezondere vruchten, met een hoger vitamine C-gehalte. Daarom wordt ook naar het effect van de led-belichting op deze antioxidant gekeken.
30]
Extra smaak door extra led-belichting UITGELICHT STUREN IN HET GEWAS - Extra led-belichting maakt aardbeien smaakvoller. Dat blijkt uit een demonstratie bij het Informatie en Demonstratie Centrum (IDC) Smaak in Bleiswijk. Ook bevatten de vruchten meer vitamine C en is de productie hoger. Naast antwoorden roept de demonstratie ook vragen op, zoals welke processen precies aan de goede werking ten grondslag liggen.
Tekst Uko Reinders
De verwachtingen van led-belichting in de glas tuinbouw zijn hooggespannen. Een rondgang langs de proeven bij Wageningen UR glastuinbouw in Bleiswijk maakt dat goed duidelijk. In meerdere kassen zie je led-lampen boven de gewassen hangen. Dat is ook het geval in een afdeling met aardbeien. Maar waar de meeste led-proeven
Vijf rassen Op 20 augustus zijn de aardbeien geplant. Ze worden op drie manieren belicht en er worden vijf verschillende rassen bekeken. Dat zijn Elsanta, Sonata, Darselect, FF1203 en Malling Centenary. Al de vijf rassen staan onder Philips led-lampen (90 µmol/m2/s) die bovenin de kas hangen (kasbelichting). De belichting is in week 41 gestart. Afhankelijk van de stralingssom en momentane straling staan de lampen alleen overdag aan. Naast de kasbelichting zijn de rassen Elsanta en Sonata vanaf week 39 ook extra belicht met armaturen met leds van Philips. Dat gebeurde in twee behandelingen: blad belichting met led-lampen vlak boven de planten (ca. 110 µmol/m2/s) en vruchtbelichting met de led-lampen specifiek gericht op de vruchten (ca. 80 µmol/m2/s). In eerste instantie is 14 uur per dag (extra) belicht en later maximaal 10 uur. De smaak van de aardbeien is uitgebreid getest, waarvoor de demonstratie bij het IDC Smaak in goede handen is. Het centrum heeft een laboratorium en testcabines waarin leden van een testpanel zich in afzondering geheel op de
Zowel de extra blad belichting als de vrucht belichting hebben een positief effect
Leden van het testpanel konden zich in afzondering op de smaak concentreren
smaak kunnen concentreren. De smaaktesten zijn gedaan door 40 á 50 personen aangevuld met een aantal smaakexperts. Deze experts kregen meer diepgaande vragen voorgelegd, zoals over de aanwezige aroma’s. In het laboratorium zijn de vruchten getest op refractie, ( een maat voor het suikergehalte), zuurgehalte en vitamine C-gehalte. Positief effect Wat opvalt in de voorlopige resultaten van de proef (zie tabel op pagina 33) is dat zowel de extra bladbelichting als vruchtbelichting een positief effect hebben op alle onderzochte factoren. Hoe later in de teelt, hoe groter de verschillen waren. Dat kwam mede door het zonnige weer in september en oktober. De verschillen werden groter vanaf begin november, toen het gedaan was met het zonnige weer. De extra belichting maakt de vruchten zoeter, aromatischer en geeft een hogere score op fruitigheid. Ook neemt de instrumenteel gemeten refractie en het zuurgehalte toe. Dit geldt zowel voor Sonata als Elsanta. Opmerkelijk was dat er wat betreft de smaakbeleving geen verschil is tussen het toedienen van extra blad- of vruchtbelichting. Dit was zowel bij Elsanta als bij Sonata het geval. Met extra belichting scoorden ze in de smaak test respectievelijk 56 en 65 op een schaal van 0 tot 100, tegen 52 en 61 voor de behandeling met alleen kasbelichting. “Opmerkelijk omdat bij de bladbelichting veel meer licht wordt opgevangen dan bij de vruchtbelichting, waar veel licht langs de vruchten heen schijnt”, zegt Wageningen UR-onderzoeker Jan Janse die de aardbeiendemonstratie leidt. “Bovendien zal er in de vruchten nauwelijks fotosynthese plaatsvinden.” De cijfers die het smaakpanel aan de aardbeien geeft, lijken misschien niet hoog en de verschillen niet groot, maar volgens Maike Hanenberg van IDC Smaak, die aan de aardbeiendemonstratie meewerkt, is dat beeld vertekend. “In smaaktesten geven veel mensen geen extreem hoge of lage cijfers. Verschillen tussen rassen resulteren sneller in duidelijke smaakverschillen, maar in deze proef is
[31
het opvallend dat teeltmaatregelen ook binnen een ras significante, dus aantoonbare, smaakverschillen opleveren.” De drie rassen die zonder extra belichting zijn geteeld, kregen in de smaaktest een score van 54 (FF1203), 60 (Malling Centenary) en 65 (Darselect). Dat laatste ras vonden de panelleden het lekkerst, ook beter van smaak dan Sonata en Elsanta zonder extra belichting. Theoretisch zou het smaakcijfer van Darselect met extra belichting dus nog hoger kunnen worden. Bij belichtingsproeven met tomaten, waarbij ook tussenbelichting werd toegepast, werden geen smaakverschillen waargenomen. Bij een proef waarbij de tomaten ingehuld werden belicht met led-lampen werd alleen een hoger vitamine C-gehalte gemeten. “Het is bijzonder dat anders dan bij tomaat, extra belichting op de vrucht wel bij aardbei voor een betere smaak zorgt”, zegt Janse.
Vanuit de EU is nog financiering voor een half jaar en die zal het komende voorjaar worden gebruikt. Maar hoe die er precies zal uitzien is nog niet bekend, wel dat met de rassen uit de demo in het najaar en met verschillende manieren van belichting wordt doorgegaan. Onderzoekers Maike Hanenberg en Jan Janse
32] Hogere vruchttemperatuur Het verschil tussen tomaat en aardbei is bijzonder, maar dat meer licht bij aardbei zorgt voor een betere smaak en een hogere productie is al langer bekend. “Dat blijkt ook uit de literatuur, maar we willen uitzoeken waarom dit bij vruchtbelichting ook is. Daar is nog weinig over bekend”, zegt Janse. “We hebben hogere vruchttemperatuur gemeten. Dat kan effect hebben. Maar dat kan ook ten koste gaan van de bloemvorming bij de volgende teelt. Daar kunnen we in de vervolgdemonstratie achter komen omdat we dezelfde planten het komende voorjaar verder gaan volgen.” Een andere mogelijkheid is dat licht of een bepaalde lichtkleur een hormonale werking stimuleert, waardoor er meer suikers worden gevormd. Janse: “Als licht een sturend effect heeft zou mogelijk een lager vermogen kunnen volstaan. In proeven zouden we kunnen nagaan hoe de stroom van assimilaten verloopt.” Genoeg zaken dus om nog uit te zoeken.
De vruchten zijn getest op refractie, zuurgehalte en vitamine C-gehalte
Aardbeientelers die de proef bezoeken vinden de resultaten zeer interessant, zegt Janse. Maar ze beseffen ook dat ze voor led-belichting fors moeten investeren, meer dan voor SON-Tlampen. “Het voordeel van led-lampen ten opzichte van SON-T is dat het elektriciteits verbruik duidelijk lager ligt en ze minder warmte uitstralen. Vooral voor aardbeien is dat belangrijk, omdat ze niet goed tegen een hoge temperatuur kunnen. Daardoor moeten telers de warmte van de SONT-lampen nu regelmatig wegluchten. Met ledbelichting is dat niet zo snel nodig. Daarentegen kan in koude periodes juist weer wel gebruik gemaakt worden van de stralingswarmte van de SON-T-lampen.”
Voorlopige resultaten demo aardbei IDC Smaak herfst 2014 Wageningen UR Glastuinbouw Productie t/m week 52 Belichting
Ras
kas kas + blad kas + vrucht kas
Elsanta Elsanta Elsanta Sonata
kas + blad
Smaak en inhoudsstoffen Tot. bruto prod/m2
% afw
5,0 5,7 5,8 4,5
7,5 7,3 12,0 5,3
4x*)
11x
11x
6x
Belichting
Ras
Smaak
Refractie
titr.zuur
vitamine C
kas kas + blad kas + vrucht kas
Elsanta Elsanta Elsanta Sonata
52 56 56 61
7,4 8,0 7,8 7,9
12,2 12,6 12,7 10,4
62 65 68 38
% 100 113 116 100
Sonata
4,9
4,0
111
kas + blad
Sonata
65
8,9
11,0
42
kas + vrucht Sonata
4,9
3,5
111
kas + vrucht Sonata
65
8,7
11,3
44
Belichting
Tot. bruto prod/m2
% afw
%
3x
11x
11x
6x
belichting
ras
smaak
refractie
titr.zuur
vitamine C
Ras
kas kas kas kas
Elsanta Sonata FF 1203 Darselect
5,0 4,5 3,8 3,6
7,5 5,3 12,5 4,6
100 89 75 73
kas kas kas kas
Elsanta Sonata FF 1203 Darselect
54 61 54 65
7,4 7,9 7,4 8,7
12,2 10,4 12,3 11,5
62 38 51 49
kas
Malling Centenary
4,3
5,6
87
kas
Malling Centenary
60
8,4
11,7
49
Belichting
Ras
Tot. bruto prod/m2
% afw
%
4x
11x
11x
6x
belichting
ras
smaak
refractie
titr.zuur
vitamine C
4,7
6,4
100
57
7,7
11,3
50
5,3
5,6
112
60
8,5
11,8
53
5,4
7,7
114
61
8,3
12,0
56
4,3
5,6
87
kas
Elsanta +Sonata kas + blad Elsanta +Sonata kas + vrucht Elsanta +Sonata kas
*)
Malling Centenary
Aantal keren bepaald
Refractie: o Brix Titreerbaar zuur: mmol H3O+/100 g Vitamine C: mg/100 g
kas
Elsanta +Sonata kas + blad Elsanta +Sonata kas + vrucht Elsanta +Sonata gem. Elsanta
55
gem.
64
Sonata
[33
1 Alle werkzaamheden in één hand 2 De nieuwste technieken 3 Advies op maat 4 Ervaren medewerkers 5 Betrouwbaar sinds 1947
Column
Tuinbouw Relatiedagen Stand 236
T 0174 512 537
www.marelloonwerk.nl
www.hollandgaas.nl
‘De toekomst droom begint vandaag’
Arjan Kouwenhoven Arjan Kouwenhoven (
[email protected]) is voorzitter van telersvereniging Tuinbouw Techniek Ontwikkeling (TTO). Een innovatieplatform met als doel ‘t gezamenlijk ter hand nemen van (teelt) technische innovatieprojecten.
[35
Écht goede tuinbouw stockfoto’s?
Een jaar lang maandelijks 50 afbeeldingen voor maar €62,50 per maand*
* Kijk op de website voor de voorwaarden
Zonder de rail geen toekomst
Kassenbouwers pakken de rail niet op. Kwekers zijn de dupe. • 50% energiebesparing door opkweeksysteem • Glasreiniging • Efficiënte gewasbescherming • Automatisering van arbeid
Meerkosten bij nieuwbouw nihil, voor bestaande kassen U-profiel beschikbaar. De Vette C.V. Europalaan 44 2641 RX Pijnacker Tel 015-3612733
Gaagweg 11a 2636 AK Schipluiden Tel 015-3808784
Begin december is er door de leden van TTO een brainstormsessie gehouden over de wensen die er leven op innovatiegebied. Naast de gebruikelijke grappen over nieuwe partners, een andere auto en vooral een andere bank, waren er ook een aantal serieuze suggesties. De onderwerpen die werden benoemd zijn: LED belichting, Nieuwe schermen, warmterotonde, CO2, arbeid, isolerende kas dekken en Het Nieuwe Telen. Het bestuur kreeg de opdracht met deze zaken aan de gang te gaan. Deze onderwerpen passen allemaal in onze droom. Een droom die iedere kweker waarschijnlijk heeft. Ik beschrijf de droom even. We zien voor ons de kas van de toekomst. Deze bestaat uit een zodanig intelligent kasdek dat alle energie die het jaarlijks opvangt, kan worden aangewend om de kas te verwarmen en daarbij nog genoeg overhoudt om terug te leveren. In deze kas van onze dromen zitten installaties die zo intelligent zijn dat ze op basis van meteodata en gewasmodellen optimaal
met de balans tussen input van energie en output van gewasgroei kunnen omgaan. In die kas werken ook teeltspecialisten die zo intelligent zijn dat ze het begrip groene vingers steeds meer weten om te zetten in concrete data en resultaten en bereid zijn oude inzichten te vervangen door nieuwe strategieën zoals Het Nieuwe Telen. Al die kassen van de toekomst staan in een samenleving die ons waardeert om onze mooie producten en de geweldige manier waarop we die weten te produceren. Een samenleving die ons ook voortdurend nieuwe ideeën aandraagt uit heel andere hoeken, zoals de ruimtevaart of de natuur beschermers. En in die kassen van de toekomst werken naast onze intelligente en gewaardeerde medewerkers ook steeds vaker robots die samen de productiewerkzaamheden leuk en rendabel blijven maken. Ook van mening dat dromen geen bedrog zijn? Misschien is dan het beste voornemen voor 2015 wel om lid te worden van de meest inspirerende en leukste studieclub die de tuinbouw kent. Verbreed je netwerk op de leukste manier die je kunt bedenken, namelijk samen met al die andere innovators in de glastuinbouw. De toekomstdroom begint vandaag, samen kunnen we hem vorm geven.
36]
‘Iedere teler heeft straks een microscoop’ Kunstmest biedt maar een beperkt aantal elementen en daardoor wordt de plant ziek, zo redeneert Plant Health Cure. “Onze klanten verwachten topsport van hun planten. Wij leren ze om dan ook het voedsel voor een topsporter aan te bieden”, zegt directeur Pius Floris. Zijn bedrijf wil verandering brengen in de teelten zonder het milieu te belasten. Dit principe spreekt elke dag meer volgers aan.
Tekst Ellis Langen
Na ruim honderd jaar kunstmestgebruik is de bodem letterlijk ‘op’ en zo goed als dood. Dat zegt Pius Floris, directeur van Plant Health Cure, leverancier van nuttige biologische organismen en natuurlijke meststoffen in Oisterwijk. “We moeten gaan begrijpen wat bodemleven is, want van alleen kunstmest worden planten ziek.” Floris studeerde
in de VS aan de Universiteit van New Hampshire en deed de studie fytopathologie, doet zelf nog veel onderzoek en vergaart kennis bij de vleet. Hij komt uit de ‘bomensector’ en was er een gerenommeerd boomspecialist. In zijn ‘bomenperiode’ dook hij in de kennis van een gezonde bodem. Zo deed hij dat onder andere in de VS met het bedrijf Plant Health Care in Pittsburgh, marktleider op het gebied van natuurlijke producten voor land- en tuinbouw. In 1997 zette Floris een Europese tak van dit bedrijf op. “We legden ons toe op toepassingsgebieden zoals boomkwekerij en openbaar groen. Ook kregen we snel al biologische glasgroentetelers als klant”, zegt hij. Daarna werd het werkgebied snel uitgebreid naar fruitteelt, groententeelt en de laatste jaren zelfs bloementeelt en akkerbouw. In 2013 nam Floris de Europese tak helemaal over en sinds vorig jaar heet het bedrijf Plant Health Cure. Het doel is om verandering in de tuinbouw te brengen zonder het milieu te belasten. “Met onze producten dragen we bij aan het voorkómen van plantenziekten. Dat doen we door omstandig heden rond de plant te creëren die zorgen voor een optimale plant gezondheid.” Door gebruik te maken van hun producten, kan een teler volgens Floris af met minder of soms zelfs geen kunstmest en bestrijdings middelen. Wat Floris betreft, zou een teler die duurzaam wil telen, moeten beginnen met minder gebruik van kunstmest. “Want van alleen kunstmest wordt de plant ziek. Het is nog nooit iemand gelukt een plant helemaal gezond te laten groeien met alleen kunstmest en zonder inzet van bestrijdingsmiddelen.” Floris vindt dat iedereen die wil dat er duurzamer geteeld wordt, zich nu vooral richt op het gebruik van bestrijdingsmiddelen. “Maar veel reëler is het als men zich druk zou maken over het kunstmestgebruik, want daar gaat het al mis.”
jaar tijd met 60 procent. Het kostte volgens hem ook zeker veel tijd eer een groep teeltadviseurs, bemestingsdeskundigen en onderzoekers ging inzien dat het anders kan met bemesting in de
‘Met onze kennis bij dragen aan winstgevend heid in de tuinbouw’
tuinbouw. “Tot nu toe hadden wij het voorrecht te mogen werken met de meest professionele en vooruitstrevende telers. Zij lieten ons zien dat we als bedrijf op de goede weg zitten. We hebben pioniers als klanten. Het zijn de bedrijven die bepalen hoe de tuinbouw er in de toekomst uitziet. Vaak hebben zij al veel wegen bewandeld in een poging het probleem van planten die makkelijk ziek worden, op te lossen. Het zijn ook de onderscheidende bedrijven in de sector; ze hebben know how, een enorme kennis. Hen draai je geen rad voor de ogen.” Het is de directeur een doorn in het oog dat er veel aanbieders zijn die maar wat aanrommelen bij het aanbieden van bodemverbeteraars of plantversterkers. “Van 90 procent of meer van de middelen die op de markt zijn, wordt op het etiket geen verantwoording gegeven wat er precies in zit.” Volgens Floris is zijn bedrijf de enige aanbieder die op het etiket exact vermeld welke schimmels en/of bacteriën erin zitten en hoeveel. De directeur ziet graag dat er een strenge wetgeving komt die bepaalt wat een bodem verbeteraar en wat een plantversterker is en aan welke kwaliteitscriteria die moeten voldoen. “Ik ben ervan overtuigd dat de rommelaars die in vage producten handelen het proces van anders bemesten en weerbaar telen, tegenhouden.” Zijn toekomstbeeld is dan ook dat telers zelf zo veel kennis gaan vergaren over de biologische omgeving dat hen niet gemakkelijk iets meer op de mouw gespeld kan worden. “Een microscoop gebruiken, zou net zo standaard moeten worden als een trekker rijden of een klimaatcomputer kunnen aansturen.” Om de kennis te vergroten onder telers organiseert PHC in februari en maart
Geen wetgeving houdt weerbaar telen tegen De ‘doorbraak’ van PHC heeft volgens Floris ongeveer tien jaar op zich laten wachten. Nu komt de interesse van telers in een stroomversnelling; vorig jaar groeide de omzet van het bedrijf in één
door het hele land lesdagen over bodembiologie voor de land- en tuinbouw (meer informatie op www.phccollegetour.eu).
[37
38]
Terug naar voor intrede kunstmest Tijdens die tour zal Floris ook ingaan op het feit dat allen kunstmest planten ziek maakt. Floris: “Vanaf de tijd dat kunstmest op de markt kwam, liet het gewas fenomenale productiecijfers zien. Hierdoor ging men geloven dat kunstmest nodig is om goede planten te krijgen. Maar men vergeet dat de bodem in die tijd nog vol zat met humus. Dat is er nu door het gebruik van veel stikstof letterlijk ‘uitgebrand’.” Volgens Pius moet men in tuinbouw land anders gaan redeneren over het gebruik van veel stikstof en gaan nadenken over vóór de intrede van kunstmest. De productie was toen lager maar het gebruik van bestrijdings middelen ook. Als de bodembiologie wordt hersteld, dan ontstaat weer een gezonder rhizosfeer. Dat is de overgang van wortel en grond óf wortel en elk ander substraat zoals steenwol. “Een belangrijk onderdeel van deze biologische omgeving zijn de nuttige schimmels Mycorrhiza’s. Zitten er geen Mycorrhiza’s aan de wortels, dan is de plant simpelweg ook niet gezond.” Mycorrhiza’s hebben de goede eigenschap zuren af te scheiden en zij voltooien hun levenscyclus door rechtstreeks suikers uit de wortels te halen. Op hun beurt geven zij de plant veel meer dan dertig elementen die nodig zijn voor een gezonde groei in plaats van de 8 tot 12 elementen die met kunstmest worden gegeven. PHC heeft veel kennis vergaard over de biologische omgeving van de wortels. “Nu we hier steeds meer over weten, kunnen we die omgeving ook verbeteren en repareren, bijvoorbeeld door Mycorrhiza’s toe te voegen.” PHC produceert diverse Mycorrhizasoorten en is eigenaar van een aantal specifieke rhizobacteriën. Daarnaast verkoopt het bedrijf plantaardige mest stoffen, vloeibaar en in korrelvorm. PHC verkoopt acht producten voor de vollegrondstuinbouw en diverse soorten vloeibare en vaste plantaardige meststoffen en bladmeststoffen. Voor teelten op substraat heeft het bedrijf ook specifieke producten. PHC maakt alle producten zelf of koopt ze exclusief in bij gecontracteerde bedrijven. Bij sommige grote bedrijven verkoopt het bedrijf rechtstreeks, maar de meeste producten zijn verkrijgbaar via dealers en adviseurs in heel Europa.
Zo’n dertig procent van de omzet van PHC wordt gemaakt in Nederlandse tuinbouwteelten, veelal zijn dat teelten in de vollegrond. Maar het doel is om in de komende jaren binnen de glastuinbouw meer klanten te verwerven, zowel in de teelten in de grond als in substraat. “Ik wil met onze kennis en producten een bijdrage leveren aan de winstgevendheid van ondernemers in de glas tuinbouw. Met onze producten worden andere kosten bespaard en de opbrengst verhoogd.” Neem de chrysantenteelt, aldus Pius. PHC heeft klanten die veel minder stomen of ontsmetten dan voorheen doordat ze anders met bemesting omgaan. “Een chrysantenteelt kan veel goedkoper en beter als de teler de boel wat tijd gunt en ook open staat voor verandering. Want wij brengen een heel andere boodschap dan de vertegenwoordigers van meststoffen, bestrijdingsmiddelen en bedrijven die ontsmetten. Voor elk bezoek dat wij afleggen komen gemiddeld tien vertegenwoordigers die vertellen dat wij onzin vertellen.”
Klimrek scherm Een dubbeldek op basis van een rolscherm
The orchid professionals
®
since 1933
Zonder WKK zeer rendabel • Hoge energiebesparing • Warmteoogst • Diffuus licht op afroep • AC folie via slip in systeem Korte terugverdientijd en eenvoudige regeling Voor nieuwe en bestaande kassen.
Europalaan 44 2641 RX Pijnacker Tel 015-3612733 www.klimrek.com
Nieuwe artikelserie Dit jaar schrijft Pius Floris van PHC een serie artikelen voor KAS Techniek. Pius is een internationaal erkend deskundige op het gebied van kennis over een gezonde omgeving rondom de wortels van een plant, of dat nu in de grond is of in een substraat. “Ik wil met de artikelen bereiken dat telers anders gaan bemesten. Vergelijk het met het probleem van vroeger waarbij zeelieden last hadden van scheurbuik. Men kwam erachter dat dit kwam door een vitamine C-gebrek. Een sinaasappel erbij en het probleem was over. In de plantenwereld staan we nu ook op zo’n kentering. Wat destijds het wondermiddel was tegen scheurbuik, is in de tuinbouw nu het op een andere manier naar bemesting en biologie kijken.”
De specialist in uitgangsmateriaal van orchideeën +31 (0)251 20 30 60
www.hollandscherming.nl
www.floricultura.com
1A
Tekst Jacco Strating
In 2013 ging op het Improvement Centre van DLV GreenQ in Bleiswijk een amaryllisproef van start. Doel van deze proef was om de mogelijkheden voor hergebruik van drainwater in de amaryllisteelt in kaart te brengen. Twee jaar later heeft de proef tot belangrijk inzichten geleid, maar hopen de betrokken partijen ook op een derde proefjaar.
Tuinen bij
DLV GreenQ
Proef met recirculatie in amaryllis: 1 + 1 = 3
40]
Recirculatie is in de amaryllisteelt nog altijd een zeldzaamheid. De belangrijkste reden hiervoor is dat telers vrezen voor ziekten in hun gewas en schade door de groeiremmende stoffen afkomstig uit de bol zelf, zoals bijvoorbeeld lycorine. Strenger wordende eisen op het gebied van emissie van drainwater met meststoffen, dwingen de sector echter om de mogelijkheden van recirculatie te onderzoeken, zoals de afgelopen twee jaar bij DLV GreenQ gebeurde. “Er waren op het moment dat wij van start gingen
al wel zaken bekend rondom recirculatie, maar niet vanuit de amaryllisteelt”, reageert teeltadviseur Jan Overkleeft. “De amaryllisbol is een plant met aparte stofjes, waardoor telers zich afvroegen of recirculatie voor hen wel een optie was. In de proef hier op het Improvement Centre hebben we aangetoond dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om drainwater in de amaryllisteelt opnieuw te gebruiken.” In een speciale afdeling van 600 vierkante meter werd de afgelopen twee jaar bekeken welke
behandelingen van het drainwater het meeste effectief zijn. Voordat de proef startte werd volgens gewasspecialist Arca Kromwijk van Wageningen UR Glastuinbouw goed gekeken naar de ervaringen in andere gewassen met het afbreken van groeiremmende stoffen in het drainwater. Dat leidde uiteindelijk tot drie verschillende behandelingen: schoon water met voeding; schoon water met voeding waar drainwater aan wordt toegevoegd dat is ontsmet met behulp van UV-ontsmetting; schoon water met voeding waar drainwater aan wordt toegevoegd dat is ontsmet met behulp van UV-ontsmetting én waarbij waterstofperoxide aan het water is toegevoegd net voordat het water door de UV-ontsmetter gaat. “Die laatste methode van geavanceerde oxidatie heeft een hele sterke afbraakwerking van allerlei stoffen die in het drainwater voor kunnen komen. De afgelopen twee jaar werd de proef wekelijks van dichtbij bekeken door Jan Overkleeft, Arca Kromwijk en hun collega Piet Hein van Baar van DLV GreenQ. Elke twee weken kwam een groep telers bovendien een kijkje nemen. “De technische kant wordt onder meer gemonitord door bemonstering van drainwater, lycorine-metingen en biotoetsen”, licht Overkleeft toe. “Maar visueel wordt het gewas ook beoordeeld. Zo viel het eerste jaar heel erg op dat de ontsmettingsmethode van UV in combinatie met waterstofperoxide ook het beste gewas geeft. Dat betekent dus dat recirculering geen minpunt hoeft te zijn. Op basis daarvan ga je verder meten en kijken.” Daarbij is de factor tijd echter cruciaal, meent Overkleeft. “Waar ik zelf bang voor was, is dat als giftige of verkeerde stofjes zich opstapelen, het langzaam aan steeds erger gaat worden. In de amaryllisteelt is altijd sprake van een drie- of vierjarig
teelt. Daarom is een tweede en derde jaar voor deze proef zo belangrijk.” Dat tweede jaar kwam er ook, maar of de proef nu ook haar derde jaar ingaat, is vooralsnog afwachten. Zowel vanuit de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen als uit het resterende potje van het Productschap Tuinbouw is geld beschikbaar gesteld voor voortzetting van de proef, maar wel onder voorwaarde dat ook de telers een deel van de kosten op zich nemen. “Ik hoop dat we het rond krijgen”, zegt Overkleeft. Toch kunnen er ook na twee jaar al enkele conclusies worden getrokken. Ten opzichte van het eerste jaar was na jaar twee bijvoorbeeld nog steeds geen lycorine meetbaar in het drainwater. “Dus dat is positief”, menen Overkleeft en Kromwijk. “Echt schadelijke dingen hebben we niet gezien. Tussen de verschillende behandelingen waren bovendien geen grote verschillen waarneembaar. Maar wel is duidelijk dat de beste resultaten worden behaald door waterstofperoxide toe te voegen net voordat drainwater door de UVontsmetter gaat. Ook omdat de toevoeging van waterstofperioxide helemaal niet zo’n dure oplossing is, zou die combinatie dus raadzaam zijn.” Daarnaast wijzen zij op de toekomstige wetgeving, waarbij lozingswater moet worden gezuiverd van gewasbeschermingsmiddelen. “Dat is ook iets wat geavanceerde oxidatie doet. Dus het lost twee problemen tegelijk op. Feitelijk geldt hierbij dus 1 + 1 = 3.” Wat een teler vooral van deze proef wil leren, is dat als je recirculeert, je daarvan beter wordt. “Die weg lijkt aardig te kloppen, maar we willen dat zogezegd graag in een derde jaar bewijzen. Er kan in een meerjarige teelt onderweg altijd nog iets fout gaan en dat willen we graag helder in kaart krijgen.”
DLV GreenQ is een modern kassencomplex in Bleiswijk dat beschikt over verschillende secties van 1.000 vierkante meter. Hier worden nieuwe teeltconcepten en technische installaties vanuit alle delen van de wereld ontwikkeld, getest en gedemonstreerd. Tevens faciliteert het centrum in praktijkgerichte trainingen, opleidingen, seminars en workshops.
DLV GreenQ
Violierenweg 3 2265 MV Bleiswijk T +31 (0)10-5221771
[email protected] www.greenq.nl
[41
42]
Isolatiewaarde schermdoek kan fors omhoog UITGELICHT STUREN IN HET GEWAS - In het kader van Het Nieuwe Telen wordt grote waarde gehecht aan het reduceren van de warmtevraag door middel van verbeterde isolatie. Door TNO en Wageningen UR Glastuinbouw is geformuleerd op welke wijze de isolatiewaarden van schermen kunnen worden verhoogd.
Tekst Peter van Weel, Wageningen UR Glastuinbouw
De isolatiewaarden van schermen kunnen op vijf verschillende manieren worden verhoogd: 1. Voor de nacht minimaal twee dunne stil staande luchtlagen omgrenst door reflecterende (gealuminiseerde) straling barrières; 2. Kieren moeten achterwege blijven en vervangen worden door gecontroleerde ventilatie om overbodige ventilatie en horizontale temperatuurverschillen in de kas uit te bannen; 3. De gebruikte materialen en het schermsysteem mogen geen waterdamp
of lucht doorlaten omdat via de verdamping nog veel energie verdwijnt. In toekomstige kassystemen lijkt het goed denkbaar dat deze verdampings warmte kan worden teruggewonnen; 4. Overdag kan het energieverbruik ten opzichte van de ongeschermde situatie minimaal gehalveerd worden met een hoogtransparant scherm (>90 procent voor PAR). Voor koude dagen met weinig zonlicht kan het energieverbruik verder worden verminderd door het gebruik van een tweede, goedkoper transparant scherm (>80 procent voor PAR); 5. Mogelijk kan bij gebruik van dit soort schermen ook een zuiniger klimaatstrategie worden toegepast omdat uit voorgaand onderzoek duidelijk is geworden dat het activeren van de plant door het opstoken van de kas een aantal uren voordat de zon doorkomt fysiologisch gezien geen functie heeft. Een dergelijke installatie bestond nog niet zodat het onduidelijk was of deze theoretische eisen zodanig te verwezen lijken zijn dat er een praktisch bruikbare en betaalbare oplossing ontstaat. Daarom is er bij WUR Glastuinbouw een kas van 500 m2 uitgerust met een drietal scherminstallaties. De eerste is het hoogisolerend nachtscherm. Deze bestaat uit twee gealuminiseerde doeken die met een kleine onderlinge afstand van enkele centimeters gezamenlijk via één schuifsysteem over twee dradenbedden worden geschoven. De tweede scherminstallatie is het dampdicht scherm. Onder het hoogisolerende nachtscherm komt een tweede scherminstallatie met daarop een dampdicht en hoogtransparant PVDF folie. Dit nog experimentele materiaal kent een lange levensduur van minimaal 5 jaar, maar is wel scheurgevoelig zodat het aanbrengen met grote zorg moest gebeuren. Helaas was het ook nog niet leverbaar voor een vakmaat van 5m, zodat twee banen aan elkaar gelast moesten worden. Met dit scherm kan in de nacht een extra laag stilstaande lucht worden gecreëerd. Het PVDF folie kan dankzij zijn hoge lichtdoorlatendheid van 93 procent (loodrecht
Valt het vocht transport weg, dan belemmert dat de plant verdamping
VentilationJet met koker
gemeten) ook overdag gesloten blijven zolang er warmtevraag is. Globaal kwam dit neer op opening boven 200 W/m2 buitenstraling. De derde scherminstallatie is het anti-condens folie. Naast het dubbele gealuminiseerde scherm was een AC folie gemonteerd. Door tijdens het open trekken van de gealuminiseerde doeken het transparante PE folie dicht te trekken, ontstond in de ochtend nooit een opening in het scherm. Dankzij de hoge warmte weerstand van de nachtschermen zal het zeer koud worden boven die schermen, waardoor in de ochtend een gevaarlijke situatie kan ontstaan met extreme kouval. Het PE folie zal op dat moment echter gelijktijdig gesloten zijn met het PVDF folie, dus van kouval zal geen sprake zijn. Het PE folie laat minder licht door (87 procent loodrecht gemeten) en werd daarom geopend zodra het productieverlies door lichtverlies naar verwachting groter werd dan de behaalde energie besparing. Globaal kwam dit neer op opening boven 100 W/m2 buiten straling. Onder deze schermen werd ontvochtigd met een warmte/koude blok waardoor primair kaslucht werd gecirculeerd zodat alle energie binnen de kasruimte bleef. Als daarmee niet voldoende kon worden ontvochtigd, werd ook buitenlucht bijgemengd. Onder twee tot drie volledig gesloten schermen is er zodanig weinig warmtevraag dat de buizen niet warmer waren dan 30 0C. Daardoor ontstaat er gebrek aan de luchtbeweging die normaal zorgt voor vochttransport. Valt dat vochttransport weg, dan belemmert dat de plantverdamping. Om die reden is er gebruik gemaakt van twee Nivolator ventilatoren die zorgen voor een continue verticale luchtbeweging zodra een scherm gesloten was. Proef met hogedraad komkommer Van januari tot mei heeft bij Wageningen UR Glastuinbouw een teelt plaatsgevonden met hogedraad komkommer. De klimaatinstellingen zijn maximaal aangepast aan de inzichten van Het Nieuwe Telen. Dat betekende concreet dat de kas
[43
hoge isolatiewaarde, het diffuus licht zorgt voor een maximale spreiding van het zonlicht over het gewas en de anti-reflectie coatings zorgen voor een hoge lichttransmissie, vergelijkbaar met de kas waarin deze proef plaats heeft gevonden. Ook in de Venlow energy kas werd minimaal ontvochtigd. Hier met een Climeco Air & energy systeem, bestaande uit een luchtbehandelingskast in de gevel waarin buitenlucht wordt opgewarmd tot kastemperatuur en vervolgens via slurven onder de teeltgoten wordt gebracht. In deze slurven zijn kunststof verwarmingsbuizen waardoor het mogelijk is de kas met lage watertemperaturen te verwarmen. Dit zorgt ervoor dat een warmtepomp de kas kan verwarmen met een relatief laag elektriciteitsverbruik. Uiteindelijk bleek dat in beide kassen uitstekend geteeld kon worden bij een hoge RV en een maximum watertemperatuur van 45 0C. Zo ontstaat dus keuzevrijheid tussen een kas met dubbelglas dek of enkelglas met meerdere schermen.
temperatuur van een uur voor zonsondergang tot een uur na zonsopkomst constant werd gehouden. Ook werd er minimaal ontvochtigd. Daardoor ontstond er een zeer gelijkmatig en vochtig klimaat waarop de planten prima reageerden. Alleen ontstond er op een zeker moment wat bobbelblad. Achteraf valt dat te wijten aan het feit dat het AC folie te vroeg werd opengetrokken waardoor de plantkop teveel afkoelde vanwege het feit dat het boven dat scherm veel langer koud blijft dan gewoonlijk als gevolg van het feit dat de sterke isolatie in de nacht het kasdek erg koud laat worden. Uiteindelijk werd een groot aantal schermuren gerealiseerd. Dat resulteerde in een gasverbruik dat met 8,2 m3/m2 slechts 50 procent was van het gasverbruik dat in dezelfde periode nodig was op een praktijkbedrijf voor een hogedraadteelt in een kas met een enkel energiescherm. Ook was het vergelijkbaar met het gasverbruik van een onbelichte tomatenteelt in de Venlowenergy kas, voorzien van een dubbelglas kasdek met een enkel energiescherm. Het dubbel glas en de lowemission coating van deze kas zorgen voor een
Klimaat Dankzij de goede isolatie in combinatie met verticale ventilatoren die permanent en met een
44]
14 0 rgen 2 e b r s e n w a o L he Gr Joyce t g n i k n Ra r a a n n i W pas! m E r o o kiest v
WIN DE KLEUR VAN UW GEORGIA
Q
De Georgia spuitwagen is wereldwijd een begrip in de branche en heeft haar kwaliteit door de jaren heen bewezen. De Georgia is zeer gebruiksvriendelijk en duurzaam. Bestel uw georgia nu via onze webshop*, bent u besteller nummer 10? Dan mag u GRATIS de RAL-kleur van uw Georgia kiezen. Een echte special edition Georgia, speciaal voor u!
gi r o e G n o i t i Special ed
Q
a
Volg ons www.empas.nl *Deze actie is alleen geldig op bestellingen via de webshop. Empas B.V. hanteert een langere levertijd voor het maken van een special edition.
SPUITTECHNIEK
vast toerental gedraaid hebben, was het horizontale temperatuur profiel uitstekend, zoals te zien is in de grafiek op pagina 45, die twee koude dagen weergeeft. De twee meetboxen aan de linker- en de rechterkant van de kas geven nagenoeg dezelfde waarden aan. De RV was relatief hoog omdat deze zo was ingesteld, maar het VD is nooit spannend geweest, ook niet gedurende het openen of sluiten van de schermen. Behalve voor een hoge RV is er ook gekozen voor een vlakke teelttemperatuur over de hele dag en nacht. Dat is dankzij de hoge isolatiewaarde van de schermen goed gelukt. Tegen de ochtend is de aanvoertemperatuur van de buisrail (het enige verwarmingsnet) wat opgevoerd om kouval te voorkomen. Omdat dit net uit extra veel buizen bestond (4 per bed), had dit als nadeel dat de kastemperatuur sterk opliep zodra de zon opkomt. Omdat alle buizen dan gevuld zijn met veel te warm water duurt het erg lang voor de kastemperatuur weer daalt. Eigenlijk had dit dus achter wege moeten blijven en had de energiebesparing nog hoger kunnen uitvallen. Ook verticaal waren de temperatuurverschillen klein zolang de schermen gesloten waren. Het best is dat te demonstreren aan de hand van de koptemperatuur. Die is gemeten met een warmte beeldcamera in de situatie dat twee gealuminiseerde doeken plus het PVDF folie gesloten waren. Hieruit bleek dat de plant overal dezelfde temperatuur had, ongeveer 1 graad onder de luchttemperatuur en dat het scherm slechts twee graden onder de ruimtetemperatuur lag. In deze proef werd er van uit gegaan dat het mogelijk moet zijn om bij hogere RV’s te kunnen telen zonder gevaar op condensatie
en schimmels. De kop van de plant blijft veel warmer omdat het onderste scherm bijna kastemperatuur heeft. De plant “ziet” dus een warme hemel en koelt niet meer af door uitstraling, alleen nog door ver damping. De gevel was volgens deze meting het koudste oppervlak in de kas, hetgeen leidde tot veel condensatie op dat oppervlak. Het aantal uren per dag dat de schermen gesloten zijn geweest
Overzicht van aantal klimaatkenmerken
Ontvochtiging met VentilationJet Het werken met hoogisolerende schermen leent zich bij uitstek voor ontvochtiging met lucht van boven het scherm. Recent is een nieuwe versie van de VentilationJet geïntroduceerd die goed gecombineerd kan worden met meerdere lagen schermdoek dankzij het gebruik van een koker die tussen de tralie en het schermdoek wordt gemonteerd. Het schuifprofiel sluit om de koker heen zodat een lichtdichte en luchtdichte afsluiting ontstaat. Door het regelbare toerental van de bovenventilator kan naar behoefte 0-20 m3/m2/uur droge koude lucht worden toegevoerd. De onderste ventilator kan onafhankelijk daarvan draaien zolang een scherm gesloten is en mengt warme vochtige kaslucht met de koude lucht van boven het scherm zodra de bovenste ventilator draait. Dit systeem wordt nu beproefd in een gerbera teelt met drie schermen. Op termijn zal ook een proef plaatsvinden met een systeem waarbij het verduisteringsdoek dankzij een extra draden bed een luchtspouw zal krijgen tussen de twee lagen waaruit zo’n doek bestaat om op die manier de isolatiewaarde op een goedkope manier te verhogen.
[45
In de rubriek ‘Vragen uit de Kas’ wordt u als teler uitgenodigd om praktijkvragen te stellen aan Jan O. Voogt van LetsGrow.com en Peter Geelen van Plantmonitoring. NL. Beiden zijn experts op respectievelijk het gebied van klimaatregelen en plantmonitoring. Tevens zijn zij intensief betrokken bij de ontwikkeling van Het Nieuwe Telen. Dit keer wordt de vraag gesteld door een tomatenteler.
Tomatenteler: De nieuwe teelt tomaat is net begonnen. Met het oog op energiebesparing starten wij met een dubbel scherm: een helder beweegbaar energiedoek en een AC folie. Hoe kunnen we nu een krachtig, gezond gewas neerzetten met zo veel mogelijk schermuren en door zo min mogelijk stoken? Peter en Jan: Gewasgezondheid begint met de aanleg van sterke cellen. Suikers zijn hiervoor de basis. Voor een jong gewas is het dus van belang dat het licht zo snel mogelijk wordt opgevangen door het blad. Dit kun je bereiken door bladstrekking te bevorderen en onderlinge beschaduwing van de bladeren te voorkomen.
46]
Maar dan moet ik toch juist zo min mogelijk schermen om zo veel mogelijk licht toe te laten? Het scherm open trekken is niet zo positief als het lijkt. De lichtwinst is maar zeer gering. Stel de instraling buiten is 150 Watt/m2. Daarvan komt 70 procent in de kas, dus 100 Watt/ m2. Het beweegbare scherm houdt hier 20 – 30 Watt/m2 van tegen. Het AC folie houdt hier ook nog eens 2 – 3 Watt/m2 tegen. De lichtwinst bij openen van het beweegbaar energie scherm is dus 18 – 27 Watt/m2. Als door het openen van het scherm het gewas een koud AC folie en later een koud kasdek boven zich ziet, zal het gewas energie verliezen door uitstraling. Ondanks meer licht kan de verdamping en het transport van voeding dan zelfs afnemen. Bladstrekking en dus toekomstige lichtbenutting wordt dan juist geremd door meer licht toe te laten! Maar kou op de kop is toch goed voor sterke trossen? Dat lijkt misschien op het oog zo. Maar jonge cellen hebben grote behoefte aan suikers en calcium. Dit zijn de bouw stoffen voor stevige celwanden en celmembranen. Een koude kop verdampt niet en krijgt dan geen calcium toegevoerd. En ook het transport van suikers is afhankelijk van de temperatuur. Sterke cellen worden dus gevormd als afkoeling door uitstraling met een (dubbel) scherm wordt opgevangen. Moet ik wel zo snel mogelijk de stengeldichtheid verhogen om het licht zo veel mogelijk op te vangen? Vanaf begin maart gaat van nature het licht pas echt toe nemen en wordt de stand van de zon snel hoger. Tot die tijd is
Vragen uit de kas… het vooral van belang om het licht zo goed mogelijk tot onder in het gewas te laten door dringen. Dat bevorder je door voor die tijd de stengeldichtheid laag te houden. Hiermee voorkom je dat de fotosynthesecapaciteit van het onderste blad af neemt doordat hier te weinig licht komt. Daarnaast moet er natuurlijk ook niet te vroeg begonnen worden met bladplukken. Het licht wordt pas volledig opgevangen als er ongeveer 3 m2 bladoppervlakte aanwezig is per m2 kas oppervlak ( LAI > 3). Maar hoe gaat dat dan met mijn vroege productie als ik minder snel plantbelasting opbouw in het voorjaar? Het telen met een lagere plantbelasting bevordert op de eerste plaats de gewasgezondheid. De aangemaakte suikers worden o.a. verdeeld tussen de afrijpende vruchten en de jonge cellen in de kop van het gewas. Wanneer de plant belasting hoog is blijft er minder over voor de jonge cellen die dan verzwakken. Hierdoor ontstaan zwakke bladeren die gevoelig zijn voor bladrandjes en vruchten die gevoelig zijn voor neusrot. Een oplossing zou dan zijn om de temperatuur te verlagen. Maar dan kom je in een spiraal terecht met nog sterker oplopende plantbelasting, waardoor de temperatuur nog verder moet dalen. Dat is toch gunstig voor het energieverbruik? In eerste instantie wel. Maar je komt in de knoei in een donkere periode waardoor je gewas enorm verzwakt. Dan ben je de winst al gauw kwijt als je moet gaan stoken om bijvoorbeeld botrytis onder de knie te krijgen. Bovendien kun je dankzij een lage plantbelasting veel beter het toenemende licht benutten in het voorjaar door minder te luchten. De aanmaak van suikers wordt dan fors verhoogd door een hoger CO2-niveau en behoud van de luchtvochtigheid waardoor huidmondjes beter open blijven. De temperatuur sterk met het licht laten toenemen kost niets en bevordert de afrijpingssnelheid waardoor een plantbalans ontstaat met een lage plantbelasting. Dit met de natuur mee telen gaat weer gemakkelijker met een laag energieverbruik als je start met een dubbel scherm. Zo ontstaat een krachtig gezond gewas met een goede voorjaarsproductie met veel schermuren en een laag energieverbruik. En dan is de cirkel weer rond.
[47
Stuur ook uw vraag! Heeft u ook een of meerdere vragen voor Jan O. Voogt en/of Peter Geelen? Mail deze o.v.v. ‘Vragen uit de Kas’ naar
[email protected]. U wordt niet met naam en toenaam bij het artikel genoemd, wel vermelden wij graag in welk gewas u actief bent.
aangepast door het middel te verdunnen naar behoefte van het gewas. Belangrijk pluspunt van Q4 White is volgens Richard Hagedoorn van Royal Brinkman de minimale slijtage aan de nok. “Het is heel belangrijk dat de nok van de kas goed is beschermd, omdat de nok enerzijds de hele dag in de zon staat en anderzijds het meest kwetsbaar is voor weersomstandigheden. Waar andere middelen na verloop van tijd slijtage in de nok laten zien, is dat Q4 White door een gepatenteerde samenstelling minimaal. Met een egaler klimaat als gevolg.”
48]
Schermmiddel Q4 White krijgt ‘discountvariant’ UITGELICHT STUREN IN HET GEWAS - Hermadix lanceert deze maand een nieuw product in de tuinbouw. Naast het bestaande hoogwaardige schermmiddel Q4 White, zet het bedrijf met Q3 White een ‘prijsvechter’ in de markt. Telers kunnen hierdoor nadrukkelijk kiezen tussen kwaliteit en prijs. Waarbij beide keuzes te verdedigen zijn.
Tekst Jacco Strating
Krijt- of schermmiddelen zijn onmisbaar in de tuinbouw en worden vandaag de dag door verschillende bedrijven aangeboden. Hermadix heeft met Q4 White een kwalitatief sterk product in handen, dat de laatste jaren via Royal Brinkman zijn weg vond binnen en buiten Nederland. Q4 White is een instelbaar schermmiddel waarmee voor ieder gewas de juiste scherming kan worden aangebracht. Het schermpercentage kan worden
Economisch interessant Volgens Hagedoorn is Q4 White dan ook een onderscheidend schermmiddel in de markt waarbij kwaliteit de boventoon voert. Maar aan kwaliteit hangt doorgaans ook een prijs. “Hermadix is een bedrijf dat innovatief en vernieuwend wil zijn en dat producten wil aanbieden die niet altijd het goedkoopste zijn, maar wel het beste. Q4 White is daar een goed voorbeeld van. Maar met de introductie van Q3 White breken we nu voor het eerst met die filosofie. Want voor veel ondernemers is prijs een belangrijk argument. Daarom lanceren we nu ook het middel Q3 White als prijsvechter. Een goed product dat door een andere samenstelling aanzienlijk goedkoper in de markt kan worden gezet en op prijs de concurrentie aan kan gaan in de markt.” Volgens Hagedoorn biedt de introductie van Q3 White telers voortaan een heldere keuze. “Q4 White blijft ons basisproduct dat kwalitatief aan de top staat. Wil je over een langere periode schermen en de garantie krijgen dat het middel de gehele periode zijn werk doet, dan adviseer ik om Q4 White toe te passen. Daar betaal je een hogere prijs voor, maar daar krijg je ook iets voor terug. Wil je daarentegen een kortere periode schermen, dan is het niet erg als het product iets sneller nokslijtage laat zien. In dat geval kan het economisch interessant zijn om voor Q3 White te kiezen.”
‘Geen nieuw product, maar een keuze mogelijkheid’
Voor veel ondernemers is prijs een belangrijk argument
Klaar voor de markt Het gaat er volgens Hagedoorn dus om wat het uitgangspunt van de teler is. “Door twee varianten aan te bieden, kunnen wij ons advies dus aanpassen op de wensen van de klant en kunnen wij dus ook een bredere markt bedienen.” In Essen tijdens de vakbeurs IPM zullen Hermadix en Royal Brinkman het product voor het eerst aan het publiek presenteren. “Maar we zijn er klaar voor om de markt op te gaan”, zegt Hagedoorn. “De bekendheid van Q4 White en de goede ervaringen met dat middel in de praktijk maken de introductie van Q3 White makkelijker. Het is een product met een hoop gelijke eigenschappen ten opzicht van Q4 White. Het middel is weersbestendig, biedt een optimaal schermpercentage en is ook net als Q4 White gemakkelijk te verwijderen door toepassing van Removit. Alleen is de levensduur korter, waardoor ook de prijs omlaag kan. Dus in feite introduceren wij niet een nieuw product, maar introduceren wij een keuzemogelijkheid.” Hagedoorn heeft hoge verwachtingen voor het komende seizoen wat beide schermmiddelen betreft. Want waar de nieuwkomer voor een groot aantal telers als welkome aanvulling zal worden gezien, verwacht Hagedoorn ook dat Q3 White goed zal zijn voor de profilering van Q4 White. “Het benadrukt nog meer de hoge kwaliteit van ons bestaande product. Uiteindelijk wil je als teler toch vooral je gewas beschermen. Ik zal daarom altijd adviseren om voor de hoogste kwaliteit te gaan en dus voor Q4 White te kiezen, tenzij…”
[49
Tekst Jacco Strating
In de glastuinbouw worden tal van materialen gebruikt waarbij de kans bestaat dat deze giftige stoffen afgeven. Deze stoffen kunnen aanzienlijke schade aanrichten aan de planten in de kas. Wageningen UR Glastuinbouw beschikt over een testopstelling om materialen op voorhand te testen op fytotoxiteit van vrijkomende dampen.
Voorkom plantschade door giftige dampen
50]
In de kas worden uiteenlopende materialen gebruikt die bij verhitting mogelijk schadelijke dampen kunnen afgeven. Het gaat daarbij vooral om kunststoffen, verf en coatings die verwerkt zijn in onder andere verwarmingsslangen, gronddoeken en folies. Wanneer giftige stoffen in de kas vrijkomen, kan dit leiden tot flinke schade aan de planten. Deze schade treedt vooral op wanneer nieuwe materialen in de kas worden geïnstalleerd, in de winterperiode wanneer er
weinig wordt geventileerd of tijdens de teeltwisseling als planten nog jong en relatief zwak zijn. 25 jaar oude test Om ervoor te zorgen dat telers geen schade ondervinden van gebruikte materialen, biedt Wageningen UR Glastuinbouw leveranciers van slangen, verf, gronddoeken en folies de mogelijkheid hun producten te laten testen voordat deze op de markt komen. Hiertoe heeft Wageningen UR
Glastuinbouw een testopstelling en een speciaal protocol ter beschikking. “Deze testmethode wordt al 25 jaar in Wageningen gedaan”, licht onderzoeker Barbara Eveleens-Clark toe. Volgens haar is het een eenvoudige, maar doeltreffende test die feilloos weet aan te tonen of materialen wel of niet giftige dampen afgeven. Het principe is als volgt: in de testopstelling wordt damp afkomstig van bijvoorbeeld verwarmde slangen langs jonge pas opgekweekte planten geleid. Dit proces wordt nauwkeurig gemonitord, waarna kan worden vastgesteld of de plant al dan niet schade heeft opgelopen. Is dit het geval, dan krijgt de leverancier het advies de slang af te keuren. Is dit niet het geval, dan kan men een certificering voor het product krijgen. Daarmee kan worden aangetoond dat het materiaal veilig is en zonder problemen in de kas kan worden gebruikt. Groot voordeel van deze test voor de leverancier is dat hij geen risico’s loopt met eventuele aansprakelijkheid bij schade in een gewas. Tegelijkertijd geeft het keurmerk garanties mee aan zijn product. Om de test zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, wordt gebruikt gemaakt van afgesloten testkamers (mini-kassen) die staan opgesteld in een daglichtloze ruimte. Er zijn drie testkamers en een controlekamer om een goede vergelijking te kunnen maken. In alle kamers worden drie toetsgewassen uit eigen opkweek geplaatst. Meestal zijn dat komkommer koolrabi en chinese kool. Voordat de planten in de kamers worden geplaatst, worden de te testen slangen gevuld met water, waarna deze eerst 24 uur worden verwarmd en geventileerd. De slangen of ander materiaal worden in een aparte cabine geplaatst, waar ze worden verwarmd
Tuinen bij
Wageningen UR Glastuinbouw
om kasomstandigheden na te bootsen. Voor de materiaalsamples wordt altijd een standaard maatvoering aangehouden om een representatief beeld te krijgen. Als de planten in de testkamers gaan, wordt verwarmde lucht via het testmateriaal gedurende 15 dagen bij de planten geblazen. In die periode worden de kwaliteit en groei van de planten vergeleken met de plant in de controlekamer. “Je ziet bijvoorbeeld dat de planten in de testkamers kleiner blijven of dat het blad krult of een verkleuring laat zien”, zegt Eveleens-Clark. “Gedurende de testperiode monitoren wij de veranderingen, waarna we de resultaten rapporteren naar de leverancier en daar een bepaald advies aan koppelen.” Als een materiaal teveel schade aanricht, wordt het product afgekeurd. Voldoet het materiaal aan alle eisen, dan kan het worden voorzien van een goedkeuringscode of keurmerk.
Wageningen UR Glastuinbouw richt zich op innovaties in de glastuinbouwsector. Samen met bedrijfsleven, wetenschap en overheid worden vragen over bedrijfsvoering en teelt geanalyseerd en vertaald in toepassingsgericht onderzoek en innovatietrajecten. Wageningen UR Glastuinbouw heeft vestigingen in zowel Wageningen als in Bleiswijk. [51
Steeds meer materialen Volgens de onderzoeker wordt door leveranciers steeds vaker gebruik gemaakt van de testmethode die Wageningen UR Glastuinbouw aanbiedt. “Het is een service waar men gebruik van kan maken, maar die ook in hun eigen belang is. Niemand wil verantwoordelijk zijn voor schade aan een gewas, dus zien we dat er steeds meer verschillende materialen voor de test worden aangeboden. Om uiteindelijk te voorkomen dat schadelijke dampen in de kas terecht komen.” Wageningen UR Glastuinbouw
Violierenweg 1, 2665 MV Bleiswijk Tel. + 31 (0) 317 - 485 606
[email protected] www.glastuinbouw.wur.nl
in substraat, die momenteel bij DLV GreenQ in Bleiswijk wordt uitgevoerd, in samenwerking met Wageningen UR Glastuinbouw. De gewassen groeien goed en na vier teeltronden hebben zich nauwelijks ziektes geopenbaard. Fungiciden zijn daarom nog niet gebruikt. Het probleem van brandkoppen werd wel geconstateerd, maar bleef binnen de perken.
52]
Nieuwe troef voor lisianthus uit de grond De eerste vier rondes van een proef met lisianthus uit de grond telen bij het Improvement Centre in Bleiswijk leverde goede resultaten op. Met kleikorrels wordt nu een nieuwe troefkaart ingezet. Mits het gewas schoon blijft, kan het een betaalbaar teeltsysteem opleveren, waarmee telers goed uit de voeten kunnen. En dat bovendien geschikt is voor andere teelten.
Tekst Uko Reinders
Het is niet voor niets dat gewassen als lisianthus, chrysant en zomerbloemen nog in de grond staan. In substraat komen ze nog niet goed uit de verf. Het is vooral lastig om ziektes buiten de deur te houden. Bij lisianthus en vooral chrysant is het nodige onderzoek verricht. Tot nu toe heeft dat nog niet tot een doorbraak geleid. Maar er gloort hoop aan de horizon. Dat komt door de goede resultaten van een proef met lisianthus
Maarten Klein, directeur van het Improvement Centre, denkt dat het teeltsysteem uit de proef ook voor andere teelten geschikt kan zijn. “Het is onze ambitie om een vergelijkbaar systeem ook bij chrysant en eenjarige zomerbloemen te testen. De proef borduurt voort op meer fundamenteel onderzoek dat eerder werd uitgevoerd bij Wageningen UR Glastuinbouw. Wat we nu ontwikkelen, moet geschikt zijn voor de praktijk.” Er zijn meerdere redenen waarom is gekozen om uit de grond te gaan telen: • hardnekkige grondgebonden ziekten en plagen kunnen beter worden aangepakt; • forse besparing van meststoffen en water; • onderdoor water geven in plaats van bovendoor water geven zorgt voor minder problemen met schimmelziekten. In de proef hoeft tot nu toe nog niet gecorrigeerd te worden; • betere controle van het watergehalte en EC in het substraat; • minder emissie van correctiemiddelen en meststoffen, wat gezien de nieuwe gebruiks normen en handhaving hierop steeds urgenter wordt; • forse energiebesparing met stomen. Dat tikt aan: in de proef werd per teeltronde 0,5 tot 1,0 m3/m2 gas verbruikt bij het stomen. Dat is een forse besparing op een normaal verbruik afhankelijk van de grondsoort van 4,0 m3/m2. In de proef wordt voorafgaand aan elke teelt ronde gestoomd. Om zeker te zijn dat alle sporen en ziektekiemen zijn gedood, wordt het substraat voor een half uur met een temperatuur van minimaal 80°C verhit. Dat is veel korter
Een lisianthus kweker in België behaalde goede resultaten met klei korrels
De goten zijn afgevuld met fijne kokos
dan nodig is bij het stomen van grond, wat komt doordat de substraatlaag maar 10 cm is. Substraatbedden stomen kost niet alleen minder energie, het resultaat is ook beter dan het stomen van grond. “Bij grondstomen is het lastig om de ontsmettingstemperatuur rondom de kas poot en looppaden door de verdichting goed te realiseren. In de steriele voedselrijke grond hebben pionierschimmels vanuit die plekken weer volop de ruimte om zich snel te ontwikkelen”, zegt Klein. “In de proef tonen we aan dat de temperatuur overal in de 35 meter lange bedden wordt gehaald.” Belangrijk om verspreiding van ziektes te voorkomen is de mogelijkheid om bij recirculeren het irrigatiewater te ontsmetten met UV-behandeling. Tot op heden is deze behandeling nog niet nodig geweest. Erfgoed eb- en vloedsysteem Fusarium en myrothecium zijn veel voorkomende ziekteverwekkers in de lisianthusteelt, de vocht huishouding van het substraat is daarom een belangrijk aandachts punt van de proef. Dat is de reden om het eben vloedsysteem van Erfgoed te gebruiken. Dit systeem zorgt ervoor dat water gelijkmatig omhoog wordt gebracht en weer volledig wegzakt in de vloer. Daarmee worden natte of verzadigde plekken, die de basis vormen van ziektes, voorkomen. Bij de aanleg van een Erfgoedvloer wordt eerst grond afgedekt met folie. Daarop komt een laag van 7 cm lava, die wordt afgedekt met een bevloeiings- en anticondensmat. Water wordt via een geperforeerde buis onderin de vloer gebracht. Deze buis dient tevens als retourleiding. Als de gewenste waterhoogte op de vloer is bereikt, stuurt een klep het water weer terug naar de watersilo. De Erfgoedvloer is onderverdeeld in bassins van drie bedden breed, omrand met een waterdichte verhoging, waarin het water in de vloedstand op een niveau van 10 cm kan worden gebracht. Op de vloer is een teeltrek van stalen draden in dakjesvorm van 10 cm hoog geplaatst, met
[53
daarin gronddoek. Deze is afgevuld met fijne kokos, dat in de eerste is teeltrondes is gebruikt. Omdat de kokos iets inklinkt wordt het substraat na elke teeltronde aangevuld. Een noviteit van de Erfgoedvloer is dat verschillende waterniveaus kunnen worden aangehouden. Dat is vooral van belang voor het nieuwe onderdeel van de proef, waarmee begin januari van start is gegaan. In het nieuwe onderdeel, dat de helft van de opper vlakte in beslag neemt, worden de teeltrekken met kokos vervangen voor een 10 cm dikke laag fijne geëxpandeerde kleikorrels van Cultilene die direct op een worteldoek liggen. De weerszijden van de bedden liggen opgesloten in de betonbielzen van Schellevis, die als looppaden dienen.
54]
Kweker uit België Het idee om kleikorrels te gebruiken komt van een amaryllis- en lisianthuskweker in België, die daarmee goede resultaten heeft behaald. De korrels hebben een fractiegrootte van tussen de 1,5 tot 4,5 mm. Die verdeling moet voor een goede mix tussen water vasthoudend vermogen en luchtigheid zorgen. Voor de veiligheid en om uitdroging te voorkomen, zal in eerste instantie in de ebstand een laagje water van 1 cm in het substraat worden aangehouden. “In het onderzoek willen we met die waterstand variëren om te kijken wat het beste resultaat oplevert. Het kan ook betekenen dat een water laagje helemaal niet nodig is”, aldus Klein. Net als bij de kokos, worden de kleikorrels voor elke teeltronde met stoom ontsmet.
Planten in het kleikorrelbed
Naast de goede teeltresultaten van de Belgische teler zijn er meer redenen om de kleikorrels te testen. Klein: “We kunnen hiermee een een voudiger substraatsysteem creëren. Voor telers valt daar in de praktijk goed mee te werken, bijvoorbeeld doordat ze machinaal kunnen planten. Bovendien is het systeem goedkoper dan kokos in teeltrekken en er zal geen verdichting optreden. Het kan allemaal nog goedkoper, maar dan is het niet duurzaam voor een intensieve teelt als lisianthus. En het eb en vloedsysteem kan in bestaande kassen worden ingebouwd. Door de besparingen op energieverbruik kan het binnen een paar jaar worden terugverdiend”, zo schat Klein in. Volgens Klein wordt dit een belangrijk jaar voor de lisianthus-proef. “We bekijken of we naast het behalen van de gestelde energiedoelen op elektraverbruik en warmte ook het gewas en het substraat voldoende ziektevrij kunnen houden. Als dat lukt, hebben we een flinke stap voorwaarts gezet.”
Tuinbouw Relatiedagen
Gorinchem 10, 11 en 12 februari 2015
Hét platform voor de complete tuinbouwsector
Vraag online uw e-tickets aan via evenementenhal.nl/tuinbouw-go De grond wordt gestoomd
Noviteiten en ontwikkelingen
Vervolgproject voor paprika-oogstrobot
56]
Novitei ten en ontwik kelingen Ook in deze editie besteden wij weer aandacht aan enkele noviteiten en ontwikkelingen binnen de sector. De redactie van KAS Techniek maakte een selectie van veelbelovende producten en opvallend ‘technisch’ nieuws.
Tekst Jacco Strating
Het Europese onderzoeksproject Clever Robots for Crops (CROPS) voor de ontwikkeling van robotica in de tuin- en bosbouw is onlangs afgerond. Het door Wageningen UR Glastuinbouw gecoördineerde project heeft onder andere geleid tot de ontwikkeling van de paprika-oogstrobot. Het project krijgt nu een vervolg. Het vierjarig onderzoeksproject met dertien partners uit tien verschillende landen heeft geleid tot een universeel robotplatform voor het produceren en oogsten van hoogwaardige gewassen. Er zijn demonstratierobots voor het plukken van paprika’s, appels en druiven, het precisiespuiten van bestrijdingsmiddelen en sensoren voor het ontwijken van obstakels voor bosbouwmachines ontwikkeld. Al deze robots maken gebruik van hetzelfde type modulair systeem- en softwarearchitectuur, waardoor het makkelijk is om bijvoorbeeld een andere grijper of camerasysteem te gebruiken. De in Wageningen ontwikkelde paprika-oogstrobot kan autonoom vruchten vinden, benaderen, vastpakken, afsnijden en wegleggen. Het succespercentage van het plukken en de doorlooptijd zijn in de praktijk nu nog onvoldoende. Recent is daarom een nieuw Europees onderzoeksproject aan Wageningen UR Glastuinbouw gegund dat zich de komende drie jaar specifiek gaat richten op de verdere doorontwikkeling.
Holland Scherming deelt innovatie en kennis Holland Scherming organiseert in 2015 een aantal kennissessies voor haar relaties. Tijdens deze sessies gaat het niet alleen om de technische aspecten van scherminstallaties, maar ook om het gebruik hiervan in specifieke omstandigheden. Dat laat sales manager Peter Rense weten. Holland Scherming ontwikkelt, produceert en installeert scherm installaties voor de glastuinbouw, tuincentra en utiliteits bouw. Ook nationale en internationale turn-key bouwers worden vanuit Maasdijk ondersteund met scherminstallaties voor hun uiteenlopende projecten. Productontwikkeling blijft een belangrijke pijler van de bedrijfsstrategie. Het
[57
‘Smart Spring’-veerelement voor nog kleinere scherm pakketten is daar een concreet voorbeeld van. In het voorjaar van 2015 worden ook de eerste projecten met het doorontwikkelde Smart Slip System uitgevoerd, een slim systeem voor snelle en veilige doekwissels waarbij niet meer tussen het gewas hoeft te worden gewerkt.” Kennis delen Andere belangrijke ontwikkelingen van het afgelopen jaar zijn de participatie in de ISOnorm commissie, waarbij Holland Scherming de basis heeft gelegd voor de om schrijving van de minimale kwaliteitseisen voor scherm installaties. “Wij kunnen inmiddels ook een CE-markering afgeven op onze installaties. Onze klanten krijgen hiermee ook zekerheid ten aanzien zien van de veiligheid van onze installaties.” De komende jaren zal het bedrijf ook veel aandacht besteden aan innovaties en het delen van kennis. Zoals tijdens de speciale kennissessies die Holland Scherming dit jaar organiseert. “Uiteindelijk is het uitgangs punt van al onze initiatieven dat het een bijdrage moet leveren aan een langdurige relatie met onze klanten, daar doen we het tenslotte voor.”
Noviteiten en ontwikkelingen
AgroEnergy lanceert app AgroEnergy biedt een nieuwe mobiele app van EnergyManager aan. De app is geschikt voor iOS en Android en is bestemd voor klanten van het bedrijf, zodat zij de prijsontwikkelingen van de energiemarkten gemakkelijk kunnen volgen. De teler voegt de markten die hij wil volgen toe aan zijn persoonlijke watchlist, stelt notificaties in en bepaalt zelf bij welke prijsniveau er een waarschuwing op zijn mobiel verschijnt. “Zo wordt de teler nooit meer verrast door onverwachtse prijsbewegingen en heeft hij grip op zijn energie strategie. Een moment over op de dag? Dan leest hij even de meest recente marktberichten en nieuwsitems.”
58]
Grip op uw energiestrategie De app, die eenvoudig te bedienen en in te stellen is, geeft volgens AgroEnergy rust in de energiestrategie en is samen met telers van AgroEnergy ontworpen en getest. “Zij weten zelf immers het best wat wel werkt en wat niet. Het op tijd en automatisch waarschuwen over veranderingen in de markt geeft tuinders rust en inzicht.” De EnergyManagerapp van AgroEnergy is exclusief voor klanten en kan gratis worden gedownload via www.agro-energy.nl/app. Voor aanvullende informatie kan contact worden opgenomen met AgroEnergy.
Schoner telen in de kas met behulp van gaas Schoner telen, zonder gebruik te maken van bestrijdingsmiddelen, wordt steeds populairder. Een toenemend aantal consumenten is zich bewust van gezond eten en de vraag naar biologisch geteeld voedsel neemt toe. Tevens zijn er overheidsregels die het gebruik van bestrijdingsmiddelen inperken. Insectengaas is dan het meest passende middel om het gebruik van bestrijdingsmiddelen sterk te verminderen of ervoor te zorgen dat deze helemaal niet meer nodig zijn. De accordeonvorm van het gaassysteem dat Holland Gaas biedt, zorgt voor een minimum aan lichtverlies en een zo hoog mogelijke ventilatie. Dat de luchtramen met regen gedeeltelijk open kunnen blijven zonder dat de kas inregent en er geen directe wind op het gewas komt, zijn andere voordelen van het systeem.
Column
Deadlines halen
Sjaak Bakker Sjaak Bakker (
[email protected]) is sinds 2006 manager bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk, toonaangevend onderzoeksinstituut voor de internationale glastuinbouw. Eerder werkte hij bij IMAG DLO en Priva.
[59 Perfecte afsluiting “In nieuwbouwprojecten verkiest men veelal een geïntegreerd systeem en voor bestaande situaties wordt een cassettesysteem toegepast. Er is met onze ontwikkelingsafdeling altijd een manier te vinden om de gaasprofielen te bevestigen en te zorgen voor een perfecte afsluiting. Ook voor foliekassen zijn er diverse mogelijkheden om gaassystemen toe te passen.” Holland Gaas is aanwezig tijdens de Tuinbouw Relatiedagen in Gorinchem om meer over haar producten te vertellen.
Het jaar is net begonnen en de eerste deadline is al weer een feit: die van deze column. En zo zal het hele jaar gaan: we moeten rekening houden met alle momenten waarop iets klaar moet zijn. Ben je te laat, dan is je kans voorbij en moet je wachten op de volgende mogelijkheid, áls die mogelijkheid er ooit nog komt. Zo is het lagere btw-tarief van 6 procent voorlopig nog geldig voor verbouwingen in huis. Maar als de verbouwing niet klaar is voor 1 juli van dit jaar, betaal je toch gewoon 21 procent. Dan zit je met flink hogere kosten en de mogelijkheid van het benutten van het lagere tarief komt niet meer terug. En zo is het ook met licht in de tuinbouwsector. Elke dag is er opnieuw de deadline van het optimaal
benutten ervan. De fotosynthese is namelijk een snel en direct reagerend proces. Haal je een aantal uur niet de maximale fotosynthese, dan maak je dat tekort nooit meer goed, hoeveel licht er daarna ook nog komt. In tegenstelling tot temperatuur, waar we het fenomeen ‘temperatuurintegratie’ kennen en waarbij een iets te lage temperatuur binnen afzienbare tijd kan worden gecompenseerd door een wat hogere temperatuur, reageert het gewas namelijk niet op het gemiddelde lichtniveau over een langere periode van dagen. Dat vraagt dus om alert reageren op de veranderingen in lichtniveau, en dat gedurende het hele teeltseizoen, élke dag. De noodzaak om snel en gericht te reageren op deze en andere (dagelijkse) deadlines maakt de glastuinbouw letterlijk de meest dynamische en kennisintensieve agrosector van de wereld. En daarin zit ook de kracht van de sector: het vermogen om zelf nieuwe deadlines te zetten én te halen. Deadlines voor stappen in verduurzaming, deadlines voor nieuwe productintroducties of het betreden van nieuwe markten. Ik kijk ook in 2015 uit naar het samen met u halen van deze deadlines.
BETER BETROUWBAAR BETAALBAAR
? l a e i d e j p p (h)A Smartphones zijn vandaag de dag niet meer weg te denken en het aantal apps voor iPhone en Android groeit in rap tempo. In deze rubriek lichten wij enkele handige apps voor de moderne tuinbouwondernemer uit. Uw app ook hier? Mail naar
[email protected].
Inzicht in uw werk
Tulpenteelt systemen
Hoge druk mist systemen
Meerlagen systemen
Platform stadslandbouw
TUINBOUW RELATIEDAGEN STAND 228 Interne geautomatiseerde transport systemen
Rol tafels
Container systemen
LED verlichting
Wie graag vooruit plant of een voorkeur heeft om op een specifiek moment van de dag werkzaamheden in te plannen, doet er goed aan de Zippy-app te gebruiken. Door middel van grafieken en infographics geeft Zippy inzicht in uw werkgewoontes. Was uw werk op tijd klaar of was over de deadline en op welke dagen bent u het meest productief? Zippy laat het in één oogopslag zien. De app biedt bovendien de mogelijkheid uw activiteiten in te plannen en stuurt u desgewenst reminders. Zippy is aan te schaffen in de Apple App Store.
De StadseBoeren verbinden activiteiten, organisaties, mensen, kennis en ideeën rond het thema stads landbouw om cross-overs tot stand te brengen tussen voedsel, zorg, educatie, sociale cohesie, wonen, stedelijke inrichting, groen en milieu. De StadseBoerenapp topdown- en bottom-up-ontwikkelingen op gelijkwaardige basis. De app verzamelt initiatieven, deelt ervaringen, vragen, kennis, innovaties en ideeën en daagt je uit om stadslandbouw samen met andere StadseBoeren opnieuw te definiëren. Download de StadseBoeren-app voor iPhone of Androidsmartphones.
EasyFix
KG Systems is meer dan 15 jaar krachtig in kweektafels, kweektafelsystemen en interntransportsystemen. Persoonlijke benadering en een sterk advies zijn vanzelfsprekend. Bovendien zijn de systemen betrouwbaar, beter en niet onbelangrijk… betaalbaar! Leeuwenhoekweg 58 - 2661 DD Bergschenhoek - Nederland T. +31 (0)10 - 521 2644 - kgsystems.nl -
[email protected] - Volg ons op Twitter: @KG_SYSTEMS
Mensen maken het verschil! www.hollandcontracting.nl
[61
n e t e w e t m o d e o G Kleurrijke uitgave KAS Potplanten In maart en november van dit jaar verschijnt voor het eerst KAS Potplanten, een uitgave specifiek voor de potplantensector. De uitgave op A3-formaat biedt niet alleen teelttechnische informatie maar ook reportages, trends en nieuws.
62]
KAS Potplanten geeft potplantenkwekers een compleet beeld van de keten, met aandacht voor teelt en handel en alles wat daar tegenaan zit. KAS Potplanten valt 19 maart voor het eerst door de bus en verschijnt voortaan eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar. De tweede uitgave dit jaar staat gepland voor 19 november. KAS Potplanten verschijnt in A3-formaat, is full colour en wordt gedrukt op stevig wit papier in een oplage van 2.100 exemplaren. Alle potplantenkwekers in Nederland ontvangen deze uitgaves gratis in de bus. Daarnaast ontvangen ook handelsbedrijven KAS Potplanten.
Nieuwsgierig? Deze kleurrijke en informatieve uitgave biedt toeleveranciers ook de mogelijkheid zichzelf te profileren. Benieuwd naar de mogelijkheden hiervoor? Neem dan snel contact op via:
[email protected]. Redactionele tips? Stuur die naar
[email protected].
In de volgende KAS Op 5 maart verschijnt de volgende editie van KAS. Dit zal een editie van KAS Magazine zijn, waarin de focus ligt op alles rondom ondernemerschap in de tuinbouw. Heeft u redactionele suggesties voor deze editie? Neemt u dan contact op via
[email protected]. Wilt u in deze editie adverteren, neemt u dan contact op via
[email protected].
EEN NIEUWE KIJK OP GEWASBESCHERMING
Thema’s en tarieven KAS TuinbouwCommunicatie heeft net als vorig jaar weer een overzicht uitgebracht met daarin informatie over de uitgaven van KAS Techniek, KAS Magazine en HortiBiz in 2015. In dit document worden de verschijningsdata, thema’s en deadlines op een rij gezet en is tevens informatie te vinden over de advertentietarieven. Wilt u een exemplaar ontvangen? Vraag deze aan via
[email protected].
Wist u dat… …KAS dit jaar in totaal 9 keer zal verschijnen, waarvan 5 keer KAS Techniek en 4 keer KAS Magazine? En dat u in juli weer de jaarlijkse Ranking the Grower-editie door de bus krijgt? Wist u ook dat u alle edities van KAS online terug kunt lezen via www.kastechniek.nl en www.kasmagazine.nl? En dat u daar ook eenvoudig zelf pdf’s kunt maken van uw favorieten artikelen?
Serenade is de volgende natuurlijke stap in de richting van een geïntegreerde teelt. Serenade, gebaseerd op een unieke, van nature in de bodem voorkomende bacteriestam, Bacillus subtilis QST 713, heeft een brede werking tegen schimmels en bacteriën en heeft een bio-stimulerend effect. Serenade is toegelaten in een brede reeks van land- en tuinbouwgewassen. Meer informatie over de werking en de gewassen waarin Serenade is toegelaten is te vinden op www.bayercropscience.nl
DE VOLGENDE NATUURLIJKE STAP IN GEWASBESCHERMING
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
10, 11 & 12 februari
Tuinbouw Relatiedagen Standnummer
286
Vijf oplossingen voor een beter klimaat Een klimaat waarin gewassen onder de ideale omstandigheden kunnen groeien, draagt bij aan een optimaal bedrijfsresultaat. En dat is exact het perfecte ’klimaat’ waar wij graag in adviseren en aan meewerken. Svensson introduceert vijf oplossingen om licht, luchtvochtigheid en energie beter te reguleren waardoor de kwaliteit van uw gewassen én de opbrengst nog beter wordt. Wees getuige van deze ’klimaatverandering’ en kom langs op de Tuinbouw Relatiedagen in Gorinchem (standnummer 286).
www.ludvigsvensson.com