mILIEU
Nummer 22 Jaargang 26 9 december 2014
compact
SELECTIE VAN HET BELANGRIJKSTE MILIEUNIEUWS Warmtekrachtkoppeling wacht onzekere toekomst
Uitgelicht Jaaropbrengsten windturbines Statistiekwebsite WindStats geeft voortaan van iedere windturbine in Nederland de geschatte jaarlijkse elektriciteitsproductie. De opbrengsten worden berekend door middel van een innovatief algoritme dat wordt gekoppeld aan de gemiddelde windsnelheden in heel Nederland. De verkregen jaaropbrengsten wijken gemiddeld slechts 2% af van de werkelijke opbrengst. Voor kleinere windturbines, met een ashoogte tot 50 meter, kan de individuele afwijking groter zijn. Dit komt omdat wind dichter bij de grond minder goed te voorspellen is. De afwijking zal met hulp van werkelijke opbrengstgegevens in de toekomst verkleind worden. Informatie: http://windstats.boschenvanrijn.nl
Lancering ‘Nederland Kantelt’ Jan Rotmans heeft het netwerk Nederland Kantelt gelanceerd. Het nieuwe netwerk wil zichtbaar maken hoe breed en groot de vernieuwingsbeweging in Nederland is. Elders in dit nummer meer over het initiatief.
Foto: Michiel Wijnbergh
Warmtekrachtkoppeling (WKK) staat economisch sterk onder druk. Dit blijkt uit de studie ‘Toekomst WKK en warmtevoorziening industrie en glastuinbouw’. Naar verwachting draaien in 2020 met name eenheden die volcontinue moeten draaien niet kostendekkend. Deze beslaan ca. 20% van het opgestelde WKK-vermogen. De marktpositie van flexibele WKK-installaties is wat beter. De ongunstige marktpositie wordt veroorzaakt door factoren als een hoge gasprijs, een lage elektriciteitsprijs en een lage prijs van CO2emissierechten.
Coalitie tegen klimaatverandering Bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke stap gezet op weg naar de klimaattop in Parijs volgend jaar. Zij hebben zich verenigd in de Nederlandse Klimaatcoalitie. De partijen gaan samen initiatieven nemen om klimaatneutraal te worden, zie elders in dit nummer.
1
milieu
compact
InHOUd BEDRIJF Bedrijfsleven en natuur- en milieuorganisaties eens over verminderen stikstofdepositie 3 Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld 3 Renault-Nissan Alliantie verkoopt 200.000ste elektrische auto 3 Platform voor energieopslag opgericht 4 Meerjarenafspraken resulteren in forse energiebesparing 4 Gulpener wint MVO Nederland Award 4 Kieszon krijgt mega zonnestroomproject 5
Ontheffing van in artikel 11 en 13 Flora- en faunawet opgenomen verboden 13 Verzoek handhavend optreden tegen bevestiging zonnepanelen op asbesthoudende dakplaten 13 Plaatsingsplan voor ondergrondse restafvalcontainers en indienen zienswijzen 13 DuuRZAME ONTWIKKELING CONO Kaasmakerij wint ARC14 Architectuur Award. 14 Dopper Original eerste waterfles met Cradle to Cradle certificaat 14 Meer dan 2 miljoen Nederlanders bedrogen met sjoemelstroom 15 Nieuwe warmtecentrale maakt fikse reductie CO2-uitstoot mogelijk 15 Greenchoice wil fors inzetten op samen opwekken groene stroom 15 Koning opent blauwe energiecentrale Afsluitdijk 16
SCHALIEGAS Onderzoek belicht wereldwijde effecten van schaliegaswinning 5 OVERHEID Akkoord over winnen van grondstoffen uit afvalwater 5 Nederland helpt vakantiebestemmingen verduurzamen 6 Samen op weg naar schoon stedelijk vervoer 6 Twee Green Deals voor schonere zee en strand 6
LuCHTKWALITEIT Luchtvervuiling kost veel Europese levens 7
EuROPESE uNIE EU roept op om begin 2015 ambitieuze klimaatdoelstellingen bekend te maken 16 Meedingen naar Natura 2000-prijs 17 Interface imponeert Europese Commissie met recycling van visnetten 17 Europese regio’s wijzen op belang van EU-luchtwetgeving 17
ENERGIE AKKOORD Winnaars Stook je rijk-Trofee 2014 8
INTERNATIONAAL Investeren in schoner koken in Afrika 18
WET EN REGELGEVING Nieuwe regels opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks 8 Geluidplafondkaart milieubeheer gewijzigd 9 Actualisering verwijzingen normdocumenten bodemkwaliteit 9
PuBLICATIES Handreiking Duurzaam Aanbesteden Groenafval 18 Warmtekrachtkoppeling wacht onzekere toekomst 19 Hoge kwaliteit van leven in Nederland beperkt houdbaar 19
OMGEVINGSVERGuNNING / WABO Tweede Kamer vraagt om juridisch advies over Omgevingswet 9 Wabo op belangrijke onderdelen gewijzigd en aangevuld 9
WETENSCHAP UV/H2O2-proces voor drinkwaterbehandeling kan fors goedkoper 20 Milieuvriendelijk nylon produceren uit afvalhout 20 Nederland benadert ecosysteemdiensten anders dan Vlaanderen en Engeland 20 Onderzoekers vinden manier om zaagsel om te zetten in benzine 21 Nieuwe coating is geschikt voor energiezuinige airconditioning 21 TU Delft krijgt miljoenen voor onderzoek offshore windenergie 21
KLIMAATBELEID Nederlandse coalitie tegen klimaatverandering van start 7
RECHTSPRAAK Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor uitbreiding en wijziging veehouderij 10 Besluit tot vaststelling bestemmingsplan en luchtverontreiniging 10 Hoogste toelaatbare waarden geluidbelasting en terugbrengen geluidbelasting 11 Invorderingsbesluit en begrip laad- en losactiviteiten 11 Bestemmingsplan en afstand tussen fruitboomgaard en gevoelige bestemmingen 12 Vaststelling ten hoogste toelaatbare waarde geluidbelasting vanwege spoorweg 12
Jan de Graaf Hoofdredacteur
Robert Donkers Coördinator Stedelijk Milieubeleid Directoraat-Generaal Milieu Europese Commissie, Brussel
Louise van den Broek Eindredacteur
Thieu Korten Special advisor Dutch Employers Coorperation Programma (DECP)
Jan van den Broek Senior adviseur Omgevingsrecht
BERICHTEN Lancering netwerk ‘Nederland Kantelt’ 22 Winnaars Milieuscriptieprijs 2014 22 Nieuwe Richtlijn Lichthinder NSVV 22
Abonnementen Milieu Compact verschijnt 23x per jaar. Ieder nummer telt 24-pagina’s geordend en samengevat milieunieuws. Ook ontvangt u ieder kwartaal een handig overzicht van de voortgang van Europese wetgeving. Daarnaast heeft u toegang tot het unieke online-archief van tien jaargangen Milieu Compact. Een abonnement op het meest complete milieutijdschrift van Nederland kost € 549,- p/j (excl. 6% BTW).
Redactieadres DG Communicatie Postbus 158 1600 AD Enkhuizen 0228-326068
[email protected] www.dgcommunicatie.nl www.milieucompact.nl
Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, indien zij niet twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn schriftelijk zijn opgezegd. Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud van Milieu Compact, aanvaardt de uitgever noch de redactie enige aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor gevolgen daarvan. Verveelvoudigen en openbaarmaking van Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464.
John Zigenhorn Jurist Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening
2
2
milieu
compact
Stikstof (PAS). Ook dat nationale programma kent een dubbeldoelstelling: de instandhouding van beschermde natuur én ontwikkeling van de economie. Natuur- en milieuorganisaties en bedrijfsleven in de Rijnmondregio willen daar een herkenbare regionale bijdrage aan leveren en tevens minder afhankelijk zijn van landelijke programma’s. Deltalinqs, 14-11-2014
BedrIjf Bedrijfsleven en natuur- en milieuorganisaties eens over verminderen stikstofdepositie Natuur en Milieufederatie Zuid Holland, Natuurmonumenten, Stichting Duinbehoud, Zuid-Hollands Landschap, Staatsbosbeheer en Rotterdams Milieucentrum hebben met het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs, de belangenorganisatie van het bedrijfsleven in de Rotterdamse haven, een overeenkomst gesloten om de deposities van stikstofverbindingen in de Rijnmondregio en omgeving terug te dringen. De uitstoot van stikstofverbindingen door onder andere landbouw, industrie en verkeer veroorzaakt schade aan de natuur als die in het milieu terechtkomt. Door extra maatregelen te nemen worden natuurgebieden (met name de duinen) minder belast en dat draagt er tevens aan bij dat de haven zich kan blijven ontwikkelen.
Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer heeft op 25 november de nieuwe brochure over het Global Compact Netwerk Nederland (GCNL) ontvangen uit handen van GCNL-voorzitter André van Heemstra. Met de publicatie ‘Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld’ wil het netwerk meer bekendheid geven aan zijn werk. Het GCNL sluit aan bij een initiatief van de secretarisgeneraal van de Verenigde Naties. Deelnemende bedrijven verplichten zich om de tien universele, door de VN uitgedragen principes op het gebied van mensenrechten, arbeid, milieu en corruptiebestrijding toe te passen. Daarbij krijgen zij ondersteuning en hulpmiddelen vanuit de VN en het lokale netwerk. Naast bedrijven kunnen ook NGO’s participeren
Eerste stap is dat de ondertekenaars het komende driekwart jaar onderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van mogelijke (extra) maatregelen om de stikstofdeposities in natuurgebieden te beperken. Daarbij wordt gekeken naar maatregelen in de industrie, land- en tuinbouw en verkeer (met name scheepvaart) en tevens welke bronnen de natuurgebieden het meest belasten. Ook onderzoeken partijen de opzet van een regionale stikstofbank, waarin de resultaten van maatregelen kunnen worden bijgehouden. Op basis van de onderzoeken worden doelen gesteld voor de vermindering van stikstofdeposities en afspraken gemaakt over effectieve en haalbare maatregelen. De resultaten worden geregistreerd en in overleg ingezet voor deels nieuwe ontwikkeling en deels depositievermindering in de natuurgebieden. Steven Lak, voorzitter van Deltalinqs: “Het bedrijfsleven wil bijdragen aan een beperking van de milieubelasting, maar wil vooral de onzekerheden bij de vergunningverlening voor nieuwe ontwikkelingen beperken. Dat willen we bereiken met deze integrale aanpak. Het doel is helder: zo kosteneffectief mogelijk de stikstofdeposities naar beneden brengen, terwijl bedrijven zich kunnen ontwikkelen.”
UN Global Compact is ’s werelds grootste, op vrijwillige deelname gebaseerde initiatief op het gebied van duurzaam ondernemen. Wereldwijd zijn ruim 12.000 bedrijven en NGO’s uit meer dan 150 landen aangesloten. In Nederland kent het GCNL ruim 100 participanten en wordt het secretariaat gefaciliteerd vanuit VNO-NCW. Informatie: www.gcnetherlands.nl Nieuwsbrief VNO-NCW, 27-11-2014 Renault-Nissan Alliantie verkoopt 200.000ste elektrische auto De Renault-Nissan Alliantie heeft zijn 200.000ste volledig elektrische auto verkocht. Totaal hebben de elektrische auto’s van Renault en Nissan, met een marktaandeel van 58% marktleider wat betreft de wereldwijde verkoop van zero emissie auto’s, zo’n 4 miljard emissieloze kilometers gereden. Dat staat gelijk aan een brandstofbesparing van 200 miljoen liter wanneer dezelfde afstand met traditioneel aangedreven voertuigen zou worden afgelegd en is voorkomen dat er 450 miljoen kilogram CO2 werd uitgestoten. Persbericht Renault Nederland, 26-11-2014
Vanwege de landelijke schaal van de problematiek werkt het Rijk al enige jaren met de provincies aan de voorbereiding van de Programmatische Aanpak
3
3
milieu
compact
Platform voor energieopslag opgericht
ondertekening van de MJA3 (2008) en de MEE (2009) hebben de deelnemende bedrijven een totale energiebesparing gerealiseerd van 71,3 PJ, wat gelijk staat aan het jaarlijkse energieverbruik van circa 1 miljoen huishoudens.
Energieopslag is voor zowel huishoudens als bedrijfsleven van groot belang voor de overgang naar schone, betrouwbare en betaalbare energie. Experts verwachten een explosieve groei van de energieopslagcapaciteit in de komende tien jaar. Om inzicht te houden in de snelle ontwikkelingen op het gebied van energieopslag en om innovaties rond energieopslag succesvol te laten zijn, is vanuit het FME Cluster Energie het platform Energy Storage NL opgericht. Op dit moment bestaat het platform uit ruim dertig partijen uit het bedrijfsleven en de wetenschap, waaronder Siemens, TU-Delft, SMA, DNV-GL, ECN, DIFFER, WaterstofNet, IFTechnologies, TNO, Enexis, Alliander.
Het MEE-convenant is bedoeld voor grote industriële bedrijven die verplicht meedoen aan het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (ETS). MJA3 is de opvolger van MJA1 (1992) en MJA2 (2000) en is bedoeld voor niet-ETSondernemingen, van gieterijen en betonfabrieken tot ICT-bedrijven en vervoerders. De 1.111 deelnemers aan de MJA3 en MEE gebruiken samen 829 PJ primaire energie. Dit is 80% van het industriële energiegebruik en een kwart van het totale energiegebruik in Nederland. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) faciliteert bedrijven bij energiebesparing en is verantwoordelijk voor de monitoring en rapportage. Een resultatenbrochure biedt een volledig overzicht en een analyse van de resultaten in 2013.
De markt voor energieopslag groeit gemiddeld met 40% per jaar en op dit gebied wordt voortdurend geïnnoveerd, bijvoorbeeld door omzetting van elektriciteit in gas via plasmatechnologie of door de inzet van slimme (nano)materialen in nieuwe opslagtechnieken. Om innovaties succesvol te laten zijn, is samenwerking van groot belang. Het platform Energy Storage NL draagt bij aan het verbinden en mobiliseren van de verschillende bedrijven en organisaties. Aangezien veel onderzoek en wetgeving op gebied van energie opslag uit Europa komt, gaat Energy Storage NL ons land ook vertegenwoordigen in de European Association for Storage of Energy. Persbericht FME, 27-11-2014
In 2013 is het MEE-convenant geëvalueerd. Hieruit blijkt dat de aanpak van het convenant een goede basis biedt om energie-efficiëntie te vergroten. De toegevoegde waarde zit in het langetermijnperspectief, in het inzicht in de prestaties en mogelijkheden bij bedrijven en in de netwerkfunctie. De evaluatie wees ook uit dat de MEE aan kracht kan winnen door de afspraken minder vrijblijvend te maken. Daarom is met de industrie afgesproken om de kwaliteit van de Energie Efficiëntie Plannen te verbeteren en consequenties te verbinden aan het niet naleven ervan. Ook wordt kennisontwikkeling en kennisdeling beter ondersteund. rvo.nl
Meerjarenafspraken resulteren in forse energiebesparing Ruim 1.100 bedrijven, van gieterijen en papierfabrieken tot ICT-bedrijven en vervoerders, hebben vorig jaar gezamenlijk evenveel energie bespaard als het gebruik van 340.000 huishoudens. Dit blijkt uit de resultaten van de Meerjarenafspraak energie-efficiency 2001-2020 (MJA3) en de Meerjarenafspraak energie-efficiency ETSondernemingen (MEE). Beide meerjarenafspraken hebben tot doel de energie-efficiëntie in de industrie te vergroten. In 2013 leverde de MJA3 een energiebesparing op van 10,5 PJ, een efficiëntieverbetering van 4% ten opzichte van 2012. De MEE realiseerde een energiebesparing van 12,3 PJ, een efficiëntieverbetering van 2,1% ten opzichte van 2012. De convenanten leveren hiermee een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen uit het Energieakkoord voor duurzame groei. Sinds de
Gulpener wint MVO Nederland Award De Limburgse bierbrouwerij Gulpener heeft de MVO Nederland Award gewonnen. Zowel het publiek als de jury wezen het familiebedrijf aan als de onderneming die in de afgelopen tien jaar het meest toonaangevend is geweest op het gebied van duurzaam ondernemen. De jury roemde Gulpener vooral om de integrale benadering van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Juryvoorzitter Jan-Peter Balkenende: “Gulpener staat door haar integrale benadering van people, planet en profit model voor wat in de 21e eeuw van een bedrijf mag worden verwacht.” Volgens Balkenende is Gulpener een inspirerende koploper. “Het bedrijf heeft door een jarenlang consistent
4
4
milieu
compact
en ambitieus beleid aangetoond dat met MVO het milieu en de samenleving erop vooruitgaan en tegelijkertijd het bedrijf sterker en veerkrachtiger wordt.” Gulpener is de eerste bierbrouwer die besloot alleen milieuvriendelijk verbouwde grondstoffen te gebruiken. Baanbrekend in de sector was dat Gulpener een lokaal samenwerkingsverband heeft opgezet met boeren uit de regio.
baan geschoven, in de Verenigde Staten in de schaliegasboom over zijn hoogtepunt heen, maar buiten de westerse wereld gaan de ontwikkelingen in razend tempo door. Met grote risico’s voor het klimaat en de watervoorziening voor miljoenen mensen. De belangrijkste conclusies van dit rapport: • schaliegasboringen hebben een negatief effect op klimaatverandering, onder andere door methaanlekkages; • schaliegasboringen zijn wereldwijd een grote bedreiging voor de beschikbaarheid van schoon water uit ondergrondse aquifers; • Shells boringen in Tunesië zullen een negatief effect hebben op de beschikbaarheid van drinkwater voor onder andere landbouw vormen een bedreiging voor de Intercalaire Aquifer die 4 miljoen mensen in de Maghreb van water voorzien. Ook in Zuid-Afrika wordt de watervoorziening bedreigd; • Shell is in China actief in de Sichuan regio die bekend staat om het voorkomen van krachtige aardbeving. Schaliegasboringen kunnen daar aardbevingen veroorzaken; • De ‘indigenous people’ in zowel Zuid-Afrika als Argentinië worden niet geconsulteerd door Shell bij schaliegasboringen en hun rechten worden geschonden.
Gulpener, tapijtfabrikant Interface en De Vegetarische Slager eindigden op basis van ruim 4.000 publieksstemmen op respectievelijk de eerste, tweede en derde plaats. De andere genomineerden waren Alliander, DSM, ECOstyle, Triodos Bank, Unilever en Van Houtum. Persbericht MVO Nederland Award, 01-12-02014 Kieszon krijgt mega zonnestroomproject Kieszon, het dochterbedrijf van Greenchoice en International Solar, heeft een grote overeenkomst afgesloten met staalbedrijf ThyssenKrupp Materials Nederland voor het bouwen van een mega zonnestroomproject van 2,3 miljoen kWh. Het project bestaat uit ongeveer 9.000 zonnepanelen en is daarmee meteen ook één van de grootste zonnestroomprojecten van Nederland. KiesZon investeert in de zonne-installaties en zorgt voor de ontwikkeling en exploitatie. Voorjaar 2015 start de bouw. De 9.000 panelen worden verspreid over twee locaties: 6.000 voor de vestiging van ThyssenKrupp in Veghel en 3.000 voor die in Zwijndrecht. Het project is mede mogelijk dankzij een SDE+ subsidie. ThyssenKrupp gaat voor haar zonnestroom ongeveer hetzelfde betalen als voor haar huidige niet-groene stroom. KiesZon is de eerste tien jaar eigenaar van de zonnepanelen, daarna gaat het eigendom over op ThyssenKrupp Materials Nederland. Persbericht Greenchoice, 02-12-2014
Persbericht Milieudefensie, 01-12-2014
OverHeId Akkoord over winnen van grondstoffen uit afvalwater Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het ministerie van Economische Zaken, de Unie van Waterschappen en STOWA hebben de Green Deal Grondstoffen ondertekend. De overeenkomst moet het winnen van grondstoffen uit afvalwater door waterschappen verder brengen. Uit afvalwater kan naast fosfaat onder andere ook cellulose, polymeren, alginaat en CO2 worden gewonnen. Bedrijven kunnen deze grondstoffen opnieuw gebruiken. Er zijn vele mogelijke toepassingen: fosfaat als groene meststof voor de landbouw, cellulose voor asfalt en CO2 voor tuinbouwkassen of de procesindustrie.
ScHAlIegAS Onderzoek belicht wereldwijde effecten van schaliegaswinning Friends of the Earth Europe heeft het rapport ‘Fracking Frenzy’ gepubliceerd over de wereldwijde ontwikkeling van schaliegasboringen. In Nederland zijn boringen naar schaliegas voorlopig op de lange
5
Via de Energie- en Grondstoffenfabriek, een gezamen-
5
milieu
compact
lijk waterschapsinitiatief, werken de waterschappen al samen aan het winnen van energie. In 2011 werd hiertoe een Green Deal Energiefabrieken getekend. Van de ongeveer 80 afvalwaterwaterzuiveringen waar biogas wordt gewonnen zijn er inmiddels 7 omgebouwd tot Energiefabrieken. Op een aantal installaties wordt ook al fosfaat gewonnen uit het afvalwater.
informatie over de duurzaamheid van wereldwijd meer dan duizend vakantiebestemmingen: De Global Sustainable Tourism Review (GSTR). Persbericht Green Deal Duurzaam Toerisme, 2511-2014 Samen op weg naar schoon stedelijk vervoer Staatssecretaris Mansveld (IenM) heeft, samen met meer dan vijftig partijen die betrokken zijn bij de bevoorrading van steden, de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek ondertekend. Doel is deze steden schoner en veiliger te maken door in 2025 zoveel mogelijk soorten vervoer op de weg te hebben die geen schadelijke stoffen uitstoten. Daarnaast kijken ze vooral naar een betere benutting en innovatie van bestaande logistieke stromen, zodat er minder kilometers in de stad gereden worden. Onder de ondertekenaars zijn gemeenten, vervoerders, verladers, autofabrikanten, ondernemings-, brancheen belangenorganisaties.
Met de Green Deal Grondstoffen starten de waterschappen kansrijke demonstratieprojecten die van aanbesteding tot realisatie door het Rijk worden ondersteund en gevolgd om van te leren. Het Rijk neemt belemmeringen in regelgeving weg en zoekt actief mee naar oplossing van allerlei praktische problemen, bijvoorbeeld rond vergunningverlening. Met deze investeringen zijn vele tientallen miljoenen euro gemoeid. De STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterschappen) investeert daarnaast miljoenen in onderzoek naar nieuwe technieken. Het Rijk heeft toegezegd te helpen met het vinden van aanvullende financiering. Tot slot komt er een pakket met activiteiten voor het hoger onderwijs rond het thema. Persbericht UVW, 20-11-2014
De steden die de Green Deal ondertekenen geven bedrijven de ruimte nieuwe technologieën in de praktijk uit te proberen, zoals elektrische aandrijving en waterstof als brandstof. Doel is om van de experimenten op kleine schaal te leren en de successen zo snel mogelijk te delen met andere gemeenten en bedrijven. Persbericht IenM, 21-11-2014
Nederland helpt vakantiebestemmingen verduurzamen De Nederlandse overheid en tien bedrijven en organisaties slaan de handen ineen voor groenere en schonere vakantiebestemmingen wereldwijd. Minister Kamp (EZ) en staatssecretaris Mansveld (IenM) hebben daartoe de Green Deal Duurzaam Toerisme ondertekend, evenals de directeuren van onder meer TUI Benelux, Corendon en Zoover. Om duurzaam toerisme op grote schaal te stimuleren is hierover onafhankelijke informatie nodig.
Twee Green Deals voor schonere zee en strand Er moet minder zwerfafval in de Noordzee belanden. Het Rijk, de visserij- en de strandsector gaan zich samen op een creatieve en innovatieve manier inspannen om de ‘plastic soep’ aan te pakken. Daartoe ondertekenden de betrokken partijen twee Green Deals, waarin zij zich verbinden aan concrete plannen. Zo leveren vissersschepen opgevist huishoudelijk afval gescheiden in en organiseert de strandsector opruimacties. Het Rijk maakt zich binnen de deal sterk voor nationale en internationale uitwisseling van kennis en het verkennen van kansen voor (co)financiering. Vanuit de visserijsector tekent VisNed de deal. Ook hebben zeven visserijhavens, de gemeenten Urk en Den Haag, twee afvalinzamelaars, Stichting De Noordzee en Stichting ProSea marine education de deal getekend. Samen gaan zij de strijd aan met zwerfafval op de Nederlandse stranden. Het streven is dat strandbezoekers in 2020 aanzienlijk minder afval - variërend van lege patatbakjes tot sigarettenpeuken - achterlaten.
Het betreft geen nieuw duurzaamheidsprogramma voor vakantiebestemmingen. Zulke programma’s bestaan al, zoals QualityCoast, QualityDestination en ECO-XXI. Het gaat bij deze Green Deal om het gezamenlijk verbeteren van die programma’s en om het delen van goede praktijkvoorbeelden. Het ontwikkelen van een breed gedragen set van duurzaamheidscriteria voor wereldwijde bestemmingen staat voorop. Deze criteria hebben betrekking op cultuur, natuur, gastvrijheid, groene economie en beleid. Ze worden nu zichtbaar gemaakt voor consumenten. Hiertoe is inmiddels een database opgebouwd met gedetailleerde
6
6
milieu
compact
Wereldwijd komt ongeveer 80 procent van het zwerfvuil op zee van het land en 20 procent van scheepvaart en visserij. Voor de Noordzee is deze verhouding 60 procent van het land en 40 procent van scheepvaart en visserij (Strandmonitor). Drijvend zwerfvuil op zee bestaat voor ongeveer driekwart uit plastic. Vissen eten elk jaar tussen de 12 en 24 miljoen kilo plastic. Persbericht IenM, 20-11-2014
Bij de klimaattop van de Verenigde Naties moeten volgend jaar december in Parijs nieuwe mondiale afspraken worden gemaakt om klimaatverandering te beperken. De deelnemers aan de Nederlandse Klimaatcoalitie dragen bij aan gezamenlijk klimaatoplossingen en worden daarmee in de aanloop naar Parijs een voorbeeld voor landen waarin minder actief wordt samengewerkt tussen de verschillende partijen. Nederland laat hiermee bovendien met hun initiatieven aan de andere landen zien dat het economisch slim is om te investeren in klimaatinnovatie en groene groei.
KlImAAtBeleId
Bedrijven die zich willen aansluiten bij de Nederlandse Klimaatcoalitie kunnen zich richten tot MVO-Nederland (www.mvonederland.nl). Gemeenten, provincies en waterschappen kunnen terecht bij het Klimaatverbond Nederland (www.klimaatverbond.nl) en NGO’s bij Stichting Natuur en Milieu (www.natuurenmilieu.nl). Persbericht IenM, 18-11-2014
Nederlandse coalitie tegen klimaatverandering van start Bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke stap gezet op weg naar de klimaattop in Parijs volgend jaar. Zij hebben zich verenigd in de Nederlandse Klimaatcoalitie, waarmee de partijen samen initiatieven nemen om klimaatneutraal te worden. Dit meldt staatssecretaris Mansveld (IenM) in een brief aan de Tweede Kamer. Bijna 50 partijen, waaronder toonaangevende bedrijven als DSM, FrieslandCampina en Philips, hebben zich al aangesloten. Ook veel midden- en kleinbedrijven en grote gemeenten als Utrecht, Haarlem en Nijmegen zitten al in de Nederlandse Klimaatcoalitie.
lUcHtKwAlIteIt Luchtvervuiling kost veel Europese levens Hoewel de luchtvervuiling in Europa langzaam afneemt, zijn in 2011 nog altijd zo’n 400.000 mensen voortijdig gestorven door vooral fijnstof en ozon. Dat blijkt uit een rapport van het Europees Milieuagentschap (EEA). Volgens dat rapport sterven er in Nederland jaarlijks zo’n 13.000 mensen door de vieze lucht. Het Nederlandse RIVM acht die cijfers echter niet realistisch, zo liet onderzoeker Paul Fischer desgevraagd weten. Er gaan volgens het RIVM in Nederland per jaar zo’n 3.000 mensen enkele weken of maanden eerder dood door luchtvervuiling. Dat zijn vooral wat zwakkere mensen. Ook de 400.000 doden in Europa worden door het Nederlandse instituut in twijfel getrokken.
Alle deelnemende partijen komen met ideeën en gaan benoemen wat hun inzet is op korte termijn voor een klimaatneutrale bedrijfsvoering. De coalitie groeit snel en laat zien dat klimaatactie het succesvolst is als alle partijen samenwerken aan klimaatneutrale oplossingen. De recreatieparken van Landal Greenparks zetten bijvoorbeeld in op energiebesparing en kiezen ook voor meer duurzame energie om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Aannemersbedrijf Dijkhuis spreekt de ambitie uit om in 2020 voornamelijk nog te bouwen met bouwmaterialen die uit de directe omgeving komen.
Uit de EEA-cijfers blijkt ook dat Nederland het in vergelijking met Europa lang niet slecht doet als het aankomt op luchtvervuiling. In geen enkele Nederlandse stad werd bijvoorbeeld in 2012 de norm overschreden voor de hoeveelheid fijnstof, ozon of benzopyraan. Wel werden op enkele meetpunten in Amsterdam en Rotterdam een te hoge concentratie stikstofdioxide gemeten. Anderzijds wordt Europawijd zo’n 95 procent
De ASN Bank heeft in 2030 niet alleen een klimaatneutrale bedrijfsvoering, maar wil ook dat het geld zo wordt uitgeleend dat het geen impact heeft op het klimaat. De Nederlandse Spoorwegen laten in 2018 alle treinen op groene stroom rijden, waarmee 1,2 miljoen treinreizen per dag klimaatneutraal zijn.
7
7
milieu
compact
van de stadsbewoners nog altijd blootgesteld aan te hoge waarden van ten minste één vervuilende stof in de lucht. Dat zorgt voor gezondheidsproblemen zoals hart- en vaartziekten, longaandoeningen en bepaalde vormen van kanker, die uiteindelijk levens kosten. Overigens liepen de concentraties van de voornaamste veroorzakers van die sterfgevallen - fijnstof en ozon de afgelopen jaren gemiddeld gezien terug in Europa. Dat geldt niet voor de concentratie benzopyreen, een stof die vooral vrijkomt bij het stoken van hout en biomassa, bijvoorbeeld in energiecentrales. Doordat het gebruik van biomassa de afgelopen jaren een vlucht heeft genomen en er in Europa meer gekookt wordt op houtovens, is de hoeveelheid benzopyreen in de Europese lucht in tien jaar tijd met 21 procent toegenomen. Het inademen van te hoge concentraties benzopyreen kan kanker veroorzaken. Trouw, 19-11-2014
Meer transparantie over de voortgang van energiebesparing bij corporaties is gewenst. De verslaglegging over energiebesparing in jaarverslagen is nog onder de maat. In de jaarverslagen wordt geen verband met de doelstellingen van het Energieakkoord gelegd. De Natuur en Milieufederaties vragen branchevereniging Aedes om hun leden aan te zetten hier meer werk van te maken. Ook willen zij meer inzicht in de investeringsplannen en prognose van corporaties. Op die manier wordt duidelijker waar de schoen wringt.
energIe AKKOOrd
wet en regelgevIng
Winnaars Stook je rijk-Trofee 2014
Nieuwe regels opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks
Ook in 2015 wordt het project Stookjerijk voortgezet. Dit jaar is intensief samengewerkt met de Woonbond. In 2015 wordt de samenwerking uitgebreid met branchevereniging Aedes en de VNG. Persbericht Gelderse Natuur en Milieufederatie, 2011-2014
De Stook je rijk-Trofees 2014 zijn dit jaar gegaan naar corporatie De Sleutels uit Leiden, huurdersorganisatie De Klink uit Nijmegen en gemeenteraad van Den Haag. Zij hebben zich volgens de jury het beste ingezet voor energiebesparing in de huursector. ‘Stook je rijk’ is een project van de Natuur en Milieufederaties, Milieucentrum Rotterdam en de Woonbond. Bij het project hebben in twaalf steden rondetafels plaatsgevonden. Doel van dit lokaal driepartijenoverleg met raadsleden, alle corporaties en huurdersorganisaties is energiebesparing in de huurvoorraad te bespreken en te versnellen.
Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/254579, tot wijziging van de Activiteitenregeling milieubeheer (opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks). Deze wijzigingsregeling is bedoeld om een versoepeling door te voeren in de voorschriften voor het opslaan van afgewerkte olie in bovengrondse opslagtanks. Met ingang van 1 januari 2015 is het overgangsrecht verlopen voor veel oude opslagtanks die voor 1 januari 2000 zijn geïnstalleerd. Volgens de voorschriften die tot 1 januari 2015 golden, moesten deze tanks gekeurd worden en na goedkeuring worden voorzien van een nieuw certificaat op grond van de door het College van Deskundigen (CvD) opgestelde Beoordelingsrichtlijn (hierna: BRL K903). Dit betekende voor veel tanks dat ze vervangen moesten worden. Gebleken is echter dat de veiligheidseisen te streng waren. Door met ingang van 1 januari 2015 de versoepeling door te voeren wordt bereikt dat een aantal oude opslagtanks nog gebruikt mag worden, mits ze aan de overgebleven voorschriften inzake de bescherming van de bodem en het oppervlaktewater voldoen. Ook mag bij vervanging voor een ongecertificeerde (goedkopere) tank voor
De bijeenkomsten hebben veel nieuwe inzichten opgeleverd. Dankzij het project zijn de deelnemers zich bewust geworden van te lage lokale doelstellingen en een te laag tempo. De doelstellingen in de gemeentelijke woonvisies en prestatieafspraken komen nog niet overeen met die van het Energieakkoord. Het tempo van de energiebesparing dient met gemiddeld 50% omhoog. Er is een grote spreiding qua tempo onder de corporaties. Onder de genomineerde corporaties zijn een aantal die het tempo dat noodzakelijk is om het Energieakkoord te halen overtreffen.
8
8
milieu
compact
het opslaan van afgewerkte olie worden gekozen. Staatscourant 2014 nr. 33243, 27-11-2014)
erkenningen. Zij worden door het bedrijfsleven (zowel uitvoerend als betalend) en de overheid samen opgesteld. Dit systeem beperkt de administratieve lasten voor bedrijven tot een minimum. Het stelsel van beoordelingsrichtlijnen, kwaliteitsverklaringen en certificaten levert onder meer een wettelijk bewijsmiddel. Staatscourant 2014 nr. 33763, 27-11-2014
Geluidplafondkaart milieubeheer gewijzigd Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK2014/232495 tot wijziging van de Regeling geluidplafondkaart milieubeheer. Om een nieuw deel van een weg of een nieuwe weg onder de systematiek van hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer te laten vallen, dient de weg te worden opgenomen op de geluidplafondkaart in de bijlage behorende bij artikel 1 van de regeling. Er geldt geen wettelijk voorschrift voor het tijdstip waarop de aan te leggen weg op de kaart moet worden geplaatst. Vanwege het feit dat het ontwerptracébesluit tevens de referentiepunten en bijbehorende geluidproductieplafonds voor het nieuwe tracé zal moeten bevatten, moet aanpassing van de kaart in ieder geval plaatsvinden voordat het ontwerptracébesluit ter inzage wordt gelegd. Op deze nieuwe geluidplafondkaart zijn de nieuwe Rijksweg 24 en de doortrekking van Rijksweg 16 naar Rijksweg 13 opgenomen. Staatscourant 2014 nr. 33974, 27-11-2014
OmgevIngSvergUnnIng / wABO Tweede Kamer vraagt om juridisch advies over Omgevingswet De Tweede Kamer wenst over de Omgevingswet een onafhankelijk juridisch advies in te winnen bij een externe partij. De vraagstelling luidt: ‘Hoe heeft de regering de voornaamste opmerkingen van de Afdeling Advisering van de Raad van State over de Omgevingswet meegenomen in het wetsvoorstel Omgevingswet en in het Nader Rapport c.q. welk effect (sterk/zwak) mag van de genomen en voorgestelde maatregelen worden verwacht? Met welke bijeffecten moet daarbij eventueel rekening gehouden worden?’
Actualisering verwijzingen normdocumenten bodemkwaliteit Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK2014/255553, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2015.1). Deze regeling geeft een technische invulling van de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Hierin is onder andere geregeld op welke wijze de kwaliteit van bouwstoffen, grond en baggerspecie wordt bepaald en aan de daarvoor geldende normen wordt getoetst. Ook geeft de regeling invulling aan de regels met betrekking tot de kwaliteitsborging in het bodembeheer, in de praktijk Kwalibo genoemd. Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door erkende personen of bedrijven. In de Regeling bodemkwaliteit zijn deze werkzaamheden aangewezen. Daarbij wordt voor elke werkzaamheid aangegeven volgens welke normdocumenten de werkzaamheid moet worden verricht. De normdocumenten vormen de grondslag voor het verlenen van certificaten en
9
In een brief van 14 november 2014 heeft de minister van IenM de Tweede Kamer een tabel gestuurd waarin gestructureerd, kort en bondig, inzichtelijk is gemaakt welke opmerkingen de Raad van State in zijn advies heeft gemaakt ten aanzien van het ontwerp van het wetsvoorstel Omgevingswet. Ook staat aangegeven op welke wijze de regering die opmerkingen heeft geadresseerd. Tweede Kamer, 14-11-2014, 33 962, nr. 7, en 1911-2014, 33 962, nr. 8 Wabo op belangrijke onderdelen gewijzigd en aangevuld Op 1 november 2014 is in werking getreden het Besluit van 3 oktober 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal artikelen van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet. Hetzelfde geldt voor diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet
9
•
S
milieu
compact
en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht (Stb. 2013, 144). Artikel 2.2.1, onderdelen F tot en met J, wijzigen de volgende artikelen van de Wabo: 2.12, 2.23, 2.24 en 3.10. Verder zijn twee nieuwe artikelen toegevoegd: 2.23a en 2.23b. Stb. 2013, 144 en Stb. 2014, 358, 16-10-2014
de in de referentiesituatie vergunde veestapel wordt gehouden in stalsystemen die voldoen aan het Besluit huisvesting. Zoals in 4.5 weergegeven heeft een veehouder bij het aanpassen van de bedrijfsvoering aan de emissie-eisen uit het Besluit huisvesting de keuze om het bestaande stalsysteem aan te passen of om nieuwe stallen te bouwen waarbij op bedrijfsniveau gemiddeld wordt voldaan aan de emissiefactor, waardoor het niet nodig is om de bestaande stallen met een hoge emissie aan te passen. Deze keuzemogelijkheid heeft een veehouder ongeacht of hij zijn bedrijfsvoering tijdig of te laat in overeenstemming brengt met het Besluit huisvesting. Het Besluit huisvesting verplicht niet tot het realiseren van een reductie van ammoniakemissie op bedrijfsniveau. Het Besluit huisvesting staat er dan ook niet aan in de weg dat een milieuvergunning wordt verleend voor een bedrijfsvoering met een ammoniakemissie die gelijk is aan de emissie van de bedrijfsvoering die aanpassing behoeft om aan die eisen te voldoen, als op bedrijfsniveau maar wordt voldaan aan de voorgeschreven maximale emissiefactor. DeAfdeling ziet gelet op het voorgaande geen aanleiding voor het oordeel dat voor het bepalen van de toegestane ammoniakemissie in de referentiesituatie, in het geval die ontleend wordt aan een milieuvergunning voor een bedrijfsvoering die niet voldoet aan het Besluit huisvesting, rekening moet worden gehouden met de emissiefactoren van het Besluit huisvesting. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 05-11-2014, nr. 201309729/1/R2
recHtSprAAK Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor uitbreiding en wijziging veehouderij Bij besluit van 10 september 2013 heeft het college van GS van Noord-Brabant een vergunning krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 verleend voor de uitbreiding en wijziging van een veehouderij te Deurne. Tegen dit besluit heeft de Werkgroep beroep ingesteld. Bij besluit van 5 maart 2014 heeft het college opnieuw een vergunning krachtens de Nbw 1998 verleend voor de uitbreiding en wijziging van een veehouderij te Deurne. Ten aanzien van het betoog dat een veehouderij die zijn bedrijfssituatie niet tijdig heeft aangepast aan het Besluit huisvesting in het licht van de toepassing van artikel 19d van de Nbw 1998 niet geacht kan worden nog over toestemming voor het oorspronkelijke project te beschikken, wordt het volgende overwogen. Voor de oprichting van deze veehouderij is door verlening van een milieuvergunning voor de referentiedatum toestemming verleend. Die toestemming is niet geheel of gedeeltelijk vervallen door de inwerkingtreding van het Besluit huisvesting, de niet tijdige aanpassing van de bedrijfsvoering aan de emissie-eisen uit het Besluit huisvesting of de mogelijkheid tot handhavend optreden vanwege het niet voldoen aan het Besluit huisvesting. De exploitatie van het bestaande bedrijf is nog steeds aan te merken als de voortzetting van een project waarvoor voor de referentiedatum toestemming is verleend. Aan de milieuvergunning die relevant is voor de berekening van de referentiesituatie komt derhalve, anders dan de Werkgroep stelt, nog steeds betekenis toe. De Afdeling ziet evenmin aanleiding voor het oordeel dat voor het bepalen van de toegestane ammoniakemissie in de referentiesituatie rekening moet worden gehouden met de emissiefactoren van het Besluit huisvesting, in de zin dat ervan moet worden uitgegaan dat
Besluit tot vaststelling bestemmingsplan en luchtverontreiniging Bij besluit van 11 maart 2014 heeft de raad van de gemeente Vianen het bestemmingsplan ‘Wilhelminastraat e.o’ vastgesteld. Voor zover de raad zich op het standpunt stelt dat op grond van het Besluit niet in betekenende mate geen afzonderlijke beoordeling van de luchtkwaliteit behoefde plaats te vinden, overweegt de Afdeling dat het Besluit niet in betekenende mate betrekking heeft op de vraag of de gevolgen van een plan voor de luchtkwaliteit dienen te worden onderzocht. In dit geval en anders dan in de voormelde uitspraak van de Afdeling gaat het evenwel niet om de gevolgen van het plan voor de luchtkwaliteit, maar om de vraag of het mogelijk maken van nieuwe gevoelige bestemmingen en woningen aanvaardbaar is, gelet op de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse. In het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen dient de luchtkwaliteit
10
10
milieu
compact
ter plaatse van nieuwe gevoelige bestemmingen die gelegen zijn op een afstand van minder dan 300 m vanaf de rand van een rijksweg te worden beoordeeld. Het plan maakt twintig woningen meer mogelijk dan het vorige plan en alle woningen zijn binnen een afstand van ongeveer 130 m van de rijksweg A2 voorzien. Met deze toename is het aantal woningen waar onderwijs aan minderjarigen en kinderdagverblijven wordt toegestaan vergroot. Onderwijs aan minderjarigen en kinderdagverblijven zijn gevoelige bestemmingen als bedoeld in het Besluit gevoelige bestemmingen. Er dient derhalve te worden beoordeeld of het mogelijk maken van deze functies in overeenstemming is met het Besluit gevoelige bestemmingen. Tevens dient te worden beoordeeld of het mogelijk maken van nieuwe woningen, gelet op de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse, in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van het Besluit gevoelige bestemmingen (Stb. 2009,14, blz. 6) volgt dat dit besluit een aanvulling vormt op het beginsel van een goede ruimtelijke ordening en dat dit beginsel het hoofdkader blijft waarin wordt beoordeeld of blootstelling aan luchtverontreiniging aanvaardbaar is. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201403998/1/R6
vaststellen voor die gevallen die op grond van artikel 88 van de Wgh bij de minister zijn gemeld. Nu de woning van appellanten niet als zodanig bij de minister is gemeld, heeft de staatssecretaris terecht geconcludeerd dat deze woning in het kader van de onderhavige procedure niet kan worden aangemerkt als een saneringswoning. De staatssecretaris is daarom niet bevoegd voor deze woning saneringsmaatregelen vast te stellen. Over de door appellanten gemaakte vergelijking met de woningen aan de Kop van Oost, overweegt de Afdeling dat de voor deze woningen getroffen saneringsmaatregelen niet door de staatssecretaris zijn vastgesteld, maar door het college van burgemeester en wethouders van Groningen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt derhalve. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201400564/1/R4 Invorderingsbesluit en begrip laad- en losactiviteiten Bij besluit van 4 april 2013 heeft het college van B&W van Oldenzaal een invorderingsbesluit als bedoeld in artikel 5:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht genomen. Bezwaar en beroep zijn ongegrond verklaard. Ten aanzien van het betoog dat die activiteiten als laad- en losactiviteiten moeten worden gekenmerkt, overweegt de Afdeling als volgt. Ingevolge artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder b, van het Activiteitenbesluit milieubeheer is het maximale geluidniveau van 70 dB(A) niet van toepassing op laad- en losactiviteiten. In het Activiteitenbesluit milieubeheer is niet gedefinieerd welke activiteiten onder laad- en losactiviteiten vallen. Volgens de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling worden onder laad- en losactiviteiten tevens aanverwante activiteiten verstaan zoals het slaan van autoportieren en het starten, aanrijden, manoeuvreren en wegrijden van de voertuigen. De Afdeling heeft in de uitspraak van 7 mei 2003 overwogen dat onder laden- en lossen niet valt het op- en overslaan van goederen in een container binnen de inrichting voordat de in een container gestorte goederen per vrachtwagen worden afgevoerd. Hoewel deze uitspraak betrekking had op laad- en losactiviteiten als bedoeld in het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer, kan, anders dan appellante betoogt, uit het voorgaande worden afgeleid dat het overhevelen van metaal vanuit een reeds geloste container naar een andere plaats binnen de inrichting dan wel het op andere wijze verplaatsen van metaal binnen
Hoogste toelaatbare waarden geluidbelasting en terugbrengen geluidbelasting Bij besluit van 22 april 2013 heeft de staatssecretaris van IenM met toepassing van artikel 90 in samenhang met artikel 98 van de Wet geluidhinder voor de gevels van de te saneren woningen gelegen binnen de geluidzone langs de wegen ‘Petrus Campersingel en Europaweg’ in Groningen de ten hoogste toelaatbare waarden van de geluidbelasting vanwege deze wegen vastgesteld en tevens maatregelen vastgesteld die strekken tot het terugbrengen van de geluidbelasting binnen de betrokken woningen. Bij besluit van 3 december 2013 heeft de staatssecretaris het door appellanten hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Vaststaat dat een melding als bedoeld in artikel 88 van de Wgh tot 1 januari 2009 bij de minister kon worden gedaan en dat ten aanzien van de woning van appellanten niet een dergelijke melding door het college van burgemeester en wethouders van Groningen is gedaan. Uit de samenhang tussen de hiervoor genoemde artikelen van de Wgh volgt dat de minister slechts saneringsmaatregelen kan
11
11
milieu
compact
Vaststelling ten hoogste toelaatbare waarde geluidbelasting vanwege spoorweg
de inrichting evenmin kan worden aangemerkt als een laad- of losactiviteit als bedoeld in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de twee overschrijdingen van de grenswaarde voor het maximale geluidniveau van 70 dB(A) niet zijn veroorzaakt door activiteiten die moeten worden aangemerkt als laad- en losactiviteiten. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201402578/1/A4
Bij besluit van 21 december 2012 heeft de staatssecretaris van IenM op grond van het Besluit geluidhinder de ten hoogste toelaatbare waarde van de geluidbelasting, vanwege het spoorweggedeelte ‘traject 57, 58 en 86’ gelegen in de gemeente Haren, van de gevel van onder meer de woning in kwestie vastgesteld. Tevens zijn bij dit besluit maatregelen vastgesteld die strekken tot het terugbrengen van de geluidbelasting. Bij besluit van 14 juni 2013 heeft de staatssecretaris het door appellanten daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Wat betreft het betoog van appellanten dat de fundering onder de gehele spoorbaan, ook ter plaatse van de wissel, tegenover hun woning dient te worden vernieuwd, wordt het volgende overwogen. De staatssecretaris heeft ter zitting erkend dat het vervangen van de fundering kan worden aangemerkt als een bronmaatregel in de zin van artikel 4.19, eerste lid, onder a, van het Bgh. Ter zitting is namens ProRail opgemerkt dat geen grondonderzoek is verricht ter hoogte van het betrokken gedeelte van de spoorbaan en dat daarom niet bekend is of door het vernieuwen van de fundering de geluidbelasting vanwege stootgeluiden door passerende treinen terug kan worden gebracht. Nu de staatssecretaris het vernieuwen van de fundering op zichzelf aanmerkt als een bronmaatregel, en appellanten in hun bezwaarschrift hebben aangevoerd dat weliswaar een deel van de spoorbaan is gesaneerd in 2011, maar dit niet heeft geleid tot voldoende resultaat, had dit voor de staatssecretaris aanleiding moeten zijn om te bezien of het niet in het saneringsprogramma opnemen van het vernieuwen van de fundering ter plaatse zich verdraagt met artikel 4.19, tweede lid, van het Bgh en of aanleiding bestond het saneringsprogramma in zoverre terug te leggen bij het college van burgemeester en wethouders van Haren. Niet gebleken is dat de staatssecretaris deze beoordeling heeft uitgevoerd. Derhalve is het bestreden besluit, voor zover dit ziet op de beslissing omtrent de vaststelling van maatregelen ten aanzien van de woning aan het [locatie] en op de vaststelling van hogere waarden voor de woning aan het [locatie], niet met de ingevolge artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht vereiste zorgvuldigheid voorbereid. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201306816/1/R4
Bestemmingsplan en afstand tussen fruitboomgaard en gevoelige bestemmingen Bij besluit van 28 mei 2013 heeft de raad van de gemeente Geldermalsen het bestemmingsplan ‘Kern Rhenoy 2013’ vastgesteld. Appellant kan zich niet verenigen met de door de raad gegeven nadere motivering. Hiertoe voert hij aan dat de motivering geen ruimtelijke argumenten bevat die rechtvaardigen dat wordt afgeweken van het eigen gemeentelijk beleid met betrekking tot het aanhouden van een afstand van 50 meter tussen fruitboomgaard en gevoelige bestemmingen. Uit artikel 3, lid 3.1.2, onder a, van de planregels in samenhang bezien met het verweerschrift van de raad, volgt dat de raad het noodzakelijk acht om in nieuwe situaties een afstand aan te houden van 50 meter tussen nieuwe boomgaarden en woningen. Nu het in dit geval gaat om een lang bestaande situatie, is het plan, anders dan appellant stelt, derhalve niet vastgesteld in strijd met het gemeentelijk beleid. De raad heeft bovendien gemotiveerd waarom een dergelijke afstandseis niet geldt in bestaande situaties. Hierbij is met name van belang dat de raad, onder verwijzing naar het rapport van de Gezondheidsraad en in reactie op de door appellant overgelegde rapporten van Nicure, heeft overwogen dat het belang bij behoud van de bestaande situatie in dit geval dient te prevaleren aangezien niet vaststaat dat de nadelige gevolgen hiervan vanuit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening zo groot zijn dat deze in redelijkheid niet langer aanvaardbaar kunnen worden geacht, waarbij de raad in zijn afweging heeft betrokken dat ook de financiële middelen ontbreken om de bestaande situatie te beëindigen. In hetgeen appellant heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de belangenafweging van de raad onredelijk is noch dat de motivering geen ruimtelijke relevante argumenten bevat. Het betoog faalt. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201306395/3/R2
12
12
milieu
compact
Ontheffing van in artikel 11 en 13 Flora- en faunawet opgenomen verboden
heeft dit verzoek op 2 oktober 2013 afgewezen. Bij besluit van 28 februari 2014 heeft de minister het door het college hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De belangen die artikel 4 van het Productenbesluit asbest beoogt te beschermen zijn niet aan het college toevertrouwd, maar aan de minister. De minister heeft onder meer tot taak deze bepaling te handhaven. Wil het college desondanks als belanghebbende kunnen worden aangemerkt, dan is vereist dat een besluit over handhaving van artikel 4 van het Productenbesluit asbest invloed heeft op de uitoefening van bevoegdheden die aan het college zelf zijn toegekend, bijvoorbeeld omdat de bevoegdheidsuitoefening van het college wordt belemmerd of doorkruist. In dat geval worden belangen die aan het college zijn toevertrouwd geraakt. Het college heeft betoogd dat zijn belangen geraakt worden omdat het doorboren van de asbesthoudende dakplaten mede een overtreding kan opleveren van door hem te handhaven bepalingen uit de Wet milieubeheer, Woningwet en het Bouwbesluit. Het college verwacht dat handhaving van die bepalingen vanwege de omstandigheden van het concrete geval niet succesvol zal zijn. Handhaving van de door het college genoemde bepalingen staat, zo is ter zitting door partijen bevestigd, op zichzelf los van de handhaving van artikel 4 van het Productenbesluit asbest. Een besluit van de minister over handhaving van artikel 4 heeft dan ook geen invloed op de eigen handhavingsbevoegdheden van het college. Dat het college de kans op succes van toepassing van zijn eigen bevoegdheden gering inschat, maakt dat niet anders. Ook verder is niet gebleken dat een besluit van de minister over handhaving van artikel 4 van het Productenbesluit asbest invloed heeft op een aan het college bij wettelijk voorschrift toegekende bevoegdheid. De conclusie is dat geen aan het college toevertrouwd belang is geraakt. Gelet op het voorgaande, is het college geen belanghebbende. Het verzoek om handhaving van het college is daarom geen aanvraag, zodat de afwijzing daarvan geen besluit is. De minister had het bezwaar van het college dan ook niet-ontvankelijk in plaats van ongegrond moeten verklaren. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201402889/1/A4
Bij besluit van 4 november 2011 heeft de staatssecretaris van EZ een aanvraag van de gemeente Utrechtse Heuvelrug om krachtens artikel 75 van de Flora- en faunawet ontheffing te verlenen van de in artikel 11 van die wet opgenomen verboden deels ingewilligd en deels afgewezen. Daarnaast heeft de staatssecretaris een aanvraag om ontheffing van de in artikel 13, eerste lid, van de Ffw opgenomen verboden afgewezen. De ontheffing, de daaraan verbonden voorschriften en het handhavingsverzoek zien ook op de natuurzone, die onder meer dient als buffer tussen het te bebouwen gebied en het landgoed van wederpartij. Niet in geschil is dat de afstand tussen de natuurzone en de woning van wederpartij ongeveer 80 meter is. De rechtbank heeft, gelet op deze afstand, terecht geoordeeld dat aannemelijk is dat de verstoring van de diersoorten invloed zal hebben op de ruimtelijke uitstraling van diens woonen leefomgeving. De staatssecretaris heeft niet aannemelijk gemaakt dat de tussen de natuurzone en het landgoed gelegen landweg en bosrand maken dat die ruimtelijke uitstraling afwezig is. De rechtbank heeft voorts in hetgeen de staatssecretaris heeft aangevoerd over de waarneembaarheid van kleine en schuwe diersoorten, terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat de verstoring geen invloed heeft op de woon- en leefomgeving van wederpartij. Gelet hierop heeft de rechtbank terecht overwogen dat wederpartij door het besluit van 4 november 2011 rechtstreeks in zijn belang wordt geraakt. Wederpartij is eveneens belanghebbende bij zijn handhavingsverzoek. De reactie van 31 mei 2012 op dat verzoek is derhalve een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Gelet hierop heeft de rechtbank terecht overwogen dat de staatssecretaris de door wederpartij tegen de besluiten van 4 november 2011 en 31 mei 2012 gemaakte bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201302907/1/A3 Verzoek handhavend optreden tegen bevestiging zonnepanelen op asbesthoudende dakplaten
Plaatsingsplan voor ondergrondse restafvalcontainers en indienen zienswijzen
Het college van B&W van Drechterland heeft de minister van IenM verzocht om handhavend op te treden vanwege het boren van gaten in asbesthoudende dakplaten voor het bevestigen van zonnepanelen op de panden aan de Oudijk 12 te Westwoud en de Zuiderdracht 22 te Oosterblokker. De minister
Bij besluit van 25 juni 2013 heeft het college van B&W van Ouder-Amstel een plaatsingsplan vastgesteld voor de plaatsing van ondergrondse
13
milieu
compact
restafvalcontainers (ORAC’s) in de gemeente. Bij uitspraak van 12 december 2013 heeft de rechtbank het door appellant daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Appellant betoogt dat het niet naar voren brengen van zienswijzen hem redelijkerwijs niet kan worden verweten. Hij stelt dat in de kennisgeving van het ontwerpbesluit ten onrechte niet de locaties zijn vermeld waar de ORAC’s worden geplaatst. Bovendien ontbreekt hierbij volgens hem ten onrechte een kaart waarop de locaties van de ORAC’s zijn weergegeven. Appellant betoogt verder dat het ontwerpbesluit ten onrechte niet aan hem is toegezonden. Hij stelt dat uit het beleid van de gemeente volgt dat één ORAC is bedoeld voor ongeveer 40 percelen en dat bij het bepalen van de locatie van de ORAC’s rekening is gehouden met een maximale afstand tussen deze percelen en de ORAC. Hieruit volgt volgens hem dat voor het gebruik van een ORAC specifieke percelen zijn aangewezen, zodat het ontwerp van het besluit van 25 juni 2013 is gericht aan de bewoners van deze percelen en op voet van artikel 3:13, eerste lid, van de Awb aan hen had moeten worden toegezonden. Ter onderbouwing van dit standpunt wijst appellant op de uitspraak van de Afdeling van 10 februari 2010 in zaak nr. 200905538/1/M1, waarin volgens hem een vergelijkbare situatie aan de orde was. In de uitspraak van 10 februari 2010 stond een beroep tegen een besluit ter beoordeling, waarbij op perceelniveau was bepaald voor wie een bij het besluit aangewezen clusterplaats voor de plaatsing van minicontainers bestemd was. Naar aanleiding hiervan is in die uitspraak geoordeeld dat dit een besluit betreft dat tot een of meer belanghebbenden is gericht. Bij het besluit van 25 juni 2013 zijn locaties voor de plaatsing van ORAC’s ten behoeve van de gehele gemeente aangewezen. Hierbij is niet bepaald voor welke percelen een bepaalde ORAC is bedoeld. Het besluit van 25 juni 2013 is derhalve, anders dan appellant stelt, niet gericht tot een of meer belanghebbenden, zodat het college niet was gehouden het ontwerp hiervan op grond van artikel 3:13, eerste lid, van de Awb aan appellant toe te zenden. Het college heeft in het weekblad voor Ouder-Amstel van 24 april 2013 gevolg gegeven aan het bepaalde in artikel 3:12, eerste lid, van de Awb. Ingevolge dit artikel kon het college volstaan met het vermelden van de zakelijke inhoud, zodat geen grond bestaat voor het oordeel dat het college ten onrechte niet de locaties van de ORAC’s en een kaart waarop deze locaties zijn weergegeven in de kennisgeving van het ontwerpbesluit heeft opgenomen. Gelet op het voorgaande bestaat
geen aanleiding voor het oordeel dat appellant redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201400697/1/A4
dUUrzAme OntwIKKelIng CONO Kaasmakerij wint ARC14 Architectuur Award. Op 27 november zijn de ARC 2014 Awards uitgereikt: de prijs voor projecten die hoge prestaties op het gebied van duurzaamheid combineren met een verrassende architectuur. Het winnende project is gekozen uit 141 inzendingen. Het is de nieuwe kaasmakerij in de Beemster van Bastiaan Jongerius Architecten voor CONO Kaasmakers. De jury: “De nieuwe kaasmakerij is een ingetogen en monumentaal pand dat verbluffend goed past in het beschermde cultuurlandschap van de Beemster.” De jury wilde vooral gebouwen bekronen waarin architectuur en ecologie met elkaar in balans zijn en noemt dit gebouw een ‘kaastempel’. “Op dit moment geen beter bedrijfsgebouw te vinden is dan dit majestueuze complex”, aldus de jury. In het ontwerp van de kaasmakerij komen de karakteristieken van de Beemster terug. Het gebouw ‘danst’ op het groene Beemster gras, een duet tussen het ruimtelijk maatvoeren en de traditie van maakbaarheid en ondernemerschap. Persbericht CONO Kaasmakers, 02-12-2014 Dopper Original eerste waterfles met Cradle to Cradle certificaat Tijdens het eerste officiële Cradle to Cradle congres in Duitsland is officieel de certificering van de Dopper Original bekendgemaakt. De certificering bevestigt dat de Dopper Original als eerste waterfles verantwoord en duurzaam wordt geproduceerd en bijdraagt aan het welzijn van mens en milieu. Dit komt omdat: • Er geen giftige of verboden stoffen (zoals Bisfenol A) gebruikt worden in de fles; • De thermoplasten waarvan de fles is gemaakt, 100% recyclebaar zijn;
14
14
milieu
• • • •
compact
De Dopper klimaatneutraal wordt geproduceerd, waarbij verantwoord wordt omgegaan met water en energie; Oude Doppers kunnen worden ingeleverd bij Dopper of bij speciale plastic recyclepunten; De fles een grote bijdrage levert aan het terugdringen van het wereldwijde plastic probleem; Via de Dopper Foundation een bijdrage wordt geleverd aan drinkwaterprojecten wereldwijd.
WISE noemt het onderzoek verwarrend. Volgens de energiespecialist wordt HIER klimaatbureau gesponsord door Essent en is om die reden heel bewust alleen naar producten voor huishoudelijke klanten, simpelweg omdat Essent er dan beter uitkomt. Door onder andere veel biomassa bij te stoken in haar kolencentrales kan ze – volgens de wet – claimen veel groene stroom te verkopen. Maar zo ziet het totale portfolio van Essent er uit: 7% wind, 20% sjoemelstroom, 23,5% kolen, 34,8% gas, 5,1% atoomstroom, en 7,5% biomassa. Volgens WISE moeten energiebedrijven worden beoordeeld op hun totale portfolio en niet op enkele producten. Iedereen kan immers een leuk groen product in de etalage zetten en aan de achterkant ondertussen vooral kolen- en atoomstroom verkopen. Dat is precies wat Essent doet, aldus WISE. Persbericht Hier klimaatbureau, 26-11-2014; www.wisenederland.nl
De kern van het Cradle to Cradle (C2C) principe is dat alle gebruikte materialen aan het eind van de levensduur van het ene product, nuttig kunnen worden ingezet voor hetzelfde of een ander product. Hierbij mag geen kwaliteitsverlies optreden en alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn. Gedurende het certificeringsproces wordt gecontroleerd op materiaal (gezondheid en herbruikbaarheid), het gebruik van duurzame energie tijdens het productieproces, verantwoord watergebruik en de bijdrage aan sociale rechtvaardigheid. Iedere twee jaar wordt het proces bij hercertificering geëvalueerd. Persbericht Dopper, 17-11-2014
Nieuwe warmtecentrale maakt fikse reductie CO2-uitstoot mogelijk Stadsverwarming Purmerend (SVP) legt momenteel de laatste hand aan de bouw van BioWarmteCentrale (BWC) de Purmer. Deze centrale wordt gestookt op houtsnippers uit terreinbeheer geleverd door Staatsbosbeheer. Met de centrale voorziet SVP haar 25.000 klanten voor 80% van groene warmte. De resterende 20% van de warmtebehoefte komt van gasgestookte hulpwarmtecentrales. Door het gebruik van 100.000 ton houtsnippers spaart SVP op jaarbasis ruim 50.000 ton CO2 uit. Dit staat gelijk aan de CO2-reductie die wordt behaald met 800.000 zonnepanelen. De houtsnippers zijn een bijproduct uit het reguliere beheer van bos, natuur en landschap. Hout is een duurzame, hernieuwbare grondstof en CO2 neutraal. Bij verbranding van houtsnippers neemt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer niet toe. Bij de verbranding van aardgas, olie en steenkool gebeurt dit wel. Persbericht Stadsverwarming Purmerend, 02-122014
Meer dan 2 miljoen Nederlanders bedrogen met sjoemelstroom Zeker twee miljoen Nederlandse huishoudens krijgen van hun stroomleverancier nep groene stroom. Deze klanten betalen voor groene stroom maar ontvangen grijze stroom. Dat concludeert Stichting HIER klimaatbureau op basis van onderzoek van CE Delft. Voor het eerst zijn er cijfers bekend over het aantal klanten van producten die als groene stroom worden aangeboden. Echt groene stroom wordt grotendeels in Nederland opgewekt. Van de 35 groene stroomproducten waar Nederlanders uit kunnen kiezen, zijn er 19 écht groen. In 16 gevallen zijn het sjoemelstroomproducten met groen klinkende namen zoals Ecostroom of Groene Stroom. Dit zijn grijze stroomproducten die zogenaamd worden ‘vergroend’ met buitenlandse certificaten uit met name Noorwegen en worden verkocht als groene stroom. Uit het onderzoek blijkt dat de nepproducten een veel groter marktaandeel hebben dan de goede producten. Van de ruim 3,5 miljoen Nederlandse huishoudens die groene stroom afnemen, heeft slechts een derde een goed product. De rest, ruim 2 miljoen huishoudens, heeft dus sjoemelstroom en wordt in feite bedrogen door de energieleverancier.
Greenchoice wil fors inzetten op samen opwekken groene stroom Duurzame energieleverancier Greenchoice gaat fors inzetten op tientallen vernieuwende energieprojecten en –coöperaties. Naast zogeheten postcoderoosprojecten is Greenchoice al langer succesvol betrokken bij Winddelen en maakt het bedrijf nu ook het delen van zonnepanelen mogelijk:
15
milieu
compact
het collectief opwekken van zonnestroom ook voor wie dat niet op eigen dak kan of wil doen. Dat wordt nu mogelijk door het eerste door particulieren geïnitieerde en gefinancierde zonnepark van Nederland: de ZonneWIJde langs de A16 bij Breda, met bijna 7.000 zonnepanelen op circa 2 hectare grond. Greenchoice neemt alle opgewekte stroom af en maakt zo het zonnepark mede mogelijk. Iedereen in Nederland kan al vanaf € 25 meedoen, ook wie geen klant van Greenchoice is. De helft van de zonnepanelen in het park is voor particulieren, de andere helft wordt straks gefinancierd door een duurzame Nederlandse bank. Persbericht Greenchoice, 20-11-2014
eUrOpeSe UnIe Eu roept op om begin 2015 ambitieuze klimaatdoelstellingen bekend te maken De Europese Unie U roept met het oog op de VN-klimaatconferentie alle betrokken partijen op om vóór eind maart 2015 ambitieuze doelstellingen voor de vermindering van de CO2-uitstoot bekend te maken. Daardoor kan vóór de bijeenkomst in Parijs de ambitie van de afzonderlijke en gezamenlijke doelstellingen tijdig worden geanalyseerd en afgewogen. Zo zal de wereldwijde gemeenschap inzicht krijgen in de maatregelen en inspanningen die nodig zijn om de opwarming van de aarde tot hoogstens 2°C te beperken. De EU is ervan overtuigd dat de nieuwe overeenkomst de collectieve internationale inspanningen om de klimaatverandering aan te pakken aanzienlijk zal versterken en verbreden. De EU-leiders hebben in oktober besloten om de broeikasgassen met 40 % te verminderen en ook de VS en China hebben hun doelstellingen bekendgemaakt.
Koning opent blauwe energiecentrale Afsluitdijk Koning Willem-Alexander heeft de Blue Energy centrale geopend op de Afsluitdijk. Het proefproject bij Breezanddijk wekt elektriciteit op uit zoet en zout water. De duurzame technologie is ontwikkeld door onderzoeksinstituut Wetsus en de Universiteit Twente. De proefcentrale heeft een vermogen van 50 kilowatt. Het concept is wereldwijd toe te passen, overal waar rivierwater de zee instroomt. De rivieren in Nederland voeren samen genoeg water af om in potentie in 80 procent van de elektriciteitsbehoefte van alle Nederlandse huishoudens te voorzien.
De nieuwe klimaatovereenkomst moet duurzaam zijn. De EU wil in de overeenkomst van 2015 een procedure opnemen waardoor de emissiereductieverbintenissen regelmatig kunnen worden versterkt. Zo kunnen de partijen inspelen op de meest recente wetenschappelijke bevindingen en naar aanleiding van nieuwe technologische ontwikkelingen hun ambities bijstellen. Het doel is ervoor te zorgen dat de wereld zich dankzij de overeenkomst op lange termijn kan houden aan de 2°C-doelstelling. Hoewel de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen centraal staat bij de internationale klimaatonderhandelingen, beseft de EU dat aanpassing en klimaatfinanciering doorslaggevende elementen zijn voor een evenwichtige overeenkomst van 2015.
De energie zit in de verschillende concentraties geladen zoutdeeltjes. Bij het mengen van het zoute water uit de Waddenzee en het zoete water uit het IJsselmeerzoet komt die energie vrij. De Blue Energy-centrale laat dit mengen gecontroleerd plaatsvinden door middel van speciale membranen. De vrijgekomen energie wordt vervolgens omgezet in elektriciteit. De proefinstallatie moet uitwijzen dat de technologie, die zich in het laboratorium van Wetsus heeft bewezen, ook in de praktijk werkt. De centrale bevat in de huidige opzet 400 vierkante meter aan membranen. De testfase van de Blue Energy centrale duurt drie jaar. Bij een geslaagde testperiode kan het vermogen worden opgevoerd door de oppervlakte aan membranen uit te breiden tot 100.000 vierkante meter. Daarna volgt de commerciële implementatie. Daarvoor is minstens een miljoen vierkante meter nodig. Dat lijkt veel, maar doordat de membranen relatief dicht op elkaar liggen, blijft een compact ontwerp mogelijk. www.duurzaambedrijfsleven.nl
De EU verwacht dat de VN-conferentie over klimaatverandering, die van 1 tot en met 12 december 2014 plaatsvindt in Lima (Peru), de weg zal effenen voor de vaststelling van een nieuwe, wettelijk bindende, wereldwijde klimaatovereenkomst volgend jaar in Parijs. De Lima-conferentie moet er voor zorgen dat: • de belangrijkste elementen van de overeen-
16
16
milieu
•
•
•
compact
Interface imponeert Europese Commissie met recycling van visnetten
komst van 2015 als basis worden genomen voor verdere onderhandelingen in 2015; er een besluit wordt overeengekomen waardoor de bijdragen aan de vermindering van de broeikasgasemissies die de landen de komende maanden voorstellen transparant, kwantificeerbaar en vergelijkbaar zijn; er vóór de conferentie van Parijs in 2015 een internationale procedure is om de ambitie en de adequaatheid van de individuele en gecumuleerde bijdragen aan de 2°C-doelstelling te onderzoeken en te analyseren; de ambities voor de vermindering van de uitstoot vóór 2020 worden versterkt.
Tapijtfabrikant Interface heeft de prestigieuze European Business Awards for the Environment 2014-2015 gewonnen in de categorie International Business Cooperation. Interface won deze prijs voor haar innovatieve project Net-Works, waarbij afgedankte visnetten worden ingezameld om te recyclen als grondstof voor nieuwe tapijttegels. De awards worden elke twee jaar uitgereikt en zijn een beloning voor Europese bedrijven die succesvolle innovatie, economische haalbaarheid en zorg voor het milieu combineren. De jury prijst de manier waarop Interface zich inzet voor het milieu. “Met Net-Works wordt een grote bijdrage geleverd aan het oplossen van het groeiende milieuprobleem van afgedankte visnetten. Daarnaast levert Interface met Net-Works een bijdrage aan het terugdringen van het armoedeprobleem in de wereld”, aldus de jury. Informatie: http://ec.europa.eu/environment/awards Persbericht Interface, 02-12-2014
Als grootste donoren van officiële ontwikkelingshulp zullen de EU en de lidstaten in Lima verslag uitbrengen van hun permanente klimaatfinanciering aan ontwikkelingslanden. Alleen al in 2013 hebben de EU en haar lidstaten samen voor 9,5 miljard euro gezorgd om ontwikkelingslanden te helpen bij de aanpak van de klimaatverandering. De EU is vastbesloten om bijstand te blijven verlenen aan de landen die het kwetsbaarst voor de klimaatverandering zijn en die de minste middelen hebben om te reageren. Redactie
Europese regio’s wijzen op belang van Euluchtwetgeving ’We moeten de luchtvervuiling nu aanpakken en niet langer wachten’. Dat was de centrale boodschap van een door het AIR netwerk georganiseerde conferentie in het Europees Parlement op 19 november. De conferentie bracht een groot aantal Europese regio´s bijeen om het EU wetgevingsvoorstel luchtkwaliteit te bespreken met Europarlementariërs, de Europese Commissie, het EU voorzitterschap en tal van (nietgouvernementele) organisaties. De conferentie was bedoeld om input te geven voor de besluitvorming in het Europees Parlement. In het voorjaar 2015 zal het Parlement met een eerste advies komen. “Ik hoop op steun van de regio´s om een sterk signaal af te geven”, aldus La Via, voorzitter van de Milieucommissie van het Europees Parlement.
Meedingen naar Natura 2000-prijs Na een zeer geslaagd eerste jaar begint de Europese Commissie aan een tweede jaar waarin aanvragen kunnen worden ingediend voor de Natura 2000-prijs. Deze jaarlijkse prijs staat open voor alle entiteiten die betrokken zijn bij activiteiten die te maken hebben met Natura 2000. Lokale en nationale overheden, bedrijven, landeigenaars, NGO’s, onderwijsinstellingen en individuele personen uit alle 28 lidstaten van de EU komen in aanmerking om zich kandidaat te stellen voor een van de vijf prijscategorieën. Dit keer wordt ook een EU Citizen’s Award voorgesteld, waarbij het publiek wordt aangemoedigd om te stemmen op hun favoriete kandidaat.
Volgens de Europese Commissie zijn regio´s verantwoordelijk om vervuiling bij de bron aan te pakken door over te schakelen op schone brandstoffen, roetfilters of gebruik te maken van rekeningrijden. Europa kan op haar beurt iets doen aan grensoverschrijdende luchtvervuiling door te komen met een nieuwe Richtlijn voor de Nationale Emissie Plafonds in 2030. Deze richtlijn geeft elk land genoeg ruimte om de middelen te bepalen. “Ons voorstel is voldoende onderbouwd om aan
De deadline voor de aanvragen is 21 januari 2015. De winnaars worden op Natura 2000dag, 21 mei 2015, bekendgemaakt tijdens een ceremonie op hoog niveau in Brussel. Raadpleeg de website voor meer informatie over de aanvraagprocedures: http://goo.gl/KleKat Persbericht Secretariaat Natura 2000-prijs, 27-11-2014
17
milieu
compact
het Europees Parlement te worden voorgelegd en heeft daarnaast een economische waarde”, aldus Marianne Wenning, directeur ‘Quality of Life, Water & Air’ van de DG Milieu van de Europese Commissie. “Het zal banen opleveren, minder aantasting van natuurgebieden en een enorme besparing van de uitgaven voor gezondheidszorg.” Europese Ster, 24-11-2014
Organisation nu samen aanpakken. Zij hebben tijdens het festival een samenwerkingsovereenkomst getekend om arme gemeenschappen op het platteland in Afrika van gezondere en betere kooktoestellen te voorzien. De overeenkomst richt zich op meer onderzoek, voorlichting en toegang tot financiering voor schonere kooktechnologie. Philips heeft de afgelopen 3 jaar al geïnvesteerd in het ontwikkelen en produceren van een innovatief, door een ventilator aangedreven, kooktoestel. Dit kooktoestel stoot 90% minder rook en CO2 uit dan bij het koken op open vuur. Het toestel maakt gebruik van pellets, hout of andere natuurlijke brandstoffen, maar verbrandt die uiterst zuinig en met minimale schade voor de gezondheid en het milieu. Philips test verschillende mogelijkheden om ervoor te zorgen dat deze schonere kookoplossing ook toegankelijk wordt voor mensen die normaal gesproken niet over de financiële mogelijkheden beschikken. Uit onderzoek van SNV blijkt dat het nieuwe product tot de schoonste kookstellen behoort die nu op de markt verkrijgbaar zijn. Persbericht Philips, 20-11-2014 / duurzaamnieuws.nl
InternAtIOnAAl Investeren in schoner koken in Afrika Volgens de World Energy Outlook 2012 zijn 2.6 miljard mensen nog steeds afhankelijk van open vuur of traditionele, vervuilende kooktoestellen voor koken of het verwarmen van hun woning. De gezondheids- en milieurisico’s die daarmee gepaard gaan, zijn aanzienlijk. Iedere week worden er 75.000 mensen - vooral vrouwen en kinderen - ernstig ziek als gevolg van het inademen van rook. En iedere dag verdwijnt 3,9 miljoen ton hout in deze vuren. Er zijn inmiddels schonere en efficiëntere alternatieven voorhanden, maar veel arme gemeenschappen op het platteland zijn er niet mee bekend, kunnen ze niet krijgen in de buurt en hebben het geld niet om ze te kopen. Tijdens de Cookstoves Future Summit, dat plaatsvond op 20 en 21 november in New York, hebben zeventig partijen uit de hele wereld aangegeven op welke manier zij gaan bijdragen aan de doelstelling om tot en met 2020 honderd miljoen clean cookstoves in ontwikkelingslanden te verspreiden.
pUBlIcAtIeS Handreiking Duurzaam Aanbesteden Groenafval Beleidsambities met betrekking tot de biobased economy en de circulaire economie leiden tot een herwaardering van organische reststromen. Niet langer worden deze stromen als ‘waardeloos afval’ gezien, maar veel meer als potentiële grondstoffen voor nuttige toepassingen. Het omzetten van deze ambities in de praktijk blijkt echter weerbarstig. Een belangrijke stap vormt het ‘vertalen’ van deze beleidsambities in gunningscriteria bij publieke aanbestedingen voor de verwerking van groenafvalstromen. Door het opnemen van nieuwe criteria bestaat immers de kans dat opdrachtgever en opdrachtnemer elkaar niet goed ‘verstaan’, wat kan leiden tot procedurele risico’s.
Tijdens het festival hebben dertien Nederlandse organisaties aangekondigd 10 miljoen huishoudens in ontwikkelingslanden van schone kooktoestellen te voorzien. Daarvoor gaan ze naast eigen budgetten een bedrag van 185 miljoen US dollar mobiliseren. De financiering zal deels plaatsvinden via CO2compensatie door bedrijven en consumenten in de vorm van clean cookstove-projecten. Een schoon kooktoestel bespaart net zoveel CO2 als tien zonnepanelen. Investeringen in deze toestellen kunnen de uitstoot van bijvoorbeeld vliegreizen, elektriciteitsverbruik of autogebruik compenseren.
De Handreiking Duurzaam Aanbesteden Groenafval beoogt deze risico’s te verminderen en geeft handvatten om groenafval op duurzame wijze aan te besteden. Het kan daarbij gaan om integraal groenafval of om deelstromen uit groenafval
Onder de dertien ondertekenaars behoren ook Koninklijke Philips en SNV Netherlands Development
18
18
milieu
compact
(bijvoorbeeld bermgras). De uitgave is een initiatief van BVOR - Branche Vereniging Organische Reststoffen. Het Ministerie van Economische Zaken heeft het opstellen van de Handreiking gefinancierd.
over hun materiële en sociale omstandigheden. Onze hoge levenskwaliteit heeft echter een prijs. Nederland stoot per inwoner relatief veel broeikasgassen uit. De voorraad aan hulpbronnen, zoals de energiereserves, is beperkt en moet met steeds meer mensen worden gedeeld. Hierdoor zal het voor volgende generaties moeilijker worden om welvaart te genereren. Dit blijkt uit de derde editie van de Monitor Duurzaam Nederland 2014. De monitor is op verzoek van het kabinet geschreven en bestaat uit twee delen: een indicatorenrapport, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS); en een verkenning over energie-innovatie, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Planbureau (CPB), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
De Handreiking en het bijbehorende Achtergronddocument zijn te downloaden via www.bvor.nl. Persbericht BVOR, 02-12-2014 Warmtekrachtkoppeling wacht onzekere toekomst Warmtekrachtkoppeling (WKK), waarbij gecombineerd elektriciteit en warmte wordt geproduceerd, met een hoge energie-efficiëntie, staat economisch sterk onder druk. Dit blijkt uit de studie ‘Toekomst WKK en warmtevoorziening industrie en glastuinbouw’. Naar verwachting draaien in 2020 met name eenheden die volcontinue moeten draaien niet kostendekkend. Deze beslaan ca. 20% van het opgestelde WKKvermogen. De marktpositie van flexibele WKKinstallaties is wat beter. Als ook de benodigde vervangingsinvesteringen in beschouwing worden genomen, blijkt dat in 2020 ruim 50% van het opgestelde WKK-vermogen in 2020 niet rendabel is.
Uit de monitor blijkt dat het huidige overheidsbeleid vooral aandacht heeft voor energie- en klimaatdoelen voor 2020 en nauwelijks voor de periode daarna. De ontwikkeling van innovatieve, nu nog te dure, energieopties voor de lange termijn is daardoor te beperkt. Dat verkleint de kans op een succesvolle overgang naar een CO2-arme energievoorziening in 2050. Ook het verkrijgen van maatschappelijk draagvlak voor deze overgang krijgt nog weinig aandacht. Recente burgerinitiatieven bieden een belangrijk aanknopingspunt om het draagvlak onder de bevolking voor andere energietechnieken te vergroten. Sociale innovatie is gebaat bij meer ruimte voor experimentele projecten.
De ongunstige marktpositie wordt veroorzaakt door factoren als een hoge gasprijs, een lage elektriciteitsprijs en een lage prijs van CO2emissierechten. Deze leiden er toe dat ook andere gasgestookte installaties in een ongunstige positie verkeren. Het afschakelen van WKKinstallaties kan leiden tot substantiële groei van CO2-emissies. Dit is afhankelijk van het type installaties dat de stroomproductie overneemt: kolen- of gascentrales. Richting 2030 is een lichte verbetering in de marktpositie van WKKinstallaties te voorzien. De belangrijkste opties voor verduurzaming van de warmtevraag in industrie en glastuinbouw zijn biomassa en geothermie, maar deze opties zijn alleen rendabel met subsidies. Deze vallen binnen het kader van de SDE+regeling. Deze conclusies volgen uit een studie die CE Delft en DNV GL hebben uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. CE.nl
Om Nederland duurzamer te maken, is innovatie cruciaal. Dat geldt ook voor de overgang naar een CO2-arme energievoorziening die het kabinet in 2050 wil bereiken. Het huidige beleid richt zich vooral op het bereiken van 20 procent CO2-reductie en het bereiken van het aandeel van 14 procent hernieuwbare energie in 2020 tegen zo laag mogelijke kosten. Weinig aandacht gaat uit naar de ontwikkeling van innovatieve energieopties voor de periode na 2020, zoals de afvang en opslag van CO2, de vergassing van biomassa en de vrachtauto op waterstof of groen gas. Hierdoor neemt de kans op een succesvolle energietransitie af. Daar komt bij dat de 2050-doelen te veraf staan om nu reeds innovatie aan te jagen. Een scherp tussendoel voor CO2-emissie in 2030 kan daarbij helpen. Verder is er nu vooral behoefte aan innovatiebeleid dat niet op één paard wedt, maar dat de ontwikkeling van verschillende technologieën mogelijk maakt. pbl.nl
Hoge kwaliteit van leven in Nederland beperkt houdbaar De kwaliteit van leven in Nederland is hoog. Nederlanders zijn over het algemeen tevreden
19
milieu
compact
zijn erin geslaagd om uit levulinezuur in enkele stappen caprolactam te maken.” Levulinezuur kan ook worden gemaakt van cellulose uit bijvoorbeeld maisafval. Het octrooi voor de methode is inmiddels aangevraagd.
wetenScHAp uV/H2O2-proces voor drinkwaterbehandeling kan fors goedkoper
Belangrijk voor het duurzaam produceren van caprolactam voor nylon is het gebruik van een katalysator. Bouwman: “Oftewel een stof die de chemische reactie kan versnellen. Die katalysator moet de reactie wel minimaal 100.000 keer kunnen uitvoeren. Pas dan wordt het voor het bedrijfsleven economisch interessant om naar deze productiemethode te kijken. De katalysator die we nu ontwikkeld hebben kan de reactie ongeveer 100 keer uitvoeren; dit moeten we nog zien te verbeteren. Het duurt nog wel even voordat we de juiste katalysator gevonden hebben.” Niettemin staat de onderzoeksgroep van Bouwman al wel in contact met het bedrijfsleven via het consortium CatchBio, dat zich toelegt op het omzetten van biomassa in brandstoffen en chemische en farmaceutische (grond)stoffen. Persbericht Universiteit Leiden, 26-11-2014
Ultravioletlicht in combinatie met waterstofperoxide is een zeer effectieve manier om organische microverontreinigingen te verwijderen voor de bereiding van drinkwater. KWR Watercycle Research Institute heeft in samenwerking met Wetsus en Van Remmen UV Techniek een model ontwikkeld om de UV/H2O2-reactor te optimaliseren en zo 30-40% energie te besparen. “In toenemende mate komen geneesmiddelen en stoffen als hormonen en pesticiden in het oppervlaktewater terecht, en op die manier in ons drinkwater,” vertelt Roberta Hofman-Caris, senior onderzoeker bij KWR Watercycle Research Institute. Dat komt enerzijds omdat de analysetechnieken sterk verbeterd zijn en we dus meer stoffen vinden, anderzijds doordat de hoeveelheid medicijnen in afvalwater door de toenemende vergrijzing toeneemt. “De gehaltes zijn nu nog vrij laag, maar we weten niet wat het effect is van continue blootstelling, met name aan mengsels van deze stoffen.” De nieuwe vinding is belangrijk, want nadeel van het UV/H2O2-proces is dat het veel energie kost. Er is namelijk een hoge dosis UV nodig voor veilig drinkwater en dat kost veel energie. Waterforum Online
Nederland benadert ecosysteemdiensten anders dan Vlaanderen en Engeland Onderzoekers van LEI Wageningen UR hebben in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving voor een aantal gebieden in Engeland, Vlaanderen en Nederland vergeleken hoe ecosysteemdiensten worden benaderd. Deze benadering is een manier om natuur en biodiversiteit een integraal onderdeel te laten vormen van economische ontwikkelingen en afwegingen. Engeland past ecosysteemdiensten vooral toe op landbouwgronden, terwijl Vlaanderen en Nederland de diensten vooral benaderen in relatie tot natuurgebieden. In alle onderzochte gebieden vinden belanghebbenden de technische taal die gebruikt wordt te complex en passen daarom alternatieven toe. Er blijkt weinig kennis te zijn over de effecten van de benutting van ecosysteemdiensten op de biodiversiteit. Ook is niet altijd helder of ecosysteemdiensten bijdragen aan de bescherming van biodiversiteit.
Milieuvriendelijk nylon produceren uit afvalhout Het blijkt mogelijk nylon uit afvalhout te maken, zonder de vorming van afval. Nylon zit in onder meer textiel, tandenborstels en klittenband en wordt op megaton-schaal geproduceerd. Caprolactam, de grondstof voor nylon, wordt gemaakt op basis van de afnemende voorraad aan fossiele brandstoffen, met een grote hoeveelheid zout als bijproduct. Zo’n 4 à 5 kilo per kilo caprolactam. Dat zout kan weliswaar voor bemesting worden gebruikt, maar een volledig schone productiemethode van nylon is natuurlijk nog beter. En die hebben de Leidse onderzoekers Lies Bouwman en Saeed Raoufmoghaddam gevonden. Zij hebben een syntheseroute ontwikkeld om caprolactam uit afvalhout te maken, zonder de vorming van schadelijke bijproducten. “In afvalhout zit cellulose, en dat kun je opwerken tot levulinezuur”, legt Bouwman uit. “Dit zuur heeft al heel veel weg van het caprolactammolecuul. We
De ecosysteemdienstenbenadering in de onderzochte landen leidt tot drie verschillende ‘modellen’. In Engeland is sprake van een ‘praktijk-model’. De pilot-gebieden zijn experimenteerruimte van het nationale beleid. In Vlaanderen is sprake van een ‘parallel- model’; hier lopen de beleids-
20
20
milieu
compact
ontwikkelingen in de gebieden en die op gewestelijk (nationaal) niveau gelijk op. Nederland heeft een ‘laissez faire model’. Het nationaal beleid leunt zwaar op ervaringen en input uit gebiedsprocessen, maar ontwikkelt zelf weinig. www.wageningenur.nl
voorkomen. Die eisen zijn tegenstrijdig: materiaal dat straling van een bepaalde golflengte goed reflecteert, absorbeert dat soort licht slecht en dat betekent dat het die frequenties ook moeilijk uitstraalt. De Stanfordonderzoekers stapelden zeven laagjes van siliciumoxide en hafniumoxide met precieze dikten van enkele tientallen nanometers, waardoor de reflectie- of uitstraalfactor per golflengte heel precies is afgestemd. Het materiaal reflecteert 97 procent van de zonnestraling, vooral zichtbaar licht. Tegelijkertijd straalt het goed in het infrarode golflengtegebied van 8.000 tot 13.000 nanometer. Dat zijn de golflengten waarin de atmosfeer bijna volledig transparant is, ook bij een bewolkte lucht: de warmte kan dat altijd weg.
Onderzoekers vinden manier om zaagsel om te zetten in benzine Onderzoekers van de KU Leuven hebben met succes van zaagsel bouwstenen voor benzine weten te maken. Met behulp van een nieuw chemisch proces waren ze in staat om de cellulose om te zetten in koolwaterstofketens. Deze koolwaterstoffen kunnen worden gebruikt als additief in benzine of als een component in kunststof. “Dit is een nieuwe vorm van bio-raffinage waarvoor patent is aangevraagd”, aldus Dr Bert Lagrain. “We hebben ook een ingebouwde chemische reactor in ons lab: we voegen zaagsel in de reactor en voegen een katalysator toe die de chemische reactie versnelt. Met de juiste temperatuur en druk duurt het ongeveer een halve dag om de cellulose om te zetten in verzadigde koolwaterstofketens.” Volgens de onderzoeker slaat de methode om een petrochemisch product met behulp van biomassa te maken een brug tussen de bio-economie en petrochemie. Het resultaat is een intermediair product dat een laatste eenvoudige stap nodig heeft om benzine te verkrijgen. De verkregen brandstof kan ook worden gebruikt bij de productie van etheen, propeen en benzeen - de bouwstenen voor plastic, rubber, isolatieschuim, nylon, bekledingen enz.
Bij een proef onder de Californische winterzon bleef de coating gemiddeld 4,9°C koeler dan de omringende lucht en 25°C graden koeler dan een aluminium testschijf. De onderzoekers denken dat ze het koelvermogen kunnen opvoeren tot dat van airco-systemen van dezelfde omvang. De schaarste van het element hafnium is een probleem, maar volgens de onderzoekers kan het ook met titaniumoxide. Ook is het nog onzeker of het materiaal duurzaam genoeg is voor langdurige blootstelling aan de buitenlucht. NRC.nl, 28-11-2014 Tu Delft krijgt miljoenen voor onderzoek offshore windenergie Technologiestichting STW en tachtig technologiebedrijven, waaronder Philips en DSM, investeren miljoenen in toponderzoek naar offshore windenergie in het kader van het ‘Perspectief voor topsectoren-programma’. Het onderzoek moet de kosten van offshore technologie verlagen door het slimmer aanpakken van het ontwerp van de windturbines, de logistiek rond de installatie en het onderhoud. Dat moet bereikt worden door het verkleinen van de onzekerheden in het ontwerp en de installatieaspecten van windmolenparken zitten; deze kunnen namelijk tot kostbare veiligheidsmarges leiden. Het programma brengt onder meer de omstandigheden in kaart waar windmolens zich in bevinden, evenals de slijtage en beschadigingen die kunnen optreden.
Vanuit economisch oogpunt heeft cellulose veel potentie: het is in wezen plantenafval, wat betekent dat het niet concurreert met voedselgewassen. Persbericht KU Leuven, 25-11-2014 Nieuwe coating is geschikt voor energiezuinige airconditioning Onderzoekers van Stanford University hebben een coating gemaakt die ook overdag warmte kan wegstralen, zelfs onder een bakkende zon. Deze ‘radiatieve koeling’ zou kunnen leiden tot een passieve, simpele en goedkope airconditioning, die ook werkt tijdens de heetste momenten van de dag. Een materiaal dat zoiets kan moet zo veel mogelijk infrarood licht uitzenden en tegelijkertijd zo veel mogelijk zonlicht reflecteren, om opwarming te
21
Voor het onderzoek is 2 tot 4 miljoen euro beschikbaar. Naast windenergie is er ook geld voor onder
21
milieu
compact
andere ledverlichting in de glastuinbouw, energienetwerken en kankertherapie. Bij de projecten zullen in totaal 83 onderzoekers betrokken zijn. www.windnu.nl
duurzaamheid van aardwarmte, Zwaagstra won met haar onderzoek naar de verstening van particuliere tuinen de prijs voor de beste wetenschappelijke scriptie van het jaar. De Milieuscriptieprijs is vernoemd naar Rachel Carson, de auteur van het boek ‘Silent Spring’. Dit boek markeerde zo’n vijftig jaar geleden het begin van een brede publieke bewustwording van de milieuproblematiek in grote delen van de wereld. De titel is een verwijzing naar de lente van het apocalyptische jaar dat de vogels niet meer zingen doordat zij als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn uitgeroeid. Met de prijs willen VVM, netwerk van milieuprofessionals, en een aantal milieustudieverenigingen grotere bekendheid geven aan de onderzoeksresultaten van studenten op milieugebied.
BerIcHten Lancering netwerk ‘Nederland Kantelt’ Jan Rotmans heeft het netwerk Nederland Kantelt gelanceerd. Het nieuwe netwerk wil zichtbaar maken hoe breed en groot de vernieuwingsbeweging in Nederland is op negen verschillende terreinen: onderwijs, zorg, energie, voedsel, bouw, ruimte, water, kunst/cultuur en financiën. Rotmans presenteerde in dit verband ook een ‘kantelteam’, dat bestaat uit mensen die vanaf nu burgerinitiatieven gaan verbinden met ‘koplopers’ en ‘kantelaars’, die ook zijn geportretteerd in Rotmans’ Verandering van tijdperk. Doel is om het aantal actief betrokken mensen bij de vernieuwingsbeweging de komende vijf jaar te vertienvoudigen: van 250.000 mensen naar 2.5 miljoen. Om dit actief te ondersteunen is een digitaal platform ontwikkeld waar mensen zich aan kunnen verbinden en ondersteuning kunnen krijgen van een kantelteam met verbinders uit allerlei regio’s in Nederland, zie ‘www.nederlandkantelt.nl’.
De juryleden, afkomstig uit het milieuwerkveld, de universiteiten en het hoger onderwijs, keken naar originaliteit, toepasbaarheid, relevantie, toegankelijkheid en wetenschappelijkheid. Het juryrapport is opvraagbaar bij de VVM. Informatie: www.milieuscriptieprijs.nl. Persbericht VVM, 20-11-2014 Nieuwe Richtlijn Lichthinder NSVV Onlangs is de nieuwe Richtlijn Lichthinder van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) gepresenteerd. De nieuwe richtlijn bevat een samenvatting van vijf eerdere publicaties over lichthinder van sportvelden, terreinen, aanstraling van gebouwen, reclame en openbare verlichting. Nieuw in deze publicatie is dat nu 20% hiervan over wet- en regelgeving voor de natuur gaat. Ook is een aantal belangwekkende maatschappelijke actuele lichthinderaspecten opgenomen. De lichttechnische parameters in deze NSVV Lichthinder richtlijn krijgen veel erkenning van vergunningverstrekkers van de overheid, de beheerders van de openbare ruimte, ecologen en lichtontwerpers.
Gelijktijdig met de aankondiging van het nieuwe netwerk presenteerde Rotmans zijn nieuwste boek ‘Verandering van tijdperk – Nederland kantelt’. Het boek staat bol van concrete initiatieven in de sectoren zorg, welzijn, onderwijs, energie en financiën waar individuen niet de straat op gaan om te protesteren tegen huidige systemen en megalomane instituties, maar zelf het initiatief nemen om het anders te doen. Broodfondsen, zorgcoöperaties en de opwekking van lokale energie zijn daarvan op dit moment de bekendste voorbeelden. Persberichten Erasmus Universiteit , 26-11-2014 / Uitgeverij Æneas, 01-12-2014
De richtlijn is verkrijgbaar bij de NSVV, in eerste instantie als pdf. Kosten: Euro 112,50 voor NSVV-leden en voor niet-leden Euro 165,-. De pdf is te bestellen door een e-mail te sturen naar:
[email protected]. Zie ook: www.nsvv.nl Persbericht NSVV, 25-11-2014
Winnaars Milieuscriptieprijs 2014 Cirsten Zwaagstra en Larissa Gonzalez zijn de winnaars zijn van 12e editie van de Rachel Carson Milieuscriptieprijs. Gonzalez viel in de prijzen in de categorie HBO met haar scriptie over de
22
22
milieu
compact
Nationale omgevingswetgeving in behandeling Stand van zaken 1 december 2014
Datum laatste stuk
Inwerkingtreding
Staatsblad
Mondelinge behandeling
Memorie van antwoord
(Eind)verslag
Wetsvoorstel EK
Aangenomen TK
Mondelinge behandeling
Nota n.a.v. het verslag
(Eind)verslag
Wetsvoorstel en MvT
TK/EK-nummer
Wetsvoorstel
Ingediend
Door mr.dr. J.H.G. van den Broek
Omgevingsvergunning 16-6-14
Omgevingswet
33962
29-10-14
Wijziging Wabo (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving)
33872
26-8-14
Wabo 13-2-14
Wet milieubeheer 9-11-94
Duurzaam geproduceerd hout
23982
9-7-02
3-2-00
Wijziging duurzaam geproduceerd hout
26998
14-9-00
14-10-02
Wijziging duurzaam geproduceerd hout
28631
28-6-13
Tarieven Commissie m.e.r.
33686
173
237
26-5-14 27-6-14
27-1-05
17-12-13
Jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer, hernieuwbare brandstofeenheden en elektronisch register hernieuwbare energie vervoer
33834
455
Zie KB
28-11-14
1-4-14
Wijziging Wm en Wet VROM BES ivm TK 33 906
33907
24-6-14
24-9-14
Wijziging Mijnbouwwet, Wm en Wed ivm richtlijn 2013/30/EU (veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten)
34041
3-11-14
Herstel van wetstechnische gebreken alsmede andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op of in verband met het terrein van infrastructuur en milieu (Reparatiewet infrastructuur en milieu 2014)
33976
20-11-14
Waterwet 27-6-14
Natuur 3-7-09
Wijz Nbw en Ffw (uitbreiding tot EEZ)
32002
20-8-12
Wet natuurbescherming
33348
19-6-13
Wijz Nbw 1998 (PAS)
33669
412
Zie KB
25-10-13 13-10-14
419
Zie KB
7-11-14
Algemene wet bestuursrecht 10-9-13
Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht
33727
10-10-14
Grondwetswijziging zorgplicht dieren
30900
29-5-07
Overige 4-12-06 27-2-08
Voorstel Duyvendak beperking emissies kolencentrales
31362
20-5-10
5-7-12
Wet open overheid (Woo)
33328
15-8-13
14-6-13
Wijziging wet aansprakelijkheid kernongevallen
33660
27-3-14 129
Zie KB
1-9-14
Wet aanpak woonoverlast
34007
1-9-14
5-11-14
Wet bestrijding maritieme ongevallen
34069
5-11-14
23
23
milieu
compact
AgendA
organiseert Springtij een aantal masterclasses over de kerntheorieën van duurzaamheid. Dit zijn ontmoetingen tussen the Young & the Elders: de toekomstdragers en de kennisdragers.
16-12-2014: How to learn from incidents Learning form incidents is broadly agreed as a high priority in the Oil, Gas and Chemical industry. However, the practice is different. Royal HaskoningDHV organizes in Rotterdam a seminar about; ‘How to learn from incidents’. This event is free of charge. Information:
[email protected]
17-03-2015: Netwerkdag Water en Ruimte De Netwerkdag Water en Ruimte die in de middag van 17 maart wordt georganiseerd, gaat over samenkomende water en ruimte belangen. Deelname aan de bijeenkomst van Platform31 is kosteloos, maar niet vrijblijvend. 12/17-04-2015: 7th World Water Forum The largest water-related event in the world will take place 12-17 April 2015, in Daegu & Gyeongbuk, Republic of Korea, putting water firmly on the international agenda. Some 35,000 participants from about 170 countries – heads of states, public agencies, international organizations, enterprises, academia, civil society, NGOs and citizens – are expected to contribute in the 7th World Water Forum.
15-01-2015: Startbijeenkomst Jaar van de Ruimte 2015 De officiële start van het Jaar van de Ruimte en de aftrap van het brede debat over de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. Hoe ziet Nederland er in de toekomst uit? Voor welke uitdagingen staan we? Wie maakt Nederland? In 2015 vieren we het Jaar van de Ruimte door een goed gesprek te voeren over de inrichting van onze leefomgeving.
22-05-2015: Conference ‘Supporting Health by Technology VI’ The aim of this conference to provide a productive environment for exchange, cooperation and progress in our collaborative effort to improve development, design and implementation of eHealth interventions in health care. You may register as a conference participant or you may register and submit your contribution.
27-01-2015: Slotcongres SKB Het SKB-bestuur organiseert op dinsdag 27 januari 2015 een slotcongres in het oude stadhuis van Gouda, de stad die twintig jaar lang de thuisbasis voor NOBIS en later SKB vormde. Tijdens dit congres wordt teruggeblikt op kennisontwikkeling voor innovaties in sanering, beheer en duurzame benutting van bodem en ondergrond. Ook wordt gekeken naar de betekenis hiervan voor de vragen van de toekomst. SKB houdt deze dag op te bestaan, het netwerk gaat echter door via de Vereniging Bodem Breed Forum.
03/04-06-2015: Dag van de Stadslandbouw Na drie eerdere edities is de Dag van de Stadslandbouw uitgegroeid tot hét toonaangevende, landelijke vakevenement op het gebied van stadslandbouw en stadsgerichte landbouw in Nederland. ‘s-Hertogenbosch treedt op als gaststad van de Dag van de Stadslandbouw 2015, met op woensdag 3 juni een excursiedag en op donderdag 4 juni een congres.
05-02-2015: RIONEDdag RIONEDdag 2015, het jaarlijkse congres voor professionals op het gebied van riolering, vindt plaats op 5 februari in het Beatrix Theater te Utrecht. Het programma is interactief, uitdagend, actueel en kennisverrijkend. Er zijn kennisprogramma’s rond een hoofdthema en 13 korte, zeer interactieve kennistafels.
10/11/12-06-2015 GAS2015 Van 10 t/m 12 juni 2015 vindt 8e International Gas Analysis Symposium & Exhibition (GAS2015) plaats in Beurs-WTC Rotterdam, een driedaags symposium met parallelsessies gecombineerd met een beurs. Onderwerpen die aan bod komen in de deelsessies zijn aardgas & biogas; metrologie, normalisatie en certificatie; analytische applicaties; gezondheid, veiligheid en milieu. GAS2015 is dé ontmoetingsplek voor internationale experts en bedrijven uit zo’n 40 landen over de hele wereld op het gebied van gasanalyse.
05-03-2015: Workshop Kennismaken met MVO Wat is MVO? Wat zijn de belangrijkste richtlijnen? Wat zijn de belangrijke thema’s en trends op het gebied van MVO? In een dagdeel leert u over de basisbeginselen van MVO en kunt u MVO-trends en -ontwikkelingen doorvertalen naar (kansen voor) uw bedrijf. 11-03-2015: Klimaat en Energie; van Arrhenius tot IPCC Als vervolg op het Springtij Forum op Terschelling,
Meer informatie over deze en andere bijeenkomsten: www.milieucompact.nl
24