MILIEU
Nummer 16 Jaargang 27 15 september 2015
COMPACT
SELECTIE VAN HET BELANGRIJKSTE MILIEUNIEUWS
Uitgelicht
Duurzaamheid gemeenten onder druk
Corporaties renoveren naar energieneutraal Bijna de helft van de corporaties (48%) blijkt bezig te zijn met het verduurzamen van het woningbezit naar een passief of neutraal energieniveau. De komende twee loopt dit op naar 65%. Dat blijkt uit ‘Corporatiesector in beeld’ van BouwKennis. Een andere reden voor renovatie is voor corporaties het verhogen van het rendement.
Bevolking wil meer klimaatactie Bijna tweederde van alle Nederlanders (61 procent) wil dat het kabinet snel meer maatregelen neemt om klimaatverandering tegen te gaan. Dit blijkt uit een representatieve steekproef van TNS-NIPO in opdracht van Greenpeace en Milieudefensie. Van de mensen die aangeven op de PvdA te zullen stemmen, vindt maar liefst 83 procent dat het kabinet meer maatregelen moet nemen. Maar ook vier van de tien VVD-kiezers vindt dat het kabinet op dit moment onvoldoende doet.
Platform circulair ondernemen Onlangs is het online platform ‘www.circulairondernemen.nl’ gelanceerd. Iedereen die zich bezig houdt met circulaire economie kan op de site inspiratie, informatie en ideeen delen en ontdekken.
Foto: Michiel Wijnbergh
De gemiddelde duurzaamheid van de Nederlandse gemeenten is in 2014 licht achteruitgegaan ten opzichte van 2013. Dit blijkt uit de ‘Nationale monitor duurzame gemeenten 2015’ van Telos. Op basis van 106 indicatoren houdt de monitor de duurzaamheidsprestaties van alle 393 Nederlandse gemeenten tegen het licht. De gunstigste resultaten treden op bij Midden-Delfland, Rozendaal, Naarden, Bloemendaal en Houten. Het minst gunstig scoren Pekela, Oldambt, Nissewaard, Stadskanaal en Menterwolde. Onder de 17 gemeenten met 150.000 of meer inwoners scoort Utrecht het hoogst en Rotterdam het laagst.
1
milieu
compact
INHOUD BEDrIjf Bedrijfsleven investeert miljarden in energie en milieu....................... 3 eNoses vergroten leefbaarheid Amsterdamse haven......................... 3 MVO-brancheprofielen voor drukkerijen, ziekenhuizen en producenten bouwmaterialen ........................................................ 4 KPN Datacenter wint ICT Milieu Award 2015 ..................................... 4 Beursintroductie van vier verantwoorde index aandelenfondsen ....... 4 Nederlands IT-bedrijf eerste met Fair Trade Software........................ 5 Populariteit hybride auto’s neemt sterk toe ........................................ 5 Westland Infra en Merford ontwikkelen uniek antigeluid .................... 5 Suiker Unie en OrangeGas openen openbaar groen gas tankstation ......................................................... 5 Snellader voor elektrische rondvaartboten in Amsterdam .................. 6
pUBLICaTIES Windturbines op 10-12 mijl kosten duizenden banen ......................... 15 Duurzaamheid is een mythe ............................................................... 16 rECHTSpraaK Kabinet in hoger beroep tegen Urgenda-uitspraak............................. 16 Bestemmingsplan en milieu-effectbeoordeling ................................... 16 Bestemmingsplan en geluidzone industrieterrein ............................... 17 Omgevingsvergunning vergroten mestbassin en één inrichting ......... 17 Bestemmingsplan en aanvaardbaarheid toename geluidbelasting .... 18 Dwangsom tot beëindiging breken van puin in open lucht en bevoegdheid handhaving .............................................................. 18 Tracébesluit A59 Drongelens Kanaal en luchtkwaliteit ....................... 19 Bestemmingsplan en 5 dB-aftrek bij snelheden van maximaal 30 km/u........................................................................ 19 Omgevingsvergunning plattelandswoning en aanvaardbaar woon- en leefklimaat ................................................... 19 Vergunningen Nbw voor varkenshouderij en aantasting Natura 2000-gebied ............................................................................ 19 Bestemmingsplan en bevoegd gezag verklaring van geen bedenkingen ....................................................................... 19
OvErHEID Zaanstad verplicht zichzelf tot energiezuinige investeringen ............. 6 Landelijke subsidieregeling voor energiemaatregelen sportclubs ...... 6 Provincie en waterschappen zetten in op betere waterkwaliteit ......... 6 Afspraken voor voldoende zoetwater ................................................. 7 Duurzaamheid gemeenten onder druk ............................................... 7 KLIMaaTBELEID Winnaars Europese Finale Cleantech Start-Up Competitie ............... 8
OMGEvINGSvErGUNNING / waBO Nieuwe versie Omgevingsloket .......................................................... 20
DUUrzaME ONTwIKKELING Prijs grootste obstakel om elektrische auto te kopen ......................... 9 Zuid-Holland heeft wereldprimeur met stroom uit levende planten .... 9 Ameland krijgt groot zonnepark .......................................................... 9 Natuur en Milieu zoekt zonnedelers ................................................... 10 Nieuwe technologie maakt brak water zoeter voor landbouw ............ 10
wET EN rEGELGEvING Systematiek milieuregelgeving nu beschikbaar in Engelse taal ......... 20 Evaluatie stelsel vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) ............................................................ 20 Kabinetsreactie evaluatie VTH-stelsel ................................................ 21 Netwerk-omgevingsdiensten kent ernstige beperkingen .................... 21
HaNDHavING Aantal asbestovertredingen vermindert .............................................. 10 Norm voor risicobeoordeling asbesthoudende materialen herzien .... 11 Werkwijze asbestonderzoek vernieuwd ............................................. 11
BErICHTEN Aarde telt 420 bomen per persoon ..................................................... 22 Doggybag steeds normaler in Nederland ........................................... 22 Film vestigt aandacht op ondergrondverdichting ................................ 22 Grote meerderheid Nederlandse bevolking tegen bont ...................... 22
EUrOpESE UNIE Commissie wil energie-efficiëntie duidelijker maken .......................... 11
NaTIONaLE OMGEvINGSwETGEvING IN BEHaNDELING.......... 23
INTErNaTIONaaL Ernstige watertekorten in Midden-Oosten in 2040 ............................. 13 Obama verdedigt proefboringen Alaska ............................................. 13
aGENDa ............................................................................................ 24
wETENSCHap Avans Hogeschool start Biopolymeren Applicatie Centrum ............... 14 Goedkope katalysator zet CO2 om in aardgas................................... 14 Juridische samenwerking verbetert efficiëntie van windenergie op zee...................................................................... 14 Integrale aanpak voor warmtepomp meest kansrijk ........................... 15
jan de Graaf Hoofdredacteur
Louise van den Broek Eindredacteur
jan van den Broek Senior adviseur Omgevingsrecht
robert Donkers (Oud) Coördinator Stedelijk Milieubeleid Directoraat-Generaal Milieu Europese Commissie, Brussel
WakaWaka caDeau Profiteer ook van de voordelen van een abonnement op Milieu Compact en ontvangt als welkom de WakaWaka Power+. Kijk voor meer informatie op ‘www.milieucompact.nl’.
john zigenhorn Jurist Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening
redactieadres DG Communicatie Postbus 158 1600 AD Enkhuizen
wim verhoog Senior medewerker Maurits Groen Milieu & Communicatie en hoofdredacteur Milieumagazine
2
2
0228-326068
[email protected]
abonnementen Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Verveelvoudigen en openbaarmaking van Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande toestemming van de uitgever.
www.dgcommunicatie.nl www.milieucompact.nl
ISSN 1385-6464.
milieu
compact
aantal aanvragen was voor een totaal investeringsbedrag van 2.008 miljoen. Het grootste deel van deze gemelde investeringen zijn gedaan in de duurzame bouw (735 miljoen), mobiliteit (561 miljoen) en duurzame voedselproductie (540 miljoen). Croda is een van de bedrijven die fiscaal voordeel kreeg. Dat chemisch bedrijf bouwde een geavanceerde waterzuiveringsinstallatie voor de productie van schoon water uit haar eigen afvalwater. Het totaal verleende fiscale voordeel in 2014 bedroeg 83 miljoen. www.rvo.nl
BEDrIjf Bedrijfsleven investeert miljarden in energie en milieu Nederlandse bedrijven investeerden samen voor meer dan 3,6 miljard euro in energiezuinige maatregelen en milieuvriendelijke technieken. Zij kregen daarvoor ruim 200 miljoen euro fiscaal voordeel. Dat blijkt uit cijfers over 2014 die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) onlangs publiceerde. De cijfers zijn afkomstig uit de jaarverslagen van de Milieu Investeringsaftrek \ Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (MIA\VAMIL) en de Energie Investeringsaftrek (EIA). Investeringen binnen deze regelingen kunnen leiden tot een belastingvoordeel. Het fiscale voordeel is geldig voor innovatieve investeringen die zich zonder die tegemoetkoming niet snel terug verdienen. Op die manier wil het Rijk een impuls geven aan technologische innovatie, energiebesparing en duurzame economische groei. De via EIA te realiseren energiebesparing is te vergelijken met het jaarlijks energieverbruik van 531.000 huishoudens. Berekend is dat één euro belastingvoordeel leidt tot ca. 13 euro aan energie-investeringen of 24 euro aan milieuinvesteringen.
eNoses vergroten leefbaarheid amsterdamse haven Sinds kort heeft het Amsterdamse havengebied 41 eNoses rondom het Noordzeekanaal en nabij olieterminals en andere bedrijven die mogelijk geur afgeven. De eNose is een compact meetinstrument uitgerust met vier sensoren, dat veranderingen in de luchtsamenstelling signaleert. Als er een overmatige hoeveelheid van een bepaalde stof aanwezig is, dan signaleert ‘de neus’ dat. Omdat de geurneuzen in grote getale worden geplaatst zijn ze bij uitstek geschikt om de bron van een bepaalde geur te herleiden. De Omgevingsdienst NZKG en de bedrijven houden de eNoses op de website dagelijks in de gaten. Als een eNose rood wordt, dan is er sprake van een verhoogde concentratie van een bepaalde stof. De Omgevingsdienst NZKG gaat samen met de nabijgelegen bedrijven onderzoeken wat de bron is. Daarnaast worden eventuele klachten gerelateerd aan de data van de eNoses. Op deze manier is het vaak mogelijk de juiste bron te lokaliseren of de geur te herkennen.
Het MKB maakt massaal gebruik van de regelingen. In totaal kwamen er voor beide regelingen meer dan 32.750 aanvragen binnen. Bijna 80 procent van de EIA-aanvragen kwam uit het MKB. Bij de MIA\VAMIL was dat meer dan 90 procent. Ongeveer driekwart van de milieu-investeringen komen vanuit bedrijven met minder dan 10 werknemers. In totaal kwamen in 2014 17.745 aanvragen binnen. Met 4.679 aanvragen voor zonnepanelen en 3.238 aanvragen voor LED-verlichtingssystemen waren deze twee categorieën veruit het populairst. De meeste aanvragen kwamen uit de sector landbouw, bosbouw en visserij (25%), gevolgd door de grooten detailhandel (24%) en de industrie (13%). De totale investering bedroeg 1.608 miljoen euro. Het totaal verleende fiscale voordeel in 2014 bedroeg 124 miljoen.
Bedrijven gebruiken de geurneuzen als extra monitoringsinstrument. Een aantal bedrijven in Westpoort heeft zelf eNoses aangeschaft om hun bedrijfsvoering te monitoren. Op deze manier kunnen zij direct ingrijpen bij een onbedoelde uitstoot van geur. De gegevens van de eNose kunnen daarnaast gebruikt worden voor communicatie met een veroorzaker. Dit kan leiden tot projecten waarbij geuroverlast gereduceerd kan worden. Als er een incident is, gebruikt de brandweer het netwerk om vroegtijdig incidenten op te sporen en te zien wat de herkomst van brand is of waar een mogelijke rookpluim naar toe gaat.
In 2014 is 15.012 maal MIA\VAMIL aangevraagd. Daarbij is ruim 23 miljoen euro geclaimd voor de melkveestallen en een kleine 8 miljoen voor uitsluitend elektrisch aangedreven voertuigen. Het totaal
3
Het monitoringssysteem maakt deel uit van het gezamenlijk project ‘GeurinZicht’. Dit is een initiatief van Havenbedrijf Amsterdam in samenwer-
3
milieu
compact
king met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en de provincie Noord-Holland. Het project draagt bij aan de verduurzaming van de haven. Met oog voor mens en milieu wil Havenbedrijf Amsterdam de leefbaarheid in de omgeving vergroten. De eNose draagt bij aan het lokaliseren van geuroverlast. Indien bewoners geurklachten hebben dan kunnen ze deze melden via de website van de Omgevingsdienst NZKG (www.odnzkg.nl). Port of Amsterdam, E-nieuws, 04-09-2015
Nederland op dit moment kent. KPN maakt binnen het nieuwe datacenter gebruik van diverse duurzame technologieën. De gegarandeerde energievoorziening is volgens de Tier-classificatie van het allerhoogste niveau en de energie die wordt gebruikt is 100 procent groen. Voor de koeling wordt gebruik gemaakt van de warmtering die al op de campus aanwezig is. De restwarmte van het datacenter gaat via diezelfde ring naar de andere gebouwen op de campus.
MVO-brancheprofielen voor drukkerijen, ziekenhuizen en producenten bouwmaterialen
De jury liet weten onder de indruk te zijn van de innovatieve wijze waarop KPN het energieverbruik in het datacenter reduceert, ondanks de sterke toename van het dataverkeer in Nederland. Het centrum gebruikt groene energie uit Nederland, terwijl de restwarmte nuttig gebruikt wordt op de High Tech Campus in Eindhoven. Ook de cradle-to-cradle aanpak in het ontwerp van het datacenter past in dit duurzaamheidsbeleid. ‘De combinatie van de structurele aandacht voor duurzaamheid en dit soort aansprekende initiatieven zijn belangrijk voor de positie van Nederland als duurzame Digitale Delta’, aldus het juryrapport. De prijs is voor KPN een mooie blijk van waardering. “Met het nieuwe datacenter tonen wij aan dat het mogelijk is om het energieverbruik te reduceren zonder dat dit van invloed is op beschikbaarheid of capaciteit van het datacenter”, aldus Patrick Eshuys, general manager KPN datacenters. Persbericht KPN, 04-09-2015
Voor het meten van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) zijn bedrijven op zoek naar indicatoren. Stichting Stimular heeft drie brancheprofielen met MVO-indicatoren gepubliceerd voor drukkerijen, ziekenhuizen en producenten van bouwmaterialen. Bij de ontwikkeling zijn leden van de brancheverenigingen KVGO (grafimedia), MPZ (zorgaanbieders) en de KNB (bouwkeramische industrie) betrokken. De brancheprofielen bevatten de meest relevante MVO-indicatoren voor de betreffende sector. Voorbeelden hiervan zijn het oplosmiddelengebruik voor grafische bedrijven, patiënttevredenheid voor ziekenhuizen en gezondheidsrisico’s door fijnstof voor producenten van bouwmaterialen. Door de inbreng van bedrijven uit de branche sluiten de lijsten goed aan bij wat er al gemeten wordt of eenvoudig meetbaar kan worden gemaakt. De lijsten bevatten ongeveer 35 indicatoren waaruit gebruikers een selectie kunnen maken. De indeling van indicatoren volgt de structuur van richtlijn ISO 26000 voor MVO.
Beursintroductie van vier verantwoorde index aandelenfondsen Fonds- en vermogensbeheerder ACTIAM heeft vier verantwoorde index aandelenfondsen voor de retailmarkt op de beurs geïntroduceerd. Rabobank en Staalbankiers hebben de ACTIAM Verantwoorde Index Aandelenfondsen als eerste toegevoegd aan hun assortiment. Particuliere beleggers kunnen de fondsen via deze, en in de toekomst ook andere, aanbieders aanschaffen. De fondsen combineren een verantwoord beleggingsbeleid met transparantie, kostenefficiëntie en een optimale fiscale structuur. ACTIAM belegt voor haar AVIA-klanten op verantwoorde wijze. Hierbij worden strikte uitgangspunten gehanteerd, de zogeheten fundamentele beleggingsbeginselen. Deze hebben betrekking op de rechten van de mens, fundamentele arbeidsrechten, corruptie, milieu, wapens en klant- en productintegriteit. Daarnaast voert ACTIAM engagement, waarbij bedrijven via dialoog bewogen worden om onver-
Bedrijven kunnen gebruik maken van de brancheprofielen nadat ze zijn ingelogd in de MVO-balans. Ze selecteren indicatoren uit de lijst en passen deze eventueel aan. Na het invullen van de getallen van het bedrijf maakt de MVO-balans kleurrijke grafieken waarin met stoplichtkleuren wordt aangegeven hoe de vorderingen zijn. De MVO-balans en de brancheprofielen zijn gratis beschikbaar voor iedereen die MVO-resultaten wil meten via ‘www.MVObalans.nl’. Persbericht Stimular, 01-09-2015 KpN Datacenter wint ICT Milieu award 2015 Het KPN-datacenter in Eindhoven heeft de ICT Milieu Award 2015 gewonnen. Het nieuwe Tier IV Datacenter opende begin juli op de High Tech campus in Eindhoven. Het is het meest groene datacenter dat
4
4
milieu
compact
antwoord beleid te veranderen. Tot slot maakt ACTIAM gebruik van haar stemrecht als investeerder. Persbericht ACTIAM, 31-08-2015
een systeem voor Active Noise Reduction (ANR) dat gebruik maakt van een technologie die ook wel antigeluid genoemd wordt. Bij het bestaande transformatorstation in Poeldijk worden nieuwe woningen gebouwd, dat gevolgen heeft voor de geluidstechnische eisen die aan het station worden gesteld. De toepassing van het antigeluid is uniek: niet eerder is bij een dergelijke situatie zo’n innovatieve oplossing gevonden om toekomstig geluidsoverlast te voorkomen.
Nederlands IT-bedrijf eerste met fair Trade Software Na Fair Trade koffie, cacao en bananen is er voortaan ook Fair Trade Software. Het Nederlandse Competa brengt als eerste IT-bedrijf software op de markt die wordt gebouwd in samenwerking met partners in ontwikkelingslanden als Kenia en draagt daardoor bij aan de werkgelegenheid en ontwikkeling van de lokale economie. In een trainingsfaciliteit onder de naam CodePamoja (wat in Swahili ‘samen coderen’ betekent) leidt het bedrijf lokale mensen op tot software developer. Het doel is om die mensen de nieuwste projectmanagementtechnieken te leren en hen samen met Europese professionals te laten werken aan grote internationale projecten. Competa verwacht met dit initiatief de lokale economie een boost te geven, doordat de samenwerkingsprojecten meer ervaring, skills en werkgelegenheid opleveren die een positief effect hebben op de IT-markt in Kenia.
Het ANR-systeem bestaat uit in kaders geplaatste dubbele speakers, welke zijn afgestemd op de te reduceren frequentie, in dit geval de 100 en 200 Hz. Een microfoon meet continu het invallende geluidsniveau, waarna het ANR-systeem dit verwerkt en een tegengeluidsignaal uitzendt. Het resultaat is dat het geluidsniveau in het transformatorstation met 6 dB in de 100 Hz en 13 dB in de 200 Hz is gereduceerd. Met deze reducties is de tonaliteit verdwenen en is ook de overall dB(A)-waarde met 4,3 dB(A) gereduceerd. Persbericht Westland Infra, 17-08-2015 Suiker Unie en OrangeGas openen openbaar groen gas tankstation
Inmiddels is ook de Fair Trade Software Foundation (FTSF) opgericht. Doel van de stichting is om het internationale Fair Trade-model toe te passen in de IT-branche en wereldwijd een onafhankelijk Fair Trade Software certificaat af te geven. Persbericht Competa, 08-09-2015
Suiker Unie en OrangeGas openen een nieuw – openbaar - groen gas tankstation in Hoogkerk (gemeente Groningen). Het groen gas dat Suiker Unie uit suikerbietresten produceert op de locatie Vierverlaten kan hier worden getankt. Het bedrijf beschikt ook zelf over personen- en bestelauto’s die op groen gas rijden en van het tankstation gebruik kunnen maken. Daarnaast gebruikt de onderneming een groeiend aantal dual fuel vrachtwagens die suiker transporteren. Daardoor levert Suiker Unie steeds meer klanten op groen gas. OrangeGas heeft al vijf groen gas tankstations in de provincie Groningen. Auto’s die rijden op groen gas stoten vele malen minder CO2, NOx en roet uit dan dieselauto’s. Bovendien maken ze minder lawaai. Ook is groen gas goedkoper.
populariteit hybride auto’s neemt sterk toe Toyota Motor Corporation heeft in tien maanden tijd een miljoen hybride auto’s verkocht. In totaal staat de teller nu op 8 miljoen verkochte modellen wereldwijd. Bij Louwman & Parqui, de importeur van Toyota en Lexus in Nederland, staat de teller op 100.000 exemplaren. Volgens Toyota zijn de 8 miljoen verkochte hybride modellen goed voor een CO2-besparing van 58 miljoen ton in vergelijking tot de emissie van hetzelfde aantal gelijkwaardige benzineauto’s. De brandstofbesparing zou 22 miljard liter bedragen. Persbericht Toyota: 21-08-2015
Om reststromen steeds nuttiger in te zetten, heeft Suiker Unie in 2012 een biomassavergister gebouwd in Vierverlaten. In vier tanks verwerkt deze jaarlijks 100.000 ton plantaardig restmateriaal uit de aangrenzende suikerfabriek tot 10 miljoen m³ groen gas. Dit wordt gezuiverd, op druk gebracht en daarna als groen gas in het regionale aardgasnet geïnjecteerd.” Persbericht Orange Gas, 01-09-2015
westland Infra en Merford ontwikkelen uniek antigeluid Westland Infra heeft in samenwerking met Merford een van haar transformatorstations voorzien van
5
5
milieu
compact
Snellader voor elektrische rondvaartboten in amsterdam
Zaanstad lost dit dilemma met dit besluit op en wil hiermee een versnelde verduurzaming van de eigen organisatie realiseren. Zij wil hiervoor investeringen verplichten die zich binnen maximaal vijftien jaar terugverdienen. De raad moet dit collegevoorstel nog goedkeuren. Zaanstad is zover bekend één van de weinige gemeenten die een dergelijke stap zet en in de praktijk gaat uitvoeren. Persbericht gemeente Zaanstad, 02-09-2015
Allego, de aanbieder van laadoplossingen voor elektrisch vervoer, Heliox en Blue Boat Company hebben de eerste snellader voor elektrische rondvaartboten geplaatst. Rondvaartboten kunnen bij het nieuwe laadpunt op de Stadhouderskade hun accu veilig en snel opladen met een vermogen van 50 kW. In de nabije toekomst zal een laadsnelheid van 120 kW mogelijk zijn, waarmee de snellader een vergelijkbare oplaadsnelheid als de Tesla Supercharger krijgt. Allego wil in de toekomst meerdere snellaadstations op verschillende strategische locaties plaatsen, waardoor rondvaartboten tussentijds bijgeladen kunnen worden. Daarnaast zijn de snellaadstations voorzien van een open laadprotocol en standaard stekkers uit de autoindustrie, zodat het systeem in de toekomst ook voor elektrische auto’s toegankelijk is. Persbericht Allegro, 01-09-2015
Landelijke subsidieregeling voor energiemaatregelen sportclubs Sportverenigingen die maatregelen nemen om hun energieverbruik te verminderen kunnen rekening op een subsidie van 30% van de investering. Als de vereniging eerst een energieadvies laat maken wordt de subsidie met 500 euro verhoogd. Deze subsidie is beschikbaar voor investeringen boven de 3000 euro. Dat staat in de nieuwe subsidieregeling ‘Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties’. De regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ook wordt het mogelijk voor verenigingen om bij de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) een borgstelling te krijgen voor een lening waarmee zij de investering kunnen doen.
OVErHEID
Voor sportverenigingen is de energierekening zo’n 10-20% van de begroting. Hier is vaak veel winst op te behalen. De aanvragers kunnen daarom subsidie aanvragen voor tal van maatregelen zoals LED verlichting, isolatie, zonnepanelen en zonneboilers. Maatregelen die in aanmerking kunnen komen voor subsidie staan op de maatregellijst. Deze bevat een opsomming van maatregelen op het gebied van verlichting, verwarming en ventilatie, water, bouwkundige maatregelen en duurzame energieopwekking. Persbericht IenM, 01-09-2015
zaanstad verplicht zichzelf tot energiezuinige investeringen Het college van B&W van Zaanstad heeft een belangrijke stap gezet naar een verdere verduurzaming van de eigen bedrijfsvoering. Vanaf nu is het verplicht om duurzame gemeentelijke investeringen te doen als deze zichzelf terugverdienen binnen maximaal vijftien jaar. Ondanks de goede wil van de gemeente komt het in de praktijk nog vaak voor dat energiezuinige én voordelige investeringen niet van de grond komen, als gevolg van bestaande investeringsregels en verrekenafspraken. Denk hierbij aan eigen opgelegde investeringsplafonds of financiële voordelen die een andere partij toekomen dan degene die investeert. In het geval van het aanbrengen van een energiezuinige ketel bij een zwembad, waar het beheer bij het zwembad zelf is ondergebracht, zou de gemeente wel een extra investering doen, maar plukt het zwembad de vruchten van de lagere energiekosten. Dat compliceert de besluitvorming over dergelijke investeringen.
provincie en waterschappen zetten in op betere waterkwaliteit Voor het eerst is in Noord-Holland subsidie beschikbaar voor agrarisch waterbeheer. De provincie en de drie waterschappen in Noord-Holland hebben afgesproken dat zij hiervoor 4,5 miljoen euro beschikbaar voor agrarisch waterbeheer. stellen. Bij agrarisch waterbeheer verbeteren agrariërs de waterkwaliteit en dragen zo bij aan een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem. Voorbeelden van maatregelen die zij kunnen nemen zijn natuurvriendelijk beheer van oevers, ecologisch verantwoord
6
6
milieu
compact
baggeren en ‘gebiedseigen’ water vasthouden met een doelmatig beheer van stuwen.
van de vijf deltabeslissingen die zijn verankerd in het Nationaal Waterplan en die moeten bijdragen aan een toekomstbestendig waterbeleid van Nederland. Het totaal aan investeringen voor de maatregelen uit het Deltaplan Zoetwater bedraagt 365 miljoen euro voor de periode 2015 tot 2021. Hiervan komt 150 miljoen uit het Deltafonds. De verschillende regio’s zorgen voor het overige deel van de financiering. Persbericht Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 07-09-2015
Het waterbeheer is vanaf 2016 onderdeel van het Agrarisch natuur- en Landschapsbeheer zoals dat door de provincie in het Natuurbeheerplan 20162021 is geregeld. Dit plan beschrijft de natuurdoelen voor de provincie. Ook staat erin voor welke percelen en sloten de natuurbeherende organisaties, agrariërs en andere grondeigenaren subsidies kunnen aanvragen voor het beheer en de inrichting van (agrarische) natuur. Het vastgestelde Natuurbeheerplan en de kaarten die bij het plan horen zijn in te zien op de website van de provincie. Persbericht provincie Noord-Holland, 24-08-2015
Duurzaamheid gemeenten onder druk De gemiddelde duurzaamheid van de Nederlandse gemeenten is in 2014 licht achteruitgegaan ten opzichte van 2013. Dit blijkt uit de ‘Nationale monitor duurzame gemeenten 2015’ van Telos. De gunstigste resultaten treden op bij Midden-Delfland, Rozendaal, Naarden, Bloemendaal en Houten. Het minst gunstig scoren Pekela, Oldambt, Nissewaard, Stadskanaal en Menterwolde. Onder de 17 gemeenten met 150.000 of meer inwoners scoort Utrecht het hoogst en Rotterdam het laagst.
afspraken voor voldoende zoetwater Nederland heeft dankzij zijn ligging relatief veel zoetwater, maar ook hier kunnen in droge perioden tekorten ontstaan. Voor minister Schultz van Haegen (IenM), regionale bestuurders en andere partijen reden om concrete afspraken om samen de beschikbaarheid van zoetwater voor de lange termijn veilig te stellen. Zo krijgt het IJsselmeer een buffer van 20 centimeter in het waterpeil, waaruit omliggende regio’s kunnen putten voor zoetwater. De uitdagingen op gebied van zoetwater verschillen per regio en dus zijn de gemaakte afspraken maatwerk. Naast het flexibele waterpeil in het IJsselmeergebied gaat het Rivierengebied bijvoorbeeld de fruitteelt efficiënter beregenen. Ook wordt de capaciteit van verschillende watergangen, zoals de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel, Oude- en Leidsche Rijn en Noordervaart, uitgebreid. Bij de hoge zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland is wateraanvoer beperkt mogelijk, omdat deze regio’s afhankelijk zijn van regenval. In deze gebieden wordt ingezet op zuinig omgaan met en het beter vasthouden van beschikbaar water door bijvoorbeeld beekherstel en peilgestuurde drainage. Daarnaast worden er in Zeeland zoetwatervoorraden in de bodem aangelegd waaruit ‘s zomers water kan worden onttrokken.
In de monitor heeft Telos de duurzaamheidsprestaties van alle 393 Nederlandse gemeenten tegen het licht gehouden. Dit is gedaan op basis van 106 indicatoren. Uit de monitor blijkt dat de gemiddelde duurzaamheidsscores licht, maar statistisch significant, zijn gedaald van 50,02% naar 49,85%. Dit is vooral te wijten aan de doorwerking van de economische crisis. Deze leidt zowel tot een teruggang van het sociaal-culturele als van het economische ‘kapitaal’. Ten aanzien van het ecologische kapitaal is een licht positieve ontwikkeling zichtbaar. Deze is overigens eveneens deels te verklaren uit de laatste recessie: minder economische activiteit leidt immers tot minder uitstoot van vervuilende stoffen. Daarnaast is de verbeterde score ook het gevolg van een succesvolle doorwerking van het gevoerde milieubeleid. Onder de gemeenten met meer dan 150.000 inwoners scoort Utrecht het hoogst op totale duurzaamheid en Rotterdam het laagst. Per kapitaal zijn er duidelijke verschillen. Voor het ecologisch kapitaal scoort het nog jonge Almere het hoogst en Zaanstad het laagst, terwijl op sociaal-cultureel gebied Haarlem het hoogst scoort en Rotterdam het laagst. Op economisch gebied heeft Groningen de hoogste en Zaanstad opnieuw de laagste resultaten. De gemeenten met de hoogste scores in ons land liggen doorgaans zowel in groen gebied als in de nabijheid
In zes bestuursovereenkomsten zijn afspraken vastgelegd over de financiering, planning, uitvoering en verantwoording over de programmering van zoetwatermaatregelen voor 2016 en verder. De ondertekening van deze overeenkomsten is een mijlpaal in de uitvoering van het vorig jaar aangenomen Deltaprogramma. Met de ondertekening wordt invulling gegeven aan de deltabeslissing Zoetwater. Dit is een
7
7
milieu
compact
van grote gemeenten waar veel inwoners naar toe pendelen om te werken. Deze mensen combineren de gunstige groene en sociale kwaliteiten van de eigen woonomgeving met de vaak betere economische kansen van de nabijgelegen grote stad.
ciaal-cultureel kapitaal. Bij kleinere gemeenten is de situatie precies omgekeerd. Beide effecten compenseren elkaar, waardoor per saldo de totale duurzaamheidsscore van beide typen gemeenten niet significant afwijkt van het gemiddelde beeld. Dat is wel het geval bij de middelgrote gemeenten. Zij hebben niet de economische voordelen van de grotere gemeenten maar wel vergelijkbare lagere scores op sociaal-cultureel kapitaal, waardoor de totaalscore voor de middelgrote steden lager is dan gemiddeld. Bij hen bieden de economische kansen, zo lijkt het, minder mogelijkheden om de sociaal-culturele vraagstukken op te pakken. Daarom is extra aandacht van de overheden voor het ontwikkelperspectief van middelgrote gemeenten nodig.
In het oog springend is het belang van regionale wisselwerking. Kansen voor een duurzame ontwikkeling op gemeenteniveau moeten per definitie worden geplaatst in een ruimer, stadsregionaal perspectief, zo blijkt uit het onderzoek. Het vraagt van gemeenten om voortdurend te schakelen tussen verschillende geografische en bestuurlijke schalen. Onderlinge samenwerking in regio’s is dan ook geen teken van bestuurlijke drukte, maar van een sterkere inzet op eigen ontwikkelkansen. Opmerkelijk is dat met name de grote steden achterlopen bij de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval. Niet alleen Rotterdam, ’s-Gravenhage en Amsterdam scoren laag, ook steden als Utrecht, Arnhem en Groningen. Vooral het GFT en oud papier wordt minder gescheiden ingezameld. Hoogbouw maakt de gescheiden inzameling weliswaar lastiger, maar veel gemeenten hebben daar toch oplossingen voor gevonden in de vorm van publieke inzamelpunten.
Een pdf van de monitor staat op ‘www.telos.nl’ en ‘www.waarstaatjegemeente.nl’. Persbericht Telos/Tilburg University, 10-09-2015
KlImAAtBElEID
Een andere opvallende uitkomst is dat de energietransitie naar een klimaatneutrale samenleving in het oosten van het land minder vorm krijgt. Amsterdam en Rotterdam lopen hierin juist voorop. Grotere gemeenten bieden meer mogelijkheden tot toepassing van innovatieve oplossingen en tot beperking van het gas- en elektriciteitsverbruik. Factoren die daarbij een rol spelen zijn schaalvoordelen, meer open staan voor technologische vernieuwing en compactere woningbouw. Windenergie wordt, in overeenstemming met de plannen tot 2020, vooral langs de kusten van de Noordzee en in Flevoland aangetroffen. Het praktisch afwezig zijn van windmolens in het oosten van het land kan een punt van discussie worden. Bij zonnestroom doet zich niet zo’n Oost-West polariteit voor, maar ook hier zijn er gemeenten die gemiddeld lagere resultaten laten zien. Dit geldt met name voor minder welvarende gemeenten in Noord-Nederland, een deel van Gelderland en in Zeeland.
winnaars Europese finale Cleantech Start-Up Competitie ClimateLaunchpad is de grootste cleantech start-up competitie van Europa met als primaire focus klimaatverandering. Voor de finale van de 2015-editie stuurden ruim 700 start-ups uit 28 landen hun business ideeën in. De eerste prijs ging naar Desert Control uit Noorwegen. Zij hebben het zogeheten Nano Clay ontwikkeld om de woestijnen en andere gebieden die met droogte te maken hebben, op een zeer snelle manier te transformeren naar productieve landbouwgrond. De tweede prijs ging naar Arctus (IJsland) en de derde prijs naar ReLaDe (Estland). Sinds begin dit jaar doorliepen alle deelnemers een veeleisend programma om hun businessmodel, waardepropositie en pitch te verbeteren. De drie winnaars worden toegelaten tot het prestigieuze Accelerator Programma van Climate-KIC. Dit is het 18 maanden durende businessprogramma voor cleantech ondernemers. Persbericht ClimateLaunchpad, 04-09-2015
Extra aandacht nodig voor middelgrote gemeenten. Uit de analyses blijkt dat grote gemeenten aanzienlijk hogere resultaten behalen op economisch kapitaal, maar aanzienlijk lagere op so-
8
8
milieu
compact
merendeel rijdt per autorit maximaal 50 kilometer. Kleine ritjes dus. De gemiddelde actieradius van een elektrische auto is 120 kilometer. Persbericht Natuur en Milieu, 02-09-2015
DUUrzAmE ONtwIKKElING
zuid-Holland heeft wereldprimeur met stroom uit levende planten
prijs grootste obstakel om elektrische auto te kopen
De provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap Delfland hebben de techpionier Plant-e de opdracht gegeven om in het natte grasland bij de provinciale weg N470 stroom op te wekken uit levende planten en bodembacteriën. Het is het eerste gebied ter wereld waar de nieuwe manier van stroomwinning op grote schaal langdurig wordt getest. Half september 2015 gaan de schoppen de grond in om een proefopstelling te installeren, waarmee de berm langs de N470, tussen Delfgauw en Pijnacker, verandert in een duurzame energiebron. Volgens Plant-e directeur Marjolein Helder is de proefopstelling in Zuid-Holland voor haar bedrijf een grote stap om te zorgen dat het systeem een volwassen alternatief wordt om duurzaam energie op te wekken. De testresultaten worden gebruikt om de technologie verder te ontwikkelen en zo de opbrengst per vierkante meter begroeiing te optimaliseren.
1 op de 3 Nederlanders denkt over 10 jaar elektrisch te rijden, blijkt uit onderzoek van Natuur & Milieu. Ook staat een meerderheid (54%) positief tegenover elektrisch rijden. 58% vindt dat er meer elektrische auto’s in Nederland moeten rijden. Geld besparen op brandstof (61%), bijdragen aan schonere lucht (58%) en minder CO2 uitstoot (46%) zijn de belangrijkste redenen om elektrisch te rijden. Minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen speelt bij 45% van de ondervraagden een rol. De prijs van een elektrische auto vormt voor consumenten echter het grootste obstakel om elektrisch te rijden. 66% van de Nederlanders vindt dat de overheid elektrisch rijden meer moet stimuleren. Een zelfde groep vindt dat de overheid subsidie moet geven op elektrisch rijden. Slechts 13% vindt dat de overheid niets moet doen om elektrisch rijden te stimuleren. Gezien de uitkomst van het onderzoek is de milieuorganisatie een petitie gestart waarin zij pleit voor een aanschafpremie op een elektrische auto voor consumenten. In de petitie wordt de staatssecretaris van Financiën opgeroepen om tijdelijk een premie beschikbaar te stellen aan iedereen die een elektrische auto aanschaft. Voor consumenten in Noorwegen, Frankrijk en Engeland is dit al het geval én een succes. In Noorwegen is een kwart van alle nieuw verkochte auto’s elektrisch. Ook Duitsland heeft soortgelijke plannen. De aanschafsubsidie is afhankelijk van de prijs van de elektrische auto die men koopt, maar bedraagt ongeveer 5.000 euro. Samen met een coalitie van ANWB, RAI, BOVAG en VNA pleitte Natuur & Milieu in juni al voor dit fonds, als voorstel voor de autobelastingen tot 2021 waarover de Tweede Kamer binnenkort besluit. Zonder stimulering van elektrisch rijden voor de consument raakt Nederland haar koploperspositie kwijt.
Plant-e ontving eerder deze maand een prijs voor hun innovatie uit handen van het World Economic Forum, bedoeld voor veelbelovende techpioniers. Het bedrijf treedt hiermee in de voetsporen van Google, Airbnb en Twitter. Persbericht provincie Zuid-Holland, 28-08-2015 ameland krijgt groot zonnepark Eerdaags start de bouw van een groot zonnepark op Ameland. Dat maakte mede-initiatiefnemer Eneco onlangs bekend. Het 7,4 miljoen euro kostende project moet begin 2016 worden opgeleverd. In Zonnepark Ameland, zoals het project heet, worden 23.000 zonnepanelen geïnstalleerd op het terrein van vliegveld Ballum. Met een piekvermogen van 6 megawatt kunnen deze stroom opwekken voor de ruim 1500 huishoudens op het eiland. Ameland sprak eerder al zijn wens uit in 2020 volledig energieneutraal te zijn.
Van alle huidige elektrische autorijders in Nederland is 95% leaserijder. Veel belastingvoordelen voor elektrisch rijden zijn de afgelopen jaren naar leaserijders gegaan. Terwijl de elektrische auto juist zo geschikt is voor de consument. Het
9
Voor Zonnepark Ameland werkt Eneco samen met de gemeente Ameland en de Amelander Energie Coöperatie. ANP.nl
9
milieu
compact
Natuur en Milieu zoekt zonnedelers
af. Bij gerichte inspecties in 2012 waren nog maar 30% van de saneringen door deze bedrijven correct. In 2014 is dit percentage gestegen naar 54%. In twee jaar tijd is de naleving van de wetgeving door gecertificeerde bedrijven bijna verdubbeld. Volgens de Inspectie is dit mede te danken aan de goede samenwerking met de branche. Maar dit is geen reden om de inspectiedruk te verminderen. “Het asbestrisico vraagt voorlopig nog onze volle aandacht”, stelt Inspecteur-generaal Van den Bos in de ‘sectorrapportage asbest 2015’. Asbest is in Nederland vooral in gebouwen en installaties van voor 1994 te vinden. In dat jaar werd een totaalverbod op import, productie en gebruik van toepassing. Toch wordt asbest vandaag de dag nog wereldwijd geproduceerd, bijvoorbeeld in landen als China, Brazilië en Rusland. De kans is dan ook reëel dat nieuwe producten uit deze landen asbest kunnen bevatten. Het probleem is dus voorlopig nog niet de wereld uit.
Iedereen kan nu voor zonne-energie kiezen: ook als men geen geschikt dak of over een klein budget beschikt. Via ZonnepanelenDelen kan men vanaf 25 euro eenvoudig meedoen met collectieve zonne-energieprojecten Iedere deelnemer deelt mee in de opbrengst en men krijgt aan het einde van de looptijd de inleg terug. Kijk voor meer informatie op de website ZonnepanelenDelen. Nieuwsbrief Natuur en Milieu, 03-09-2015 Nieuwe technologie maakt brak water zoeter voor landbouw De Nederlandse start-up Fource heeft een techniek ontwikkeld waarmee brak ondiep water geschikt wordt gemaakt voor de landbouw. Doel hiervan is de voedselproductie minder kwetsbaar te maken voor verzilting. Fource won met de technologie de eerste prijs van ‘Water Republic: de Innovatie Editie’ tijdens Sail Amsterdam. Het wat wordt niet helemaal zoet, maar wel iets zoeter waardoor het geschikt wordt voor de grondgebonden geïrrigeerde landbouw. Beperkte ontzilting is volgens de start-up vaak al genoeg om landbouw te bedrijven in gebieden die daar anders net niet geschikt voor zouden zijn of waar verzilting zou optreden. In sommige gebieden kan de inzet van de technologie het verschil zijn tussen wel of geen voedselproductie. De onderliggende techniek van milde ontzilting, CapDi, is ontwikkeld door het bedrijf Voltea. CapDi verwijdert de zoutionen uit het water, terwijl andere technologieën het tegenovergestelde doen: ze onttrekken water uit de zoutoplossing. Van Fource is inmiddels een prototype ontwikkeld. Eerder eindigde Fource al op de tweede plaats tijdens de Nederlandse ronde van de Climate-KIC. www.duurzaambedrijfsleven.nl
Asbestvezels zijn zeer schadelijk, jaarlijks overlijden er door de gevolgen van asbest tussen de 900 en 1300 mensen. Verwijdering van asbest hoort door gecertificeerde bedrijven te gebeuren. Elk gecertificeerd bedrijf wordt gemiddeld één keer in de twee jaar geïnspecteerd. Bedrijven waarbij overtredingen zijn geconstateerd worden daarna regelmatig door de Inspectie bezocht. Niet alleen worden hoge boetes gegeven, maar de Inspectie kan bij herhaalde overtredingen het bedrijf ook voor een aantal maanden stilleggen. Dit is de afgelopen jaren verschillende malen gebeurd. Ook kan het certificaat door de cki (certificerende en keurende instelling) worden ingetrokken. De Inspectie ziet echter dat sommige bedrijven via ontwijkconstructies doorwerken. Wanneer een bedrijf zijn certificaat dreigt te verliezen of het bedrijf wordt mogelijk stilgelegd, zet men de werkzaamheden voort onder een andere rechtspersoon. Volgens de Inspectie wordt hiermee het “vertrouwen in het certificeringstelsel en het imago van de branche ernstig geschaad”. Op dit moment worden hiertegen maatregelen getroffen, zoals het aanscherpen van de certificatieschema’s en aanpassingen van het Arbobesluit.
HANDHAVING
De inzet van de Inspectie blijft de komende jaren dan ook gericht op ‘hard optreden waar nodig’ en ‘samenwerken waar mogelijk’. De asbestketen is zo sterk als de zwakste schakel. Het versterken van alle schakels in de asbestketen is van groot belang. De Inspectie SZW zal om dit te bereiken de samenwerking met medetoezichthouders als gemeenten, omgevingsdiensten en de Raad voor
aantal asbestovertredingen vermindert De strenge en intensieve aanpak van de Inspectie SZW in de asbestsector is duidelijk merkbaar. Zowel het aantal overtredingen door gecertificeerde saneringsbedrijven als door malafide verwijderaars neemt
10
10
milieu
compact
Accreditatie intensiveren. De verwachting is dat alle 29 omgevingsdiensten in Nederland het toezicht op de asbestsanering door bedrijven als onderdeel van hun basistakenpakket gaan uitvoeren. Daarnaast wil de Inspectie meer aandacht geven aan de rol en verantwoordelijkheid van opdrachtgevende partijen in de asbestsector. Immers, de opdrachtgever heeft er alle belang bij dat asbest op een veilige en correcte wijze wordt verwijderd. Persbericht Inspectie SZW, 24-08-2015
zigheid van asbest in bodem. Deze is afgestemd met de eveneens aangepaste NEN 5897 voor het asbestonderzoek naar de (mogelijke) aanwezigheid van asbest in bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat. Voor de analyse van de monsters in het laboratorium is ook een verbeterde en uniforme werkwijze opgesteld. Dit is ondergebracht in de nieuwe norm NEN 5898 ‘Bepaling van het gehalte aan asbest’. Persbericht NEN, 28-08-2015
Norm voor risicobeoordeling asbesthoudende materialen herzien
EUrOPESE UNIE
Met NEN 2991 kunnen blootstellingsrisico’s aan asbest worden beoordeeld. Het gaat hierbij om gebouwen, woningen, constructies, objecten en leegstaande bouwwerken waarin asbesthoudende materialen zijn verwerkt. Een herziening van deze norm was noodzakelijk door wijzigingen in wet- en regelgeving en herziening van de certificatieschema’s op het gebied van asbest. In de nieuwe versie is afstemming gezocht met de SC-540 (asbestinventarisatie). Een risicobeoordeling conform NEN 2991 dient in principe als een aanvulling op een asbestinventarisatie. In spoedeisende situaties kan deze norm ook als zelfstandige methode worden uitgevoerd. De norm is niet bedoeld als eindcontrole na asbestverwijdering (gebruik hiervoor NEN 2990:2012).
Commissie wil energie-efficiëntie duidelijker maken Als onderdeel van de in februari 2015 gelanceerde strategie van de Energie-unie, heeft de Europese Commissie op 15 juli 2015 een voorstel gepubliceerd voor de herziening van de energie-etiketteringswetgeving (zie ook Milieu Compact nr. 142015). De voorgestelde herziening zorgt ervoor dat er samenhang en continuïteit is en dat klanten in staat zijn keuzes te maken waardoor zij energie en geld kunnen uitsparen.
Uit eerder onderzoek van de Gezondheidsraad bleek dat het noodzakelijk was om de toetsingswaarden voor asbest aan te scherpen. Daarom worden de bestaande NEN-normen, waaronder NEN 2991 en de certificatieschema’s op het gebied van asbest herzien. De nieuwe versie wordt aangewezen in het Bouwbesluit als bepalingsmethode voor de concentratie asbestvezels in de binnenlucht. Persbericht NEN, 07-09-2015
Wat houdt het voorstel precies in? Producten zijn momenteel ingedeeld in verschillende schalen (van A tot en met G, van A+++ tot en met D enz.). Om zowel consumenten van duidelijker informatie te voorzien over de energie-efficiëntie van producten als om de naleving door producenten en detailhandelaars te verbeteren, stelt de Europese Commissie een herzien energie-etiketteringssysteem voor, bestaande uit: 1. Eén enkele energie-etiketteringsschaal van A tot en met G: de Commissie stelt voor terug te keren naar de bekende en effectieve schaal voor energielabels van A tot en met G voor energie-efficiënte producten, en een procedure te starten om de schaal van de bestaande labels aan te passen. 2. Een digitale databank voor nieuwe energieefficiënte producten: De Commissie stelt voor alle nieuwe producten die op de EU-markt komen, in een online databank te registreren voor meer transparantie en eenvoudiger markttoezicht door de nationale autoriteiten.
werkwijze asbestonderzoek vernieuwd In Nederland wordt asbestonderzoek uitgevoerd volgens gestandaardiseerde meetmethoden, vastgelegd in NEN-normen. Deze methoden zijn ontwikkeld en vastgesteld door een brede groep stakeholders. Rondom asbestonderzoek is de afgelopen jaren veel veranderd, daarom zijn deze normen nu herzien. Met de publicatie van de nieuwe NEN 5707 en NEN 5897 sluit asbestonderzoek weer aan bij de huidige praktijk en beleid. NEN 5707 beschrijft de werkwijze voor de uitvoering (inspectie en monsterneming) van onderzoek naar de (mogelijke) aanwe-
11
11
milieu
compact
Dit voorstel is in overeenstemming met het beginsel “voorrang voor energie-efficiëntie” dat is opgenomen in de strategie voor de Energie-unie, die erop gericht is om het Europese energiesysteem duurzamer te maken door middel van weloverwogen keuzes door de consument.
de lidstaten, zodat zij niet langer veel moeite hoeven te doen om deze informatie bij fabrikanten en importeurs in te winnen. De databank zal het label en de productinformatie ook toegankelijk maken voor consumenten en handelaren en de digitalisering van het energielabel vergemakkelijken.
Waarom één enkel energielabel van A tot en met G?
Hoe wordt het nieuwe systeem ingevoerd?
Sinds 1995 is het energielabel van de EU een succes gebleken: 85% van de Europese consumenten gebruikt het bij de aankoop van producten. Het heeft ook innovatieve ontwikkelingen in de industrie gestimuleerd, waardoor de meeste van de producten op dit moment in de bovenste klassen zitten (A+++, A++ en A+) en de meeste andere klassen leeg zijn (in sommige gevallen zelfs klasse A). Een dergelijk positief resultaat maakt het nu voor de consument echter moeilijk de best presterende producten te onderscheiden. Hij zou kunnen denken dat hij met de aankoop van een product van klasse A+ een van de meest efficiënte producten op de markt heeft gekocht, terwijl dat in werkelijkheid soms een van de minst efficiënte producten is.
Het voorstel van de Commissie is naar het Europees Parlement en de Raad gestuurd. Zij zullen het voorstel bespreken en samen tot overeenstemming komen. Naar verwachting zal dit één jaar in beslag nemen. Zodra het voorstel van de Commissie door het Europese Parlement en de Raad van Ministers is goedgekeurd voert de Commissie de wetgeving voor de meeste producten in productgroepen met een energielabel binnen een termijn van vijf jaar uit. Wat verandert er? Voor producten die reeds op de markt zijn, verandert er niets. Nieuwe producten zullen worden verkocht met de nieuwe schaal. Oude labels, zoals die met een label A+ tot en met A+++, moeten door detailhandelaars worden verwijderd. Ook moeten producenten hun producten registreren. De informatie wordt toegankelijk voor de autoriteiten van de lidstaten om de controles op de naleving te vergemakkelijken en de transparantie te vergroten. De consument wordt geïnformeerd via specifieke voorlichtingscampagnes door de lidstaten, in samenwerking met de detailhandel.
Om het systeem voor consumenten overzichtelijker te maken en om het gemakkelijker te maken producten te vergelijken, stelt de Europese Commissie daarom voor één enkel energielabel van A tot en met G in te voeren. Dit zal de consument ertoe aanzetten de meest efficiënte producten te kopen, waardoor het energieverbruik wordt teruggebracht en de energierekening lager uitvalt.
Wat zijn de voordelen voor de consument?
Waarom een digitale databank voor nieuwe energie-efficiënte producten?
Het herziene energielabel zal de consument een extra besparing opleveren van minstens 15 euro per jaar dankzij 1) duidelijker informatie over de energie-efficiëntie van producten, 2) de mogelijkheid om producten te vergelijken, en 3) meer informatie over de producten, zoals prestaties, waterverbruik of het geluidsniveau. Dit komt bij de bestaande besparingen van 465 euro per jaar als gevolg van andere energiebesparende maatregelen, dus opgeteld 480 euro per jaar per huishouden.
Geschat wordt dat 10-25 % van de producten op de markt niet voldoet aan de eisen op het gebied van energie-etikettering. Plus dat ongeveer 10 % van de beoogde energiebesparing verloren gaat als gevolg van niet-naleving van de regels. Dit is voor een deel te wijten aan de zwakke handhaving door de nationale markttoezichtautoriteiten. Om de handhaving te versterken, stelt de Commissie voor een databank voor de registratie van producten op te zetten, waarin fabrikanten en importeurs hun producten registreren, en daarbij informatie uploaden die op grond van de geldende EU-wetgeving al verplicht is. Hierdoor wordt belangrijke informatie over de naleving van de productvoorschriften centraal toegankelijk voor wetshandhavingsinstanties in
Wat zijn de voordelen voor producenten en detailhandelaren? Het herziene energielabel zal de fabrikanten en de detailhandelaren een algemene meeropbrengst van meer dan 10 miljard euro per jaar opleveren dankzij 1) de versterking van een populair marketinginstru-
12
12
milieu
compact
ment, waarmee meer dan 85% van de consumenten bij de aankoop van producten rekening houdt, 2) een geringer risico op verwarring, wat leidt tot meer rechtszekerheid en betere naleving van de regels, en 3) minder administratieve lasten, dankzij de productregistratie en het downloaden van gedigitaliseerde labels. Dit komt nog bij de 55 miljard euro per jaar aan extra inkomsten als gevolg van andere energiebesparende maatregelenhttp://europa.eu/rapid/ press-release_MEMO-15-5350_nl.htm - _ftn2, waardoor het totaal op 65 miljard euro per jaar komt.
tien in het Midden-Oosten. Dat blijkt uit een analyse van het World Resources Institute (WRI), dat de toekomstige waterschaarste per land beoordeelde. Het WRI keek hierbij naar 167 landen. Negen van deze veertien landen zullen extreem belast worden: Bahrein, Koeweit, Palestina, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Israël, Saoedi-Arabië, Oman en Libanon. Het Midden-Oosten, dat op dit moment al de laagste waterzekerheid ter wereld heeft, is sterk afhankelijk van grondwater en ontzilt zeewater. In de nabije toekomst zal het gebied met extreme uitdagingen geconfronteerd worden. Het U.S. National Intelligence Council waarschuwt dat waterproblemen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten het risico op instabiliteit en het falen van staten zullen vergroten.
Wat zijn de voordelen voor de lidstaten? Het voorstel van de Commissie heeft ook tastbare voordelen voor de lidstaten. In de eerste plaats een vermindering van 10-15% van de aan markttoezicht bestede tijd, dankzij de productregistratiedatabank. Ander voordeel is vermindering van de administratieve lasten, aangezien het voorstel een verordening betreft die rechtstreeks toepasselijk is. Daarom hoeven de lidstaten de bepalingen niet om te zetten in nationale wetgeving.
Ook wereldmachten als China, India en de Verenigde Staten kampen al met waterproblemen. Naar verwachting zal het tekort in deze landen min of meer constant blijven, al zullen bepaalde gebieden (het zuidwesten van de VS en de provincie Ningxia in China) hun watertoevoer in 2040 waarschijnlijk met 40 tot 70 procent zien dalen. Meer lezen: bit.ly/1LA7vHQ www.wri.org
Wat zijn de voordelen voor het milieu? De huidige maatregelen op het gebied van energieetikettering besparen per jaar ongeveer 175 miljoen ton aardolie-equivalent aan primaire energie. Dat komt overeen met het jaarlijkse verbruik aan primaire energie van Italië of het jaarlijkse verbruik van ongeveer 60 miljoen huishoudens. De herziening van het energielabel van A tot en met G zal naar verwachting leiden tot extra besparingen gelijk aan het jaarlijkse energieverbruik van de drie Baltische landen samen (dat wil zeggen ongeveer 17 miljoen ton aardolieequivalent per jaar aan primaire energie).
Obama verdedigt proefboringen alaska De Amerikaanse president Barack Obama heeft in de State of the Union zijn besluit verdedigd om Shell toe te staan om proefboringen te houden in de Tsjoektsjenzee, ten noordwesten van Alaska. Milieuorganisaties vrezen voor een natuurramp in het poolgebied. Maar volgens de president wordt Shell gehouden aan de ‘strengst mogelijke voorschriften’ voor offshore boringen. Tegelijkertijd wees hij erop dat hij weinig keus had, aangezien zijn voorganger George W. Bush al een exploratievergunning had afgegeven aan Shell.
Voor meer informatie: http://tinyurl.com/pr72gkx Redactie
Obama kreeg de afgelopen weken kritiek dat hij een dubbele boodschap verkondigt, door enerzijds te pleiten voor minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en anderzijds Shell toestemming te geven om proefboringen te doen nabij Alaska. De president reageerde op die kritiek door te zeggen dat de transitie naar duurzame energie nog niet is voltooid en dat de Amerikaanse economie nog steeds olie en gas nodig heeft. “Zolang dat nodig is, vind ik dat we beter kunnen vertrouwen op binnenlandse productie dan op import.” FD.nl
INtErNAtIONAAl Ernstige watertekorten in Midden-Oosten in 2040 Van de 33 landen waar het tekort aan water in 2040 het meest nijpend wordt, liggen er maar liefst veer-
13
milieu
compact
Bijkomend voordeel is dat de katalysator enkel uit gangbare materialen bestaat. Zo is kobalt-porfyrine een onderdeel van vitamine B12, terwijl het grafiet van de elektrode vergelijkbaar is met een potloodpunt. De katalysator kost daarom slechts een paar euro. Vergelijkbare methodes om CO2 om te zetten in methaan maken vaak gebruik van zeldzame en dure metalen als platina.
wEtENSCHAP avans Hogeschool start Biopolymeren applicatie Centrum Avans Hogeschool opent in samenwerking met het bedrijfsleven eind dit jaar een onderzoekscentrum bij de nieuwe Techlog Campus in Breda. Dit Biopolymeer Applicatie Centrum (BAC) richt zich op de ontwikkeling van bioplastics gemaakt van natuurlijke grondstoffen, zoals maïs en suikerriet. Het BAC is een initiatief Rodenburg Biopolymers uit Oosterhout, in samenwerking met het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE). CoE BBE is een samenwerkingsverband van Avans en HZ University of Applied Sciences. De komst van het applicatiecentrum is volgens de initiatiefnemers broodnodig, omdat biopolymeren een duurzaam alternatief zijn voor reguliere kunststoffen en omdat potentiële eindgebruikers bioplastics nog niet grootschalig toepassen. De onderzoekers en studenten van het BAC gaan daarom aan de slag met nieuwe toepassingen en onderzoeken hoe bioplastics beter aan de man te brengen zijn. Op de externe locatie werken straks zo’n honderd studenten van tien verschillende opleidingen multidisciplinair samen voor opdrachtgevers uit het bedrijfsleven. Het gaat daarbij niet alleen om technische innovaties, maar eveneens om marketingonderzoek naar en ontwerp van nieuwe producten. Persbericht Avans Hogeschool, 03-09-2015
Koper hoopt dat via deze ontdekking zijn droom iets dichter binnen bereik komt: CO2 en water, de restproducten van brandstoffen, omzetten in nieuwe energie of bouwstenen voor de chemische industrie. Lukt dit via zonne-energie, dan biedt dit proces meteen ook een methode om duurzame energie op te slaan. “We wekken steeds meer elektriciteit op via zonnepanelen en windmolens, maar die energie wordt lang niet altijd direct gebruikt”, legt Koper uit. “Je wilt die daarom opslaan. Dat is de voornaamste, mogelijke toepassing van ons onderzoek: duurzame elektriciteit nuttig gebruiken bij de omzetting van water en CO2 naar waardevolle stoffen.” Het zal niettemin nog wel even duren voordat het zover is, denkt Koper. “Dit is iets van de lange adem en het zal nog wel vijftig jaar duren voordat we een methode hebben die waardevolle stoffen maakt en bovendien robuust, schaalbaar en betaalbaar is.” Persbericht Universiteit Leiden, 02-09-2015 Juridische samenwerking verbetert efficiëntie van windenergie op zee De Noordzeelanden moeten en kunnen bestaande obstakels in wet- en regelgeving wegnemen om de ontwikkeling van een grensoverschrijdend energienet op zee mogelijk te maken. Het stijgende aandeel hernieuwbare energie in de totale energiemix en de toenemende schaal van nieuwe offshore windprojecten die steeds verder in zee worden geplaatst maken een nieuwe aanpak noodzakelijk. Dit concludeert NWO-onderzoeker Hannah Müller in zijn promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Goedkope katalysator zet CO2 om in aardgas Een Leidse ontdekking helpt om van CO2 aardgas te maken én om duurzame energie op te slaan. De omzetting van het broeikasgas CO2 naar aardgas verloopt via een chemisch proces waarin CO2 door een zure oplossing borrelt. De oplossing bevat een grafietelektrode - waar een kleine negatieve spanning op staat - met daarop een katalysator van kobalt-porfyrine. Het was al langer bekend dat deze katalysator CO2 kan omzetten in koolmonoxide en methaan, maar daar kwam altijd ongewenst waterstof bij vrij. In hun onderzoek laten professor Marc Koper en promovenda Jing Shen voor het eerst zien hoe het proces werkt. Hierdoor weten zij precies wat de beste zuurgraad is om de hoeveelheid waterstof tot een minimum te beperken en zoveel mogelijk CO2 om te zetten en aardgas te produceren.
Op dit moment worden vrijwel alle windparken op zee via aparte kabels aangesloten op het nationale elektriciteitsnet. Dit brengt hoge kosten met zich mee. Een andere – recente – aanpak is clustering van windparken. Hierbij worden meerdere windparken via een offshore-transformatorplatform met één onderzeese kabel op het landelijke hoogspanningstransmissienet aangesloten. Ook overwegen de Noordzeelanden om windparken op twee of
14
14
milieu
compact
meer landen aan te sluiten. Nog een stap verder is een daadwerkelijk grensoverschrijdend net op zee. Hiervoor moeten de Noordzeelanden echter nog de nodige barrières in stimuleringsbeleid en wet- en regelgeving slechten, aldus Hannah Müller. “Ten eerste moeten de Noordzeelanden de netbeheerders verplichten om offshore infrastructuurplannen op te stellen. Dit is onder andere noodzakelijk om het clusteren van windparken mogelijk te maken. In een tweede stap moeten de betrokken landen hun nationale offshore infrastructuurplannen integreren tot één regionaal offshore infrastructuurplan. Op basis hiervan kunnen de netbeheerders de meest voordelige grensoverschrijdende projecten identificeren. Als deze projecten door de betrokken landen goedgekeurd worden, zou er een alternatief juridisch regime moeten gelden speciaal voor deze projecten. Dat betekent dus dat de bestaande rechtsregels tussen de Noordzeelanden niet geharmoniseerd hoeven worden, wat nog veel meer voeten in de aarde zou hebben.”
rendement op bij vergaande isolatiemaatregelen in combinatie met lage temperatuurverwarming. Daardoor neemt de technologie binnen nul-op-de-meter renovatie op dit moment al een dominante plaats in, dit in tegenstelling tot toepassing van warmtepompen in de traditionele renovatie. Maar zelfs bij een groot succes levert deze methode slechts 150 duizend extra warmtepompen op in 2020. Om dit doel te verdubbelen, is een substantiële bijdrage van de traditionele renovatieketen noodzakelijk. Dit lijkt in principe goed realiseerbaar, maar door sterke concurrentie en weerstand van onder andere partijen die de HR-ketel blijven promoten komt de haalbaarheid in de knel. Het onderzoek laat zien dat een integrale aanpak noodzakelijk is om de doelstelling te behalen, waarbij een bijdrage van zowel nul-op-de-meter renovatie als renovatie met labelstappen noodzakelijk is. In het rapport suggereren de onderzoekers voor beide renovatieketens maatregelen om de renovatie van woningen en de toepassing van de warmtepomp daarin te versnellen. Deze maatregelen vormen bewust een integraal pakket. Voor het succes van de warmtepomp is een systeemaanpak cruciaal. Persbericht Universiteit Utrecht, 07-09-2015
Volgens Müller zijn er onder meer uitzonderingen op het geldende EU-recht nodig. “Bijvoorbeeld over het verdelen van de beschikbare capaciteit van en de voorrang van hernieuwbare energie op het net. Deze uitzonderingen kunnen alleen in samenwerking met de EU worden verleend. Verder moeten de landen ook in eigen land regels aanpassen. De gezamenlijke Noordzee-projecten moeten vanaf het begin worden goedgekeurd door de nationale regelgevende autoriteiten en er moet een adequate kosten-batenverdeling plaatsvinden. Als laatste punt moeten de betrokken landen de nationale subsidieregelingen van toepassing verklaren op grensoverschrijdende windenergieprojecten. Als de EU en de betrokken landen deze juridische aanpassingen plegen, kunnen de eerste grensoverschrijdende windparken tot stand komen. Samen met de windparkclusters vormen zij het begin van een grensoverschrijdend net in de Noordzee.” Persbericht NWO, 02-09-2015
PUBlICAtIES windturbines op 10-12 mijl kosten duizenden banen Volgens het CBS bedraagt het economisch belang van het toerisme in de Hollandse kustplaatsen ca. 7,3 miljard euro per jaar. Als het toerisme in de Hollandse badplaatsen met 5% afneemt, dan leidt dat tot een negatief bestedingseffect van ca. 373 miljoen euro per jaar en een verlies van ruim 3800 banen. Bij de bouw van windturbines op 10-12 mijl zal een deel van de Nederlands vakantiegangers geheel uit Nederland verdwijnen. Dit leidt tot een uitstroom van de inkomsten uit het Nederlands toerisme met 100 miljoen euro per jaar.
Integrale aanpak voor warmtepomp meest kansrijk Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben onderzocht welke maatregelen kunnen bijdragen aan het realiseren van driehonderdduizend extra warmtepompen in 2020. Ze deden dit in samenwerking met de Dutch Heat Pump Association en BDH. Hieruit blijkt dat het succes van de warmtepomp sterk afhankelijk blijkt van de gekozen renovatiemethode. Een warmtepomp levert het hoogste
Het is voor de betrokken kustbewoners en bedrijfsleven daarom niet te bevatten, dat de gevolgen van het Energieakkoord worden afgewenteld op de kustregio. Hierdoor wordt het imago van de Hollandse kust voor langere tijd beschadigd, terwijl er reële alternatieven aangedragen zijn. Er zijn
15
milieu
compact
voldoende aanwijzingen dat de meerkosten van de aanleg van een windparklocatie uit het zicht IJmuiden Ver - bewust te hoog ingeschat worden. Alleen al het gebrek aan voldoende informatie wekt argwaan. Dit gebrek leidt ertoe dat de verwachte negatieve bestedingseffecten voor de BV Nederland hoger worden geschat dan de meerkosten van de aanleg van het park IJmuiden Ver. Persbericht Stichting Vrije Horizon, 04-09-2015
bepaald dat de Staat de emissies van broeikasgassen in Nederland in 2020 moet beperken tot een niveau van 25% onder de uitstoot in 1990. De Staat wil met hoger beroep zekerheid en eenheid in de rechtsvorming verkrijgen over de uitspraak van de rechtbank. In de uitspraak heeft de rechter voor het eerst overwogen dat de zorgplicht van de overheid een bepaalde minimale reductie van broeikasgassen in 2020 vereist. Het kabinet zet vraagtekens bij de omvang van de toetsing door de rechter van de aan de overheid toekomende beleidsruimte en de daarmee gepaard gaande afweging van uiteenlopende belangen. Aarzelingen zijn er ook over de wijze waarop de rechter daarbij het internationaal recht betrekt. Het gaat onder meer om de vraag of internationale verdragen en afspraken, zoals het Kyoto Protocol, die zich niet rechtstreeks tot burgers richten en die open normen bevatten op deze wijze kunnen doorwerken in het Nederlands recht. Tevens wil het kabinet een oordeel van een hoger rechtscollege over de wijze van invulling van de zorgvuldigheidsnorm. Vanwege de gevolgen voor het klimaatbeleid en omdat niet uit te sluiten valt dat de uitspraak van de rechtbank gevolgen heeft voor andere beleidsterreinen is het wenselijk om deze uitspraak te laten toetsen bij een hoger rechtscollege.
Duurzaamheid is een mythe Klimaatverandering, dreigende zoetwaterschaarste, botsing tussen de vrije wereld en de islam, mondiale mensenrechtenschendingen, uitputting van grondstoffen, het wankele economische systeem: de problemen waar wij voor staan zijn moeilijk te bevatten. Kan de filosofie helpen om houvast te vinden in een snel veranderende wereld? In zijn nieuwe boek ‘Beter weten’ betoogt Floris van den Berg dat duurzaamheid een mythe is. Sinds het verschijnen van het Rapport van de Club van Rome en er wetenschappelijke consensus is dat de mensheid de aarde aan het verruineren is, is er weliswaar veel gesproken over duurzaamheid, maar zijn de uitputting van de aarde en de vervuiling alleen maar toegenomen. We geloven allemaal dat het wel goed zal komen met het milieu. Maar die hoop en dat geloof zijn niet gebaseerd op feiten. Er is geen duurzaamheid. We zitten midden in een ecologische crisis waarin wij Russische roulette spelen met de levens van onze kinderen…. Van den Berg ziet geen hoop, maar wil desalniettemin een radicale poging doen om duurzaam te leven. Veganisme is daarbij een absolute noodzaak. Van den Berg brengt tal van de grote problemen samen in een consistente, rationele en holistische visie. Hoe moet ik mijn leven leiden? Hoe ziet een rationeel doordacht wereldbeeld eruit? Dat levert een fascinerend denkavontuur op over de grote vragen van het leven. Persbericht VBKU, 27-08-2015
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat, ook nu de Staat in hoger beroep gaat, zij begint met het uitvoeren van het vonnis. Reeds lopende onderzoeken, zoals het Interdepartementale Beleidsonderzoek ‘Effectiviteit IBO CO2 reductiemaatregelen’ (IBO CO2), zullen bouwstenen aandragen voor aanvullende maatregelen. Dit in aanvulling op het reeds ambitieuze klimaatbeleid van het kabinet. Het IBO CO2 wordt naar verwachting eind 2015 afgerond. Het kabinet zal u in de eerste helft van 2016 zijn standpunt toesturen over de uitkomsten van het IBO en daarbij tevens aangeven welke vervolgstappen zullen worden genomen. Daarnaast informeert het kabinet u dit najaar in verschillende brieven separaat over de stand van zaken van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid. IenM/BSK-2015/164914, 01-09-2015
rECHtSPrAAK
Bestemmingsplan en milieu-effectbeoordeling Kabinet in hoger beroep tegen Urgenda-uitspraak
Bij besluit van 13 maart 2014 heeft de raad van de gemeente Borger-Odoorn het bestemmingsplan “Hunebedcentrum” vastgesteld. De Afdeling overweegt dat de SLNOB ter zitting heeft erkend dat het plan niet voorziet in een themapark van 10 hectare
De Staat gaat in beroep tegen het vonnis van de Rechtbank Den Haag van 24 juni 2015, waarin is
16
16
milieu
compact
of meer. Ook heeft de SLNOB ter zitting gesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat het Hunebedcentrum 250.000 bezoekers zal krijgen, zolang het Hunebedcentrum geen grotere oppervlakte krijgt. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad zich, mede gelet hierop, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het niet aannemelijk is dat het plan leidt tot een bezoekersaantal van meer dan 250.000. De SLNOB heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van cumulatie met Geopark de Hondsrug en met het Wildpark. Daartoe overweegt de Afdeling dat Geopark de Hondsrug een aanduiding is voor een groot geografisch gebied, het Hondsruggebied, dat zich uitstrekt van Groningen tot Emmen. Het Wildpark is op ongeveer 7 à 8 kilometer afstand gelegen. Voorts is in de vormvrije m.e.r.-beoordeling aan de hand van de selectiecriteria, als bedoeld in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling beoordeeld of kan worden uitgesloten dat de voorziene ontwikkelingen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zullen hebben. In de vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt na toetsing van een aantal aspecten zoals geluid, landschap, cultuurhistorie, verkeer en natuur geconcludeerd dat het maken van een MER niet noodzakelijk is. In hetgeen de SLNOB heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat aan de vormvrije m.e.r.-beoordeling zodanige gebreken kleven of dat deze zodanige leemten in kennis bevat dat de raad de vormvrije m.e.r.-beoordeling niet ten grondslag heeft kunnen leggen aan de plannen. Gelet op de vormvrije m.e.r.-beoordeling heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de voorziene ontwikkelingen geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Er behoefde derhalve geen MER te worden gemaakt. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 29-07-2015, nr. 201403816/1/R4
voor haar bedrijfsactiviteiten en de uitbreiding daarvan. Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid de binnengrens van de geluidzone, die gelijk is aan de buitengrens van het industrieterrein, heeft kunnen vaststellen zoals hij heeft gedaan. In paragraaf 4 van de plantoelichting staat dat gronden op geluidgezoneerde industrieterreinen voor bedrijven uit de hogere milieucategorieën relatief schaars zijn, zodat het van belang is dat de wel beschikbare gronden optimaal worden benut. Hierbij wordt gewezen op de toelichting bij artikel 8 van de Verordening Ruimte van Zuid-Holland, waarin staat dat met het bieden van (milieu)ruimte voor bedrijven vanaf milieucategorie 4 een provinciaal belang is gediend. Voor een optimale benutting van de gronden van het bestaande industrieterrein dient daarom te worden voorzien in voldoende geluidruimte. Daartoe is voor een deel van de gronden op het industrieterrein een geluidreservering opgenomen. Uit het akoestisch onderzoek volgt dat bij 21 woningen - met een relevante geluidbelasting vanwege industrielawaai van meer dan 50 dB(A) - de gecumuleerde geluidbelasting met 2 dB of meer toeneemt. Voor andere woningen met een relevante geluidbelasting vanwege industrielawaai van meer dan 50 dB(A) blijft de toename van de cumulatieve geluidbelasting beperkt tot maximaal 1 dB, waarvan de raad het effect zeer beperkt acht. Gelet hierop geeft het aangevoerde geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat - ondanks de verruiming van de geluidzone - geen sprake is van een onaanvaardbare toename van de geluidbelasting ter plaatse van de woningen in de geluidzone. Het betoog faalt. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 29-07-2015, nr. 201311782/1/R4
Bestemmingsplan en geluidzone industrieterrein
Omgevingsvergunning vergroten mestbassin en één inrichting
Bij besluit van 16 oktober 2013 heeft de raad van de gemeente Gouda het bestemmingsplan “Geluidszone Industrieterrein Hollandsche IJssel” vastgesteld. Gelet op de definitie van industrieterrein in artikel 1 van de Wgh kunnen ook andere functies dan zogenoemde grote lawaaimakers op geluidgezoneerde industrieterreinen worden toegelaten. Daarbij komt de raad beleidsvrijheid toe. De raad heeft toegelicht dat de bedrijfswoningen tot de inrichting van Croda behoren. Voorts heeft de raad toegelicht dat het door hem als gezoneerd industrieterrein aangewezen gebied kan worden aangewend door Croda
Bij besluit van 6 mei 2014 heeft het college van B&W van Bellingwedde een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van een mestbassin. De rechtbank heeft overwogen dat het mestbassin niet één inrichting vormt met het melkrundveebedrijf, reeds omdat de afstand tussen het bassin en het bedrijf zodanig is dat geen sprake is van installaties die in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen. Aan het betoog van appellant dat bindingen tussen de installaties bestaan, is de rechtbank niet toegekomen. Zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 10 juni 2015 in zaak nr. 201406636/1/A4 is het
17
milieu
compact
aan de aanvrager te bepalen voor welke (veranderingen van de) inrichting hij vergunning wenst te verkrijgen. Het college dient op de grondslag van die aanvraag te beoordelen of vergunning kan worden verleend. Het college heeft bij de beoordeling van de aanvraag dus terecht tot uitgangspunt genomen dat enkel vergunning is gevraagd voor het mestbassin als de inrichting. Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van vergunninghouder om de inrichting in overeenstemming met de gevraagde en verkregen vergunning in werking te hebben. Indien in de praktijk, in afwijking van het gestelde in de aanvraag, het mestbassin één inrichting vormt met de melkrundveehouderij, mag deze inrichting niet in werking zijn zonder dat daarvoor een vergunning is verleend. Echter, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, is gelet op de afstand tussen het mestbassin en de melkrundveehouderij van hemelsbreed circa 900 m geen sprake van installaties die in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, zodat reeds hierom geen sprake is van één inrichting in de zin van artikel 1.1, vierde lid, van de Wet milieubeheer. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 29-07-2015, nr. 201500691/1/A4
ook niet in geschil dat sprake is van een uit akoestisch oogpunt overbelaste situatie. Uit het bestreden besluit blijkt niet waarom de raad van mening is dat een toename van de geluidsbelasting, hoe gering ook, onder die omstandigheden desondanks aanvaardbaar is. De enkele stelling van de raad dat de verwachte toename van geluidbelasting niet hoorbaar is en daarom niet zal leiden tot een toename van ondervonden hinder, acht de Afdeling in dit verband onvoldoende draagkrachtig en zij verwijst daartoe naar de uitspraak van de Afdeling van 7 april 2010 in zaak nr. 200806952/1/R1. Daarbij neemt de Afdeling tevens in aanmerking dat ter zitting is toegelicht dat een substantiële afname van de geluidbelasting kan worden bereikt met de oprichting van een geluidscherm, maar onduidelijk is gebleven of, en zo ja, wanneer een geluidscherm zal worden gerealiseerd. Onder deze omstandigheden is de Afdeling van oordeel dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd dat het plan in zoverre strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:46 van de Awb. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 05-08-2015, nr. 201405450/1/R4
Bestemmingsplan en aanvaardbaarheid toename geluidbelasting
Dwangsom tot beëindiging breken van puin in open lucht en bevoegdheid handhaving
Bij besluit van 10 juni 2014 heeft de raad van de gemeente Zwijndrecht het bestemmingsplan “Woonzorgcentrum, Heerjansdam” vastgesteld. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft in opdracht van de raad onderzoek verricht naar optredende geluidemissies van spelende kinderen op het schoolplein, de toename door reflecties van het te realiseren woonzorgcentrum berekend en de resultaten van dat onderzoek neergelegd in het rapport “Akoestisch onderzoek schoolplein Sportlaan 6 te Heerjansdam” van 14 april 2014. De kanttekeningen die appellant bij het akoestisch rapport heeft geplaatst, heeft de raad in het verweerschrift weerlegd. Gelet daarop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich bij het nemen van het bestreden besluit niet op het akoestisch rapport had mogen baseren. Uit het akoestisch rapport kan weliswaar worden afgeleid dat de toename van de geluidbelasting als gevolg van de realisering van het woonzorgcentrum beperkt is tot maximaal 0,2 dB, maar daaruit blijkt tevens dat voor de woning van appellant hoge waarden zijn gemeten variërend van ongeveer 67 tot 70 dB(A) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en van 77 tot 85 dB(A) voor het maximale geluidniveau. Tussen partijen is dan
Bij besluiten van 30 november 2012 heeft het college van GS van Zuid-Holland appellante sub 2 onder oplegging van een dwangsom gelast het zonder vergunning breken van puin in de open lucht op het perceel in kwestie te beëindigen en beëindigd te houden. Bij besluit van 11 juli 2013 heeft het college de door appellante sub 2 daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. Bij besluiten van 18 juli 2013 heeft het college appellante sub 2 onder aanzegging van bestuursdwang gelast het breken van puin in de open lucht uiterlijk op 24 juli 2013 te beëindigen en beëindigd te houden. Om te voorkomen dat de uitoefening van bestuursdwang wordt gefrustreerd, heeft het college appellante sub 2 tevens onder oplegging van een dwangsom gelast de verankering van de puinbreker niet te verbreken noch op andere wijze het breken van puin in de open lucht voort te zetten. Vast staat dat het college ten tijde van het nemen van het besluit van 11 juli 2013 op grond van artikel 6.7 van het Besluit omgevingsrecht mede handhavingsbevoegd was met betrekking tot de inrichting. Artikel 6.7 van het Bor is per 1 januari 2014 komen te vervallen. De bevoegdheid tot handhavend op-
18
18
milieu
compact
treden berust vanaf dat moment uitsluitend bij het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht. Dit maakt echter niet dat de voor 1 januari 2014 door het college bevoegd opgelegde en in bezwaar gehandhaafde last onder dwangsom, op grond waarvan het college tot invordering is overgegaan, zijn rechtskracht heeft verloren. Hetzelfde geldt voor de eveneens voor 1 januari 2014 bevoegdelijk genomen invorderingsbeschikking. Er bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het college, behoudens verjaring van de bevoegdheid, in dit geval niet tot feitelijke invordering van het verschuldigde bedrag kan overgaan. Ook de bijlage bij de door appellante sub 2 genoemde brief van de staatssecretaris, wat daar verder van zij, moet zo worden begrepen dat de staatssecretaris niet heeft bedoeld dat voor 1 januari 2014 de feitelijke invordering moet hebben plaatsgevonden. Voor het oordeel dat aan het hoger beroep het procesbelang zou zijn komen te ontvallen, bestaat geen grond. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 05-08-2015, nr. 201406288/1/A4
de Wet milieubeheer gedane melding op 22 april 2014. Ingevolge artikel 5.16, derde lid, van de Wet milieubeheer is voor ontwikkelingen die zijn opgenomen in het NSL geen afzonderlijke beoordeling van de effecten op de luchtkwaliteit meer nodig. De omstandigheid dat het tracébesluit gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit kan dan ook, gelet op artikel 5.16, eerste lid, aanhef en onder d, samen met het tweede lid, onder d, van de Wet milieubeheer, niet aan de vaststelling van het tracébesluit in de weg staan. Voorts hebben appellant sub 1 en anderen de conclusie uit de memo effecten op de luchtkwaliteit dat het tracébesluit niet leidt tot een overschrijding van de concentraties zwevende deeltjes (PM10) alsmede de juistheid van het standpunt van de minister dat wanneer aan de grenswaarde voor zwevende deeltjes (PM10) wordt voldaan, eveneens wordt voldaan aan de grenswaarde voor zeer fijn stof (PM2,5), niet bestreden. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 05-08-2015, nr. 201501327/1/R6
Tracébesluit a59 Drongelens Kanaal en luchtkwaliteit
Uitspraken op website Milieu Compact
Bij besluit van 8 december 2014 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu het tracébesluit “A59 Drongelens Kanaal” vastgesteld. De minister stelt dat het tracébesluit valt onder het NSL. In het kader van het NSL wordt de luchtkwaliteit gemonitord om te voorkomen dat de grenswaarden voor onder meer de concentraties zwevende deeltjes (PM10) en de concentraties zeer fijn stof (PM2,5) worden overschreden, aldus de minister. Voorts wijst de minister op de aan het tracébesluit ten grondslag gelegde memo “Effecten op de luchtkwaliteit t.h.v. het Drongelens kanaal in de A59 bij Waalwijk als gevolg van de realisatie van een weefvak op de noordbaan en snelheidsverhoging van 70 km/u naar 100 km/u (beide richtingen)” opgesteld door Rijkswaterstaat op 11 december 2013 (hierna: memo effecten op de luchtkwaliteit) waaruit blijkt dat het tracébesluit niet leidt tot een overschrijding van de concentraties zwevende deeltjes (PM10). Volgens de minister zal wanneer aan de grenswaarde voor zwevende deeltjes (PM10) wordt voldaan, eveneens worden voldaan aan de grenswaarde voor zeer fijn stof (PM2,5). Het NSL is vastgesteld op grond van artikel 5.12, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Het project A59 Drongelens Kanaal waarop het tracébesluit ziet, is als project aan het NSL toegevoegd bij een op grond van artikel 5.12, eerste lid, van
De volgende recente uitspraken zijn op de website van Milieu Compact in te zien (knop ‘Archief’): Bestemmingsplan en 5 dB-aftrek bij snelheden van maximaal 30 km/u zie www.RaadvanState.nl; ABRS 29-07-2015, nr. 201304862/3/R2 Omgevingsvergunning plattelandswoning en aanvaardbaar woon- en leefklimaat zie www.RaadvanState.nl; ABRS 29-07-2015, nr. 201408339/1/A1 vergunningen Nbw voor varkenshouderij en aantasting Natura 2000-gebied zie www.RaadvanState.nl; ABRS 05-08-2015, nr. 201500495/1/R2 Bestemmingsplan en bevoegd gezag verklaring van geen bedenkingen zie www.RaadvanState.nl; ABRS 05-08-2015, nr. 201402159/1/R4
19
milieu
compact
ming bestuursrecht-strafrecht, de afstemming bestuur en het Openbaar Ministerie/de politie en de informatie-uitwisseling. De conclusie van het onderzoeksbureau is dat het stelsel zich in relatief korte tijd aantoonbaar positief heeft ontwikkeld. Dit heeft een impuls gegeven aan het verbeteren van de uitvoering van VTH-taken, de afstemming tussen handhavingspartners, de governance en terugdringen van bestuurlijke drukte en het creëren van een gelijk speelveld. Het stelsel toont ontwikkelkracht in het oplossen van problemen die zich voordoen en heeft potentie om zich verder te ontwikkelen.
OmGEVINGSVErGUNNING / wABO Nieuwe versie Omgevingsloket Na 2.11.1 en 2.11.2 (april en juli 2015) is begin september de versie 2.11.3 van het Omgevingsloket op de oefenomgeving geplaatst (inr.omgevingsloket.nl). Eind van de maand volgt plaatsing van de nieuwe versie op de productieomgeving (www.omgevingsloket.nl).
Het onderzoeksbureau constateert dat de Brzotaken conform hierboven genoemde maatstaven worden uitgevoerd. Verder heeft de opschaling naar 29 omgevingsdiensten de afstemming tussen straf- en bestuursrecht flink vereenvoudigd. Echter de afstemming tussen de bestuur- en strafrechtketen is nog pril, omdat de omgevingsdiensten, maar ook politie en veiligheidsregio’s, zich de afgelopen periode vooral hebben gericht op het opbouwen van hun eigen organisaties. Ook bij de overige onderzochte taken is een aantal knelpunten in de uitvoering geconstateerd, dat nog moeten worden opgelost. Het onderzoeksbureau doet daarvoor een aantal aanbevelingen.
Deze versie bevat enkele belangrijke wijzigingen: AutoVue wordt niet langer gebruikt in het loket, bij vooroverleg worden bestanden op ftp-server geplaatst, en voor beheerders komt een apart inlogportaal. Een uitgebreid overzicht met wijzigingen staat op de website. InfoMil, 01-09-2015
wEt EN rEGElGEVING
Tot slot concluderen de onderzoekers dat een extra in de wet op te nemen interventiebevoegdheid voor het Rijk voor Brzo-bedrijven niet noodzakelijk is. Ten aanzien van de netwerk-omgevingsdiensten heeft het onderzoeksbureau vastgesteld dat deze op dit moment qua uitvoering van de VTHtaken niet onderdoen voor andere omgevingsdiensten die onderzocht zijn. Toch blijft ook voor het onderzoeksbureau onduidelijk of de netwerk-omgevingsdiensten robuust genoeg zijn voor de gewenste kwaliteitsontwikkeling in de toekomst.
Systematiek milieuregelgeving nu beschikbaar in Engelse taal De website ‘rwsenvironment.eu’ is uitgebreid met informatie over systematiek milieuregelgeving voor inrichtingen, Activiteitenbesluit en Omgevingsvergunning. Rwsenvironment.eu is de internationale website van Rijkswaterstaat over de leefomgeving. De website bevat informatie over de Nederlandse regelgeving voor internationale bedrijven en instellingen. Daarnaast biedt de website informatie over internationale samenwerkingsprojecten. rwsenvironment.eu
Het onderzoeksbureau beveelt aan om aan het stelsel de ruimte te bieden zich te ontwikkelen en voorlopig geen andere structuurinterventies voor te stellen dan de reeds aan de Tweede Kamer voorgestelde wetgeving (het wetsvoorstel VTH). Tevens beveelt het bureau aan de omgevingsdiensten bij de vormgeving van de Omgevingswet te betrekken. Ten aanzien van de uitvoeringspraktijk wordt aanbevolen een modelmandaat te ontwikkelen en gericht te sturen op kwaliteitsontwikkeling en een daarvoor toereikend Budget. Ook wordt aanbevolen te investeren in zowel versterking
Evaluatie stelsel vergunningverlening, toezicht en handhaving (vTH) Staatssecretaris Mansveld heeft op 27 augustus 2015 het rapport van de evaluatie van het VTHstelsel aangeboden aan de Tweede Kamer. De evaluatie is niet beperkt tot het stelsel van omgevingsdiensten, maar is ook gericht op de afstem-
20
20
milieu
compact
van het toezicht binnen het stelsel als in landelijk netwerk en faciliteiten, te zorgen voor bestuurlijke afstemming tussen handhavingpartners en te leren van andere samenwerkingsverbanden. Tweede Kamer 2014/15, 33 872, nr. 13
kan door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een voorstel aan de Minister worden gedaan om te interveniëren. Daarom is het niet noodzakelijk om een extra interventiebevoegdheid voor Brzo- en RIE4 bedrijven in het leven te roepen. Tweede Kamer 2014/15, 33 872, nr. 13
Kabinetsreactie evaluatie vTH-stelsel
Netwerk-omgevingsdiensten kent ernstige beperkingen
De hoofdconclusie dat het nieuwe stelsel zich in korte tijd positief heeft ontwikkeld, is mede te danken aan de inzet van veel betrokkenen, zoals bestuurders van gemeenten en provincies en medewerkers van omgevingsdiensten. Het gaat om een majeure organisatieontwikkeling waar duizenden mensen bij betrokken zijn die samen aan verbetering van de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving werken. Het kabinet deelt de conclusie dat het stelsel geen verdere aanpassing behoeft dan hetgeen in het voorliggende wetsvoorstel VTH wordt geregeld. Het wetsvoorstel geeft voldoende waarborgen om vanuit de stelselverantwoordelijkheid te kunnen ingrijpen indien de kwaliteit van de uitvoering van de VTHtaken achterblijft. Verder is het belangrijk en vanzelfsprekend dat de uitvoeringspraktijk in overleg met de opdrachtgevers (provincies en gemeenten) betrokken is bij de integratie van VTH-wetgeving in de Omgevingswet. De overige aanbevelingen betreffen rechtstreeks de uitvoeringspraktijk waarvoor het bevoegd gezag (gemeenten en provincies) eerstverantwoordelijk is. In de brief modernisering milieubeleid is toegezegd dat het stelsel van omgevingsdiensten gemonitord zal worden op de voortgang van de uitvoering bij de omgevingsdiensten. Hiermee wordt vanuit de stelselverantwoordelijkheid de vinger aan pols gehouden bij de verwachte positieve ontwikkeling van het VTH-stelsel.
In de nota naar aanleiding van het nader verslag van het wetsvoorstel VTH is aangegeven dat de organisatievorm van de netwerk-omgevingsdiensten een aantal ernstige beperkingen kent. Gewezen is op het feit dat een netwerk-omgevingsdienst geen rechtspersoonlijkheid heeft. Om die reden kan hij onder andere niet zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer. Deze beperkingen en de door het onderzoeksbureau geconstateerde bevindingen belemmeren een goede onafhankelijke uitvoering van de taken en de gewenste kwaliteitsontwikkeling. Deze evaluatie biedt geen aanknopingspunten om van mening te veranderen waar het netwerk-omgevingsdiensten betreft. Alleen omgevingsdiensten ingesteld als openbaar lichaam bieden de benodigde waarborgen voor de gewenste eenduidigheid, uniformiteit en robuustheid van de organisatie en daarmee voor de continuïteit van het stelsel. Omdat uit de door het onderzoeksbureau uitgevoerde evaluatie blijkt dat de onderzochte netwerk-omgevingsdiensten in de uitvoering van de taken op dit moment niet onder doen voor omgevingsdiensten die zijn ingesteld als openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, kunnen de netwerk-omgevingsdiensten tot 1 januari 2018 blijven bestaan. Daarna moeten de netwerk-omgevingsdiensten zijn ingesteld als een openbaar lichaam of gaan participeren in een omgevingsdienst die als openbaar lichaam is ingesteld.
Vanaf het tijdstip waarop gedeputeerde staten bevoegd gezag worden voor alle (risicovolle) Brzo- en RIE4 bedrijven (1 januari 2016) ligt de verantwoordelijkheid van interbestuurlijk toezicht voor al deze bedrijven bij het Rijk. Het huidige instrumentarium van interbestuurlijk toezicht van indeplaatsstelling voorziet in een interventiebevoegdheid. Het Rijk kan interveniëren bij het bevoegd gezag (provincie) indien dat nalatig is. In een uiterst geval kan dat betekenen dat het Rijk de handhaving bij een bedrijf in plaats van de provincie doet. Mocht blijken dat een provincie de uitvoering niet op orde heeft, dan wordt in overleg getreden met de provincie. Dit gebeurt volgens de interventieladder uit het algemene beleidskader indeplaatsstelling. Uiteindelijk
21
In de eerder genoemde kabinetsreactie Mans is naar aanleiding van de afspraken met de koepels IPO en VNG (package deal) opgenomen dat een andere organisatievorm dan een openbaar lichaam slechts mogelijk is op voorwaarde dat alle bij de package deal betrokken partijen daarmee instemmen. Omdat de provincie Overijssel en al eerder de provincie Limburg (de provincies waarin de drie netwerk-omgevingsdiensten zijn gelegen) niet instemmen met de netwerk-organisatievorm moet worden geconstateerd dat die overeenstemming ontbreekt. Tweede Kamer 2014/15, 33 872, nr. 13
21
milieu
compact
kwalitatieve en stijlvolle manier de doggybag in te zetten richting hun gasten. Natuur & Milieu is samen met Depa en de Rabobank een nieuwe actie gestart om de voedselverspilling tegen te gaan: evenals vorig jaar krijgen restaurants opnieuw 50.000 gratis doggybags aangeboden. Alle horecaondernemers die bij de Rabobank zijn aangesloten, kunnen een gratis doggybag-pakket krijgen. Restaurants die een setje doggybags kopen, ontvangen nu een gratis promotiepakket van Depa, bestaande uit een raamsticker, stickers voor op de menukaart en actievouchers die restaurants in kunnen zetten. Persbericht Natuur & Milieu: 26-08-2015
BErICHtEN aarde telt 420 bomen per persoon Er zijn op aarde naar schatting drie biljoen (3.000 miljard) bomen. Dat zijn 420 bomen per persoon. Dat blijkt uit nieuwe berekeningen van de Yaleuniversiteit in de Verenigde Staten. Eerder werd gedacht dat er hoogstens 400 miljard bomen op aarde te vinden zijn. De studie van wetenschapper Thomas Crowther kan als basis dienen voor onderzoeken naar flora, fauna en klimaatverandering. Bomen spelen een belangrijke rol in het klimaat, omdat bossen de lucht zuiveren door koolstofdioxide uit de atmosfeer op te nemen. Crowther waarschuwt ervoor dat de nieuwe berekening niet per se betekent dat het klimaat er beter voor staat. “Het is niet alsof we een hoop nieuwe bomen hebben gevonden. Het is geen goed of slecht nieuws. We beschrijven slechts de staat van de bossen in de wereld”, aldus de wetenschapper. De meeste bomen komen voor in de tropen en subtropen. Volgens de studie neemt het aantal bomen af. Per jaar worden er zo’n 15 miljard bomen gekapt. Daarvoor worden er slechts 5 miljard terug geplant. ANP.nl
film vestigt aandacht op ondergrondverdichting Verdichting van de bodem is een onderschat probleem in de landbouw. Onder de ploegdiepte is het probleem vrijwel onomkeerbaar. Bijna 50% van de ondergrond in de landbouw overschrijdt het niveau van kritische dichtheid bleek tijdens veldonderzoek. Het gaat dan om de ploegzool en dieper. Ondergrondverdichting is onomkeerbaar. De diepte maakt het lastig om ondergrondverdichting op te heffen zonder dat de structuur instabiel wordt en opnieuw verdicht. Dit leidt tot opbrengstderving door nat- en droogteschade, kwaliteitsverlies en verminderde infiltratie van water in de bodem. Aandacht voor het voorkomen van ondergrondverdichting is dus noodzakelijk. Daarom hebben CLM, Alterra, IPO en Rijkswaterstaat een film gemaakt. Tijdens een alledaags gesprek tussen boer en adviseur komen gevolgen en oplossingen in beeld. De film staat op You Tube: https://youtu.be/mnOMQ3bfyKQ Persbericht CLM, 07-09-2015
Doggybag steeds normaler in Nederland De doggybag breekt langzaam door in Nederland. Bijna 1 op de 5 Nederlanders heeft dit jaar vaker dan andere jaren om een doggybag gevraagd. De helft van alle Nederlanders is zich het afgelopen jaar bewuster geworden van de hoeveelheid eten die hij weggooit. 36% vindt een doggybag steeds normaler worden in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van Natuur & Milieu en Depa, in samenwerking met Panelwizard. Hoewel meer Nederlanders om een doggybag vragen, rust er nog steeds een taboe op de doggybag. 47% vindt het gênant om een doggybag te vragen in een restaurant, vorig jaar was dat 52%. Ruim 1 op de 3 schaamt zich om met een herkenbare doggybag over straat te lopen. 74% neemt nooit eten mee naar huis. 44% zou vaker om een doggybag vragen als deze bekender zou zijn in Nederland.
Grote meerderheid Nederlandse bevolking tegen bont Recent opinieonderzoek door Motivaction in opdracht van Bont voor Dieren en de Dierenbescherming wijst uit dat een zeer grote meerderheid van de Nederlandse bevolking tegen het fokken van dieren voor bont is. Maar liefst 84% van de Nederlanders vindt het onacceptabel dat dieren worden gedood voor bont. Slechts 5% van de Nederlanders vindt het acceptabel om dieren specifiek voor hun bont te gebruiken. De groeiende weerstand in Nederland is in lijn met de maatschappelijke opinie in andere Europese lidstaten. De publieke weerstand tegen het fokken van dieren. Persbericht Dierenbescherming en Bont voor Dieren, 02-09-2015
Jaarlijks verspilt de horeca 51.000 ton voedsel. Dit staat gelijk aan 77 miljoen warme maaltijden. Depa biedt de horeca daarom de mogelijkheid om op een
22
22
milieu
compact
Nationale omgevingswetgeving in behandeling Stand van zaken 3 september 2015
Datum laatste stuk
Inwerkingtreding
Staatsblad
Mondelinge behandeling
Memorie van antwoord
(Eind)verslag
Wetsvoorstel EK
Aangenomen TK
Mondelinge behandeling
Nota n.a.v. het verslag
(Eind)verslag
Wetsvoorstel en MvT
TK/EK-nummer
Wetsvoorstel
Ingediend
Door mr.dr. J.H.G. van den Broek
Omgevingsvergunning 16-6-14
Omgevingswet
33962
1-7-15
13-2-14
Wijziging Wabo (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving)
33872
29-4-15
19-6-14
Wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting
33966
16-4-15 19-6-15
16-10-14
Regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee)
34058
30-6-15
11-12-14
Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed (Erfgoedwet)
34109
11-12-14
Wabo
Wet milieubeheer 9-11-94
Duurzaam geproduceerd hout
23982
9-7-02
3-2-00
Wijziging duurzaam geproduceerd hout
26998
14-9-00
14-10-02
Wijziging duurzaam geproduceerd hout
28631
27-1-05
1-4-14
Wijziging Wm en Wet VROM BES ivm TK 33 906
33907
24-6-14
24-9-14
Wijziging Mijnbouwwet, Wm en Wed ivm richtlijn 2013/30/EU (veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten)
34041
01-5-15
Wet natuurbescherming
33348
1-7-15
Natuur 20-8-12 2-2-15
Wet implementatie Nagoya Protocol
34141
6-3-15
2-2-15
Wet goedkeuring Nagoya Protocol
34142
18-5-15
Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht
33727
20-1-15
Grondwetswijziging zorgplicht dieren
30900
29-5-07
Algemene wet bestuursrecht 10-9-13
Overige 4-12-06 27-2-08
Voorstel Duyvendak beperking emissies kolencentrales
31362
20-5-10
5-7-12
Wet open overheid (Woo)
33328
15-8-13
1-9-14
Wet aanpak woonoverlast
34007
1-9-14
5-11-14
Wet bestrijding maritieme ongevallen
34069
5-12-14
1-12-14
Wijz Wet luchtvaart ivm invoering nieuw normen- en handhavingsstelsel geluidhinder Schiphol
34098
1-7-15
12-1-15
Wet hergebruik overheidsinformatie
34123
4-6-15
Wijz Kernenergiewet ivm instelling Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
34219
23
271
299 18-7-15
7-7-15 17-7-15 15-6-15
23
milieu
compact
AGENDA
04-11: Smart Cities Event Op woensdag 4 november vindt in Utrecht het Smart Cities Event plaats. Tijdens het congres spreekt Jeremy Rifkin over zijn visie op een duurzame economie, die middels zijn bestseller ‘De derde industriële revolutie’ door talloze wereldleiders is omarmd en onderschreven.
24-09 Mobiliteitsscan - Informatiebijeenkomst 2015 Meer weten over het gebruik van de Mobiliteitsscan van CROW binnen verkeers- en vervoersafdelingen van gemeenten en provincies? Kom dan op donderdagmiddag 24 september naar de gratis bijeenkomst in Harderwijk over de voordelen van deze online tool.
11-11: Congres Omgevingswet De knop is om. De Omgevingswet is door de Tweede Kamer en ligt nu ter goedkeuring bij de Eerste Kamer. De hoogste tijd om vooruit te kijken. Tijdens het Congres Omgevingswet 2015 op 11 november is er volop aandacht voor de kansen en mogelijkheden die de nieuwe wet biedt. Wat is de impact van de wet op de praktijk van gebiedsontwikkeling? Waar zit ruimte?
07-10: Succesvolle introductie van de biobased economy De ontwikkelingen in de biobased economy gaan razend snel. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar in een zo hoog tempo op, dat er zowel in de agrarische sector als in de chemie prachtige nieuwe toepassingen ontstaan met biobased grondstoffen. Reden voor de VVM om op woensdag 7 oktober een inspirerende werksessie te organiseren over ‘De nieuwe Biobased Economy en succesvolle marketing en branding’.
12-11: Samen bouwen aan Duurzaam Groningen Op donderdag 12 november vindt in Groningen het congres ‘Samen bouwen aan Duurzaam Groningen’ plaats. Dagvoorzitter Inge Diepman neemt u mee in een programma vol met interessante en inspirerende keynotes om Groningen aardbevingsbestendig te verduurzamen.
09-10: Get connected - Healthy Urban Living Op 9 oktober 2015 vindt er een bijzondere Get Connected bijeenkomst plaats in Mediaplaza, Jaarbeurs Utrecht, met als thema Healthy Urban Living. De bijeenkomst start om 12.00 uur met een lunch. Na een plenaire opening is er een keuze uit vier sessies waarin nader wordt ingegaan op het hoofdthema.
17-11-2015: Is voedselschaarste onze toekomst? De meeste mensen denken dat elke dag voldoende voedsel op ons bord net zo zeker is als water uit de kraan en elektriciteit uit het stopcontact. Maar is dat wel zo? Die vraag staat centraal tijdens een debatavond op dinsdag 17 november in Utrecht. Rudy Rabbinge en Wouter van der Weijden, dragen munitie aan voor een pittige discussie.
13/15-10: Mondiale vakbeurs World Efficiency World Efficiency is de eerste vakbeurs met congres waar oplossingen en vakkennis op het gebied van klimaat en energie worden samengebracht. De driedaagse vakbeurs vindt plaats in Parijs.
03-12: Netwerkbijeenkomst Biobased Economy De dertiende landelijke netwerkbijeenkomst Biobased Economy op donderdag 3 december is dé plek waar bedrijven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties elkaar ontmoeten. De bijeenkomst vindt plaats op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken en Biobased Delta in het Energiehuis in Dordrecht.
19/20-10: How to feed the world’s metropolises Voedsel is een steeds belangrijker thema voor stedelijke planners. Hoe zorgen we voor voldoende en een verzekerd voedselaanbod? En hoe behouden we gelijktijdig een kwalitatief goede leefomgeving? Rondom deze vragen organiseert ISOCARP, het internationale netwerk voor stedelijke planners, samen met de Universiteit van Wageningen op 10 en 20 oktober het congres How to feed the world’s metropolises.
17-12: Toekomstagenda Milieu en Duurzaamheid Vanuit het programma Modernisering Milieubeleid werkt het ministerie aan een agenda voor de toekomst. Eind vorig jaar vond hierover al een inspirerende conferentie plaats. In navolging hiervan organiseren het ministerie van IenM en VVM op 17 december in het Muntgebouw te Utrecht een conferentie over de Toekomstagenda Milieu en Duurzaamheid: een agenda die de basis vormt voor een langetermijnvisie.
Meer informatie over deze en andere bijeenkomsten: www.milieucompact.nl
24