mILIEU
Nummer 6 Jaargang 27 24 maart 2015
compact
SELECTIE VAN HET BELANGRIJKSTE MILIEUNIEUWS De waarheid over biomassa
Uitgelicht Windmolens langs snelwegen GroenLinks wil dat er 1.500 windmolens extra langs de snelwegen worden gebouwd. Het Rijk moet hiervoor grond beschikbaar stellen. Dat zegt partijleider Bram van Ojik. Van de 2.300 kilometer snelweg in ons land is volgens hem de helft geschikt om windmolens langs te plaatsen. Bovendien wordt hierdoor de overlast beperkt en verrommeling van het landschap voorkomen.
Elektriciteitsverbruik apparaten Uitgaven aan elektriciteit kunnen voortaan transparant worden gemaakt zonder ‘slimme meter’. Via een ‘gedetailleerde factuur’-functie binnen een app, ontwikkeld door Smappee, krijgt men direct te zien hoeveel apparaten per dag, per maand of per jaar kosten. Hiertoe worden een of meerdere sensoren eenvoudig om de hoofdkabel van een woning geklemd. De nieuwe functie maakt een energiebesparing tot wel 12% mogelijk. Informatie: www.smappee.com
Foto: Michiel Wijnbergh
Gezondheid in milieueffectrapportage
Het verbranden van hout in elektriciteitscentrales draagt niet of nauwelijks bij aan besparing van CO2-uitstoot. Hetzelfde geldt voor de toepassing van bio-ethanol en biodiesel in auto’s. Dit schrijft Rudy Rabbinge in het artikel ‘De waarheid over biomassa’ in de nieuwe editie van Tijdschrift Milieu. De redenering dat hiermee de weg naar een groene economie wordt opengelegd gaat volgens de voorzitter van de KNAW-sectie Levenswetenschappen niet op. Te meer daar subsidies op de bijstook van biofuel de toegang tot hoogwaardig gebruik van plantaardige grondstoffen blokkeren.
De Commissie m.e.r. heeft de ‘Handreiking gezondheid en milieueffectrapportage’ gelanceerd. De online handreiking laat zien hoe je gezondheid meeneemt in ruimtelijke plannen en projecten. De site ‘http://gezondheid.commissiemer. nl’ geeft praktische tips en verwijst naar goede voorbeelden en achtergrondinformatie. In 2015 bouwt de Commissie de handreiking uit.
1
milieu
compact
InHOUd BEDRIJf Chemie gaat verscherpt toezien op veiligheid toeleveranciers 3 Vergelijkingssites obstakel voor verduurzaming energievoorziening 3 Stortgas Afvalzorg verwarmt vergistingsinstallatie HVC 3 Duurzaamheid schoenenmerken zakt weg 3 Elektrische bus van BYD breekt door op Scandinavische markt 4 Gebrek aan durfkapitaal breekt groene starters op 4 Negende editie Postcode Lottery Green Challenge van start 4 Green deal stimuleert innovatieve productie grondstoffen uit gras 5
EuROpESE uNIE Gasabsorptie warmtepomp optimaal alternatief voor bestaande gebouwen 13 Toekomst van het Europese milieu 13 Globalisering zet klimaatdoelen EU onder druk 13 WETENSChAp Katalysator zet biomassa efficiënter om in waardevolle grondstoffen 14 Universiteit Utrecht versterkt duurzame ambitie van Utrecht Sustainability Institute 14
OVERhEID Zuid-Holland steekt ruim 21 miljoen in innovatie en duurzame energie 5 Statenleden denken verschillend over haalbaarheid windmolenparken 5 Test met elektrische stadsbus in Maastricht 5 Aanpassingen in beheer van Oostvaardersplassen 6 Brabant krijgt meer ruimte om overlast van stallen aan te pakken 6 Convenant stimuleert buitenshuis scheiden van afval 6 Hondsbossche en Pettemer Zeewering versterkt 7 Na 2020 alle grote vervuilde bodemlocaties veilig 7 Mansveld wil afvalscheiding in flats verbeteren 8 Kansrijke routes naar een volledig duurzame energievoorziening 8
puBLICATIES Aantal megastallen in acht jaar verdrievoudigd 14 Website geeft wereldwijd beeld van overstromingsrisico’s 15 Modernisering verbetert rioolwaterzuivering en vermindert energiegebruik 15 BERIChTEN Keurmerk voor energieneutrale woningen 15 REChTSpRAAK Groningse inwoners en milieuorganisaties vechten gaswinningsbesluit aan 16 Deelsaneringsplan bodemverontreiniging en beschikking ernst en spoed 16 Bestemmingsplan en trillingen vaste puinbreker 16 Bestemmingsplan bedrijventerreinen en externe veiligheid 17 Bestemmingsplan camping en geurgevoelige objecten 17 Vernietiging besluit en bescherming belangen appellant 18 Vergunning Natuurbeschermingswet en bekendmaking kennisgeving 18 Vergunning onttrekken grondwater en energieopslagsysteem 19 Overschrijding redelijke termijn bij nemen besluit en vergoeding immateriële schade 20 Afwijzing ontheffing doden of verwonden dwergvleermuis en beoordeling aanvraag 20 Weigering gedogen en besluit ex artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht 20 Watervergunning overig polderwater en bevoegdheid hoogheemraadschap 20
ENERGIE-AKKOORD Ondersteuningspakket ontzorgt bij uitvoering Energieakkoord 8 GRENSOVERSChRIJDENDE pROJECTEN Stappenschema grensoverschrijdende milieueffectrapportage in het Duits 9 LuChTKWALITEIT Gezondheidseffecten jarenlang onderschat 9 Nederland gaat EU-normen luchtkwaliteit niet halen 9 DuuRZAME ONTWIKKELING De waarheid over biomassa 10 Illegale ontbossing schreeuwt om aanscherping regelgeving 10 Milieuorganisaties en energiebedrijven bereiken akkoord over biomassa 11 Voortijdige productvervanging aanslag op duurzaamheid 11 Zonnepanelen op dak waterschap voor particulieren 11 Akkoord maakt Gelderland in 2050 klimaatneutraal 12 Voormalig industriegebied proeftuin voor circulaire gebiedsontwikkeling 12 Kosten offshore windenergie in 2023 competitief 12
OMGEVINGSVERGuNNING / WABO Omgevingsvisie mogelijk toch verplicht voor gemeenten 20 Tien gemeenten in regio Leiden werken samen aan omgevingsvisie 20 Welke regels schieten hun doel voorbij? Laat het weten! 20 VNG publiceert e-boek over Omgevingswet 21 WET EN REGELGEVING Basisnet gaat definitief van start per 1 april 2015 21 Besluit en Regeling Wet verbod pelsdierhouderij 21 Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij 22 Voorpublicatie wijziging Asbestverwijderingsbesluit 2005 22
hANDhAVING Milieueffecten spooruitbreiding beter uitleggen 12
Jan de Graaf Hoofdredacteur
Robert Donkers Coördinator Stedelijk Milieubeleid Directoraat-Generaal Milieu Europese Commissie, Brussel
Louise van den Broek Eindredacteur
Thieu Korten Special advisor Dutch Employers Coorperation Programma (DECP)
Jan van den Broek Senior adviseur Omgevingsrecht
Abonnementen Milieu Compact verschijnt 23x per jaar. Ieder nummer telt 24-pagina’s geordend en samengevat milieunieuws. Ook ontvangt u ieder kwartaal een handig overzicht van de voortgang van Europese wetgeving. Daarnaast heeft u toegang tot het unieke online-archief van tien jaargangen Milieu Compact. Een abonnement op het meest complete milieutijdschrift van Nederland kost € 549,- p/j (excl. 6% BTW).
Redactieadres DG Communicatie Postbus 158 1600 AD Enkhuizen 0228-326068
[email protected] www.dgcommunicatie.nl www.milieucompact.nl
Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, indien zij niet twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn schriftelijk zijn opgezegd. Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud van Milieu Compact, aanvaardt de uitgever noch de redactie enige aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor gevolgen daarvan. Verveelvoudigen en openbaarmaking van Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464.
John Zigenhorn Jurist Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening
2
2
milieu
compact
en Overstappen.nl / Easyswitch; ook uitgeverij Sanoma is actief in deze lucratieve markt. Per overstapper ontvangen de vergelijkers van de energiebedrijven een bedrag dat kan oplopen tot wel 70 euro. Maar een nog groter deel van de marge zien de energiebedrijven in lucht opgaan doordat ze zich met kortingsacties tot wel 300 euro in de topposities van de lijsten moeten vechten. Dit leidt ertoe dat ze in het eerste jaar niets verdienen aan een nieuwe klant. Hierdoor houden ze minder geld over om te investeren in duurzame energie.
BedrIjf Chemie gaat verscherpt toezien op veiligheid toeleveranciers Chemiebedrijven gaan verscherpt toezien op de veiligheidsprestaties van hun toeleveranciers. Ze gaan daarbij gebruikmaken van adviezen van het platform Veiligheid Voorop. Onlangs overhandigde bood voorzitter Anton van Beek van het platform hiertoe een plan van aanpak aan staatssecretaris Mansveld (IenM). Dit plan geeft handreikingen voor de manier waarop bedrijven hun opdrachtnemers kunnen beoordelen op veiligheidsprestaties, veiligheidscultuur en de mate waarin zij naleving aan wettelijke normen borgen. Dat kan gebeuren voordat een opdracht verstrekt wordt of tijdens de uitvoering ervan. Bij twijfel over een juiste veiligheidscultuur kan van de opdrachtnemer een plan ter verbetering van veiligheidscultuur en -prestaties worden gevraagd. De aanpak is erop gericht dat bedrijven elkaar sterker maken, onder meer door deuren voor elkaar open te stellen en door introductie van een ‘buddyschap’. Dat houdt in dat grotere opdrachtgevers een aantal opdrachtnemers specifiek voorzien van hulp, begeleiding en advies.
Ook in directe zin is het milieu een ondergeschoven kindje; de groene filters die de websites voor aanbieden voldoen niet. Dit komt enerzijds door al dan niet bewuste - misleiding en anderzijds door een principieel verkeerde insteek. WISE raadt consumenten aan om eerst goed te kijken naar welke bedrijven echt duurzaam zijn, bijvoorbeeld op wisenederland.nl, en dan naar de site van de uitgekozen energieleverancier te gaan om klant te worden. Persbericht WISE, 14-03-2015 Stortgas Afvalzorg verwarmt vergistingsinstallatie hVC HVC en Afvalzorg hebben een overeenkomst gesloten voor de levering van stortgas voor de verwarming van de vergistingsinstallatie in Middenmeer. Hierdoor wordt jaarlijks 700.000 m3 aardgas en daarmee 1.260 ton CO2-uitstoot bespaard. In de vergistingsinstallatie van HVC wordt van gftafval groen gas gemaakt. Het restant wordt ontwaterd en omgezet in compost. Op deze wijze wordt ieder jaar 160.000 ton gft-afval van de aandeelhoudende gemeenten van HVC weer waardevol gemaakt en levert het nutsbedrijf een bijdrage aan een circulaire economie. De vergistingsinstallatie werd tot voor kort verwarmd met warmte die opgewekt werd door een 25 jaar oude WKK-installatie. Het project is voor beide bedrijven een praktijkvoorbeeld van duurzaam ondernemen. Persbericht HVC, 05-03-2015
Veiligheid Voorop is een platform van ondernemingen in Nederland die met gevaarlijke stoffen werken (BRZO-bedrijven). Het platform is in 2011 op initiatief van werkgeversorganisatie VNO-NCW en enkele branches in de (petro)chemie, in het leven geroepen om de veiligheid bij BRZO-bedrijven in de chemieketen te verbeteren. De nu gepresenteerde aanpak is onderdeel van een breder meerjarenprogramma Veiligheid Voorop 2015-2018 dat over enkele maanden wordt vastgesteld. Persbericht VNCI, 11-03-2015 Vergelijkingssites obstakel voor verduurzaming energievoorziening
Duurzaamheid schoenenmerken zakt weg
In totaal 1,5 miljoen Nederlanders gebruiken jaarlijks online vergelijkingstools bij het overstappen van de ene naar de andere energieleverancier. Dat percentage stijgt en ook het aantal vergelijkingstools neemt toe. Uit onderzoek van WISE naar 46 vergelijkingssites blijkt dat een groot deel van de sites is in handen van maar een paar partijen als Bencom (bekend van gaslicht.com), Pricewise
3
Merkenvergelijker Rank a Brand luidt de noodklok over het gebrek aan transparantie en duurzaamheid bij schoenenmerken. Bij de productie van leer en schoenen in lagelonenlanden is er grote kans op uitbuiting, kinderarbeid en zware milieuverontreiniging. Waar de kledingmerken ieder jaar verbeteringen laten zien, blijkt de schoenensector hardleers
3
milieu
compact
in het eerlijker produceren van haar schoeisel. Meer dan 80% van de onderzochte merken krijgt vooralsnog een negatief koopadvies. Van de grote merken scoren alleen Birkenstock en Timberland redelijk. Het sneakermerk Ethletic, dat vooral online verkrijgbaar is, staat op nummer 1. Bekende merken zoals Dolcis, Manfield, van Lier en Geox hebben gedurende het onderzoek aangegeven dat zij dit jaar betere prestaties bekend zullen maken.
en wel begonnen zijn. Dit blijkt uit een nieuwe studie van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving). De vallei des doods is een bekend probleem voor startende innovatieve bedrijven. Nadat een nieuwe uitvinding ontwikkeld is maar vóórdat het bedrijf met een commercieel product de markt verovert, is geld nodig om het innovatieve idee op de markt te brengen. Door het tekort aan durfkapitaal stranden in deze fase in Nederland meer start-ups dan in veel andere Noordwest-Europese landen. Nederlandse durfkapitaalfondsen wijzen maar liefst 80 procent van alle ingediende aanvragen direct af; slechts 2 tot 4 procent wordt gehonoreerd.
De lage scores zijn deels te verklaren uit het gebrek aan transparantie, terwijl de kledingsector wél steeds meer inzicht geeft. De lage scores van chique merken zoals van Bommel en Fred de la Bretoniere zijn opvallend. Deze merken staan er namelijk om bekend dat ze hun leer en schoenen in Europa produceren, maar zij laten na om volledig inzicht geven in de productieketens. Opvallend is ook dat alternatieve merken zoals Toms en El Naturalista zich als wereldverbeteraar profileren, maar onvoldoende hard maken dat hun schoenen op een eerlijke manier worden gemaakt. Persbericht Rank a Brand, 10-03-2015
Voor eco-innovaties is het nog moeilijker om de vallei des doods te overbruggen. Zolang de positieve effecten van een beter milieu niet tot uiting komen in de prijs zijn groene innovaties vaak in het nadeel. Bovendien heeft veranderend en onvoorspelbaar overheidsbeleid, bij met name hernieuwbare energie, geleid tot grote onzekerheid. Durfinvesteerders zijn daardoor huiverig om in een startend bedrijf te investeren. Dit is zeker voor grotere investeringsbedragen een probleem. Als milieugebruik een prijs heeft of aan duidelijke voorwaarden is gebonden, hebben groene start-ups een gelijk speelveld. Daar kan alleen de overheid voor zorgen. Daarnaast helpt het als er een duidelijke langetermijnambitie voor vergroening, zodat er geen additionele onzekerheid bij investeerders ontstaat. Daarnaast kan de overheid zorgen voor meer durfkapitaal gericht op eco-innovatie door bijvoorbeeld zelf hier meer in te investeren of door mogelijkheden te zoeken om weer durfkapitaal op te halen bij pensioenfondsen. pbl.nl
Elektrische bus van BYD breekt door op Scandinavische markt BYD heeft als pionier van elektrische bussen een baanbrekende order gewonnen voor twee elektrische bussen van twaalf meter lengte voor de Zweedse stad Eskilstuna. Dit is de eerste order voor BYD in het belangrijke – en zeer milieubewuste – Scandinavië. Verwacht wordt dat de bussen voldoen aan de strenge en veelomvattende voorwaarden die de Zweedse busautoriteiten voorschrijven. De elektrische bussen van BYD zijn inmiddels in meer dan 42 Europese steden uitvoerig getest en hebben bewezen dat operationele kosten drastisch verlaagd worden dankzij onder meer de lagere elektriciteitskosten ten opzichte van de brandstofprijzen. De bussen in Eskilstuna zullen een range van ten minste 250 km hebben bij gebruik in een stedelijke omgeving. Persbericht BYD, 05-03-2015
Negende editie postcode Lottery Green Challenge van start Groene start-ups kunnen weer hun veelbelovende ondernemersplan inzenden voor de Postcode Lottery Green Challenge, de grootste jaarlijkse internationale wedstrijd op het gebied van duurzame innovatie. De winnaar ontvangt 500.000 euro om zijn product of dienst verder te ontwikkelen. Daarnaast reikt de organisatie een runner-up prijs van 200.000 euro uit. Deze veelbelovende groene entrepreneurs krijgen vervolgens ook hulp bij het op de markt brengen van hun product of dienst. Producten of diensten die de uitstoot van broeikasgassen verminderen en binnen twee jaar op de markt te brengen zijn, maken kans om te winnen. Vorig jaar sleepte de Britse Arthur Kay de hoofdprijs van 500.000 euro in
Gebrek aan durfkapitaal breekt groene starters op Startende bedrijven, die groene innovaties op de markt willen brengen, lopen vaker dan elders in Europa tegen financieringsproblemen aan. Met name in de opstartfase is er te weinig durfkapitaal beschikbaar om hun innovatieve ideeën te vercommercialiseren. Veel start-ups hebben last van deze zogeheten ‘vallei des doods’Eco-innovatieve starters in Nederland stranden hierdoor vaak voordat ze goed
4
4
milieu
compact
de wacht met zijn bedrijf Bio-bean dat biobrandstoffen uit koffiedik wint. Deze biobrandstoffen zijn te gebruiken voor de energievoorziening van gebouwen en transportsystemen. De Amerikaanse Ginger Dosier won in 2013 de wedstrijd met BioMason. Met een revolutionair productieproces voor bakstenen biedt haar bedrijf een duurzaam alternatief voor het bestaande, vervuilende proces dat wereldwijd voor hoge CO2-uitstoot zorgt.
OverHeId Zuid-holland steekt ruim 21 miljoen in innovatie en duurzame energie Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben € 21,85 miljoen vrijgemaakt voor projecten gericht op innovatie en duurzame energie. Het geld komt beschikbaar via vier subsidieregelingen. Deze zijn vooral bedoeld voor het Midden- en Kleinbedrijf (MBK) en om de samenwerking tussen overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen te bevorderen. De provincie wil de regionale economie stimuleren via de versterking van economische belangrijke clusters: havenindustrieel complex, greenports en de Kennisas. Vooral de combinatie van kennis uit de verschillende sectoren moet leiden tot vernieuwing en groei van de Zuid-Hollandse economie. Persbericht Provincie Zuid-Holland, 11-03-2015
Kandidaten kunnen hun ondernemersplan tot en met 1 juni inzenden via ‘www.greenchallenge. info’. De winnaar wordt op 10 september gekozen tijdens de finale in Amsterdam. Persbericht Postcodeloterij, 11-03-2015 Green deal stimuleert innovatieve productie grondstoffen uit gras Een nieuwe Green Deal moet de bouw van een Green Goods Farm in de gemeente Vlagtwedde mogelijk maken. Het is de bedoeling dat deze innovatieve ‘boerderij’ speciaal geteeld gras als een groene grondstof grootschalig verwerkt tot een reeks producten, zoals voedingseiwitten voor de veevoederindustrie, organische meststoffen, transportbrandstof bio-LNG en bouwstenen voor bioplastics. De Green Goods Farm biedt directe werkgelegenheid aan 20 voltijdsbanen en indirect nog eens ca. 15. Ook biedt het mogelijkheden aan circa 200 akkerbouwers in de omgeving om een hoogwaardige grassoort toe te voegen als rustgewas aan hun teeltplan.
Statenleden denken verschillend over haalbaarheid windmolenparken Slechts 17 procent van de leden van Provinciale Staten denken dat de afspraken over de aanleg van windmolenparken voor 100 procent zullen worden nagekomen. Dat blijkt volgens de Volkskrant uit een enquête die de krant hield en waarop 179 Statenleden reageerden. Statenleden in Noord-Brabant (47 procent), Gelderland (52 procent) en Limburg (55 procent) zijn volgens de Volkskrant het meest negatief. In Noord-Holland, Drenthe, Friesland en Groningen zijn de Statenleden een stuk positiever: de kans dat de doelstellingen worden gehaald schatten zij in op 75 procent. Flevolandse Statenleven zijn het meest positief: zij denken dat er 100 procent kans is dat de windplannen volledig worden gerealiseerd. De ‘positieve’ provincies hebben ook de hoogste doelstellingen gekregen. De belangrijkste redenen voor de negatieve inschattingen zijn verzet van burgers, onvoldoende draagvlak, de noodzaak van subsidies, onvoldoende geschikte locaties en de ‘lobby van gevestigde energiebelangen’. ANP, 03-03-2015
Een van de ondertekenaars is HarvestaGG. Het in Lelystad gevestigde bedrijf verwerkt grassen en andere plantaardige biomassa tot groene brandstof voor de transportsector en duurzame producten voor onder andere de agrarische sector. Het is het eerste bedrijf dat een nieuw biobased concept op commerciële schaal wil realiseren. Hierbij wordt de waarde van de plantaardige biomassa volledig benut door deze om te zetten in hoogwaardige producten. Bijzonder kenmerk van dit biobased concept is dat elk bijproduct van een stap in het productieproces weer de basis is voor een volgende stap. Zo wordt een hoge waarde gecreëerd voor alle componenten van de plantaardige biomassa. Alle deelnemers in het proces sluiten als puzzelstukjes op elkaar aan: voor de grondstoffen, halfen eindproducten vormen leveranciers, partners en afnemers één keten. Het proces bevat diverse innovatieve, voor Nederland nieuwe procestechnieken. Persbericht HarvestaGG, 09-03-2015
5
Test met elektrische stadsbus in Maastricht In Maastricht rijdt sinds kort bij wijze van proef op een traject een volledig elektrisch aangedreven stadsbus. De proef moet een opmaat zijn naar een
5
milieu
compact
omschakeling van alle huidige diesel- en gasbussen naar elektrisch aangedreven bussen. De bus wordt ingezet in het kader van het project Zero Emissie Busvervoer (ZEB). Deelnemers aan dit project zijn de Provincie Limburg, de gemeente Maastricht, vervoerder Veolia Transport Limburg en de stichting ZEB. Maastricht is één van de eerste steden waarin een uitgebreid experiment in een normale dienstregeling met een volledig elektrisch aangedreven bus van twaalf meter lang wordt gedaan. Stichting ZEB streeft naar een omschakeling in 2025 van alle 5.100 diesel- en gasbussen in Nederland naar bussen met elektromotoren.
schil. In het moerasgebied en de grazige vlakten met de kuddes blijft het vroeg-reactief beheer van toepassing. Dit houdt in dat er door deskundigen een inschatting wordt gemaakt of het dier de winter zal overleven. Als de indruk negatief is, dan wordt ingegrepen om zo onnodig lijden te voorkomen. In de bosrijke delen wordt een evenwicht gezocht tussen verschillende functies; zoals recreatie, natuur en landschap. Daarbij wordt een passend beheer gezocht van de aanwezige dieren. Ook in de toekomst roept het beheer van de grote kuddes maatschappelijke discussies op. Daarom gaat Staatsbosbeheer de interactie met het publiek opzoeken en bij belangrijke beslissingen dialogen organiseren. Er komt een maatschappelijke adviescommissie die gevraagd en ongevraagd advies kan uitbrengen over de diverse aspecten van het beheer. Persbericht IenM, 12-03-2015
De voorbereidingen van dit project zijn gefinancierd uit het Elena fonds dat wordt beheerd door de Europese Investerings Bank. De Stichting ZEB heeft samen met de provincies Brabant en Limburg succesvol een beroep gedaan op deze subsidiemogelijkheid. Doel is om in beide provincies de komende jaren de opschaling naar volledig zero emissie busconcessies te realiseren. Een elektrisch aangedreven bus is momenteel nog fors duurder dan een bus met dieselmotor: 400.000 tegen 250.000 euro. De bus die in Maastricht wordt ingezet, is ontwikkeld en geproduceerd door VDL, het moederbedrijf van NedCar in Born. De proef is in eerste instantie bedoeld om de inzet van elektrische bussen in de praktijk te testen. Gekeken wordt specifiek naar technische betrouwbaarheid en de totale kosten per kilometer. Ervaringen van chauffeurs, reizigers en monteurs worden meegenomen in de uiteindelijke beoordeling. Persbericht provincie Limburg, 13-03-2015
Brabant krijgt meer ruimte om overlast van stallen aan te pakken De provincie Noord-Brabant krijgt meer armslag om overlast en verontreiniging van grote stallen aan te pakken. Dat maakte staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ) bekend tijdens een verkiezingsbijeenkomst in de provincie. In januari bepaalde de Raad van State dat de gemeente Reusel-De Mierden onterecht van een kalverhouder eist dat zijn nieuwe stallen voldoen aan door de provincie opgelegde eisen voor duurzaamheid. Dat gaat het over ammoniakemissie, brandveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en fijnstof. Commissaris van de Koning Wim van de Donk zei van Den Haag meer ruimte te willen hebben om te kunnen experimenteren met de regels. Dijksma komt nu met maatregelen waarmee de provincie toch eisen kan stellen aan duurzaamheid. Niet alleen bij verbouw of nieuwbouw van stallen, maar ook bij bestaande stallen. De staatssecretaris kondigde ook aan dat er een vervolg komt op de commissieVan Doorn. Die kwam eerder met voorstellen om de veehouderij in Brabant duurzamer te maken. ANP, 09-03-2015
Aanpassingen in beheer van Oostvaardersplassen De toekomst van de Oostvaardersplassen is er één waar dier, natuur en mens samengaan. Staatsbosbeheer gaat aan de slag met nieuwe stappen die positief bijdragen aan de ontwikkeling van het Oostvaardersplassengebied als uniek natuurgebied. In samenhang met de conclusies en evaluatie van een BeheerAdviesCommissie worden voor optimaal beheer van de verschillende gebieden diverse vormen toegepast. Verder staat de waarde van het natuurgebied voor vogels meer centraal en is een versterking van wetenschappelijke kennis noodzakelijk. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma (EZ) in een brief aan de Tweede Kamer.
Convenant stimuleert buitenshuis scheiden van afval Om afvalscheiding en recycling te verbeteren, moet naast het huishoudelijk afval ook het andere afval gescheiden worden. Daarover heeft staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu (IenM)
Het gebied van de Oostvaarderplassen bestaat uit verschillende typen natuur die in elkaar overlopen: moerasgebieden, grazige vlakten en een bosrijke
6
6
milieu
compact
Na 2020 alle grote vervuilde bodemlocaties veilig
vandaag afspraken gemaakt met afval- en recyclingbedrijven. Meer en betere afvalscheiding leidt tot meer en beter recyclen. Daarom is het belangrijk niet alleen huishoudelijk afval beter te scheiden maar ook al het andere afval zoals bouw- sloop- en bedrijfsafval en afval dat mensen buitenshuis weggooien. Zo kan recycling worden verbeterd en uitgebreid. Doel is te komen tot betere afvalscheiding, zowel vóóraf bij het weggooien als áchteraf als het afval bij de afvalverwerker ligt. Nu wordt op veel plaatsen waar mensen hun rommel weggooien nog geen of weinig afvalscheiding toegepast.
Na 2020 moeten alle vervuilde bodemlocaties veilig zijn voor mensen en milieu. Dit betekent dat deze locaties gesaneerd moeten zijn, dat de risico’s van de vervuiling onder controle zijn of dat er tijdelijke beveiligingsmaatregelen zijn genomen. Dit staat in het Bodemconvenant 2016-2020 dat door staatssecretaris Mansveld (IenM), bestuurslid Yves de Boer van het IPO, directeur Kees Jan de Vet van de VNG en vicevoorzitter Gerard Doornbos van de Unie van Waterschappen is getekend. De overeenkomst is een vervolg op het Bodemconvenant 2010-2015. Daarin lag de nadruk op het saneren van vervuilde bodemlocaties die direct gevaar konden opleveren voor mensen. De meeste hiervan zijn nu gesaneerd of tenminste zó beveiligd dat de risico’s beheersbaar zijn en de vervuiling geen gevaar oplevert voor mensen.
De ondertekenaars van het convenant ‘Meer en betere recycling’ willen dat zo veel mogelijk grondstoffen zo lang mogelijk worden hergebruikt en zo goed mogelijk kunnen worden gerecycled. Om dat te bereiken delen zij hun kennis op het gebied van afvalscheiding en recycling. Zo zal IenM onnodige belemmeringen voor bijvoorbeeld recycling in regelgeving wegnemen. Als blijkt dat een alternatieve recyclingtechniek voor bepaalde soorten afval zoals kunststof of beton beter is dan de bestaande praktijk, worden oplossingen gezocht om dat mogelijk te maken. Dit stimuleert innovatie en is goed voor de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven. De overeenkomst maakt onderdeel uit van het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) waarmee staatssecretaris Mansveld de afvalberg wil halveren van bijna tien miljoen ton naar vijf miljoen ton in 2024. Persbericht Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 16-03-2015
Er zijn in Nederland nog 1500 locaties die met voorrang aangepakt worden door provincies en gemeenten. De vervuiling ervan bedreigt het grondwater en daarmee ook de winning van drinkwater. Verder resteren enkele waterbodemverontreinigingen die aangepakt moeten worden. Daarnaast zijn er nog ongeveer 200.000 locaties waar mogelijk sprake is van minder ernstige bodemverontreiniging. Deze locaties hoeven niet met spoed gesaneerd te worden omdat bij het huidige gebruik van die plekken geen risico’s zijn, bijvoorbeeld een bedrijfsterrein. Indien de functie of het gebruik van zo’n locatie wijzigt of als er gebouwd gaat worden, kán sanering noodzakelijk zijn. Gesaneerde locaties of bodemlocaties die onder controle staan, kunnen weer duurzaam en efficiënt worden gebruikt bijvoorbeeld als woningbouwlocatie, bedrijventerrein of park. Tot en met 2020 heeft IenM 536 miljoen euro gereserveerd voor kosten die decentrale overheden voor bodemsaneringen maken. Als er onverhoopt onvoldoende geld is om een spoedlocatie op tijd gesaneerd te hebben, dan moeten in 2020 in elk geval de risico’s duidelijk zijn en moet er zicht zijn op uitvoering. Provincies en gemeenten zien hier als bevoegd gezag op toe.
hondsbossche en pettemer Zeewering versterkt Met de versterking van de Hondsbossche en Pettemer Zeewering is de Hollandse kust weer veilig. Dat verklaarde minister Schultz van Haegen (IenM) bij de afronding van de laatste ‘Zwakke Schakel’ in de lijst van tien te verstevigen locaties langs de kust. Binnen een jaar is hier ruim 400 voetbalvelden aan nieuw land gecreëerd. Minister Schultz: “De kustverdediging van Noord- en Zuid-Holland is voor de komende 50 jaar weer op orde. Tien miljoen mensen in de Randstad zijn veilig dankzij deze projecten. En een belangrijk deel van onze economische motor is nu beter beschermd.” De Noord- en Zuid-Hollandse kust is nu goed bestand tegen stormen van de zwaarste categorie, die gemiddeld eens in de 10.000 jaar voorkomen. Ook bieden het verbrede strand en nieuwe duinen volop kansen voor recreatie en natuurontwikkeling. Het gebied wordt zo veiliger én mooier.” Persbericht IenM, 16-03-2015
7
De staatssecretaris van IenM is van plan binnenkort ook een convenant met VNO-NCW en MKBNederland te sluiten. In deze overeenkomst maken Rijk en bedrijfsleven afspraken over hun bijdrage in de gezamenlijke inzet bij het afronden van de saneringsoperatie van vervuilde bodemlocaties. Persbericht Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 17-03-2015
7
milieu
compact
Mansveld wil afvalscheiding in flats verbeteren
Gezien de behoefte aan een strategische en vooral integrale visie op de energievoorziening wordt veel waarde gehecht aan de opvattingen van maatschappelijke stakeholders op de totstandkoming van het advies. De Rli organiseert hiertoe een open consultatie waarin onder andere NGO’s, branche- en belangenorganisaties, bedrijven, kennisinstellingen en start-ups worden uitgenodigd hun visie te geven. Daarnaast worden experts uit de (internationale) energiesector, kennisinstellingen, planbureaus en universiteiten geraadpleegd. Informatie: www.rli.nl/formulier-energieadvies-2050 RLI Nieuwsbrief, 10-03-2015
Voor een flatbewoner is het minder gemakkelijk zijn afval te scheiden dan voor iemand die in een rijtjeshuis woont. Op de meeste balkons is onvoldoende plaats om verschillende afvalbakken voor bijvoorbeeld etensresten, plastic, papier en restafval neer te zetten. Om daar wat aan te doen heeft staatssecretaris Mansveld (IenM) in Almere het startsein gegeven voor het project ‘Verbeteren afvalscheiding- en inzameling in hoogbouw’. Het betreft een initiatief van IenM, Almere, Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam. Het project bestaat uit diverse onderzoeken en proeven. Daaruit moet naar voren komen welke manier van afvalscheiding voor flatbewoners het beste werkt. Zo is Almere begonnen met het plaatsen van aparte ‘afvalboeien’ waarin zij hun groente- en fruitafval kwijt kunnen. Almere wil in 2020 gemiddeld 50 kilo restafval per persoon per jaar overhouden. Dat is nu circa 226 kilo. Almere en de andere steden beginnen later dit jaar nog diverse proeven om te ontdekken wat het beste werkt voor hun bewoners.
energIe AkkOOrd Ondersteuningspakket ontzorgt bij uitvoering Energieakkoord
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit 2013 blijkt dat gemeenten met veel hoogbouw zoals Amsterdam en Rotterdam (meer dan 60%) gemiddeld 350 kilo restafval per inwoner per jaar hadden. Gemeenten met weinig hoogbouw (minder dan 15%) hadden gemiddeld 197 kilo restafval per inwoner per jaar. Het hoogbouwproject van de steden is een bijdrage in het streven van staatssecretaris Mansveld om huishoudelijk afval voor 75% te scheiden in 2020. Persbericht IenM, 09-03-2015
In het Energieakkoord voor duurzame groei zijn afspraken gemaakt over het treffen van energiebesparende maatregelen. In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu ontwikkelt Kenniscentrum InfoMil van Rijkswaterstaat een ondersteuningspakket voor het bevoegd gezag, de omgevingsdiensten en het bedrijfsleven (industrie-, utiliteits- en agrarische sector). Het doel van het ondersteuningspakket is om de partijen te ontzorgen en richting te geven bij het realiseren van energiebesparing in Nederland. Het pakket bestaat uit meerdere producten en diensten die InfoMil in nauwe samenwerking met de uitvoeringspraktijk ontwikkelt. In 2015 ligt de focus op het testen erkende maatregelen bij bedrijven, het ontwikkelen van de handreiking toezicht energiebesparing en een opleiding energiebesparing voor toezichthouders, het vernieuwen van Energiebesparing en Winst, het ontwikkelen van een monitoringstool erkende maatregelen voor energiebesparing en een applicatie voor toezichthouders over energiebesparing, alsmede het faciliteren en inhoudelijk ondersteunen van de werkgroepen erkende maatregelen voor energiebesparing. Via een speciale internetsite houdt InfoMil iedereen op de hoogte van stand van zaken rond de verschillende producten en diensten. www.infomil.nl
Kansrijke routes naar een volledig duurzame energievoorziening Hoe komen we tot een volledig duurzame energievoorziening in 2050? Naar aanleiding van deze vraag van het ministerie van Economische Zaken is de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) een verkenning gestart die na de zomer uitmondt in een advies aan minister Kamp. Hierin worden de meest kansrijke routes in beeld gebracht die leiden naar een energievoorziening die duurzaam, betaalbaar en betrouwbaar is, bijdraagt aan de Nederlandse economie en kan rekenen op maatschappelijk draagvlak. Het advies dient als bouwsteen voor het Energierapport 2015 dat het kabinet eind van dit jaar uitbrengt.
8
8
milieu
compact
last van luchtvervuiling: gemiddeld verliest elke Nederland meer dan een jaar levensverwachting door luchtvervuiling.
grens OverscHrIjdende prOjecten
Het RIVM gebruikte voor het onderzoek de sterftestatistieken van 7 miljoen Nederlanders en vergeleek die met de luchtvervuiling op hun woonadres. Deze enorme hoeveelheid gegevens biedt een schat aan informatie over de effecten van luchtvervuiling op gezondheid. Die effecten blijken nog veel groter dan al bekend was. Fijnstof en stikstofdioxide (NO2, een gas) blijken een onafhankelijk effect te hebben op sterfte. Van stikstofdioxide werd tot nu toe aangenomen dat het een gering effect heeft op de gezondheid. Ziekte en sterfte door luchtvervuiling werd voornamelijk toegeschreven aan de blootstelling aan fijnstof en het daarin aanwezige roet. Dit onderzoek toont echter aan dat ook stikstofdioxide zélf leidt tot ernstige gezondheidsklachten. Persbericht Milieudefensie, 12-03-2015
Stappenschema grensoverschrijdende milieueffectrapportage in het Duits Tussen Nederland en Duitsland zijn uitvoeringsafspraken gemaakt over grensoverschrijdende milieueffectrapportage. Deze afspraken staan schematisch in een stappenschema. Nieuw is dat dit stappenschema nu ook in het Duits beschikbaar is. In 2005 hebben Nederland en Duitsland een gezamenlijke verklaring opgesteld over de samenwerking bij milieueffectrapportage (m.e.r.) in grensoverschrijdend verband. Deze gezamenlijke verklaring is in 2013 geactualiseerd. Het betreft de Gezamenlijke verklaring Duitsland-Nederland inzake m.e.r. in grensoverschrijdend verband 2013. In de gezamenlijke verklaring staan praktische afspraken over hoe een grensoverschrijdende m.e.r. goed kan verlopen. Het doel is een goede informatie-uitwisseling tussen buurlanden en een zo soepel mogelijk verloop van zowel de m.e.r.-procedure als de grensoverschrijdende samenwerking. De belangrijkste afspraken van de gezamenlijke verklaring staan schematisch in een stappenschema. www.infomil.nl
Nederland gaat Eu-normen luchtkwaliteit niet halen Op twee derde van de 58 drukke verkeersaders waar Milieudefensie met omwonenden de luchtkwaliteit meet, zijn begin dit jaar te hoge concentraties stikstofdioxide (NO2) gemeten. Nederland moet dit jaar voldoen aan de Europese norm NO2 en dat gaat op deze locaties naar alle waarschijnlijkheid niet lukken. Als de luchtkwaliteit niet snel verbetert, dreigen boetes uit Brussel, mogelijk oplopend tot honderden miljoenen euro’s. De Europese norm ligt op 40 µg/m3 gemiddeld per jaar. Op de Javastraat in Den Haag een concentratie luchtvervuiling gemeten van maar liefst 54,5 µg/ m3, de hoogste van alle meetpunten. Hoog op de lijst van meest vervuilende plekken staan ook de Valkenburgerstaat in Amsterdam, de Marnixlaan in Utrecht en de Stadhoudersweg in Rotterdam.
LUcHtkwALIteIt Gezondheidseffecten jarenlang onderschat
Het is niet waarschijnlijk dat in de komende maanden op de meetlocaties de luchtkwaliteit zo sterk verbetert dat de EU norm dit jaar wordt gehaald. Eerder werd Engeland wegens dergelijke normoverschrijdingen in Londen al door de EU op de vingers getikt en kreeg het land een sanctie van 300 miljoen pond opgelegd. Nederland hangt eenzelfde lot boven het hoofd. Persbericht Milieudefensie, 10-03-2015
De effecten van luchtvervuiling op sterfte zijn zo’n 40% hoger dan tot nu toe werd aangenomen. Nederlanders die in de stad wonen (zo’n 40% van de bevolking) gaan gemiddeld 1,5 jaar eerder dood door luchtvervuiling. Op sterk vervuilde plekken kan dit oplopen tot enkele jaren. Dat blijkt uit berekeningen die Milieudefensie heeft gemaakt op basis van een nieuw en grootschalig onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. De gezondheidseffecten blijven niet beperkt tot stedelijke gebieden. Alle Nederlanders hebben
9
9
milieu
compact
zenlijk kan bijdragen aan het verminderen van onze CO2-uitstoot. Neveneffecten pleiten evenmin voor de inzet hiervan, denk aan hoge voedselprijzen, landroof, mensenrechtenschendingen en ontbossing. De dialoog over de rol van bio-energie bij klimaat- en industriebeleid is ermee gediend indien die wordt gevoerd op basis van de juiste data en feiten. Tijdschrift Milieu, maart 2015
dUUrzAme OntwIkkeLIng De waarheid over biomassa Het is twijfelachtig of het klimaat gebaat is bij biobrandstof of bij het meestoken van hout in kolencentrales. Dat blijkt uit het visiedocument ‘Biobrandstof en hout als energiebronnen’ van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Van diverse kanten is kritisch op de bevindingen gereageerd. Ten onrechte, aldus Rudy Rabbinge in het artikel ‘De waarheid over biomassa’ in de nieuwe editie van Tijdschrift Milieu. Biomassa inzetten voor energiewinning of voor motorbrandstof is volgens de voorzitter van de KNAW-sectie Levenswetenschappen een slecht idee. Het verbranden van hout in elektriciteitscentrales en van bio-ethanol en biodiesel in auto’s draagt niet of nauwelijks bij aan besparing van CO2-uitstoot.
Illegale ontbossing schreeuwt om aanscherping regelgeving
Op het KNAW-rapport is door sommigen kritisch gereageerd, maar volgens Rabbinge zijn de reacties weinig inhoudelijk en concreet. Vele studies tonen aan dat de netto-energiebijdrage van biomassa gering is, terwijl de behoefte aan areaal zeer groot is. Daar komt bij dat de productie van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen voor de verbouw van energiegewassen veel energie vergt, evenals de opwerking van de gewassen tot geschikte biobrandstof. Gevolg van dit alles is dat het netto-effect op de vermindering van broeikasgasemissies uiterst gering is. Dit komt ook omdat de efficiëntie van plantenenergie zeer laag is, hooguit 1,5%, tenzij alleen de organische zonnecellen worden gebruikt.
Nederland heeft haar dubieuze koppositie te wijten aan de enorme invoer van palmolie voor biobrandstoffen. Europarlementariër Bas Eickhout: “Dit rapport toont de desastreuze effecten van ons huidige biobrandstofbeleid. Het beleid is zo lek als een mandje, er zijn veel meer waarborgen nodig om ervoor te zorgen dat het gebruik van biobrandstoffen geen schadelijke gevolgen heeft.” De enorme import van soja voor de intensieve veehouderij is eveneens een grote boosdoener. “Hoog tijd dat de Nederlandse overheid in gaat zetten op kwaliteit in de landbouwsector in plaats van kwantiteit”, aldus Eickhout. “Dat zal ook betekenen dat we minder vlees zullen gaan eten tegen een eerlijke prijs. Dat komt niet alleen de boeren, maar ook de kwaliteit op je bord ten goede.”
Van alle EU-landen is Nederland de grootste importeur van producten die leiden tot illegale ontbossing. Dat concludeert de Nederlandse organisatie Fern in het rapport ‘Stolen Goods’. Volgens de onderzoekers is verbetering en uitbreiding van bestaande regelgeving essentieel om deze trend te doorbreken. Door Nederlandse import ging in 2012 meer dan 230.000 hectare aan bos op onrechtmatige wijze verloren. Volgens Fern moet EU-wetgeving op het gebied van klimaat, energie, handel, financiën, consumptie en ontwikkelingssamenwerking herzien en uitgebreid worden.
Kortom, de inzet van biomassa voor de productie van elektriciteit is geen goed idee als daarvoor voedselgewassen worden ingezet. Hetzelfde geldt voor het gebruik van biomassa voor motorbrandstof. De redenering dat hiermee de weg naar een groene economie wordt opengelegd gaat evenmin op. Juist bij de industrieën die waarde willen creëren met non-food toepassingen van biomassa stuit dit op verzet. Begrijpelijk, want hun toegang tot grondstoffen wordt door subsidies op de bijstook van biofuel geblokkeerd. Een groene economie is juist gebaat bij versterking van innovatie en vernieuwing. Het is een illusie om te denken dat biobrandstoffen we-
Het rapport raadt aan om import van hout en houtproducten uit illegale bronnen aan banden te leggen. Dat zal makkelijker gaan zodra de vraag naar hout afneemt, bijvoorbeeld door meer recycling. Volgens Eickhout wordt met het rapport wederom aangetoond hoe belangrijk het Europese voorstel voor een circulaire economie is dat onlangs van tafel werd geveegd. “In Den Haag en Brussel heerst de overtuiging dat minder wetgeving per definitie betere regelgeving is. Willen we echter voorkomen dat de lon-
10
10
milieu
compact
gen van onze aarde verloren gaan dan hebben we niet alleen betere, maar ook meer regels nodig.” Nieuwsbrief GroenLinks, 17-03-2015
cijfers wat levensduur betreft. Zo blijkt dat de gemiddelde eerste levensduur van apparaten tussen 2004 en 2012 gedaald is van 14,1 naar 13 jaar. Defect is in 55,6 procent de reden voor een vervanging. Maar de grootste stijging zit in het aandeel toestellen dat nog binnen de eerste vijf jaar wordt vervangen: dat aandeel verdubbelde in dezelfde periode bijna van 7 naar 13 procent, grotendeels door de toename van vroege defecten.
Milieuorganisaties en energiebedrijven bereiken akkoord over biomassa Milieuorganisaties hebben na twee jaar onderhandelen een akkoord bereikt over het bijstoken van biomassa in kolencentrales. Door het akkoord komt er een einde aan de impasse over de inzet van biomassa in Nederlandse kolencentrales. De bijstook nam de afgelopen tijd af vanwege het vervallen van de subsidie hierop. Het akkoord moet ervoor zorgen dat een belangrijke pijler in het Energieakkoord nu weer in ere hersteld wordt. Milieuorganisaties stellen echter strenge eisen aan de herkomst van de biomassa. Volgens minister Henk Kamp van Economische Zaken zorgen de afspraken ervoor dat het aandeel hernieuwbare energie in Nederland stijgt van 4,5 naar 5,7 procent.
Toch blijkt het probleem niet alleen bij het product zelf te liggen. Bij een derde van alle vervangingsaankopen van groot witgoed zoals ijskasten en wasmachines gaat het niet om een defect, maar wenst de consument een moderner of beter toestel. Ook bij tv-toestellen blijkt dat aandeel groot. In 2012 functioneerde 60 procent van de vervangen televisies nog prima, maar wilde de consument toch een nieuw toestel. Vreemd genoeg is bij notebooks een omgekeerde beweging te merken. De toestellen gaan niet sneller stuk dan tien jaar geleden, en de consument opteert ook steeds minder snel voor een nieuw toestel als het oude het blijft doen.
Organisaties als Greenpeace konden het met de energiebedrijven niet eens worden over welke plantages voldoende duurzaam waren om de producten voor hernieuwbare energie te leveren. Energiebedrijven waren op hun beurt weer bang door strenge eisen subsidies mis te lopen. De milieuorganisaties hebben nu afgedwongen dat alleen houtresten en houtafval gebruikt worden, afkomstig van hout waarvan “de vitaliteit versterkt wordt, terwijl de productie van het bos op peil blijft”. Dat betekent in de praktijk dat er alleen hout gebruikt wordt uit de meest duurzaam beheerde FSC-bossen. Ed Nijpels, die namens de SER de uitvoering van het Energieakkoord bewaakt, laat weten dat Nederland nu strengere eisen aan biomassa stelt dan welk ander land ook. Met het akkoord kan volgens hem voldaan worden aan de doelstelling om in 2020 14 procent duurzame energie te gebruiken. NU.nl
Extreem kort is de eerste levensduur van mobiele telefoons: die komt in de buurt van zes tot negen maanden en staat daarmee bijna op gelijke voet met modeartikelen. Dat heeft grote gevolgen voor duurzaamheid. Want naarmate de gebruiksduur van producten korter wordt, wordt het produceren van een vervanger steeds onduurzamer als gevolg van onnodig grondstof- en energieverbruik, hoe duurzaam het product zelf ook wordt gemaakt. Wie doet het eerste onderzoek naar het effect van het vertragen van modetrends op duurzaamheid? Duurzaamnieuws.nl Zonnepanelen op dak waterschap voor particulieren Over een paar maanden kunnen particulieren 100% groene energie opwekken met zonnepanelen op het kantoordak van het Waterschap Rivierenland. Energie van Hollandsche bodem uit Nijmegen, ontwikkelt hier het eerste ‘postcoderoosproject’ in Gelderland, waar particulieren de opbrengst van de eigen zonnepanelen op andermans dak mét belastingvoordeel kunnen verrekenen met de eigen energierekening. Op het kantoordak komen 192 panelen die 45.000 kWh stroom per jaar leveren. De terugverdientijd van de panelen is gemiddeld 8 jaar.
Voortijdige productvervanging aanslag op duurzaamheid De gemiddelde levensduur van elektronische toestellen gaat erop achteruit, zo meldt het Belgische milieupunt Argus naar aanleiding van nieuw onderzoek van het Duitse Milieuagentschap (UBA). Consumenten wisselen niet alleen sneller van apparaat omwille van de kwaliteit. Ze willen ook vaker en sneller gewoon een nieuw toestel. De studie leverde niet meteen harde conclusies op wat betreft geplande veroudering, maar stootte wel op enkele opvallende
11
Bewoners in de nabije omgeving kunnen zich via de site aanmelden bij Energie van Hollandsche bo-
11
milieu
compact
dem (www.evhb.nl). Deze organisatie ontwikkelt zonneparken op restgronden, zandwinplassen, daken van bedrijven, scholen en fabriekshallen, maar ook op bijvoorbeeld geluidschermen. Het bedrijf verzorgt het gehele traject van begin tot eind. Voor elk zonnepark richt zij een energiecoöperatie op of werkt samen met bestaande energiecoöperaties. Persbericht EVHB, 12-03-2015
maakt het mogelijk 9.000 kg fosfaat (meststof) uit het afvalwater terug te winnen. Een decentrale bioraffinaderij kan de organische reststromen verder verwerken tot nieuwe grondstoffen. Een dergelijke radicale koerswijziging kent nog vele vraagstukken en belemmeringen op het gebied van regelgeving, beschikbaarheid van technologie en nieuwe verdienmodellen. Door de inrichting van Buiksloterham als Living Lab werken tal van opleidings- en onderzoeksinstituten, samen met bedrijven, de komende jaren gezamenlijk aan de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor deze vraagstukken. www.metropoolregioamsterdam.nl
Akkoord maakt Gelderland in 2050 klimaatneutraal In 2020 wordt in 100.000 woningen in Gelderland energie opgewekt. Huurwoningen hebben gemiddeld energielabel B. In 2050 is de provincie Gelderland klimaatneutraal. Deze en meer ambities zijn vastgelegd in het Gelderse Energie Akkoord, dat door zo’n honderd Gelderse partijen is ondertekend. Daarmee committeren deze bedrijven, gemeenten en maatschappelijke organisaties zich aan een pakket maatregelen om de provincie te verduurzamen. Thema’s als energiebesparing, decentrale duurzame energie en de financiering daarvan staan centraal in het akkoord. Jaarlijks wordt bekeken of ambities scherper kunnen worden gesteld, of nieuwe doelstellingen kunnen worden toegevoegd. De investeringen die bij de ambities uit het Akkoord leiden de komende jaren tot 1800 extra voltijdbanen. Het akkoord is een initiatief van de Gelderse Natuur en Milieufederatie, het Klimaatverbond Nederland en netwerkbedrijf Alliander. Persbericht Gelderse Milieufederatie, 17-03-2015
Kosten offshore windenergie in 2023 competitief De prijs voor offshore windenergie in Europa zal in 2023 competitief zijn met die van traditionele vormen van energie, zo schrijft Ernst and Young in het rapport ‘Offshore Wind in Europe’. Grotere windturbines, veel projecten ‘in de pijplijn’ en een competitieve industrie zal de ‘levelized cost of energy’ (LCoE) in 2023 met 26% doen dalen. Grotere windturbines alleen al zorgen voor een daling van 9%. Als deze lijn wordt doorgezet, dan zullen de kosten voor offshore windenergie dalen tot €90 per opgewekte megawattuur in 2030. De sector staat nog steeds voor een flinke uitdaging. Als de Europese doelstellingen voor 20GW geïnstalleerd vermogen in 2020 en een productieprijs van €100 per MWh niet worden gehaald, dan wordt doorgroeien na 2030 een lastige opgave. De verwachting is echter dat het geïnstalleerd vermogen in Europa zal verdriedubbelen tot 28GW in 2020. Nederland zal hiervan 2GW voor haar rekening nemen. Recent heeft het Britse Cost Reduction Monitoring Framework aangegeven dat de kosten in het Verenigd Koninkrijk sneller dalen dan verwacht. In Nederland denkt de offshore industrie de kosten in 2023 met 40% te kunnen verlagen ten opzichte van 2013. windnu.nl
Voormalig industriegebied proeftuin voor circulaire gebiedsontwikkeling Voormalig industriegebied Buiksloterham, Amsterdam-Noord, wordt door publieke en private partijen ontwikkeld tot een wijk met hoge circulaire ambities. In het gebied – nu nog gedeeltelijk industriegebied en grotendeels vervuild en leegstaand – verrijzen zo’n 3.500 woningen en 200.000 m2 werkruimte. De wijk wordt een Living Lab voor circulaire gebiedsontwikkeling. Hiervoor is een ambitieus actieplan opgesteld. De energievraag kan significant verminderd worden en leiden tot een CO2 jaarlijks besparingspotentieel van 60.000 ton. Dit kan bijvoorbeeld met slimme gelijkspanningsnetten en door het toepassen van de passiefhuisstandaard voor nieuwbouw. Door gebruik te maken van circulaire bouwprincipes en slimme afvalinzamelingstechnologie kan de materiaalstroom grotendeels hoogwaardig hergebruikt worden. Het toepassen van innovaties op het gebied van water maakt de wijk regenbestendig, bespaart jaarlijks zo’n 73.000 m3/jaar drinkwater en
HAndHAvIng Milieueffecten spooruitbreiding beter uitleggen De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu wil acht intercity’s en zes sprinters per uur tussen Den
12
12
milieu
compact
Haag en Rotterdam mogelijk maken in beide richtingen. Hiertoe wordt het spoor tussen Rijswijk en Delft Zuid uitgebreid van twee naar vier sporen. Het project is vastgelegd in een ontwerp-Tracébesluit. Voordat de staatssecretaris hierover een besluit neemt zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. De Commissie m.e.r. heeft het milieueffectrapport voor het spoor Rijswijk – Delft Zuid beoordeeld. Het zeer technische rapport vraagt op onderdelen om een publieksvriendelijke vertaling en meer toelichting op het doel van het project. Ook is de informatie over geluid- en trillinghinder nog niet compleet. De Commissie adviseert daarom het rapport op enkele punten aan te passen.
Heat4U is een internationaal onderzoeksprogramma dat via innovatie en technologie oplossingen wil vinden voor klimaatverandering en voor het vergroten van energie-efficiëntie. Het onderzoek startte op 1 november 2011 en valt onder het 7e kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (KP7 ) van de Europese Unie. Persbericht Techneco, 09-03-2015 Toekomst van het Europese milieu Het rapport ‘Het Milieu in Europa- Toestand en verkenningen 2015’ (SOER 2015) beschrijft op beknopte wijze de toestand, ontwikkeling en toekomst van het Europese milieu en leefomgeving geplaatst in een wereldwijde context. Het PBL en het Compendium voor de Leefomgeving (CLO) hebben op diverse wijzen bijgedragen aan de totstandkoming. De SOER 2015 beoogt een bron van kennis te zijn voor iedereen die geïnteresseerd is in en betrokken is bij het verbeteren van het milieu in Europa. Het rapport bestaat uit een syntheserapport, een global megatrends rapport en diverse onderliggende rapporten op wereld- Europees, regionaal en landenniveau. SOER 2015 deel C bevat de Nederlandse landenbijdrage.
De Commissie m.e.r. heeft ook het milieueffectrapport voor het Doorstroomstation Utrecht beoordeeld. Doel van deze ombouw is de capaciteit, kwaliteit en robuustheid van de railinfrastructuur rond Utrecht Centraal te vergroten. De informatie is volgens de commissie nog niet compleet, omdat onderzoek naar de mogelijkheid van snelheidsverlaging van goederentreinen om trillinghinder te reduceren ontbreekt. De Commissie adviseert het rapport op dit punt aan te passen. Persberichten Commissie M.e.r., 11/12-03-2015
De SOER 2015 dient als informatiebron voor de tenuitvoerlegging van het Europese milieubeleid tussen 2015 en 2020. Daarnaast analyseert het de mogelijkheden voor het aanpassen van het bestaande beleid teneinde de visie van de Europese Unie voor 2050, goed leven binnen de grenzen van onze planeet, te verwezenlijken. De SOER 2015 is gebaseerd op objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie, afkomstig van onder meer het Europees Milieu Agentschap (EMA) en het Europees milieuobservatie- en informatienetwerk (Eionet), een netwerk van negenendertig Europese landen. pbl
eUrOpese UnIe Gasabsorptie warmtepomp optimaal alternatief voor bestaande gebouwen In bestaande woningen en utiliteitsgebouwen is de toepassing van de absorptie warmtepomp, aangedreven door aardgas en met buitenlucht als hernieuwbare energiebron, een energetisch optimale oplossing. Dit blijkt uit onderzoek van het Europese HEAT4U project. De warmtepomp kan een hoogwaardige oplossing vervullen in de overgang naar een volledige verduurzaming van de gebouwde omgeving. De technologie is volgens de onderzoekers namelijk volledig compatibel met de bestaande distributienetwerken. Proeven in eengezinswoningen in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Polen tonen aan t dat de warmtepomp de energie-efficiëntie met meer dan 35% verhoogt in vergelijking tot de beste hr-ketels. Elke gasabsorptiewarmtepomp kan jaarlijks 1,2 TOE (ton olie-equivalent) besparen en een CO2uitstoot van meer dan 3 ton vermijden.
Globalisering zet klimaatdoelen Eu onder druk Europa heeft de afgelopen 45 jaar veel bereikt op het gebied van klimaatpolitiek, maar de effecten blijven deels uit of worden teniet gedaan door globalisering. Daarvoor waarschuwt het Europees Milieuagentschap (EEA) in een rapport. Europa heeft veel vooruitgang geboekt, stelt het EEA. Er wordt minder afval geproduceerd en meer gerecycled, de waterkwaliteit gaat vooruit, er wordt minder luchtverontreiniging uitgestoten en minder fossiele brandstof gebruikt. ‘’Maar vaak zijn deze verbete-
13
milieu
compact
ringen nog niet vertaald in ecologische veerkracht of verminderde gezondheidsrisico’s. Bovendien is de langetermijnverwachting niet zo rooskleurig als de recente ontwikkelingen doen denken.’’ Het belangrijkste probleem zijn wereldwijde ontwikkelingen. ‘’Meer grondstofgebruik en vervuilende uitstoot wereldwijd hebben bijvoorbeeld de successen van Europa geneutraliseerd en nieuwe problemen veroorzaakt.’’ Ook consumeren Europeanen steeds meer producten die elders in de wereld worden gemaakt, waardoor daar meer vervuiling optreedt. nu.nl
Dit geld is opgebracht vanuit de deelnemende bedrijven, onderzoeksinstellingen en het SmartMix-programma van het ministerie van Economische Zaken. Persbericht CatchBio, 17-03-2015 universiteit utrecht versterkt duurzame ambitie van utrecht Sustainability Institute De Universiteit Utrecht wordt kernpartner en medefinancier van het Utrecht Sustainability Institute (USI). Daarmee zet zij in op consolidatie van USI als kennis- en innovatiemakelaar op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling en als ambassadeur van de duurzame resultaten en expertise in de regio Utrecht. USI legt zich met name toe op het opzetten van onderzoeks- en innovatieprojecten gericht op het duurzaam omgaan met de strategische voorraden energie, water en grondstoffen in de stad. Nu USI in een nieuwe ontwikkelingsfase is gekomen heeft prof. dr. Jacqueline Cramer de functie van directeur van het instituut overgedragen aan dr. ir. Carolien van Hemel. De Universiteit Utrecht heeft besloten ook het Sustainable Finance Lab voort te zetten. Persbericht Universiteit Utrecht, 03-03-2015
wetenscHAp Katalysator zet biomassa efficiënter om in waardevolle grondstoffen Scheikundigen van de Universiteit Utrecht hebben samen met Britse en Amerikaanse collega’s een nieuwe, herbruikbare katalysator ontwikkeld die biomassa sneller en efficiënter omzet in waardevolle hernieuwbare producten als plastics en brandstoffen. Op de vinding is inmiddels een octrooi aangevraagd. Het onderzoek werd uitgevoerd binnen het publiekprivate samenwerkingsverband CatchBio, dat zich richt op het ontwikkelen van schone manieren om niet-eetbare biomassa te verwerken. De ontwikkelde katalysator versnelt zeer selectief één van de chemische reacties die nodig zijn voor de verwerking van cellulose, een onderdeel van plantenmateriaal. Bij deze reactie wordt levulinezuur omgezet in een volgende groene chemische bouwsteen, γ-valerolacton genaamd. De katalysatoren die voor deze omzetting worden gebruikt, zijn vaak metalen. Uitgebreid onderzoek leidde tot de ontwikkeling van een katalysator gebaseerd op de metalen ruthenium en palladium. Deze stuurt de omzetting veel sneller dan bestaande katalysatoren en doet dat bovendien heel specifiek, waardoor minder afval wordt geproduceerd.
pUBLIcAtIes Aantal megastallen in acht jaar verdrievoudigd Uit onderzoek van de Wageningen Universiteit in opdracht van Milieudefensie blijkt dat in acht jaar het aantal megastallen bijna is verdrievoudigd van 301 naar 803 bedrijven. De groei vindt in alle provincies plaats. De melkveehouderij heeft met 317 de meeste megastallen en groeide ook het hardst, gevolgd door stallen met fokzeugen (209) en vleesvarkens (85). Het aantal megastallen met fokzeugen is meer dan verdubbeld en het aantal met vleesvarkens bijna verviervoudigd. Megastallen zijn minstens drie keer zo groot als gangbare bedrijven. Door de enorme omvang wordt het milieu overbelast omdat mest niet op eigen akkers wordt verspreid. Het dierenwelzijn is slecht en er bestaan grote risico’s voor de volksgezondheid, zoals de uitbraak van mens-dierziekten en toenemende antibioticaresistentie.
CatchBio, ‘Catalysis for Sustainable Chemicals for Biomass’, is in 2008 opgericht en bestaat uit 21 partners van Nederlandse universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijfsleven. Het bedrijf heeft tot doel om op een schone manier brandstof, chemicaliën en materialen uit niet-eetbare biomassa te halen. Hiervoor wordt aan meer dan 60 onderzoeksprojecten gewerkt met een totaal budget van 28 miljoen euro.
Staatssecretaris Dijksma (EZ) komt in de zomer met een wetsvoorstel dat provincies en gemeenten de mogelijkheid biedt het aantal dieren te beperken op grond
14
14
milieu
compact
van gezondheidsredenen, maar Milieudefensie vindt het wetsvoorstel veel te slap. Om de verdere schadelijke gevolgen en groei van megastallen terug te dringen, roept de milieuorganisatie Dijksma op om een landelijke bouwstop voor megastallen in te voeren. Persbericht Milieudefensie, 13-03-2015
meer zuiveringsinstallaties in de periode 1990-2013 gemoderniseerd. Daardoor halen rioolwaterzuiveringsinstallaties steeds meer verontreinigingen uit het afvalwater. Het vrijkomende zuiveringsslib wordt vrijwel geheel verbrand in slibverbrandingsinstallaties, elektriciteitscentrales en cementovens.
Website geeft wereldwijd beeld van overstromingsrisico’s
Door een toename van de vergisting van zuiveringsslib, is de totale afzet van slib sinds 2007 langzaam gedaald. De verwijdering van stikstof- en fosforverbindingen uit het afvalwater steeg met 31 respectievelijk 27 procentpunten ten opzichte van 1990. Biologisch afbreekbare vervuiling werd in 2013 voor bijna 98 procent uit het afvalwater verwijderd. In 1990 was dat nog 93 procent. Deze verbeteringen hebben er mede voor gezorgd dat het oppervlaktewater in Nederland de laatste 20 jaar schoner is geworden.
Rivieroverstromingen treffen jaarlijks 21 miljoen mensen over de hele wereld. In 2015 zijn dit er mogelijk 54 miljoen als gevolg van klimaatverandering en bevolkingsgroei. Circa 80% van de getroffenen wonen in vijftien landen, stuk voor stuk ontwikkelingslanden of landen die een snelle ontwikkeling doormaken zoals India, Bangladesh en China. Dit blijkt uit een het World Resource Institute (WRI) gepubliceerde interactieve website die inzicht geeft in de gevolgen van mogelijke overstromingen door rivieren over de hele wereld: de ‘Aqueduct Global Flood Analyzer’ (AGFA). Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) staat mede aan de basis ervan.
De rioolwaterzuiveringsinstallaties worden ook energiezuiniger. In 2013 is het elektriciteitsgebruik voor het zuiveren van afvalwater 7 procent minder dan in 2005. Bovendien steeg het aandeel elektriciteit dat zelf wordt geproduceerd van 21 procent in 2005 tot 31 procent in 2013. Dat komt door een hogere biogasproductie uit de vergisting van zuiveringsslib. Met het biogas wekken de waterschappen zelf elektriciteit op. cbs.nl
De AGFA-website berekent slachtoffers en schade in het stedelijk gebied voor elk land en elk stroomgebied waar ook ter wereld. Het is de eerste openbare tool over huidige en toekomstige overstromingsrisico’s wereldwijd. Middels de ‘analyzer’ zijn de kaarten en resultaten toegankelijk en makkelijk te gebruiken door een breed publiek. Vier Nederlandse instituten staan aan de basis van het mondiaal overstromingsmodel van de website. Dat zijn naast het PBL: Deltares, de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit Amsterdam. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft subsidie verleend om de site de komende twee jaar uit te breiden met onder meer de overstromingsrisico’s vanuit zee en de relatie tussen bodemdaling en overstromingen. Het uiteindelijke doel is dat de tool ingezet kan worden om de haalbaarheid en effectiviteit van maatregelen tegen overstromingen, zoals dijken, waterbergingssystemen en ruimtelijke ontwikkeling, inzichtelijk te maken. In deze eerste versie van de Aqueduct Global Flood Analyzer is dit mogelijk door voor landen een bepaald beschermingsniveau op te geven. De tool laat dan zien wat de reductie aan getroffenen en schade is. pbl.nl
BerIcHten Keurmerk voor energieneutrale woningen De onlangs opgerichte Vereniging De BredeStroomversnelling bundelt kennis- en innovatiekracht om via een geïndustrialiseerde aanpak te komen tot nul-op-de-meter-woningen die als vanzelfsprekend zijn voor corporaties en woningeigenaren; te beginnen met 111.000 woningen in 2020 tot uiteindelijk 4,5 miljoen naoorlogse (hoog- en laagbouw)woningen in 2050. De vereniging gaat een keurmerk ontwikkelen voor bouwers die dit label gebruiken om hun kwaliteit te laten zien en te waarborgen. Dit keurmerk wordt door de vereniging bewaakt zodat iedereen erop kan vertrouwen dat elke woning die het keurmerk draagt, voldoet aan de gegarandeerde prestatie-eisen. De BredeStroomversnelling streeft ernaar de leden te faciliteren en te verbinden zodat er hoogwaardige renovatie- en nieuwbouwconcepten worden ontwikkeld en gerealiseerd en
Modernisering verbetert rioolwaterzuivering en vermindert energiegebruik Onder invloed van Europese regelgeving zijn steeds
15
milieu
compact
de afname ervan wordt gestimuleerd. Leden van de vereniging werken samen aan het creëren van de goede condities zoals overheidsbeleid, vergunningen en financiering. Iets waar alle deelnemers individueel nooit in zouden kunnen slagen. De BredeStroomversnelling is opgericht door NetwerkbeheerNederland en de Vereniging Stroomversnelling. Persbericht De Stroomversnelling, 17-03-2015
Wet bodembescherming. Voor zover appellant en anderen betogen dat niet met het saneringsplan mocht worden ingestemd voordat een beschikking ernst en spoed is genomen, overweegt de Afdeling als volgt. Het college stelt zich op het standpunt dat in dit geval geen verplichting bestaat om een beschikking ernst en spoed te nemen. De in artikel 29, tweede lid, van de Wet bodembescherming bedoelde gevallen doen zich hier niet voor, aldus het college. Het college stelt verder dat het in dit geval niet mogelijk is om een beschikking ernst en spoed te nemen omdat de grenzen van het geval van verontreiniging niet kunnen worden vastgesteld. Voorts stelt het college ter zitting dat een beschikking ernst en spoed overbodig is geworden, omdat de sanering inmiddels bijna is afgerond. De Afdeling volgt het betoog van het college niet. Omdat in dit geval een vermoeden van ernstige verontreiniging bestaat, was het college ingevolge artikel 29, tweede lid, gelezen in verbinding met artikel 39, eerste lid, van de Wet bodembescherming gehouden om een beschikking ernst en spoed af te geven. De beschikking ernst en spoed hoeft bij een deelsanering als hier aan de orde - anders dan het college kennelijk veronderstelt - geen betrekking op het gehele geval van verontreiniging te hebben maar uitsluitend op het in de sanering betrokken gedeelte van het geval. Dat mogelijk niet het gehele geval van verontreiniging kan worden vastgesteld, heeft daarom niet tot gevolg dat het afgeven van een beschikking ernst en spoed niet mogelijk was. Voor zover het college tot slot heeft gesteld dat de sanering inmiddels bijna is afgerond, overweegt de Afdeling dat dit niet meebrengt dat appellanten geen belang meer zouden hebben bij een oordeel van de Afdeling over de vraag of rechtmatig kon worden ingestemd met het saneringsplan zonder een voorafgaande beschikking ernst en spoed. De conclusie is dat het college, door na te laten een beschikking ernst en spoed af te geven alvorens instemming te verlenen met het deelsaneringsplan, in strijd heeft gehandeld met het systeem van de Wet bodembescherming. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 11-02-2015, zaaknr. 201404345/1/A4
recHtsprAAk Groningse inwoners en milieuorganisaties vechten gaswinningsbesluit aan De Groninger Bodem Beweging (GBB), Milieudefensie, de Natuur en Milieufederatie Groningen en de Waddenvereniging zijn in beroep gegaan bij de Raad van State tegen het gaswinningsbesluit van minister Kamp. De organisaties willen dat het besluit wordt vernietigd en de gaswinning veel verder omlaag gaat dan de 39,4 miljard m3 waar Kamp mee heeft ingestemd. Dit om de veiligheid van de Groningers te vergroten, verdere schade aan huizen en natuur te voorkomen en de transitie naar duurzame energie een impuls te geven. Zij beroepen zich hierbij op het Europese verdrag van de rechten van de mens en de Grondwet. De indieners van het beroepsschrift willen dat de Groninger gaswinning wordt teruggeschroefd of stopgezet totdat uit onafhankelijk onderzoek blijkt welk productieniveau veilig is. Dit onderzoek moet worden uitgevoerd door een partij die onafhankelijk is van de NAM en het ministerie van Economische Zaken, die immers beiden een groot financieel belang hebben bij de gaswinning. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid onderschrijft in haar recente advies het belang van onafhankelijk onderzoek en evenwichtige belangenafweging in de besluitvorming. Persbericht Milieudefensie, 16-03-2015 Deelsaneringsplan bodemverontreiniging en beschikking ernst en spoed
Bestemmingsplan en trillingen vaste puinbreker
Bij besluit van 15 april 2014 heeft het college van B&W van Helmond ingestemd met een deelsaneringsplan als bedoeld in artikel 39, tweede lid, gelezen in verbinding met artikel 40 van de
Bij besluit van 27 mei 2013 heeft de raad van de gemeente Voorst het bestemmingsplan “VARWest 2013” vastgesteld. Uit artikel 3, lid 3.2.3, van de planregels volgt dat de puinbreker alleen mag
16
16
milieu
compact
worden gebouwd ter plaatse van de daarvoor op de verbeelding opgenomen aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - puinbreker”. De dichtstbijzijnde woningen liggen op meer dan 200 m van de grens van het vlak met deze aanduiding. In het rapport van 7 januari 2013 wordt geconcludeerd dat ter plaatse van de woningen, op een afstand van meer dan 200 m van de puinbreker, geen trillinghinder wordt voorzien. Ter zitting heeft de raad toegelicht dat geen specifieke metingen of berekeningen zijn uitgevoerd en dat het onderzoek is gebaseerd op menselijke waarnemingen bij de puinbreker op de huidige plaats. Op grond van die waarnemingen wordt volgens het trillingonderzoek verwacht dat op meer dan 100 m geen overschrijdingen van de normen voor trillinghinder optreden. Gelet daarop acht de raad het niet aannemelijk dat in de nieuwe situatie op een afstand van 200 m nog trillinghinder kan optreden. Daarbij heeft hij mede van belang geacht dat de puinbreker in een betonnen bak, en dus op een harde ondergrond, zal worden gebouwd, zodat trillingen zich minder verspreiden. De raad acht nader onderzoek naar trillinghinder bij de woningen daarom niet noodzakelijk. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad zich in redelijkheid op dit standpunt kunnen stellen. Voor zover appellant sub 2 heeft aangevoerd dat andere bronnen van trilling dan de puinbreker ten onrechte niet in het onderzoek zijn betrokken, overweegt de Afdeling het volgende. Zoals in de tussenuitspraak onder 39.1 is overwogen, maakt het plan de inzet van mobiele puinbrekers niet mogelijk. De raad heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat vanwege de afstanden tussen het plangebied en trillinggevoelige bestemmingen niet is te verwachten dat andere bronnen, zoals vrachtwagenbewegingen of het manoeuvreren met shovels, trillinghinder bij trillinggevoelige bestemmingen zullen veroorzaken. Vanwege de afstand is volgens de raad bij de woningen ook geen cumulatie met trillingen van het verkeer op de A1 merkbaar. Naar het oordeel van de Afdeling heeft appellant sub 2 niet aannemelijk gemaakt dat dit onjuist is. De raad mocht zich bij het onderzoek naar trilling daarom beperken tot de beoordeling van de effecten van de vaste puinbreker op het terrein. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 11-02-2015, zaaknr. 201306641/6/R6
gemeente Weesp het bestemmingsplan “Bedrijventerreinen Weesp” vastgesteld. Zoals de Afdeling eerder onder 2.3.3 van haar uitspraak van 11 januari 2012 in zaak nr. 201004758/1/R3 heeft overwogen bestaat er ruimte voor het bestuursorgaan om zelf een invulling te geven aan de begrippen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan kan een raad derhalve ervoor kiezen om, ter invulling van het in zoverre niet uitputtende Bevi, kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten nader te omschrijven. Daarbij mag evenwel geen beperking worden aangebracht op het door het Bevi voorgeschreven beschermingsregime. De door de raad gekozen invulling van artikel 1, onderdeel l, onder b, van het Bevi, waarbij het woord “zoals” is vervangen door “te weten” is niet in strijd met het Bevi. De raad heeft de in artikel 1, onderdeel l, onder c, van het Bevi bedoelde kwetsbare objecten echter uitsluitend gedefinieerd als de in artikel 1, lid 1.55, van de planregels omschreven kantoorgebouwen en complexen. De raad heeft daarmee geen nadere invulling gegeven aan het begrip kwetsbaar object, maar hierop een ontoelaatbare beperking aangebracht. Het plan maakt het daardoor mogelijk dat binnen de veiligheidszones kwetsbare objecten kunnen worden gebouwd. Het plan staat er immers niet aan in de weg dat andere gebouwen, waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, binnen de veiligheidszones kunnen worden gebouwd. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 11-02-2015, zaaknr. 201309154/1/R1 Bestemmingsplan camping en geurgevoelige objecten Bij besluit van 1 oktober 2013 heeft de raad van de gemeente Hollands Kroon het bestemmingsplan “Paadje 12 te Nieuwe Niedorp” vastgesteld. De Afdeling heeft reeds in de uitspraak van 23 september 2009 in zaak nr. 200900791/1/M2 overwogen dat een recreatiewoning, gezien de in artikel 1 van de Wgv gegeven definitie, als een geurgevoelig object in de zin van dit artikel dient te worden aangemerkt. De raad stelt terecht dat in de uitspraak van 13 februari 2013 in zaak nr. 201111498/1/T1/ R4 is overwogen dat, anders dan is geoordeeld in onder meer de uitspraken van 1 september 2010 in zaaknr. 200909701/1/R1 en van 11 april 2012 in zaaknr. 201109676/1/A1, uit de wetsgeschiedenis en met name uit het aannemen van het amende-
Bestemmingsplan bedrijventerreinen en externe veiligheid Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad van de
17
milieu
compact
Vernietiging besluit en bescherming belangen appellant
ment van Van der Vlies c.s., waarmee is besloten de term ‘regelmatig’ uit de begripsomschrijving van het begrip geurgevoelig object weg te laten (Kamerstukken II 2005/06 30 453, nr.19), volgt dat de Wgv, gelet op de begripsomschrijving van een geurgevoelig object, alleen bescherming biedt aan personen tegen langdurige blootstelling aan geurhinder in gebouwen. Uit die uitspraak, die betrekking had op de geurgevoeligheid van een sanitairgebouw en gebouwen voor onderhoud en beheer op een camping, kan echter niet worden afgeleid dat de Afdeling recreatiewoningen niet meer als geurgevoelig object in de zin van de Wgv aanmerkt. Anders dan de raad betoogt, bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat in dit geval geen sprake is van de mogelijkheid tot een langdurig verblijf in de recreatiewoningen en vaste kampeermiddelen. De stelling van de raad dat de recreanten alleen in de weekenden en schoolvakanties op de camping zullen verblijven, maakt dit niet anders, reeds nu een dergelijke beperking niet in de planregels is vastgelegd. In de omstandigheid dat het verblijf op een gedeelte van de gronden van de camping is beperkt tot maximaal 250 dagen per jaar, bestaat evenmin aanleiding voor het oordeel dat in die recreatiewoningen en vaste kampeermiddelen niet langdurig kan worden verbleven.
Bij besluit van 24 mei 2013 heeft het college van B&W van Steenwijkerland omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een melkveestal. Bezwaar en beroep zijn ongegrond verklaard. Het college stelt dat procedurebepalingen, zoals artikel 3.10 van de Wabo, niet strekken tot bescherming van de belangen van appellant, zodat het besluit van 15 oktober 2013 om die reden niet vernietigd kan worden door de bestuursrechter. Blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Kamerstukken II, 2009/10, 32 450, nr. 3, blz. 18-20) heeft de wetgever met artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht de eis willen stellen dat er een verband moet bestaan tussen een beroepsgrond en het belang waarin de appellant door het bestreden besluit dreigt te worden geschaad. De bestuursrechter mag een besluit niet vernietigen wegens schending van een rechtsregel die kennelijk niet strekt tot bescherming van het belang van de appellant. Het besluit van 15 oktober 2013 is gebaseerd op artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wabo. Deze artikelen kunnen niet worden aangemerkt als procedurebepalingen, maar betreffen materiële rechtsregels, zodat de stelling van het college reeds om die reden onjuist is. De normen, vervat in de artikelen 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, en 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wabo zijn geen rechtsregels, die kennelijk niet strekken tot bescherming van het belang van appellant om te worden gevrijwaard van de door hem gestelde nadelige effecten op zijn woon- en leefklimaat. Dat het college naar gesteld vervolgens alsnog omgevingsvergunning kan verlenen met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 3º van de Wabo, doet daaraan niet af. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 18-02-2015, zaaknr. 201402758/1/A
Gelet op het voorgaande heeft de raad zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat de recreatiewoningen en vaste kampeermiddelen, zowel op de gronden waar een jaarrondopenstelling is toegestaan als op de gronden waar het verblijf is beperkt tot maximaal 250 dagen per jaar, niet als geurgevoelig object kunnen worden aangemerkt. Nu het plan ter plaatse van de camping waar het verblijf is beperkt tot maximaal 250 dagen per jaar, voorziet in geurgevoelige objecten op minder dan 50 m afstand en binnen de geurcontour van de veehouderij, betogen appellanten terecht dat het plan leidt tot een beperking van de uitbreidingsmogelijkheden van de veehouderij. De omstandigheid dat ter plaatse van de woning Paadje 16 de geur- en afstandsnormen reeds worden overschreden, doet hier niet aan af. Niet is immers uitgesloten dat, zoals appellanten terecht betogen, de veehouderij thans nog aan de achterzijde van het bouwvlak kan uitbreiden in de richting van de camping, zonder dat bij de woning Paadje 16 de geur- en afstandsnormen verder worden overschreden. In zoverre slaagt het betoog. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 18-02-2015, zaaknr. 201400171/1/R1
Vergunning Natuurbeschermingswet en bekendmaking kennisgeving Bij besluit van 21 mei 2014 heeft het college van GS van Noord-Brabant aan appellant een vergunning krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 geweigerd voor het uitbreiden/wijzigen van een melkveehouderij. Het college heeft toegelicht dat hij het besluit van 7 november 2013 niet in
18
18
milieu
compact
Vergunning onttrekken grondwater en energieopslagsysteem
werking wilde laten treden, gelet op de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2013. Hij heeft naar aanleiding van deze uitspraak verschillende Nbw 1998-vergunningen, die hij reeds had verleend met toepassing van saldering via de Brabantse depositiebank, opnieuw willen bezien. Omdat het college het besluit van 7 november 2013 in strijd achtte met de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2013, heeft het college het besluit niet aan appellant toegezonden of uitgereikt. Ten aanzien van de vraag of in afwijking van de bedoeling van het college niettemin bekendmaking heeft plaatsgevonden, overweegt de Afdeling als volgt. Partijen verschillen niet erover van mening, en ook de Afdeling is van oordeel, dat met de kennisgeving van het besluit van 7 november 2013 op de website niet een bekendmaking van dat besluit heeft plaatsgevonden als bedoeld in artikel 3:40 van de Awb. De Afdeling is voorts van oordeel dat de beschikbaarstelling van het besluit van 7 november 2013 op grond van de Wob op 8 januari 2014 evenmin kan worden gekwalificeerd als een bekendmaking als bedoeld in artikel 3:40 van de Awb. Appellant heeft toen weliswaar de beschikking gekregen over het stuk waarin het besluit van 7 november 2013 kenbaar was gemaakt, maar deze beschikbaarstelling kan niet worden gezien als toezending dan wel uitreiking als bedoeld in artikel 3:41, eerste lid, van de Awb. Daaraan staat in de weg dat de Afdeling geen aanknopingspunten ziet voor het oordeel dat de wetgever met de Wob, die is opgesteld met als doel de openbaarheid van overheidsinformatie, tevens zou hebben beoogd om met een verzoek om openbaarmaking van overheidsinformatie, in een geval als het onderhavige, de mogelijkheid te openen om openbaarmaking van nog een niet-bekendgemaakt besluit af te dwingen ongeacht de wens van het bestuursorgaan daarover. Nu het besluit van 7 november 2013 niet bekend was gemaakt, ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat het college niet bevoegd was om het besluit van 14 mei 2014 te nemen. Voor zover appellant stelt dat bij die nadere beslissing toepassing had moeten worden gegeven aan artikel 43, tweede lid, van de Nbw 1998, overweegt de Afdeling dat dit artikel ziet op verleende en in werking getreden vergunningen, zodat het college in het onderhavige geval niet gebonden was aan de in dat artikel neergelegde, limitatieve intrekkings- en wijzigingsgronden. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 18-02-2015, zaaknr. 201404609/1/R2
Bij besluit van 23 april 2013 heeft het college van GS van Utrecht aan BOVAG een vergunning als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, aanhef en onder b, van de Waterwet verleend voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van een energieopslagsysteem in de bodem te Bunnik. Bij uitspraak van 4 juni 2014 heeft de rechtbank het door Vrumona daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Niet in geschil is dat door het KWOsysteem grondwater van lagere kwaliteit uit de bovenste 20 m van de bodem zal worden vermengd met schoner grondwater dat dieper is gelegen. Ter zitting heeft het college erkend dat de waterremmende laag in de bodem tussen het eerste en het tweede watervoerende pakket niet alle maar slechts een gedeelte van het grondwater tegenhoudt, waardoor er vermenging tussen het eerste en het tweede watervoerende pakket plaatsvindt. Voorts heeft het college erkend dat een gedeelte van het grondwater van de westelijke bron van het KWO-systeem zal afstromen richting Vrumona. Volgens het college stroomt echter ook in de natuurlijke situatie, zij het in mindere mate, grondwater vanaf de plaats van de geplande bronnen van het KWO-systeem richting de bron van Vrumona. Het college stelt zich op het standpunt dat slechts een klein gedeelte van het grondwater van de bronnen van het KWO-systeem afstroomt en dat daardoor geen kwaliteitsverslechtering van de bron van Vrumona zal optreden. De Afdeling acht het, daargelaten de omvang van de afstroming en de gevolgen daarvan voor de kwaliteit van de bron van Vrumona, aannemelijk dat grondwater van de westelijke bron van het KWO-systeem zal afstromen richting de bron van Vrumona, zodat die bron op termijn invloed kan ondervinden van het KWO-systeem. Gelet daarop heeft het college zich in het besluit van 23 april 2013 ten onrechte op het standpunt gesteld dat vaststaat dat het KWO-systeem in het geheel geen gevolgen voor de grondwaterwinning van Vrumona kan hebben. Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college onvoldoende onderzoek gedaan naar de gevolgen van het KWO-systeem voor de grondwaterwinning van Vrumona, zodat het in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht niet de nodige kennis omtrent de relevante feiten heeft vergaard. De rechtbank heeft dit niet onderkend. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 18-02-2015, zaaknr. 201405842/1/A4
19
milieu
compact
aan bod kunnen komen. Het opstellen van zo’n omvangrijke visie zou kunnen leiden tot hogere bestuurlijke lasten, zegt Nijenhuis. “Om die reden hebben we het aanvankelijk niet verplicht gesteld. Maar eigenlijk is het wel gek natuurlijk, om als gemeente geen visie te hebben op de leefomgeving.”
uitspraken op website Milieu Compact De volgende recente uitspraken zijn op de website van Milieu Compact in te zien (knop ‘Archief’): Overschrijding redelijke termijn bij nemen besluit en vergoeding immateriële schade zie www.RaadvanState.nl; ABRS 11-022015, zaaknr. 201404349/1/A1
Tijdens bijeenkomsten in het land hoort Nijenhuis ambtenaren die bang zijn dat een (volgende) wethouder geen zin heeft om tijd en geld in een omgevingsvisie te steken. Zij pleiten voor een verplichting. Dat deed eind vorig jaar ook de ChristenUnie in de Tweede Kamer. De partij diende een amendement in om in de Omgevingswet alsnog de omgevingsvisie verplicht te stellen voor gemeenten. Behandeling van het wetsvoorstel en amendementen staat gepland voor het zomerreces. Bij een eventuele verplichting gaat het overigens vooral om het signaal, zegt Nijenhuis. Hij verwacht niet dat ook sancties worden gekoppeld bij het niet nakomen ervan. “Op dit moment worden gemeenten zonder verplichte structuurvisie ook niet gestraft.” Binnenlands Bestuur, 06-03-2015
Afwijzing ontheffing doden of verwonden dwergvleermuis en beoordeling aanvraag zie www.RaadvanState.nl; ABRS 18-022015, zaaknr. 201402971/1/A3 Weigering gedogen en besluit ex artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht zie www.RaadvanState.nl; ABRS 18-022015, zaaknr. 201404670/1/A1 Watervergunning overig polderwater en bevoegdheid hoogheemraadschap zie www.RaadvanState.nl; ABRS 18-022015, zaaknr. 201405734/1/A4
Tien gemeenten in regio Leiden werken samen aan omgevingsvisie In de regio Leiden werken maar liefst tien gemeenten samen aan een omgevingsvisie voor de regio. De betrokken gemeenten willen hun beleid goed op elkaar aansluiten omdat inwoners ook niet stoppen bij gemeentegrenzen. Wonen, werken en recreëren gebeurt in een veel groter gebied. Wil de pilot slagen dan moeten de inwoners, bestuurders en andere betrokkenen zich vertegenwoordigd voelen in het proces. Om dat te bereiken, is een kerngroep in het leven geroepen met van elke gemeente minimaal één vertegenwoordiger. “De belangrijkste vraag was: welk product lever je op?”, licht Jeroen Traudes, projectleider van de gemeente Leiden, toe. “Afgesproken is dat het één ruimtelijke visie op hoofdlijnen wordt en iedereen zijn eigen lokale visie inkleurt. Zo zullen bijvoorbeeld de eerste drie hoofdstukken over de eigen gemeente gaan en daarna komt informatie over de regio. Maar door de gemeenschappelijke uitgangspunten sluit het wel goed op elkaar aan.” www.omgevingswet.pleio.nl
OmgevIngsvergUnnIng / wABO Omgevingsvisie mogelijk toch verplicht voor gemeenten De omgevingsvisie wordt waarschijnlijk toch een verplicht instrument voor gemeenten in de Omgevingswet. Op een informatiebijeenkomst in Utrecht zei Arjan Nijenhuis, plaatsvervangend directeur van het programma Eenvoudig Beter van het ministerie van IenM, te verwachten dat straks ook gemeenten verplicht zijn om een omgevingsvisie te maken. In het voorliggende conceptwetsvoorstel is het instrument nu alleen verplicht voor rijk en provincies; gemeenten kunnen op vrijwillige basis een omgevingsvisie maken. Gemeenten zien echter op voorhand al het nut van een visie, die breder is dan de huidige (verplichte) structuurvisie, omdat erin naast ruimtelijke ordening ook onderwerpen zoals water, natuur er erfgoed
Welke regels schieten hun doel voorbij? Laat het weten! Het wetsvoorstel Omgevingswet wil het omgevingsrecht eenvoudiger, efficiënter en beter maken. Al-
20
20
milieu
compact
gemene regels kritisch tegen het licht houden hoort daar ook bij en dat gebeurt de komende maanden bij het ontwikkelen van de uitvoeringsregelgeving. Ondernemers en burgers kunnen een bijdrage leveren door voorbeelden aan te leveren van regels die volgens hen niet of nauwelijks bijdragen aan het beoogde doel. Of die zoveel tijd, geld en moeite kosten dat de eisen buitenproportioneel zijn en economisch onaantrekkelijk zijn. Binnenkort wordt hiervoor op www.omgevingswet.pleio. nl de zogenoemde ‘red tape challenge’ geplaatst. Bedrijven kunnen dan aangeven welke specifieke regel in het huidige Activiteitenbesluit Milieubeheer en het huidige Bouwbesluit 2012 volgens hen leidt tot onnodige hoge nalevingskosten en die niet in verhouding staan tot het beoogde doel. Zo kan het Ministerie van IenM nut en noodzaak van regels kritisch tegen het licht houden en betrekken bij de uitvoeringsregelgeving. Wilt u op de hoogte gehouden worden van de red tape challenge stuur dan een e-mail
[email protected] www.omgevingswet.pleio.nl
stuurders in het land om al aan de slag te gaan met een andere manier van werken en anderen op sleeptouw te nemen. “Wethouders en colleges in Nederland moeten er echt voor gaan staan,” aldus wethouder Dennis Straat van Zaanstad in het hoofdstuk over cultuurverandering. Informatie: omgevingswet.pleio.nl Nieuwsmail ‘Oog op de Omgevingswet’, 12-03-2015
wet en regeLgevIng Basisnet gaat definitief van start per 1 april 2015 In het Staatsblad (2015, 92) is het besluit gepubliceerd van 20 februari 2015 waarmee een aantal wetten en besluiten op 1 april 2015 in werking treden •
VNG publiceert e-boek over Omgevingswet
• •
Gemeenten kunnen met het omgevingsplan sterker sturen op een betere kwaliteit van de leefomgeving. Burgers en bedrijven krijgen een veel completer plan, waarbij vooraf duidelijk is wat er aan ruimte is om initiatieven te ontplooien. Dat zegt Marco Lurks, jurist en coördinerend senior omgevingsrecht bij de VNG in het e-book ‘Omgevingswet in thema’s’. Lurks ziet veel mogelijkheden in het nieuwe instrument omgevingsplan dat gemeenten verplicht moeten maken als de Omgevingswet in werking treedt. “Het belangrijkste verschil met de situatie nu is dat het bestemmingsplan maar een deel van het verhaal is,” legt Lurks uit. “De uitvoering en het beheer worden namelijk grotendeels ergens anders geregeld. “Het omgevingsplan geeft gemeenten de mogelijkheid de samenhang tussen alle maatregelen goed vast te leggen”.
•
Enerzijds is er een noodzaak en toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Anderzijds is er een behoefte om de fysieke ruimte langs en boven de infrastructuur intensiever te benutten. Basisnet beheerst de afweging hiertussen. Dit gebeurt door mensen die wonen, werken en recreëren langs infrastructuur waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt een maatschappelijk geaccepteerd beschermingsniveau te bieden. Met de inwerkingtreding van het Basisnet komt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS) te vervallen. www.infomil.nl
Het e-book over de Omgevingswet laat per thema zien wat er mogelijk is en wat gemeenten, provincies en waterschappen al doen. Over de thema’s omgevingsplan en cultuurverandering zijn al hoofdstukken verschenen; de komende tijd zullen andere thema’s volgen. In het e-book is bijvoorbeeld te lezen hoe de gemeente Bussum nu al een omgevingsplan maakt en hoe gemeenten aan pilots kunnen meedoen. Tevens doen de wethouders van Zaanstad, Haarlemmermeer en Westland een appèl op hun collega-be-
21
de wet van 10 juli 2013 tot wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en enige andere wetten in verband met de totstandkoming van een basisnet (Wet basisnet) (2013, 307); afdeling 2.16 van het Bouwbesluit 2012; het Besluit van 3 september 2013 tot wijziging van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen in verband met de wijziging van de routeringsystematiek in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (2013, 340); het Besluit externe veiligheid transportroutes.
Besluit en Regeling Wet verbod pelsdierhouderij Op 4 maart 2015 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken het ontwerp van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij naar de Tweede Kamer gezonden. Het ontwerpbesluit strekt ertoe een tegemoetkoming te verlenen
21
milieu
compact
Voorpublicatie wijziging Asbestverwijderingsbesluit 2005
in de kosten van sloop en ombouw van gebouwen die, als gevolg van de Wet verbod pelsdierhouderij, hun functie verliezen (artikel 7 van de Wet verbod pelsdierhouderij). Daarbij is gevoegd de Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij, waarin bedragen en nadere regels ten aanzien van de subsidie voor de sloop- en ombouwkosten zijn opgenomen. De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 7, tweede lid, van de Wet verbod pelsdierhouderij), en biedt de Kamer de mogelijkheid zich over het ontwerpbesluit uit te spreken voordat het naar de Raad van State gaat. Tweede Kamer 2014/15, 30 826, nr. 38, 04-03-2015
In de Staatscourant is voorgepubliceerd het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 in verband met het invoeren van een verbod op het voorhanden hebben van asbesthoudend materiaal toegepast als dakbedekking en in verband met de taak van burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten voor de bestuursrechtelijke handhaving. Een ieder kan gedurende vier weken na 4 maart 2015 schriftelijk zijn zienswijze naar voren kan brengen bij voorkeur per e-mail naar:
[email protected]. Met dit besluit wordt het Asbestverwijderingsbesluit 2005 (hierna: Avb) gewijzigd. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het voornemen om met ingang van 1 januari 2024 een algeheel verbod in te voeren op het voorhanden hebben van asbesthoudende daken (hierna te noemen: verbod op asbestdaken). Het verbod heeft tot doel mens en milieu tegen de gevaren van blootstelling aan asbest te beschermen.
Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij Op 15 januari 2013 is de Wet verbod pelsdierhouderij (hierna: wet) in werking getreden. De wet verbiedt het houden, doden of doen doden van een dier dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gehouden ter verkrijging van diens pels. Nertsenhouders die op 15 januari 2013 een nertsenhouderij hadden, kunnen onder voorwaarden hun bedrijf nog tot 1 januari 2024 uitoefenen. Naast het verbod bevat de wet ook grondslagen om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur flankerende maatregelen te kunnen vaststellen. Deze flankerende maatregelen behelzen een tegemoetkoming in de kosten van sloop en ombouw van gebouwen die, als gevolg van de wet, hun functie verliezen (artikel 7 van de wet), fiscale voorzieningen (artikel 10 van de wet) en een bevoegdheid voor de minister om een tegemoetkoming te verlenen bij onbillijkheden van overwegende aard die zich, als gevolg van de wet, voor kunnen doen ten aanzien van de pensioenvoorziening (artikel 11 van de wet). Het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij (hierna: besluit), geeft uitvoering aan de tegemoetkoming in de kosten van sloop en ombouw. Tevens wordt in dit besluit het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 gewijzigd, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de fiscale voorzieningen. Tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarbij de Wet verbod pelsdierhouderij buiten werking is gesteld, heeft de Staathoger beroep ingesteld. De daadwerkelijke openstelling van de subsidieregeling zal te zijner tijd worden beoordeeld in het licht van het hoger beroep. Aangezien deze subsidieregelgeving staatssteun bevat, is die bij de Europese Commissie genotificeerd ter goedkeuring van de staatssteunmaatregel. Tweede Kamer 2014/15, 30 826, nr. 38, 04-03-2015
Daarnaast wordt met deze wijziging van het Avb uitvoering gegeven aan de in artikel 18.2b, derde lid, van de Wet milieubeheer geboden mogelijkheid om in een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 9.2.2.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer (hierna: Wm), de verantwoordelijkheid voor de bestuursrechtelijke handhaving van daarbij aan te geven regels bij burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten in plaats van bij de Minister van Infrastructuur en Milieu (hierna: de Minister van I en M) te leggen. Het Avb zal – als het gaat om sloop- en verbouwwerkzaamheden – door de gemeenten en in voorkomend geval door gedeputeerde staten worden gehandhaafd. De handhaving van het Avb hangt nauw samen met de gemeentelijke bevoegdheid tot handhaving van sloopwerkzaamheden op grond van de Woningwet en het Bouwbesluit 2012. Reeds van oudsher wordt door de gemeenten op elementen van het Avb gehandhaafd in het kader van sloopvergunningen. Voorts hangt de handhaving van het Avb in incidentele gevallen samen met de handhaving door gedeputeerde staten als bevoegd gezag voor bepaalde bedrijven. Staatscourant 2015 nr. 6208, 04-032015
22
22
milieu
compact
Nationale omgevingswetgeving in behandeling Stand van zaken 14 maart 2015
Datum laatste stuk
Inwerkingtreding
Staatsblad
Mondelinge behandeling
Memorie van antwoord
(Eind)verslag
Wetsvoorstel EK
Aangenomen TK
Mondelinge behandeling
Nota n.a.v. het verslag
(Eind)verslag
Wetsvoorstel en MvT
TK/EK-nummer
Wetsvoorstel
Ingediend
Door mr.dr. J.H.G. van den Broek
Omgevingsvergunning 16-6-14
Omgevingswet
33962
18-02-15
13-2-14
Wijziging Wabo (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving)
33872
5-2-15
19-6-14
Wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting
33966
11-12-14
16-10-14
Regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee)
34058
16-10-14
11-12-14
Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed (Erfgoedwet)
34109
11-12-14
Wabo
Wet milieubeheer 9-11-94
Duurzaam geproduceerd hout
23982
9-7-02
3-2-00
Wijziging duurzaam geproduceerd hout
26998
14-9-00
14-10-02
Wijziging duurzaam geproduceerd hout
28631
17-12-13
Jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer, hernieuwbare brandstofeenheden en elektronisch register hernieuwbare energie vervoer
33834
27-1-05 455
Zie KB
28-11-14
1-4-14
Wijziging Wm en Wet VROM BES ivm TK 33 906
33907
24-6-14
24-9-14
Wijziging Mijnbouwwet, Wm en Wed ivm richtlijn 2013/30/EU (veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten)
34041
6-2-15
Herstel van wetstechnische gebreken alsmede andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op of in verband met het terrein van infrastructuur en milieu (Reparatiewet infrastructuur en milieu 2014)
33976
Waterwet 27-6-14
581
582 zie KB
31-12-14
419
Zie KB
7-11-14
Natuur 20-8-12
Wet natuurbescherming
33348
19-6-13
Wijz Nbw 1998 (PAS)
33669
15-12-14
2-2-15
Wet implementatie Nagoya Protocol
34141
2-2-15
2-2-15
Wet goedkeuring Nagoya Protocol
34142
2-2-15
33727
20-1-15
Algemene wet bestuursrecht 10-9-13
Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht
Overige 4-12-06
Grondwetswijziging zorgplicht dieren
30900
29-5-07
27-2-08
Voorstel Duyvendak beperking emissies kolencentrales
31362
20-5-10
5-7-12
Wet open overheid (Woo)
33328
15-8-13
1-9-14
Wet aanpak woonoverlast
34007
1-9-14
5-11-14
Wet bestrijding maritieme ongevallen
34069
5-12-14
1-12-14
Wijz Wet luchtvaart ivm invoering nieuw normen- en handhavingsstelsel geluidhinder Schiphol
34098
1-12-14
23
23
milieu
compact
AgendA
toplaag is een doelmatige en duurzame vorm van corrosiepreventie. Op donderdag 28 mei 2015 organiseert Zinkinfo Benelux de Dag van het Thermisch Verzinken in het Eye Filmmuseum te Amsterdam.
02-04-2015: Duurzaam presenteren met resultaat Je bent een milieuprofessional, een kei in je vak. En soms geef je workshops en presentaties. Uiteraard is jouw inhoud leidend, maar daarmee ben je er nog niet, daarmee blijft jouw boodschap niet automatisch hangen bij de deelnemers. Daar is presenteren met energie en resultaat voor nodig.
30-05/03-06-2015: 12th Conference on water and wastewater technologies The leading edge technology conference on water and wastewater technologies, held from 30 May – 3 June 2015 in Hong Kong, is an IWA initiative to increase and expand the global toolbox for water management with a focus on urban water systems and river basin management.
21-04-2015: Spel over duurzame ontwikkeling en de circulaire economie De VVM organiseert i.s.m. De Achtertuin een spel over duurzame ontwikkeling en de circulaire economie. Speel mee en verken op een informele manier wat deze concepten betekenen. Via een doorkijkje naar de praktijk creëren we met elkaar concrete handvatten om de circulaire economie toe te passen in onze dagelijkse bezigheden, zowel in de werk- als privésfeer.
11-06-2015: Nationale Milieudag 2015 - Echt innoveren Economische groei overdekt met een duurzaam sausje werkt niet. De som van alle innovaties lijkt volstrekt onvoldoende om het einddoel – een wereld verlost van hardnekkige milieuproblemen – echt dichterbij te brengen. Het is hoog tijd dat we wakker worden uit die droom. Onder het motto ‘wie is er bang voor het grotere plaatje’ gaat de Nationale Milieudag 2015 op 11 juni 2015 dieper in op deze ongemakkelijke waarheid.
23-04-2015: Gedoe in de ondergrond - Een bestuurlijke paradox? Welke bestuurlijke paradoxen bepalen het benutten van kansen in de ondergrond? Deze vraag staat centraal tijdens het jaarlijkse KNW voorjaarscongres op donderdag 23 april in Utrecht. Doel van het congres is om vanuit de kennis van de inhoud de bestuurders inzicht en handvatten te geven om de juiste afwegingen te kunnen maken.
16/18-06-2015: 11th Integer Emissions Summit Europe The 11th Integer Emissions Summit Europe will take place on the 16 – 18 June 2015 in Brussels. The conference will examine the industry’s progress and future challenges in developing regulation compliant, fuel efficient emissions reduction strategies. Hosting five streams over the three days, the conference provides the most comprehensive insight and analysis of the emissions control in Europe.
12-05-2015: Nationaal Energie Congres Het Energieakkoord is ruim een jaar oud. Tijd om tijdens het Nationaal Energie Congres op 12 mei 2015 de balans op te maken. Dit gebeurt onder het motto ‘Trias Energetica 2.0 - Samen Verder’. Een eerste rekensom wijst uit dat het roer snel om moet, met name door een versterkte inzet op energiebesparing.
25-06-2015: Schakeldag 2015 Werkt u als vergunningverlener, handhaver of beleidsmedewerker op het gebied van het omgevingsrecht? En werkt u bij een omgevingsdienst, gemeente, provincie, waterschap, de Rijksoverheid of een bedrijf? Dan nodigen Rijkswaterstaat en het ministerie van IenM u graag uit voor de Schakeldag op 25 juni 2015 in Utrecht.
28-05-2015: Milieu en RO, verre vriend of goede buur? Ruimtelijke ordening en milieu zijn sterk met elkaar verbonden maar kennen van oudsher een ander wettelijk kader. Hoe kunnen beide beleidsvelden elkaar op gemeentelijk niveau versterken? Die vraag staat op 28 mei centraal tijdens het Juridisch Café van de VVM.
17-09-2015: Vlaams Nederlands Watersymposium 2015 Op donderdag 17 september 2015 organiseert de Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie (SKIW), in samenwerking met VLAKWA, VEMW en KNW, ‘Het Vlaams – Nederlands Watersymposium’. Dit gebeurt onder het motto ‘De waarde van water - Efficiënt gebruik van water + energie en grondstoffen’.
28-05-2015: Dag van het Thermisch Verzinken Thermisch verzinken van staal en – in het verlengde hiervan – het aanbrengen van een organische
Meer informatie over deze en andere bijeenkomsten: www.milieucompact.nl
24