Mijnheer de voorzitter, Beste collega’s, Geachte leden van de regering, Mijnheer de minister-‐president, Drie maanden terug, na uw septemberverklaring, heb ik woorden van waardering voor u uitgesproken. Waardering, omdat U in volle vluchtelingencrisis de moed toonde om in te gaan tegen de heersende teneur van angst en afwijzing, zelfs binnen uw eigen partij, Waardering, voor uw visioen dat u met ons deelde van een welvarend, aangenaam en verbonden Vlaanderen U kondigde ook aan dat de Vlaamse regering, na een jaar van erg pijnlijke besparingen, investeringen zou doen om ons op weg te zetten naar dat betere Vlaanderen. Kortom, u sprak hoopgevende woorden. “We zitten opnieuw samen in het Vlaams Parlement om na te gaan wat van de beloofde investeringen voor een betere Vlaanderen in huis is gekomen”, zei Joris Vandenbroucke in zijn speech vandaag naar aanleiding van de Want daar gaat een begroting toch over. Doet een regering wat ze zegt? Maakt ze de nodige middelen vrij om het beloofde beleid waar te maken? Dat zijn de vragen die we hier vandaag moeten beantwoorden. *** Collega’s,
1
Ik ben van nature een vrolijke, positief ingestelde man, maar de antwoorden op deze vragen zijn niet hoopgevend. In september zwaaide de minister-‐president met maar liefst zes keer een half miljard, voorwaar geen bescheiden bedragen om een toekomstproject te realiseren. Akkoord, u heeft niet gezegd dat al die miljarden er vandaag zouden liggen. Dat erken ik. Maar op zijn minst zouden we vandaag de eerste sporen ervan moeten zien. Helaas is daar in de cijfers en tabellen weinig van terug te vinden. Ik heb geen betekenisvolle, nieuwe investeringen in onze kinderopvang, onze rusthuizen of onze scholen gevonden. Ik heb geen investeringen in opleidingen of jobs voor langdurig werklozen gevonden. Ik heb nauwelijks investeringen gevonden die zuurstof brengen in onze wijken en buurten, in onze dorpen, gemeenten en steden. Wat er wel blijft hangen na alle discussies die we de voorbije maanden over de begroting gevoerd hebben, is een beeld van een regering die ik nog het makkelijkst kan omschrijven als “Dit is de regering van de 3 O’s “, zei Joris Vandebroucke vandaag in het Vlaams Parlement. “Een regering die op een aantal cruciale domeinen onbeweeglijk is. Die oneerlijke beslissingen neemt en die zich zelfs onbetrouwbaar heeft getoond. “
2
Collega’s, Wij leven in uitdagende tijden. Er werden terreuraanslagen beraamd in onze wijken, er zijn geradicaliseerde jongeren die in de beste middeleeuwse traditie een religieus geïnspireerde oorlog willen voeren. Ondertussen zorgt de oorlog in Syrië en Irak voor een vluchtelingenstroom. En tegelijk blijven we in economisch moeilijk vaarwater. Nu meer dan ooit is het de taak van de politiek én van de overheid om, behalve zekerheid en veiligheid te bieden, in al die uitdagingen ook kansen te zien, om stappen voorwaarts te zetten voor een nieuwe toekomst. En dat mis ik vandaag. Ik zie die stappen niet. In de toelichting van de begroting lees ik dat de Vlaamse regering een baken van stabiliteit wil zijn in een snel veranderende omgeving. U moet toch opletten, geachte leden van de regering, dat uw streven naar stabiliteit niet verzandt in onbeweeglijkheid. Ik grijp dit niet zomaar uit de lucht, die tekenen van onbeweeglijkheid manifesteren zich al in wat we de voorbije maanden hebben gezien. Zo hebben we in dit parlement allemaal samen uren en uren uitgetrokken voor debatten over de aanpak van de radicalisering, en over de grenzen van meerderheid en oppositie heen hebben we 55 concrete acties goedgekeurd. Maar op het terrein is daar veel te weinig van te merken. In de begroting zijn amper budgetten terug te vinden om wat wij beslist hebben, ook uit te voeren Voor 24 van de 55 acties is zelfs nog geen begin van uitvoering vast te stellen.
3
Behalve hier en daar wat kruimels voor zinvolle projecten, worden lokale overheden aan hun lot overgelaten. Burgemeesters – ongeacht hun politieke kleur – roepen al maanden dat het water hen aan de lippen staat. En u, u laat gedijen. U blijft onbeweeglijk. Hetzelfde geldt voor de opvang van de vluchtelingen. Wij hebben er speciaal een commissie voor samengeroepen waar wij een plan van aanpak bespraken. Maar op het terrein heeft de Vlaamse regering geen enkel initiatief genomen om, bijvoorbeeld de huisvesting van deze mensen in goede banen te leiden. Dat is de taak van de gemeenten, vindt u en dus blijft u onbeweeglijk. Dat onbeweeglijke wordt ook keer op keer bevestigd door een gebrek aan investeringen. Want ja, collega’s, de ambitie om te veranderen, te verbinden en te versterken, moet bovenal blijken uit investeringen in de toekomst. De sp.a-‐fractie heeft hiervoor voorstellen neergelegd, voorstellen rond de aanpak van investeringen in schoolgebouwen, in jongerenwelzijn, in rusthuizen, in openbaar vervoer. En ik zal daar straks nog een concreet voorstel aan toevoegen dat de ambitie heeft om te investeren in de mensen en organisaties die onze wijken, straten en pleinen kennen, en die daar titanenwerk verrichten om de boel samen te houden. Ik kom daar straks nog op terug. Collega’s, van dat alles zie ik te weinig in de begroting 2016. De hoofdambitie van deze regering lijkt vooralsnog te zijn: op de winkel passen, en de dingen houden zoals ze zijn. U zit stil en u kijkt verwonderd naar de veranderende wereld om u heen. *** Dat onbeweeglijke valt niet alleen uit deze begroting af te leiden. Het is ironisch vast te stellen dat uitgerekend deze Vlaamse regering over meer bevoegdheden dan ooit beschikt, maar daar helaas weinig tot niets mee doet.
4
Zeg nu zelf: kindergeld, huurwetgeving of arbeidsmarktbeleid: in de handen van een daadkrachtige regering zijn dit fantastische hefbomen. Maar wat is er met die bevoegdheden gebeurd? Waar is het fundamenteel andere Vlaamse beleid gebleven waar zo lang communautaire strijd om gevoerd is? Wat onderscheidt het Vlaamse kindergeld van het vroegere Belgische kindergeld? Wat onderscheidt de Vlaamse huurwetgeving van de Belgische? Wat zijn de fundamentele veranderingen aan het arbeidsmarktbeleid? Waar zijn al dat communautaire bloed, zweet en tranen voor gevloeid, als er na de bevoegdheidsoverdracht amper iets verandert aan de oude Belgische regels? Was u dan tevreden met het Belgische status quo? Bent u daarom ook op dat punt zo onbeweeglijk? Of is dat uw invulling van ’een baken van stabiliteit’ in een veranderende wereld? *** Collega’s, Ik zou natuurlijk overdrijven als ik zou zeggen dat er nog helemaal niets is veranderd onder deze regering. Maar wat beweegt, beweegt in de verkeerde richting. Dat brengt me bij de twee O die u zo kenmerkt: de o van oneerlijk. Zo kon u na uw aantreden niet snel genoeg beslissen om tal van facturen die de Vlamingen moeten betalen, fors te verhogen. Voor energie, voor water, voor de bus en de tram, voor de afbetaling van de gezinswoning, voor de studies aan hogeschool en universiteit, voor de kinderopvang en voor het rusthuis. Die verandering zal volgend jaar zijn volle kracht bereiken. Volgend jaar zullen al die facturen heel wat Vlamingen écht pijn doen,
5
En nog het meest bij de gezinnen en alleenstaanden met de zwakste schouders. Niet zelden neemt u beslissingen die de lasten op de eerste plaats bij hén leggen. En dàt wordt niet treffender geïllustreerd dan door de elektriciteitsfactuur. Ten eerste door de afschaffing van de gratis stroom voor gezinnen. Een puur ideologische keuze. De redenering is simpel : wat gratis was, is slecht en moet dus verdwijnen. Een eenvoudige, ideologische redenering die een gezin 90 euro kost. Die gratis stroom, dat was een solidariteitsmechanisme tussen bedrijven en gezinnen, zowat het enige. 95% van de gezinnen hielden er een netto voordeel aan over, voor hen betekende dit een korting op hun factuur. Hoe lager het verbruik per persoon, hoe groter de korting. Wat doet u, geachte leden van de regering? U keert de rollen om met introductie van een vlaktaks. De Turteltaks die de factuur van elk gezin, van kroostrijke tweeverdieners tot alleenstaande gepensioneerde, met 100 euro de hoogte injaagt. Een taks waarvan de grootste verbruikers vrijgesteld zijn. Dat is omgekeerde solidariteit, dat is fundamenteel oneerlijk. En terwijl u gezinnen en alleenstaanden forfaitaire taksen in hun maag splitst, zwaait u met cadeau-‐cheques. Cadeau-‐checques voor wie twijfelt tussen de aankoop van een Porsche Panamera of een Tesla. Een verscheurende keuze. Ze kosten allebei 85000 euro. Akkoord, de elektrische mobiliteit verdient ondersteuning. Maar gaat u echt een leuke meeneempremie van 2500 euro storten op de rekening van wie zich een Tesla van 85000 euro aanschaft? Hoe legt u dat uit aan de Vlaamse gezinnen die hun factuur voor de kinderopvang fors omhoog zagen gaan? Hoe legt u dat uit aan mensen met een handicap die op ellenlange wachtlijsten staan?
6
Hoe legt u uit dat minister Vandeurzen nog maar eens bij Kind en Gezin, en bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, moet gaan schrapen – hij weet nog niet hoe -‐ om toch maar een klein beetje extra middelen te vinden, een heel klein beetje, een druppel op een hete plaat in het licht van de groeiende wachtlijsten voor kinderopvang en zorg. Voor extra plaatsen in de kinderopvang is geen geld, voor investeringen in gehandicaptenzorg is geen geld. Maar voor de Tesla-‐cadeaucheque wordt dat wel moeiteloos gevonden. Het zegt veel over de prioriteiten van deze Vlaamse regering. Neem van de armen en geef aan de rijken, het klinkt als een goedkope slogan, maar het is helaas realiteit. Deze Vlaamse Regering gaat te werk als de omgekeerde Robin Hood. Collega’s, Tot slot brengt me dat bij de laatste O: de O van onbetrouwbaar. Begin november kregen we een brief van 46 Vlaamse burgemeesters. Zij zijn kwaad omdat in hun kas wordt gegraaid. Bij nacht en ontij, zonder overleg. Door dezelfde regering die de steden en gemeenten beloofde om hen bij te staan in de opvang van vluchtelingen en de aanpak van radicalisering. Zo verdwijnt er maar liefst 39 miljoen euro omdat de compensatie verdwijnt voor de afbouw van de onroerende voorheffing op materieel en outillage. Collega Michel Doomst sprak in de commissie Binnenland over “couillonage”. Het is natuurlijk veel meer dan dat. Dit is geen pesterij, het is een grove schending van het vertrouwen dat deze burgemeesters in de Vlaamse regering stelden. Het Belfortprincipe, waaraan deze regering zo graag lippendienst bewijst, is bij deze geklasseerd als politiek
7
erfgoed. Een relict van het verleden. Er wórdt helemaal niet overlegd met de lokale besturen. Dat is misschien nog wel het ergste, dat uw regering niet alleen onbeweeglijk en oneerlijk is, maar dat ze ook onbetrouwbaar is. Mijnheer de minister-‐president, collega’s, Zoals ik in mijn inleiding al zei : ik ben doorgaans positief ingesteld, laat mij besluiten met een concreet, constructief en makkelijk uit te voeren voorstel. Een voorstel dat u in staat stelt om uw blazoen terug op te poetsen. Een voorstel dat u zal toelaten de dingen écht in beweging te zetten en u een betrouwbare partner te tonen. Het is niet het meest originele voorstel. Ere wie ere toekomt, het is Dirk Van Mechelen die ons geïnspireerd heeft. Het was hij die in 2008 als toenmalig minister van begroting een pact sloot met de gemeenten. De Vlaamse regering nam toen 100 euro per inwoner schuld over, zodat de lokale besturen meer ademruimte kregen zonder hun inwoners en bedrijven extra te belasten. Collega’s, inmiddels zijn er nieuwe uitdagingen op het pad gekomen van onze lokale bestuurders. Denk aan de aanpak van de radicalisering, denk aan de opvang van vluchtelingen. De druk op hun schouders is niet min, wij verwachten heel veel van hen. En die verwachtingen zijn terecht. Hier zijn veel collega’s aanwezig die burgemeester of schepen zijn. Mensen met verantwoordelijkheidszin, met creativiteit, die lokaal de handen uit de mouwen steken. Zij staan klaar – ze zijn er al volop mee bezig – om die enorme uitdagingen aan te pakken. Laten we hen daarvoor de hefbomen geven. Mijn fractie stelt daarom voor om de 3 miljard euro die KBC vervroegd terugbetaalt, te gebruiken om de schulden van de lokale besturen nog eens te
8
verlichten. Voor de totale schuldpositie van de overheid maakt het niet uit of u er de Vlaamse dan wel de lokale schulden mee afbouwt. Zo kunnen we de steden en gemeenten nieuwe zuurstof geven, de waardevolle projecten die lokaal groeien een echte boost geven. Minister Homans, u maakte middelen vrij om een circusschool in Molenbeek te ondersteunen, dat is zeer terecht. In elke stad, in elke gemeente in Vlaanderen zijn er initiatieven die jonge mensen bereiken, die hen in de toekomst laten geloven, die met hen bouwt aan die toekomst. Als Vlaanderen hun schulden helpt verlichten, kunnen lokale besturen daarin investeren, maar ook in veiligheid, in huisvesting, dan kunnen zijn meer armslag geven aan de mensen die de handen uit de mouwen steken in de wijken, in de straten en op de pleinen. Want het is daar, mijnheer de minister-‐president, dat we er wel of niet zullen in slagen om van Vlaanderen een betere samenleving te maken. Het is daar dat u hoop en perspectief biedt. Het is daar dat u verbindt en versterkt. Het is daar dat u de toekomst maakt. Ik dank u.
9