Help, de hulp. Over boenen, briefjes en ongemak
Vaderdag? Opadag! Jonge mannen met hun kleinkinderen
Waarom Twitter ons gelukkig maakt. Of niet
!" #$%& '(!' ) %* "(+
‘Mijn zoon Julius is de peacemaker. Hij heeft me bevrijd’ ,-. /0 1234
69 jaar en opnieuw vader
‘Allememachies’: de humor van Bas van Toor
16
INTERVIEW
Volkskrant Magazine
!"# $%&' (&)*++,' -& .&/&0-,'& %1-&2& #%03& 4+-&2 4+0 5&-&2)+0- 6"#07 !&&) 5&-&2)+0- )&&8-& 4"+ -& 2%--&).)+-&0 $&& $&' -& 9%3"03&0 4+0 :%. -& 5"#, ;."#0+ <=> &0 6"#0 42%1( !&02"?''& ;@A> %$ 6(+03&2 '& (%2-&07 !&' (+, *BB2 32%'& (&0,7 C&2$%&"&0- 6%D0 .+.EF G+' 4+)' .&,' $&&H 6&3' :%.H -"& +8 &0 '%& -& 6%23 4%%2 I1)"1, %9 6"J* 0&&$'7 K), *"# -& 4%)3&0-& -+3 0"&' *%&8' %9 '& '2&-&0 '&0$"0,'&7 tekst !"# " $ %# & %' ()* foto’s !+%,- " * ."* / '% +% #% *
E M O A N
INTERVIEW
18
‘W
eet je wat raar is’, zegt Rob de Nijs, ‘ik droom heel vaak dat ik mijn Harley ergens heb geparkeerd en niet meer weet waar.’ Rijdt u nog Harley? ‘Nee. Op een gegeven moment mocht ik niet meer.’ Van wie? ‘Van Jet. Ze zei: kom op zeg, zo’n ouwe lul op zo’n Harley. Straks val je eraf. Ik ben vroeger wel een paar keer gevallen, nooit ernstig, maar je bent natuurlijk enorm kwetsbaar op zo’n ding. Ik ben er in mijn hoofd nog steeds gek op. En ik heb er volop van genoten. Ook daarin was ik mateloos, hè. Elke keer als er een nieuwe Harley was, kocht ik die, en verkocht ik de vorige – met veel verlies, natuurlijk. Ik heb er een stuk of zeven gehad. Het is nu een afgesloten onderdeel. Ze vindt het te gevaarlijk. Logisch. Je hoeft de tijd niet ook nog eens een handje te helpen.’ De Nijs serveert water uit eigen bron, ‘miljoenen jaren oud, rechtstreeks zo de grond uit’, in de tuin van zijn houten chalet in de bossen op de Veluwe, bij Ede. Hij woont er met Henriëtte (Jet), zijn 27 jaar jongere vrouw, hun in februari geboren zoontje, Julius, twee honden en twee katten. Witte spijkerbroek, lichtblauwe gympen, giletje, zonnebril – De Nijs kleedt zich niet als een man die dit jaar 70 wordt. Zo voelt hij zich ook niet. Hij is gezond. ‘Ik heb zo’n Prescan laten doen, een paar jaar terug, en alles was in orde.’ Als iemand tien jaar geleden tegen u had gezegd dat u op uw 69ste opnieuw vader zou worden, had u gezegd: je bent gek. ‘Natuurlijk. Maar ik denk dat Charles Chaplin het ook niet gedacht had.’ En die was 73. ‘Ja. Allemaal goed terechtgekomen, hoor. Voor zover wij weten.’ Hebt u nooit getwijfeld of het wel een goed idee was? ‘Zeker heb ik getwijfeld. Er zijn heel wat discussies gevoerd tussen Jet en mij. Ik was en ben me nog steeds bewust dat ik veel moet inleveren. Vrije tijd, bijvoorbeeld, hè? Alle dingen waarvan ik ooit dacht: als ik zo en zo oud ben, ga ik me er helemaal in storten. Klassieke muziek luisteren. Boeken lezen. Nou, dat moet nu wachten. Dan moet ik dus héél oud worden.’ Aanvankelijk wilde u niet. ‘Ik was zwaar tegen. Maar ik houd zoveel van haar, dat ik dat egoïsme, hoewel je het nauwelijks zo kunt noemen, opzij heb gezet. Ik dacht: als ik haar daarmee zó gelukkig maak, kan ik het op zijn minst proberen. Het was natuurlijk helemaal niet zeker dat het zou lukken. Ík was niet te oud, dat is heel raar ei-
‘Als ik moet werken, slaap ik in een andere kamer. Niets is slechter voor je stem dan weinig slapen’
Volkskrant Magazine
genlijk, maar zij bijna wel. Het moest via ivf. Het heeft lang geduurd voor dat aansloeg.’ Hoe lang? ‘Acht pogingen. Daar gingen dus drie, vier jaar overheen. Dat is heel erg zwaar. Slopend. Een paar keer heb ik gezegd: weten we dit nou wel zeker? Zij wist het elke keer zeker. Dus ja, goed, nog één keer, zeg je dan. Nog één keer, nog één keer, nog één keer. En uiteindelijk, toen we hadden afgesproken dat het écht de laatste keer zou worden, was het raak. Vanaf dat moment heb ik gedacht: het zij zo.’ Niet bang dat het, na twee eerdere miskramen, weer mis zou gaan? ‘Tot op het laatste moment had ik het gevoel: ja, maar, als. Mijn middelste zoon Yoshi was een van een tweeling. Het andere kindje stierf na vijf maanden in de baarmoeder. Daarvan hebben Belinda en ik destijds ook gezegd: het zij zo. Maar je vergeet zoiets niet. En Yos is natuurlijk een autist, al ontwikkelt hij zich overigens waanzinnig goed. Dat joch heeft ondanks de pijn van het begin veel geluk gebracht. Hij is van velen een oogappel. Ook van Jet trouwens – die zit soms uren met hem aan de telefoon te praten over wat hem bezighoudt. Zij kan dat beter dan ik. Ik zeg dan: nou Yos, had je nog iets anders? Niets in het leven is zeker, en dat is ook een troost, vind ik. Wees blij, tel je zegeningen. Dat doen wij regelmatig.’ Heel Nederland wist dat u en Henriëtte probeerden een kindje te krijgen. Het veroorzaakte nogal wat consternatie, met name door uw leeftijd. ‘Ik heb oeverloos vaak verteld dat het met name háár grote wens was, waar ik uiteindelijk in heb toegestemd. Haar kinderwens was zo groot, dat ik voelde dat ik die ondanks mijn leeftijd niet in de weg moest staan. Ik kreeg overigens ook goede reacties, van kinderen van oude vaders bijvoorbeeld. Maar het grootste gedeelte van de mensen had toch zoiets van: daar heb je De Nijs weer. Op die manier. Terwijl het gewoon ons privéleven is, natuurlijk.’ U werd egoïstisch genoemd. Want als Julius straks 20 is... Meteen: ‘...Ben ik óf dood, óf dement, óf stervende? Ja, nou, er zijn ook mensen die op hun 40ste dement worden. Niemand weet wat de toekomst brengt. Ik kan hooguit zeggen: hij is heel gewenst. En Jet zei steeds tegen mij: juist omdat je zoveel ouder bent dan ik, wil ik iemand hebben die mij elke dag aan jou doet denken, ook als je er niet meer bent. Dat vond ik een heel legitieme gedachte, eigenlijk.’ Kost het vaderschap u veel energie? ‘Ik vind het wel meevallen. Ik ben verliefd op hem, maar als ik moet werken, slaap ik in een andere kamer. Niets is slechter voor je →
16 juni 2012
19
20
Volkskrant Magazine
ROB DE NIJS stem dan weinig slapen. Als ik de volgende dag vrij ben, wil ik best ’s nachts wakker worden en meelijden. Wat ik ook veel doe, om haar een uurtje te laten bijslapen, is af en toe de zorg voor het kind overnemen.’ U verschoont wel af en toe een luier. ‘Ook. Maar, die luiers zijn zoveel beter geworden in de loop der tijd dan vroeger, joh. Dat stelt weinig voor. Hop hop, en klaar.’ Julius heeft alles ten goede doen keren, zegt De Nijs. De jaren voor zijn geboorte werden gedomineerd door schandalen en affaires rondom de zanger en zijn exvrouw en tekstschrijfster Belinda Meuldijk. Dieptepunt was het uitlekken van foto’s van de zwaar vervuilde villa van Meuldijk naar roddelblad Privé. Ratten-gate, werd de zich jaren voortslepende affaire genoemd, naar het dode ongedierte op de foto’s. De Nijs, in die tijd nog steeds eigenaar van de villa, zei de foto’s ooit te hebben gemaakt uit bezorgdheid over de leefomstandigheden van Yoshi, die bij zijn moeder woonde – het was volgens De Nijs nooit de bedoeling dat het beeldmateriaal in Privé terechtkwam. Over de affaire wil hij niet meer praten. ‘Walgelijke toestanden. De impact was groot en afschuwelijk. We hielden ons groot, maar ondertussen was de impact enorm. Het is niet zo dat ik nu door Julius van een zwaar depressief en lijdend iemand ben veranderd in een positieve spring-in-’t-veld. Dat ook weer niet. Maar een kind relativeert alles. Als er bij mij spoortjes van cynisme waren, zijn die nu weg. Ik denk: bekijk het allemaal maar even. We zijn zó gelukkig met dat kind. Julius is een peacemaker. Hij werkt als een soort catharsis. Dat lijkt een groot woord, maar alles rondom hem, rondom ons, loopt weer op rolletjes. Ook met Belinda. Ik ben als het ware bevrijd. Het is weer een groot woord, maar ik ben bevrijd van dat soort nare bagage.’ De Nijs had, ook tijdens optredens, constant het gevoel te moeten vechten tegen een negatief imago, dat van een nare man die de moeder van zijn kinderen in een kwaad daglicht wilde stellen. ‘Ik heb geprobeerd uit te leggen dat het anders in elkaar stak, maar dat moet je dus niet doen. Je maakt het alleen maar erger. Als je geschoren wordt, moet je stilzitten. Zingen is mijn vak, maar ik had het idee dat dat er niet meer toe deed. Dat ik een soort wandelend verkeerd imago was. Dat mijn publiek tijdens het optreden niets anders dacht dan: wat een lul staat daar.’ Dat zat in uw hoofd. ‘Ja, natuurlijk. Maar ik denk ook dat het zo was. Dat voelde ik. Ik probeerde dan iedereen met een grote grijns en de handen in de lucht te laten vertrekken. Misschien is-ie toch wel aardig, weet je wel.’ Waarom kon het u zoveel schelen of ze u aardig von?
!"#$%"& $' () *"+",#"% -./( 0& 1,23"%*4,
LOOPBAAN !"#$ 50&3 346"&3"&7 84+93 ,"3 :$# *" ;082 "& *" <$%*2 !"#% =+$$%3 ""%23" 903 ,"3 !"#$% &'( )% *%+%( !"#" ='""63 >"66$ >066? >0@@"644% 0& 8"A@*73B72"%0" ,%.%/% !"&% C"%23" 2$6$76' 0( )% 1*%( &'( )% $"))'+D =+$$%3 9032 ,"3 2'+ 314#%* 5*41/' "& E'( 6/''44%( )% 7*8$9%##%* !"&$'!" ='""63 >"%3%4, >0"%"&7 #%$$*2'$3 0& 3B7 2"%0" 61(# 1 $": )% ;%+ (''* <'$%/%( &%*#%//%(= $":(>%%*? !"&( @'//% A'..% !" F$$% ;0'$ A037 @"%$"'"& 3$3 '$'A7 640%23" G4&@"% B4& ;"*"%64&* !"&& <%# ;%*) 38$%* !")$ C"%23" 39"47 3"%3$A%&"" !")( B//%4 ;'# ')%$# !""# C"%23" &A,7 ,"%7-7903 ,"3 A'(+%* >'*# $**$ C*02$& B$$% @"9"6" $"AB%" $*!* 16#A, C"()%/":D &*"8 $*!! C*02$& B$$% C"()%/":D &*":
PRIVÉ !"#) C"%23" 9AH"608I ,"3 C66? J"22"60&@ !")+ KH""*" 9AH"7 608I ,"3 >"60&*4 L"A6*08I $**) F"%*" 9AH"608I ,"3 J"&%0M33" N$"32+9%A03"% ,-. /0 1234 5--67 .23 8/09 :23 ;00<7 /=20 >26/0=06? ,-..0=7 @$"AB C-4;2 @$&A 06 DEF2E4 @+ GHH6/06A9
den? ‘Omdat het, voor het grootste gedeelte, zó onterecht was. Ik ben een emotioneel mens. En, dat weet ik, ik ben een goed mens. Altijd vriendelijk tegen anderen. Dan is het dubbel erg als je weet waarvan ze je allemaal verdenken. De vreselijkste dingen stonden op internet. Het afvoerputje, the lowest of the lowest, hè. Mensen die anoniem bezig zijn hun eigen frustratie kwijt te raken. Ik had het gevoel: dit win ik nooit.’ U hebt, na vijftig jaar in het vak, nog steeds geen dikke huid. ‘Helemaal niet. Ik ben tegen beter weten in emotioneel gebleven. Ik kan niet zingen als ik een dikke huid heb. Ik krijg weleens de kritiek dat ik zing met te weinig ironie. Nee, zeg ik dan, de liedjes die ik zing, verdragen ironie niet. Het zijn hartekreten. Ik kan mensen niet raken als ik een koude, cynische man zou zijn, die alles wegwuift. Dat kan niet.’ Terwijl u toch altijd mikpunt van kritiek bent geweest. ‘Ik heb een leven gehad als zoveel anderen, alleen stonden die niet in de schijnwerpers. Moet ik dan mijn leven aanpassen, mijn persoonlijk leven, mezelf in een richting dwingen die ik niet zie zitten? Moet ik ongelukkig worden met iemand, bijvoorbeeld?’
INTERVIEW
16 juni 2012
21
‘Die luiers zijn zo veel beter geworden in de loop der tijd dan vroeger, joh. Dat stelt weinig voor’
Went die aandacht van de roddelpers ooit? ‘Nee. Een soort gewapende vrede, dat is de situatie nu. Ja, ze willen Julius dan zien.’ Dus laat u hem zien, bij RTL Boulevard. ‘Ik zie daar absoluut geen kwaad in. Prima. Het is iets moois, iets wonderbaarlijks, en daar mag iedereen van meegenieten. Het gaat ook maar om een paar minuten, natuurlijk.’ Doet u dat om te voorkomen dat ze hier in de bosjes gaan liggen? ‘Inderdaad. En dat helpt. Want ze liggen nooit meer in de bosjes.’ De Nijs en Henriëtte Koetschruiter kennen elkaar sinds 1993. ‘De eerste tien jaar was het aan-uit. Ik zag het zelf nog niet, al was ik meteen zwaar van haar onder de indruk. Haar hele zijn, haar ogen, de manier waarop ze met me sprak. Een fantastische meid. Maar ik had, zeker de eerste tien jaar, het gevoel dat het niet kon. Ik wou niet weg van Belinda, ik had een gezin. Ik zei tegen mezelf: ik doe het niet. Maar ja, the matters of the heart, hè.’ Ze was ook uw assistent. ‘Ja, maar dat werd ze pas later, toen we al iets hadden. Ik was verliefd op haar en dacht: hoe kan ik zorgen dat ze bij me blijft? Ze was een hele goede assistent, trouwens.’ Maar ze wilde meer. ‘Ja. En ze heeft gewonnen, uiteindelijk. Een paar keer is het tussen mij en Henriëtte bijna misgegaan. Op momenten dat ik tegen mezelf zei: nee, Rob, sterk zijn! Blijf bij die beslissing, ga niet weg bij Belinda. Tegelijkertijd brak mijn hart als ik Henriëtte zag huilen. Terugkijkend vraag ik me af hoe we het hebben overleefd, maar ik ben blij dát we het overleefd hebben. Onze relatie is nu veel beter dan in die begintijd. Ik was toen veel meer verliefd op Jet dan dat ik echt van haar hield. En Belinda is natuurlijk een héle bijzondere vrouw, en de moeder van mijn twee kinderen. Het was niet zomaar dat ik bij haar was.’ Hebt u fouten gemaakt? ‘Natuurlijk. Natuurlijk. Ik had eerder de dialoog met Belinda aan moeten gaan. We woonden apart, al voor 1993. Dat was niet voor niks. Ik ben er niet trots op, maar ik heb tijdens mijn huwelijk met Belinda verschillende relaties gehad, meestal met vrouwen waar ik mee samenwerkte, achtergrondzangeressen. Op een zeker moment zei Belinda, zeer terecht: sodemieter maar op. We zijn toen apart gaan wonen. Toen het weer goed kwam tussen ons, is dat zo gebleven. Living apart together. We hebben altijd veel respect voor elkaar gehouden, maar geliefden zoals Jet en ik wél zijn, waren we op een gegeven moment niet meer. Dan kun je op je kop gaan staan, maar dat komt niet meer terug. Althans, bij mij niet.’ Is er weer contact tussen u en haar? ‘Na de geboorte
kwamen ze op kraamvisite. Ik realiseerde me terdege dat dat bijna een awkward situation was. Pijnlijk was het niet, maar wel raar. Ze is geen sturende factor in mijn leven meer, maar haar kennende denk ik niet dat zij er moeite mee heeft dat ik opnieuw vader ben geworden. Zij heeft óók een aparte keuze gemaakt, door te trouwen met een veel jongere kerel. Fantastische kerel trouwens, die Thierry. Ik begrijp dat helemaal. Wat is-ie, 30, 31? Belinda is in de 50. Gaat hartstikke goed.’ Bent u nu een andere vader dan toen u voor de eerste en tweede keer vader werd? ‘O ja. Ik ben altijd, naar mijn eigen idee, een goede vader geweest, maar wel een vader met weinig tijd. Ik had dat vak, hè? En dat heb ik nog steeds. Maar vroeger had ik vaak vier of vijf optredens per week. Dat hield in dat ik de rest van de week moest recupereren. Het was zoals het was. Ik gaf Robbert en Yoshi de liefde die ik in me had, maar we deden niet aan voetballen. Robbert ging zijn eigen gang, die had zijn vriendjes, zat op de havo. Yoshi woont bij Belinda en werkt overdag op een zorgboerderij. Ze wonen vlakbij. Ik zie hem nu veel meer dan vroeger. Het is aan alle kanten goed op dit moment.’ Even is het stil. ‘Het gaat zó goed, dat ik denk: help. Weet je wel. Blijft dit?’ U denkt nu alweer dat het straks minder zal gaan. ‘Nee, nee, dat niet, maar het zou kúnnen. Niemand heeft de loop van het leven in de hand. Ik heb veel dalen gekend. Dat heeft met mijn hevig fluctuerende emotionele toestand te maken. Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt – dat zit nu eenmaal in mij. Ik haat gelijkmatigheid. Ik probeer gewoon zoveel mogelijk himmelhoch jauchzend te blijven. Ik heb al mijn energie nodig voor mijn vaderschap en voor mijn optredens. Bidden, dat helpt mij, vanaf jongs af aan.’ Bidt u dagelijks? ‘O ja. Vijf, zes keer per dag. Gewoon, op momenten dat er niemand is.’ Gaat u daar dan echt voor zitten? ‘Nee, dat kan ook lopend. Ik vraag dan aan mezelf of het allemaal goed is wat ik doe. Ook kleine dingen: is het goed wat ik gisteren zei? Kan dat wel? Zelfs als er iemand met hard bewijs zou komen dat God niet bestaat, en dat het dus geen enkele zin heeft, zou ik ermee doorgaan. Dan nog zou ik blijven geloven.’ Bad u ook in uw wilde jaren? ‘Ja, maar niet van: Heer, help mij deze vrouw te versieren, ofzo. Vroeger was ik een heel egoïstische bidder. Toen ik een jaar of 12 was, bad ik dat ik zou slagen voor het toelatingsexamen van de hbs. Dat lukte, dus toen zat Jezus bij mij geramd. Dat is zo gebleven. Als ik in het begin van mijn carrière schor was, bad ik om niet schor te zijn.’ →
22
Volkskrant Magazine
‘Zo erg als bij Mick Jagger was het bij mij niet, maar ik heb redelijk wat dames, toch wel, versierd, ja. Of zij mij.’
U zei eerder: vroeger was ik alleen maar met mezelf bezig. Ik had een ego groter dan dit huis. ‘Dat is zo. Maar dat was ook nodig. Zonder dat egoïsme, zonder die drive, had ik geen carrière gehad. Je kunt dat pas loslaten als je vaste grond onder je voeten hebt. Vroeger dacht ik één ding: ik moet het maken. Daar kon ik geen altruïsme bij gebruiken.’ Had u veel vrienden? ‘Nee. Nog steeds heb ik geen vrienden. Wel mensen die ik aardig vind. Goede kennissen. Veel mensen doen daar zo makkelijk over. Dan hebben ze het over een vriendje – vreselijk. Op de lagere school had ik een boezemvriendje. Op de hbs had ik een boezemvriendje. Daarna niet meer. Hard werken, en dat was het, verder niks. Eigenlijk is Jet mijn beste vriend.’ Op het podium – De Nijs treedt nog twee à drie keer per week op – is hij naar eigen zeggen nog even energiek als vroeger. Daarbuiten is hij bedaagder geworden, niet meer de enigszins drankzuchtige womanizer die hij ooit was. Met drinken stopte hij, samen met Jet, een paar jaar geleden. ‘Gewéldig. Prettig opstaan, meer energie hebben. Niet dat ik geen zin meer in drank heb, want ik blijf altijd een liefhebber. Ik las in Het Parool een interview met Pierre Bokma. Als je hem zijn gang laat gaan, is hij zwaar alcoholist, zegt hij. Het is moeilijk toe te geven, maar dat had ik ook. Mateloos. Af en toe zin hebben om gewoon ontzettend lazarus te worden. Bier dronk ik nooit, helaas. Jenever, whisky. Zo lekker, weet je wel. Als ik eraan denk, loopt het water me in de mond. Nog steeds.’ U stond vroeger bekend als enorme vrouwenverslinder. ‘Zo erg als bij Mick Jagger was het bij mij niet, maar ik heb redelijk wat dames, toch wel, versierd, ja. Of zij mij. Dat gebeurde ook wel eens. Ik had daar zélf nooit commentaar op, hoor.’ Zijn die tijden helemaal voorbij? ‘Laat ik het zo zeggen: er staan geen likkebaardende tieners meer vooraan. Maar er moet wél, ook nu nog, iets zijn van: goh, het is lekker, wat die man daar staat te doen.’ In monogamie geloof ik niet, zei u vroeger. ‘O, dat heb je ook gelezen? Toen zeker niet, nee. Maar ik weet dat het afgelopen is met Jet als ik nu zoiets zou doen. En ik geloof haar, dus ik doe het maar niet.’ Korte stilte. ‘Maar ik vind vrouwen nog steeds aantrekkelijk. Het is goed dat ze er zijn.’ En u vindt het belangrijk dat vrouwen u nog steeds een beetje aantrekkelijk vinden, als u daar staat te zingen. ‘Jáha. Er moet geen ouwe lul met zó’n buik op het toneel staan. Het publiek heeft recht op een bepaalde
ethiek, en dit hoort daarbij. Ik heb altijd geprobeerd mezelf een beetje in shape te houden – dat hoort er ook bij. Als ik alles zou eten waar ik zin in heb, zou ik wel wat dikker zijn.’ De Nijs bracht, sinds hij op zijn 19de doorbrak met Ritme van de regen, 35 albums uit. Pas bij zijn laatste, Eindelijk vrij, met nummers geschreven door Skik-zanger Daniël Lohues, werd De Nijs ook in de serieuze pers zeer positief besproken. ‘Ik vind het een beetje onzin hoor, dat ze er nu pas achter komen. Op de een of andere manier is het in bepaalde kringen niet hip om van Rob de Nijs te houden. Ik ben iemand die op een bepaald intellectueel niveau leeft, denkt en leest. Toch word ik niet zo gezien. Iemand als Leo Blokhuis, ja, die wel, die zegt: De Nijs is hartstikke goed. Ik haat het als mensen de moeite niet nemen, omdat ze denken: o, het is De Nijs, laat maar. Ze vragen zich niet af hoe het komt dat ik er na vijftig jaar nog steeds ben. Ik weet dat ik goed kan zingen, dat ik een goed performer ben. Ik ben een singer of songs. Ik heb zelf nooit een letter geschreven. Een beetje zoals Sinatra dus, al wil ik mezelf daar niet mee vergelijken. En de recensies zijn goed, voor zover ze er zijn, want er wordt nauwelijks over mij geschreven. Behalve door de roddelmedia.’ Bent u nog steeds onzeker? ‘Ik ben het, sinds kort, voor een groot deel kwijt. Ineens was dat zo. Lang heb ik gedacht dat mijn onzekerheid mijn kracht was. Dat blijkt nu niet zo te zijn.’ Waarvoor was u dan zo angstig? ‘Dat het niet lukte. Het optreden. Ik had bijna op doodsangst lijkende plankenkoorts.’ Hoe kan het dat u daar na 50 jaar pas vanaf bent? ‘Weet jij het? Ik niet.’ Zou u het zich financieel kunnen permitteren om te stoppen met zingen? ‘Dat weet ik niet eens. Ik wil in het harnas sterven. Dat weet ik wel. Als ik niet meer zou kunnen zingen, zou ik weer gaan drinken. Geef me nou maar weer een borrel. Dat is wel een angst. Stoppen is voor mij iets hypothetisch. Thuiszitten, over een paar jaar, het zou kunnen. Maar dan zou ik op een gegeven moment wel op zijn, denk ik.’ Had u niet al schatrijk moeten zijn? Lacht. ‘Eigenlijk zou dat gemoeten hebben. Ja. Maar het is niet zo. Ik heb een goede job, die goed betaalt. Maar dat maakt me nog geen miljonair. Gelukkig heb ik nu wel wat meer vlees op de botten dan op sommige momenten in mijn carrière. Ik heb low down gezeten, zonder een nagel om aan m’n kont te krabben.’ Hoe komt dat? Slecht met geld? ‘Ja. Graag uitgeven.
Van mooie dingen houden. Daar veel te veel geld aan uitgeven. Ook nooit spijt van gehad, hoor, moet ik eerlijk zeggen. Ik heb geleefd. In mijn ergste perioden waren er altijd wel kennissen die mijn kroegrekening betaalden. Wie dan leeft, die dan zorgt, weet je wel. Het is misschien wat onverstandig en onverantwoordelijk, maar ik ben wel blij dat ik zo ben. Er zijn veel te veel mensen die zich druk maken over hun centjes en zakkende aandelen. Pfff.’ Ik heb over u ook weleens gelezen dat u te goed van vertrouwen was. ‘Ik ben belazerd, met geld, het voert te ver om daar helemaal over uit te weiden, maar ik had veel
INTERVIEW
23
rijker kunnen zijn als ik niet zo goedgelovig was geweest. Ik ben daar nooit cynisch van geworden. Dat heb ik altijd bij mezelf bestreden. Ik vergeef iedereen. Ik denk altijd: ach, mij zit het niet meer in de weg. Het zij zo. Dat is misschien wel mijn motto. Ik ben zoals ik ben, en ik voel me prettig bij hoe ik ben, namelijk: vol van vertrouwen. Als ik dat zou verliezen, zou ik geen leven hebben.’ Hoe lang gaat u nog door? ‘Zolang mijn stem goed is en ik geen parodie op mezelf word. Ik voel me fantastisch op het podium en ik zing bijna nooit vals. Aznavour was 85, toch?’ →
16 juni 2012