TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK
Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 1 beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.
INTRODUCTIE De toetsafnemer stelt de cursist gerust aan de hand van een kort introducerend gesprek over kinderen. Het is belangrijk voor het goede verloop van de toetstaak dat de cursist even kan praten zonder dat hij daarop beoordeeld wordt. Vertel dat het niet gemakkelijk is als je kind ziek is. Een ziek kind heeft extra veel verzorging nodig. Is de cursist al eens thuisgebleven omdat zijn kind ziek is? Wat doet de cursist als hij niet kan thuisblijven, bijvoorbeeld omdat hij moeten werken? Vraagt de cursist aan een goede vriendin om even op het kind te passen?
INSTRUCTIE De toets: de toetsafnemer geeft de cursist een blad met foto’s van een ziek kind (zie kopieerblad cursist, toets: spreken 3). De toetsafnemer leest de instructie voor: Je zoon Marco is ziek. Hij mag niet naar school. Een vriendin zal op Marco passen. Ze vraagt wat ze moet doen. Foto 1: Vertel aan je vriendin wat het probleem is met Marco. Foto 2 , 3: Vertel aan je vriendin wat de dokter heeft gezegd. Kijk op het briefje van de dokter. Foto 4 , 5 , 6: Vertel aan je vriendin wat Marco moet doen. Geef de cursist even de tijd om het kopieerblad te lezen. Maak nog eens duidelijk dat Marco het zieke kind is van de cursist en dat de toetsafnemer de oppas is. Tijdens het uitvoeren van de toetstaak mag de toetsafnemer op geen enkele wijze helpen. Eventueel kunnen de instructies nog eens op dezelfde wijze worden herhaald als ze niet goed begrepen zijn, maar extra uitleg (bijvoorbeeld, woordverklaringen) is uitgesloten. De maximale tijd voor het voeren van dit gesprek is 4 minuten.
handleiding toetsafnemer
toets: spreken 3 www.CTenO.be/voorbeeldtoetstaken
Gespreksstramien Dit een vrij open gesprek, maar de toetsafnemer moet bijkomende vragen stellen als de cursist het item niet spontaan aanhaalt. De toetsafnemer moet wel opletten dat hij niet te snel hulpvragen stelt. De cursist moet de tijd krijgen om spontaan uitingen te formuleren. Voorbeeldhulpvragen: “En wanneer moet hij dat medicijn nemen?” “Wat mag Marco nog doen?” Het kan voorkomen dat een cursist onvoorziene dingen zegt of vraagt. De toetsafnemer reageert daarop naar eigen goeddunken en noteert dit voorval op het scoreblad van de cursist. Zo kan hij er achteraf naar teruggrijpen en op een vergelijkbare manier reageren bij andere cursisten. Maar de toetsafnemer moet er zich altijd van bewust zijn dat hoe meer hij tussenkomt of reageert, hoe meer verschillen hij creëert tussen de cursisten. En dat moet worden vermeden.
handleiding toetsafnemer
toets: spreken 3 www.CTenO.be/voorbeeldtoetstaken
BEOORDELINGSMODEL De nadruk ligt op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet de vorm. Op dit niveau zijn de vormelijke eisen die kunnen worden gesteld nog zeer laag. Voor vorm wordt dan ook een meer globaal criterium gehanteerd (zie model). Het spreektempo mag laag zijn, maar het gesprek moet in zijn geheel niet langer duren dan 4 minuten. De woordenschat mag omschrijvend zijn. Toetsitems
Score
Preconditie: De cursist voert een adequaat gesprek (de cursist heeft het over het onderwerp). Inhoud Foto 1. De cursist maakt duidelijk dat zoon Marco ziek is (optioneel: griep heeft).
1
Foto 2. De cursist maakt duidelijk dat Marco een medicijn moet nemen.
1
Foto 3. De cursist kan verwoorden hoe vaak Marco het medicijn moet nemen (= 3 keer per dag).
1
Foto 3 De cursist kan het tijdstip verwoorden (= telkens na het eten).
1
Foto 3. De cursist kan de hoeveelheid benoemen (= telkens 1 lepeltje) Foto 4. De cursist geeft aan dat Marco bepaalde dingen mag eten (bv.: yoghurt, pudding).
1 1
Foto 5. De cursist geeft aan dat Marco (veel) moet drinken (water).
1
Foto 6. De cursist maakt duidelijk dat Marco (veel) moet slapen.
1
Spreekdurf De cursist doet actief mee aan het gesprek en neemt initiatief om informatie zelf te formuleren. De cursist wacht niet telkens hulpvragen van de toetsafnemer af.
1
handleiding toetsafnemer
toets: spreken 3 www.CTenO.be/voorbeeldtoetstaken
Vorm De cursist kan zeer eenvoudige korte zinnen maken met stereotype formuleringen en standaarduitdrukkingen. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: uitspraakfouten, fouten tegen de woordvolgorde,... . De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds dezelfde fouten gemaakt. OF: De cursist kan woordgroepen formuleren, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bijvoorbeeld tegen de woordvolgorde, vervoeging,.... OF/EN De cursist maakt veel fouten, maar er ontstaat geen begripsverwarring. OF: De cursist formuleert uitingen van slechts 1 woord, herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. Totaal
1
0,5
0
10
(bijgevoegd: scoretabel)
handleiding toetsafnemer
toets: spreken 3 www.CTenO.be/voorbeeldtoetstaken
Naam: ………………………………….. Datum: ……………..............................
TOETS Je zoon Marco is ziek. Hij mag niet naar school. Een vriendin zal op Marco passen. Ze vraagt wat ze moet doen. Foto 1: Vertel aan je vriendin wat het probleem is met Marco. Foto 2 , 3: Vertel aan je vriendin wat de dokter heeft gezegd. Kijk op het briefje van de dokter. Foto 4 , 5 , 6: Vertel aan je vriendin wat Marco moet doen. Foto 1:
Foto 3
3 keer per dag na het eten 1 lepeltje medicijn. Foto 2:
specimen
kopieerblad cursist
toets: spreken 3
Naam: ………………………………….. Datum: ……………..............................
TOETS Foto 4:
Foto 5
Foto 6:
kopieerblad cursist
toets: spreken 3