Dames en Heren, hartelijk welkom namens Annette van Roosmalen. Mijn naam is Ben van Gool. De kunstenares heeft me gevraagd om een inleidend woordje te spreken. Dat doe ik met plezier. en het liefst zou ik dat doen spontaan doen, d.w.z. samen met met u stilstaan bij de schilderijen en dan een gesprek voeren over wat we zien en wat dat met ons doet. De schilderijen van Annette zijn er veelzeggend genoeg voor, ook al zijn het geen verhalende schilderijen. Uit voorzichtigheid en ook omdat ik geen kunstkenner ben, maar een simpele liefhebber, net als u, lees ik mijn praatje toch maar van papier. Mij is gevraagd om enkele huishoudelijke mededelingen vooraf te doen. 1. Vandaag zijn we te gast op de Verdieping, een deel van de burgerhal van het gemeentehuis van Veldhoven. De Verdieping is een tweede lokatie van Museum ʻt Oude Slot aan de Hemelrijken, een cultuurhistorisch Kempisch museum met een fraaie collectie. 1a. Als ik het nu toch over Brabantse musea heb die aandacht en bezoek verdienen, dan kan ik het geheel vernieuwde Noord-Brabants Museum niet onvermeld laten. Op dit moment is er een prachtige tentoonstelling van grafisch werk van Francis Bacon. Gaat die zien. 2. Dan wil ik graag ten behoeve van de altijd bescheiden kunstenaar opmerken, dat kunst behalve om er naar te kijken er ook is om te kopen. Kunstenaars leven weliswaar VOOR de kunst, maar ook een beetje VAN de kunst. De schilderijen van Annette van Roosmalen zijn te koop. Dat zou zij zelf nooit hardop durven zeggen. Ik wel. 3. Ik maak u tenslotte ook graag bekend met een initiatief van een kleine, sympathieke non for profit organisatie die “Hart op Weg” heet. Dat is een clubje van vrijwilligers die vakantie-uitstapje organiseert voor mensen met een ernstige hartaandoening en die alleen onder stevige medische begeleiding op pad kunnen. Voor dit doel stelt Annette van Roosmalen het schilderij Verdeeld ter beschikking. Het zal worden verloot? Daarmee ben ik aan het eind van de huishoudelijk mededelingen.
1. Ik kom met plezier toe aan het werk van Annette. Deze tentoonstelling met de titel “Reflectie” is gewijd aan 29 schilderijen van Kunstenares Annette van Roosmalen uit Eindhoven. Annette is aan de academie van Tilburg opgeleid. Ze heeft er duchtig leren tekenen. “Ik moest soms 40 naakten in een uur doen”, vertelt ze om de dynamiek en de snelheid van het tekenproces te typeren. Zij houdt van tekenen. Zij beschikt over vaardige, sierlijke tekenhanden. Handen vormen een thema in haar werk. In haar kunstenaarsloopbaan heeft zij talloze werken van diverse ambachtelijkheid gemaakt. O.a. in perspex, in textiel, in tekeningen en overheersend in schilderijen. Ze maakt werk in opdracht zowel voor particulieren als voor bedrijven en voor overheden. Ze heeft een royaal talent voor luisteren naar de ander en opdrachtgevers voelen zich dan ook door haar herkend en passend gepresenteerd. Annette komt uit een kunstenaarsfamilie. Het zit in de genen. Dat getob met kunst. Dat is niet zonder belang bij de inspanning om haar werk te doorgronden en te genieten. Bijna Lutheriaans zou je haar instelling tegenover het maken van kunst kunnen noemen: hier sta ik, ik kan niet anders. Dat komt te pas bij het apprecieren van de getoonde schilderijen. Ik licht dat toe. Voor Annette is het schilderproces minstens zo belangrijk als het resultaat ervan, het schilderij. De “daad van het schilderen” is wezenlijk voor haar persoonlijke artistieke inzet. Hoewel ze geen action painter is, zoals Jackson Pollock die u kent van zijn drippings, is toch de bezigheid van het schilderen onlosmakelijk deel van dat wat zij met haar kunst beoogt. De daad van het schilderen kent bij Annette twee fasen: een mentale en een fysieke fase. Samen vormen ze het kunstwerk. (Dat klinkt bijna conceptueel...besef ik...maar Annette is geen conceptuele kunstenaar). Maandenlang kan zij -zonder in haar atelier te komen- bezig zijn met een doek in afwezigheid van welk schildermateriaal ook. Ze doet ogenschijnlijk niets. Maar ze is dan mentaal actief, als onderdeel van haar artistieke scheppingsproces. “analyseren” noemt ze dat. “Dat is mijn passie”, zegt ze. Analyseren of Reflecteren. Her-denken en her-beleven, in contact komen met haar diepste zelf. Stilte vinden. Terechtkomen in de ruimte achter het onderbewuste. Ze is dan bezig met het analyseren van feiten die zich hebben voorgedaan. En die nolens volens sporen nalaten in het leven van de mens en die vragen om duiding. Die het bestaan duchtig kunnen schudden en emotie en spanningen oproepen.
2. Soms betreft het aangrijpende feiten die te maken hebben met de onontwijkbare, dierbare omgeving bv. van het gezin, en soms zijn dat meer wereldse feiten op afstand die evenwel ook appeleren aan primordiale gevoelens over bv. liefde, ouderschap, rechtvaardigheid, sociaal besef, of aan de andere kant van het spectrum: woede en afgunst, haat en geweld, ijdelheid en hebzucht en/of leegte en eenzaamheid van een moderne mens. Het leven kan hard en confronterend zijn met duistere en verontrustende kanten. En de wereld presenteert zich vrijwel dagelijks ook als een meedogenloze machine die op agressieve wijze mensen meesleurt en vervreemdt van zichzelf met de vragen als : wie ben ik? Waar sta ik voor? hoe moet ik verder? En dan kom fase twee: de fysieke bezigheid van het schilderen. Het moment waarop het creatieve proces een noodzakelijk vervolg krijgt in het scheppen van een kunstwerk. In haar schilderende bezigheid bevrijdt de kunstenares zich al schilderend naar wat ik zou willen noemen: “een waardige houding als mens”, “een uitweg” noemt zij dat. Daarin is de kunst van Annette verbonden met het leven van andere mensen. Dat is de trootst die zij ons gunt. Ze laat soms wat zorgelijk horen, dat ze zich egoistisch en eenzijdig op zichzelf betrokken voelt. Ik zou dat graag willen relativeren door te wijzen op de functie van kunst. Kunst houdt aan de kijker voor: hoe je als mens in waardigheid moet leven en sterven. Dat klinkt pompeus, maar ten diepste is alle kunst de echo van onze diepste en complexe zieleroerselen. (Aristoteles zegt dit...) Daar bevinden zich de vreugde van het leven naast de angst voor de dood en alles wat daartussen ligt in vele tinten van grijs (meer dan 50...) . Kijk eens hoeveel grijstinten, zegt Annette. Ik heb geen boodschap. zegt ze en geen oordeel. Dat wat Annette “analyseren” noemt heet in een magere psychologische term “verwerken” en al snel dringt zich dan de verbinding op met “therapie”. Kunst als genezing. Dat klinkt verdacht... als artistiek “niet-integer”. Maar Annette gaat veel verder in haar schilderkunst. Ze is pas dan toe aan de allerpersoonlijkste artistieke expressie, het schilderij, als het verwerkingsproces haar voldoende vrijheid oplevert om in te keren tot zichzelf en daar de stilte gewaar te worden die zij beschouwt als de veilige ruimte waarin zij volstrekt zichzelf en vrij kan zijn. Vanuit die stille ruimte ontspringen haar intuitieve schilderijen.
3. Reken als kijker niet op een meeslepend verhaal. Dat is er niet, tenzij het fascinerende verhaal van een kunstenaar die naar aanleiding van gebeurtenissen zichzelf bevraagt: Wie ben ik? Wat gebeurt er? Wat doet dat met mij? Die lagigheid van vragen zie je ook terug in haar schilderijen. Ze toont daar drie ruimtes: die van het ZELF, die van het IK en die van de WERKELIJKHEID Het schilderend bezig zijn met verf en doek is een momentgebonden afsluiting van het creatief proces. Het schilderij schildert zichzelf, omdat het moment er rijp voor was en de kunstenares dat moment van rijpheid heeft gevoeld en heeft gepakt. Maar hoe zit het dan met de schilderkunstige discipline, met compositie en kleur en materiaalgebruik en perspectief en techniek enz. Ik stuur nergens op, zegt Annette, ik breng mijzelf in stemming, ik laat me begeleiden door bepaalde muziek en ik ga aan de slag met verf en doek en penselen en met mijn blote handen. Ik luister naar mezelf. Ik werk intuitief en ik geef in die intuitieve bezigheid zonder remmingen uiting aan wat mij beweegt. Dat wordt het schilderij. Dat moeten we van haar aannemen, dat zo het maken van een schilderij verloopt. Toch laat de zg. “intuitieve schilderkunst” van Annette van Roosmalen op het verhalende niveau een onmiskenbare drang zien naar ordening en structuur. Ze laat dat zien in het gebruik van vaste figuren: cirkels en kruisen, in telkens terugkerende kleuren rood (warmte) en blauw (ratio), in de aanwezigheid van de drie ruimtes, in de gelaagdheid van verfmateriaal, in de gestaltes die zij in grafische poses afbeeldt (het zijn vrijwel uitsluitend vrouwen die zich houding verschaffen in de hun omringende en de oneindige ruimte), in symbolen met een eigen grammatica, in het gebruik van mathematisch gelijkende rasters en patronen, in het gebruik van fake tekst: ik heb geen boodschap, in een ordelijke gebruik van boven en onder, van erbinnen en erbuiten. Ze vormen haar hoogst persoonlijke artistieke beeldtaal. Haar handschrift.
4. Hoezo intuitieve kunst? Is niet Intuitie vooral de mannelijke benaming voor de onmogelijkheid van mannen om het vrouwelijk brein te doorgronden. Is niet Intuitie de aantrekkelijke andere en ordenende kracht van vrouwen. De complementaire rib uit de Adam, waarvan de schepper pas laat ontdekte dat die niet compleet was. De kunst van Annette van Roosmalen is in die zin vrouwelijk te noemen. Haar werk staat in dienst van de menselijke waardigheid voorbij boodschappen en oordelen. Wat een vreugde is het om in haar schilderijen de kracht van de intuitie te ervaren die misschien wel de mogelijkheid opent naar eigen zelfreflectie en onze eigen waardigheid. Deze observatie over de vrouw vond Annette wel een mooi moment om mij te laten stoppen met mijn praatje. Ik heb als man geen keuze. Ik gehoorzaam. Ik wens u veel genoegen.