Midden Tussen De Mensen
Verkiezingsprogramma 2014 – 2018 CDA-BINNENMAAS
Inhoudsopgave INLEIDING ..............................................................................................................................................................3 1. RUIMTE VOOR DE JEUGD ............................................................................................................................4 BELEIDSPUNTEN BINNENMAAS - RUIMTE VOOR DE JEUGD ...............................................................6 JONGEREN ..........................................................................................................................................................6 GEZINNEN ..........................................................................................................................................................6 ONDERWIJS........................................................................................................................................................7 SPORT .................................................................................................................................................................7 2. VITALE KERNEN IN TIJDEN VAN KRIMP ................................................................................................8 BELEIDSPUNTEN BINNENMAAS- ‘KERN’GEZOND ..................................................................................9 LEEFBAARHEID EN VOORZIENINGEN .........................................................................................................9 VERENIGINGEN EN WELZIJN-ALGEMEEN ............................................................................................... 10 CULTUUR ......................................................................................................................................................... 10 VERKEER EN VERVOER ................................................................................................................................ 11 OPENBARE WERKEN (WEGEN EN GROEN) ............................................................................................. 12 3. OMZIEN NAAR ELKAAR............................................................................................................................. 13 BELEIDSPUNTEN BINNENMAAS - OMZIEN NAAR ELKAAR .............................................................. 15 WONEN, WELZIJN, ZORG.............................................................................................................................. 15 OUDEREN ........................................................................................................................................................ 15 MINIMA............................................................................................................................................................ 16 VOLKSGEZONDHEID ..................................................................................................................................... 16 4. WONEN VOOR JONG EN OUD................................................................................................................... 17 BELEIDSPUNTEN BINNENMAAS - WONEN VOOR JONG EN OUD ..................................................... 18 WONINGBOUW .............................................................................................................................................. 18 5. DUURZAAM EN DYNAMISCH LANDSCHAP ......................................................................................... 20 BELEIDSPUNTEN BINNENMAAS - DUURZAAM EN DYNAMISCH LANDSCHAP............................ 22 NATIONAAL LANDSCHAP ............................................................................................................................ 22 NATUUR........................................................................................................................................................... 22 MILIEU EN DUURZAAMHEID ...................................................................................................................... 23 RUIMTELIJKE ORDENING ............................................................................................................................ 24 ECONOMISCHE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ................................................................................... 25 RECREATIE EN TOERISME (ZIE OOK BIJ NATIONAAL LANDSCHAP) ................................................. 25 6. EFFICIËNT BESTUUR DICHT BIJ DE BURGERS .................................................................................. 26 GEMEENTEBESTUUR - REGIONALE SAMENWERKING ......................................................................... 26 GEMEENTEBESTUUR , BESTUURS- EN ORGANISATIECULTUUR ....................................................... 27 BELEIDSPUNTEN BINNENMAAS - EFFICIËNT BESTUUR DICHT BIJ DE BURGERS........................ 28 SAMENWERKING ........................................................................................................................................... 28 COLLEGEVORMING ....................................................................................................................................... 28 BESTUURSCULTUUR ..................................................................................................................................... 28 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID ............................................................................................................. 29 FINANCIËN ..................................................................................................................................................... 29
2
Inleiding Het CDA is een christendemocratische volkspartij, die de Bijbelse boodschap als grondslag en inspiratiebron gebruikt! Onze uitgangspunten zijn: rentmeesterschap gerechtigheid solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid. Gemeentebestuur De gemeente is de overheid die het dichtst bij mensen staat. Het huidige kabinet wil gemeenten laten fuseren. Het CDA verzet zich tegen het denken in termen van ‘groot, groter, grootst’. Het CDA kiest voor een samenwerkingsmodel van Hoeksche Waardse gemeenten waarin met ‘gewogen stemmen’ besluitvorming plaatsvindt over zaken die op de regio betrekking hebben. Wij denken aan een bestuursmodel, waarbij het gemeentebestuur dicht bij de burgers blijft staan, maar regionale zaken ook regionaal worden behandeld door een ‘doorzettingsmacht van afgevaardigde lokale raadsleden’. Uitvoerende taken kunnen zoveel als mogelijk op Hoeksche Waards niveau worden samengevoegd. Samenleving Het CDA vindt dat je niet voor jezelf leeft, maar ook voor een ander. Daar past geen anoniem dorp bij en geen gemeente die alles voor ons regelt. Wij kiezen bewust partij voor de hechte samenleving. Wij geloven in het vermogen van mensen en organisaties om zelf oplossingen te vinden. We voelen ons vaker onveilig. We missen respect op straat. We klagen over teveel regels. In de wijken en dorpen vereenzamen ouderen omdat in alle drukte naar hen niet wordt omgekeken. Er is vaak onvoldoende besef van waarden en normen. Het CDA wil de komende jaren verder bouwen aan onze gemeenschappen. Met goede ondersteuning helpen we mensen die aan de kant staan. Voor gezinnen, die hard in hun portemonnee worden geraakt, zetten we ons als gezinspartij extra in. Wat willen we NIET Onder anderen: Denken in groot, groter, grootst De Hoeksche Waard te sterk laten vergrijzen Verenigingen of stichtingen belasten met extra administratieve taken of regelgeving Zaken die de samenleving fundamenteel aantasten, zoals criminaliteit, drugs- en alcoholmisbruik Extra regelgeving door incidentenpolitiek Mensen die wel gebruik maken van de voorzieningen maar geen bijdrage willen leveren aan de samenleving. Omdat we midden tussen de mensen staan, willen we daarom juist : 1. Ruimte voor de jeugd 2. Vitale kernen 3. Omzien naar elkaar 4. Wonen voor jong en oud 5. Duurzaam en dynamisch landschap 6. Een efficiënt, betrouwbaar en integer bestuur dicht bij de burgers
3
1. Ruimte voor de jeugd De kabinetsveranderingen van de afgelopen tijd en de veranderingen in wetgeving hebben invloed op veel facetten van de samenleving, zo ook op de zorg voor de jeugd. Het CDA ziet deze veranderingen als een kans om de zorg voor de jeugd eenvoudiger en effectiever te maken. De nadruk moet gelegd worden op het voorkomen van problemen en vroegtijdige signalering als er iets misgaat, zodat minder jongeren uiteindelijk daadwerkelijk in de jeugdzorg terecht komen. Om dit te bereiken zullen algemene jeugdvoorzieningen zoals de kinderopvang, jeugdgezondheidszorg, scholen, sportclubs en jongerenwerk op peil gehouden moeten worden. De aanpak van het CDA richt zich op: Groeiruimte: jongeren krijgen meer ruimte om gezond en veilig op te groeien; Bewegingsruimte: jongeren krijgen meer ruimte voor (ongeorganiseerd) sporten en spelen; Ontwikkelruimte: jongeren krijgen meer ruimte om hun talent te ontwikkelen; Leefruimte: jongeren krijgen meer ruimte voor hun eigen plek in de samenleving. Groeiruimte Kinderen hebben een evenwichtige en gezonde thuissituatie nodig als basis om op te groeien. Gelukkig zijn de meeste ouders in staat hun kinderen een veilige, gezonde gezinssituatie te bieden. Hierdoor gaat het met het overgrote deel van de jeugd goed. Helaas ervaart 20% van de gezinnen met kinderen eenvoudige of complexere problemen bij het opvoeden en opgroeien. Het CDA zet zich daarom in voor: Laagdrempelige zorg en hulpverlening: ouders en jongeren moeten gemakkelijk en snel de weg kunnen vinden naar de juiste hulp; Garantie voor snel en adequaat handelen in geval van problemen; Vroegsignalering: scholen en hulpinstanties moeten tot een ‘naadloos’ sluitende aanpak komen om problemen bij jongeren zo vroeg mogelijk te signaleren en snel de juiste hulp te kunnen bieden. Bewegingsruimte Voor een goede ontwikkeling is het belangrijk dat de jeugd de mogelijkheid heeft tot sporten en buitenspelen. Daarom wil het CDA: Bij nieuwe bouwplannen zich de komende periode sterk maken voor het opnemen van voldoende ruimte voor sporten en spelen; Samen met (sport)verenigingen zorgen voor meer beweging. Ontwikkelruimte De ontwikkelingskansen van jongeren hangen voor een groot deel samen met de kansen op een succesvolle en ononderbroken schoolloopbaan. Toch vindt het CDA dat er niet te eenzijdig gekeken moet worden naar schoolprestaties. CDA’ers hebben de overtuiging dat iedereen telt en dat iedereen het verdient om tot zijn/haar recht te komen. Dit betekent dat wij – naast schoolprestaties – groot belang hechten aan het ontwikkelen van talenten, sociale vaardigheden en het eigen maken van waarden en normen. Dit gaat het best spelenderwijs, bijvoorbeeld door het aanbieden van sportieve en culturele activiteiten in en rond school. Daarom zet het CDA ook stevig in op de ontwikkeling van ‘Brede Scholen.’ Verder wil het CDA de koppeling tussen school en praktijk verbeteren door twee projecten, namelijk: Ruimte bieden aan maatschappelijke stages. De ervaringen in het verleden met die stages waren doorgaans goed; Het verzorgen van gastlessen op middelbare en vakscholen door ondernemers, bestuurders en medewerkers van maatschappelijke organisaties;
4
Trainingen aan jongeren vanuit de praktijk over de verwachtingen van werkgevers en omgekeerd, het schrijven van sollicitatiebrieven, het voeren van sollicitatiegesprekken en trainingen in assertiviteit/zelfvertrouwen.
Leefruimte Jongeren zijn de toekomst. Zij verdienen een plek middenin de samenleving. Op hun tijd hebben zij behoefte aan gezonde aandacht, belangstelling bij wat hen bezighoudt en coaching als zij ergens tegenaan lopen. Het CDA vindt daarom dat jongerencentra en aangewezen hangplekken een belangrijke rol in de maatschappij vervullen. Het is belangrijk dat jongeren, net als volwassenen, hun eigen keuzes mogen maken. Ze hebben het recht om te leren van eventuele fouten. Als we jongeren letterlijk en figuurlijk ruimte bieden in het midden van de samenleving betekent dit dat we een situatie moeten creëren waarin jongeren en ouderen kunnen werken aan wederzijds begrip, verdraagzaamheid en verbondenheid. Het CDA wil daarom: Het handelen van jongerenwerkers, horecaondernemers, verenigingen, scholen, kerken, exploitanten van sociaal-culturele voorzieningen, politie en omwonenden rond jongerencentra en hangplekken beter op elkaar afstemmen; Met bovengenoemde partijen een sluitende regionale aanpak tot stand brengen op het gebied van alcoholmatiging en preventie (zoals openings- en sluitingstijden, en leeftijdsgrenzen); Investeren in jeugd waar het wel goed mee gaat en hen stimuleren anderen mee te vragen naar activiteiten; Verenigingen sterker maken in hun maatschappelijke rol.
5
Beleidspunten Binnenmaas - Ruimte voor de Jeugd Jongeren 1. Jeugd- en jongerenbeleid vastleggen in een nota waarin onderwijs, wonen, werk, zorg en welzijn aan de orde komen. Deze nota gebruiken als bouwsteen voor overkoepelend beleid tegen bevolkingskrimp in onze kernen. 2. Jongeren moeten in hun eigen dorp een woning kunnen vinden. Zie verder de paragraaf Wonen voor jong en oud. 3. De gemeente moet zich inzetten om werkloze jongeren via stages betere kansen op de arbeidsmarkt te geven. Van groot belang is dat jongeren over een startkwalificatie beschikken. 4. Het voorkomen van verslavingen bij de jeugd heeft prioriteit. Naast beleid op gok-, alcoholen drugsverslaving krijgen voorlichting over eetverslaving en anorexia meer aandacht. In gemeentelijke jeugdcentra mag geen alcohol worden geschonken. De Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) dient dit beleid te controleren en te handhaven. 5. De gemeente moet deelname aan jeugd- en jongerenactiviteiten (waaronder sport, muziek en recreatie) in alle dorpen stimuleren via het subsidiebeleid en de beschikbaarheid van accommodaties. 6. In alle dorpen moeten recreatieve voorzieningen zijn, waarvan de jeugd gratis gebruik kan maken. Denk aan trapveldjes, voetbalkooien, basketbalterreintjes, de strandjes aan de Binnenmaas, rollerskatebaan, speelgelegenheden voor jonge kinderen enz.. Waar mogelijk wordt een (buurt)vereniging of stichting verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud. Jongeren moeten ook zelf de handen uit de mouwen steken en mogelijk zelf via acties een deel van de financiering van activiteiten of accommodaties te verzorgen. 7. De jongerenwerkers moeten wisselend worden ingezet in alle kernen 8. In woonwijken zijn speelplaatsen voor de jongere kinderen belangrijk. De veiligheid hiervan krijgt speciale aandacht. 9. De besturen van gesubsidieerde jeugd- en jongerenaccommodaties moeten eens per jaar een bijeenkomst met omwonenden houden voor uitwisseling van informatie en klachten. 10. Het CDA legt liever de nadruk op het verstrekken van geld voor activiteiten dan op het verstrekken van geld voor accommodaties. Méér eenvoudige accommodaties hebben onze voorkeur boven minder en dure accommodaties. 11. Schoolmaatschappelijk werk wordt bij voorkeur (fysiek) op de scholen aangeboden. 12. Maatschappelijke stages leveren een bijdrage aan de vitaliteit van onze kernen. Het CDA wil deze stages in stand houden. Contact met mensen en bijdragen aan een vitale samenleving zijn de belangrijkste leeraspecten van de stage. In het bijzonder zien wij mogelijkheden voor stageplaatsen in de zorg, die de betrokkenheid van “eenzame ouderen” bij de lokale samenleving vergroot.
Gezinnen 1. Het CDA staat voor een gezinsvriendelijke samenleving en wil de bevolkingskrimp bestrijden door het aantrekken van gezinnen. De gemeente moet daartoe gezinsvriendelijk beleid voeren op gebieden als onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen, bijzondere bijstand, subsidiebeleid en voorzieningen voor kinderen en jongeren. 2. Het centrum voor Jeugd en Gezin moet in het bijzonder eenoudergezinnen actief benaderen met voorlichting over de mogelijkheden voor hulp in de opvoeding van minderjarige kinderen.
6
Onderwijs 1. Het CDA vindt dat de gemeente alle invloed moet gebruiken om basisonderwijs in elk van de dorpen te handhaven. Een constructieve samenwerking met de Stichting Christelijke Scholengroep De Waard, de Stichting Acis Primair Onderwijs Hoeksche Waard en de Vereniging tot het verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag is vereist. 2. Vrijheid van onderwijs is voor het CDA een essentieel uitgangspunt. De gemeente zorgt daartoe voor gelijkheid van openbaar en bijzonder onderwijs binnen de gemeente, zoals dat in grondwet is vastgelegd. 3. Het CDA heeft voorkeur voor protestants-christelijk en openbaar basisonderwijs in elke kern. Het onderbrengen van twee kleinschalige scholen in één gebouw heeft de voorkeur. Hierbij wordt goed rekening gehouden met de identiteit van beide scholen. 4. Het CDA hecht grote waarde aan goed overleg en tijdige informatie-uitwisseling tussen de gemeente enerzijds en vertegenwoordigers van bijzonder en openbaar onderwijs anderzijds. Het periodiek gehouden lokaal onderwijsoverleg kenmerkt zich door openheid en het gevoel van een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid. Naast materiële zaken komen ook onderwerpen als sociaal welzijn, racisme, vandalisme, pesten, verkeersveiligheid en milieu aan de orde. 5. Het tijdig signaleren van en werken aan leer- en ontwikkelingsachterstanden is erg belangrijk. Dit gebeurt onder meer door de aanwezigheid van peuterspeelzalen en het bestrijden van schoolverzuim, o.a. door handhaving van de leerplichtwet. 6. Peuterspeelzalen blijven belangrijke voorzieningen voor een gezinsvriendelijk vestigingsklimaat. Zo mogelijk worden deze in elke kern in stand gehouden. Daarvoor is een redelijke ouderbijdrage en inzet van voldoende ouders als bestuurslid en/of vrijwilliger nodig. Hechtere samenwerking met de kinderopvang is in het belang van het kind 7. Het CDA vindt dat de gemeente een zelfredzaamheids- of weerbaarheidscursus in groep 7 of 8 van de basisscholen, moet blijven subsidiëren. 8. Schoolzwemmen voor alle basisscholen blijft door de gemeente gesubsidieerd, zolang hier vanuit het onderwijs om wordt gevraagd.
Sport 1. Sportactiviteiten voor jongeren worden gestimuleerd door het subsidiebeleid en beschikbaarheid van accommodaties. 2. De wens van het CDA is ouders primair als vrijwilliger in te zetten voor het begeleiden van hun kinderen bij het sporten. 3. Het beheer en onderhoud van de sportterreinen moet geleidelijk worden overgedragen aan de verenigingen. 4. Gezamenlijke benutting van accommodaties door meerdere verenigingen wordt gestimuleerd. Eventuele fusies vinden alleen op initiatief van de verenigingen zelf plaats. 5. Sportvelden zijn, zo nodig op afspraak, ook beschikbaar en toegankelijk voor andere organisaties zoals scholen, jeugdverenigingen en andere plaatselijke organisaties. 6. Kantines bij sportaccommodaties mogen niet te laat sluiten. De gemeente verleent slechts vergunning voor het schenken van zwak-alcoholische dranken.
7
2. Vitale kernen in tijden van krimp Het CDA gaat voor gezonde, vitale kernen. Dat betekent dorpen en buurtschappen, waarin alle leeftijdsgroepen kunnen en willen wonen en waar het goed leren, werken en genieten is. Als het gaat over vitaliteit, dan gaat de discussie vaak al snel over voorzieningen en accommodaties. Maar vitaliteit heeft in de eerste plaats te maken met activiteiten waarbij mensen elkaar ontmoeten, zoals bij dorpsfestiviteiten en in verenigingsleven, maar ook gewoon op school, straat of in de winkel. Pas in de tweede plaats gaat het over de plek of het gebouw waar die activiteiten moeten plaatsvinden: de accommodaties. Activiteiten In deze tijd van vergrijzing, afnemend inwoneraantal schaalvergroting en individualisering kiest het CDA voor een samenleving waarin iedereen past en telt. Het CDA ziet scholen, stichtingen, verenigingen en levensbeschouwelijke organisaties als het cement van de samenleving. We willen het verbindend vermogen van deze organisaties graag verbeteren. Daartoe willen we graag naar een meer ‘activerend subsidiesysteem’. In een activerend subsidie systeem worden de inspanningen van individuen en organisaties beloond om activiteiten te organiseren, die een meerwaarde hebben voor de eigen vereniging of de samenleving. Op deze manier worden (beginnende) organisaties geprikkeld om actief te worden/blijven en nieuwe initiatieven te ontplooien gericht op het op peil houden of verbeteren van voorzieningen en activiteiten in dorpen. In het bijzonder wil het CDA de trend van toenemende eenzaamheid keren door initiatieven gericht op eenzaamheidsbestrijding ruimhartig te ondersteunen. Accommodaties In de hele Hoeksche Waard speelt in meer of mindere mate de vraag of accommodaties voor verenigingen, scholen en voorzieningen gebundeld moeten worden in multifunctionele accommodaties, dan wel gespreid moeten worden over dorpen en buurten. Deze vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden. Er zijn meerdere keuzes denkbaar die – mits goed uitgevoerd - tot een vergelijkbaar voorzieningenniveau kunnen leiden. Duidelijk voor het CDA is in ieder geval, dat isolement van mensen als gevolg van onvoldoende bereikbare of toereikende voorzieningen niet aanvaardbaar is. Dit betekent echter niet, dat alle voorzieningen ook in de vorm van een gebouw aanwezig moeten zijn in dorpen. Het bereikbaar maken van voorzieningen kan ook door voorzieningen vanuit een centraal steunpunt naar de mensen te brengen (mobiele diensten, thuiszorg, etc.), of door minder mobiele mensen met een goede vervoersregeling naar de voorzieningen te kunnen laten gaan. Hoe houden we de kernen vitaal? Voor het CDA is het duidelijk, dat de regio Hoeksche Waard haar landelijk gebied met vitale kernen meer op de kaart moet zetten als veilig en prettig woongebied voor (jonge) gezinnen. De boodschap naar de omgeving kan meer worden gericht op Wonen in de tuin van de Randstad waar Rust en Ruimte samen gaan met Vrijheid, Veiligheid en Vitaliteit. “Een goede leefomgeving voor uw kind is veel waard: de Hoeksche Waard”. Gemeenten dienen gezamenlijk regie te voeren om effectief in te spelen op de gevolgen van vergrijzing en gezinnen met kinderen te interesseren voor de Hoeksche Waard . Op deze wijze kunnen zowel scholen als verenigingen verzekerd blijven van voldoende jonge aanwas om de vitaliteit te behouden. Daarnaast zal in samenspraak met inwoners en betrokken organisaties vastgesteld moeten worden, welke activiteiten niet mogen ontbreken om een dorp of buurt vitaal te houden en hoe deze activiteiten het best georganiseerd kunnen worden. Inbreng bewoners is hierbij belangrijk, zoals bij ‘Buurt bestuurt’.
8
Beleidspunten Binnenmaas- ‘Kern’gezond Leefbaarheid en voorzieningen 1. Het CDA wil dat de dorpen en buurtschappen levende gemeenschappen zijn, waar mensen elkaar op allerlei manieren ontmoeten en bijstaan. Een gemeenschap is belangrijker dan een gemeente. 2. Om krimp tegen te gaan dient de gemeente zich meer in te spannen om jonge gezinnen naar Binnenmaas te trekken. Niet alleen via volkshuisvestingsbeleid maar ook door stimulering van werkgelegenheid, verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. 3. De promotie van het gebied als de tuin van de Randstad waar Rust en Ruimte samen gaan met Vrijheid, Veiligheid en Vitaliteit dient gezamenlijk met de overige Hoeksche Waardse gemeenten te worden opgepakt. 4. Het thema ‘krimp’, door vergrijzing en veranderende samenstelling van huishoudens, dient in alle beleidsvelden apart aandacht te krijgen, waarbij ervaringen uit andere krimpregio’s gebruikt kunnen worden in het te voeren beleid. 5. De basisvoorzieningen (supermarkt, school, huisarts) moeten, bij voorkeur op een centrale plaats, in alle dorpen aanwezig zijn. 6. Het CDA wil zo mogelijk in elke dorp een werkgroep / platform instellen die de vitaliteit bewaakt en stimuleert. Het platform krijgt een beperkt budget dat besteed kan worden aan zaken van algemeen nut voor de lokale gemeenschap. 7. Het CDA wil dat er een collegelid wordt aangewezen dat de Vitale Kansen stimuleert. Het gaat ons hier om een positieve benadering van initiatieven van inwoners en ondernemers die de vitaliteit ten goede zouden komen, maar die niet binnen de plannen of de ambtelijke capaciteit van de gemeente passen. 8. Het CDA maakt zich sterk voor de leefbaarheid, onder meer via instandhouding van een zo goed mogelijk voorzieningenniveau in de dorpen. Speciale aandachtspunten zijn: a. De voorzieningen voor (sport) verenigingen en vrijwilligers b. De regeldruk op verenigingen en vrijwilligers c. (Brede) scholen voor bijzonder en openbaar onderwijs d. Winkels, dorpspleinen en ontmoetingslocaties e. Zorgcomplexen f. Revitalisering oude wijken 9. Er moeten in de dorpen meer bankjes worden geplaatst. 10. In samenwerking met betrokken inwoners en organisaties wordt beslist wat een essentiële basisvoorziening per dorp is en welke voorzieningen door de inwoners van meer dorpen gebruikt kunnen worden. 11. De gemeente zorgt voor de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor ouderen en gehandicapten. 12. De inwoners worden zoveel mogelijk gestimuleerd om aan plaatselijke activiteiten (Koningsdag, andere dorpsfestiviteiten, verenigingsleven enz.) mee te doen en de saamhorigheid te bevorderen. Het subsidiebeleid is daarvoor een belangrijk instrument. Elk dorp moet zo mogelijk een (dorps)plein hebben om deze festiviteiten te vieren. 13. De gemeente stimuleert dat scholen hun vakantieplanning zodanig aanpassen dat Koningsdag niet midden in de schoolvakantie valt. 14. Ter bevordering van de leefbaarheid moeten regelmatig woningen in alle dorpen worden gebouwd. 15. Het CDA is voor de mogelijkheid tot begraven in elk dorp. Bij ruimtegebrek is ruiming van graven mogelijk als er een verzamelgraf met gedenkteken en namen wordt gerealiseerd, zodat nabestaanden een plaats hebben waar zij kunnen herdenken.
9
Verenigingen en Welzijn-algemeen 1. Het CDA kiest voor gemeentelijk beleid, dat gericht is op het ondersteunen van het plaatselijke verenigingsleven, waaronder ook verenigingen op levensbeschouwelijke grondslag. 2. De gemeente moet verenigingen aanmoedigen om evenementen te organiseren voor het verkrijgen van extra financiële middelen voor de bekostiging van hun activiteiten. Het subsidiebeleid blijft daar zo veel mogelijk op afgestemd in de vorm van project- en stimuleringssubsidie 3. Andere activiteiten die het gemeenschapsleven in de kernen en buurtschappen bevorderen, worden ondersteund. Voorwaarde voor ondersteuning is wel dat een behoorlijk aantal inwoners hierbij betrokken is in de organisatie, of als deelnemer. 4. De gemeente stimuleert het vrijwilligerswerk. Waar nodig wordt deelname hieraan bevorderd door voorzieningen voor scholing, verzekeringen en onkostenvergoedingen voor vrijwilligers. De vrijwilligerscentrale, waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten, is een waardevol instrument. In het wekelijks gepubliceerde Gemeentenieuws moet ruimte zijn voor verenigingen die vrijwilligers zoeken. 5. De gemeente draagt bij aan een gevarieerd aanbod van activiteiten in het lokale welzijnswerk. Zij formuleert daarvoor heldere uitgangspunten over de financiële voorwaarden, de organisatorische richting van het welzijnswerk en de kwaliteit van de doelstellingen. 6. Het CDA vindt dat ook ouders hun (mede)verantwoordelijkheid moeten nemen bij welzijnswerk voor jongeren, bijvoorbeeld via bestuursfuncties en/of vrijwilligerswerk. 7. Het CDA hecht veel waarde aan de vrijwilligers dag om de dankbaarheid van de gemeente aan de vrijwilligers kenbaar te maken.
Cultuur 1. Het CDA wil de huidige bibliotheekvoorzieningen in vier dorpen behouden. Uitgangspunt is dat de bibliotheek voor alle inwoners bereikbaar moet blijven. Om één en ander betaalbaar te houden, moet gezocht worden naar creatieve oplossingen. Daarbij kan gedacht worden aan huisvesting in (bestaande) gebouwen, zoals scholen, kerkgebouwen, enz., op een centrale locatie. 2. De gemeente draagt bij aan de mogelijkheid voor culturele ontplooiing en het creëren van een cultureel klimaat. Het stimuleren van diverse vormen van amateurkunst is, vanwege de participatie van een groot aantal mensen, daartoe een belangrijk middel. De gemeente verstrekt hiertoe onder andere subsidies, waarbij optredens of exposities voorde eigen inwoners een voorwaarde is. 3. Het CDA is van mening dat de gemeenten in de Hoeksche Waard afspraken moeten maken over samenwerking en verdeling van taken en middelen gericht op het in stand houden van culturele voorzieningen in de regio. Het doel is de verscheidenheid, kwaliteit evenals de continuïteit van het cultuuraanbod voor onze eigen inwoners zo goed mogelijk te waarborgen. 4. Cultuurhistorische waarden zijn belangrijke aandachtspunten in de zorg voor de gebouwde omgeving. Het culturele erfgoed in de vorm van de typische dorpsgezichten, de kerken en andere monumentale gebouwen moeten in stand worden gehouden. 5. Het Streekmuseum moet na de restauratie van hoofdgebouw en boerderij voor veel mensen aantrekkelijk zijn uit het oogpunt van cultuur en toerisme. De gemeente ondersteunt het museum, samen met de andere gemeenten in de Hoeksche Waard, door jaarlijks subsidie te verlenen.
10
Verkeer en vervoer 1. Bij de instandhouding en verbetering van het verkeers- en vervoersstelsel geven we prioriteit aan de meest kwetsbare deelnemers: voetgangers en fietsers. 2. De gemeente moet werken aan een sluitend en veilig systeem van fiets- en voetpaden. Routes waar schoolgaande kinderen veel gebruik van maken, krijgen daarbij voorrang. Inzet van ouders en ouderen voor verbetering van de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld als verkeersouder, wordt gestimuleerd. Op de plaatsen waar de meeste ongevallen plaatsvinden worden infrastructurele maatregelen genomen om de veiligheid te vergroten. 3. Het CDA blijft zich inzetten voor de verkeersveiligheid in het algemeen, en voor verkeersmaatregelen die voetgangers en fietsers beter kunnen beschermen, onder meer in Maasdam (Raadhuislaan),’s-Gravendeel (Smidsweg), Blaaksedijk, Mijnsheerenland (Polderweg) en de parallelweg van de N217 tussen Heinenoord en Oud-Beijerland. Deze maatregelen worden na overleg met buurtbewoners genomen. 4. De leefbaarheid in de bestaande en nieuwe woongebieden wordt bevorderd door het nemen van snelheid remmende maatregelen, zoals verhoogde kruisingsvlakken en door de aanleg van verkeersluwe straten. 5. De parkeernormen moeten bij nieuwe bouwplannen 10% boven de landelijke norm worden gesteld. 6. In het Duurzaam Veilig project is (het verbeteren van) de veiligheid van de meest kwetsbare groepen in het verkeer (voetgangers en fietsers) uitgangspunt. 7. Het gebruik van wegen door wijken en kernen als doorgaande routes wordt zo veel mogelijk tegengegaan als er alternatieven zijn. Wanneer er geen alternatieven zijn, is bij doorgaande routes in woonomgevingen de veiligheid van de inwoners het uitgangspunt. 8. De gemeente spant zich in om de bus voorzieningen zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte in de diverse dorpen. In de directe omgeving van bushaltes moeten fietsen gestald kunnen worden. 9. Het CDA wil meer Park- en ridevoorzieningen en deze zoveel mogelijk combineren met (sneldienst) bushalten aan de rand van de dorpen. 10. Vrachtwagens moeten zo weinig mogelijk in de kernen en zo veel mogelijk op (bewaakte) centrale parkeerplaatsen gestald worden. 11. Overbodige verkeersborden worden verwijderd. 12. Bij straatnaamgeving worden ook namen gebruikt van mensen, die in de Tweede Wereldoorlog hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid, zoals in een CDA-nota is aangegeven.
11
Openbare werken (wegen en groen) 1. Voor een efficiënt wegenbeheer is het nodig, dat daaraan een (financieel) onderbouwd meerjaren onderhoudsschema ten grondslag ligt. Dit schema moet periodiek worden herzien. Uitgaande van een acceptabel kwaliteitsniveau moeten de daarvoor noodzakelijke financiële middelen in de begroting opgenomen worden. 2. Bij herbestrating wordt systematisch gekeken in hoeverre aanpassing van de openbare ruimte is gewenst. De bewoners worden van de gemeentelijke plannen op de hoogte gesteld en krijgen via inspraakavonden de gelegenheid hier op te reageren. Wanneer hun inbreng binnen de randvoorwaarden past en er voldoende draagvlak is bij de medebewoners, wordt deze gehonoreerd. 3. Er moeten meer op- en afritten te komen bij trottoirs voor gehandicapten, ouders met kinderwagens, en (oudere) inwoners met rollators en scootmobielen. 4. Het onderhoud van plantsoenen is van groot belang voor de woonbeleving van de mensen. Het is ook “een visitekaartje” voor de gemeente. 5. Het CDA wil de overlast die mensen in hun directe woonomgeving ervaren terugdringen. Het gaat dan over vernielingen, vervuiling, hondenpoep enz. 6. De gemeente zorgt ervoor, dat klachten over relatief eenvoudige problemen gemakkelijk kunnen worden gemeld ,ook via een app, en snel worden opgelost, bijvoorbeeld door een dorpenserviceteam. Denk hierbij aan klachten als een kapotte lantaarnpaal, een scheve stoeptegel, enz. Het beleid moet gericht zijn op ‘schoon, heel en veilig’, 7. Inwoners moeten beter over het bestaan van het dorpenserviceteam worden geïnformeerd. 8. De overlast van hondenpoep moet worden tegengegaan. De gemeente verstrekt aan hondenbezitters een aantal hondenpoepzakjes en plaatst bij honden-uitlaatgebieden afvalbakken. Inwoners moeten beter worden geïnformeerd over de gebieden binnen de kernen, die zijn aangewezen als hondenuitlaatgebied. 9. Het CDA vindt dat er jaarlijks per kern een schouw van het openbaar gebied gehouden moet worden door een delegatie van wethouders en raadsleden, waarbij de kwaliteit van straten, trottoirs, fietspaden, openbare verlichting en groenvoorziening wordt bekeken.
12
3. Omzien naar elkaar Het CDA vindt onderlinge verbondenheid tussen mensen belangrijk. Voor het CDA begint politiek met de erkenning van maatschappelijk initiatief. Mensen, buurten, sportclubs, scholen, kerken, zorginstellingen, bedrijven: ze leveren allemaal een unieke bijdrage aan de samenleving. Er moet betrokkenheid zijn tussen generaties en tussen arm en rijk. We leven niet alleen voor onszelf, maar we zijn pas mens door met elkaar te leven. De overheid zorgt voor de basis van sociale zekerheid: voor iedereen is er gezondheidszorg, onderwijs en inkomen. Solidariteit De overheid geeft al die mensen en organisaties het vertrouwen om te doen waar ze goed in zijn. Niet alles hoeft op basis van regels en wetten te gebeuren. Mensen en bedrijven weten vaak zelf heel goed hoe dingen geregeld moeten worden. Het is deze betrokkenheid van de burger die onmisbaar zal zijn om mensen de zorg die ze nodig hebben in de toekomst te kunnen blijven geven. Mensen worden steeds ouder, wat betekent dat er meer zorg nodig is. Om de zorg ook in de toekomst betaalbaar te houden zijn keuzes in de zorg noodzakelijk. We willen dat de zorg betaalbaar en bereikbaar blijft voor iedereen. Solidariteit met iedereen die echt zorg nodig heeft is voor ons een basisuitgangspunt. Zorg dichtbij Mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig de regie over hun leven kunnen voeren. Familie, vrienden en buurtgenoten spelen hierbij een belangrijke rol. Mantelzorg en professionele zorg dienen elkaar te versterken. Het CDA vindt vrijwilligerswerk en mantelzorg heel belangrijk. Hun belangeloze inzet is onbetaalbaar voor onze samenleving. Het CDA wil de positie versterken van mantelzorgers die bijvoorbeeld een zieke partner thuis verplegen. Het langdurig verlenen van mantelzorg kan namelijk een zware belasting zijn, vooral voor oudere mantelzorgers. De gemeente kan mantelzorgers ondersteunen door bijvoorbeeld voor een huishoudelijke hulp te zorgen die een paar uur komt schoonmaken. De gemeente helpt daar waar nodig is en als de mantelzorger niet meer kan, wordt er naar een alternatief gezocht. Decentralisaties Het Rijk geeft gemeenten steeds meer taken en verantwoordelijkheden: In 2015 wordt de begeleiding, dagbesteding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) overgeheveld naar de Wmo (Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De kernAWBZ verzekert in de toekomst alleen onafhankelijk voorgeschreven langdurige verzorging en verpleging. Alle onderdelen die niet met zorg te maken hebben, zoals wonen, dagbesteding en begeleiding, verdwijnen uit de AWBZ. De nieuwe Participatiewet wordt ingevoerd, waardoor meer mensen mogen en moeten participeren in de samenleving. Tenslotte worden de gemeenten per 2015 ook verantwoordelijk voor jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugd-GGZ, jeugdreclassering en de zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jeugd. Door deze decentralisaties komen er niet alleen nieuwe taken op gemeenten af. De daarmee gepaard gaande bezuinigingen zijn fors. Gemeenten moeten dus meer gaan doen met minder geld. De eigen kracht van burgers wordt nog belangrijker. Vanuit het uitgangspunt van naastenliefde is het CDA uiteraard voor goede zorg en dat kan het beste worden georganiseerd door de overheid die het dichtst bij onze burgers staat, de gemeente.
13
Kansen Gemeenten zullen gebruik moeten maken van de kansen die de decentralisaties bieden. De gemeente krijgt nu namelijk zeggenschap over een groot deel van het sociale domein. De gemeenten moeten dwarsverbanden leggen tussen de Wmo en AWBZ, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Gemeenten zullen de zorg zo efficiënt mogelijk moeten aanbieden door in te zetten op preventie en ondersteuning te bundelen. Ook de Regionale Sociale Dienst zal door forse bezuinigingen op het participatiebudget op zoek moeten naar dwarsverbanden met de sociale werkvoorziening en partners uit zorg en welzijn. Mensen met een uitkering kunnen als vrijwilliger worden ingezet voor een deel van het voorzieningenpakket van de Wmo. Zo betekenen ze iets voor anderen en leveren een tegenprestatie voor hun uitkering. Aanbieders van zorg- en welzijnsactiviteiten, maar ook gemeenten, het maatschappelijk middenveld en ondernemers kunnen leerwerkplekken leveren of banen voor mensen met een uitkering. Omzien naar elkaar Omzien naar elkaar is van levensbelang. Door tijdig hulp te bieden kan voorkomen worden dat mensen geïsoleerd raken, in problematische schuldsituaties terechtkomen of gebrek moeten hebben aan basale levensbehoeften. Het is de taak van de gemeente om te voorkomen dat mensen tussen wal en schip raken. Het CDA vindt dat de gemeente het initiatief moet nemen om te komen tot een actieve samenwerking tussen welzijns- en levensbeschouwelijke organisaties, die zich inzetten voor het opsporen en opheffen van achterstandssituaties en eenzaamheid. Waar nodig wil het CDA dat de gemeente aanvullend investeert in huisbezoek. Het CDA wil bovendien vrijwilligerswerk blijven stimuleren en ondersteunen door te investeren in het meer bekendheid geven aan de digitale vacaturebank voor vrijwilligers en het faciliteren van scholing en kennisuitwisseling.
14
Beleidspunten Binnenmaas - Omzien naar elkaar Wonen, welzijn, zorg 1. Het CDA maakt bij voorkeur zorgafspraken met lokale partijen. Zij zijn goed ingebed in de regio en aantoonbaar betrouwbaar gebleken. Dit zorgt naast continuïteit van zorg en ook voor continuïteit voor de organisatie, wat van belang is voor de werkgelegenheid 2. Informele zorg zal worden bevorderd zodat er financiële ruimte blijft voor professionele zorg daar waar het echt nodig is. 3. De informele zorg kan gedaan worden door mantelzorgers, buren en vrijwilligers Lijfgebonden zorg blijft bij voorkeur voorbehouden aan de professional. 4. Vroegsignalering van zorgbehoefte door scholen, (sport)verenigingen, kerken, politie en woningcorporaties wordt gestimuleerd en in samenhang bekeken om tijdig in te grijpen en duurdere zorg te voorkomen. Dit kan o.a. door een actieve inzet van wijkverpleegkundigen en spreekuren door politie. 5. Het CDA heeft de menselijke ontmoeting hoog in haar vaandel. Daarom worden verenigingen, kerken, buurthuizen, bibliotheken en zorgcentra gestimuleerd om in onderling overleg hun ontmoetingsruimten beter te benutten en open te stellen ook voor andere doelgroepen. 6. Bij de toewijzing naar zorg worden effectieve keuzes gemaakt t.a.v. wat lokaal, regionaal of bovenregionaal wordt georganiseerd. Uitgangspunt is dat preventie en enkelvoudige zorg het domein is van de gemeente. Voor meer specialistische zorg, zoals begeleiding van psychiatrie, verslaving en jeugdzorg wordt regionaal georganiseerd, en high care zoals jeugdbescherming en –reclassering bovenregionaal 7. Gezien de aankomende bezuinigingen worden keuzes gemaakt t.a.v. versobering en terugdringen van de bureaucratie..
Ouderen 1. Wonen, zorg en welzijn moeten in onderlinge samenhang worden afgestemd op de behoeften van de ouderen. Een integraal ouderenbeleid, mede op basis van de adviezen van de Senioren Adviesraad, moet deze samenhang vormgeven. 2. De gemeente stimuleert de samenwerking tussen zorgaanbieders en woningcorporaties om de toenemende vraag naar meer en langer zelfstandig (verantwoord) wonen zo goed mogelijk vorm te geven. De gemeente streeft naar een goede spreiding van (woon)voorzieningen over de verschillende kernen. 3. Het CDA vindt het belangrijk, dat de gemeente ouderen stimuleert actief te blijven en deel te nemen aan het vrijwilligerswerk en regie voert over beschikbaarheid van accommodaties (voor bijvoorbeeld ontspanning) in alle dorpen. 4. Eenzaamheid en zogeheten zorgmijding komen ook in onze dorpen voor. Het CDA wil dit in samenwerking met de zorgaanbieders, kerken en waar mogelijk andere verenigingen terugdringen. Het CDA wil dat er regelmatig enquêtes onder ouderen worden gehouden om inzicht te krijgen in welbevinden, mobiliteit, zelfredzaamheid en de mate van eenzaamheid om vervolgens de nodige maatregelen te (laten) treffen. 5. Bij nieuwe (ver)bouwprojecten dient meer aangesloten te worden bij de woonwensen van ouderen; o.a. zogenaamde mantelzorgwoningen 6. In Mijnsheerenland wordt kleinschalig wonen voor dementerende ouderen in het Dorpshart gerealiseerd.
15
7. Het CDA wil dat de invoering van collectief vraagafhankelijk vervoer in Hoeksche Waards verband wordt geregeld. Om ervaring met deze open einde regeling op te doen is het CDA voorstander van een proefperiode van enkele jaren waarbij verschillende varianten worden uitgeprobeerd. Eén van de belangrijkste doelen is het mobiel houden van de groeiende groep ouderen. Het gebruik moet zodanig geprijsd worden dat dit ook in de toekomst haalbaar blijft. 8. Vrijwilligers en professionals in de ouderenzorg moeten getraind zijn in het herkennen van en omgaan met eenzaamheid. 9. De gemeente stimuleert particuliere initiatieven voor bijvoorbeeld dagopvang en/of Odensehuizen. 10. De gemeente zorgt voor de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor ouderen.
Minima 1. 2.
3.
4. 5.
6.
7.
De zorg voor de financieel zwakkeren, waaronder de minima, moet gericht zijn op zelfredzaamheid, emancipatie en reïntegratie in het maatschappelijke leven. Het CDA maakt zich sterk voor een samenhangend pakket van maatregelen om te voorkomen dat mensen maatschappelijk geïsoleerd raken, in problematische schuldsituaties terechtkomen of zich primaire levensbehoeften moeten ontzeggen. Onderdeel daarvan is voorlichting over een solide persoonlijk financieel beleid. Door actieve voorlichting, zoals via de inkomenstelefoon, een nieuwsbrief en de huis-aanhuisbladen, wordt ruime bekendheid gegeven aan de voorzieningen voor de bijzondere bijstand. Binnen de wettelijke kaders wordt de zwakkere maximaal tegemoetgekomen, onder andere door een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid en hulp bij schuldsanering. Het CDA vindt dat de gemeente het initiatief moet nemen tot een actieve samenwerking met kerken en andere organisaties die activiteiten ontplooien voor de financieel zwakkeren. Het college voert daarmee periodiek overleg Het ingestelde gemeentelijk Sociaalfonds willen wij in stand houden. Dit fonds heeft tot doel inwoners in financieel schrijnende situaties te helpen, die niet via andere regelingen geholpen kunnen worden. De Regionale Sociale Dienst toetst of inwoners aan de voorwaarden voldoen. Er wordt actief gecontroleerd op fraude en oneigenlijk gebruik. Bij het constateren van fraude wordt aangifte gedaan.
Volksgezondheid 1. 2. 3.
Het CDA wil dat de gemeente een gezonde levensstijl stimuleert door voorlichting en preventie (zie ook bij jongeren). Binnen de WMO wordt uitdrukkelijk de mogelijkheid geboden de (geïndiceerde) zorg te verstrekken in de vorm van een persoonsgebonden budget. Het CDA vindt dat de gemeente een actieve rol moet innemen bij het op peil houden of brengen van het aantal (para)-medische voorzieningen, zoals huis- en tandartsen.
16
4. Wonen voor jong en oud Het CDA wil een gedifferentieerd woningaanbod (o.a. starters, ouderen en mensen met een zorgvraag) per kern. Gemeenten kunnen dit samen met corporaties, projectontwikkelaars en zorginstellingen mogelijk maken. En waar mogelijk ook ruimte bieden aan particulier initiatief. Bij dit alles moet rekening gehouden worden met de woonwensen van mensen, maar ook met komende krimp in de Hoeksche Waard. Woonruimte voor ouderen Voor veel ouderen geldt, dat zij in hun vertrouwde woonomgeving van hun oude dag willen genieten. Het CDA wil aan deze wens zoveel mogelijk tegemoet komen, door goede regelingen voor zorg aan huis en het aanpassen van woningen. Indien dit niet voldoende is bieden woonzorgcentra mogelijkheden om aanvullende of vervangende zorg te bieden. Woonruimte voor jongeren Het CDA wil het aanbod van betaalbare woningen - huur, maar vooral ook koop - voor startende jongeren vergroten en wil dit bereiken door juist de nieuwbouw in te zetten voor senioren. De oudere huurwoningen in bezit van corporaties voldoen vaak niet aan de eisen die tegenwoordig aan seniorenwoningen worden gesteld. Ze kunnen echter nog goed verhuurd of verkocht worden aan startende jongeren. Als nieuwbouw ingezet wordt voor senioren, kunnen jongeren op twee manieren van de doorstoomeffecten profiteren. Indirect doordat de senioren die een koopwoning achterlaten voor doorstroming zorgen op de woningmarkt. En direct wanneer de huurwoningen die senioren achterlaten door corporaties bestemd worden voor jongeren, voor zowel huur als ‘sociale koop’. Bij nieuwe (ver)bouwprojecten dient meer aangesloten te worden bij de woonwensen van ouderen: zogenaamde mantelzorgwoningen (een combinatie van twee zelfstandige woningen met een eigen voordeur. Dit type woning is geschikt voor mantelzorgers die vlakbij degenen willen wonen voor wie ze zorgen en voor de zorgbehoevenden), woongroepen en levensloop bestendige woningen. Maatwerk Het CDA wil de medezeggenschap van bewoners over de opzet van nieuwe woonwijken, de indeling van nieuw te bouwen woningen en de inrichting van de woonomgeving zoveel mogelijk bevorderen. Ook wil het CDA het makkelijk maken om vrijkomende (agrarische) gebouwen te benutten voor alternatieve woonvormen voor speciale doelgroepen, waaronder starters. Zelfbouw Het CDA vindt daarnaast dat er meer mogelijkheden voor burgers moeten komen om zelf te bouwen. Dat kan door meer projecten aan (een groep) particulieren over te laten in plaats van aan een projectontwikkelaar.
17
Beleidspunten Binnenmaas - Wonen voor jong en oud Woningbouw 1. Het CDA streeft naar vernieuwing van voorzieningen en woningen in alle kernen, onder andere door nieuwbouw. Dit is essentieel voor de aantrekkingskracht van de kernen, de samenstelling van de bevolking en het in stand houden van verenigingen, scholen, kerken en overige voorzieningen kortom voor de leefbaarheid van de kernen. 2. Het CDA wil een gedifferentieerd woningaanbod per kern met een goed aanbod voor de verschillende doelgroepen. 3. Op basis van de prestatieafspraken en de woonbehoeften moet de gemeente met de woningbouwcorporatie en zorgpartners afspraken maken over herstructurering, huurbeleid, nieuwbouw en bevordering van de doorstroming. 4. De nadruk bij nieuwbouw en herstructurering moet liggen op huisvesting voor jongeren en alleenstaanden, (luxe) appartementen voor ouderen (zie ook onder Wonen, Welzijn en Zorg) en huisvesting voor lichamelijk en verstandelijke gehandicapten. Dit mede in verband met de scheiding van wonen en zorg. 5. Met het oog op de vergrijzing moeten bestaande seniorenwoningen aangepast, gerenoveerd en eventueel vervangen worden om zo aan de huidige behoeften van deze leeftijdsgroep te kunnen voldoen. Daarnaast worden individuele aanpassingen uitgevoerd in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Zie ook paragraaf Goed voor elkaar. 6. Het CDA wil meer betaalbare woningen voor starters en jongeren. De jeugd moet in eigen dorp een woning kunnen vinden. In de huidige woningmarkt vraagt dat om creativiteit, maar vooral om goede samenwerking. Het CDA wil dat regelmatig koopgarantwoningen worden gebouwd of huurwoningen als koopgarantwoningen worden verkocht. In een dergelijke constructie kunnen starters en minder draagkrachtigen tegen een gereduceerde prijs een woning van een woningbouwvereniging kopen. Het voordeel bij de koop wordt later (deels) verrekend met de winst bij verkoop. Met deze winst kan de woning opnieuw goedkoper worden aangeboden door de woningbouwvereniging aan een volgende starter. 7. Het CDA ziet de Starterslening als welkome aanvulling, voor zover de kosten en het risico hiervan bij de ontwikkelaar/belegger blijft. In deze vorm kunnen starters op de woningmarkt naast een voordelige hypotheek, ook een aanvullende renteloze lening krijgen vanuit de ontwikkelaar/belegger. 8. Het CDA wil dat op de locatie van het voormalige gemeentehuis van ’s-Gravendeel zo spoedig mogelijk (senioren) woningen komen. 9. Het CDA wil de bouw van en verbouw tot meergeneratie- en mantelzorgwoningen stimuleren, waartoe nu ook de mogelijkheden wordt geboden in bestemmingsplannen. Op deze wijze krijgen mensen de keuze om langer thuis te blijven wonen. Ook vergemakkelijkt het de mantelzorg en/of de kinderopvang. 10. De gemeenten in de Hoeksche Waard worden verplicht 50% van de woningbouw te realiseren op zogenaamde inbreidingslocaties. Dit mag niet betekenen dat alle open plekken binnen de bebouwde kommen zullen worden bebouwd. Er moet voldoende groen en speelgelegenheid blijven. Bij alle bouwplannen moet veel aandacht worden besteed aan de dichtheid en de uitstraling van de bebouwing.
18
11. Naast de instandhouding van een kernvoorraad van goedkope huurwoningen voor de minder draagkrachtigen wil het CDA het eigen woningbezit bevorderen. Verkoop van huurwoningen aan bewoners is daartoe een goed instrument, maar moet gedoseerd om de toch al kwetsbare woningmarkt zo min mogelijk te verstoren. De gemeente moet met de woningbouwcorporatie afspreken welke woningen mogen worden verkocht (bijvoorbeeld niet de woningen met de laagste huren, verouderde woningen en woningen in het centrum van een dorp). 12. Het CDA vindt dat er meer mogelijkheden voor inwoners moeten komen om te bouwen wat ze zelf willen. Dat kan allereerst door meer projecten aan burgers over te laten in plaats van aan een projectontwikkelaar. 13. Bij grondverkoop voor woningbouw wordt afhankelijk van het type woning en de locatie een gedifferentieerde prijs per vierkante meter gerekend (de mooiste plekjes kosten het meest). 14. Waar mogelijk en verantwoord wordt de ruimte-voor-ruimteregeling toegepast. Hierbij worden overtollige schuren en kassen in het landelijk gebied ingeleverd voor de mogelijkheid om één of meer woningen te bouwen. 15. Zowel bij nieuwbouw als bij aanpassing en renovatie heeft duurzaam bouwen (o.a. door energiebesparing) hoge prioriteit. 16. Het CDA vindt dat hoogbouw of gestapelde bouw (in de betekenis van hoger bouwen dan tot nu toe gebruikelijk is) uitzonderingen moeten zijn.
19
5. Duurzaam en dynamisch landschap De Hoeksche Waard is een dynamisch landschap. Het landschap is altijd in ontwikkeling geweest en moet dat ook blijven. Ontwikkelingen op het gebied van de landbouw, recreatie, wonen en werken moeten volgens het CDA hand in hand gaan met de natuurontwikkeling. Het CDA wil graag met agrariërs, ondernemers, bewoners en maatschappelijke organisaties vorm en inhoud geven aan de Hoeksche Waard. Behoud door ontwikkeling De landbouw is vanouds een onmisbare schakel in het beheren en ontwikkelen van buitengebieden. De Hoeksche Waard moet deze agrarische identiteit behouden. Het CDA ziet ook goede kansen voor agrariërs die hun bedrijfsvoering willen ‘verbreden’ met activiteiten op het gebied van zorg, kinderopvang, educatie en recreatie. Leegstaande boerderijen kunnen zo ook een verantwoorde wijze andere bestemmingen krijgen. Om de recreatieve waarde van de Hoeksche Waard te vergroten wil het CDA ook de ontsluiting van het landschap met fietspaden, wandelroutes, ruiterroutes, vaarroutes en kanoroutes verder verbeteren. ‘Behoud door ontwikkeling’ is daarom het uitgangspunt voor het CDA. De ontwikkeling en mogelijke uitbreiding van de kernen van het gebied mag echter niet vergeten worden. Zo moet deze aangesloten blijven op de wensen van deze tijd. Waar nodig moet ruimte zijn en blijven voor nieuwe ontwikkelingen voor woningbouw en uitbreiding bestaande activiteiten. Duurzaam en dynamisch Het CDA wil alle ruimte benutten om de Hoeksche Waard dynamisch en leefbaar te houden voor de huidige en toekomstige generaties. Dit betekent ruimte geven aan de dynamiek van nieuwe ontwikkeling in harmonie met het historisch gegroeide landschap, de inwoners en de bijzondere natuurwaarden van de Hoeksche Waard. Het gaat daarbij dus niet alleen om ecologische duurzaamheid - het zo goed mogelijk omgaan met de natuurlijke stoffenkringlopen - maar ook om economische en sociale duurzaamheid. Een duurzaam landschap is alleen te bereiken en te onderhouden als er ook mensen in dat landschap wonen, werken en recreëren. Om het landschap te onderhouden moet er geld verdiend worden! Daartoe moet de ondernemer in de Hoeksche Waard een goed ontwikkelingsperspectief geboden worden. Windmolens Het CDA begrijpt de noodzaak om tot een percentage groene stroom te komen. Internationaal zijn daar afspraken over gemaakt en Nederland zal aan deze afspraken tegemoet moeten komen. Binnen de Hoeksche Waard zijn binnen dit kader locaties aangewezen, waar windmolens tot 150 meter hoog moeten verrijzen. Een dergelijk molenpark moet goed in ons landschap worden ingepast. Wij zijn ook voor andere (rendabelere) vormen van duurzame energie in de Hoeksche Waard. Bedrijventerreinen Lokale en regionale bedrijven uit de Hoeksche Waard hebben ruimte nodig om te groeien. Het is geen makkelijke opgave om deze ontwikkelingen in te passen in het Hoeksche Waardse landschap. Dergelijke ontwikkelingen hebben in het open landschap van de Hoeksche Waard snel een grote invloed op de beleving van de ruimte. Het CDA vindt daarom, dat bij nieuwe ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen ingezet moet worden op een goed kwaliteitsniveau waar het gaat om landschappelijke inpassing, de toepassing van duurzame technieken en meervoudig ruimtegebruik. Hierbij dient rekening gehouden te worden met het feit dat dit in economisch moeilijke tijden geen financiële belemmeringen oplevert voor ondernemers. Het CDA is voorstander van de mogelijkheid dat ondernemers van buiten de Hoeksche Waard zich kunnen vestigen op het regionale bedrijventerrein.
20
A4 In het belang van de bereikbaarheid van de Randstad is het CDA niet tegen de aanleg van een A4-zuid, mits goed ingepast in het landschap en mits de inwoners van de Hoeksche Waard niet extra moeten betalen om het eiland te verlaten of binnen te komen. Agrarische sector Het CDA is voorstander van het concentreren van de glastuinbouw op aangewezen locaties. Hiermee komt, op termijn, een einde aan het versnipperde karakter. Nu door het uitblijven van subsidie van de provincie dit financieel niet of nauwelijks haalbaar is, zal op Hoeksche Waards niveau nieuw beleid moeten worden gemaakt met betrekking tot lokale uitbreidingsmogelijkheden voor glastuinbouwbedrijven. Concentratie kan en mag echter niet opgelegd worden. Zolang een glastuinbouwbedrijf rendabel is, kan een ondernemer niet worden verplicht op een andere locatie nieuwbouw te plegen. We verwachten dat door de huidige economische omstandigheden de noodzaak van schaalvergroting door glastuinbouwbedrijven zal toenemen. Het CDA vindt het op grote schaal omzetten van goede landbouwgrond in natuur niet verantwoord. Als we zien dat de voedselproductie op wereldwijde schaal de bevolkingsgroei niet bij kan houden, vindt het CDA dat wij de verantwoordelijkheid hebben de voedselvoorziening op peil te houden. Het CDA vindt het daarom belangrijk, dat de stukken nieuw te ontwikkelen natuur slim worden gekozen. Ontwikkel die gebieden, die optimaal bijdragen aan de versterking van de ecologische en recreatieve waarden, zonder dat daar grote stukken goede landbouwgrond voor uit productie genomen moeten worden.
21
Beleidspunten Binnenmaas - Duurzaam en dynamisch landschap Nationaal landschap 1. Het CDA wil, ook in samenwerking met maatschappelijke organisaties, inhoud en vorm geven aan de Hoeksche Waard als ‘Nationaal Landschap’. Een dergelijke aanwijzing als Nationaal Landschap is door het CDA altijd vurig bepleit, ook bij de Tweede Kamer. In een ‘Nationaal Landschap’ moeten landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten behouden, duurzaam beheerd en versterkt worden. Verschillende vormen van recreatie kunnen hieraan bijdragen. ‘Behoud door ontwikkeling’ is daarom het uitgangspunt voor het ruimtelijke beleid. Het Nationaal Landschap moet ruim toegankelijk worden voor recreatieve activiteiten, onder andere door uitbreiding van fietspaden, wandel- en kanoroutes. 2. De agrarische sector is vanouds een onmisbare schakel in het beheren van buitengebieden. Deze bedrijfstak moet daarvoor alle mogelijkheden krijgen. 3. Leegstaande boerderijen moeten verantwoorde andere functies krijgen, waartoe nu ook de mogelijkheden in de bestemmingsplannen zijn verruimd. Zie ook woningbouw (ruimtevoor-ruimteregeling). 4. Bij uitbreiding is de landschappelijke inpassing in het Nationaal Landschap van essentieel belang.
Natuur 1. De gemeente moet zich in Hoeksche Waards verband inzetten voor behoud van natuurwaarden en waardevolle landschapselementen. Een goed voorbeeld is het Vlietproject, waarin voor de kreekzones met grondgebruikers een onderhoudsovereenkomst is afgesloten. 2. Het CDA ziet on het beheer van het buitengebied een grote rol voor de agrarische sector, aangevuld met organisaties als Hoekschewaards Landschap. Bij inrichting van nieuwe natuur moet meer aandacht besteed worden dan tot nu toe het geval is geweest, aan beheersaspecten en met name de beheersing van de kosten daarvan. 3. De ons omringende polders worden zoveel mogelijk intact gelaten. Zij blijven dienen als “groene long”(landbouw-, natuur- en/of recreatiegebied). 4. De oevers van de Binnenmaas en de Oude Maas moeten hun landschappelijke waarde behouden. 5. Het CDA wil - in overleg met het Hoeksche Waards Landschap – het gehele buitendijkse gebied ten Oosten van de voormalige Barendrechtse brug en ten Noorden van de Buitengorzendijk ontwikkelen tot natuurgebied, zoals nu ook in de Visie Noordrand is opgenomen.
22
Milieu en duurzaamheid 1. Het CDA ziet het als een verantwoordelijkheid tegenover de Schepper en de komende generaties om goed voor het milieu te zorgen. Ons uitgangspunt ‘goed rentmeesterschap’ houdt in dat wij de aarde in een zo goed mogelijke staat door willen geven aan de volgende generaties. Daarbij gaat het zowel om het voorkomen van nieuwe problemen (preventie) als het herstellen van de aangerichte schade aan het milieu. 2. De gemeente moet zichtbaar bijdragen aan duurzaamheid door zelf het goede voorbeeld te geven, maar ook door het beïnvloeden van gedrag en het stimuleren en ondersteunen van particuliere initiatieven. 3. Het duurzaam handelen van de gemeente moet zichtbaar zijn in het gescheiden ophalen van afval, alternatieve vormen van energieopwekking, energiebesparing en energieopwekking (zonne-energie, warmtekrachtkoppeling) in openbare gebouwen, gebruik van groene energie, isolatienormen bij nieuwbouw, eisen bij bedrijventerreinen, openbare verlichting, materiaalgebruik (duurzaam bouwen) en duurzaam inkopen. 4. Bij nieuwe projecten (toevoeging en vervanging) in openbare ruimte en openbare gebouwen is het toepassen van LED-verlichting de norm. 5. De gemeente werkt met de regio aan de doelstelling van 20% duurzame energie in 2020. 6. Het CDA zou liever geen gebruik maken van windenergie, als dit niet noodzakelijk zou zijn om de doelstelling op het gebied van duurzame energie te kunnen halen. Bij het plaatsen van de windmolens stelt het CDA twee voorwaarden. De eerste is dat er voldoende afstand tot kwetsbare functie als woningen en natuur moet worden gehouden. De tweede is dat inwoners en ondernemers in de Hoeksche Waard de mogelijkheid moeten krijgen financieel te participeren. 7. Er wordt goed afgewogen met welke juridische, financiële en/of communicatieve instrumenten het hoogste milieurendement kan worden behaald. 8. Het CDA vindt dat de gemeente het milieu- en duurzaamheidsbeleid moet vormgeven samen met maatschappelijke organisaties, instellingen en het bedrijfsleven. 9. De uitvoering en handhaving van de wettelijke milieutaken heeft prioriteit. De gemeente spant zich in om de milieuvergunningen en het inrichtingenbestand actueel te houden (via de Omgevingsdienst ZHZ). 10. Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater, in samenwerking met het waterschap, is mede een gemeentelijke taak. Een goed rioleringsplan (onderhoud, vervanging) is noodzakelijk. De kosten hiervan moeten door de vervuilers gedragen worden. Tegelijkertijd zoekt de gemeente naar kwalitatief goede alternatieven voor riolering in het nog niet aangesloten buitengebied. Hierbij wordt de hoogte van de investering goed afgewogen tegen het te behalen milieurendement. 11. Bij verwijdering van onkruid in plantsoenen en op de openbare weg wordt zo minimaal mogelijk gebruik gemaakt van chemische middelen. Slechts incidenteel mogen chemische middelen ingezet worden waar dit noodzakelijk is om te voorkomen dat bepaalde delen van straten en trottoirs er te ‘groen’ uitzien. 12. Het CDA wil dat de gemeente activiteiten door en voor de jeugd stimuleert die bijdragen tot een groter milieubesef. Mogelijkheden daartoe zijn o.a. het in samenwerking met de basisscholen organiseren van boomplantdagen en aandacht voor natuur- en milieueducatie. 13. Het CDA vindt dat educatie over voeding en voedsel niet mag ontbreken bij de natuur- en milieueducatie. Daarbij kan ook gedacht worden aan het idee van de groene schoolpleinen en/of schooltuin.
23
Ruimtelijke ordening 1. De Structuurvisie Hoeksche Waard , Visie Noordrand en structuurvisie Binnenmaas zijn leidend in de ruimtelijke ontwikkelingen in Binnenmaas. 2. Bedrijven in onze kernen, die uit hun jasje zijn gegroeid of overlast veroorzaken, worden zo veel mogelijk verplaatst naar het regionale bedrijventerrein. 3. Speciale aandacht is nodig voor naleving van de afspraken die zijn gemaakt over een goede inpassing in het landschap en het type bedrijven dat zich op het regionale bedrijventerrein mag vestigen . 4. Na verruiming van het uitgifteprotocol en mede vanwege het grote aanbod aan bedrijventerreinen wordt de ontwikkeling van de 2e en 3e fase van het regionaal bedrijventerrein in de ijskast gestopt. 5. Voor het terrein van de Suikerunie moet een nieuwe bestemming worden bepaald. De vastgestelde en breed gedragen visie is daarbij uitgangspunt. Buitendijks vindt het CDA een bestemming voor (natte) bedrijvigheid toelaatbaar. Binnendijks (oude vloeivelden) vinden we de realisatie van glas toelaatbaar, maar wijzen we industrie evenals en het graven van een (nieuwe of grotere) haven voor de overslag van containers af. De schoorsteen van de oude suikerfabriek wordt als beeldbepalend monument voor de kern Puttershoek behouden. 6. Het tegengaan van de overlast ( verkeersbewegingen en overnachting) van de vestiging van PKF blijft een doelstelling. Het CDA vindt verplaatsing naar het regionale bedrijventerrein daarbij de beste oplossing. De omvang van de uit te geven kavels op het regionale bedrijventerrein mag daarbij nooit een sta-in-de-weg vormen. Bij de provincie blijven we de sanering van de PKF bepleiten. 7. Sanering van verspreid liggende glastuinbouwbedrijven door de vorming van één concentratiegebied wijzen we af, omdat een groot concentratiegebied een te grote aantasting is van het open karakter van het Nationaal Landschap. Wij staan achter het compromis, dat tussen de gemeenten, LTO en maatschappelijke partijen waaronder het Hoekschewaards Landschap is bereikt om één concentratiegebied aan te wijzen in de noordrand en één in de zuidrand van de Hoeksche Waard. Per cluster moeten er voor de individuele bedrijven voldoende uitbreidingsmogelijkheden worden geboden. Van de provincie is een financiële bijdrage nodig om de door haar gewenste sanering van glas te effectueren. De gemeente zal haar medewerking verlenen aan de ruimte-voor-ruimteregeling en de glas- voor- glasregeling 8. Inwoners, natuur- en andere organisaties moeten interactief worden betrokken bij de plannen voor de ruimtelijke ordening in een fase dat er nog sprake is van duidelijke keuzemogelijkheden. 9. De gemeente voert een actief handhavingsbeleid op het gebied van de ruimtelijke ordening. 10. Het CDA vindt dat de gemeente zich in moet spannen om de functie van carpoolplaats/ P&R bij de Reedijk in het gebied te houden en wil onderzoeken of dit met ‘gesloten beurzen kan’ door de aanleg van een nieuwe carpoolplaats/P&R te combineren met het vestigen van een restaurant. 11. Het CDA wil dat de gemeente zich inspant om eigenaren/investeerders te bewegen de zogenaamde ‘rotte kiezen’ (vervallen panden of braakliggende percelen) in beschermde dorpsgezichten te her ontwikkelen, zoals Schouteneinde in Puttershoek (volgens de Visie Schouteneinde) en de panden aan de Wilhelminastraat in Mijnsheerenland.
24
Economische zaken en werkgelegenheid 1.
Het CDA wil zich inzetten voor vestiging van specialistische bedrijfsverzamelgebouwen waar (internet) ondernemingen en de daarbij behorende dienstverlenende bedrijven zich kunnen vestigen die gebruik kunnen maken van elkaars kennis en kunde en gedeelde bedrijfsvoorzieningen zoals glasvezel internetverbindingen en faciliterende diensten. 2. Vestiging van bedrijven zoals web shops en dienstverlenende bedrijven in leegstaande boerderijen is voor het CDA aantrekkelijker dan leegstand en verval. 3. Vestiging van dienstverlenende bedrijven vanuit huis moet mogelijk worden gemaakt in bestemmingsplannen . 4. De gemeente moet actief de Hoeksche Waard promoten als thuisbasis voor digitale dienstverlening in een groene omgeving. 5. De gemeente moet het initiatief nemen en de regie voeren om ‘verglazing” van de internetinfrastructuur in alle kernen te bevorderen. 6. Het CDA wil dat de druk van procedures/ regelgeving zo veel mogelijk wordt verminderd, bijvoorbeeld door zo kort mogelijke vergunningsprocedures en een één-loketservicepunt. Ook voor verenigingen, scholen, stichtingen en dergelijke moeten de procedures en administratieve verplichtingen voor het organiseren van activiteiten zo eenvoudig mogelijk zijn. 7. Het CDA vindt dat de gemeente zich zo veel mogelijk moet inspannen om de winkelcentra up-to-date te houden. 8. De gemeente schept randvoorwaarden voor een goed ondernemingsklimaat door onder meer een goede infrastructuur en een goede dienstverlening. 9. Het CDA is principieel, mede om grenzen te stellen aan de 24 uur economie en de ondernemers in de dorpskernen ter beschermen, tegen verruiming van de openstelling van de winkels op zondag. 10. Het CDA is voorstander van een herontwikkeling van het centrum van ’s Gravendeel, onder de voorwaarde dat het initiatief en de plan ontwikkeling door meerdere ondernemers wordt gedragen en de gemeente de planvorming faciliteert (regierol).
Recreatie en toerisme (zie ook bij Nationaal Landschap) 1.
Het recreatieoord Binnenmaas moet een centrum van dagrecreatie blijven. In beperkte mate ook verblijfsrecreatie toestaan. 2. Het CDA wil meer verblijfsrecreatie in de vorm van bed & breakfast: 3. Bij de ontwikkeling van recreatieve mogelijkheden moet de samenwerking met streekgebonden verenigingen voor bescherming van de natuur (bijvoorbeeld vereniging Hoekschewaards Landschap en De Stichting Rietgors) bevorderd worden. 4. Op het terrein van het voormalige AZC wil het CDA een camping terug. 5. Informatie over de dienstregeling van pontjes moet toegankelijker worden 6. In overleg met provincie en waterschap moeten langs fietsroutes meer bankjes worden geplaatst. 7. De locatie van de voormalige watersportvereniging in Westmaas moet voor inwoners vrij toegankelijk blijven.. De trailerhelling moet worden gehandhaafd. 8. De Paden en strandjes bij Westmaas en Mijnsheerenland (langs de Binnenmaas) verdienen een opknapbeurt. 9. Bebording naar recreatieve locaties in de Hoeksche waard verdient meer aandacht 10. Gezamenlijke HW Promotie bewerkstelligen in steden zoals Rotterdam Dordrecht Gorinchem en Breda
25
6. Efficiënt bestuur dicht bij de burgers Gemeentebestuur - Regionale samenwerking De gemeente is de overheid die het dichtst bij mensen staat. Het huidige kabinet wil gemeenten laten fuseren. Het CDA verzet zich tegen het denken in termen van ‘groot, groter, grootst’. Het CDA kiest voor; een goede, niet-vrijblijvende intergemeentelijke samenwerking een samenwerkingsmodel van Hoeksche Waardse gemeenten waarin met ‘gewogen stemmen’ besluitvorming plaatsvindt over zaken die op de regio betrekking hebben. (naar het voorbeeld van het Drechtstedenmodel) Een bestuursmodel, waarbij het gemeentebestuur dicht bij de burgers blijft staan, maar regionale zaken ook regionaal behandeld worden door een ‘doorzettingsmacht’ van afgevaardigde lokale raadsleden. Uitvoerende taken zoveel als mogelijk op Hoeksche Waards niveau samenvoegen Op deze manier streeft het CDA naar het beste van twee werelden: zelfstandige gemeenten en toch regionale slagvaardigheid en daadkracht. Vaak blijkt namelijk, dat na een herindeling de professionaliteit van de organisatie toeneemt, maar de betrokkenheid van de burgers bij en de herkenbaarheid van het lokaal bestuur vermindert . Een cruciale voorwaarde voor regionale slagvaardigheid is vertrouwen tussen de samenwerkende gemeenten. Hierbij gaat bestuurlijke samenwerking vooraf aan ambtelijke samenwerking. Als de bestuurlijke samenwerking te wensen overlaat, kan dit niet opgelost worden door ambtelijke samenwerking. Belangrijk daarbij is dat de gemeenteraden aan de voorkant van het regionale besluitvormingsproces worden betrokken en niet pas aan het eind.
Zie de website voor meer toelichting op ons standpunt over regionale samenwerking versus herindeling tot één gemeente Hoeksche Waard www.cda.nl/binnenmaas
Dit wordt ondersteund door onderzoek van de provincie Zuid-Holland naar gemeentelijke herindeling.
26
Gemeentebestuur , Bestuurs- en Organisatiecultuur CDA Binnenmaas ziet kansen in aanpassing van de gemeentelijke bestuursvorm aan de groeiende netwerksamenleving. Een netwerkbestuur bestaat uit een compact (bestuurs)team rond B&W, dat snel wordt geïnformeerd, flexibel kan inspelen op de snel veranderende omstandigheden en alle relevante informatie verkrijgt door gebruik te maken van een groot fijnmazig netwerk van georganiseerde inwoners, bedrijven, maatschappelijk organisaties en mede overheden. Dit bestuursteam kan snel schakelen tussen de verschillende belanghebbenden. De uitvoerende taken en ondersteuning van het bestuursteam wordt in datzelfde fijnmazige netwerk uitbesteed en uitgevoerd. Het bestuursteam neemt zelf zo veel mogelijk beslissingen en delegeert zo min mogelijk op dit punt naar de onderliggende organisatie. Dit voorkomt veel bureaucratische regelgeving en notities die gepaard gaan met het delegeren van bevoegdheden. Op deze wijze ontstaat een gemeentebestuur met meer oog en aandacht voor onderstaande principes: Menselijke Maat Het CDA wil de gemeente inrichten naar de menselijke maat. Dat wil zeggen aansluiten bij de leefwereld van mensen en hun samenwerkingsverbanden. Dit is nodig omdat de focus op doelmatigheid, efficiency en laagste prijs in de laatste decennia is doorgeschoten in verregaande specialisatie, regelzucht en instelling van controle- en beheersingsmaatregelen. Regeltjes en controlezucht werken ‘onnatuurlijk gedrag’ en ‘hokjesdenken’ in de hand. De denk- en werkwereld van de gemeentelijke organisatie is daardoor te versnipperd geraakt en los komen te staan van de denk- en leefwereld inwoners. Het belang van dorpen, wijken en buurten Het is belangrijk dat ambtenaar en bestuurder hun werk minder doen van achter hun bureau of vergadertafel en meer tijd besteden in dorpen, wijken en buurten. Daar liggen de beste kansen om de veerkracht en potentie van bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties te benutten en worden de beste, meest praktisch ideeën geboren om ruimtelijke en sociale opgaven van verschillende partijen te combineren. Eerst praten, dan doen. Praten betekent niet een houding van ‘u vraagt, wij draaien’ of afgaan op degenen die altijd al vooraan staan met de grootste mond. Praten betekent investeren in relaties en op zoek gaan naar friskijkers en dwarsdenkers, die niet alleen willen praten maar zich ook daadwerkelijk willen inzetten om hun omgeving te verbeteren. Breed draagvlak is iets wat moet groeien vanuit smal & diep draagvlak. Een oppervlakkige conclusie of een grijs compromis stuit met zekerheid later in het proces op een ‘mopperende meerderheid’. Samengevat, Een gemeentelijke organisatie die meer werkt:
vanuit passie en inspiratie, dan vanuit regels; aan het bevorderen van samenredzaamheid en integraliteit, dan aan hokjes; aan kansen, creativiteit, innovatie en variatie, dan aan gelijkvormigheid; vanuit vertrouwen (maar niet blind: vier ogen principe), dan vanuit controle; aan het realiseren van de beste kwaliteit tegen een goede prijs, dan aan de laagste prijs; en ….volgens het principe: eerst praten, dan doen.
Zie de website voor meer uitleg over onze ideeën van een netwerkbestuur. www.cda.nl/binnenmaas
27
Beleidspunten Binnenmaas - Efficiënt bestuur dicht bij de burgers Samenwerking 1. Gemeenschappelijke Regelingen (GR) kennen enkele zwakke punten die we als CDA op de volgende onderdelen willen versterken; regelmatige rapportages door de GR-besturen en hun accountant of de Rekenkamer het aanstellen van één of meer onafhankelijk, professionele bestuurders geen participatie van raadsleden in de GR-besturen regels omtrent integriteit waaronder een openbare ambtseed door directeuren en hoger management klokkenluidersregeling 2. De brandweerkorpsen zijn per 1 januari 2013 opgegaan in één regionale organisatie Veiligheidsregio ZHZ (VRZHZ). Wij hechten aan de toezegging van de veiligheidsregio dat de kosten de komende jaren met 10-15% zullen verminderen.. De gemeente moet zich blijven inspannen om vrijwillige deelname aan het brandweerkorps te stimuleren en bestaande posten te handhaven
Collegevorming 1. Het CDA wil bestuursverantwoordelijkheid dragen. Het eigen verkiezingsprogramma moet daarbij een voldoende herkenbare bijdrage leveren aan het beleidsprogramma van het te vormen college van burgemeester en wethouders. 2. Het CDA is voorstander van een breed samengesteld college. 3. De voorzitter van het te formeren college zal regelmatig op de hoogte gehouden worden van het verloop van de onderhandelingen met betrekking tot de collegevorming.
Bestuurscultuur 1. Voor een optimaal functioneren van de lokale democratie is het van belang, dat de bestuurscultuur wordt gekenmerkt door openheid, openbaarheid en tijdigheid. 2. De gemeente geeft tijdig en op ruime schaal bekendheid aan nieuws of (bouw)plannen die voor veel inwoners van belang zijn. 3. De gemeente moet doorgaan met de digitalisering van aanvraagformulieren en andere documenten. 4. De gemeente bewaakt (via de auditcommissie uit de gemeenteraad) de verantwoording van de declaraties van collegeleden. 5. Controle van vergunningsaanvragen moet meer pragmatisch en klantgericht worden uitgevoerd. 6. Bestuurders dienen aan hoge eisen van integriteit te voldoen. 7. Wethouders zouden van wachtgeld af moeten zien indien zij, anders dan om gezondheidsredenen, op eigen initiatief vertrekken.
28
Openbare orde en veiligheid 1. De zorg voor veiligheid van burgers en effectieve bestrijding van criminaliteit is een kerntaak van de overheid. Daarbij zijn drie deeltaken te onderscheiden. 2. Allereerst het bestrijden en tegengaan van overlast. Schade als gevolg van vandalisme en andere overtredingen wordt zo veel mogelijk op de daders verhaald. Bij minderjarigen worden ook ouders hierop aangesproken. 3. Vervolgens preventie. Dit gebeurt door voorlichting en samenwerking, maar zo nodig ook door fysieke maatregelen zoals cameratoezicht en meer verlichting op donkere plekken. Dit komt ook de veiligheidsgevoelens ten goede. 4. De derde deeltaak is het vergroten van de participatie en het vormgeven van de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Aan burgers kan worden gevraagd zeer alert te zijn op wat er in hun omgeving gebeurt en een beetje op elkaar te letten. Het CDA ondersteunt particuliere initiatieven om de veiligheid te verbeteren, bijvoorbeeld het beveiligen van bedrijventerreinen en het organiseren van oud- en nieuwjaarsfeesten. 5. De gemeente (inclusief brandweer) moet, samen met politie en justitie, al deze taken in samenhang oppakken via een integraal veiligheidsbeleid. 6. Het herkenbare optreden van buurtagenten moet het gevoel van veiligheid bij de inwoners versterken. 7. De gemeente moet zorgen voor eigen toezicht op bestaande regelgeving en optreden tegen kleinere (maar daarom niet minder ergernis gevende) overtredingen. Denk bijvoorbeeld aan het achterlaten van hondenpoep en het bekladden van gebouwen met graffiti. Daartoe worden bijzondere opsporingsambtenaren aangesteld, die bestuurlijke boetes kunnen opleggen. De opbrengst van boetes vloeit in de gemeentekas. 8. Het CDA wijst coffeeshops en drugshandel af. Door goede regelgeving moet vestiging van coffeeshops in Binnenmaas worden voorkomen. Ook het voorkomen en bestrijden van goken alcoholverslaving, voornamelijk bij jongeren, is van groot belang. Overlast wordt o.a. bestreden door het aanwijzen van gebieden waar geen alcohol mag worden gebruikt.
Financiën 1. De gemeentebegroting moet sluitend zijn. 2. Het CDA stelt zich als doel de gemeentelijke tarieven en belastingen zo weinig mogelijk te verhogen en onder het landelijke gemiddelde te houden. In beginsel wordt alleen de verwachte inflatie doorberekend. Met de gevolgen voor de lagere inkomens wordt rekening gehouden door een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid. 3. Wanneer het nodig is een begrotingstekort te dekken,wordt eerst geprobeerd dit door bezuinigingen te doen. Indien verantwoord kunnen de reserves aangesproken worden voor incidentele uitgaven. Het college moet er voor zorgen, dat ook gemeenschappelijke regelingen bijdragen in de bezuinigingen. Pas in laatste instantie mogen de OZB-tarieven sneller stijgen. 4. Het dekken van een begrotingstekort moet niet alleen solide gebeuren, maar ook sociaal. 5. Voor diensten die door of via de gemeente geleverd worden, moet een reële bijdrage in rekening gebracht worden. Daarbij wordt de verhouding tussen kosten en kwaliteit van geleverde diensten door de gemeente bewaakt. De opbouw van tarieven moet doorzichtig zijn. 6. Goed risicomanagement, met name bij grondexploitaties en projecten, is van groot belang om mogelijke problemen vroegtijdig te kunnen signaleren en financieel inzichtelijk te maken. Bij grote complexe projecten hebben scenarioanalyses de voorkeur. 7. Naast financieel risicomanagement is er ook systematisch beleid en monitoring nodig op reputatierisico’s, mede in het belang van het beeld van een Betrouwbare Overheid.
29