Rheden
tussen de mensen Verkiezingsprogramma 2014 - 2018
Wat kunt u waar vinden:
•
terugblik 2010 - 2013
•
CDA Rheden 2014-2018 algemeen
1. Leefbaarheid en veiligheid 2. Gezinnen, jongeren, ouderen, generatiebeleid 3. Onderwijs 4. Participatie, zorg en sociaal beleid 5. Vrijwilligers, sport, cultuur 6. Ruimtelijke ordening en wonen 7. Landelijk gebied 8. Economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en werkgelegenheid 9. Milieu, water, verkeer en vervoer 10. Financiën 11. De 7 dorpen
Rheden
TERUGBLIK 2009 T/M 2013 De verkiezingen in 2009 leidde er toe dat de VVD de grootste partij werd in de gemeente Rheden en voor het eerst sinds generaties de PvdA geen deel meer uitmaakte van de coalitie en het college. De lokale partij Gemeentebelangen viel fors terug in haar aanhang en viel uit elkaar. D’66 keerde terug in de raad. Met het behoud van haar 4 zetels en met elan van een nieuwe jonge wethouder kon het CDA in de brede coalitie met VVD, D’66 , GL , en CU mede haar stempel drukken op het beleid en verschil maken. Binnen een coalitie wordt met de andere coalitiepartijen samengewerkt op basis van het coalitieakkoord en is er sprake van collegiaal bestuur. Toch kan de CDA-wethouder en de CDA-fractie op een aantal successen wijzen waar de eigen inbreng bepalend is geweest. Met name bij onderwerpen die in het CDA -verkiezingsprogramma voor deze periode een belangrijke plaats hadden. Als voorbeelden kunnen worden genoemd: • realisatie en uitvoering van het Wet Maatschappelijke Ondersteuning beleid en andere grote decentralisatie operaties als jeugdzorg, participatiewet, en de begeleiding in het AWBZ beleid • minimaregeling behouden • geen algehele zondagopenstelling • een gedegen financieel beleid en het niet afwentelen van ombuigingen door lastenverhogingen • Burgernet is ingevoerd en straatcoaches aangesteld • Instellen van het jongerenlintje: de Rhedense kanjer • De renovatie van de Groenestraat in Rheden • Lange tunnelbak in de Traverse Dieren • Kunstgras sportvelden aangelegd en sportaccommodaties verbeterd • Verduurzaming door o.a. subsidiering isolatiemaatregelen en LED straatverlichting • Gemeente Rheden Fairtrade gemeente • Mede zeggenschap van inwoners bij inrichting van hun straat zoals bij bomen in Jacobastraat in Velp
CDA Rheden 2014-2018 algemeen Van nature zijn mensen sociale wezens. In het gezin, bij de kerk, een sportclub of inde buurt: we willen ergens bij horen. Maar de trend in onze samenleving is anders. We trekken ons terug op onszelf. Dat helpt niet. We voelen ons vaker onveilig. We missen respect op straat. We klagen over te veel regels in de zorg en in het onderwijs. In de wijken en dorpen vereenzamen ouderen omdat in alle drukte naar hen niet wordt omgekeken. Christendemocraten hebben een christelijk mensbeeld. Daarin staat centraal dat je niet voor jezelf maar voor een ander leeft. Daar past geen anonieme wijk bij en geen gemeente die alles voor ons regelt. Wij kiezen bewust partij voor de samenleving. Wij geloven in het oplossend vermogen van mensen en organisaties zelf. Liberalen denken onze samenleving sterk te maken door de markt de vrije loop te laten. Maar in het leven draait het om meer dan alleen de economie. Sociaaldemocraten denken via de overheid de samenleving sterker te maken, waardoor vaak teleurstelling volgt en het eigen initiatief van mensen wordt ontmoedigd. Het CDA wil de komende jaren juist aan onze gemeenschappen bouwen. We verzetten ons tegen zaken die de samenleving aantasten, zoals criminaliteit, drugsgebruik en alcoholgebruik onder jongeren. Met goede ondersteuning helpen we mensen die aan de kant staan. Voor gezinnen, die hard in hun portemonnee worden geraakt, zetten we ons als gezinspartij extra in. De gemeente is de overheid die het dichtst bij mensen staat. Het huidige kabinet heeft niks met gemeenten. Ze willen gemeenten verplicht laten fuseren. Een sterk CDA verzet zich tegen het denken in termen van 'groot, groter, grootst'. Gemeenten krijgen extra taken in het kader van begeleiding, persoonlijke verzorging, de jeugdzorg en de participatiewet. Maar daar wordt tegelijkertijd flink op bezuinigd. Die koers moet om. Te beginnen in onze eigen gemeente. Als CDA willen we daarvoor vijf bewegingen in onze samenleving inzetten: 1) Van vrijblijvend naar betrokken: mensen maken hun leefomgeving; 2) Van grenzen naar ruimte: minder regels en meer mogelijkheden; 3) Van nazorg naar voorzorg: voorkomen is beter dan genezen; 4) Van polarisatie naar participatie: mensen samen brengen via werk en school; 5) Van verbruiken naar waarderen: niet alles van waarde is in geld uit te drukken.
Verkiezingsprogramma 2014 - 2018 1. Leefbaarheid en veiligheid Mensen maken hun leefomgeving. Dat mensen graag ergens bij willen horen blijft uitgangspunt van christendemocratische lokale politiek. In onze visie maken we het mogelijk dat mensen voor elkaar zorgen en samen dingen ondernemen. Ons ideaal is een gemeente waarin zo veel mogelijk mensen zich thuis voelen en hun persoonlijke bijdrage leveren. Dat vraagt om een overheid die mensen ruimte geeft en aanspreekt op hun verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun omgeving. Dat vraagt ook om nieuwe vormen van betrokkenheid van inwoners, een ondersteunende overheid en om zekerheid voor mensen die zich niet zelf kunnen redden. Wij geloven in de vitaliteit van de lokale samenleving. Mensen maken hun leefomgeving. Er kan meer gebruikgemaakt worden van de denkkracht van de inwoners, en de bereidheid van velen om inspanningen te leveren voor een betere leefomgeving. Het is nu juist de politieke uitdaging de vitaliteit in de samenleving aan te boren en te benutten. Daarmee zetten we de beweging in van vrijblijvendheid (de gemeente weet het toch altijd beter) naar betrokkenheid. Dat vraagt een bepaalde manier van werken. De leefomgeving is voor een groot deel bepalend voor het gevoel van veiligheid. Verloedering trekt vandalisme aan. Er moet dan ook snel gereageerd worden op signalen als zaken kapot zijn of om onderhoud vragen. Met bewoners van de dorpen wordt elk jaar het onderhoud van groen, straten en pleinen bekeken en besproken. Wensen die binnen het vastgestelde budget passen, worden door de gemeente dan ook vastgelegd en het onderhoudsprogramma wordt erop aangepast. Maar ook de gemeente, woningcorporaties, particuliere verhuurders en particuliere woningbezitters zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de leefomgeving. De inzet van politie wordt het beste lokaal geregeld. De burgemeester gaat in gesprek met inwoners om drie prioriteiten per wijk of dorp vast te stellen. Zo wordt gericht gewerkt aan een groter veiligheidsgevoel en leefbaarheid. Veiligheid is een fundamenteel recht voor elk mens. De overheid heeft als enige het recht dwangmaatregelen te nemen om de veiligheid in de samenleving te verzekeren. Maar veiligheid is wel een zaak van iedereen. De veiligheid van een samenleving hangt samen met de sociale verantwoordelijkheid die mensen in hun eigen omgeving willen nemen. Een benadering van veiligheid die verdergaat dan de inzet van politie is de enige duurzame manier om de lokale samenleving veiliger te maken. Of om onveiligheid in de toekomst te voorkomen. Het politiebureau of een andere vorm van direct contact met de politie moet dicht bij huis blijven en publieksvriendelijke openingstijden hebben. De politiebureaus in Velp en Dieren moeten gehandhaafd blijven.
Aangifte doen via internet wordt bevorderd. De wijkagent moet zichtbaar zijn voor de buurt en 80 procent van zijn of haar tijd in de buurt actief zijn. Gekeken moet worden naar de inzet van Buitengewoon Opsporingsambtenaren. Door de vrijwillige politie kunnen burgers een waardevolle bijdrage leveren aan de veiligheid in hun eigen omgeving. De vrijwillige politie kan worden ingezet bij evenementen en toezicht op straat. Gemeente herstelt binnen twee werkdagen kleine vernielingen in de open bare ruimte. Om inwoners bewust te maken van de impact van vandalisme wordt jaarlijks een overzicht van de gemaakte herstelkosten gepubliceerd. De schade wordt verhaald op de daders. Om incidenten te voorkomen en aan te kunnen pakken brengt de gemeente samenwerking tot stand tussen welzijnsinstellingen, GGD, GGZ, maatschappelijk werk, politie, BOA's en veiligheidshuizen. Dat kan door bijvoorbeeld de nodige voorwaarden te stellen aan subsidies. Vrijwilligers zijn onmisbaar voor de brandweer. Zij kennen de omgeving goed, zorgen voor betrokkenheid bij de woonplaats en houden de brandweerzorg betaalbaar. Jeugdbrandweer is daarbij ook van belang. De jaarlijkse brandweerrapportages moeten inzicht verschaffen in het wel en wee van de (Iokale) vrijwilligers bij de brandweer. Daarvoor worden regelmatig tevredenheids onderzoeken bij de (regionale) brandweer gehouden. Brandpreventie moet hoog op de agenda staan. Het installeren van rookmelders wordt bevorderd door voorlichting. Extra controles vinden plaats bij particulier kamerverhuur. Gemeenten moeten zich voorbereiden op eventuele incidenten en crises. Dan moet de organisatie er staan. Dat vraagt goede (regionale) afspraken en veel oefenen met de politie en de hulpdiensten. In het rampenplan en bij de nazorg bij rampen worden ook kerken en andere religieuze gemeenschappen betrokken. Er is in de gemeente Rheden geen ruimte voor coffeeshops, gokhallen en bordelen. De speelvoorzieningen voor de jeugd in de dorpen blijven op peil en waar een tekort is aan speelvoorzieningen wordt geïnvesteerd in deze voorzieningen. Er worden geen nieuwe speelgelegenheden aangelegd zonder dat kinderen en ouders in de omgeving daarover hebben meegedacht. Zo ontstaan speelgelegenheden die passen bij de wensen van kinderen en die vaak worden gebruikt.
2. Gezinnen, jongeren, ouderen en generatiebeleid Het CDA vindt familie- en gezinsleven van groot belang. Door opvoeding wordt kinderen en jongeren geleerd met regels en verantwoordelijkheden om te gaan. Het overgrote deel van de ouders slaagt er in om aan steeds hogere eisen en verwachtingen te voldoen als het gaat om de opvoeding. Soms maken ouders de aan hen gestelde verwachtingen helaas niet waar. Daarom is het belangrijk dat er, waar nodig, grenzen worden gesteld en zo nodig wordt opgetreden. In de zorg is voorkomen bij uitstek beter dan genezen. Om investeren in voorzieningen die sport en bewegen stimuleren. Het vraagt vroegtijdige signalering als er iets mis dreigt te gaan met kinderen. Als het gaat om het voorkomen van ziekte en het behoud van welzijn, stellen we de levensloop benadering centraal. Die benadering gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van iedere burger voor de gewenste kwaliteit van het leven, nu en op latere leeftijd. De gemeente ondersteunt waar nodig de zelfredzaamheid van burgers en voorziet in een woon-, zorg- en welzijnsomgeving voor ouderen en zij die leven met beperkingen.
Het aantal ouderen zal de komende jaren toenemen. Ontmoeting tussen generaties, oud en jong, verdient ondersteuning van de gemeente. De randvoorwaarden om zelfstandig te kunnen wonen moeten zo optimaal mogelijk zijn. Actieve en zelfstandige ouderen zijn van belang voor de samenleving. De gemeente werkt aan langer zelfstandig wonen en zelfredzaamheid door te investeren in een levensloopbestendige infrastructuur en passende woningen. Bouwen dient volgens het keurmerk “Woonkeur” te gebeuren waarbij de woningen eenvoudig aanpasbaar te maken zijn voor alle leeftijdscategorieën. Bij nieuwe (ver)bouwprojecten dient meer aangesloten te worden bij de woonwensen van ouderen: zoals woongroepen en levensloopbestendige woningen. Een betere afstemming met woningcorporaties, projectontwikkelaars, huisartsen en zorginstellingen maakt dit ook mogelijk. De openbare ruimte kan uitnodigend worden ingericht om een (korte) wandeling te maken. Voorbeeld daarvan is het rolstoelpad over de Schapenberg bij het Gelders Hof in Dieren. Dat kan door routes van diverse afstanden voor ouderen zichtbaar aan te geven en voldoende bankjes om af en toe even uit te rusten. Participatie van ouderen wordt gefaciliteerd door ouderenbonden te helpen bij het opzetten van sociale netwerken, sport en cursussen. De gemeente kan daarbij helpen door een goede informatievoorziening op te zetten. Vereenzaming is een groot risico als ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Het CDA zet in op het betrekken van ouderen bij activiteiten. De ouderenbonden, vrijwilligers en mantelzorgers spelen hierbij een grote rol. Actieve voorlichting door huisbezoek aan 70plussers is een goed middel, evenals periodiek huisbezoek en een gemeentelijk steunpunt voor informatie en vraag om hulp. Ook kerken worden daarbij betrokken. De gemeente steunt initiatieven die contacten met ouderen tot stand brengen. Een actieve en regisserende rol is daarbij gepast, waarbij de maatschappelijke stage of 'gezinnen die ouderen adopteren' als voorbeelden kunnen gelden. Veel kinderdagverblijven organiseren ontmoetingen tussen kleine kinderen en ouderen. Bij nieuwe locaties voor kinderopvang kan de gemeente op de mogelijkheden daarvoor wijzen. Zorg moet zo dicht mogelijk bij huis worden georganiseerd. Zorg en welzijn op dorpsniveau maakt het mogelijk om de eigen kracht van burgers te stimuleren en de directe omgeving van buren en vrienden te betrekken. Ondersteuning van mantelzorgers door respijtzorg, emotionele en praktische hulp, is van groot belang. Respijtzorg is zorg aan een zorgbehoevende, met als doel om diens mantelzorger(s) vrijaf te geven. Het zijn personen die, beroepsmatig of vrijwillig, voor een tijdje de mantelzorg overnemen. De gemeente kan mantelzorgers tegemoet komen in de kosten voor kinderopvang door dit in het eigen gemeentelijk beleid te regelen. Innovatieve technische oplossingen kunnen inwoners enorm ondersteunen. Mantelzorgers kunnen via een website het overzicht van alle voorzieningen beter bewaken. Steeds meer ouderen kunnen uit de voeten met internet. Door gerichte online platforms in te richten kunnen zij ook daar sociale contacten blijven opdoen. Voorzieningen moeten voor ouderen goed bereikbaar zijn. Naast voorzieningen als de buurtbus, plusbus of regiotaxi kan gedacht worden aan speciale parkeerplaatsen voor ouderen die niet in aanmerking komen voor een invalidenparkeerplaats in de buurt van voorzieningen. Bij ondernemers wordt aandacht gevraagd voor drempelvrij winkelen. De volgende punten zijn daarbij voor het ouderenbeleid verder van belang :
• •
• •
•
•
Aandacht en ruimte voor de gevarieerde samenstelling van de categorie senioren en daarbij gebruik blijven maken van de gegevens uit het 70+ Huisbezoekproject. Mede in het kader van de WMO, is het van belang ook jongere en allochtone senioren te stimuleren mee te doen en initiatieven te nemen binnen de samenleving en de politieke beleidsvorming. Het pilot Opplusproject Dieren uitbreiden naar andere woonkernen. Er dient een duidelijke informatievoorziening te zijn voor ouderen waar informatie niet allen digitaal maar ook op papier wordt verstrekt. Handhaaf de papieren uitgave van de WMO krant met name voor ouderen. Ondersteuning van multifunctionele centra in de dorpen of kleinschalige buurtvoorzieningen als zij in een behoefte voorzien met name voor ouderen bv, een inloophuis. De ouderenbonden betrekken bij het ontwikkelen van beleid.
Het CDA ziet lokaal jeugdbeleid als het startpunt voor het voorkomen van veel sociale problemen in de toekomst. Een goed begin in het leven is het halve werk. Een goed begin voor de nieuwe jeugdzorgtaak van de gemeenten is dat ook. Daarbij wordt samenwerking gezocht met de onderwijsinstellingen in de gemeente. Vroeg ingrijpen in problematische gezinssituaties past bij de keuze voor voorzorg boven nazorg. Jeugdzorg wordt vanaf 2015 een taak van gemeenten. Het CDA ziet volop kansen om de jeugdzorg eenvoudiger en efficiënter te maken. Het accent moet liggen op het voorkomen van problemen en vroegtijdige signalering als er iets misgaat. Het op peil houden van algemene jeugdvoorzieningen zoals de kinderopvang, jeugdgezondheidszorg, scholen, sportclubs en jongerenwerk voorkomt dat te veel jongeren gebruik moeten maken van jeugdzorg. De gemeente investeert in informatie over de gezinnen die al ondersteuning krijgen en weet wie de ondersteuning verleent. De gemeente grijpt de kans om het totaal aan instellingen rond jeugdzorg op elkaar af te stemmen. Daarmee wordt voorkomen dat de hulp aan jongeren blijft steken op discussies tussen instellingen. Niet een discussie over de structuur van de jeugdzorg en het jongerenwerk staat voorop, maar het doel. Structuren of instellingen zijn daaraan ondergeschikt. Een instelling neemt de zorg of de ondersteuning per jongere op zich en stemt het waar nodig met anderen af. Sport is gezond en vormend Sportdeelname van jongeren is gezond en gaat overgewicht tegen. Daarnaast bevordert deelname aan sport teamgeest en leren jongeren zich inzetten voor elkaar. Het CDA stimuleert jeugdlidmaatschap en kijkt samen met verenigingen naar mogelijkheden om jongeren van 16 tot 18 jaar actief te houden. Het jongerenlintje “de Rhedense kanjer” dat op initiatief van het CDA is ingesteld richt de aandacht op jongeren die zich actief hebben ingezet voor de samenleving. Kinderen en jongeren worden in het zonnetje gezet en zo bedankt voor hun inzet. Het hebben van een beperking moet niet betekenen dat mensen minder deel kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer. Het CDA is voorstander van de aanpak, waarbij samen met de WMO-medewerker gekeken wordt hoe iemand met een beperking door eigen inzet of inzet van het eigen sociale netwerk optimaal kan functioneren. De verantwoordelijkheid voor opvoeding en ontwikkeling van kinderen ligt allereerst bij de ouders. Ouders moeten hulp krijgen bij opvoedingsvragen. Vroegtijdige signalering, informatie en opvoedingsondersteuning, maar ook de verbindingen naar specialistische hulp, zijn daarbij belangrijk.
3. Onderwijs Het CDA hecht veel waarde aan goed onderwijs. De jeugd heeft immers de toekomst. Vroeger werden kinderen thuis opgevangen na school. Maar voor- en naschoolse opvang wordt steeds normaler; er wordt zelfstandigheid van kinderen verwacht. Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding, maar in de praktijk ligt een belangrijk deel van die opvoeding in handen van derden. Het CDA ziet scholen niet los van hun maatschappelijke omgeving. De gemeente moet dan ook samenwerking tussen scholen en instanties stimuleren (achterstandenbeleid, ongeoorloofd schoolverzuim, praktijkonderwijs, peuterspeelzaalwerk, volwasseneneducatie). Scholen moeten goed gespreid zijn over de gemeente. Niets heeft zoveel impact op een goede sociale integratie als onderwijs. Onderwijs vergroot de kansen van kinderen, jongeren en ouderen. De bevoegdheid van gemeenten op het gebied van onderwijs is niet groot. Dat geeft veel scholen de positieve vrijheid om zelf te bepalen hoe goed onderwijs eruitziet. Wel zijn scholen partners bij het signaleren en oplossen van problemen. Er is extra aandacht nodig voor sociale uitsluiting van kinderen en het verbeteren van leerprestaties zoals voorschoolse en vroegschoolse educatie ( VVE). Multifunctioneel gebruik van de scholen staat daarbij voorop. Het CDA streeft naar een school als spil in een dorp of wijk als een ontmoetingsplek die ook 's avonds en in het weekend optimaal benut wordt. Het vergroot de sociale samenhang en het gevoel van veiligheid. Het CDA staat voor de keuzevrijheid van ouders als het om scholen gaat. De vrijheid om te kunnen kiezen tussen bijzondere of open bare scholen moet blijven bestaan. Kinderen van ouders die voorlezen of helpen met rekenen presteren beter op school. De scholen zetten samen met de gemeente een programma op om de betrokkenheid van ouders bij lezen en rekenen actief te vergroten. Samen met bibliotheken wordt het lezen bevorderd. Het CDA streeft er naar dat in ieder dorp een locatie voor basisonderwijs behouden blijft..
4. Participatie, zorg en sociaal beleid Het CDA staat achter het uitgangspunt van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leefsituatie. Pas als mensen dat niet (voldoende) kunnen en hun sociale omgeving geen ondersteuning kan bieden, is er een rol weggelegd voor de gemeente. Uitgangspunt is daarbij goede en betaalbare voorzieningen. Samen leven betekent ook: mensen ondersteuning bieden waar dat nodig is. In de visie van het CDA moet het beleid gericht zijn op herstel van eigen verantwoordelijkheid. Vroeg signalering, preventie en het wegnemen van oorzaken is dan ook van belang. Bij de bestrijding van armoede staat voorop dat mensen redelijkerwijs van een inkomen rond moeten kunnen komen. Maar het gaat ook om maatschappelijke participatie en bestrijding van sociaal isolement. Bij het armoedebeleid moet wel oog zijn voor de zogeheten armoedeval.
Het CDA kiest voor de Wet maatschappelijke ondersteuning als compensatiewet. Deze geeft gemeenten de mogelijkheid om te bezien wat mensen samen met hun familie, vrienden en soms buren zelf kunnen. Het CDA staat met deze keuzes voor solidariteit tussen rijk en arm, oud en jong, gezond en kwetsbaar. Kwaliteit van diensten en voorzieningen is het leidend principe bij aanbestedingen in het kader van de WMO. Het CDA pleit voor een ruimhartig gemeentelijk armoedebeleid vooral voor de maatschappelijke participatie van kinderen uit gezinnen met een minimuminkomen. Daarbij is ook aandacht voor het zorg mijden als gevolg eigen bijdragen in de zorg. Het CDA staat voor een duidelijk schuld hulpverleningsbeleid. De gemeente dient vooral een preventief beleid te voeren. Het CDA wil dat de gemeentelijke overheid zodanige contacten met woningverhuurders (o.a. Vivare) en nutsbedrijven heeft dat tijdig kan worden ingegrepen indien als gevolg van betalingsachterstanden huisuitzetting en/of afsluiting van water, gas en elektriciteit dreigt. In het kader van het armoedebeleid moet de gemeentelijke overheid ook in contact treden met binnen de gemeente werkzame organisaties (kerken, cliëntenraad) die op dit gebied activiteiten ontplooien. Bij het kwijtscheldingsbeleid moet ook gekeken worden naar de positie van ZZP’ers op het minimum. Opvang van dak- en thuislozen blijft in regionaal verband geregeld. Overmatig alcoholgebruik, drugsgebruik, roken en overgewicht worden bestreden. Aandacht wordt besteed aan het vergroten van de weerbaarheid van de jeugd ( t.a.v. tabak, alcohol en (soft) drugs waarbij samenwerking wordt gezocht met relevante maatschappelijke organisaties.
5. Vrijwilligers, sport, cultuur Samenleven komt vaak tot uitdrukking in wat inwoners cultureel met elkaar ondernemen. Het is niet zo dat cultuur pas cultuur is wanneer er subsidie aan wordt gegeven. Geschiedenis, archeologie, monumenten en immaterieel erfgoed dragen bij aan de identiteit van de gemeenschap. Bewaren wat waardevol is, is een gezamenlijke opdracht. Ontmoeting met cultuur is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Cultuureducatie via scholen is een vertrekpunt van het culturele beleid. Alle instellingen dragen daaraan bij. Jonge talenten vinden daardoor hun weg naar grotere instellingen of culturele gezelschappen. Kerkgebouwen en industrieel erfgoed zijn vaak karakteristiek, beeldbepalend en staan op de mooiste plekken in ons land. Bij leegstand van dit bijzondere erfgoed wordt gestreefd naar alternatieve bestemmingen. De gemeente denkt mee met de eigenaar en werkt daaraan mee. Bijvoorbeeld door het vergunningenbeleid bij verbouwingen, dan wel wijziging van bestemming. In het beleid heeft de gemeente oog voor de ontwikkeling van de nieuwe media. Ze zet sociale media actief in om iedereen bij de woonomgeving te betrekken en mensen met
verschillende achtergronden en culturen te laten participeren en te integreren. De gemeente bepleit waar dat kan actieve deelname aan het sport- en verenigingsleven. Het CDA gelooft in een samenleving waarin mensen naar elkaar omzien en verantwoordelijkheid voor elkaar nemen. Heel praktisch ziet men dit terug daar waar mensen participeren in verenigingen. Vrijwilligers zijn de ruggengraat van onze samenleving. Mantelzorgers nemen zorgtaken op zich. De gemeente moet de waardering van vrijwilligers en mantelzorgers tot uitdrukking laten komen door hen te ondersteunen bij hun waardevolle taak. Sport, meer bewegen is essentieel voor een goede gezondheid. Ook heeft sport een belangrijke maatschappelijke en sociale functie voor individuen en de gemeenschap als geheel. Sportverenigingen krijgen in toenemende mate een maatschappelijke rol bij de aanpak van sociale problemen en het bevorderen van de gezondheid. Dat verdient ondersteuning. Het subsidiebeleid moet sport betaalbaar en bereikbaar houden. Op het gebied van cultuur kent de gemeente een aantal monumentale landgoederen. Deze bepalen mede het unieke karakter van ons buitengebied. Ook in de toekomst dienen deze landgoederen beschermd te worden. Amateurkunst is een gewaardeerd onderdeel van de kunst. Deze verdient dan ook ondersteuning. Er blijft een buitenbad en een overdekt zwembad in de gemeente. Jongeren worden gestimuleerd om te (gaan) sporten, waarbij met name oog is voor kinderen uit kwetsbare gezinnen.
6. Ruimtelijke ordening en wonen Het ruimtelijke ordeningsbeleid is een belangrijk instrument om de leefbaarheid in de gemeente in stand te houden en te bevorderen. De komende jaren wordt het beleid voortgezet volgens de nieuwe bestemmingsplannen, waar mogelijk in samenhang met de wensen die bewoners in een dorpsvisie hebben geformuleerd. Het gemeentelijke woonbeleid moet zijn gericht op het bieden van een woningaanbod dat zo goed mogelijk voldoet aan de woonbehoefte. Dit zowel in kwantitatieve (aantallen) als kwalitatieve (woningtypen) zin. Het woonbestand moet meer variatie krijgen , daarnaast moet de kwaliteit van de woningvoorraad en van de woonomgeving verbeterd worde. ( Verdere) verpaupering van leegstaande panden en gebouwen moet worden tegengegaan en aangepakt. Bij de ruimtelijke ordening en woningbouw dient rekening te worden gehouden met lange termijn ontwikkelingen als dalend inwonertal, vergrijzing en huishoudens ontwikkeling. De uitvoering van het woonbeleid dient in de komende periode onder de regie van de gemeente te worden voortgezet. De gemeente brengt daartoe partijen (woningcorporatie, marktpartijen, maatschappelijke en zorginstellingen, enz.) bij elkaar om concrete afspraken te maken over gewenste woningvoorraad, woningbouw en voorzieningen. Een duurzame woningvoorraad vraagt zowel nieuwbouw van woningen als aanpak van de bestaande woningvoorraad (herstructurering, sloop, renovatie, opplussen e.d.).Het accent ligt daarbij op de aanpak van de bestaande voorraad. Daarbij gaat het om versterking van de leefbaarheid en kwaliteit van woning en woonomgeving (groen, speelgebieden, enz.).
Specifieke aandacht is nodig voor het realiseren van voldoende betaalbare woningen en woningen geschikt voor ouderen (nultreden woningen). Inzet van starters leningen is een goed instrument om financieel minder draagkrachtigen in staat te stellen een eigen woning te kopen. Nieuwbouw van woningen dient te passen binnen en zo mogelijk een versterking te bieden van de identiteit van de dorpen. Het accent bij nieuwbouw ligt daarom op grondgebonden (eengezins)woningen. Het realiseren van hoogbouw is uitzondering. Bij nieuwbouw en aanpak van de bestaande woningvoorraad zet de gemeente zich in voor duurzaamheid, energiezuinigheid en vermindering van woonlasten voor burgers.
7. Landelijk gebied Rheden heeft een bijzonder buitengebied. Natuur en landbouw hebben van oudsher het landschap bepaald. Nu maken recreatie en toerisme ook gebruik van het fraaie landschap. Er moet een evenwicht zijn waarbij een duurzame agrarische sector, natuur, recreatie en passende bedrijvigheid in onderlinge samenwerking tot hun recht komen. Naast de aandacht voor de natuurgebieden wordt het belang van het behoud van agrarische, gezonde bedrijven niet geschaad. Het verplaatsen van agrarische bedrijven biedt kansen voor zowel natuurontwikkeling als de agrarische bedrijfsvoering. Natuur- en landschapsbeheer maakt onlosmakelijk onderdeel uit van duurzame (landbouw)bedrijven. De gemeente faciliteert de ontwikkeling van alternatieve bedrijvigheid in het buitengebied zoals een zorgboerderij, kinderopvang, boerencamping. Samen met alle betrokken partijen wordt, gezien alle regelgeving voor agrariërs, steeds weer gezocht naar een werkbare situatie.
8. Economische ontwikkeling en werkgelegenheid Werkgelegenheid blijft van groot belang voor onze gemeente. We kiezen voor werkgelegenheid die past bij de aard en schaal van onze gemeente. Een samenleving waarin iedereen erbij hoort heeft behoefte aan een gezonde economie en goede werkgelegenheid. Hoewel gemeenten slechts deels de economische ontwikkeling kunnen beïnvloeden, is vooral het midden- en kleinbedrijf (MKB) afhankelijk van lokale keuzes. Zonder groei van de lokale economie komt er geen werkgelegenheid bij. De gemeente creëert randvoorwaarden voor die noodzakelijke groei en ondersteunt bedrijven. Maar zij gaat niet voor de individuele ondernemer keuzes maken. De kleine detailhandel, vooral zelfstandigen, staat onder druk. Maar ze bepalen wel het succes van een dorpshart. De gemeente voert een actief leegstandsbeleid en de gemeente gaat het gesprek aan met de verhuurders van bedrijfspanden over o.a. de hoogte van huren. De instandhouding van de winkelcentra in Velp , Dieren en Rheden staan daarbij centraal. De gemeente stemt de opleidings- en reintegratietrajecten voor uitkeringsgerechtigden af met het regionale en lokale bedrijfsleven en benadert ondernemers actief. Voor zelfstandigen zonder personeel wordt het in de bestemmingsplannen makkelijker gemaakt om een eigen bedrijf aan huis te vestigen.
In het aanbestedingsbeleid wordt ruimte gegeven aan kleine zelfstandigen en kleine bedrijven om mee te dingen naar opdrachten. Bijvoorbeeld ook door het opdelen van grotere opdrachten. Werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kan opgenomen worden in het aanbestedingsprotocol, zolang dit niet tot verdringing leidt van normale arbeid. Ondernemers wordt zo mogelijk gevraagd bij 5 procent van de in te zetten arbeid gebruik te maken van personen in de bijstand of zij die werken bij de sociale werkvoorziening zoals Presikhaaf. Het CDA is terughoudend bij uitbreiding van het aantal koopzondagen. 52 koopzondagen per jaar is niet vanzelfsprekend. Bij de uitbreiding van het aantal koopzondagen moeten ook de kleine ondernemers, het personeel en de vakbonden worden gehoord. Met kleine maatregelen kunnen mensen verleid worden om een eigen bedrijf te beginnen. Veel bedrijven hebben het moeilijk door de recessie. De gemeente moet slagvaardig optreden om binnen de mogelijkheden zo veel mogelijk de helpende hand te bieden. Regionale samenwerking is onontbeerlijk. Dit geldt zowel voor (behoud van) bedrijven als voor de werkgelegenheid. Speciale aandacht verdient het voortbestaan van gezonde agrarische bedrijven. Recreatie en toerisme moeten worden bevorderd, maar wel passen binnen de mogelijkheden van de natuurlijke omgeving. De gemeente heeft hierin een regiefunctie. Particuliere initiatieven om vanuit huis bezig te zijn, worden ondersteund (bed and breakfast, kapper, nagelstudio). Zo mogelijk kunnen deze ook vanuit bijgebouwen plaatsvinden.
9. Duurzaamheid , milieu, water, verkeer en vervoer Duurzaamheid en een gezond milieu zijn voor een goede toekomst belangrijk. Vaak kan er ook economisch voordeel bij duurzaam handelen worden behaald. De gemeente kan zelf het goede voorbeeld geven, maar kan ook gedrag beïnvloeden en particuliere initiatieven stimuleren en, waar nodig, ondersteunen. Het gemeentelijke inkoopbeleid is zo snel mogelijk volledig duurzaam te maken. Maandelijks wordt een milieuonderwerp belicht en breed in de belangstelling geplaatst (bijv. zwerfafval en tegelijk controleren bij scholen). Voorlichting en informatie blijven belangrijk. Dit kan ook in groter verband (regio, provincie) worden uitgevoerd. Bij het klimaatbeleid ligt de nadruk op energiebesparing die voor burgers en bedrijven valt te halen. Woningen moeten energiezuiniger, zowel door het besparen van water, elektriciteit en gas, als het zelf opwekken van energie (bijvoorbeeld zonnepanelen). Windmolens passen niet in de buitengebieden van onze gemeente gezien de grote landschappelijke en natuurwaarden. De mogelijke inrichting van de spoorlijn ( de IJssellijn) door onze gemeente als Noordtak van de Betuweroute betekent forse hinder in vrijwel alle dorpen. Wij zijn tegenstander van ingebruikname van de IJssellijn als Noordtak van de Betuwelijn, die daarvoor niet geschikt is. In ieder geval zullen er voldoende maatregelen getroffen dienen te worden voor veiligheid, leefmilieu en bereikbaarheid in en van de dorpen . Traverse Dieren zal in goed overleg met bewoners moeten worden gerealiseerd. Een goede verbinding tussen Dieren noord en zuid blijft een belangrijk aandachtspunt in de plannen. Of
een passerelle of een upgrading van de huidige toegangen tot het station hiervoor de oplossing is zal blijken. Wij toetsen het totaal pakket zoals dat bij een integrale oplossing hoort. Hierbij kijkt het CDA inhoudelijk naar de verbinding Noord-Zuid, de inpassing en de overlast voor de omgeving. Wij zoeken wij naar een goede oplossing voor het parkeren bij het station. Een oplossing waarbij de regionale P+R functie, die hoort bij het Intercitystation Dieren, blijft werken en die het wildparkeren in de buurten oplost, zonder over te gaan op een parkeerregulering. Een parkeergarage hoort daarbij tot de mogelijkheden. Daarbij wordt door het CDA kritisch gekeken naar de inpassing en financiën. De provinciale route Dieren Apeldoorn ( N 786) moet verlegd worden naar de kanaalroute. Laag-Soeren wordt daardoor verkeersveiliger en er komt daarmee een definitieve oplossing voor het doorgaande (zware) verkeer door de dorpskern.
10. Dienstverlening en Financiën De dienstverlening en informatievoorziening moeten snel en makkelijk toegankelijk zijn. Het CDA ziet inwoners niet als klanten, maar als burgers. Wat net zo goed betekent dat de gemeente zich op basis van hun ervaringen als dienstverlener zal moeten opstellen. Daarbij passen deze suggesties: De gemeente past zich aan op de flexibele werktijden van mensen. Avondopenstellingen, het werken op afspraak en het bezoeken van ouderen, die zelf niet naar de balie kunnen komen, zijn voorbeelden van klantgerichte dienstverlening voor alle inwoners. Niet iedereen heeft internet of houdt ervan via internet te communiceren. De burger houdt de keuze hoe hij of zij contact met de gemeente wil: internet, telefoon of contact aan de balie. Om nieuwe dienstverlening of economische ontwikkeling te stimuleren publiceert de gemeente haar gegevens als open data. Iedereen kan van deze gegevens gebruikmaken zonder copyright of beperkingen. Persoonlijke gegevens worden niet openbaar gemaakt. Digitale informatie en dienstverlening van gemeenten moet makkelijk vindbaar zijn, ook voor mensen met een beperking. Om die reden dient een goede gemeentelijke website te voldoen aan het waarmerk drempelvrij. Melden van overlast moet plaats kunnen vinden via mobiele telefoons. Via apps kunnen inwoners ook geïnformeerd worden over zaken als het moment van ophalen van het huisvuil. Het dient de regel te zijn dat de gemeente zijn administratie op orde heeft. Mensen moeten niet steeds opnieuw hun gegevens aan hoeven te leveren. Dit zorgt in de praktijk vaak voor onnodige ergernis en kan voorkomen worden. De gemeente beschikt over een ombudsman als direct en niet indirect aanspreekpunt voor klachten van inwoners. Deze ombudsman bemiddelt ook waar nodig. De gemeente moet waarborgen dat de ambtelijke organisatie zo goed mogelijk is voorbereid op de nieuwe taken die op de gemeente afkomen. Financiën:
De uitkering uit het Gemeentefonds is samengesteld uit een aantal componenten. De rijksoverheid stelt soms budget beschikbaar met het oog op een specifiek doel. Het CDA vindt dat in dit laatste geval er in principe rekening gehouden moet worden met het doel waarvoor de financiën beschikbaar zijn gesteld. Een deel van de inkomsten van de gemeente bestaat uit lokale belastingen en heffingen. Uitgangspunt bij wijzigingen dient bij belastingen het inflatiecorrectiecijfer van het CPB te zijn en bij heffingen de kostendekkendheid.
11. De zeven dorpen De tijd dat er uitsluitend naar de gemeente werd gekeken voor een oplossing bij problemen, is voorbij. Inwoners blijven ook zelf verantwoordelijk voor het samenleven; de samenleving. Maar zelfs kleine problemen oplossen kost vaak geld. De dorpen krijgen daarom een eigen budget voor een slagvaardig oplossen van kleine zaken (verzakte tegels; snoeien groen). Maar ook andere zaken kunnen dorpsgewijs worden aangepakt.
VELP • •
•
Vervangen van de huidige zwemaccommodatie in de Dumpel door een nieuwe overdekte zwemaccommodatie. De problematiek rond de spoorbocht ( veiligheid, geluid, trillingen, snelheid van treinen) dient te worden aangepakt. Een ongelijkvloerse kruising met het spoor blijft wenselijk waarbij de plaats nader is te bekijken. De ontwikkeling van de winkelvoorzieningen in het bijzonder in het centrum moeten kritisch worden gevolgd, met name ten aanzien van leegstand en parkeerbehoefte. Om de aantrekkelijkheid te helpen bevorderen ook met het oog op concurrentie met andere winkelvoorzieningen is te overwegen betaald parkeren af te schaffen en een blauwe zone in te voeren.
RHEDEN • • • • •
het woonbestand moet meer variatie krijgen; bouwen voor ouderen betekent dat er jongeren in de vrijkomende eengezinshuizen komen. In het woonbeleid besteedt de gemeente niet alleen aandacht aan de gewenste woningvoorraad en voorzieningen, maar ook aan de leefbaarheid van het dorp. de ontwikkelingen rond het winkelgebied Groenestraat ( leegstand) moeten actief worden gevolgd in overleg met de ondernemers en de gebruikers. Het plan voor het terrein van het voormalige verzorgingshuis Rhederhof moet zo snel mogelijk worden ontwikkeld en het leegstaande oude verzorgingshuis gesloopt. Het dorpsplan is een basis voor een verdere ontwikkeling va het dorp waarbij o.m. de toeristische aantrekkelijkheid kan worden verbeterd door een versterking van de verbinding tussen bos, dorp en IJssel.
DE STEEG •
de Dorpsvisie speelt een belangrijke rol in de toekomst van dit dorp. Daarbij is ook van belang een goede functie invulling van beeldbepalende gebouwen als het voormalige klooster, de voormalige RK Kerk en het huis Rhederpark en het aangrenzende Philadelphia tehuis.
• •
het Havikerpoortplan moet in het landschap worden ingepast, rekening houdend met natuur-, agrarische en toeristische belangen. Doorgaande toeristische fietsverbindingen (bijvoorbeeld door de Havikerwaard naar de N 317) dienen te worden aangelegd.
ELLECOM • • •
de plannen voor de herbestemming van de monumentale sporthal aan de Eikenlaan moeten in het groene gebied passen. De sportfaciliteit van EDS is verder op te knappen en te optimaliseren. Ontwikkeling van de vernatting mede door het Waterschap is kritisch te volgen en waar nodig bij te sturen met het oog op droge voeten in het dorp.
DIEREN •
•
• •
de Traverse is een megaproject dat zeer goed begeleid zal moeten worden in goed overleg met de bewoners; vooral ook de tijdelijke maatregelen voor het verkeer bij de aanleg verdienen bijzondere aandacht. ( zie ook hoofdstuk 9) winkelcentrum Calluna en de Wilhelminaweg blijven toe aan een revisie; alle belanghebbenden moeten hierbij betrokken worden en de centrumfunctie dient te worden versterkt. Het kruispunt Wilhelminaweg / Spankerenseweg / Buitensingel moet fietsveiliger worden gemaakt bij nieuwbouw ligt de nadruk op woningen voor senioren; daardoor komen elders in Dieren woningen vrij voor jongeren. Het podium in Theothorne o.a. voor het filmhuis , moet behouden blijven als culturele voorziening.
SPANKEREN • • •
Verbeteren van de entrees van het dorp zowel bij de Kanaalweg als bij de Zutphensestraatweg. Het weer bevaarbaar maken van de unieke sluis in Spankeren / Dieren biedt gelegenheid voor toeristische ontwikkelingen rond de sluiskom. Een goede vernieuwde invulling van de industrieterreinen o.a. van het Albany terrein in Spankeren die rekening houden met de belangen van de bewoners
LAAG - SOEREN •
• • •
Het plan Nimmerdor dient snel in uitvoering te worden genomen mede vanwege het belang van het behoud van de basisschool en het grotere draagvlak voor het Sprengenhuus. de plannen voor de Soerense Poort worden in overleg met alle belanghebbenden verder ontwikkeld, waarbij ook agrarisch ( mede) gebruik een rol moet blijven spelen. het al 30 jaar durende verkeersprobleem van de Harderwijkerweg moet worden aangepakt door verleggen van de provinciale route N786 naar de Kanaalweg de gemeente bevordert een passende bestemming voor het historische landgoed van het voormalige hotel Dullemond (bijvoorbeeld een zorghotel).